GESCHIEDENIS NEESKUNDE der
Galenus en de vrouw van Boëthus JAARGANG 1 VERSCHIJNT WEEMAANDELIJKS LOSSE NUMMERS ƒ 1 9 , 5 0 / B E F 375
Ziekte, determinant der geschiedenis De laatste levensjaren van Rik Wouters
Slaaf van zijn beroep 'Ik was slaaf van de plichten van mijn beroep en maakte mij op vele manieren nuttig voor mijn vrienden, verwanten en stadgenoten. Ik bracht het grootste deel van iedere nacht wakend door, soms wegens mijn zieke patiënten, soms ook ter wille van alles wat goed is op het gebied van de studie.' (De sanitate tuenda ofwel 'Over het behoud van de gezondheid', VI308 ed. Kühn.) In deze woorden vat Galenus zijn manier van leven samen: zorg voor verwanten en patiënten en de vele nachtelijke uren die hij al studerend doorbrengt. Hij was een veelschrijver. Tweeëntwintig delen Grieks, met Latijnse vertaling, zijn van zijn hand overgeleverd en dat is nog maar ongeveer eenderde van zijn totale oeuvre. Zijn opvattingen zouden meer dan dertien eeuwen de geneeskunde bepalen. In Galenus' omvangrijke werken zijn veel beschrijvingen bewaard van ziektegevallen uit zijn dagelijkse praktijk. Eén ervan wil ik in dit artikel behandelen. Al zijn dan de medische theorieën van Galenus inmiddels achterhaald, zijn observatievermogen blijft ongeëvenaard. Opschepperijen over zijn geweldige prestaties moet de lezer hierbij maar voor lief nemen. Zijn patiëntenbeschrijvingen gunnen ons een blik in de medische praktijk van de Oudheid. Voer dus voor medisch historici.
Galen i vrouw Een abcès in de ruimte van Douglas? J.A. van Vel« - van Dongen
, .„ ^•^g )'J> t
• >>v*t "
'/ fSSiFiK? feStó../
-,*.<•
II
c.gjpa7.A/rjLO
cv
GrfG • maart 1994
H oë t h u s ' v r ou w
us en de van Boethus De carrière van Galenus Over de carrière van Galenus, na Hippocrates de belangrijkste arts uit de Oudheid, zijn we door zijn eigen werk vrij goed ingelicht. Galenus wordt in het jaar 129 geboren op het ouderlijke landgoed bij Pergamum. Zijn vader, een welgesteld architect en landeigenaar, oefent een grote invloed uit op zijn zoon. Hij bemoeit zich persoonlijk met diens leven en opleiding in plaats van dat aan oudere slaven over te laten. Door zijn toedoen komt Galenus reeds op 14-jarige leeftijd in aanraking met leraren van verschillende filosofische scholen.
Figuur 1. Illustratie ontleend aan de titelpagina van Galenus' Opera Omnia, gepubliceerd In Venetië, 1556. Galenus seceert in het openbaar een varken in aanwezigheid van leden van de Romeinse elite, onder wie Boëthus.
Zo wordt Galenus opgevoed tot een eclecticus. Hij onderzoekt alle doctrines en beperkt zich daarbij niet tot een bepaalde filosofische school. Zo zou zijn houding ook zijn in de geneeskunde. Zijn medische studie begint Galenus op 17jarige leeftijd in Pergamum. Nog tijdens zijn studie schrijft Galenus zijn eerste werk op het terrein van de gynécologie: De uteri dissectione ofwel 'Over de anatomie van de baarmoeder'. Dit aan een vroedvrouw opgedragen boek bevat geen eigen ervaring van Galenus, maar is wel belangrijk, daar het wetenschappelijk materiaal van Galenus' voorgangers overlevert, zoals van de Alexandrijnse anatomen. Na de dood van zijn vader vertrekt Galenus op éénentwintigjarige leeftijd voor verdere studie naar Smyrna, Corinthe en Alexandrie. In Alexandrie, een belangrijk centrum van systematisch en empirisch onderzoek, groeit bij Galenus de belangstelling voor de anatomie. In Alexandrie werd namelijk sinds de 3de eeuw v.Chr. sectie verricht op dieren en - heel uitzonderlijk voor de Oudheid - op mensen. Waarschijnlijk werden ten tijde van Galenus' verblijf in Alexandrie geen mensen meer geseceerd, maar toch was daar een grote anatomische kennis bewaard gebleven. In 157 keert Galenus terug naar Pergamum. Kort daarna wordt hij aangesteld tot gladiatorenarts. Zijn opleiding heeft dan twaalf jaar geduurd. Zo'n lange opleiding is alleen maar weggelegd voor de welgestelden. Zowel deze goede opleiding als het ontbreken van geldzorgen maakt het Galenus mogelijk zich als arts onafhankelijk op te stellen. Met een eigen praktijk begint Galenus in 162 te Rome. Spoedig daarna geeft hij ook anatomische demonstraties (fig. 1) en lezingen. Deze demonstraties worden bijgewoond door veel intellectuelen. Ook Eudemus, mogelijk een vroegere J.A. van Vel* - van Dongen historica, Voorburg
GrfG • maart 1994
B oë t h u s ' v r o u w
.-• i!
ms «ra
>«2!
