De weg naar de kruisiging deel 3 Johnny Harrell 16 Maart 2013
Vandaag zijn we in Orlando, Florida. Het is een prachtige, zonnige dag. Dit voor jullie in het noorden Welkom aan iedereen. In de laatste preek ‘De weg naar de kruisiging’ hebben we gezien hoe God de engelen geschapen heeft en dat God het geestelijk rijk geschapen heeft, zodat zij daarin kunnen wonen. We hebben ook gezien dat God een plan heeft en dit met deze wezens wil delen. God vertelde hen over een Familie die Hij zou bouwen. We hebben gezien hoe God eerst dat geestelijke rijk geschapen heeft, dat uit geest bestaat en dat voor hen is. Dat geestelijke rijk is iets dat u en ik niet kunnen bevatten. We kunnen naar Hebreeën gaan, waar er gesproken wordt over dat zij geschapen zijn om te helpen in het plan van God. Dat plan van God gaat over diegenen die deel gaan uitmaken van Gods Familie. Wij begrijpen dat de engelen eerst geschapen zijn en dat er drie aartsengelen waren. Daar hebben wij over gesproken: Lucifer, Gabriel en Michael. En wij hebben ook gezien wat hun taak was. Deze drie zijn later geschapen dan de rest van de engelen. En daarna begon Hij die dingen te scheppen, die Hij hen openbaarde, net zoals Hij met Zijn Kerk doet. God openbaart niet alles in een keer. En voor hen was het precies hetzelfde. God openbaarde progressief aan de engelen, in dat rijk, dat Hij geschapen had. En God openbaarde aan hen dat Hij een plan had en dat Hij een fysiek universum zou scheppen. En God deed dit. En wij kunnen dit fysieke universum zien door de telescopen die wij vandaag de dag hebben. En er staat dat de engelen juichten, toen zij begonnen te zien wat God aan het scheppen was. Als wij kijken naar wat God geschapen heeft in het universum, de dingen die God geschapen heeft... dat gaat ons petje te boven. En als wij kijken naar de foto’s die de Hubble telescoop maakt, dan begrijpen wij dat dit al heel erg lang bestaat maar bevatten kunnen wij dat niet. Wij kunnen niet bevatten wat lichtjaren, miljoenen, triljoenen lichtjaren inhoud. Wij kunnen niet bevatten waar het einde van dit universum is en hoe groot het is, hoe ver het gaat. We kunnen de grootsheid van dit universum, dat God geschapen heeft, niet eens berekenen. En de mens kan het einde van dit universum niet vinden, al is hij er wel constant naar op zoek. Ik heb iemand eens horen zeggen, en dat is mij altijd bijgebleven, hij zei dat hij eeuwigheid of de grootsheid van het universum zich niet voor kon stellen. Hij zei dat er ergens een muur van rotsen moet zijn, dat het ergens moet eindigen. En toen vroeg hij: ‘ik vraag me af wat er aan de andere kant van die muur is’... Dat is een goede vergelijking om ons mensen te laten zien hoe beperkt onze menselijke geest is, als we aan zoiets denken, aan wat er aan de andere kant van die muur is. Dat zet de zaken in het juiste perspectief. In Hebreeën 2 lezen we dat God tegen het engelenrijk zegt dat Hij mensen, fysieke mensen, gaat scheppen. Er een van de aartsengelen vond dat maar niets, hij wilde Gods plan niet en hij rebelleerde, zoals wij weten. Hij werd de vijand van de Grote God van dit universum. Hebreeën 2: 5 hier zegt God Want niet aan engelen heeft Hij de toekomende wereld, waarvan wij spreken, onderworpen. 6 Maar, iemand heeft ergens betuigd, zeggende: wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt? Dit komt uit de Psalmen, wij weten dat David in het veld was, om de schapen te hoeden, en hij keek met zijn ogen naar de hemel en hij stelde de vraag: ‘wat is de mens, dat Gij hem nog gedenkt?’ En dat is een goede vraag. Of des mensen zoon, dat Gij naar hem bezoekt? En let op wat er in vers 7 staat Gij hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen; met heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond, en Gij hebt hem gesteld over de werken Uwer handen; 8 alle dingen hebt Gij onder zijn voeten geworpen. Want daarin, dat Hij hem alle dingen heeft onderworpen, heeft Hij niets uitgelaten, dat hem niet onderworpen zij; en er is dat wezen dat Gods plan haatte en hij werd de vijand van God toen hij over dit plan hoorde. God vertelt De weg naar de kruisiging deel 3
1
ons: doch nu zien wij nog niet, dat hem de mens alle dingen onderworpen zijn; 9 Maar wij zien Jezus... Die een weinig minder dan de engelen gemaakt is, vanwege het lijden des doods en dat bekijken we vandaag, naar hoe Christus geleden heeft om deel te gaan worden van Gods plan, om een deel van dat plan te vervullen. En dat bespreken we in de preek vandaag. En de titel van de preek is de weg naar de kruisiging deel 3. God zegt .. met heerlijkheid en eer gekroond, opdat Hij door de genade Gods voor allen den dood smaken zou. Dit gaat over Jezus Christus en het offer dat Hij gegeven is, zodat u en ik hier vandaag kunnen zitten en deze woorden begrijpen. En het draait niet alleen om ons! Het gaat over allen die deel gaan uitmaken van de God Familie. Daarom is Hij gestorven. Vers 10 Want het betaamde Hem, om Welken alle dingen zijn, en door Welken alle dingen zijn, dat Hij, vele kinderen tot heerlijkheid leidende, den oversten Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen. En we gaan kijken naar wat Jezus Christus gedaan heeft, zodat u en ik vergeven kunnen worden van onze zonden. En ook gaan we kijken naar de eerste stappen in Gods plan om vele kinderen tot heerlijkheid te leiden. Wij weten dat de eerste fase van dat plan de opstanding van de 144.000 is. En dit staat voor de deur. 11 Want en Hij, Die heiligt, en zij, die geheiligd worden, zijn allen uit één; om welke oorzaak Hij Zich niet schaamt hen broeders te noemen. Wij begrijpen dat God Zijn Familie opbouwt, Hij bereidt een weg voor, voor allen die willen. Voor diegenen die deze manier van leven willen, die deel uit willen maken van Gods plan. Maar u en ik begrijpen dat er mensen zullen zijn die dit plan zullen afwijzen en geen deel willen uitmaken van de God Familie. Vers 12 Zeggende: Ik zal Uw naam Mijn broederen verkondigen; in het midden der Kerk zal ik U lofzingen. 13 En wederkom: Ik zal Mijn betrouwen op Hem stellen. En wederom: Zie daar, Ik en de kinderen, die Mij God gegeven heeft. God bouwt aan Zijn Familie en Hij zegt: zie daar, Ik en de kinderen, die Mij God gegeven heeft Wij moeten deel gaan worden van die Familie, de Familie van God. Vers 14 Overmits dan de kinderen des vleses en bloeds deelachtig zijn, zo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, en wij kijken naar Christus, op de weg naar zijn kruisiging. opdat Hij ook den dood te niet doen zou dengene, die het geweld des doods had, dat is, den duivel; degene die rebelleerde, Satan. 15 En verlossen zou al degenen, die met vreze des doods, door al hun leven, der dienstbaarheid onderworpen waren. 16 Want waarlijk, Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams aan. Het gaat over vlees en bloed, net zoals u en ik, broeders. 17 Waarom Hij in alles den broederen moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn, in de dingen, die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen. Zodat allen uiteindelijk vergeven kunnen worden van hun zonden. Zodat Hij een barmhartige en getrouwe Hogepriester kan zijn. 18 Want in hetgeen Hij Zelf, verzocht zijnde, geleden heeft, kan Hij dengenen, die verzocht worden, te hulp komen. Dit gaat over ons, over diegenen die deel zullen gaan uitmaken van de God Familie. Hebreeën 3: 1 Hierom, heilige broeders, die der hemelse roeping deelachtig zijt, aanmerkt den Apostel en Hogepriester onzer belijdenis, Christus Jezus; 2 Die getrouw is Dengene, Die Hem gesteld heeft, gelijk ook Mozes in geheel zijn huis was. 3 Want Deze is zoveel meerder heerlijkheid waardig geacht dan Mozes, als degene, die het huis gebouwd heeft, meerder eer heeft, dan het huis. 4 Want een ieder huis wordt van iemand gebouwd; maar Die dit alles gebouwd heeft, is God. Dit vertelt ons wie het gedaan heeft. En dat is zo prachtig in Psalm 8. Daar staat dit geschreven, daar komen deze woorden vandaan. En het is inspirerend voor ons, om te begrijpen wat de Grote God van dit universum aan het doen is en waarom Hij het doet. Het is een prachtig, prachtig iets om te begrijpen wat er gebeurd is. Het is prachtig om te begrijpen wat de engelen deden toen God dit plan aan hen openbaarde. Lucifer haatte het. Hij was geschapen en stond boven de andere engelen door zijn talent en vermogen. God had hem heel veel gegeven. Maar Gods plan, dat God mensen groter zou maken dan hem, stond Lucifer niet aan. Hij haatte wat er gedaan zou worden. 2
