Gepubliceerde aanbestedings-uitspraken juli en augustus 2015 Niet-ontvankelijkheid Vzr. Rb Den Haag 7 april 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:6080 Krämer Bouw/Stichting Hoger Beroepsonderwijs Haaglanden (HHs) Niet-openbare EA raamovereenkomst gebouwonderhoud, verbouwingen en adviesdiensten. In de selectiefase zijn 5 partijen geselecteerd, waaronder Krämer. HHs heeft het voornemen om te gunnen op 27 januari 2015 bekend gemaakt. Op 9 maart heeft de advocaat van Krämer een scan van de dagvaarding die hij op 16 februari 2015 aan [A] (een andere rechtspersoon dan HHs), heeft uitgebracht tegen de gunningsbeslissing, pas aan de HHs verzonden. De vraag is of Krämer al dan niet ontvankelijk is. De voorzieningenrechter geeft aan dat uiterlijk op 17 februari een dagvaarding uitgebracht had moeten worden. Het gaat om een contractuele vervaltermijn; door in te schrijven heeft Krämer ingestemd met die vervaltermijn. De dagvaarding had tijdig en correct aan HHs betekend moeten worden. Dat Krämer de dagvaarding aan de verkeerde rechtspersoon [A] heeft gestuurd, komt voor haar eigen risico; de aanbestedingsstukken (aankondiging en selectieleidraad) vermeldden duidelijk en expliciet welke rechtspersoon de aanbestedende dienst was en bovendien stond het ook nog in de raamovereenkomst. Dat HHs wel tijdig wist van het kort geding en de dagvaarding maakt dat niet anders. Transparantiebeginsel Vzr. Rb Den Haag 1 mei 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:6454 eiseres[1] en [2]/Staatsbosbeheer Nationale openbare aanbesteding ecologische schapenbegrazing. Prijs en kwaliteit wegen voor resp. 45% en 55% mee, waarbij is aangegeven dat voor prijs max. 550 punten gescoord kunnen worden en voor kwaliteit 450. Staatsbosbeheer heeft de beoordelingsmethodiek zo toegepast dat eerst is berekend op basis van het max. puntenaantal en daarna op basis van de wegingsfactor. Eiseres [1] en [2] maken hiertegen bezwaar. De voorzieningenrechter oordeelt dat de beoordelingssystematiek voor meerdere uitleg vatbaar is en dat de uitleg van eiseressen niet onbegrijpelijk is. De onduidelijkheid stelt Staatsbosbeheer in de gelegenheid op enig moment te kiezen voor een systematiek die haar het best zou passen en dat levert een fundamentele schending van het transparantiebeginsel op. Bovendien is door Staatsbosbeheer niet voldoende voldaan aan het motiveringsbeginsel. Misbruik procesrecht Vzr. Rb Midden-Nederland 17 april 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:4694 [eiseres]/KvK Openbare EA telefonie en telefoniediensten. KvK heeft het voornemen tot gunning geuit aan eiseres. Vodafone start een kort geding. De rechter oordeelt dat gegund moet worden aan Vodafone. Eiseres is, hoewel door KvK gewezen op de mogelijkheid, niet tussengekomen. KvK trekt de gunningsbeslissing in en gunt aan Vodafone. Eiseres start daarop een kort geding. KvK is van mening dat eiseres haar rechten verwerkt heeft door niet te voegen of tussen te komen. Alsnog een kort geding starten betekent volgens haar misbruik van procesrecht. De rechter stelt voorop dat er snel en doeltreffend moet worden geprocedeerd met het oog op een vlot verloop van de aanbesteding en dat inschrijvers zoveel mogelijk gebruik zullen moeten maken van de mogelijkheden tot tussenkomst of voeging, zodat er in één ronde kan worden beslist. Die mogelijkheid zonder goede grond niet benutten en in een afzonderlijke procedure hernieuwde beoordeling van de rechter te vragen past niet bij het karakter van het aanbestedingsrecht. In deze zaak heeft KvK eiseres tijdig op de hoogte gesteld van het aanhangig gemaakte kort geding. Eiseres heeft bewust afgezien van interventie, terwijl zij daartoe wel had kunnen overgaan. Een goede grond daarvoor had zij niet. De rechter oordeelt dat eiseres niet ontvankelijk is.
