Een scheppende God deel 3 Johnny Harrell 30 Augustus 2014
Ik zou willen zeggen ‘welkom’ iedereen. Dit is de eerste keer dat wij hier in Minnesota zijn, het lijkt op Georgia, het is heel vochtig. Ik dacht dat ik dat achter zou laten! Volgens Ron dacht ik dat hier in dit deel van het land koud zou zijn. Maar het is net zoals het in het zuiden. God heeft geopenbaard dat er in het begin niets was, behalve Hijzelf. En Hij heeft een eeuwig leven, Hij heeft eeuwig geleefd. Wij weten dat God de Zelfstandig Bestaande is. Wij hebben in mijn vorige preek, een Scheppende God deel 2 gezien hoe God in het boek Spreuken Zichzelf en Zijn karakter heeft geopenbaard. En wij hebben meer over God geleerd door deze Spreuken en wat God daar openbaart over wijsheid. Er staat in Spreuken dat God begon te scheppen, en wij wetten dat het eerste van Zijn scheppingen de schepping van de 3de hemel was. We gaan naar Openbaring 4. Daar beginnen we vandaag. God vertelt ons in Zijn boek over de geestelijke schepping. En we hebben in mijn laatste preek hebben we gezien hoe Johannes over een deel van deze schepping spreekt. Vandaag gaan we verder om te zien dat God een scheppende God is. En de titel van de preek van vandaag is Een scheppende God, en dit is deel 3. We gaan terug naar het boek Openbaring om te zien wat God ons door Johannes laat zien en om te zien hoe Johannes beschrijft wat hij zag. In Openbaring 4: 1 lezen we Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een trompet met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet. Terstond kwam ik in vervoering des geest en zie, er stond een troon in de hemel en er zat Een op de troon. En Die daarop zat... Die daarop zat, was van aanzien de steen Jaspis en Sardius gelijk; en een regenboog was rondom de troon, U en ik weten dat een regenboog prachtig is, en hier gebruikt God de kleuren om delen van Zijn troon te symboliseren. Hij laat ons zien wat een prachtige schepping Zijn troon is. Hij gebruikt kleuren om Johannes dingen te laten zien. Het is prachtig wat Johannes zag. ...en een regenboog was rondom de troon, van aanzien de smaragd gelijk. God gebruikt waardevolle stenen om iets te beschrijven wat Johannes zag, dit gaat over wat God al geschapen had. En rondom de troon waren vierentwintig tronen, en op die tronen waren vierentwintig oudsten gezeten, van de schepping van de engelen en zij zijn in witte klederen gekleed dit betekent dat zij rein en puur zijn, en met gouden kronen op hun hoofden. Deze kronen betekenen autoriteit. En van de troon gingen bliksemstralen, stemmen en donderslagen uit; en zeven vurige fakkels brandden voor de troon; dit zijn de zeven geesten Gods. En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk. Dit hebben we in de laatste preek besproken. We hebben over dit glas gelezen, de afmetingen van het glas en hoe het eruit zag. Wij weten hoe kristal er uit ziet. Het is prachtig hoe de mens kristal heeft toegepast. Meneer Armstrong hield van kristal. Hij gaf vele hoogwaardigheidsbekleders, die hij op zijn reizen ontmoette, kristal. En men heeft allerlei prachtige voorwerpen van kristal gemaakt, zoals kroonluchters. En er hing vroeger een prachtige kroonluchter in het Auditorium, in Pasadena. Er zijn vele andere prachtige dingen van kristal gemaakt. En midden in de troon en rondom de troon waren vier dieren, beter gezegd, levende wezens vol ogen van voren en van achteren. God laat hem de engelen zien, en dat is wat Johannes hier beschrijft. En in vers 7 En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een rund gelijk, en het derde dier had een gelaat als van een mens, en het vierde dier was een vliegende arend gelijk. En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels en waren rondom en van binnen vol ogen en zij hadden dag noch nacht rust, zeggende: Heilig, heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt. En wanneer de dieren heerlijkheid, eer en dankzegging zullen brengen aan Hem, die op de troon gezeten is en tot in alle eeuwigheden Een Scheppende God deel 3
1
leeft, zullen de vierentwintig oudsten zich nederwerpen voor Hem, die op de troon gezeten is en Hem aanbidden, die tot in eeuwigheden leeft, en let op, en zij zullen hun kronen voor de troon werpen, symbool voor God die alle autoriteit heeft. Zij onderwerpen hun autoriteit aan de Grote God van dit universum, zeggende: en let op, Gij onze Here en God, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de macht, want Gij hebt alle dingen geschapen, en die woorden moeten wij onderstrepen. Wij moeten begrijpen dat de Grote God van dit universum alles geschapen heeft. ...en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen. Wij zien dat de God van dit universum al de dingen die Johannes zag, geschapen heeft. En wij zien dat Hij een scheppende God is, Hij schept nog altijd. Johannes beschrijft ons de geestelijke schepping, die wij ons moeilijk voor kunnen stellen. Maar wij kunnen, gedeeltelijk, met onze fysieke brein begrijpen wat Johannes begrijpt. Wij kunnen zien wat hij zag. Hij zag Gods schepping, de geestelijke schepping, de plaats waar de engelen kunnen wonen. En wat Johannes hier mocht zien was wat wij ‘de 3de hemel’ noemen. Ik denk dat het aangewezen is om op dit moment Waarheid nr. 55, die aan de Kerk geopenbaard is, te vermelden. 55 (5) Engelen zijn geschapen en gemaakt uit geest (geestelijke materie) en hebben leven gekregen van God (geestelijk leven) Zij hebben echter geen onsterfelijk leven. Zij worden door God onderhouden, in leven gehouden, en alleen God zelf is onsterfelijk. Men moet ook begrijpen dat bij hun schepping de engelen een geestelijk leven kregen en dat hen nooit de heilige geest gegeven is, noch konden zij hier toegang tot hebben. God openbaart aan u en mij dat Hij wezens gemaakt heeft die uit geest bestaan. Zij hebben leven gekregen, maar zij hebben geen onsterfelijk leven. De Eeuwige God van dit universum onderhoudt hen, zoals we zojuist gelezen hebben. Alles dat Hij geschapen heeft, alles (datgene dat we wel en niet kunnen zien) wordt door Hem onderhouden. Als je Psalm 103 zou willen opslaan. David heeft hier neergeschreven wat God hem liet neerschrijven over de engelen. In Psalm 103: 19 lezen we... Hier lezen we wat God David heeft laten neerschrijven over de engelen. God heeft dit geïnspireerd, zodat wij, in deze eindtijd, meer begrip zouden kunnen hebben. De Here heeft Zijn troon in de hemel gevestigd en Johannes mocht dit gedeeltelijk zien, Hem werd laten zien wat God in die troon had gemaakt... En Zijn Koninkrijk heerst over alles, ... al Zijn engelen, gij krachtige helden, dit gaat over die engelen, zij zijn krachtig, omdat zij geestelijke wezens zijn. Zij zijn sterker dan u en ik, die uit het fysieke stof van deze aarde gemaakt zijn. En let op, die Zijn woord doet, gehoorzamende de stem Zijns woords. Looft den Here, al Zijn heerscharen! Gij Zijn dienaars, Zijn dienstknechten, diegenen die dienen. En dat is wat zij moeten doen. ...Zijn dienaars, die Zijn welbehagen doet! Daarom zijn zij geschapen. Looft de Here, al Zijn werken, aan alle plaatsen Zijner heerschappij. Looft de Here, o mijn ziel. Dit is neergeschreven over de schepping van de engelen. De engelen worden beschreven als ‘krachtig’, omdat zij uit geestelijke materie bestaan. En wij kunnen zien dat er van hen verwacht wordt dat zij Gods geboden uitvoeren. Daarom zijn zij geschapen. Zij zijn geschapen om te helpen, om de Grote God van dit universum te