Raad 26 september 2008 V gewijzigd 10 september 2008

Raad 26 september 2008 Onderwerp:

V200800923

gewijzigd 10 september 2008

aanvragen verklaring van geen bezwaar uitbreiding glastuinbouwbedrijf De Hungerenburcht in Haarsteeg

Raadsvoorstel Inleiding:De initiatiefnemer A.van. Delft, eigenaar van Kwekerij De Hungerenburcht BV, gelegen aan de Tuinbouwweg 94 te Haartsteeg verzoekt om vrijstelling op grond van artikel 19 lid 1 WRO voor het uitbreiden van zijn glastuinbouwbedrijf.

Feitelijke informatie:De Hungerenburcht is momenteel een glastuinbouwbedrijf dat chrysanten teelt met 3,5 ha met 2,6 ha aan glasopstanden. Het bedrijf wil uitbreiden naar 9,1 ha met daarop 7,4 ha aan glasopstanden. Het initiatief is een samenwerking van de eigenaar en de Tuinbouw Ontwikkelingsmaatschappij Brabant (TOM-Brabant). De TOM-Brabant is betrokken bij de ontwikkeling van het “doorgroeigebied voor glastuinbouw”, waarin de locatie gelegen is.

Afweging:Momenteel is de locatie in gebruik als glastuinbouwbedrijf, boomteeltbedrijf, grasland en produktiebos (populieren en sparren). Op het bedrijf werken een kleine twintig mensen. De uitbreiding zal in twee fasen plaatsvinden: eerst uitbreiding en dan reconstructie van het oude gedeelte. In het streekplan 2002 “Brabant in balans” is de locatie aangegeven als uitbreidingsgebied glastuinbouw. In het uitwerkingsplan Waalboss 2004 ligt de locatie binnen het landelijk gebied en maakt deel uit van de zoekgebieden verstedelijking. Binnen deze zoekgebieden moeten de opgaven voor de integratie van stad en land gerealiseerd worden en daarmee de claims vanuit wonen, werken, glastuinbouw en natuur. Naar aanleiding van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening is dit jaar op provinciaal niveau de ontwerp Paraplunota Ruimtelijke Ordening verschenen. Ook in deze ontwerpnota is de locatie aangegeven als mogelijk doorgroeigebied glastuinbouw. Op 28 november 2006 heeft de provincie de nieuwe “Nota Glastuinbouw” vastgesteld. Met betrekking tot doorgroeigebieden, zoals dat in Heusden-Vlijmen is aangegeven, dat hier in principe een beperkt aantal glastuinbouwbedrijven aanwezig is. Deze bestaande glastuinbouwbedrijven kunnen op basis van een afgewogen ruimtelijk plan de mogelijkheid krijgen om verder te ontwikkelen tot een omvang van meer dan 3 ha (netto glas). Voor het initiatief is een ruimtelijke onderbouwinggeschreven door Croonen Adviseurs, die bij dit voorstel is gevoegd en zijn de benodigde (milieutechnische) onderzoeken uitgevoerd. Voor het initiatief is ook een Flora & Fauna onderzoek uitgevoerd. De resultaten van het onderzoek gegeven aan, dat zich in het plangebied te beschermen diersoorten bevinden: steenuilen en vleermuizen. De steenuilen huizen in een schuur, die naast het plangebied is gelegen. De uitvoering van het plan zal geen invloed hebben op de verblijfplaats van de steenuilen en het foerageergebied wordt nauwelijks aangetast. Voor de vleermuizen heeft de intiatiefnemer samen met de TOM-Brabant een compensatievoorstel gemaakt. Er worden vleermuiskasten op het perceel aangebracht en er wordt een nieuwe groenstrook gerealiseerd. Het ministerie van LNV heeft op basis van het compensatievoorstel de ontheffing verleend. Voor het initiatief heeft een uitgebreid archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Het onderzoek is uitgevoerd door RAAP Archeologisch adviesbureau. Tijdens het onderzoek zijn delen van grachten of greppels en muurwerk gevonden, die in verband kunnen staan met een kasteel: de vermeende Hungerenburcht. In het eindoordeel van de provincie Noord-Brabant (zie bijlage 5) concludeert de provincie op basis van de in het rapport 1 /8


