VAN ONZE VADER TOT AMEN 9 BIJBELSTUDIES ROND HET GEBED DAT JEZUS LEERDE samengesteld door Constant Maes
INLEIDING Van Jezus weten wij dat Hij dikwijls de nacht doorbracht in gebed, Hij bad dus minstens een paar uur lang. En als dan Zijn leerlingen vragen “Heer, leer ons bidden” dan geeft Jezus hen de woorden die wij “Het Onze Vader” noemen en die wereldwijd bekend zijn. Het probleem is echter dat wij met dat gebed na ongeveer dertig seconden klaar zijn, dat betekent dan dat je in één uur dat gebed 120 keer kunt bidden… en dat kan nooit de bedoeling van Jezus geweest zijn, want al na vijf keer ken je die tekst zo goed dat je eigenlijk niet meer beseft wat je zegt, terwijl je toch behoort te spreken tot de Allerhoogste ! Er moet dus wel méér achter zitten dan alleen maar letterlijk die woorden van het Onze Vader, en daarom willen wij in deze studies wat tijd besteden om “achter de schermen” te kijken. Wat bedoelde Jezus nu werkelijk ? Stuk voor stuk bekijken wij de verschillende onderdelen van het gebed en proberen wij de diepere betekenis ervan te leren kennen, zodat ook wij, net als Jezus zelf en Zijn eerste leerlingen, tot de Vader kunnen bidden zoals God zelf dat bedoeld heeft, met ons hart op Hem gericht en onze ogen naar onszelf en naar onze naaste… **** HOE DEZE STUDIES GEBRUIKEN… Deze studies zijn niet bedoeld om snel even door te nemen, maar wel om de teksten rustig en geconcentreerd te lezen, misschien wel twee of drie keer, en te proberen vanuit de Bijbel te begrijpen wat God ons wil leren. Dat is ook de reden waarom er zoveel Bijbelteksten in vermeld staan, die in vette tekst aangegeven zijn, want pas dan zullen de andere teksten duidelijk worden. Gebruik bij voorkeur de NBG- vertaling, want die is ook gebruikt bij de samenstelling van de studies.
MATTHEUS 6 : 9 – 13
Bidt gij dan aldus :
Onze Vader die in de hemelen zijt, Uw naam worde geheiligd ; Uw Koninkrijk kome ; Uw wil geschiede, Gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood ; En vergeef ons onze schulden,
Gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; En leid ons niet in verzoeking, Maar verlos ons van de boze. Want Uwer is het Koninkrijk En de kracht, en de heerlijkheid In der eeuwigheid. Amen.
1. Onze Vader die in de hemelen zijt
ONZE VADER, met deze titel mogen wij God aanspreken zegt Jezus tot Zijn leerlingen.
Dat betekent niet alleen dat Hij een Vader wil zijn, maar ook dat jij jezelf als kind mag beschouwen. Het Onze Vader kan je dus enkel bidden als je je bewust bent dat je werkelijk een kind van God bent en je Hem ook als Vader erkent. God is dus niet de Vader van alle mensen, maar enkel voor die mensen die door het geloof in Jezus Christus het zoonschap hebben ontvangen. Lees hierover Rom.8:14-17 ; Gal.3:26-4:7 ; Joh.8:41-47.
DIE IN DE HEMELEN ZIJT. Dit zinnetje is niet alleen maar een “adres” waar het gebed naartoe moet gaan, het zegt ons ook veel over de hoedanigheid van God, want in de hemel is alles volmaakt, perfect, zonder enig foutje of tekortkoming, in tegenstelling met “wat op de aarde is”. De Vader die in de hemelen is openbaart zich in de Bijbel als de Volmaakte en Almachtige : Matt.5:48 ; 2Cor.6:18.
