Gods Oogst deel 2 Johnny Harrell 25 Juli 2015
Ik zou willen zeggen ‘Welkom iedereen!’ Dit is Gods Sabbatdag en het is goed om in het hete Florida te zijn. En het is een zeer warme dag! In de vorige preek hebben we gesproken over Gods oogst. We hebben gekeken naar Gods tuin en hoe God een volk klaarmaakt om uit Zijn tuin geoogst te worden. En diegenen die uit Gods tuin geoogst zullen worden zullen de instructies van de Grote God van dit universum en Zijn Zoon Jezus Christus, moeten gehoorzamen. Dat zijn de instructies die zij moeten gehoorzamen. Wij, als de Kerk van God, moeten op een bepaalde manier leven. God instrueert ons, Zijn volk, de Kerk van God – PKG, de Kerk die zich voorbereid op het Koninkrijk dat naar deze aarde komt, over deze eerste oogst uit Gods tuin. Wij bereiden ons voor op het Koninkrijk dat spoedig naar deze aarde komt. Het duurt niet lang meer. Onze naam is ‘Voorbereiden op het Koninkrijk’ dat naar deze aarde komt. En dat is wat u en ik, als volk van God, de Kerk van God, doen. God heeft u en mij, door Zijn geest, in onze geest, door de heilige geest, laten zien hoe wij ons leven moeten leven. God instrueert ons door Zijn boek, de Bijbel en door Zijn ministry. Hij vertelt ons wat de correcte manier van leven is en dat wij ons moeten voorbereiden op onze oogst, wanneer die oogst voor ons ook moge komen, of het nu in de lente of de herfstoogst is. De titel van de preek vandaag is Gods oogst deel 2. Het fysieke lichaam dat wij hebben stelt niets voor in Gods plan. Daar draait het niet om. Het draait niet om het fysieke maar om het geestelijke. En daar zullen wij ons vandaag op focussen, op het fysieke en het geestelijke. Wij zullen kijken welke invloed dit op de geest heeft, de geest, de menselijke geest, die vijandig is aan Gods manier van leven. We zullen kijken naar wat God zegt over hoe wij moeten leven, met de fysieke geest die wij hebben. God bereid Zijn Kerk voor op die 1ste oogst en die zal plaatsvinden als Jezus Christus naar deze aarde terugkomt. En met Hem zal de 1ste oogst uit Gods tuin, de geestelijke oogst, naar deze aarde komen. Dit zijn de 144.000, die geoogst zijn uit Gods tuin. Zij zullen het Koninkrijk van God op deze aarde oprichten. De mensheid zal geregeerd worden door een rechtvaardige Regering die de Geboden van God als leidraad hebben. Ik hoop dat wij allemaal begrijpen wat dit zal voortbrengen. Dit zal vrede brengen op aarde. Eindelijk zal er vrede op deze aarde zijn. Dat is het begin. Vandaag zullen we kijken naar hoe God Zijn Kerk voorbereid. En dit heeft alles te maken met de geest. Wij zullen kijken naar de invloed op de menselijke geest. God heeft u en mij, de Kerk van God, veel geleerd over de menselijke natuur die wij allemaal hebben. God vertelt ons over de menselijke geest en hoe vijandig deze is ten opzichte van Hem en Zijn wegen. Ik heb het al eerder gehad over de menselijke geest en hoe deze enorm kan opzwellen. Ik denk dat de meesten onder ons dit begrijpen. De mens denkt dat hij geweldig en prachtig is. Als je dat niet gelooft, luister dan maar eens naar Donald Trump. Hij... ik weet niet hoe groot de zaal moet zijn, zodat zijn ego daar in past. Dat is een goed voorbeeld voor u en mij, van de menselijke natuur en waartoe deze in staat is zonder God. Het ego kan gigantisch groot zijn. Maar de mens denkt dat hij geweldig is, dat hij intelligent en slim is. Het verbaasd me hoe God deze fysieke geest in zo’n klein hoofd kan houden. Maar ik denk niet dat deze zaal groot genoeg is voor het ego, als het ego groeit, net zoals dat van Donald Trump. God bereidt de geest voor van diegenen die in Zijn oogst, de 1ste oogst zullen zijn en van diegenen die in een toekomstige oogst zullen zijn. God bereidt de geest voor van diegenen die geoogst zullen worden. Alleen God kan de menselijke geest volledig begrijpen. Hij heeft de menselijke geest gemaakt. Hij begrijpt de mens. Hij heeft de mens en de menselijke geest geschapen. Hij heeft dit met een zeer bepaald doel geschapen. David heeft gezegd, heeft vele, vele jaren geleden gevraagd: ’wie Gods Oogst deel 2
1
is de mens, dat Gij hem gedenkt?’ Wat zou God willen met een volk, dat zo’n menselijke natuur heeft? Maar wij, als de Kerk van God, begrijpen het doel van de mens. Wij begrijpen waarom de mens geschapen is. Wij begrijpen dat God Zijn Familie, Elohim, aan het maken is. Dat is wat God aan het doen is. Vandaag zullen we deze preek beginnen met te kijken naar de invloed op onze geest, naar dingen die deze geest beïnvloeden. En we zullen kijken naar de invloed op onze menselijke natuur en hoe de menselijke geest over zichzelf denkt. We zullen naar Satan en de demonen kijken en hun invloed op de menselijke geest. En we zullen ook kijken naar Gods invloed op onze geest. God zegt ons dat wij Hem moeten liefhebben met heel ons hart. Dat is wat God zegt. ‘Met heel onze ziel, met heel onze geest.’ De menselijke geest die wij hebben. God vertelt ons dat wij Hem met heel ons hart, onze geest en onze ziel moeten liefhebben. Laten we naar 1 Petrus 1 gaan. 1 Petrus 1. De naam van de Kerk vertelt ons dat wij ons moeten voorbereiden op wat er naar deze aarde komt: het Koninkrijk van God. En wij moeten God met heel onze geest liefhebben. Wij begrijpen dat de Grote God van dit universum onze geest naar de waarheid leidt. God leidt de geest naar de dingen van God, om ons begrip te geven. De meest ongelofelijke tijden in de geschiedenis van de mens staan voor de deur. Wij zien wat er aan de horizon is, als God niet zou ingrijpen. Ik heb het al vaak gezegd, wij hebben Gods boek helemaal niet nodig om te zien wat er aan komt. Rusland en haar nucleaire arsenaal. Pakistan heeft een nucleair arsenaal, waarvan wij niet weten hoe groot het is en wat zij verkopen aan andere naties. Maar wij weten dat het plaatsvindt. Wij zien dat wij onze geest moeten beschermen, naarmate de tijd verder gaat, en dat wij ons moeten blijven focussen op de Grote God van dit universum en Zijn Zoon. 1 Petrus 1: 13 God vertelt ons: omgordt dus de lendenen van uw verstand. Dit zijn unieke woorden. Het vertelt u en mij, Gods volk, dat we alert moeten zijn wat er in onze gedachten omgaat, dat we op onze hoede moeten zijn. God vertelt ons omgordt dus de lendenen van uw verstand. Hoe doe je zoiets? Hoe omgorden wij de lendenen van ons verstand? En wat betekent dit, omgordt de lendenen van uw verstand? Een manier om dit uit te leggen is: ‘bereid je geest voor op actie,’ voor wat er voor de deur staat, wees klaar om te doen wat God zegt dat we moeten doen, om ons voor te bereiden op het Koninkrijk dat komen gaat. En daar gaat het over, wij moeten onze geest voorbereiden. God zegt ons dat wij ons moeten voorbereiden, dat we waakzaam moeten zijn, dat wij de lendenen van ons verstand moeten omgorden. En laten we kijken wat God nog meer zegt: weest nuchter, God zegt ons dus om de lendenen van ons verstand te omgorden en om nuchter te zijn. Wij moeten nadenken over de tijd waarin wij leven. Wij moeten ons realiseren wat er voor de deur staat. God vertelt ons : vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus. De waarheid, de openbaring van de waarheid door God, in onze geest, en het begrip dat God u en mij gegeven heeft over dit plan en wat Hij doet. Dit is het antwoord op de vraag van David, die hij zo lang, lang geleden stelde: ‘wat is de mens dat Gij hem gedenkt?’ Laten we vers 14 lezen, waar God ons vertelt Voegt u, als gehoorzame kinderen, niet naar de begeerten uit de tijd uwer onwetendheid, en wij waren onwetend, wij kenden Gods waarheid niet. Wij waren allemaal onwetend. Maar God heeft jouw geest geopend om Zijn ware wegen van het leven te begrijpen. Laten we verder lezen: maar gelijk Hij, die u geroepen heeft, heilig is,God vertelt ons: wordt zo ook gijzelf heilig in al uw wandel; het woord wandel kan ook betekenen ‘conversaties.’ Het kan ook ‘conversaties’ betekenen. Dit betekent dat we onszelf op een bepaalde manier moeten gedragen, dat we op een bepaalde manier moeten leven, dat we op een bepaalde manier met elkaar moeten converseren. God zegt dat wij de lendenen van ons verstand moeten omgorden en dat wij anders moeten denken. Dat is wat God ons vertelt. Wij moeten ons lendenen omgorden en anders denken, denken zoals God zegt dat wij moeten denken. God zegt dat we gehoorzaam moeten zijn, nuchter en moeten kijken naar wat er gebeurt en wat er gaat gebeuren in deze wereld. Er komt een eind aan Satans wereld en Gods wereld komt naar deze aarde. En dat is waar u en ik onze geest op voorbereiden, op het Koninkrijk dat naar deze aarde komt. Laten we naar 1 Corinthen 2 gaan. 1 Corinthen 2: 1 Ook ben ik, toen ik tot u kwam, zegt Paulus, broeders, niet met schittering van woorden of wijsheid u het getuigenis van God komen brengen. want ik had niet besloten iets te weten onder u, dan Jezus Christus en die gekruisigd. Ook kwam ik in zwakheid, met veel vrezen en beven tot u; Paulus vertelt ons over deze dingen. Gods Oogst deel 2
