Gespreksonderwerpen Broodje Brandweer Rookmelders De meeste slachtoffers bij brand vallen door het inademen van rook. Als we slapen, ruiken we niets en worden we dus niet wakker van de rooklucht. Doordat de rook veel giftige gassen bevat, raakt men al snel in een diepe bewusteloosheid. Vaak al binnen enkele minuten! Rookmelders zijn dus echt van levensbelang. Een aantal weetjes over rookmelders: rookmelders redden jaarlijks honderden levens rookmelders kunnen eenvoudig zelf geïnstalleerd worden. Lukt dit niet, vraag dit dan aan familieleden, kennissen of iemand van het rookmelderteam. rookmelder zijn al vanaf € 5 te koop. rookmelder moeten regelmatig stofvrij gemaakt worden. Soorten rookmelders Het meest gebruikte type rookmelder is de optische melder. Deze melder maakt gebruik van een lichtgevoelige cel, die de rook waarneemt. Er bestaan ook combimelders: dit zijn rookmelders gecombineerd met een koolmonoxidemelder (CO). Wanneer er meerdere rookmelders geplaatst worden, heeft het de voorkeur dat de rookmelders onderling met elkaar verbonden zijn. Gaat er één melder af, dan gaan de anderen ook. Rookmelders gaan bij normaal gebruik en onderhoud zo’n tien jaar mee. Test regelmatig of de melder nog werkt. Op iedere rookmelder zit hiervoor een testknop. Een batterij gaat gemiddeld één jaar mee. Als de batterij geplaatst wordt, is het verstandig om een datumstickertje op de rookmelder te plakken, zodat het duidelijk is wanneer de batterij voor het laatst vervangen is. Als de batterij bijna leeg is, is er elke minuut een hard piepsignaal te horen. Er zijn sinds kort ook rookmelders te koop waarvan de batterij tien jaar meegaat. De beste plek voor rookmelders: in de gang of ruimte tussen keuken en woonkamer op elke verdieping in huis altijd aan het plafond en meer dan 50 cm van de zijmuur en hoeken van een vertrek Niet: in de keuken of de badkamer in de garage bij een ventilator of ventilatieopening boven de verwarming op tochtige plekken Er is dan veel kans op vals alarm of de rookmelder gaat kapot doordat er teveel stof in komt.
Vluchtplan Volgens de normtijd moet de brandweer binnen acht minuten na een brandmelding ter plaatse zijn. Tot dat moment zijn burgers op zichzelf aangewezen. Het is daarom belangrijk om een vluchtplan te hebben. Voor thuiswonende senioren is het goed om na te denken over de volgende afspraken voor het vluchtplan: 1. Bepaal de snelste en veiligste vluchtroute. Rook stijgt op, vlucht daarom van boven naar beneden. En bij voorkeur naar de straatkant. Zo kunnen hulpverleners burgers zien en bereiken. 2. Bepaal een tweede vluchtroute voor als de eerste is geblokkeerd. 3. Spreek een verzamelplaats af waar huisgenoten elkaar na het vluchten ontmoeten. Zo weet men snel of er nog iemand binnen is. 4. Kies een vluchtkamer voor als de tweede vluchtroute ook is afgesloten. Liefst een kamer aan de straatkant of een balkon, zodat de brandweer erbij kan. Spring niet naar beneden! Wacht op hulp. 5. Spreek af wie voor welke huisgenoot of huisdier zorgt bij het ontvluchten van de woning. 6. Spreek een vaste plek af voor de huissleutels. 7. Sluit tijdens het vluchten alle deuren. Een deur kan minimaal 20 minuten een brand tegen houden. Tips
Zorg dat vluchtroutes nooit gebarricadeerd zijn met bijvoorbeeld fietsen, dozen, vuilniszakken of lege flessen. Na een verbouwing is het goed om te controleren of het vluchtplan nog actueel is. Zorg ervoor dat er geen afgesloten deuren zijn zonder sleutels. Leg de sleutel op een vaste plek (bijvoorbeeld een sleutelkastje bij de voordeur).