helpen. En van hen wordt verwacht dat zij God loven, net zoals u en ik, en om Zijn geboden uit te voeren, wat Hij hen ook gebied. Net zoals u en ik Gods instructies moeten gehoorzamen. Zij zijn geschapen om een leven te leven zoals God wil dat zij leven. God heeft aan Zijn Kerk geopenbaard dat alleen Hij onsterfelijk is, dat alleen Hij Zelf eeuwig leven heeft. Al het andere heeft een begin en wordt onderhouden door God, net zoals wij daarnet gelezen hebben. God liet Johannes dit neerschrijven. En alles heeft leven zolang God het onderhoudt. Wij kunnen niet bevatten dat er Een is die eeuwig bestaat. Met onze geest kunnen wij dit niet bevatten. Wij kunnen dit met deze fysieke geest niet bevatten. God en Zijn gedachten, alles dat God tot God maakt, Zijn bestaan is iets dat u en ik, op dit moment, niet kunnen bevatten. Wij hebben gezien wat God ons via Johannes laat zien. En God liet hem een zee van glas zien. Wij hebben gehoord hoe de menselijke geest slechts een klein beetje kan begrijpen hoe dit er uit ziet. Dat hebben we in de laatste preek gehoord. We hebben ook gehoord wat glasblazers met glas kunnen doen. Zij kunnen er prachtige dingen mee maken. Wat Johannes zag was prachtig. God liet hem zien wat Hij geschapen had, dat het er uit zag als een zee van glas. Zo heeft Johannes het uitgelegd. En wij weten
Een Scheppende God deel 3
2
dat dit uit geestelijke materie bestaat. Er was nog geen geestelijk leven, maar het werd uit geestelijke materie gemaakt door God. Wij weten dat God een plaats heeft gemaakt, waar geestelijke wezens kunnen wonen. Net zoals Hij een fysieke plaats voor u en mij (de aarde) heeft gemaakt waar wij kunnen wonen. Wij zijn gemaakt uit het stof der aarde. Er is dus een verschil tussen het geestelijke en het fysieke. Wat wij weten is wat Johannes ons laat zien. Hij beschrijft Gods troon zo goed mogelijk in menselijke termen. Wij hebben gezien dat Johannes de engelen beschrijft, die bij Gods troon zijn. Wij weten dat God deze wezens uit geestelijke materie geschapen heeft. Ook begrijpen wij (door wat God ons geeft) dat zij een vrije keuze hadden, net zoals u en ik. Zij konden kiezen welke weg zij in wilden slaan. En er staan veel verhalen over engelen in Gods boek. En vandaag zullen wij er een aantal lezen. Wij weten dat er engelen zijn die God getrouw bleven en wij weten ook dat er engelen waren die rebelleerden. Maar er waren ook engelen die getrouw bleven aan waar zij voor geschapen waren. Laten we naar Kolossenzen 1: 12 gaan. We hebben in de laatste preek in het boek Spreuken gelezen, waar we zagen dat Jahweh Elohim vanaf het begin bestaan heeft. Toen begon Hij te scheppen, andere dingen werden gemaakt. En wij weten dat Zijn schepping een bepaalde volgorde had. Wij begrijpen dat Hij een scheppende God is en dat Hij alles op een bepaalde volgorde deed en Hij laat u en mij dat in Zijn boek, deze Bijbel, zien. Kolossenzen 1: 12 Dankende de Vader, die u toebereid heeft met andere woorden, Hij heeft het mogelijk gemaakt voor u en mij, voor het erfdeel der heiligen in het licht. Hij heeft ons verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving der zonden. Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping. Want in/door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; alle dingen zijn door God geschapen. Dit gaat over Zijn Familie. Het gaat over die Familie die Elohim zal worden. Daar gaat het over. En wij weten dat dit bereikt wordt door Jezus Christus. Er wordt gesproken over de zichtbare en de onzichtbare dingen, dingen die gezien niet gezien kunnen worden. Wij zien Gods plan in Gods Feestdagen. Laten we naar Hebreeën 1: 1 gaan. Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had door de profeten, heeft Hij nu in het laatste der dagen tot ons gesproken door Zijn Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door Wie Christus Hij God de wereld geschapen heeft. Dit maakt deel uit van Zijn ontwerp, dit is voor de schepping van Zijn Familie, Elohim. Wie Christus de afstraling Zijner Gods heerlijkheid en de afdruk van Zijn wezen, die alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, we hebben net gelezen dat alle dingen onderhouden worden door de Grote God van dit universum. ...heeft Hij Christus, na de reiniging der zonden tot stand gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in de hoge. En wij weten waar Hij vandaag de dag is. Hij zit aan de rechterhand van God. Zoveel machtiger geworden dan de engelen, als Hij uitnemender naam boven hen als erfdeel ontvangen heeft. En dit maakt de demonenwereld, die in opstand gekomen is, razend. Vers 5 Immers, tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Mijn Zoon zijt gij; Ik heb U heden verwekt? En wederom: Ik zal Hem tot Vader zijn, en Hij zal Mij tot Zoon zijn. En wanneer Hij wederom de eerstgeborene in de wereld brengt, spreekt Hij: En Hemmoeten alle engelen Gods huldigen. Satan haat dit nog meer. Wij weten wat er gebeurd is. Wij weten hoe Satan achter Jezus Christus aanging, nadat Hij geboren was. Wij weten dat alle jonge kinderen gedood werden, in de hoop dat Jezus Christus ook dood zou zijn. Wij kennen de verhalen, wij weten wat Satan heeft gedaan door de tijd heen. En van de engelen zegt Hij: Die Zijn engelen maakt geesten, en Zijn dienaars een vlam des vuurs. Wij zien dat God de engelen uit geestelijke materie gemaakt heeft en dat zij leven, geestelijk leven en de vrije keuze gekregen hebben. Zij konden zelf kiezen.
Een Scheppende God deel 3
3
Hebreeën 1: 13 hier zien we dat de engelen... waar de engelen voor geschapen zijn. Er staat: En tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan Mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten? Zijn zij niet allen en let op, dienende geesten, dit gaat over de engelen en wat zij moeten doen; die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil zullen beërven? Dit gaat over diegenen die Elohim zullen worden. Wij zien hier hun taakomschrijving: helpen in het scheppen van Gods Familie, Elohim. Zij moesten helpen. God heeft engelen gemaakt die in het engelenrijk wonen, een plaats die God voor hen geschapen heeft, zodat zij daar kunnen wonen. Hij heeft engelen geschapen, zij hebben leven in zich. Deze engelen bestaan uit geest en zij hebben een geestelijk leven. Maar alle leven wordt onderhouden door God, zoals we al eerder gelezen hebben. Of dat nu geestelijk leven of fysiek leven is. Dat maakt geen verschil. God laat Johannes een aantal geestelijke wezens zien, die allemaal anders geschapen zijn. Johannes beschrijft ze als volgt: ze hebben vleugels en ogen en allerlei verschillende gezichten. Wij kunnen daar ook in Ezechiël over lezen, daar lezen we wat Ezechiël mocht zien. Johannes gebruikt waardevolle juwelen om in Gods boek te beschrijven wat hij zag. Kostbare juwelen zijn altijd prachtig. En de mens draagt juwelen omdat ze mooi zijn. En door het beschrijven van de kostbare stenen, juwelen, weten wij dat wat Johannes zag heel mooi was. Johannes heeft het over verschillende kleuren, hij gebruikt de regenboog als voorbeeld, en de regenboog heeft allerlei kleuren. En wij weten dat de regenboog prachtig is om te zien. God openbaart hier dat er 3 engelen zijn die geschapen zijn met een groot doel. Deze 3 engelen (wij noemen ze de aartsengelen) worden met naam genoemd. Wij hebben dit in mijn laatste preek gehoord. Twee van hen, Gabriël en Michaël, waren God getrouw. Maar één van hen rebelleerde tegen God en koos er voor