Ä4%ai B Pâ
A^Sʧ?gsïëï Figuur 2. Galenus als hofarts aan de sponde van Marcus Aurellus.
leraar van Galenus uit Pergamum, en Severus zijn hierbij aanwezig. Na een ophefmakende genezing van deze Eudemus heeft Galenus het geluk tot de hogere maatschappelijke kringen in Rome door te dringen. Galenus kan rekenen op de patronage van de oud-consul Flavius Boëthus als hij ook diens echtgenote en hun zoon geneest. Zijn faam dringt zelfs door tot aan het keizerlijke hof. Op verzoek van keizer Marcus Aurelius neemt Galenus de medische zorg voor kroonprins Commodus op zich. De vertrouwensrelatie die Galenus aan het hof heeft opgebouwd, zal mede bepalend zijn geweest voor Galenus' carrière, daar hij niet alleen hofarts wordt (fig. 2), maar een vooraanstaande plaats in de hoogste maatschappelijke kringen van Rome verwerft. We weten niet veel over de laatste jaren van zijn leven. Wel staat vast dat hij in 192 tijdens een grote brand in Rome die een groot deel van zijn oeuvre vernietigt, nog in die stad was. Vermoedelijk brengt hij zijn laatste levensjaren in Pergamum door, waar hij rond 210 sterft. Casus uit de praktijk Zoals gezegd, ligt voor ons de waarde van Galenus' werk in de manier waarop hij zijn patiënten observeert en beschrijft. Zijn observatievermogen komt hem al meteen van pas, als hij, waarschijnlijk in de zomer van 164, bij de echtgenote van eerder genoemde Ravius Boëthus wordt geroepen. Zij lijdt aan rfious gunaikeios (vrouwelijke vloed). Hieronder volgt Galenus' relaas van zijn wonderbaarlijke genezing van deze vrouw. Het is afkomstig uit De praecognitione ('Over de prognose'), een geschrift, waarin Galenus, om propagandistische redenen, hoog opgeeft van zijn eigen prestaties op het terrein van de prognose. Vertaald, leest de casus vlot
weg: 'Er is een opmerkelijk geval dat ervoor zorgde dat ik niet alleen als verteller van wonderbaarlijke verhalen bekend werd, zoals daarvoor de meeste artsen mij noemden, maar ook als wonderdoener. Boëthus' vrouw leed aan de zogenaamde 'vrouwelijke vloed'. Zij was in het begin beschaamd dit aan de beste artsen te vertellen, waartoe ik reeds door iedereen werd gerekend, maar vertrouwde zich toe aan haar eigen vroedvrouwen, die de besten van de stad waren. Toen er geen verbetering optrad, riep Boëthus ons allen te zamen en vroeg wat hij moest doen. Toen overeengekomen was geheel volgens het voorschrift van Hippocrates en de besten van zijn medische opvolgers te handelen, besloot hij me bij haar verzorgsters te introduceren. Hij vroeg me de samenstelling van de geneesmiddelen stuk voor stuk te onderzoeken, maar altijd met het algemene doel voor ogen haar gehele lichaam en niet alleen de streek rondom de baarmoeder te drogen en ook adstringerende zalven rond haar genitaliën aan te brengen. Dat alles deed ik. Maar omdat haar toestand achteruitging onder deze behandeling, verkeerden we natuurlijk allemaal in het ongewisse en waren we op zoek naar een andere therapie. Maar noch onze beredeneringen, noch onze ervaringen brachten ons op iets beters dan de beste artsen al overeengekomen waren. Intussen werd ook een zwelling in haar buik zichtbaar, die te vergelijken was met die van zwangere vrouwen. Sommige verzorgsters dachten daardoor dat deze werkelijk was ontstaan door zwangerschap. Geen van de andere artsen geloofde dat, omdat de dagelijkse afscheiding van de vrouwelijke vloed deze opvatting tegensprak. Haar belangrijkste verzorgster, die wij als een voortreffelijke vrouw beschouwden, behandelde haar als-
GrfG • maart 1994
B o c t h u s ' vrouw
