Datum: Votum / zegengroet Openingslied wet Lied na de wet Gebed om opening Gods Woord Kinderlied 1e schriftlezing Lied na de schriftlezing 1 2e schriftlezing Lied na de schriftlezing 2 Tekst Preek Amenlied na de Preek Collecten Gebed over Preek en Voorbeden Slotzang Zegen:
3 mei 2015 (wk 18) 09:30 Kompas Psalm 65 : 1 en 2 Galaten 5 : 13 - 26 Psalm 123 : 2 Psalm 75 : 1 Handelingen 10 : 25 - 33 GKB 121 : 1 en 4 "God die was en is en komt" Handelingen 10 : 34 -48 GKB 121 : 8 en 9 1 Johannes 1 : 1 - 3 GKB 103 : 1, 4 en 6 "O, Schepper Geest"
GKB 105 : 1 , 2 en 8 "In vuur vlam"
Kop: de bomaanslag Heleen heeft sinds kort een baantje als uitzendkracht. Ze werkt op de receptie van een groot kantoorgebouw. Ze heeft een paar leuke collega's op de receptie, en geniet van het werk. Druk, maar wel lekker druk. Zonder al te veel stress. En dan gebeurt het. Op dinsdagmiddag 16.15 krijgt ze een heel vreemd telefoontje. "Ik bel je namens ISIS. Komende donderdag zal er een bom ontploffen, en jullie kantoor zal in vlammen opgaan. Allah Akbar" Heleen schrikt vreselijk. Ze wil nog wat vragen, maar de stem is weg. De man heeft opgehangen. Wat moet ik nu doen, denk ze? Wat moet ik met dit bericht? Intro: Omgaan met God (4) Spreken over God -> getuigen Vandaag opnieuw een preek in de serie Omgaan met God. We hebben het gehad over Luisteren naar God, (o.m. Bijbellezen), over spreken met God (bidden), en vandaag gaat het over Spreken over God, oftewel getuigen. Gemiddeld genomen vinden we dat niet zo gemakkelijk, en we zijn er vaak ook niet goed in. Gemiddeld, zeg ik. Sommigen spreken veel en gemakkelijk over hun geloof in Jezus, maar anderen hebben er veel meer moeite mee. Wat zit daar achter? 1/7
Vraag jezelf dat maar eens af. .... Herken je de volgende uitvluchten: - Ik ben niet zo'n prater, en al helemaal niet in het openbaar. - Ik kan niet goed op tegen de argumenten van ongelovigen. - Ik heb er nauwelijks de gelegenheid voor. Ik noem er nog twee, die wat meer op de achtergrond hun effect hebben: Sommige mensen zijn zelf nog erg zoekend in hun geloof. Ze kennen momenten van geloofszekerheid, maar daar staan perioden van twijfel tegenover. En dan denken ze bij zichzelf: getuigen, dat is meer iets voor mensen die rotsvast overtuigd zijn, die geen enkele twijfel kennen. Die kunnen geloofwaardige getuigen zijn, maar ik ... Ik kan beter mijn mond houden. En tenslotte en theologisch argument: We weten niet wie er wel en niet is uitverkoren. Dus wanneer je een beetje in het wilde weg gaat roepen: "Jezus redt", of "Jezus houdt van jou" ... wie weet spreek je dan wel mensen aan die God helemaal niet heeft uitverkoren. Nou, dat zou wel heel raar uitpakken dan ... En zo verwaarlozen we het allerbelangrijkste kenmerk van de christelijke kerk. Want, dit is de grote opdracht van Jezus, na zijn opstanding, aan zijn volgelingen. Gaat dan heen, en maakt alle volken tot mijn leerlingen. En dus: geen uitvluchten meer, en geen spitsvondige redeneringen, maar gewoon doen wat Jezus zegt. Over evangeliseren valt heel veel te zeggen en veel te leren. Vanmorgen dus -opnieuw- alleen een paar inleidende vragen en antwoorden. Met de dringende aanbeveling om hierover door te spreken in de huiskringen. Ik deel de preek op in drie stukken: Waarom getuigen, wat getuigen en hoe getuigen. Waarom? Waarom getuigen? Dat heb ik net genoemd: het is een opdracht van Jezus zelf. Maar dat roept wel de volgende vraag op: waarom zou Jezus deze opdracht aan zijn volgelingen hebben meegegeven: Kort en goed: omdat alleen door Jezus de breuk met God hersteld kan worden. We leven in een wereld die, door onze eigen schuld, aan de dood is onderworpen, en we kunnen aan die hopeloze situatie op eigen kracht, geen einde maken. We kunnen onszelf niet aan onze eigen haren uit het drijfzand omhoog trekken. Daar was iemand anders voor nodig. De essentie van het geloof in God is, dat God de verloren mensheid zelf weer heeft opgezocht, en een reddingsplan heeft ontworpen. Daar waar de mens geen beter plan had dan angstig wegvluchten, riep God de mens er weer bij. Hij vernieuwde, ondanks alles, het verbond met de gevallen mensheid. Steeds weer. Daar staat de hele Bijbel mee volgeschreven. En de essentie van het Christelijke geloof is, dat God persoonlijk naar deze aarde is gekomen, om zelf de menselijke natuur aan te nemen. Dat hij, in Christus, namens de mensheid, het complete oordeel wilde dragen dat de mensheid had verdiend. 2/7