om anders te leven dan God hem had laten zien. Zijn naam was Lucifer, maar na zijn rebellie veranderde God zijn naam in Satan, de duivel. Gabriël is gekend als degene die van God gezonden is. Hij is degene die God naar Daniel stuurde en die God ook naar Zacharias stuurde om hem te vertellen dat hij een zoon (Johannes de Doper) zou krijgen. En 6 maand later werd Gabriël naar Maria gestuurd om haar te vertellen dat zij een zoon zou krijgen die de Verlosser van de gehele mensheid zou worden en dat zij zwanger zou worden van de Grote God van dit universum. Michaël is degene die tegen het engelenrijk vocht, dat samen met Satan rebelleerde. Michaël is de engel die vecht voor diegene die God roept en geroepen heeft, waar God mee werkt om deel te gaan uitmaken van Zijn Familie, Elohim. Dit is hun taak. Deze engelen worden met name genoemd, maar God heeft nog veel meer engelen geschapen, zoals wij weten. Wij weten dat Satan rebelleerde en dat 1/3de van de engelen zich achter hem schaarde, hij haalde hen over om te rebelleren. We gaan naar Ezechiël 28. God vertelt ons over de schepping van Lucifer. God vertelt ons hoe Lucifer zeer trots was over zichzelf. Lucifer wilde meer dan wat God hem gegeven had. Hij wilde meer. Hij rebelleerde en hij werd de tegenstander van God. En in zijn rebellie overtuigde hij 1/3de van de engelen om hem te volgen. Lucifer werd Satan, de duivel, de vernietiger. Ezechiël 28: 1 God openbaart u en mij in Zijn boek heel veel over Satan, zodat wij een klein beetje kunnen begrijpen wat er gebeurd is. Het woord des Heren kwam tot mij: Mensenkind, hef een klaaglied aan over de koning van Tyrus en wij weten dat dit naar Satan verwijst, en zeg tot hem: zo zegt de Here HERE: Volmaakt zijt gij van gestalte, vol van wijsheid, volkomen schoon. En kijk wat er staat vol van wijsheid. Hij was een intelligent wezen en hij was ongetwijfeld een prachtig wezen om naar te kijken. God heeft dit namelijk beschreven in Zijn boek. Hij was prachtig, en hij was vol van wijsheid. Hij was een ‘schoonheid. In Eden waart gij, Gods hof; wij zien in dit volgende vers dat God waardevolle stenen gebruikt om deze engelen te beschrijven. Allerhande edelgesteente overdekte u: sardisstenen, topazen en diamanten, turkooizen, sardonixstenen en jaspisstenen, saffieren, robijnen, en smaragden, en goud; het werk uwer trommelen wij weten dat hij een musicus was, en wij zien het resultaat daarvan op de tv en horen het op de radio. ...en uwer pijpen was bij u; ten dage als gij geschapen werd waren zij bereid. Wij zien hier dat God dit wezen geschapen heeft, en God zegt dat hij een prachtig Een Scheppende God deel 3
4
wezen was. Hij zegt: Gij waart een gezalfde, overdekkende cherub cherub en cherubijnen zijn namen die gebruikt worden om het engelenrijk te beschrijven, Ik had u een plaats gegeven; gij waart op Gods heilige berg, dit gaat over de regering van God. Daar was hij. En dan staat er: wandelend te midden van vurige stenen. God gebruikt vaak ‘vuur’ om dingen in Zijn boek te beschrijven. Ik denk dat we de diepere betekenis daarvan zullen zien, naarmate deze preek voortgaat. Hij zegt Gij waart volkomen in uw wandel vanaf de dag dat gij geschapen werd, tot er ongerechtigheid in u gevonden werd. Wij weten niet precies hoelang het geduurd heeft voordat dit plaatsvond, voordat er ongerechtigheid in hem werd gevonden. God laat ons alleen maar weten dat het gebeurd is. En Hij zegt Door de veelheid uws koophandels hebben zij het midden van u met geweld vervuld, wij weten wat Satan Gods mensen aangedaan heeft. Velen zijn gemarteld om de manier van leven die u en ik leven. En velen zijn in de gevangenis gegooid. Satan heeft dit geweld gebruikt op Gods mensen, op Gods schepping. En er staat en gij hebt gezondigd; wij zien dat Satan gezondigd heeft. Hij heeft zich tegen de Grote God van dit universum gekeerd, daarom zal Ik u ontheiligen van Gods berg, dit gaat over de regering, de leiding van God. Hij maakte niet langer deel uit van Gods regering, en zal u, gij overdekkende cherub! verdoen uit het midden der vurige stenen! Wij begrijpen niet precies wat deze ‘vurige stenen’ betekenen, maar het is ongetwijfeld belangrijk. Want God verwijderd hem van deze ‘vurige stenen.’ Uw hart uw geest verheft zich met andere woorden, hij was vol trots, over uw schoonheid; gij hebt uw wijsheid bedorven, vanwege uw glans; Ik heb u op de aarde geworpen, Ik heb u voor het aangezicht der koningen gesteld, om op u te zien. Uw hart beter gezegd ‘uw geest,’ verhief zich met andere woorden, was vol trots, om uw schoonheid, gij hebt uw wijsheid bedorven, vanwege uw glans. Ter aarde wierp Ik u neer, en maakte u tot een schouwspel voor koningen dat zij u kunnen aanschouwen. Door uw vele ongerechtigheden, door het onrecht bij uw koophandel, hebt gij uw heiligdommen ontwijd. Hier zien we dat er weer vuur gebruikt wordt. Vuur deed Ik oplaaien uit uw midden, en let op, dat verteerde u! In het Hebreeuws betekent dit: ‘consumeren, verslinden, vernietigen.’ Dat is wat het betekent. Ik maakte u tot as op de grond voor de ogen van allen die u zagen. Allen die onder de volken u kennen, dit gaat over de demonen die hem, sinds de rebellie, kennen. ...ontzetten zich over u; een verschrikking zijt gij voor de engelen geworden, en daar ben ik zeker van. Wij zien namelijk dat Michaël door de tijden heen met hem gevochten heeft (in het boek Daniël, waar we lezen dat Daniël bidt voor antwoorden) Wij weten dat er gestreden is. En hij is een verschrikking voor deze engelen. Laten we kijken wat er verder in dit vers staat ...en zult er niet meer zijn tot in eeuwigheid. Dit is wat God aan Zijn Kerk openbaarde. Wij weten dat Satan het plan van God vanaf het moment dat hij het hoorde, haatte. God vertelde hem over Zijn plan om mensen te maken, het plan wat Hij heeft voor Zijn Familie, Elohim. Hij haat u en mij en hij heeft door de tijd heen altijd het pad van geweld en vernietiging bewandeld om Gods mensen te vernietigen. En hij probeert alles dat God geschapen heeft te vernietigen. Hij heeft zelfs de aarde proberen te vernietigen. Maar wij weten dat God hem tegengehouden heeft, anders was de aarde volledig vernietigd. God heeft het tegengehouden. Wij hebben hier in een vorige preek over de scheppende God, over gehoord. Wij hebben gezien hoe al het fysieke leven op aarde vernietigd was door deze rebellie. En de aarde bleef in die toestand, deze vervallen toestand, tot het moment waarover we in Genesis lezen. In het eerste hoofdstuk van Genesis lezen we dat God al het puin opruimde, de atmosfeer opruimde, zodat het zonlicht weer op deze aarde kon schijnen. En, zoals we kunnen lezen in Genesis, deed God dit in een 7daagse week. Hij begon levende dingen terug op aarde te plaatsen. En wij weten dat de mens op de 6de dag geschapen werd. Satan heeft Gods plan altijd gehaat! Vanaf het moment dat hij over dit plan hoorde is hij bezig geweest alles te vernietigen dat God gemaakt heeft, dat God doet. Maar God, met al Zijn wijsheid, heeft Satans macht, Satans vernietigende macht, gebruikt om iets te maken: Zijn Familie, Elohim. Dat moet Satan, en de demonen die rebelleerden, nog woedender maken. Want God heeft deze rebellie gebruikt. Satan heeft geholpen met het ontwikkelen van het karakter van diegenen die God geroepen heeft om in Zijn Familie te komen. God heeft dit omgedraaid in iets goeds. Datgene dat Satan zo haat heeft hij mee helpen opbouwen. En dat moet hem nog razender maken.
