3 | Terugblik strategieconferentie Maastricht UMC+
4 | Verpleegkundige zorg bereidt zich voor op de toekomst
6 | TRIPOD helpt om te leren van fouten en herhaling te voorkomen
9 | Harry Steibusch hoogleraar neuroscience in Korea en China
personeelskrant voor alle medewerkers van het Maastricht UMC+ | 21 maart 2012
|105 Gezocht: Clinici die studenten beter leren communiceren Heeft u ook wel eens gedacht: ‘Die dokter moet eens beter leren communiceren met zijn patiënten?’ Welnu, daar wordt met het CORE-programma intensief aan gewerkt. CORE is een programma waarbij aankomende artsen via consulten met simulatiepatiënten hun communicatievaardigheden verbeteren. CORE staat letterlijk voor consultvoering en reflectie. Een toenemend probleem bij dit programma is een tekort aan artsen die studenten kunnen begeleiden. Het gaat dan met name om een coachende rol in het derde jaar bij het voeren van ‘lastige’ consulten zoals slechtnieuwsgesprekken. “Vooral in het derde jaar zien studenten het liefst clinici als docent, maar die zijn er helaas nog te weinig”, aldus Jan-Joost Rethans, coördinator van CORE. Artsen die docent voor CORE worden, krijgen daarvoor een officiële onderwijstijdvergoeding. Roy Lalisang, internist-oncoloog, begrijpt dan ook niet goed waarom er een tekort is aan clinici die geneeskundestudenten willen begeleiden bij het voeren van lastige gesprekken. Hij is zelf al vijf jaar met veel plezier docent voor derdejaarsstudenten in het CORE-programma en beveelt deze
Begeleider worden in het CORE-programma? Bent u afgestudeerd arts en lijkt het u net als internist dr. Roy Lalisang interessant om derdejaarsstudenten te begeleiden bij uitdagende gesprekken met simulatiepatiënten? Mail dan naar Jan-Joost Rethans:
[email protected].
functie van harte aan bij zijn collega’s. “Ik geniet elke keer weer van het begeleiden van deze intensieve simulatiegesprekken. Je leert studenten door en door kennen en ziet hoe ze grote stappen maken op het gebied van communicatie. Dat is super belangrijk want goed communiceren is tegenwoordig voor artsen een kerncompetentie. Dus wat is nu mooier dan - in een onderwijsfunctie - aankomende artsen te begeleiden in het goed voeren van consulten met patiënten?” Tijdens de simulaties moeten studenten onder het oog van elkaar en een camera een aantal lastige gesprekken met simulatiepatiënten aangaan. In één geval was er bijvoorbeeld sprake van een zwangere vrouw bij wie de baby in de buik helaas bleek te zijn gestorven. Het is vervolgens de bedoeling dat alle studenten en de docent de cameraopnames van de simulatie beoordelen op medische inhoud en commu-
V.l.n.r. student Steven Brandsma, CORE-coödinator Jan-Joost Rethans en arts/COREdocent Roy Lalisang.
nicatie. In de groepsbijeenkomsten geven de studenten en docent vervolgens feedback en leren van elkaars goede en minder goede voorbeelden. ”Het is duidelijk dat iedere student anders omgaat met slechtnieuwsgesprekken. En dat is ook prima”, meent CORE-coördinator Jan-Joost Rethans. Hij was in het verleden zelf zestien jaar huisarts. “Iedereen moet het vooral op zijn eigen manier blijven doen. Maar iedere student kan wél leren om zijn of haar houding te verbeteren, of meer empathie te tonen en beter te luisteren en/ of tactischer te reageren. Dergelijke ingrijpende sessies kunnen alleen plaatsvinden in een veilige omgeving. Het is dan ook belangrijk dat je daar als docent aan kunt en wilt bijdragen.” Derdejaarsstudent geneeskunde Steven Brandsma knikt instemmend. “De gesprek-
ken met simulatiepatiënten zijn best zwaar. Alles valt en staat met een goede voorbereiding. Ik ben dan ook blij dat ik deze training gedaan heb. Ik zou niet weten hoe ik dergelijke gesprekken straks zonder deze training zou moeten aanpakken. Je krijgt tijdens de trainingen soms onverwacht heftige reacties: mensen barsten in huilen uit of ze vallen juist helemaal stil. Dat vond ik lastig, maar ik heb geleerd hoe je daar op kunt reageren en ervaren hoe belangrijk het kan zijn om bijvoorbeeld zelf eens een stilte te laten vallen. Ik vond het essentieel dat wij een echte clinicus hadden die de simulaties in het derde jaar begeleidde, want je hebt toch het meeste aan ervaringen van praktijkmensen. Mij stelde het bijvoorbeeld erg gerust dat mijn begeleider vertelde dat dergelijke gesprekken altijd moeilijk blijven. Je went er nooit aan, je leert er hooguit beter mee om te gaan….”
Leer een leven redden Hoe meer mensen kunnen reanimeren, hoe groter de kans dat het leven van een slachtoffer van een hartstilstand gered kan worden. De actie LimburgHartveilig spoort iedereen dan ook aan om een gratis reanimatiecursus te volgen en onze organisatie verzorgt de cursus. Daarin komt ook het gebruik van een AED, een defibrillator, aan bod, zodat je ook mensen kunt helpen die fibrilleren. LimburgHartveilig is ontwikkeld door Stichting Maatschappelijke Projecten Maastricht van Q-park, de sponsor van MVV, die dit plan ook naar de andere sportverenigingen in de regio uitdraagt.
Ton Gorgels (l.) en zanger Huub Adriaens presenteren de nieuwe MVV-shirts met het logo van de Hartstichting tijdens de aftrap van LimburgHartveilig. Ton Gorgels roept vooral collega’s die al kunnen reanimeren op om zich snel in te schrijven op www.AED-alert.nl.
Collega prof.dr. Ton Gorgels (cardioloog) en Petra Schuffelen en de studenten geneeskunde van de TaskForce QRS zijn de kartrekkers. “Volg de reanimatiecursus of kun je al reanimeren, meld je aan bij www.AED-alert.nl: dan ben je via sms oproepbaar om hulp te bieden als iemand in je nabije omgeving een acute hartstilstand
heeft. Net die paar minuten vóór de ambulance arriveert, zijn van levensbelang!” Via www. limburghartveilig.nl kunt u zich aanmelden voor een gratis cursus. U vindt daar ook informatie waar en wanneer de cursus plaatsvindt.
2 | summumgazet 105
Cartoon
Verpleegkundige Adviesraad
Beste collega-verpleegkundigen, Het afgelopen jaar was voor de VAR een jaar met groei. Het aantal leden is gegroeid tot 10 en daarmee zijn we op volle sterkte. We zijn uitgegroeid tot een commissie die er toe doet. We worden serieus genomen en geven gevraagd en ongevraagd advies over vraagstukken die de verpleegkundige beroepsgroep inhoudelijk aangaan. Daarnaast nemen we deel, als vertegenwoordiging van de verpleegkundige beroepsgroep, aan werkgroepen en projectgroepen. Kortom de VAR heeft een stem gekregen in het Maastricht UMC+! We willen iedereen bedanken voor de steun en het vertrouwen die deze groei hebben mogelijk gemaakt. Bijzondere dank gaat uit naar de stafgroep Verpleging, Raad van Bestuur en het 2e echelon die ons betrekken bij onderwerpen waar de verpleegkundige inbreng van toegevoegde waarde is. Dank ook aan de hoofdverpleegkundigen die VAR-leden de mogelijkheid bieden hun VAR-werkzaamheden uit te voeren. Maar vooral dank aan alle verpleegkundigen en verzorgenden die de VAR haar draagvlak geven. Wij hopen in 2012 de banden met onze collega’s te verstevigen en verder te groeien, zodat we nog beter in staat zijn de stem van de beroepsgroep te laten horen in het Maastricht UMC+.
Nieuwe samenstelling Stafconventsbestuur Prof. dr. Joachim Wildberger, afdeling Radiologie, is benoemd tot voorzitter van het Stafconventsbestuur. De nieuwe samenstelling van het bestuur is als volgt: • dr. Nicole Bouvy, afdeling Chirurgie, lid; • prof.dr. Cathrien Bruggeman, afdeling Medische Microbiologie, vice-voorzitter; • dr. Carin Faber, afdeling Neurologie, lid; • dr. Hans Fiolet, RVE Patiënt & Zorg, lid; • prof.dr. Jos Maessen, afdeling Cardiothoracale Chirurgie, lid; • prof.dr. Ad Masclee, afdeling Interne Geneeskunde, lid; • prof.dr. Lodewijk van Rhijn, afdeling Orthopedie, lid; • prof. dr. Joachim Wildberger, afdeling Radiologie, voorzitter.
