LOUIS DE VISSER VERTELT STRIJDEND LEREN - LEREND STRIJDEN (Naar gegeven!: van een vraaggesprek door THEUN DE VRIES)
De tram stopt ergens aan de zomen van Den Haag, op de grens van een heldere, zonnig·e buitenwijk; •en als men uitstapt, zi•et men e·ensklaps de bultige kemelrugg·en van de duinen vlak voor zich met de diepe, vrije hemel 'er boven. Op di·e grens van de stad •en de ruimte woont het lid van de Tw.e,ede Kamer der" Staten-Generaal, woont de communist L. L. H. de Visser, woont on z·e Louis! - En hem te !.aten spreken van zijn oude hechte verbinding met de arbeidersklasse, o~er zijn l·e~en, dat 'een bezegeling is van de trouwgeld-te, di•e hij aan het volk der werkers en het socialisme deed, dat is het doel van dit bezoek op deze hoog doorwaaide, heldere lente-avond, die de hemel achter de ste·il·e duinen nog rossig kl·eurt. Louis d·~ Visser - hij zit daar, rustig eerst, glimlachend. Hij begint te vertellen. Hij is een g •e b o r·e n verteHer - ge voelt de dimax van zijn V•erhalen naderen - ; zijn rust lost zich ·~p in bewogen gebaren, 'eindelijk zal hij ·opspring•en •en voor u staan.; •e•en breed er. krachtig handgebaar mak·en; en in deze simpel'e mimiek hebt ge hem als uiterlij-~e verschijning: l·evend, vol onuitblusbare ·energie, ,een man uit één stuk. Maar oneindig belangrijker dan dez·e ten slotte uiterlijk•e indruk, deze ,e,envoud, die vol geladen kracht .is, zijn de woorden, di·e hij spreekt; •en nu onze Loui~ 60 werd, 'en wij ,e,en krans van rode bloemen om zijn slapen hebben gevlochten, nu Nederlandse arbeiders ·ep democraten toonden, te weten, wie n zij in hem bezitten, nu is ook het ogenblik g·ekomen, om de grote lijnen van Louis' leven i1e trekker. •en te overzien. En hoe zouden wij dit beter kunnen doen dan door hei: boeiend •en bewog,en 11elaas weer te geven, zoals we dat uit zijn eig·en mond vernamen? Louis de Visser vedelt ... . . . Geboren ben ik te Rotterdam, uit de protestants-christelijke familie van de De Visser's, waartoe ook de voormalige mini-ster dr. J. Th. de Visser behoort; hij was 1e·en volle ne·ef van me. Mijn ouders wal"en wezen; mijn moeder uit het Delftse, mijn vader uit het Haagse we•eshuis. Vader werkte •e·erst als me,esterknecht op de vo·or die dagen vrij grote meubelfabriek van Stork; na zijn kennismaking met den Duitser Osthoff begon hij met dezen compagnon ·een zaak in de Spuistraat, die heel goed ging en die zelfs ~jieke klanten had. Maar vader, di.e een levendig sociaal gevoel had, kwam al spoedig in conflict met zijn medefirmant, als hij na het drukk·e ·en uitputtende seizoen met de knechts en hun vrouwen in grote janpleziers uit rijden ging, om hun tenmins-l!e iets van de slopende arbeid te vergoeden. Het getuigt geloof ik ook wel voor de scherpe blik van mijn vader, dat hij, na· de ontbinding van het compagnonschap, naar 329
LOUIS DE VISSEr.:
HERINNERINGEN
Rotierdam trok, dat toen in opkomst was, en waar het jeugdige de grondslag begon te leggen voor het kolossal,e ha\"enbedrijf, waar dus voor •een ondernemend man wat was te beginnen. Vaders zaken gingen hi•er ook ni,et sl·echtj en daarbij bl,e•ef hij trouw aan z.ijn democratische strevingen. Zo deed hij o.a. hevig mee aan de pogingen van zek,eren De Vl•etter, e•en onderwijzer, die ten z•eerste voor de oprichting van zwemschol:en ij\"erde, ·en die zwom, bij wijze van protestdemonstratie ·in de smerig·e grachten, om den mensen te tonen, ho,e het nièt moest. . . waar\"oor hij met g·evang·enisstraf moest boeten. In de winter van '78, toen het hard gev~oren had, raakte Vader, komend van zijn werk, te water en bleef zolang onder het ijs bekneld, dat hij ook na zijn r·edding 'ter ni•et me•er le\"end afbracht. Ik werd 'n maand of wat na zijn overl_ijoden,gebor·en... in wat voor omstandigheden, dat kun j·e je indenken! Mijn moeder was met 4 kinderen blijven zitten; mijn oudste broer, die al ~ijna achtHen was, kon de zaak ni·et. voortz,etlen, tekende uit neerslachtige balorigheid als kol,oniaa.l en t!'ok naar de Oost. En moeder. . . ja, wat kon die anders do~en dan 'een winkeltje beginnen? In e·en van di'e ,eiJ.endige, tri,este straten op de gr:ens van Delfshpven en Rotterdam - de Ni,euwe Binnenweg wa.s nog maar een paadj,e, en van de b11ed~ aa,nbouw van thans was er geen sprake, natuurlijk - , in de Couve11nestraat, ben ik opgegroeid ... Mijn speeliier11ein was de modder van de goot.; m.ijn eerste indrukken van het l,ev•en waren di1e van r:eddeJ.oz,e misère. Moeder plo.eterdc 'en werkte, zo hard als z,e kon; mo,ed en go,ede wil bezat ze genoeg; maa,r het l,ev,en was wreder en sterker. Op mijn 6e jaar ging ik naar school; wat het pt'leci·es was, weet ,jk niet, maar het la.g ni1et aan mijn verstand, dat ik het maar ni~et met mijn onderwijz1ers kon vinden, en v~oortdurend met ze overho,op lag . . . Mijn vroeg-rebelse aa.rd zal daar ook wel· e~en wo·ordjc hebben me•egesprok,en •.. In elk geval stond ik al gauw we,er op straat en vertikte het hardnekkig om weer op de banken te gaan zitten. Wat er onder di'e ~omstandigheden van mijn elementairste vorming tet'lecht kwam, kun j'e begrijpen. Ik l·eerde l,ezen van mijn vri1endj:es, voor de t'leuz•enl,etters van !'leclameborden, opschriften, aanplakbilj.etten... ik spelde de woorden uit, want ik stelde 1er wel belang in te wei!en, wat er stond. Maar '!Jo,en ik ·e·en keer le~en kon, ja, wat ik tóen ni1et v·erslónden heb - - ! Op mijn ti·ende jaar was ik een ~erme, lange, stevig~e knaap, en daarom dorst ik me uitgeven voor 12, en kre•eg ik e1en baantje als loopjong,en op 1een bierbottelarij; voor f 1.- per we,ek lie.P ~k van 'sochtends 6 tot 's avonds 7, des Zatel"dags tot 10, soms zelfs tot 12 uur achter de bierkar; 1en als ik mijn hondje ni,et had gehad - dat ik ov,erig,ens, do·or hem op slinkse wijz,e een stukjoe lever voor de neus te houden, waar hij ni,et bij kon, als een duivel onder de kar Ji.et trekken, was ik er geloof ik bij neergevall:en. lntus:>en verhuisde mijn moeder naar ha,ar geboorteplaats Delft. .. en wat ik daar in korte tijd all:emaal ni·et geweest ben! Ik was achrereenvoJg,ens tuinder, l·e'erling op de "patronenfabri,ek" -de g~ootkapitalisme
330
LOUIS DE VISSE"
HERINNERINGEN
munitiefabriek, di'e later naar de Hembrug is verplaatst - en na de terug~eeJ van mijn moeder naar Den Haag werd ik zelfs korte tijd - lach niet! - palfrenier bij •een defti9e famifi,e, wel~e schone episode jammerlijk eindigde, toen ik eens in de winter met hel beste paard uitgl:e•ed, ,en het beest met •een kapotte poot thuis bracht. Paard en palfrenier werden zonder pardon opg·eruimd. LOUIS DE VISSER
Mo·eder wou intussen maar steeds, dat ik vaders beroep zou ki·e~en, maa .. na, een paar we~en arbeiden op de staHeerderij was ik zo beu van dit werk, dat ik wegli,ep. Thuis Meld moeder nu kostgan9ers, waarbïj e•en kl,eermaker was, een thuiswerk'er; en di·e z·ou me to·en maar in de l:e,er nemen. Ma.ar stil zitten en maar met de naald pik~en .. , goei·e help! dat was natuurlijk ook helemáál ni:ets voor mijn kwikzilv.ernatuur. Moeder brak haar hoofd wel eens ov,er mij; maar e·en van haar kostgan9ers (ik weet aU.een nog, dat zijn voornaam Thomas was), e·en man, die heel Europa door was g·ezworven en die als metselaar werkte, zei dan altijd: "Moeder de Visser, maak j1e niet ong,erust over je zoontje; 331
LOUIS DE VISSER
HERINNERINGEN
die jongen he·eft .e,en tongetj>e als fluweel, en V•erdient nog eens z'n boterham met z'n to~g ... " Een curi·euz,e uitspraak; of ik het overigens met m'n tong .all één heb goedaan ... ! ? Met die kostgangoers, waaronder socialistisch gezinden, discussieerde ik 1erg ve•el en 1erg graag; het scherp~e mijn V•erstand en mijn argumentati·e. Nu moet ik Je nog ver!:ellen, dat ik in 1889voor moeder naar Delft ging - in Rotterdam het •e·en en ander had me,egoemaakt, waardoor mijn jong hoofdj·e zwaar aan het nadenk,en was g•eslagen: n.l. de gl"ote bootwerkersstaking en de Oranj·ef.uri•e, bij welke laats~e ook bij mijn moeder rui~en wal"en ingegooid; blijkbaar stond ons gezin niet in een al te heili9e reuk van vorsrenli·efde. En •er was méer; ik had Domela Nieuwenhuis me•e helpen inhalen, ni·et alloeen uit jeugdi9e sensati·e, maar omdat ik, z·o jong als ik was, 'e·en merkwaardig vroeg besef had van wat •er in di·e figuur, in de hele opkomende sociale en soci-alistische beweging voor geweldi·gs l·eefde; •en als 'er met "Recht voor Allen", het blad van Domel·a, gecolporteerd werd, dan kocht ik het sf:e,evast •en las ik het van A-Z. In die half-onbewuste drang naar kennis en bevrijding, in dat rebeHenen tegen druk •en dwang, kne•eg ik, nadat ik nog bij e•en kruidenier g.ewerkt had ook, plotseling de neiging om ~er harin_g visserij te tnekken. Ja, ja! En ik was ni•et weinig e·erzuchti·g ook, want ik dach1 :er :ni•et aan, om van onderen aan te beginnen (als "afhouwer" dus), maar ik wou meteen "11eepschi·eter" worden; dat is de Jong•en, di,e voor het inhalen van de kabel zorgt, waaraan de netten zijn bevestigd. Zo'n re•epschi·eter kl"e•eg n.l. een derde van het volle loon; 'en ik slaj;~gde •er waarachtig in ,(door met 'e·en staf,en gezicht re vertellen, dat ik op de gl"ote vaart gewe•est was) om aangoenomen te worden; ten zo trok ik met mijn oliegoed, laarz,en 'en vidualiekistj•e naar de l•ogg·er "Minister Modderman" te Vlaardingoen, waarvan de bemanning, in tegenstelling met de me•este schuiten, uit 1e•en samenraapsel van Schevening•ers, Oostvoorners, Egmonders en weet ik wat meer bestond ... Nou, ik zal ni•et in bijzonderheden gaan over de manier, waarop ik, di·e totaal n i 'ets van de visserij .afwist, daar mete•en als reepschieter moest optreden, zonder dat ik een sche·epsterm, laat staan het werk k•ende. Het goeluk was met me, doordat het zoontj·e van de schipper meevoer voor zijn pl•ezi.er,, •een jongen, die ik uithoorde 1en di1e me letterlijk aHes l·eerde, zodat ik het volgend jaar •e·en twe•ede neis kon maken, 'en wel op de "Schiedam IV" ... E~en compl·ete z·eerovershistorie, kan ik je vertellen! Moeder bracht me naar de warerschout, •en 't .goeie men:; vi·el zowat flauw van angst, toen de monsterrol werd afgelez•en met al de tuchtbepalingen en straHen, die de schipper jegoens de bemanning mocht uitoefenen. Het mooiste was, dat ik al gauw in conflict kwam met den schipper, die me in volle zee, nadat hij mij geslagoen had 1en ik hem met 'een spilspaak te lijf was gegaan, op staande voet zou ontslaan. Nu heb ik al tegen je 9ez,egd, dat ik sinds ik mezelf had leren lez,en, alles verslond, wat los ·en vast was, •en zo zwe·efde me, zonderlingerwijze, een
332
LOUIS DE VISSER
HERINNERINGEN
woord voor de g<eest, dat ik met groot aplomb tegen den schipper uitspeelde. Ik dl'1eigde hem n.l. met uifgesfl'ek~e vinger, dat ik hem als we weer aan wal lag•en weg·ens mishandeling voor het "hot der assiz.en" zou dagen, en hij schrok daarvan zo, dat hij me verder met rust liet. Het was ·een vrolijke tocht, als ik niet denk aan 't zware· werk; ik was getapt bij. de jongens, omdat ik, bij. harmonicamuziek, danste als een kermisklant, en de vrdijkheid ~er door mijn wonderlijke grappen, zang en voordrachten danig inhield. Dat was alles, om zo te zeggen, mijn leertijd; want ik was nog maar een jaa:- of veertien, ·en stond toch op mezelf, voelde me volwassen, zelfstandig, verantwoordelijk; had mijn eigen denkbeelder., en liep, als ik kon, alle socialistische vergaderingen a-f. Op mijn 16e jaar werd ik glaz·enwasser - een beslissend feit in mijn leven, ni·et zozeer om de glazen, als wel, omdat ik toen, als groene jongen nog ·eigenlijk, voor het eerst mijn klassegenoten ging organiseren. De glaz·enwassers van Den Haag waren een ruw en ruig volkje, gewez·en matrozen, cavaHeristen en dergelijiQe, die m.ij, als ik tot hen sprak over de noodzaak van een vakbond, uitlachten, en liever ~een borrel hadden dan e1en organisatie. Maar ik had het nu e•en keer in mijn kop, dat ik hen moest verenigen, en in de "stal" (zo noemden we de loods, waar de wag·ens stonden -) sprong ik keer op keer· op de ladder, en hield ik 'een vurig pl·eidooi ... dat succe:; had! Maar •eigen !,ijk loop ik hi·er de g•eschiedenis vooruit, want ·er war·en intussen dingen voorgevallen, die ik noodzakelijk moet vertellen, dingen, die mijn overgang naar het socialisme hebben versterkt en bespoedigd. Aangesloten socialist worden, nee, dat had ik nooit aangedurfd. Waarom niet? Ja, het is heel zonderling, als ik het nu vertel, en ik moei •er z·eH om lachen ... maar voor mij als jongen stond 't vast, da~ socialisten e·en soort modeme heiligen waren., d.w.z. dat ze ni·et dansten, niet biljartten ·en ni•et dronken, en va:n alf.e drie was ik niet vies, vooral dansen de·ed ik kolossaal graag. Nu gebeurde het in 1894, dat een zekere Van V•e·el•en, e'en socialist, begraven werd, en dat zijn klassegenoten hem met rode eer l!jtgef·eide deden. Ook ik ging mee, want ik zwermde altijd om de socialisten en hun beweging heen. Er lag een rode vlag ov·er de kist, ~en daarop kransen en het g·ereedschap van den dode. De begrafenis maakte op mij een overweldigende indruk. Toen de stoet op het Westeinde kwam, waar een politi•ebureau was, werd door ·e·en schuin daartegenover wonend socialist bij het passeren van de kist een rode vlag uitgestoken. Het was, of de "gewapende macht" op dat teken had gewacht, om op de arbeiders los te hakken; het werd een formef·e vechtpartij niet alleen, maar het schandelijke was, dat de lijkkoets met de kist van den dode over de straat rolde. 33~
LOUIS DE VISSER
HERINNERINGEN
Dat feit maakte me niet slechts razend, maar het onthulde me als het ware mei een bliksemflits ho·e de heersende kasten arbeiders en z·elfs dode arbeiders, in geen omstandigheid wensen te ontzien. Di·e avond was er >een ro•eri9e protestvergadering in "W.alhalla", waar altijd de socialistische bij.eenkomsten plaats vonden, >en Louis de Visser was •er bij. Mishandelde arbeiders sprak·en ·er, en in ons bloed sloegen de vl.ammen. De hel•e straat was afgez·et, en >een tnech~er van agenten vormde zich voor de uitgang, waar we na afloop van de vergadering, één voor één uit moesten ... Toen ik buiten kw.am, kneeg ik >een duw, waardoor mijn pet op de grond viel. Ik bukte mij, om ze op te rapen, en terwijl ik dat de·ed, kreeg ik opni·euw •een trap; en zo werd ik van mannetje naar mannetje voorwaarts geschopt, tot ik eindelijk op de Ve•enkade stond. Ik kan j.e heilig verzeker:en, dat ze het socialisme >er bij di·e gel•egenheid vo1or e•ens en altijd in hebben getrapt! In •e•en halve raz·ernij liep ik naar huis, 1en ik was zo spinnijdig om de brute manier, waarop ik behandeld was, dat ik, to>en ik den agent Eng·els - de vader van ,e,en kameraad van me! - op de Groenmarkt zag staan, hem •een klap op zijn hoofd gaf, dat de helm over zijn onen zakte. Maar afgezien van die puur-nijdige uitbarsting bleé de gloei•ende ov•ertuiging ·in mij na, dat ik 1er van toen af aan all>es >en aHes op moest zetten, om het klasseverzet van de arbeiders te versterk•en en voor hun lotsverbetering en bevrijding te strijden. Dat wac; de ge•est, waarin ik de glazenwassers wist te organiseren. w,e noemden onz•e gl.azenwass•ersorganisati·e "Excelsior", en ik had de voldoening, dat z,e in Januari 1898 koninklijk werd goedgekeurd. Ik werd voorzitter - net 20 jaar oud - van omstreeks 80 mar. niet al!>e,en, maar ik slaagde 1er ook in om in helz·elfde. jaar >e•en landelijke bond op te richten, die me ook tot voorzilter koos, de Nederlandse GlazenwassersgezeHenbond. Dat was mijn bewust& toetreding, mijn bewusile arbeid in de georganiseerde arbeidersklasse. Als l·eider van de Glazenwassersgez,e!l.enbond heb ik de stakingen in 1902, zowel in Ams"i!erdam als in den Haag geleid en gewonnen. Het grappige daarbij is, dat ik toen ni·et •eens meer. glazenwasser was, omdat ik ondertussen als broodbezorger was aangesteld bij de Coöperatie De Volharding in Den Haag. Niettemin bl•e.ef ik omdat mijn makkers mij niet wilden missen voorzilte,· van de bond. Bij die staking werd flink gevochten ook, en ik kr:e1e g mijn >eerste oelstraf: vijf dagen brommen. De werkgevers wa!'1en ten slotte bereid tot onderhandelen, m i t s de organisatie dat buiten mij om wenste te doen; maar de jongens voelden daar ge•en zi.er voor, 1en hun silemming komt misschi•en het best tot uiting in het primiti>eve v·ersj•e, dat z,e li>et·en drukken en dat ik ste•eds heb bewaard, met dez·e tirade op de wijze van de Socialistenmars:
334
LOUIS DE VISSER
HERINNERINGEN
"Excelsior!" heeft L. de Visser daar Als president het recht verl·e,end, alwaar Hij op moet treden voor de rechten, Daar wij allen s~e,eds voor vechten; E r k •e n t men hem n i ·et voor dien man, Waarmee men onderhandJen kan! Dan moeten zij dit ni·et toe9even. Dat zij het do·el, waarnaar wij streven! Hoewel de staking gewonnen werd, begon men al spoedig slachtoffers te mak,en; maar ook daartegen wist ik een middel ie vinden; ik richHe ·een producti,ef-coöperati,eve glazenwasserij op, die ik ten nauwste aan de vakbond koppelde, en van wi·er winst e·en de·el in de strijdkas ging. me onderneming de.ed 't een tijdlang bizonder goed; maar toen de jongens er ,een uitbuHerszaakje van wilden maken en de verbinding met de vakbond verwaarloosden, heb ik haar weer gelikwide·erd. In 1899 werd ik lid van de S.D.A.P.; hier zie je mijn oude ledenboekje, met de handtek,ening o.a. van Fr. van der Goes. Ik was het 79ste lid van de afd. Den Haag; ·en het was •e·en nog he·el' primitieve beweging, di,e op ~e·en zdderkamertj,e v·ergaderde. Lid van he~ bestuur was onder meer de schrijfst,er Cornéli·e Huygens, bij wie ik het brood bezorgde, en met wie ik altijd ellenlan9e 9esprekken had. Ze was e~en bizonder fijnzinnige vrouw. In haar boek "Barthold Meryan" kom ik nog voor als de "jonge blonde man" in de arbeidersbeweging. Ook herinner ik me e~ens, dat zij ~en ik, naar aanl·eiding van •een .afbl'ekende criti,ek op Heye,rmans' "Op hoop van zegen" in Het Vaderland, samen naar de Schouwburg gingen, om het stuk te zien, en dat ik haar toen ilechnisch advies gaf - ik was immers op de haringvisserij geweest! - omtr•ent de arbeidsto,estanden, zodat ze voor een iegencriti,ek besl.agen ten ijs kon komen ... In de arbeidersbeweging van die dagen was ik al spoedig geen onbekende meer, en na korte tijd trad ik op als voorzitter van Den Haag I (Hoefkade •e.o.), terwijl ik tegelijkertijd 2e voorzitter was van het Haags·e Vakcomité aangesloten bij het N.A.S. Ik had intussen ook onder het persone,el der coöperatie s~evig geijverd, ,en slaagde 'er in een organisati·e van coöperatief personeel, de O.(ontwikkeling) Z.(zij) O.(ons) D.(doel), ~e stichten. Het I-laags Vakcomité poogde ik om te zeHen in de Haagse S.estuurdersbond, een werk, dat ik, ondanks ,e,en onvermoeide strijd tegen alle mog,elijke anarchistische •en federalistische simvingen in de vakbeweging niet tot stand kon b11engen. In 1903 had ik ook door de spoorwegstaking ter plaatse, zoals je wel kunt denken, een gespannen ,en drukke tijd; maar al ben ik van den b~ginne af doorgloeid geweest van revolutionair sentiment, ik had toch ste•eds sterk het bewustzijn, ondanks de aantijgingen die de anarchisten steeds tegen mijn vakbewegingswerk richtten, dathet werk•en voor ·een geoentralis•eerd vakhondslichaam e'en wezen-
335
LOUIS DE VISSER
HERINNERINGEN