of zij zwanger was en gaf haar een dagelijks bad. Op zekere dag, ze was nog in de eerste badruimte, voelde ze een hevige pijn, zoals vrouwen gewoonlijk bij een bevalling krijgen, en ze verloor zoveel waterige vloeistof dat ze buiten bewustzijn uit het bad gedragen werd. Haar verzorgsters krijsten en riepen, maar niemand begon haar voeten, handen en het bovenste deel van haar buik, dat wij gewoonlijk stomachos noemen (de maagstreek), te wrijven. Toevallig stond ik voor de buitendeur van de badruimte en toen ik het gegil hoorde, rende ik naar binnen en zag dat zij verstijfd was. Ik greep wat narduszalf en wreef haar maagstreek. Ik vertelde de vrouwen dat ze moesten ophouden met doelloos staan gillen en dat ze haar voeten en handen moesten verwarmen en een welriekende vloeistof bij haar neus moesten houden. We brachten haar spoedig weer bij bewustzijn. De vroedvrouw was hooglijk verrukt toen de buik zich samentrok bij de lediging. Niet zozeer omdat zij fout was geweest in haar diagnose dat het een zwangerschap betrof, maar omdat zij, als vrouw die haar vak beheerste, met ons had ingestemd toen wij weigerden op de geaccepteerde behandeling te vertrouwen. leder van ons vroeg zich nu af wat te doen, want we durfden de vrouw niet langer met dezelfde intentie te behandelen als daarvoor, maar we durfden de behandelingsmethode ook niette veranderen. Op een nacht, toen ik de zaak overdacht, kreeg ik de volgende ingeving. Zoals ik gezegd heb, toen de vrouw flauwviel, stonden de vrouwen er bij te gillen zonder een hand uit te steken, maar ik nam wat nardusolie in mijn handen en wreef vervolgens de maagstreek en het hypochondrium. Ik herinner me dat ik, toen ik dat deed, in deze omgeving een zachtheid van de spieren van het hypochondrium ontdekte, die ertoe leidde dat ik, hoewel ik eerst van plan was geweest tamelijk krachtig te masseren, minder hard drukte uit angst haar blauwe plekken te bezorgen door het vlees stuk te wrijven. Het hele gebied van het hypochondrium leek mij toe, als ik de vergelijking mag gebruiken, als melk die stremt en bezig is kaas te worden, maar nog niet stijf is. We hadden allen besloten door te gaan met het drogen van het teveel aan vocht, waaraan zij leed, en probeerden nu een methode te vinden, die zowel drogend als verwarmend zou werken, om zo te voorkómen dat het lichaam te lijden zou hebben van een te koud mengsel van lichaamssappen. Dit temeer omdat we in die tijd, de zomer, probeerden het tegengestelde effect te bereiken door haar in een bed van warm strandzand te leggen.
GrfG • maart 1994
Vochtverdrijvende tactieken Toen ik bedacht dat een van de meest voorkomende fouten van artsen is dat zij een overvloedige ontlediging veroorzaken, zonder dat zij er daarbij op letten te voorkómen dat de kwaal opnieuw ontstaat, besloot ik mijn behandeling te veranderen. Ik gaf haar een drankje, wreef haar gehele lichaam en zalfde het als volgt: niet met een mengeling van pek en hars, maar alleen met honing die een lange tijd gekookt had en vervolgens tot de temperatuur van bronwater in de zomer was afgekoeld. Ik besloot dat het beter was het overtollige vocht te verspreiden via zowel de huid als de blaas en gebruikmakend van vochtafvoerende kruiden het vocht via de onderbuik te verwijderen. Ik probeerde dit zeven opeenvolgende dagen, na haar overvloedige ontlediging, toen Boëthus ons ieder afzonderlijk en gezamenlijk verzocht een behandelingsmethode te zoeken. Ik nam hem apart, op een afstand van de in het huis aanwezige bedienden en vrienden, en ik had het volgende privé-gesprek. 'Omdat u weet', zei ik, 'dat ik tot op de dag van vandaag nooit gefaald heb in zelfs maar een van mijn medische plichten, geef ik u in overweging mij toe te staan de komende tien dagen te doen wat ik nodig acht voor de behandeling van uw vrouw. Als er dan aanhoudende vooruitgang is, wilt u mij dan toestaan mijn therapie voort te zetten voor de volgende tien dagen. Als er geen genezing is, zal ik mij geheel terugtrekken.'
Galenus voelt de pols by een zieke dame, de vrouw van Justus, waarbij hij de diagnose 'liefdesverdriet' stelt.