En ten tijde van Jezus waren er mensen die deze zelfde natuur hadden. Want daar komt dat vandaan. De Farizeeërs en de Sadduceeën in Jezus’ dagen. Het is hetzelfde verhaaltje. Die natuur. En toen Lucifer tegen de andere engelen zei: ‘kijk wat God aan het doen is!’.. zei hij tegen de andere engelen dat God iets van hen afnam, dat zij bepaalde dingen niet meer konden hebben. Zo werkt het. En wij weten dat een derde van de engelen samen met Lucifer rebelleerde. Lucifer werd Satan, de duivel, de vijand, de tegenstander van God, hij rebelleerde. En de rebellie was zo groot dat er geen leven op deze aarde meer was. Toen Satan deze aarde begon te vernietigen... wij kennen het verhaal. De aarde was er al, zoals wij weten. En toen begon God het puin dat in de atmosfeer geworpen was te scheiden, zodat er weer zonlicht op de aarde kon schijnen. God zette alles terug op zijn plaats. En in Genesis kan je over de scheppingsweek lezen en wat er gebeurde, toen Hij op de 6de dag de mens op de aarde plaatse. God heeft de mens op deze aarde geplaatst en Hij heeft 4.000 jaar gewacht, toen kwam Zijn Zoon, Jezus Christus, naar deze aarde. En God heeft profeten naar deze aarde gestuurd en wij weten dat de wereld die profeten afgewezen heeft. De mens heeft alles dat God stuurt afgewezen. Jezus Christus geeft Zijn leven voor Zijn Lichaam, het Lichaam van Christus, de Kerk van God. En God geeft ons alles, als wij het begrijpen. Toen David naar de sterren keek en vroeg: ‘wat is de mens...’ Ik hoop dat je begrijpt wat je gekregen hebt broeders. En er is niets dat niet onder de voeten van de mens geplaatst zal worden, als wij het begrijpen. En dit is in de laatste 6.000 jaar niet aan veel mensen aangeboden, omdat het niet Gods bedoeling was om veel mensen uit deze wereld te roepen. En daarom begrijpt de wereld het niet, omdat de wereld het niet weet. En zij weten niet dat het hun tijd nog niet is. En als wij te maken hebben met mensen van deze wereld moeten wij die zaken in het achterhoofd houden. Wij mogen nooit vergeten dat het hun tijd nog niet is. God heeft een plan en in de voorbije 6.000 jaar is Hij niet bezig geweest met het redden van deze wereld. Hij heeft apostelen en profeten uitgestuurd om over Zijn waarheid te spreken. De waarheid, de manier van leven die u en ik kennen, en die zo belangrijk voor u en mij is. En de tijd komt er aan dat de wereld naar God zal luisteren. Hij heeft de mens 6.000 jaar gegeven om zijn eigen gang te gaan, om onze eigen regeringen aan te wijzen, en vooral om de mensheid te bewijzen en te helpen leren dat de mens zichzelf niet kan regeren. Dat is onmogelijk. Als de mens zichzelf zou mogen regeren, dan hoef je alleen maar naar het nieuws te kijken: de mens zal de lucht zo verlichten, dan zou er niets meer in leven blijven broeders. En daar heb je de Bijbel niet voor nodig om dat te kunnen begrijpen. De mens zal zichzelf uiteindelijk vernietigen. Hij zal alle leven op deze aarde vernietigen als wij door zouden mogen blijven gaan. De mens kan geen vrede voortbrengen en het is alleen God die vrede kan brengen, door dit plan, waar jij deel van uitmaakt. Gods plan voor de mensheid. In deel 3 van deze preek ‘de weg naar de kruisiging’ bespreekt dit plan, waardoor er vrede naar deze aarde gebracht gaat worden. Gods Regering zal naar deze aarde komen. Laten we naar Johannes 12: 12 gaan. Hier waren we verleden week gebleven. Gods plan gaat voorwaarts. En in Johannes 12: 12 staat De volgende dag gedurende het daggedeelte van de 10de dag. Dit gebeurt op de 10de dag. En er staat toen de grote menigte, die voor het Feest gekomen was, hoorde, dat Jezus naar Jeruzalem kwam 13 namen zij palmtakken, gingen uit, Hem tegemoet, en riepen: Hosanna, gezegend Hij, de Koning van Israël die komt in de naam des Heren! Wij hebben in de vorige preek besproken dat zij deze profetieën in hun achterhoofd hadden. Zij wisten dat er een Koning zou komen, dat het ging over Degene die gezalfd was. Zij wisten dat deze Koning een eind zou maken aan de overheersing van de menselijke regeringen, in hun geval de heidenen, de Romeinen. Deze Koning zou Gods Regering op aarde oprichten. Zij kenden de profetieën en zij geloofden dat Jezus Christus naar Jeruzalem kwam om Koning te worden en de regering over te nemen. Dat is wat zij dachten. En zij waren zo opgewonden over deze profetieën omdat zij onderdrukt werden door de regering in hun dagen: het Sanhedrin en de Romeinen. Zij dachten dat ze bevrijdt zouden worden en hier is hun geprofeteerde Koning. Dat is wat zij dachten, dat zat in hun achterhoofd. De weg naar de kruisiging deel 3
3
14 En Jezus vond een jonge ezel en Hij ging erop zitten, gelijk geschreven is: 15 Wees niet bevreesd, dochter Sions, zie, uw Koning komt, gezeten op het veulen van een ezel. 16 Dit begrepen zijn discipelen aanvankelijk niet, maar toen Jezus verheerlijkt was, toen herinnerden zij zich, dat dit met het oog op Hem geschreven was en dat zij dit met Hem gedaan hadden. Sprekende over Jezus Christus. Pas later begrepen ze wat Hij gezegd en waarom Jezus Christus dat gezegd had. 17 De schare dan, die bij Hem was geweest, toen Hij Lazarus uit het graf geroepen en hem uit de doden opgewekt had, getuigde daarvan. Zij waren getuigen van wat er gebeurd was, zij hadden gezien wat er gebeurd was. Lazarus was dood en nu was hij weer levend. Zij wisten deze dingen. Ze hadden het zien gebeuren. En het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje. Heel snel! Vers 23 Maar Jezus antwoordde hun en zeide: De ure is gekomen, dat de Zoon des mensen moet verheerlijkt worden. 24 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft zij op zichzelf; maar indien zij sterft, brengt zij veel vrucht voort. 25 Wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat, maar wie zijn leven haat in deze wereld, zal het bewaren ten eeuwigen leven. 26 Indien iemand Mij wil dienen, hij volge Mij, en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. En dit hebben we in de vorige preek gelezen. En als je hier bent om jouw eigen leven te redden, zal je het verliezen. Maar als je hier bent omdat je het gelooft en begrijpt dat dit de Kerk van God is, Gods Kerk, dat dit de correcte manier van leven is, de weg die God wil dat wij inslaan... hij volge Mij Jezus Christus en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. Indien iemand Mij dienen wil, de Vader zal hem eren. Vers 27 Dit is waar Jezus voorspelt dat Hij aan een paal genageld zal worden en sterven. Hij zegt: Nu is Mijn ziel ontroerd, en wat zal Ik zeggen? hij stelt een vraag: Vader, verlos Mij uit deze ure! Dit is de vraag. Maar hiertoe Hij beantwoordt de vraag Maar hiertoe ben Ik in deze ure gekomen. Hij begreep wat Hij moest doen 28 Vader, verheerlijk Uw naam! En Hij begreep dat er geen enkele andere manier was. Hij begreep dat Hij veel zou moeten lijden en Hij begreep dat dit was zodat God Zijn plan voorwaarts kon laten gaan, om vele kinderen tot heerlijkheid te leiden. En daarom zijn wij hier. Om in de God Familie gebracht te worden. Jezus begreep wat Hij moest doen. Toen kwam een stem uit de hemel: Ik heb het verheerlijkt, en Ik zal het nogmaals verheerlijken! 29 De schare dan, die daar stond en toehoorde, zeide, dat er een donderslag geweest was; anderen zeiden: Een engel heeft tot Hem gesproken. 30 Jezus antwoordde en zeide: Niet om Mij is die stem er geweest, maar om u. En dit is voor ons, vandaag, geschreven, zodat wij kunnen begrijpen wat er gebeurd is en waarom het zo gebeurd is. En Hij zei: 31 Nu gaat er een oordeel over deze wereld; nu zal de overste dezer wereld buitengeworpen worden; Jezus Christus zet het proces in gang om met Satan af te rekenen. Wij weten welk lot Satan beschoren is. Wij kennen de rest van het verhaal. En laten we kijken wat Hij zei: 32 en als Ik van de aarde verhoogd ben, Hij wist hoe Hij zou sterven. Hij wist ook dat Hij verhoogd zou worden. En als Ik van de aarde verhoogd ben, zal Ik allen tot Mij trekken. Door het plan van God, die ernaar verlangt deel te worden van de God Familie. Hij zal het mogelijk maken. 33 En dit zeide Hij om aan te duiden, welke dood Hij sterven zou. Wij zien dat Hij begreep wat Hij moest doen. 34 De schare dan antwoordde Hem: Wij hebben uit de wet gehoord, dat de Christus tot in eeuwigheid blijft; hoe kunt Gij dan zeggen, dat de Zoon des mensen moet verhoogd worden? Zij vroegen Wie is deze Zoon des mensen? 35 Jezus dan zeide tot hen: Nog een korte tijd is het licht onder u. Wandelt, terwijl gij het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalle; en wie in de duisternis wandelt, weet niet, waar hij heengaat. 36 Gelooft in het licht zolang gij het licht hebt, opdat gij kinderen des lichts moogt zijn. Dit sprak Jezus en Hij ging heen en verborg Zich voor hen. 37 En hoewel Hij zovele tekenen voor hun ogen gedaan had, geloofden zij niet in Hem. Vers 38 opdat het woord van de profeet Jesaja vervuld werd, dat hij sprak: daarom werd het op die manier gedaan: om de profetieën te vervullen. En er staat: Here, wie heeft geloofd, wat hij van ons hoorde? En aan wie is de arm des Heren geopenbaard? 39 Hierom konden zij niet geloven, 4