lijk deel was van de strijd en de oprichting van de H.B.B. die dank zij mijn werk in 1904 plaats vond stemde me dan ook tot di·epe voldoening. Met Amsterdam, waar Pothuis secretaris was en RoHerdam, waar H. Spiekman dezelfde functie vervulde, volgde ik hierna •een taktiek, die •een direde voorbereiding was tot de vorming •en oprichting van het N.V.V. In di·e dag·en richtte de afd. Den Haag van de S.D.A.P. het weekblad "Den Haag Vooruit" op; •en het laatsi!e lid van die naam leeft nog in de soc. democratische "Vooruit" verder ... In de redadie zat ik o.a. met den voormaligen ds. Melchers; ik had het vakbewegingswerk. Ja, dat was een tijd ... ! Ik kon alles lezen, maar schrijven, spellen dan, behoorde tot mijn zwakste punten; en als ik •een artikel in potlood had neergez·et, begon ik het, diep in de nacht, woord voor woord te vergel)jken en te verbeter;en met het woordenboek naast me; ik kan gerust zeggen, da-t ik in die tijd gewoonlijk niet meer dan vi_er uren sliep, want des morgens om 6 uur was het weer aantreden voor de broodbezorging! Met dien ds. Mekhers kreeg ik het in 1905 aan de stok n.a.v. de werkstaking, die bij .een sociaal-democratische patroon, een zek•er•en Van Gils, was uitgebroken; terwijl Mekhers den werkgever v•erdedigde, plaatsi!e ik me vierkant naast de arbeiders. Mekhers meende me i!e kunnen tr·effen, door als hoofdredacteur eenvoudig de artikelen, die ik over de staking schre•ef ... uit de krant te laten. Resultaat was, dat bij de arbeiders een zi·edende woede tegen Melchers losbarstte - Mekhers verdwe.en uit het weekblad, verdween uit de Kamer (want kamerlid was-ie ook!) en verdween zelfs uit de arbeidersbeweging, om in ... kunstmest te gaan handelen ... Door mijn toenemende invloed onder de arbeiders, werd ik door de S.D.A.P. in 1906 candidaat gesteld voor de Gemeenteraad en in 1907 werd ik gesalariëerd bestuurder van de H.B.B. In hetzelfde jaat kwam ook de lange strijd tussen r.eformist•en en marxisi!er• in de S.D.A.P. waaraan ik de·elnam, tot uitbarsting, een strijd, die in ande11e vormen nog altijd voortwoedt De explosie deed zich voor naar aanleiding van het weekblad "De Tribune", dat door Wjjnkoop ·en van Ravesteyn op was gericht; en daar Wijnkoop mij in 1906 reeds te Amsterdam fel tegen Tro•elstra' s 10-urendag-politiek had horen ageren, kwam hij met v. Rav·esteyn b'ij me, en vroeg mij, om aan de oprichting mede te werk>en ·en de vakbewegingsrubriek van het ni·euwe we,ekblad voor mijn r·ek·ening ile nemen. Hetgeen geschi·edde; want in mijn critiek op de leiding der S.D.A.P. stond ik onvoorwaardelijk aan de zijde van de opponenten. Deze houding van mij wekte onrust; en toer~ de S.D.P. werd opgericht, ·en de verkiezingen van 1909 in 't zicht waren, kwam men vanwege de S.D.A.P. bij me, en wilde van mij een verklaring, dat ik niet met de S.D.P. mee zou gaan. Wanne.er ik zulk :een verkl.aring ni·et af wilde l•eggen, dan zou men genoodzaakt zijn, om •een tegencandidaat t•e stellen voor !)lijn secretarisschap van de H.B.B. 336
LOUIS DE VISSER
HERINNERINGEN
Het wa5 re•en van de bittere ervaringen in mijn l~even; ik had mün revolutionair standpunt l.eJ'Ien bepalen, ik w~ns~e ook trouw te blijven aan die voor mij juis~a keuze, ren geen bedr,eiging met br·oodroof in de arbeidersbeweging kon ·er mij toe bJ'Iengen 1een verklaring tegen de S.D.P. af te l~egg1en. Ik moes1 aftreden, ~en het do:er mij samengestelde archi.ef etc. uit handen geven. De dag, waarop dat aHes, dat mij zo na aan 't hart lag, uit mijn huis werd weggehaald was ~een z,e,er zwarte in mijn bestaan, dat kan ik je verz,ekeJ'Ien. Er zat ~een stuk van mün leven ren li·efde voor de arbeidersklasse in, dat mij werd afgenomen. Het was ~een zek1e1"e troost voor me, dat de Volharding mij. onmiddellijk we·er in haar dienst terug nam, o·ok al was ik dan lid geworder van de !"evolutionaire S.D.P. Het werden nu jaren van intense strijd; niet alleen als bl"oodbezorger, maar ook als control,eur ·en als propagandist. Voor de vak- •en politiek'e beweging heb il<: ook in di·e positi1e gedaan, wat in mijn krachten lag. Een van de dingen, waarop ik o.a. met welgevanen terugzi•e, is mijn werken in de BakkersgezeHenbond; ik wist de Haagse afd. van 60 l·eden ·Op 700 te brengen ... Ik l·eidde ook de grote werkstaking van 1912, toen de maréchaussées de onderkruipers naar het werk begeleidden, •en stond op :die mani,er op zekene dag tegenover reen voormaligen coll:ega-haringvisser, die zijn baai•en hemd voot de blauwe uniform met witte tressren verruild had ... Ja, ~er zijn zonderlinge ontmoetingen op dit ondermaanse. Intussen was de internationale atmosf.e,er ~er niet behaaglijker op geworden. Je voelde als het Wal"e - net als nu - hoe aan allei kant·en het Qnweer begon samen te pakk,en. Di·e spanningen kwamen ook tot uiting in de verscherping der social~e wantoestanden, waarvan het verschijnsel van de stügende prijz,en wel •een de:- onrustbarendste was. De S.D.P. besbot in die dagen tot het Qprichten van een Anti-duurte-comité, in het land zowel als in de afzonderlijke pl.aatsen. Het N.A.S. ren diverse anarchistische groeperinkj:es sloten zich bij Qns aan; Wijnkoop en Kolthek had·· den de l~eiding, terwijl QOk ik in het bestuur zat. Dit Anti-duurtecomité werd, toen de Qorlog van '14 ·eindelijk verwoestend uitbrak, de grondvorm voor de beweging van de "Samenwerkende arbeiders tegen de oorlog". Wat dat betek·ende in 1eren tijd, toen de Tweede lntemationa!1e in a He Qorlogvoerende landen voor de imperiali·stische heren capitule·erde, mag geloof ik thans, na bijna 25 jaar, wel ·eens gezegd worden. De hele oorlog door bleet dit comité, gesteund door onz·e strijdbare, kl1eine partij de initiatiefneemster van de adie tegren de imperialistische oorlog. Onze actie ging vooral ook sterk naar de militairen uilj de beweging van de "Nederlandse soldatenraden", waarvan Gerard Vanter s·ecretaris ·en ik voorzitter was, gaf tal van blaadjes uit "de Soldaten Tribune" die hun werk in het leger wél verrichtten. Dal wij, de scherpste teg•enstanders van duurte ·en oorlog, in botsing moesten komen met wat men plre•egt 1e noemen "de s~erke arm", was wel te voorzien. Herhaaldelijk kwam het op vergade-
337
LOUIS DE VISSER
HERINNERINGEN
ringen >en demonstraties ~ot kloppartUen tuss,en ons en de politie. In dit verband moet ik ook de traditionele "rode Dinsdagen" noemen, di~e de S.D.P. bij de opening der Stat,en-Generaal had voortaez~et, nadat de S.D.A.P. ze had laben schieten. Op een van die r;de Dinsdagen, toen ik bij de opening der Staten-Generaál met e~en aantal arbeiders op de Lang'e Vijverberg stond, bij de Gevang,enpoort, bemerkte ik, dat ik door enige politi<eagenten te paard was ingesloben. Een kameraad, voormalig huzaar, wist me nog gauw de raad toe te schre,euwen, om, als Z'e me in wilden sluiten, aan de kant van de sabelschede t'e gaan staan, en den knol e~en voorpoot te lichten. Zo gezegd, zo gedaan; zodra een van de bereden politie~agenten mij tegen de muur wilde dringen, werkte ik mij aan die kant van het paard, waar 's mans sabel bungelde, ~en greep de voorpoot van het rijdier. De ~erel en zijn paard gingen prompt overstag, ~en ik marcheerde met de arbeiders netj>es Buiten- ~en Binnenhof op. Zo'n feit bewijst beter dan tientanen verklaringen, dat de politie mij toen intens haatte en . . . wist te herk,ennen. Sinds de tramwegstaking van '14, waarbij ik ook ni~et thuis was blijven zitten, en waarbij het tot formele barricaden-gev,echten gekomen was, was het paroo! voor de politi~e dan ook vrijwel geworden: "Sla de Viss~er dood!" Daar is sindsdien ook wel wat v~eranderd ... De oorlog was ,e,en roerige tijd, i~eder og,enblik si:elden voed~el schaarste en crisismaat!'legel,en ons voor ni,euwe f,eiten, en we reage~erden daarop consequent. Ik herinner me uit de Aprildagen van 1918 de nijpende nood aan kolen ~en brandstoff.en. Het "Revolutiona:r comité tegen de oorlog", waarvan ik in den Haag secretaris was, besloot, om te demonstre!"en, ~en e~en adres bij de Reg~ering aan be bieden. Als plaats voor de demonstratie hadden we de Prins·engracht gekozen. Des morg,ens teg,en 10 uur werd ,jk bij den hoofdcommissaris van poliHe geroepen, di,e me temidden van e~en lijfwacht van politie-ambtenat"en1 hoo_g en laag, ontving, 'en me de vraag stelde, waarom of wij op straat dachten te demonstt"el"en. Ik antwoordde, ov,erigens volkomen naar waarheid: Omdat men ons overal zalen weigert. De commissaris, die het zwerk zag drijven, belde toen 'eigenhandig aHe grote zalen van de stad op, maar ne·rgens wenste men onze demonstratie onder be bt"engen. Met het bev,el, om de demonstratie af te gelasten wat ik weigerde, kon ik vertrekken. Om 12 uur herhaalde zich de grap; en moest ik bij den burgeme~ester komen. Ditk,e·er nam ik den voorzitter me,e. Burgemeester was toen de late're minisber Van Karnebeek. Ook hij g~elastte, dat de demonstratie niet gehouden mocht worden. Maar zijn bedt"eiging,en brachten ons niet van ons vaannemen af, ~en we· aanvaardden z,e z,elfs min of me~er met de tegenbedt"eiging, dat er, als de politi~e ingreep, z,eker ~ernstige botsingen pl.aats zouden vinden. Daartegenove:r verz,ekerden wij, dat bij afwezigheid van de politi·e, de betoging e~en volkomen ordelijk karakter zou hebben ... en we kreg,en de IOClestemming. Het werd een grandioze betoging. De Prinse'!gracht was zwart
B38
LOUIS DE VISSER
HERINNERINGEN
van de mensen. Ik gl"eep 1een sche,epsm,eper en sprak e 1e n minuut ot 20. De g~eestdrift en solidariteit waren onv,ergetelijk. Burgers, arbeiders ~en soldaten luisterden en toen ik gesproken had, werd ik e~envoudig door de menigte gedrag,en. Het prachtigste ogenblik van dez:e protest-eenheid kwam wel, to~en het publiek op een gegeven moment ~een soldaat van de grond hi~ef, en hem ten tek>en van verb!"oedering van volk en militairen, in de lucht stak 'e1n wij ~elkaar de hand reikten. Dat was een groots massa9ebaar1 'en zo i~ets blijft voor altijd in de herinnering achter. Toch zou die vreedzame demonstratie in een bl"oedig gevecht eindigen. Nadat het bestuur de menigte had verla~en, om het adres aan te bieden, vond het bij zijn terugkomst op het Buitenhof burgerij ·en polifi,e in e~en hevig g·evecht gewikkeld. Wat was er gebeurd? In de hoek van het Buitenhof lagen stapels stenen, die, dwaas genoeg, door zwaar gewapende politiemannen werden bewaakt. Toen een paar kwajongens ·er om heen liepen, achtte de politie blijkbaar het ogenblik gekomen, om meteen de 'blanke sabel i:e hekk,en. Een niet bijste~ tacfische daad ... want binnen e·en ommezi>en was er van al de stenen niet één me,er op zijn plaats, ~en bl·eef er qp het Buitenhot en geheel de binnenstad ongeveer ge,en v.ensterruit heel ... Ook die "Haagse ruitenrevoluHe" is een van di1e oorlogsen crisisverschijnsels, waarin zich het opgekropt gevoel van schaars gevoeden en schaars gekleden woedend ontlaadde. De da~ nu dit gevecht sprak ik in Amsterdam. De Ni,euwe Cou'rant, ,e,en in die dagen bestaand ~oerreacfionnair dagblad, hitste ~el op tot mijn gevangenneming, ~en toen ik daarna naar Ov,erijssel ging om te spreken, en op 13 April te Zwoll>e uit de trein stapte, vond ik •er mijn schoonzoon, die me kwam verteHen, dat er ~een beve! tot art"estati·e tegen mij uit was gevaardigd. Het was in de V'erki·ezingsdagen, en daar ik belangrijk materiaal bij me droeg, móest ik dat tot ~elke prijs naar Amsterdam brengen. Ik verwiss~el& de grote zwarte flambard, di~e ik steeds droeg, met e~en pet, wis+ Amsterdam te hal,en, bracht mijn documenten in veiligheid, en pleegde ~overleg met een advocaa~, wat ik zou doen. Hij ri~ed me aan, me bij de politi~e te melden.~ hetgeen ik toen ·ook heb gedaan. Ik werd preventief in ar!"est gesteld ... 1een feit, dat bij de arbeiders gl"ote ~emoti·e wekte. Toen de zaak voorkwam, werd ik - tot 5 weken v~eroorde,eld; maar 6 weken had ik tod· al mogen "ziHen". Voor het Hof werd ik in Ho9er bem,ep vrijgesprok,en. De uiislag van de verkiezingen in dat jaar bracht Wijnkoop en van Ravesi!eyn in het parlement; ik was :2e voorzitter van dei S.D.P. ·en tevens om zo te zeggen, ambulant propagandist, tot ik daarnn mijn aanstelling als vaste propagandist van de partij kre,eg, een werk, waar ik met ~overgav~e 'en enthousiasme aan begon. Mijn e·erste vergadering was i!e Gorkum; ,en het resultaat was, dat ik daar vel,e !~eden en ook ni·euwe abonné's voor onz~e pers won. De zonderlingste vraag in mijn lev,en is mij n.a.v. dit feit g<esi:eld door Van Rav~este~n, die ·op de eerstvolg,ende partij-
339
LOUIS D[: VISSER
HERINNERINGEN
bestuursv,ergadering ironisch meende ~e moeten informeren, "waar in godsnaam ine,ens al die marxisten in Nederland vandaan kwamen?" Je zou teg·enwoordig beter kunnen vragen, waar sommige marxisten gebléven zijn ... Ja, ik bemerk, dat ik j-e •eigenl;ijk het laatste uurtje niet anders dan partijgeschi·edenis heb verteld; maar mijn leven was ook, sinds mijn werk vo·or de vakbeweging, sinds mijn overgang naar S.D.A.P. en S.D.P., dat van de· partij. Een van de •eisen, waarvoor ik tijdens de oorlog steeds had geijverd, was herstel van het international'e verband, vandaar ook mijn aandringen tot de·elneming aan de conferenties te Kienthal en Zimmerwald, wat de partij niet nodig achtte! - maar ik kreeg toch ,ook daarbij bevrediging; in 1919 traden we als S.D.P. toe tot de Derde, de Communistische lnternational·e >en noemden we ons Communistische Partij van Holland. We beschikten toen over e•en regelmatig-v•erschijnende pers; van het half-syndicalistisch "Volksdagbad", dat in 1916 verdween, namen we de meeste abonné' s over, zodat de "Tribune" dagblad werd. Zo naderen we onze eigen tijd, •en hoewel di·e steeds de boeiendbe ·en belangwekk·endsi:e is, verliest hi·er het "terugzien" wel iets van zijn betekenis. Wat mo,et ik eigenlijk nog memoreren, dat niet bekend is? Dat ik in 1919 geme•enteraadslid van Den Haag werd ,en tevens lid van de Prov. Staten van Zuid-Holland; dat ik in 1925 tengevolge van het conflict over de partij-politiek de leiding van de Hollandse sectie kr·eeg, en kamerlid werd? De dingen, die ik als hoogtepunten beschouw in mijn politieke carrière aldaar: mijn •eerste rede over Indonesië in 1925, mijn tweede redl· over de onderdrukking van de Indonesische opstand in '26, en die bij de ontwë1peningsvoorstellen van de S.D.A.P.? Mijn interpellatie over het herstel van het Nederl•anderschap van Reuderink, die in Rusland gewerkt had, hetgeen "vreemde staatsdienst" werd genoemd? Er is ve·el, heel ve.el, en ik wil, als ik tijd ·en gelegenheid vind, dat all:es persoonlijker en uitvoeriger neerschrijven ... Wat ik nog wel wil zeggen, en wat ik met gedachten van diepe trots en weemoed ·en bewondering gedenk, dat zijn mijn ontmoetingen met Lenin. In 1921 ging ik als Nederlands gedelegeerde naar het derde congres der Komintern te Moskou, en maakte daar kennis met Lenin. Het was een overstelpende ervaring. Deze kleine, sobere, pretenti.eloz•e Rus, die op het eerstegezicht niets had van den reus, dien wij in hem vereerden, bl,eek een mens te zijn, zoals men z;e maar z·elden aantreft. Wat mij het diepst get~offen heeft, dat wal'en zijn overweldigende kennis, zijn onuitputtelijke argumentatie, zijn onwankelbal"e logica, en daarnaast het feit, dat hij van de strijd in j,eder land vaak tot in de detail.; ingelicht was. Van het werk van ons "Revolutionair comité tegen de oorlog" was hij volkomen op de hoogle, en zijn lof voo · dit consequente prol·etarisch-marxistische vredeswerk was voor on•, een stalende ervaring. 340
LOUIS DE VISSER
HERINNERINGEN
Op dit derde congres zat ik o.a. met hem in de commissi,e, di,e over een disciplinai11e kwesti,e - het ging tegen Paul Levy van de V.K.P.D., de Verenigde Duitse Comm. Partij - had te beslissen; en hoewel ik me,en, dat ik op het stuk van partijtucht nooit tol: de minsten heb behoord, is het mij daar voor ~e·ens en altijd duidelijk geworden, wat L~enin's woord "Discipline is de hoeksteen van de communistische beweging" betek,ende. Het was een tijd - in kleine conf·el'enti,e met de Nederlandse _gedel,egeerden besprak L·enin dit nog 'eens ui-tvo,erig - van schijnbaar onoverkomelijke moeilijkheden voor de Russische Boi~Je wiki; maar Lenins g·eloof ~en vertrouwen in de krachten der revolutie waren ·eenvoudig onwrikbaar; ~en in hem zagen wij het levende en lev,enwekk,ende voorbeeld van de onwankelbaarheid, die ons in alles heeft te richten en te drag.en. Het politiek banditisme, waarvan we juist de afg.elopen tijd zulke verschrikkelijke uitbarstingen hebben bel,eefd - de process,en hebben in d;t opzicht ontstellende ding.en aan het licht gebracht - heb ik toen reeds le,.,en kennen in de vorm van de duidelijk zichtbar·a sporen van de aanslag op Lenin door Dora Kaplan, di·e gepleegd werd met medeweten van Boecharin, di~e to,en nog als een schuldeloze eng.el aan de vo,eten van zijn meester za~, maar wiens gewroet thans 2lelfs door Ke.,enski be\'estigd is. Is dit ~een van de donkere zijden van wat zich rondom L~enin afspe·elde, 'een van de lichtzijden, di,e ik me ook scherp als de dag van gister·e:r. herinner, is de kennismaking met den Bulgaar Dimitrdf, die ik met Lenin ontmoette in het toenmalig·e Kominterngebouw te Moskou, dat thans Duitse ambassade is. Reeds toen maakte hij ,een bizonder goede indruk op me, al kon ik ni:et weten, hoe> schitterend ,en strijdbaar dez,e to,en nog jonge man e·enmaal de zaak van de vooruitstrev,ende mensheid voor de be·ul·en van Berlijn zou weten te verdedigen. Ik geloof, dat dez,e figuur naas~· onze Stalin ons ten del~e vergoed heeft, wat wij in Lenin verloren; als we hem 'en Stal in aHe,en maar noemen van de talloos vel,en, di,e de l1eer van L'enin trouw bl,e·VIen ,en voortzetten, dan is daarmee al weneldhistorisch veel gez,eg.d ...
J
I
Het is diepe nacht, als Louis de Visser zwijgt. Buiten staan de duinen zwart en groots tegen de blauwe nachthemel. De lichten van de stad vlammen voor ons op; we zijn van onze inke,er naar het verleden van ,e,en der strijdende Nederlands,e arbeiders teruggek~e~erd naar het merige heden met zijn contrasten en conflicten. Maar in ons v·ormt zich di,eper en l,evendiger het be,eld van een man, wi,ens werk, wi~ens overtuiging, wi·ens l~ev,ensdoel tot in dat heden is voortgedragen. Wij ûen de lijn van zijn l~even - zij wankelt niet, z'ij b11eekt n'ergens en vertoont ge,en inzinkingen en schommeling·en. Zij stijgt, mann:el.ijk 'en krachtig, uit het donker van de Rotterdamse prd~etarische straat naar de voorho,ede van het werk,ende, democratische volk van Nederland. Wij hebben een voorbe,eld gezien "hoe het staal géhard werd."
341
LOUIS DE VISSER
HERINNERINGEN
Hier sprak •een van de mannen van de Komintern, waarop wij trots zijn Hier hebben we e·en blik kunnen werpen in die smeltkroes van het leven, van die strijd, die de schijnbaar zwakke mens staalt tot het weergaloos materiaal, waarme•e de mensheid haar overwinning zal bevechten. Hier is metaal g-eformeerd, waaruit de zwiepende floretten van het debat en de argumentatie worden gesmeed, maar ook de g·eduldig·e, zware hamer, die op het aambeeld van de tijd het ong-evormd ijzer van een opstrevende massa tot een wapen vormt in de handen der geschiedenis•.
342
DE WAARBORG VOOR
DE OVERWINNING GEORGI DIMITROF
I. Wat op het og·enblik in de kapitalistische wereld 9ebeurt wekt :een begrijpelijke en 9erechtvaardigde onrust bij de g~ehele interternationale arbeidersklasse, bij aHe werk,ers, bij alle oprech~e aanhangers van de vrijheid en de vrede. Gedurende e~en aantal jaren, nog lang voor de fascistische· schurkenbende van onz:e dagen, hebben de kommunisten de volksmassa's van alle landen voor de ver gaande aanvalsplannen der fascistische machthebbers 9ewaarschuwd. ~eeds in 1933 karakterise·erden de kommunisten het aan de macht komen van de Duibe fascisten als de eershl stap naar veroverings- en roofoorlo9en. In 1935 zeide het VIlde Kongres der Kommunistische lnternational·e in zijn resolutie: "De avontuurlijke plannen der Duitse fascisten gaan buitengewoon ver en zijn gericht op een revanche-oorlog tegen Frankrijk, op de verdeling van Tsjecho-Siovakije, de anexatie van Oostenrijk, de vernietiging van de zelfstandigheid der Baltische landen, die zij willen veranderen in een opmarsgebied voor een overval op de Sowjet-Unie." (Resolutie van het VIlde Wereldkongres der Kommunistische Internationale.)
