Geïntegreerd Jaarverslag 2013 Stichting Hout- en Meubileringscollege
INHOUDSOPGAVE Leeswijzer
4
Verslag Raad van Toezicht
5
Voorwoord College van Bestuur
8
Profiel van het HMC
11
Samenstelling Raad van Toezicht, College van Bestuur en Ondernemingsraad
13
Kerncijfers 2013
14
Hoofdstuk 1
Missie en onderwijsvisie
15
1.1
Missie
15
1.2
Onderwijsvisie
15
1.3
Strategisch beleidsplan 2013 – 2018
19
1.4
Belangrijkste doelen 2013
21
Hoofdstuk 2
Governance en bedrijfsvoeringsmodel
23
Hoofdstuk 3
Risico- en continuïteitsparagraaf
25
3.1
Risicoparagraaf
25
3.2
Continuïteitsparagraaf
28
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Notitie helderheid en Code goed bestuur
32
4.1
Notitie helderheid
32
4.2
Code goed bestuur
34
Maatschappelijke verbinding
36
5.1
Maatschappelijke bijdragen
36
5.2
Expositie werkstukken eindexamenkandidaten en prijs voor vakmanschap en ontwerp
38
Bestuurlijke en beheersmatige ontwikkelingen
39
6.1
39
Jaarverslag 2013
Bestuurlijke ontwikkelingen
Pagina 2
6.2
Beheersmatige ontwikkelingen
42
6.3
Benchmark MBO
49
6.4
Kwaliteitszorg
50
6.5
Sociaal jaarverslag
62
6.6
Verslag Ondernemingsraad
67
6.7
Verantwoording aanvullende subsidies
69
Hoofdstuk 7
Analyse resultaat 2013 en balansontwikkelingen
74
Bijlage 1
Resultatenbox
81
Bijlage 2
Jaarrekening 2013 (de cijfers)
83
Bijlage 3
Overige gegevens
115
Jaarverslag 2013
Pagina 3
Leeswijzer
Beste lezer, Voor u ligt het geïntegreerd jaarverslag 2013 van de stichting Hout- en Meubileringscollege. In dit geïntegreerd jaarverslag verantwoordt het HMC zich als MBO vakschool voor hout, meubel en interieur voor zijn prestaties in 2013. De kerncijfers op bladzijde 14 geven u in één oogopslag een kwantitatieve indruk van de ontwikkelingen bij het HMC. Het verhaal achter deze cijfers vindt u in dit jaarverslag. Achtereenvolgens komen in dit geïntegreerd jaarverslag aan bod: het verslag van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur, de missie en onderwijsvisie, de governance, de beleidsprioriteiten, het strategisch beleidsplan, de maatschappelijke bijdragen en het beleidsmatige verslag over 2013, inclusief het sociaal jaarverslag, de benchmark, de code goed bestuur, het verslag van de Ondernemingsraad en de verantwoording van aanvullende subsidies. In bijlage 1 treft u de door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voorgeschreven resultatenbox aan. De meeste gegevens zijn echter ook al, verdeeld over dit jaarverslag, bij de betreffende beleidsonderwerpen opgenomen. De cijfermatige jaarrekening over 2013 maakt integraal deel uit van dit jaarverslag en is opgenomen in bijlage 2. Heeft u vragen over dit jaarverslag, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de secretaresse College van Bestuur, mw. A. Dijkstra. Dit kan telefonisch via 010-2855558 of via een e-mail aan
[email protected] Wij wensen u veel leesplezier! HMC MBO vakschool voor hout, meubel en interieur
Jaarverslag 2013
Pagina 4
Verslag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van het HMC bestaat, behoudens de voorzitter, uit vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties uit de branches waarvoor het HMC opleidt. De voorzitter vervult een onafhankelijke positie. In 2013 zijn op voordracht van respectievelijk INretail en de NBvT twee nieuwe leden toegetreden. Door deze samenstelling is de betrokkenheid van de branches bij de opleidingen van de enige MBO vakschool voor deze branches verzekerd. De onafhankelijkheid in opereren van de leden van de Raad van Toezicht is gewaarborgd in de statuten en in het bestuursreglement dat de Governance Code, opgesteld door de MBO-raad, volgt. De samenstelling van de Raad van Toezicht is weergegeven op pagina 13. De Raad van Toezicht heeft in 2013 vijf keer met het College van Bestuur vergaderd en eenmaal met de voltallige directie en met de Ondernemingsraad. Daarnaast hebben de drie leden van de Raad van Toezicht met deskundigheid op het terrein van nieuwbouw, deelgenomen aan de vergaderingen van de stuurgroep nieuwbouw Rotterdam. De financieel deskundigen, eveneens bestaande uit 3 leden, hebben in 2013 driemaal vergaderd over o.a. de nieuwbouw, de jaarrekening en de begroting. De personele deskundigen, bestaande uit 2 leden en de voorzitter, zijn in 2013 éénmaal bijeengeweest. De Raad van Toezicht wordt door het College van Bestuur geïnformeerd over de gang van zaken op het HMC door middel van de bijlagen bij de agenda van de vergaderingen, door mondelinge toelichting tijdens de vergaderingen en door een tweemaandelijks bestuursverslag. In dit bestuursverslag wordt een overzicht gegeven van de actuele ontwikkelingen. In 2013 zijn o.a. de volgende onderwerpen in het bestuursverslag aan de orde geweest:
externe overleggen en samenwerkingsverbanden brancheontwikkelingen inzake onderwijs en opleidingen adviescommissies meubel en interieur klachten en geschillen veiligheid en arbeidsomstandigheden bezoeken MBO scholen overeenkomsten externe partijen verslag divers intern overleg (waaronder MT, Ondernemingsraad en Leerlingenraad) informele personeelsbijeenkomsten onderzoeken van de inspectie van het onderwijs enquêtes en onderzoeken focus op vakmanschap, macrodoelmatigheid en MBO 2015 stichting beroepsonderwijs en bedrijfsleven HMC cursus en training BV SOS vakmanschap pilot pianotechniek open dagen huisvesting en nieuwbouw formatieplanning personele ontwikkelingen treasury aanwezigheid HMC op beurzen en exposities internationale ontwikkelingen (o.a. Bolster up project)
Jaarverslag 2013
Pagina 5
Het bestuursverslag wordt altijd in de vergadering met het College van Bestuur besproken. In voorkomende gevallen worden de leden van de Raad van Toezicht via e-mail geïnformeerd over actuele zaken. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen wekelijks de beide mededelingenbulletins van de locaties, waarin lopende zaken aan de orde komen. Tevens ontvangen de leden van de Raad van Toezicht drie keer per jaar HMC intern, het HMC brede mededelingenblad. De leden van de Raad van Toezicht worden uitgenodigd aanwezig te zijn bij activiteiten als open dagen en eindexamenexposities. In de vergaderingen met het College van Bestuur zijn het afgelopen jaar onder andere de volgende zaken aan de orde geweest:
nieuwbouw Rotterdam, herhuisvesting Amsterdam ontwikkelingen kenniscentra, branches en stichting beroepsonderwijs en bedrijfsleven fiscale behandeling beloning leden Raad van Toezicht evaluatie code “goed bestuur in de bve-sector” goed bestuur en toezicht in het mbo checklist Governance Code deskundigheidsmatrix geïntegreerd jaarverslag 2012 en risicoanalyse accountantsverslag nav de jaarrekening meerjarenbeleidsplan voortgangsrapportage uitvoering begroting 2013 begroting 2014 treasury HMC cursus en training BV nieuwe opleiding collectiebeheer ondernemingsraad open dagen en inschrijvingen inspectieverslagen onderwijskwaliteit en examinering rendement (opbrengsten) opleidingen vacatiegelden functioneringsgesprek voorzitter College van Bestuur zelfevaluatie Raad van Toezicht
Formele besluiten
De Raad van Toezicht heeft formeel goedkeuring verleend aan de begroting 2014 en het geïntegreerd jaarverslag 2012 zodat deze door het College van Bestuur konden worden vastgesteld. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht instemming verleend tot de Europese aanbesteding van de nieuwbouw, het uitwerken van een samenwerkingsovereenkomst met ROC Mondriaan over de opleiding interieuradviseur, het doen van een kapitaalstorting in HMC cursus en training en het starten van de nieuwe opleiding Collectiebeheer met ingang van het schooljaar 2013/2014. In het verslagjaar heeft de Raad van Toezicht het systeem van zelfevaluatie geregeld toegepast. De zelfevaluatie vindt plaats op basis van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zoals deze zijn vastgelegd in statuten en bestuursreglement. Tevens bespreekt de Raad van Toezicht of de individuele leden en de raad als geheel voldoende en adequaat zijn toegerust om de taken en verantwoordelijkheden uit te voeren. Hierbij komen competenties, de aanwezige deskundigheid en het functioneren van de voorzitter, de leden en de Raad van Toezicht als totaal aan de orde.
Jaarverslag 2013
Pagina 6
De Raad van Toezicht heeft het College van Bestuur net als vorig jaar laten weten tevreden te zijn over de prestaties van het College van Bestuur en daarmee over de prestaties van alle medewerkers die hieraan hebben bijgedragen. René Lahoye, Voorzitter Raad van Toezicht
Jaarverslag 2013
Pagina 7
Voorwoord College van Bestuur Het College van Bestuur van de stichting Hout- en Meubileringscollege biedt hierbij haar jaarverslag aan voor het boekjaar dat geëindigd is op 31 december 2013. Financieel gezien was 2013 een goed jaar dat met een mooi positief resultaat van EUR 802.471 is afgesloten. Daarbij moet wel in ogenschouw worden genomen dat dit resultaat in belangrijke mate werd veroorzaakt door de lage huisvestinglasten van onze locatie in Rotterdam. Gecorrigeerd voor deze en andere incidentele oorzaken bedraagt het (genormaliseerde) resultaat circa EUR 350.000, hetgeen slechts 1,5% van de totale baten is. In financieel en bedrijfsmatig opzicht blijft het HMC zich structureel solide ontwikkelen. De in de afgelopen jaren gerealiseerde verbetering in de financiële positie komt, naast de hierboven genoemde bijzondere omstandigheid, met name voort uit de strakke formatieplanning en het degelijke begrotingsbeleid. Op het terrein van onze “core business”, het middelbaar beroepsonderwijs, heeft de inspectie van het Onderwijs in 2012, op basis van de resultaten uit het onderzoek naar de Staat van de Instelling geconcludeerd dat de kwaliteitsborging voldoende is. Voorts heeft de inspectie geconcludeerd dat er geen risico’s in de zin van het toezichtkader zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. Dit heeft ertoe geleid dat er in 2012 en 2013 geen aanvullend vervolgtoezicht is uitgevoerd. Om het publiek van extra informatie te voorzien heeft de onderwijsinspectie het z.g. instellingsprofiel 2013 van het HMC online gezet. De website bevat informatie over de uitkomsten van het toezicht, rendementsbeoordeling, financiële informatie, aanbod studenten en is ‘gelinkt’ aan het landelijke JOB-leerlingenonderzoeksrapport. Het aantal leerlingen is in 2013 ten opzichte van 2012 afgenomen met 62 leerlingen naar 3.040 leerlingen. In gewogen aantallen is met name door de verschuiving van BBL naar BOL echter sprake van een stijging van 54 ten opzichte van 2012. In het schooljaar 2012/2013 zijn zowel het diplomaresultaat (69,8%) als het jaarresultaat (71,2%) licht gedaald ten opzichte van 2011/2012. De ambitie van het HMC om te groeien naar een jaarresultaat van 72% blijft binnen bereik. Overigens scoort het HMC zowel voor het jaarresultaat als het diplomaresultaat bij alle opleidingsniveaus hoger dan de inspectienormen. Op het terrein van het voortijdig schoolverlaten (VSV) heeft het HMC in 2013 opnieuw goede resultaten geboekt. Ten opzichte van 2011/2012 is het aantal voortijdig schoolverlaters gedaald met 5,5% naar 3,9%. Hiermee voldoet het HMC nu al bijna aan de norm voor 2014/2015. Het HMC biedt binnen de mogelijkheden die een relatief kleine MBO school heeft, extra begeleiding aan voor overbelaste leerlingen en leerlingen met een bijzonderheid/beperking. Hoewel het streven is gericht op een zorgvuldige begeleiding, loopt het HMC naar verwachting de komende jaren wel tegen de grenzen aan van wat mogelijk is. Alleen al in de groep eerstejaars leerlingen van 2013 waren er 322 leerlingen (302 in 2012) met één of meerdere bijzonderheden/beperkingen. Bij de ouderejaars ligt dit aantal op 439 (251 in 2012). De Ondernemingsraad heeft in 2013 vijf maal vergaderd met het College van Bestuur over onderwerpen als werkdruk, professioneel statuut, formatiebeleid, begroting, scholingsbeleid, personele regelingen, HMC cursus en training, OER-en, nieuwbouw Rotterdam, doelgroepenbeleid en dergelijke. De ondernemingsraad heeft instemminggegeven aan: Jaarverslag 2013
Pagina 8
beoordelingsbeleid - regeling beoordelingsgesprekken incl. beoordelingsformulier en toelichting: bespreking, advies en instemming procedure werving personeel: advies en instemming medezeggenschapsstatuut: advies en voorgenomen instemming op 6 februari 2014 scholingsbudget 2014: advies en voorgenomen instemming op 6 februari 2014 regeling vergoeding woon-werkverkeer: advies en instemming vakantie- en verlofregeling 2014: advies en instemming
En een positief advies gegeven over:
nieuwbouw Rotterdam begroting HMC 2013 meerjarig financieel beleid en begroting HMC 2014 leermiddelenbeleid HMC samenwerking met ROC Mondriaan en nieuwe opleiding Collectiebeheerder Musea A3-TRAP methodiek en teamplannen OER-en: promotieregeling LB/LC 2013-2014: salarismix en formatiebeleid 2013/2014
De OR heeft zijn instemming onthouden aan de promotieregeling voor docenten LB naar een LC functie. In 2013 zijn op de locatie Rotterdam 2 klachten ingediend en naar tevredenheid van de indieners afgehandeld. Op de locatie Amsterdam zijn geen klachten ontvangen. In 2013 zijn verdeeld over de beide locaties in totaal 16 incidenten geregistreerd, waarvan 12 ongevallen. 10 hiervan zijn behandeld bij de huisartsenpost van het ziekenhuis en 2 op EHBO-post op school. De interne geschillencommissie is in 2013 niet in actie gekomen. Het voorlopig ontwerp van de nieuwbouw Rotterdam is in 2013 uitgewerkt in een definitief ontwerp, waaraan ook de renovatie van de werkplaats is toegevoegd. In het najaar van 2013 is de Europese aanbesteding van start gegaan. Naar verwachting kan de nieuwbouw dan in de zomer van 2014 gaan beginnen. Met name als gevolg van voortgaande leerlingengroei en de beperkte flexibiliteit die de huidige indeling van het schoolgebouw in Amsterdam heeft, heeft het HMC vanaf september 2013 tegenover het schoolgebouw extra onderwijsruimte gehuurd. Leerlingen en personeel zijn zeer enthousiast over de nieuwe onderwijsruimte. Op het terrein van de marketing & communicatie heeft het HMC ingezet op vergroting van haar naamsbekendheid door o.a. te investeren in meer samenwerking en een restyling van het promotiemateriaal. In september is het nieuwe materiaal gepresenteerd in de driedeling: interieur & wonen, meubel & hout, design & mode accessoires met daarop de pay-off ‘creativiteit, vakmanschap en ondernemerschap’. De organisatie van het cursusbedrijf HMC cursus en training BV is in 2013 verder geoptimaliseerd. Naast de overname van de opleidingsactiviteiten van de Hibin is in 2013 ook een voortvarende start gemaakt met de vakopleidingen Meubelmaken en Meubelstofferen, waarvoor zich in totaal 104 deelnemers hebben ingeschreven. Daarnaast is door omzetting van de rekening-courant in agio de vermogenspositie van de vennootschap versterkt. In 2013 is het eerste HMC Leonardo-project, gericht op Europese uitwisseling tussen Jaarverslag 2013
Pagina 9
scholen, succesvol verlopen. In totaal hebben 18 leerlingen van het HMC hun stage kunnen voldoen in Turkije, België en Malta. Daarnaast zijn 8 docenten naar onze partnerscholen in België en Turkije geweest. Het HMC is partner in een Europees project om te komen tot het vaststellen van een Europees competentieprofiel voor de functies van meubelmaken en meubelstofferen. Dit project wordt naar verwachting in 2014 afgerond. Op het terrein van de ICT-dienstverlening is in 2013 prioriteit gegeven aan de vervanging van Windows XP door Windows 7 en de inrichting van computerlokalen in de huurlocatie te Amsterdam. Aan de Houtontdektour hebben in 2013 weer een groot aantal VMBO-scholen uit Noord- en Zuid-Holland meegedaan. Ook de expositie van de eindexamen-werkstukken van onze leerlingen en de relatiedag zijn door veel mensen bezocht. En ook in 2013 konden de HMC prijzen voor ontwerp en vakmanschap weer uitgereikt worden aan een aantal talentvolle eindexamenkandidaten. Als sponsor van de Vliegende Meubelmakers, die over de hele wereld met behulp van vrijwilligers en HMC leerlingen meubelprojecten tot stand brengen, heeft het HMC dit uitstekende initiatief ook in 2013 weer op verschillende terreinen ondersteund. Tot slot hebben verschillende leerlingen als onderdeel van hun studie via het HMC Projectenbureau aan tal van externe opdrachtgevers een bijdrage geleverd. Met de instelling van de HMC adviescommissies komt er structureel overleg tot stand tussen vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en het management van het HMC. Doel van dit overleg is om met name de wijze waarop het HMC uitvoering geeft aan het kwalificatiedossier te bespreken. Hieronder vallen zaken als examens, beroepspraktijkvorming en integrale opdrachten. Daarnaast weten de branche-organisaties ook steeds vaker het HMC te vinden om mee te denken over scholingsbehoeften en -ontwikkelingen in de branche. De belangrijkste risico’s voor onze bedrijfsvoering zijn geschetst in de risico- en continuïteitsparagraaf, waarin niet alleen uitvoering is gegeven aan de voorschriften van het ministerie van Onderwijs, maar ook aan de z.g. “early warning” indicatoren die door de sector zelf zijn voorgesteld. Voor de komende jaren scoort het HMC op alle indicatoren voldoende tot goed. Een belangrijke factor van betekenis blijft de ontwikkeling van het aantal leerlingen. Hoewel het HMC rekening houdt met een stabilisering van het aantal leerlingen in de periode 2014 - 2020, heeft zij op basis van beschikbare informatie over het nieuw bekostigingsmodel een scenario doorgerekend waarin het leerling aantal met 10% daalt. Daaruit blijkt dat de financiële consequenties weliswaar fors zijn, maar dat het HMC naar verwachting in staat is een dergelijke terugval duurzaam op te vangen. Op basis van onze resultaten over 2013 en gezien de inzet waarmee alle betrokkenen hun bijdrage aan het HMC hebben geleverd, zie ik de uitdagingen van de komende jaren met veel vertrouwen tegemoet.
