12 Dankgebed, voorbeden, stil gebed en Onze Vader Inzameling van de gaven (de kinderen komen terug uit de kinderdienst en wie wil kan de kleinsten ophalen uit de oppas)
Slotlied: Gezang 473:1, 2 en 3 1 Neem mijn leven, laat het, Heer, toegewijd zijn aan uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot uw lof en dienst bereid. 2 Neem mijn handen, maak ze sterk, trouw en vaardig tot uw werk. Maak dat ik mijn voeten zet op de wegen van uw wet. 3 Neem mijn stem, opdat mijn lied U, mijn Koning, hulde biedt. Maak, o Heer, mijn lippen rein, dat zij uw getuigen zijn. Zegen
U bent van harte welkom na de dienst elkaar te ontmoeten bij koffie, thee of limonade
2
11 3 De Heilge Geest, die haar de toekomst spelt, doet aan Gods kerk zijn heilgeheimen weten; Hij, die haar leidt en in de waarheid stelt, heeft zijn bestek met wijsheid uitgemeten; Hij trekt met heel zijn kerk van land tot land als Gods gezant. Overweging Zingen: Gezang 78 1 Laat me_in U blijven, groeien, bloeien, o Heiland die de wijnstok zijt! Uw kracht moet in mij overvloeien, of 'k ben een wis verderf gewijd. Doorstroom, beziel en zegen mij, opdat ik waarlijk vruchtbaar zij! 2 Ik kan mijzelf geen wasdom geven: niets kan ik zonder U, o Heer! In uw gemeenschap kiemt er leven en levensvolheid meer en meer! Uw Geest moet in mij uitgestort: de rank die U ontvalt, verdort. 3 Neen, Heer, ik wil van U niet scheiden, 'k blijf de_Uw' altijd, blijf Gij de mijn'! Uw liefde moet alom mij leiden, uw leven moet mijn leven zijn, uw licht moet schijnen in mijn huis bij kruis naar kracht en kracht naar kruis.
9 september 2012 Bethelkerk Hengelo organist: dhr. Henk Jan Bloemendaal bevestiger: ds Hans Wachtmeester
4 Dan blijft mijn ziel voor U gewonnen, dan wint mijn ziel door U in kracht! Het werk in needrigheid begonnen, wordt dan in heerlijkheid volbracht! Wat in de windslen sliep, ontbot, en komt in 't licht en rijpt voor God.
10 woorden: ‘Ga terug, achter mij, Satan! Je denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat de mensen willen.’ 34 Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich en zei: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aan komen. 35 Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij en het evangelie, zal het behouden. 36 Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar er het leven bij inschiet? 37 Wat zou een mens niet overhebben voor zijn leven? 38 Wie zich tegenover de trouweloze en zondige mensen van deze tijd schaamt voor mij en mijn woorden, zal merken dat de Mensenzoon zich ook voor hem schaamt, wanneer hij komt in het gezelschap van de heilige engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader.’ 9:1 Verder zei hij ook nog: ‘Ik verzeker jullie: sommigen die hier aanwezig zijn zullen niet sterven voordat ze de komst van het koninkrijk van God in al zijn kracht hebben meegemaakt.’ Zingen: Gezang 304 1 God is getrouw, zijn plannen falen niet, Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen. Die 't heden kent, de toekomst overziet, laat van zijn woorden geen ter aarde vallen; en 't werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant, volvoert zijn hand. 2 De Heer regeert! Zijn koninkrijk staat vast, zijn heerschappij omvat de loop der tijden; een sterke hand, die nooit heeft misgetast, blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden; de adem zijner lippen overmant de tegenstand.