Thans hebben miljoenen werkers de juistheid in9ezi:en van wat de kommunisten z·eiden. Thans kan niemand me•er bestrijden, dat: ~en ·eerste de fascistische aanvallers van Duitsland en Italië, de militair-fascistische kli·ek van Japan de voornaamste oorlogsdrijvers zijn, de rovers, die vreedzame volken ov·ervallen; ten tweede, dat de reaktionail"e el•ementen van de burg•erlijk-demokratische staten de fascistische aanvallers bij hun optr.eden in de hand werken of hen direkt onders~eunen. Voor de 09en der gehel·e wer·eld voer.en de fascistische rov:ers brutaal hun aanvalsplannen door •en drijv,en de mensheid naar e·en nieuwe imperialistische wereldoorlog. Het ·inbezitnemen van Mandsjoerij·e door de Japanse militaristen, de verslaving van Abessinië door het Italiaanse fascismeJ de Duits-Italiaanse inrerv•entie in Spanje, de nieuwe inval van het Japanse leger in China, de anexatie van Oostenrijk door het Duibe fascisme - dit alles zijn bloedige etappes van de s~eeds in omvang groei,ende aanval van het fascisme. Het f,eit, dat al dez·e roverijen en misdaden on9estraft blijven, doet de eetlust van de he·ersende benden tot het uiterste toenemen. Na de bezetting van Oostenrijk stl"ek~e het Duitse fascisme al weer zijn klauwen uit naar de Tsjechoslowaaks:e t"epubliek. Door zijn agentuur in het Sudetengebi·ed (de Henl·einpartij) provoce·ert Hitier in Tsjechoslowakije op cynische wijze binnenlandse onenigheid als voorspel voor de slag, di·e hij van buitenaf voor-
343
GEORGI DIMITROF
DE WAARBORG VOOR DE OVERWINNING
bereidt. Hij ma,akt afspraken met de Italiaanse, Poolse en Hongaarse fascisten betr. de verdeling van Tsjechos!owakije. Nadat het Duitse fascisme 'een belangrijk ded van zijn leger naar Oost•enrijk heeft gestuurd, wil het ook Honga.rij'e onder zijn invloed krijgen. Het bedreigt de z,elfstandigheid der Balkanvolken, probeert Turkije op zijn hël(nd te krijgen, om de oude plannen van het Duitse imperia,lisme1 de strat·egische l,ijn Berlijn-Bagdad, te V•erwezenlij~en. Teg,elij!çertijd onderhandel,en de Duits·e en Poolse fascisten over de opheffing van de kleine Baltische staten en ov·er de vera,ndering van het grondg·ebied van dez·e landen in e.en opmarsgebied voor de aanval op de Sowj•et-Uni·e. Zo hebben zij de anexati'e van Litauen door Pol·en •en de verdeling van de andere Baltische staten op het oog, waarbij Polen het Zuidelijk deel van Letland zal krijgen en Duitsland Danzig, Memel en het protektoriaat ov,er Estland. Overe,enkomstig dez·e plannen moet Riga in ·e·en "vrij>e" havenstad v:eranderd worden, di·e zich in werkelijkheid onder de he·erschappij van het fascistische Duitsland zal bevinden. Maar de roofplannen van het Duitse fascisme gaan nog verder. Na. de anexahe van Oostenrijk kwam het in België tot openlijk'e demonstraties van de HiHermens·en in Eupen-Malmédy voor de aansluiting van dez·e streken bij Duitsland. De Du.itse fascisten stellen de kwestie van de "V'erbetering" der grenz,en met Denemark·en. Ook in Zweden en Noorweg·en stek,en de agenten van het Duitse fascisme het hoofd op. Finland wemelt van spionnen ·en oorlogsafgezanten van Duitsland. In Zwitserland en Holland ne·emt het fascistische gewroet steeds sneller tempo aan. De fascistische diktaters van Duitsland en Italië, die in dez·e· dagen demonstratief in Rome samenkomen, will·en het heldhaftig strijdende Spaam'e volk tot ~elke prijs verni•etigen, als voorwaarde voor de omsingeling van Frankrijk, voor hun vaste positie in de Middellandse z•ee 'en voor het v~erkrijg·en van gunstig:e posiHes in de door hen voorbereide we11eldoorlog. Dank zij de verraderlijlçe blokkade tegen de Spaans>e 11epubliek zaaien hun vli•egtuigen •en kanonnen op •enorme schaal dood en v·erderf ov•er het Spaanse land. Teg•enover deze pir:aten-V'eldtocht van de fascistische aanvallers, die de wereldvrede, het bestaan en de onafhan~elijkheid van een aantal landen di!"ekt bedreig•en, is de politiek van de regering·en der burgerlijk-demokratische staten buiten9ewoon schandelijk. Het moet in volle openlijkheid g·ezegd worden, dat de Eng·els>e di.ehards ~en de overeenkomstige readionaire kring,en in andere burg•erlijke landen f>ei-l!elijk de medeschuldigen z·ijln a,an de schanddaden van de Duitse, Italiaanse en Japans•e veroveraars. Kan men 'er soms aan twij~el,en, dat het aan het lta.liaanse fascisme zonder hun politi·ek van bedekte steun nooit gelukt zou zijn, Abessinië te V'ernietigen en te v'eroveren? Kan men er soms aan twijf.el•en, dat het heldhaftige Spaanse volk zonder de blokkade tegen de Spaanse republiek de fascistische interv·enten reeds lang ,!Jit zijn land zou hebben verdrev·en; dat het Duitse 344
GEORGI DIMITROF
DE WAARBORG VOOR DE OVERWINNING
fascisme zonder de dil"ekte steun van de Engelse konservaüeven de anexahe van Oostenrijk niet zou hebben gewaagd? Is het ni•et duidelijk, dat 1e•en beslist optreden van de grote mogendheden tegen de Jap.anse militai11e kli,ek zijn roof-inval iln China onmogelijk zou hebben gemaakt? De regeringen van Groot-Brittannie, Frankrijk en de y;er.e:nigde Staten hadden afl.een maar moeten stemmen voor de he:rhaaide voorsteHen van de Sowj•et-Unie ov,er het geme·e,nschappelijk opt"eden van die landen, die b_ij het behoud van de vr·ede belang hebben, om de fascistische aanvallers in te tomen. Men had a!f.e·en maar kredieten en gmndstoHen moe~en weigel"en, de handel met de fascistische piraten moeten stopz,etten en het Spaanse •en Chinese volk de mogelijkheid tot aankoop van wapens voo;- de verdediging van hun land en hun onafhan~elijkheid moeten g·even, om het internationa!·e oHensi,ef van het fascisme tegen de vrijheid en de onafhan~elijkheid der vol~er.en tot de terugtocht {e dwingen ·en zijn aanslagen op de wef1eldv!'1ede af te wenden. Dan zouden de fascistische f1eg,ering•e:n geisofe,erd staan, omgeven door een politiek pest-cordon. Dan zouden zij als bankroeti•ers staan tegenover hun e(g,en volk•en, blootgesteld aan de vernietigende slagen van de toom 'en de haat van de volksmassa's hunner landen. Maar inplaats van zulk ,e·en politiek door te voe!"en, die ook met de belang·en van de volken van Groot-Britfanni·e 'en Frankrijk volkomen overe·enkomt, worden de Engelse konservati,ev·en en de Frans•e J"eaktionairen het e'ens met de fascistische aanvallers over de moord op het Spaanse volk, verraden zij Oosilen~ijk en Tsjecho-Siowakije, sjachel"en zij als met wisselgeld met de belangen ·en de onafhankelijkheid der ldeine vol~en, probenen zij, de aanval van het fascisme te richten tegen het grote land van het socialisme, de machtig·e beschermer van de vrijheid ·en de wereld-vrede. Zij hebben de fascistische diktatof1en nodig als bloedige gendarmes in de strijd teg·en de international•e arbeidersklasse •en de demokratische bewegingen der volkeren in de game wereld. Dit blok va,n de Engelse 'en Franse !'1eaktionai11en is gebase·erd op de steun van de laffe kruideni,ers •en beursspekulani:en, die zich van de fascistische rovers op rek,ening van ande"en willen loskopen, om hun winsilen volf.edig te behouden. Wanneer het lot der kleine volk,en, hei lot van Europa ·en van de wereldvrede alle·en van dez1e r;eaktionai11e fascistische kringen afhankelijk was geweest, dan zou het Duitse en Italiaanse fascisme zijn bloedige roverspiarmen ong,etwijfeld l"eeds Vierwezenlijkt hebben. Er zijn echter krachten in d:e wer;el~, di·e in staat zijn, dit ile verhinderen en het fascisme voor ,e,ens en voor altijd de nek te breken.
'
'I;
11. Een oppervlakkige waarnemer ziet sf,echts één kant van de zich ontwikkel·ende gebeurtenissen: het oprukken der fascistische aanvallers, de buigingen van de fascistisch gezinde lagen der
345
GEORGI DIMITROF
DE WAARBORG VOOR DE OVERWINNING
bourgeoisi·e 1n de andere landen voor hen, het lawaai en het paukengeroffel van de fascistische pers. In werkelijkherid echter hebben de gebeurteniss'en nog 1een andere kant: De beweging der arbeidersklasse tegen fascisme •en oorlog groerit, de ve·rontwaardiging van de werkende massa's over de politi·ek v:an de bedekte hulp neemt toe; vol~en, di~ door de fascistische aanval bedreigd worden, komen in beweging, in de afzonderlijke landen 'en internationaal sluiten de antifascistische krachben zich aane•en. Zo zi·en we dus in de ontwikkeling der international'e gebeurtenissen twee tegenges~elde processen. Terwijl de reaktionairkapitalistische kopstukken in de landen der burgerlij~e demokratie zich steeds meer 10áenilel'en op ovel'e·enkomsten met de fascistische aanvall·ers en 'op het vo·el'en van ~een het fascisme gunstig gezinde politiek in hun 'eigen land, ·groei~en in de gehel,e wereld de krachten van de strijd tegen de oorlog en het fascisme. Re·eds bijna twee jaren vecht het Spaanse volk met de grootste heldhaftigheid tegen de koaliHe der fascistische interv,enten. l·edere versterking van dez1e inilervenfi.e brengt in Spanj:e een nieuwe golf van natio:nal·e geestdrift tewe·eg en versterkt het front, dat hun onbuigzame wil vertolkt, de strijd tot aan heil z,eg·evierend einde te voenen. Gesloten staat het grote Chinese volk in het 1e•ensgezinde national·e front; zijn standvastigheid, dapperheid 1en vastberadenheid in de strijd tegen de brutal,e Japanse mvers zijn e·en voorbe·eld voor de gehel·e wereld. Elke ni·euwe agressieve daad van de fascisten wekt in de arbeidersklasse en in de grote volksmassa's de wil, om het e~ensge zinde volksfront in de strijd tegen fascisme en oorlog sneHer tot stand te breng·en. De anexatie van Oostenrijk wekte een machtige golf van brede mobilisering der krachten van het Tsjechoslowaakse volk tegen het Duitse fascisme, dat de staatkundig'e onaantastbaarheid, de zelfstandigheid en onafhank~elijkheid van de Tsjechoslowaakse republiek l'e,eds dil'ekt bedreigt. Het lot van Oostenrijk heeft ook de volken van de Balkan bui~engewoon verontrust. Zij wiHen ni•et het offer worden van ,een inval van het Duitse fascisme op de Balkan. Zij. willen niet hun staatkundige onafhankelijkheid verli·ez·en en aan de 'ekonomische verslaving door de fascistische veroveraars 'l;en offer vaHen. Zij willen ni·et, dat hun landen de doorgangsweg naar Bagdad worden. De bezetting val) Oostenrijk he,eft verontwaardiging gewekt bij de openbare mening van de V~erenigde Staten van Amerika. Ze he·eft in Engeland ook de ogen geopend van groepen, di,e vroeger onverschillig stonden tegenov•er de fascistische aanvalszucht De oppositie tegen de politiek der Britse regering is geweldig snel gegroeid. In Groot-BriHannië is een brede beweging voor het vormen van e·en antifascistisch volksfront begonnen. In de fascistsiche landen z·elf groei,en, ondanks de bloedige terreur, onder de schijnbare stabiliteit van het fascistische r·eg1em de antifascistische krachten, groeit de oppositie tegen de fascistische agressie en de ontketening van ni,euwe imperialistische oorlogen.
346
GEORGI DIMITROF
DE WM,..,~~--.--:;. VOOR DE OVERWINNING
Het ontbre·ekt dez·e krach~en nog aan de vereiste geslotenheid en georganiseerdheid, om openlijker i:e kunnen optreden. Maar duizenden onderaardse beken van oni!evr·edenheid en verontwaardiging ·tegen de fascistische diktatuur ondergraven de grondpeilers van de fascistische heerschappij. De arbeidersklasse - de beheerder van het lot van miljoenen heeft haar laatste woord nog niet gesproken. Ook de vol~en, die noch fascisme noch oorlog willen, hebben hun laatste woord nog niet gesproken.
111. Dit alles bewijst, dat het zelfs in de huidige periode van toegenomen agressiviteit der fascistische staten nog ni•et te laat is, om de bloedige plannen van het fascisme te doorkruisen. Nog kan men de fascistische· oorlogsdrijvers terugdringen. Wat is hiervoor nodig? Ten eerste moeten de fascistische aanvallers internationaal geïsoleerd worden. Men moet hun de lucht en het water versper11en. Het wordt tijd, eindelijk in te zi,en, dat de fascistische aanvaller elk i:o·eg•ev•en, 'elk·e konoessi•e benut voor e•en ni•euwe schanddaad. Een vastberaden politi·ek van isol•ering der fascistische aanvallers in het international·e strijdperk he·eft tot voorwaarde, dat beslisi!e maatregelen worden 9etroff.en, om in elk afzonderlijk land de l'eaktionaire krachten in toom te houden, die, v·erradend de belangen van hun eigen volk, de anexatieplannen van het Duitse •en Italiaanse fascisme en de Japanse militail1e kli·ek •ondersteunen. Ten tweede moeien all.e staten, die belang hebben bij het behoud van de vr·ede, ·een konsekwente v11edespolitiek voeren. Alle zich beschaafd noemende staten moeten zich aan de op zich genomen iniernationale verplichtingen houden; de poliHek van de kollekfi.eve veiligheid moet door het wapen van de ekonomische, politi·ek·e en andet"e sankfi.es tegen de aanvall.er do·eltreffend worden toegepast. Het aanwenden van zulke sankties tegen de fascistische 11egeringen van Duitsland en Italië, di•e het S.oaanse volk overvielen, en i!egen de China binnenvallende Japanse fascistische militair·e kli·ek is dringend noodzakelijk. Ten derde moet de 'e•enheid van akHe van het we11eldprol·etariaat tot stand worden gebracht, zowel voor de onmiddellijk•e st~::ijd teg•en de aanvallen der fascistische stailen als ook, om druk uit i!e oe~enen op de 1"eg.erin9en der burg·erlijk-demokratische staten, opdat zij teg•enover de aanvallers 'e·en vastberaden politiek zuHen voer·en. De internationale aanval van het fascisme kan het best succesvol worden bestreden door de ini:ernational·e v·erenigin~ van de krachi!en der arbeiders. Om •echter zulke internationale eenheidsakties der arbeidersklasse te bet"eiken, moet de tegenstand det t"eaktionaif'le· leiders van de Socialistische Arbeiderslnternational•e en van het lnternational·e Vakverbond van het slag Citrine teg·en deze eenheid worden gebroken. Om de international·e eenheid van akHe van het proletariaat te bet"eiken, heeft het EX!ekuti·ef Komite·e van de Kommunistische
347
GEORGI DIMITROF
DE WAARBORG VOOR DE OVERWINNING
Internationale in zijn 1 Mei•-oproep het herhaalde aanbod aan de Socialistische Arbeiders-Internationale en het lnternational,e Vakverbond nogmaals g.edaan. T·egenov,er zulk ,e,en gespannen internationale toestand, in het bewustzijn van de. geweldige verantwoordelijkheid, di·e op de schouders der arbeidersklasse ligt, is de ~ommunistische Internationale bereid, ieder eerlijk initiatief, waar het ook vandaan mag komen, t·e ondersteunen, wanneer het sl,echts de e·ensgezinde aktie der arbeidersklasse bevordert. Van bizondere bete~enis zou op het huidig.e ogenblik zijn een geme·enschappelij~e akti,e van de arbeidersorganisati·es van Groot-Brittannië en Frankrijk voor de v•erdediging van de vol~en, die aan de fa.scisti.sche aanvallen zijn blootgesteld. Zulk e•en geme•enschappelij~e aktie van het prol,etariaat in de twee belangrijkste landen van Eur
348
GEORGI DIMITROF
DE WAARBORG VOOR DE OVERWINNING
de arbeidersklasse der burg<erlijke landen door de arbeidersklasse var ons land organiseren." Moge iedere proletarier, i'edere eerlij~e strijder te9en fascisme en oorlog deze uitmuntende woorden o~erdenk•en, mog,en deze woorden de internationale arbeidersbeweging in vfe,es en bloed overgaan! In de onwrikbare en vastbesloten verwez·enlijking van dez1e grondstelling van Stafin fi.gt de waarborg voor de ov;erwinning van het wereldproletariaat
DICTATOR IN SPE G. J. BUN:<
Hij is wel kf,ein, maar heeft een grote mond. Je zi•et 't hem aan dat hU 't goed is g·ewend: het armgante kopj'e mollig-rond ·en 't buikj.e al-niet-meer-j,eugdig-corpulent Toen de Voorzien'gheid hem als heiland zond, was 't volk physi·ek en 9eestlijk decadent Maar hij maakt het we•er hel·emaal 9ezond, mits 't zich vertmuwt aan hem, den wondervent Houze•e! daar komt ie aan, stoer en kordaat Z'n caesarsblik gaat dwin9end door de zaal, die als bez·eten aan het krijsen slaat: Houze·e en heil den l·eider-9eneraal! Maar ik spring op en zoek de frisse straat •en ke·er m'n maag om bij 'n lantarenpaal.
349
HET CONGRES DER COMMUNISTISCHE PARTIJ H. STERRINGA
De Communistische Partij heeft met Pasen 'een congres gehad, dat van zeer grote betekenis is. Nu wordt dit doorgaans van ieder congres bewe,erd en is het dus wel nodig om nader aan ile geven, waarin dit conRres uitmuntte. St.erker dan op dit congr;es is nog nooit de werkelijkheidszin van de communisi:en aan de dao getreden. Hun wil om precies te ontleden de toestand, waarin zich het volk 'en de arbeidersbeweging bevinden. Immers op grond van die pl"edese werkelijkheid dient de politiek van de Partij i:e worden opgebouwd. Wat op hel gehele congres zijn stempel drukte, het was de roep naar activiteit, naar daden. Daden bij de massamobilisafi.e tegen het fascisme. Niet de, ov~erigens onmisbare, agitati~e, die z·eker noç uitgebl"eid moet worden, staat op het eersi:e plan voor do Partij. Organisatie van de str~d, het met pradische daden naderl:>ü brengen van de 'eenhe1ds.sedachi:~, dat is het waarin de Communistische Partij moet uitblinken. HET
CONGRE~
HEEFT ALARM GESLAGEN
Alarm ov.er het feit, dat ons land zich in het directe gevaar bevindt, gelijk: Oostenrijk door het Duitse fascisme te worden overvallen. (jez·~ alarmstemming is 'er nooit voldoende geweest en is er ook nu nog niet. De aandacht dreigt bovendien op e1en gevaarlijke manier te verzwakken, naarmate Oostenrijk v~erder achter ons ligt en ,e: weet me,er (oV'erigens re,eds herhaalde malen onbetrouwbaar gebl·ek~en) verklaringen zijn gekomen, dat het met Nederland zo'n vaart ni·et zal lopen. Op on-; congres hebben we het gez,egd 'en we zuHen het blijven zeggen ,en onze politiek'e daden daarme~e in ov,eneensilemming hengen: Nederland ligt in ~een hoek van Europa, waar het Duibe fascisme zijn slagen denkt uit i:e delen. Het volk van Nederland moet de voHedig.e, brute en harde werkelijkheid gaan beseHen, dat wij morgen of overmorgen .9'e·lijk de Catalanen Duihe tanks, kanonnen en troepen kunnen zien opereren binnen de grenz,en van ons land 'en zijn daden in overeenstemming brengen met di'e situafi.e. Hoe ver is de Duitse oorlC?gsmachine ons land 9'enaderd? Daarvoor zijn verschillende graadmeters. Een van de nauwkeurigste is de toon, die de kwarHermakers van het Duitse fascisme hi~er in on> land, de kopstukken van de N.S.B. aanslaan. Er is eer. tijd geweest, dat de gedachte aan ,e,en dir:ede Duitse overrompelinç i~eder onwez,enlijk toesche·en. De fascisten van Nederland ontkenden toen hardnekkig i,edel"e verwantschap over
350
H. ·sTERRINGA.
HET CONGRES DER COMMUNISTISCHE PARTIJ
de grenzen. Ze verklaarden zich tegen het anti-semietisme. Ze waagde11 het zelfs het Duitse fascisme op ondergeschikte punten te critiseren. Die tijd is lang voorbij •en ke•ert niet we,erom. Toen het Duitse fascisme zijn eers~e stappen z·eHe op de weg van buitenlandse gewelddadigheden bij overrompeling, sloeg<en ook de N.S.B.~ers een andere toon aan. Nederland moest iedeJ'1e schijn, van Duitsland en zijn fascistische machthebbers toch niet helemaal ~e vertrouwen, vermijden. Het kon eens kwaad bloed zetlen ... Herinnert U slechts de bezetting van het Rijnland ,en het onder de wapens houden der soldaten door de Nederlandse neg.ering. Hel waren de N.S.B.-ers, die er tegen pl"oteste·erden, om bovengenoemde reden. Het Duitse fascisme deed nog brutaler stappen op de weg van de overrompeling. Het vertrapte Oostenrijk. Het N.S.B.-filiaal volgde gewillig en juichte om "Oostenrijks bevr)jding". Het voorspeld€' reeds overvaHen op Tsj,echo-Siowakije 'en liet z·elfs al eens zijn ware bedoeling, om de hoek glure~, door Nederlandse minis~ers met Schussnigg te vergelijk•en. Dit alles heeft voorlopig z.ijn voltooiing gev:onden in de uilspraak van Rost van Tonningen over de "samenbundeling" van het Duitse en het Nederlandse volk. w,e kennen dat soort samenbundeling; het is zeer eenzijdig en onderscheidt zich in niets van kneveling! Rost van Tonningen is 'een deskundig·e op dat gebied, hij heeft een beslissend deel van de voorbereiding tot Oostenrijks overrompeling meegemaakt Wij weten dus, welke waarde we aan zijn woorden moeten hechilen. Wie wil zien, wie de moed bezit om zijn ogen de kost te geven, heeft kunnen gadeslaan, hoe zich de N.S.B., eerst zogenaamd niet, da·1 gestadig, vervolgens sneHer 1en tenslotte holderdebolder ontwikkelde tot •een troep Nazi-vri,enden, die bel'leid zijn de rol van de Seyss-lnquarts •en de Henleins hi·er in ons land tot aan de laatst~ cons•equentie toe te spelen. Dat is dus het kenmerkende van de situatie: direde bedl"eiging door duistere buitenlandse en binnenlandse fascistische machten. Zo sprak klaar •en duidelijk ons congres. Dat is alarm slaan, maar dat is niet paniek veroorzaken. Daarin Hgt het grote misverstand van de schrijver, die aan de "Haagse Post" van 23 April enige regels druks verschafte ov,er dit congr:es. Hij ziet nl. in deze v:olledige blocHegging van de toestand, waarin ons land en ons volk v·erk·eren, niets anders dan 'een bewijs, dat de communisten "bez·eten zijn van ,e,e:n wilde angst" voor het nationaal-socialisme en 't fascisme. Deze vne,emde bewering komt waarschijnlijk van i·emand, die z·elf het direde fascistische gevaar onderschat. Bij een nuch~ere, niet oppervlakk[ge beschouwing van de arbeid van ons partijcongres is dez•e bewerinq ni·et vol te houden. Wat is de angst-reacUe op de huidige situafi.e, di'e helaas maar al te v:eel voorkomt? Dat is geloof schenken aan de verklaringen 351
H. STERRINGA
HET CONGRES DER COMMUNISTISCHE PARTIJ
van de fascisten, die !'eeds voor dez,en duiz,end belof~en hebben gebl'oken. Dat is: v•ertr·ouwen schenk·en aan de capitulatie-::politiek van de Engelse conservatieven, in de hoop, dat die in het uiterste geval wel tussen beide zull.en komen. Dat is: zelf met de handen in de schoot blijven zitten, 'en tenslotte als gehypnotiseerd het plotselinge overrompelende geweld van de fascisi!en aan zitten stat'1en om ten off.er te vanen. Maar het is geen angstpolitiek, om de ~eii!en koelbloedi:g onder het oog te zien, en daar uit zijn conclusies te trekken. Het cong!'es van de C.P.N. stelde dan ook de vraag: "Hoe staan de oommunisten tegenover dez•e dneigende fascistische vel·trapping van het Nederlandse volk?" "Hoe moet de arbeidersklasse hi·eri!egenov:er staan?" Op die vraag moest e·en antwoord komen. Dat antwoord heeft het congres volkomen ~eenstemmig geven. Het was niet de eerste ke,er dat wij dit deden. Gezi.en de uitingen daa.rover echter in de pers scheen het niet onnodig, het e'ens te herhal.en. Het was e·e n duid eI ijk antwoord, .en in ge,en ·enkel opzicht voor twe'e uitlegging,en vatbaar. Allen, die dat willen, kunnen er nu dus rekening me•e houden: De communisren zijn tegen de verov.ering van ons land door het Duitse fascisme. Zij zijn voor de verdediging van de onafhankelijkheid van Nederland. Zonder voorbehoud 1en tot elk·e prijs. z,ij zijn teg,en de fascistische aanval uit het buitenland en tegen zijn medeplichtigen •en helpers, het fascisme 'en de reactie in het eig,en land. Over deze uitspraak van het congres slaat ons nu de verwondering, quasi of werkelijk gemeend, uit de kolommen van de verschillende bladen tegemoet. Zij wa11en immers altoos gewend ons te rangschikken in •een hoek waar de "onvaderlandsli·evende schobbers" huiz·en. JaweL de Nederlandse communistische arbeiders zijn Nederlanders, geboren •en getogen. Zij verfoeien om met de woorden van hun partijsecretaris, Paul de Groot, te spl"eken, vl"e•emde onderdrukking van het Nederlandse volk, zij houden van hun geboorteland, z,e hebben 1er de ZUiVerste bedoelingen mee. Immers "zij hebben de hoop en het geloof, dat ook over dit land eens de zon van het socialisme zal schijnen en land en volk gelukkig zal maken." "Zulk ·e·en zoet-gevooisde tale"! - schrijft de "Haags·e Post", "dat is een lugubere klucht", want de communisi.,en, dal zijn ,immers ",onruststok•ers en ondermjjners van beroep". Dit alles ontloopt niet veel datgene, wat de "Maasbode" en de "Volkskrant" over het congres schrijven. Ziet naar hun V'ededen, zo luidt he!: ook daar. Vroeger heette het "Indonesië los van Holland, Nu!" V11oeger wilden de communisten de weermacht tot aan de grond toe afb,.,eken. En nu ploheling willen ze volgens hun voorzitter S.euz•emak·er "i·edel"e maat11eg,el, di,e werkelijk gericht is op de verdedi,ging van het land t•eg•en het Duitse
352
H. STERRINGA
HET CONGRES DER COMMUNISTISCHE PARTIJ
