GITAARMAN.NL
de bouwer vertelt... over gitaargeluid
Gitaarman Ad de Peffer April 2012.
DE WERELD om ons heen verandert in sneltreinvaart. Kolossale computers van indrukwekkende omvang, hebben in 'maar' enkele jaren plaats gemaakt voor platte laptops en tablets die tien keer zo snel zijn. Auto's die twee decennia geleden nog 1 liter benzine verbruikten om 10 km te rijden, zijn vervangen door zuinige dieseltjes die met 1 liter van die brandstof 25 km afleggen. En gitaren.....die zijn nagenoeg nog steeds hetzelfde gebleven als in pakweg 1956 toen ik geboren ben. Dit zegt iets over gitaristen. De ontwikkeling zit voor hen niet zo zeer in het instrument alswel in de muziek zelf, want de muziek is wel aanzienlijk veranderd sinds 1956. De manier waarop we met elkaar communiceren is ook voor de meeste gitaristen aanzienlijk veranderd. Nog niet zo lang geleden keek je in de gouden gids, om een gitaarbouwer te zoeken die misschien je dringende vragen kon beantwoorden. Het internet staat nu bol van de, al dan niet gespecialiseerde netwerken. Gitaarfora, Marktplaats en Google zijn nu in dit opzicht je beste hulpjes geworden. Er is veel veranderd en zeker ook ten goede. Gitaristen kunnen nu gemakkelijk opzoeken wat de waarde van hun instrument ongeveer is en welke bouwjaren er zijn enzovoorts. Ook bladmuziek, vaak in Tabs, brengt inzicht in de speeltechniek van hoogwaardige gitaarmuziek binnen ieders bereik. Dat zijn toch fantastische mogelijkheden die tot voor kort ondenkbaar waren. Als gitaarliefhebber wil ik graag mijn steentje bijdragen, met gebruikmaking van de nieuwe mogelijkheden. Voor de ware liefhebber heb ik dit online Gitaar Magazine samengesteld. Gewoon omdat ik het leuk vind om mijn visie weer te geven en mijn ervaringen te delen met iedereen die er interesse in heeft. Er wordt geen drukinkt mee verspild en het versturen kost geen geld. Voor mijzelf heeft het alleen maar wat tijd in beslag genomen om het te maken, maar het zorgt er ook voor dat mensen mij wellicht beter kunnen vinden wanneer er zich een probleem voordoet met hun instrument. Dat is het werk dat ik al jaren met veel toewijding doe. Ik hoop dat je veel plezier beleeft met het lezen van deze artikelen die stuk voor stuk gaan over ons geliefde instrument, de gitaar. Wellicht komt er nog een vervolg, maar dat hangt helemaal af van de behoefte van de lezers. Stuur dit Magazine gerust door naar een gitaarvriend, want er wordt niemand slechter van. Zo wordt de wereld alsmaar mooier. Groetjes, Ad
Wanneer is je gitaar rijp voor een fretklus?
Het ziet er vaak erger uit dan het is. Vaak kunnen de frets van je gitaar nog een tijdje-, of misschien nog jaren mee. Je gitaar kan aanlopen waardoor een toon onaangename bijgeluiden produceert. Soms is een te laag afgestelde snaar hiervan de oorzaak. Misschien ben je overgestapt naar een lichtere set snaren en dat verandert de spanning in de hals. Alleen dit al kan er voor zorgen dat al je snaren gaan aanlopen. Het ontspannen van de hals is dan genoeg. Als je het zelf niet kan is dat geen schande en misschien is het veel verstandiger om er even mee naar je gitaardokter te gaan. Dat zal geen dure klus worden.