BIDDEN OF ZWIJGEN ? Dat is de vraag die wij eerst moeten stellen als wij het Onze Vader bidden. Tienduizenden mensen spreken de woorden van dit gebed uit zonder rekening te houden met de ware betekenis ervan, en zo’n gebed gaat dan ook niet verder dan het plafond, dan kan je dus maar beter zwijgen. Maar als je werkelijk weet dat je een kind van God bent dan opent zich in dat gebed een wereld van mogelijkheden en van vertrouwen en van verwachting, dan is het een voorrecht om te mogen bidden. Bij het begin van het Onze Vader leert Jezus ons dat wij een liefdevolle en machtige Vader hebben, als wij Hem ook als zodanig erkennen.
2. Uw naam worde geheiligd UW NAAM In de Bijbel wordt een naam dikwijls verbonden aan een hoedanigheid, een kenmerk of een karaktertrek. Een naam heeft dus een bepaalde betekenis, en zo moeten wij ook deze regel lezen en bidden. Als wij zeggen “Uw naam” dan bedoelen wij daarmee “Uw wezen, diegene die U bent”. Het is daarom ook noodzakelijk om te weten en te beseffen wie God is, en dat kunnen wij te weten komen dankzij het feit dat God zichzelf bekend maakt, want wij kunnen dat niet uit onszelf weten, wij hebben een bron van informatie nodig, en die bron is er ook : de Bijbel. En God openbaart zich in die Bijbel op verschillende manieren :
In de schepping zien wij Zijn oneindigheid, Zijn volmaaktheid en schoonheid : Ps.19:1-7, Rom.1:20-21. Door de mens, want ondanks de zondeval wordt de mens nog steeds als een beelddrager van God beschouwd. Je kan dat lezen in Gen.1:26 en vooral in Psalm 8. In Jezus Christus, het vleesgeworden Woord, heeft God ons veel bekendgemaakt over wie Hij is. Jezus heeft ons de Vader doen kennen : Joh.1:1-18 en 14:8-10. Door de Heilige Geest die in de gelovigen woont, want Hij onderwijst hen : Joh.14:26 en Ps.62:2. God kennen is een “heilsfeit”, dat betekent dat wij God moeten kennen om gered te worden, dat staat in Joh.17:3, en daarom heeft dit gebed ook geen enkele waarde voor diegenen die God niet (willen) kennen en geloven. Behalve de openbaring van God als Persoon kent de Bijbel ook verschillende namen of titels van God, en die kunnen ons helpen bij het begrijpen van Zijn openbaring. Enkele belangrijke namen of eretitels en hun betekenis zijn : EL : Godheid, onderscheiden boven de menselijke natuur ; ADONAI : Heer en Meester van het heelal ; EL SJADDAI : De Almachtige ; EL OLAM : De Eeuwige God. … WORDE GEHEILIGD Merkwaardig dat er niet staat “wij heiligen Uw naam”, want dat zouden wij toch moeten doen, Zijn naam heiligen, apart zetten van alle andere namen. Maar uit de woorden van Jezus blijkt dat dit nog lang niet het geval is, neen, wij moeten bidden dat God zelf Zijn Naam wil heiligen. Welnu, de Heer wil niets liever dan dit gebed verhoren, dat Zijn naam boven alles wordt geëerd. En dat moet in de eerste plaats bij onszelf gebeuren, en vanuit onszelf in de gemeente en zo verder in de hele wereld : 2Petr.1:3-8. Bidden “Uw naam worde geheiligd” betekent dan ook open staan, klaar staan om Zijn naam, Zijn wezen, apart te zetten in ons eigen leven. Want God hoort niet thuis in het rijtje van andere goden zoals Boeddha, Allah, Zeus, New Age enz. God hoort ook niet thuis in het rijtje van goede dingen zoals vredesbewegingen, Artsen zonder grenzen, Rode kruis, Greenpeace of UNO, en God hoort evenmin thuis in het rijtje van “bijkomstige hoofdzaken” zoals ons geld, onze status, juwelen of computerspelletjes… Gods naam, Gods wezen, komt een aparte en unieke plaats toe, los van alles wat er in de wereld te vinden is. Ver boven alles verheven, dààr hoort God te staat in ons eigen leven : Rom.2:17-24 en 12:1 en Jes.29:13-16.