fascisme ondersteunen". Ni,et te V'ertrouwen, is de gevolgtrekking van de beide vooraanstaande katholie~e bladen. Men vo·ert ons dus in gedachten terug naar de verleden tijd. Toen, vroeger, zo luidt het, waren er bij de c·ommunisten geen uitingen van Hefde tot het land en tot het volk. Ge·en uitingen voor verdediging van onz•e ·Onafhank•elijkheid. Toen ri,epen de communisten: "Indonesië los van Holl.and, Nu." Maar houd~ dan dez·e l·euze ook niet in de aflçe,er van de oomnisten tegen nationale onderdrukking? 6n wat wij voor anderen eisten, zouden we dat dan voor het 'eig•en volk ni.et begel"en, ja met al ·onz·e kracht verdedigen? Nu de communistische Partij de leuz·e: "Indonesië los van Holland. Nu!" niet in haar program van direde actie heeft staan, bete~ent dat dan dat de communisien nu voorstanders zijn geworden van de nat.ional'e oV'erheersing van Indonesië? Ne·en. De communisten komen op voor de poli-Heke, economische en sociale verheffing •en voor het zelfbeschikkings.,echt van het Indonesische volk. Maar terwijl zij dat doen, willen ze het volk van Indonesië ni.et als ,e,en we•erloz.e prooi overlaten a_an het brute Japanse fascisme. Vroeger, zo z·egt men, hebben wij ni•et V'erklaard de onafhankelijkheid van het land ile will:en verdedig,en. Was dan de z.elfstandigheid van het land VI"O•e_g•er in gevaar? Maar bov·endi•en maakt he+ ge•en gmot polifi.ek Yerschil, of het 'er om ile doen is, deel te nemen aan •e•en strijd tuss,en imperiaHstische gt"oepen, dan wel, ·e•en fascistische aanval .af te wel'en, di·e ten doel heeft, g·eheel Eul"opa te knechten? Was e~ vroeger grote, bijzonde11e t"eden om te juichen voor het werk·enc:l volk van ons land? Was •er misschi·en e·en economische ontwikkeling die de welvaart der massa v•ergrooHe? Neen, er was e·en ontstellende werkloosheid, ,en loondruk werd •er to•egepast. die mel •elkaar in de honderden millioenen li•ep. De arbeidersmassa's stonden toen uitsluitend teg,enover hun reactionnail'e groot-kapitalistische Nederlandse belagers. Er was 9e·en enkele aanleiding voor de arbeiders om Nederland hoog te roemen wegens de uitg'ebl'eide democratische !'echten1 di,e er bestonden. Er was inilegendeel ster~e t"eactionnail'e beknotting van die rechten •en vrijheden. De communisten wiHen nu, de Nederlandse taal, cultuur, wetenschap ·en kunst beschermen. Vl"oeger nooit i.ets gemerkt van deze bijzondere voorHefde der communisten, zufl.en bovengenoemde bladen zeggen. Ni•et onmo9elijk, dat wij daarover vroeger niet in den b11ede hebben uit9ewijd. Er was daartoe geen aanl·eiding. De j.eugd der werkers is a.ltijd uitgesloten g'eweest van hoger onderwijs. Naarmaile de lonen en steunen v.erminderden, werd ook de qang naar ,e,~nvoudige vakschol·en •en iets meer uit9eb!'eid onderwijs voor haar ·onmog·elijk gemaakt. Ja, z,elts het gaan naar de lagere schol·en is voor talrijke kinderen tot ·een plaag gemaakt. De deu!"en van theaters, schouwburg·en en bibliothek·en sloben zich voor de werkloze en de sl•echt verdienende werkende arbei-
353
H. STERRINGA
HET CONGRES DER COMMUNISTISCHE PARTIJ
ders. Redenen tot uitbundige vreugde over het rijke en bloeiende culturele leven binnen de gr,enzen van de Nederlandse natie wal"en ·er dus niet. Nu echter het land bedreigd wordt door fascistische overrompeling (wat vroeger niet het geval was), nu valt ·er nog een ander licht over dez·e dingen, of li,ev·er gezegd e'en donk·ere schaduw. Want de communisten weten dat dit alles bij vreemde fascistische overheersing v·olledig in het gedrang raakt. Zijn de politiek-economische rechten van de werkers in Nederland door de regerende machten tot nu toe behandeld, als verwaarloosde kamerplanten, wij weten, dat bij ·e·en machtsgreep van de fascisten, bij fascistische overrompeling door Duitsland, hun z·elfs dit armetierige leven ni,et zou zijn gegund ·en ze v·olledig zouden worden verdelgd. Me·er nog: hi•er gaat het om de vraag: Nederland als burgerlijk-democratische Staat of Nederland, beroofd van zijn z,elfstandigheid en onder het juk van de totalitaire fascistische staat. Reden tot uitbundige vreugde over de toestanden in Nederland was ,en is •er niet. Om dat te zeggen, beho·eft men echter geen communist te zijn. Het Amsterdamse katholieke da.gblad "De Tijd" behandelde de kwestie der werkloosheid. Daar sch11e·ef b.v. Mgr. P.oels: "Groiler ramp dan •e,en massal·e werkloosheid, geloof ik niet, dat een volk kan treHen ... Laat men zich toch •e·ens indenken in het leven van kerels, die gezond ,en fris van !,eden, van de ene fabriek naar de andere, van het ene dorp naar het andere mo·eten trekken, •en maar geen arbeid kunnen vinden. Onvermijdelijk z,et zich bii di·e mens·en de g·edachte vast: sl,echter kan het ni•et meer. Het kat! hun ni·et meer schel•en wat er komt ... Wat kunnen die mens•en ,aan burgerzin bezitten?" Tot slot l'licht hij de v·ermanende woorden aan de l'eg.ering: (dat wil dus 'onder me•er z,egg·en aan zijn geloofsg•enoot Romme): .,En de l'egel'ling moet ook g·eld durv.en besteden. Ni,et in het waanzinnige weg, maar zij kan de werkloosheid ni,et oplossen op •e,en koopj,e." Op een koopje? Inderdaad, wanne•er werkloz•e landarbeiders worden afgescheept naar Duitsland, wanne•er katholi,eke arbeiders mqeten pl"otester,en tegen de ambtenal'en van het ministerie, waar de katholi·ek Romme aan het hoofd staat, omdat z)j arbeiden; ondanks de •ernstigste politiek·e- en g•ewetensbezwa.ren de tocht naar het "Derde Rijk" willen opdringen, dan is er zeker ge•en aanl,eiding tot •een v•erheugde stemmi,l)g. Gejuich heeft men dan ook op het communistisch congre:s niet gehoord. Had men daar inderdaad de tonen van mai!eloz,e, a,an g·e,en banden g·el•e,gde ophemeling van de Nederlands,e natie kunnen horen, had men op hett congres kunnen waa.l'nemen, dat de communisi!en in hun daden e1n in hun propaganda begrippen opnamen, die aan hun be,ginsel vre,emd zijn, zo had men he·t recht, hen onwaarachtigen te noemen. Zij blijven echi!er als tevoren communisiJ~n en republikeinen. Wat zij op het congres
•354
H. STERRINGA
HET CONGRES DER COMMUNISTISCHE PARTIJ
gedaan hebben is ronduit een verklaring gev·en, dat ze zijn voor de verdediging van het land tegen vreemde fascistische overheersing. En de houding van de communisilen bij de stemming ov•er de defensiebegroting? Hun stemmen daartEl{gen is niet e·en st·emmen iJegen de onafhankelijkheid van Nederland. Het is ·een demonstraüe van het feit1 dat de politiek van dez·e regering in vel·e opzichten de we•erbaarheid van het volk sloopt ·en de groei van het fascisme be~ gunstigt en dat dit zijn invloed ook op de defensi·e doet gevoelen. Het is •een uitspraak tegen de reactionnaire polititek in haar geheel van dez·e regering. De fascistische .P~'Opaganda in Nede·rland he·eft het stadium van land- en volksv•erraad be~eikt; maakt dez,e propaganda onmogelijk, zuivert het leg&r van deze •elementen, bestrijdt met kracht de werkloosheid, geeft de wer~ende massa's een plaats in het leven, g·e,eft het volk zijn democratische ·rechten in voU.e omvang terug, bukt niet lang•er voor buitenlandse fascistische intimidati.es, maar strijdt op internationaal terrein tegen de fascistische v·ertr:apping van het volkel"enrecht, voor collecti•eve veiligheid en vr·ede ·e,n gij kunt de stem der communisten hebben. El~e maatregel, die werkelijk land en volk op doeltreffende wijz·e verdedigt, zuHen zij nu reeds ondersiJeunen. Zo is du; het politieke platvorm van de Communistische Partijvoor de strijd van vandaag. Het is een juiste politi-ek, waaraan ni·et te to!"ne,n valt. Maa.r aHeen het vaststeHen van e•en juiste polifi,ek is niet voldoe:nde. Deze politi•ek moet naar de overwinning worden gevoerd. Daarto·e de richting aan te wijzen, was de V•erdere taak, waaraan zich het congres wijdde. De weg, die de C.P.N. aanwijst is: Eenheid van geheel de volks·massa's. AHa muren, di·e er tussen de verschi!l.ende delen van het wer~endc volk zijn opgetrokk·en, •en di'e het verdel•en in verschillende hok}es, die zorgvuldig van •elkaa,r gescheiden worden gehouden, moeten in het aangezicht van het fascistisch gevaar worden afgebrok•en. Ge·en boerenmassa, di'e "liegen de stadsbewoners in het harnas mag worden gejaagd. · Ge·er stadsbevolking, die onverschillig mag staan teg•enover de noden van de boeren. Zij 'rnoeten elkaar wederzijds ondersteunen, de wegen naar toenadering ernstig zoeken en vinden. De arbeide.rs ni·et langer "liegen elkaar opgejaagd door de scheiding·en naar g·eloof en politi.eke overtuiging. De k1er:n van d~ arbeidersklasse, wordt gevormd door de honderdduizenden in de vakbonden georganiseerde arbeiders. Een verenigd blok der vakbeweging zal de arbeidersklass•e oneindig v•erste·rk·en. Daaraan wiHen de communisten hun krachten wijden. Zij zijn pr·oiJestant, nocr katho!i.ek. Zij will-en •echter met de gelov[ge arbe.ïders e·en kameraadschappelijke verbinilenis en ge,en vijandschap. De communisilen zijn niet in te del·en bij de sectarische, in fë;~natisme verstikk·ende groepj·es der anarchisren en syndicalisten. Zij zijn
355
H. STERRINGA
HET CONGRES DER COMMUNISTISCHE PARTIJ
voor georganise·erde strijd van de arbeidersklasse. De, Communistische Partij is een modeme arbeiderspartij. Haar l·eden horen thuis in de moderne vakbonden. De C.P.N. als org.anisaHe is bereid toe ie treden tot de Raden van de door S.D.A.P. 1en N.V.V. ingesielde org.anen van samenwerking; tot de plaatselijke raden •en tot de landelijke raad. Daar wiHen zij hun werk doen voor de v•ereniging van het volk 'liegen het fascisme. In voortdurende, ,e,erlijke en loyale samenwe:rking met hun sociaaldemocratische kame.raden. Daarme•e is dus wel zeer pl'edes de plaats afg·ebakend, di·e de communistische arbeiders .en hun organisati.es in de rijen van de arbeidersbeweging wiHen in!nemen. De juistheid van dit standpunt wordt al onmiddellijk aangetoond, door de dolle en driftige uitvallen van het fascistische "National·e Dagblad", die zich juist t~9en dit besluit van het congres richilen. Juist 'liegen het toetreden van de Communistische Partij tot de Raden van de moderne arbeidersbeweging richilen zich de scherpsile .in giftige haat gedoopte pijlen van de fascistische redacteur-bankier R-ost van T·onningen. Het is begrijpelijk. Een verenigde arbeidersklasse, een v.el'\enigd vdk is de vasile waarborg voor de. v·erni•etiging van het fascisme. Voor e•en enigszins aandachtig lezer schi.et de in dolle drift ve·rkerende fascistische schrijver zijn doel voorbij. Als hij in het v·erl·eden van de arbeidersbeweging p11obe,ert te Wl'oeten, daar poogt op ile di•epen, wat •er misschi·en in dat verleden aan vijandschap ile vinden was, dan gebeurt dat niet met goede bedoeling•en ten aanûen van de arbeidersbeweging, ·en het moet ook ieder sociaal-democraat als i·ets weerzinwekkends teg:en de borst stuiilen, dat ldez·e f.ascist zich daarbij zo half en half als beschermheer van S.D.A.P. en N.V.V. probeert op i!e werpen. Duidelijk•er had de N.S.B. de wonde pl,ek van het fascisme niet kunnen aantonen, waar z.ij he.t meest kwetsbaar is, nl. de mog·elijke •e,enheid in de riJen van de arbeidersklasse teg.en het fascisme. Wiardi Beekman schrijft op een z·eer zelfverzek·erde manier in de "Arbeiderspers": "Van ide eenheid zal nooit iets komen." Wij wiHen hem hi·er herinne11en aan zijn rede over. . . de spruitj,es op het congres van de S.D.A.P. Zelf is Wiardi Beekman geen li·efhebber van spruitjes, zo v.ertelde hij, maa.r in zijn g·ezin ZJijn mensen, die ze wel lusten, zodat hU zich. "als goed democraat" daarbij zo nu ·en dan he·eft neer ile legg·en ... Wij weten, dat er talloz·e arbeiders in de S.D.A.P. zijn, die verlangen naar de eenheid en ze·er vel•en, die de ophitsing van .,Vrijheid-Arbeid-Bmod" tegen de communisten re•eds lang ni.et meer kunnen verwerken. Hun aantal zal _groeien naarmate het fascism€' dreigender naderbij komt. Als "goed democraat" heeft men zich daarvan rekenschap af ile leg9en. Of is de verklaring van Wiardi B.eckman zo uit te leggen, dat hij weig•eren zou, zich bij de wil van een democratische meerderheid der arbeiders-
356
1-l. STERRINGt,
HET CONGRES DER COMMUNISTISCHE PARTIJ
klasse neer te leggen? Dat zou het tegende,el van democratisch zijn ... Hoe staa"' het overigens met deze democraHe in de S.D.A.P.? In de S.D.A.P. worden de verslagen van het Partijbestuur democratisch in de afdelingen ter sprake gebracht, moties worden demokratisch behandeld, ter stemming gebracht, afgewimpeld of aangenomen. Maar is dat dan ook ,e,en waarborg voor de me,erderheid, dat er naar die motie zal worden g~ehandeld? Neen. Op het congres werd een moti·e aang•enomen, waarbij werd a{g,ekeurd, dat verschillende leidende figuren bij de Oranj,e-verheerlijking "over de sch..,eef gaan". Is deze aanneming een waarborg geweest voor de me,erderheid, dat er met haar mening zal worden rekening gehouden? Neen. Een week later blijkt dat Ge·erts, de Voorzitter van het Gewest Friesland der S.D.A.P. he·eft zitting genomen in een commissie van burgeme·esters ter huldiging van de Konin,gin. Geerts is gee:n burgemeester. Er zijn in Friesland _geen sociaal-democratische bur9~emeesters, da,ar heeft de reactionnaire polmek der reg·ering voor zorg g,edragen. Bij dez·e: uitzonderlijk'e gel,~g·enheid stelt men echter wel waarde op de aanwezigheid van een sociaal-democraat en Geerts, di,e wordt uitgenodigd, neemt aan; z,eer go,ed wetende, dat de me•erderheid van de Friese sociaal-democraten, di'e hem g'ekozen hebben, daar ni:ets voor voelt. Op het congres der C.P.N. ging het anders. Daar is e•en pomi,ek vastgesteld op werkelijk demokratische wijze. Zij is in alf.e delen van de Partij ruimschoots besproken, op het congr·es bij algemene stemmen g.oedg~ekieurd en wordt nu vd9ens afl.e r.e9el,en van de democratie ten uitvoer g.elegd. Eén Partij, dat wil zegg,en één pl"ogram, één handef,en. Dat wil niet z·eggen één schablone, één schema. In i·edef\e stad, in i·eder dorp moet naar de v·erhouding,en, z·oals ze daar ter plaats·e liggen, geprobe•erd worden, op eigen ~initiatief de vastgestelde politi·ek van e'enheid der volksma.ssa's, van eenheid der arbeidersklasse iegen het fascisme, van opneming der Parf,ij: in het v~erband der Modeme Arbeidersbeweging, tot werk·elijkheid te mak·en. Op eigen initia,tief, dat wH zeggen bespl'leking met alle l·eden ter plaa·tse, in critische en z·elfcritische beschouwing door alle leden van het verrichte werk. Dat is een opvatting van democratie, die sterkt en staalt, die: g.een verwarring sticht, maar voorkomt. Waarbij de arbeidersklasse ·en de werlçende massa's gebaat zijn en die ·ons naar d~ verwerkelijking van het gestelde doel zal brengen.
357
LESSEN VAN OSS VIGILANS
In een van die onuitstaanbaar-dikdoenerige artikelen in de toon van "Dit Volk ... ", waarmee de heer Mussert af en toe zijn bladen verhevener meent te maken, heeft hij onlangs de beschermende hand uit_gestrekt over drie onderdelen van de Nederlandse weermacht: de gele rijders, de mariniers en de marechausse·e. Zij kregen volgens hem niet wat hun toekwam en werden niet naar verdienste geëerd. Wij menen, dat dit artikel niet voldoende de aandacht he•eft getrokken. Men kan er zich niet met ·een grapj.e afmaken en de vraag stellen, waarom de he·er M. er juist die dri·e groepen heeft uitgepikt •en ni·et bij voorbeeld de korporaals-wasbaas, die naar wij uit ervaring weten heel vaak hun best doen en stellig dikwijls reden hebben tot mismoedigheid. Hiervoor is de zaak 'te ernstig. Want als de heer M. juist de gele rijders, de mariniers en de marechaussee noemt, dan heeft hij daarvoor natuurlijk zijn goede reden. Dan l-etekent dat óf dat hij het nuttig acht voor zijn partij, naar de gunst juist van di·e dri-e corp~en i:e dingen, óf - ·en dat ware bedenk.elijker - dat hij met leiders juist van die drie onderdelen der weermacht alreeds zekere contacten he.eft verkregen. Hoe dit zij, de uitlating van den heer M. belicht in elk gevar. bijzonder helder één kant van Nederlands grote affaire van de laatste tijd· Oss. De machts-politieke kant. Da belangstelling van Nederland voor de zaak-Oss is niet zó groot als mer het wel eens wil doen voorkomen; ge hoort ook nog wel •eens over iets anders praten. Maar anderzijds mag de betekenio: der zaak ook niet worden ónderschat. Er is in de allereerste plaats een grote vraag van recht-of-onrecht aan verbonden. een vraag, die in beschaafde, nie-t door fascistische dictaturen afgestompte landen de volken gelukkig sterk boeit. Er is de vraag van de al of nie-t bijzondere machts- en rechtsverhoudingen beneden de Moerdijk, mei name de vraag of alla katholieke landsdienaren zich al dan niet volstrekt onafhankelijk voelen van andere, ,gees-telijke autoriteiten. Er is ten slotte dE- vraag, hoe de affaire door het fascisme op de gewone demagogische wijze kan worden uitgebuit en reeds wórdt uitgebuit, en wat daar~egen te doen is. DE FEITEN
Laat onr, orr te beginnen, kort en zonder in detail-behandeling te vervallen, de bekende fei-ten samenvatten. Het stadje Oss is vanouds e·en zere s-tee in het Nederlandse volkslichaam. Onder een over het geheel genomen Brabants-gemoedelijke bevolking is er ook in vroeger eeuwen het misdadigheids-perc.entage altijd zeer hoog geweest. Bestudeerders van de statistiek en van de ziel, van de archieven en van de misdadigheid hebben hun aandacht aan dit f.eit 9egeven, voorzover wij we~en zonder er een
VIGILAN~:
LESSEN VAN OSS
volkomen afdoende verklaring voor ~e vinden. Wanneer wij spre~ ken over Oss, generaliseren we dus niet over Brabant. De opkomst van een vleesverwerkende en margarine-indust6e met Oss als uitgangspunt (wij noemen de namen v. d. Bergh en Jurgens, Hartag en v. Zwanenberg) heeft de situatie in wezen ni·et veranderd. In de jarer na 1930 werd de toestand rechtuit onhoudbaar. Diefstall.en, roofovervallen, moorden waren aan de orde van den dag. De geme·entepolitie bleek buiten mach!Je de schuldigen te vinden; wie getuig•en kon, zweeg uit angst. Toen gre·ep de !:narechaussee (de brigade-Mintj>es) met straffe hand in. Zij kreeg aanwijzigingen, verrichtte arrestaHes, wist bekentenissen te verkrijg·en, verrichtte nieuwe arr·estaties, verkre•eg nieuwe bekentenissen. Op •e,en gegeven moment zaten tachtig Ossenaren onde~ merende·els ernstige beschuldigingen in arrest. Rechtbank •en Hof te 's Hertogenbosch zaten tot over de oren in het werk. Een malse vonnissen-r·egen daalde op de "Oss·e onderwereld'' neer. De marechauss•ee had - si:ellig niet in elk geval met volkomen correcte middel·en - •een groot zuiveringswerk verricht; zij had zich alles bije·en genomen z•eer verdienstelijk g.emaakt, werd gehuldigd, gedecoreerd, over het paard getild. Toen dit g·eschied was, ging de Osse brigade - in ,goeddeels andere samensi:elling ·en geleid door de Gier - haar aandacht geven aan de hogere standen der onderwereld te Oss. Er vol_gden: dr-- arrestatie van •een fabrikant, beschuldigd van het schandelij: misbruiken van minderjarige meisjes in zijn dienst; de arrestatie van •een zaakwaamemer (aanvankelijk bankier 9enoemd), die weldra weer moest worden vrijgelaten; en een onderzoek naar eventuele, al dan niet verjaarde zedelijk·e misdragingen van twee katholieke geestelijken. Terwijl dit laatste onderzoek nog aan de gang was, greep de heer Goseling, minister van Justitie, in. Hij begon met de brigade te verbi·eden dom te gaan met haar onderzoek; herinnerde haar, toen dit verbod opzien baarde, aan haar zwijgplicht; en het einde was, dat de leden der brigade werden overgeplaatst. Dit alles werrl hiermee gerechtvaardi,gd, dat de Osse marechaussee buiten haa.- boekje zou zijn gegaan en zich aan machtsmisbruik zou hebben schuldig g.emaakt. GERECHTVAARDIGDE VRAGEN
Het is begrijpelijk, het is ook volkomen juist, dat de Nederlandse openbare mening dit niet zomaar slikte om daama over te gaan tot de orde van de dag. Men vroeg zich af, en men vroeg ook hardop: Waarom gebeurt dit zo?! Het commu~ nistisch Kamerlid Wijnkoop stelde de minister vragen, waarop ge·en bevredigend antwoord volgde. Het socialistisch kamerlid Drop ging interpelleren, en het di·ent gezegd te worden, dat alle Kamerleden door de antwoorden van de minister aanvankelijk werden overbluft. Die inzinking he·eft echter maar kort geduurd. De kernvraag: wordt hier een aantal mannen van het
359
VIGILAN:-
LESSEN VAN OSS
wapen der mar-echauss-ee onrecht aangedaan ten geri·eve van bepaalde- belangen? - die kern-vraag liet Nederland ni·et me.er los. En nu mogen velen begrijpelijk·erwijs wat geme-esmuild hebben, toen de marechaussee zich met DreijftJs ging vergelijken, d~ rechtskwestie bl:eé. En juist in onze tijd, nu de bourgeoisie - althans een groot deel daarvan - "in de h=nauwdheid van de nadag·en har·er he-erschappij haar eigen verworVlenheden weer Vlerloochent" (dr. Jan Romein in zijn pas-verschenen Waakzaamheid-br-ochure: De sociale en 'economische grondslagen van het fascisme), nu weer zo sterk de neiging bestaat, geweld te steU.en in de plaats van het r<echt, is zuivere -en strik~e rechtshandhaving van het hoogste belang. De inzinking heeft zoals gez•egd maar kort geduurd. lerwijl enerzijds de marechausse•es-z:elf besloren recht te zoe·ken bij den administrati•even rechter, nam de liberaal mr. Wendelaar op raad van zijn partijgenoot prof. de Vries, het initiatief, een parl,eme:ntair onderzo•ek naa.r de Osse affaire aan re vra,g.en. Op het ogenblik, dat wij. dit schrijven, is het nog onbek·end wat het lot van dit initiaHef zal zijn. Een parl·ementaire enquete is e•en grote z·eldzaamheid in ons staatsl·even, maar wie gelijk he·eft, moet gelijk krijgen, .en e.en breed onderzo.ek, gel·eid door de volksvenegenwo·ordiging, is in deze zaak, op dit moment, daartoe de beste weg. Stuitte de minister de lo~p Vë)n het r·echt? gaf de mar<echauss·e·e zich ov·er aan machtsmisbruik? Met een klare beantwoording van dez·e vragen wordt niet slechts het rechtsgevo•el bevredigd, maar tevens de willekeur uitg•edr·eVlen, die binnen de landspa·len van een democratische geme,enschap niet thuisbehoort. ZWAK KATHOLIEK VERWEER
De houding, door vele katholieken in deze affaire aangenomen - hun door-dik-~en-dun steunen van minister Geseling, hun verzet tegen de enquêre - achren wij bijkans..,onbegrijpelijk van onverstandigheid. Voor die houding bestaat echter een historische v•erklar·ing. De ontvo-ogding der katholi,ek,en in Nederland, hun volkomen g'elijksrelling met het protestantse deel der natie, hun benoeming (na liberaJ.en, christelijk-historischen, anti-revoluttionnairen) in de hoogste ambten, is van betrekkelijk jonge datum. Het gevolg daarvan is ·e·en z·ek,er:e onevenwichtigheid. Nu 1eens is men in de aanval, 'eist zijn "statistisch aande.el" in all<e mogelijke functi·es. Dan we,er v·erweert men zich V•erontwaardigd teg,en waar of verme,end anti-papisme. Bij zulk een mentaliteit ontstaat dan ·ook het verlangen, in geen geval zwakheden te, tonen, nimmer mikpunten te bi·eden. Het is de typische vne,es van dengeen, die zich ni,et werkelijk volkomen-sterk voelt, maar toch ·in ,elk geval sterk wil schijnen. Die houding van agressief verwee'· heeft in het Noorden des lands niet zo gauw kans van slagen; anders is het bezuiden de Moerdijk. Wij weten ni·et of de twee .geestel_ijken te Oss strafr·echtelijk vervolgd hadden moeten worden of niet; wij weten niet of hun
360
VIGILAN~
LESSEN VAN OSS
misdrijven, áls zU die g~pl<eegd hebben, verjaard z;ijn of ni·et. Maar wèl weten w.ij, dat het l'lecht zDn loop niet heeft gehad, dat nie{ duidelijk is komen vast ile staan: de twee geesteiUken hadden mo•et-en worden vervolgd, of ni.et; zij hadden moet,en worden vrijgespl"oken, of veroordeeld. Wèl weten wij, dat men in het Zuiden fluistert, en zeer hoorbaar fluistert, dat de hel-e affaird der. bisschop van den Bosch bijzonder onaangenaam is geweest, en dat hij dat niet onder stoelen en banken heeft gestok,en, ·en dat dit mede heeft bijg-edragen tot de gang van zaken. Wie met de mantel der li·efde tracht te bedekken; wi~e sl,echts binnenskamers wil straHen; wi·e tegenover andersdenkenden de schijn wil ophouden - hU moge menen daarmede zijn zaak te dienen, in wez·en schaadt hij haar. Ma,ar het 'is e-en feit, dat alleen een sterk besef van de kracht van he.t -e[gen beginsel den belijders van dat beginsel de kracht kan gev·en, dè openbaarheid - de openbar-e tel"echtzitting daarbij inbegrepen - ni·et te schuwen. Het wil 'er bij ons ni·et in, dat het Nederlands katholicisme 'e·er• gel"echtelijk onderzoek naar de g:edragingen van twee pastoors, ·en 'e'Jientueel e-en proc:es tegen hen, en eventueel ·e,en v~eroordeling, ni,et zou kunnen vel,en. Dat men - beneden de Moerdijk - ni,ettemin di.e schUn wekt, moge in de histori1e zijn verklarin9 vinden, het is ,er ni,et minder zwak om en ni1et minder bedenkelijk, Het uitsnUden van rotte steeën moge op oppervlakkige Heder •een indruk van zwakheid maken, emsti9e mem•en weten zeer goed, dat all:een een sterk,e organisati<e zich zulke zuiverings-acti<es kan v~emorlo'Jien. Het Sowj,et-bewind is daarvan •een bijzonder treffend en overtuigend voorbeeld. DE ACTIE: DER N.S.B.