In geval van brand Blijf kalm Waarschuw de overige bewoners Vlucht volgens het eigen vluchtplan Blijf dicht bij de grond Gebruik nooit de lift Bel direct 1-1-2
Blusmiddelen Een beginnende brand in een woning kan vaak door de bewoner zelf geblust worden. De eigen veiligheid staat hierbij voorop: blussen kan alleen indien bewoners zonder moeite en gevaar weg kunnen komen. Er moet dus op tijd gestopt worden met de bluspoging, want het is belangrijker dat de bewoners zichzelf en hun huisgenoten in veiligheid brengen. Hierbij moet bedacht worden dat rook vaak giftig is. Rook inademen is dus levensgevaarlijk! Gebruik nooit water voor het blussen van brandende olie of vet (vlam in de pan) of als de brand veroorzaakt is door een elektrisch apparaat. Gebruik dan een brandblusser of leg een passend deksel op de pan. Waarmee blussen? Water Vaak is water voldoende om een beginnend brandje te blussen. Zorg voor een tuinslang die lang genoeg is om iedere plaats in de woning te bereiken en houd deze permanent aangesloten op de waterleiding. Brandblusser Er zijn verschillende soorten brandblussers. Laat de blusser tenminste één maal per twee jaar controleren. Tips
Kijk of de blusser een keurmerk heeft van het Ministerie van BZK. Controleer of de blusser nog verzegeld is. Kies altijd voor een inhoud van minimaal 2 kg. Een kleinere blusser is te snel leeg. Laat de blusser regelmatig controleren door de leverancier. Laat de blusser na gebruik bijvullen, ook als hij niet helemaal leeg is.
Schuimblussers Schuimblussers zijn zowel thuis als op vakantie prima geschikt voor het blussen van kleine branden door vaste en vloeibare stoffen. Voordelen Ze veroorzaken bij het blussen verder nauwelijks schade. Ze hebben een langere blusduur dan poederblussers. Poederblussers Poederblussers zijn geschikt voor de meeste branden in woningen. En ook voor auto's, caravans, zomerhuisjes en boten. Voordelen Het poeder is droog, zodat de bus niet kan roesten. Poederblussers zijn relatief goedkoop. Nadelen Het poeder kan gaan klonteren. Dit kan voorkomen worden door de blusser af en toe even om te keren. Het poeder geeft veel schade aan elektronische apparatuur. Het poeder is moeilijk op te ruimen. Hiervoor kan het beste een industriële stofzuiger gebruikt worden. Gebruik vooral geen water! Kooldioxideblussers Deze blussers kunnen gebruikt worden voor elektriciteitsbranden. Deze blussers zijn te herkennen aan de zwarte koker aan het einde van de slang. Deze blusser is minder geschikt voor huis-, tuin-, en keukengebruik. Het uiteinde van de koker wordt zeer koud ( -80°C), waardoor derdegraads brandwonden opgelopen kunnen worden. Houd de blusser altijd aan het handvat vast. Voordeel Het laat geen reststoffen achter en is daarom geschikt voor het blussen van elektronische apparatuur. Nadeel Vooral in een kleine ruimte zorgt de blusser voor verstikkingsgevaar, omdat de CO2 de zuurstof verdrijft.
Blusdeken Een blusdeken is een deken van moeilijk brandbaar materiaal. Het is een handig blusmiddel als iemands kleren in brand staan en bij brand in een televisietoestel of bijvoorbeeld een brandende prullenbak. Het gebruik van een blusdeken: Wikkel de deken rond de handen. Leg hem op de brandhaard of wikkel hem om het slachtoffer. Trek de deken goed dicht bij de hals van het slachtoffer, zodat rook en vlammen niet bij het gezicht kunnen komen. Gooi de deken na gebruik weg. LET OP: Gebruik geen blusdekens voor blussen van olie- en vetbranden Uit steekproefsgewijs onderzoek van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit blijkt dat 4 van de 12 door hen onderzochte blusdekens vlam vat bij het blussen van een olie- of vetbrand. Ook laat de steekproef zien dat veel van de onderzochte blusdekens zoveel tekortkomingen hebben dat er 8 van de 12 niet functioneren. De brandweer, het Instituut Fysieke Veiligheid en de Brandwonden Stichting, adviseren consumenten daarom om olie en vetbranden in de keuken te doven met een passende (pan)deksel. Andere brandjes (dan olie en vetbrandjes) tot de grootte van een voetbal kunnen gedoofd worden met een blusdeken.