© www.dlp-juristen.nl voor praktische informatie en juridisch advies over aanbestedingen en contracten
Intrekking aanbestedingsprocedure Vzr. Rb Oost-Brabant 1 juli 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:3932 Verkeersregelaar-Nederland BV/provincie Noord-Brabant Openbare EA Inspecteurswerkzaamheden calamiteiten en gladheid. De provincie ontvangt 2 inschrijvingen waarvan er één niet aan de eisen voldoet en de ander onaanvaardbaar hoog is. Daarnaast blijkt dat er een andere inschrijver is wiens inschrijving door de mailserver van de provincie wegens de grootte werd geweigerd. Het weigeringsbericht heeft die inschrijver niet bereikt omdat de oorspronkelijke inschrijving bijgevoegd was en het bericht derhalve ook te groot was om te ontvangen. Een klacht daarover is ongegrond verklaard, maar de provincie heeft besloten om de aanbesteding in te trekken. Op grond van het beschrijvend document is intrekking in uitzonderingssituaties toegestaan. De vraag die speelt is of er sprake is van een uitzonderingssituatie. De voorzieningenrechter haalt de lijn in de jurisprudentie aan (HvJ EU 11 december 2014 C/440/13 Croce Amica One Italia, ECLI:EU:C:2014:2435) dat een aanbestedende dienst altijd gerechtigd is een lopende aanbesteding eenzijdig af te breken. De voorzieningenrechter constateert dat hier sprake is van een uitzonderingssituatie die het afbreken rechtvaardigt. Bovendien zou het volgens de rechter in strijd zijn met het gelijkheids- en transparantiebeginsel dat de inschrijvers gehouden waren hun inschrijving per email in te dienen terwijl de ICT-infrastructuur blijkbaar niet was ingericht om grote email-bestanden te ontvangen en dit niet aan inschrijvers was gecommuniceerd. Rechtsverwerking Vzr. Rb Den Haag 12 juni 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:7224 KMK/Staat Aanbesteding volgens procedure van concurrentiegerichte dialoog voor opdracht “vernieuwing C-2000communicatieinfrastructuur”, bestaande uit 4 percelen. Tegen de selectiebeslissing dient binnen 20 dagen (contractuele vervaltermijn) bezwaar gemaakt te worden door middel van een kort geding. De combinatie KMK wordt geselecteerd om deel te nemen aan de inschrijffase. Andere geselecteerden zijn niet bekend gemaakt. In het beschrijvend document is een vervaltermijn van 15 dagen opgenomen voor het melden van onjuistheden etc. Na de dialoog maakt de Staat de namen van de andere geselecteerde inschrijvers bekend. De Staat is voornemen perceel 1 te gunnen aan Hytera en perceel 2 aan Eurofunk. KMK betwijfelt of deze partijen aan de referentie-eisen kunnen voldoen. De Staat stelt onder meer dat KMK haar rechten heeft verwerkt om over de selectiebeslissing te klagen. De voorzieningenrechter is van mening dat het contractuele vervalbeding na de selectiebeslissing toepassing mist ten aanzien van de beslissing over de andere deelnemers aangezien KMK over de selectie van die andere deelnemers niet is geïnformeerd. De rechter constateert echter dat na het bekendmaken van de geselecteerde deelnemers de termijn van het selectiedocument wel is gaan lopen. In het beschrijvend document staat nog een vervaltermijn van 15 dagen opgenomen voor het attenderen van de Staat op onjuistheden etc. Maar zelfs al wordt de ruimere termijn van 20 dagen gehanteerd dan heeft KMK deze termijn ruimschoots overschreden door haar bezwaren pas 6 maanden later kenbaar te maken. Bovendien is het bij het volgen van de concurrentiegerichte dialoog, als tijdrovende en intensieve procedure, zaak om niet te lang te wachten met het naar voren brengen van bezwaren.
Een contractuele vervaltermijn bij een selectiebeslissing leidt niet automatisch tot verval van elk recht om hiertegen bezwaar te maken. Indien er feiten en omstandigheden aangaande de geselecteerde inschrijvers zijn die pas bij de gunningsfase aan de orde komen, is bezwaar tegen de selectiebeslissing nog steeds mogelijk.