De kwestie van recht-of-onrecht 1s m de Oss-e affaire van z,eer groot "menselijk" en maatschappeltik belang; de "katholieke" kant van de zaak is vooral historisch bezien inte11essant; van actuel:e politieke betekenis is de wijz•e, waarop het fascisme zich van de zaak poogt me,ester te maken. Dat juist de N.S.B. in dez,e zaak als hoedster van de gerechtig-heid wi! optl"eden, is voor ieder, di,e ook maar weinig van de praktijk en de praktijken van het fascisme afweet, uHermare weerzinwekkend-demagogisch. In de landen, waar het fascisme aan het bewind is gek·omen, is het met het recht gedaan, en zijn wmekeur ,en g~eweld ervoor in de plaats getreden. Dat de N.S.B. het woord .,11echt" zo graag in de mond ne,emt, is ni·ets anders dan een zich vermommen, met het oog op het l'lechtsgevoel, dat in bl"ede lagen van het Nederlandse 'JIOik l·eeft. Een oud Frans schrijver he,eft al geconstateerd, dat huichelarij een hulde is, die de ondeugd brengt aan de deugd. Het uitbuiten van de zaak-Oss voor anti-s·emiti.sche Hetz-e, is bij de N.S.B. i1ets heel gewoons. Ook hierin handelt zij naar Duits model. In de aanvang van dez.e beschouwing hebben wij er rïeeds op
361
VIGILANS
LESSEN VAN OSS
gewezen, dat de N.S.B. de Osse affair·e ook wil uitbuiten om vriendjes i!e maken in de mar·echaussee, vriendjes, die haar op momeniJen van de allergrootste politieke spanning te pas zouden kunnen komen. Dit is e•en aspect van de zaak, dat de voortdurende aandacht zowel van de regering als van de principieelste bestrijders van het fascisme volkomen verdient. Van het actueelst belang achten wij echter de poging, die de N.S.B. in verband met de zaak-Oss doet om vat te krijgen op de kai:holie~e kleine burgerij en de katholi.ek:e arbeiders. Trouw aan haar tactiek, richt de N.S.B. de laats~e tijd, in nauw verband met de Oss·e affaire, haar zwaarst geschut op de l:eiding der R.K. Staatspartij, die zij van "onduldbare dictatuur" beschuldigt, - men weet, de N.S.B. gruwt van al wat naar dictatuur zwe:emt! Wij reiken de hand aan de katholi,ek·en bij het afwe~en der fascistische aanvallen, maar wij wijzen emp, dat de l·eidende katholieke figur·en, die de reactionnai~e regeringspolitiek mede schragen tegenover deze fascistische aanvall·en slag op slag fouten begaan. Zij isoleren de katholieken van de andersdenk:enden .. Juist daarom willen we de moderne arbeidersbeweging - zowel de partijen als de vakbonden - oproepen met de grootste energie de strijd te voe~en om de katholieke arbeiders en boeren mede in de strijd tegen het fascisme te betrekk.en. De jongste geschiedenis van Duitsland heeft wel he·el duidelijk aangetoond, dat de katholieke kleine burgers en arbeiders, democratisch gezind maar gewend aan hierarchische en autoritaire opvattingen, tot degenen behoren, di·e gemakkelijk ten prooi vallen aan fascistische demagogie. Men maakt hun wijs, dat hun godsdienst niet veilig is bij het "bolsjewisme" (den boemannaam voo.- socialisme en ·elke soort democratie) ·en belooft hun (zoals men bereid is iedereen alles te beloven) een soort mystiek "eerherstel". Het is dt grote taak der moderne arbeidersbeweging - waarbij de Duitse en Oostenrijkse ervaringen haar beste bondgenoten zijn - de katholieke arbeiders en kleine burgers te tonen, waar hun plaats is· niet voor de z·egekar van loze volksmenners, di.e hun rechtsgevoel en hun godsdienstzin misbruiken; maar in één rij naast d12 vert•egenwoordigers der progressieve mensheid, di·e, met volle eerbiediging van hun g·e·estelijke rechten en vrijheden, hun wezenlijke maatschappelijke belangen willen, kunnen en zullen behartigen.
362
buitenlands overzicht MEXICO's NATIONALE REVOLUTIE Mr. A. JACOBS
Naarmat~· de "koloniale wereld" uitverkocht raakte, begon de strijd om de macht in de "half-koloniaf·e" gebieden, in di'e landen dus, die in poliHek opzicht onafhankelijk zijn of althans heten, maar die zich in ·economisch opzicht goeddeels in de macht van een of meer imperialistische mogendheden bevinden. T·erwijl deze half-kolonial·e landen er hunnerzijds op uit waren, ook economisch onafhank·efijk te worden, poogden de imperialistische rijk·en er hun invloed te handhaven en zo mogelijk nog te vergroten. Dez·e tegenstelling bi·edt de verklaring van veel van het krijgsrumoer, dat de aarde sinds het einde van de e·erste wereldoorlog te horen heeft gekregen. De grote botsingen in China (Japan ·en ook Engeland contra een jonge nationale revolutie) vormen het sprekendste voorbeeld; de strijd in Abessinië behoort tot dez·elfde categorie; en als het - wat gans niet onmogelijk lijkt - binnen afzienbare tijd in Mexico tot een burgerstrijd, al dan ni·et met openlijke intervenfi.e van anderen, zou komen, dan zou dat ongetwijfeld ook een oorlog zijn om de macht in een half-koloniaal land. Mexico, eens e·en van Spanje's rijke kolonies, heeft- zoals vrijwel alle Latijns-Amerikaanse landen - in het begin van de vorige ·eeuw zijn onafhankelijkheid veroverd. Tientallen jaren achtereen is dit onafhankelijk volksbestaan gekenmerkt geweest door vaak bloedig·e v·eten tussen de dericaal-conservatieve en de liberaal-progressieve groepen der burgerij. Ras-tegenstelling·en verscherpter die conflicten nog: tuss·en de Indianen, de Spaansbloediger en de zeer vel'e gemengd-bfo.edigen heerste een troebele amosfeer van verachting en haat. Bij de Indianen werd (en wordt) het sterkst de vooruitstrevendheid der onderdrukten aangetroffen, bij de blanken de behoudzucht der bezitters. D.a veten, niet onderbroken door het kortstondig keizerschap van Maximiliaan, ·e·en imperialistische droom van Napoleon 111 - f·ek·en aan het einde der 19e eeuw een einde te nemen, toen e·en ze.er forse figuur, Porfirio Diaz, aan het bewind kwam. In de omstre·eks 30 jaar van zijn presidentschap heerste er uiterlijke orde, benevens welvaart in een dunne, naar buiten het meest opvall·ende bovenlaag der bevolking. In die jaren was het, dat het buitenlands kapitaal de gelegenheid kreeg, rijke brokke11 van Mexico' s bodem te verover·en, e·en kans die het met beid~ handen greep. Het Amerikaanse, het Engelse en het Nederlandse olie-kapitaal zoog zich aan Mexico vast.
363
Mr. A. JACOBS
MEXICO's NATIONALE REVOLUTIE
DE REVOLUT!l VAN 1910
In dezelfde tijd, dat China zich opmaakte tot een nationale herrijzenis, ontstond in Mexico de nationaal-revolutionai·re partij. De naam ge•eft het doel aan: langs revolutionnaire weg wilden de vooruitstrevende Mexicanen, met de ontwak·ende Indiaanse bevolkingsgroep als voornaamste stuwkracht, de national·e onafhankelijkheid, voorzove,r die in economisch opzicht verloren was gegaan, herwinnen. De revoluti•e van 1910, di·e voor korte tijd de nobel·e, maar te zwakk·e figuur van Madera aan het bewind bracht en direct daarop omsloeg in •een burgeroodog-met-intervenHe-compl·eet (interv·enti•e vooral van Amerikaanse kant), di•e revolutie duurt in wez•en nog altijd voort, net zoals de Chinese revoluti·e van 1911 nog altijd voortduurt. Zij begon met e·en hervorming van het grondbezit. V·el·e, kl·eine boeren en boerenarbeiders, di·e tot dusver weinig meer dan de lijfeigenen der grootgrondbezitters waren geweest, kreg•en zelf e·en stuk land. Maar de Mexicaanse patriotten begrepen, dat men er ni•et me•e kon volstaan, het starre conservatisme· in het binnenland te brek·en, doch dat me~n daarnaast moest st!'1ev•en naar de bevrijding van Mexico' s bodem van de buitenlandse hypothe·ek; de macht der olie-concerns. Van toen af aan, ma.ar voor:al sinds de wereldoorlog, he·eft in Mexico de strijd gewoed - soms bijkans onhoorbaar, soms met wapeng•eweld - tussen di·e bevolkingsgro•epen, die de vrijheid der Mexicaans•e natie nastreefden, enerzijds, en de grote oli·econoerns, gesteund door al wat in Mexico reacti-onnair was .(en wat later met de naam fascistisch kon worden aangeduid) anderzijds. Bijzonder f,el woedde di·e strijd in de jaren 1917-1920, toen de reactionnaire !"ebell•en, met geld en wapens g•esteund door het oli·e-kapitaal, in het gebied der petrol,eum-v·elden teg•en de regering in opstand kwamen. In ·een ni·euwe scherpe faz.e is die strijd than~ gekomen door het besluit der Mexicaanse r~g.e ring, het bezit der oHe-maatschappijen te onteigenen, e•en besluit waarop de verbreking der Brits-Mexicaanse betrekkingen is gevolgd. DE ONTEIGENING
Het onteigeningsbesluit l·egt het Mexicaanse volk z.eer zware offers op, maar is ni•ettemin met grote geestdrift begroet. Men bedenke eens: de Mexican Eagl•e, de grootste oli.e-producente in Mexicc (•een Brits-Nederlands·e ondel"neming), di·e in 1936 van de in totaa1 5.94 millioen ton ni'eit minder dan 3.64 millioen ton produce•erde, had eind van dat jaar de volgende te onteigenen activa: gebouwen,, pijpleidingen enz. 3.86 millioen _pond sterlin,g, materiaal 1.52 milnoen pond, oli·e.voorraden 1.32 millioen pond, totaal 6.7 millioen pond oftewel ruim f 60 millioen. Daarbij komen dan nog de bezittingen der grote Amerikaanse ondernemingen aL de Standard Oil ·of New Jers·ey, de Standard Oil of California. de Sinclair Pierce enz. Mexico is bereid, al die activa 364
Mr. A. JACOBS
MEXICO's NATIONALE REVOLUTIE
in tien jaar tijds te betalen .en s~elt daarvoor 60 pCt. van de jaarlijkse olie-produdi·e beschikbaar. De voorho·ede in deze nationale bevrijdingsstrijd zijn de Mexicaanse petr'Of,e.um-arbeiders. Hun :eis:en tot lo-tsverbetering, :eisen, di·~ in het buitenland vaak caricaturaal zijn voorgesteld, zijn het gewe·est, die de aanl,eiding werden tot het geschil met de concerns, wr,~nt dez,e weigerden gehoor te geven aan de uitspraak der arbiters, aan wi·e de looneisen wal"en voorgelegd. DE FIGUUR CARDENAS
Met het onte,igeningsbesluit he:eft de regering van pr:esident Cardenas volkomen consequent de acti>e voortg·ez·et, di·e in 1910 begonnen werd, de adie voor Mexico's bevrijding. Natuurlijk noemt men daarom in het kapitalistische buitenland Cardenas ~e·en socialist of zelfs e·en communist. Wij mogen ons :echter niet aan de illusie overgeven, dat deze krachtig~e figuur inderdaad ~een socialist, om rni,et te zeggen :e·en communist, is. Cardenas doet in zijn optreden veel,eer denken aan maarschalk Tsjiang Kai-sjek, met dit verschil, dat hij ve,el ,e,erder dan dez,e begrepen heeft, dat men voor het verwez,enlijken der nationale bevrijding de steun der communisten niet ontbe11en kan. terwijl Tsjiang Kai-sjek jaren lang de krachten van zijn bewind en di~e van Chinu verspilde aan nutteloze en v~erdedelijke broederstrijd, he·eH Cardenas van de aanvang af !de waarde van de communissche steun beseft. Cardenas' politi·ek is tot dusver steeds in sterk:e mate progressief geweest~ hij gaf de boeren meer grond ~en groter eredieten; hij bevorderde de stichting van collecheV1e landbouwbedrijven; hij steunde de arbeiders·eis,en tegen de buitenlandse maatschappiJen; hij bevorderde de aanl.eg van wegen, spoorwegen en irrigatie-werken; hij bevorderde hygi:ene en onderwijs, vooral in de dorpen; hij steunde in de Vofk,enbond zowel China als Spanje in hun vrijheidsstrijd, :en hij :erkende van de aanvang af het recht der Spaanse regering om wapens te kopen. De enig·e inconsequenties in die politiek waren, dat hij de tijdens een vorig bewind v~erbl"ok·en betrekkingen met de Sowj:et-Unie ni:et herstelde, 'en dat hij Trotzki gastvrijheid in Mexico v~erf,e·ende, zeer teg·en de zin van de sterkste groepen zijner aanhangers, het vakverbond :en de boerenbond. Een forme·el volksfl"ont is er in Mexico niet. De nationaal-revolutionnaire:' partij is aan het bewind, zij heeft de s~eun der grote volks-organisaties en acht het niet nodig, haar macht met anderen ile delen. Zal dit nu anders worden? VOOR. DF KEUZE
Het conflict met de olie-maatschappijen, :en met name het conflict met Engeland stelt Mexico voor een keuz,e, di·e niet zonder gevarer• is. In Mexico zelf bestaan nog altijd sterke reactionnaire krachilen, geschaard om den fascistisch-gezinden oud-minister generaal Sedillo, te9en wien president Cardenas met for-
365
Mr. A. JACOBS
MEXICO's NATIONALE REVOLUTIE
se hand is opgetr·eden en die als afgezeUe generaal zich nu aan het hoofd van een opstandelingen l·eger heeft ges~eld. Aan Mexico's grenzen, zowel aan de Amerikaans•e als aan die van Guatemala, bevinden zich .altijd avonturiers, die bereid zijn te intervenieren en wien het aan wapens ni·et schijnt te ontbreken. Duitse, Italiaanse en Spaanse fascisten voeren in Mexico hun propaganda., zoals zij het in Spanj.e deden aan de vooravond van de burgeroorlog. In Cardenas' eigen kamp zijn wankelmoedige 'elementen, die, orn zich op Engeland te wreken, geneigd zijn, in ruil voor industrie-producten olie ile leve,.,en aan de fascistische landen. Met name Japan ligt op de loer. Wil Cardenas zijn pmgressieve poliüek blijv·en voeren - waarbij hij gelukkig in de vredelievende ·en allerminst pro-fascistische politiek van Roos·evelt steun vindt - wil hij bel·eUen, dat Mexico het Spanj.e wordt van het Amerikaanse continent, dan zal hij: aan zijn energi·e in het besluiten vastberadenheid in het doorzeUen moeten paren. Daarbij zal een v·ersterking van de nationaal-revolutionnaire partij - en zowel de vakbonden als de communistische partij zijn bereid, "en bloc" tot Cardenas' organisatie toe re treden - hem zeer re stade kunnen komen.
366
tv10DERNE POEZIE EN VOORUITSTREVENDHEID IN NEDERLAND THEUN DE VRIES
Stellen we he} probleem der vooruitstrevendheid in de Nederlandse dichtkunst van heden, dan worden we het me•est getroffen door de gebrekkige aanwezigheid van een dergelijke stro!ming. En nu doelen we niet op de socialistische poëzi,e, di'a eig·enlijk partU-poëzie is in de bes+e zin van het woord, maar in het algemeen op die dichtkunst, waarin zich e•en ge·estesgesteldheid weerspiegelt, d!.e de grenzen, door de burgerlijl
367
THEUN DE VRIES
MODERNE POEZIE IN NEDERLAND
biedt. Typerend is voor beide het srerk bewustzijn van ~erbon den te zijn met hun medemensen, :een bewustzijn, dat zich in talrijke ver~en :en shofen ondubbelzinnig uit. Ev,en typer;end is daartegenover het doorlopend -berugv.all>en naar het over-persoonlijk·e, de vl·ucht in het individualistische pl"obl,eem, dat natuurlijk van ov,erwegend :erotische aa.rd is. Wij herkennen hi:erin het nader-en tot de bewus~e, georganis·e·erde massa, wi•er l•evenseisen door dez·e dichters worden gevoeld, maar nog niet in hun consequenti·e b .e g r :e p :en; want in laats~e instantie volgt op .elke toenadering :e:en zwenken ·en ·ontsnappen, dat niet anders kan zijn dan de uitdrukking van •e•en denkwijze, waarbij nog de m :en s, •en niet in de e·ers~e plaats de m :en s h ·e i d de maat is van alle dingen. Stell:en we dit voorop, om het algemeen karakter aan te geven, volgens hetwelk zich deze poëzie richt, dan zijn :er bij de afzonderlijk·e beschouwing van beide figuren ,e,en aantal persoonlijke onderscheiden, di·e aan beider vorm van vooruitstrev•endheid i·eder :een :eigen k:enmerk verl:en:en. Men zou daarbij all:et'leerst kunne:1 opmerken, dat Hoornik degene is, di·e het openst :en het me•est we·erloos staat tegenov•er de v:el:e bekl·emmende vra:g:en, die het leven en de mensel_ijke samenl:eving hem stelf.en, terwUI Den Brabander:, in :e•en soort r;ebels:e l1evensfilosofie, deze vragen veelal weet af te reagel'len door ver~en, di·e op het ,e,ers~e gezicht decadent lijken, maa:r bij aandachtig:e analyse ni:et anders zijn dan de wr;ok van de individu, dat innerlijk bloedt aan aHe uitingen van het "menselijk tekort". Volkomen in ovel'le·ensliemming met dez:e l·evenshouding vertoont het vers van Hoornik minder geraffine•erdheid, zowel wat het uiteriUk als de daarin ontwikkelde gedachtegang betreft, terwijl Den Brabander e:en gedicht weet te schrijven - dikwijls nog in de moeilijke sonnetvorm - , dat ·e·en bizar gehonkelde gedach~e in de gl.ans van uiterst g:eslepen woorden weet vast te l·egg:en. Ki:ez:en we als voorbe:eld van Hoornik's poëzi·e u1it zijn bundel "Dichterlijke Dia:gnose" enkel·e stl"of·en uil het gedicht De Trap: Dien nacht heb ik een kind gevonden aan 't :eind der trap op een portaal, als woorden mij. nu helpen konden, dan vroeg ik God een ni·euwe taal, om nu ~e z·egg•en, hoe haar handen e:en ·oude pop hielden omkl1emd; toen slaap haar donker overmande lag :er alle·en :een raf'lig hemd. Wa.t wist 't van bloemen :en van bomen? E·en tl"ein r;aasde ov,er 't viaduct, kwam naderbij, dmng in haar dr;omen, werd gl"oot, en reet haar speelpop stuk.