2
En wat wij weten van Paulus, hij was niet een man om te bezwijken onder angst. Paulus had een indrukwekkende achtergrond. En, als we het ons herinneren, dan weten wij dat hij Gods mensen vervolgde en hen uitleverde aan de regering in die tijd. Paulus zegt dat hij met veel vrezen voor hen komt. Bang om de Grote God van dit universum ongehoorzaam te zijn, net zoals wij bang moeten zijn om God niet te gehoorzamen. En hij zei: mijn spreken en mijn prediking kwam ook niet met meeslepende woorden van wijsheid, maar met betoon van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht van God. Paulus spreekt hier over geestelijke wijsheid. Dat is waar hij over spreekt. En wij weten dat alle wijsheid van de Grote God van dit universum komt. Vers 6 Toch spreken wij wijsheid bij hen, die daarvoor rijp zijn, een wijsheid echter niet van deze eeuw, noch van de beheersers dezer eeuw, wier macht teniet gaat, deze wereld zal spoedig veranderen. Er komt een eind aan Satans wereld. Paulus zegt dat het deze wereld ten einde komt en dat in de nieuwe wereld Gods Geboden onderwezen zullen worden en dat de mens vrede zal leren. Vers 7 Paulus vertelt ons over de verborgen wijsheid, en hij zegt: maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, het is een mysterie voor alle andere mensen, behalve voor u, iedereen waar God mee werkt, iedereen wiens geest door God geopend is om de ware manier van leven te begrijpen, Maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God te voren verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons, en let op wanneer dit verordineerd is: eer de wereld was. Eng een van de oversten dezer wereld gekend heeft; want indien zij ze gekend hadden, zo zouden zij de Here der heerlijkheid niet gekruisigd hebben. Vers 9 Maar, gelijk geschreven staat: wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben. En hier hadden we het vanmorgen over, met een klein groepje, hier vooraan in de zaal. We spraken met jonge mannen, die zullen voortleven in het Millennium, als het Koninkrijk van God op aarde is. Wij hadden het hierover, dat hun ogen niet zien wat er voor hen, voor diegenen die in het Millennium zullen leven, onder de heerschappij van Jezus Christus, in petto is. Zij hebben geen idee wat er voor hen ligt. Het is opwindend voor mij om te zien, te weten dat deze jonge mannen in het Koninkrijk dat naar deze aarde komt, zullen leven en wat hun taak zal zijn. Wij spraken over wat zij zouden gaan doen. En ik heb een aardig goed idee van wat zij zullen doen. Maar God zegt: wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart de geest van de mens, is opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben. Die van Hem houden, zoals we eerder gelezen hebben, met heel hun ziel, heel hun hart en heel hun geest. Daar gaat het hier over, over diegenen die de Grote God van dit universum en Zijn Zoon, liefhebben. Vers 10 Want ons heeft God het geopenbaard door Zijn geest, zo wordt het geopenbaard. De heilige geest openbaart het aan onze geest. Want de geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods. Wij praten over de diepe dingen van God, over de dingen die niemand anders op aarde begrijpt, behalve jij, diegenen die in de Kerk van God zijn. En het zijn diepe dingen. Het is spannend en opwindend wat er op deze aarde zal plaatsvinden. Vers 11 Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in Gods is, dan de geest Gods. Of de geest van God, Zijn heilige geest, die God, jou heeft gegeven. Daarom weet je het. Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de geest uit God, die jouw geest verlicht, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is. Dat wat God ons laat weten. Wij hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God in genade geschonken is door de heilige geest, zodat wij kunnen begrijpen en weten wat de juiste manier van leven is. Zodat wij kunnen weten hoe God wil dat wij ons leven leven terwijl wij hier op aarde zijn. Vers 13 Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die niet door menselijke wijsheid, maar door de heilige geest geleerd zijn, we zien hier Gods invloed op de geest van diegenen die Gods geest hebben. God doet dit door de heilige geest, zodat wij het geestelijke met het geestelijke vergelijken. Zodat wij de geestelijke dingen kunnen begrijpen, over hoe wij denken, hoe wij anders Gods Oogst deel 2
3
moeten denken. Doch de natuurlijke mens aanvaardt niet hetgeen van de geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, ik weet dat we allemaal conversaties met mensen buiten de Kerk van God gehad hebben, en ik ben er zeker van dat jullie begrijpen wat hier gezegd wordt. Je kan praten tot je blauw ziet, maar zij zullen nooit begrijpen wat jij probeert over te brengen over Gods manier van leven. Het is onmogelijk, als zij de geest van God niet hebben. Hier zien dat God ons vertelt hoe de geest in elkaar zit, hoe de geest denkt zonder God. Net zoals Donald Trump, het kan een enorme omvang aannemen. De menselijke natuur neemt het over. En we zien wat de menselijke natuur doet op tv. Je ziet het overal waar je kijkt. De menselijke natuur neemt het over en de geest denkt het niets van God nodig heeft. God zegt dat de menselijke geest de dingen van God niet kan weten, omdat alleen diegenen die geroepen zijn het door Gods heilige geest weten. God vertelt ons in het laatste deel van vers 14 ...omdat het slechts geestelijk te beoordelen is. Maar de geestelijke mens beoordeelt alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld. Want wie kent de geest des Heren, dat hij Hem zou voorlichten? Hier wordt de volgende vraag gesteld ‘wie is er slimmer dan God? Wie is er slimmer dan Jezus Christus?’ Kunnen zij de Grote God van dit universum werkelijk onderwijzen? Kan men Jezus Christus onderwijzen? In het laatste deel van dit vers lezen we: Maar wij hebben de geest van Christus, zodat wij een bepaald begrip over Gods geest hebben. Dan kunnen wij de waarheid hebben, dan kunnen wij begrijpen hoe wij moeten leven, dat wij moeten leven zoals God zegt dat we moeten leven. In vers 15 zegt God ons dat de geestelijke mens alle dingen beoordeelt. Het woord ‘oordeel’ betekent ‘onderscheiden, goed onderzoeken of uitzoeken.’ Het kan ook betekenen ‘uitpluizen.’ Het gaat over de geets en hoe wij het moeten doen. Daar gaat het hier over. Het betekent dat als wij de geest van Christus hebben, dat wij een geestelijk verlichte geest hebben en wij nu kunnen onderzoeken, uitpluizen, zodat wij weten hoe wij onze geest in de richting van de waarheden van God, de dingen van de Grote God van dit universum en Zijn Zoon moeten richten. Nu kunnen we dat doen en wij kunnen de waarheid zien. Wij kunnen de rotzooi zien. Wij kunnen naar de tv kijken, we zien Donald Trump en wij weten waar dat vandaan komt. Wij weten wie zijn god is. Wij kunnen dat onderscheiden, omdat wij Gods geest hebben. Wij zien en begrijpen hoe God de geest bewerkt van diegenen die Hij geroepen heeft. Je kan alle rotzooi zien. Efezen 4. God geeft u en mij instructies over hoe wij ons leven moeten leven. Als wij op Gods manier leven dan denken wij anders dan de wereld. En daar draait het om, om anders te denken, om de geest anders te gebruiken. Efezen 4: 1 Als gevangene in de Here, vermaan ik u dan te wandelen waardig der roeping, waarmede gij geroepen zijt, met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen, en dat lijkt soms moeilijk in de Kerk van God, relaties, elkander in liefde, goddelijke liefde, te verdagen. En u te beijveren de eenheid des geest te bewaren door de band des vredes: één lichaam en één geest. Gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping, één Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen. God vertelt ons dat er één Kerk is en dat er één manier is waarop wij ons leven moeten leven. Het moet waardig onze roeping zijn, die wij van de Grote God van dit universum gekregen hebben. Laten we verdergaan in vers 17 dit zeg ik dan en betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de wereld wandelt, en let op hoe men wandelt: in de ijdelheid van hun denken, ‘ik ben geweldig!’ ‘Kijk naar wat ik allemaal doe, met mijn fysieke geest!’ ‘Kijk eens hoe slim ik ben!’ Het is allemaal ijdelheid. Dat is wat God zegt. Dit is geschreven aan de heidenen, maar het is ook op u en mij, in deze tijd, aan het eind van dit tijdperk, van toepassing. Vers 18 laten we eens kijken waar het over gaat. Wij zien dat het over begrip gaat en wij krijgen begrip. Laten we eens kijken. Verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de blindheid van hun hart, geest. Zij zijn blind voor de waarheid ...zij hebben immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te slaan uit allerlei onreinheid. Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen. Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk de waarheid is in Jezus, dat gij wat uw vroegere wandel betreft, of ‘uw vroegere conversaties,’ de oude mens aflegt, die ten verderve gaat, naar zijn misleidende begeerte, en het is misleidend, de begeerte van de geest. Wij Gods Oogst deel 2
4
hadden het eerder over alle perversiteiten die er bestaan. Als er in het Millennium een huwelijk gesloten wordt, kan je er zeker van zijn dat het tussen een man en een vrouw is. Dat het zal zijn zoals God zegt, zoals door de Grote God van dit universum bepaald is. Zo is het vastgelegd. Maar God zegt u en mij: dat gij verjongd wordt door de geest van uw denken. Zo wordt het gedaan. Wij moeten een nieuwe man of vrouw worden en dat gebeurt door de geest, door Gods invloed op de geest. Het gebeurt door Gods heilige geest. Wij moeten anders denken, wij moeten veranderen. Wij moeten onze conversaties veranderen. Wij moeten ons gedrag veranderen en op een andere manier leven. Dat is wat God zegt. En iedereen moet veranderen. Iedereen die in het Koninkrijk van God zal zijn, iedereen die Elohim zal worden, moet veranderen. En die verandering vindt plaats in de geest. Daar gebeurt het. Vers 24 En de nieuwe mens aandoet, die naar de wil van God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid. God vertelt ons hoe wij moeten leven en dat wij onze manier van denken moeten veranderen. God zegt ons dat wij anders moeten denken. God geeft ons begrip, in onze geest, door Zijn heilige geest, zodat wij anders kunnen denken. En wij kunnen veranderen en leven zoals God zegt dat wij moeten leven. Vers 25 vertelt ons over de verandering die moet plaatsvinden in ons leven. Legt daarom de leugen af en spreekt waarheid, ieder met zijn naaste, God zegt dat wij de waarheid met onze naasten moeten spreken. Wij, de Kerk van God zijn elkaars naasten. Daar gaat het over. Het gaat niet over je buurman, het gaat over de Kerk van God, over een ieder van ons. En wij moeten waarheid spreken met elkaar. En let op tegen wie dit gezegd wordt: omdat wij leden zijn van elkander. Dat is wie wij zijn. God zegt: geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; en geeft de duivel, Satan, geen voet. Wij lezen hier dat God ons vertelt dat wij onze geest niet door dit wezen, Satan genoemd, moeten laten beïnvloeden. God zegt ons dat wij hem geen plaats mogen geven. Hoe doe je dat? Hij weet wie jij bent en hij heeft enorme invloed op de menselijke geest. God vertelt u en mij dat wij onze geest niet mogen openen voor de invloed van de demonische wereld. Dat is wat Hij zegt. God heeft ons eerder, in Zijn boek, vertelt dat wij nuchter en ijverig moeten zijn en dat wij moeten leven zoals God zegt dat wij moeten leven. Wij moeten onze geest tot de dingen van God wenden, zodat wij geoogst kunnen worden, als er door God geoogst wordt. Vers 28 Wie een dief was, stele niet meer, maar spanne zich liever in om met zijn handen goed werk te verrichte, opdat hij iets kan mededelen aan de behoeftige. Geen liederlijk woord, geen bedorven communicatie kome uit uw mond, maar als gij een goed woord hebt, tot opbouw, de woorden die uit onze mond komen. En wij weten dat al het goede van God komt, vanuit Zijn instructies hoe wij onszelf moeten gedragen en hoe wij met elkaar moeten converseren. Laten we kijken waarom: opdat zij, die het horen, genade ontvangen. Vers 30 En bedroeft de heilige geest niet, die Hij ons gegeven heeft, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing, op de dag dat wij uit Gods tuin geoogst worden. Wij mogen de heilige geest, die God ons gegeven heeft, niet bedroeven, zodat wij uit Gods tuin geoogst kunnen worden als het onze tijd is om geoogst te worden. Of dat nu de lente- of de herfstoogst is. Dat maakt niet uit, je wil in Gods oogst zijn. Alle bitterheid, gramschap, toorn, getier luid ruzie maken, en gevloek worde uit uw midden gebannen, dit gaat over laster. Daar gaat het over. En wij mogen nooit lasteren. ...evenals alle kwaadaardigheid. Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft. Ons is door het Pascha vergeving geschonken. Daardoor worden onze zonden vergeven, door Jezus Christus die aan een paal gehangen heeft, die aan de paal genageld was, met spijkers door Zijn handen en voeten. Hij heeft die prijs betaald, Hij heeft pijn geleden, Hij is vernederd. Hij heeft pijn geleden voor u en mij en voor de hele wereld, voor diegenen die er voor kiezen om te leven zoals God zegt dat we moeten leven, zodat zij allemaal op hun tijd (wanneer dat ook moge zijn) uit Gods tuin geoogst kunnen worden. Efezen 5: 1. God vertelt ons meer over hoe wij ons leven moeten leven, zodat wij uit Gods tuin geoogst kunnen worden. Efezen 5: 1. Weest dan navolgers Gods, als geliefde kinderen, en wandelt in de liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk. Maar van hoererij en allerlei Gods Oogst deel 2
5
onreinheid of hebzucht mag onder u zelfs geen sprake zijn, zoals het heilige betaamt, en dat is wie zijn, ...en evenmin van onwelvoeglijkheid en zotte of losse taal, en ik heb dat gezien in Gods Kerk. God zegt dat wij deze dingen niet mogen doen want dit kan van alles veroorzaken. Wij mogen geen dingen doen, die geen pas geven, vooral onder elkaar. Soms schertsen wij met elkaar en gaan we te ver, en dat kan daadwerkelijk tot zonden leiden. God vertelt ons dat we deze dingen niet mogen doen, doch veeleer van dankzegging. Bedanken voor het begrip, voor wat God ons gegeven heeft. Hij heeft ons begrip gegeven, Hij laat ons zien hoe wij ons leven moeten leiden, hoe wij met elkaar moeten spreken Zoals Wayne in de laatste preek heeft gezegd, wij hebben geen vrije meningsuiting. In Gods dingen worden de dingen op een bepaalde manier gedaan. Want dit weet gij, dat geen hoereerder, onreine of geldgierige, dat is een afgodendienaar, erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en God. Dat is een angstaanjagende verklaring... om het Koninkrijk van God niet te halen, om niet geoogst te worden uit Gods tuin, om niet in de eerste of de laatste oogst te zijn. Dat is een angstaanjagend iets. God zegt: laat niemand u misleiden met drogredenen, want door zulke dingen komt de toorn Gods ons wordt gezegd gehoorzaam te zijn, over de kinderen der ongehoorzaamheid. Wie denk je dat dit zijn? De kinderen der ongehoorzaamheid? God noemt hen kinderen. Doet dan niet met hen mede. God zegt: ‘doe het niet!’ En je wil niet dat Gods toorn over jou komt. God vertelt u en mij dat wij in het licht moeten wandelen. Met andere woorden, wij moeten wandelen met het begrip dat God ons gegeven heeft. Wij hebben dit begrip omdat Hij ons geroepen heeft en ons Zijn heilige geest gegeven heeft. Daardoor weten wij wat de correcte manier van leven is... Zodat wij uit Gods tuin geoogst kunnen worden. Vers 8 Want gij waart vroeger duisternis, wij allemaal, maar thans zijt gij licht in de Here, wandelt als kinderen des lichts, met andere woorden, nu je dit weet, leef zoals God zegt dat je moet leven. Want de vrucht des lichts bestaat in louter goedheid en gerechtigheid en waarheid, en toetst wat de Here welbehaaglijk is. Toetst wat de Grote God van dit universum en Zijn Zoon welbehaaglijk is, hoe God zegt dat wij ons moeten gedragen. Leef op die manier. En neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis, maar ontmasker ze veeleer, want het is zelfs schandelijk om te noemen, wat heimelijk door hen wordt verricht; maar als dat alles door het licht ontmaskerd wordt, komt het aan de dag; want al wat aan de dag komt is licht. Wij hebben begrip gekregen, zodat wij kunnen weten wat de waarheid is. Daarom heeft het: ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten, zal je begrip geven. Want als wij zondigen, als wij ons niet bekeren van onze zonden, dan zijn wij dood. Je bent afgesneden totdat jij je bekeert. Je bent afgesneden. God zegt ons dat wij in wijsheid moeten wandelen en wij weten dat wijsheid van de Grote God en Zijn Zoon komt. God zegt ons dat wij in wijsheid moeten wandelen en leven. Hij zegt in vers 15 Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen. Met andere woorden, wij moeten de wijsheid, die van God komt, gebruiken. U de gelegenheid ten nutte makende, want en let op, de dagen zijn kwaad. En dat is op onze tijd van toepassing. Satan en de demonen zijn nog altijd op vrije voeten. Zij kunnen nog altijd de geest van de mens beïnvloeden. God zegt ons: Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is. Wij weten wat de wil van God is. David heeft gezegd: ‘wat is de mens, dat Gij hem gedenkt?’ Wij kennen het antwoord. Wij weten dat God Zijn Familie, Elohim, aan het scheppen is. Dat is de wil van God. God wil dat wij uit Zijn tuin geoogst worden. Dat is Gods wil. Hij wil dat wij uit Zijn tuin geoogst worden en dat wij een geestelijk lichaam kunnen krijgen om zo eeuwig te leven. Het is een ongelofelijke zegening, om te weten wat jij weet. Ik hoop dat je dat begrijpt. In vers 18 lezen we En bedrinkt u niet aan wijn, waarin bandeloosheid is, maar wordt vervuld met de geest. En spreekt onder elkander in psalmen en lofzangen en geestelijke liederen, Zo zouden onze conversaties met elkaar moeten zijn. En ik zie en hoor dat gebeuren in de Kerk van God. Dat is wat je hoort. Nooit heb ik gezien dat de Kerk van God zo eendrachtig was als vandaag de dag. De Kerk is opgeruimd en dit is wat wij zien. Wij zien dat er vrede is in de Kerk van God, de vrede, waar God over spreekt. Geestelijke liederen, en zingt en jubelt in onze geest, de Here, dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus, God, de Vader, voor alles, en weest elkander onderdanig in de vreze van Christus. Met andere woorden, vrees ervoor ongehoorzaam te zijn, om de Grote God en Zijn Zoon ongehoorzaam te zijn. En, zoals ik al zei, Satan en de demonen zijn nog altijd op vrije voeten en zij kunnen nog altijd jouw geest beïnvloeden en jou uit Gods Kerk Gods Oogst deel 2
6
halen, als jij jouw oor bij hen te luister legt. En ik heb het keer op keer zien gebeuren. En ik weet dat jullie het ook gezien hebben. Als de geest een andere weg in slaat, kunnen de meesten niet meer terugkomen. 2 Corinthen 4: 1. In mijn Bijbel staat boven dit hoofdstuk ‘het licht van Christus’ evangelie.’ Met andere woorden, ‘het begrip’ dat u en mij gegeven is, ‘het licht, het begrip,’ zegt God ‘van Christus’ evangelie.’ ‘Het goede nieuws van het Koninkrijk van God,’ en over wat er gaat gebeuren op deze aarde, als dat Koninkrijk naar deze aarde komt en God de Regering van God op deze aarde aanstelt. Daar hebben wij begrip over gekregen. Wij begrijpen dat God Zijn Familie, Elohim, aan het scheppen is. Hoofdstuk 4: 1 Daarom, nu wij deze bediening hebben, die ons door barmhartigheid is toevertrouwd, God is ons zeer barmhartig geweest, Hij heeft onze geest geopend en ons begrip gegeven zodat wij uit Gods tuin geoogst kunnen worden. Dat is een ongelofelijke zegening. God vertelt ons: die ons door barmhartigheid is toevertrouwd, verliezen wij de moed niet. Met andere woorden, wij verliezen de moed niet omdat God ons begrip over Zijn plan en wat er gebeurt, gegeven heeft. Wij weten dat wij aan het eind van dit tijdperk zijn. wij weten dat er een apostel is. Wij weten dat er profeten in de Kerk zijn die de Kerk meer begrip geven. God is ons barmhartig door ons begrip te geven over wat er gebeurt en hoe het gebeurt. Vers 2 Maar hebben wij verworpen alle schandelijke praktijken, die het licht niet kunnen zien, daar wij niet met sluwheid omgaan of het woord Gods vervalsen, maar de waarheid aan het licht brengen en zo bij elk menselijk geweten onze eigen aanbeveling zijn voor het oog van God. Met andere woorden, hoe wij onszelf gedragen, hoe wij ons leven leven, hoe wij omgaan met elkaar. Indien dan nog ons evangelie bedekt is, let op wat er bedekt is. We hebben het er net over gehad, het is ook bedekt voor Donald Trump, is het bedekt bij hen, die verloren gaan. Vers 4. God heeft het neer laten schrijven, zodat wij kunnen begrijpen wie Satan en de demonen zijn en wat zij deden, toen zij rebelleerden tegen Hem. God laat ons weten wie Satan is en de macht die hij had. Wij weten dat er spoedig een eind aan zijn macht komt. God is ons barmhartig, Hij geeft ons begrip over deze wezens, over de demonenwereld. God heeft het neer laten schrijven. Vers 4 Ongelovigen, wier geest de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, zodat zij het schijnsel niet ontwaren van het evangelie der heerlijkheid van Christus, die het beeld Gods is. Want wij prediken niet onszelf, maar Christus Jezus als Here, en onszelf als uw dienaren om Jezus’ wil. Vers 6 Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, om ons begrip te geven, heeft het doen schijnen in onze harten, beter gezegd, in onze geest, Hij heeft onze geest geopend, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus. Er staat hier dat wij veel, veel begrip hebben gekregen. Vers 7. Wij weten dat wij beproefd zullen worden om wie wij zijn en om wat God ons gegeven heeft. In vers 7 lezen we dat wij terneergeslagen kunnen worden, maar niet overwonnen zullen worden omdat God oppermachtig is. Wij weten dat onze tijd komt. Wij hadden het vlak voor de dienst over het Millennium. Wij kunnen terneergeslagen worden, wij kunnen moeilijke beproevingen meemaken. Het maakt niet uit hoe erg de beproevingen zijn, je hebt gemoedsrust omdat God jouw begrip en kennis gegeven heeft. Vers 7 vertelt ons dat wij een... God noemt het een schat.. Wij hebben een schat in aarden vaten. Dit gaat over begrip. God noemt het een schat, en dat is de meest waardevolle schat die je ooit kan hebben. Dat wat de Grote God van dit universum jou geeft, begrip en kennis, is de meest waardevolle schat. Maar wij hebben deze schat in aarden vaten. Met andere woorden, in deze broze schedel, waar onze geest in zit, die zo groot kan worden. Maar wij hebben een schat. ...zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons; in alles zijn wij in de druk, doch in het nauw, om raad verlegen, doch niet radeloos; vervolgd, doch niet verlaten; ter aarde geworpen, doch niet verloren; te allen tijde het sterven van Jezus in het lichaam omdragende, opdat ook het leven van Jezus zich in ons lichaam openbare. Want voortdurend worden wij, die leven, aan de
Gods Oogst deel 2
7
