KAPOT Kapot: afgemat, buiten dienst, defect, stuk… Als iets niet lukt, of iets niet werkt zoals je wilt dat het werkt, is het dan kapot? Als een kind voor de wasmachine zit en ze stopt even met draaien, is die dan “kapot”? Als een lamp niet werkt door op de schakelaar te duwen, is die dan stuk? Of zijn er andere manieren om het licht aan te doen? Gebruik je patisseriebloem enkel om pannenkoeken te bakken? 2 personages onderzoeken een huis. Met klank, schaduwspel en lichaamstaal komt het huis tot leven. Eenvoudige dingen krijgen op een speelse manier een andere betekenis. Soms herkenbaar, soms absurd, soms lijkt het wel een cartoon. Verwondering en onderzoek staan centraal in deze voorstelling. Concept en spel: Adriana la Selva, Chantal Boes en Gerlinde Hoskens Spel: Gerlinde Hoskens en Chantal Boes Regie en choreografie: Adriana la Selva Supervisie: Lindai Boogerman Muziek: Chantal Boes en Niels Anthonissen Decor: Bert De Mulder Illustratie en animatie: Ruben Swannet Foto's: Bert De Mulder Productieassistent en verkoop: Dorien Onsea Kostuum: Mieke Vermeiren Techniek: Bert De Mulder, Niels Anthonissen Het Kartonne Konijn Met dank aan CO Nova, Antwerpen en CC Deurne.
Beste peuter- of kleutercoach Graag bieden we jou deze map aan. We hopen dat deze map je inspiratie zal geven om voor en na de voorstelling aan de slag te gaan. Veel plezier! HANDIG VÓÓR DE VOORSTELLING -Voor vele kinderen is het de eerste keer dat ze in aanraking komen met een voorstelling. Dat wordt een heel interessante ervaring, zowel voor de peuters en kleuters als voor jullie, de begeleiding. Misschien zie je hen wel op een heel andere manier reageren dan zoals jij “jouw” kind kent. Misschien worden ze erg gefascineerd door dingen waarvan je het niet had verwacht. Een voorstelling is niet alleen een ontdekking voor de peuters en kleuters, maar, als je goed kijkt, ook een ontdekking voor de begeleiding. Belangrijk is alleszins dat ze zich veilig voelen. -Bespreek vooraf dat je naar een voorstelling gaat kijken. Wie is er al naar een voorstelling geweest? Hoe ziet het theater er uit? -Het is een beetje anders, het is er een beetje donkerder. Stel hen hierin gerust door het even te benoemen. Door het gewoon even te benoemen merk je vaak dat ze dit heel gewoon vinden zonder het te associëren met angst. Tijdens de voorstelling blijf je stilzitten en ga je niet rondlopen. Er mag gelachen worden, dingen mogen benoemd worden. Kinderen zijn heerlijk spontaan, daarom bereid je hen best voor, zodat ze blijven zitten om naar de voorstelling te kijken. Als jij als begeleider geconcentreerd bent, zullen de peuters en kleuters dat vaak ook zijn. Na de voorstelling is er altijd applaus. Dat kan je even met hen oefenen.
-Het plaatsen van de peuters en kleuters is heel belangrijk. Best dat je de oudste kinderen vooraan zet. Meer kans dat ze al een voorstelling hebben gezien. Diegenen waarvan je vermoedt dat ze meer aanpassingstijd nodig hebben, zet je best in de buurt van de begeleider. Ga als begeleider ook tussen je peuters en kleuters zitten. Heel leuk om als begeleider tussen hen samen naar de voorstelling te kijken. -Als een kind bang is, neem hem of haar even op je schoot. Bang zijn mag. Wat kan helpen is dat je dit even benoemt. Het kan helpen om ze op je vertrouwde schoot te laten zitten met hun gezicht naar achteren gericht. Als ze zich veiliger voelen, zullen ze hun gezicht terug omdraaien. Laat hen zelf bepalen wanneer ze hun hoofd terugdraaien. -Als je merkt dat ze blijven huilen, wat om zoveel redenen kan zijn, ga je best met hen naar buiten. Zo voelen ze zich weer veilig, en zo worden de andere peuters en kleuters niet afgeleid. Vaak zet huilen anderen ook aan tot huilen. -De verwondering bij peuters en kleuters is magisch. Geef hun dan ook de kans om alles zelf te ontdekken en te benoemen. Ook al ben je zelf helemaal mee met het stuk, probeer het niet te verklappen en laat hen zelf dingen benoemen. Je zult ervan versteld staan hoe zij dingen op hun manier benoemen. Wanneer je hun de ruimte en de veiligheid kunt geven, is de belevenis van de voorstelling zowel voor de peuter of kleuter als voor jullie zelf een wonderlijke reis.