De gitaar is goed afgesteld, maar loopt nog steeds aan. Hoog tijd voor 'n bezoekje bij de vakman. Er zijn 2 opties mogelijk. Optie 1 is om de frets te laten vlakken. Soms kunnen de frets ook nog wat in hoogte bijgesteld worden, waardoor je een fretklus kunt uitsparen. Toch is een goede vlakklus ook geen kleinigheid. De prijs hiervoor ligt meestal op ongeveer 50% van een fretklus. Vergeet niet dat na het vlakken van de frets elke fret ook weer stuk voor stuk rondgemaakt moet worden en in vele gangen teruggepolijst naar een perfect glad oppervlak. Optie 2 is het vervangen van alle frets. Je kunt dan kiezen voor hoge, lage, brede of smalle frets. Oude gitaren hebben vaak een totaal uitgedroogde toets, waardoor er hout kan meekomen bij het verwijderen van de oude frets. Voor een goede vakman geen probleem, maar wel extra werk. Ook een sierrand langs de toets, een z.g. binding, is meer werk dan een gitaar zonder binding. Vaak moet ook de kopkam, of de Nut, vernieuwd worden. Dit is omdat de nieuwe frets wat hoger zijn dan de oude. Overleg vooraf goed en vraag altijd naar de prijs.
Gitaargeluid?
Voor de een is gitaargeluid sterk afhankelijk van de versterker en voor de klassieke gitarist is gitaargeluid puur dat wat het instrument zelf levert. Wat versterkers voor je geluid kunnen betekenen is in alle gevallen de tweede faktor, omdat ook electrische versterking afhankelijk is van wat het instrument zelf voortbrengt. En hiervoor gelden enkele basisregels die we hierna zullen bespreken..
Gitaarman vertelt over hout als cruciaal onderdeel: ''Als ik bij een houthandelaar een goed klinkend stuk hout voor een gitaar tegenkom, betaal ik er vaak de hoofdprijs voor.Ik doe dit graag, omdat ik weet dat het klankresultaat verbluffend zal zijn, ook al kost het soms enkele honderden euro's. En dan heb ik alleen nog maar het hout voor de body of voor de neck. Ik selecteer het hout door erop te kloppen en ook let ik op het gewicht en op de jaarringen. Het kost geld en moeite, maar het klankresultaat maakt voor mij alles weer goed'' Hier wordt nog maar eens aangescherpt, hoe belangrijk het hout is waarvan een gitaar gemaakt wordt. Verder nog dit: ''Een goeie gitaar resoneert heel goed door, in alle delen van het instrument wanneer je een akkoord aanslaat, alsof hij niet meer wil stoppen. En dat hoor je ook goed, zelfs bij een solid body gitaar die niet eens op een versterker is aangesloten'' Maar wat is het dan waardoor het ene instrument wel goed doorklinkt en de andere niet? ''Het is van groot belang dat het hout zodanig wordt verwerkt door de bouwer, dat het optimaal kan meetrillen. Zelf besteed ik hier tijdens het bouwen veel aandacht aan. Een goed verwerkt stuk hout kan vrij trillen in alle frequenties die de snaren voortbrengen. Het allerbelangrijkste is dat er geen spanning in het hout aanwezig is.'' Duidelijk! Je moet het goede hout hebben en er mag geen spanning in het hout aanwezig zijn. Dan komt toch de vraag op waarom er dan toch zo ontzettend veel middelmatig klinkende gitaren worden gemaakt. Waarschijnlijk moet je gitaar dan toch door een bouwer zijn gemaakt om deze kwaliteiten te bezitten, want naar mijn weten wordt hieraan bij geen enkele fabriek aandacht aan besteed. Die beperken zich tot het bepalen van de houtsoort. Bijvoorbeeld Mahonie, of elzen, of ash voor de body en maple voor de hals. Maar 'spanningsvrij hout' dat heb ik nog in geen enkele gitaarfolder vernoemd gezien. Voor meer informatie over Ad de Peffer en zijn aanpak kun je de website bezoeken: http://gitaarman.nl
Inside Information
Ben jij al bekend met het CAGED systeem? Wat is Caged? Caged is een manier van hoe je de accoorden en toonladders over de hele gitaarhals 'denkt'. Het is gebaseerd op vijf eenvoudige Majeur accoorden, namelijk: C – A – G – E- en D Majeur.