1-1-2 bellen Het alarmnummer 1-1-2 kan altijd gebeld worden wanneer er iets ernstigs aan de hand is. Dus niet alleen bij brand, maar ook bijvoorbeeld bij een verkeersongeluk. Voor ouderen is het vaak een drempel om 1-1-2 te bellen. Zij doen dit relatief laat. Bij 1-1-2 willen ze altijd het volgende weten: naam wat er gebeurd is waar het gebeurd is en of er slachtoffers zijn. Wanneer men 1-1-2 belt, wordt er verbonden met de alarmcentrale. Deze centrale werkt voor alle hulpdiensten. Dus niet alleen voor de brandweer, maar ook voor de ambulance en de politie. Het is van belang dat thuiswonende senioren dit weten: zij moeten duidelijk aangeven wie ze nodig hebben. Hulp krijgen bij storing 1-1-2 Het alarmnummer 1-1-2 is in principe altijd bereikbaar. Het is niet uit te sluiten dat 1-1-2 soms even niet kunt bereikbaar is, bijvoorbeeld door storing bij de telefoonprovider. Er zijn dan verschillende manieren om de hulpdiensten toch te bereiken: Bij het in bezit hebben van een vast toestel én een mobiel toestel; wanneer men met het ene toestel geen gehoor krijgt, probeer het dan met het andere toestel. Bel de huisarts of huisartsenpost als er een medische noodsituatie is. Blijf bij het slachtoffer en vraag altijd aan buren of omstanders om te helpen en te bellen. Als alle telefoonvoorzieningen zijn uitgevallen, ga dan naar de dichtstbijzijnde hulpdienst.
Handelingsperspectieven Er is brand in de buurt, wat nu? De wind kan de rook verspreiden, zodat rook zicht- en ruikbaar is in en rondom de woning. Burgers moeten ervoor zorgen dat zij geen rook inademen. Ga naar binnen, sluit ramen en deuren en schakel als het kan het ventilatiesysteem uit. Help mensen in de omgeving om ook uit de rook te blijven. Is rook schadelijk voor mijn gezondheid? Veel mensen denken dat rook van een brand waar chemische stoffen bij betrokken zijn, veel gevaarlijker is dan rook van een gewone brand. Een begrijpelijke gedachte, maar toch is het verschil klein. Bij een chemiebrand verdampt een deel van de chemische stoffen aan de rand van het vuur. Maar bij elke brand ontstaan giftige stoffen. In iedere rookwolk zitten giftige stoffen die niet gezond zijn om in te ademen. Schone rook bestaat niet. Probeer daarom altijd zo weinig mogelijk rook in te ademen. Wat moet ik doen als ik rook heb ingeademd? Bij een kleine hoeveelheid rook is de kans op (blijvende) gevolgen voor de gezondheid vaak klein. Het lichaam geeft zelf aan of de hoeveelheid rook die ingeademd is, een schadelijk hoeveelheid is. Dit is te merken wanneer men bijvoorbeeld last krijgt van prikkelende ogen, neus en luchtwegen. De ogen kunnen gaan tranen en men gaat hoesten. Hoe meer rook men heeft ingeademd, hoe sneller het lichaam reageert en hoe langer de klachten duren. Bij (blijvende) gezondheidsklachten na het inademen van rook, is het verstandig contact op te nemen met de huisarts.