Een Scheppende God deel 3
5
We hebben in de Psalmen gezien dat de engelen verteld werd wat hun taak was en dat zij Gods Geboden moeten gehoorzamen. Zij moesten Gods instructies gehoorzamen. En zij doen wat God hen opdraagt. Er staat, ik zal een stukje voorlezen: (Psalm 103: 21-22) Looft de Here, al Zijn heerscharen, gij Zijn dienaren, de engelen, die Zijn wil volbrengt. Looft de Here, al Zijn werken, aan alle plaatsen Zijner heerschappij. Looft de Here, mijn ziel. Dit beschrijft alles dat God aan het doen is, zowel de fysieke als geestelijke schepping. Zij zijn Zijn dienstknechten. Laten we naar het boek Judas gaan, waar we nog meer over de engelen, die God uit geestelijke materie gemaakt heeft, kunnen lezen. God heeft het in Zijn boek geschreven. Judas vertelt ons meer over de schepping van de engelen. We hebben gezien in de Psalmen dat de engelen geschapen zijn als ‘krachtige helden,’ vanwege de kracht die zij op dit moment hebben. En engelen bestaan uit geestelijke materie. Zij zijn op dit moment veel sterker van u en ik. En wij hebben gezien hoe er van hen verwacht wordt dat zij Gods geboden gehoorzamen, Zijn instructies gehoorzamen. En wij kunnen zien zij dat deden, en waarom zij geschapen zijn. Judas vertelt ons ietsje meer over de engelen. We zullen in Judas 1: 1 beginnen. We zien hier dat het zowel om het fysieke als het geestelijke gaat. Dat moeten wij onthouden. Er staat Judas, een dienstknecht van Jezus Christus en een broeder van Jakobus, aan de geroepenen, die in God, de Vader, geliefd en voor Jezus Christus bewaard zijn: voor u en mij, voor diegenen die geroepen zijn door de Grote God van dit universum. Barmhartigheid, vrede en liefde worde u vermenigvuldigd. Geliefden, daar ik mij in alle opzichten beijver u te schrijven over ons gemeenschappelijk heil, het gaat over verlossing. Hij zegt: zie ik mij genoodzaakt het te doen met de vermaning, tot het uiterste te strijden voor het geloof, dat eenmaal de heiligen overgeleverd is. Want er zijn zekere mensen binnengeslopen – reeds lang tevoren tot dit oordeel opgeschreven- goddelozen, die de genade van onze God in losbandigheid veranderen en onze enige Heerser en Here, Jezus Christus, verloochenen. En in vers 5 vertelt Judas u en mij om niet te vergeten wat er lang, heel lang geleden gebeurd is en dat wij moeten nadenken over deze zaken. Maar ik wil u indachtig maken met andere woorden, wij moeten onthouden wat er gebeurd is, als die dit eenmaal weet, dat de Here, het volk uit Egypteland verlost hebbende, en hier verwijst Judas naar, wederom degenen, die niet geloofden, vernietigd heeft. En in vers 6 En de engelen, die hun oorsprong ontrouw werden, en hier gaan we. Hier gaat het over die engelen die hun eigen woning verlieten. Het gaat hier over die engelen die samen met Satan gerebelleerd hebben. En wij weten dat 1/3de van de engelen hun eigen woning verlaten hebben. En let op wat er gezegd wordt over diegenen die gerebelleerd hebben: heeft Hij tot het oordeel van de grote dag met eeuwige banden onder de duisternis bewaard. En wij weten wanneer dat is. Judas herinnert u en mij aan deze engelen die tegen God gerebelleerd hebben en dat God hen geoordeeld heeft. Hun straf voor hun zonden volgt in de toekomst. En wij weten wanneer dat is. Hij zegt in vers 7, hij gebruikt dit als voorbeelden. Hij zegt: zoals Sodom en Gomorra en de steden in hun nabijheid, die op gelijke wijze als genen haar hoererij hebben botgevierd en ander vlees nagelopen zijn, daar liggen als voorbeeld, Judas gebruikt Sodom en Gomorra als voorbeeld, en hoe God deze steden vernietigd heeft. Dit is een voorbeeld voor u en mij. Let op de rest van het vers: onder een straf van eeuwig vuur. We zien dat God hier weer dat woord ‘vuur’ gebruikt. Hij gebruikt het woord ‘vuur’ en dat vuur zal hun bestaan en het licht dat God hen gegeven had, wegnemen. Desgelijks verontreinigen ook deze, dromenzieners hun vlees, en verwerpen de heerschappij en lasteren de heerlijkheden. In vers 9 lezen we dat er naar de engelen verwezen wordt: Maar Michaël, de aartsengel, en let op wat er gezegd wordt over een aartsengel. Hier zien we een glimp van Michaëls karakter. Er staat: Maar Michaël, de aartsengel, toen hij met de duivel twistte over het lichaam van Mozes, durfde geen oordeel van lastering tegen hem voortbrengen, maar zeide: wij zien hoe Michaël met deze situatie omging. Hij zei: De Here straffe u! Zij echter lasteren al wat zij niet kennen en dat doen ze. We hebben in een vorige preek Job gelezen, en wij hebben gezien welke vragen God aan Job stelde. Een Scheppende God deel 3
6
Wij hebben gezien dat wij zonder God niets weten. God liet Job weten dat hij niets wist. Hij liet Job weten dat hij, in Gods plan, ‘stof op een weegschaal,’ als de wind was. Je bent hier, een korte tijd, en dan ben je weer verdwenen. Wij zijn als ‘stof op een weegschaal’ als je het vergelijkt met de 6.000 jaar. Ik heb het al eerder gezien. Ons lijden kan je vergelijken met een speldenkop. Zo gering is het, in deze 6.000 jaar. Hij laat Job weten dat hij slechts (om het zo maar te zeggen) een puntje op het scherm was. Wij hebben gezien dat Job zich bekeerde. En Job zei dat hij over dingen sprak die hij niet begreep. En dit is wat wij lezen in vers 10. Job realiseerde zich dit: zij echter lasteren al wat zij niet kennen, Job begreep uiteindelijk dat hij helemaal niets wist over de Grote God van dit universum. En tenzij God het u en mij laat ‘zien’ begrijpen wij helemaal niets. Wij weten dat Job zich bekeerde en zei: ‘Nu ‘zie’ ik het God,’ God liet hem meer ‘zien.’ ...en hetgeen zij natuurlijk, als de onredelijke dieren, weten, in hetzelve verderven zij zich. Ik denk dat je het beter zo kan zeggen: ‘in hun eigen geest verderven zij zichzelf,’ want daar vindt het plaats, in de geest. En er staat: Wee hun! Want zij zijn de weg van Kaïn opgegaan, zij zijn voor de verleiding van een Bileamsloon bezweken en door het verzet van een Korach ten onder gegaan. Dezen zijn de schandvlekken bij uw liefdemalen, zij, die zonder schroom tezamen feesten om zichzelf te weiden; zij weten niet wat ze doen, en zij vrezen God niet. God zegt: wolken, die geen water geven, daar zij door winden voorbijgejaagd worden; bomen, die in de late herfst geen vrucht geven; tweemaal gestorven zijn zij en ontworteld, wilde baren der zee, die hun eigen schande opschuimen; dwaalsterren. En let op wat hij zegt, wat hun straf is: Voor hen is de donkerste duisternis voor eeuwig weggelegd. Wij kunnen zien dat dit van toepassing is op geestelijke wezens, maar ook op fysieke wezens. Het resultaat is hetzelfde, het zal zijn alsof zij nooit bestaan hebben. Voor hen is de donkerste duisternis voor eeuwig weggelegd. Wij zien het geestelijke en fysieke einde, wij weten wanneer dat zal plaatsvinden. Laten we naar 2 Petrus 2: 2 gaan. En er zijn ook valse profeten onder het volk geweest, zoals ook onder u valse leraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen zullen doen binnensluipen, zelfs de Here, die hen gekocht heeft, verloochenende, en een haastig verderf over zichzelf brengend. En velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden. We zien dit keer op keer gebeuren. Zij zijn niet bang om Gods volk te lasteren. Er zijn er die jou en mij werkelijk haten. En sommigen van hen maakten vroeger deel uit van Gods Kerk. En er staat: en zij zullen uit hebzucht met misleidende woorden en dat doen ze, u als koopwaar behandelen; maar het oordeel houdt zich reeds lang met hen bezig, Maar God heeft in de gaten wat er gebeurd, en hun verderf sluimert niet. Dat is wat God zegt. Want indien God engelen, die gezondigd hadden, niet gespaard heeft, maar hen, door hen in de afgrond te werpen, aan krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel te bewaren; wij kunnen ‘zien’ wat God zegt, voor het oordeel bewaren. En ik zou niet in hun schoenen willen staan. Maar ik ben bang dat sommigen van hen al de onvergeeflijke zonde gepleegd hebben, en zij zijn al voor het oordeel bewaard. Zij hebben hun geest permanent beschadigd. En de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, zijn achttal bewaard heeft, als Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen dit voorbeeld wordt gebruikt, dit is iets dat al heel, heel lang gebeurd is, heeft gebracht; en de steden Sodom en Gomorra tot as verbrand, tot omkering gedoemd en ten voorbeeld gesteld heeft voor hen, die goddeloos zouden leven. Maar wij weten dat de mens dit voorbeeld in de wind heeft geslagen. De mens heeft er nooit over nagedacht. Kijk maar eens rond, in de wereld waarin wij leven... het is Sodom en Gomorra. In dit tijdperk weet men niet meer wat goed en fout is. Dat is de mens totaal ontsnapt. Vers 7 Maar de rechtvaardige Lot, die zwaar te lijden had onder de losbandige wandel der zedelozen, heeft gehouden want deze rechtvaardige heeft, onder hen wonende, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gekweld door het zien en horen van hun tegen alle wet ingaande werken. Net zoals wij, wij zien het. Wij leven in Satans wereld. Wij begrijpen wat God gezegd heeft. Wij zien de vuiligheid in deze wereld. Wij zien hoe de mens leeft. Het is net zoals in Sodom en Gomorra, vandaag de dag in Satans wereld. Er is zoveel rotzooi in Satans wereld. En ik heb medelijden met kinderen die in dit tijdperk, aan het eind van een tijdperk, leven en wat zij allemaal zien. Maar dit gaat binnenkort veranderen. God gaat het veranderen.
