GEWIJZIGD EXEMPLAAR Verzameling raadsstukken nr. 32 Schiedam, 26 maart 2008 MO VEILIG P.J. Dullaart 010-2465599
[email protected] Ontwikkeling integraal actieplan bebouwde kom Bestuurssamenvatting en voorgesteld besluit: Cluster Afdeling Auteur Tel.nr. E-mail Onderwerp
Briefnr. Portefeuillehouder Datum b&w-besluit
08INT00186 Burgemeester 25-3-2008
alcohol en aanwijzing van een non alcoholzone voor de
1. Aanleiding Alcoholmisbruik, en alcoholgerelateerde overlast, komt de laatste jaren vooral bij jongeren steeds prominenter naar voren. Bij de politie zijn momenteel 15 overlastgevende groepen bekend, die uit ongeveer 300 (jonge) mensen bestaan. Deze groepen wisselen snel van plaats en samenstelling. Hulpverlening en politie onderhouden zo mogelijk intensief contact met deze groepen. Het zijn met name bovengenoemde jongeren die -veelal onder invloed van alcohol- buiten de boot dreigen te vallen. Om hierop in te spelen, wordt zowel beleidsmatig als in de uitvoering een sluitende aanpak voorgestaan. Dit vraagt om de opstelling van een gemeentelijk integraal actieplan alcohol waarbij ingegaan wordt op beperking van alcoholgerelateerde overlast en beperking van gezondheidsschade en daarin gemeentelijke accenten aanbrengt. De aanwijzing van een non alcoholzone voor de bebouwde kom is een sluitstuk van het gemeentelijke alcoholbeleid. Over de aanwijzing van een non alcoholzone is de afgelopen maanden veel gesproken. In het kader van zorgvuldigheid heeft het college op 5 februari 2008 het aanwijzingsbesluit, waarbij het gehele gemeentelijke grondgebied voor de periode van een jaar als non alcoholzone werd aangewezen, ingetrokken. Juridisch gezien is de oude situatie dus weer van toepassing. Daarmee is het probleem van alcoholgerelateerde overlast, zowel onder jongeren als volwassenen, echter niet aangepakt en staan de daarvoor geformuleerde doelstellingen uit het Collegewerkprogramma (verder CWP) onder druk. Voor de politie betekent het dat zij in de uitoefening van haar handhavende taak geconfronteerd wordt met een lappendeken van non alcoholgebieden en -gebiedjes, waardoor de handhaving niet is uit te voeren. De afgelopen weken heeft het gemeentebestuur, op grond van de thans voor handen zijnde informatie, de voorgestane landelijke aanpak en de (juridische) adviezen, het aanwijzingsbesluit nog eens tegen het licht gehouden. Gelet op de in het geding zijnde belangen en het feit dat het college de behoefte blijft behouden het alcoholgebruik en de (alcoholgerelateerde) overlast terug te dringen, wordt voorgesteld de aanwijzing van een non alcoholzone voor de bebouwde kom ter consultatie aan de gemeenteraad voor te leggen.
2. Bijlagen 1. Gegevens over alcoholgebruik onder de Schiedamse 12-21-jarigen; 2. De hoofdlijnenbrief alcoholbeleid van 20 november 2007; 3. Overzicht van plekken waar groepen jongeren zich ophouden; 4. Kaart huidige non alcoholzone + de thans geldende aanwijzingsbesluiten; 5. Juridisch advies.
3. Beleid (context) Verantwoord alcoholgebruik. Alcoholgebruik is sociaal en economisch diep in onze samenleving geworteld. Aan het gebruik van alcohol zijn ontegenzeggelijk positieve elementen verbonden. Het staat voor gezelligheid en het vergemakkelijkt het leggen van sociale contacten. Als er iets te vieren valt, zoals op braderieen, buurtfeesten, de Branders- en Maasboulevardfeesten, kermissen en koninginnedag, is alcohol veelal vrijelijk te verkrijgen. Bij volwassenen levert het drinken van één of twee glazen vrijwel nooit (lichamelijke) problemen op. Bij mensen van middelbare leeftijd heeft een matig en verstandig gebruik zelfs een beschermend effect op het ontstaan van bepaalde hart- en vaatziekten. Volgens de Gezondheidsraad is 1 glas bij vrouwen en 2 glazen bij mannen de bovengrens van verantwoord alcoholgebruik.