Rechtsverwerking Vzr. Rb Oost-Brabant 29 juni 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:3931 [eiseres]/gemeente Oisterwijk Niet-openbare aanbesteding sanering en bouwrijp maken KVL-terrein. Er hebben zich 18 gegadigden gemeld. Door loting is het aantal teruggebracht tot het in het selectiedocument opgenomen aantal van 10. Eiseres komt uiteindelijk niet in aanmerking voor gunning. Eiseres betwijfelt of de voorgenomen winnaar voldoet aan de referentie-eisen. De gemeente doet een beroep op rechtsverwerking. De voorzieningenrechter constateert dat de gegadigden bekend zijn gemaakt en dat er vervolgens een openbare loting is geweest, waaruit 10 ondernemingen zijn geselecteerd die voldeden aan de geschiktheidseisen. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiseres zich voldoende proactief heeft opgesteld door na het voornemen tot gunning twijfels te uiten over de geschiktheid van de voorgenomen winnaar. De rechter neemt daarbij in aanmerking dat onmogelijk van inschrijvende partijen kon worden verwacht dat zij van alle 10 geselecteerde partijen de geschiktheid
© www.dlp-juristen.nl voor praktische informatie en juridisch advies over aanbestedingen en contracten
zouden nagaan. Er is ook niet gebleken van bijzondere omstandigheden waaruit de gemeente het gerechtvaardigd vertrouwen zou hebben kunnen ontlenen dat eiseres de vraag of de voorgenomen winnaar voldeed aan de geschiktheidseisen, niet meer op zou werpen. Het beroep op rechtsverwerking wordt verworpen. Inhoudelijk gezien weet eiseres echter niet aannemelijk te maken dat de voorgenomen winnaar niet voldoet, waardoor de vordering afgewezen wordt. Kennelijke fouten in inschrijving Hof Den Haag 7 juli 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1863 Vob-Issos/Staat (Ministerie van Defensie) Openbare EA vervangen paspoortbalies. Gunning op basis van emvi, UAV 2012 is van toepassing. In het bestek is een betalingsschema opgenomen. Vob-Issos schrijft in, eindigt als 2e en maakt bezwaar. Het Ministerie trekt de guuningsbeslissing in en verzoekt Vob-Issos om nadere bewijsmiddelen en een gespecificeerde begroting. Vob-Issos heeft een afwijkende betalingsregeling opgenomen en in de begroting foutief een volgens haar onjuiste benaming voor de bekabeling opgenomen (pvc-buizen i.p.v. halogeenvrije bekabeling en buizen). Beide punten rectificeert Vob-Issos naar aanleiding van een vraag van het Ministerie. De inschrijving van Vob-Issos wordt ongeldig verklaard en de Staat gaat over tot gunning. Vob-Issos vordert in kort geding een verbod om uitvoering te geven aan de overeenkomst. De voorzieningenrechter wijst de vordering af. Vob-Issos geeft in hoger beroep onder meer aan dat de Staat het herstelrecht heeft miskend. Het Hof constateert dat de opdracht definitief is gegund aan [Y] en volgt de vaste lijn dat alleen ingegrepen wordt in de gesloten overeenkomst indien er een redelijke verwachting is dat de overeenkomst in een bodemgeschil wordt vernietigd op de in de AW opgenomen gronden, er sprake is van misbruik van bevoegdheid dan wel de overeenkomst is aangegaan onder omstandigheden bedoeld in artikel 3.40 BW. Dit is in deze zaak niet aan de orde. De inschrijving komt niet overeen met het bestek. Wijziging van de inschrijving is slechts mogelijk indien er sprake is van een kennelijke vergissing. Daarover verschillen partijen van mening. Volgens het Hof zou het erkennen van een fundamenteel herstelrecht in ernstige mate afbreuk doen aan het gelijkheidsbeginsel; zo’n recht bestaat volgens het Hof niet, dus de Staat kan het niet hebben miskend. Gelijkheidsbeginsel Hof Den Haag 7 juli 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1864 Smeulders Interieurwerken/Staat (Defensie) Openbare EA paspoortbalies marechaussee. De Staat trekt een voorgenomen gunning aan Smeulders in na het starten van het kort geding