Juni 2014 Frans Veringa Voorzitter College van Bestuur
Jaarverslag 2013
Pagina 10
Profiel van het HMC Het HMC is een zelfstandige MBO vakschool waar leerlingen worden opgeleid voor een beroep in de sectoren hout, meubel of interieur. Het HMC heeft onderwijslocaties in Amsterdam en Rotterdam. Het HMC is een relatief kleine school en dit geeft de school een persoonlijk karakter en een veilige sfeer. De docenten van het HMC hebben zelf vaak jarenlang in de praktijk gewerkt of doen dat nog steeds. In de loop der jaren zijn er intensieve contacten opgebouwd met het bedrijfsleven, zodat het onderwijs goed aansluit op de werkpraktijk en er voor onze leerlingen een ruime keuze aan stageplaatsen is. Het HMC biedt regulier voltijd- en deeltijdonderwijs aan (BOL en BBL), op grond van de wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). HMC cursus en training BV biedt voor werknemers in de branches en voor particulieren een breed scala van cursorische onderwijstrajecten aan, waaronder de in 2013 gestarte 2-jarige vakopleidingen Meubelmaken en Meubelstofferen.
Raad van Toezicht
College van Bestuur
stafdiensten
Amsterdam
team interieur
team meubel
team kleine opleidingen
team interieur
Rotterdam
HMC cursus en training
team meubel
team kleine opleidingen
Figuur 1 : Organigram HMC MBO vakschool
Organisatiestructuur HMC
Het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag van de stichting Hout- en Meubileringscollege en bestuurt als zodanig de onderwijsinstelling en is eindverantwoordelijk voor beleid en uitvoering. Het College van Bestuur bestaat uit één persoon die tevens de voorzitter van het College van Bestuur is. De centrale stafdiensten worden aangestuurd door de directeur stafdiensten. De beide onderwijslocaties in Rotterdam en Amsterdam worden geleid door een locatiedirecteur. Tezamen met de teamleiders van de opleidingen vormen deze het locatiemanagement.
Overlegstructuur HMC
Overleg Raad van Toezicht – College van Bestuur Een twee maandelijks overleg van Raad van Toezicht en het College van Bestuur onder voorzitterschap van de voorzitter van de Raad van Toezicht. Directieoverleg Een wekelijks overleg van College van Bestuur, locatiedirecteuren en directeur stafdiensten (onder voorzitterschap van de voorzitter van het College van Bestuur), waar ook regelmatig Jaarverslag 2013
Pagina 11
directeur HMC cursus en training aanschuift. In dit overleg komen zowel bestuurlijke zaken als directievoering en operationeel management aan de orde. Specifieke besluiten die vanwege statuten en/of reglementen door het College van Bestuur dienen te worden genomen, worden in dit overleg geagendeerd. Locatieoverleg Een wekelijks overleg van de locatiedirecteur en de teamleiders onder voorzitterschap van de locatiedirecteur. Teamoverleg Een periodiek overleg van de teamleider met zijn teamleden onder voorzitterschap van de teamleider. Stafoverleg Een wekelijks overleg van hoofden van centrale stafdiensten met de directeur stafdiensten onder voorzitterschap van de directeur stafdiensten. Managementteam-overleg Een zeswekelijks overleg van College van Bestuur, locatiedirecteuren, directeur stafdiensten en teamleiders onder voorzitterschap van de voorzitter van het College van Bestuur Managementteamplus-overleg Een tweejaarlijks overleg van College van Bestuur, locatiedirecteuren, directeur stafdiensten, teamleiders en hoofden van stafdiensten onder voorzitterschap van de voorzitter van het College van Bestuur Overleg Ondernemingsraad - College van Bestuur Een zeswekelijks overleg van de Ondernemingsraad en het College van Bestuur onder voorzitterschap van de voorzitter van de Ondernemingsraad. Overleg Leerlingenraad – College van Bestuur Een halfjaarlijks overleg van de Leerlingenraad en het College van Bestuur.
Jaarverslag 2013
Pagina 12
Samenstelling Raad van Toezicht, College van Bestuur en Ondernemingsraad Raad van Toezicht De heer R.A.J. Lahoye De heer H.W. Bax De heer M. Dalhuizen Mevrouw M. Fledderman De heer H. den Hollander De heer J. Koster De heer mr. D.A. Roodenrijs De heer O.S. Smeets De heer H.A. van der Spek De heer J.D. van de Zee
Onafhankelijk voorzitter INretail FNV Bouw Nederlandse Branchevereniging voor de Timmerindustrie Centrale Bond van Meubelfabrikanten INretail Centrale Bond van Meubelfabrikanten Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen CNV Vakmensen INretail
College van Bestuur De heer F.H.J. Veringa
Voorzitter College van Bestuur
Ondernemingsraad De heer M. Cornelisse De heer N. van der Woerd De heer J. Geerse De heer J. Keesom De heer V. Koedam Mevrouw H. Milder Mevrouw G. van der Woude
Jaarverslag 2013
Voorzitter Secretaris
Pagina 13
Kerncijfers 2013
Financieel (bedragen x € 1.000) Totale baten Totale lasten Financiële baten en lasten Exploitatieresultaat Algemene reserve Bestemmingsreserves Totaal vermogen (E.V. + V.V.) Werkkapitaal Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit (EV/TV) Rentabiliteit (resultaat/totale baten) Weerstandsvermogen (alg.res./totale baten) Investeringen materiële vaste activa Rijksbijdrage / totale baten Personele lasten / Rijksbijdrage Personele lasten / totale lasten Rijksbijdrage / aantal leerlingen (gew.)
2013
2012
2011
2010
2009
22.593 -21.926 135 802
20.965 -20.395 161 731
20.271 -19.008 88 1.351
19.500 -18.606 -29 865
18.351 -17.788 -73 490
10.007 7.000 22.598 8.322
9.705 6.500 21.203 7.091
9.474 6.000 20.592 5.439
9.123 5.000 21.877 3.522
8.788 2.990 20.459 3.604
3,2 75% 3,5% 44%
3,4 76% 3,5% 46%
2,8 75% 6,7% 46%
1,7 65% 4,4% 46%
2,3 58% 2,7% 48%
788 92% 72% 68% € 7.522
568 92% 73% 69% € 6.948
928 90% 71% 69% € 7.024
871 89% 71% 67% € 7.025
398 92% 70% 67% € 7.244
2.700 139 *) 185 3.024 2.813
2.595 160 326 3.081 2.765
2.425 164 330 2.919 2.598
2.306 174 313 2.792 2.476
2.171 205 281 2.657 2.341
812 69,8% 71,2% 3,5%
777 70,4% 71,9% 3,9%
698 69,6% 70,4% 3,8%
694 69,9% 70,9% 5,1%
671 66,3% 67,7% 5,6%
154,8 49,6 2,0 206,4 247 76:24
150,6 50,3 1,0 201,9 245 75:25
136,6 51,3 3,0 190,9 228 73:27
130,3 48,5 3,0 181,8 217 73:27
117,8 51,9 3,0 172,7 204 69:31
Aantal bekostigde leerlingen per 1 oktober BOL BBL Deeltijd BOL Totaal ongewogen Totaal gewogen
Rendementen onderwijs Aantal diploma’s (kalenderjaar) Diplomaresultaat (schooljaar) Jaarresultaat (schooljaar) VSV percentage (schooljaar) Personeel in dienst per 31 december Onderwijzend personeel Niet onderwijzend personeel HMC cursus en training Totaal FTE Totaal personen Verhouding OP : niet OP
*) Deeltijd leerlingen 1-10-2013 zijn niet relevant voor de bekostiging 2015
Jaarverslag 2013
Pagina 14
Hoofdstuk 1 Missie en onderwijsvisie 1.1 Missie Het HMC is de enige gespecialiseerde MBO vakschool in Nederland op het gebied van hout-, meubel- en interieuropleidingen. Het HMC biedt voor deze branches beroepsonderwijs, cursussen en opleidingen aan. De hout- meubel- en interieurbranches herkennen en erkennen de status van het HMC en zijn daarom nauw bij het HMC betrokken. De bij het HMC beschikbare concentratie van kennis, vakmanschap en leermiddelen wordt ingezet ter versterking van de kennisinfrastructuur van de branches. Voor wat betreft de missie zijn de kernbegrippen van het HMC: vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap. Ondernemerschap vooral in de zin van ondernemend handelen. Dit is namelijk een belangrijk aspect in vrijwel al onze opleidingen en essentieel voor een verdere carrière. Ook willen we in onze missie aangeven met welke ambitie we ons werk doen. Bij het HMC leggen we de lat hoog, zowel voor leerlingen als voor medewerkers en organisatie. Het gevraagde niveau moet enerzijds een uitdaging zijn en anderzijds aansluiten bij de mogelijkheden die er zijn. Specifiek voor het HMC zijn de kernwaarden: aandacht en betrokkenheid. En als vakschool zijn we sterk gericht op onze branches. De missie van het HMC, mbo vakschool voor hout, meubel en interieur luidt dan als volgt: Het HMC is een mbo vakschool gericht op de ontwikkeling van vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap tot het hoogst mogelijke niveau, in een schoolcultuur die wordt gekenmerkt door persoonlijke aandacht, betrokkenheid en branchegerichtheid.
1.2 Onderwijsvisie De conclusie van de evaluatie van de bestaande onderwijsvisie en van de discussies over aanpassingen is dat de kern hiervan: het “werkplaatsleren” nog steeds uitstekend past bij een vakschool als het HMC. In de aangepaste onderwijsvisie is verder verduidelijkt wat we hieronder verstaan. Ook het concept van de drie leerlijnen staat nog stevig overeind. De omschrijving van de kennis- en vaardigheden leerlijn is aangepast aan de centrale eisen die aan rekenen en talen worden gesteld. Een aantal zaken zijn aangescherpt zoals het bieden van passend onderwijs, de (internationale) beroepspraktijkvorming en de kaders voor examineren. Ten slotte wordt in de onderwijsvisie aangesloten bij de ontwikkeling op teamniveau en bij datgene dat in het professioneel statuut is afgesproken.
Het onderwijs op het HMC Het HMC heeft het concept van het werkplaatsleren ontwikkeld. Dit concept houdt in dat de beroepspraktijk leidend is in alle opleidingen. De beroepspraktijk is duidelijk waarneembaar in de leeromgeving. Dit vraagt van de leerlingen een actieve houding en verschillende rollen, waarbij zij leren door te doen. Door het gebruik van meerdere onderscheidende didactische werkvormen leren de leerlingen de benodigde kennis, vaardigheden en beroepshouding.
Jaarverslag 2013
Pagina 15
De opleidingen van het HMC zijn gericht op vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap. Dit komt tot uiting in de werkstukken en projecten. In de opleidingen wordt gewerkt aan individuele en groepsopdrachten. Het traditionele vakmanschap wordt gecombineerd met de nieuwste trends en ontwikkelingen. Zo worden leerlingen gedegen, innovatief en ondernemend opgeleid. De hoge kwaliteit van de werkstukken en projecten is hét visitekaartje van het HMC. De werkstukken en projecten geven weer wat de leerlingen op het HMC hebben geleerd. HMC specialisaties geven de leerlingen de ruimte om te excelleren in hun vakgebied. De veilige en prettige leeromgeving op het HMC dragen hier aan bij.