V200800923



(RAAP-Rapport 1444) gepresenteerde onderzoeksre sultaten en het overleg dat het waarderend archeologisch onderzoek de archeologische waarde van het terrein heeft bevestigd. In beginsel dienen de in het onderzoek geconstateerde waarden ‘in situ’ behouden te worden. Daarnaast adviseert de provincie archeologievriendelijk bouwen of opgraven van de locatie van de fundering van de rand van de kas en archeologische begeleiding van de puntfundering (fase 1 en 2) en bij de omlegging van de watergang (fase 2). Te zijner tijd dienen de vondsten en documentatie naar het provinciaal depot in ’s-Hertogenbosch te gaan. Bij het realiseren van het initiatief zal de initiatiefnemer bovenstaande adviezen in acht nemen. Milieutechnisch zijn er verder geen belemmeringen voor de uitvoering van het initaitief. Ook het waterschap heeft ingestemd met de ontwikkeling en een positieve watertoets afgegeven.

Inzet van middelen: Er zijn geen financiele consequenties verbonden aan dit voorstel. Er is geen exploitatieovereenkomst nodig, omdat de ontwikkeling volledig voor eigen rekening van de initiatiefnemer plaatsvindt. In het kader van het initiatief is een planschaderisicoanalyse uitgevoerd naar met name de meest nabijgelegen bedrijfs- en burgerwoningen Met de initaitiefnemer zal een planschaderisico-overeenkomst worden aangegaan.

Risico's: --

Gevoerde procedure Het aanvraagformulier voor de ZPP procedure en de daarbij behorende stukken hebben vanaf 6 mei tot 17 juni 2008 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn drie zienswijzen ingediend door: · Natuur- en Milieuvereniging Heusden; · de heer H.G.M. Hulsen en mevrouw mr. E.M.M. Frankemölle-Reemst namens de bewoners van de Marijnenlaan nrs 35, 37, 41, 43, 45, 47, 49, 51, 53, 55, 57, 61, 62, 63; · Heemkundekring “Onsenoort” De zienswijzen zijn tijdig ingediend en ontvankelijk. De ingediende zienswijzen bevatten de volgende punten: 1 schaal van de uitbreiding en strijdigheid met Nota Glastuinbouw van de provincie Noord-Brabant; In de Nota Glastuinbouw 2006-2015 van de provincie Noord-Brabant is het gebied aangewezen als doorgroeigebied voor bestaande glastuinbouwbedrijven. De bestaande bedrijven kunnen op basis van een afgewogen ruimtelijk plan de mogelijkheid krijgen om verder te ontwikkelen tot een omvang van meer dan 3 ha glas (netto). Het gaat hier om een bestaand bedrijf en de ruimtelijke onderbouwing voorziet in een afgewogen ruimtelijk plan. Deze zienswijze is derhalve ongegrond. 2 ontbreken van een voor een ontheffing artikel 75 van de Flora & Faunawet verplicht onderzoek naar alternatieve uitbreidingsmogelijkheden van het glastuinbouwbedrijf; Voor uitbreiding van een bestaand glastuinbouwbedrijf zijn de alternatieve uitbreidingsmogelijkheden beperkt, als de milieuaspecten en economische efficientie worden meegewogen. Het ministerie heeft de ontheffing artikel 75 tbv de Flora & Faunawet verleend, 2 /8