2012 belooft een mooi jaar te worden. Er komen uitdagingen en mogelijkheden op ons pad die ons de kans bieden om het vak van verpleegkundige verder te professionaliseren. We krijgen de kans mee te praten over de patiëntenzorg en de rol van de verpleegkundige daarin. Laten we samen de kans grijpen om invulling te geven aan de zorg van de toekomst. We horen als VAR graag wat je bezig houdt en waar je zelf mogelijkheden ziet om de zorg veiliger, slimmer en beter te maken. Je vindt ons via E
[email protected]. De VAR
Foto’s Teddyberenziekenhuis
Klantgerichtheidtaart voor Oncologiecentrum De klantgerichtheidtaart gaat deze maand naar het Oncologiecentrum. In het centrum is de zorg op zeer klantgerichte wijze rondom de patiënt georganiseerd. Naast de reguliere zorg, organiseren gezondheidsvoorlichter Wilma Savelberg en ‘haar’ team ook regelmatig verwenmomenten voor patiënten en hun naasten om zo patiënten een extra hart onder de riem te steken. Ook bij deze verwenmomenten staan de behoeften en wensen van patiënten centraal. Zo vond onlangs de eerste verwendag speciaal voor mannen plaats omdat de mannen ook wel eens onder elkaar iets wilden doen. De medewerkers van het Oncologiecentrum organiseren de verwenmomenten veelal buiten werktijd. Ze worden door patiënten en hun naasten zeer gewaardeerd en zijn dan ook zeker een taart waard. Gefeliciteerd!
Op 7 maart konden de kinderen van medewerkers hun zieke knuffels laten onderzoeken in het Teddyberenziekenhuis. De foto’s daarvan zijn te vinden op Intraspect RVE EVK/MIK/Oncologiecentrum > Nieuws.
Quickscan-resultaten online De Quickscan-resultaten van het vierde kwartaal van 2011 zijn nu te vinden op Intraspect (onder Projecten & Dossiers > Klantgerichtheid). De resultaten laten een goed gemiddelde zien, waarbij de ontvangst bij opname, de bejegening door artsen en verpleegkundigen, bezoektijden en veiligheid hoog scoren. Ook zijn er verbeterpunten zoals vooral de wachttijd tot de patiëntenoproep (bel) en onderzoeksuitslagen. Ook de score voor het eten en drinken geeft aanleiding tot verbetering. Tevens is het parkeren als onvoldoende beoordeeld. Laatste heeft wellicht alles te maken met de werkzaamheden in de parkeergarage. Bekijk op Intraspect de scores per afdeling. Meer info? Bel/mail Mary Derix, kwaliteitsmanager azM, T 75448 / E
[email protected].
3 | summumgazet 105
Maastricht UMC+ wenst sterker profiel
Tweede strategieconferentie Maastricht UMC+ In december vond de tweede strategieconferentie plaats. Tijden de eerste conferentie in mei 2011 werd de strategische koers ‘Heel de mens’ uitgezet (lees meer op Intraspect > Bestuur > Nieuws). Voor de verdere uitwerking daarvan werden acht themagroepen geïnstalleerd. Tijdens de tweede conferentie presenteerden de themagroepen hoe volgens hen ‘Heel de mens’ kan worden vertaald naar concrete acties. Duidelijk is dat onze organisatie gaat werken aan een sterker profiel en duidelijkere positie. De acht themagroepen – met leden uit alle delen van de organisatie – bogen zich over de onderwerpen Concentratie en keuzes, Integrale gezondheid, Preventie, Innovatie in leren en opleiden, Stakeholder management, Arbeidsmarktstrategie, Fondsen werving en Verbindende strategie Maastricht UMC+ en UM. Elke themagroep presenteerde haar adviezen aan de ruim 90 deelnemers, die er vervolgens verder over discussieerden. Dit resulteerde uiteindelijk in een catalogus van acties voor de korte termijn (quick wins) en langere termijn voor elk thema. De quick win-acties – activiteiten die relatief snel en gemakkelijk uit te voeren zijn, maar wel een grote uitwerking hebben – worden op dit moment opgepakt. Tijdens de conferentie maakte Albert Scherpbier indringend duidelijk dat de ingeslagen weg juist is, maar ook dat de strategie en het profiel van onze organisatie nog verder moeten worden geconcretiseerd. “Maastricht UMC+ opereert in een omgeving, die zowel op landelijk als op Europees niveau, in beweging is. We moeten met onze strategie constant op deze externe ontwikkelingen inspelen.” Meerdere actuele ontwikkelingen - met name het landelijk beleid zoals neergelegd in de Strategische kennisagenda Ministerie van VWS, het Topsectorenplan Life Sciences and Health en het RVZ-advies Medisch-spe-
cialistische zorg 20/20 - nopen tot een nadere en spoedige bezinning op de positionering en profilering van onze organisatie. De Raad van Bestuur wil daarom in het eerste kwartaal van 2012 komen tot een ‘houtskoolschets’ van positie en profiel van onze organisatie. Op basis daarvan worden de concentratie en keuzes met betrekking tot het zorgaanbod vervolgens vormgegeven. Inclusief de inhoudelijke stappen en de processen daartoe binnen de organisatie. Een werkgroep, onder leiding van Guy Peeters en Albert Scherpbier, stelt deze schets op. Belangrijk onderwerp was ook de structuur van de samenwerking tussen Maastricht UMC+ en Maastricht University. Deze krijgt in de loop van dit jaar vorm. Ter afsluiting van de conferentie schetsten Guy Peeters en prof.dr. Martin Paul in een gezamenlijke presentatie de grote lijnen van dit proces. Naast het inhoudelijke programma was er ook ruimte om ‘gewoon’ met elkaar in gesprek te gaan. Het viel op dat de gezamenlijkheid als Maastricht UMC+ vanzelfsprekend was geworden; de deelnemers zijn sinds de eerste conferentie – en niet te vergeten enkele netwerkbijeenkomsten en het gezamenlijke werk in de themagroepen - beter bekend met elkaar en zo werd in een prettige en constructieve sfeer gediscussieerd.
Een bijzondere en vrolijke noot kreeg de strategieconferentie door cartoonist Peer Retera, die voor elk programmaonderdeel zijn indrukken van de presentaties en discussies tot een sprekend plaatje verwerkte. Op deze pagina ziet u enkele voorbeelden daarvan. Kijk op Intraspect onder Bestuur > Nieuws voor de overige cartoons.
In april wordt tijdens een lunchbijeenkomst de voortgang gepresenteerd. In het najaar (op 1 en 2 november) is de volgende strategieconferentie gepland.
4 | summumgazet 105
Verpleegkundige zorg bereidt zich voor op toekomst Hoe ziet de verpleegkundige zorg er in de toekomst uit in ons ziekenhuis? Het antwoord is te vinden in de toekomstvisie ‘Wíj veranderen de zorg’. Maar de titel zegt het al: verpleegkundigen krijgen de komende tijd nog alle ruimte om zélf ideeën aan te dragen en/of aan te scherpen. Onder meer tijdens de inloopsessies in april. mening telt!” Dat kan onder meer tijdens de inloopsessies (zie kader) waar de toekomstvisie voor verpleegkundigen 2012-2017 wordt gepresenteerd. Brigitte Gabriëls, adjunct directeur RVE GGZ&KNW en proceseigenaar visie op verpleegkundige zorg: “‘Wij veranderen de zorg’ is een dynamisch document. Ik roep iedereen op om te komen luisteren, mee te denken en discussiëren om de toekomstideeën verder te concretiseren.”