Hierboven zie je de vijf CAGED accoorden afgebeeld. De nummers die erbij staan, zijn niet de vingers waarmee je indrukt, maar het zijn de z.g. Toonladdernummers. Do = 1 (re=2) Mi = 3 (fa=4) Sol = 5 Elk Majeur accoord is samengesteld uit nr. 1 – 3 – 5 van de ladder. Bijvoorbeeld, de toonladder van C Majeur:
C=1
d=2
e=3
F=4
G=5
a=6
b=7 c=8 (=1)
Het C-acoord bestaat alleen uit tonen die C, E en G heten. Dus de eerste, de derde en de vijfde toon uit de toonladder. Elk van de vijf bovenstaande CAGED accoorden zijn op dezelfde manier uit hun eigen toonladder op deze manier samengesteld. Waarom is het handig om dit te weten? Je hebt vast weleens de nummers 2, 6, 7, 11, en/of 13 aan accoordnamen toegevoegs gezien. Dit zijn 'harmonische' kleuren die aan een accoord kunnen worden toegevoegd. Als je de toonladder een beetje kent, dan heb je deze tonen snel gevonden als je 1-3-5 alvast weet te zitten. Ook kun je de complete toonladder 'om een accoord heen' denken. Wanneer je alle 'drie-tonen' (de grote terstsen) in een accoord weet te zitten, dan kun je die 1 vakje verlagen en dan krijg je alle mineur-accoorden
te zien die je op een gitaar kunt pakken. Er zijn immers maar vijf 'vormen'. Alle vijf de CAGED accoorden kun je hoger op de hals ook toepassen. Ze zijn niet allemaal even comfortabel om in z'n geheel te pakken, maar ten dele kan vaak wel. Wanneer je bijvoorbeeld het C-accoord in zijn geheel twee vakjes verder de hals opschuift, dan krijg je een D- accoord. Als je dan behalve 1-3-5 ook de 2 – 4 – 6 – 7 vindt, dan heb je de complete toonladder gevonden. Die kun je dan op de hele hals toepassen. Dit gaat steeds op voor alle vijf de accoorden van het CAGED systeem. Lees het bovenstaande nog maar eens goed door met je gitaar op schoot, dan zal het CAGED-systeem langzaam maar zeker duidelijk worden. SUCCES !
The Blues Een lekker bluesje voor de liefhebber om eens uit te proberen. Uitgeschreven in standaard muzieknotatie en daaronder in tabs. Het staat in E . Niet al te moeilijk, maar wel leerzaam. LET OP!!! deze (ouderwetse) tabs zijn 6 witte strepen die de snaren voorstellen. Dus kijk daar eerst even goed naar. Het went erg snel. Veel succes met uitproberen.
GITAARMAN.NL werkt samen met:
Dus als jij je vaardigheden op muziekgebied wilt bijspijkeren neem dan eens een kijkje op de website: http://www.musicscool.nl Er zijn vestingen in Waalwijk, 's-Hertogenbosch en in Nieuwendijk.
Op de website van gitaarman.nl meer Gratis muziektheorie. Een bezoekje waard! _______________________________________________ Zoek jij een goede gitaar? Dan ben je altijd goed af met een exemplaar dat is uitgezocht door een gitaarbouwer. Vragen staat vrij en soms zijn er leuke aanbiedingen. Mail hiervoor naar
[email protected]
De Solid Body Gitaarfamilie Sommige mensen denken dat het ontwerp van de solid body gitaar op een goede dag door iemand is verzonnen. Niets is minder waar. In 1948 had Leo Fender zijn prototype voor een solid body model klaar. De gitaar werd the Broadcaster genoemd vanwege de populariteit van de radiouitzendingen, naast kranten en tijdschriften, hèt medium van die dagen. Toen later de TV populair werd, doopte Leo zijn gitaar om tot 'Telecaster'. Wat was nu eigenlijk de gedachte achter de Broadcaster?
Van de vindingrijke Leo Fender is bekend dat hij een winkel had in electrische spullen. Hij ontwierp en patendeerde in die tijd bijvoorbeeld ook een automatische wisselaar voor een platenspeler.