Gebruik elektrische apparaten Zo'n zesduizend keer per jaar rukt de brandweer uit voor brand in een woning. Onvoorzichtig gebruik van apparatuur is een van de belangrijkste oorzaken van woningbrand. Bijna alle elektrische apparaten worden warm bij gebruik. Let vooral op apparaten die een ventilator hebben om oververhitting te voorkomen, of waarin lucht wordt aangejaagd. Als de warmte niet goed weg kan door opgehoopt stof, is er brandgevaar. Denk aan wasdrogers, magnetrons, elektrische ovens, mechanische ventilatiesystemen, ventilatorkachels, computers, laserprinters en haarföhns. Alle apparaten zijn veiliger als ze schoongehouden worden. Maar pas op, water kan kortsluiting veroorzaken. Gebruik daarom ook het tv-toestel niet als bijzettafel; zet er geen bloemenvazen of planten op. Zet apparaten liever uit dan op stand-by Als een elektrisch apparaat aan staat, worden onderdelen binnenin het apparaat heet. Dat geldt voor bijvoorbeeld de hard drive van de computer of onderdelen van het televisietoestel. Als het apparaat op stand-by (de slaapstand) staat, blijven die onderdelen warm. De warmte kan in combinatie met stof binnenin het toestel brand veroorzaken. Bij moderne televisietoestellen is dit gevaar minder groot, maar ook de plasma- of lcd-televisie kunnen beter helemaal uitgezet worden. Video- en geluidsapparatuur kunnen meestal niet helemaal uitgeschakeld worden, maar bij dit soort apparaten is de kans op brand ook zeer laag. Sluit elektrische apparaten verstandig aan Als voor een apparaat een kabelhaspel moet worden gebruikt, rol die dan helemaal uit. Het nog opgerolde snoer in de haspel kan warm worden, en wanneer het isolatiemateriaal smelt, kan kortsluiting en daardoor brand ontstaan. Grote stroomverbruikers zoals elektrische frituurpannen en elektrische kacheltjes kunnen beter rechtstreeks op een stopcontact dan op een kabelhaspel of stekkerdoos aangesloten worden. Zo kan overbelasting, kortsluiting en de kans op brand voorkomen worden. Reinig de filters van de wasdroger Van alle elektrische apparaten veroorzaken wasdrogers het vaakst brand. Zorg dat de droger niet oververhit kan raken, door de filters en eventueel de luchtafvoerslang te reinigen. Laat eens in de vijf jaar een vakman de hele droger vanbinnen schoonmaken. Tot slot: laat de wasdroger niet draaien als er niemand thuis is. Geef halogeenverlichting de ruimte Halogeenspotjes (zelfs met lampjes van 12 volt) kunnen lelijke schroeiplekken veroorzaken. Zet ze daarom niet te dicht bij gordijnen en meubels. Als die langdurig worden verhit, kunnen ze plotseling in brand vliegen. Ook als u halogeenverlichting hebt ingebouwd in een verlaagd plafond, moet de warmte goed weg kunnen. Er moet dus voldoende ruimte zijn tussen het plafond en het verlaagde plafond. Informeer bij de aanschaf van inbouwspots naar de veiligheid. Reinig het filter van de afzuigkap Maak minimaal eens per drie maanden het vetfilter in de afzuigkap schoon of vervang het. Het vet in de filter kan vlam vatten als er veel gekookt wordt of als de vlam in de pan slaat. Menige keuken is op die manier volledig uitgebrand. Test de elektrische deken Als een elektrische deken de hele zomer in een kast heeft gelegen, kan de bedrading beschadigd zijn. Daardoor kan kortsluiting en brand ontstaan. Vouw een elektrische deken voor gebruik helemaal uit en volg de gebruiksaanwijzing. Magnetron Gebruik de magnetron alleen voor voedsel en drank. Probeer geen spullen te verwarmen of te drogen in de magnetron. Let ook op de bereidingstijd van voedsel. Als de magnetron ingesteld wort op enkele minuten in plaats van enkele seconden, kan brand ontstaan (bij een combi-magnetron). Inbouwapparatuur Denk aan ventilatie voor inbouwapparatuur. De warmte die inbouwapparaten afgeven, moet weg kunnen. Denk aan de tv, versterker, videorecorder, computer, oven, magnetron en halogeenspotjes.
Meer veiligheidstips Sluit de wasmachine aan op een speciale wasmachineschakelaar en nooit op een ongeaard stopcontact. Sluit een onderhoudscontract af voor de jaarlijkse controle van uw cv-ketel of gasgeiser.