Het raamwerk van de toekomstvisie ‘Wíj veranderen de zorg’ ligt er. “Deze biedt een kans om ons vak verder te professionaliseren en naar een nog hoger niveau te tillen”, vindt Camiel van Keeken, hoofd verpleegafdeling A3 (longziekten). “We mogen
dromen: hoe ziet het ideale ziekenhuis er door de ogen van verpleegkundigen uit? Vervolgens keren we terug naar de realiteit van onze organisatie om te kijken hoe we onze ideeën kunnen concretiseren. Ik zou dus zeggen: laat nú van je horen, want elke
De toekomstvisie kwam onder meer tot stand uit brainstormsessies tussen onder andere de verpleegkundige hoofden, de Verpleegkundige Advies Raad, Raad van Bestuur, stafgroep Verpleging en de adjunct-directeuren van de RVE’s. De centrale vraag tijdens die bijeenkomsten luidde: hoe kan ons ziekenhuis de verpleegkundige zorg verder professionaliseren en toekomstbestendig organiseren? Ruud Nelissen, afdelingshoofd verpleegafdeling D5: “We kunnen niet afwachten, maar moeten nú inspelen op toekomstige uitdagingen binnen de gezondheidszorg zoals vergrijzing en ontgroening. Hoe gaan we bijvoorbeeld om met het dreigende personeelstekort? Ook vraag en aanbod binnen de gezondheidszorg veranderen. Verpleegkundigen krijgen te maken met
meer oudere patiënten die vaak meerdere kwalen hebben. Dat maakt ons vak complexer.” Belangrijkste boodschap van de toekomstvisie is volgens Nelissen en Van Keeken dat verpleegkundigen pro-actiever worden. “Dat betekent minder bescheiden optreden en nog meer verantwoordelijkheid nemen voor de eigen zorg”, verduidelijkt Nelissen. Van Keeken voegt toe: “We handelen niet puur op basis van wat wij ooit hebben geleerd, maar volgens vaste protocollen en inzichten van deze tijd. Dat gebeurt nu ook al, maar het mag best scherper. De toekomstvisie bevat nieuwe mogelijkheden, bijvoorbeeld tot onderwijs, persoonlijke ontwikkeling en functiedifferentiatie. Dat is ook nodig want de verpleegkundige van de toekomst is de spin in het web van een team professionals dat hard nodig is om optimaal zorg te bieden aan de patiënt.”
Laat je nú horen! De inloopsessies over toekomstvisie ‘Wij veranderen de zorg’ zijn: • 21 maart 15.00-16.00 uur, Greepzaal, niveau 4 azM; • 22 maart 12.00-13.00 uur, Greepzaal, niveau 4 azM; • 28 maart 13.00-14.00 uur, Greepzaal, niveau 4 azM; • 29 maart 12.00-13.00 uur, Greepzaal, niveau 4 azM.
Stichting De Weijerhorst financiert onderzoek botziekten Stichting De Weijerhorst schenkt drie miljoen euro aan het Maastricht UMC+ voor onderzoek naar metabole botziekten, botsterkte en osteoporose. Het onderzoek, dat wordt geleid door internist/endocrinoloog dr. Joop van den Bergh, wordt uitgevoerd via een samenwerkingsverband tussen onze organisatie en VieCuri Medisch Centrum. Arts/ onderzoeker dr. Van den Bergh is in beide huizen werkzaam. Van alle 50-plussers die zich met een botbreuk melden op een Spoedeisende Hulp (SEH) heeft 40% botontkalking en 25% een behandelbare botziekte. Tussen de 7 en 12% loopt binnen twee jaar een nieuwe botbreuk op, en 12,5% komt binnen twee jaar te overlijden. Na behandeling van de botontkalking en andere botziekten neemt het aantal fracturen af en op basis van recente onderzoeken kan voorzichtig worden gesteld dat patiënten ook langer leven. Hoe dat komt, is niet bekend. Het is een van de vragen waarop Van den Bergh aan het eind van zijn vierjarige studie een antwoord hoopt te hebben. Daarnaast onderzoekt hij de relatie tussen COPD (chronisch obstructieve longziekten) en osteoporose en andere bot- en spiergerelateerde problematiek. COPD-patiënten moeten vaak ontstekingsremmers (corticosteroïden) slikken, die een verhoogde botafbraak als bijwerking hebben. Maar ook zonder ontstekingsremmers komt botontkalking bij COPD-patiënten vaker voor, evenals een verhoogd risico op botbreuken.
Een ander onderzoeksobject vormt boterosie in relatie tot reumatoïde artritis ofwel reuma. Bekend is dat boterosie optreedt bij reumatoïde artritis. Maar met nieuwe scantechnieken (zogenoemde hoge-resolutie-computertomografie) zijn ook bij 40% van de gezonde volwassenen kleine erosies rondom de gewrichten gevonden. Dat duidt op een voorstadium van reuma. Met ‘normale’ röntgentechniek worden die kleine erosies niet opgemerkt, maar wel met de nieuwe XtremeCT-scanner, die VieCuri met een eerdere Weijerhorst-schenking heeft aangeschaft en die momenteel in ons ziekenhuis dienst doet. Het biedt de mogelijkheid tot uitgebreid onderzoek naar het ontstaan van deze minieme bot-erosies. Tot slot onderzoekt Van den Bergh de relatie tussen borst- en prostaatkanker enerzijds en osteoporose anderzijds. Patiënten met deze vormen van kanker hebben door het gebruik van antihormonale middelen een verhoogde kans op fracturen, met name wervelfracturen. Omdat de aandacht bij deze patiëntgroepen uiteraard vooral gericht is op de behan-
V.l.n.r. internist/endocrinoloog dr. Joop van den Bergh, prof.dr. Albert Scherpbier (decaan FHML en vice-bestuursvoorzitter Maastricht UMC+), Guy Peeters (bestuursvoorzitter Maastricht UMC+) en dr. Harry Pennings (voorzittter St. De Weijerhorst) ondertekenen de stukken voor de schenking door St. De Wijerhorst.
deling van de tumor, wordt niet altijd direct aandacht besteed aan de lange termijneffecten en met name de skeletgerelateerde problemen die kunnen ontstaan. In dit onderzoeksproject worden aspecten met betrekking tot skeletproblematiek op korte en langere termijn nader onderzocht. Het onderzoek wordt uitgevoerd via een academische samenwerking tussen onze organisatie en VieCuri MC. Het is nadrukkelijk de bedoeling het researchnetwerk uit te breiden naar geheel Limburg en Oost-Brabant. Er wordt een structurele, multidisciplinaire samenwerking nagestreefd tussen Maastricht UMC+, VieCuri MC, Atrium MC
en de beide ziekenhuizen in Eindhoven/ Veldhoven. Het onderzoek wordt financieel mogelijk gemaakt door Stichting De Weijerhorst, die 2.961.000 euro ter beschikking stelt door middel van een schenking. Voorzitter dr. Harry Pennings: “Bevordering van medischwetenschappelijk onderzoek is een van de statutaire doelstellingen van De Weijerhorst. Het bestuur van de stichting bevordert met deze schenking tot haar tevredenheid voor de zevende keer onderzoek binnen het Maastricht UMC+. Wij wensen de heer Van den Bergh, de leider van dit onderzoek, veel succes.”
5 | summumgazet 105
‘Wachtpatiënten’ moeten eigen bijdrage betalen Tegenwoordig vallen patiënten die ‘medisch uitbehandeld’ zijn maar nog een tijdje in het ziekenhuis blijven (bijvoorbeeld omdat ze wachten op een opname in een andere zorginstelling) niet langer onder hun eigen verzekering, maar onder de AWBZ. Dit betekent dat ze voor hun verdere verblijf in het ziekenhuis een eigen bijdrage moeten betalen. Voor patiënten komt dat vaak als een donderslag bij heldere hemel. Om hen beter voor te bereiden, is de nieuwe patiëntbrochure ‘Eigen bijdrage Zorg met Verblijf ’ ontwikkeld. Er zijn steeds meer ‘wachtpatiënten’: mensen die officieel ‘medisch uitbehandeld’ zijn en in het ziekenhuis blijven totdat er plaats voor ze is in een AWBZ-instelling. “Dit komt aan de ene kant door de zeer sterke vergrijzing en anderzijds doordat de officiële opnameduur steeds korter wordt”, vertelt Jan Claassens, hoofd van het Ontslagbureau. “Die kortere opnameduur heeft te maken met verbeterde technologie, maar ook met een veranderde visie. Vroeger bleven patiënten in het ziekenhuis totdat ze voor negentig procent waren hersteld. Nu is het gebruikelijk dat je al eerder buiten het ziekenhuis aan je herstel werkt. Door die aanpak is het gelukt om de wachttijden flink terug te brengen, maar ontstaan ook meer wachtpatiënten.” Als mensen medisch uitbehandeld zijn en hun verdere behandeling ook buiten het ziekenhuis kan worden voortgezet, vallen ze onder het AWBZ-regime en moeten ze een (soms forse) eigen bijdrage betalen. Het gaat concreet om dezelfde inkomensafhankelijke bijdrage die ze straks ook moeten betalen in de instelling waarvoor ze op de
wachtlijst staan. Die bijdrage komt voor sommige patiënten als een complete verrassing. “Ik heb hier bijvoorbeeld een klacht van een man wiens vrouw na een operatie onverwacht naar een verpleegkliniek moest”, vertelt klachtenfunctionaris Miem Castermans. “Deze mevrouw moest een paar maanden in het ziekenhuis wachten. Een tijd later kreeg haar man een factuur van enkele duizenden euro’s. Hij begreep daar helemaal niks van, omdat hij dacht dat dit langdurige verblijf in het ziekenhuis gewoon door zijn verzekeraar werd gedekt. En hoezo was zijn vrouw uitbehandeld? Ze kreeg toch nog medicijnen en fysiotherapie?” Castermans begrijpt goed dat zo’n factuur extra hard aankomt in een periode waarin het leven toch al op zijn kop staat. “Om te voorkomen dat patiënten en hun familie totaal verrast worden door deze eigen bijdrage, gaan we deze in een eerder stadium toelichten.” Hiervoor hebben Miem Castermans, Jan Claassens en Vivian Hoogland van de stafdienst Communicatie een brochure ontwikkeld: ‘Eigen bijdrage
Zorg met Verblijf ‘. Tevens worden patiënten samen met hun familie tijdig door een medewerker van het Transferbureau geïnformeerd. Bijvoorbeeld op het moment dat ze niet meer noodzakelijkerwijs in het ziekenhuis hoeven te blijven, maar wel nog
moeten wachten op de opname in een AWBZ-instelling. “Door deze gerichte aanpak hopen we klachten in de toekomst te voorkomen”, aldus Jan Claassens en Miem Castermans.
