1
Gids bij het opstellen van een masterproef Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen
1. Inleiding Deze gids heeft als doel richtlijnen mee te geven die als leidraad kunnen dienen voor iedereen die een masterproef schrijft of hiervoor de opdracht geeft. Het gaat om aanbevelingen en dus niet om bindende richtlijnen, vermits elk wetenschapsdomein haar eigen conventies heeft met betrekking tot publiceren en er zelfs tussen onderzoeksgroepen verschillende gewoonten kunnen bestaan. Er zijn wel een aantal bindende facultaire richtlijnen voor de lay-out van de kaft en het elektronisch indienen van de masterproef. Deze zijn terug te vinden via de website “Huidige student/Masterproeven/”.
2. Opbouw en inhoud 2.1. Algemeen De vrijheid om zelf te bepalen welke onderdelen de masterproef zal hebben is beperkt. Deze onderdelen zijn immers tamelijk strikt omschreven. Toch zijn er naargelang de onderzoeksgroep waar de masterproef wordt gemaakt kleine variaties in de opbouw van de masterproef. Pols dus altijd naar de richtlijnen binnen jouw onderzoeksgroep. De meest voorkomende opbouw van een masterproef aan de faculteit BIW is de volgende: 1. Kaft, blad met de nota betreffende auteursrechten en titelblad (zie bindende richtlijnen op de facultaire website) 2. Woord vooraf (facultatief) 3. Wetenschappelijke samenvatting (een vertaling in het Engels wordt aanbevolen), max. 1 blz. 4. Lijst met gebruikte afkortingen en symbolen 5. Lijst van tabellen (facultatief) 6. Lijst van figuren (facultatief) 7. Inhoudstafel 8. Context en doelstellingen 9. De verschillende hoofdstukken 10. Algemene bespreking en besluit 11. Literatuurlijst 12. Bijlagen (facultatief) 13. Vulgariserende samenvatting (deze samenvatting wordt ook opgenomen in de metadata; strikt maximum: 1 A4) Elk van deze onderdelen wordt nu kort besproken. 2.2. Opbouw Woord vooraf Hier kan op een hoffelijke manier de relatie gelegd worden tussen de auteur en diegenen die bijgedragen hebben tot het tot stand komen van de masterproef. Dit is de plaats voor dankbetuigingen aan personen of 1
Deze gids is gebaseerd op “Gids bij het opstellen van een eindwerk” van Verachtert, H., Mertens, J., Tobback, P., Peeters, C., Coppin, P. & Van Pelt, J. die werd uitgegeven onder toezicht van de Permanente Onderwijscommissie van de faculteit Bioingenieurswetenschappen (2002).
1
instellingen die behulpzaam zijn geweest. Het is het enige niet-wetenschappelijke deel van het werk en komt voor de overige delen. Er moet in elk geval gecontroleerd worden dat de naam, functie en/of titel van de aangehaalde personen correct zijn. Samenvatting In een samenvatting of ‘abstract’ worden in maximaal 1 blz. (DinA4formaat) van 400-500 woorden de probleemstelling en doelstellingen van het onderzoek kort gesitueerd en worden de resultaten samengevat. Op deze wijze kan de lezer op voorhand de resultaten van het uitgevoerde onderzoek inschatten. Literatuurverwijzingen, tabellen en figuren horen hier niet thuis. Lijst met gebruikte afkortingen en symbolen Een lijst met afkortingen is nuttig wanneer veel afkortingen en symbolen worden gebruikt die voor de lezer onbekend zijn. Alle afkortingen met de volledige tekst waarvoor ze staan, worden hier in alfabetische volgorde samengebracht. In de tekst worden de afkortingen de eerste maal voluit geschreven met erachter de afkorting tussen haakjes. Voor afkortingen van maten, gewichten en gebruik van fysische eenheden wordt het Internationaal Systeem voor Eenheden (SI Base Units) gebruikt. Vermijd het gebruik van afkortingen indien het begrip slechts enkele keren wordt gebruikt in de tekst. Lijst van tabellen Een lijst van alle tabellen met vermelding van titel en pagina kan nuttig zijn. De meeste tekstverwerkingsprogramma’s zijn in staat om automatisch een lijst van tabellen te genereren op voorwaarde dat de tabellen op de juiste manier werden ingevoerd . Het voordeel hiervan is dat paginanummers automatisch worden aangepast bij een wijziging in de tekst en dat geen tabellen worden vergeten. Lijst van figuren Een lijst van