Dat hij dat oordeel onderging, en zo de mensheid redt van de ondergang. Zo lief heeft God de wereld, dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat ieder die in Hem gelooft, eeuwig leven heeft. Ieder die in hem gelooft. Laat die woorden maar even inwerken. "Ieder ..": dat betekent dat niemand bij voorbaat is uitgesloten. " ... die gelooft": dat betekent dat mensen, bij die redding, in hun waarde worden gelaten. Geloven is een daad, een keus, een antwoord. Een antwoord op een uitnodiging. Een instemmende reactie, op een getuigenis. En bij de verspreiding van dat getuigenis, ook daar laat God de mens en de mensheid volledig in zijn waarde. Mensen kunnen denken, voelen en praten. Ze kunnen getuigen en ze kunnen geloven. En die essentiële menselijke eigenschap zet Jezus doelbewust in. Als Petrus tegenover Cornelius getuigt, dan wijst hij hier ook op. Jezus is niet verschenen aan het hele volk, maar alleen aan ons, die samen met hem hebben gegeten en gedronken, en wij op onze beurt hebben de opdracht om daarvan getuigenis af te leggen. Zo werkt dat, van getuige naar getuige ... Generatie na generatie. Ga dus op weg. De redding van de wereld is aan jullie toevertrouwd, ik schakel jullie en jullie getuigenis in, ik schakel de sacramenten in en jullie onderwijs. Maar ga ... Ik zal met je zijn, alle dagen ... maar ga wel op weg, ga naar alle volken. Zo beveelt Jezus. En daarom moeten wij getuigen.
Wat? En wat moeten we dan getuigen? Waarover moeten we praten? Daarover kunnen we iets leren van de apostel Johannes. Een van de mensen die de opdracht nog van Jezus zelf had meegekregen en die later in zijn leven deze brief schrijft. Hij geeft aan: wij getuigen van wat we met onze ogen gezien hebben; wat we met onze handen hebben aangeraakt, dat verkondigen wij. Johannes was in de bijzondere positie dat hij Jezus zelf had aangeraakt, hem had omhelsd en gezoend. Hij was Jezus beste vriend geweest. Dat getuigenis hebben wij niet in huis. Maar toch is het wel een les voor onze eigen getuigenissen: blijf dicht bij je eigen ervaring. Datgene wat je echt zelf hebt ervaren, de momenten dat je Jezus heel dichtbij gevoeld hebt, als een vriend, als een helper in nood, die zijn goud waard. Voor je eigen geloof. Maar zeker ook als getuigenis. Ons geloof is meer dan dat we overtuigd zijn van de "juistheid van een aantal feiten". Ons geloof is een persoonlijke band met Christus, ons geloof betekent: hoop, vertrouwen, en overgave. Wanneer we worden gedoopt, wordt gebeden: geef dat we ons aan Christus hoe langer hoe meer "overgeven". Over die ervaring en die overgave kun je spreken. Daarin gaat de apostel Johannes ons voor. En daar zegt hij het volgende bij: "Het Leven is aan ons verschenen, wij hebben het gezien en getuigen ervan." Johannes doelt hiermee op de opstanding van Jezus Christus Hij wil maar zeggen: Jezus zei niet alleen dat Hij uit de dood zou opstaan, neen, deed dat ook. We hebben Hem met eigen ogen gezien, en wij geven het, als ooggetuigen aan jullie 3/7