omdat Jesaja elders gezegd heeft: 40 Hij heeft hun ogen verblind en hun hart verhard, dat zij niet met hun ogen zien, met hun hart verstaan en zich bekeren, en Ik hen geneze. 41 Dit zeide Jesaja, omdat hij zijn heerlijkheid zag en van Hem sprak. 42 En toch geloofden zelfs uit de oversten velen in Hem, maar ter wille van de Farizeeën kwamen zij er niet voor uit, om niet uit de synagoge te worden gebannen; En let op wat er in vers 43 staat want zij waren gesteld op de eer der mensen, meer dan op de eer van God. En wij begrijpen het plan van God en wij begrijpen dat er niet veel mensen geroepen zouden worden in die eerste fase van Gods plan, behalve de 144.000, die deel zullen gaan uitmaken van de God Familie, aan het begin van het Millennium. Wij begrijpen ook de rest van Gods plan. 44 Jezus riep en zeide: Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Mij, maar in Hem, die Mij gezonden heeft; 45 en wie Mij aanschouwt, aanschouwt Hem, die Mij gezonden heeft. Het gaat over God de Vader, en Hij zei: 46 Ik ben als een licht in de wereld gekomen, opdat een ieder, die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijve. 47 En indien iemand naar Mijn woorden hoort, maar ze niet gelooft, Ik oordeel hem niet, en wij begrijpen waarom – omdat God een plan heeft om allen die deel uit willen maken van de God Familie, in Zijn Familie te brengen. En u en ik kennen dat plan. Wij weten wanneer er geoordeeld gaat worden, in de Grote Witte Troon. En Hij zei: want Ik ben niet gekomen om de wereld te oordelen, En Hij doet dat nu niet, maar er komt een tijd waarin dit gedaan zal worden. Maar dat is nog niet nu... doch om de wereld te behouden. Hij heeft een plan, dat in werking is. Broeders, dit om veel kinderen tot de heerlijkheid te brengen. Net zoals Hij gezegd heeft. En dit is het begin van dat plan. 48 Wie Mij verwerpt en Mijn woorden niet aanneemt, heeft een, die hem oordeelt: het woord, dat Ik heb gesproken, dat zal hem oordelen ten laatsten dage. En wij weten wanneer dit zal zijn. 49 Want Ik heb niet uit Mijzelf gesproken, maar de Vader, die Mij heeft gezonden, heeft zelf Mij een gebod gegeven, wat Ik zeggen en spreken moet. 50 En Ik weet, dat Zijn gebod eeuwig leven is. Zodat God dit kan laten gebeuren en eeuwig leven kan geven. Eeuwig leven aan hen die deze manier van leven willen... om vele kinderen tot heerlijkheid te brengen. Wat Ik dan spreek, spreek Ik zó, als de Vader Mij gezegd heeft. En hier waren we in de vorige preek gebleven. Op een dag zullen we precies weten wat er gebeurd is in de geschiedenis. Het is allemaal neergeschreven door de mens, maar dat is een partijdig verhaal. Maar op een dag zullen we werkelijk weten wat er gebeurd is met Gods mensen. Het zal het ware verhaal zijn, zonder de vooringenomenheid, die in al de boeken die in het verleden geschreven zijn. En we zullen de waarheid ontdekken, we zullen horen wat waar en niet waar is en wat er wel en niet gebeurd is. Je kan de geschiedenis van en in de VS lezen en dan naar Engeland lezen en daar die geschiedenis lezen... en dan heb je twee verschillende verhalen. En zo is het altijd geweest. Maar u en ik, aan het eind van dit tijdperk, zijn getuigen van deze tijd. En mensen in het Millennium zullen weten wat er plaatsgevonden heeft in deze tijd. En jij zal willen weten wat er in het verleden gebeurd is. En wij zullen het horen. En ik kijk uit naar die tijd, het moment dat we eindelijk de ware verhalen zullen kunnen horen. Er zijn mensen die de grote apostase hebben meegemaakt die plaatsgevonden heeft in de Kerk van God. Sommigen van hen zitten in deze zaal. En vele, vele jaren geleden werd daarover geschoven in dit boek en sommigen van ons hebben dit meegemaakt. Laten we naar Marcus 11: 11 gaan en verdergaan met het verhaal. Marcus 11: 11 En Jezus kwam Jeruzalem binnen en ging de tempel in; Jezus is dus in Jeruzalem. En dit is bijna aan het einde van de dag dat Hij op een ezel door Jeruzalem reed en mensen juichten en zeiden dat Hij de Koning was, de geprofeteerde Koning. Dit is aan het eind van die dag en Jezus ging kijken wat er gebeurde in de tempel. En Hij zei niets tot de volgende dag, maar Hij zag wat men deed in de tempel. Vers 12 En de volgende dag, dit is de volgende dag, de 11de dag van de 1ste maand. Dit is op Zondag. ...toen zij uit Bethanië gingen, kreeg Hij honger. Dit is het moment dat ze weer Jeruzalem binnenkomen. Zij reisden op en neer en Hij kwam weer terug uit Bethanië. En Hij had honger. 13 En toen Hij in de verte een vijgenboom zag die bladeren had, En deze vijgenboom speelt een grote rol voor u en mij in de Kerk van God. En Jezus gebruikt deze vergelijking later, daar zullen we het zo over hebben. En ik heb me vaak afgevraagd waarom dit met de vijgenboom gebeurd is, wat de De weg naar de kruisiging deel 3
5
belangrijkheid daarvan was en wat het te maken heeft met het plan van God. ...ging Hij erheen om te zien of Hij er ook iets aan zou vinden; en let op. Hij ging kijken om te zien of er vruchten aan hingen. ...en erbij gekomen, vond Hij niets dan bladeren, het gaat over vruchten voortbrengen, maar er staat want het was niet de tijd voor vijgen. 14 En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Laat niemand meer vrucht van u eten in eeuwigheid! En Zijn discipelen hoorden het. Zij hoorden wat Hij zei. Mijn vraag aan jullie is, waarom zou Jezus zoiets met die vijgenboom doen? Jezus ging de tempel, in Jeruzalem binnen en Hij keek naar alles. En toen het avond geworden was, ging Hij terug naar Bethanië met de twaalf. En ’s morgens, toen zij uit Bethanië kwam. En toen Hij in de verte een vijgenboom zag die bladeren had, dit was op Zondagochtend ... en erbij gekomen, vond Hij niets dan bladeren, Hij hoopte dat Hij vruchten aan de boom zou vinden, die er niet waren en dus zei Hij Laat niemand meer vrucht van u. Vers 15 En zij kwamen in Jeruzalem; en toen Jezus de tempel binnengegaan was, let op wat Hij gaat doen.. begon Hij hen die in de tempel verkochten en kochten, naar buiten te drijven; en de tafels van de wisselaars Hij keek rond, zoals we gelezen hebben, de avond daarvoor en nu komt Hij weer naar de tempel en Hij rekent met hen af. Hij had deze dingen zien gebeuren op de Sabbat maar Hij rekende niet met hen af op Sabbat. Hij ging aan het eind van de Sabbatdag terug naar Bethanië. Maar nu zijn we weer op de Zondag aangekomen. En zij kwamen in Jeruzalem; en toen Jezus de tempel binnengegaan was, Hij hen die in de tempel verkochten en kochten, naar buiten te drijven; en de tafels van de wisselaars en de stoelen van hen die de duiven verkochten, keerde Hij om, 16 en Hij liet niet toe dat iemand enig voorwerp door de tempel droeg. Wij kunnen dit als een gewoon verhaaltje lezen, maar kan je je voorstellen dat Hij de tempel in ging en dit deed? Kordaatheid, brutaalheid, om zoiets te doen. Dit was de plaats van aanbidding en deze Joden waren zeer vroom, alhoewel ze de dingen die moesten gebeuren bezoedeld. En Jezus neemt hier het heft in handen en Hij staat niet toe dat iemand dat soort dingen nog doet in de tempel. 17 En Hij gaf onderwijs en zei tegen hen: Staat er niet geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden voor alle volken? Hij noemt het Mijn huis, zo dat maakte de Joden helemaal van streek, fat hij zoiets zei.. Maar u hebt er een rovershol van gemaakt. Jezus vertelt de Farizeeën en de Sadduceeën dat wat zij doen fout is en dat konden ze echt niet waarderen, broeders. Hij vertelde hen dat hun ideeën over God fout waren. Dat is precies wat Hij hen zegt. En Hij zei: Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden Hij vertelt hen dat zij het tot een rovershol gemaakt hebben. 