alle figuren met vermelding van titel en pagina kan nuttig zijn. Zoals voor een lijst van tabellen kunnen de meeste tekstverwerkingsprogramma’s automatisch deze lijst aanpassen bij wijzigingen in de tekst. Inhoudstafel De meeste tekstverwerkingsprogramma’s zijn in staat om automatisch een inhoudstafel te genereren op voorwaarde dat in het document de juiste stijlen of opmaakprofielen werden gebruikt. Het voordeel hiervan is dat paginanummers en titels automatisch worden aangepast bij een wijziging in de tekst en dat geen titels worden vergeten. Bij de opmaak van de tekst worden hoofdstukken, secties en paragrafen best decimaal genummerd (1, 1.1, 1.1.1 … 2, 2.1 …). Lijsten van afkortingen, tabellen, figuren en referenties dragen geen nummer. Bijlagen worden apart genummerd (Bijlage 1, Bijlage 2, enz.). Tracht geen indelingen te maken die verder gaan dan de vierde graad. Zo blijft ook de inhoudstafel overzichtelijk. Context en doelstellingen In de context en doelstellingen wordt het probleem concreet gesitueerd en kunnen de algemene doelstellingen geformuleerd worden. Hierbij wordt het onderzoeksdomein aangeduid en wordt eventueel het maatschappelijk en/of economisch belang onderstreept. Vervolgens wordt het onderzochte probleem zo nauwkeurig mogelijk omschreven, waarbij men al een paar literatuurbronnen kan citeren, maar liefst zo weinig mogelijk. Deze horen immers thuis in het literatuuroverzicht. 2
De opbouw van het werk en vooral de samenhang van de delen worden nader toegelicht, met de nadruk op de logische volgorde. De bedoeling is de lezer al een inzicht in het gestelde probleem en in het gepresteerde werk bij te brengen en uit te nodigen tot verdere lectuur. Indien een masterproef gemaakt werd door twee studenten moeten de studenten in dit deel aangeven wie voor welke onderdelen verantwoordelijk is en hoe die zich tot elkaar verhouden. Het is aan te bevelen de Context en doelstellingen pas te schrijven nadat men de hoofdtekst heeft geschreven, omdat het daarna duidelijk wordt hoe men voor de lezer het best de gestelde problematiek kan definiëren en de logische opbouw van het werk kan voorstellen. De verschillende hoofdstukken Bij de hoofdstukken rekent men meestal niet de Context en doelstellingen, al krijgt deze wel een nummer in de inhoudstafel. Het eerste echte hoofdstuk is de literatuurstudie. Daarna volgen de hoofdstukken die betrekking hebben op de onderdelen van het experimenteel werk. Literatuuroverzicht Dit gedeelte geeft een overzicht van wat voorheen met betrekking tot het onderwerp verschenen is in de literatuur en waar er nog hiaten zijn in de kennis. Deze studie omvat in het bijzonder een samenvatting van verschillende invalshoeken op het onderwerp, zoals die in de literatuur worden weergegeven en een kritische bespreking van het onderzoek dat al verricht is naar de probleemstelling van de masterproef en/of van aanverwante onderzoeken. Indien hier gebruik gemaakt wordt van gepubliceerde tabellen en figuren moeten deze duidelijk en voldoende begrijpelijk zijn. Wanneer er termen of symbolen voorkomen in een vreemde taal, dienen deze in de legende omgezet te worden naar het Nederlands. In het literatuuroverzicht is het belangrijk de geraadpleegde bronnen op een correcte en volledige manier te vermelden. Na de ‘Context en doelstellingen ’ en het ‘Literatuuroverzicht’ volgen de verschillende hoofdstukken die betrekking hebben op het eigen werk. Bij de manier van het neerschrijven van het experimenteel werk is variatie mogelijk: •
Ofwel wordt één hoofdstuk gewijd aan het gedeelte ‘Materiaal en methoden’. Dit is aangewezen wanneer voor heel het werk steeds dezelfde methodes gebruikt worden. Dit hoofdstuk wordt dan gevolgd door de verschillende hoofdstukken van het experimenteel werk (elk met een inleiding, de verschillende experimenten, de resultaten en de bespreking van de resultaten);
•
Ofwel kan elk hoofdstuk onderverdeeld worden in ten minste drie subdelen: een deel ‘Materiaal en methoden’, een deel ‘Resultaten’ en een deel ‘Bespreking van de resultaten’.
