Goden in hun eigen universa De opkomst van de weblogs Wim Blokzijl
Auteurs hebben geen uitgever meer nodig. Ze geven ze zichzelf wel uit. Zolang het schrijven een hobby is, tenminste: wie graag schrijft maar niet van de pen hoeft te leven, start gewoon een weblog. Op zo’n weblog – of kortweg ‘blog’ - kan de schrijver zijn ei kwijt. Publiek verzekerd: blogs blijken een grote aantrekkingskracht te hebben, zowel op schrijvers als op lezers. In dit artikel bespreek ik aan de hand van enkele voorbeelden de huidige weblogcultuur. Wat is een weblog? In feite is het een gewone website, maar dan met dagboek-achtige trekjes. De Vlaming Matthias Vandermaesen bakent op zijn blog het verschil kernachtig af: weblogs zijn “frequent geactualiseerde websites”. De makers – ‘bloggers’– kunnen er van dag tot dag op bijhouden wat ze hebt gedaan, waar ze zijn geweest en wat ze daarvan vonden. Ze kunnen verzamelingen links aanleggen naar interessante sites. Ze kunnen hun eigen kunst exposeren, de politiek becommentariëren, hun gezinsleven beschrijven. Ze kunnen, kortom, doen wat ze willen: elke blogger is een god in z’n eigen universum. Hoe start je een weblog? Een weblog starten is het gemakkelijkst als je al een website hebt. Je zet er het kopje ‘Weblog’ boven en het is er al één. Het is echter wel aan te raden om eerst de lay-out aan te passen, om het steeds opnieuw plaatsen van entries – nieuwe toevoegingen – makkelijker te maken. Bij providers is een kant-en-klare, geheel op het bloggen toegesneden opmaak te krijgen. Met zo’n lay-out hoeven bloggers zich niet meer te bekommeren om de opmaak of om html-codes. Wat je ervoor betaalt hangt af van wat je wilt en wat je al hebt. Bij Blogspot (www.blogspot.nl) kost een eigen weblog €150,= per jaar. Daarvoor krijg je een geprefabriceerd format dat je vervolgens naar eigen inzicht kunt invullen, en een ruimte van 40MB. Maar gratis bloggen kan ook, en dat is voor de beginnende blogger zeer aan te raden; die moet immers nog ontdekken of het op de lange termijn wel leuk blijft. Vaak is de lol er snel af of blijkt het bijhouden toch teveel moeite - van alle startende bloggers haakt 66% ook direct weer af (Henning, 2004). Een gratis blog is bijvoorbeeld te bemachtigen op www.web-log.nl. Daar kan een account worden aangemaakt; invullen van naam en mailadres is voldoende. Je hebt dan direct een website, inclusief geprefabriceerd logformat, en het kost inderdaad niks. Het is bijna te mooi om waar te zijn – geen wonder dat weblogs zo populair zijn geworden. Wel is de hoeveelheid ruimte die de blogger krijgt beperkt. Plaatjes kunnen er dan ook alleen op als de blogger die plaatjes al op een andere plaats op het web heeft gezet; naar die plaatjes kan dan op het blog worden gelinkt.
© 2004 Wim Blokzijl, TU Delft
1
Eenpersoons opinieblad Sommige blogs zijn eenpersoons opiniebladen. Gebeurtenissen worden door de blogger van commentaar voorzien. Daarbij lopen de emoties soms flink op. Dat uit zich op verschillende manieren. Zo brengt de moord op Theo van Gogh een stroom van geschokte blogreacties teweeg. Begrijpelijkerwijs lijken de commentaren nogal op elkaar; het is niet makkelijk – en ook niet per se nodig – om gevoelens hierover op een originele manier onder woorden te brengen. De algemene strekking is dat de bloggers het niet kunnen geloven, dat ze het afschuwelijk vinden en dat ze Theo zullen missen, ook al waren ze het niet altijd met hem eens. Enkele bloggers doen het anders en geven een eigen visie op het gebeuren. Dat gaat niet altijd even fijnzinnig. Een voorbeeld: “Alle moslimextremisten leven slechts met 1 missie; het op een gewelddadige wijze opdringen van hun geloof met als doel zelf in ‘het Paradijs’ te komen. Gratis tickets naar dat paradijs zijn binnenkort bij mij af te halen, ga maar vast in de rij staan.” (Socrates). Ook bekendere Nederlanders bloggen hun visie. “Theo is niet meer, laf vermoord. De enige echte schuldigen zitten in Den Haag te bibberen op het binnenhof.” (Adam Curry).