Veilig wonen voor ouderen Brand is voor iedereen gevaarlijk. Daarom moeten we het met z’n allen zo veel mogelijk voorkomen. Mensen die ouder zijn en zelfstandig wonen, moeten extra voorzichtig zijn. Zeker wanneer zij minder mobiel zijn. De volgende tips kunnen bijdragen aan meer veiligheid: Tip 1 Hang een rookmelder op Tip 2 Maak een vluchtplan Tip 3 Pas op voor vlam in de pan Brand in de keuken ontstaat vaak doordat de vlam in de pan slaat. Dat komt doordat de pan te heet wordt of voedsel in de pan droogkookt. Denk bij het koken aan het volgende: blijf bij de pan gebruik een kookwekker om droogkoken te voorkomen. Verlaat u de keuken even, neem dan de kookwekker mee houd brandbare spullen zoals pannenlappen, keuken- en theedoeken op veilige afstand van het fornuis Wat te doen bij een vlam in de pan: Zet onmiddellijk het fornuis en de afzuigkap uit. Schuif het deksel van u af, over de pan. Laat deze zitten tot de vlam uit is. Probeer vlam in de pan NOOIT te blussen met water! Tip 4 Rook nooit in bed! Het zal niet de eerste keer zijn dat iemand met een brandende sigaret in slaap valt. Tip 5 Hang wasgoed nooit dicht bij een kachel te drogen Er bestaat dan het risico dat het wasgoed te heet wordt en vlam vat. Tip 6 Zet geen bloemen of planten boven of op de televisie De televisie heeft veel elektrische onderdelen. Komen deze in contact met water, dan kan kortsluiting en daarmee brand ontstaan. Tip 7 Laat de televisie niet op stand-by staan Zet een televisie met een beeldbuis (te herkennen aan de uitstekende achterzijde), uit als men gaat slapen of wanneer het huis verlaten wordt. Deze televisies trekken stof aan en worden van binnen zo warm dat het stof in de televisie kan ontbranden. Flatscreens, zoals LCD en LED toestellen, produceren veel minder warmte en trekken ook veel minder stof aan. Als de flatscreen televisie alleen in de stand-by kan (en niet geheel uitgeschakeld kan worden), dan is de kans gering dat hierdoor een brand ontstaat.
Stalling scootmobielen en rollators Scootmobielen zijn er in vele soorten, qua uitvoering, maar zeker ook qua afmetingen. Een afmeting van 150x65x130 cm (LxBxH) is hierbij zeker geen uitzondering. Indien dit wordt gezien in verhouding tot de minimale breedte van een verkeersroute volgens het Bouwbesluit van 1,2 meter in een woongebouw, wijst dit uit dat twee scootmobielen van deze omvang in een verkeersroute van minimale afmeting elkaar niet eens zouden kunnen passeren. Bij ontvluchting is het van belang dat een snelle en onbelemmerde doorstroom mogelijk is. Het ongereguleerd plaatsen van scootmobielen in de verkeersruimten geldt als een zekere bedreiging hiervoor. Ditzelfde geldt voor het stallen van rollators. Een scootmobiel is vervaardigd van een stalen frame met hierop veel rubber, kunststof, schuimrubber en elektronica verwerkt. Tezamen met een mogelijkheid voor een ontsteking (kortsluiting, laadproces), geeft dat de ideale omstandigheden zijn gecreëerd voor een snelle en felle brand. Naar schatting heeft een eenvoudige scootmobiel een verbrandingswaarde van 600-1000 Megajoule. Dit is evenveel als de verbrandingswaarde van 4 à 5 schuimmatrassen. Meer moderne en grotere voertuigen hebben een veelvoud van deze verbrandingswaarde. Op basis van recente incidenten kan worden vastgesteld dat een eenmaal brandende scootmobiel een zeer snelle branduitbreiding kent en vrij snel het gehele voertuig in vlammen opgaat. Hierbij wordt zeer dichte zwarte giftige rook afgegeven.