Een Scheppende God deel 3
7
Vers 9 Dan weet de Here de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen en dat doet Hij. Hij heeft voor diegenen die in Zijn Kerk zijn, en onze kinderen als zij opletten en gehoorzamen, een weg uit deze vuiligheid, deze troep, gemaakt. ...en de onrechtvaardigen te bewaren om hen op de dag des oordeels te straffen, en wij weten wanneer dat is. Zoals God Job zei, als we het ons herinneren. Hij vroeg Job of hij dit kon doen. God vroeg Job of hij ‘hun straf te bewaren voor de dag des oordeels.’ Heeft hij die macht, dat soort kennis? Dat was één van de vragen die God Job stelde. God zegt dat Hij dit kan doen. Hij heeft dit voor hen bewaard, voor een bepaalde dag. Ze zullen er niet onderuit komen, omdat God zegt dat Hij dit kan doen. Vers 10 Maar allermeest degenen, die naar het vlees in onreine begeerlijkheid wandelen, en de heerschappij verachten; die stout zijn, zulke vermetelen, vol van zelfbehagen, schromen niet de heerlijkheden te lasten. Als wij zien wat er allemaal over Ron en Laura Weinland geschreven wordt,... er worden smerige, nare dingen gezegd. En men is niet bang om zulke dingen te zeggen! Er zijn engelen die dit niet eens doen. Maar er is geen vrees. En wij zien dat dit over ons, de Kerk van God – PKG geschreven wordt. Men zegt akelige dingen over ons, en men is niet bang om dit soort zaken te zeggen. Vers 11 let op Daar de engelen in sterkte en kracht meerder zijnde, geen lasterlijk oordeel tegen hen voor de Here voortbrengen. Wij zien dat de engelen zulke dingen niet durven te doen. En wij zien het karakter van de engelen die niet gerebelleerd hebben en trouw aan God en Zijn Zoon Jezus Christus gebleven zijn. Vers 12 Maar deze, als onredelijke dieren, die de natuur volgen, en voortgebracht zijn en let op wat er gezegd wordt, hoe God het geschreven heeft, om gevangen en gedood te worden, dewijl zij lasteren, hetgeen zij niet verstaan, zoals al eerder gezegd is. zullen in hun verdorvenheid verdorven worden; zij zullen verkrijgen het loon der ongerechtigheid, zij achten het een genot op klaarlichte dag te zwelgen; en dat doet men! Men vindt het geweldig! Men denkt dat dit grappig is! En men is helemaal niet bang om dit soort dingen te doen. God zegt: schandvlekken en smetten zijn zij, die in hun bedriegerijen zwelgen, als zij met u feesten. Met andere woorden, ze hebben een geweldige tijd. Hebbende de ogen vol overspel, en die niet ophouden met zondigen; verlokkende de onvaste zielen, hebbende de geest geoefend in gierigheid, kinderen der vervloeking; zegt God. Die de rechte weg verlaten hebbende, zijn verdwaald, en volgen de weg van Balaäm, de zoon van Bosor, die het loon der ongerechtigheid liefgehad heeft; Maar hij heeft de bestraffing zijner ongerechtigheid gehad; God gebruikt een domme ezel om met hem te praten en God gebruikte de ezel om die profeet te beteugelen. Ik kan me niet voorstellen dat een ezel tegen zou praten. Een ezel is nogal dom. En ik weet niet of God hem ‘het achtereind van de ezel’ noemt of niet, als hij hem gebruikt. Het moet bijna wel. Het achtereind van de ezel... Ik denk dat God dat gebruikt heeft. Dezen zijn bronnen zonder water, door een windvlaag voortgejaagd voor wie hier hebben we het weer, de donkerste duisternis bewaard wordt. Want met holle, hoogdravende klanken verlokken zij door vleselijke begeerten, we hebben preken gehoord over ‘de lust van het vlees, de begeerte van de ogen en de trots van het leven.’ ..verlokken zij door vleselijke begeerten en ongerechtigheden hen, die zich en let op over wie het gaat, ternauwernood aan degenen, die in dwaling verkeren, ontvluchten. We zien wie zij zijn. Het zijn diegenen die ontvlucht zijn. Belovende hun vrijheid, daar zijzelven dienstknechten zijn der verdorvenheid; want van wie iemand overwonnen is, die is hij ook tot een dienstknecht gemaakt. Dat is wat er gebeurd als je zondigt, als men zich tegen de Grote God van dit universum keert. Dan ga je terug naar de slavernij, de gevangenschap van Satan en deze wereld. Want indien zij, aan de bezoedelingen der wereld ontsnapt door de erkentenis van de Here en Heiland Jezus Christus, zo zijn zij ontsnapt. God heeft het gedaan. ...toch weer erin verstrikt raken en erdoor overmeesterd worden, wij hebben dit met onze eigen ogen zien gebeuren. Wij zitten op de 1ste rij, en zien deze dingen gebeuren. Wij weten precies waar dit over gaat. Laten we zien wat God zegt over diegenen die hierin verstrikt raken. God zegt: dan is hun laatste toestand erger dan de eerste. Een Scheppende God deel 3
8
Vers 21 God zegt... Hij heeft neer laten schrijven: Het zou immers beter voor hen geweest zijn, geen kennis verkregen te hebben van de weg der gerechtigheid, dan wij weten die dit zijn, met die kennis zich af te keren van het heilige gebod dat hun overgeleverd is. En de gewassen zeug tot de wenteling in het slijk. Het is behoorlijk smerig, waar zij eindigen. God laat ons het plaatje zien. Laten we naar Genesis 1 gaan. We hebben gelezen hoe God de engelen uit geestelijke materie geschapen heeft en hoe Hij hen geestelijk leven gegeven heeft. Wij weten ook dat Hij hen geen toegang tot Zijn geest, Zijn heilige geest, gegeven heeft. En toen God de mens schiep, heeft de mens niet Gods heilige geest gekregen. Wij weten dat dat pas later zou zijn, als Hij Zijn Familie ging scheppen. Vanaf het begin was het Gods bedoeling om de mens tijdelijk te maken, zonder toegang tot Zijn heilige geest. Hij heeft de mens gemaakt, gezaaid in vergankelijkheid. Laten we eens kijken wat God zegt over Zijn schepping van de mensheid. Genesis 1: 24 En God zeide: dat de aarde voortbrenge levende wezens naar hun aard, vee en kruipend gedierte en wild gedierte naar hun aard; en het was alzo. En God maakte het wild gedierte naar zijn aard en het vee naar zijn aard en alles wat op de aardbodem kruipt naar zijn aard. En laten we eens kijken naar wat God zei. En God zag dat het goed was. Wij weten dat de mens op de 6de dag geschapen is. God, Elohim.. we zien hier een scheppende God, en Hij zei: laat de mens gemaakt worden naar God, en laat hem heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. God heeft de mens gemaakt naar Zijn beeld. En Hij schiep hen, man en vrouw. We zien dat God een scheppende God is. In vers 31 let op wat God gezegd heeft: En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de zesde dag. Alles dat God, de scheppende God, gemaakt had, alles dat Hij geschapen had, alles dat Hij in die 6 dagen gemaakt had was zeer goed, volgens God. Inclusief het menselijk leven dat geschapen was om in gevangenschap van verderf te zijn. Zo zijn wij gemaakt. Zo is de mens gemaakt. God heeft een doel met het fysiek scheppen van de mens, en dat de mens kort op deze aarde zou leven. Wij weten dat God het menselijk leven ingekort heeft tot 70 jaar. De mens was niet compleet, toen God hem schiep. Er was iets anders nodig. Wij weten dat de mens een Verlosser nodig had, iemand die de Verlosser zou zijn. De mens heeft Gods geest, Gods heilige geest, nodig om geboren te kunnen worden in Gods Familie, de Familie die Hij aan het maken is: Elohim. Wij kennen het proces. God gaf Adam en Eva een bepaalde manier van leven. Hij had hen geschapen en op de aarde geplaatst en Hij vertelde hen hoe zij moesten leven. Maar het duurde niet lang voor zij voor een andere weg kozen, een andere weg dan die God hen verteld had. Toen werd het kwade in het menselijk leven geschapen. Wij weten dat de mens ‘niet onderworpen is aan de wet van God,’ en wij weten waarom dit gebeurd is. Omdat de mens dat niet kan, tot hij het offer van Jezus Christus aangenomen heeft, zijn zonden vergeven zijn en hij verwekt is met de heilige geest. Wij weten dat het niet lang duurde voordat Adam en Eva ‘verontreinigd’ werden, voor zij God ongehoorzaam waren. God zegt dat zij ‘in vergankelijkheid gezaaid zijn.’ Zo zijn zij gemaakt. God zei dat het goed was. Het was goed dat zij zo gemaakt zijn. Dat had een doel: datgene dat God in de mens maakt. De mens is geschapen met een vrije wil, de mens kan zelf kiezen. Net zoals het engelenrijk kon kiezen. De mens moet ‘iets’ ontwikkelen, deze geest moet complete eenheid krijgen met de Grote God van dit universum. Dit vieren wij op de Verzoendag. De Verzoendag betekent ‘één worden, verzoenen, met God.’ Dat is de betekenis van de Verzoendag. Eén worden met de Grote God van dit universum. En dat is een prachtige dag! De Verzoendag is een prachtige dag in Gods plan! God zegt dat de mens, diegenen die tot Elohim zullen behoren, één zal worden met Hem. Genesis 3. De mens is gemaakt met een vrije keuze. Hij kan kiezen. De mens kan kiezen om een ander leven te leiden dan wat God aanbiedt. En als wij kijken naar wat er in het begin is gebeurd, dan zien we dat er iemand anders op de scene was verschenen, direct aan het begin, toen de mens geschapen werd. Wij weten dat Satan daar was.