Weblog van Adam Curry met reacties
Deze toon komt vaak terug in politiek getinte blogs. Het ontbreken van een uitgever doet zich hier gelden. Journalisten worden voor misstappen behoed door hun redactie; bloggers moeten zichzelf behoeden. Dat lukt dus niet altijd en deze blogs zijn dan ook vaak veel feller en ongenuanceerder dan de geïnstitutionaliseerde media. Ook complottheorieën krijgen meer kans: “Ik geloof al jaren niets meer van het hele circus rondom Osama Bin Laden, maar dit [de videoband van Bin Laden vlak voor de Amerikaanse verkiezingen] ligt er toch te dik bovenop. Een optreden van Bin Laden voor de verkiezingen is stemmen voor Bush. Vage beelden. Slecht geluid. Zo'n show is best in elkaar te sleutelen.” (Ezelenos). © 2004 Wim Blokzijl, TU Delft
2
Teken van de tijd Zijn zulke blogs nu een teken van de tijd? Weg met de politieke correctheid; leve de grote mond? Het lijkt er wel op. De nieuwsblogs worden in ieder geval gretig gelezen. De Vlaamse blogger Luc van Braekel discussieerde met zijn lezers over het nut van de – doorgaans niet bepaald objectieve – nieuwsblogs. Die discussie leverde de volgende veelzeggende bijdrage op: “Inderdaad, ik verkies een openlijk tendentieus medium honderd keer boven een verdoken tendentieus medium dat de schone schijn van objectiviteit ophoudt. Geef me de openlijk conservatieve Wall Street Journal elke dag boven de verdoken linkse New York Times.”. Toch hoeft een politiek blog niet automatisch tententieus te zijn. Van Braekel laat zelf zien hoe het ook kan: hij heeft een heldere eigen mening, maar blijft genuanceerd (over de moord op Van Gogh: “Vlak na sensationele gebeurtenissen hoor en lees je vaak de grootste onzin, door mensen geuit in een emotionele opwelling.”).
Weblog van Luc van Braekel
Opinieleiders Een feit is dat blogs politieke invloed hebben. Jim Moore, ontwikkelingspsycholoog aan de universiteit van Harvard en zelf een enthousiast weblogger, laat zien dat deze invloed verrassend groot is. Hij doet dat door de zoekterm ‘second superpower’ in Google in te voeren. In de jaren ’80 zou deze term vele links naar de Sovjet Unie hebben opgeleverd, gesteld dat Google toen al bestond. Tegenwoordig is deze ‘tweede supermacht’, afgaand op de Google-resultatenlijst, een massa van miljoenen webloggers. Allemaal opinieleider(tje)s, die volgens Moore bij elkaar een krachtig tegenwicht vormen tegen de eerste supermacht – uiteraard nog steeds de VS (Moore, 2003). Hoe krachtig eigenlijk? Dat is lastig in een getal uit te drukken, maar bloggers zijn er genoeg. De voorspelling is dat er tegen het eind van 2004 meer dan tien miljoen blogs bestaan (Henning, 2004). De invloed van bloggers op de politiek was goed te zien tijdens de laatste Amerikaanse presidentsverkiezingen. Zo moest Bush zich verdedigen tegen het gerucht dat hij door middel van een zendertje werd gesouffleerd tijdens een debat. Dit gerucht, dat het verloop van de verkiezingen doorslaggevend had kunnen beïnvloeden, werd verspreid door bloggers. Anderzijds waren het ook bloggers die het gerucht ontzenuwden dat Bush zijn militaire © 2004 Wim Blokzijl, TU Delft
3
diensttijd lijntrekkend zou hebben doorgebracht (Reynders, 2004). Een invloedrijke maar grillige factor, dus, die bloggers. Die invloed is natuurlijk meer dan het bedenken en verspreiden van roddels. Ook hard maar obscuur nieuws kan via blogs snel landelijke bekendheid krijgen. Zo bracht Rotterdam TV een opmerkelijk bericht over een kunstenaar die, vlak na de moord op Van Gogh, op zijn eigen woning de tekst ‘Gij zult niet doden’ had geschilderd. Het opmerkelijke zat hem erin dat burgemeester Opstelten deze tekst opruiend vond en verwijdering gelastte. Dit lokaal uitgezonden item kreeg snel landelijke bekendheid doordat het vermeld werd in de weblogs van onder meer Wim de Bie, Luc van Braekel (zie afbeelding), Francisco van Jole en Marcel Möring. Verder kunnen bloggers accenten in het nieuws verschuiven door sommige items veel aandacht te geven: men leest elkaars blog, neemt berichten van elkaar over en vergroot zodoende de impact ervan. Tot slot maken de bloggers het nieuws soms zelf; het weblog Neukia had bijvoorbeeld een primeur door de inhoud van de gekraakte mailbox van – toen nog – officier van justitie Joost Tonino te publiceren. Literair bloggen Niet alleen de politiek maakt emoties los. Veel blogs zijn een digitaal dagboek, waarin schrijvers hun gevoelens de vrije loop laten. Dit acceptabel te verwoorden valt niet altijd mee; iets wat bloggers zelf soms ook beseffen. “Maar