-2Overmatig alcoholgebruik. Overmatig alcoholgebruik leidt tot gezondheids- en maatschappelijke schade. Op jonge leeftijd kan het gemakkelijk tot alcoholvergiftiging, schade aan de hersenen, orgaanschade, black-outs en een grotere kans op hartinfarcten leiden. Vandaar dat het zgn. binge drinken (drinken om dronken te worden) of coma-zuipen erg onwenselijk is. Negatieve maatschappelijke gevolgen manifesteren zich vooral in gezinssituaties, op het werk, in het verkeer en tijdens het uitgaan. Dit uit zich o.a. in huiselijk geweld, overlast door uitgaande jongeren op straat, straatdrinkers, toenemend geweld, agressie en vernielingen, en onveiligheidsgevoelens bij bewoners. Enkele cijfers: In Schiedam: - Valt de alcoholconsumptie van 1455 jongeren van 12-21 jaar in de categorieën 5-9 x per maand; 10-19 x per maand of vrijwel dagelijks (zie bijlage 1: gegevens over alcoholgebruik onder de Schiedamse 12-21-jarigen); - Drinken 1054 jongeren in de leeftijd van 12-21 jaar per keer tussen de 5 en 9 glazen en 275 jongeren meer dan 10 glazen per keer; - Wordt alcoholgerelateerde overlast veroorzaakt door o.a. 15 groepen jongeren, die uit ongeveer 300 voornamelijk jonge mensen bestaan. Landelijk: - In 2004 was 9,3% van de bevolking tussen de 16-69 jaar probleemdrinker; - Het aantal jongeren dat thuis mag drinken neemt toe naar mate men ouder wordt. Onder de 12-jarigen mag 46% thuis alcohol drinken, op 16-jarige leeftijd is dat 85%; - 70% van het uitgaansgeweld (waaronder ook seksueel geweld) wordt veroorzaakt onder invloed van alcohol. Uit onderzoek blijkt dat jongeren minder drinken naarmate ouders meer regels stellen. Naarmate ouders zelf meer drinken, zijn zij echter geneigd minder regels te stellen. Voor de aanpak van overmatig alcoholgebruik van kinderen is de inzet van ouders dus van cruciaal belang (uit de hoofdlijnenbrief alcoholbeleid van 20 november 2007 van het ministerie van VWS; zie bijlage 2). Gemeentelijke en rijksdoelstellingen. Niemand van 0-23 jaar valt buiten de boot. In het CWP heeft het gemeentebestuur geformuleerd dat niemand uit de leeftijdsgroep van 0 tot 23 jaar buiten de boot mag vallen. Voor hen die het niet goed doen, zal het beleid gericht zijn op ondersteuning en disciplinering. In dit verband zijn de woorden "ondersteuning en disciplinering" leidend voor de Schiedamse aanpak. De rijksoverheid geeft in haar alcoholbeleid aan dat jongeren de belangrijkste doelgroep zijn. Voorkomen is immers beter dan genezen. De rijksoverheid wil o.a. bereiken (1) dat kinderen niet voor hun 16de gaan drinken; (2) dat jongeren minder drinken; (3) dat minder mensen lichamelijk en geestelijk afhankelijk worden vanwege overmatig alcoholgebruik en dat (4) de schadelijke gevolgen van overmatig alcoholgebruik worden verminderd. Hiervoor zijn voor 2011 een tweetal doelstellingen geformuleerd: -
het percentage kinderen van 12/15 jaar dat alcohol gebruikt, moet worden teruggebracht tot 62%; was in 2003 82%; het percentage volwassen probleemdrinkers moet worden terugbracht naar 8%; in 2004 9.3%.