Het werkplaatsleren Het werkplaatsleren kenmerkt zich door gevarieerde didactiek en een contextrijk curriculum. Bij werkplaatsleren is de beroepspraktijk het voorbeeld voor onze opleidingen. Er is zo min mogelijk verschil tussen school, beroepspraktijkvorming (stage) en het werken in de sector. Dit willen we bereiken door: 1. de manier van leren op school zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de manier van werken in de praktijk. 2. de schoolomgeving (inrichting, inventaris, cultuur) zoveel mogelijk in te richten op basis van de beroepspraktijk. 3. een soepele overgang te creëren tussen leren op school en werken in een bedrijf. Het werkplaatsleren in de school heeft evenveel gezichten als er opleidingen zijn: zo beschikt de school voor de hout- en meubelopleidingen over een up to date machinepark en diverse praktijklokalen waar meubels en andere (houten) objecten ontworpen en gemaakt worden. Daarnaast zijn er praktijkruimtes voor meubel- en woningstofferen en worden er diverse producten voor de timmerindustrie gemaakt. Meubelmakerijen, stoffeer- en timmerbedrijven in het klein dus. Het ontwerpen en de voorbereiding van de producten vindt plaats in goed geoutilleerde ruimtes en met up-to-date leermiddelen en programma’s. De werkplaatsen voor de interieuropleidingen geven het beeld van woonwinkel tot ateliers en studio’s. Hier vinden simulaties van verkoopgesprekken plaats, worden winkelpresentaties gemaakt en inrichtingen van woningen en andere ruimtes ontworpen. Voor de opleiding creatief vakman wordt met de materialen hout, leer en textiel gewerkt en wordt veel aandacht besteed aan nieuwe technieken, zoals digitale tekenprogramma’s, laser snijden en CNC technieken. De beroepspraktijk van het ontwerpen, maken en op de markt zetten van unieke producten is de rode draad door de opleiding en de leerlingen worden uitgedaagd de daarvoor benodigde creativiteit, vakmanschap en ondernemerschap te ontwikkelen. In de pianowerkplaats bevinden zich piano’s en vleugels van verschillende klanten, die gestemd, gereviseerd of gerepareerd moeten worden.
Jaarverslag 2013
Pagina 16
Leerlijnen Het onderwijs wordt gegeven in drie leerlijnen: 1. de integrale leerlijn 2. de kennis en vaardigheden leerlijn en 3. de leerlijn studieloopbaanbegeleiding Ad 1 De integrale leerlijn De kern van de opleidingen is de integrale leerlijn. Deze bestaat uit thema’s, praktijkuitdagingen of projecten, die ontleend zijn aan de kerntaken uit de beroepspraktijk. Projecten kunnen ook aangereikt worden door externe opdrachtgevers. Leerlingen werken in de werkplaatsen aan hun praktijkuitdagingen, thema’s of projecten. Zij krijgen hierbij in het begin van de opleiding sterke sturing. In de eindfase van de opleiding werkt de leerling meer zelfstandig en leert hij eigen verantwoordelijkheid te nemen. In de werkstukken en projecten komen de creativiteit en/of het probleemoplossend vermogen van de leerling tot uiting. Hiermee wordt de basis gelegd voor vakmanschap. In de integrale leerlijn komen kennis, vaardigheden en beroepshouding bij elkaar. Daarbij leren de leerlingen verschillende beroepsrollen. De externe opdracht past altijd binnen het curriculum en voldoet aan de voorwaarden van het projectbureau. Met een externe opdrachtgever ervaren de leerlingen de relatie opdrachtgever en –nemer en wordt het project levensecht. Ad 2 De kennis- en vaardigheden leerlijn De kennis- en vaardigheden leerlijn bestaat uit vakkennis en – vaardigheden, taal- en rekenvaardigheden en burgerschap. De vakkennis en –vaardigheden zijn noodzakelijk voor de uitvoering van de integrale leerlijn. De theorielessen en vaardigheidstrainingen sluiten naadloos aan bij het project. De taal- en rekenvaardigheden worden algemeen vormend en, waar mogelijk, beroepsgericht aangeboden. Leerlingen worden voorbereid om met succes aan de wettelijke eisen voor taal en rekenen te kunnen voldoen. De domeinen van burgerschap komen afwisselend aan bod op school, in BPV en bij buitenschoolse activiteiten. Ad 3 De leerlijn studieloopbaanbegeleiding Studieloopbaanbegeleiding betreft alle begeleidingsactiviteiten voor de leerlingen voor de studie en de voorbereiding op de loopbaan. De studieloopbaanbegeleider monitort, stimuleert en signaleert de voortgang van de studie, bereidt voor op het werken in de branche en/of het doorstuderen aan een vervolgopleiding.
Passend onderwijs Uitgangspunt bij de start van de opleiding is dat we een reëel perspectief zien op het behalen van een diploma. Wij gaan daarbij uit van de mogelijkheden van de leerlingen en niet van de beperkingen. Het HMC biedt leerlingen een zo passend mogelijke begeleiding, binnen de mogelijkheden die de school heeft.
Jaarverslag 2013
Pagina 17
Examens De kwalificatiedossiers vormen de meetlat voor de inhoud van de examens. Het bedrijfsleven wordt actief betrokken bij het ontwikkelen en vormgeven van examens en de beoordelingen. De examens zijn helder en duidelijk. Het is een logische afsluiting van (een deel van) de opleiding, dat leidt tot hét bewijs van vakbekwaamheid voor elke HMC-leerling. Het examen bestaat uit een mix van verschillende exameninstrumenten. De beoordeling is objectief en transparant en wordt uitgevoerd door geschoolde beoordelaars. Het oordeel van de praktijkopleider wordt betrokken bij de beoordeling van de examens.
Beroepspraktijkvorming (BPV) Het leren op het HMC sluit zoveel mogelijk aan op (het leren in) de beroepspraktijk. Daardoor zijn de leerlingen goed voorbereid op de beroepspraktijkvorming. Het HMC streeft naar een goede match tussen leerlingen en leerbedrijf. De leerlingen krijgen flexibele BPVopdrachten mee, die passen bij de verschillende praktijksituaties in leerbedrijven. Een succesvolle BPV betekent structurele samenwerking en afstemming tussen leerlingen, lesprogramma en BPV-bedrijf. Het leren in de beroepspraktijk is een waardevol onderdeel. De leerlingen hebben in de leerbedrijven een andere rol en verantwoordelijkheid. Factoren als bedrijfscultuur, het samenwerken met collega’s en dilemma’s als tijd en geld versus kwaliteit zorgen voor een realistisch beroepsbeeld en loopbaanperspectief. In de beroepspraktijkvorming worden de leerlingen begeleid door deskundige BPV-begeleiders en praktijkopleiders.
Internationale BPV Het HMC biedt leerlingen in beperkte mate de mogelijkheid een internationale BPV te volgen. Deze BPV draagt bij aan de persoonlijke en culturele ontwikkeling en eventueel ook aan het verbreden of verdiepen van het vakmanschap van leerlingen. Het HMC ontwikkelt een breed netwerk en een begeleidingsstructuur om leerlingen optimale kansen te bieden. De leerlingen voeren opdrachten uit die passen bij hun opleiding, ontwikkeling en het karakter van de internationale BPV.
Tot slot De onderwijsvisie geeft richting aan de organisatie van ons onderwijs en aan het didactisch handelen op individueel niveau en op teamniveau. Teamleden zijn ook gezamenlijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van het aangeboden onderwijs. Teamleden vullen elkaar aan en ieder teamlid krijgt de mogelijkheid zoveel mogelijk datgene te doen waarin hij goed is. Docenten beschikken over een ruim repertoire aan didactische werkvormen en bespreken de inzet hiervan binnen teamverband.
Jaarverslag 2013
Pagina 18
1.3 Strategisch Beleidsplan schooljaar 2013-2014 tot en met 2017-2018
Inleiding
Het HMC (Hout- en Meubileringscollege) is sinds 1929 een kleinschalige, zelfstandige MBOvakschool die zich richt op vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap. Wij leiden zowel jongeren als ouderen op voor de hout- en meubelbranche en voor de woon- en interieurbranche. Tevens verzorgen wij een aantal opleidingen voor kleine specialistische beroepen, zoals creatief vakman en pianotechnicus. De bedrijven waar we voor opleiden hebben ooit aan de wieg gestaan van het HMC. Nog steeds zijn bedrijven en brancheorganisaties nauw betrokken bij het toezicht op en de advisering van onze school.
Profiel van het HMC
Het HMC is een zelfstandige MBO vakschool waar leerlingen worden opgeleid voor een beroep in de sectoren hout, meubel of interieur. Het HMC heeft onderwijslocaties in Amsterdam en Rotterdam. Het HMC is een relatief kleine school en dit geeft de school een persoonlijk karakter en een veilige sfeer. De docenten van het HMC hebben zelf vaak jarenlang in de praktijk gewerkt of doen dat nog steeds. In de loop der jaren zijn er intensieve contacten opgebouwd met het bedrijfsleven zodat het onderwijs goed aansluit op de werkpraktijk en er voor onze leerlingen een ruime keuze aan stageplaatsen is. Het HMC biedt regulier voltijd- en deeltijdonderwijs aan (BOL en BBL), op grond van de wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Daarnaast biedt HMC cursus en training voor werknemers in de branches. Voor particulieren biedt het HMC een breed scala aan cursussen en vakopleidingen. De manier waarop we dit doen hebben we verwoord in onze missie: Het HMC is een mbo vakschool gericht op de ontwikkeling van vakmanschap, creativiteit en ondernemerschap tot het hoogst mogelijke niveau, in een schoolcultuur die wordt gekenmerkt door persoonlijke aandacht, betrokkenheid en branchegerichtheid.
Stakeholders
Het HMC heeft een aantal belangrijke stakeholders. De ouders en leerlingen van het HMC, de branches en bedrijven waar wij de leerlingen voor opleiden en de overheid die ons financiert. Het uitvoeren van de missie betekent voor ons:
Het bieden van een goede en prettige schooltijd voor leerlingen Zorgen voor een goede aansluiting tussen het leren op school en het leren in de praktijk Zorgen voor een zo goed mogelijk startpositie op de arbeidsmarkt voor leerlingen Zorgen voor een goede aansluiting op mogelijke vervolgstudies Het kunnen beantwoorden van alle vragen vanuit de branches betreffende opleidingen en kennisontwikkeling. Het voldoen aan de eisen die door de overheid aan de verzorging van het onderwijs worden gesteld en dit op een adequate manier verantwoorden
Voor onze eigen medewerkers betekent het uitvoeren van de missie dat ze zich tot het hoogst mogelijke niveau ontwikkelen en de gewenste schoolcultuur realiseren. Inmiddels zijn de onderwijsvisie en het scholingsbeleid voor HMC medewerkers vastgesteld. Deze beleidsdocumenten maken onderdeel uit van het lange termijn beleid van het HMC.
Jaarverslag 2013
Pagina 19
Beleid voor de komende vier jaar Voor de komende vier schooljaren hebben we geformuleerd hoe we verder aan de slag gaan met onze HMC missie, welke doelstellingen we prioriteit geven en welke resultaten we willen behalen. Deze doelstellingen (organisatievisie) worden gebruikt als leidraad voor de jaarplannen. Voor de jaarplannen worden succesbepalende factoren geformuleerd, die bijdragen aan het op langere termijn realiseren van onze missie en doelstellingen. Voor het opstellen van de jaarplannen hanteren we de A3 systematiek die het mogelijk maakt om op één overzicht de relatie tussen missie, lange termijn doelstellingen en de succesbepalende factoren per jaarplan te laten zien. Met de A 3 systematiek beperken we ons tot die zaken die speciale aandacht nodig hebben. De lopende zaken die tot de normale werkzaamheden en resultaten behoren, worden hierin niet genoemd. Dat wil niet zeggen dat ze geen of minder aandacht krijgen. Pas als er specifieke aandacht nodig is, bijvoorbeeld omdat de resultaten achterblijven bij de afspraken, komen onderwerpen terug in de A3 plannen. Door deze systematiek wordt voorkomen dat alle lopende zaken steeds opnieuw worden benoemd, wat de transparantie en werkbaarheid van de (meer) jaarplannen niet bevorderd.
Organisatievisie (doelstellingen schooljaar 2013-2014 tot schooljaar 2017-2018)
Wij hebben onze onderwijsvisie, die uitgewerkt is in het concept van het werkplaatsleren, in al onze opleidingen gerealiseerd. HMC is als kennis en expertisecentrum de logische gesprekspartner voor opleidingsvraagstukken en daaraan gekoppelde innovaties in de branche. De professionaliteit en de verantwoordelijkheid worden ingevuld op de afgesproken wijze. Onze docenten zijn van huis uit vakman/-vrouw en groeien binnen het HMC door naar HBO niveau. Alle stakeholders beoordelen het HMC met het resultaat ‘goed’. Wij realiseren een maximale effectiviteit en efficiency in onze organisatie. De bedrijfsprocessen ondersteunen het onderwijsproces optimaal.
Deze doelstellingen worden jaarlijks verder uitgewerkt in succesbepalende factoren voor de komende schooljaren. Deze succesbepalende factoren moeten bijdragen aan het realiseren van de meerjaren doelstellingen en daarmee aan het invullen van onze missie. Succesbepalende factoren worden zowel op HMC niveau als op team- en stafniveau geformuleerd. Succes bepalende factoren die op HMC niveau zijn geformuleerd waarvan de uitwerking geheel of gedeeltelijk op team- - of stafniveau plaatsvindt, komen in de team- of stafplannen terug. Aan de hand van de succesbepalende factoren worden zowel op HMC niveau als op team- en stafniveau, specifieke acties geformuleerd. Vervolgens wordt het beoogd resultaat van deze acties “SMART “ geformuleerd, zodat aan het einde van de planperiode, concreet kan worden geëvalueerd of de gestelde doelen zijn bereikt.
Jaarverslag 2013
Pagina 20
1.4 Belangrijkste doelen 2013 Doel
Bereikt
Continueren basisarrangement inspectie
Het basisarrangement is in 2013 gecontinueerd
Stabiliseren HMC rendement (jaarresultaat) op 72%.
Het rendement is over 2012/2013 uitgekomen op 71,4% (2011/2012: 71,9%)
Gebruikmaken van het dagrooster- en de agendafunctionaliteit in Magister vanaf 2013/2014
Dit is in 2013 niet gerealiseerd vanwege ICT-beperkingen.
Er is een plan opgesteld om deze belemmeringen voor 2014 opgelost te hebben.
Invoeren van een examenboom voor de registratie van examenresultaten
Voor de niveau 2 opleidingen is de examenboom operationeel
Niveau 3 en 4 volgen in 2014.
Vanaf schooljaar 2013/2014 is de digitale HM Catalogus beschikbaar voor leerlingen en onderwijs personeel
De HM catalogus is operationeel, maar nog niet alle zelfontwikkelde lesstof is opgenomen in de database.
Het onderwijzend personeel wordt benaderd om lesstof aan te leveren.
Verhogen aantal leerlingen naar 3.000 leerlingen
Doel is bereikt.
Intensiveren samenwerking en afstemming met andere MBOinstellingen (macrodoelmatigheid)
Een samenwerkingsovereenkomst met Mondriaan is in voorbereiding. Met de verschillende ROC´s en vakscholen in Rotterdam wordt een convenant uitgewerkt. Met het Summacollege vindt samenwerking plaats op het terrein van de meubelopleiding.
Opstellen definitief ontwerpplus nieuwbouw Rotterdam en EU aanbesteding opstarten
Doel is bereikt. De gunning heeft in het voorjaar van 2014 plaatsgevonden.
Realiseren extra m2 onderwijs voor de locatie Amsterdam vanaf schooljaar 2013/2014
Er zijn tijdelijk 7 extra lokalen gerealiseerd in de nabijheid van het schoolgebouw.
Starten miv 2013/2014 met vakopleidingen Meubelmaken en Meubelstofferen
De vakopleidingen zijn van start gegaan met resp. 86 en 16 leerlingen.
Jaarverslag 2013
Bijstelling / maatregel
Pagina 21
Invoeren A3 plannen met ingang van schooljaar 2013/2014
De eerste A3 plannen zijn op HMC-, locatie- en teamniveau opgesteld.
