Gezondheid dichtbij! De landelijke gezondheidsnota onder de loep Verslag van bijeenkomst VNG en GGD Nederland over de kabinetsplannen 27 juni 2011
Kernpunten uit de landelijke nota, inleiding Lejo vd Heiden, VWS De minister heeft in de nota willen weergeven dat mensen moeten kunnen rekenen op gezondheidsbescherming, omdat dat gaat over dreigingen waar ze individueel niet over gaan. Mensen kunnen wel zelf verantwoordelijkheid nemen over het eigen gedrag en daar zal de overheid dus terughoudend zijn. Wel wil de minister zorgen dat de randvoorwaarden goed geregeld zijn: informatie moet goed en toegankelijk zijn, voorzieningen (vooral voor sport en bewegen) moeten beschikbaar zijn en jongeren moeten leren omgaan met het maken van gedragskeuzes: weerbaarheid is daarin een belangrijk element. Ze zegt wel; als er een overheid aan zet is, zijn het de gemeenten, deze staan immers dichterbij de burgers. Terughoudende overheid betekent ook meer rol voor de markt: de minister wil het tot stand komen van PPS ook ondersteunen.
Kansen samenhang sportbrief, inleiding Anne Derksen, VNG Veel gemeenten koppelen sportbeleid al aan bewegen en gezondheid, beleid van minister ondersteunt dat. dit gebeurd bewust en zichtbaar door koppeling met de zorg door bijvoorbeeld de Beweegkuur of minder zichtnaar door sport en bewegen in te zetten vanwege het effect gezondheidsbevordering. De VSG (vereniging sport en gemeenten) hanteert vier beleidsmodellen: sportstimulering, sociaal ontwikkelingsmodel, economisch model en een integraal model: vanuit die visies geven gemeenten sportbeleid een plek in het brede gemeentelijk beleid. De visies leiden tot andere partners en andere acties. Vanuit volksgezondheid is het goed je sportcollega’s op te zoeken en met elkaar na te gaan waar te beleidsmogelijkheden liggen. Het inbrengen van de gezondheidsrisico’s van te weinig bewegen en sporten kan ook goede input zijn en de integrale belangen van de bestuurders versterken.
Vragen
-
Ellen van Bree, Brabant Zuidoost: Ik mis de aandacht voor SEGV in de visie. Ook bij sportgedrag sterk verschil tussen SES-groepen.
Minister noemt wel actiepunten: allereerst eigen kracht terug geven: gezondheid is niet van de overheid maar van de mensen zelf. Ten tweede gaat de wijkaanpak voort en ten derde wordt tegen specifieke (omgevings-)risico’s – die meer voor lage-SES dreigen – beschermd.
-
Edward McKenzie, Groningen: In realiteit zijn er heel grote verschillen in gezondheidskansen, daar hebben we in de gemeente mee te maken.
Gemeenten staat het vrij om op die verschillen in te gaan. De minister schrijft niet voor wat gemeenten wel of niet mogen doen, dat is eigen vrijheid.
-
Wendeline Thijs, Gooi en Vechtstreek: De inspectie meet nu de uitvoering van de rijksspeerpunten van beleid. In deze nieuwe nota zijn geen doelen opgenomen. Betekent dat iets voor de werkwijze van de IGZ?
In de nota staan geen doelstellingen opgenomen, dus kan er ook niet op geïnspecteerd worden. IGZ wil eigenlijk een systeem waarin de verhoudingsgewijze inbreng van gemeenten en rijk wordt benoemd, maar dat is er niet. IGZ moet ook rekening houden met de uitkomsten van de commissie Oosting, een commissie die bekeken heeft hoe de inspectietaken zich verhouden tot de verhouding tussen de overheden. Deze commissie concludeerde in 2008 dat het toezicht door rijk en provincies op gemeenten moet verminderen en dat publieke verantwoording meer plek moet krijgen. Vraag is dus of IGZ kan controleren op lokale gezondheidsdoelen. IGZ is systeemhoeder (controleren de werking van de wet) en controleren de uitvoering van de kwaliteitswet (GGD als zorginstelling) maar niet de werking van de gemeente.