De rijksoverheid verwacht van gemeenten dat zij actief en met een gerichte aanpak vorm geven aan het realiseren van bovengenoemde doelstellingen. De contouren van de gemeentelijke aanpak. In het kader van de (alcohol)preventie participeert de gemeente samen met Vlaardingen en Maassluis in de Regio Nieuwe Waterweg Noord. In regioverband worden allerlei activiteiten ontplooid. Zo wordt iedere vier jaar een gezondheidsnota opgesteld waarin iedere gemeente haar eigen accenten kan aanbrengen, met als doel om via preventie een betere gezondheid voor zo veel
-3mogelijk mensen te bereiken.
-4Daarnaast is een Regiovisie verslavingsbeleid Nieuwe Waterweg Noord voor 2004-2006 opgesteld. Het is de bedoeling in het derde kwartaal van 2008 de drie betrokken gemeenteraden een geactualiseerde versie voor te leggen. De visie is uitgewerkt in het Werkplan integrale verslavingspreventie Nieuwe Waterweg Noord 2006-2008. Specifiek voor alcoholpreventie is er in december 2007 van Bouman-GGZ een Plan van Aanpak alcoholmatiging Jeugd 2008 verschenen. Recent is dit plan van aanpak aan de raad voorgelegd. Zo heeft Bureau Halt bij alcoholgerelateerde delicten een speciale aanpak. Onderdeel van de alternatieve straf voor deze jongeren (12-17 jaar) is om verplicht een voorlichting over alcohol te volgen die verzorgd wordt door Bouman-GGZ. Zo is repressie het begin van preventie. Gelet op de hoge maatschappelijke kosten en de gerichte aanpak die het rijk van de gemeente verwacht, is het wenselijk een gemeentelijke integraal actieplan alcohol op te stellen, waarbij ingegaan wordt op beperking van alcoholgerelateerde overlast en beperking van gezondheidsschade en daarin gemeentelijke accenten aanbrengt. Voorgesteld wordt de gemeenteraad uiterlijk 28 september 2008 een integraal actieplan alcohol aan te bieden, waarin: 1. de doelstellingen worden uitgewerkt; 2. rekening wordt gehouden met al bestaande gemeentelijke en regionale initiatieven op het terrein van alcoholmatiging en verslavingszorg; 3. uitgaande van de doelstellingen, samenwerkingsafspraken worden gerealiseerd met de verschillende instanties die binnen het gemeentelijke grondgebied werkzaam zijn, zoals de Politie, de Brandweer, de Voedsel en Waren Autoriteit, het Openbaar Ministerie, de Koninklijke Horeca Nederland, de lokale horeca, de winkeliers, de centrumbewoners, de verslavingszorg, de regionale gezondheidsdienst, de scholen en het jongerenwerk en de risicogroepen etc.; 4. wordt ingezet op een samenhangend pakket van maatregelen, waar aandacht wordt gegeven aan, intensivering, uitbreiding of inzet van nieuw beleid zoals: 1. voorlichting en preventie onder jongeren en ouders; 2. een gerichte aanpak (o.a. door trainingen) in de gezondheidzorg, bij de politie en het jongerenwerk op het terugdringen van beginnende alcoholproblematiek (de zgn. vroegsignalering). Het doorgeleiden van jongeren door politie en jongerenwerk naar de Gemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak (GOSA) en Halt-trajecten; 3. de invoering van rijksmaatregelen (zoals nieuwe regelgeving alcoholverstrekking sportkantines); 4. aandacht wordt gegeven aan de vormgeving van gemeentelijke maatregelen, zoals voorgesteld in de hoofdlijnenbrief alcoholbeleid van het ministerie van VWS, zoals (nadat de gemeenteraad deze bevoegdheden heeft gekregen): - optrekken leeftijdsgrens voor de verstrekking van zwak alcoholische dranken naar 18 jaar; - jongeren die alcohol bezitten, strafbaar stellen; - toezicht op de naleving van leeftijdsgrenzen verscherpen; 5. afspraken maken met de horeca/paracommercie (convenant) over alcoholmarketing, toelatingsbeleid en schenkbeleid. De opdracht tot het opstellen van een integraal actieplan alcohol te verstrekken aan de Clustermanager Maatschappelijke Ontwikkeling.