Verhogen deelname van docenten aan scholingstrajecten (tenminste 20 personen)
Van 26 docenten / instructeurs zijn scholingsaanvragen goedgekeurd.
Opstellen startdocument passend onderwijs
Het startdocument is opgeleverd en op beide locaties besproken.
Investeren in internationale uitwisseling
Via het Leonardo-programma heeft een succesvolle uitwisseling van leerlingen (18) en docenten (8) met Turkse en Belgische scholen plaatsgevonden. In Europees verband speelt het HMC een voorname rol in het Bolster up project.
Vervanging Windows XP door Windows 7 en office 2007 door 2013
Deze migratie is in 2013 grotendeels afgerond.
Op beide locaties tenminste eenmaal een ontruimingsoefening houden
Is uitgevoerd.
Begin 2014 zijn laatste werkstations overgegaan
Zoals eerder aangegeven is 2013 een overgangsjaar waarin wij vanaf het schooljaar 2013/2014 voor wat betreft de beleidsontwikkeling en beleidsvorming gebruik maken van de A3 plan methodiek. Voor het schooljaar 2013/2014 zijn de volgende speerpunten in het HMC A3 jaarplan opgenomen: 1. Digitaal leermiddelenbeleid ontwikkeld en waar mogelijk geïmplementeerd. 2. Kernbegrippen onderwijsvisie uitgewerkt (creativiteit, vakmanschap en ondernemerschap). 3. Leerlingen beter voorbereiden op doorstroom MBO > HBO en MBO > arbeidsmarkt. 4. Beleidskaders voor de inzet ICT gebruik in primair proces geformuleerd. 5. Examens organisatorisch en inhoudelijk verbeterd. 6. Geformuleerd en geïmplementeerd HR beleid. 7. Scholingsbeleid uitgevoerd. 8. Samenwerking met opleidingspartners versterkt. 9. Internationaal beleid geëvalueerd en bijgesteld. 10. Interne samenwerking verbeterd.
Jaarverslag 2013
Pagina 22
Hoofdstuk 2 Governance – bedrijfsvoeringsmodel Het HMC hanteert een governance- en bedrijfsvoeringsmodel dat is gebaseerd op de volgende pijlers:
Toezicht door Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht wordt door het College van Bestuur geïnformeerd over de gang van zaken op het HMC door middel van de bijlagen bij de agenda van de vergaderingen, door mondelinge toelichting tijdens de vergaderingen en door een tweemaandelijks bestuursverslag, waarin een overzicht wordt gegeven van de actuele ontwikkelingen. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht jaarlijks een overleg met de directie en de OR om zich direct te laten informeren over de ontwikkelingen binnen de school. Voor personele aangelegenheden, financiële zaken en nieuwbouw zijn binnen de Raad van Toezicht deskundigen aangewezen. De personele deskundigen, bestaande uit 2 leden en de voorzitter, zijn in 2013 eenmaal bijeengeweest. De nieuwbouw deskundigen, 3 leden, hebben zitting in de stuurgroep vergaderingen van de nieuwbouw. De financieel deskundigen, 2 leden, zijn aanwezig bij het overleg van de accountant met het College van Bestuur over het geïntegreerde jaardocument en het accountantsrapport. Daarnaast worden de begroting, de halfjaarrapportage en belangrijke financiële ontwikkelingen voorafgaand aan de agendering in de Raad van Toezicht besproken met de financieel deskundigen.
Externe contacten en vertegenwoordiging
Naast de betrokkenheid van de branches in de Raad van Toezicht is het op HMC niveau belangrijk om de bedrijven te betrekken bij het onderwijskundig beleid. Het HMC geeft hieraan uitvoering door het inrichten van bedrijfsadviescommissies voor meubel en interieur. De bijdrage van het HMC in de verschillende landelijke onderwijs-gremia is geleidelijk aan versterkt. In bedrijfstakgroepen, paritaire commissies en werkgroepen wordt de mening van het HMC en het belang van het HMC nadrukkelijker ingebracht. De contacten met de directies van de kenniscentra zijn aangehaald ten behoeve van beïnvloeding van de ontwikkeling van de kwalificatiedossiers en de criteria voor BPV erkenningen. Het HMC heeft een vertegenwoordiging in bijna alle door de MBO-raad georganiseerde overleggen. Het College van Bestuur heeft zitting in de besturen van Stichting Hout en Meubel (SH&M) en het kennis- en opleidingscentrum SVGB en is voorzitter van de commissie kwalificeren en examineren van de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) en van de bedrijfstakgroep hout & meubel van de MBO Raad. In zowel de regio Amsterdam als Rotterdam onderhoudt het College van Bestuur samen met de locatiedirecteur het contact met de MBO instellingen over het regionale aanbod van de opleidingen en de mogelijkheden van samenwerken.
A3-plancyclus
Met ingang van het schooljaar 2013/2014 worden de jaarplannen volgens de A3-systematiek opgesteld. Met A3-plannen wordt uitvoering gegeven aan de PDCA-cyclus (plan-do-checkact). Met de missie en onderwijsvisie als basis, gaat het management van het HMC de beleidsdoelstellingen verder uitwerken in succesbepalende factoren, prestatie-indicatoren en acties. Een A3(jaar)plan wordt op HMC niveau, op locatieniveau en op teamniveau gemaakt en is gericht op een schooljaar. De plannen op locatie- en teamniveau zijn afgeleid van het HMCplan, waardoor de samenhang in de plannen is gewaarborgd en we ook allemaal onze energie richten op de zelfde succesbepalende factoren. Jaarverslag 2013
Pagina 23
Aan de hand van het A3-teamplan ziet elk team(lid) welke bijdrage het team levert aan de realisatie van de beleidsdoelstellingen van de organisatie. Input voor de A3-plannen komt o.a. uit in- en extern onderzoek, waaronder enquêtes, interne audits, inspectie audits, managementinformatie, administratieve- en bedrijfsprocessen en vanuit de teams zelf. Met ingang van het schooljaar 2014/2015 wordt de ontwikkeling van belangrijke (prestatie)indicatoren ten opzicht van door het HMC geformuleerde normen bijgehouden met behulp van een dashboard. De doelenbarometer, waarin per doelstelling is weergegeven wat de status is van de realisatie aan de hand van een kritische prestatie-indicator en welke relatie deze heeft met het toezicht kader van de onderwijsinspectie, blijft daarbij een rol spelen. Daarnaast zullen jaarlijks twee tot drie A3 management gesprekken worden gehouden. Dit is een gesprek tussen twee managementlagen waarin wordt besproken of de organisatie op koers ligt met het behalen van haar resultaten, met het A3-plan als uitgangspunt. Jaarlijks worden de A3-plannen in de periode april-juni geëvalueerd en geactualiseerd voor het volgende schooljaar.
Planning & control
De begrotingscyclus omvat in november het opstellen van de begroting, gevolgd door een voortgangsrapportage inclusief prognose van de jaaruitkomst in september en het geïntegreerde jaarverslag in mei. De meerjarige ontwikkeling van het aantal leerlingen maakt altijd onderdeel uit van de begroting. Het aantal leerlingen dient immers als basis voor de formatieplanning (zie hierna). Na de open dagen in januari wordt de ontwikkeling van het aantal aanmeldingen voor het komende schooljaar wekelijks bijgehouden met een vergelijkend cijfer van het voorgaande jaar. Daarnaast wordt in april/mei de formatieplanning voor het komende schooljaar opgestart. Bij de formatieplanning speelt de analyse en prognose (extrapolatie) van het (verwachte) aantal leerlingen per leerweg, opleiding en leerjaar een leidende rol. De uitkomsten van deze prognoses vormen vervolgens de input voor het formatiebudgetmodel. Met het formatiebudgetmodel wordt de inzet van het onderwijskundig personeel in een schooljaar expliciet gekoppeld aan het aantal leerlingen. Bij de bepaling van het budget wordt in ieder geval rekening gehouden met de verrekening van de T-2 bekostiging, met de verplichtingen voor niet direct inzetbaar personeel vanwege o.a. BAPO, studieverlof, ouderschapsverlof, langdurige ziekte, centrale inzet en met overige noodzakelijke reserveringen en voorzieningen. Het formatiebudget wordt op basis van het aantal leerlingen per team verdeeld over de onderwijsteams van de locaties. De toepassing van het formatiebudgetmodel is noodzakelijk omdat rond de 70% van onze inkomsten direct besteed wordt aan de loonkosten. Van de loonkosten wordt vervolgens 70% besteed aan het onderwijzend personeel. Alle andere zaken (huisvesting, ICT, PR, lesen leermiddelen, loonkosten ondersteunend ondersteunend personeel, enz.) moeten dus van de overige 50% worden betaald. De inzet van het ondersteunend personeel varieert overigens niet direct met het verloop van het aantal leerlingen, maar meer schoksgewijs. De omvang van de formatie van het ondersteunend personeel is gekoppeld aan de bandbreedte van 2.500 – 3.000 leerlingen. Pas wanneer het aantal leerlingen door de boven- of ondergrens gaat, is er aanleiding om deze formatie bij te stellen.
Streefwaarde totaal aantal leerlingen
Met betrekking tot het aantal leerlingen dat wij op beide locaties willen bedienen hanteert het HMC een streefwaarde van 3.000 leerlingen. Wij zijn van mening dat wij met dit aantal leerlingen een betere (optimale) verhouding hebben tussen het aantal leerlingen en de Jaarverslag 2013
Pagina 24
dienstverlening in termen van docenten, middelen en ondersteuning die het HMC aan dit aantal leerlingen duurzaam kan verlenen.
Hoofdstuk 3 Risico- en continuïteitsparagraaf 3.1 Risicoparagraaf
Modernisering bekostiging
Hoewel de bouwstenen en de spelregels bekend zijn, ontbreekt een goed inzicht in de financiële consequenties van het nieuwe bekostigingsstelsel. Hoewel door het ministerie simulaties ter beschikking zijn gesteld, waarin per maatregel uit de modernisering bekostiging inzicht wordt gegeven in het procentuele effect ten opzichte van het huidige model, beschikken wij niet over een concrete onderliggende berekening per instelling. Op basis van de beschikbare informatie heeft het HMC zelf een financieel model gemaakt aan de hand waarvan een redelijke inschatting is te maken van de financiële effecten op middellange termijn. Deze sluit qua effecten aan bij de simulaties, maar het blijft een inschatting.
Concurrentiepositie 4 jarige opleidingen
Met de huidige 4-jarige programmering van onze opleidingen meubelmaken, creatief vakman en interieuradviseur kan het HMC zich goed staande houden in de slag met andere instellingen die vergelijkbare opleidingen aanbieden. Vooralsnog lijkt de toegezegde bekostiging op grond van o.a. het cascademodel toereikend te zijn om deze opleidingen ook op 4 jaar te houden. In de MBO-sector is echter de discussie over welke opleidingen wel en niet moeten worden aangeboden in 4 jaar nog niet afgerond. Daarbij valt niet uit te sluiten dat het HMC genoodzaakt zal zijn de opleiding interieuradviseur ook in 3 jaar aan te bieden, met als directe consequentie dat we circa 8 % minder leerlingen op school hebben. Daarnaast bestaat het risico dat wij onze meerwaarde als vakschool mogelijk niet goed meer kunnen invullen. Hiermee valt een van de belangrijke plussen van onze school in vergelijking met de concurrenten weg, met als mogelijk gevolg dat ook het aantal nieuwe leerlingen gaat afnemen.
Aanwending incidentele middelen en flexwet
Behalve lumpsum-subsidie ontvangt het HMC ook verscheidene aanvullende (project)subsidies, die op jaarbasis door het ministerie ter beschikking worden gesteld, ter dekking van veelal geoormerkte uitgaven. Het betreft dan activiteiten met betrekking tot Taal en Rekenen, schoolmaatschappelijk werk, leerlinggebonden financiering, voortijdig schoolverlaten en dergelijke. Om dit soort activiteiten goed te organiseren en uit te voeren is extra inzet van personele middelen veelal onontkoombaar. Deze personele inzet is mede vanwege wettelijke regelgeving echter niet onbeperkt inzetbaar op basis van tijdelijke contracten. In het kader van aaneengesloten arbeidsovereenkomsten is namelijk sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd indien deze keten meer dan 3 arbeidsovereenkomsten betreft en/of de termijn van 36 maanden wordt overschreden en minimaal sprake is van 2 aaneengesloten arbeidsovereenkomsten van bepaalde tijd. De keuze is dan ofwel het dienstverband met de betreffende medewerker te beëindigen en een nieuwe medewerker op basis van een tijdelijke aanstelling inzetten ofwel de betreffende medewerker in vaste dienst nemen, zonder dat er zekerheid bestaat over de structurele Jaarverslag 2013
Pagina 25
beschikbaarheid van deze financiële middelen. Het nadeel van de eerste oplossing is dat veel kennis verloren gaat en opnieuw moet worden opgebouwd (en mogelijk WW-kosten). Het nadeel van de tweede oplossing is dat als de incidentele geldstroom wordt stopgezet, de (personeels)kosten niet gelijktijdig kunnen worden afgebouwd. Vanaf 1 juli 2015 worden de regels strenger, de keten wordt dan beperkt tot meer dan 2 arbeidsovereenkomsten en de termijn wordt verkort naar 24 maanden.
Flexibele schil
Bij de stabilisering van het aantal leerlingen zal ook het personeelsbestand stabiliseren. Dit betekent dat na verloop van tijd er nagenoeg geen medewerkers meer zullen zijn met een tijdelijk dienstverband. Anders gezegd de flexibele schil neemt dan sterk af. Per 31 december 2013 bedraagt de flexibele schil 24%. Met name door omzetting van tijdelijke naar vaste dienstverbanden neemt de flexibele schil per 1 augustus 2014 naar verwachting af naar 13%. Om niet alleen afhankelijk te zijn van het natuurlijk verloop zullen wij in 2014 de mogelijkheden van een mobiliteitsbeleid onderzoeken. Hiermee beogen wij de flexibele schil terug te brengen naar en te houden op een streefwaarde van 15%.
Eigen risico werkloosheidsuitkeringen
Werkgevers in de sector Overheid en Onderwijs zijn verplicht eigen risicodrager voor wat betreft de werkloosheidswet. Dit betekent dat als een werknemer van het HMC werkloos wordt, het HMC de kosten betaalt van de door het UWV verstrekte WW-uitkering (max 38 maanden). Hier tegenover staat dat het HMC geen WW-premie betaalt. Tevens is de werkgever verantwoordelijk voor re-integratie van werkloze ex-werknemers. Daarnaast kan de ex-werknemer op grond van de BWR-BVE een beroep doen op de bovenwettelijke WW. Afhankelijk van leeftijd en diensterverband in de BVE-sector kan de exwerknemer aanspraak maken op een aanvulling op WW-uitkering en/of een verlenging van de duur van de WW-uitkering. Overigens ontvangen de instellingen voor de dekking van dit soort kosten een aanvullende rijksbijdrage.