V200800923



waarmee mag worden aangenomen, dat ook het ministerie van LNV geen alternatieve uitbreidingsmogelijkheden ziet of afgewogen wil hebben, dan datgene wat nu voorligt. Deze zienswijze is derhalve ongegrond. 3 kappen van het “populierenbosje” en het ontbreken van compensatie; Het “populierenbosje” is een perceel met productiehout van Italiaanse populieren en een beperkte onderbeplanting van sparren (“kerstbomen”) en coniferen. Helaas zijn de populieren te dicht op elkaar gepland, waardoor het nooit geloond heeft om de populieren ten behoeve van de houtproductie te kappen. Verder is de Boswet op grond van artikel 1, lid 4, sub d,f,en g niet van toepassing. Bovendien is het bosje een productiebos, dat onder de LNV-regeling “Aanleg Beplantingen” in 1991 is aangelegd met als oogmerk het op termijn te rooien ten behoeve van houtproductie. Deze ingediende zienswijze is derhalve ongegrond. 4 verkleinen van leefgebiedgebied voor vleermuizen en steenuilen; Ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing is een flora en fauna onderzoek uitgevoerd. Voor de grootoorvleermuis, rosse vleermuis en de ruige dwergvleermuis is het plangebied van ondergeschikt belang. Zie hiervoor ook de ontheffing die door het ministerie van LNV is verleend. De gewone vleermuis en de laatvlieger maken gebruik van het plangebied als foerageergebied. Er zijn geen verblijfplaatsen vastgesteld. Ter compensatie wordt aan de oostzijde van het plangebied een groenstrook aangelegd, een deel van de polulieren blijft staan en er worden verspreid over het gebied vleermuizenkasten opgehangen. De foerageermogelijkheden blijven hierdoor bestaan. Binnen het plangebied is de steenuil aangetroffen. Het plangebied maakt deel uit van hun territorium. De nestlocatie bevindt zich buiten het plangebied. Ter compenstatie van het verlies van foerageergebied voor de steenuilen wordt een strook van vijf meter rond de kassen vrijgehouden van bebouwing. Hierop wordt extensief beheerd grasveld (1x per jaar maaien) met ruige overhoeken ingericht. Ook zullen de steenuilen gebruik kunnen maken van de voor de vleermuizen ingerichte groenstrook. In het project wordt gehandeld conform de afspraken tussen Stichting Natuur- en Milieu en LTO-Glaskracht Nederland, zoals overeengekomen op 2 november 2006. E.a. zal bij de komende wijziging ook worden opgenomen in het Besluit Glastuinbouw. Deze ingediende zienswijze is derhalve ongegrond. 5 kwetsbaarheid van de aanwezige archeologische resten van de Hungerenburcht in de bodem en behoefte aan archeologische begeleiding tijdens de grond- en bouwwerkzaamheden; Op de locatie is uitgebreid onderzoek gedaan door RAAP met behulp van proefsluiven. Daarbij zijn de resten aangetroffen van het vroegere kasteel “De Hongerenburg”. Het kasteel werd verwoest tijdens de tachtigjarige oorlog en in de bodem bevinden zich nog funderingsresten en resten van vroegere grachten. De archeologische vondsten worden in situ bewaard, zoals is vastgelegd in het Verdrag van Malta. De provinciale archeoloog is het bevoegd gezag en deze heeft ingestemd met de voorgestelde maatregelen om de archeologische resten zo optimaal mogelijk in de bodem te bewaren. Er zal archeologische begeleiding van de bouw plaatsvinden verzorgd door vrijwilligers verbonden aan de heemkundekring. Deze ingediende zienswijze is derhalve ongegrond. 6 effecten op het grondwatersysteem en de kwetsbaarheid van de aanwezige archeologische resten voor dempen van sloten; archeologische resten die gevoelig zijn voorveranderingen in gronddruk en bodemwaterspiegel; In het waterplan, dat als onderdeel van de ruimtelijke onderbouwing is aangeleverd, wordt 3 /8