4. Afwegingen. Aanwijzing non alcoholzone De aanwijzing van een non-alcoholzone is een sluitstuk van het gemeentelijke alcoholbeleid. De aanwijzing van de zone draagt tevens bij aan een drietal speerpunten uit het Collegewerkprogramma, te weten vermindering van overlast op straat; verbeteren van de stedelijke veiligheid en in de leeftijdsgroep van 0-23 jaar mag niemand buiten de boot vallen. In eerste instantie lijkt het er op dat het bij de aanwijzing van een non alcoholzone alleen gaat om disciplinering. Dat is echter geenszins het geval. Naast de uitoefening van haar repressieve taak geeft de politie in dit kader ook vorm aan haar doorverwijsfunctie naar de hulpverlenende instanties.
-5-
Besluitvorming en communicatie. Over de aanwijzing van een non alcoholzone voor het gehele gemeentelijke grondgebied is veel gesproken. Het college besloot 5 februari 2008 terug te komen op het besluit de gehele gemeente aan te wijzen als een non alcoholzone en het aanwijzingsbesluit van 13 november 2007 in te trekken. Daarbij heeft zij tevens aangegeven zich nader te zullen beraden en met nadere voorstellen te komen. In dit verband is de besluitvorming die ten grondslag lag aan het ingetrokken aanwijzingsbesluit nogmaals tegen het licht gehouden. Waarbij het volgende is geconstateerd: ● bij navraag bleek dat de externe jurist in zijn advies -dat ten grondslag lag aan het besluit van 5 februari 2008- een aantal feiten niet in ogenschouw heeft genomen en van een andere uitgangspositie is uitgegaan (zie bijlage 5: juridisch advies); ● nogmaals is onderzocht of het college bevoegd is tot het nemen van het aanwijzingsbesluit voor het gehele gemeentelijke grondgebied. Aangezien de aanwijzing een tijdelijk karakter heeft, bij wijze van proef voor de duur van een jaar, kan het besluit door het college worden genomen. Vervolgens zijn in dit verband nog een aantal andere activiteiten ontplooid: ● 12 februari 2008 heeft het college tijdens haar vergadering de besluitenlijst van 5 februari 2008 vastgesteld en het besluit inzake de non alcoholzone aangevuld. Op grond van dit besluit heeft 13 februari 2008 publicatie in de gemeenteberichten plaatsgevonden; ● na publicatie in de gemeenteberichten bleek op 18 februari 2008 het dossier niet op orde. Er bleek nog één geldig aanwijzingsbesluit te zijn, waarmee geen rekening was gehouden. Dit aanwijzingsbesluit van 3 december 2002 is nog steeds van kracht. ● de omvang van het probleem is nogmaals in kaart gebracht: Alcoholgerelateerde overlast wordt meestal veroorzaakt door jongeren. 1. in het onderzoeksrapport van het Jeugdinstituut van de Vrije Universiteit "Normeringen voor jongerenwerk in Schiedam" wordt uitgegaan van een risicogroep van 2089 jongeren; 293 licht criminele jongeren en een harde kern van 52 jongeren; 2. 1054 jongeren in de leeftijd van 12 -21 jaar drinken per keer tussen de 5 en 9 glazen en 275 jongeren drinken meer dan 10 glazen per keer. ● het probleem van alcoholgerelateerde overlast, zowel door jongeren als volwassenen, om een aanpak vraagt aangezien: 1. de politie in haar handhavende taak geconfronteerd wordt met een lappendeken aan non alcoholgebieden en gebiedjes (zie voor kaartmateriaal + de geldende aanwijzingsbesluiten bijlage 4); 2. voor het college de daarvoor geformuleerde doelstellingen in het CWP onder druk staan. Conclusie is dat, 1. de