3. Uw Koninkrijk kome Wanneer wij bidden “Uw Koninkrijk kome” dan vragen wij aan God, onze Vader, dat Zijn Koningschap gestalte mag krijgen in ons leven, hier en nu. Want het zo hypocriet zijn te bidden dat God in andere levens wil regeren maar niet in dat van onszelf, dan zouden wij precies zulke huichelaars zijn als de Farizeeër in de tempel. Bidden of Hij wil regeren bij ons betekent dat wij Zijn onderdanen willen zijn, vrijwillig en van harte, en dat kan pas gebeuren als wij weten dat die Koning en dat Koninkrijk de moeite waard zijn. OVER HET KONINKRIJK
Het Koninkrijk heeft twee betekenissen : Een geestelijke betekenis : Matt.13:44-52. Jezus geeft enkele gelijkenissen over het Koninkrijk der hemelen. In de verzen 45 en 46 lezen wij dat het al het geld van die koopman waard is, hij heeft er echt alles voor over om dat Koninkrijk te bezitten. Door het geloof in het volbrachte offer van Jezus kan je deel krijgen aan dat Koninkrijk. Het is nuttig om erover na te denken welke waarde dat voor jou heeft. In Joh.18:33-38 getuigt Jezus dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld is. Als je om je heen kijkt of je hoort de nieuwsberichten of je leest in je Bijbel dan is het duidelijk dat dit aardse rijk het domein is van de duivel. Lees hier ook nog even 2Petr.3:10-13. Een letterlijke betekenis : Mc.14:22-25. De hemel, waar Gods troon is (zie Op.4) is een werkelijke plaats en daar regeert God ook werkelijk. Als wij bidden “Uw Koninkrijk kome” dan drukken wij het verlangen uit dat die tijd én die toestand spoedig mag aanbreken, dus dat wij verlangen naar Jezus’ wederkomst. En dat kan je alleen maar als je ook klaar bent om Hem te ontmoeten : Op.3:10-11.
HET KONINKRIJK KOMT … Dat staat vast, daarover spreekt het boek Openbaringen, en die komst is niet afhankelijk van onze gebeden. En toch wil God dat wij daarom bidden. Waarom dan ? Gewoon omdat Hij wil dat wij er telkens aan denken dat Zijn Koninkrijk alles waard is en dat wij er verlangend naar uitzien, zoals het ook in een lied staat : Welk een uitzicht, Bruidsgemeente, eeuwig Hem ten eigendom, Maranatha blijv’ ons wachtwoord, Amen, ja, Heer Jezus, kom !
4. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde GODS WIL ??? Veel mensen, ook christenen, hebben wel eens bedenkingen bij de uitspraak “Gods wil”, want die wordt nogal veel gebruikt als er rampen of onprettige dingen gebeuren. De oorzaak van dit negatieve denken ligt merkwaardig genoeg in de Bijbel, want die wordt ook wel eens misbruikt in plaats van gebruikt. Zo lezen wij in Lc.22:41-42 dat Jezus zegt “niet Mijn wil maar de uwe geschiede”, en wat volgt is de lijdensweg en de kruisiging, en ook in Job 1:20-21 zegt Job hetzelfde als “Gods wil is geschied” nadat hem alles ontnomen was. Maar is dit wel de juiste benadering van de feiten ???