18 En de schriftgeleerden en de Farizeeërs hoorden Hem en let op wat er in hun hart en gedachten was. Dit vonden ze niet fijn, net zoals Satan het plan van God maar niets vond. Wat Jezus Christus zei en deed vonden ze niets. ...en zochten naar een manier om Hem om te brengen, en wij begrijpen dat zij Hem wilden doden. Dat is wat zij wilden doen. want zij waren bevreesd voor Hem, omdat heel de menigte versteld stond over Zijn onderricht. En de mensen waren aangedaan over wat Jezus te zeggen had. God bracht het naar buiten en daarom waren zij aangedaan. Maar zij begrepen de waarheid, die u en ik wel begrijpen, niet. Zij zagen niet wat wij zien. Maar God zorgde ervoor dat zij versteld, aangedaan, waren door de dingen die gebeurden. 19 En toen het laat geworden was, ging Hij naar buiten, de stad uit. Laten we naar Mattheus 21 gaan en het verhaal verder lezen in Mattheus. Het kan wat verwarrend zijn, al deze gebeurtenissen, maar u en ik begrijpen wat er gezegd wordt. Wij begrijpen wat het betekent. Wij kennen het plan van God, wij begrijpen de Feestdagen en wat deze uitbeelden. En dat geldt ook voor Judas, Als wij alle gebeurtenissen op een rijtje zetten, dan is het inspirerend om te zien hoe alles gebeurde. Het helpt als wij begrijpen waarom God het doet en waarom Hij het op die manier doet. Hij doet het om bepaalde dingen te laten gebeuren. Mattheus 21: 12 En Jezus ging in den tempel dit is na de vijgenboom, op dezelfde dag, Zondag de 11de, en dreef uit allen, die verkochten en kochten in den tempel, Laten we verdergaan in het vers, en zien dat Hij genas: vers 14 En er kwamen blinden en kreupelen tot Hem in den tempel, zij zagen deze dingen en Hij genas dezelve. Zelfs na al deze gebeurtenissen, nadat Hij met deze problemen in de tempel afgerekend had, begon Hij te genezen. 6
En er kwamen blinden en kreupelen tot Hem in de tempel om genezen te worden. De Farizeeën zagen wat er gebeurde en ze stonden op hun achterste poten. Ze werden kwader en kwader. De demonenwereld stond op haar achterste poten, werd meer en meer opgejut terwijl Jezus Christus deze dingen deed. En ook de Joden werden opgejut. En God jut hun wrok en woede ten opzichte van Jezus Christus op, door de dingen die Jezus doet. God gebruikt al deze gebeurtenissen om te leiden tot wat er zal gebeuren, precies zoals beschreven staat in dit boek. Precies zoals beschreven staat, op het uur nauwkeurig. Jezus Christus genas diegenen die naar de tempel kwamen. 15 Als nu de overpriesters en schriftgeleerden zagen de wonderheden, die Hij deed, en de kinderen, roepende in den tempel, en zeggende:... en let op wat er gebeurt. Jezus Christus veroorzaakte beroering. En let op wat de kinderen zeiden: Hosanna den Zone Davids! Hierdoor werden ze zeer kwaad. Ze zagen dit gebeuren, ze hoorden wat de kinderen zeiden. En de Farizeeërs, de Sadduceeën, de schriftgeleerden en de priesters waren erg ontevreden. Sommige vertalingen zeggen verontwaardigd. Met andere woorden, met ze waren niet blij met wat zij zagen en ze werden zeer, zeer boos.. Dat is wat dit betekent. Zij waren totaal opgejut. Mensen werden genezen, Jezus Christus hielp mensen. Je zou toch denken dat zij blij waren om deze dingen te zien?! Mensen die nooit hadden kunnen lopen konden lopen, mensen die niet konden zien, konden nu zien?! Zouden ze niet blij en opgewonden moeten zijn om dit soort dingen te zien gebeuren? Maar dat was niet het geval. Zij dachten dat hun positie, hun autoriteit op het spel stond. Net zoals Satan. Satan dacht dat zijn autoriteit ondermijnd werd, dat zijn positie in gevaar was. En deze mensen werden beïnvloed door de demonen, die een vijand van God zijn geworden. 16 En zeiden tot Hem: Hoort Gij, wat dezen de kinderen zeggen? En Jezus zeide tot hen: Ja; hebt gij nooit gelezen: Uit den mond der jonge kinderen en der zuigelingen hebt Gij U lof toebereid? Jezus haalt het Oude Testament aan. 17 En hen verlatende, ging Hij van daar uit naar de stad, naar Bethanië, en overnachtte aldaar. Hij gaat terug. Mattheus kijkt ook naar de gebeurtenis eerder die morgen, bij de vijgenboom. Hier wordt dus teruggekeken naar die ochtend en er staat vers 18 En des morgens vroeg, als Hij wederkeerde naar de stad, hongerde Hij. Dit was eerder op de dag, ’s morgens, dat dit plaatsgevonden had. Dat begrijpen wij. Hij zag de vijgenboom en dit is het moment dat vijgenboom verdorde. Ze gingen heen en weer tussen Bethanië en Jeruzalem. En op de ochtend dat zij naar Jeruzalem gingen, werd dit gezegd. Het is een beetje moeilijk te volgen. Dit is op de 12 de, de Maandagochtend, dat zij terug naar Jeruzalem gaan. Andere verzen maken dit duidelijk, maar we hebben geen tijd om die op te slaan. 20 En de discipelen, dat ziende, verwonderden zich, zeggende: Hoe is de vijgenboom zo terstond verdord? Zij konden zien wat er gebeurde. En tussen de nacht en de volgende ochtend, toen zij naar Jeruzalem gingen, vanuit Bethanië, waren de bladeren verdord en zij zeiden: ‘kijk, hoe snel dit gebeurd is.’ 21 Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij geloof hadt, en niet twijfeldet, gij zoudt niet alleenlijk doen, hetgeen den vijgenboom is geschied; maar indien gij ook tot dezen berg zeidet: Word opgeheven en in de zee geworpen! het zou geschieden. En de meeste mensen hebben niet in de gaten wat Hij hier zegt. 22 En al wat gij zult begeren in het gebed, en let op wat er gezegd wordt gelovende, zult gij ontvangen. Tenzij het Gods wil en doel is kunnen u en ik nog niet in zo’n geloof bidden. Laten we teruggaan naar Marcus 11 en nog eens naar de gebeurtenis met de vijgenboom kijken. Marcus 11: 20 en dit is dus Maandagmorgen, de 12de. En er staat: En des morgens vroeg dit is Maandagmorgen. Twee dagen voor het Pascha. Twee dagen voor de 14 de. voorbijgaande, zagen zij, dat de vijgenboom verdord was, van de wortelen af. 21 En Petrus, zulks indachtig geworden zijnde, zeide tot Hem: Rabbi! zie, de vijgenboom, dien Gij vervloekt hebt, is verdord. Zij zagen wat er gebeurd was. Waarom zou Jezus Christus een vijgenboom vervloeken? Alles wat Jezus Christus deed had een doel. En wij zullen zien waar dit werkelijk over gaat. Het is goed om te begrijpen wat Jezus Christus uitlegt en wat Hij aan de discipelen geeft. Laten we naar Johannes 15 gaan. We zullen lezen wat Jezus Zijn discipelen vertelde op de Paschavond, kijkende naar de vijgenboom. En in dit geval heeft Hij het over de wijnstok. Hij legt uit wat deze dingen voorzeggen. Want alles dat Jezus Christus deed had te maken met wat Hij moest De weg naar de kruisiging deel 3
7
vervullen als ons Pascha. De reden waarom Jezus Christus deze dingen deed is omdat het een volk zou voorbereiden, dat de Gods Familie in zal gaan, die deel zullen gaan uitmaken van de Familie van God. En het draait altijd over het Koninkrijk van God, als we het begrijpen. Waarom zou Jezus de vijgenboom vervloeken? Jezus had altijd een doel, zoals ik al zei. En Hij vertelt ons dat de enige ware vruchten in het leven door Hem komen. Alleen zo kunnen wij die vruchten hebben. En daar draait het om. Dat is de enige manier waarop je die vruchten kan hebben. We zullen beginnen in Johannes 15: 1 het draait allemaal om de vruchten. Daar draait het om. Het gaat om de vruchten die door Jezus Christus komen. Alleen door Hem. En daar draait het om, de gebeurtenis met de vijgenboom. Hier gebruikt Hij het voorbeeld van de wijnstok en Hij zegt: Ik ben de ware Wijnstok. En Mijn Vader is de Landman de wijngaardenier. Degene die de wijnstokken snoeit en voor ze zorgt. En Hij zegt dat Hij de Wijnstok is. 2 Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; de delen die geen vruchten voortbrengen zijn dood en die moeten weggenomen worden, juist omdat er geen vruchten voortgebracht worden. En datgene wat geen vruchten wil dragen... alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg dat zou ons op onze knieën moeten brengen, als we begrijpen wat er gezegd wordt. Als wij geen vruchten voortbrengen, als wij ons niet onderwerpen aan Gods geest, als wij ons niet onderwerpen aan God en er niet naar streven te groeien en vruchten voort te brengen... want dat is namelijk het hele punt. Eens wij geroepen zijn moeten wij vruchten voortbrengen en zonden uit ons leven bannen. Dat is wat wij moeten doen. Gods geest leeft in ons. Dat is Gods wil, dat is Gods doel, dat Hij Zijn geest in ons leeft. En Hij maakt het heel duidelijk dat als Hij Zijn geest geeft, dat altijd vruchten moet voortbrengen. Als wij Gods geest hebben, zullen wij groeien. Gods geest doet de mens groeien. Dat gebeurt automatisch. En het enige probleem zijn wij zelf, ons verzet, onze zonden. En dat moet veranderen. En daar draait dit (Pascha) seizoen, dat voor de deur staat, om. Wij staan vlak voor de Dagen van Ongezuurde Broden. En die draaien om de zonden uit ons leven bannen. En als Gods