-
Niek Al, Zuid-Holland Zuid: Er worden bezuinigingen aangekondigd op preventie. Wat blijft wel overeind?
Er gaat 18 miljoen weg maar er gaan in totaal 13 miljard om in de preventie. Veel van die 13 miljard zit in gezondheidsbescherming (riool, water etc.) maar ook veel in zorg. Er gaat overigens meer geld naar bevolkingsonderzoek (screening darmkanker), dus niet overal wordt bezuinigd. Er wordt natuurlijk ook op het gemeentefonds bezuinigd, dus voor GGD’en komt de bezuiniging van twee kanten: rijk en lokaal. Wat precies landelijk veranderd moet nog duidelijk worden.
-
Carla Wijngaarden, Eindhoven: De nota is een landelijk kader, gemeente is vrij om eigen keuzes te maken, maar college kijkt wel naar landelijke ‘richtlijn’ en dat beïnvloedt dus wel lokale aandacht. Jammer dat bijvoorbeeld over psychosociale problematiek nu weinig in de nota staat.
De speerpunten zijn wel gehandhaafd, inclusief depressiepreventie, dus nota biedt nog zelfde kader om te kiezen voor onderwerpen waar gemeenten denken dat ze de grootste gezondheidswinst kunnen halen.
-
Ellen van Bree, Brabant Zuidoost: Kunnen gemeenten zelf iets extra’s doen? Er zijn prikkels nodig voor gemeenten en scholen.
Landelijk beleid is slechts ter inspiratie. Lokaal gaat het er uiteindelijk om of de gemeenteraad voldoende wakker ligt van de gezondheidsproblemen, dat moet de grootste prikkel zijn. Het gaat om het versterken van een intrinsieke motivatie van gemeenten, omdat gezondheid bijdraagt aan participatie en sociale infrastructuur: daar liggen de lokale belangen. Niet bij extra potjes of regels.
-
Peter Dubois, Fryslân: Welke stimulans wordt geboden om die economische winst te bereiken?
Dat is afgesproken in het regeerakkoord: de overheid wil een positieve boodschap brengen en focussen op sport en bewegen, en verder blijft grootste deel van preventie overeind. De bekostiging van Stoppen met roken gaat uit het basispakket, omdat de visie van de minister is dat dergelijke kosten niet op de collectieve lasten moeten drukken. Maar preventie wordt wel gesteund. En het rijk zet ook in op interdepartementale aanpak en op ontschotting van wetten in de zorg.
Kansen voor samenhang met de WMO, inleiding Betty Sibbel, GGD Twente In Twente worden de beleidsterreinen fysiek gekoppeld in één nota en één proces met de nadruk op de bevorderingstaken van de WPG. De verbinding is op inhoud, tussen WPG en WMO maar ook bijvoorbeeld met sport. De GGD geeft wel aan de gemeenten aan waar de uitgangspunten verschillen (zie ook de VNG-factsheet over preventief gezondheidsbeleid). In het proces en de nota wordt ook de uitvoering van de GGD-taken geregeld in de vorm van een bestuursopdracht: wat willen de Twentse gemeenten met hun GGD. Dit wordt opgesteld door een extern bureau.