B o ë t h u s ' vrouw
Na zijn gaarne gegeven toestemming, purgeerde ik haar via haar onderbuik met een wateronttrekkend kruid en gaf haar daarna wat water te drinken waarin asarabacca (wilde nardus) en selderie waren gekookt. Toen er twee dagen later geen teken van vloed meer was, gaf ik haar op de derde dag een kleine portie van iets dat het vocht, dat eerst in haar baarmoeder was terechtgekomen, door haar onderbuik zou purgeren. Ik wenste het door haar onderbuik te leiden en via haar urine. Daarna zalfde ik haar dagelijks met honing en masseerde haar lichaam eerst met zachte doeken en daarna met enkele zeer ruwe doeken, en ik gaf haar bergvogels en rotsvissen te eten. Na haar vijftien dagen op deze manier behandeld te hebben, was er geen spoor meer te bekennen van haar kwaal. Boëthus realiseerde zich dat ik meer gedaan had dan ikzelf had beloofd en smeekte mij haar helemaal te genezen en hem aanwijzingen te geven om een herhaling te voorkómen. Toen zij aan het einde van de maand haar kleur had teruggekregen, evenals haar normale gezondheidstoestand, en er geen teken van vloeiing meer was, stuurde hij me vierhonderd goudstukken. Maar bij de vooraanstaande artsen, tegenover wie hij zich lovende woorden over mij liet ontvallen, nam daardoor de jaloezie toe. Bovendien was hij, net als Severus, zo enthousiast dat hij alles over mij aan Marcus Aurelius Antoninius vertelde, de keizer die toen in Rome was.' Theoretische achtergrond Wat is nu de theoretische achtergrond van Galenus' optreden? Artsen, die praktizeren in de Hippocratische traditie, gaan uit van de zoge-
Figuur 3.
Anatomie van de ruimte van Douglas.
Baarmoeder
Wervelkolom
naamde humorale pathologie ofwel sappenleer. Het wijsgerig denken van de artsen uit de 6de en 5de eeuw v.Chr. heeft hiervoor de basis gelegd. Analoog aan Empedocles' (495-432 v.Chr.) leer van de vier elementen vuur, water, lucht en aarde zoekt men de essentie van gezondheid en ziekte in de vier lichaamssappen bloed, slijm, gele gal en zwarte gal. Galenus sluit zich aan bij deze humorale pathologie en perfectioneert dit systeem. Hij gaat daarbij uit van een bestaand evenwicht ofwel krasis (menging) tussen de vier lichaamssappen die elk bepaalde kwaliteiten hebben. Bloed is vochtig en warm; slijm is vochtig en koud; gele gal is droog en warm en zwarte gal is droog en koud. Ziekte of dyskrasie berust op een verkeerde menging van de sappen. De arts zal trachten het juiste evenwicht te herstellen door het teveel weg te nemen (aderlating, purgeren) en door het juiste dieet (contraria contrariis, het tegengestelde) toe te dienen, dus een patiënt die te veel vocht heeft, krijgt verdrogende voeding voorgeschreven. De antieke 'schijf van vijf' rekende bergvogels en rotsvissen tot de droge sector, wild, sla en komkommer bijvoorbeeld tot de vochtige. Vogels gelden in het algemeen als droog, vissen kunnen echter zowel droog als nat zijn, afhankelijk van hun leefmilieu. Leven zij bijvoorbeeld bij de rotsen, dan zijn zij droog. Hoe past Galenus deze theorie toe? Op verschillende plaatsen in de casus refereert hij hieraan. De vloeiingen van Boëthus' vrouw wijzen op een teveel aan vocht. De behandeling van de artsen is erop gericht het lichaam van de vrouw te drogen en te verwarmen. Dat gebeurt door middel van medicamenten, zoals pek, hars en honing. ^^^^ Het droogproces wordt verder gesteund door een dieet. Ook het bed van droog en warm strandzand moet in deze context worden geïnterpreteerd.
Ruimte van Douglas
Symfyse
Blaas
Endeldarm
Nardusmirre Wat is nardusmirre en waarom gebruikte Galenus het? Galenus stapt van een vochtonttrekkende behandeling over op een verwarmende therapie. Hij doet dat omdat de toestand van de patiënte verandert. Zij lijdt niet alleen aan een overmaat aan vocht, maar hij vreest ook dat zij te veel afkoelt. De warmte van de nardus helpt het evenwicht tussen de kwaliteiten van de lichaamssappen te herstellen. Het beroemdst was in de Oudheid de Indische nardus, waarvan de huidige botanische naam luidt: Nardostachysjatamansi DC. Valerianaeae. Het werkzame deel van nardus is de wortel. Daaruit wordt zalf en olie getrokken. De werking ervan is te
GrfG • maart 1994