368
THEUN DE VRIES
MODERNE POEZIE IN NEDERLAND
Het zag de trap: in deze gaarde was schimmel 't .enige g·ewas, de tl"ap: èn moederlijf èn aarde, waar zij voorgoed het kind van was ... Een visie op de eHende, g:edrag,en door e•en dichf.erlijk,e eenvoud, di·e haar hoogste uitdrukking vindt in een bewog,enheid, wel~e alleen uit de schrik 1en de opstandigheid ontsta,an kan, 1en van die bewogenheid met aangrijpende soberheid g·etuigt: da.t is Hoornik in zijn beste "social.e" verz,en. z,e zijn talrijk, deze manifestatie's van menselijk·e de.ernis 'en v'erslag·enheid om de waanzinnige contrasten, die het lev•en geeft te zi.en. De dir.ede we,e·rloosheid, waarvan we spraken, is dan ook wel e·en van de kenmerkendsta trekken van Hoomik' s dichterschap; hij ziet en is poëtisch aangeraakt i:egel.ij~ertijd. Bij Den Brabander wordt dez·elfde de,emis, dezelfde ontstelt.enis om de zi.ekten en kwalen der samenleving zol"gzaam geze·efd, en t11eedt zij ve·el verwikk,elder, v,eel minder open, maar ni·et minde:- doordring·end, naar de oppervlakte. Bij Hoornik is de weg van de indruk tot aan de v'erwerking •ervan kort, bij Den Brabander ki,est de sociale bewustwording zich zonderlinge omwegen, 1e·en voorbeeld van zijn haat teg·en de reactie, tegen de terreur is zijn haafvers tegen het type van den "fascist", dat de titel draagt "Man met ploertendoder": Hij y_oelt zich zeer misplaatst in 't nuchter heden, dat hij wel graag te gruizel timmren zou. Er is maar één begrip van recht en t!"ouw: de stomme zwaai van 't rubber om zijn schreden. De nacht zwelt tot een groots visioen: VERLEDEN. De l.ate: schimmen telt hij bij het grauw. In 't duister park kirt onderdrukt e.en Vl"ouw: schiet daar •een degen sissend uit de schede? Hij stri,emt de straten met ál bitser stap. - Democrati'e is maar een slechte grap: de zieken sloegen 't wapen lam met wetten! Hij dl"oomt duels, maar draagt niet e.ens mancheHen, en doodt, niet met den bliksem der flol"eHen, maar met een doffe vormeloze klap. Het is h:er niet de p!aats, om in uitgebreide zin op de verdere verscheidenhe;d van dichterlijke (en dus persoonlijke) eigenschappen var. beide dichters in te gaan, daar wij hen beiden toch in de eerste plaats hebben willen beschouwen vanuit het gezichtspunt der vooruitstrevendheid in de dichtkunst. Dit ne,emt niet weg, dat wij, bij de vaststelling, dat beide vooralsnog in critisch':l zin tot de vooruitstrevende krachten van Nederlands 369
THEUN DE VRIES
MODERNE POEZIE IN NEDERLAND
literaire toekomst mogen worden gerek·end, uit de andere bestanddelen van hun dichterlijke aanleg het •een en ander kunnen aflezen, dat deze vaststelling nog ·een scherper getekende achtergl"ond geeft. Wat in Hoornik's bundel "Dichterlijke diagnose" treft náast het reeds aangeduide maaischappelijk bewustzijn, is wel zijn gevoel voor de verbondenheid van me. .. s •en aarde, een soort heidens, eP wat de Griek·en noemden, "panisch" l.evensbesef, dat steeds als de lichte zijde van zijn aard •en aanl•eg tegenover zijn sociale angst en verscheurdheid staat. Niet ten onrechte V•erdeelde hi~ in de genoemde bundel zijn verz,en in de afdelingen "Brood" en "Vruchten"; en vooral in die tweede afdeling komen talrijk·e uitinger. voor (b.v. in het vers Zwangere Vrouw) van een levensgevoel, dat als het ware de positieve kracht van zijn wezen aanvullend naast de critische zet. In deze posiHeve hoedanigheid komt hij dikwijls tot prachtige beelden, die zich helder en 11eëel in het geheugen van den lezer prenten, en waarin vooral dat ande!"e eenheids-bes,ef, dat tussen natuur en mens, sterk tot ons sp11eekt. V·eel daarvan tneHen we aan in zijn gmot g·edicht "Mattheus", dat in een prijsvraag voor ·een episch gedicht bekroond werd. Typerend voor Hoornik's individualistische instelling is het onderwerp: •een krankzinnige, di·e uit e·en gesticht ontsnapt, in Amsterdarr. opduikt, het verleden terug vindt, .en we,er gegrepen wordt. Het is een lange, benauwende droom, waarvan de oorsprong in f.eite weer teruggaat naar Hoornik's sociale angstcomplex, maar in de uitwerking waarvan hij herhaaldelijk ook di·e geheimzinnige k.ant van de •eenheid tussen alle !'even weet te onthullen. Var. krachtig beeldend vermogen zijn de stadsvisioenen, diP hij in dit vers op!"oept; de onderafdeling "Amsterdam", waarin Hoorn=k de stad aan het Y met grote, beweeglijke en onuitwisba!"e lijnen etst, is daarvan een meesterlijk voorbe.eld: "Wie aHes van de stad wil weten, beginne nu :en zi.e en hoor, · de vis he·efl: in het aas gebeten, de Amsi:el trekt zijn zilv'l"en spoor, over het Y wentelt de smoor, de trage smoor der wereldschepen. Nog dromen in het hart de waHen, e•en orgelman draait daar zijn lied, maar driftig springen koersgetaHen de borden op: de wereld biedt ... " Tl"ekken wij de slotsom van Hoornik' s tot op heden verschenen werk, dan steHen we vast, dat hij blijk heeft gegeven van e·en tal·ent, dat in v·el:e opzichten r·e•eds verwerk·elijkte, wat het beloofd heeft, maar dat tegelijk,ertijd de mogelijkheden bezit voor een si:eeds breder.e ontwikkeling. De •ernstigste twe•espalt, die Hoornik in zijn poëzie nog zal hebben te overwinnen, is die
370
THEUN D[ VRIES
MODERNE POEZIE IN NEDERLAND
tussen het aards-gelovig.e •en het maatschappelijk-vertwijfelde. De brug tussen deze twe·e bestaat; het zij aan hem, om die dichterlijke en tevens sociaf,e oplossing te ontdekken •en in zijn toekomstig werk verder te ontwikkelen. Die oplossing zal hem ook in staat s~ellen, zonderlinge a-pàliHeke sprongen als het vers "Droombeeld van Trotski" in de toekomst te vermijden. Omtrent Den Brabander is, juist door het verwikkelde van zijn aanleg en het bijna tot volmaaktheid opgevoerde poëtisch peil van zijn vers veel minder te voorspellen. H.ll staat tot (,even en kunst in een bijna sluwe verhouding, als men dit woord mag bezigen - 1een verhouding, waarin hij het meest zichzelf tracht te verbergen. "Afreageren" is 1een voornaam k·enmerk van zijn bizonder gaaf •en bizonder afgewogen vers, zoals we reeds opmerkten. En dit is geen toevalligheid. Vooruitstnevendheid is een gevaarlijk artikel in onze dagen, in •een land, welks f,eidende kringen er alle belang bij hebben, de status-quo, ook in de k u n st, in stand te houden. De onmiddellijke samenhang 1uss.en een reactionair staatsbestel ·en de poëzi·e, die thans verschijnt, treedt in dit verband scherp aan 't licht. De dich~erlijl~e figuur van Den Brabander mag men zonder terughouding zi·en als een resultaat van het ontbreken van e•en ·e•ensgezinde, krachtige, democratische beweging, die in staat zou zijn ook onder de jongere IHeratoren krachten te ontbinden, di·e thans langs de zonderlingste wegen moeten ontsnappen, zo z·e al niet g.eremd worden. Den Brabander is ·een van de begaafdsile, gevoeligste, linksburgerlijke dichters van het moment. Wat hem ontbreekt is de ongebreidelde uitweg voor zijn tal·ent, dat zich nog te ve·el de zijpaden des l•evens ziet opged11ev•en, en zich in prachti9e, maar gevaarlijke doolhoven verliest. En het betreurenswaardige van dit f·eit is, dat di·e richtingsverwarring zichtbaar buiten zijn wil omgaat en het 9evolg is van bestaande machten, die ons volk ·en zijn dichters politi·ek, maatschappelijk 1en artisHek remmen in het élan van een nieuwe opgang. Men leze: Eduad Hoornik: Dichterlijke diagnose. Bigot & Van Rossum N.V., Amsterdam, 1937. Prijs f 1.50. Mattheus; een episch gedicht. Den Haag, H. P. Leopold's Ui tg. Mij. 1938. Prijs f 1.-. Gerard de:'! Brabander: Gebroken lier, - Den Haag, H. P. Leopold's Uitg. Mij. 1937 Prijs f 1.-. Opus 5; - N.V. Uitg. Mij. v.h. C. A. Mees, Santpoort, 1937. Prijs f 1.25.
371
•
natuur-wetenschappelijk var1a IETS OVER HORMONEN Dr. LANKHOUT (EERSTE DEEL) In twe•) vorigr ,.Natuurwetenschappelijke varia" werd de werking van de vitaminen besproken; we zagen toen, dat vitaminen stoffen zijn, die met het voedse' worden opgenomen, die in zeer kleine hoeveelheden werken, en die voor het normale instandhouden van het lichaam noodzakelijk zijn. Het is gebleken, dat dergelijke stoffen niet alleen met het voedsel worden opgenomen doch dat ook he! lichaam zelf stoffen maakt, die dergelijke algemene kenmerken hebben als de vitaminen, die ook in kleine hoeveelheden werken, die ook noodzakelijk zijn voor de normale gang van zaken, en7. Deze stoffen - waarvan al vele bekend zijn - worden door verschillende organen gemaakt. Men noemt ze hormonen, naar de Engelse onderzoeker Starling. Deze hormonen hebben de meest verschillende werkingen. Zeer vaak vindt men, dat een hormoon door een of meer andere hormonen in zijn werking wordt ondersteund, door weer een of meer andere wordt tegengewerkt. In het algemeen zet een deel der hormonen bepaaldco processen, die in het lichaam gebeuren, aan, terwijl een andere groep deze processen remt, tegengaat. Van deze tegengestelde werking van verschillende hormonen zullen we straks een voorbeeld zien. Echter niet sleed: verhouden de werkingen van de hormonen zich zuiver tegengesteld o: vrijwel gelijk. Soms bestaat een andere soort samenwerking, waarbij één hormoon op een bepaalde manier veranderingen te weeg brengt, waarna pas een ander hormoon zijn werking kan volbreng.en. In het algemeen kunnen we dus zeggen, dat de hormonen allerlei processen, die in het lichaam plaats vinden, aanzetten of verminderen - in het kort: regulerer.. Al gebruikte men de naam hormoon ook nog helemaal niet en al wist men ook helemaal niet, waardoor en hoe bepaalde dingen gebeurden ... de praktijk kende toch reeds lange tijd verschillende verschijnselen, waarvan wij nu achteraf kunnen zeggen, dat ze berusten op uitval of overproductie van hormonen. Vooral de gevolgen van de uitval van hormonen kende men reed, lang en goed. Want reeds is het eeuwen lang een bij verschiliend<~ volkeren bekend gebruik om bij jonge hanen de geslachtsklieren weg te nemen - om ze te kastreren - waardoor de hanen tot köpoener: worden. Als kapoenen zijn dan deze ,,vroegere hanen" veel minder vlu~ en levendig, dan de "hanen"; zij verliezen de geslachtsdrift en ... waa. het voor de fokkers op aan komt: ze worden vetter! Op een dergelijke; wijze wist men jonge stieren tot ossen te promoveren door kastratie. En ook deze zijn suffer en langzamer, korlom het zijn ossen, die in tegenstelling met de stieren kunnen worden gebruikt als ploegossen, als lrekossen. Van vrijwel alle huisdieren maakte men op zijn tijd zo kastra!en. Van de slaven, die weinig méér dan huisdieren waren in oude er. nog niet eens overal tot het verleden behorende tijden, werden soms ook kastraten gemaakt, als zij op de harem van hun eigenaar moes~ ten passen!
372
Dr. LANKHOUT
IETS OVER HORMONEN
Wat gebeurt nu bij al deze dieren en mensen? Vroeger werd deze vraag in hel geheel niet gesteld. Men kastreerde en zag, dat de gekastreerden veranderder' en anders opgroeiden, dan ze zonder kastratie zouden hebben gedaan. Waarom en hoe dat gebeurde, interesseerde niemand of slechts enkelen, die geen middelen hadden, om de vraag op te lossen. Deze oplossing kon pas worden gegeven sinds men met de moderne operatieve techniek de proeven in tegengestelde richting kon doen. Men nam toen niet alleen de geslachtsklieren bij de dieren weg, maar men plantte ze op een andere plaats weer onder de huid in. Of men plantte de kiemklierell van een a n d ·er dier onder de huid van een gekastreerd dier. Sleed$ zag men da,n, als bepaalde voorzorgsmaatregelen waren genomen, dat de betreffende dieren geheel norma:al bleven gedurende enige tijd, zowel in hun lichamelijke ontwikkeling als in hun geslachtelijke ontwikkeling. De bovenstaande proeven werden voor het eerst bij hanen gedaan door Berthold in het jaar 1849. De Engelse arts Addison en de Franse onderzoeker en arts Brown-Sequa,rd, vonden in de jaren 1855 en 1856 ieder afzonderlijk, dat ook een a.nder orgaan - de bijnier - voor het lichaam een werking had, die later als een hormoonwerking werd herkend. Deze onderzoeker Brown-Sequard wordt door velen als de vader van de moderne leer der hormonen aangezien; de onderzoekingen van Berthold en Addison zijn echter van oudere datum. Maar zij waren niet zo opzienbarend als het beroemde experiment, dat Brown-Sequard op zijn oude dag op zichzelf verrichtte. Het is - en was ook toen - bekend, dat met het komen van de ouderdom allerlei lichamelijke, en ook geslachtelijke functies minder worden. Zo fundioneren ook de geslachtsklieren met de stijgende ouderdom minder goed: de man zomin als de vrouw kunnen na een bepaalde, voor ieder mens verschillende leeftijd, nog kinderen meer krijgen of verwekken. Brown-Sequard redeneerde nu, dat hij de dreigende ouderdomsverschijnselen zou kunnen afweren, wanneer hij zich een extract (aftreksel) van mannelijke geslachtsklieren zou inspuiten. Op de 1ste Juni 1888 hield hij inderdaad als een jeugdiger geworden grijsaard - hij was toen reeds 72 jaren oud - voor de biologische vereniging van Parijs een enthousiaste rede ove~ zijn eigen ervaringen met inspuitingen met een dergelijk extract. Het was deze rede en het waren deze proefnemingen, die samen met de overplantingsproet van Berthold de basis werden voor het moderne gebouw van de leer der hormonen. Want uit deze proeven kon men afleiden, dat er organen waren, die, zoals wij reeds boven omschr.even, bepaalde stoffen in het bloed afgaven, die noodzakelijk waren voor de normale verrichtingen van het lichaam. Toen men dan later de onderzoekingen van Brown-Sequard met zijn extract van geslachtsklieren overdeed, en zijn bevindingen niet kon bevestigen, waren deze negatieve resultaten niet in staat, om de juiste vraagstelling aan te tasten; op de fundamenten waren intussen nieuwe onderzoekinger met een positieve uitslag opgebouwd. En wel in verband met een geheel ander orgaan, met de s c h i I d k I i e r. Deze nieuwe onderzoekingen waren gedaan door Reverdin en Kocher. Zij zagen, dat na operaties van krop (een vergrote schildklier) in bepaalde gevallen van totale verwijdering een ziektebeeld ontstond, dat zij op andere basis ook reeds kenden. Er trad namelijk een toestand op van versuffing, van ontaarding en
373
Dr. LANKHOUT
IETS OVER HORMONEN
vergroving van het lichaam, die in bepaalde landstreken betrekkelijk veel voorkomt. Zij legden nu een verband tussen deze twee waarnemingen en zagen bovendien - na een beroemde proef van Birkner - dat inplanting van een schildklier bij dergelijke patienten een tijdlang verbetering kon geven. Nadat zij bovendien nog van de proeven van Brown-Sequard hadden gelezen, spoten zij toen bij patienten, die te weinig functionerende schildklier hadden, een extract van dierlijke schildklieren in; en met succes. Later verving men het inspuiten van schildklier extracten door het gebruik van het werkzame principe van de schildklier als poeder. Hierdoor werden nog betere resultaten verkregen en deze methode wordt ook thans nog gevolgd. Patienten met te weinig functie van de schildklier op grond van spontane afwijkingen, of na een operatie voor krop, krijgen schildklierpoeders. In de laatste jaren worden deze poeders ook in sterke mate afgenomen als "modeartikel", om te vermageren. Want bij de normale mens geeft schildklierpoeder een duidelijke vermagering. Deze behandeling met het schildklierhormoon is echter in vele gevallen veel te gewelddadig doorgezet en onaangename gevolgen zijn niet uitgebleven. Na dit stukje algemene inleiding en geschiedenis in vogelvlucht, van de oudste hormonenproeven tot de schildklierhormonen als middel voor de tegenwoordige "magerzucht", zullen we iets verder ingaan op de werkin9 van enkele hormonen. Daarbij zullen we vooral trachten aan te knopen bij de voorbeelden, die eigenlijk aan de meeste lezers uit de praktijk wel bekend zijn ... ook zonder dat zij van hormonen iets afwisten. Want de naam van de aandoening, die thans als voorbeeld van een stoornis in de verhoudingen der hormonen wordt genoemd, is algemeen goed. De s u ik er z i e kt e immers, een van de veelvuldigst voorkomende stofwisselingsziekten, is een gevolg van een hormonale stoornis. DE SUIKERZIEKTE Vanouds zijn enkele vormen van overdadige urineafscheiding bekend. Volgens de legende werden deze onderscheiden naar de smaak; smaakte de urine zoet, dan bestond de diabetes mellitus (diabetes is doorloop, een oud woord voor sterke urineafscheiding en mellitus komt van mei = honing), smaakte zij niet zoet, maar bitter of smakeloos, dan bestond diabetes insipidus (= smakeloos). Later kreeg men ook voor de arts. minder. onaangename methoden, om de suiker in de urine aan te tonen en om zo de beide soorten diabetes uit elkaar te houden. Men leerde in de vorige eeuw namelijk de suiker scheikundig (chemisch) aantetonen. Daarmede was toen wel enige vooruitgang gemaakt wat de diagnose van de suikerziekte betreft, maar het wezen van de suikerziekte was er niet bekender door geworden. Daarover leerde men pas meer, toen ontdekt was, dat bij proefdieren suiker in de urine optrad na wegname van een bepaalde in de buikholte gelegen klier, de z.g. alvleesklier. Was deze klier aangedaan of werd deze klier bij proefdieren weggenomen, dan was het lichaam niet meer in staat, om suikers goed te gebruiken, nadat deze in de darmwand uit het voedsel waren opgenomen. De suikers werden dan wel in het bloed opgenomen, maar niet verbruikt. Ze bleven dus in overmaat in het bloed aanwezig en deze overmaat werd door de nieren uitgescheiden. Deze suiker kon men dan in de urine, die door de nieren wordt afgescheiden, aantonen.
374
Dr. LANKHOUT
IETS OVER HORMONEN
Hiermede was dus weer aangetoond, dat bepaalde organen stoffen afgaven in het bloed, die nodig waren voor de goede gang van zaken in de andere organen. Zonder de stof van de alvleesklier kunnen de andere organen geen suiker opnemen en gebruiken. Jarenlang heeft men toen getracht deze stof, dat hormoon, uit de alvleesklier te bereiden. Echter zonder succes. Jarenlang heeft men ook getracht, om de alvleesklier bij dieren in te planten; maar met even gering succes, want de ingeplante delen gingen ten onder.!) Men trachtte met allerlei extraden dieren in het leven te houder., wier alvleesklier men had weggenomen. Maar ook deze proeven verliepen zonder een behoorlijk resultaat. Geen der extraden kon voorkomen, dat de dieren zonder alvleesklier aan een ernstige graad van suikerziekte te gronde gingen. Toch was de kennis over de suikerziekte bij deze proeven zeer toegenomen. Eén van de bekendste onderzoekers op dit gebied was de Canadese professor Mac Leod. Aan zijn laboratorium werd op vele wijzen getracht, de bovengenoemde vraagstellingen op te lossen. Aan dit laboratorium nu werkten twee jongere assistenten, die tijdens een vacantie van hun chef eens extra ijverig aan het werk gingen. En ziet, toen Mac Leod. van zijn vacantie terug kwam, hadden zijn assistenten Banting en Best uit de alvleesklier,en van dieren op een bepaalde methode een werkzaam extract bereid. Met dit extract waren zij in staat, om dieren, wier alvleesklieren men had verwijderd, zonder verschijnselen van suikerziekte in leven te houden. Indien men weet, dat zonder een alvleesklier een dier een zeer sterke mate van suikerziekte krijgt en in korte tijd sterft, kan men zich de belangrijke en sterke werking van deze door hen gevonden stof indenken. Direct werd toen de stof, die i n s u I i n e werd genoemd, ook bij mensen met suikerziekte ingespoten. En het bleek, dat met insuline in vele geval,len de suikerziekte zeer was te verbeteren. Dat wil zeggen, zolang de patienten de insuline ingespoten krijgen, kunnen zij voor een groot deel of geheel van hun klachten bevrijd worden. Laat men de insuline weer weg, dar: komen de verschijnselen van suikerziekte in dezelfde of zelfs in verergerde mate terug. Met deze ontdekking van de insuline waren Banting en Best van de ene dag op de andere beroemd geworden; en zeer terecht, want tot nu toe is het eigenlijk in geen enkel ander geval gelukt, om bij de behandeling van afwijkingen tengevolge van stoornissen in de hormonen een dergelijk succes te verkrijgen, als bij de suikerziekte met insuline. Bovendien is ook de kennis van de suikerziekte door hun ontdekking zeer verdiept. Met deze ontdekking van de insuline dachten enkele optimisten zelfs een tijdlang het raadsel van de suikerziekte totaal te hebben opgelost. Het bleek echter al gauw, dat de verhoudingen veel ingewikkelder waren, dan men had kunnen vermoeden. Men vond ook suikerziekte na ziekten, die in bepaalde delen van de hersenen stoornissen hadden veroorzaakt. Maar het meeste roet werd in het eten gegooid door de Argentijnse onderzoeker Houssay. Deze vond, dat honden het verlies van hun alvleesklier zeer goed konden verdragen, wanneer tegelijkertijd met de alvleesklier ook de hypophyse werd verwijderd; deze hypophysis cerebri wat in het Latijn evenveel wil zeggen als in het Hollands hersenaanhangsel - is een 1)
Op een bijzondere ~~ze lukt deze overplanting tegenwoordig wel.
375
Dr. LANKHOUT
IETS OVER HORMONEN
klein kliertje aan de onderkant van de hersenen gelegen. Het bleek aan Houssay na een lange reeks van proeven, dat dit hersenaanhangseltje een stof - een hormoon produceerde, die de tegenovergestelde werking had van de insuline. In het normale lichaam houden deze stof en de insuline elkaar in evenwicht. Dit evenwicht wordt dan echter weer gereguleerd door de boven reeds genoemde delen van de hersenen, bij stoornis waarvan suikerziekte kan optreden. We hebben dus drie momenten bij de suikerziekte: 1. de insuline, 2. het hypophysehormoon, dat de insuline tegenwerkt en 3. de regulatie van de hersenen. Het is duidelijk, dat er nu verschillende soorten van de suikerziekte kunnen bestaan, die alle ook inderdaad voorkomen. Suikerziekte kan ontstaan door een gebrek aan insuline, zoals boven werd beschreven. Maar omgekeerd kan zij natuurlijk evengoed ontstaan door een teveel aan het hormoon, van de hypophyse, dat de insuline tegenwerkt. In bepaalde gevallen is het gelukt, om deze twee wijzen van ontstaan aan te tonen. Voor de derde mogelijkheid, namelijk suikerziekte door stoornis van de regulerende hersendelen zijn minder zekere gevallen bekend, maar verschillende onderzoeker~ nemen deze wijze van ontstaan van suikerziekte toch wel aan. We kunnen nu ook de resultaten van de proeven van Houssay begrijpen, die zag dat honden zonder alvleesklier konden blijven leven, indien hlJ ook de hypophyse verwijderde. Deze honden hebben immers wel geen insuline, maar zij hebben evenmin de beschikking over de insuline tegenwerkende stof van de hypophyse. Het resultaat is een - ten minste ten naastebij normale stofwisseling, waarbij de honden jarenlang kunnen blijven leven. Bij deze honden treden de typische verschijnselen van de suikerziekte niet op, die anders reeds enkele uren na de operatieve verwijdering van de alvleesklier zijn waar te nemen en die dan spoedig tot de dood leiden. We zijn met de bespreking van de suikerziekte als een voorbeeld van de gevolgen van een stoornis in de verhoudingen van de hormonen (zowel insuline als de hypophysestof zjjn immers hormonen) nogal erg theoretisch geworden. Maar de verhoudingen in het lichaam van de mensen en van de dieren zijn nu eenmaal buitengewoon ingewikkeld. Vooral als men bedenkt, dat het hormoon van de hypophyse, dat op de suikerstofwisseling werkt, maar één van de vele hormonen van dit erwtgrote orgaantje is. Tegenwoordig kent men meer dan een tiental hormonen alléén uit de hypophyse. Al deze hormonen kunnen op een of andere wijze worden onderscheiden. Maar zo vreemd is dit grote aantal hormonen niet.. Wanneer we maar bedenken, dat een ééncellig dier ook reeds zeer ingewikkelde stofwisselingsprocessen vertoont, dat zo'n dier allerlei stoffen opneemt en verteert, dat zo'n dier z!ch bijvoorbeeld ook voortplanten kan. Voor deze stofwisselingsprocessen heeft zo'n eencellig dier ook een reeks van hormoonachtige stoffen tot zijn beschikking (al zijn deze zog. fermenten ook geen hormonen). En dan moeten wij ons eigenlijk schamen, dat wij voor onze stofwisseling en voor onze voortplanting nog een hele reeks van organen nodig hebben, zoals de schildklier, de alvleesklier, de hypophyse, de geslachtsklieren en zo verder! In dit opzicht heeft een microscopisch klein eencellig diertje het even ver gebracht als de "kroon der schepping" zoals sommigen de mens wel eens bescheiden hebben genoemd. (Wordt vervolgd)
376
ARBEID K. v. d. VEEr:
Op de kade zwoegen de Hanze-koelies; voor het raam, aan de overkant, vanwaar hij een goed uitzicht heeft op het werk aan de kade, zii de directeur. Zo nu en dan gaat hij een ogenblik weg - e·en enkele k·eer bl'ijft hij een dag of wat weg - maar daarna zit hij er weer en hij kijkt naar de koelies. Er staan e·en paar bloemen in potten; daar kijkt hij tussendoor. Hij praat met zijn vrouw - over de kinderen en over famili·e en kennissen - of hij praat met wie hem voor zaken komen bezoeken - maar hij kijkt naar de koelies, die zwoegen op de kade. Ze sjouwen balen me·el ·en dextr.ine-bal•en van honderd kilo ván de wal, ·een meter of tien óver de wal, e•en loopplank af, .e,en trapje af, in het ruim van een van de boten. Ze zijn met z'n vier·en, en elk van hen sjouwt elke vijf minuten twee balen ·een meiler of tien over de wal, de loopplank over, het trapje af, in het ruim. De dir·edeur zit voor het raam - hij kijkt tussen de bloemen in potten doot ·en hij rekent: - Vier maal twee is acht ... twaalf maal acht is zes-en-negentig. Hij was nooit flink in het rekenen uit het hoofd, maar zoi·ets kan hij toch nog wel uitrekenen. En dan reken~ hij: - Drie maal drie is negen ... twaalf maal negen is honderd-enacht. Als •er •een vergadering van commissariss.en is rekent hij het hun ook voor: - Z·e laden nog géén honderd balen elk·e vijf minuten ... met z'n vi.er.en; als ·e·r één man ontslagen wordt ... Hij begint •er eerst over hoeV!eel besparing aan arbeidsloon dit ge·eft: - Vijf-en-twintig gulden per week ... dat is twe,e-·en-vijftig maal vijf--en-twintig gulden per jaar. Een beetj•e vragend kijkt hij naar Mr. W., di,e tegenover hem zit, want hijz·elf kan zo gauw niet uitrekenen hoe\'e•el twe,e-•en-vijftig maal vijf--en-twintig is. Mr. W. knikt. Mr. W. kan het wèl uitrekenen - die was trouwens altijd wèl sterk in het rekenen uit het hoofd. Maar hij knikt. - Zo'n duizend gulden ... Hij heeft z·ich pas een motorjachtje g•ekocht van e•en zes-duiz•end gulden. Hij had, •eerlijk gezegd, g•edacht het voor vijf duizend te krijgen. Hij voelt zich •een beetje bedrog·en ... om di·e duiz·end gulden. Maar als er nu een Hanz·ekoelie ontslagen wordt, spaart dat duizend gulden uit ... - ... uit •e•en beparing op de arbeidslonen, zegt de Directeur. - Ja, knikt Mr. W. Maar dan begrijpt hij, dat die duizend gulden aan besparing op de arbeidslonen hèm niet alleen ten goede komen, •en hij ga.at
377
K. v.d. VEER
ARBEID
er over zitten pieke11en, hoe\'eel daarvan hem dan wèl ten goede komt. - Duizend gulden ... daarvan komt een vijfde gedeelte in de reservekas, blijft er achthonderd. - ... als we het arbeidstempo opvoe11en, v~erklaart de directeur verdeL Als commissaris krijgt Mr. W. vier procent. - ... vier procent van achthonderd ... Als aandeelhouder krijgt hij drie, drie en 1een half procent op ,elk van zijn aandelen. - ... z~even ... laat ik maar zeggen: zéven prooent van achthonderd ... het is toch de moeite ni,et waard. Het is alle, met elkaar nog niet zoveel als hij wel nodig zal hebben, om het benzinegebruik van zijn motorjachtj,e goed te maken. Daarom kijk-t hij op de klok. Het is nog vroeg, maar hij wil ook vroeg naa; huis, vanavond. En hij zegt: - Ik stel voor, dat we het voorlopig verslag maar goed keuren, en verder aan den directeur overlaten hoe ~e handef,en . . . ik bedoel in verband met personeel-ontslag, ~enzovoorts ... Als het dan Zaterdag wordt, vindt een van de Hanz·ekoeli·es e~en ontslagbewij~ in zijn loonzakje, en de volgende week sjouwt er één Hanzekoelie minder onder de baf,en me·el en dextrine-balen van honderd kilo. Maar de directeur zit daar evengoed nog voor zijn raam - hij kijkt op de klok en hij telt. de balen, di~e de overige Hanzekoeli,es v·ersjouwen - ~een meter of ti,en over de wal, de loopplank OV'er het trapj·E' af, in het ruim. - M'n thee is koud ;geworden, zegt hij, tegen zijn vrouw, terwijl hij telt. Geef me ,e,en ander kopj~e, als het j,e blieft. En hij schuift één van de bloemen in potten wat opzij. ScheHers is machinist geweest op 1een Hanz1eboot, toen de Hanzeboten nog met stoommachines voeren. En hij is walmachinist g·eworden, toen ·er langzamerhand, in plaats van stoommachines, motor~en aangeschaft werden ... en toen hijzelf wat ouder begon te worden. Hij poetst het koper aan de motoren van de boten, die opgel~egd zijn, ~en hij schuurt kleppen op. Hij doet ~er aan, wat er aan gedaan moet worden. Bij alles wat hij doet weet hij dat boven, aan de overkant, achter het raam, de directeur zit. Als hij zijn kop uit de machinekamer van ,e,en van de boten steekt, óet hij hem zitten. Hij wil niet die kant opkijk,en, maar als hij ni~et kijkt we·et hij toch wel dat de directeur daar zit. En hij wil er niet aan denken - hij wil alleen maar denken aan wat er nog g·edaan mo~et worden. Op de Hanze V is een ko·elwaterleiding doorg,eroest. Het geeH niet, dat die leiding doorgeroest is - de Hanz,e V ligt al langer dan een jaar ongebruikt voor de kant, en z,e kan net zo goed met een doorg·eroeste koelwaterleiding voor de kant liggen.