dood overgeleverd, om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus zich in ons sterfelijk vlees openbare. Zo werkt dan de dood in ons, doch het leven in u. Maar nu wij dezelfde geest des geloofs hebben, gelijk geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb Ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook. Immers, wij weten dat Hij, die de Here Jezus opgewekt heeft, ook ons met Jezus zal opwekken en met u voor Zich stellen. Met andere woorden, om geoogst te worden uit Gods tuin, om in de Familie van God te komen. Vers 15 Want het geschiedt alles om uwentwil, wat je ook meemaakt, welke beproeving op je pad komt. Want het geschiedt alles om uwentwil, opdat de genade toeneme en door steeds meerderen overvloediger dank worde gebracht, dank aan God, voor wat ons gegeven is. Je zou dankbaarder moeten zijn. Elke beproeving die wij ondergaan... moet je dankbaar maken. JE zou dankbaar moeten zijn voor het begrip. Na een beproeving hebben wij altijd meer begrip. Steeds meerderen overvloediger dank worde gebracht, ter ere Gods. Wij begrijpen wat wij van God gekregen hebben en wij zijn dankbaar voor die kennis over Gods plan voor de mensheid. Daarom verliezen wij de moed niet, maar al vergaat ook onze uiterlijke mens, wij hadden het hier eerder over. Ik heb de 70 jaar gehaald en mijn dagen zijn geteld. Ik kan je verzekeren dat deze man aan het vergaan is. Het zal tot stof wederkeren. En als ik niet hier ben wanneer Jezus Christus terugkeert.. maar wij verliezen de moed niet, zelfs al sterven wij. Wij zijn fysiek, nochtans wordt de innerlijke mens, daar draait het om, om de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd. Jij weet hoe. Jij krijgt begrip, Sabbat na Sabbat, Feestdag na Feestdag. Want de lichte last der verdrukking zo noemt Paulus het, de lichte last der verdrukking, van een ogenblik Het maakt niet uit hoe moeilijk de beproeving is. Paulus zegt dat het een lichte last der verdrukking is. Wij weten dat hij schipbreuk heeft geleden. Wij weten dat hij door slangen gebeten is. Wij weten dat hij geslagen is. En hier zegt hij: lichte verdrukking, van een ogenblik. En dat is zo. We zijn hier, en we zijn zo weer weg. Als een rookpluimpje. Het leven is kort. Ik kijk om me heen en zie mensen zonder haar, sommigen hebben grijs haar, en ik kan je vertellen dat het leven kort is. De 70 jaar zijn snel voorbij, niet?! Ik zie hoofden ‘ja’ schudden. Ja, het is een korte tijd. We zijn net een rookpluimpje en dan zijn we verdwenen. Hier staat een lichte verdrukking. En hij heeft heel veel meegemaakt. ...bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid, daar wij niet zien op het zichtbare, hij vertelt ons waar het over gaat. Het gaat niet over wat je kan zien, de dingen die je kan zien, de fysieke dingen, maar op het onzichtbare; die dingen die we niet kunnen zien. Want het zichtbare, de dingen die je kan zien, is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig. Dit geeft ons iets om over na te denken. Dit is een ongelofelijke uitspraak. Het onzichtbare is eeuwig. Dat is eeuwig. Als we het hebben over Gods plan, over diegenen die daar zullen zijn... als we het hebben over geestelijke wezens, dan hebben we het over eeuwig leven. Dat zijn de dingen die we niet kunnen zien. Het is geestelijk. Maar wij weten dat het er is. Dat zijn de dingen waar u en ik mee bezig zijn, om Elohim te worden, om uit Gods tuin geoogst te worden, zodat wij het onzichtbare kunnen worden. Jij kan een geestelijk wezen worden! 2 Corinthen 5: 1. God geeft ons de zekerheid op een opstanding. Een tijd dat wij uit Zijn tuin geoogst zullen worden, door een opstanding in een geestelijk lichaam. God geeft ook de volgorde waarop je uit Zijn tuin geoogst kan worden. Wij weten dat er een 1ste oogst is en wij weten ook dat er een andere oogst is, aan het eind van dit tijdperk. 2 Corinthen 5: 1 Want wij weten, dat, indien de aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, met andere woorden, een geestelijk lichaam dat op ons wacht, als (en daar hebben we dat woord ALS weer)... als wij volhouden tot het einde, een eeuwig huis. Eeuwig leven, een geestelijk lichaam dat voor eeuwig leeft, dat eeuwig leven heeft. Vers 2 Want hierom zuchten wij: wij haken ernaar met onze woonstede uit de hemel overkleed te worden, met andere woorden, ons geestelijk lichaam krijgen wij van God. Jezus Christus zit aan de rechterhand van God en bereidt zich voor om terug te komen naar deze aarde. En sommigen, de 144.000, zullen een geestelijk lichaam krijgen, zij behoren tot de 1ste oogst uit Gods tuin. Hij wacht op hen. De meesten van hen liggen in het graf maar God zegt ons dat er nog een klein aantal van hen in leven is bij Zijn wederkomst en zij zullen Hem in de lucht tegemoet gaan, in dat geestelijke lichaam. ...als wij maar bekleed en niet naakt, zullen bevonden worden. Want wij, die nog in een tent Gods Oogst deel 2
8
wonen, zuchten bezwaard, omdat wij niet ontkleed, doch overkleed willen worden. Wij willen de rest overslaan. Wij willen de tijd vooruitspoelen, naar het moment dat wij een geestelijk lichaam ontvangen. Omdat wij niet ontkleed, doch overkleed willen worden, opdat het sterfelijke door het leven worde verslonden. Wij willen met dat geestelijke lichaam gekleed worden, dat God gepland heeft voor diegenen die uit Zijn tuin geoogst zullen worden. Laten we kijken wat er in Vers 5 gezegd wordt: God is het, die ons juist daartoe bereid heeft hij bereidt de geest voor, en die ons de geest tot onderpand gegeven heeft, om een geestelijk wezen te worden, om een geestelijk lichaam te krijgen, om eeuwig leven te krijgen als wij uit Gods tuin geoogst worden. Daarom zijn wij te allen tijde vol goede moed (vers 6), wij zijn altijd zeker omdat wij weten wat God aan het doen is. Daar putten wij vertrouwen uit. Wij begrijpen Gods plan. ...ook al weten wij, dat wij, zolang wij in het lichaam ons verblijf hebben, ver van de Here in den vreemde zijn, want wij wandelen in geloof, niet in aanschouwen, maar wij zijn vol goede moed en wij begeren, de protestantse kerken hebben deze verzen totaal verdraaid. En zij verdraaien de woorden zo, zodat men kan zeggen dat je naar de hemel gaat. ...te meer ons verblijf in het lichaam te verlaten en bij de Here onze intrek te nemen. Dat is een van hun slogans. En dat is niet wat er hier gezegd wordt! ... te meer ons verblijf in het lichaam te verlaten en bij de Here onze intrek te nemen. Met andere woorden, om een geestelijk lichaam te hebben, en bij de Here te zijn. Ik kan niet wachten! En ik weet dat de meesten van jullie ook niet kunnen wachten om dit geestelijke lichaam te hebben. Vers 9 Daarom stellen wij er een eer in, hetzij thuis, hetzij in den vreemde Hem welgevallig te zijn. Met andere woorden, een leven leven dat God welgevallig is. Leven zoals God zegt dat je moet leven. Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, nadat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. Wij dan, wetende de schrik des Here, bewegen de mensen tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch ik hoop ook in uw gewetens in uw geest, geopenbaard te zijn. Vers 16 Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees. En laten we eens lezen wat er gezegd wordt: Zo kennen wij dan van nu aan niemand naar het vlees. Indien wij al Christus naar het vlees gekend hebben, thans niet meer. Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het gaat over de geest, over anders denken, het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen. Eens wij de heilige geest ontvangen hebben, denken wij anders. Wij veranderen constant. Wij begrijpen nu wat God doet en wij weten wat Gods plan inhoudt en wij veranderen. Dat is wat wij doen. Wij leven een ander leven. Wij begrijpen dat God Zijn Familie, Elohim, aan het maken is en wij begrijpen dat Hij de 1ste oogst uit Zijn tuin naar deze aarde zal brengen. Zij zullen Gods Geboden aan de mensheid onderwijzen en zij zullen de mensheid onderwijzen hoe zij correct het leven kunnen leven. Vers 20 vertelt ons wie wij zijn: wij zijn gezanten vertegenwoordigers van Christus, alsof God door onze mond u vermaande: in naam van Christus vragen wij u: laat u met God verzoenen. Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in/door Hem. Zodat wij in Gods Familie kunnen komen, zodat wij Elohim kunnen worden. Zodat wij uit Gods tuin geoogst kunnen worden en een geestelijk wezen worden, dat eeuwig leven in de God Familie heeft. In 2 Corinthen 4: 4 lezen we.. we hebben het daarnet gelezen, maar laten we het nog eens lezen: ...wier geest de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen. God vertelt ons over dat wezen. Hij laat het ons weten. Hij laat ons weten welke invloed hij op onze geest kan hebben. God vertelt ons in vers 6 het is God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, om ons begrip te geven. In 2 Corinthen 10: 3, een eindje verderop in je Bijbel, lezen over deze geest en wat onze strijd is. We lezen er in welke strijd wij ons bevinden; een geestelijke strijd. En wij strijden tegen ‘de boze geesten in de hemelse gewesten’ tot zij geketend en in hun gevangenis gegooid worden. Zij zijn er nog altijd. De apostel Paulus vertelt ons over deze geestelijke oorlog en hij laat ons weten welke wapens wij moeten gebruiken in deze oorlog. Vers 3 Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees, wij wandelen anders, wij denken anders. Gods Oogst deel 2
9