V200800923



beschreven hoe zal worden omgegaan met het hydrologisch systeem. Uitgangspunt is dat de uitbreiding hydrologisch neutraal zal worden uitgevoerd. Het waterschap heeft voor de locatie een positieve watertoets aangegeven. De provinciale archeoloog heeft toestemming gegeven voor het uitvoeren van de werkzaamheden en er zal archeologische begeleiding van de werkzaamheden plaatsvinden. Daarmee is de maximale waarborg gegeven, dat de archeologische resten zo min mogelijk schade zullen ondervinden van de graaf- en bouwwerkzaamheden. Deze ingediende zienswijze is derhalve ongegrond. 7 het zou om een rijksmonument gaan en provincie is niet bevoegd archeologisch gezag; Het betreft geen rijksmonument (zie ook website van de gemeente Heusden) en derhalve is de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) niet het bevoegd gezag. De provinciale archeoloog is het bevoegd gezag en met deze archeoloog is uitgebreid overlegd. Met de RACM is contact gezocht, zie mail in bijlage. De reactie van de RACM is dat zij zich aanlsuit bij het advies van de provinciale planoloog en nog enkele adviezen geeft voor de optimale concervering van de archeologische resten.

Deze ingediende zienswijze is derhalve ongegrond. 8 ontbreken van informatie voorafgaand aan de publicatie van het voornemen; Het Streekplan van de provincie Noord-Brabant is uitgewerkt in het Gebiedsplan Wijde Biesbosch. Het gebied ten N-O van Vlijmen is aangewezen als “doorgroeigebied”, waarbij bestaande glastuinbouwbedrijven mogen uitbreiden. Ook is het gebied benoemd in de Nota Glastuinbouw van de Provincie Noord-Brabant. De voorgestelde ontwikkeling geeft invulling aan dit beleid. De plannen van de herstructurering van de glastuinbouw in de gemeente Heusden zijn door de Stichting Herstructurering Tuinbouw Heusden (SHTH) verder uitgewerkt in overleg met gemeente, provincie, waterschap, rabobank en de Stichting Natuur & Milieu. Hoewel op een ander bestuursniveau is er voldoende gecommuniceerd over de plannen, waarvan de indieners van de zienswijzen kennis hadden kunnen nemen. Het concrete plan heeft nu ter inzage gelegen, omdat dit het moment is om belanghebbenden te informeren en kennis te nemen van hun zienswijzen. Deze ingediende zienswijze is derhalve ongegrond. 9 verlies van woongenot van bewoners van Voordijk, Vijfhoeven III en IV en toekomstige bewoners van het terrein van Innoseeds door aantasting van het landschap, verlies van vrij uitzicht en horizonvervuiling; De indieners van de zienswijze stellen dat er verlies van woongenot zal ontstaan door aantasting van het open landschap en horizonvervuiling. Deze afweging is gemaakt in het Streekplan van de provincie Noord Brabant in 2002 en de ontwikkeling is daarmee in lijn met provinciaal beleid. Daarnaast wordt het hele plan landschappelijk zo goed mogelijk ingepast. Er komen groenstroken en de bassinwanden zullen worden bekleed. Verder is het zicht van de bewoners van de Marijnenlaan op de locatie beperkt, omdat deze niet direct grenst aan de achterkant van hun tuinen, zie figuur op volgende pagina.