FILOSOFEREN EN VERWERKEN NA DE VOORSTELLING: WOORD, DRAMA Vaak hebben peuters en kleuters even tijd nodig om dingen te benoemen. Geef ze de ruimte om dingen na te spelen. Heel interessant om te zien wat er is blijven hangen. In de map kun je hier tips voor vinden. -Nu mogen jullie vertellen wat jullie allemaal hebben gezien. -Om de peuters en kleuters die van nature stiller zijn, ook de kans te geven, kun je hen even bij naam noemen. Je kunt hen zelfs eerst aan het word laten. Bijvoorbeeld: “En nu mag Marie als eerste eens vertellen wat ze allemaal gezien heeft.” -Nu mogen jullie vertellen wat jullie grappig vonden. Zorg dat iedereen aan bod komt. -Zijn er dingen die jullie niet zo grappig vonden? -Hebben jullie ook al eens met lakens gespeeld? -Hebben jullie ook al eens met een zaklampje gespeeld? -Hebben jullie ook al eens met bloem gespeeld? GESPREK: DRAMA EN WOORD Na de voorstelling In de voorstelling gaan de personages op onderzoek en als iets niet gaat zoals ze willen, is het “kapot”. “Het werkt niet,” zeggen peuters of kleuters vaak, in de hoop dat je het voor hen wel oplost of herstelt. In ‘Kapot’ is men wel eens boos of verdrietig, of is men op zoek naar een andere oplossing. Zoals met de lamp die niet werkt. Door een rits op en neer te bewegen krijgt men de lamp toch aan. Hier kun je met hen over praten. -Soms lukt er wel eens iets niet tijdens de voorstelling, hebben jullie dat ook gezien? (bv. De sleutel die niet loskomt, de lamp die uit gaat, het paard dat in een drol verandert, de zak die stuk is...) -Wat lukte er niet? -Wat deden ze toen? -Gebeurt dat bij jullie ook, dat er iets niet lukt? Wat lukte er niet? -Wat deden jullie dan?
MUZISCHE DOMEINEN: -Media -Beeld -Drama -Dans en lichaam -Woord De verschillende domeinen komen aan bod en zijn geïntegreerd, waarmee we willen zeggen dat ze door elkaar lopen. SCHADUWSPELEN: 1.SCHADUWSPELEN MET EEN PROJECTOR OF BEAMER: Media, beeld, beweging, drama Nodig: projector, muziek Zet een projector of beamer aan een kant en richt hem op een lege muur. Zorg dat er genoeg ruimte is tussen de projector en de muur. Laat de kinderen naar de muur lopen en terug. Speel met het beeld dat ze groter en kleiner worden. Variatie -Laat hen op muziek bewegen. Laat hen op verschillende soorten muziek stappen. Handen in de lucht, klein maken, groot maken, op 1 been… -Leg stippen op de grond, laat hen op de stippen stappen. -Laat hen op 1 been op de stippen stappen. -Laat hen met de handen in de lucht op de stippen stappen. -Laat hen vertellen wat ze zien. -Laat hen de stippen in een vorm leggen die ze zelf mogen kiezen. Laat hen vertellen wat ze zien. Laat hen een “verhaal” vertellen. Hier kunnen ze zich helemaal in hun fantasie laten gaan. 2. SCHADUWSPELEN MET EEN BEAMER EN WIT LAKEN: Media, beeld, beweging, drama Nodig: beamer, wit laken, klemmen Laat genoeg ruimte tussen het witte laken en de beamer. Projecteer een beeld van vogels of paarden met de beamer. Laat de kinderen als vogels of paarden tussen de beamer en het doek lopen. Laat hen vrij bewegen. Je kunt hen in hun spel stimuleren: -Nu doen we alsof we allemaal vogels zijn. Of paarden. -Hoe zou een grote vogel vliegen? -Hoe zou een kleine vogel vliegen? -Hoe zou een vogel gaan slapen? -Hoe zou een paard galopperen? -Hoe zou een paard drinken? -Hoe zou een paard traag lopen? Je kunt ook kinderen of ouders aan de andere kant van het doek laten zitten. Zo kunnen ze naar de kinderen die achter het doek bewegen kijken. 