3 Orgelspel Welkom door de ouderling, afgesloten met: … in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest allen Amen (allen staan)
Stil gebed Bemoediging v onze hulp is de Naam van de Heer a die hemel en aarde gemaakt heeft Drempelgebed Psalm van de zondag: Psalm 84:1, 5 en 6 1 Hoe lieflijk, hoe goed is mij, HEER, het huis waar Gij uw naam en eer hebt laten wonen bij de mensen. Hoe brand ik van verlangen om te komen in uw heiligdom. Wat zou mijn hart nog liever wensen dan dat het juichend U ontmoet die leven zijt en leven doet. 5 O Here, ons schild van omhoog, zie neder met een gunstig oog op uw gezalfde in uw tempel. Eén dag in uw paleis is meer dan duizend elders. Ik verkeer veel liever needrig aan uw drempel dan dat ik aanzit, hooggeacht waar men de HERE God veracht.
4 6
Want God onze Heer die ons mild bestraalt als zon, beschermt als schild, zal in genade ons verhogen. Zijn hand onthoudt het goede niet aan wie oprecht Hem hulde biedt en eerlijk wandelt voor zijn ogen HEER, die het al in handen houdt, welzalig die op U vertrouwt.
9 Zingen: Psalm 54 1 O God, verlos mij door uw naam! O Heer, neem mijn gebed ter ore! Verschijn met kracht en wil mij horen! Verschaf mij recht ! U roep ik aan! Want vreemden smeedden een complot en hebben hun hand opgeheven. Zij staan mij met geweld naar 't leven, erkennen God noch zijn gebod.
(allen zitten)
Gebed om ontferming Na ‘zo bidden wij samen’ zingen:
(1e keer voorganger, 2e keer gemeente)
Glorialied: Lied 17 uit Tussentijds
2 God is mijn hulp, Hij is getrouw. Het is de Heer die mij blijft schragen, die ze verdelgt wie mij belagen, breekt wie mij brengen in het nauw. Ja, Hij zag mijn benauwdheid aan, ik vrees niet meer voor mijn vijanden. O God, ontvang mijn offeranden! O HEER, geprezen zij uw naam! Evangelielezing: Marcus 8:27-9:1 27 Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg hij aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’ 28 Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat u een van de profeten bent.’ 29 Toen vroeg hij hun: ‘En wie ben ik volgens jullie?’ Petrus antwoordde: ‘U bent de messias.’ 30 Hij verbood hun op strenge toon om met iemand hierover te spreken. 31 Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten van het volk, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen zou worden, en dat hij gedood zou worden, maar drie dagen later zou opstaan; 32 hij sprak hierover in alle openheid. Toen nam Petrus hem apart en begon hem fel terecht te wijzen. 33 Maar hij draaide zich om, keek zijn leerlingen aan en wees Petrus streng terecht met de
8 9 Wees gewaarschuwd en neem u zorgvuldig in acht, zodat u nooit vergeet wat u met eigen ogen hebt gezien, maar de herinnering daaraan levendig houdt en alles aan uw kinderen en kleinkinderen doorvertelt. 10 Vertel ze hoe u bij de Horeb voor de HEER, uw God, verscheen, nadat hij tegen mij had gezegd: ‘Roep het volk bijeen, dan maak ik hun mijn geboden bekend. Dan leren ze ontzag voor mij te hebben zolang ze leven, en brengen ze dat ook hun kinderen bij.’ 11 Op die dag kwam u schoorvoetend naar de voet van de berg, waaruit vuur hemelhoog opvlamde, te midden van duisternis en dreigende, donkere wolken. 12 Toen sprak de HEER tot u vanuit het vuur. U hoorde een stem spreken, maar een gedaante zag u niet; er was alleen die stem. 13 Hij maakte de regels van het verbond bekend, de tien geboden. Hij schreef ze op twee stenen platen en eiste dat u zich eraan zou houden. 14 Mij droeg de HEER toen op om u de wetten en regels te leren die u moet nakomen in het land aan de overkant, dat u in bezit zult nemen. 15 Maar aangezien u geen gedaante hebt gezien toen de HEER u op de Horeb vanuit het vuur toesprak, moet u zich zorgvuldig in acht nemen: 16 misdraag u niet door een godenbeeld te maken, een afbeelding van welk wezen dan ook, man of vrouw, 17 of van een dier dat op het land leeft of van de vogels in de lucht, 18 van kruipende dieren of van vissen in het water onder de aarde. 19 En als u omhoog kijkt en de zon, de maan en de sterren ziet, al die lichten aan de hemel, laat u er dan niet toe verleiden daarvoor neer te knielen en te vereren wat de HEER, uw God, voor de andere volken op aarde heeft bestemd. 20 Want u bent door de HEER uitgekozen en uit de smeltoven van Egypte weggehaald om hem als zijn eigen volk toe te behoren, zoals nu het geval is.