door Vob-Issos. In het vervolg constateert de Staat dat de aanbieding van Smeulders niet aan de bestekseisen voldoet en ongeldig is. De voorzieningenrechter heeft in kort geding de vordering van Smeulders hiertegen afgewezen. Er is inmiddels definitief gegund aan Stoverink. Smeulders stelt spoedappel in. Het Hof geeft ook hier de vaste jurisprudentie weer door aan te geven dat er alleen in uitzonderlijke gevallen reden is om in te grijpen in een al gesloten overeenkomst. Ook hier concludeert het Hof dat er geen sprake is van dergelijke omstandigheden: de Staat was gehouden om na gemotiveerd bezwaar van een andere inschrijver, de aanbieding van Smeulders opnieuw zorgvuldig te onderzoeken, er is geen sprake van strijd met fundamentele beginselen van het aanbestedingsrecht. Verlenging overeenkomst Vzr. Rb Amsterdam 24 juli 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:5226 Willemsen-de Koning(WDK)/gemeente Amsterdam WDK was tot 15 januari 2015 enig aandeelhouder van WDK Personenvervoer BV. Daarna heeft de WDK Groep BV dit overgenomen. In 2011 heeft de gemeente een aantal kavels m.b.t. het leerlingenvervoer aan WDK gegund. De overeenkomst voorziet vanaf 31 juli 2015, in een maximale verlenging van 3x één jaar. WDK kondigt 31 december 2014 een contractovername aan door WDK Personenvervoer. De gemeente wil o.m. informatie over de aansprakelijkheidsgarantie, de organisatorische veranderingen. Uit de screening door de gemeente blijkt dat er zorgen zijn over de financiële situatie. De gemeente besluit niet over te gaan tot verlenging en goedkeuring van de contractovername. WDK vordert verlenging van de overeenkomst. De gemeente is voornemens een contract met Connexxion aan te gaan voor 1 jaar. De voorzieningenrechter laat de vraag in het midden of er door de contractovername sprake zou zijn van een wezenlijke wijziging, maar concludeert dat er niet het gerechtvaardigd vertrouwen bij WDK is gewekt dat de overeenkomst verlengd zou worden. Ook de screening door de gemeente is niet ongerechtvaardigd of in strijd met de regels van aanbestedingsrecht. De rechter oordeelt tevens dat de gemeente de overeenkomst voor een jaar aan Connexxion mag gunnen omdat zij geen tijd meer heeft om aan te besteden.
© www.dlp-juristen.nl voor praktische informatie en juridisch advies over aanbestedingen en contracten
Certificaat Hof Den Hof 14 juli 2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:2666 Bouwbedrijf [A]/[stichting] c.s. Vrijwillige nationale niet-openbare aanbestedingsprocedure Brede School. Gegadigde diende op moment van aanmelding te beschikken over een relevant VCA-certificaat. Bouwbedrijf A eindigt als tweede. [A] betwist dat de winnaar [B] beschikt over een geldig relevant VCA-certificaat. [B] beschikt over een Bedrijfscertificaat VGMbeheerssysteem. Dit wordt door de aanbestedende dienst gelijkwaardig geacht. Na het kort geding besluit de stichting de voorgenomen gunning in te trekken en een nieuwe onderhandse procedure te starten waarvoor [A] uitgenodigd wordt. [A] vordert in hoger beroep gunning van de opdracht (op grond van de eerste procedure). Het vonnis van de Rechtbank was slechts dat de stichting de voorlopige gunning moest intrekken. De vraag die in hoger beroep speelt is of het veiligheidssysteem van [B] gelijkwaardig is aan een VCA-certificaat. Het Hof concludeert dat [A], als eiser, niet aannemelijk heeft gemaakt dat het VGM-systeem en -handboek niet gelijkwaardig is aan het VCA-certificaat. Financiële geschiktheidseisen Vzr. Rb Oost-Brabant 17 juli 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:4427 HR VIA Care BV/GGD Brabant-Zuidoost Openbare EA inhuur ambulance personeel door de GGD. In de Eigen Verklaring wordt gevraagd naar voldoende financiële en economische draagkracht, aan te tonen door de goedgekeurde jaarrekeningen van 2013 en 2014. HR betwist dat