3. SCHADUWSPELEN MET FIGUREN: Media, beeld, beweging, drama Nodig: verschillende figuren: vogel, huis, schaar, zon, maan, raket, pannenkoek, paard, sterren, eigen figuren, saté stokjes, witte doek, klemmen, lamp Span een wit doek. Zet een spot achter het doek. Laat de kinderen achter het doek zitten. Prik of knip met de grotere kleuters figuren uit, plak ze op een stokje en laat hen bewegen achter het doek. Je kan als begeleider ook de figuren bewegen. Zie dat ze de figuur hoog houden en parallel met het doek.
ZAKLAMPEN : 1.Zaklampen: Media, beweging, beeld Nodig: zaklampen, gekleurde papiertjes of zijde papier Kleef gekleurd papier op de zaklampjes. Verduister de ruimte. Laat de kinderen met de zaklampjes door de ruimte stappen. Laat ze de ruimte ontdekken. Varia: -Ik zie iets dat heel hoog is. Laat hen zelf zoeken wat hoog is. -Ik zie iets dat heel klein is. -Ik zie iets dat heel dik is. -Ik zie iets dat heel zacht is. -Ik zie iets dat heel ver weg is. -Ik zie iets dat heel dichtbij is. -Ik zie iets dat geluid maakt / kan maken. -Ik zie iets dat rood is. -… 2.Dia en zaklampen: Media, beweging, beeld Nodig: zaklampen, dia’s Kleef een dia op de zaklampjes. Laat hen hiermee tegen een muur schijnen. Ze zullen een uitvergrote foto zien. 3.Wit laken en zaklampen: Media, beweging, beeld, drama Nodig: zaklampen, gekleurde papiertjes op de zaklampen, wit laken, klemmen. Hang een wit laken. Laat enkele kinderen met hun zaklamp achter het witte laken staan. Laat de andere peuters en kleuters aan de andere kant van het laken zitten. Laat de peuters en kleuters met hun lampjes heen en weer bewegen. Laat ze met hun lampjes tegen het doek, van de ene kant naar de andere kant van het doek gaan. Varia Laat verschillende peuters of kleuters met hun lampjes achter het doek staan. De andere peuters en kleuters zitten aan de andere kant van het doek. Geef hun speelse opdrachtjes. -Ik tik op het laken en zie 1 lampje tegen het doek. -Ik tik tegen het doek en zie 2 lampjes tegen het doek. -Ik tik tegen het doek en zie vele lampjes bewegen. -Ik tik tegen het doek en zie vele lampjes dansen. -Ik tik tegen het doek en zie lampjes heel hoog dansen. -Ik tik tegen het doek en zie lampjes stilstaan. -… LAKENS: BEELD, BEWEGING 1.Laken: Beeld, beweging, drama Nodig: lakens, even groot als de peuters en kleuters, grote lakens,muziek -Laat de kinderen met de kleine lakens door de ruimte bewegen. Laat hen zelf experimenteren. Ze kunnen het laken rond hun hoofd doen, als een cape of een muts, ze kunnen het laken rond hun lijf doen… Laat hen vervolgens met grote lakens experimenteren. -Laat hen op hun eigen laken liggen. Leg er een ander laken op. Trek het laken langzaam van de peuter of kleuter naar beneden. -Laat de peuter of kleuter op het laken liggen. Plooi het laken dicht met het kind in het midden. -Laat de peuters of kleuters per 2 met de lakens spelen. 2. Lakens en liedje: Beweging, taal, drama, beeld Nodig: lakens “Mijn laken is nu een staartje, een staartje. Mijn laken is nu een staartje, een staartje.” Laat hen met het laken bewegen alsof het een staartje is. Mijn laken is nu een muts, een stofzuiger, een kleedje, een baard, haren…