Een Scheppende God deel 3
9
Genesis 3: 1 het begint met de beschrijving van een wezen, die lijkt op een slang. En we hebben net gelezen hoe hij geschapen is. Wij weten dat hij een groot geestelijk wezen is. En ik denk dat de meesten van ons, als wij aan een slang denken... In de staat Georgia hebben we hele grote slangen! En als het woord slang gebruikt wordt, moet ik aan een grote slang denken. Daar denk ik automatisch aan. Ik denk aan hem als kronkelend over de grond, zich verstoppende in het gras. Hij ligt in het hoge gras te wachten op iemand, zodat hij kan aanvallen met zijn gif. Zo stel ik me een slang voor. Hij is een machtig wezen, door God gemaakt. Hij is één van de drie. Dat is wie hij is. En hier zien we dat hij in de Tuin van Eden is, en hij wordt beschreven als een slang, hij verschijnt ten tonele. Wij weten wat hij doet, hij haat Gods plan en hij wil alles dat God aan het maken is, vernietigen. De mens was net geschapen en hij wilde datgene wat God gemaakt, vernietigen. Een andere naam voor Satan is ‘de vernietiger.’ Dat is zijn naam, dat is wat hij wil doen. Hier zien we dat hij in de Tuin van Eden is, hij probeert datgene dat God maakt, te vernietigen. We zien hier: de slang nu was het listigste van sluwer dan alle dieren des velds, hij was een slim wezen. En hij gaat naar de vrouw. God had tegen Adam en Eva gezegd dat zij niet van alle bomen in de tuin mochten eten. Wij kennen het verhaal. Satan grijpt haar, direct in het begin. Toen zeide de vrouw tot het engelachtig wezen: van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten, maar van de vrucht van de boom, die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten, noch die aanraken; zij mochten er niet alleen niet van eten, zij mochten deze ook niet aanraken, anders zult gij sterven. De slang dit engelachtige wezen, Satan, de vernietiger, zeide tot de vrouw: en let op Gij zult geenszins sterven, hier zien we de kronkel, die aan het begin in Eva’s gedachten geplaatst wordt. En dat is ook zo in deze tijd. De meeste mensen vandaag de dag geloven de leugen die Satan aan Eva vertelde. De meeste mensen geloven dat er leven na de dood is. Vooral als zij in de ‘Bijbel belt’ (Bijbelgordel) wonen. Wij wonen in de Bible Belt. En de meesten van die mensen geloven dat zij na de dood op een wolk rondzwerven en voor eeuwig naar Jezus’ gezicht zullen staren. Dat zou niks voor mij zijn, maar dat is wat zij geloven. En zij kunnen niet uitleggen waarom zij geloven wat zij geloven. Satan begint direct aan het begin de zaken te verdraaien en wij weten dat Eva niet direct zou sterven. Maar het zou Eva haar geestelijke leven kosten, en dat zou de geestelijke dood kunnen worden. Satan wist dat hij gezondigd had, hij was uit Gods regering gezet, zoals we gezien hebben. Toen hij rebelleerde en zondigde is hij uitgeworpen. Hier zien we Satan die hen verleidde om te zondigen. Wij weten dat als men zich niet van zijn zonden bekeert dat dat aan het einde, als alles achter de rug is, tot de dood leidt. Als men zich niet bekeert van zijn zonden leidt dat tot de eeuwige dood. En Satan wilde dat zij dat zouden doen. Hij wilde dat zij voor eeuwig vernietigd zouden worden. Dat was zijn plan. Hij wilde dat zij geen eeuwig leven zouden hebben. Vers 5 laten we eens kijken wat dit engelachtig wezen tegen Eva zei. Maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet en let op hoe hij hen verleidt, uw ogen geopend zullen worden, en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad. Hij bood hen kennis aan, heel veel kennis. Dat is wat hij hen aanbood. En hij ‘verleidde hen om te zondigen,’ om niet te geloven wat God gezegd had, zodat zij hun eigen geest zouden gebruiken om zelf te bepalen wat goed en wat fout was. En dat is ook vandaag de dag de verleiding voor u en mij. De verleiding is dat wij onze eigen geest zouden gebruiken om onze eigen koers uit te stippelen. En dat is de strijd in de geest, die plaatsvindt. Hij wist dat dit bereikt zou kunnen worden, als hij hen zover zou krijgen dat zij hun God ongehoorzaam zouden zijn. Wij weten dat vanaf het begin de mens ‘niet onderworpen is aan de wetten van God,’ omdat dat in Gods boek geschreven staat. Wij weten wat er gebeurd is. Wij weten dat God een prachtige plaats voor Adam en Eva gemaakt had, de Tuin van Eden. Zij waren in deze tuin geplaatst en alles wat zij nodig hadden was daar aanwezig. Wij weten dat zij gezondigd hebben en dat in het begin het kwade in menselijke familie gemaakt was. Net zoals dat engelachtige wezen, die Satan, de vernietiger werd. Satan, de duivel, toen hij God ongehoorzaam was en uit de regering van God geworpen werd. En dat gebeurde al snel in de Tuin van Eden, zij zondigden. Het duurde niet lang voor de slang de mens verleidt had. Hij was direct aan het begin van de schepping van de mens daar aanwezig om de mens te verleiden zich tegen God te keren. De mens koos voor het kwade, net zoals Satan gedaan had. Maar door dit hele proces kan Elohim gemaakt worden. God kan dit gebruiken om Zijn Familie, Elohim, te scheppen.
Een Scheppende God deel 3
10
Het is ontzagwekkend om te begrijpen dat God dit door Ronald Weinland aan Zijn Kerk geopenbaard heeft. Dat begon in 2005, toen de openbaring aan Gods eindtijd Kerk werkelijk begon. Laten we naar Romeinen 8: 18 gaan. Begrijpen hoe God Zijn Familie maakt is een prachtig iets. Wij begrijpen waarom God de dingen doet die Hij doet. Romeinen 8: 18. Laten we eens kijken wat er voor u en mij over dit menselijk leven geschreven staat. Wij weten dat nadat Adam en Eva gezondigd hadden, zij uit de Tuin van Eden gezet werden. God sloot de tuin, zodat ze nooit meer terug konden komen. Nu moest Adam voor zichzelf zorgen. Wij weten wat God Adam en Eva vertelde, wij kennen het verhaal. In Romeinen 8: 18 lezen we... dit is wat er gebeurde als gevolg van dit ongehoorzaam aan God zijn. Er staat: Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. Want met reikhalzend verlangen wacht de schepping de schepping van de mensheid op het openbaar worden der zonen Gods. God heeft alles dat Satan gedaan heeft gebruikt om Zijn plan, de schepping van Zijn Familie, Elohim, te bereiken. Wij weten dat de eerste fase van dit plan uitgevoerd zal worden bij de wederkomst van Jezus Christus naar deze aarde. Dit is de 1ste opstanding. Wij wachten op het openbaar worden van de zonen van God, de eerste fase van het plan, om in Gods regering op aarde plaats te nemen. Want de schepping van de mens was en let op aan ijdelheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om de wil van Hem, die haar daaraan onderworpen heeft, in hope echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden daar hebben we het over gehad, over het verderf, tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods. En wij kijken er elk jaar naar tijdens het Pascha, naar het volk Israël en hoe zij uit de slavernij gekomen zijn. Wij zien dat als gevolg van zonden deze slavernij bestaat. En dat is wat het uitbeeldt, de keuze voor het kwade, waar we de mens in het begin voor hebben zien kiezen. Tegen God ingaan, God ongehoorzaam zijn leidt tot het kwade, zonden. En ongehoorzaamheid leidt tot vernietiging, als wij ons niet bekeren van onze zonden. En het vernietigt levens. Dat zien wij! Wij weten dat God ons met een bepaald doel op die manier gemaakt heeft. Romeinen 8: 7 laten we een paar verzen teruggaan. God vertelt ons waar we het al eerder over gehad hebben. Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; zo zijn wij gemaakt, want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods, trouwens het kan dat ook niet: tenzij er iets gebeurt. Ik zal het even voorlezen uit 1 Corinthen 15. Je kan naar Psalm 103 gaan. Maar in Corinthen staat dat wij ‘in vergankelijkheid (verderf) gezaaid zijn.’ Wij zijn allemaal ‘gezaaid’ in een leven dat onderworpen is aan ijdelheid. Onze geest is in de slavernij van verdorvenheid, vernietiging. Daar bevinden wij ons in. De menselijke geest is van nature vijandig aan God en niet onderworpen aan de wet van God. Zo heeft God de mens geschapen. En dit heeft een bepaald doel. Laten we naar Psalm 103 gaan. De engelen zijn niet zo geschapen, zoals we hebben gezien. God heeft dit David in de Psalmen laten schrijven. Hun geest was zo gemaakt dat deze onderworpen zou zijn aan de wet van God. Zij zijn anders gemaakt. Wij weten dat zij anders gemaakt zijn, dat hebben we daarnet gelezen. Een is fysiek gemaakt, de andere geestelijk, maar allemaal anders. Het ene is onderworpen aan de wetten van God, het andere kan dat niet. Laten we nog eens kijken over wat David over de engelen geschreven heeft. Laten we kijken wat hun taak was. Vers 19 De Here heeft Zijn troon in de hemel gevestigd, wij hebben hier een glimp van gekregen door wat Johannes geschreven heeft. Johannes zag een paar dingen. Zijn Koninkrijk heerst over alles. God vertelt ons dat Hij over alles heerst. En dan staat er Looft de Here, gij Zijn engelen, gij krachtige helden dit gaat over de geestelijke wezens, die Zijn woord doet, gehoorzamende de stem Zijns woords. Looft de Here, al Zijn heerscharen, gij Zijn dienaren, die Zijn welbehagen doet! En daarom zijn zij geschapen, dit is wat zij moeten doen. Zij zijn dienstknechten van de Grote God van dit universum. Looft de Here, al Zijn werken aan alle plaatsen Zijner heerschappij. Looft de Here, o, mijn ziel. Hier zien we hun taakomschrijving en we hebben al eerder de taakomschrijving van Michaël en Gabriël gezien. We hebben ook gezien wat de taak van Lucifer, die Satan, de duivel werd, gezien. Wij weten ook dat één van zijn namen ‘de vernietiger’ is. Hij wil datgene dat God maakt vernietigen. Gods Een Scheppende God deel 3
11
schepping en plan voor de mensheid is gemaakt voor er ook maar iets geschapen werd, zelfs voor de engelen gemaakt werden. Laten we naar Jesaja 66 gaan. Wij weten dat God alles gepland had, voor er ook maar iets in het universum of het geestelijke rijk gemaakt was. Zijn plan was er voor de tijd begon, en dat kunnen wij niet bevatten. Wij kunnen de term ‘voor de tijd begon’ niet bevatten. We hebben hier kort in de laatste preek naar gekeken, en wij weten wat Gods doel vanaf het begin was. Jesaja 66: 1 God begon Zijn plan te openbaren door de profeet Jesaja, het is ‘profetische profetie.’ Zo zegt de Here: De hemel is Mijn troon en wij hebben door Johannes gezien hoe dit eruit moet zien, en de aarde de voetbank Mijner voeten, waar zou dan het huis zijn, dat gij Mij zoudt bouwen, en waar de plaats Mijner rust? Want Mijn hand heeft al deze dingen gemaakt wij zien dat God alles gemaakt heeft, en al deze dingen zijn geweest, spreekt de Here; maar op dezen zal Ik zien, op de arme en verslagene van geest, en die voor Mijn woord beeft. God zegt, door Jesaja, dat de mens niets kan bouwen waar Hij kan wonen, absoluut niets. Job heeft zijn lesje geleerd, toen God hem ondervroeg over zijn kennis, over wat hij wist. Als we naar Job kijken, en wat Job meegemaakt heeft. Job heeft veel meegemaakt. Wij hebben gezien wat hij begon te begrijpen. Hij begon te begrijpen dat hij absoluut geen kennis had, als God het hem niet gaf. Geen enkele kennis! Dat is wat u en ik ook moeten begrijpen. Dat God ons, door onze geest, dingen over Hem en Zijn Zoon laat weten. God stelde een vraag door Jesaja, of de mens iets voor Hem kon bouwen. Wij weten dat God een scheppende God is, dat Hij een plaats schept waar Hij kan wonen. Wij weten wat Zijn plan inhoudt. Wij weten dat Hij een plaats maakt waar Hij kan verblijven. Het laatste deel van dit vers is zeer belangrijk. De arme en verslagene van geest. Met andere woorden, dit gaat over iemand waar God mee kan werken, iemand die de juiste geest en houding heeft ten opzichte van God en Zijn Zoon... voornamelijk ten opzichte van de Schepper God, God de Vader. En iemand die arm en verslagen van geest is, beeft voor Gods woord. Met andere woorden, is bang op een andere manier dan God zegt, te leven. Deze persoon gehoorzaamt de Grote God van dit universum en Zijn Geboden, die Hij aan u en mij (Zijn volk) geopenbaard heeft, om Elohim te kunnen maken. Laten we naar 1 Corinthen 3: 16 gaan. Paulus spreekt hier over verwekt zijn met de heilige geest en deel te gaan uitmaken van de Kerk van God. Dan zegt hij in 1 Corinthen 3: 16 Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de geest Gods in u woont de heilige geest. Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem vernietigen. Dat is duidelijk, God zal hem vernietigen. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig. God vertelt ons dat wij niet van onszelf zijn maar dat wij God toebehoren. Eens wij gedoopt zijn en Gods geest gekregen hebben behoren wij vanaf dat moment God en Zijn Zoon toe. 1 Corinthen 6: 9 Of weet gij niet, dat onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet beërven zullen? Dwaalt niet, noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beërven. En sommigen uwer zijn dat geweest. Maar gij zijt afgewassen. Wij zijn door onze doop gereinigd, dat is wat hier bedoeld wordt. Er staat dat wij gewassen zijn. En dat is een goede vergelijking. God zegt gij zijt geheiligd, dat betekent ‘apart gezet voor heilig gebruik,’ zodat God Zijn Familie, Elohim, kan maken om in te wonen. Maar gij zijt gerechtvaardigd door de naam van de Here Jezus Christus en door de geest van onze God. De heilige geest. In vers 15 ...weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn? Zal ik dan leden van Christus wegnemen om er leden ener hoer van te maken? Volstrekt niet! Maar sommigen hebben dit gedaan. We gaan naar 2 Corinthen 6: 16. God is de Tempel aan het opmeten en wij kunnen in deze verzen lezen dat God nog altijd werkt aan het bouwen van een plaats waar Hij kan wonen. En God eist een reine, zuivere woonplaats. Dat moet rein zijn, zodat Hij er in kan wonen. En dat staat op verschillende Een Scheppende God deel 3
12
manier beschreven. Paulus vroeg, en let op wat de vraag is... Welke gemeenschappelijke grondslag heeft de Tempel Gods met afgoden? Wij toch zijn de Tempel van de levende God, zoals God gezegd heeft, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn. Wij weten dat wij na de doop en de handoplegging verwekt zijn met de heilige geest van God. En dan kunnen wij deel gaan uitmaken van datgene dat God bouwt, Zijn Kerk, Zijn Familie, het Lichaam van Christus, de Tempel van God. En het wordt op zoveel manieren gezegd in Gods woord. God woont in ons door Zijn heilige geest. God doet dat zodat Hij een nieuwe geest in ons kan creëren. Het wordt door de heilige geest in onze geest gedaan. Maar de geest moet veranderen, de geest moet anders gaan denken. En dan kan er groei zijn om Elohim te scheppen, om datgene dat God bouwt, te scheppen. Laten we naar Efezen 2: 17 gaan. De heilige geest is de kracht van God. En door de kracht van Gods heilige geest kunnen wij na de doop en de handoplegging door een dienaar van Gods Kerk, verwekt worden. En wij zijn verwekt door de geest van God en hier wordt de Tempel van God gemaakt, de plaats waar God kan wonen. Efezen 2: 17 God vertelt ons over deze plaats, over deze verblijfplaats. En bij Zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u, die veraf waart, en vrede aan hen, die dichtbij waren; want door Hem Jezus Christus hebben wij beiden Jood en heiden in één geest de heilige geest toegang tot de Vader. Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods/de Familie van God, verwekt in Elohim, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, God heeft een volgorde, alles wordt op een bepaalde volgorde gebouwd. En let op, op tot een Tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt en hier staat het: tot een woonstede Gods een verblijfplaats door de heilige geest. Zo wordt het gebouwd. En daar zal God wonen. Het is een woonplaats voor de Grote God van dit universum. Wij kunnen zien dat God nog altijd een scheppende God is, dat Hij nog altijd werkt aan het creëren van Elohim. Wij weten waar wij zijn in de tijd. Wij weten dat de Kerk het begin van de bouw van Elohim is. God schrijft dat allen die in de Kerk, Zijn Kerk, zijn ‘groeien tot een heilige Tempel’ waar Hij kan wonen. Wij weten dat de Kerk heilig is, omdat God in Zijn Kerk woont. Om verwekt te zijn met Gods heilige geest moet God in die persoon wonen die verwekt is. God geeft ons een goede vergelijking in Zijn boek, zodat we het kunnen begrijpen. Hij vergelijkt het met de geboorte van een mens, de verwekking van een mens, de levensvorm in de baarmoeder van een vrouw die geboren kan worden. Dat is iets dat u en ik kunnen begrijpen, dat is iets fysieks. En wij kunnen het toepassen op het geestelijke. Wij kijken altijd eerst naar het fysieke, en dan kunnen we, met Gods hulp, het geestelijke zien. Het is goed om dit proces van verwekking met Gods heilige geest te begrijpen. En ook om te begrijpen dat Jezus Christus’ vader de Grote God van dit universum is. Adam en Eva zijn door God uit het stof der aarde gemaakt. En de rest van de mensheid heeft fysieke ouders, behalve Christus, die slechts één fysieke ouder had. Dat was Zijn moeder. Jezus’ vader was God en Maria was Zijn moeder. Wij begrijpen dit en wij weten hoe het gebeurd is. God had een doel, Zijn Familie, en daarom moest Jezus Christus komen om het Pascha te zijn, om de Hoge Priester te worden, om het Woord van God dat vlees gemaakt is, te worden. En vanaf Zijn geboorte had Jezus Christus toegang tot Gods geest. Hij was verwekt door de geest van God. We hebben vandaag gezien dat de mens geschapen is, onderworpen aan ijdelheid. En wij hebben gezien dat dit ons in slavernij, verderf gebracht heeft, omdat wij zondigen. Dat is nu eenmaal zo. Romeinen 8: 7 vertelt ons waarom. Hier staat waarom wij zo gemaakt zijn. Hier wordt ons vertelt dat de menselijke geest vijandig is, vijandig aan God, aan Gods weg is. Paulus heeft geschreven dat de menselijke natuur zich niet onderwerpt aan de wet van God, omdat ze dat niet kan. Het is onmogelijk zonder God. Door de manier waarop wij gemaakt zijn hebben wij een grote strijd te strijden. Eens wij geroepen zijn moeten wij oorlog, strijd voeren om onze geest. Wij gaan de geestelijke strijd tegen onze menselijke natuur aan. Paulus beschrijft dit zeer goed in Gods boek. Het is een strijd in de geest. Het wordt op verschillende manieren gezegd, maar ik zeg het graag op deze manier: het is een strijd Een Scheppende God deel 3
13
om ons geestelijk leven. Wij moeten kiezen om te vechten, als wij Gods manier van leven willen hebben. Wij moeten deze manier van leven willen hebben. Paulus vertelt ons over dit gevecht tegen onze menselijke natuur en de wegen van deze wereld, Satans wereld, die verleidt: de lust van het vlees, de begeerte van de ogen en de trots van het leven.’ De menselijke geest is bij machte om groter te worden dan deze kamer. Het verbaasd me hoe snel deze menselijke geest zoiets kan doen. Het kan enorm opzwellen door trots en de kennis die zij heeft. In Macon, Georgia, kwam er een meneer in de Kerk, en ik weet niet hoe. Ik denk dat hij heel zijn leven naar school is geweest. Hij was waarschijnlijk ergens in de 50. Ik weet dat hij een doctoraat had en waarschijnlijk een Master en andere dingen. Ik zei hem altijd dat ik blij was te zien dat hij succesvol was, ondanks zijn opleiding. De menselijke geest denkt dat hij kennis heeft, omdat hij opgeleid is. Maar wij leren wat God Job heeft gezegd over kennis, ware kennis en waar het vandaan komt. Het is een strijd voor de geest en wij moeten kiezen. Wij moeten er voor kiezen om te vechten om op deze manier te leven. En het is een geestelijke oorlog. Je kan het op geen andere manier zeggen. Wij zijn in de strijd van ons leven, voor ons leven, ons geestelijk leven. In Efezen 6 zegt God ons dat wij de wapenuitrusting van God aan moeten doen. Wij kennen deze verzen uit het hoofd. Je kan 2 Corinthen 10: 3 opslaan. Hij legt uit dat wij deze wapenuitrusting aan moeten doen als wij deze oorlog en deze strijd, tegen de menselijke geest en de wereld, willen strijden. Wij strijden tegen ‘de lust van het vlees, de begeerte van de ogen en de trots van het leven.’ Wij hebben keer op keer gezien dat mensen hierdoor uit de Kerk van God gaan. 2 Corinthen 10: 3 want al wandel ik in het vlees, dit gaat over ons fysieke leven, wij trekken niet ten strijde tegen het vlees, daar hebben we het net over gehad. Wij vechten niet met tanks, wij vechten niet met pistolen, wij vechten niet met fysieke wapens. Dat is niet onze strijd, zo strijdt de mens. God vertelt ons dat de wapens van onze veldtocht niet vleselijk zijn, daar gaat het niet om, maar krachtig voor God en let op tot het slechten van bolwerken, in de geest zodat wij de redeneringen dit gaat over wat er zo snel in de geest kan aanzwellen. Ik heb vele malen gezien dat dit in Gods Kerk uit de hand liep. Je zou denken dat dit niet in de Kerk van God gebeurt, maar het gebeurt. Ik heb het vele malen gezien. Eens iemand begint te zien wat er in Gods boek staat, dan kan de geest zo ‘opzwellen’ door de kennis die men denkt verworven te hebben... kennis die zij denken zelf vergaard te hebben. Maar het is precies zoals Job zich begon te realiseren: zonder God hebben wij geen kennis. Alleen God laat toe dat je kennis hebt. En Job leerde die les. ...zodat wij de redeneringen ter nederwerpen in de geest en alle hoogte, die zich verheft tegen en let op, tegen de kennis van God, want dat is wat het doet, als je zelf met de eer gaat lopen, als je jezelf boven de Grote God van dit universum verheft, en alle gedachte gevangen leiden dat is wat wij moeten doen. Wij moeten zelfs onze eigen gedachten, de manier waarop wij naar dingen kijken, de manier waarop wij de dingen doen... wij moeten gehoorzaam zijn aan de manier waarop God zegt dat we de dingen moeten doen: door Jezus Christus. Wij doen het niet op onze manier. Wij doen wat God zegt en hoe Hij zegt dat we het moeten doen. Wat wij geloven buiten wat God ons geeft telt niet mee. Maar de geest heeft de mogelijkheid om dit te denken. En wij gaan het gevecht aan, wij kiezen er voor om tegen onze eigen natuur te vechten. Dat is wat wij moeten doen, wij moeten deze geest bevechten en deze niet laten opzwellen. Het niet naar ons hoofd laten stijgen, om het zo maar te zeggen. Dan moeten wij leren om volgens Gods manier te leven, met Zijn geest die in ons werkt om ons te helpen deze manier van leven te leven. We doen dat met Gods geest en Zijn hulp. Dat is de enige manier waarop onze geest anders kan gaan denken; door ons te focussen op God, wat Hij schept en Zijn plan voor de mensheid. Hij doet dat in de menselijke geest, hij geeft Zijn geest in de menselijke geest, zodat wij het kunnen begrijpen. We gaan naar Johannes 15. Gods geest leeft voortdurend in de geest. Zo kunnen wij onze geest onderwerpen. Ik ga Waarheid 35 voorlezen, maar jullie kunnen alvast Johannes 15 opslaan. Waarheid 35 vertelt ons dat de waarheid over Jezus Christus, dat God deze waarheid over Jezus Christus die in het vlees komt, heeft geopenbaard. Hier wordt door de apostel Johannes over gesproken. De meeste mensen denken hierbij aan dat Jezus Christus gekomen is en een fysiek leven geleefd heeft. Nog zo’n uitspraak van Johannes over Jezus Christus is dat Hij ‘weer zal komen.’ De meeste mensen denken dat Hij spreekt over dat Hij terugkomt in de toekomst, bij Zijn wederkomst als Koning der koningen. Maar Johannes spreekt over de noodzaak dat Christus in iemand woont, Een Scheppende God deel 3
14
voortdurend in het in de geest leeft van iemand die verwekt is. Hij blijft in de geest komen. God de Vader en Jezus Christus moeten constant in ons leven komen door de heilige geest. En dit Bijbels uitgedrukt betekent dat ze blijven wonen, leven, blijven wonen in het leven van iemand die verwekt is. Johannes 15: 4 God zegt Blijft in Mij, gelijk Ik in u dit lezen we elk Pascha. Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft. Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want en let op, zonder Mij kunt gij niets doen. Net zoals Job leerde dat hij zonder God niets kon doen. En dat hij, zonder zijn God, helemaal niets begreep. Alle begrip komt van God. Het komt van de schepper God, de scheppende God. Wij zien dat God een scheppende God is en dat Hij nog altijd aan het scheppen is. Hij is een scheppende God en Hij schept/maakt Zijn Familie, Elohim.
Een Scheppende God deel 3
15