Daling leerlingaantallen
De beëindiging van de bekostiging van de deeltijd leerlingen per 1 januari 2015 is een feit. Vanaf 1 augustus 2013 hebben wij de instroom op de deeltijdopleidingen gestopt. Zoals het er nu naar uitziet, wordt het gemiste aantal deeltijdleerlingen in belangrijke mate gecompenseerd door een stijging van de aanmeldingen voor de BOL-opleidingen. De demografische ontwikkeling van het aantal kinderen neemt op middellange termijn af. Daarnaast zijn maatschappelijke en conjuncturele ontwikkelingen van invloed op de instroom in het MBO. Maatschappelijke ontwikkelingen zijn onder meer de verschuivende voorkeuren van deelnemers. Verwacht werd dat de omvang van het MBO zal afnemen door het voortdurend dalende aandeel van het VMBO binnen het voortgezet onderwijs ten gunste van vooral de HAVO. Vanaf 2013 blijkt echter dat ook binnen de HAVO geleidelijk aan hogere eisen aan de diplomering worden gesteld. Wat dit per saldo gaat betekenen voor de instroom in het MBO is niet geheel duidelijk. Verder speelt de conjunctuur een rol van betekenis. Bij een afname van de economische groei krimpt de beroepsbegeleidende leerweg (BBL), waarin de leerling 4 dagen werkt en 1 dag in de week naar school gaat, ten gunste van de beroepsopleidende leerweg (BOL), waarbij de leerling 5 dagen per week op school zit, en vice versa. Dit heeft vooral een effect op het gewogen aantal leerlingen, al valt zeker niet uit te sluiten dat bij een aantrekkende economie de vraag naar arbeid ten koste kan gaan van de instroom van nieuwe leerlingen in het onderwijs. Daarnaast kan ook de concurrentie van 3-jarige niveau 4 opleidingen van invloed zijn op het Jaarverslag 2013
Pagina 26
aantal aanmeldingen op onze school. Indien zich een daling van het aantal aanmeldingen voordoet dan wordt het effect hiervan voor de exploitatie gedempt door enerzijds de systematiek van de T-2 bekostiging en anderzijds doordat het meestal 4 jaar duurt voordat het effect van krimp ten volle doorwerkt in de exploitatie. De T-2 systematiek betekent dat het HMC het komend jaar subsidie ontvangt voor het aantal leerlingen dat 2 jaar geleden op school was ingeschreven en het volgende jaar nog voor het aantal leerlingen dat vorig jaar op school zat. Dankzij de T-2 systematiek kan zodoende een behoorlijk grote terugval in het leerlingenaantal worden opgevangen. In feite heeft de organisatie dan 2 jaar de tijd om de docenten-formatie overeenkomstig af te bouwen. In eerste instantie vindt dat plaats via de zogenaamde flexibele schil, dat zijn medewerkers met een tijdelijke dienstverband. In de begroting 2014 hebben wij de verwachte meerjarige ontwikkeling van het aantal leerlingen in de periode 2013 – 2020 opnieuw in kaart gebracht. Het 0-scenario gaat uit van een stabilisering van het aantal leerlingen rond 3.000 leerlingen. In het alternatieve scenario is rekening gehouden met een daling van het aantal leerlingen met 10% in de komende jaren naar 2.660 leerlingen. Ook hiervan zijn de financiële consequenties becijferd, waarbij wel is uitgegaan van bepaalde aannames met betrekking tot de nieuwe lumpsumbekostiging. De doorrekening van dit krimpscenario geeft aan dat het HMC wel zal interen op het eigen vermogen, maar dat dit, mede op basis van de kengetallen voor solvabiliteit en liquiditeit, binnen de signaleringsgrenzen blijft.
4,0 3.000 3,5 2.800
2,5 2.600 2,0 2.400 1,5 1,0
2.200
Aantal leerlingen
Exploitatieresultaat (x EUR 1,0 mln )
3,0
0,5 2.000
0,0 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
1.800
-0,5 -1,0
1.600 exploitatie 0
exploitatie 1
leerlingen 0-scenario
leerlingen scenario 1 -/- 10%
Grafiek: ontwikkeling aantal leerlingen en exploitatieresultaat 2013 - 2020
Nieuwbouw
De risico’s rondom het nieuwbouw project zijn uitvoerig in kaart gebracht en beoordeeld. Met name de verwachte ontwikkeling van het aantal leerlingen speelt in de risicobeoordeling een grote rol. Daar komt bij dat het ministerie van OCW voornemens is het Jaarverslag 2013
Pagina 27
bekostigingsmodel te wijzigen waardoor er ook onzekerheden optreden bij de calculatie van de verwachte inkomsten op grond van het verwachte aantal leerlingen. Om hierin inzicht te krijgen heeft het HMC diverse scenario’s uitgewerkt en zich ook laten adviseren door de accountant. Daarbij hadden wij oorspronkelijk het plan om de nieuwbouw in twee fases uit te voeren, om daarmee de mogelijkheid te creëren om, in het geval dat aanpassing van het bekostigingsmodel zeer nadelig zou uitvallen voor het HMC, een deel van de nieuwbouwplannen niet in uitvoering te nemen. Deze fasering is vanwege meer duidelijkheid over het aantal leerlingen en de bekostiging van de 4-jarige opleidingen en gezien de complexiteit en meerkosten die opsplitsing van het project met zich meebrengt bij de Europese aanbesteding en de meest recente uitkomsten van de risicobeoordelingen uiteindelijk achterwege kunnen blijven. Dit heeft ertoe geleid dat het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van het HMC van mening zijn dat de nieuwbouw Rotterdam een verantwoorde investering is. Met de oplevering van het definitieve ontwerp-plus is in de tweede helft van 2013 de Europese aanbesteding van de nieuwbouw van start gegaan. De Europese regelgeving ten aanzien van de aanbestedingen is complex. Daar komt bij dat het in dit geval gaat om een combinatie van nieuwbouw en renovatie, waardoor de situatie kan ontstaan dat het werk aan 2 partijen moet worden gegund. Een ander risico betreft mogelijk faillissement van de architect of aannemer / bouwer van het nieuwe schoolcomplex tijdens de bouw. Wij zullen bij de aanbesteding onderzoeken op welke wijze dit risico via verzekeringen is af te dekken. Daarnaast zullen wij het risico beperken door het betalingsregime aan te passen aan de (deel)opleveringen.
Treasury
Het HMC heeft haar liquiditeiten, die niet direct nodig zijn voor de financiering van haar activiteiten, alleen ingezet op vastrentende spaarrekeningen conform het Treasurystatuut van het HMC en de richtlijn Beleggen en belenen van het ministerie van Onderwijs.
Bekostigingsvoorwaarden: praktijkovereenkomst en erkend leerbedrijf
Vanaf 2014 geldt als bekostigingsvoorwaarde dat van BBL-leerlingen een ondertekende praktijkovereenkomst (POK) aanwezig moet zijn en dat de leerling werkzaam is bij een erkend leerbedrijf. Als deze er niet is of als het bedrijf niet is erkend ontvangt de school voor deze leerling geen subsidie meer. In 2013 gold voor deze tekortkomingen nog een (straf)korting op de subsidie. Er zijn plannen om de POK en de voorwaarde van een erkend leerbedrijf ook als bekostigingsvoorwaarde voor BOL-leerlingen in te voeren. Aangezien het hier om groot aantal leerlingen gaat, zijn de financiële consequenties in dit geval aanzienlijk groter.
HMC cursus en training BV
HMC cursus en training is voor een groot deel van haar omzet afhankelijk van in concurrentie aangeboden cursustrajecten aan met name onze branchebedrijven. Aangezien er nog weinig zicht is op economisch herstel in onze branches zal het een lastige opgave zijn om een kostendekkende exploitatie te realiseren. Om dit risico te verkleinen wordt met de verschillende O&O-fondsen van de betrokken branches overlegd over het bundelen van opleidingen, zodat ze vaker van start kunnen gaan.
Jaarverslag 2013
Pagina 28
3.2
Continuïteitsparagraaf
Kwalitatieve uitwerking
Het Hout- en Meubileringscollege heeft de afgelopen jaren een aanzienlijke groei van het aantal leerlingen doorgemaakt. Ook voor het komende schooljaar 2014 / 2015 houdt het HMC, zowel in Amsterdam als Rotterdam, rekening met een verdere groei. Overeenkomstig het bedrijfsvoeringsmodel van het HMC is als gevolg van een groeiend aantal leerlingen ook de formatie van het onderwijzend personeel de afgelopen jaren gegroeid. Het uitgangspunt daarbij is dat deze formatie-uitbreiding op tijdelijke contractbasis wordt ingezet, teneinde flexibel in te kunnen spelen op een eventuele daling van het aantal leerlingen in de komende jaren. De aangekondigde aanpassing van de Flexwet in 2015 beperkt die flexibiliteit overigens in belangrijke mate. Gezien de gerealiseerde groei en het bereiken van de doelstelling van 3.000 leerlingen staat het HMC voor de beleidskeuze stabiliseren of doorgroeien. Bij deze keuze spelen een aantal criteria een rol:
Intern o o o Extern o o
Docenten Financiën Huisvesting Arbeidsmarktperspectief voor leerlingen Macrodoelmatig opleidingsaanbod op MBO niveau
Een eerste verkenning heeft duidelijk gemaakt dat met name het punt van de huisvesting de kritische factor is om eventueel te kunnen doorgroeien. Op dit moment is het aantal m2 in eigendom te weinig. Dit heeft voor de locatie Amsterdam ertoe geleid dat voor de komende 5 jaar extra onderwijsruimte is gehuurd. Hiermee kunnen wij, uitgaande van de huidige prognose tot 2020, naar verwachting mee uit de voeten. Voor de langere termijn worden mogelijkheden onderzocht om in het huidige schoolgebouw extra m2 te creëren. Voor de locatie Rotterdam verkeert de nieuwbouw in de aanbestedingsfase. Daarmee worden de bestaande huisvestingsproblemen opgelost, terwijl het nieuwe gebouw ook ruimte biedt om nog enige groei van het aantal leerlingen in de komende jaren op te vangen. In de begroting 2014 zijn twee scenario’s, een stabilisering en een daling van 10% van het aantal leerlingen, uitgewerkt voor wat betreft de formatieve en financiële consequenties tot aan 2020. In het model is zo goed mogelijk rekening gehouden met de effecten van de intensivering en de modernisering bekostiging. Alle overige parameters, als rendement, uren per leerling, klasgrootte, contacturen enz. zijn gelijk gehouden. Het krimpscenario geeft aan dat ondanks een daling van het aantal leerlingen met meer dan 10% de continuïteit geen direct gevaar loopt. Mede dankzij de T-2 bekostigingsmethodiek en afhankelijk van de uiteindelijk omvang van de flexibele formatie is het HMC naar verwachting toch in staat om binnen enkele jaren de bedrijfsvoering op orde te krijgen, zonder aanzienlijk in te teren op de vermogenspositie. Zoals in de risicoparagraaf al aangegeven, is de flexibele schil van de formatie een punt van aandacht. Niet alleen vanwege het feit dat ons personeelsbestand relatief vergrijst maar ook omdat, bij een stabilisering van het aantal leerlingen, de nieuwe instroom in belangrijke Jaarverslag 2013
Pagina 29
mate afhankelijk zal zijn van het natuurlijk verloop. Dit effect wordt nog versneld door de beperkingen van de nieuwe flexwet die in 2015 ingaan. Voor de in 2013 uitgevoerde onderzoeken onder onze stakeholders verwijzen wij u naar Hoofdstuk 6.4 Kwaliteitszorg.
Kwantitatieve uitwerking
Kengetallen continuiteitsparagraaf 1 Omzet private activiteiten / totale omzet 2 a. gewogen aantal deelnemers per FTE onderwijzend personeel b. gewogen aantal deelnemers per FTE ondersteunend personeel 3 gewogen aantal deelnemers per FTE beroepsonderwijs 4 aantal fte tijdelijk personeel / totaal FTE 5 Personeelskosten per FTE in loondienst 6 Aantal m2 beroepsonderwijs per gewogen deelnemer 7 Overhead personeelskosten / totale personeelskosten 8 Liquiditeit 9 rentabiliteit 10 m2 huur / totale m2 11 Gemiddelde huisvestingskosten per m2 12 Herfinancieringsbehoefte / totale jaaromzet 13 Investeringsbehoefte / totale jaaromzet
2013
2012
nvt 18,2 56,9 13,8 25% € 63.991 € 9,5 29% 3,2 3,5 3,0% € 120 € 0% 5%
nvt 18,4 55,1 13,8 22% 62.763 9,4 30% 3,4 3,5% 0% 106 0% 5%
Tabel: Kengetallen continuïteitsparagraaf
Jaarverslag 2013
Pagina 30
Balans ACTIVA
2013
2014
2015
2016
VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa
-
-
-
-
10.518.066
17.800.000
25.600.000
29.650.000
1
1
1
1
TOTALE VASTE ACTIVA
10.518.067
17.800.001
25.600.001
29.650.001
VLOTTENDE ACTIVA
12.080.382
5.565.000
1.752.000
1.895.000
TOTAAL ACTIVA
22.598.449
23.365.001
27.352.001
31.545.001
10.007.398
11.066.927
12.013.927
13.501.927
7.000.000
8.000.000
9.200.000
8.700.000
-
-
-
-
-
-
-
-
17.007.398
19.066.927
21.213.927
22.201.927
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
PASSIVA EIGEN VERMOGEN Algemene reserve Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsfonds publiek Bestemmingsfonds privaat TOTAAL EIGEN VERMOGEN VOORZIENINGEN
1.832.742
1.530.000
1.420.000
1.375.000
LANGLOPENDE SCHULDEN
-
-
2.000.000
4.750.000
KORTLOPENDE SCHULDEN
3.758.309
2.768.074
2.718.074
3.218.074
22.598.449
23.365.001
27.352.001
31.545.001
TOTAAL PASSIVA
Resultatenrekening BATEN Rijksbijdragen Overige overheidsbijdr. en subs. Overige baten TOTAAL BATEN
2013
2014
2015
2016
20.754.392
22.038.000
23.250.000
-
-
-
22.995.000 -
1.838.953
1.592.000
1.493.000
1.499.000
22.593.345
23.630.000
24.743.000
24.494.000
LASTEN Personeelslasten
15.017.521
15.605.000
16.260.000
16.575.000
Afschrijvingen
1.402.642
1.075.000
1.175.000
1.725.000
Huisvestingslasten
2.260.175
1.930.000
1.865.000
1.930.000
Overige lasten
3.246.048
3.301.000
3.326.000
3.226.000
21.926.386
21.911.000
22.626.000
23.456.000
666.959
1.719.000
2.117.000
1.038.000
135.512
122.000
30.000
-50.000
-
-
-
-
802.471
1.841.000
2.147.000
988.000
TOTAAL LASTEN Saldo Baten en Lasten Saldo financiële bedrijfsvoering Saldo buitengew. baten en lasten TOTAAL RESULTAAT Incidentele baten en lasten in totaal resultaat
Tabel Balans en resultatenrekening in meerjarig perspectief
Jaarverslag 2013
Pagina 31
Hoofdstuk 4 Notitie helderheid BVE en code goed bestuur 4.1 Notitie helderheid BVE Volgens de notitie ‘Helderheid in de bekostiging Beroepsonderwijs- en Volwasseneneducatie 2004’ moet de instelling, conform het Onderwijsprotocol OCW, in het jaarverslag een aantal onderwerpen verantwoorden. De notitie helderheid geeft inzicht in de interpretatie en toepassing van de bekostigingsregels en bekostigingsparameters die gelden bij de telling van leerlingen. De gegevens die hieronder staan, geven een nadere toelichting op het totaal aantal bekostigde leerlingen.
Thema 1:
Uitbesteding
Toelichting: Onder uitbesteding wordt verstaan: het uitbesteden van bekostigd onderwijs aan een andere al dan niet bekostigde instelling of organisatie tegen betaling voor de geleverde prestaties. Dit thema is niet aan de orde bij het HMC.