Kansen voor samenhang met Jeugdbeleid, inleiding Carla Wijnbergen Zij is blij met de nota omdat er veel aandacht is voor vroegsignalering, prenatale voorlichting en dergelijke jeugdthema’s. Inhoudelijk is er dus steun. De zorgen zijn vooral in de uitvoering: hoe bereik je de doelgroep die niet uit zichzelf op zoek gaat naar informatie en minder toegang tot internet heeft? Eindhoven wil inzetten op steun van het sociale netwerk, stimuleren dat zorgverzekeraars met gemeenten samenwerken (bijv. in BabyExtra) en voorkomen dat minder financiële draagkracht bij gezinnen ertoe leidt dat kinderen bijvoorbeeld niet kunnen sporten. Door de bezuinigingen zijn gemeenten ook gedwongen tot
keuzes, bijvoorbeeld stoppen met schoolzwemmen of met sociale vaardigheidscursussen, wat weer vooral nadelig is voor arme gezinnen. Om nadelen van bezuinigingen te verzachten is meer flexibilisering van budgetten nodig, zodat schotten tussen wmo, wpg en awbz verdwijnen, en moeten gemeenten – samen met de VNG en VWS – meer beleidsregie nemen.
Discussie over kansen van het gezondheidsbeleid Mariët van Rossum, Hollands Midden: Wordt er nog gekeken naar het reserveren van bepaald percentage geld van AWBZ en ZVW voor preventie? Dat was suggestie van VNG maar is niet overgenomen door de minister, maar deel van AWBZ wordt wel gedecentraliseerd, met natuurlijk een decentralisatiekorting. Geen vetpot dus, maar wel meer kansen voor gemeenten om verbinding te leggen.
Vereniging sport en gemeenten: Suggestie: gebruik de info die er al is over de samenhang tussen sport en wmo. (www.sportengemeenten.nl) Er gebeurt al veel aan combi wmo en sportbeleid wat nodig is, is een lokale aanjager. VSG ondersteunt gemeenten daarbij. De VSG stuurt in september een magazine rond ter inspiratie en ondersteuning.
Betty Sibbel, Twente: Er is bij private partijen veel belangstelling om samen te werken aan preventie. Daar liggen kansen, maar vaak blijkt het dan moeilijk de gemeente mee te laten doen. Reactie van gemeenten: realiseer je dat gemeenten heel veel ‘goede’ ideeën krijgen met de vraag of ze mee willen doen! Suggestie is om ambtenaren binnen de gemeente goed met elkaar in contact te brengen, bijv. ambtenaar sport en ambtenaar volksgezondheidsbeleid. Ook contact met de provinciale sportraad kan helpen (Zeeland).
Suggestie is ook om regionaal tot een visie te komen met publieke en private partijen samen (Zuidholland west). Praat ook met de burger zelf, organiseer bijvoorbeeld politieke cafe’s (zoals in Den Haag) of sluit aan bij een ouderenoverleg.
Ga op zoek naar de leuke dingen voor een wethouder: gezonde slagkracht heeft veel voorbeelden.
Mogelijk is er ook een combinatie te maken tussen gezondheidsbeleid en nieuwe welzijnsbeleid – in beleidskader van welzijn staan kwetsbare groepen centraal – dat zijn vaak dezelfde mensen als de risicogroepen in gezondheidsbeleid. Er is veel mogelijk aan integraal beleid, maar kost veel tijd. Als het lukt om ambtenaren met elkaar in contact te brengen levert dat veel op en dan hoef je het als ambtenaar volksgezondheid of als GGD’er niet meer zelf te doen.
Kansen liggen er ook bij samenwerking met 2e lijn en thuiszorg (zoals bij “gezonde regio”), bijvoorbeeld screenen van ouderen.
Aandacht voor sportvoorzieningen op platteland is ook een kans om gezondheidsachterstanden te verkleinen. Anne Derksen licht toe dat er een instrument komt om buurtgerichte activiteiten in te zetten ism VSG.
Ook positief is het voortzetten van de wijkaanpak. Gezonde wijken in Arnhem bijvoorbeeld loopt goed, netwerk is sterk, kans om positief te belonen wat goed gaat.
En de overgang jeugdzorg naar gemeenten biedt stimulans voor de keten van jeugdbeleid. In Eindhoven bijvoorbeeld in één jaar tijd veel groter bereik van doelgroepen door versterkte keten met onderwijs.