door. Ben je op zoek naar het leven, naar eeuwig leven? Zoek dan niet verder: Jezus is het leven. Wij zijn geen directe ooggetuigen van de Opgestane, maar nog steeds mag dit de ziel zijn van ons geloof: Jezus is de levende. De enige die het echte leven kan geven, en ons redden van de dood. En ook in jou leven wil Jezus daarvan het bewijs leveren door zelf te verschijnen, door zich aan je te openbaren op de momenten dat je het moeilijk hebt. En dat mag ook jou de overtuiging geven dat Jezus' woorden, en al Gods woorden, betrouwbaar zijn. Van hem getuigen alle profeten, zegt Petrus. En dat betekent nog iets, voor onze getuigenissen. Als klopt wat Jezus zegt, dan is hij niet een weg, maar de enige weg. En dat is geen geliefde boodschap. Want mensen willen wel heel graag gered worden van de dood, of uit hun ellende, maar bij voorkeur op eigen kracht. Dan is een getuigenis over Jezus als enige weg, en het doodlopen van al die andere wegen, geen goed nieuws. Preken over hel en verdoemenis zijn niet erg populair. Dat geldt al voor mensen binnen de kerk, die heus wel weten dat er een hel is. En die voor die hel helemaal niet bang hoeven zijn, trouwens. Want dat is de plek waar ze -in Christus- nooit zullen belanden. Maar mensen die aardig tevreden zijn over hun zelfbedachte reddingsplannen, die jou getuigenis beleefd en geïnteresseerd aanhoren, die haken af, toch, als jij ze aanzegt dat ze in de hel zullen belanden als ze zich niet aan Christus overgeven? Misschien. Maar als je er nooit over begint komen ze er terecht, zonder dat ze gewaarschuwd zijn. Mooier kunnen we het niet maken. Ook Jezus is daar glashelder over. Er is niemand in de Bijbel die zo vaak over de hel praat als Jezus. En hij weet als geen ander waar hij dan over praat. Hij weet dat Hijzelf dwars door de hel zal moeten gaan, om ons te redden, Hij weet hoe gruwelijk dat is en wil ons die doffe ellende besparen. En daarom speelt hij open kaart. Ik ben de enige weg, alle andere routes komen in de hel uit. Het zal ook onze zorg moeten zijn. Waar komen mijn collega's uit, waar mijn klasgenoten en mijn vrienden van de sportschool? Waar mijn religieuze vrienden, die voortdurend vertrouwden op hun eigen goede daden of bedoelingen? Die zich niet echt aan Jezus hebben overgegeven? De hel is verschrikkelijk, maar je mond er over houden is nog veel erger. Hoe? En dan nog de derde vraag: Hoe moeten we getuigen. Wat is de beste manier? We zagen al dat persoonlijke geloofservaringen normaalgesproken meer in beweging zetten dan theologische verhandelingen. Een belangrijk startpunt bij getuigen is dan ook dat je nadenkt over wat Jezus voor jou persoonlijk heeft betekend. En waarom je hem vertrouwt. Zet dat eens op een rijtje, zet dat op papier, en oefen jezelf er in om daarover te praten, met mensen die je kent. Mensen uit je vertrouwde omgeving, je man, je vrouw, je 4/7
kinderen. Op de huiskring, op de mannenvereniging, of elders, als je met gelovigen onder elkaar bent. Dat is wat je in het hele Nieuwe Testament ziet gebeuren. Ook binnen de kerk, worden geloofservaringen gedeeld. Met eigen woorden, soms met de geleende woorden van een lied of Psalm. En geef het mee aan elkaar. Dit is mijn geloof, dit is de hoop die in mij leeft. God heeft aan mij iets groots gedaan! Een volgende stap is dat je getuigt over je geloof in je eigen netwerk. Ga na met welke mensen, van buiten de kerk, je wekelijks meer dan een half uur praat of samen optrekt. Ga dat in gedachten maar eens na .... Wie komen dan in je gedachten? Collega's? Mede-sporters? Vrouwen van de schilderclub? Vrienden uit de straat, klasgenoten op het ROC? Allemaal mensen met wie je kunt praten over God. Vaak genoeg vragen ze er zelf naar: "He, klopt het dat jij Christen bent?" "Nog wat leuks gedaan dit weekend. Oh, naar de kerk geweest? Wat vond je daar zo leuk aan dan?" Als je er niet voor wegloopt, liggen de kansen voor het oprapen. God plaatst heel veel mensen op onze weg. Getuigen is een opdracht. Een door God bewust gekozen schakel in zijn reddingsplan. En jij bent een van die schakels. Geen zeepkisten, geen massabijeenkomsten, maar praten met mensen die je al lang kent, mensen die je vertrouwen, die je kennen als een betrouwbare figuur. Onderzoek toont aan dat 75% van de mensen die tot geloof komt, het evangelie heeft gehoord van een bekende uit z'n netwerk. En ook dat het gemiddeld 4 jaar duurt voordat iemand zich echt aan Jezus