Thema 2:
Investeren van publieke middelen in private activiteiten
Toelichting: Hieronder vallen de situaties waarin de rijksbijdrage wordt ingezet in een privaatrechtelijke rechtspersoon, of waarin publieke middelen anderszins worden geïnvesteerd in private activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de instelling/het KBB. Het College van Bestuur is van mening dat een vakschool als het HMC de bedrijfstakken waarvoor wordt opgeleid, meer moet kunnen bieden dan alleen gesubsidieerd beroepsonderwijs. In principe moet het HMC alle opleidingsvragen die in de branches leven, alleen of in samenwerking met andere partijen, kunnen beantwoorden. Dit betekent dat ook cursorisch onderwijs, maatwerkopleidingen, incompany trainingen en andere (b.v. projectmatige) activiteiten op het raakvlak van onderwijs en arbeidsmarkt, moeten worden aangeboden. Door deze combinatie van regulier gesubsidieerd onderwijs en de hiervoor genoemde activiteiten kan de kennisinfrastructuur, die nodig is om de kwalitatieve en kwantitatieve aansluiting tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven te optimaliseren, op een efficiënte en effectieve wijze worden ingericht en gecontinueerd. Niet alleen leren de docenten van het geven van cursussen aan medewerkers uit het bedrijfsleven, maar door het geven van deze cursussen weten wij ook wat er in de branches speelt en welke nieuwe ontwikkelingen er zijn. De bijdragen van het HMC aan HMC cursus en training BV draagt bij aan de kwaliteitsverhoging van het onderwijs in brede zin en is in het belang van zowel de docenten, de deelnemers als de werknemers in de bedrijfstakken waarvoor het HMC opleidt. In deze bijdrage zit ook begrepen de doorbelasting van kosten voor o.a. winkelbeheerders en huisvesting, van het HMC naar HMC cursus en training. Daarbij moet echter opgemerkt worden dat als HMC cursus en training niet zou bestaan, het HMC deze kosten nog steeds zou hebben. Doorbelasting is noodzakelijk om de integrale kostprijs van de opleidingen te kunnen berekenen. Daarnaast is het HMC naar verwachting in staat de werkgelegenheid van docenten (deels) te behouden en daarmee kosten van wachtgeld (deels) te voorkomen, indien docenten, waarvoor geen werk meer is in de bekostigde opleidingen, ingezet kunnen worden op cursussen van HMC cursus en training. Dit geldt bijvoorbeeld voor de docenten werkzaam in de deeltijdopleidingen. Omdat de bekostiging hiervan wordt beëindigd, worden deze opleidingen door het HMC in twee jaar afgebouwd. Als alternatief voor de deeltijd is het HMC Jaarverslag 2013
Pagina 32
vanaf 2013/2014 een niet bekostigde vakopleiding gestart, waarin de voormalige deeltijddocenten kunnen worden ingezet.
Thema 3:
Het verlenen van vrijstellingen
Toelichting: De instelling kan vrijstelling verlenen voor het afleggen van toetsen of examenonderdelen in het beroepsonderwijs. Dat kan op basis van eerder afgelegde toetsen of examens, of op basis van buiten het onderwijs opgedane kennis en vaardigheden, ofwel Elders Verworven Competenties (EVC). Dit thema is niet aan de orde bij het HMC.
Thema 4:
Les- en cursusgeld niet betaald door de deelnemer zelf
Toelichting: Deelnemers voldoen niet zelf hun cursusgeld (ingeval van BBL of deeltijd-BOL) of lesgeld (ingeval van voltijd BOL), maar dit geschiedt door de instelling of door een derde. Dit thema is niet aan de orde bij het HMC.
Thema 5: tegelijk
In- en uitschrijving en inschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding
Toelichting: Bij de inschrijving van deelnemers doen zich verschillende situaties voor: inschrijving van deelnemers voor de teldatum, inschrijving na de teldatum, uitschrijving van deelnemers kort na de teldatum, of inschrijving van deelnemers bij meerdere opleidingen tegelijk. Het aantal leerlingen dat de instelling in de periode 1 oktober – 31 december 2013 heeft verlaten, bedroeg 60 (in 2012: 58). De redenen voor beëindiging van de opleiding lopen uiteen van verkeerde studie c.q. beroepskeuze, naar persoonlijke en/of sociale omstandigheden en van school gebonden redenen tot kans op werk.
Thema 6:
De deelnemer volgt een andere opleiding dan waarvoor hij is ingeschreven
Toelichting: Inschrijving van een deelnemer voor een in het CREBO geregistreerde opleiding, terwijl hij daadwerkelijk een andere CREBO-opleiding of niet in het register opgenomen opleiding volgt. Dit thema is niet aan de orde bij het HMC.
Thema 7:
Bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven
Toelichting: Instellingen ontwikkelen maatwerktrajecten waarbij een derde - een bedrijf of een andere organisatie - een bijdrage betaalt voor het op maat snijden van trajecten voor eigen personeel. Dit thema is niet aan de orde bij het HMC.
Jaarverslag 2013
Pagina 33
4.2 Code Goed bestuur Ten behoeve van de verantwoording over de naleving van de governance-code in het Geïntegreerd Jaardocument heeft de MBO raad een checklist opgesteld. De checklist is opgebouwd uit de `naar de letter elementen’ van de code “Goed bestuur in de bve-sector” en overige governance-elementen in de regelgeving over jaarverslaggeving in het onderwijs. Op grond van de checklist heeft het College van Bestuur geconstateerd dat aan vrijwel alle elementen wordt voldaan. In die gevallen waarin het HMC afwijkt, komt dit omdat het HMC een vakschool is met nauwe banden naar de branches waarvoor het HMC leerlingen opleidt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de voordracht door deze branches van kandidaten voor de Raad van Toezicht. Bij een aantal andere elementen komt afwijking voort uit het feit dat in de statuten van het HMC voor dat betreffende element andere afspraken zijn vastgelegd dan in de checklist. Overzicht nevenactiviteiten leden Raad van Toezicht Naam
Functie/ nevenactiviteit
Organisatie
R.A.J. Lahoye
Pensioenbestuurder
CNV Vakmensen
Bestuurslid
Bedrijfstakpensioenfonds Bakkers
Bestuurslid
Bedrijfstakpensioenfonds Drankengroothandel
Bestuurslid
Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie
Werknemersvoorzitter
Bedrijfstakpensioenfonds Kappers
Lid commissie Raden van Toezicht
MBO Raad
H.W. Bax
-
M. Dalhuizen
-
M. Fledderman
Secretaris
Commissie Opleidingen en Arbeidsmobiliteit NBvT
Lid
VNO-NCW CBON
Lid
Bestuur SH&M en PAC
Directeur Wartburg College, locatie Marnix te Dordrecht
Wartburg College Rotterdam/Dordrecht, christelijk voortgezet onderwijs op reformatorische grondslag
Orgelbouwkundig adviseur
VOGG Orgelbouw Advies Commissie
Namens WoonWerk en Inretail
BACO onderwijsgroep
H. den Hollander
J. Koster
Jaarverslag 2013
Pagina 34
O.S. Smeets
-
D.A. Roodenrijs
Voorzitter Bestuur
SH&M
H.A. van der Spek
Secretaris
Internationale Betrekkingen
Algemeen secretaris
Stichting Brug naar Solidariteit
Bestuurslid
Kenniscentrum Fundeon
Bestuurslid
Kenniscentrum Savantis
Werknemersvoorzitter
Kenniscentrum SH&M
Raad van Toezicht
SOMA college
Voorzitter Raad van Toezicht
Centrum Natuursteen (in afbouw en directeur gedurende het afbouwproces)
Bestuurslid
Productschap Zuivel
Bestuurslid
Productschap Akkerbouw
Bestuurslid
Hoofdbedrijfschap Ambachten
Plv. Bestuurslid
Verschillende productschappen
Bestuurslid
Stichting Samenwerkingsverband Beroepsonderwijsbedrijfsleven (SBB)
Bestuurslid
TBN (Technisch bureau Bouwnijverheid- O/O-fondsbedrijfstakeigenregelingen)
Lid
Groep “klokkenluidersregeling” kenniscentrum Kenwerk
Lid
Sociaal Economische Raad - Bedrijfscommissie
Voorzitter
Onderwijsprijzen bouw Nederland
Voorzitter bestuur
Stichting Perscentrum Wonen
Voorzitter adviescommissie Sport
Hoofdbedrijfschap Detailhandel
Lid algemeen bestuur
Hoofdbedrijfschap Detailhandel
Lid algemeen bestuur
Hoofdbedrijfschap Ambachten
Lid adviescommissie Mode
Hoofdbedrijfschap Detailhandel
Lid adviescommissie Wonen
Hoofdbedrijfschap Detailhandel
J.D. van der Zee
Jaarverslag 2013
Pagina 35
Hoofdstuk 5
Maatschappelijke verbinding
5.1 Maatschappelijke bijdragen
Hermitage
Voor het bijzondere scholenproject “Peter de Grote als MBO student” in de Hermitage te Amsterdam is het HMC gevraagd de tentoonstelling meer diepgang te geven en te laten zien hoe het vakmanschap zich sinds de tijd van Peter de Grote heeft ontwikkeld. Leerlingen interieuradviseur hebben de tentoonstelling ingericht en een leerling van de houten jachtbouw exposeerde met zijn op traditionele wijze gebouwde roeivlet.
Biblioplus
Voor een Rotterdamse basisschool in de Afrikaanderwijk hebben 4e jaars leerlingen interieuradviseur van HMC Rotterdam voor een interactieve bibliotheek het meubilair ontworpen, gemaakt en geplaatst. Een leerling meubelstofferen heeft de leeshoek voorzien van rug- en zitkussens.
Interieur handboek
Derdejaars leerlingen interieuradviseur van HMC Amsterdam hebben interieurhandboeken gemaakt voor de thuiszorgorganisatie Allerzorg in Amsterdam. De opdracht was een eenduidig beeld te bepalen voor de vestigingen van Allerzorg en dit vast te leggen in een handboek met ´look & feel´ adviezen voor de in te richten ruimten.
3D objecten
Twee derdejaars leerlingen meubel van HMC Rotterdam hebben in opdracht van de Rotterdamse kunstenares Carien Weve 25 3D objecten voor een tentoonstelling in Amsterdam gemaakt. De objecten visualiseren de stand van de zon aan de hemel weer op elk uur van de dag (wit) en nacht (zwart). Het maken van de objecten werd een hele uitdaging, omdat gezaagd moest worden in onmogelijke hoeken van 7,5 tot 82,5 graad. Om dit op de houtbewerkingsmachines machines voor elkaar te krijgen moesten er vaak alternatieve methoden worden bedacht.
Vliegende Meubelmakers
Het HMC is hoofdsponsor van de Vliegende Meubelmakers sinds 2009. De steun van het HMC bestaat uit een bijdrage aan het houtgeld voor de zomerprojecten. Van dit houtgeld wordt het hout en materiaal gekocht op het project ter plaatse. Het HMC biedt de organisatie ook de mogelijkheid om gebruik te maken van de school voor voorbereiding bijeenkomsten, vergaderingen en afspraken met derden. In 2013 vlogen de Vliegende Meubelmakers uit naar zeven landen voor de uitvoering van acht zomerprojecten. Twee projecten in Ghana en Tanzania, Rwanda, Uganda, India, Nepal en Cambodja hebben bezoek gehad van 54 VMM meubelmakers. Samen met in totaal 17 lokale jongeren zijn de volgende meubels gemaakt: 35 bedden, 42 kasten, 51 schoolbanken, 35 stuks speelgoed, 2 speeltoestellen, 5 werkbanken, 18 tafels, 35 krukjes. Daarnaast heeft het project in Nepal veel stoelen en tafels aangepast aan kinderen met een lichamelijke handicap (zie foto’s). Precisiewerk omdat iedere handicap weer een andere aanpassing vraagt. In totaal is er 550 kg aan gereedschap van Stichting Gered Gereedschap gedoneerd aan de projecten ter plaatse. Hiermee kunnen de jongeren die meegeholpen hebben verder gaan met het maken van de meubels aan de hand van de werktekeningen en mallen. Jaarverslag 2013
Pagina 36
Naast het uitvoeren van korte zomerprojecten zijn de Vliegende Meubelmakers in 2012 gestart met het neerzetten van meubelwerkplaatsen in Zuid Afrika en Malawi. Doel is om jongeren het houtbewerking vak bij te brengen zodat zij een betere kans maken op de arbeidsmarkt. De Esdoorn meubelmakerij uit Wolvega en ex-HMC’er Niels Oggel hebben in Zuid Afrika 9 jongeren bijgespijkerd in de basiskennis op gebied van houtbewerking. Tina Wentink, ook ex-hmc leerling, heeft in Malawi een meubelopleiding opgezet genaamd Yebo Yebo en wil dit ook in Kenia opstarten. 2013 was ook het jaar van verandering en vernieuwing. Sinds het ontstaan van de Vliegende Meubelmakers is er veel veranderd. Er worden meer projecten uitgevoerd per jaar en de deelnemers worden nog uitgebreider voorbereid. De vakopleidingen in Malawi en Zuid Afrika zijn in opbouw. Omdat de website aan vernieuwing toe was is besloten om een nieuwe huisstijl te ontwikkelen die beter past bij wat de stichting nu doet. Zie de website: www.vliegendemeubelmakers.nl en aanschouw het nieuwe uiterlijk inclusief nieuw logo.
Jaarverslag 2013
Pagina 37
Hoedje Prinsjesdag
De leerlingen van Creatief Vakman hebben in 2013 als bijzondere opdracht in totaal 15 z.g. Prinsjesdaghoeden ontworpen en gemaakt voor het PvdA-kamerlid mw. Jadnanansing. Na een uitvoerige presentatie aan het Tweede kamerlid en het passen van alle modellen heeft mw. Jadnanansing één exemplaar gekozen om te dragen op Prinsjesdag.
HMC Glazen Huis
Voortgaand op het succes van 2012 heeft het HMC Rotterdam in het kader van de landelijke 3FM Serious Request actie ook in de laatste schoolweek van 2013 zijn eigen Glazen Huis gebouwd. Gedurende 4 dagen hebben drie docenten het HMC Glazen Huis bemand. Talrijke geplande maar vooral ook spontane acties van leerlingen en medewerkers hebben er uiteindelijk toe geleid dat door het HMC een cheque van € 10.000 kon worden gedoneerd aan het Rode Kruis.
5.2
Expositie werkstukken eindexamenkandidaten, uitreiking prijs voor ontwerp en vakmanschap en vakbeurzen
Aan het eind van het schooljaar is op beide locaties rondom de expositie van de werkstukken van de eindexamenkandidaten een geslaagde en druk bezochte expoweek gehouden. Een vakkundige jury heeft in de expositieweek de HMC vakprijzen voor ontwerp en vakmanschap uitgereikt. De prijzen zijn bedoeld om talentvolle HMC-leerlingen te helpen om hun meubel- of interieurproduct te ontwikkelen en eventueel op de markt te brengen. Tijdens de expositieweek is er ook een relatiedag georganiseerd. De relatiedag staat voor inspiratie, ontmoeting, kennis en gezelligheid. Zowel vertegenwoordigers van onze brancheen BPV-bedrijven, docenten, oud-leerlingen en oud-medewerkers als andere relaties van het HMC zijn van harte welkom op deze dag. De relatiedag in Rotterdam had als thema “Innovatie voor de toekomst, de visie van de vakman” en in Amsterdam luidde het thema “creativiteit, vakmanschap en ondernemen”. Tijdens deze relatiedagen waren er op beide locaties verschillende inspirerende masterclasses te volgen.