Spaanse verpleegkundigen in Maastricht Veertien geselecteerde jonge Spaanse HBO-verpleegkundigen zijn in september 2011 naar Maastricht gekomen. Ze krijgen de kans om zich in twee jaar te specialiseren tot operatieassistent of anesthesiemedewerker. Wanneer ze hun opleiding met succes afronden, wacht er in Maastricht een vaste baan op ze. De vergrijzing slaat de komende jaren keihard toe in Zuid-Limburg. Over een paar jaar ontstaat daardoor onder meer een tekort aan hoogopgeleide gespecialiseerde verpleegkundigen. In Spanje en andere Europese landen is daarentegen sprake van snel oplopende jeugdwerkloosheid. “Eén Europa betekent óók dat je samen die internationale onevenwichtigheden op de arbeidsmarkt moet proberen op te lossen”, vindt azM-manager Michel van Zandvoort. “Daarom zijn we met een pilot gestart waarbij veertien Spaanse HBO-verpleegkundigen voor een opleiding naar Maastricht
komen. We kozen voor werving in Spanje omdat jongeren daar redelijk Engels spreken, er zijn cultureel weinig verschillen en geen problemen met arbeidsvergunningen.” Door hogeropgeleide werklozen een opleiding aan te bieden, ontstaat een win-winsituatie”, meent Michiel van Zandvoort. “We bieden jongeren uit Spanje weer perspectief en dragen tegelijkertijd zorg voor een stukje ervaring en opleiding. Het is echter wel de bedoeling dat ze na afronding van hun opleiding [waarin ze gemiddeld vier dagen werken en één dag
De nieuwe Spaanse collega’s met in de achterste rij als derde van links Aqdas Farooq.
studeren, red.] twee jaar hier blijven werken. Wanneer ze dat niet doen, dan kan dat natuurlijk, maar dan moeten ze wel zelf opdraaien voor de opleidingskosten.” Het opleiden van deze groep Spaanse verpleegkundigen kost in totaal twee ton meer dan een regulier traject met Nederlandse verpleegkundigen. Maar die extra kosten zullen in de toekomst aanzienlijk dalen verwacht Van Zandvoort. “We leren natuurlijk van deze pilot. De volgende keer selecteren we bijvoorbeeld nog strenger op taaltalent en proberen we de gegadigden een deel van de taalcursus in Spanje te laten doen.” De Spaanse verpleegkundigen zijn super gemotiveerd. Na een paar maanden spreken ze al heel behoorlijk Nederlands. Van de veertien Spanjaarden (twaalf vrouwen en mannen) is er inmiddels één afgehaakt vanwege taalproblemen. “Het lukte haar niet om het Nederlands onder de knie te krijgen en dat is wel nodig omdat zorgvuldige communicatie op een operatiekamer nu eenmaal essentieel is.” Verpleegkundige Aqdas Farooq (22) knikt instemmend. “De taal is inderdaad het grootste probleem. Gelukkig krijgen we in het eerste half jaar vele uren training in het Nederlands.” Aqdas, die al opvallend goed
Nederlands spreekt, is zichtbaar blij met deze mooie kans. “In het zuiden van Spanje is ruim 37% van de jongeren werkloos. Van mijn vriendengroep van veertien man studeren er drie, hebben er twee een baan en zijn er negen werkloos! Ik wijs die laatste groep graag op Maastricht, want dat is echt een mooie en gezellige stad. Wel moest ik er aan wennen dat hier echt alles op afspraak gaat. In Spanje loop je gewoon naar buiten en ontmoet je elkaar en zijn er meer feestjes. Qua werk vind ik het hier echter prettiger dan in Spanje. Je krijgt hier aanzienlijk meer verantwoordelijkheid en verpleegkundigen en artsen opereren in Maastricht vrijwel op gelijke voet. Ook het probleemgestuurd onderwijs vind ik beter dan het klassikale onderwijs in Spanje. Dankzij skype en internet kunnen we onze familie en vrienden in Spanje toch regelmatig zien. Even teruggaan naar Spanje is ook al geen probleem, want je hebt tegenwoordig al voor veertig euro een vliegticket. Ik ben dolblij met deze kans!” Vooralsnog zijn alle partijen zeer te spreken over dit positieve experiment. “Als dat zo blijf, gaan we straks misschien ook in andere Zuid-Europese landen verpleegkundigen werven!”, aldus Michel van Zandvoort.
6 | summumgazet 105
Afdeling Psychiatrie niet bang voor TRIPOD-onderzoek
“Leer van fouten om herhaling te voorkomen” Om te leren van ernstige incidenten zet ons ziekenhuis regelmatig de zogeheten TRIPOD- analyse in. Een onderzoek om oorzaken van ernstige incidenten te achterhalen. De verpleegafdeling Klinische Psychiatrie ziet de meerwaarde. “Als je niet terugkijkt en reflecteert, leer en vorder je als afdeling niet”, aldus afdelingshoofd Egide Keulen. “Op onze afdeling communiceren we altijd open over incidenten”, zegt Egide Keulen, afdelingshoofd van verpleegafdeling B1-Klinische Psychiatrie. Dat gebeurde ook na een recente geweldsuiting van een patiënt in de nachtdienst. Zoals gebruikelijk op B1 na een (ernstig) incident vond binnen vierentwintig uur intervisie plaats met alle betrokkenen van de afdeling. Maar omdat het een ernstig incident betrof, zette de afdeling Kwaliteit & Veiligheid daarnaast een zogeheten TRIPOD-analyse in. Dit is een door Shell ontwikkelde, diepgravende methodiek om incidenten te analyseren. Doel is latente oorzaken van ‘fouten’ te achterhalen. “De focus ligt daarbij niet op personen of wie er nou schuldig is”, benadrukt Jos Hoofs, stafadviseur Patiëntveiligheid. “TRIPOD legt juist de barrières en systeemfouten in de organisatie bloot, zodat we de veiligheid kunnen verbeteren.” Ons ziekenhuis werkt sinds twee jaar met TRIPOD en in die tijd is er ongeveer twintig keer gebruik van gemaakt. In aanmerking komen veelal incidenten waarvoor meldingspicht geldt bij de Inspectiedienst voor de Gezondheidszorg (IGZ), maar eventueel ook ‘bijna-incidenten’. Om deze onderzoeken uit te voeren, zijn vijftien collega’s opgeleid. Een gemêleerd gezelschap dat opereert in wisselende duo’s. Aan de hand van interviews met de betrokken medewerkers over het hoe en wat rond een incident
stelt het onderzoeksduo een diagram op dat de toedracht weergeeft. Nee, niet alle afdelingen staan te springen om een TRIPOD, weet Hoofs. “Mensen zijn geneigd om in de verdediging te schieten: ‘Ik heb toch alles goed gedaan?’. Er heerst vaak nog argwaan.” “Niet alle specialismen zijn gewend open te communiceren over incidenten”, denkt Carsten Leue, psychiater van B1. “Omdat wij gewend zijn dat wel te doen, hebben we het onderzoek geen moment als bedreigend ervaren. Terugkijken en reflecteren moet je doen, anders kun je als afdeling geen vordering maken.” Volgens Leue verliep de TRIPOD in wezen niet veel anders dan de eigen intervisie. “Je probeert samen antwoord te vinden op vragen als: wat is precies gebeurd? Hadden we dit kunnen voorkomen en hóe dan? Meerwaarde van TRIPOD is dat buitenstaanders meekijken. Zij toetsen het incident op onafhankelijke wijze en daardoor komt de complexiteit bloot te liggen. Wat door de TRIPOD duidelijk wordt, is dat op meerdere vlakken, door de hele organisatie heen, van alles speelt wat het verloop van een incident beïnvloedt. Terwijl wij met onze eigen intervisie vooral gefocust zijn op ónze afdeling.“ Toch sluiten de conclusies en verbeterpunten uit de TRIPOD goed aan bij de uitkomst
Wie staat op de foto? De stafdienst Communicatie archiveert het oude fotomateriaal van ons ziekenhuis. Van enkele foto’s is onduidelijk wie er op staat. Herkent u iemand op deze foto? Mail dan de SUMMUM-redactie, E
[email protected]. Kijk voor een grotere weergave van de foto op Intraspect onder de nieuwsberichten. Bent u nieuwsgierig naar wie op de foto in gazet 104 staat? Kijk dan op Intraspect onder ‘Ondersteunende diensten’ > Communicatie > Fotografie > Historische foto’s.