geest er is, zullen wij groeien en leren en dat is opwindend! De waarheid is altijd opwindend, als je groeit, en is inspirerend. En als jij je onderwerpt aan Gods geest zullen de woorden in dit boek tot leven komen. En Jezus zei: alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg en dat is zeer sober, als we naar de vijgenboom kijken. Wij zien de resultaten van wat er gebeurd is. ... en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, snoeit Hij, zodat er vruchten voortgebracht kunnen worden. De delen die groei tegenhouden worden weggehaald. ... die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage. En u en ik begrijpen dat. En Hij zei: 3 Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb. U bent rein door het woord dat Ik tot u gesproken hebt ALS wij dit aannemen. Des te meer wij eenheid met God hebben, des te ‘reiner’ wij worden. Des te meer één wij met God worden. En er staat verder: 4 blijft in Mij dat is ons deel en Ik in u. Wij moeten daar ook naar verlangen. Wij moeten onze zonden uit ons leven willen bannen, niet te zondigen. Wij moeten ons willen bekeren. Wij moeten zonden willen overwinnen. En wij moeten doen, zoals de Dagen van Ongezuurde Broden uitbeelden, uit Egypte komen. Want dat is wat deze dagen uitbeelden... uit zonden komen! En ons hele leven lang moeten wij uit Egypte komen. Dat is niet iets dat wij alleen tijdens die week doen. Wij moeten constant uit Egypte komen. Het is een levenslang proces van uit zonden komen. En als wij ons verzetten tegen de heilige geest, als wij niet in God blijven... God heeft ons de gelegenheid gegeven ons te bekeren, ons bekeren van zonden. Daarom is Jezus Christus gekomen en gestorven. Voor u en mij, zodat wij berouw kunnen hebben en ons kunnen bekeren. Hij is als ons Pascha gekomen, zodat wij vergeven kunnen worden, zodat wij voorwaarts kunnen gaan in de waarheid. En daarom moeten u en ik constant tot God gaan en berouw hebben. En om te zien hoe wij in elkaar zitten als fysiek mens. Hij zegt: Blijft in Mij en Ik in u dat is waar God naar verlangt, om in ons te leven. En wij moeten ons bekeren, en vergeving ontvangen. En Hij zei: 6 Zo iemand niet in Mij blijft, die is buiten geworpen, gelijkerwijs de rank, en is verdord net zoals de vijgenboom. God heeft ons de mogelijkheid gegeven dat wij ons kunnen bekeren, dat onze zonden vergeven kunnen worden, zodat wij voorwaarts kunnen gaan in de waarheid. Daarom moeten u en ik constant berouw hebben en ons bekeren voor God om te zien wat wij zijn als fysieke mensen. En Hij zei: 4 8
Blijft in Mij, en Ik in u, gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in de wijnstok blijft, alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft als wij weigeren om te leven zoals God zegt dat wij moeten leven.. de eerste vier Geboden gaan over onze relatie met God en de laatste zes Geboden gaan over onze relaties met elkaar. Hoe wij met elkaar moeten omgaan, met andere mensen, anderen op deze aarde. Leven wij zoals God zegt dat wij moeten leven? Het is een beproeving voor u en mij, om in dit leven te doen wat God zegt. Want als wij dat niet doen zondigen wij en snijden wij onszelf af van God. Als wij niet in Christus blijven en Hij niet in ons.. het is heel simpel. Ofwel houden wij van elkaar of niet. En als wij niet van elkaar houden hebben wij serieuze problemen, omdat wij onszelf afsnijden van God, van de stroom van Gods geest. En dan zijn wij net zoals de vijgenboom, wij beginnen te verdorren. Als wij ons niet bekeren, geen berouw hebben, zullen wij sterven, net zoals de vijgenboom. 7 Indien gij in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden. En alleen dan grijpt God in, in ons leven, als wij één met hem zijn. Als wij in God leven en Jezus Christus en Zij in ons. En dit betekent dat wij ons moeten bekeren zodat onze zonden vergeven kunnen worden. God is getrouw in het vergeven van onze zonden, als wij ons bekeren. En er staat.. 8 Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, En wij zullen deze verzen op de Paschaavond lezen... dat gij veel vrucht draagt; want daar draait het om. Om vruchten dragen en jezelf aan God onderwerpen, zodat Hij je kan zegenen. God wil dat wij vruchten dragen en daar gaan de Dagen van Ongezuurde Broden, het Pascha seizoen, over. Het gaat over vergeving van onze zonden, zodat wij een vol en overvloedig leven kunnen hebben. Vers 9 gelijkerwijs de Vader Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde/Mijn agapé. Dat komt van God, door Jezus Christus. Die liefde kunnen u en ik niet voortbrengen. Die agapé, die liefde komt van God. En het woord blijft heeft dezelfde betekenis als blijft in Mij en Ik in u. Blijf in Mij en Ik blijf in jou. Met andere woorden, het betekent ‘blijft in Mij en Ik zal in u blijven’ Maar de keuze is aan ons broeders. 10 Indien gij Mijn geboden bewaard ... indien het belangrijke woord INDIEN! Wij moeten ons bekeren van onze zonden. Wij hebben ons Pascha nodig, zodat wij vergeven kunnen worden. Wij moeten begrijpen wat er gebeurd is, wat Jezus Christus heeft moeten doorstaan, wat Hij moest meemaken, zodat wij vergeven kunnen worden. Als gij Mijn geboden bewaard, zo zult gij in Mijn agapé blijven Door Gods wet. Zijn liefde heeft te maken met de wet. Relaties hebben ook te maken met Gods liefde. Want Gods liefde is een opofferende liefde, als wij het begrijpen. ... gelijkerwijs Ik de Geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde. 11 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijven/leven/wonen dat is Gods liefde, dat is waar Hij naar verlangt voor ons en uw blijdschap vervuld worde. God heeft ons geroepen om ons uiteindelijk vrede te geven. Er is een vrede die komt met Gods manier van leven, door Gods geest. En u en ik begrijpen dat. En het maakt niet uit wat voor beproevingen wij hebben. Wij hebben altijd een zekere soort vrede, wat de omstandigheden ook zijn waarin wij ons bevinden. Want u en ik begrijpen wat God doet. Wij begrijpen dat God een plan heeft, maar wij begrijpen ook dat er een manier is waarop God zegt dat wij moeten leven met elkaar. En Hij laat dit ons weten door de woorden in Johannes. En Hij zegt: 12 dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb. En dat is een moeilijke opdracht. En dat is iets dat u en ik niet kunnen bereiken zonder Gods hulp! Efezen 5: 1 Zijt dan navolgers Gods, als geliefde kinderen; 2 en wandelt in agapé, de liefde, gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft, en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk en dat is welgevallig in Gods ogen. Het is welgevallig als wij ons eigen willetje willen opgeven, onze gedachten, onze ideeën, ons oordeel en ervoor kiezen om volgens Gods manier te leven. Dit zijn zeer belangrijke woorden, die Jezus Christus ons op de Paschanacht gegeven heeft. Hij vertelt ons dat wij onszelf moeten onderzoeken voor wij het Pascha vieren. Hij vertelt ons dat wij onszelf moeten onderzoeken, zodat wij recht in onze schoenen staan ten opzichte van God en ten opzichte van elkaar. Wij zouden niets tegen iemand in het Lichaam van Christus, of tegen iemand in de wereld mogen hebben, broeders!
De weg naar de kruisiging deel 3
9
Johannes 15: 12 Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb. En dat is een moeilijke opdracht en wij weten dat. En Hij zegt: 13 Niemand heeft meerd liefde dan deze, dat iemand zijn leven geven voor zijn vrienden. 14 Gij zijt Mijn vrienden ALS gij doet wat Ik u gebiede. Laten we naar 1 Johannes 4: 20 gaan en kijken wat God daar zegt: Indien iemand zegt: Ik heb God lief; en zijn broeder haat, de correcte betekenis is ‘weigeren je broeder lief te hebben’ Indien iemand zegt: ik heb God lief; en zijn broeder weigert lief te hebben, die is een leugenaar; want die zijn broeder niet liefheeft, dien hij gezien heeft, hoe kan hij God liefhebben, Die hij niet gezien heeft? 21 En dit gebod hebben wij van Hem, namelijk dat die God liefheeft, ook zijn broeder liefhebbe. 1 Johannes 5: 1 Een ieder, die gelooft, dat Jezus de Christus is, is uit God geboren; en u en ik zien en geloven deze dingen in ons leven en ieder, die Hem liefheeft, die deed geboren worden, wij geloven dat wij God liefhebben, wij zeggen dat wij God liefhebben, dan zullen wij (ook) degene liefhebben, die uit Hem geboren is. En als wij dit doen, dan begrijpen wij dat wij Familie zijn. Kijk eens om je heen broeders, dit is jouw Familie. En God geeft ons instructies over hoe wij met elkaar moeten leven. Wij begrijpen dat relaties zo belangrijk zijn voor God. Daarom is Jezus Christus gestorven, zodat God de Vader en Jezus Christus in ons kunnen wonen. En God laat ons zien hoe wij op de correcte manier met elkaar moeten omgaan. Johannes 15: 10 laten we eens kijken wat Jezus gezegd heeft Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde. 11 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve, en uw blijdschap vervuld worde. 