Woonbeurs, Design District en Inside design
De stand op de Woonbeurs is net als vorig jaar gebruikt om gediplomeerde HMC leerlingen die een eigen bedrijf zijn begonnen te introduceren bij het Woonbeurs publiek. Dit jaar konden zij beschikken over een riant woonhuis met aanlegsteiger. Ter voorbereiding is er een bijeenkomst geweest met de leerlingen die vorig jaar in de HMC stand stonden. Zij waren nog steeds erg enthousiast over de kans die ze hadden gekregen en over de Jaarverslag 2013
Pagina 38
opdrachten die ze op de Woonbeurs hadden kunnen “binnen slepen”. Daarnaast is in samenwerking met de leerlingenraad een HMC-stand op de vakbeurs Design District gerealiseerd waarbij twaalf leerlingen hun werk hebben gepresenteerd. Tot slot zijn twee leerlingen van het HMC Amsterdam uitverkozen hun werkstuk te exposeren op de vakbeurs Inside Design in respectievelijk de categorie Meubel en Ontwerp. De deelname was een groot succes voor de leerlingen, behalve veel aandacht voor hun werkstukken hebben de leerlingen vooral goed kunnen netwerken.
Hoofdstuk 6 Bestuurlijke en beheersmatige ontwikkelingen 6.1
Bestuurlijke ontwikkelingen
In 2013 hebben zich de volgende beleidsmatige ontwikkelingen voor gedaan die belangrijk waren voor het HMC.
Macrodoelmatigheid Pilot pianotechniek Het Ministerie van OCW heeft de SVGB gevraagd in het kader van de discussies over de doelmatigheid van het opleidingenaanbod, te onderzoeken op welke wijze de continuïteit van de kleine ambachtelijke opleidingen het beste kan worden gewaarborgd. Onze opleiding pianotechniek maakt deel uit van dit onderzoek. Inmiddels hebben de eerste gesprekken met de teamleider en met het College van Bestuur plaatsgevonden. Aan de orde is onder andere of het voor de continuïteit van dit soort opleidingen een optie is om ze allemaal in één organisatie te concentreren. Opleiding interieuradviseur In samenwerking met Mondriaan in Den Haag is de opleiding Interieuradviseur in 2013 met 13 leerlingen van start gegaan. Deze leerlingen volgen onze opleiding in Den Haag bij het Mondriaan en komen één dag in de week naar Rotterdam. Een vakdocent van ons is één dag in de week in Den Haag, de overige lessen worden onder onze verantwoordelijkheid door docenten van Mondriaan uitgevoerd. In het kader van de verdeling van het aanbod van opleidingen in Amsterdam vanwege voormalig Amarantis (nu ROC Top) is er overleg geweest met de commissie Vermeulen. Deze commissie heeft de opdracht hierover een advies te geven. We hebben onze zorg geuit dat wij voor de ROC’s geen vanzelfsprekende gesprekspartner zijn en dat we ons inziens zouden moeten spreken over de interieuropleiding van het ROC van Amsterdam.
Beloningscode MBO bestuur
De beloningscode voor MBO bestuurders, opgesteld door een werkgroep onder voorzitterschap van onze voorzitter van de Raad van toezicht, de heer Lahoye, is uiteindelijk door de Minister goedgekeurd. De code gaat uit van een indeling in drie groepen op basis van het leerlingenaantal. Er zit een grote overlap tussen de bij de groepen horende beloningen, waardoor de Raden van Toezicht ruimte hebben om voor de eigen instelling maatwerk te kunnen realiseren. De code kent ook het pas toe of leg uit principe.
Ronde tafel gesprek Minister van Onderwijs
De Minister van Onderwijs organiseert in verschillende regio’s ronde tafel gesprekken met vertegenwoordigers van het MBO. De voorzitter College van Bestuur heeft samen met een docent, tevens lid van de ondernemingsraad, en een leerling uit de leerlingenraad deelgenomen aan het rondetafel gesprek met de minister van Onderwijs in de regio Jaarverslag 2013
Pagina 39
Rotterdam. Het gespreksonderwerp was samenwerking in de regio, met name ten aanzien van het opleidingenaanbod. Het was voor de leerlingen en docenten wel een interessante ervaring omdat de meesten zich niet beseffen dat dit ook onderwerpen zijn waar een schoolbestuur zich mee bezig houdt.
Aanval op uitval Amsterdam
In Amsterdam heeft onder leiding van de Wethouder van Onderwijs, een bestuurlijk overleg plaatsgevonden met alle besturen van het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs om te besprekende hoe we voortijdig schoolverlaten nog verder kunnen beperken. Het idee is om in een centraal systeem bij te houden of leerlingen zich na het VMBO wel hebben ingeschreven bij een vervolgopleiding (er raken bij de overstap van VMBO naar MBO nog steeds veel leerlingen “kwijt”). Hoewel het HMC wil meewerken aan een dergelijke aanpak, vragen wij ons wel af de ICT inspanning die nodig is om dit te realiseren, opweegt tegen het te behalen voordeel.
Horizontaal toezicht belastingdienst
Het HMC is in 2013 het traject gestart om over te stappen naar het z.g. horizontale toezicht van de belastingdienst. Daarbij is meer sprake van een klantrelatie met als uitgangspunten wederzijds vertrouwen, begrip, inzicht en transparantie. Dit krijgt gestalte in de vorm van een convenant tussen HMC en belastingdienst waarin onderlinge afspraken zijn vastgelegd. Dit convenant zal medio 2014 naar verwachting worden gesloten.
Branche ontwikkelingen Ontwikkelingen Timmer-branche Met de Nederlandse Bond van Timmer (NBvT) is overleg gevoerd over de door hen gewenste opleidingenstructuur en de rol die het HMC hierin kan vervullen. Het komt er op neer dat de NBvT de specifieke opleidingen voor de timmerindustrie op een beperkt aantal plaatsen in Nederland overeind wil houden. Deze plaatsen worden bepaald door locaties waar (succesvolle) samenwerkingsverbanden actief zijn. Het HMC zou hierbij een rol als hoofdaannemer op zich kunnen nemen om kwaliteit en kwantiteit landelijk af te kunnen stemmen. Ontwikkelingen Meubel-branche Het visietraject meubel ten aanzien van personeelsontwikkeling en opleidingsbehoefte voor de lange termijn is in 2013 afgerond. Uitkomst is dat een branchespecifieke kennis- en opleidingeninfrastructuur overeind moet blijven. Hiertoe moeten alle activiteiten op dit gebied, die nu nog bij verschillende organisaties plaatsvinden, worden gebundeld. Er moet nauw worden samengewerkt met het regulier onderwijs. Hierbij zal het HMC een belangrijke rol spelen. De infrastructuur zou naast de nieuwe organisatie moeten bestaan uit de samenwerkingsverbanden, een beperkt aantal scholen (naast het HMC) die de opleidingen aanbieden en een aantal “servicepunten” rondom scholen en samenwerkingsverbanden. Ontwikkelingen Wonen/interieur-branche Om bedrijven en medewerkers te helpen hoe te anticiperen op en om te gaan met de nieuwe media in het verkoopproces is samen met Woonwerk een pilot BBL-opleiding ontwikkeld: Het nieuwe verkopen. Deze opleiding is met ene groep van 10 deelnemers in het eerste halfjaar van 2013 van start gegaan.
Branche-adviescommissies
Ten behoeve van het vergroten van de kennis van de branches over het HMC worden de branches via de adviescommissies voor Interieur en Meubel betrokken bij de discussie over Jaarverslag 2013
Pagina 40
de lange termijn ontwikkeling van het HMC. De adviescommissie Meubel is in 2013 driemaal bijeen geweest. De opkomst was over het algemeen goed. Besproken zijn o.a.:
de examensystematiek en de beroepspraktijkvorming het gebruik van handgereedschap versus machines de stage in het eerste leerjaar het kwalificatiedossier Werkvoorbereider het samenvoegen van werkvoorbereiding timmerindustrie en meubelindustrie demonstratie van het programma Wintoets waarin een grote hoeveelheid lesstof, oefenopgaven, filmpjes en toetsen digitaal beschikbaar zijn voor leerlingen, zodat ze met zelfstudie en oefening hun voortgangstoetsen kunnen behalen. het nieuwe kwalificatiedossier voor de meubelopleidingen, de samenwerking in de BPV toekomstige ontwikkelingen in de branche en wat het HMC hierbij kan betekenen.
De adviescommissie Interieur is in 2013 tweemaal bijeen geweest. Beide keren was de opkomst van de bedrijfsvertegenwoordigers zeer goed. Besproken zijn o.a.:
het nieuwe competentieprofiel voor de interieuradviseur de mogelijkheid om een competentieprofiel woondecorateur (= woningstoffeerder+) te ontwikkelen. de opdrachten in de BPV en de wijze waarop leerlingen hierbij begeleid kunnen worden. mogelijke keuzedelen, cursus en training het gebruik van social media in de branche en wat wij hier mee kunnen in de lessen..
Internationale ontwikkelingen - Bolster up project
Het EU-project Bolster up, waarin HMC participeert, heeft als doel te komen tot een Europese kwalificatie voor Meubelmaker en Meubelstoffeerder. Na een voortvarende start in 2012 is in 2013 helaas enige vertraging opgetreden doordat er veel discussie is over het begrip Meubelmaker (wel of niet ook timmer, machinegebruik, ontwerp, werkvoorbereiding, enz. enz.) en doordat van belang zijnde rapporten niet tijdig worden opgeleverd. De in het najaar van 2013 geplande bijeenkomst in Warschau is geannuleerd. Op voorstel van het HMC heeft de vergadering vervolgens op onze school in Amsterdam plaatsgevonden. Hoewel de achterstand ten opzichte van de planning nog niet is ingelopen, was het een in alle opzichten geslaagde bijeenkomst, zeker ook omdat de deelnemers erg onder de indruk waren van onze school.
HMC Leerlingenraad
De HMC leerlingenraad is in 2013 formeel ingesteld met een reglement en een medezeggenschapstatuut. De leerlingenraad kan nu net als de ondernemingsraad op een aantal onderwerpen formeel instemming of advies geven. Op beide locaties was al een goed functionerende lokale leerlingenraad waar vooral operationele zaken over de locatie aan de orde kwamen. Nu is er ook een HMC leerlingenraad, bestaande uit vertegenwoordigers van de leerlingenraden van beide locaties. De HMC leerlingenraad vergadert jaarlijks tenminste ook eenmaal afzonderlijk met het College van de Bestuur en de Ondernemingsraad.
Ontwikkelingen HMC cursus en training
Voor de benadering van de zakelijke markt is gekozen voor een intensieve samenwerking met de Opleidings- en Ontwikkelings (O&O)-fondsen van de verschillende sectoren. Jaarverslag 2013
Pagina 41
We zijn nu in gesprek met het Houtopleidingscentrum (HOC), de Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie (SSWT), de Stichting Scholing en Werkgelegenheid Meubel (SSWM) en Woonwerk over het stroomlijnen van de samenwerking. De gesprekken lopen voorspoedig net zoals de afstemming. Desalniettemin is er nog geen groei in de bestaande marktsegmenten waargenomen ondanks diverse mailingen in onder andere de woonbranche, de houthandelbranche en de meubelbranche. 6.2
Beheersmatige ontwikkelingen
Ouders en leerlingen
De ouders en leerlingen worden regelmatig via brieven en andere vormen van schriftelijke communicatie (studiewijzer, kwartaalbericht leerlingen-nieuws, en dergelijke) op de hoogte gesteld van de actuele ontwikkelingen op school. Op de locatie Rotterdam is tevens een ouderraad actief. Deze komt viermaal per jaar bijeen waarin vooral de operationele zaken aan de orde komen. In 2013 is onder andere gesproken over BPV, de nieuwbouw, communicatie, studiereizen (nut en noodzaak), invulling eindweken en de rol van de studiecoördinator. Naast locatieraden is binnen het HMC ook een formele leerlingenraad met advies en instemmingsbevoegdheden actief. Het College van Bestuur en de Ondernemingsraad hebben elk tenminste eenmaal per jaar overleg met de leerlingenraad.
Ontwikkeling aantal leerlingen
Voor het schooljaar 2013/2014 was het leerlingaantal begroot op 2.989 leerlingen. Per 1 oktober 2013 stonden 3.040 leerlingen ingeschreven, dat zijn 51 leerlingen meer dan begroot, maar 84 leerlingen minder dan de laatste prognose voor 2013/2014. Dit is o.a. een gevolg van het wegvallen van een volledige BBL bedrijfsklas, minder doorstroom bij de deeltijd en relatief hoger aandeel niet geslaagden VMBO-ers in de nieuwe instroom. Ten opzichte van het vorige schooljaar 2012/2013, stand 1 oktober 2012, is het aantal leerlingen gedaald met 62 leerlingen. Het gewogen aantal leerlingen, dat ook de grondslag is voor de berekening van de subsidie, is echter gegroeid van 2.773 naar 2.827 per 1 oktober 2013, d.w.z. 54 meer dan een jaar daarvoor. Dit is vooral een gevolg van de verschuiving van BBL naar BOL, een trend die zich ook landelijk aftekent. Per locatie en leerweg is in onderstaande tabel de ontwikkeling van het aantal leerlingen sinds 2010 weergegeven. Amsterdam
2009
2010
2011
2012
2013
Rotterdam
2009
2010
2011
2012
2013
BOL BBL Dt
1.094 52 215
1.136 40 223
1.189 49 242
1.291 43 234
1.334 31 126
BOL BBL Dt
1.081 158 68
1.168 139 94
1.234 115 92
1.305 128 101
1.378 108 63
Totaal
1.361
1.399
1.480
1.568
1.491
Totaal
1.307
1.401
1.441
1.534
1.549
Tabel : Aantal leerlingen sinds 2009
Jaarverslag 2013
Pagina 42
Totaal aantal leerlingen HMC 3.200
3.100 3.000 2.900 2.800 2.700
ongewogen
2.600
gewogen
2.500
2.400 2.300 2.200 2009
2010
2011
2012
2013
Grafiek: totaal aantal leerlingen HMC
Huisvesting Nieuwbouw locatie Rotterdam Het voorlopige ontwerp is in 2013 uitgewerkt in een definitief ontwerp, waaraan ook de renovatie van de werkplaats is toegevoegd. In het najaar is de Europese aanbesteding van het project van start gegaan. Vervolgens zijn een vijftal partijen geselecteerd om een bieding op het project uit te brengen. Begin 2014 kan dan de opdracht worden gegund, zodat naar verwachting in de zomer van 2014 de nieuwbouw echt van start kan gaan. Na ondertekening van de contracten zullen de kosten van de nieuwbouw als investering worden geactiveerd.
Herhuisvesting locatie Amsterdam Met name als gevolg van voortgaande leerlingengroei en de beperkte flexibiliteit die de huidige indeling van het schoolgebouw heeft, heeft het HMC vanaf september 2013 tegenover het schoolgebouw extra onderwijsruimte gehuurd. Leerlingen en personeel zijn zeer enthousiast over de nieuwe onderwijsruimte. Het is strak, licht en goed geoutilleerd. Er is bewust geïnvesteerd in aankleding en inventaris mede om het nadeel van in een ander Jaarverslag 2013
Pagina 43
gebouw les te moeten geven/krijgen, te compenseren. Vooralsnog is met de verhuurder en de gemeente een huurtermijn van 5 jaar overeengekomen. Voor de langere termijn gaat onderzocht worden welke aanpassingen aan het huidige schoolgebouw noodzakelijk zijn om de gewenste extra m2 toch binnen het schoolgebouw te kunnen realiseren.