van de eigen intervisie bij B1. Afdelingshoofd Keulen: “Belangrijkste leerpunt is dat we als team ’s avonds pro-actiever moeten zijn. Als een patiënt aan het begin van de avond onrustig is, zorg dan dat er een oplossing ligt voordat de dienstdoende verpleegkundige alleen de nacht in gaat. Daarnaast hebben we met de avond- en nachthoofden en de bewaking opnieuw afspraken gemaakt over hoe snel ze ter plekke moeten zijn. Kijk, en dan helpt een TRIPOD-analyse. Je kunt wat meer gewicht in de schaal leggen als je niet alleen namens de afdeling spreekt.” Uitgangspunt van TRIPOD is ook om maximaal te leren van incidenten, dus organisatiebreed. “Het mooie van dit
systeem is dat je met andere afdelingen ervaringen kunt uitwisselen om eventueel stappen te ondernemen”, aldus Brigitte Gabriëls, adjunct-directeur RVE Geestelijke Gezondheidszorg. “Zelf zou ik het nog mooier vinden als afdelingen in de toekomst ook zelf om een TRIPOD vragen. Medewerkers zouden het dan ook niet meer als een bedreiging moeten zien, maar als een kans om te leren. Incidenten kunnen een behoorlijke impact hebben. Objectieve incidentanalyse kan dan steun bieden en helpen bij het verwerkingsproces. Dit vergt overigens wel zeer goede communicatieve vaardigheden van de onderzoeksteams. Een aandachtspunt wat ons betreft. Medewerkers moeten zich veilig en gerespecteerd voelen, willen ze open durven spreken.”
Collega’s in China Collega’s Josiane Boyne (hartfalenverpleegkundige) en Jeroen Hendriks (atriumfibrillerenverpleegkundige) waren onlangs in China voor het BIT’s 3rd Annual International Congress of Cardiology in Beijing. Zij presenteerden er hun onderzoeksresultaten (Josiane is promovendus telebegeleiding bij
hartfalen, Jeroen promovendus gespecialiseerde poli voor patiënten met atriumfibrilleren’) en maakten ook kennis met de zorg voor cardiologische patiënten in de dagelijkse Chinese praktijk. Lees hun reisverslag op Intraspect > Patiënt & Zorg > Nieuws.
Jeroen Hendriks en Josiane Boyne (1e en 2e v.l.) met Chinese collega’s.
7 | summumgazet 105
Xilloc Medical BV gaat de wereld veroveren Een patiënte krijgt een nieuwe onderkaak die is gemaakt met een 3D-printer. Nee, het is geen scene uit een science-fiction film, maar pure realiteit. Bedacht en gerealiseerd door Maikel Beerens, sinds augustus vorig jaar oprichter en directeur van Xilloc Medical BV, een dochter van de Maastricht UMC Holding. Hoewel nog piepjong, is Xilloc hard op weg een wereldspeler te worden op het gebied van op maat gemaakte implantaten: het bedrijf heeft ondertussen al vijf prestigieuze awards (zie kader) in de wacht gesleept, in 3 maanden tijd. Voor Maikel Beerens is het winnen van awards niets nieuws. In 2006 won hij met zijn afstudeeropdracht Customs Made Implants al de Fontys Technology Award. Die afstudeeropdracht was tevens zijn entree bij Instrument Development Engineering & Evaluation (IDEE) van de Universiteit Maastricht. Toen realiseerde hij ook zijn eerste op maat gemaakte schedelimplantaat. Daarna ging Beerens twee dagen per week bij IDEE aan de slag en heeft hij daarnaast in deeltijd verder gestudeerd. “Na een paar jaar bood IDEE me een vast contract aan”, vertelt hij. “Fantastisch natuurlijk. Een geweldige werkplek én zekerheid. Maar tegelijkertijd vroeg ik me af of ik dat wel écht wilde”. Nee dus, het ondernemerschap lokte meer. En toen leek het voor Maikel Beerens alsof hij in een achtbaan stapte. Maar uiteindelijk vielen de puzzelstukjes op hun plaats en bleken belangrijke sleutelfiguren achter zijn plannen te staan. De Maastricht UMC-Holding ‘plakte’ de businesskant aan de plannen van Maikel Beerens. Niet alleen met een investering in
Xilloc Medical BV, maar ook met ondersteuning en facilitering. De holding helpt zodoende een goed idee te vercommercialiseren – én te valoriseren – en uiteindelijk voldoende winst te maken om weer nieuwe bedrijven op weg te helpen. Het klinkt misschien oneerbiedig, maar je kunt een deel van Xilloc Medical BV vergelijken met een innovatieve webshop voor artsen. Het bedrijf ontwikkelt namelijk momenteel een online-bestelsysteem, waar een arts zich kan registreren en vervolgens een CT-scan uploaden voor het gewenste implantaat. Ook heeft Xilloc een iPad-applicatie ontwikkeld waarmee het eerste designvoorstel en eindresultaat kunnen worden gepresenteerd. Dan volgt een ontwerpfase waarin de arts nadere specificaties kan aangeven en waarin via ‘trail and error’ een definitieve blauwdruk voor het implantaat wordt gemaakt. Het daadwerkelijke 3D-printen wordt tenslotte geoutsourced naar het bedrijf dat het best is toegerust voor het gewenste materiaal (bijvoorbeeld titanium of een polymeer of een combinatie daarvan).
Xilloc-directeur Maikel Beerens (l.) en Martijn Lamberti, directeur van de Maastricht UMC Holding.
Voor Maikel Beerens is de rit in de achtbaan nog niet voorbij. De awards, de eerste bedrijfssuccessen, de bijhorende perspresentaties en interviews én gesprekken met sollicitanten slokken hem volledig op. “Ik heb twee stage-studenten in dienst en binnenkort begint mijn eerste echte teamlid. Dankzij het kaakimplantaat zijn we als een raket de wereld in geschoten. Nu moet de vaart er in blijven. Over tien jaar moet Xilloc Medical BV dé plek zijn in de wereld voor aangezichtspecifieke implantaten”. Kijk voor meer info op: www.xilloc.com en www.mumc-holding.nl
Vijf awards Vijf belangrijke organisaties hebben Xilloc Medical BV in korte tijd een onderscheiding toegekend: – MKB Limburg Innovatieprijs 2011 (een kunstwerk en een reclamecampagne); – Shell LiveWIRE Award voor jonge ondernemers (€ 10.000,-); – Global Entrepeneurship Week (een dag leren van een gevestigde ondernemer); – New Venture (een onderscheiding voor het businessplan); – Additive Manufacturing Award (meest innovatief geprinte product).