burgers niet duidelijk gemaakt kan worden waar in de stad exact de non alcoholzone van toepassing is (zie ook punt 2); 2. handhaving van de thans geldende aanwijzingsbesluiten in de praktijk niet of nauwelijks mogelijk is. Zo staat de politie voor vragen of iemand 49 of 51 meter van een wipkip verwijderd is. In de uitvoering moet de politie kunnen beschikken over eenvoudig en slagvaardig te hanteren instrumenten; 3. het dagelijks bestuur de behoefte blijft houden het alcoholgebruik en de (alcoholgerelateerde) overlast terug te dringen. Waarom aanwijzing van de bebouwde kom. De politie heeft binnen het gemeentelijke grondgebied de alcoholgerelateerde overlastgevende plaatsen in kaart gebracht (zie bijlage 3: overzicht van de plekken waar groepen jongeren zich ophouden). Er zijn 15 groepen jongeren die zich snel, van de ene locatie naar de andere verplaatsen. De grootte en de samenstelling van de groepen fluctueert. Zij waaieren als het ware uit binnen de bebouwde kom. Een groot deel van de jongeren is bekend bij de jeugdhulpverlening en/of politie. Met de huidige "lappendekken" van non alcoholgebieden en gebiedjes pleit dit voor de aanwijzing van één aaneensluitend gebied, namelijk de bebouwde kom, als non alcoholzone.
-6-
Ter voorkoming en bestrijding van overlast, hinder en/of baldadigheid (de handhaving zal in deze zin worden uitgevoerd), dient het college de bebouwde kom van de gemeente Schiedam aan te wijzen als gebied waar het niet is toegestaan om alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben (APV artikel 2.4.4 b, lid 2). 1. Er zijn geen andere middelen die het doel voorkomen en/of bestrijden van overlast even effectief kunnen bereiken als deze aanwijzing van de bebouwde kom. 2. Ook lid 1 van artikel 2.4.4 b APV is in dit kader aanzienlijk minder effectief omdat bij de bewijsvoering naast het "nuttigen" ook de "overlast" bewezen dient te worden, wat in de praktijk een zware bewijslast blijkt te zijn. De periode waarin het besluit zal gelden, eindigt één jaar na het genomen aanwijzingsbesluit. Voor het aflopen van deze termijn zal geëvalueerd worden, waarbij bekeken zal worden of het besluit het beoogde effect heeft gehad. Daarbij wordt aangetekend dat mocht de alcoholgerelateerde overlast zich verplaatsen naar het buitengebied dan zal daarvoor separaat een aanwijzingsbesluit moeten worden genomen. Uit de toelichting bij de model-APV van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (verder VNG) blijkt dat slechts een duidelijk omschreven gebied aangewezen kan worden. De model APV wordt in de regel door gemeenten als leidraad gebruikt voor de opstelling van de eigen APV. Het is, volgens deze toelichting, niet mogelijk het grondgebied van de gehele gemeente aan te wijzen. Er moet een gerechtvaardigde vrees zijn voor aantasting van de openbare orde, of er reeds sprake geweest zijn van aantasting van de openbare orde. Dit kan, volgens de VNG, nooit het geval zijn voor het gehele grondgebied van de gemeente. Daarnaast zou in zo’n geval, volgens de toelichting, elk alcoholgebruik op de openbare weg, ook van goedwillende personen, in de gehele gemeente verbieden. Dat gaat te ver volgens de VNG. De evenredigheid tussen middel en doel is afwezig en daarmee in strijd met artikel 3:4 van de Awb (evenredigheidsbeginsel en belangenafweging). De argumenten voor de aanwijzing van de