4 /8


V200800923



Deze zienswijze is derhalve ongegrond. 10 ontbreken van een bufferzone (vergelijkbaar met bufferzone, die aangelegd is bij Brabant Plant) van 85 m; De uitbreiding van het glastuinbouwbedrijf grenst aan de nieuwe ontwikkelingslocatie Vijfhoeven IV. Uitgangspunt is, dat de uitbreiding van het glastuinbouwbedrijf deze ontwikkelingslocatie niet mag belemmeren. In het Besluit Glastuinbouw wordt een afstand van 25 m aangehouden tot de naastliggende bebouwing vanaf de kas. Woningen, die dichterbij gebouwd worden belemmeren het bedrijf in de bedrijfsvoering. De afstand vanaf de kas tot aan de berm aan de overkant van de weg van de Hongerenburgweg is 25m. Daardoor vormt deze ontwikkeling vormt geen belemmering voor toekomstige woningbouw op Vijfhoeven IV. Vanuit het Besluit bedrijven en milieuzonering geldt een streefwaarde van 30 meter vanaf de rand van het perceel van het glastuinbouwbedrijf tot aan de volgende bebouwing. Er wordt gemeten vanaf de rand van het perceel, omdat in principe de bedrijvigheid tot aan de rand kan plaatsvinden. Deze afstand steekt een stukje (ongeveer 15m) over op de locatie van Vijfhoeven IV. Echter, deze ruimte heeft het bedrijf nu niet beschikbaar voor hinder veroorzakende bedrijfsactiviteiten, omdat hier parkeerplaatsen en waterbassin gepland zijn. Het zou in de toekomst een probleem kunnen gaan vormen, als het bedrijf de kas nog verder wil uitbreiden. De kans dat dit gebeurt is echter klein, omdat er ruimte beschikbaar moet blijven om te kunnen voldoen aan de parkeernorm en de waterbergingsbehoefte. Dan nog geldt het als maat tot de gevel van de volgende bebouwing (en niet de tuin of rand van de kavel). Het is niet waarschijnlijk, dat er woningen exact op de rand van de bouwlocatie geprojecteerd zullen gaan worden. Er zal altijd iets van infrastructuur (verbreding Hongerenburgweg) of groen (tuin, platsoen) nodig zijn. Dus ook deze streefwaarde van 30 m uit het Besluit bedrijvigheid en milieuzonering staat de huidige uitbreiding van het glastuinbouwbedrijf niet in de weg. Er is dus rekening gehouden met een bufferzone voor toekomstige woningen in Vijfhoeven IV van 30m. Een bufferzone van 85 is in dit geval niet nodig, omdat de kassen niet tot aan de rand van het perceel gebouwd worden. Voor de woningen aan de Marijenstraat is geen bufferzone nodig voor deze locatie, omdat de locaties niet aan elkaar grenzen. Deze ingediende zienswijze is derhalve ongegrond. 11 toenemen van de verkeersintensiteit en geluidsoverlast op de Hongerenburgweg; In het verkeersplan, dat onderdeel is van de ruimtelijke onderbouwing, is aangegeven, dat de verkeersbewegingen zullen worden verdeeld over de Tuinbouwweg en de Hongerenburgweg. Door de bedrijfsvergroting zal het aantal extra verkeersbewegingen beperkt blijven. De beladingsgraad van de vrachtwagens zal verbeteren. Het gaat om twee 5 /8


V200800923



vrachtwagens per dag aan de kant van de Hongerenburgweg. Er zullen ongeveer 18 verkeersbewegingen bijkomen door auto’s van personeel. De verkeersdruk op de Hongerenburgweg verandert daarmee niet significant. Deze verkeersbewegingen hebben gezien de afstand tussen de woningen en het bedrijf is er ook geen geluidsoverlast te verwachten. Deze ingediende zienswijze is daarmee ongegrond. 12 overlast door lichtemissie door restlicht van assimilatielampen door omwonenden; lichtverstoringvan de vleermuizen door “restlicht” van de assimilatielampen; De situatie is niet vergelijkbaar met Brabantplant. Er wordt op tuinbouwbedrijf De Hungerenburcht gewerkt met een verduisteringsdoek, dat bijna 100% lichtdicht is. Voor omwonenden zal er dus geen hinder van emissielampen ontstaan. Voor de vleermuizen is in de ontheffing van het Ministerie van LNV de volgende tekst opgenomen: “Door zich te houden aan het 95% terug dringen van deze emissienorm (licht) en door te voorkomen dat de lichtbronnen de kwaliteit van de groenstrook aantasten is zorgvuldig handelen gegarandeerd. De resterende hoeveelheid licht kan zelfs een positieve uitwerking hebben voor de laatvlieger en de gewone dwergvleermuis.Licht trekt namelijk insecten aan. Het is bekend dat de twee soorten in het stedelijk gebied kunnen jagen op insecten onder lichtbronnen.” Deze ingediende zienswijze is daarmee ongegrond. 13 ontstaan van planschade Waardevermindering van eigendommen als gevolg van een ruimtelijke ontwikkeling is geregeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke ordening (planschade). Een dergelijke zienswijze kan niet worden meegenomen in de beoordeling omtrent het verlenen van een eventuele vrijstelling. Indien indieners van de zienswijze de mening zijn toegedaan dat zij schade lijden ten gevolge van dit plan, dan kunnen zij een beroep doen op eerdergenoemd artikel 49 WRO. Deze ingediende zienswijze is daarmee niet ontvankelijk binnen deze procedure. De ingediende zienswijzen geven geen aanleiding om de initiatiefnemer te verzoeken het plan te wijzigen of om af te zien van verdere medewerking. Het plan past binnen het provinciale en gemeentelijke beleid.