12 Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb. 13 Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven geve voor zijn vrienden. 14 Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede. Zoveel dingen die Christus gezegd heeft, vooral op de Pascha avond, hebben te maken met relaties in het Lichaam van Christus, relaties van u en mij, de Kerk van God. En Hij zei in Marcus 11: 25 En wanneer gij staat om te bidden, vergeeft en dat woord vergeeft is een zeer belangrijk woord.. indien gij iets hebt tegen iemand; met andere woorden, dat betekent dat jij constant een vergevende houding moet hebben in je leven. Vooral in de Kerk van God. Wij moeten begrijpen dat wij nooit, nooit iets tegen iemand moeten hebben. Als wij dat doen, dan is dat een zonde. Wij hebben daar het recht niet toe! Wij hebben het recht niet ook maar iets tegen iemand te hebben. En dat is wat God ons zegt! Wij hebben het recht niet om iets tegen iemand te hebben, vooral als het gaat om mensen die God geroepen heeft. U en ik mogen dat nooit doen, omdat het tegen God en Jezus Christus is, als wij dat doen. En zij alleen hebben het ultieme recht om iemand te vergeven. Er staat En wanneer gij staat om te bidden, vergeeft, indien gij iets hebt tegen iemand, omdat wij het recht daar niet toe hebben. En dat is precies wat Hij zegt... opdat ook uw Vader, Die in de hemelen is, ulieden uw overtredingen vergeve. En zo werkt het. Want als jij niet vergeeft 26 Indien gij echter niet vergeeft, zal ook uw Vader, die in de hemelen is, uw overtredingen niet vergeven. En dat zou ons sober moeten stemmen. Laten we teruggaan naar Mattheus 26: 1, dit is de avond van de dag voor het Pascha begon. De avond van de dag, de 13de dag. Pascha begint op de 14de, ’s avonds, zoals wij weten, bij zonsondergang op de 14de dag van de 1ste maand van Gods kalender. Op de 13 de dag, als de dag begint, de 13de dag van de 1ste maand, onderwees Jezus Zijn discipelen op de Olijfberg. Die avond ging Hij niet terug naar Bethanië, dat, zoals we in de laatste preek gehoord hebben, ongeveer 4 kilometer ver ligt. Maar deze nacht blijft Hij op de Olijfberg. Zij bleven op de Olijfberg. Jezus richtte zich op Zijn dood en Hij spreekt over dingen die gebeurd zijn. Hij spreekt over bepaalde dingen. Mattheus 26: 1 En het geschiedde, als Jezus al deze woorden geëindigd had, dat Hij tot Zijn discipelen zeide: dit is op de 13de. Hij zegt: 2 gij weet, dat na twee dagen het Pascha is in veel vertalingen staat ‘het feest van Pascha’, maar de woorden ‘het feest van’ 10
zijn toegevoegd en de Zoon des mensen zal overgeleverd/verraden worden, om gekruisigd te worden. Met andere woorden, hij spreekt op de 13de over de 14de dag, want dan zal Hij sterven. Hij zal aan een paal gehangen worden en sterven. Hij spreekt dus over wat er de komende twee dagen zal gebeuren. En Hij zei: de Zoon des mensen zal verraden worden. En iemand heeft mij een email gestuurd over dit woord ‘gekruisigd’. Zij begrijpen namelijk, en zij zijn al een tijdje in de Kerk van God, dat wij niet van dat woord houden. Wij houden er niet van hoe dit woord gebruikt wordt, om wat het vertegenwoordigt. En zij begrijpen dit. Maar het woord in de Griekse taal is, als je het wil neerschrijven.. en ik heb geen idee hoe ik het moet uitspreken, dus zal ik het spellen. Het woord is ‘stauroo’ En dat woord betekent ‘aan een paal hangen’. Of ‘aan een boom hangen’. Dat is de betekenis. Dus elke keer je het woord ‘gekruisigd’ ziet staan, is dat wat het betekent: ‘aan een boom of paal hangen’. Maar het plaatje dat je voor ogen hebt is niet het juiste plaatje! Jezus Christus is aan een paal gehangen. Jezus Christus werd aan een paal gehangen, met Zijn armen, Zijn handen, samen boven Zijn hoofd. En niet zoals de protestanten en katholieken beweren, met zijn armen in een ‘T’. Zo is het niet gebeurd. Zijn handen waren samen, boven Zijn hoofd. En het woord heeft te maken met ‘een paal’ of ‘aan een paal gehangen’. Er werden spijkers door Zijn beide handen geslagen, beide handen waren samen, boven Zijn hoofd... en niet als een T, wat je op alle plaatjes ziet. Zijn voeten werden op elkaar gelegd, en er werd een spijker doorgeslagen. Zo heeft men het gedaan. En toen kwam men langs om de benen te breken. Want men wilde dat allen van de paal gehaald en in het graf gelegd werd. En u en ik weten waarom, wij begrijpen hoe het in elkaar zit. Er kwam namelijk een Feestdag aan. De Joden wilden niet dat er nog iemand aan de palen zou hangen op hun Feestdag. Dus kwamen de Romeinse soldaten langs om de benen te breken. En als je begrijpt hoe men aan die paal hing... als je de benen breekt, kunnen zij zichzelf niet meer opdrukken om te ademen. Als je de benen breekt zal die persoon snel stikken, omdat men zich niet meer omhoog kan drukken om te ademen, en dus stikte men. En daarom brak men de benen. En men brak de benen van de twee dieven. Maar u en ik weten dat toen zij bij Jezus Christus kwamen zij verbaasd waren, want Hij was al dood. In Johannes staat geschreven dat er een soldaat langsgekomen was, die Hem met een speer in Zijn zij gestoken had, waarna er water en bloed uit de wonde kwam. Het bloed van Jezus Christus moest op de aarde vloeien. Hij mocht niet stikken aan een paal. Zijn bloed moest op de aarde vloeien, om ons Pascha te zijn, om te vervullen wat er in dit Boek geschreven staat. Net zoals de lammetjes die men apart nam. De keel moest overgesneden worden, zodat het bloed eruit kon lopen. En dat is wat er geschreven staat over het Paschalam: Hij moest op dezelfde manier sterven, Zijn bloed moest op aarde vloeien. Het bloed van het lam van God moest op deze aarde vloeien. En dat is precies wat er gebeurd is! Als Hij gestikt zou zijn aan de paal dan zou Hij ons Pascha niet geweest zijn. In Mattheus 26 wordt er gesproken over wat er met Jezus Christus gebeurd is. Hij vertelt hen over de dingen die gaan gebeuren. Hij vertelt hen wanneer Hij verraden en aan een paal gehangen zal worden, om zo te sterven. Gedood te worden. Hij zei dat Hij gedood zou worden, omdat de Bijbelverzen vervuld moesten worden. En zij begrepen op dat moment niet wat Hij zei. Zij dachten op dat moment dat Hij de Messias was. Zij dachten dat Hij op dat moment kwam als Koning. Zij begrepen niet dat Hij zou sterven, ook al had Hij het hen keer op keer gezegd wat er met Hem zou gebeuren. Ze konden het op dat moment niet zien, en dat had een doel, zoals wij weten. Zij wisten het niet op dat moment. In vers 3 komen we aan op de avond van de 13de. Want bij zonsondergang werd het de 13de. Zij waren op de Olijfberg. Het verhaal hier gaat over wat er gebeurde met de Farizeeën. 3 Toen vergaderden de overpriesters en de schriftgeleerden, en de ouderlingen des volks, in de zaal des hogepriesters, wij zien hier wat er gebeurde. Zij zijn over hun toeren, opgejut door de demonen, en zij zijn samengekomen voor de hogepriester die genaamd was Kajafas; 4 en zij beraadslaagden tezamen, dat zij Jezus met listigheid vangen en doden zouden. Zij probeerden een trucje uit te halen, waardoor zij Hem konden vangen en doden. Dat was het plan. Zij haatten Jezus Christus om wat Hij zei. Zij haatten wat Hij deed. Zij haatten wat Hij onderwees... net zoals Satan! Satan hield ook niet van wat God aan het doen was en hij hield ook niet van wat Jezus Christus deed. Zij dachten dat De weg naar de kruisiging deel 3
11