378
K. v.d. VEER
ARBEID
Maar Scheffers meent, dat hij het door9eroeste stuk uit de leiding moet zagen ·en ·er dan een nieuw stuk tussen z.etfen. Hij kan ge·en hele nieuwe leiding inzetten, want hij moet zuinig zijn met het beetje ma~eriaal dat hij krijgt. Hij zaagt er ·een stuk uit en last er 'een stuk tussen - het is maar een karweitje van e~en paar uur. En hij moet zijn acht uur per dag vol maken. Hij kan ook niet te vaak uit de machinekamer komen en over de wal naar een van de ande11e boten gaan. Want als hij uit de machinekamer komt, zi·et de dil"edeur hem - als die hem ziet, zal hij aan hem denken en hij zal denken aan het werk, dat hij doet. Als Scheffer::; het stuk uit de leiding gezaagd heeft en er een nieuw stuk tussen gelast heeft, kan 'h:ij wel we,er koper gaan poetsen - al het koper is gepoetst! - of h'ij kan de kleppen, die ar opgeschuurd zijn, nog wel eens op gaan schur·en. In elk geval moet hij iets do.en - het komt er ni,et opaan wat hij doet. Hij draait de moeren van de kop van e•en Kromhout los ,en hij draait z,e weer vast. Het is dwaas di,e kop ~er af te nemen ... het is dwaas, dat hij zijn dagen- elke dag acht uur! door moet brengen op een paar bot13n - in de machinekamers - waar hij niets te doen heeft dan dingen, di1e 'evengo,ed niet g·edaan konden worden. Op de wal sjouwen de Hanz,ekoelies - hij hoort hun stappen over het eindje loopplank van de boot, die geladen wordt, en zo nu en dan hoort hij ·een van hen iets zeggen. Dan begint hij ook te rekenen - net zoals de directeur voor het raam, achter zijn bloemen in potten, rekent. Drie jaar is hij nu al walmachinist ... -Dria maal drie-honderd-vijf-·en-zestig-dagen . . . duiz,end-vijf~ en-negentig. Daar gaan elk jaar twee ...en-vijftig Zondagen af ... twee~en-vijftig, en dan de f.e,estdagen... kerstmis, ni,euwjaar, pasen, pinksferen ... Hij rekent niet zo nauwkeurig, maar dat komt er niet opaan; als hij uitgerekend heeft, hoev,eel dagen ·en hoeve·el uren hij nu al z.oek gebracht heeft met aHe~en maar dingen te doen die net zo goed niet gedaan kunnen worden, dan begrijpt hij er toch al niets meer van - hij begrijpt z,elfs ni,et hoe hij elke dag de dag nog weer om krijgt, hoe het telk,ens als het morgen g·eworden is ooi< nog weer avond wordt, ~en hij begrijpt niet hoe hij al de dagen, die> nog komen, om zál krijgen. Een enk,ele ke·er wordt weeo:- een van de boten, di·e nog varen, uit de vaart genomen en het personee 1 van di.e boten wordt ontslagen; dan heeft Scheffers een week of wat tenminste goed werk; dan kan hij de hele motor en de winches, aan dek van zo'n boot, uit elkaar nemen en nakijken en schoonmaken. - W ~ varer met minder boten, maar we Yervoeren meer vracht. Dat weel hij ook, en daar he·eft hij ook, ach~er de motoren, terwijl hii poetste of kleppen opschuurde wel eens over zitten reke-
379
K. v. d. VEER
ARBEID
nen. Maar daa;· heeft hij niets mee te maken - eigenlijk heeft hij nergen~. iets mee te mak•en - nog niet e•ens met zichzelf; hij moet poetsen ·en schuren ... zijn l·ev•en lang he·eft hij het vooruitzicht te moeten poetsen •en schuren - dingen te poetsen en t·e schuren, die evengoed :niet gepoetst en g·eschuurd konden worder ... - Anders, zegt hij tegen zichzelf. - Anders. . . kun je ver• rekker1 ... En daarbij knikt hij: - Ja ... z•eker, alsof hij er zich toch nog van moet overtuigen. Ondet· het schaften zitten de Hanz·ekoelies bij elka.ar, in het ruim van een van de boten, of in het pakhuis, op vaatj.es el!l tonnen ot opgerold touwwerk. Waar ze zitten komt Scheffers bij hen. Hij heeftin het pakhuis z'ijn vaste plaatsj.e - op het ban~j.e het enige bankje, dat er staat! -tegenover de deur. Vanaf dai bankje tegenov·er de deur kan hij den directeur achter het raarr. zien. Maar de directeur kan hem daar waar hij zit niet zien - wan1 het is altijd donk·er in het pakhuis; de directeur kijkt op de klok als de Hanz.ekoeli·es naar binnen gaan, ·en als Scheff,ers naar binnen gaat, en hij kijkt op de klok als ze naar buit.en komen, .en als ScheHers naar buiten komt. ScheHers gaat altijd het laatst naar binnen en hij komt altijd het laatst naar buiten - hij moet z'ijn kwarti•er schaft hebben - in minder dan .een kwartier kan hij zijn droge boterham ni•et verwerken. T·erwijl hij kauwt op zijn drog·e boterham, luistert hij naar het gepraa~ var. de koelies: over de voetbalmatch van Zondagmiddag •en over de ni•eiUwe film van Zailerdagavond. Hij praat niet met hen me·e, ·daarover, want hij weet er niet<,s van - hij gaat nooit naar voetball•en kijken en hij gaat nooitnaar een bioscoop, om •een film te zi•en. Hij dènkt z•elfs ni•et a.an voetbalmatches >en films - soms lijkt het alsof hij aan niets anders denkt dan aan koperpoets•en en kleppen opschuren. Tot er •eer, koeli·e ontslag•en wordt. Er is het varend persone·el van al de boten, di·e opgel•egd zijn, ontslagen, 'en •er is al e·en gede:elte van het walpersoneel ontslagen - •een jaar of wat 9el·eden werkten z•e aan de wal met z1es man. Toen z·~ nos met vi·er man werkten hebben ze tegen elka.ar gezegd: - Me·er kunnen ze ook ni.et ontslaan. Maar de dil'1edeur, die voor zijn raam zit, he,eft uifg,erekend dat het wèl kan 'en daarom kan het wel. - D~s nu zijn we nog maar met z'n drieën, zeggen z,e, als ze onder het schaften bij elkaar zitten. En de paar boten, di.e nog in de vaart zijn, moeten méér vervoel'len . . . ze moeten in minder tijd g.elost en geladen worden - de dri·e Hanzekoelies moeten hárder werken dan de vier.
380
K. v.d. VEER
ARBEID
Ze z~eggen het niet tegen Scheffers, maar ScheHers hoort het hen zeggen ·en hij gaat :er over pie~er,en. Hij piekert er over, dat zij met z'n drieën nu meer moeten doen dan toen ze nog met z'n vieren war~en - aHeen hijz,elf hoeft er niet:; mee1 om te doen. En hij piekerl' 'er over, dat de di11edeur, achter het raam, hem de een of andere keer zal zi,en ~en dan zal denken: -- We konden Scheffers ~eigenlijk wel missen ... Dan staal. hij op, voor de koenes opstaan en hij is de eerste, di·e het pakhuis uitkomt om aan het werk te gaan. Hij weet niet wat hij doe!l moet ... hij weet alle,en maar, dat hij iets doen moet, of dat hij net moet doen alsóf hij iets doet. Hij poetst en hij schuur-t en hij draaft van de ene boot naar de ande11e ... Hij kijkt niet naar het raam aan de overkant, maar hij we,et dat de dir,edeur daar zit. Hij houdt het ~een dag of wat vol ... hij slooft zich uit. Maar als hij voo:· de derde keer in die paar dagen op de Hanze 11 de oli,eleidingen staat te poetsen, valt het hem in dat hij het nlet langer vol zal kunnen houden. Hij wrijf!: nog met de dot poetskatoen over het leidinkje, maar hij wee~ dat hij het niet nog langer vol kan houden. In het pakhuis luidt de bel. - Schaften, denkt hij. Maar hij blijf-t over het glad ,gepoetste leidinkje wrijven. De bel luidt weer, als het schaftkwartier om is en dan .staat hU daar nog ... hij kijkt ni~et naar het leidinkje ... hij. ziet ni:et waar hij wrijft met zijn dot poetskatoen ~en hij ziet niel wat hij wrijft ... Hij denkt alleen maar dat hij het niet nog langer vol kan houden. Hij denkt dat hij niet meer weet wat hij doen moet, en dat de directeur hem zal zien ... dat die zal komen en vragen: - Waa~ ben jij mee bezig, ScheHers? Dat heeft hij nog nooit gevraagd - hij heeft geen verstand van machines en machinewerkzaamheden. Maar Scheffers denkt, dat hij nu zal komen - vandaag nog of morgen - en dat hij het dan zal vragen. En dat hij dan zal zeg·· gen: - Het spijt me wel, maar we moeten je gedaan geven ... - En dan kan ik verrekken, zegt Scheffers, hardop. In de lege machinekamer van de Hanze 11 klinkt het wel èrg hard - zó hard dat hij er van schrikt. - Da'l kan ik verrekken ... Hij is eens, toen hij zijn hand bezeerd had, in de Ongevallenwet liep, op een morgen langs het stempelhok gekomen. - Hele herer stonden daar ... heeft hij toen verteld. Hij is ba~g dat hijzelf er ook nog ~eens zal staan - in die lange grauwe rtj. Zonder da·~ hij weet wat hij doet is hij, met de dol poetskatoen in de hand, de machinekamer uitgekomen. Hij houdt die hand, waarin hij de dot poetskatoen nog heeft, net zoals hij die hield, toen hij er mee in een doek liep - toen hij 331
K. v.d. VEER
ARBEID
ze bezeerd had •en, langs het stempelhok, na.ar het ziekenhuis ging. Als hij aan dek staat ,in het vol!.e licht van de dag, knippert hij met zijn og·en. Onwillekeurig schuift hij de machineka_p dicht, en hij stapt over de verschansing heen van de Hanze 11 op de Hanz~ XVI. Maar van de Hanz•e XVI stapt hij, over de loopplank heen aan wal. Misschier had hij het voornemen om op de Hanze XVI het een of ander te doen, en toen hij op de XVI stond bedacht hij dat hij nog niet geschaft had ... Hij gaat een paar stappen de kant uit naar het pakhuis. - Pas op I zegt een koelie, di·e hem bijna ondersteboven loopt. Hij wijkt uit •en kijkt verschrikt op ... als hij opkijkt zi.et hij den dir·edeu( voor het raam aan de overkant. Dan stapt hij resoluut de brug over ... het kantoor door. Een klerkjoe achter ·een glaz.en deur kijkt hem na. Hij gaat de trap op. - Ik had moeten bellen, overl·egt hij nog even. Maar hij gaat niet wee~ naar beneden. Hij klopt op een deur. Het is •een mahonie-hout gev·erfde deur - de deuren beneden, waar de kantoren zijn zijn ook mahoniehout geverfd, maar di·e zijn slecht onderhouden - deze is goed onderhouden; zó goed, dat het meteen, nu hij boven is, lijkt alsof hij niet meer in het kantoor is. Hij klopt en ·een vrouwenstem mept: -Binnen! Dï.e vrouwenstem brengt Scheffers in de war. Toch duwt hij de deur open. Hij lijkt erg smerig, zoals hij daar plotseling in die woonkamer van den directeur staat. Hij bes·eft zélf dat hij erg smerig lijkt, ·en dat hij waarachtig ni•et weet wat hij hier komt doen. - Mijnheer ... , zegt hij, wat aarz·elend. In zijn stoel voor het raam keert de directeur zich half om. - Sc heffers? Er staat •e·en theekopje, l,e.eg, in de vensterbank en op een laag tafeltje liggen wat papieren - witte papi•eren met een rode rand. Op de kade zwoegen de koelies. ScheHers ziet hen - hij ziet hen nu zoals hij hen nog nooit gezien heeft, en zo als de diredeur hen altijd zag - ze lijken klein •en krom onder grote balen me•el of dextrine. Hij ziet de opg·elegde boten ook - de machinekap van de Hanze 11 is dicht geschoven. Daar heeft hij niets meer te do•en - en op geen van de boten he·eft hij nog wat te doen. - En . . . Sc heffers? Hi·erboven he·eft hij ook niets te doen - hi•er helemaal niet. - w.at moet ik nu? vraa.gt hij. Hij vraagt het hardop; de directeur kijkt verwonderd op; de 382
K. v.d. VEER
ARBEID
vrouw haakt •een wollen jumper voor een van haar kennisjes, die de volgende we·ek jarig is. - Wat moet ik nu? - Wat je moet? vraagt de directeur, verwonderd. Hij blijH daar maar zitten, in zijn stoel voor het raam. Net zoals hij daar zat, toen hij uitrekende, dat drie koeHes meer kunnen doen dan vier, als ze maar harder werken. En hij zit daar net zoals hij daar telkens zat, als ScheHers beneden in e•en machinekamer was ·en ni,et wist waar hij zijn tijd mee om zou krijgen, of als hij zijn kop uit e·en machinekamerkap stak, om •even ,een luchtje te scheppen. - Jij zit daar maar! laat hij zich ontvaHen. De vrouv.r laat het haakwerkje even rusten en kijkt hem aan. Za kent zijn naam niet eens ... ze heeft hem all•e:en maar wel eens gezien, als hij zo aan de overkant op de boten bezig was - zonder dat ze eigenlijk acht op hem sloeg. - Jij zit daa · maar ... Hij zegt het nog een paar keer gewoon, en dan begint hij te schreeuwen: -Jij zit daar maar! Jij! De vrou1r l·egt het haakwerk neer; de directeur komt half overeind. -Jij ... jij ... De woorden stokken hem in de ke·el. Hij ziet de dingen, die er om hem heen zijn niet me·er; voor zijn ogen is alleen maar e·en waas, een mist. En door dat waas he·en stompt hij met zijn vooruit gestoken vuist. Hij voelt dat hij tegen i1ets we.eks stompt en hij hoor': gil!.en; hij blijft stompen. Hij hoort stemmen om zich heen •en vaag ziet hij gestalten door het waas; hij voelt dat hij vastgehouden wordt, maar hij blijft nóg stompen. Hij stompt tot hij nie'l: meer kan, tot ook zijn armen hem vast gehouden worden. Hij komt pas tot bezinning als hij, door de straten, weg g·ebracht wordt, tussen politieaqenten in ... ScheHers krijgt e•en paar weken gevangenisstraf en e·en paar maanden voorwaardelijk wegens mishandeling. Daarna kan h.ij gaan stempelen. Als hij in de lange grauwe rij voor het stempelhok staat, weet hij dat de Hanz,ekoelies zwoegen op de kade en dat de directeur van de Hanz·e achter zijn raam zit, vanwaar hij een go,ed uitzicht heeft op het werk aan de kade.
383
boek-bespreking DE DUITSE BOERENOORLOG FRIEDRICH ENGELS Uitg. Pegasus, Marxistische Bibliotheek - 1938 - 133 bladz. - f 0.60 Voor het eerst is dez·e historische studie van Engels in de Nederlandse taal verschenen, in ·een goede vertaling met 20 prachtige illustraties uit de tijd van de Boerenoorlog zelf. Dit werkje is een schitterende historischmaterialistische ontleding van een revolutionaire periode uit de Duitse geschiedenis, toen de uitgemergelde boeren in opstand kwamen tegen hun uitbuiters: de adel, de geestelijkheid en de aristocraten uit de steden. Het geeft een scherpe analyse van de verschillende klassen met hun dooreenlopende en tegengestelde belangen in de overgangsperiode van het feodalisme naar de burgerlijke maatschappij, een periode, waarin men zich van de klassenstrijd niet scherp bewust was en deze daarom uitgevochten werd in de vorm van een religieuze strijd: de Hervorming. De ontleding, die Engels van deze Hervorming geeft, is ook voor een beter begrip van de Hervorming in Nederland van het grootste belang. Engels geeft een uiterst boeiende beschrijving van de opstand van de boeren zelf en van hun aanvoerders. Onder de laatste is vooral Thomas Münzer een voorbeeld van een mens met revolutionair inzicht, een leider, die tot aan zijn dood op het slagveld de boeren trouw bleef en die niet zoals Lüther de door hem ontketende krachten op het beslissende moment in de rug aanviel. Münzer was de prediker, die boeren en plebejers uit de stad tol elkaar bracht en die voor hen communistische eisen stelde, waarvoor de tijd nog lang niet rijp was. Deze studie is een levend stuk geschiedenis, vol lessen voor de tegenwoordige tijd. De voornaamste oorzaak van de nederlaag van de boeren in de eerste helft van de 16de eeuw was, dat zij als revolutionaire groep geïsoleerd stonden. Er was geen modern proletariaat, dat hun strijd kon steunen, er was ternauwernood een bourgeoisie. Er was hoogstens in de steden een plebejische oppositie, die nog vrijwel niet tot zelfstandig handelen in staat was. Bovendien waren de boeren verdeeld. De verschillende landstreken lieten zich weinig aan elkaar gelegen liggen, ook onderling was er weinig saamhorigheid. Onderling wantrouwen, spoedige moedeloosheid verraad en argeloos vertrouwen op het erewoord van de klassevijand waren mede oorzaak van de nederlaag van de opstand. W·e zien reeds in deze boerenoorlog, dat een beweging zonder een bewuste leiding en zonder een goede organisatie, een partij, geen kans van slagen heeft. We zier: tevens, dat een opstand, die de heersende klasse heeft doen sidderen, na de nederlaag door een gruwelijk bloedbad gevolgd wordt (er werden tijdens, maar vooral na de opstand in totaal 130.000 boeren gedood). De voornaamste les is echter, dat deze historie aan de arbeiders het inzicht brengt, dal de boeren een natuurlijke en onmisbare bondgenoot zijn voor hun strijd, die, eenmaal in opstand, over een ontembare krach! en moed beschikt. Verenigd in één front vormen de arbeiders en boeren>massa's een onoverwinnelijke kracht.