de winnaar van de aanbesteding hieraan bij inschrijving voldeed (de jaarrekening 2014 is pas na inschrijving vastgesteld) en stelt dat de winnaar derhalve ongeldig heeft ingeschreven. De GGD heeft de draagkracht onder meer getoetst aan de solvabiliteit, maar die is volgens HR onjuist berekend (er is een lening van de moedermaatschappij meegeteld). De voorzieningenrechter geeft aan dat HR terecht stelt dat inschrijvers op moment van inschrijving moeten voldoen aan de geschiktheidseisen, maar dit betekent volgens de rechter niet dat zij dit op dat moment moeten kunnen aantonen. De winnaar heeft kennelijk voldaan aan de eis van de jaarrekening. V.w.b. de berekening van de solvabiliteit geeft de rechter aan dat het uitgangspunt is dat de lening van de moeder slechts mag worden opgeteld bij het eigen vermogen als deze achtergesteld is. Dat lijkt niet het geval te zijn, zodat er inderdaad onjuist is berekend. Dat betekent dat er niet is voldaan aan de eis, waardoor de inschrijving terzijde gelegd had moeten worden. Kwalitatieve criteria Vzr. Rb Midden-Nederland 3 juli 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:5473 Wiltec/Prorail Niet openbare aanbestedingsprocedure volgens het ARN van beschermingsmiddelen en kleding. De procedure is zo ingericht dat de drie best scorenden op bestelgemak, maatschappelijk verantwoord ondernemen en prijs doorgaan naar de draagproef. Hierbij zal worden getoetst op uitstraling (60%) en comfort (40%) en de best scorende hierop wordt de winnaar. Wiltec is de best scorende in de eerste ronde maar bij de draagproef komt PWG er het beste uit, o.a. omdat Wiltec de huisstijl niet heeft toegepast op een onderdeel. Prorail is voornemens aan PWG te gunnen. Wiltec stelt dat de beoordeling niet voldoende objectief en zorgvuldig was, de beoordelingssystematiek niet helder en bovendien niet consequent toegepast. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Wiltec af. Hij volgt daarbij de vaste lijn in de jurisprudentie waarbij de rechter slechts marginaal toetst en pas ingrijpt indien er sprake is van procedurele of inhoudelijke onjuistheden dan wel onduidelijkheden die ertoe zouden leiden dat de gunningsbeslissing niet deugt. Daarvan is hier geen sprake, concludeert de rechter. Ondanks dat er een vereiste niet in de lijst met minimale normen stond opgenomen, had het voor Wiltec als behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver redelijkerwijs wel duidelijk moeten zijn wat de eis was. De eis stond in het huisstijldocument wat onderdeel uitmaakt van de stukken en waarvan was aangegeven dat het voorging in geval van strijdigheid. Beoordelingssystematiek Vzr. Rb Den Haag 17 juli 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:8315 Grip/Staat (RWS) Openbare EA stroefheidsmetingen (2 percelen). Grip eindigt op beide percelen als derde. Grip maakt bezwaar tegen de beslissing omdat naar haar mening nieuwe sub-subgunningscriteria zijn gehanteerd en de beoordeling niet heeft plaatsgevonden conform de bekendgemaakte beoordelingsmethodiek. De voorzieningenrechter stelt Grip niet in het gelijk. Voor wat betreft de sub-subgunningscriteria geeft de rechter aan dat het niet ongebruikelijk is kwalitatieve gunningscriteria “open” te formuleren. Van de aanbestedende dienst mag niet verwacht worden dat deze aangeeft wat nodig is om de maximale score te halen. De genoemde subsubgunningscriteria zijn geen nieuwe criteria maar slechts aspecten die de beoordelaars hebben meegenomen, hoewel de term sub-subcriteria door RWS verwarrend kan zijn. Ook voor wat betreft de beoordeling ziet de rechter geen
© www.dlp-juristen.nl voor praktische informatie en juridisch advies over aanbestedingen en contracten
aanleiding om in te grijpen, hoewel er wel een onduidelijkheid zit in de puntentoekenning op de onderliggende kwalitatieve criteria van één van de partijen.