hun autoriteit, hun plekje hen afgenomen zou worden. En zij beraadslaagden tezamen, dat zij Jezus met listigheid vangen en doden zouden. 5 Doch zij zeiden: en let op, hier hebben we het net over gehad... Niet in het Feest, opdat er geen oproer ontstaat onder het volk. God heeft het precies op zijn tijd laten gebeuren, zoals wij weten. En God liet toe dat de demonen op hun achterste poten stonden, dat hun geest zo opgejut was. God wist precies wat er in Judas Iskariot omging en Hij wist precies wat er nodig was om Judas te laten doen wat hij zou doen: Jezus Christus verraden. En in de laatste preek hebben wij gezien dat het begon met olie, geld. Judas was een dief en hij haatte en verachtte wat Maria met de olie gedaan had. Zij had de olie over Jezus Christus uitgegoten. En Christus zei: ‘dit is voor Mijn begrafenis’ en zij begrepen nog altijd niet dat Hij zou sterven. En in vers 14 toen gingen een van de twaalven, genaamd Judas Iskariot, tot de overpriesters het is begonnen met de olie en nu zien we dat Judas zo over zijn toeren is, dat hij naar de priesters gaat. En dit was op de ochtend van de 13 de, dat hij naar de priesters ging, om Jezus Christus te verraden. En er staat... een van de twaalven... 15 en zeide: wat wilt gij mij geven, en ik zal Hem u overleveren? En zij hebben hem toegelegd dertig zilveren penningen. Zoals wij weten. 16 En van toen af zocht hij gelegenheid, opdat hij Hem overleveren mocht. Judas ging met hen praten en nu is hij klaar om Jezus Christus te verraden! En wij weten dat hij hem uiteindelijk, op de avond van de 14de zou verraden. Laten we verdergaan in Lucas 22. Soms wordt het duidelijker als je de verschillende verhalen naast elkaar legt. Lucas 22: 1. Hier zien we dat het daglicht op de 13 de is. 1 En het Feest der Ongezuurde Broden, genaamd Pascha, was nabij. En wij weten dat de religies van deze wereld niet begrijpen op welke dagen dit gebeurde en op welke dag Hij eigenlijk gestorven is. Zij denken dat Hij op een Vrijdag gestorven is. Maar Hij is niet op Vrijdag gestorven. Er wordt gesproken over de Sabbat en wij weten dat die Sabbat de Feestdag was. En men begrijpt niet dat dit over de eerste dag van het Feest van Ongezuurde Broden gaat. En de Joden wilden dat Hij dood was, voor die dag, de Feestdag, die die week op de Donderdag viel. Zij wilden dat hij dood was voor Donderdag. Hun plan was om hem de dag voor Donderdag te doden. Dat was op de Paschadag. De dag waarop het Pascha voor de hele mensheid zou moeten sterven. Hij kon niet op een andere dag sterven. En dus werd Hij op Woensdag gedood. Dinsdagavond begon het Pascha. En het Pascha duurde de hele Woensdag, zoals wij weten. Hij stierf ’s middags, die Woensdag. En Hij werd vlak voor zonsondergang in het graf gelegd. Net voor zonsondergang, omdat men Hem in het graf wilde hebben en allerlei dingen te doen had voor de Sabbat, de jaarlijkse Sabbat, de 1ste dag van het Feest van Ongezuurde Broden. En de katholieke kerk en het traditionele christendom leest dit en denken dat het over de wekelijkse Sabbat gaat. En daarom noemen zij die dag ‘goede vrijdag’. Maar er is helemaal niets goed aan die Vrijdag, maar zij noemen het wel ‘goede vrijdag’. En men beweert dat als men vanaf die Vrijdag telt, men drie dagen en drie nachten kan tellen tot de Zondag. Maar het is maar anderhalve dag. En daarom noemt men het goed, denk ik. Maar wij weten dat Hij niet op Vrijdag gestorven is. Hij is Woensdag middag gestorven. Maar men beweert dat je drie dagen en drie nachten kan tellen van Vrijdag tot Zondagmorgen. Jezus Christus heeft gezegd dat het enige bewijs dat Hij zou geven, het enige teken dat Hij de Messias was, was dat Hij in drie dagen en drie nachten in het graf zou zijn. Dat was het teken dat Hij zou geven. En de protestanten en de rest proberen die drie dagen en drie nachten in de periode ‘te proppen’ van Vrijdagavond, zonsondergang, Zaterdag, tot Zondagmorgen. Maar dat is maar anderhalve dag. En zij proberen zelfs uit te leggen hoe zij deze drie dagen en drie nachten daarin kunnen ‘proppen’. Ik heb allerlei verklaringen gehoord en ik ben er zeker van dat jullie ze ook gehoord hebben, als je een protestantse achtergrond hebt. En hier in de zaal zit een klein kind dat tot drie kan tellen... Maar zij proberen dit te vergoelijken. Hij is die Woensdagmiddag gestorven. Hij werd in het graf gelegd, bij zonsondergang en Hij werd opgewekt aan het eind van de Sabbat. En toen begon de eerste dag van de week. De protestantse wereld weet niet wanneer een dag begint. Zij denken dat de dag ’s morgens of om middernacht begint. Maar en dag begint met zonsondergang, zoals u en ik weten. Dat is de dag waarop een dag begint. En die Woensdag, bij zonsondergang, konden ze niet meer de kruiden etc 12
naar het graf brengen, zoals men normaal zou doen. Want dat was het moment waarop de Feestdag begon. Dus bereidde men op Vrijdag de kruiden voor. De Vrijdag is de voorbereidingsdag. En dat is de dag dat zij konden werken. Zij bereidde de kruiden enzovoort voor, maar op de Sabbat, de wekelijkse Sabbat, konden zij het niet naar het graf brengen. En uiteindelijk bij zonsondergang op Sabbat konden ze ook niet meer gaan, omdat het te donker was. Dus moesten zij ’s nachts wachten, zoals wij weten. En als er staat ‘Hij was opgestaan’ betekent dat niet dat Hij op Zondagmorgen opgestaan is. Hij was al opgestaan aan het eind van de Sabbat. Hij was al opgestaan. Hij was ’s nachts al opgewekt, maar de wereld begrijpt dit niet. Maar u en ik wel. Omdat wij de Feestdagen kennen, omdat wij Gods plan kennen en omdat wij weten hoe de gebeurtenissen elkaar opgevolgd hebben. En wij begrijpen het. En er staat En het Feest der Ongezuurde Broden, genaamd Pascha, was nabij. Wij begrijpen wanneer dat begint. Pascha is geen Feestdag, dat is de dag voor de Feestdag. 2 en de overpriesters en de schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem ombrengen zouden; want zij vreesden het volk. We zullen terug naar het verhaal gaan. Zij wilden Hem niet grijpen als het volk aanwezig was, omdat zij bang waren dat het volk in opstand zou komen om wat zij gingen doen. Ze begrepen dat ze het moesten doen als het volk er niet zou zijn. De geestenwereld stond op haar achterste poten en nu zien we dat Satan zich ermee gaat bemoeien. En er staat 3 En Satan voer in Judas genaamd Iskariot, die tot het getal der twaalven behoorde. Satan wordt nu toegelaten dat hij er zich mee kan bemoeien en Judas had al een bepaalde mentaliteit, die makkelijk te beïnvloeden was. En Satan jutte hem meer en meer op. En is wat er bedoeld wordt met de woorden Satan voer in Judas. Kan je het je voorstellen, broeders? De invloed die er nu achter deze actie om Jezus Christus te doden zat? Satan zelf verschijnt ten tonele om Judas te beïnvloeden, zodat hij zou doen wat hij ging doen. En er staat 4 En hij ging heen en sprak met de overpriesters en de hoofdmannen, hoe hij Hem hun zou overleveren. 5 En zij waren verblijd en zijn het eens geworden, dat zij hem geld geven zouden. 6 En hij beloofde het, en zocht gelegenheid, om Hem, buiten de schare om, aan hen over te leveren. Zij wilden niet dat het volk erbij zou zijn. Zij wisten dat het volk daar niet bij aanwezig kon zijn. Laten we naar Marcus 14: 12 gaan. Al deze dingen leiden tot de dood van Jezus Christus. En er staat.. En op de eerste dag der Ongezuurde Broden nee, dit was niet op de eerste dag van Ongezuurde Broden. De vertalers kende de timing niet. Zij begrijpen het niet. Het woord eerste is fout, het betekent ‘voor’. En dat kan je misschien veranderen in je Bijbel, want dit woord is fout vertaald. Het moet zijn voor. Maar als je het plan van God niet begrijpt, en als je de timing van de gebeurtenissen niet begrijpt, dan geef je er je eigen uitleg aan. Dan zegt men ‘op de eerste dag der Ongezuurde Broden;. Wel, wij weten dat dat niet waar is. Wij weten dat Hij gestorven is op Pascha! Wij weten dat zij Hem niet op de Dag van Ongezuurde Broden konden doden, zoals we daarnet gelezen hebben. Dus: Voor Ongezuurde Broden, wanneer zij het Pascha slachtten, dat op zich maakt de timing heel duidelijk. Zij maakten zich klaar om het Paschalam te doden. Ongezuurde Broden komt na Pascha. Wij kennen de opeenvolging van de dingen. Het is slecht vertaald. En de Joden begrepen dit en wij in de Kerk begrijpen de timing ook. Wij begrijpen dat het voor de eerste Dag Ongezuurde Broden is, wanneer zij het Pascha slachtten, wij begrijpen het! zeiden Zijn discipelen tot Hem: let op wat er gezegd wordt, zodat wij het goed begrijpen waar wilt Gij, dat wij heengaan, en bereiden, dat Gij het Pascha eet? Het kan dus niet over Ongezuurde Broden gaan! Dit was op de avond van de 13de. Het was nog niet de 14 de. Zij vragen Hem waar Hij het Pascha wil vieren. Dit was dus voor Ongezuurde Borden en ook voor het Pascha! Vers 13 En Hij zond twee van Zijn discipelen uit, en zeide tot hen: Gaat henen in de stad, en u zal een mens ontmoeten, dragende een kruik water, volgt dien; 14 En zo waar hij ingaat, zegt tot den heer des huizes: De Meester zegt: Waar is de eetzaal, daar Ik het Pascha met Mijn discipelen eten zal? 15 En hij zal u wijzen een grote opperzaal, toegerust en gereed; bereidt het ons aldaar. Dit is aan het eind van de 13de, vlak voor het begin van de 14de. Dat is het moment dat dit gebeurde.