Laat hen zelf ook iets verzinnen. 3. Groot laken: Beweging, taal, beeld, drama Nodig: groot laken Laat ieder een hoek vastnemen. Doe het laken met zijn allen bewegen. Versje Houdt met zijn allen het laken vast. Laat een peuter of kleuter onder het laken plaatsnemen. Beweeg het laken met zijn allen en zeg het volgende versje: “Wie ligt er zo stil? Is het een krokodil?” Peuter of kleuter komt als krokodil onder het laken vandaan. Ook als paard, vogel, hond, poes… Je kunt meerdere peuters tegelijk onder het laken laten zitten. 4. Groot laken, Liedje en materialen: Beweging, taal, beeld, drama Nodig: groot laken, verschillende materialen Leg een aantal van dezelfde voorwerpen op het grote laken, eendjes bijvoorbeeld. “Mijn laken is nu een vijver, een vijver. Mijn laken is nu een vijver, een vijver.” Laat de peuters en kleuters het laken als een vijver bewegen. 5. Reepjes laken: Drama, beeld, beweging Nodig: reepjes laken Scheur een laken in reepjes. Laat de peuters en kleuters aan de slag gaan met de lakens. Ze kunnen hun arm inwindelen, het been van een vriendje… 6. Gaatje: Beeld, beweging, drama Nodig: maak een gaatje in een stuk laken of stof Laat hen rond kijken met het gaatje in het stof. Laat de kinderen op zoek gaan naar de volgende opdrachten. -Ik zie iets dat heel hoog is. -Ik zie iets dat heel laag is. -Ik zie iets dat heel groot is. -Ik zie iets dat heel zacht is. -Ik zie iets dat lawaai maakt. -Ik zie 2 ogen. … ZAND: Beeld, media, beweging Nodig: bak met fijn zand, stokken van verschillende diktes, allerlei verschillende materialen Doe in een bak fijn zand. Laat peuters en kleuters in de bak met zand experimenteren. Laat hen met hun vingers tekeningen maken. Laat hen met allerlei materiaal lijnen trekken. Stokken van verschillende diktes, penselen, auto’s… Laat de kinderen op muziek bewegen. Laat de kinderen hun fantasie gebruiken. Wat zou dit zijn? Varia: -Duw in het zand en wat zie je. -Duw nog eens een bolletje in het zand. -Teken eens een streepje? -Teken eens twee streepjes? -Kan je vele streepjes tekenen? -Kan je de bolletjes laten dansen? -Kan je rommel maken met de streepjes? …
GELUIDEN: MEDIA Nodig: cd met huishoudgeluiden Zet een cd op met huishoudgeluiden. Laat de peuters of kleuters raden wat het is. Laat hen het geluid nadoen. INSPIRERENDE BOEKEN: -‘Curieuzeneus’ van Edouard Manceau, uitgave van Davidsfonds/Infodok -‘Een boek’ van Hervé Tullet, uitgave van Oogappel -‘Een huis vol spoken’ van Kazuno Kohara, uitgave van Davisfonds/Infodok -‘Meneer Papier’ van Elvis Peeters en Gerda Dendooven, uitgave van De Eenhoorn MUZIEK: -‘Pim Pam Peus… tik eens op je neus’ van Stan Van Vaerenbergh -Danskant is een organisatie waar je heel wat inspiratie kunt vinden. -Jopo in Mono’ van Fay Lovsky: speelse muziek -Titi Robin: rustige muziek - Putumayo: deze hebben ze in verschillende stijlen wereldmuziek
Dank je wel Goedele Heselmans ( muzische pedagoge), juf Kristien en juf Lut (van ’t Speelscholeke)