GODS WIL !!! De eerste reactie die velen op deze teksten hebben blijkt in werkelijkheid erg kortzichtig en fout te zijn. Bij Lc.22 is het eerste gevolg inderdaad het lijden en sterven van Jezus, maar het uiteindelijke gevolg is dat Jezus de overwinning behaalde over de macht van satan en van de zonde (Col.2:13-15), dat Hij uit de dood opstond, naar de hemel ging en alle heerlijkheid heeft ontvangen en tenslotte ook nog dat het Koninkrijk kan aanbreken (Op.5:1-5, zie ook vorig hoofdstuk). Bij Job lezen wij in de voorafgaande verzen dat het satan is die aanleiding geeft tot het onheil van Job, en aan het einde van het boek in Job 42:10-17 zien wij hoe het tenslotte afloopt met Job : dubbele zegeningen ! Wanneer wij in de Bijbel opzoeken wat er staat omtrent Gods wil dan vinden wij daar bijvoorbeeld het volgende : Rom.12:2 : Het goede, welgevallige, volkomene ; 2Petr.3:9 : Dat alle mensen gered worden ; Psalm 23 : God wil zo graag onze goede Herder zijn. …ALZO OOK OP DE AARDE Jezus vraagt ons te bidden dat Gods wil, het volmaakte, mag gebeuren op aarde op dezelfde wijze als in de hemel, en in de hemel wordt Gods wil altijd, volledig en onvoorwaardelijk gedaan. Daarvoor zijn er talloze engelen, dat zijn dienende geesten zegt de Bijbel, die niets anders doen dan Gods wil volbrengen, en zij doen dit enkel tot Zijn eer en om te aanbidden, en dat is een prachtige taak. Later, als wij ook in de hemel zijn, zullen wij dat ook mogen doen, en als voorsmaakje mogen wij nu al het Onze Vader bidden. Lees maar even in Op.7:9-17 hoe God aanbeden wordt, dat is om echt stil van te worden, of toch niet ? Misschien juist niet, omdat het ons aanzet om mee te doen… Dat engelen in de hemel de wil van God, hun Schepper, zo gehoorzaam uitvoeren, heeft er alles mee te maken dat zij God zo goed kennen en weten dat Hij altijd het goede en volmaakte wil. ALLES OP EEN RIJTJE … Als wij bidden “Uw wil geschiede” is het goed om te bedenken : * Dat Gods wil altijd het goede en volmaakte is ; * Dat Gods wil nu in de hemel gedaan wordt ; * Dat Gods wil in ons eigen leven mag gedaan worden, en een goede hulp daarvoor staat in 1Thess.5:16-24.
5. Geef ons heden ons dagelijks brood
Met bidden wordt dikwijls bedoeld “vragen aan God”, maar in het gebed wat Jezus leert zien wij dat het vragen om bepaalde dingen pas aan de orde komt nadat wij Hem de plaats en de eer hebben gegeven die Hem toekomt. En die volgorde is wel belangrijk, want wat wij nu aan God gaan vragen zijn dingen die Hij alleen ons geven kan. Brood – en alle voedsel – kan je alleen maar vragen aan Hem die boven de natuur staat en vergeving kan je alleen maar vragen aan Hem die macht heeft over zonden. Bidden om brood betekent ook dat je God erkent als de Schepper van het leven, en bidden om vergeving betekent ook dat je God erkent als de Schepper van het nieuwe leven. GOD GEEFT BROOD
God toont ons in de Bijbel dat Hij de mensen niet wil laten verhongeren, in Ex.16:11-24 lezen wij dat God letterlijk het dagelijks voedsel geeft, opsparen voor later kon niet, de Israëlieten moesten leren om God te vertrouwen, en dat staat gelijk met geloven. Jezus deed ook wonderen om mensen eten te geven, in Mc.6:35-44 doet Hij het wonder maar verlangt ook van Zijn leerlingen dat zij meehelpen om het eten uit te delen. GOD GEEFT MÉÉR DAN BROOD Lees Deut.8, het hele hoofdstuk. Daaruit kunnen wij leren dat God ons veel meer wil geven dan wat wij nodig hebben, maar Hij waarschuwt wel voor hoogmoed (vers 17), terwijl vers 3 dan weer betrekking heeft op de eeuwigheid en verwijst naar Jezus. Vergelijk met Matt.4:1-4, en ook in Joh.6:28-40 