De Hawaiian gitaar van Rickenbacker bestond al en was in wezen reeds een solidbody ontwerp, maar met 'n ander doel. Leo maakte in zijn werkplaats magneet pickup's die veel kleiner waren dan de gangbare pickup's op de Rickenbacker hawaiian gitaren. Zijn elementen pastte in het klankgat van een akoestiese western gitaar, zoals een Martin. Met regelmaat kwamen er Country artiesten bij hem over de vloer om Leo's elementen in hun gitaar te laten inbouwen. Leo begon toen ook versterkers voor hen te bouwen. Met het toenemen van de vermogens van de versterkers, begon zich nog een probleem af te tekenen. Het rondzingen van de gitaar tengevolge van terugvoeding (feedback).
Wanneer je op een podium staat met een holle akoestiese gitaar en met daarin een element, dan vangt het bovenblad van de gitaar de trillingen op die versterkt uit de luidspreker komen. Doordat die trilling exact dezelfde frequentie hebben als de toon die de gitaar op dat moment produceert, gaat de gitaar nog harder trillen in die frequentie. Hierdoor stopt de snaar niet meer met met klinken. Van de massieve Hawaiian gitaren was bekend dat zij dit probleem niet kenden. De oplossing lag hiermee voor de hand: Een massieve gitaar. De Broadcaster was dus bedoeld als een 'Martin', maar dan een, die je op het podium veel harder kon zetten, zonder 'n feedback-probleem. Tot op de dag van vandaag zie je country-artiesten nog steeds meer dan gemiddeld op Telecasters spelen.
Broadcaster 1950
Martin 000-18 1937 remake
Ook het ontwerp van de kop van een de broadcaster is bepaald niet helemaal uit de lucht komen vallen. De Weense bouwer Johann Stauffer, waar de oprichter van Martin guitars, Christian Frederick Martin I, het vak van heeft geleerd, had al een gitaarkop met alle zes de mechanieken aan een kant en ook had de Stauffer gitaar reeds de brugpennen voor snaarbevestiging welke we in alle Martin gitaarbruggen tegenkomen.
Johann Georg Stauffer 1778 - 1853
Behalve de Broadcaster/Telecaster, is Leo Fender op het idee gekomen, of misschien wel op het idee gebracht, om ook een basuitvoering van de Tele te gaan maken. De basgitaar bestond op dat moment nog niet. Het prototype van Leo's bas had dezelfde body als die van 'n Telecaster. Door de langere hals openbaarde zich echter een nieuw probleem. De langere hals zorgde ervoor dat de kop steeds naar beneden wilde zakken door het gewicht. De oplossing werd gevonden: Door een hoorn aan het bodymodel toe te voegen kwam de bas beter in balans te hangen. En in feite werd hiermee de basis gelegd voor een later body ontwerp, de Stratocaster. Fender Precision Bass 1952
Fender Stratocaster 1954 (remake)
We zien hier in vogelvlucht hoe de Telecaster, de Stratocaster en de Basgitaar zijn ontwikkeld uit een Staalsnaar Westerngitaar met een element in het klankgat. Vooral de Telecaster, maar ook de Stratocaster zijn 'in wezen' dus aangepaste western gitaren, met de techniek van een Hawaiian gitaar. Twee klassieke modellen-, plus de hieruit ontstane basgitaar, -die niet meer weg te denken zijn.
Waar komt het Les Paul model vandaan?
Les Paul was een vindingrijke en beroemde gitarist in de vijftiger jaren, die graag knutselde met gitaren en in feite al een massieve gitaar had ontwikkeld, nog voordat Leo Fender met de Broadcaster kwam. Ook Les Paul was het niet ontgaan dat holle gitaren een feedbackprobleem hadden en de massieve Rickenbackers niet. Om het probleem op te lossen, maakte hij voor zichzelf een massieve doorlopende gitaarhals en bevestigde 'voor het oog' daar de holle zijkanten van een jazzgitaar tegenaan. Bij Gibson zagen ze aanvankelijk geen brood in zijn 'bezemsteel' ,totdat Leo Fender ongekend succes oogste met zijn Broadcaster. Vanaf dat moment herstelde Gibson het contact met Les Paul en begon massieve gitaren te produceren onder de naam Gibson Les Paul.