al te vaak kamp ik met het probleem dat woorden ontoereikend zijn om datgene te beschrijven wat mij bezig houd” [sic, WB]. blogt Seapriestess. Pollie ziet na drie dagen webloggen de bui al hangen: “Zal wel moeite kosten om mijn diepste gevoelens kwijt te kunnen, maar daar istie voor en het is allemaal anoniem”. Hoe schrijf je over gevoelens? Sommige bloggers hebben geen boodschap aan deze vraag. Ze spitten hun gevoelsleven niet al te zeer om, maar noteren simpelweg wat ze vandaag weer is overkomen. Ninasophie gelooft dat ze een vriendje heeft. Esjuh klaagt over haar beugel: pijnlijk, lastig met eten en tandenpoetsen. Magneet heeft spierpijn van het fitnessen. Anderen graven dieper in hun eigen geestesleven. Wordt het al te persoonlijk, dan kan het gebeuren dat de stijl ietwat gezwollen uitvalt. AboutEsther wordt 18 en ziet de jaren vervliegen: “De kinderlijke onschuld slijt, net als de onbezorgdheid. Kon ik de tijd maar stoppen, zodat de boom al zijn bladeren vast kon houden”. Hiermee zijn we aangeland bij het blog als artistiek podium. Zien webloggers zichzelf misschien als potentiële romanschrijvers? Sommigen wel. Schrijverslog Infiniti peilde wie van haar bezoekers ooit een roman zou willen schrijven. Slechts 15% van de stemmers wilde dat niet. Weinig verbazend op een site voor “lezers, schrijvers, dromers en denkers...”. Maar ook op andere blogs zijn literaire aspiraties te bespeuren. Giovani trakteert op een voorpublicatie van een nog onvoltooid verhaal. Hij kondigt alvast aan hoe het verder gaat: “Gaandeweg gaan er meerdere verhaallijnen lopen, schrijf ik enige flashbacks en komen de karakters wat meer in hun rol. In dit geval probeer ik een [sic, WB] ook nog enige mythologie er door heen te verwerken, zowel verzonnen als gebaseerd op de waarheid.”. Andere bloggers wagen zich aan poëzie. Menigmaal op Sinterklaasniveau (Marian: “Beginnen met bloggen / weer iets anders dan joggen”); soms met een literair tintje (Zeppo: “Eenmaal buiten suisde / grote groep grimmig / door mijn hoofd / en kreeg ik maagpijn.”). De betere blogs blijken vaak van auteurs te zijn die beroepshalve al veel schrijven. Een paar voorbeelden. Wim de Bie (Bieslog) behoeft geen nadere introductie. Een Amsterdamse blogger (Luna) schrijft over wat ze doet en wat haar bezig houdt. Redelijk alledaags, maar ze © 2004 Wim Blokzijl, TU Delft
4
valt op door haar trefzekere formuleringen. Luna blijkt bij een tijdschrift te werken. Een ander goed geschreven blog is dat van Richard Oslinga. Een oud-diplomaat die inmiddels al drie romans op zijn naam heeft staan. Hij weet zijn gevoelens bij de moord op Theo van Gogh subtiel te verwoorden: “Las vorige week de laatste column van van Gogh in de Metro. Vond het een onaangenaam stuk en vroeg me af waar hij heen wilde met zijn tirade. Niet hierheen, denk ik. Ik vind dit heel erg.” Cabaret Ook het satirische genre wordt beoefend. Veel bloggers wanen zich cabaretier, vooral als ze het gezinsleven beschrijven. “Er is zich een symbiose aan het voltrekken.” meldt Clarence. “De geur van de stoel neemt die van mijn lichaam over en vice versa.”. Tuttebel beschrijft haar gezinsleven: “Een van de primaire levensbehoeftes hier in huis is Chocomel. Een dag geen Chocomel is een dag niet geleefd.”. Maatschappijkritische satire ontbreekt niet, maar de gevatheid doet vaak wat geforceerd aan.Vrijetijdsdeejay Cas|par (zo spelt hij het zelf) reageert op een niet nader genoemd onderzoek naar gehoorbeschadiging: “Met veel moeite hebben de onderzoekers nu geconcludeerd dat de gehoorbeschadiging vooral te wijten is aan veelvuldig discotheekbezoek en dagelijks gebruik van draagbare audio-apparatuur. Goh, daar zou ik nu nooit opgekomen zijn. Fijn dat er wetenschappers zijn! Je kunt wel merken dat die Dexter's te weinig buiten hun laboratorium komen. Wat zullen ze geschrokken zijn toen er daarbuiten een hele wereld van vermaak bleek te bestaan waar zijn nog onwetend van waren? Misschien hebben zij zich zelfs wel de luxe van een alcoholische versnapering gegund? Alhoewel, het blijft natuurlijk wel werk!”. En dan is er nog het exhibitionisme. “Natuurlijk wil ik graag alles van mezelf laten zien! Daar word ik zelf ontzettend geil van namelijk.” meldt Luna in haar vlot geschreven blog. Poll De standaard opmaak van een weblog nodigt uit tot het opnemen van vaste elementen. Zo is er bijvoorbeeld de poll. Die ontbreekt zelden. Hebben bezoekers anti-rimpelcrème nodig? Zijn ze linksdragend, rechtsdragen, zwaardragend? En uiteraard: wat vinden ze van al die polls?