Maastricht UMC+ moet een senior friendly ziekenhuis worden Toen collega’s Wubbo Mulder en Ron Warnier onlangs te gast waren in het Al-Mishari ziekenhuis in Saoedi-Arabië, raakte de geneesheer-directeur ter plekke enthousiast over hun benadering van de ouderengeneeskunde. ‘Dat wil ik ook!’ zei hij. En omdat in Saoedi-Arabië geld geen rol speelt, is het niet onwaarschijnlijk dat hij krijgt wat hij wil. Maar hoe ziet die aanpak eruit die zoveel enthousiasme oproept? “In Saoedi-Arabië werken veel buitenlandse specialisten, vooral specialisten uit Egypte”, zegt Wubbo Mulder, internist in het aandachtsgebied ouderengeneeskunde. “Egyptische artsen hebben een heel Amerikaanse manier van geneeskunde bedrijven, sterk farmaco-therapeutisch gekleurd: voor iedere aandoening moet een pil worden gegeven. In het Al-Mishari ziekenhuis kunnen ze dan ook goed overweg met deelproblemen zoals hoge bloeddruk en suiker, maar ze hebben geen artsen die naar de hele patiënt kijken, zoals wij in de ouderenzorg doen. Een meer
Ron Warnier
holistische benadering, zal ik maar zeggen.” Aardig voorbeeld van waar die focus op deelproblemen toe kan leiden, is dat de plaatselijke artsen in hun diagnostiek van een tweeënzeventigjarige patiënt niet onderkenden dat hij ook leed aan de ziekte van Parkinson en tekenen van dementie vertoonde. Een belangrijk hulpmiddel bij de ouderengeneeskunde zoals ons ziekenhuis die voorstaat, is TraZAG, een compact boekwerkje waarmee verpleegkundigen stap voor stap gezondheidsproblemen van ouderen in
Wubbo Mulder (l.) met de geneesheer-directeur van het Al-Mishari ziekenhuis.
kaart kunnen brengen. Dat instrument is in Nederland een succes: het Nederlands Huisartsen Genootschap heeft het als eerste voorkeur opgenomen in de praktijkwijzer POH-ouderenzorg. Inmiddels is er ook TraZAG-i, waarbij de ‘i’ staat voor intramuraal. Verpleegkundig specialist ouderengeneeskunde Ron Warnier, een van de opstellers van TraZAG: “Veel verpleegkundigen in ons ziekenhuis werken al met TraZAG – misschien zonder dat ze het zelf weten. Want TraZAG-i vormt een geïntegreerd onderdeel van de standaardvragen die elke verpleegkundige stelt als een 70-plus patiënt wordt opgenomen, de zogenaamde standaardanamnese in het verpleegkundig EPD.” “Kijk’, zegt Wubbo Mulder. “Het Maastricht UMC+ moet een senior friendly hospital worden. Om dat te bereiken, moeten
verpleegkundigen geriatrische problemen herkennen. Dat gebeurt met TraZAG-i. Het is leuk als je problemen herkent, maar vervolgens moet je natuurlijk ook weten wat je ermee doet. Die verpleegkundige vervolgacties kun je voor een deel standaardiseren – dat is stap twee. De derde stap is dan dat je geriatrische expertise inroept. Van iemand als Ron bijvoorbeeld. We willen dat er meer Ron Warniers in het ziekenhuis rondlopen.” Ron Warnier: “De expertise is er vaak al wel, maar ze wordt niet altijd ingeroepen.” En dit totale concept was het idee waar de directeur van het Al-Mishari ziekenhuis in Riaad zo enthousiast over werd dat hij het ook in zijn ziekenhuis wil introduceren - en verder vermarkten. TraZAG is te bestellen via E ron.warnier@ mumc.nl.
8 | summumgazet 105
Veilig van opname tot ONTSLAG Patiëntveiligheid staat hoog op de agenda in ons ziekenhuis. En dat geldt niet alleen voor een bezoek aan de poli en tijdens de behandeling of een opname. Ook wanneer de patiënt (bijna) naar huis mag is er oog voor veiligheid. Het verbeteren van het ontslagproces staat in de top 10 van verbeterprojecten van het management van ons ziekenhuis. Een projectgroep met vertegenwoordigingen uit meerdere disciplines ontwikkelde een checklijst om dit proces in kaart te brengen. Deze checklijst werd op verpleegafdelingen A4 en B5 getest. Tijdens het verblijf van een patiënt in ons
Vragen? Heeft u vragen over de ontslag procedure dan kunt u terecht bij: - Jan Claassens, Projectleider, E
[email protected]; - Gerard Castermans, Project teamlid, E
[email protected]; - Barbara Solberg, Projectteamlid, E
[email protected].
ziekenhuis nemen verschillende betrokken medewerkers allerlei acties om het naderend ontslag op een goede manier te laten plaatsvinden. Naast het inventariseren van de benodigde zorg ná de opname, gaat het hier bijvoorbeeld ook over de mogelijkheden van mantelzorg, het vaststellen van de ontslagdatum en de medicatieoverdracht. Al deze elementen zijn opgenomen in de checklijst, in 5 fasen: (1) bij de opname, (2) bij het naderend ontslag, (3) bij het ontslaggesprek, (4) het ontslagmoment zelf en (5) een laatste eindcheck. In al deze fasen hebben arts en verpleegkundige een rol in het aftekenen van de diverse elementen. Opvallend is dat er ook twee ‘stopmomenten’ in de checklijst zijn opgenomen: bij het naderend ontslagmoment en bij het ontslaggesprek. Als er op die momenten elementen niet zijn afgetekend kan het ontslagproces niet doorgaan voordat er overleg is geweest en arts en verpleegkundigen de diverse elementen hebben
MVV Maastricht en De Maastricht Studie: samen sterk tegen suikerziekte MVV Maastricht en De Maastricht Studie, ’s werelds grootste onderzoek naar oorzaken en gevolgen van diabetes type 2, gaan een structureel samenwerkingsverband met elkaar aan. Gedurende de gehele maand maart zijn er acties en evenementen om aandacht te vragen voor de strijd tegen diabetes type 2. De strijd tegen suikerziekte sluit naadloos aan bij een campagne om meer te bewegen en gezonder te eten. Bewegen en gezond leven zijn leidende thema’s van MVV Maastricht. De club voelt zich betrokken bij de gezondheid van de mensen in de regio Maastricht en is ervan overtuigd dat zij hierin samen met de selectiespelers en jeugdspelers een voorbeeldrol kan vervullen, en actief kan bijdragen aan een gezonde, sportieve en ontspannende leefstijl. Dat laatste geldt uiteraard ook voor De Maastricht Studie, die in de samenwerking tevens een uitgelezen kans ziet om meer naamsbekendheid te krijgen. MVV
presenteerde de samenwerking tijdens de nationale ‘Meer dan Voetbalweek’ begin maart. Dat is een landelijke campagne die aandacht vraagt voor de brede rol van voetbal in de maatschappij. Het samenwerkingsverband wordt gesteund door het Diabetes Fonds, de gemeente Maastricht en door farmaceutisch bedrijf Novo Nordisk, in het kader van zijn maatschappelijke changing diabetes-programma. Lees meer op www.mvv.nl en www.demaastrichtstudie.nl.
V.l.n.r. Maastricht UMC+ bestuursvoorzitter Guy Peeters, MVV-voorzitter Paul Rinkens en wethouder Albert Nuss.
afgetekend. Dit is vergelijkbaar met de Safety Checklist doe wordt gebruikt voor operatiepatiënten. Ook daarin zijn een aantal stopmomenten opgenomen. Tijdens de testfase zijn binnen een periode van 6 weken maar liefst 82 checklijsten verwerkt door A4 en B5. Om de ervaringen te evalueren, werden 58 patiënten gevraagd hun ervaringen via een vragenlijst te delen en 21 medewerkers hebben een vragenlijst
voor hun ervaringen ingevuld. Op basis hiervan is de checklijst verder geperfectioneerd. Nu de checklijst voor het opnameproces met succes is getest en verbeterd, wordt deze ontslagprocedure verder in ons ziekenhuis in gebruik genomen. Vanaf april worden de verpleegafdelingen en medisch specialismen geïnformeerd. Ook wordt de checklist in de toekomst digitaal in het EPD opgenomen.
Website genderverschillen Mannen gaan doorgaans veel later naar de dokter dan vrouwen. Het is een van de vele voorbeelden dat genderverschillen (de socio-culturele aspecten van het man/ vrouw-zijn, zoals cultuur en opvoeding) van invloed zijn op de gezondheid. De website - www.genderedinnovations.eu - doet de invloed van sekse- en genderverschillen op de gezondheid uit de doeken. De site geeft onderzoekers praktische methoden voor de analyse van sekse, gender en andere diversiteit (bijvoorbeeld etnische afkomst). De site is het werk van prof.dr. Ineke Klinge, biomedisch wetenschapper bij onderzoeksinstituut CAPHRI, en Londa Schiebinger van Stanford University (VS). Klinge en Schiebinger, die al geruime tijd samenwerken op het gebied van genderonderzoek, hebben de site gebouwd in
opdracht van de Europese Commissie. Via de site hopen ze te bewerkstelligen dat met name biomedisch wetenschappers meer rekening gaan houden met gendereffecten. Lees meer op www.azm.nl onder ‘Nieuws’.