Vers 4 Want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot slechten van bolweren, zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, wij kunnen onderscheid maken. God geeft ons Zijn heilige geest waardoor wij onderscheid kunnen maken, waardoor wij kunnen onderzoeken wat waar en wat niet waar is. En let op de rest van dit vers: en alle gedachten gevangen leiden, dat moeten wij doen. Het gaat om de geest en om de geestelijke oorlog waarin wij ons bevinden. Wij moeten elke gedachte in gevangen zetten en wij moeten ons focussen op God en Zijn Zoon en op hoe God ons zegt dat wij onze geest voor moeten bereiden en onze geest naar de dingen van God moeten leiden. Hij vertelt ons dat wij anders moeten denken, dat wij moeten denken zoals God zegt dat wij moeten denken zodat wij geoogst kunnen worden uit Zijn tuin. Ons wordt vertelt dat wij elke gedachten gevangen moeten zetten, zelfs al is de invloed zeer sterk. En dat is ook zo, maar wij moeten gehoorzamen en er naar streven om deze gedachten gevangen te zetten. Wij moeten anders denken en veranderen. Iedereen moet veranderen. Laten we naar Romeinen 8: 1 gaan. Wij begrijpen dat Jezus Christus een enorme prijs betaald heeft voor u en mij en uiteindelijk voor de hele wereld, voor diegenen die uit Gods tuin geoogst zullen worden. Wij begrijpen dat Jezus Christus het Pascha is geworden, zodat onze zonden vergeven konden worden, zodat wij in de God Familie kunnen komen, zodat wij Elohim kunnen worden en eeuwig kunnen leven, een geestelijk leven kunnen hebben, waar God ons over vertelt. Romeinen 8: 1 Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods. Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees, God heeft, door Zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, daarom is het gedaan zoals het gedaan is, de zonde veroordeeld in het vlees, opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de geest, die anders denken. Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, die naar de geest zijn, hebben de gezindheid van de geest. Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de geest is leven en vrede. Daarom (vers 7) hier vertelt God ons over de menselijke geest, dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods, trouwens, het kan dat ook niet: zij, die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. Gij daarentegen zijt niet in het vlees, dat is wat God zegt, maar in de geest, althans, indien de geest Gods in u woont. In jouw geest, door die heilige geest. Indien iemand echter de geest van Christus niet heeft, en hier staat het: die behoort Hem niet toe. Als je zondigt ben je afgesneden, tot je je bekeert van die zonde. Vers 13, Romeinen 8: 12, Derhalve broeders, zijn wij schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven. Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. Want allen, die door de geest Gods geleid worden, en let op, God vertelt ons wie zij zijn: zij zijn zonen Gods. Het gaat over ons. Wij zijn zonen van God. God vertelt ons hoe wij onze geest moeten voorbereiden. God vertelt ons hoe hij onze geest naar de dingen van God leidt. Het gaat over de geest, hoe Hij dat doet. Hij doet het door de heilige geest. Ons wordt gezegd dat we uit deze wereld moeten komen. Wij mogen niet deelnemen aan de dingen van deze wereld. Wij moeten leven zoals God zegt dat wij moeten leven. Laten we teruggaan naar Romeinen 7: 15. De apostel Paulus heeft deze woorden gesproken na 25 jaar in de ministry geweest te zijn. Hij begreep de strijd. Hij begreep dat je een levenlang dingen moet meemaken om je geest voor te bereiden, en dat de geest geleid moet worden naar de dingen van God. Hij heeft zijn hele leven deze dingen gedaan en hij heeft ons wijze woorden nagelaten. In Romeinen 7: 15 lezen we wat hij gezegd heeft na zoveel jaar dienaar geweest te zijn. Want wat ik uitwerk, weet ik niet; want ik doe niet wat ik wens, maar waar ik een afkeer van heb, dat doe ik. Indien ik nu wat ik niet wens, toch doe, stem ik toe, dat de wet goed is. Doch dan bewerk ik het niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Want ik weet, dat in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, geen goed woont. Immers, het wensen is wel bij mij aanwezig, maar het goede uitwerken, kan ik niet. Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dat doe ik. Indien ik nu datgene doe, wat ik niet wens, dan bewerk ik het niet meer, maar de zonde, die in mij woont. Gods Oogst deel 2
10
Vers 21 Zo vind ik dan deze wet, als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig; Paulus begreep, na vele jaren, hoe belangrijk het was om de geest voor te bereiden en de geest naar de dingen van God te leiden, dat God zijn geest moest kneden en vormen. Hij vertelt over de strijd in het vlees. Vers 22 Want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods. 23 Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is. Vers 24 Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Dat is de vraag die hij stelde. Na 25 jaar zei hij: Ik, ellendig mens! Na 25 jaar te leven zoals God zei dat hij moest leven. Vers 25 Ik dank God, door Jezus Christus, onze Here! Jezus Christus heeft het offer betaald voor hem. Hij was daar dankbaar voor. Het is hetzelfde offer als voor u en mij betaald is. En let op: Derhalve ben ik zelf met mijn geest dienstbaar aan de wet Gods, met andere woorden, hij wist dat hij zijn geest moest voorbereiden. Hij wist dat hij de geest moest leiden naar de zaken van God. En hij zei: Ik dank God, door Jezus Christus, onze Here! Met mijn geest ben ik dienstbaar aan de wet Gods. We zien hier dat Paulus begreep hoe belangrijk de geest en Gods invloed op de geest (door de heilige geest) was. Laten we teruggaan naar Romeinen 12: 1. God vertelt ons hier: Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer; dit is uw redelijke eredienst. Dit is wat God van ons verwacht. Hij verwacht dat wij, eens we geroepen zijn en Hij onze geest geopend heeft, op een bepaalde manier leven. Wij moeten veranderen. Wij moeten God en Zijn Zoon welgevallig zijn. Dat is wat ons verwacht wordt. God zegt ons: en wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, laat je niet beïnvloeden door deze wereld, door Satans wereld. God zegt: maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, laat je niet beïnvloeden door de wereld, heb niets te maken met de begeertes die wij in deze wereld, Satans wereld, zien. Wij moeten veranderen en deze verandering vindt plaats in de geest. We hebben het Paulus horen zeggen, met mijn geest ben ik dienstbaar aan de wet Gods. Het gebeurt dus in de geest. Opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. Wij weten wat Gods wil is Hij schept een Familie, Elohim, en Hij wil dat wij uit Zijn tuin geoogst worden. Wij moeten een levend offer zijn, wij moeten een Gode en Zijn Zoon welgevallig leven leiden. Als wij dit doen, vernieuwd dit onze geest. Zoals vandaag, op deze Sabbat. Alhoewel het heet is hier in Florida, wordt onze geest vernieuwd. Onze geest wordt voorbereid op wat komen gaat. Onze geest wordt voorbereid op het Koninkrijk van God dat naar deze aarde komt. Wij moeten God onze geest voor laten bereiden. God vertelt ons in vers 9 hoe wij moeten handelen. Hier staan een aantal gedragsregels. Als wij op deze manier leven bereidt dat onze geest voor. Het leidt onze geest naar de dingen van God en automatisch zullen wij dan op een bepaalde manier leven. God vertelt ons in Romeinen 12:9 De liefde zij ongeveinsd, weest afkering van het kwade, ik denk dat wij dat allemaal zijn. Wij hebben een afkeer van wat wij zien. We hadden het daar eerder over, er is geen moraal meer in deze wereld, Satans wereld. Ik probeer er eentje te bedenken, maar dat is moeilijk. Het huwelijk is niet langer heilig in deze wereld. Perverse geesten nemen alles over. Wij verafschuwen dat, wij verafschuwen wat wij zien. Het is moeilijk om een tv programma of een film af te zien, er is zoveel perversie en smerigheid op het scherm. God zegt ons: gehecht aan het goede. Met andere woorden, wij moeten ons focussen op het goede. Wij weten dat al het goede van God komt. Dat is de enige plaats waar je het goede kan vinden. God zegt ons dat alle goede dingen van Hem komen. Hij zegt ons: weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld, in ijver onverdroten vurig van geest, dient de Here. Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed. Wij moeten begrijpen dat gebed belangrijk is ons leven. Je kan je geest niet voorbereiden zonder gebed. Dat is onmogelijk! Je moet bidden! En je moet je geest, door gebed, naar de dingen van God leiden. Door gebed kunnen wij dicht bij God blijven. Alle gevoelens die wij hebben Gods Oogst deel 2