zien wij dat Jezus het Hemelse Brood is en dat Hij daarom ook het hemelse eeuwige leven geeft. LEVEN UIT GODS HAND God wil ons voorzien van al wat wij nodig hebben, dat kan je ook lezen in Matt.6:31-34, en in Ex.16 zagen wij dat vertrouwen de sleutel is van een leven uit Gods hand en dat is nu nog steeds zo, maar wij zien meer en meer dat heel wat mensen hun vertrouwen op andere dingen stellen, zoals kansspelen, oneerlijk geld binnenhalen of er een onwettelijke bijverdienste op nahouden. VERANTWOORDELIJKHEID Leven uit Gods hand, vertrouwen op Hem, betekent niet dat wij moeten wachten tot de gebraden kippen ons in de mond vliegen, neen, wij kunnen en moeten werken om ons eten te kunnen kopen, lees maar 2Thess.3:10-12 en ook uit het Oude Testament kunnen wij iets leren : Spr.31:16-20 geeft tal van mogelijkheden om door werken te voorzien in wat wij nodig hebben, en ook oog te hebben voor hen die honger lijden of andere noden hebben. Wij hebben ook gelezen dat Jezus Zijn leerlingen inschakelde om de mensen eten te geven, en dat wil Hij ook nu nog doen. Jezus wil dat wij bidden “geef ons heden ons dagelijks brood”, en niet “geef mij…”, en dat betekent dat wij ook voor elkaar te zorgen hebben als er nood is, zowel voor hen die dichtbij zijn als voor hen die ver weg leven. Jezus wil dat wij aan de hongerigen denken, maar vooral dat wij hen ook daadwerkelijk helpen waar wij dat kunnen.
6. En vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren
Vergeving staat tegenover veroordeling of vergelding, en die twee zijn ook verschillend : Veroordeling is schuldverklaring en uitspraak van een straf. Zo zal God de mensen veroordelen om hun zonden indien zij niet geloven in Jezus : Joh.3:16-19 ; Vergelding is wat wij noemen “oog om oog en tand om tand”. De Bijbel noemt dat ook zo : Lev.24:16-21 ; Vergeving betekent dat de schuld, die er wel is, niet of niet meer wordt aangerekend, er komt dus geen veroordeling meer.
GODS VERGEVING
Bij de vergeving die God schenkt gaat het initiatief van Hem uit, Hij biedt vergeving aan, in tegenstelling met het “elkaar vergeven”. En meer nog, God wil ons zelfs graag vergeven : Ps.86:5. Maar er is een probleem, want God is ook rechtvaardig en kan ons dus niet zomaar verontschuldigen. En daarom heeft Hij een doeltreffende oplossing bedacht en uitgewerkt, en dat plan gaan wij nu in enkele stappen vanuit de Bijbel ontdekken : Rom.6:23 : Het is Gods eerste natuurwet dat de dood het gevolg is van de zonde, dat heeft Hij reeds bekendgemaakt in Gen.2:17 ; Ex.12:21-23 : Door het bloed van het lam gaat de verderfengel voorbij. Hetzelfde principe geldt zowel in het Oude als het Nieuwe Testament, zie Hebr.9:22 ; Lev.4:27-32 : God heeft Zijn wetten bekendgemaakt en daardoor weten wij ook wanneer wij die wetten overtreden en dus zondigen, Rom.3:20 zegt ons dat de wet zonde doet kennen. Joh.1:29 : Gods oplossing voor het zondeprobleem van allen. Het bloed van het Lam doet voor allen die geloven de verderfengel voorbijgaan. Dat wordt zo prachtig onder woorden gebracht in Hebr.9:11-12.
ELKAAR VERGEVEN Dat wij de opdracht krijgen om elkaar te vergeven moet al duidelijk zijn als wij de titel van dit hoofdstuk lezen, trouwens het enige citaat uit het gebed waarop Jezus nog terugkomt en waar wij ook verder in de Bijbel nog informatie krijgen, zoals : Ef.4:32 : Deze tekst zegt hetzelfde als Matt.6:14-15 ; Gal.6:1 : Beseffen dat jijzelf ook een zondaar bent ; Lc.17:3-4 : Bij elke schuldbelijdenis hoort vergeving. Daarbij moeten wij altijd goed beseffen dat hetgeen wij aan elkaar vergeven altijd veel minder is dan wat God ons vergeeft.