Killercel geneest kanker Maastrichtse onderzoekers zijn erin geslaagd borstkanker bij muizen te genezen door gebruik te maken van zogenoemde natuurlijke killercellen. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat het principe niet ook bij de mens zou werken. Het probleem bij uitgezaaide borstkanker is dat een klein aantal cellen, de zogenoemde tumorstamcellen, van het begin af aan ongevoelig zijn voor behandeling. Uit die resistente tumorstamcellen ontstaan na de behandeling opnieuw sneller delende kankercellen die uiteindelijk ongevoelig worden voor alle standaardbehandelingen. Deze vormen uiteindelijk volledig resistente uitzaaiingen waaraan de patiënt zal overlijden. “Als iemand kanker heeft, dan hebben zijn eigen killercellen gefaald”, zegt onderzoeksleider internist-hematoloog dr. Michel van Gelder. “Door ze af te nemen
bij een donor en te injecteren bij de patiënt genees je de kanker. Bij muizen blijkt dit principe te werken. Ook menselijke NK-cellen hebben dit effect, zo is inmiddels in het laboratorium gebleken. De volgende stap is dat de methode daadwerkelijk kan worden getest op patiënten. Dat vervolgonderzoek kan nu worden gestart met een donatie van 83.600 euro van de Amerikaans-Nederlandse organisatie A Sister’s Hope. Daarnaast steunt ook het Kankeronderzoekfonds Limburg het project. Lees meer op www.azm.nl onder ‘Nieuws’ of in de Gezond Idee die in april verschijnt.
9 | summumgazet 105
Harry Steinbusch blij met aanstelling in China en Korea “De wetenschap groeit razendsnel in Korea en China, ook op het gebied van de neuroscience. Door met beide Aziatische landen samen te werken, kunnen we twee culturen op het gebied van de neuroscience bij elkaar brengen en echte synergie maken. Uiteindelijk moet de patiënt hiervan profiteren. Daarom ben ik superblij met mijn aanstelling in beide landen”, vertelt prof.dr. Harry Steinbusch. In Maastricht is Harry Steinbusch hoogleraar Cellular Neuroscience, maar vooral directeur van de School for Mental Health and Neuroscience (MHeNS). Sinds kort is hij bovendien als hoogleraar verbonden aan zowel de universiteit van Guangzhou in China als aan de universiteit in de Koreaanse stad Chungnam. Deze dubbele aanstelling biedt Maastrichtse masterstudenten, promovendi en postdocs een portaal naar beide landen. Andersom krijgen de Chinezen en Koreanen de kans om niet alleen in Maastricht, maar - via het EURON-netwerk - ook binnen andere Europese universiteiten onderzoek te doen en te studeren. “Dat past perfect binnen het streven van de Universiteit Maastricht naar verdere internationalisering. Het is ook uitdrukkelijk de bedoeling om over en weer colleges en masterclasses te gaan geven.” Zelf ziet Harry Steinbusch deze dubbelaanstelling als een logische stap in een carrière die altijd al internationaal gekleurd was. Voordat hij achttien jaar geleden vanuit Amsterdam naar Maastricht overstapte, werkte hij op verschillende plaatsen in de wereld. Gaandeweg ontwikkelde hij zo zijn specialisme: het (proefdier)onderzoek naar mechanismen die aan de basis liggen van neurologische en psychiatrische aandoeningen. “Veel van deze aandoeningen ontstaan tijdens de ontwikkeling van ons brein in de periode voor, tijdens en net na onze geboorte. Zo kunnen aandoeningen als autisme en schizofrenie veroorzaakt worden door een verstoorde groei.” MHeNS is gespecialiseerd in translationeel onderzoek. “Met proefdieronderzoek
proberen we oplossingen te vinden die we bij mensen kunnen toepassen. Daarnaast besteden we veel aandacht aan Gen–Omgevingsfactoren vanuit een epidemiologisch standpunt. Recentelijk werd gestart met een nieuw op te richten Maastricht Center for Brain and Neurotherapeutics met als doel het ontwikkelen van nieuwe technieken voor het herstellen van hersenschade. Hierbij kan het werk binnen een groot aantal klinische vakgroepen worden gebundeld, zoals de Neurochirurgie, Anesthesiologie, Neurologie, KNO, NeuroUrologie, Oogheelkunde en Neurowetenschappen. En om een paar ziektebeelden te noemen: de ziekte van Parkinson, epilepsie, de ziekte van Alzheimer, beroerte, pijn. “Samenwerking binnen onze eiegen organisatie en met andere Nederlandse en buitenlandse universiteiten is daarin cruciaal.” Zo coördineert zijn eigen onderzoeksschool het samenwerkingsverband EURON van dertien universiteiten in Nederland, België, Frankrijk en Duitsland. Alle neuroscienceexperts van deze universiteiten werken hierin samen. “Maar wij misten in het onderzoek wel een belangrijke expertise, namelijk de Proteomics, de techniek van eiwitsynthese. Wat wij graag willen weten is of bij de ziekten die wij onderzoeken sprake is van problemen in eiwitsynthese.” De onderzoekers in Korea zijn daar juist in gespecialiseerd. Zij voeren het Human Proteomics Project aan dat is gericht op het ontrafelen van alle menselijke eiwitten. De Chinese onderzoekers zijn weer sterk gespecialiseerd in diepe hersenstimulatie. “Weliswaar is deze expertise al binnen
EURON aanwezig, maar via de Chinese connectie kan een sterke uitbreiding en uitwisseling van data plaatsvinden. Voor de Chinezen en Koreanen geldt andersom dat zij toegang krijgen tot alle universiteiten van EURON, dat maakt samenwerking voor hen weer aantrekkelijk. Zij hebben ook een heel andere onderzoekscultuur en gaan zelden hypothese gericht te werk. Wij vaak juist weer wel. Die culturen brengen we nu samen.”
Klantgerichtheidtaart voor opvang Libische oorlogsslachtoffers De klantgerichtheidtaart van maart gaat naar de collega’s die 6 Libische oorlogsslachtoffers hebben verzorgd en begeleid tijdens hun opname in ons ziekenhuis. In november 2011 riep het Ministerie van VWS de hulp in van de traumacentra om 50 slachtoffers uit oorlogsgebieden in Libië te behandelen. In ons ziekenhuis werden zes slachtoffers opgenomen. Taalbarrière en cultuur bleken een uitdaging voor het medisch en verpleegkundig behandelteam. Tolken werden ingezet via het Nederlands Vertaalinstituut en een oproep via Intraspect leverde tevens enkele collega’s op die hielpen vertalen. Via het Rode Kruis werden twee buddy’s ingezet die voor de zes patiënten persoonlijke zaken organiseren. Het niet aanwezig zijn van familie en vrienden was voor de Libische patiënten erg moeilijk. Daarom werden laptops georganiseerd zodat zij konden mailen met het thuisfront, tv-kijken, muziek luisteren, etc.
De dienst Geestelijke Verzorging legde contacten met de Moskee in de stad zodat landgenoten hen konden bezoeken. En het Facilitair Bedrijf organiseerde Halal-maaltijden. Twee Libische patiënten zijn inmiddels terug gekeerd naar Libië, de overige worden poliklinisch behandeld. Dankzij de goede zorgen van alle behandelaars (artsen, het verpleegteam en voedingsassistentes van A4, paramedici, medewerkers van de poli Chirurgie), de dienst Geestelijke Verzorging, Catering Facilitair Bedrijf en de collega’s die hielpen bij het tolken. Een zeer verdiende taart dus.
Niet alleen de patiënt, maar ook student en docent profiteren van deze nieuwe samenwerking, maar het internationale bedrijfsleven bijvoorbeeld ook, besluit Steinbusch. “Bedrijven waar wij mee samenwerken - zoals DSM, Unilever, Johnson & Johnson en Medtronics - hebben vaak vestigingen in landen als China en Korea. Wij kunnen mensen in deze landen nu voorbereiden op het werk in die vestigingen.”