Dit verhaal laat zien dat de Les Paul gitaar dus eigenlijk een jazzgitaar is, met een 'drukkende' brug en een staartstuk, precies zoals bij een jazzgitaar. Maar wat is er nu zo specifiek aan een jazzgitaar? De jazzgitaar is afkomstig van Lloyd Loar die in de twintiger jaren van de vorige eeuw als luthier bij Gibson werkte. Gibson maakte in die periode voornamelijk mandolines. Zoals bekend hebben ook mandolines doorgaans een bol bovenblad met drukkende brug en een staartstuk. Lloar ontwikkelde met deze technieken een gitaar. Toch mag aangenomen worden dat Lloar kennis heeft gehad van het bestaan van de Viola da Gamba. Een laat middeleeuws instrument dat zich het best laat vergelijken met een flinke viool met daarop een toets met fretten. Ook de Vedel vertoont hiermee overeenkomsten. Samengevat kun je stellen dat de jazzgitaar uit de vioolfamilie stamt en dus een viool op gitaarformaat is en dat de Les Paul daar rechtstreeks vanaf stamt.
Viola da Gamba , strijkinstrument met fretten
De Drie Solid Body basis modellen De drie basis modellen voor solid body zijn dus: de Telecaster, de Stratocaster en de Les Paul. Daarmee in wezen dus: 1) een massieve Stauffer 2) een massieve Stauffer met een bewegende brug 3) een massieve vioolgitaar Dit zeg ik even zo om de ontwikkelingslijnen te verduidelijken en niet om het belang van het ontstaan van deze modellen te ontkennen. Na het ontstaan van deze 3 modellen, zijn er tal van al dan niet geslaagde hybride gitaren geproduceerd. Maar men blijft toch steeds maar weer terugvallen op deze drie basismodellen. Dat is natuurlijk niet zonder reden.
De voorgeschiedenis van deze modellen heeft alle andere mogelijkheden eigenlijk al uitgeselecteerd, reeds voordat ze bestonden! Wereldwijd worden dan ook gitaren van deze basismodellen geproduceerd welke niet van Fender of Gibson fabrieken afkomstig zijn. Op zich is het geen slecht idee om standaard vormgeving te hebben, zoals dat ook bij andere serieuze instrumenten het geval is. Denk aan de viool, de piano, de saxophone enz. Waarom zou elke individuele gitaarbouwer opnieuw het wiel moeten uitvinden? De mensen die echt verantwoordelijk zijn voor de ontwerpen en de productie, die leven allang niet meer en hun producten zijn in handen gevallen van investeerders. Men mag natuurlijk niet zeggen dat de merken niet meer bestaan, want die grote merknamen bestaan nog steeds. En het is hun jurisisch verkregen recht om de merknaam op hun producten te plakken. Maar misschien is het ook wel goed voor gitaristen om weer zelf te gaan oordelen over zaken als de klankeigenschappen van een instrument en de 'one size fits all' confectiematen in te ruilen voor een individueel 'maatpak', zoals Leo Fender dat ook ooit deed voor zijn Countryartiesten. Misschien dat de solid body gitaar dan weer kan doorontwikkelen naar iets nieuws, naar iets beters? En wie achtentwintigduizend dollar of meer (over) heeft voor een gitaar van Leo zelf en zijn kornuiten, die moet maar eens een gitaar van voor 1965 uitproberen. Dan hoor je weer hoe het ooit was bedoeld.
Les Paul
Leo Fender
Vond je het leuk om dit online Magazine te ontvangen en door te lezen? Laat het gerust weten.
[email protected] Wellicht komt er een vervolg. Veel plezier met je gitaristische bezigheden en blijf vooral zoeken naar alles dat beter is. Groet, Ad de Peffer
GITAARMAN.NL Ad de Peffer Guitar Service Waalwijk voor: Onderhoud, reparatie, restauratie en afstellen van je gitaar e-mail:
[email protected] _____________________________________________________ _______________________________________________________
Voor meer informatie over dit e-book ga je naar: gitaarman.nl