bebouwde kom zijn de volgende: 1. alcoholgerelateerde overlast doet zich in het grootste deel van het gemeentelijke grondgebied voor. Duidelijk is dat de "Schiedamse" groepen zich snel verplaatsen. Daarnaast wordt de gemeente geconfronteerd met enkele overlastgevende groepen, afkomstig uit andere gemeenten, die het grondgebied passeren; 2. bij de evaluatie van de aanpak jeugdoverlast in Schiedam Noord bleek dat het aanwijzingsbesluit een effectief instrument is. Eind 2006 was de jeugdoverlast in Noord erg toegenomen. Onder invloed van alcohol kwam overlast -soms gepaard gaande met vernielingen- veel voor. In 2004 waren er 178 meldingen geregistreerd bij de politie, in 2005 312 meldingen en in 2006 zelfs 584 meldingen. Na o.a. aanwijzing van een non alcoholzone in Noord, eind 2006, nam de (alcoholgerelateerde) jeugdoverlast daar af met 46,5%; 3. landelijk wordt stevig ingezet op de aanpak van alcoholgebruik door jongeren (zie de hoofdlijnenbrief alcoholbrief van het ministerie van VWS). Het nemen van het aanwijzingsbesluit past daar binnen; 4. de gemeenten Dongen, Ronde Venen, Gilze-Rijen en Raalte hebben hun gehele grondgebied aangewezen als non alcoholzone. In sommige van deze gemeenten houdt dit besluit al meer dan 5 jaar stand. Er is nog geen jurisprudentie waaruit blijkt dat een dergelijk besluit, onder de gegeven omstandigheden, niet genomen had kunnen worden. Daarnaast zijn er nog een aantal gemeenten die hun bebouwde kom als nonalcoholzone hebben aangewezen. 5. de ervaring bij andere gemeenten leert ook dat ouders het over het algemeen eens zijn met deze aanpak en geen stappen naar de rechter ondernemen. 6. bij evenementen kan de burgemeester uitzonderingen maken op de geldigheid van de non alcoholzone via de vergunning. Tijdens bepaalde Schiedamse feesten kan een uitzondering gemaakt worden op de geldigheid van de non alcoholzone, deze is dan niet van kracht op een nader te bepalen deel van het gebied waar het evenement wordt gehouden en voor de periode dat dit evenement gehouden wordt, te denken valt aan bepaalde grotere evenementen, zoals de Brandersfeesten en de Maasboulevardfeesten. Geadviseerd wordt deze feesten niet direct uit te zonderen, maar in overleg met politie en vergunninghouder(s) per feest of
-7evenement te bepalen. De voorgestelde wijziging van artikel 2.4.4 b lid 4 APV betreft een technische aanpassing, namelijk het redigeren van een verschrijving. In dit lid dient "vierde lid" te worden vervangen door "tweede lid". Waarom wordt het besluit ter consultatie aan de gemeenteraad voorgelegd? In artikel 169, lid 4 van de Gemeentewet is naast de actieve informatieplicht de consultatieplicht verwoord. Indien bevoegdheden ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor de gemeente, moet het college de raad consulteren. Doordat aanwijzing van een non alcoholzone ook in de gemeenteraad veelvuldig onderwerp van gesprek is geweest, bestaat aanleiding om een nieuw besluit te nemen. Immers zonder besluit wordt het probleem niet aangepakt. Dit besluit dient, vanwege alle af te wegen belangen, zorgvuldig te worden genomen. Op grond van de thans voor handen zijnde informatie, de landelijke aanpak van alcoholmisbruik en het belang dat de raadsleden hechten aan een goede besluitvorming rond dit onderwerp, wordt het principebesluit ter consultatie aan de gemeenteraad voorgelegd.