384
"LEVEND SPANJE" .,EEN VOLK, DAT DE CULTUUR WIL VEROVEREN" JUAN VICENS Spanje is in twee delen gescheurd: het ene is overgeleverd aan terreur en onderdrukking, de beschaving wordt er met voeten getreden, het fascisme is er meester en Franco voed er de bevelen uit van zijn meesters, Hitier en Mussolini. Het andere:c deel, dat van het Volksfront, toont een groot volk dat op weg is voor al zijn kinderen de cultuur te veroveren, ondanks de onnoemelijke beproevingen waaraan het thans is blootgesteld. Wij weten het, maar het kan nooit genoeg gezegd worden. Daarom is het goed dat Juan Vicens, die verbonden is aan het Spaanse Ministerie van Propaganda, in zijn boekje "Levend Spanje, "een volk dat de cultuur wil veroveren" (Ed. Sociales Internationales, Parijs) nog eens heel duidelijk met welsprekende cijfers en me+ enthousiasme voor zijn volk, weergeeft hoe het republikeinse Spanje met al zijn energie werkt aan zijn ontwikkeling. Deze pogingen zijn even heldhaftig als de strijd met de wapens, die het tegelijkertijd voert legen den gehaten onderdrukker Franco. Reeds voor de oorlog was het republikeinse Spanje begonnen met zijn pionierswerk op het gebied der cultuur. Juan Vicen~ had toen de taak de verschillende bibliotheken die in het land werder: opgericht tot in de kleinste plaatsjes toe, te controleren. Men zot.i allich~ denken, dat de boeren op het land, die voor het merendeel analphabeet waren, geen belangstelling zouden tonen voor boeken Maar het tegendeel bleek waar te zijn. De bibliotheken werden door een talrijk publiek bestormd, en wie niet lezen kon, haastte zich het te leren. Volgens de statistieken maö~te ::S3.0:>o;o van de bevolking gebruik van de bibliotheken, die hun boeken ook aan de lezers uitleenden, ofschoon men in Spanje tot op dat ogenblik altijd beweerd had dat uitlenen alleen geschieden kor in beschaafde landen; in Spanje, zo zei men, zouden de boeken worden gestolen of bedorven. De ervaring leerde echter dat dit inzicht volkomen ongegrond was. Waar men tot het uitleenstelsel overging, heeft men er nooit slechte ervaringen mee opgedaan. Dat d,e aandacht van de provinciale bevolking niet slechts uitging naar. romans of andere litteraire producten, bewijst Juan Vicens met zijn verslag van een bezoek aan een bibliotheek te Cortegana, een plaatsje van 7500 inwoners, waar in de drukbezochte bibliotheek slechts drie bezoekers een roman lazen, alle andene boeken die in handen waren, behandelden technische. wetenschappelijke, geschiedkundige of philosophische onderwerpen. In een ander klein plaatsje is de bibliothecaris een timmerman, die eerst wel in de war naakte bij de uitleggingen die hij kreeg over de wijze van, classificeren en onganiseren van zijn bibliotheek, maar die, toen Vicens het hem een tweede keer uitlegde rustig zei: "Ik geloof dat ik het begrepen heb, maar we zullen net doen als op school, ondervraag me maar" .. En op de vragen van Vicens antwoordde hij met toegeknepen ogen en gebalde vuisten als een kind. "Dit toneeltje - schrijft Juan Vicens, heeft zich in mijn geheugen gegrift. Ik moet er bijvoegen dat zijn bibliotheek een van de best georganiseerde was van al degene die ik bezocht". in sommige afgelegen oorden was de komst van een bibliotheek voor de
385
"EEN VOLK, DAT DE CULTUUR WIL VEROVEREN" bevolking als een groot wonder. Als de bewoners dan over hun vreugde en verrassing spraken, kregen sommigen nog de tranen in de ogen. De secretaris van een dezer gemeenten zei tot Vicens: "Deze mensen hebben sinds eeuwen het gevoel, dat zij door iedereen verlaten zijn., U bent het eerste mens dat hier is gekomen om iets te brengen en niet om iets weg te halen (belastingen, stemmen voor de verkiezingen, kerkgeld, enz.)" Ook de kinderen helpen mee, hun eigen bibliotheken op te richten en te leiden. Zij lenen de boeken uit en schrijven de inkomende en uitgaande boeken in. Onde• de verschillende republikeinse regeringen werden ook openbare leeszalen opgericht, maar in 1934 werden al deze bibliotheken door de readionnaire regering van Gil Robles gesloten. Men trachtte toen een soort illegale uitleenbibliotheek te organiseren. In 1936 werden de openbare leerzalen weer geopend en hun succes was groter dan ooit tevoren. Vooral de socialistische en communistische jeugd, schrijft Vicens, hebben een leeuwenaandeel in de ontwikkeling van het culturele leven in Spanje. In 1936 werd Cu I t u ra pop u I ar opgericht, een soort eenheidsfront op technisch, sportief en cultureel gebied. Dit centrum heeft o.a. op het gebied der bibliotheken prachtig werk gedaan. Het heeft gemaakt, dat boeken op allerlei gebied tot in de kleinste uithoek van Spanje onder de menser kwamen. Een groot aantal jongelieden werden speciaal opgeleid om deze bibliotheken te organiseren en te leiden. Toen de oorlog was uitgebroken, was het alweer Cultura Popular die met een grote wagen alle fronten afreed, om de miliciens van boeken vooral van studie-boeken - te voorzien. Ook werden meer dan 30.000 kranten dagelijks aan het front gedistribueerd. Intussen heeft ook de regering belangrijke maatregelen genomen op culreel gebied. Zo krijgen hele categorieën jonge mensen thans de mogelijkheid, om zich voor het vak van bibliothecaris te bekwamen. Dan zal voortaan elk document of voorwerp, dat historische- of kunstwaarde heeft, aan de Staat toebehoren en niet aan particulieren. Alles is thans op .de ontwikkeling van de massa's gericht. Het onderwijs is kosteloos en de leerlingen, die met succes de klasse'l der lagere school hebben doorlopen, gaan automatisch over naar de middelbare- en daarna naar de hoge scholen. Hoewel deze resultaten nog niet geheel bereik~ zijn, wordt toch alles in het werk gesteld, om zo spoedig mogelijk daartoe te komen. Ook begaafde arbeiders krijgen de gelegenheid, kosteloos aan een universitaire studie te beginnen. Het eerste van deze arbeiders-instituten is te Valencia geopend. Een ander punt, dat Juan Vicens nog uitvoerig bespreekt, is het redden en conserveren van kunstschatten. Reeds in de eerste dagen van de oor~ log stichtte het ministerie van onderwijs een comité voor de bescherming van kunstschatten. Dit feit mag wel eens gememoreerd worden door de talrijke burgerlijke bladen, die klakkeloos de berichten van Franco over de "afschuwelijke vernieling van kunstschatten door de roden" e.d. overnamen en daardoor een totaal ongerechtvaardigde stemming bij het publiek deden groeien. "Tijdens de terugtocht, die volgde op de val van Toledo," schrijft Vicens,
386
"EEN VOLK, DAT DE CULTUUR WIL VEROVEREN" "zag ik hOie 4 boeren in een wagentje een aantal voorwerpen, boeken en documenten, die zij meenden van grote waarde te zijn in veiligheid brachten, terwijl zij er niet aan dachten, eerst hun eigen have en goed te redden." Elders is het de communistische Partij, die reeds bij het begîn van de oorlog een wacht plaatste bij het paleis van den hertog van Alva, dat grote kunstschatten bevat. Weldra begonnen de miliciens daar de parketvloeren te wrijven en het gehele paleis zor.gvuldig te onderhouden, zonder zelfs de kanaries en de honden te vergeten. De bedienden van den hertog bewoonden het huis nog en werden door. de republikeinen niet lastig gevallen. "Eerst" ver.telde een grijze bediende aan een Engelsen journalist, "dachten wij: daar heb je het al, nu zullen zij het paleis 9aan plunderen, maar gelukkig waren het de communisten". Daar de rebellen bij het bombarderen van Madrid speciaal ook hel paleis van den herlog van Alva als mikpunt namen, heeft de regering alle kunstschatten eruit verwijderd en naar een veiliger plaats gel~ansporteerd. Wel een scherpe legenstelling lol deze zorg vormt het optreden van de fascisten. In de dorpen {60o;o van de onderwijzers zijn gefusilleerd) worden de scholen door priesters bestuurd. Zoals in Nazi-Duitsland wordt ook daar de leerlingen zo weinig mogelijk kans gelaten om zich over te geven aan de "fatale manie van het denken". In een dorp, waar Cul!ura Popular een bibliotheek had opgericht en dat door de rebellen genomen, maar direct daarop door de regeringstroepen heroverd werd, hadden de "beschaving-brengende "troepen van Franco toch nog ie tijd gevonden om de bibliotheek van Cultura in brand Ie steken. Toen de Spaanse Phalanx van St. Sebastien werd uitgenodigd om deel te nemen aar. eer. congres van katholieke onderwijzers, antwoordde men met een artikel, waarin stond: "Mijne heren, gij moest een beetje ernstiger zijn; het is nu niet het moment om zijn tijd te verliezen met onderwijzerscongressen en andere beuzelarijen; men diene eens voor al te weten, dat de tijd voor pedagogische missies en ander.e ondernemingen op het gebied van de volks-cultuur, absoluut voorbij is en wij zullen niet dulden dat dergelijk(' comedies opnieuw beginnen." De soldaler worden wel van lectuur voorzien, maar de boeken1 die zij te lezen krijger zijn platte romans, met op de omslag een vrouwenportret "dat hun aan hunne bruid herinner!" zoals in een artikel, dat aan deze uitgaven gewijd was, geschreven wer.d. Wij raden iedereen die belangstelling heeft voor Spanje, het uitstekende boekje van Vicens Ie lezen.
387
tijdschriften-bespreking OVER DE BOEKENPRODUCTIE IN ENGELAND EN ElDERS De "Left Review" ("De linkse revue") was een dapper Engels tijdschriftje, dat voornamelijk aan vragen van literatuur en kunst gewijd was en ontstaan is uit de behoefte van "linkse' kunstenaars, om zich tegenover het fascistische gevaar aaneen te sluiten. Het zal nu verdwijnen, om plaats te maken voor een breder-opgezet tijdschrift, dat met September zul verschijnen en alle vragen van culturele aard zal behartigen. In het laatste nummer van de "Lef! Review" vinden wij een aanlal interessante gegevens over een ware revolutie, die de Engelse boekenproductie in de laatste jaren heeft doorleefd: de ve1schijning van het goede
en goedkope boek in massa-oplage. Hiervan zijn vooral twee vormen te noemen; de eerste is de "Left book Club'', een met indrukwekkende snelheid groeiende boekengemeenschap van hen, die in politiek opzicht links staan; de tweede is de verschijning van de bekende ,.Penguin- en ,.Pelican"boekjes.. "Een revolutie in de uitgeverij" - zo noemt Donald Kitchin zijn artikel; zijn beschrijving van de crisistoestand, die in dat bedrijf heerst, doet levendig denken aan de overeenkomstige situatie in ... Nederland! Kitchin schrijft onder meer: De "Penguins' en de "Pelicans" brengen een revolutie teweeg in de Britse uitgeverij. De uitgebreidheid van deze revolutie kan het best gezien worden tegen de achtergrond van de nieuwste geschiedenis. Toen in de industriele wereld, als geheel genomen, de crisis wat begon te verminderen, daalde de uitgeverij tot de positie van Engelands meest gedeprimeerde bedrijf. En daar bleef ze. De enige uitgevers, die de toekomst vol vertrouwen tegemoet konden zien, waren degenen met een speciaal afzetgebied met stevig gevestigde wetenschappelijke, technische, opvoedkundige of "linkse' series om ze op de been te houden. Romans werden tegen lage prijzen
388
verkocht in kleine oplagen van 1500 tot hoogstens 4000 exemplaren. ... De mensen zijn dikwijls verbaasd over de hoge prijzen van de meeste boeken - f 3.50 voor een roman bijv. Zij redeneren aldus: ,.Drukken en papier kunnen niet meer dan een klein deel daarvan kosten en inbinden is toch zeker een kwestie van een paar het stuivers per deel". Werkelijk, drukken van een boek van f 3.50 in een gewone uitgave kost, laten we zeggen 70 cent per deel, inbinden 15 cent en algemene onkosten plm. 30 cent. In totaal f 1.15, of een derde van de gevraagde prijs. Maar daar gaat het nu niet over. De verklaring ligt in het kleine aantal exemplaren dat op de markt gebracht kan worden en het vooruitzicht van een hoog percentage onverkochte voorraad. . .. En waarom? Er zijn twee hoofdoorzaken. Inwendig, over-productie. Uitwendig, technische vooruitgang op andere gebieden. ... Er bestaat een overvloed van kleine amateur-uitgeverijtjes, opgericht door heren met geld en gedreven als liefhebberij, en grote oneconomische geldsommen worden door deze beschermers der cultuur besteed aan boeken en reclame die op geen enkele manier verband houden met de werkelijke behoeften van het publiek, en alleen bijdragen tot het aanzien van deze uitgevers en hun beschermelingen onder de hogere standen. Op deze manier is de boekenmarkt het meest ,.bedorven' van alle markten. De wortels van deze malaise liggen echter dieper: in de enorme technische vooruitgang en de overeenkomstige veranderingen in de maatschappelijke gewoonten, die de twintigste eeuw hebben gekenmerkt. Het dagblad, de film, gramofoon en radio zijn alle zo snel gegroeid, dat het grote publiek geleerd heeft zijn ogen en oren op een andere manier te gebruiken, hetgeen weinig tijd voor boeken overlaat althans schijnbaar. Zodat men intelligente critici en intelligente schrijvers kon horen zeggen: ,.Boeken hebben afgedaan, de dagen van het ernstige werk zijn voorbij. Het enige wat ons nu te
doen staat is overgaan naar de film of de radio." Inderdaad een somber beeld. Het scheen hopeloos, behalve voor detective-verhalen en goedkope sensatie-romans. Totdat twee uitgevers, op geheel verschillende manieren de koe bij de horens vatten, doordat ze inzagen, dat, hóe overvoerd met boeken het boveneind van de maatschapp<. lijke ladder ook mocht zijn, er onder een uitgebreid publiek grote afzetmogelijkheden bestonden voor Goede en Goedkope Boeken. Victor Gollancz, een genie onder de uitgevers, heeft een enorm succes met zijn werk gehad, eerst volgens de gebruikelijke methode (zonder twijfel kan .,V.G.' meer exemplaren van een of ander boek in de hogere prijs-klasse verkopen dan welke andere uitgever ook) en nu door de Left Book Club (de Linkse Boeken Club) met zijn 50.000 leden, die ieder 25.6 d. (f 1.15) per maand voor een boek naar keuze betalen, en de beschikking hebben over een lange lijst van boeken die in speciale goedkope uitgaven beschikbaar worden gesteld. Maar de L.B.C. vertegenwoordigt meer een goed ineengezette organisatie van enthousiaste socialisten en andere vooruitstrevenden en een kracht van betekenis in het politieke leven van dit land, dan een breed opgezette poging tot het verschaffen van goede en goedkope boeken aan het grote publiek. De hoofdaanvoerder van de revolutie !n de uitgeverij, die nu begonnen is, IS Allen Lane. Terwijl in de Pelicanserie ernstige boeken verkocht worden in edities van ieder 50.000 tot 100.000 exemplaren, vinden we onder de Penguins romans door schrijvers als E. M. Forster, Rose Macauly, Ralph Ramon Bates, Rosamond Lehmann, Sender in edities van ieder 100.000 tot 150.000 exemplaren. In hetzelfde nummer van .,The lef! Review' schrijft ook Allen Lane zelf een artikel over .,Boeken voor de massa". Wij ontlenen er het volgende aan: Ondanks de ruime doelstelling van de gehele serie en tengevolge van de beperkingen die de hoge prijzen van de oorspronkelijke uitgaven automatisch oplegden, heeft de Pelicanserie herhaaldelijk boeken onder hel b:'reik van. het grote publiek gebracht, d1e voord1en alleen bij specialisten bekend waren. Een van de treffendste voorbeelden hiervan en een van de
stoutmoedigste keuzen voor de serie, is de uitgave van Halévy's History of the English People (Geschiedenis van hel E:ngelse volk), een geschiedenis van de negentiende eeuw, oorspronkelijk uitgegeven in vijf grote delen, waarvan het eerste nu verkrijgbaar is in de Pelican-serie (in drie deeltjes, en waarvan de overige vier zullen volgen. De verkoop van het eerste deel beloopt reeds 70.000 exemplaren! De Pelican-serie, waarvan de edities nooit kleiner zijn dan 50.000 exemplaren, heeft in het gehele land enorme belangstelling gewekt. E:n in verschillende plaatsen worden Pelican-clubs opgericht om de boeken te bespreken. Deze groepen zouden wel eens een belangrijke rol in het culturele leven van het land kunnen gaan spelen. ~n n.u een woord over de Penguin :Spec1als, een boekenreeks van uiterst actuele betekenis. Want de onderv!nding toont hier de enorme mogelijkheden van deze methode van uitgeven. En deze boeken betekenen ook een mijlpaal op de weg der Penguins, omdat hiermede de uitgave v~n geheel nieuwe boeken begonnen 1s: zowel G. T. Garratt als Mad. Tabouis hadden opdracht ze te schrijven, en beide boeken behandelen gebeurtenissen tot eind 1937 toe. Van .,Mussolini's Roman Empire" (Mussolini's Romeinse Keizerrijk) werden in twee maanden tijds 120.000 ex. verkocht en men mag verwachten dat er binnen het half jaar een kwart millioen van verkocht zal worden . .,Blackmail or War' (Chantage of Oorlog 1 verscheen tegelijkertijd - op 23 Februari. Aan het eind van de eerste week verscheen een tweede editie, met voetnoten over Eden's aftreden. Aan het eind van de derde week kwam de derde editie uit - met een aanvullend hoofdstuk over de nieuwe situatie in Oostenrijk veroorzaakt door Hitler's staatsgreep. Het verband met de journalistiek is dus wel zeer nauw geworden. .,Goede Boeken en goedkoop". De sleutel tot het succes van de Pelicans en de Penguins ligt in het eerste woord van deze slagzin. Velen zijn d7 wanhoop ten prooi over hetgeen ZIJ beschouwen als het lage peil van de intelligentie van het volk. Wij, daarentegen, geloofden in het bestaan in dit land van 'n uitgebreide lezerskring voor intelligente boeken tegen lage prijs en zetten er alles op. De waarheid hiervan hebben wij bewezen en aldus hebben wij :§Jen volledig ant-
389
woord gegeven aan hen die wanhopen aan de toestand van Engeland.'· Tot zover over het ,.boek in Engeland". Zouden deze merkwaardige en
verheugende ervaringen ook niet iets te zeggen hebben aan de Nederlandse uitgevers en de Nederlandse lezers??
ontvangen-literatuur KAPELAAN ROSSAINT EN DOMINE NIEMOLLER Ds. J. J. BUSKES Jr. Van Gorcum & Co. - Assen - 32 bladzijden f 0.25. Brochure van het Comité van Waakzaamheid. Het nationaal-socialisme duldt geen zelfstandige machten met een eigen ideologie naast zich. Deze moeten of gelijkgeschakeld of vernietigd worden. Zo de Duitse Kerk. Vele geestelijken zijn tot hielelikkers van het nationaalsocialisme gewora'en. Des te meer bewondering verdienen zij, die hun idealen tegenover de machthebbers blijven handhaven. Aan twee van deze strijders is deze brochure gewijd. Van hen trekt vooral Kapelaan Rossaint onze aandacht, de strijder voor de vrede, die leefde en werkte onder de armste lagen van het Duitse volk en met hen de armoede deelde en die tot het laatst voor de onafhankelijkheid van de Duitse Katholieke jeugd opkwam. Een dergelijk gevaarlijk individu moest verwijderd worden en _een aanklacht wegens landverraad en communisme volgde. Bewondering verdienen ook de communistische getuigen, die ondanks alle dreigementen Rossaint niet bezwaarden, maar volhielden, dat hij een door menselijkheid en naastenliefde gedreven Katholiek was. Rossaint, die ook voor de rechtbank bleef betogen, dat het nationaal-socialisme de chaos en de oorlog betekende, werd tot elf jaar tuchthuisstraf veroordeeld. Een ander meer bekend geval is dat van dominé Niemöller, een bekend conservatief en tegenstander van het socialisme, leider van de Evangelische Kerk die met grote moed en zelfstandigheid de onafhankelijkheid van het geloof verdedigde. Omdat ook hij niet wilde bukken voor de nationaalsocialistische dreigementen, moest hij zijn houding met vestingstraf en concentratiekamp boeten.
390
J
SPANJE EN DE DEMOCRATIE Dr. Hk. BRUGMANS Van Gorcum & Co. - Assen - 32 bladzijden - f 0.25. Brochure v. h. Com. v. Waakz.heid De schrijver stelt zich de vraag, aan welke zijde de sympathie van de democraten In rqederland moet staan, aan die van Franco of aan die van de wettige Spaanse Regering. Hij toont, dat Franco, die systematisch een fascistisch schrikbewind uitoefent over het door hem bezette gebied, het einde betekent van alle democratische, godsdienstige, culturele en sociale rechten en vrijheden. Zo resoluut Dr. Brugmans Franco afwijst, met zoveel reserves aanvaardt hii de regering. Wel blijkt hij een juist inzicht te hebben in de taak van een democratie in oorlogstijd, om zich met alle middelen te verzetten tegen zijn belagers en om ook in het achterland met sterke hand te regeren. Wel ziet hij in, dat de Spaanse Regering de opbouw, de vooruitgang en de vrijheid vertegenwoordigt en daarom de steun en het vertrouwen verdient van elke democraat. Aan de andere kant echter doet de schrijver afbreuk aan de zaak van Spanje. Hli çloet dit in de eerste plaats door zijn verdediging van de non-interventie, de lafheid van de democratische staten. Hij aanvaardt dit als een feit, waaraan niets te veranderen valt. Het komt niet bij hem op, dat door een massale druk van alle democratische groeperingen, in de eerste plaats van zijn eigen partij en zijn internationale, een verandering hierin gebracht zou kunnen worden. Hij doet afbreuk aan de zaak van Spanje door zijn aanvallen op de Sovjet-Unie. Wel moet hij de hulp van de S.U. aan Spanje erkennen, maar hij probeert dit feit door allerlei redeneringen te kleineren en in. een onjuist daglicht te stellen.
Hij doet afbreuk aan de zaak van Spanje door zijn heftige aanvallen op een van de Spaanse Regeringspartijen: de communistische partij, die door haar opofferingsgezindheid, haar moed, haar organisatievermogen en haar hulpcampagne over de hele wereld de beste verdedigster is van de Spaanse democratie en van de democratie in het algemeen. De communistische partij, wier beste zonen uit alle landen naar de internationale brigade zijn gestroomd, de partij, die zich in deze strijd door een volstrekte onbaatzuchtigheid heeft gekenmerkt. Deze aanval vindt zijn hoogtepunt in
de verdediging van de Trotzkistische verraders, die de Republiek aan Franco wilden uitleveren, maar die door de Regering (niet slechts door de communisten) op voorbeeldige wijze zijn ontmaskerd en gestraft. Wanneer Dr. Brugmans werkelijk de verdediger van de democratie in Spanje is, waarvoor hij zich uitgeeft, dan doet hij beter om dergelijke aanvallen, die volkomen in strijd zijn met de waarheid, achterwege te laten. Daarmee ondermijnt hij het vertrouwen in de Spaanse Regering en tracht hij een kunstmatige scheiding in het Volksfront te construeren.
schaken G. C.
Nieuwe eindspelboeken. 1. Dr. Ludwig Rödl, Endspiele (Uitg. Hans Hedewigs Nacht. Curt Ronniger, Leipzig). Schrijver dezes heeft een afkeer van Duitse schaakboeken, maar ziehier nu eens een goed boek. Een boek dat voor het pionneneindspel, en voor het toreneindspel goede richtlijnen aangeeft.. Het eindspel van twee raadsheren tegen raadsheer en paard, met pionnen aan iedere zijde, is niet zo goed behandeld als het kon zijn. Maar alles te samen genomen een aardig boek, het eerste goede eindspelboek: Berger's Handbuch des Endspiels is niets dan een studieverzameling. (2. I. L. Rabinowitsch, Endspielj. (Uitgave van Ogiz-Fiskoeljtoera e Toerism, Moskou, 1938). Een voornaam boek, dat op meesterlijke wijze het
A. OSKAM
Eindspel behandelt. Voor het eindspel T pionnen tegen T pionnen zijn meer dan 100 pagina's uitgetrokken, en alles wat over dit Eindspel is geschrevèn. is gebruikt.. Ook het pionneneindspel is perfect behandeld. Dit boek Is thans het ·standaardwerk op dit gebied. Het is, merkwaardigerwijze zeer goed ie gebruiken ook door hen die geen Russisch kunnen lezen, de analyses wijzen de weg van zelf. 3. Rud. Spielmann. Het Eindspel. Dit boek is nog niet verschenen, maar is in bewerking. Het zal worden uitgegeven in het genre van Euwe's Theorie der Schaakopeningen, in 12 deeltjes, ieder à f 0.75. De oude practicus is juist degene die ons kan laten zien hoe men dit deel der schaakpartij moet behandelen. Zijn bekende opstellen over toreneindspelen deden zien dat hij dit gebied volkomen beheerst.
+
+
39t
dammen F. RAMAN
Een leuk miniatuurtje
Auteur Piel van Dijk, Amsterdam.
Z~art:
8, 13, 14, 19, 20, 23, 29 Wit: 25, 30, 34, 38, 39, 40, 50
= =
7 sch. 7 sch.
Wit speelt en forceer! de winst
Oplossingen worden gaarne ingewacht. Van het vorige probleem ontvingen we goede oplossingen van de vrienden: R. Berk, H. Jansen, A. Nes allen uit Amsterdam en Th. Werdier uit Amersfoort. Damdrama zonder woorden.
"25 Jaar dambeweging in Nederland'. 1. 33-28 18-23, 2. 31-27 17-21, 3. 34-30 20-24, 4. 39-33 12-18, 5. 37-31 21-26, 6. 41-37 7-12, 7. 44-39 14-20, 8. 27-22 18x27, 9. 31x22 12-18, 10. 37-31 18x27, 11. 31x22 11-17, 12. 22x11 16x7, 13. 30-25 7-12, 14. 25x14 9x20, 15. 42-37 6-11, 16. 40-34 11-16, 17. 34-30 20-25, 18. 50-44 25x34, 19. 39x30 10-14, 20. 44-40 12-17, 21. 36-31 8-12, 22. 31-27 17-21, 23. 43-39 2-8, 24-29, 13-18, 12-17 enz. levert slechts gelijk spel. 24. 46-41 4-9, 25. 41-36 14-20, 26. 39-34 20-25, 27. 49-43 13-18, 28. 28-22 8-13, 29. 33-28 15-20, 30. 43-39 9-14, 31. 39-33 5-10, 32. 47-41 3-9?? Een volkomen normale partij-opbouw. Pas in de laatste zetten wordt men
392
zich ervan bewust, dal een explosie volgt, en zwart's 32ste zet maakt een einde aan de druk. Er volgt nu een combinatie van 20 zetten diep, waarvan het eindresultaat is, dat beide partijen een stuk Q.Verhouden, met winnenden stand voor wit: 33. 33-29!! 24x31, 34. 30-24 19x39,, 35. 28x17 21 x12, 36. 22x24 31 x22, 37. 24-19 14x23, 38. 35-30 25x34, 39. 40x7 1 x12, 40. 48-43 39x48, 41. 41-37 48x31, 42. 36x7 26-31 gedw., 43. 32--27 31x22, 44. 7-2 22-28 gedw. 45. 2-19 28-33 gedw. 46. 1924 33-39 gedw., 47. 24-38 39-44 gedw. 48. 45-40 44x35, 49. 38-49 16-21 gedw., 50. 49x16 35-40 gedw. 51. 16-11 40-45 gedw., 52. 11-50!!! en wit wint. Een technisch meesterwerk van fantastische schoonheid! Voor Beginners Een venassende combinatie.
Onlangs speelden wij met wit het volgende aardige korte combinatie partijtje. (Stukken in aanvangspositie) 1. 32-27 18-23, Vermoedelijk gespeeld om 37-32 te beletten, wegens 23-29 enz. 2. 31-26 20-24, 3. 34-30 12-18, 4. 39-34 14-20 Wit speelde hier een lokzet, waar zwart inliep en wel als volgt: 5. 30-25?! 24-30??, 6. 25x14!! 30x28, Zwart zit nu lelijk in de val. Men zie maar eens: 7. 40-34!! 9x20, 8. 34-29 23x34, 9. 27-21 16x27, 10. 37-32 28x37, 11. 41x25!!! Met schijfwinst voor wit, terwijl wit op de eerstvolgende zet nog een schijf wint door 44-39 enz. E:en bijzonder verrassende combinatie, vooral voor beginners instructief. Correspondentie
Fr. Kr. A'dam - Zoals U ziet, uw wens is vervuld. Het "D.z.w.' is nu geplaatst. R. B. A'dam - Problemen helaas ongeschikt.