Opmerking: De resultaten en discussie kunnen ook gecombineerd worden. Materiaal en methoden In dit deel worden in detail alle materialen en methoden die gebruikt werden om de experimenten binnen de masterproefonderzoek uit te voeren beschreven. Dit gebeurt met vermelding van de nodige gegevens opdat een andere persoon het experiment zou kunnen herhalen. Indien materiaal of methoden dezelfde zijn als deze aangewend door andere auteurs volstaat een verwijzing naar deze bronnen, hoewel een korte beschrijving van de essentie van de methode nuttig kan zijn voor de lezer. Een beschrijving van de proefopzet, wijze van verzamelen van gegevens, moet toelaten na te gaan of de verrichte statistische 3
analyses correct zijn. Bij het vermelden van apparaten, micro-organismen, biologisch materiaal of chemische producten, wordt zo goed mogelijk hun oorsprong aangeduid. Hier is nog geen plaats voor resultaten of conclusies. Resultaten Resultaten worden zo beknopt mogelijk maar volledig weergegeven. Interpretatie van de resultaten en eventuele discussie horen hier nog niet thuis. Bij het weergeven van de resultaten worden naast de tekst dikwijls tabellen en figuren gebruikt. Een figuur of een duidelijke tabel zegt immers vaak veel meer dan woorden. Verwoord kort de belangrijkste trends die uit de figuren en/of tabellen blijken. Extra duiding is nodig, maar vermijd systematische herhalingen van gegevens in de tekst, in de tabellen en nogmaals in de figuren. In de beschrijving van de resultaten worden enkel de belangrijkste tabellen en figuren opgenomen. Andere tabellen en figuren die eerder als achtergrond dienen, kunnen worden opgenomen in aparte bijlagen. Figuren en tabellen krijgen een uniek nummer volgens het hoofdstuk waarin ze voorkomen (bv. Tabel 2.1 en Fig. 3.1). In de hoofdtekst moet naar elke figuur en tabel worden verwezen, en deze verwijzing gebeurt vóór de tabel of figuur. De legendes bij de figuren en tabellen moeten voldoende duidelijk zijn zodat ze te begrijpen zijn zonder dat het hoofdstuk moet gelezen worden. Bespreking van de resultaten In dit gedeelte worden de resultaten van de experimenten geïnterpreteerd en kan reeds een discussie volgen. De discussie kan ook geïntegreerd worden in het deel van de resultaten, dat dan gewoonlijk als ‘resultaten en discussie’ wordt aangeduid. In de discussie is er naast de interpretatie van de resultaten plaats voor vergelijkingen met literatuur en andere uitgevoerde experimenten en voor eigen meningen. Het is de plaats voor het formuleren van opmerkingen in verband met de analytische benadering van het eigen werk (proefschema, analysemethoden en gegevens), voor kritische waarneming en redenering in verband met de persoonlijk verkregen gegevens, voor een confrontatie van de eigen bevindingen met de literatuurgegevens, voor tekortkomingen en voor suggesties voor de toekomst. Algemene bespreking en besluit Deze bespreking is een essentieel deel van een masterproef, waarin het creatief denken en handelen en het synthetisch inzicht van de auteur optimaal aan bod kunnen komen. Hier wordt ook aangetoond in hoeverre het gestelde doel van het werk in zijn geheel werd bereikt, in hoeverre de verkregen resultaten nieuwe inzichten hebben bijgebracht, welke hypotheses naar voor kunnen worden gebracht en welke concrete suggesties voor verder onderzoek kunnen worden geformuleerd. In ieder geval moet vermeden worden dat deze bespreking al te oppervlakkig