VOORWAARDE TOT DAADWERKELIJKE VERGEVING Als er vergeving geschonken wordt, dan houdt dat ook in dat er vergeving aangenomen wordt, anders is het waardeloos. Als God vergeving aanbiedt dan moeten wij die ook aannemen, en daarbij is erkenning van schuld van het grootste belang, zowel voor Gods vergeving als voor onderlinge vergeving. De volgende voorbeelden maken dat duidelijk : Lc.15:17-21 Tot inkeer komen en tot daden overgaan ; Rom.2:1-4 “Een tweesnijdend zwaard” ; Ps.51:3-6 David, een man naar Gods hart, wist wat berouw hebben betekende; 1Joh.1:5-10 Let vooral op vers 9 : “indien” ; Joh.1:11-12 Aannemen is een voorwaarde die moet vervuld worden ; Lc.18:9-14 Een duidelijke les die Jezus zelf leert. Gods vergeving betekent dat Hij Zijn eniggeboren Zoon liet sterven aan het kruis : Zulk een aanbod kàn je toch niet negeren !
7. En leid ons niet in verzoeking Opmerking : De meeste vertalingen gebruiken deze woorden, maar in de Aramese grondtekst (de taal die Jezus sprak) staat er letterlijk “leid ons door de verzoeking heen”, en dat is veel beter te begrijpen en ook juister. GOD EN HET KWADE Voor veel mensen is het een probleem om God écht te vertrouwen omdat zij denken dat ook het kwade van Hem afkomstig is, maar dat is een groot misverstand, wij moeten ook weten dat “het kwade” en “verzoeking” twee totaal verschillende begrippen zijn. Vergelijk Gen.2:15-18 met Gen.3:1-5 en je ziet dat God de mens wil beschermen tegen het kwade en dat het satan is die de mens gaat verleiden. Ook in Job 2:10 lijkt het erop dat het kwade ook van God komt maar als je ook vers 9 leest dan blijkt dat vers 10 een
antwoord is op het voorstel om God te verlaten, en in Klaagl.3:37-39 kan je ook die indruk krijgen, maar hier wordt bedoeld dat God ons het kwade en het goede voorhoudt, Hij laat weten wat het goede en het kwade is en laat de keuze aan ons over. GOD EN DE VERZOEKING De Bijbel laat er geen enkele twijfel over bestaan dat verzoeking nooit van God uitgaat : Lc.4:1-2 De Geest leidt in de woestijn en de duivel verzoekt ; 1Cor.10:9-13 Een duidelijke tekst : wij zijn de uitdagers en Hij is geduldig, genadig en gaarne vergevend en bewaart ons voor verzoekingen die wij niet aankunnen ; Jac.1:12-18 Onze begeerte is een voedingsbodem voor allerlei verzoekingen. DE PLAATS IN HET GEBED Het vragende gedeelte in het Onze Vader kent drie onderdelen Vers 11 Geef ons heden ons dagelijks brood is iets voor de tegenwoordige tijd ; Vers 12 Vergeef ons onze schulden heeft betrekking op het verleden ; Vers 13 Leid ons door de verzoeking heen gaat dan weer over de toekomst. Als wij denken aan de toekomst in ons gebed, waar denken wij dan eerst aan ? Gaat onze bezorgdheid vooral uit naar gezondheid, rijkdom, werk, geliefd zijn bij de mensen of onze studies? In Matt.6:25-34 wil Jezus ons eigenlijk zeggen wees bang om kwaad te doen, laat dàt uw bezorgdheid zijn. En daar zit ook de diepere reden waarom deze tekst in het Onze Vader staat, het gaat hier om onze ingesteldheid. Waar denken wij het meeste aan, waar gaat ons hart naar uit, wat is ons grootste verlangen ? Ps.84:2-3 Het grootste verlangen van de psalmist is om dicht bij God te leven en Hem te aanbidden ; Psalm 8 Door het verlangen naar God gaan wij ook de weg naar Hem steeds beter leren kennen en zullen wij minder bezig zijn met de zaken die ons van Hem weghouden. ZEKERHEID Tientallen keren staat er in de Bijbel vreest niet, maar dat geldt niet zomaar voor iedereen maar alleen voor hen die God vrezen, die dus rekening houden met Hem. Zulke mensen moeten alleen maar zorgen om Hem te behagen, te doen wat Hij goed vindt. Rom.8:31-39 Let wel op vers 39, de liefde Gods is geen automaatje, Zijn liefde is ons gegeven in Christus, en alléén in Hem. Judas 24-25 Nogmaals een bevestiging dat God ons wil bewaren voor het kwade en ons volkomen vreugde wil schenken.