De weg naar de kruisiging deel 3
13
16 En Zijn discipelen gingen uit, en kwamen in de stad, en vonden het, gelijk Hij hun gezegd had, en bereidden het Pascha. We zien hoe de dingen elkaar opvolgen, de timing van de dingen. En hier bereidden zij het lam. Dat is wat zij deden in die dagen. Zij bereidden een lam, het Pascha, voor. 17 En als het avond geworden was, kwam Jezus met de twaalven. Later die avond kwam Jezus met de rest van de discipelen om deel te nemen aan het Pascha. 18 En als zij aanzaten en aten, zeide Jezus: let op wat Hij zegt voorwaar, Ik zeg u, dat een van u, die met Mij eet, Mij zal verraden. ‘Een van jullie die hier bij Mij zit, en met Mij eet vanavond, zal Mij verraden’ Hij wist het dus. Laten we teruggaan naar Lucas 22: 7 waar staat En de dag der Ongezuurde Broden kwam, op denwelken het Pascha moest geslacht worden. Wij weten wanneer het gedood moest worden, aan het begin van de 14de, de avond van de 14de. Wij begrijpen dit. 8 En Hij zond Petrus en Johannes uit, zeggende: Gaat heen, en bereidt ons het Pascha, opdat wij het eten mogen. 9 En zij zeiden tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij het bereiden? 10 En Hij zeide tot hen: Ziet, als gij in de stad zult gekomen zijn, zo zal u een mens ontmoeten, dragende een kruik waters; volgt hem in het huis, daar hij ingaat. We gaan naar vers 15 .. Ik heb grotelijks begeerd dit is hetzelfde verhaal. Ik heb grotelijks begeerd, dit Pascha met u te eten, eer dat Ik lijde. Het laatste Pascha. Dit is het laatste Pascha dat op die manier gevierd zal worden. Zijn Vader keek hier naar uit, dat het vervuld zou worden. Want dit was Gods plan. En nu gaat Jezus Christus bijna een belangrijk deel van Zijn plan vervullen, zodat Hij vele kinderen tot heerlijkheid kan brengen. En daarom zitten jullie hier vandaag. Want dat is het plan. En het elk jaar een lam doden vervulde helemaal niets. Het was een voorafspiegeling van wat zou gaan gebeuren. En Jezus Christus maakte zich op om wat deze offers afgespiegeld hadden. Zijn leven en dood, wat er zou gebeuren. En nu is de tijd aangebroken dat het Paschalam aan de mensheid gegeven zal worden. Jezus Christus zei: Ik heb grotelijks begeerd dit Pascha met u te eten Hij wist namelijk dat dit het laatste Pascha was, dat zij zouden eten. U en ik eten vandaag de dag geen Paschalam, om wat Jezus Christus gedaan heeft. Wij hebben een dienst, die Jezus Christus die nacht ingesteld heeft. Jezus Christus heeft gezegd: 16 Want Ik zeg u, dat Ik niet meer daarvan eten zal, totdat het vervuld zal zijn in het Koninkrijk Gods. Kijkend naar de toekomst als zij het weer samen zouden eten. Dit was Zijn laatste maaltijd samen met hen. Vers 17 En als Hij een drinkbeker genomen had, en gedankt had, zeide Hij: neemt dezen, en deelt hem onder ulieden. Laten we verder gaan met het verhaal in Johannes 13: 1 Johannes voegt nog wat meer aan het verhaal toe. Laten we dus Johannes 13: 1 opslaan, waar staat... En voor het Feest van het Pascha en u en ik weten dat het niet het Feest van het Pascha is. Het is het Feest van Ongezuurde Broden. Voor het Pascha begint, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan Je moet het plan van God kennen om het te begrijpen. En let op Jezus wetende dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot de Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde. 2 En als het avondmaal gedaan was, na de Paschamaaltijd over was, dat zij jaar na jaar sinds de exodus (Exodus 12) vierden, sinds het volk Israël uit Egypte was gehaald. Zo ver gaat het terug. Maar nu komen we op het punt aan waarin dit deel van Gods plan vervuld gaat worden. En tot dit moment werd er nog altijd Pascha gevierd. Er staat en als het avondmaal gedaan was, toen nu de duivel Satan werd toegestaan Judas te hebben, zodat Judas zou doen wat hij ging doen in het hart van Judas, Simons zoon, Iskariot, gegeven had, dat hij Jezus Christus verraden zou. Judas’ geest was al opgejut en nu verschijnt Satan, een demonisch wezen, de vijand van God, ten tonele. En ik denk niet dat wij de kracht die er vanaf dat moment heerste, begrijpen. Ik denk niet dat we het kunnen begrijpen. En Satan jutte Judas meer en meer op, hij gaf hem gedachten en ideeën over hoe het te doen. En wij weten dat Satan zo’n enorme invloed had op Judas, dat hij Degene zou verraden met wie hij opgetrokken had. Denk daar eens over na. En er staat en als het avondmaal gedaan was, toen nu de duivel Satan in het hart in zijn gedachten van Judas, Simons zoon, Iskariot, gegeven had, dat hij Jezus Christus verraden zou; 14
3 Jezus, wetende dat de Vader Hem alle dingen in de handen gegeven had, en dat Hij van God uitgegaan was, en tot God heenging, God was Zijn Vader, Hij kwam van God. Laten we verdergaan in vers 4 Stond op van het avondmaal de Paschamaaltijd. Het was de Paschamaaltijd. Wij kunnen namelijk zien dat zij het lam gedood hadden. Dit was het laatste Pascha dat ooit op die manier gevierd zou worden.. met het doden van het lam. Door wat Jezus Christus zou vervullen. En laten we eens kijken naar wat Jezus deed ... legde Zijn klederen af, en nemende een linnen doek, omgordde Zichzelf dit is na de avondmaaltijd. En Hij neemt een doek.. 5 daarna goot Hij water in het bekken en begon de voeten der discipelen te wassen, wij kunnen hier zien dat Jezus Christus bereid was Zichzelf te vernederen, door op zijn knieën te gaan en hun voeten te wassen. Van elk van de discipelen, alle twaalf. Zelfs degene die Hem zou verraden... En Hij wist wie Hem zou verraden en Hij vernederde Zichzelf en waste ook zijn voeten. ... en begon de voeten der discipelen te wassen en af te drogen met de linnen doek, waarmee Hij omgord was. 6 Hij dan kwam tot Simon Petrus en wij kennen het verhaal. Maar laten we verdergaan en zien wat Petrus deed... Here, zult Gij mij de voeten wassen? Petrus begreep iets. Hij begreep dat Jezus zijn Heer was. Zijn Leraar. En nu wil Jezus zijn voeten wassen... 7 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, Dat is wat Hij hen vertelt. maar gij zult het na dezen/later verstaan. Met andere woorden, hij zou later begrijpen wat er gebeurde, maar op dat moment zou hij het niet begrijpen. 8 Petrus zeide tot Hem: Petrus geloofde wat Hij hem vertelde Gij zult mijn voeten niet wassen in der eeuwigheid! Jezus antwoordde hem: Indien Ik u niet wasse, gij hebt geen deel met Mij. En Jezus vertelt hem, ‘als Ik het niet doe’... we zullen zien dat Petrus Hem gelooft. ‘Dan zul je geen deel van Mij uitmaken.’ Dat deed Petrus van gedachten veranderen, toen Christus hem dat vertelde... 9 ... en hij zei tot Hem: Here, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd. Dat is wat hij zei. ‘Wat U wilt wassen, was het!’ 10 En Jezus zeide... gijlieden zijt rein, doch niet allen. ‘Een van jullie, die met Mij eet, zal Mij verraden.’ En nu zegt Hij dit: gij zijt niet allen rein, sprekende over Judas. 12 Als Hij dan hun voeten gewassen, en Zijn klederen genomen had, zat Hij wederkom aan, en zeide tot hen: Verstaat gij, wat Ik ulieden gedaan heb? 13 Gij heet Mij Meester en Here en gij zegt wel, want Ik ben het 14 Indien dan Ik, de Here en de Meester, uw voeten gewassen heb, Ik heb Mijzelf vernedert en jullie voeten gewassen, jullie gediend zo zijt gij ook schuldig, elkanders voeten te wassen. En dit doen wij nog altijd op de Paschaavond. Dit maakt deel uit van de ceremonie, net zoals het drinken van de wijn en het eten van het brood. Jezus Christus heeft gezegd dat wij dat moeten doen, ter herinnering, elk Pascha. Dit zijn de symbolen die Jezus Christus ingesteld heeft, dit moet gedaan worden: nemen van het brood en de wijn. Maar ook moeten wij elkaars voeten wassen. Vrouwen wassen de voeten van een vrouw, mannen die van een man. Apart van elkaar, op de Paschaavond. En je weet niet altijd wiens voeten je gaat wassen. En als je het je nog herinnert, Wij hebben geen enkel recht iets tegen iemand te hebben, vooral in het Lichaam van Christus. En wij zouden op niemand mogen neerkijken, vooral in het Lichaam van Christus, maar ook niet in de wereld! Wij zijn broeders en zusters van elkaar in het Lichaam van Christus en God wil dat wij elkaar als Familie zien. Familie in Gods Kerk. En wij moeten de dingen op de juiste manier doen, op de manier waarop God zegt ze te doen. En God eist van ons dat eenheid hebben, dat we het met elkaar eens zijn. Dat wij van elkaar houden en dat wij niets tegen iemand anders hebben. En dat is prachtig, als je het ziet. En let op wat Jezus Christus hen vertelt: 15 Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat, gelijkerwijs Ik u gedaan heb, elkaars voeten wassen, elk Pascha. En Jezus Christus heeft dit voorbeeld voor u en mij gegeven en wij moeten dit met een nederige houding doen. En deze prachtige voorbeelden worden gegeven, zodat wij onze natuur, onze gedachten kunnen begrijpen. Zodat wij kunnen begrijpen waar wij tegen moeten vechten. Wij moeten tegen onze trots vechten, onze menselijke natuur. Wij moeten tegen het gezuurde vechten, en dat is een beeld voor de zonden uit ons leven bannen. En wij weten dat wij vol zonden zijn. Wij weten dat wij constant zondigen. En we kijken uit naar wat deze dagen, het Paschaseizoen, Ongezuurde Broden, uitbeelden.
De weg naar de kruisiging deel 3
15
En Hij zei: 14 Indien dan Ik, de Here en de Meester, uw voeten gewassen heb, zo zijt gij ook schuldig, elkanders voeten te wassen. Op Pascha. En wij begrijpen dat dit gegeven is als voorbeeld voor u en mij. En wij moeten doen zoals Hij gedaan heeft. En Hij zei: 16 Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer, noch een gezant meerder, dan die hem gezonden heeft. 17 Indien gij deze dingen weet, zalig zijt gij, zo gij dezelve doet. Prachtige woorden worden hier gesproken. En wij zijn gezegend als wij dit doen broeders. Als wij vruchten dragen en de vijgenboom niet vergeten. En u en ik zijn gezegend omdat wij deze dingen doen en vruchten voortbrengen. Wij begrijpen namelijk de betekenis van hoe God wil dat wij leven. Wij begrijpen dat wij goed met elkaar op moeten kunnen schieten. En wij begrijpen dat er niemand beter is dan iemand anders. En wij mogen op niemand neerkijken in deze wereld. Op niemand! En u en ik moeten overwinnen en begrijpen dat wij Familie zijn. Wij zijn een Familie en God wil dat wij geestelijk een Familie zijn, die geestelijke wezens zullen worden. Dat is wat God wil, voor een ieder van ons! Laat iedereen zichzelf onderzoeken, het Paschaseizoen staat voor de deur. Onderzoek jezelf, wees er zeker van dat je niets tegen iemand anders hebt. En onthoud welke dingen Jezus Christus voor ons heeft gedaan, zodat wij dit jaar aan het Pascha kunnen deelnemen. Broeders, onthoud het voorbeeld van de vijgenboom.
16