wordt afgewerkt, hetzij uit tijdsgebrek, hetzij uit gebrek aan inzicht en redenering. De besluitvorming wordt best beperkt tot enkele punten, die uit de bespreking voortvloeien en waarvan het belang niet meer hoeft onderstreept te worden. Het is belangrijk om geen nieuwe informatie meer aan te reiken. In het besluit worden de belangrijkste bevindingen van de masterproef kort hernomen. Er moet echter een duidelijk onderscheid worden gemaakt met de samenvatting aan het begin van de masterproef. Deze wordt best pas geschreven nadat de algemene bespreking en besluit(en) werden geformuleerd. In het besluit ligt de nadruk op de interpretatie en relevantie van de resultaten en op toekomstperspectieven, terwijl de samenvatting de resultaten zelf zo goed mogelijk weergeeft en ook de beginsituatie schetst. Het besluit dient apart van de tekst gelezen te kunnen worden. Sommige lezers lezen immers alleen maar de ‘Context en doelstellingen’ en het ‘Besluit’ en beslissen op basis daarvan of ze al dan niet de ganse masterproef gaan lezen.
4
Referenties Alle bronnen die geraadpleegd werden om de masterproef te schrijven, moeten worden vermeld in de referentie- of literatuurlijst. Alle opgelijste referenties moeten worden aangehaald in de tekst en omgekeerd. Hoe referenties worden aangehaald en hoe een referentielijst wordt opgesteld is sterk afhankelijk van wetenschapsdomein en onderzoeksgroep. Toch kunnen er in het algemeen twee grote systemen onderscheiden worden: •
Het naam-jaarsysteem: Hierbij wordt in de tekst een referentie opgenomen door de achternamen van de auteurs en het jaartal van publicatie weer te geven, bv. Janssens (2010) of Peeters en Janssens (2011). Bij meer dan twee auteurs schrijft men meestal ‘et al.’, dus Janssens et al. (2012). Aan het einde van de masterproef wordt dan een referentielijst opgenomen die alfabetisch is gerangschikt en waarbij wel alle auteurs worden vermeld.
•
Het cijfersysteem: Hierbij wordt in de tekst een cijfer opgenomen wanneer er naar literatuur wordt verwezen, als superscript of tussen haakjes. Aan het einde van de masterproef wordt een referentielijst opgenomen gerangschikt op basis van diezelfde cijfers, dus de eerste referentie hoort bij cijfer 1 en is de referentie die het eerst voorkwam.
In de tekst wordt naar een bron verwezen telkens een idee, een feit, een gegeven, enz. wordt overgenomen. Wanneer een tekst letterlijk wordt overgenomen van een bron, dit is een citaat, gebeurt het citeren altijd volgens de regels van de kunst: de geciteerde tekst wordt tussen aanhalingstekens geplaatst en wordt meteen gevolgd door de bronvermelding. Bijlagen In de tekst van de masterproef worden enkel de belangrijkste tabellen en figuren opgenomen. Andere tabellen en figuren, die als achtergrond dienen, kunnen opgenomen worden in aparte bijlagen achteraan in de masterproef. Hier is eventueel ook ruimte om extra documenten op te nemen, die verklarend kunnen zijn, maar niet essentieel voor het betoog van het werk. De bijlagen worden apart genummerd en dragen een titel. Deze titels moeten ook in de inhoudstafel vermeld worden en in de hoofdtekst moet er naar verwezen worden. Vulgariserende samenvatting Dit is een populair wetenschappelijke samenvatting voor een breed publiek waarin de kernboodschap van het onderzoek wordt samengevat en wordt gesitueerd in een breder kader met aandacht voor toepassingen en implicaties voor de dagelijkse leefwereld.
5