8. Maar verlos ons van de boze
Hoewel deze zin altijd in één adem genoemd wordt met de voorgaande, toch is er een fundamenteel verschil tussen leid ons niet in verzoeking enerzijds en verlos ons van de boze anderzijds. Bij het eerste ligt de nadruk op preventie, om een juiste ingesteldheid van ons hart, maar wat wij nu gaan bidden dat is het definitief uitschakelen van het kwaad en de veroorzaker daarvan. VERLOSSING Verlossing is een kernwoord in de Bijbel, zonder verlossing staan we nergens ! Als wij nu de woorden verlossing, Verlosser en verlossen opzoeken dan zien wij dat verlossing alléén kan gebeuren van buitenaf, dat wil zeggen dat niemand in staat is zichzelf te verlossen, het is een werk dat door Iemand anders gedaan wordt.
Verlossen komt maar liefst 148 keer voor in de Bijbel en het is telkens God zelf die verlost, en 33 maal komt verlosser voor. Vijf maal zendt de Here militaire verlossers voor Israël en 28 maal is Hij de verlosser en tenslotte vinden wij 32 maal verlossing terug en evenveel keer bewerkt de Heer de verlossing of neemt daartoe het initiatief. Een prachtig verlossingslied kan je lezen in Ps.18:1-20 en over de meest ingrijpende verlossing uit de geschiedenis van de mensheid lees je in 1Thess.1-9:10. DE BOZE God geeft ons de opdracht om het kwade te overwinnen, zo lezen wij in Rom.12:9-21 en Zijn Woord noemt ons drie vijanden waartegen wij moeten strijden : Satan, de vorst der duisternis, de vader der leugen, de mensenmoordenaar en de oude slang, de verleider. Al die “eretitels” kom je tegen in Joh.8:44, Ef.6:10-12 en Op.20:1-3. De wereld : Verleiding door schoonheid, luxe, hebzucht, publieke opinie (wat “men” zegt wat goed is, Gods vaste normen moeten wijken voor de steeds veranderende normen van de mensen) : Zie Rom.12:1-2 en 1Joh.2:15-17. Ons eigen vlees, de “oude ik” die steeds tegen de wil van God ingaat, en die je ook overal meeneemt : Rom.7:21-25 en Gal.5:16-17. OVERWINNING ENKEL IN CHRISTUS Als wij bidden verlos ons van de boze dan is dat geen wanhoopskreet maar wel een verlangend uitzien naar wat Jezus wil doen in en door ons, en wat Hij straks ook wereldwijd doen zal. Joh.16:33 Christus heeft de wereld, de boze, reeds overwonnen ; 2Cor.5:17 “In Christus” zijn wij een nieuwe schepping en dus in staat om het kwade te overwinnen ; Gal.2:19-20 Het verschil tussen de onbekeerde en de bekeerde : Christus leeft in de bekeerde mens, die is in staat om het kwade te overwinnen. Tenslotte is er nog de totale een eeuwige overwinning van Jezus door Zijn kruisdood en opstanding : Col.2:13-15 Jezus heeft op Golgotha de feitelijke zege behaald en zal bij Zijn wederkomst de boze definitief uitschakelen. Op.20:7-21:8 De uiteindelijke zege ! Merk op dat hier de drie vijanden, satan, de wereld en het eigen vlees opnieuw genoemd worden. Wat een geweldig vooruitzicht, weten dat ons gebed op zo een volledige wijze zal verhoord worden !