Grossmann-verweer, motivering Vzr. Rb Zeeland-West-Brabant 29 juli 2015, ECLI:NL:RBZWB:2015:5028 Transvision/ gemeente Middelburg, Veere, Vlissingen Openbare EA WMO-vervoer c.s. N.a.v. klachten van NMC over clustering hebben de gemeenten aangegeven dat het gaat om de inhuur van vervoermiddelen met chauffeur en niet om een opdracht om verschillende vervoersstromen te verzorgen, er is geen clustering van ongelijksoortige opdrachten. Wel is er sprake van geografische clustering vanwege afstemming van vervoersbewegingen. NMC stuurt ook een klacht naar de CvAE. Aan het verzoek van de CvAE aan de gemeenten om de gunningsbeslissing uit te stellen hebben de gemeenten geen gehoor gegeven. Transvision eindigt als nummer 3 en spant een kort geding aan waarin zij o.a. de clustering en de motivering aan de orde stelt. De voorzieningenrechter concludeert dat Transvision haar rechten heeft verwerkt om nog te klagen over de clustering. Hoewel de gemeenten de bezwaren van NMC hebben opgevat als bezwaren van Transvision, kan dit Transvision niet baten omdat zij zonder verder actie te ondernemen al vóór sluitingsdatum de inschrijving hebben ingediend. De gemeenten konden er daarom van uitgaan dat Transvision een antwoord op de klachten niet nodig vond voor het doen van een inschrijving. De rechter oordeelt op alle door Transvision aangevoerde punten dat de motivering de toets door de rechter kan doorstaan. Ongeldigheid Vzr. Rb Oost-Brabant 28 juli 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:4570 eiseres/gemeente Veldhoven Mvo aanbesteding onderhoud elementen. Eiseres heeft twee door de gemeente op een bepaald bedrag vastgestelde stelposten gewijzigd. De gemeente verklaart de inschrijving ongeldig. Eiseres stelt dat het om een kennelijke fout gaat die zich voor herstel leent. De voorzieningenrechter gaat daar niet in mee, aangezien wijziging van de stelposten er toe zou leiden dat er, teneinde een gelijkblijvende aanneemsom te behouden, één van de andere staartposten naar beneden bijgesteld moet worden. Een dergelijke aanpassing zou te veel ingrijpen in de oorspronkelijke inschrijving hetgeen in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Transparantiebeginsel Vzr. Rb Amsterdam 13 augustus 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:5279 Meurs/UWV Openbare EA Psychologische tests. Eén van de eisen is dat de test een betrouwbaarheidscoëfficiënt van .80 moeten hebben. Wordt er minder gescoord dan leidt dit tot uitsluiting. Moers scoort op 5 subtests minder en wordt uitgesloten. Meurs maakt hiertegen bezwaren en stelt dat er niet op subtest-niveau maar op het niveau van dimensies bekeken had moeten worden, bovendien heeft Meurs er bezwaar tegen dat het UWV kiest voor een hogere betrouwbaarheidsgraad dan aangegeven in de richtlijnen van de zgn. COTAN, waarvan het UWV de criteria wel toepast in deze aanbesteding. De voorzieningenrechter oordeelt dat de aanbestedingsstukken voldoende duidelijk waren en dat een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver de eis niet anders heeft kunnen opvatten dat het percentage gold voor (sub)testniveau en niet op dimensieniveau. Het stond het UWV verder vrij om een strengere norm te hanteren dan de betrouwbaarheidscoëfficiënt van COTAN. Het UWV heeft dit in de aanbestedingsstukken ook uitdrukkelijk kenbaar gemaakt en Meurs heeft hierover geen vragen gesteld, zodat zij dit punt niet nu alsnog kan aangrijpen om de beoordelingsmaatstaf ter discussie te stellen. Certificaat Vzr. Rb Limburg 24 juli 2015, ECLI:NL:RBLIM:2015:6346 Boro Holding/Academisch Ziekenhuis Maastricht Openbare EA levering, installatie en onderhoud Beeldmanagementsysteem. AZM heeft als eis onder meer gesteld: het beschikken over een ISO-9001 certificaat. Boro betwist dat de winnaar een certificaat heeft en dat deze ook niet over een gelijkwaardig systeem beschikt. De voorzieningenrechter geeft aan dat, aangezien noch uit wet, noch uit jurisprudentie en noch uit de aanbestedingsukken blijkt hoe de beoordeling van gelijkwaardigheid plaats dient te vinden. Nergens blijkt uit dat dit door een ISO-certificerende instantie moet gebeuren in plaats van een interne beoordelaar. Bovendien heeft Boro
© www.dlp-juristen.nl voor praktische informatie en juridisch advies over aanbestedingen en contracten
nagelaten in de inlichtingenfase vragen te stellen over de te volgen procedure, zodat de rechter niet anders dan kan oordelen dat het AZM volgens de spelregels heeft gehandeld.