5. Gevolgen Wat wordt beoogd met de non alcoholzone. In de uitoefening van de handhavende taak van de politie gaat het er niet om dat iemand die met alcoholische dranken wordt aangetroffen vervolgens een boete ontvangt. Het handhaven van de gestelde regels is bedoeld om overlast terug te dringen, dat is het uitgangspunt van de APV. Daarmee wordt expliciet aangegeven dat de politie alleen bij alcoholgebruik kan optreden wanneer er sprake is van, of gerede kans is op overlast in welke vorm dan ook. Er is dan ook geen sprake van "drooglegging" van de bebouwde kom. Het gaat om een instrument dat de politie op maat kan gebruiken. De politie kan ingrijpen (= discretionaire bevoegdheid), en zal dat vooral doen bij jongeren/volwassenen die al vaker met de politie voor alcoholmisbruik en / of alcoholmisbruik met daaraan gerelateerde overlast in aanraking zijn geweest en overlast veroorzaken. Om de discretionaire bevoegdheid vorm te geven, is de politie bij de aanwijzing van Schiedam Noord geïnstrueerd over de wijze waarop zij deze bevoegdheid dient te hanteren. Ondanks dat er sedert 2001 al aanwijzingsbesluiten zijn, zijn er geen incidenten bekend van bekeurden die bezwaar hebben aangetekend of een klacht over het politieoptreden hebben ingediend. Wij stellen u voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit vast te stellen. Burgemeester en wethouders van Schiedam, de secretaris, de burgemeester, B. Marinussen
W.M. Verver-Aartsen
Aan de gemeenteraad van Schiedam De raad van de gemeente Schiedam; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; b e s l u i t: I.
kennis te nemen van het besluit van het college om de clustermanager Maatschappelijke Ontwikkeling de opdracht te verstrekken een integraal actieplan alcohol op te stellen, waarin: 1. de doelstellingen worden uitgewerkt; 2. rekening wordt gehouden met al bestaande gemeentelijke en regionale initiatieven op het terrein van alcoholmatiging en verslavingszorg; 3. uitgaande van de doelstellingen, samenwerkingsafspraken worden gerealiseerd met de verschillende instanties die binnen het gemeentelijke grondgebied werkzaam zijn;
-84.
wordt ingezet op een pakket samenhangende maatregelen om tot een sluitende aanpak te komen; 5. en deze uiterlijk 28 september 2008 ter vaststelling aan de gemeenteraad aan te bieden. II. geen wensen of bedenkingen kenbaar te maken ten aanzien van het volgende beginselbesluit van het college: 1. ter voorkoming van overlast, hinder en/of baldadigheid, de bebouwde kom van de gemeente Schiedam aan te wijzen als gebied waar het niet is toegestaan om alcoholhoudende drank te nuttigen of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben (APV artikeI 2.4.4 b, lid 2) en daarbij te bepalen dat: a. de periode waarin het aanwijzingsbesluit zal gelden, eindigt één jaar na het genomen aanwijzingsbesluit; b. voor het aflopen van deze termijn geëvalueerd zal worden, waarbij bekeken zal worden of het onderhavige besluit het beoogde effect (de afname van alcoholgerelateerde overlast) heeft gehad. 2. alle eerder genomen besluiten inzake het aanwijzen van gebieden waar het niet is toegestaan alcohol te nuttigen en of geopende verpakkingen alcoholhoudende drank bij zich te hebben, op grond van APV artikel 2.4.4 b, lid 2, in te trekken. III. artikel 2.4.4 b lid 4 APV als volgt te wijzigen: "De burgemeester kan in een vergunning als bedoeld in artikel 2.2.2 of in een vergunning als bedoeld onder artikel 2.2.4 onder door hem te stellen voorwaarden ontheffing verlenen van het in het eerste lid of in het tweede lid gestelde verbod". IV. Art. 2.4.4 b lid 4 nieuw treedt in werking op de achtste dag na vaststelling. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van de griffier,
de voorzitter,
J. Gordijn
W.M. Verver-Aartsen