Procedure: Op grond van artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijjke Ordening (ZPP) kan ten behoeven van de verwezenlijking van een project vrijstelling worden verleend van het geldende bestemmingsplan, mits het project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vooraf van GS de verklaring is ontvangen, dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. Het college heeft besloten om in principe medewerking aan het project te verlenen. Dit besluit is gepubliceerd en gedurende zes weken ter inzage gelegd. Er zijn gedurende die periode drie zienswijzen ingediend. De reactie op deze zienswijzen is weergegeven in dit voorstel. De ingediende zienswijzen geven geen aanleiding tot aanpassing van het bouwplan. Daarom wordt aan uw raad een voorstel gedaan omtrent het aanvragen van de verklaring van geen bezwaar. Na ontvangst van de verklaring van geen bezwaar beslist het college over de vrijstelling. Voor het plan vigeert het bestemmingsplan “Buitengebied” van de gemeente Heusden. Deit bestemmingsplan is door de gemeenteraad vastgesteld op 22 april 1991 en (gedeeltelijk) goedgekeurd door GS op 10 december 1991 en op 4 februari 1994 onherroepelijk geworden. Het initiatief past niet binnen de voorschriften van het vigerend bestemmingsplan. Aan het 6 /8


V200800923



initiatief kan medewerking worden verleend door middel van het verlenen van een ontheffing conform artikel 19 lid 1 WRO, mits het bestemmingsplan niet ouder is dan 10 jaar, dan wel een vrijstelling van de actualiseringsplicht is verleend door GS, tenzij voor het gebied een voorbereidingsbesluit geldt of een ontwerp voor de herziening van het vigerende bestemmingsplan ter inzage is gelegd. Het bestemmingsplan is ouder dan 10 jaar. Op 27 februari 2008 heeft de gemeenteraad van Heusden een voorbereidingsbesluit genomen voor het buitengebied van de gehele gemeente. (V200701208).

Advies:Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. Het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven

de burgemeester, drs. H.P.T.M. Willems

Naar aanleiding van de informatieavond: Gemarkeerde tekstwijzigingen

TER INZAGE:

Diverse zienswijzen en overige bijlagen

De stukken liggen ter inzage in de leeskamer, locatie Vlijmen.

7 /8


V200800923



BESLUIT De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 26 september 2008 gezien het voorstel van het college van 12 augustus 2008, doc.nr. V200800923; gelet op de WRO;

besluit: voor de uitbreiding van het glastuinbouwbedrijf “De Hungerenburcht” aan de Tuinbouwweg 94 te Haarsteeg een Verklaring van Geen bezwaar aan te vragen onder de voorwaarde dat met de initiatiefnemer een planschaderisico-vereenkomst wordt aangegaan.

de griffier,

de voorzitter,

mw. drs. E.J.M. de Graaf

drs. H.P.T.M. Willems

8 /8

Raad 26 september 2008 V gewijzigd 10 september 2008

Recommend Documents