9. “ Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.
WANT VAN U … Aan het einde van dit modelgebed benadrukken wij opnieuw onze afhankelijkheid van God en belijden wij dat de Heer alleen God is aan wie alles toebehoort, en de Heer Jezus noemt ons hier drie zaken die onze bijzondere aandacht verdienen. HET KONINKRIJK Dat is natuurlijk in de eerste plaats het hemelse rijk (zie Joh.18:36), maar het heeft ook betrekking op de aarde, want dat is Zijn schepping (Gen.1). Het is dus ook goed om na te denken hoe wij met die schepping omgaan, zowel met mens, dier als materie. Wij kunnen denken dat het allemaal van ons is, zoals satan dat doet (Lc.4:6) of erkennen wij dat dit alles “geleend goed” is en houden wij daar rekening mee.
DE KRACHT De hele geschiedenis door hebben mensen geprobeerd hun kracht en macht te vermeerderen, denken wij maar aan kernenergie, ruimtevaart en atoombommen, maar ook aan drugs en doping waarmee men prestaties wil verbeteren. In het gebed belijden wij dat de kracht van God is, HIJ is de bron van alle sterkte, maar dat betekent ook dat wij als gelovigen goed en gepast gebruik moeten maken van die onuitputtelijke Krachtbron, en opnieuw helpt de Bijbel ons om dat te leren : Ps.46 In vers 2 staat dat God bewezen heeft dat Hij een toevlucht, een schuilplaats en een kracht is. Ps.121 De Heer is zelfs bij machte onze ziel te bewaren en dat is iets wat eeuwig duurt. Fil.4:13 Wijzelf zijn zo dikwijls zwak en onkundig maar in Christus ontvangen wij alle kracht en wijsheid die wij nodig hebben, zie ook Jac.1:5. DE HEERLIJKHEID Het heerlijke, het zalige, het goede. Al die dingen zijn van God en in God. Wanneer Jezus ons leert te erkennen dat de Vader alle heerlijkheid bezit, dan moeten wij onszelf de vraag stellen wat voor ons die heerlijkheid betekent. Is heerlijkheid voor mij de pleziertjes die deze wereld te bieden heeft (en die vaak even snel verdwijnen als ze gekomen zijn), of kijk ik verder in de toekomst en verlang ik naar de hemelse heerlijkheid ? Ps.84:2-3 Onze ziel heeft een sterk verlangen naar God en het is goed dat ook ons verstand zich daar bij aansluit. Matt.17:1-5 Wat Petrus, Jacobus en Johannes mochten beleven, was een voorsmaakje van de heerlijkheid die in de hemel voor eeuwig is. IN DER EEUWIGHEID Ps.90:1-2 zegt ons dat God een eeuwige God is en omdat Hij ook volmaakt is zijn alle dingen die betrekking hebben op Hem ook eeuwig. Zowel Zijn Koninkrijk, Zijn kracht als Zijn heerlijkheid hebben dezelfde kenmerken als God zelf en zijn dus onbegrensd in maat en tijd. Met ons verstand is dat niet te doorgronden maar toch heeft de Heer ons datgene wat wij wel kunnen begrijpen geopenbaard, en dat is al zo groots dat wij alleen maar kunnen uitzien om eens die heerlijkheid te mogen delen : Op.21:1-6.
AMEN. Zo is het… daar valt niets aan toe te voegen of af te doen. Dààr komt het uiteindelijk op aan als wij het Onze Vader bidden, dat wij God de eer geven, geloven én verwachten, want dat zijn de drie kerngedachten in dit gebed. Daar wil Jezus ons aan herinneren. Groot is Uw trouw, o Heer, Iedere morgen aan mij weer betoond. Al wat ik nodig had hebt Gij gegeven, Groot is Uw trouw, o Heer, aan mij betoond. (Lied 123 uit Opwekking)