De blog vinden Hoe vind je een blog? Net zoals je een gewone website vindt. De meest elementaire methode is simpelweg een zoekterm naar keuze invullen in Google, en die te combineren met het woord ‘blog’. Verder zijn er, net als bij gewone websites, sites – portals genaamd – met verzamelingen links naar weblogs, ingedeeld in categorieën. Heb je eenmaal een interessante blog gevonden, dan is het vaak mogelijk om je erop te abonneren – dat wil zeggen dat je bericht krijgt als de blogger weer iets heeft geschreven. Sommige blogs leveren deze service zelf; anderen verwijzen naar de provider (bijvoorbeeld © 2004 Wim Blokzijl, TU Delft
5
www.bloglines.com), waar de bezoeker zich moet registreren, en vervolgens op de hoogte wordt gehouden van updates op de gekozen blogs. Tot slot Bijna elk blog geeft bezoekers de mogelijkheid om te reageren. Die reacties zijn doorgaans op de blog te lezen; ze geven een aardige inkijk in de populariteit van een blog. Het is opvallend hoe goed zelfs de meest onbeduidende blogs worden bezocht. Bij wijze van test ben ik er tijdens het schrijven van dit artikel zelf één begonnen. Hoewel er niets noemenswaardigs op stond – alleen een naam en een testmededeling – had ik zeven minuten later al een eerste lezersreactie binnen. Wie graag gelezen wil worden, doet er dus goed aan om per direct te gaan bloggen. Zijn de bezoekers nu ook tevreden over de blogs? Daar lijkt het wel op. Ze reageren in ieder geval vaak verbazend mild . Op het eerste gezicht heerst er dus kennelijk nogal wat gemeenschapsgevoel tussen de bloggers. Bij nader inzien zou dat misschien wat tegen kunnen vallen. Eigenbelang kan een rol spelen: veel bezoekers hebben zelf ook een blog, waar ze het onheil allicht niet over willen afroepen door al te kritisch commentaar op blogs van anderen. Ze zouden trouwens ook het risico lopen dat hun commentaar – met een bijbehorende link naar het eigen blog - wordt verwijderd. Alle reden om beleefd te blijven, dus. Daar komt nog bij dat een blogger vals kan spelen: hij kan probleemloos onder een andere naam op zijn eigen blogs reageren. Het vriendelijke commentaar dat op veel blogs te zien is, mag dus met een paar korrels zout worden genomen. Niettemin is een zoektocht naar interessante blogs de moeite meer dan waard. Niet alleen is er voldoende koren te vinden tussen het kaf; ook met het kaf zelf kan de websurfer zich uitstekend vermaken.
Literatuur Henning, Jeffrey (2004). The Blogging Iceberg. Op: website Perseus. http://www.perseus.com/blogsurvey/ Moore, James F. (2003). The Second Superpower Rears its Beautiful Head. http://cyber.law.harvard.edu/people/jmoore/secondsuperpower.html Reijnders, Maarten (2 november 2004). Internet en de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Op: website Webwereld. http://www.webwereld.nl/bijlage/04_45_a.phtml
De auteur Wim Blokzijl is verbonden aan het Instituut voor Techniek en Communicatie van de TU Delft.
© 2004 Wim Blokzijl, TU Delft
6