10 | summumgazet 105
Tefaf Oncology Chair voor Nobelprijswinnaar De Duitse Nobelprijswinnaar prof.dr. Harald zur Hausen krijgt de Tefaf Oncology Chair 2012 toegewezen, een bijzondere leerstoel op het gebied van kankeronderzoek, die wordt gesponsord door de Maastrichtse kunstbeurs. Prof.dr. Harald zur Hausen kreeg in 2008 de Nobelprijs voor zijn onderzoek naar het humaan papilloma-virus (HPV). Hij moest die overigens delen met twee Franse
Leren is leuk
Leren is leuk! Onder dit motto is tijdens de Persoonlijk Budgetmarkt een campagne gestart die iedereen ervan bewust wil maken dat leren leuk is welke leeftijd je ook hebt. Leren is minder ‘erg, saai, vermoeiend’ dan menigeen denkt? Bovendien is continue leren een noodzaak in een organisatie als de onze. De campagne ‘leren is leuk’ wil laten zien dat je eigenlijk op elk moment van de dag kunt leren. We leren bijvoorbeeld van elkaar door met elkaar te praten, ideeën met elkaar te delen en samen dingen te doen. We dragen onze ervaringen over en we leren van elkaars fouten. En als je het vanuit die kant bekijkt, dan is leren ook niet iets dat gebonden is aan een leeftijd. Leren doe je op elke leeftijd, of je nu twintig of zestig bent. Mocht je dus binnenkort ook op jouw afdeling deze posters zien, bedenk dan dat leren ook voor jou leuk kan zijn. Kijk op het Opleidingsportaal op Intraspect onder ‘Snel naar’ welke interessante opleidingen en e-learnings er zijn. Lees ook meer in de volgende gazet die in april verschijnt.
virologen voor hun ontdekking van het menselijk immuundeficiëntievirus, beter bekend als HIV. Zur Hausen is inmiddels met pensioen, maar geldt nog steeds als mondiale autoriteit op het gebied van onderzoek naar virussen die kanker kunnen veroor-zaken. Hij is voor de Tefaf Oncology Chair voorgedragen door onderzoeksinstituut GROW (School for Oncology & Developmental Biology). GROW onderzoekt namelijk ook het
humaan papilloma-virus in een samenwerking tussen de vakgroep Moleculaire Celbiologie en de medische specialismen gynaecologie, KNO en pathologie. Momenteel wordt gewerkt aan het ontwikkelen van nieuwe tests, die de aanwezigheid en bepaalde eigenschappen van het virus moeten aantonen. Lees meer op www.azm.nl onder ‘Nieuws’. In de volgende SUMMUM gazet een interview met prof. Zur Hausen.
‘Méér leren als je hart en hoofd verbindt.’
De European Vascular Course 2012 vond dit jaar plaats in het MECC van 11 t/m 13 maart. Ruim 1300 vaatchirurgen uit meer dan veertig landen maakten kennis met de state-of-the-art ontwikkelingen op hun vakgebied. (Regionale media, 12 maart)
Website genderverschillen Maastrichtse onderzoeker prof.dr. Ineke Klinge maakt samen collega’s van Stanford Universtity en in opdracht van Europese Commissie een website over genderverschillen in relatie tot gezondheid: www.genderedinnovations.eu. (Regionale en nationale media, 6 maart)
Roesje ‘De risico’s van een roesje’ kopte Dagblad de Limburger naar aanleiding van het promotieonderzoek van de Maastrichtse kinderarts-intensivist dr. Piet Leroy. Hij toonde aan dat de veiligheid van de ‘roesje-procedure’ voor verbetering vatbaar is en vaak ook niet effectief is, waardoor medische verrichtingen onnodig vaak falen of oncomfortabel zijn. (2 maart)
MVV en De Maastricht Studie gaan structureel samenwerken in de strijd tegen suikerziekte. Deze strijd sluit naadloos aan bij een campagne om meer te bewegen en gezonder te eten. Bewegen en gezond leven zijn leidende thema’s van de Maastrichtse voetbalclub. (Regionale media, 1 maart)
Killercel
Miem Castermans (62) Klachtenfunctionaris, jurist Vandaag leerde ik weer opnieuw van een patiënt dat een luisterend oor het allerbelangrijkste is. Hij wilde zijn verhaal kwijt, zijn emoties, en hoopte dat we ervan leren. Als ik met een helikopterview kijk naar iets dat is misgegaan, kan ik nog steeds enorm schrikken. Het goede is dat zoiets me triggert om te leren. De laatste jaren zie ik steeds meer de relativiteit van wetten en regels. Ze zijn natuurlijk nodig, maar ze kunnen zo verlammend werken dat ze de ziel en passie doen verdwijnen. En daarmee het ‘leren’ blokkeren. Je leert méér, ook professioneel, als je een verbinding maakt tussen hart en hoofd.
€ 700.000 euro voor tumoronderzoek
Colofon
EVC 2012
MVV
Leren is leuk. Zeker als je 62 bent.
Een consortium van Nederlandse kankeronderzoekers onder leiding van collega prof.dr. Piet van den Brandt heeft een subsidie van € 700.000 toegewezen gekregen door BBMRI-NL (Biobanking and Biomolecular Research Infrastructure Netherlands). De subsidie is bestemd voor onderzoek naar tumorheterogeniteit, om de onderlinge afstemming van onderzoek met biologisch lichaamsmateriaal te verbeteren en het materiaal toegankelijker te maken.
In het nieuws
Veel soorten kanker zijn biologisch en klinisch heterogeen, dat wil zeggen dat verschillende (moleculaire) subtypen van kanker vaak verschillende risicofactoren blijken te hebben, verschillen qua prognose en verschillend reageren op behandeling. Zowel bij de preventie als bij behandeling van kanker is er daarom steeds meer behoefte aan betere karakterisering en onderverdeling van kankertypen. Het realiseren van de daartoe benodigde grootschalige weefseltyperingen in grote bevolkingsonderzoeken (cohorten) is echter een groot probleem. Het onderzoek
SUMMUM gazet is een gemeenschappelijke uitgave voor alle medewerkers van het Maastricht UMC+. Uitgever stafdienst Communicatie azM Hoofdredactie Liz Tans Eindredactie Ellen Kennes Redactieadres Postbus 5800, 6202 AZ Maastricht T 043 387 51 12 , F 043 387 51 14, E
[email protected]
onder leiding van Piet van den Brandt (van de vakgroep Epidemiologie) wil bestaande cohorten in Nederland verrijken door toevoeging van gestandaardiseerde moleculaire weefseltyperingen op tumormateriaal verkregen via koppeling met pathologisch-anatomische laboratoria. Hierdoor zal het Nederlands kankeronderzoek zowel ten aanzien van preventie als prognose van behandeling van kanker een belangrijke stimulans krijgen. Lees meer op Intraspect > Onderwijs & Onderzoek > Nieuws.
Artikelen Ingrid Beckers / Karin Burhenne / Jos van Cann / Mary Derix / Andrea Heide / Willy Janssen / Ellen Kennes / Esther Lacko-van der Slikke / André Leblanc / Lieke Muyris / Peter Swelsen / Maastricht University Basisvormgeving Zuiderlicht, Maastricht Foto’s Andrea Beckers / Lauren Bouvrie/ Appie Derks / Alf Mertens / Danja Zurek
Onderzoekers van het Maastricht UMC+, onder leiding van dr. Michel van Gelder, zijn erin geslaagd borstkanker bij muizen te genezen door gebruik te maken van zogenoemde natuurlijke killercellen. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat het principe niet ook bij de mens zou werken, dat onderzoek duurt nog enkele jaren. (Nationale en regionale media, 29 februari)
IC Laurentius Ziekenhuis Roermond en het Maastricht UMC+ werken vanaf 1 februari duurzaam samen op het gebied van Intensive Care-zorg. Daardoor wordt de continuïteit en kwaliteit van de IC in het Laurentius Ziekenhuis voor de toekomst kwalitatief duurzaam geborgd. Concreet houdt dat in dat er sprake is van intensieve kennisuitwisseling. (Regionale media, 28 februari)
Weijerhorst St. De Weijerhorst schenkt drie miljoen euro aan het Maastricht UMC+ voor onderzoek naar metabole botziekten, botsterkte en osteoporose. Het onderzoek wordt uitgevoerd via een samenwerkingsverband tussen Maastricht UMC+ en VieCuri Medisch Centrum. (Regionale media, 15 februari)
Cartoon Ruben L. Oppenheimer Opmaak & Druk Schrijen-Lippertz, Voerendaal / Stein SUMMUM gazet wordt gedrukt op FSC milieugecertificeerd papier. De volgende SUMMUM gazet verschijnt medio april 2012. Kopij moet uiterlijk 9 april binnen zijn bij de redactie.