5 2 Alle eer en alle glorie geldt de Zoon, de erfgenaam! Als genade die ons toekomt is Hij onze nieuwe naam. Licht uit licht, / vergezicht, steek ons met uw stralen aan! 3 Alle eer en alle glorie geldt de Geest, die leven doet, die de eenheid in ons ademt, vlam die ons vertrouwen voedt! Levenszon, / liefdesbron, maak de tongen los voorgoed! Orde voor de bevestiging van een dienaar des Woords Presentatie Nadat gebleken is dat er geen bezwaren zijn, zegt de voorganger: Dan stel ik vast dat er geen bezwaren zijn. Zij is waardig om in het ambt bevestigd te worden, waartoe de kerk van Christus haar geroepen heeft. Loven wij de Heer. a Wij danken God Opdracht Gelofte Zingen: Lied 111 uit Tussentijds 1 Kom uit de hemel tot ons neer, vervul ons met uw Geest, o Heer, Gij, die uw kinderen bevrijdt om U te dienen, wereldwijd.
6 2 Bewaar hen, die hier voor U staan, dat zij hun weg met vreugde gaan; geef aan uw engelen bevel hun trouw te zijn als metgezel. 3 Dat zij uw volk, de honger moe, op handen dragen, naar U toe, om na verzoeking en woestijn met overvloed gevoed te zijn. 4 Kom Heiland, die ons hart geneest; kom Vader, Zoon en Heil’ge Geest en maak ons vrolijk in dit uur, o bron, o brood, o vreugdevuur! Gebeden Zegen door voorganger en collega’s Bekleding met de stola Aanvaarding en verwelkoming (allen staan) v Gemeente, dit is uw predikant met bijzondere opdracht. Wilt u Egbertina Tessemaker-Bolt als herder en leraar in uw midden ontvangen en haar hooghouden in haar ambt? a Ja, dat willen wij van harte Loflied: Gezang 434:2 en 5 2 Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven; heeft u in 't licht als op adelaarsvleuglen geheven. Hij die u leidt, zodat uw hart zich verblijdt, Hij heeft zijn woord u gegeven.
7 5 Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen, christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen. Hart wees gerust, Hij is uw licht en uw lust. Alles wat ademt zegt: Amen. Vredegroet v De vrede van de Heer zij altijd met u. a En met uw geest. Gebed van de zondag Aandacht voor de kinderen Zingen: Ontwaak uit je slaap (Lied 18 uit de kinderbundel) 1 Ontwaak uit je slaap, want de dag komt eraan, word wakker en open je ogen; de donkere uren zijn bijna vergaan, de angstige dromen vervlogen. Je hart slaat van vreugde om lucht en om licht, Het is tot niets anders dan liefde verplicht. 2 Het licht van de dag, dat is Christus de Heer. Hij komt het geluk met ons delen. Hij daalt van zijn troon in de hemelen neer en wil met ons kinderen spelen. Wij horen van ver in het donker zijn stem en als wij ontwaken dan zijn wij bij Hem. Eerste lezing: Deuteronomium 4:1-2,9-20 1 Luister dus, Israël, naar de wetten en de regels waarin ik u onderwijs en kom ze na. Dan blijft u in leven en kunt u het land in bezit nemen dat de HEER, de God van uw voorouders, u zal geven. 2 Voeg niets toe aan wat ik u voorschrijf en doe er niets van af. Houd u aan de geboden die ik u geef; het zijn de geboden van de HEER, uw God.