Ongeldigheid Vzr. Rb Noord-Nederland 26 augustus 2015, ECLI:NL:RBNNE:2015:4061 Oosterhof Holman/gemeente Assen Onderhandse aanbesteding ontwerpen en realiseren en meerjarig onderhoud van een sluis, een stuw en een riool. Het gaat om een UAV GC contract. De gemeente heeft een voorgenomen gunning aan Oosterhof Holman na een dreigend kort geding, ingetrokken en de inschrijving van Oosterhof Holman alsnog ongeldig verklaard omdat het aanbiedingsontwerp niet voldeed aan de eisen van de vraagspecificatie. In discussie is de vraag of Oosterhof Holman ontwerpvrijheid had bij het ontwerp van de Sluis. De voorzieningenrechter geeft aan dat duidelijk en ondubbelzinnig uit de vraagspecificatie blijkt dat het aanbiedingsontwerp van de sluis dient te voldoen aan bepaalde bijlagen (ambitiedocument en schetsontwerp). Ook in de NvI is aangegeven dat het ontwerp dient te voldoen aan de vraagspecificatie en dat er hooguit nog ruimte is voor optimalisatie na opdrachtverlening. Het ontwerp van Oosterhof Holman voldoet niet aan de vraagspecificatie (wijkt op meerdere punten af van het Schetsontwerp) en is daarmee terecht ongeldig verklaard. Uitsluitend recht Rb Gelderland 29 juli 2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:5490 AVR-Afvalverwerking/Regio Noord-Veluwe RNV heeft aan Afvalsturing Friesland bij besluiten van de colleges van B&W van de deelnemende gemeenten een uitsluitend recht verleend voor afvalverwerking. AVR stelt dat er in strijd met het Europees recht is gehandeld doordat er niet is aanbesteed. De voorzieningenrechter stelt vast dat er sprake is van een overheidsopdracht en dat er niet is aanbesteed. De gemeenten en RNV doen uitdrukkelijk geen beroep op de quasi-inhouse uitzondering. Die zou ook niet van toepassing zijn volgens de rechter want er wordt niet voldaan aan het toezichtcriterium. De uitzondering uitsluitend recht is echter ook niet van toepassing. Conform de richtlijn moet er sprake zijn van een “uit hoofde van bekend gemaakte wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen”. Het moet gaan om algemeen verbindende voorschriften, zoals vervat in een wet, een AMvB of een verordening. In deze was sprake van een collegebesluit dat niet anders dan op de eigen website gepubliceerd was. Hierdoor wordt niet voldaan aan de eis van een algemeen verbindend voorschrift; er is slechts sprake van een besluit ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling. Het beroep van de gemeenten en RNV op de uitzonderingsbepaling voor uitsluitend recht gaat niet op. Motivering Vzr. Rb Den Haag 5 augustus 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:10016 Gatsometer/Staat (CVOM) Tussen de Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM), Gatsometer en 3 andere leveranciers is een raamovereenkomst levering, beheer en onderhoud trajectcontrolesystemen tot stand gekomen. Gatsometer heeft na een minicompetitie in augustus 2014 de nadere opdracht voor het Trajectcontrolesysteem A58 verworven. Gatsometer heeft daarbij voor “fotokwaliteit” de maximale score (10) gekregen. In maart 2015 stuurt CVOM een nieuwe offertevraag voor de A2 en A12 in. Op hetzelfde onderdeel scoort Gatsometer, met inzending van dezelfde foto’s als bij de offerte voor de A58 een 8,7. CVOM motiveert het verschil door aan te geven dat er een ander beoordelingsteam was. Gatsometer stelt dat de foto’s niet overeenkomstig de vooraf bekendgemaakte criteria en op een juiste wijze heeft beoordeeld en er onvoldoende is gemotiveerd. De voorzieningenrechter stelt de marginale toetsing bij een kwalitatieve beoordeling voorop. Hij geeft vervolgens aan dat in de beslissing de totaalscores van Gatsometer worden afgezet tegen die van de winnaar en de aspecten benoemd zijn waarom de foto’s van de winnaar meerwaarde hebben (scherper en beter belicht) en oordeelt dat deze motivering als voldoende moet worden aangemerkt. Vervolgens oordeelt hij dat een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver uit het feit dat de beoordeling op dezelfde wijze plaatsvindt als in 2014 niet mag afleiden dat dezelfde foto’s ook dezelfde score krijgen. In het beoordelingsdocument staat duidelijk dat individuele beoordelaars een score toekennen die in een plenaire sessie besproken en eventueel bijgesteld wordt. Aangezien de samenstelling van het beoordelingsteam anders is in aantal en bemensing had Gatsometer er niet op mogen vertrouwen dat zij een zelfde beoordeling kreeg.
© www.dlp-juristen.nl voor praktische informatie en juridisch advies over aanbestedingen en contracten