11
zullen in de toekomst getest worden. Er staat veel profetie in dit boek dat in korte tijd gebeuren moet. En wij zijn er zeker van dat de lucht zal oplichten van de nucleaire wapens, voor Jezus Christus terugkeert naar deze aarde. Alle gevoelens die wij hebben zullen getest worden voor we Jezus Christus zien terugkeren naar deze aarde. Wij moeten geduldig op God wachten, tot Hij ons, Zijn volk, bevrijdt. Wij moeten wachten. Net zoals men op de Pinksterdag moest wachten op de heilige geest, om hun geest van deze wereld, Satans wereld, te bevrijden. Ze moesten wachten op de verwekking van Gods geest, zodat zij correct konden denken. Wij weten dat zij terug konden denken en de woorden van Jezus Christus, die Hij gesproken had toen hij fysiek op deze aarde was, konden begrijpen. De heilige geest gaf hen, net zoals ons, begrip. Wij moeten gehoor geven aan de woorden van dit boek en ons voorbereiden. En dat betekent ook dat wij moeten bidden tot de Grote God van dit universum. Vers 13 Bijdragend in de noden der heiligen, legt u toe op de gastvrijheid. Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet. En het is moeilijk om de IRS (de federale belastingdienst van de Verenigde Staten) niet te haten. Het is ook moeilijk om hen te zegenen. Maar God zegt dat je diegenen die je vervolgen moet zegenen en niet moet vervloeken. Weest blijde met de blijden, weent met de wenenden. Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, God vertelt ons hoe wij de geest moeten leiden en hoe wij de geest met zijn invloed moeten voorbereiden. Het gaat niet om onze manier van denken maar om hoe God denkt. Vergeldt niemand kwaad met kwaad; hebt het goede voor met alle mensen. Wij moeten altijd onthouden dat alle goede dingen van de Grote God van dit universum komen. Daar komen ze vandaan. Vers 18 Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede me alle mensen. Met alle mensen, niet alleen met diegenen die hier in de zaal zitten. Wreekt uzelf niet, geliefden, maar laat plaats voor de toorn, want er staat geschreven: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden, spreekt de Here. Maar, indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten, indien hij dorst heeft, geef hem te drinken, want zo zult gij vurige komen op zijn hoofd hopen. De dag des oordeels komt en God zegt dat Hem de wraak toekomt, niet ons. Wij zitten op de 1ste rij, wij zullen alles zien gebeuren, wij zullen de poel des vuurs zien. Je zal de vurige kolen zien, waar God over spreekt. God vertelt ons: Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede. Hoofdstuk 13. God heeft ingesteld hoe mensen in Zijn Kerk de geest kunnen voorbereiden, hoe de geest tot de dingen van God geleid kunnen worden, hoe men kan veranderen. Zo werkt God, Sabbat naar Sabbat, Feestdag naar Feestdag. Hij onderwijst ons op deze Sabbatdag over hoe wij onszelf moeten gedragen en hoe we ons leven moeten leiden. Romeinen 13: 1 Iedere mens moet zich onderwerpen aan de overheden, die boven hem staan. Want er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld. Zo wordt het gedaan. Wie zich dus tegen de overheid verzet, wederstaat de instelling Gods, en wie dit doen, als iemand zich verzet, zullen een oordeel over zich brengen. Dat is wat er zal gebeuren. Zo werkt God. Het is voor het goed van de hele Kerk. God doet het op de correcte manier. Want, als iemand goed handelt, behoeft hij niet bevreesd te zijn voor de overheidspersonen, maar wel, als hij verkeerd handelt. Wilt gij zonder vrees voor de overheid zijn? Dat is de vraag die gesteld wordt. Doe het goede, dat is wat wij allemaal moeten doen. Wij moeten leven zoals God zegt dat we moeten leven. en gij zult lof van haar ontvangen. Zij staat immers in dienst van God, en let op: u ten goede. Zodat je uit Gods tuin geoogst kan worden en eeuwig leven hebben in een geestelijk lichaam. Het is voor het goede. Het helpt de geest voor te bereiden, om de geest te leiden in de richting van de dingen van God. Daarom is de ministry er. Hij is Gods dienaar, ten goede. (Vers 11) Gij verstaat immers de tijd wel, dat het thans voor u de ure is om uit de slaap te ontwaken. Het is nu geen tijd om te slapen in de Kerk van God. Het is tijd om wakker te blijven! Zoals we eerder gelezen hebben, het is een tijd om heel alert te zijn. Het is een tijd om je voor te bereiden. Het is de tijd om God jouw geest te laten voorbereiden. God zegt: Want het heil is ons nu meer nabij, dan toen wij tot het geloof kwamen. Wij zien dat dit waar is, als we kijken naar deze wereld. We hebben dit boek niet nodig om ons te vertellen dat de mens alle leven op aarde zal vernietigen. Als Jezus Christus niet terug zou komen naar deze aarde zou dit gebeuren. God vertelt ons: De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. En dat is zo waar in deze tijd. De aftelling naar de wederkomst van Jezus Christus is begonnen en het duurt niet lang meer. Het duurt niet lang meer voor dit de Gods Oogst deel 2
12
realiteit zal zijn. En dat zien we vandaag de dag. We zien het aan de horizon, we zien hoe dichtbij dit is. We zien Rusland, China, al de bondgenootschappen die gesloten zijn. Het zal tot een climax komen, wij kunnen het niet beseffen. God vertelt ons: Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts! Met andere woorden, God zegt dat wij onze geest moeten voorbereiden en de wapenuitrusting van God aan moeten doen. In vers 13 vertelt Hij ons: Laten wij, als bij lichte dag, eerbaar wandelen, met andere woorden, laten wij wandelen zoals God zegt dat wij moeten wandelen. Neem de stappen die God vindt dat je moet nemen. En dat betekent dat je uit deze wereld moet komen en niet moet deelnemen aan de dingen van deze wereld, want die zijn het tegenovergestelde van dat waar de Grote God van dit universum voor staat. Laten wij, als bij lichte dag, eerbaar wandelen, niet in brasserijen en drinkgelagen, niet in wellust en losbandigheid, en dat is het enige wat je op tv ziet, wellust en losbandigheid. Alle films die je wil kijken, misschien kan je een film vinden waar je dit niet in ziet, maar ik heb er nog geen gevonden. Misschien een film die in de jaren 30 gemaakt is ofzo. God vertelt ons: maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt. De lust van het vlees, de begeerte van de ogen en de trots van het leven. Daar moeten wij niet mee bezig zijn. Niet met die dingen. Niet met het vleselijke. Wij moeten God onze geest laten voorbereiden en wij moeten ons voorbereiden op wat er spoedig naar deze aarde komt. Laten we naar Efezen 5: 15 gaan en kijken naar verdere instructies die God ons geeft over hoe wij ons moeten gedragen. Efezen 5: 15 Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, en hoe worden wij wijs? Wij worden wijs door onze geest te leiden naar de dingen van God. De enige plaats waar je ware wijsheid kan vinden ...u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad. Wij moeten de tijd ten nuttig doorbrengen. Wij leven aan het eind van een tijdperk, waarin de demonen losgelaten zullen worden om ontzagwekkende dingen op aarde te doen. Wij zullen verschrikkelijke dingen zien aan het eind van dit tijdperk. Satan zal schreeuwend en schoppend het toneel verlaten. Sommigen van ons zullen het kwade zien wat zal gebeuren. Wij moeten de tijd die voor ons ligt ten nutte maken, wij moeten God onze geest voor laten bereiden voor wat wij zullen zien. Zoals ik al eerder gezegd heb, er staan profetieën in dit boek, die vervuld zullen worden vlak voor Jezus Christus naar deze aarde terugkomt. En de tijd is kort. Er is niet veel tijd meer om deze profetieën te vervullen. Het kan heel snel gebeuren. En ik hoop dat het snel gebeurt. Vers 17 Weest daarom niet onverstandig, maar tracht te verstaan, wat de wil des Heren is. Wij begrijpen dat, Zijn wil is om Zijn Familie, Elohim te scheppen, om ons een geestelijk lichaam te geven en eeuwig leven. Het is Zijn wil om ons uit Zijn tuin te oogsten. Vers 18, in het laatste deel van dit vers: maar wordt vervuld met de geest. Vers 19 En spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen, zoals we al eerder gelezen hebben. Wij moeten onszelf op een bepaalde manier gedragen, wij moeten op een bepaalde manier met elkaar praten. Wij moeten God dankbaar zijn voor het feit dat Hij onze geest voorbereid heeft, want daar draait het om. De strijd is in de geest. Daar draait het om. En wij moeten God altijd dankbaar zijn voor het feit dat Hij onze geest geopend heeft om Zijn waarheid, Zijn plan, Zijn plan voor de hele mensheid die in de God Familie zullen zijn, te zien. Hoofdstuk 6: 11, Efezen 6: 11 God vertelt ons doet de wapenuitrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels; wij doen de wapenuitrusting Gods aan zodat wij stand kunnen houden tegen de verleidingen van Satan. Daarom doen wij die wapenuitrusting aan. En als je de wapenuitrusting uitdoet, dan weet je wat er zal gebeuren. God vertelt ons: want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Er is een geestelijke oorlog aan de gang. Wij moeten de wapenuitrusting van God aandoen om de geest voor te bereiden. Wij mogen die wapenuitrusting niet uit doen. Er zijn veel verzen die we al vaak hebben gelezen, maar deze verzen zullen ons veel meer betekenen in de nabije toekomst. Wij zullen ongelofelijke dingen zien gebeuren op deze aarde. Wij zullen beseffen tegen wie wij vechten, als Satans wereld ten einde komt. Wij zullen zien dat de geestelijke machten in de hemelse gewesten Gods Oogst deel 2
13
verzameld worden en geketend worden in 1.000 jaar lang gevangen gezet zullen worden. Hopelijk zullen alle mensen die hier in de zaal zitten sommige van deze dingen zien gebeuren, sommige van deze dingen meemaken. Wij willen niet ten strijde trekken met een halve wapenuitrusting. Je wil de hele wapenuitrusting aan hebben. En dat is het voorbeeld dat God ons geeft, doe de hele wapenuitrusting aan, niet slechts een deel. Neemt daarom de wapenuitrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden. Met de hele wapenuitrusting aan. Wij ometen constant vechten. Ik denk dat we dat allemaal begrijpen. Zolang wij in het vlees zijn, is het een constante strijd. God vertelt ons hoe: vers 14 Stelt u dan op, uw lendenen omgord en let op met wat: met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid, het gaat om hoe wij leven, wij moeten leven zoals God zegt dat we moeten leven, de voeten geschoeid met de bereidvaardigheid van het evangelie des vredes; neemt bij dit alles het schild des geloofs ter hand, en wij zullen geloof hebben als wij deze dingen op aarde zien gebeuren. Vers 17 En neemt de helm des heils aan en het zwaard des geest, het zwaard dat wij zullen gebruiken. Het zwaard van de geest, het zwaard van Gods waarheid dat in jouw geest is. Daar woont de geest van God. ...dat is het woord van God. En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen; ook voor mij, dat mij bij het openen van mijn mond het woord geschonken worde, om vrijmoedig, hier hebben we het al eerder over gehad, het geheimenis van het evangelie bekend te maken, dat is wat wij vandaag lezen, het geheimenis van het evangelie, dat aan Paulus gegeven werd, waardoor ik een gezant ben in ketenen. Met andere woorden, hij was in het vlees en wilde bevrijdt worden uit het vlees, wilde in een geestelijk lichaam zijn, hij wilde bevrijdt worden uit dit vlees, Dan zal ik daartoe vrijmoedig kunnen optreden, zoals ik behoor te spreken. Zolang hij in het vlees was, wilde hij dit kunnen doen. Met de dingen die in de toekomst staan te gebeuren moeten wij de hele wapenuitrusting van God aandoen. Wij zijn, net zoals hij, gezanten of vertegenwoordigers van Christus. Dat is wie wij zijn. Wij moeten de hele wapenuitrusting van God aandoen om standvastig te kunnen voor dit tijdperk ten einde komt. Laten we naar Kolossenzen 3 gaan. Kolossenzen 3: 1 Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. De aardse dingen, de begeerte van het vlees, de lust van de ogen en de trots van het leven. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid. Dit gaat over diegenen die uit Gods tuin geoogst zullen worden wanneer Hij terug naar deze aarde komt. Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij. Ons wordt gezegd dat we op een andere manier moeten leven. Ons wordt gezegd anders te denken. God vertelt ons welk pad wij moeten bewandelen terwijl wij in dit vlees, op deze aarde zijn. Vers 6 Om welke dingen de toorn Gods komt. Daarin hebt ook gij eertijds gewandeld, toen gij erin leefde. Wij zijn allemaal uit deze wereld gekomen. Wij hebben allemaal in duisternis gewandeld. Maar thans moet ook gij dit alles wegdoen: toorn, heftigheid, kwaadaardigheid, laster en vuile taal uit uw mond. Wij hebben allemaal af te rekenen met dingen uit ons verleden. Wij hebben allemaal af te rekenen met onze menselijke natuur. God zegt ons dat wij moeten veranderen. Hij zegt dat als wij niet veranderen wij niet uit Zijn tuin geoogst kunnen worden, dat wij niet tot Elohim kunnen gaan behoren. God zegt ons dat wij de nieuwe mens moeten aandoen, dat wij onze geest moeten voorbereiden, dat we de geest naar de dingen van God moeten leiden, dat we moeten doen wat God zegt en dat wij ons leven moeten leven zoals Hij zegt. Wij weten hoe de menselijke natuur in elkaar zit, zoals we al eerder gehoord hebben. Wij weten dat de menselijke natuur een gigantische omvang aan kan nemen. Maar God heeft een naaldje, waarmee Hij deze menselijke natuur kan doen laten leeglopen. Hij kan dat blijven doen, als Hij moet. Maar jij moet je bekeren. Deze menselijke natuur, onze geest, kan binnen enkele seconden gigantisch groot worden. Ik denk niet dat je het zo snel met een luchtslang kan opblazen, zo snel kan de geest Gods Oogst deel 2
14
opzwellen. Als je het niet gelooft, kijk dan maar eens naar tv, daar zie je het. Je ziet dat de menselijke geest veel groter wordt dan bedoeld is. God zegt: Liegt niet meer tegen elkander; daar gij de oude mens met zijn praktijken afgelegd, en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis, onze geest wordt vernieuwd Sabbat na Sabbat, Feestdag na Feestdag, artikel na artikel... waar we allemaal zo naar uitkijken. Dit alles vernieuwd je geest. Ik zie hoofden schudden. Iedereen wacht geduldig, en dat woord ‘geduldig’ is vrij te interpreteren. Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld. God heeft een hele lijst voor ons, een hele, hele lange lijst. Hij kent ons. Hij heeft al heel lang met de mens te maken. Je kan het niet verstoppen voor God. Wij kunnen het voor elkaar verstoppen, maar je kan het niet voor God verstoppen. En God heeft een hele lijst met dingen die wij moeten veranderen, en ik lees er hier een heel aantal voor: verdraagt elkander en vergeeft elkander, en dat is moeilijk, vooral het laatste. Ik vind dat moeilijk, elkaar vergeven. ...indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo. Er staat niet dat je het niet kan. God zegt dat je het moet doen! Het is geen optie! Je moet dit doen als je uit Gods tuin geoogst wilt worden. Je moet deze dingen doen. En doet bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid. En de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen zijt, regere in uw harten; beter gezegd, in uw geest. Wij hebben het gehad over de gemoedsrust die in ons allen is. Het maakt niet uit hoe moeilijk de beproevingen zijn, je hebt gemoedsrust. Het maakt niet uit wat er voor je staat, je hebt gemoedsrust. God zegt ons dat we daar dankbaar voor moeten zijn. Dat wij dankbaar moeten zijn voor wat Hij jou gegeven heeft, vooral voor de gemoedsrust die je met hulp van Zijn geest krijgt. Jij begrijpt, jij kent de waarheden die in dit boek staan. Jij begrijpt wat er op deze aarde gaat gebeuren. God vertelt ons dat het is alsof we door een donker glas kijken. Maar we kunnen toch zien. Wij weten wat er staat te gebeuren. Wij zien het allemaal samengaan. Wij moeten God dankbaar zijn omdat Hij ons Zijn waarheid en Zijn grote plan voor de hele mensheid, heeft geopenbaard. En dat geeft ons gemoedsrust, omdat wij kennis en begrip hebben. Vers 16 de laatste verzen, het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten, in je geest. En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God de Vader, dankende daar hebben we het in deze preek over gehad, door Hem! En dit is het einde van de preek van vandaag.
Gods Oogst deel 2
15