overgeeft. Daarbij is het ook van groot belang dat er een groep gelovigen is, waarbij de geïnteresseerde zich thuisvoelt, en zich aan kan sluiten. Zijn we zo'n gemeente? Kunnen we mensen opnemen? Het is een blijvende verantwoordelijkheid voor elke gemeente. En we hebben vast een heleboel te leren. Maar daarbij staan we niet alleen. Het verhaal van Petrus in Handelingen is daarbij een geweldige bemoediging. Petrus, de apostel. Die tegen Jezus zei: Ik zal u nooit in de steek laten, al zou ik voor u moeten sterven. Dat meende hij echt, en hij dacht het op eigen kracht te kunnen doen. Nog in diezelfde nacht: de verloochening, de bittere tranen. Maar later: na Pinksteren, met de kracht van Gods Geest, getuigde hij vrijmoedig, en trotseerde het Sanhedrin. Maar nog had hij veel te leren. Hij moest naar alle volken, en preekte alleen bij de Joden. Opnieuw: Gods Geest! Ga mee met die Romeinen Petrus, en preek ook daar. En ook dan is er Gods Geest, die neerdaalt op alle aanwezigen. Zo mogen we, ook bij onze getuigenissen, vertrouwen op God Geest, de "andere helper". Hij leert ons Gods Woord te begrijpen, Hij leert ons bidden en Hij leert ons getuigen. Hij werkt het geloof, en schakelt ons in. En ook wij moeten daarvoor soms onze vertrouwde patronen opgeven. Om nieuwe mensen te bereiken met het evangelie. Laten we Hem dan dagelijks bidden om de goede ontmoetingen, de goede woorden, en de vrijmoedigheid om te spreken over Jezus, die ons redt van de ondergang. Geen seconde te verliezen Het is donderdag, en Heleen hoort de bel overgaan. Ze doet open, en staat oog in oog met de collega die haar altijd komt ophalen. 5/7
Ben je zo ver, Heleen? "Neen, ik ga vandaag niet naar mijn werk." "Waarom niet?" Heleen is een tijdje stil "Ik durf niet" "Waarom niet, wat is er aan de hand ..??" En dan vertelt ze van het telefoontje van afgelopen dinsdag... "Joh, Heleen, kom nou. Je gelooft toch zeker niet dat dat echt gebeurt, die bomaanslag?" "Eerlijk gezegd: ik geloof het wel. En dus leek het me maar het veiligste om niet naar mijn werk te gaan vandaag." "Kom Heleen, je maakt een grapje, ik kan me niet voorstellen dat je het echt gelooft ..." "Ja wel, het klonk heel echt en heel eng ...." "Heleen, als dat waar is, Als jij dat echt gelooft, dan ben je de meest asociale collega die ik ooit gehad heb ..." "Maar ... maar ... ik was bang dat ze me zouden uitlachen als ik er over begon ... maar ik weet toch zeker dat ik het geloof". "Wanneer je echt gelooft dat ons hele kantoor in vlammen zal opgaan vandaag ... dan hebben we toch geen seconde te verliezen ...!!" Kom op, in de auto, we moeten iedereen waarschuwen ... Amen Verwerkingsvragen Algemeen: Ga eens voor jezelf na, en deel dat vervolgens met elkaar: - Wat was er in de preek, nieuw of verrassend voor me? - Wat sprak me aan, waar werd ik blij, of juist niet blij van, wat ontroerde me? - Geeft de preek aanleiding tot goede voornemens, nieuwe plannen? Zet de preek je in beweging? Wat houd je tegen? Bespreek ook in de huiskring eens de vraag: waarom vind ik het moeilijk om te getuigen? Herken je de volgende uitvluchten: - Ik ben niet zo'n prater, en al helemaal niet in het openbaar. - Ik kan niet goed op tegen de argumenten van ongelovigen. - Ik heb er nauwelijks de gelegenheid voor. En bespreek ook eens de beide andere argumenten die in de preek genoemd zijn. Herkenbaar? Getuigen in je netwerk In de preek wordt een heel praktische uitwerking gegeven van wat je "netwerk" is: alle mensen waarmee je (prive of zakelijk) wekelijks langer dan een halfuur praat of optrekt. Ga dat eens samen na, en probeer na te gaan met hoeveel van die mensen je over je geloof gesproken hebt. En deel eens met elkaar hoe dat ging. 6/7
Ik wil getuigen omdat .. Doe eens een rondje waarbij je allemaal de volgende zin afmaakt: Ik neem mij voor (meer) van mijn geloof te getuigen omdat ... (Het werkt vaak het beste wanneer je dit eerst even voor jezelf opschrijft en het dan pas met elkaar deelt)
7/7