Projectenbureau
Op beide locaties is een projectenbureau ingericht waar externe opdrachtgevers terecht kunnen met een ontwerp- of maakopdracht voor onze leerlingen. Acceptatie van externe opdrachten is afhankelijk van een aantal criteria. De belangrijkste zijn: passend binnen de leerdoelen en geen concurrentie met commerciële partijen. Het werken aan externe opdrachten levert voor de leerlingen veel leermomenten op. Tegelijkertijd ontstaat er een verbinding tussen de docenten van het HMC, het bedrijfsleven en de opdrachtgevers. Dit draagt bij tot een verdere professionalisering van docenten en voeling met de realiteit. In 2013 zijn onder andere de volgende opdrachten uitgevoerd: inrichtingsvoorstel bibliotheek voor een basisschool Sinterklaas decor voor een basisschool Inrichtingsvoorstel voor een personeelsruimte op een middelbare school nieuw interieur voor de boot van de zeeverkenners van Baden Powel (scouting) Inrichtingsvoorstel voor interieur van de foyer, kantoren en zaal van een theater Samenstellen van 25 3D objecten voor kunstenares Carien Weve Inrichtingsvoorstel voor de wachtruimte van het ambulancepersoneel Inrichtingsvoorstel voor het kantoor van DOE Rotterdam Ontwerp en uitvoering van de stand van ene bedrijf voor de Jaarbeurs Interieurvoorstel voor een buurthuis Inrichtingsvoorstel t.b.v. de Peter de Grote tentoonstelling in de Hermitage Opstellen interieur handboek voor alle kantoren van een thuiszorgorganisatie Ontwerpvoorstel voor kantoren en openbare ruimten van een vrijwilligersorganisatie Interieurvoorstel voor de Kessler lounge bij voetbalclub AZ
Europees project Leonardo
Het HMC blijft onderzoeken of er specifieke instellingen in bepaalde landen zijn waarmee we afspraken kunnen maken over uitwisseling van leermiddelen, docenten, leerlingen en dergelijke. Binnen Europa is er inmiddels een netwerk van instellingen ontstaan die opleiden voor onze branches. Turkije is in beeld als land dat graag gebruik wil maken van onze ervaringen op het gebied van beroepsonderwijs. In 2013 is het eerste HMC Leonardo-project zeer succesvol verlopen. Dankzij de EU-subsidie hebben 16 leerlingen in het Noordoosten van Turkije stage gelopen, 1 in België en 1 in Malta. Daarnaast zijn 4 docenten een week naar onze partnerschool in Waregem geweest en nog eens 4 andere collega´s hebben onze partners in Turkije bezocht. Eind 2013 heeft er ook al een tegenbezoek van docenten en management van onze Turkse partnerschool plaatsgevonden. Ook heeft een eerste groep van 12 Turkse leerlingen stage in Nederland gelopen bij “HMC stage-bedrijven”. Daarnaast hebben 8 leerlingen van onze Belgische partnerschool hun stage in 2013 bij het HMC doorgebracht.
Personeel en organisatie
Op het terrein van de personeelsregelingen zijn in 2013 de volgende regelingen met instemming danwel na advies van de OR geactualiseerd of vastgesteld: regeling beoordelingsgesprekken regeling vergoeding woon-verkeer procedure werving personeel Jaarverslag 2013
Pagina 44
sociaal jaarverslag 2012 scholingsbeleid 2013 - 2015 vakantie- en verlofregeling 2014
Het scholingsbeleid 2013 – 2015 bevat ons plan om de komende jaren de scholing en professionalisering van het onderwijspersoneel en het (midden) management binnen het HMC te verbeteren. De daarbij gestelde doelen zijn als volgt benoemd: gemiddeld niveau pedagogische en didactische capaciteit verhogen voldoen aan wettelijke benoembaarheidsvereisten aantrekkelijke werkgever zijn door mogelijkheden tot ontwikkeling te bieden vakinhoudelijk blijven aansluiten bij ontwikkelingen in onze branches optimale inzet van leermiddelen (met name soft- en hardware) en inventaris (machines) capaciteit in huis hebben om te kunnen participeren in branche ontwikkelprojecten capaciteit in huis hebben om inhoudelijk en organisatorisch te kunnen participeren in het ontwikkelen van aansluitingsprojecten met toeleidend- en vervolgonderwijs. De optimalisatie van de werkprocessen van de personeelsadministratie is in 2013 voortgezet. Zo is een efficiëntere workflow bereikt met name op het terrein van het aanleveren en verwerken van personeelsmutaties en de formatieplanning. Daarnaast is ook de managementinformatie uit het personeelssysteem verbeterd. De leidinggevenden kunnen aan de hand van verscheidene rapportages direct inzicht krijgen in zaken als het ziekteverzuim, de scholingsuren, het Bapo-verlof van de medewerkers van hun team. Door een herschikking van de personele bezetting is met ingang van 2013 de salarisadministratie uitbesteed.
Formatieplan 2013/2014
Net name als gevolg van meer leerlingen dan begroot en een hogere deelname van docenten aan scholing, Bapo-verlof en onderwijsvernieuwingsprojecten en inzet voor de vakopleiding bij HMC cursus en training is de inzet van het onderwijzend personeel toegenomen met 6,5 fte. Daarnaast kon vanwege beschikbaarheid van incidentele externe gelden éénmalig extra formatie (6,3 fte) worden ingezet voor de begeleiding van leerlingen. Formatieplan 2013 / 2014 (FTE) normformatie onderwijzend personeel niet-inzetbaar (*) projecten en vakopleiding studiecentrum externe financiering totaal onderwijzend personeel college van bestuur locatie-staf centrale staf Totaal niet-onderwijzend personeel Totaal HMC
begroot
vastgesteld
113,4 13,6 7,0 6,5 0 140,5
115,9 16,4 8,2 6,5 6,3 153,3
1,0 29,8 22,9 53,7
1,0 32,0 20,6 53,6
194,2
206,9
(*) vanwege studie, bapo, ziekteverzuim, enz Tabel
formatieplan 2013 / 2014
Jaarverslag 2013
Pagina 45
Marketing en communicatie
In 2013 heeft marketing en communicatie ingezet op vergroting van haar naamsbekendheid door middel van samenwerking met (bekende) externe partijen en ROC Mondriaan, uitbreiding van activiteiten op onderwijsbeurzen en contactmomenten op VMBO-scholen. Daarnaast heeft het promotiemateriaal een nieuwe look gekregen waarin we de missie en visie hebben vertaald in de pay-off ‘creativiteit, vakmanschap en ondernemerschap’ en een vernieuwde driedeling. Waar het HMC in 2012 haar deelname aan en doe-activiteiten op landelijke onderwijsbeurzen al had uitgebreid hebben we dit concept in 2013 doorgetrokken op alle beurzen. Met het uitreiken van een tablet aan de winnaar van de doe-activiteit is een extra contactmoment gecreëerd met de VMBO-scholen en de beursorganisaties waaruit we bovendien weer mediaaandacht hebben gehaald. Het aantal voorlichtingen en beroepenmarkten breidt zich nog steeds uit. In de regio Amsterdam zijn het aantal contactmomenten met VMBO-scholen uitgebreid door leerlingen een rondleiding met workshop aan te bieden op locatie. In samenwerking met de organisatie Jinck organiseerden we al een aantal jaren in Rotterdam bliksemstages en deze samenwerking is nu ook uitgebreid naar Amsterdam. Door de samenwerking met ROC Mondriaan zijn we ook aanwezig geweest op hun open dagen en hebben we in regio Den Haag en Westland nog gerichter kunnen werven op VMBOleerlingen uit dit gebied. In 2013 heeft HMC ook op veel terreinen samenwerking gezocht met nieuwe, bekendere partijen. Zo hebben we workshops georganiseerd in het museum Booijmans van Beuningen in Rotterdam en een tentoonstelling ingericht en geëxposeerd in de Hermitage Amsterdam. Daarnaast is er in samenwerking met de leerlingenraad een HMC-stand op de vakbeurs Design District gerealiseerd waarbij twaalf leerlingen hun werk hebben gepresenteerd.
Hout-ontdek-tour
Op de HMC vakschool te Amsterdam en Rotterdam is in het najaar van 2013 de `Ontdektour voor hout, meubel en interieur´ gehouden. Aan deze manifestatie hebben dit keer een recordaantal van 1.500 leerlingen van 41 VMBO-scholen uit de regio’s Noord- en ZuidHolland meegedaan. De Hout-ontdektour wordt sinds 7 jaar jaarlijks in samenwerking met het kenniscentrum SH&M georganiseerd met als doel om VMBO leerlingen tijdig en op een prikkelende manier enthousiast te maken voor een toekomst in de hout-, meubel- of interieurbranche.
Jaarverslag 2013
Pagina 46
ICT infrastructuur en performance ICT-toepassingen
In 2013 is fors geïnvesteerd in de ICT infrastructuur, deze is daarbij aanzienlijk uitgebreid. Niet alleen het aantal werkstations, maar ook het aantal servers, verbindingen, software pakketten en data-opslagcapaciteit namen toe. Deze toename heeft voor een groot deel te maken met de groei van het aantal leerlingen in de afgelopen jaren en door de gestage toename van de toepassing van ICT-leermiddelen in het onderwijs. Ter illustratie is onderstaand de ontwikkeling van het aantal werkstations weergegeven. 2009
2010
2011
2012
2013
Aantal werkstations
780
928
983
1.061
1.135
aantal leerlingen / werkstation
3,4
3,0
3,0
2,9
2,7
Ondanks deze forse uitbreiding van de ICT infrastructuur is de ICT afdeling er in geslaagd m.n. de operationele taken en netwerkperformance op een hoog service niveau te houden. Resultaten Informatiebeveiliging (2011-2013) -
Beschikbaarheid intern netwerk HMC > 99,2% Beschikbaarheid internet/data verbindingen > 99,8% Virusuitbraken 0 Verlies databestanden 0
De keerzijde hiervan is dat de ICT-afdeling wel tegen de grenzen van het mogelijke aanloopt. Nagenoeg de hele capaciteit van de afdeling wordt nu besteed aan het beheren van de infrastructuur, waardoor er te weinig gelegenheid is om ook uitvoering te geven aan een belangrijke taak als het tijdig kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen en, meer in algemene zin, ICT beleidsontwikkeling. Gezien deze oplopende spanning tussen beschikbare ICT menskracht en gevraagde ICT ondersteuning vanuit de organisatie hebben wij in 2014 een extern bureau advies gevraagd enkele scenario’s te schetsen hoe het HMC optimaler in staat is in te spelen op de ICT vragen uit de organisatie en relevante externe ICT-ontwikkelingen.
Wifi en (internet)-verbindingen
Op basis van een uitgebreide survey naar de dekking van het Wifi-netwerk in beide gebouwen heeft in 2013 een verdere optimalisatie van de ontvangst plaatsgevonden. Het netwerk wordt goed gebruikt, dagelijks zijn er zo’n 600 gelijktijdige verbindingen door smartphones en tablets van leerlingen in gebruik. Om beter in te kunnen spelen op het toenemend gebruik van internet in het onderwijs is de snelheid van de internetverbindingen met een factor 6 en die van de dataverbinding Rotterdam-Amsterdam met een factor 5 verhoogd.
Vervanging Windows XP door Windows 7 en Office 2013 en vervanging werkstations
In de zomer van 2013 is de migratie van Windows-XP met Office 2007 naar W(indows-)7 met Office 2013 uitgevoerd. Een eerdere migratie was niet mogelijk omdat nog niet alle in onze school gebruikte software door W7 ondersteund kon worden. Daarnaast was het noodzakelijk om eerst een nieuw werkplek beheerssysteem operationeel te hebben. Met dit programma kan in combinatie met W7 een aanzienlijke efficiencyslag worden gemaakt bij het beheer van het grote aantal ICT werkplekken. Dit was noodzakelijk
Jaarverslag 2013
Pagina 47
om de verdere groei van het aantal ICT werkplekken in 2013 zonder extra formatie te kunnen opvangen. In de vakantie zijn alle werkstations in de onderwijsomgeving gemigreerd. Aansluitend zijn alle werkstations en laptops van de medewerkers overgezet. Tegelijk met de W7-migratie is ook de jaarlijkse vervanging van werkstations uitgevoerd en konden ook de door de organisatie gevraagde uitbreidingen van het aantal werkstations nog voor aanvang van het nieuwe schooljaar worden gerealiseerd.
Voortgang centraal ontwikkelde examens (COE)
Ook in 2013 is verder getest met de implementatie van de digitale examens voor taal en rekenen. Het HMC neemt deel aan de pilot, en in het kader daarvan zijn op beide locaties examenlokalen ingericht die aan de voorwaarden van het COE voldoen, en is de centrale ICT infrastructuur uitgebreid. Hoewel de examens in de pilot vallen, tellen de resultaten wel mee voor de diplomering. In Rotterdam zijn 375 pilot examens Nederlands en rekenen gehouden, in Amsterdam betrof het in totaal 688 stuks en 73 voorbeeldexamens.
Uitbreiding Amsterdam
In de dependance op de Arlandaweg 98 zijn 7 leslokalen ingericht, waarvan 4 als volwaardige computerlokaal. In totaal zijn 122 ICT werkplekken, 5 intelligente beamers en een printer/copier beschikbaar. Het pand is via een straalverbinding verbonden met het netwerk in het hoofdgebouw.
Intelligente beamers
Verdeeld over beide locaties zijn in 2013 in totaal 23 intelligente beamers van het type Dell s500Wi geïnstalleerd, compleet met uitklapborden, geluidsinstallatie en internetaansluiting. Voor de docenten zijn er verschillende cursussen georganiseerd waarin niet alleen het gebruik van de beamer geoefend kon worden, maar ook hoe specifieke leerstof voor deze beamers kan worden ontwikkeld.
HM Catalogus
De HM catalogus is de verzamelplaats waar vrijwel alle door het HMC ontwikkelde leermiddelen te vinden zijn. Het meeste materiaal zal ook digitaal beschikbaar komen. De readers en syllabi worden echter via de boekenleverancier verspreid. Na oplevering van het systeem is in 2013 nagenoeg het volledige gebruikte lesmateriaal in de HM Catalogus ingevoerd. De HM catalogus zal het HMC naar verwachting veel voordeel opleveren. Dubbel werk kan worden voorkomen, er is snel zichtbaar welk materiaal al ontwikkeld is, er kunnen eenduidige kwaliteitseisen worden gesteld aan onze leermiddelen en de leermiddelen komen zoals gezegd digitaal beschikbaar.
Arbo- en veiligheid
Op beide locaties is tweemaal een ontruimingsoefening gehouden. De ontruiming voltrok zich binnen de daarvoor gestelde tijd. De locatie Rotterdam heeft met het nabij gelegen gemeentelijke zwembad afspraken gemaakt over de opvang van medewerkers en leerlingen in geval van een calamiteit. Het gebruik van deze uitwijklocatie is ook eenmaal in de ontruimingsoefening betrokken. De locatie Amsterdam heeft een soortgelijke afspraak met het ernaast gelegen ROC Amsterdam. Ook de reguliere BHV- en EHBO-training is in 2013 op beide locaties verzorgd. Op de locatie Amsterdam hebben 22 medewerkers hieraan deelgenomen en op de locatie Rotterdam gemiddeld 12.
Jaarverslag 2013
Pagina 48
RI&E
De uitvoering van de Risico Evaluatie en Inventarisatie (RI&E) heeft in 2013 vertraging opgelopen door personeelswisselingen zowel intern bij het HMC als bij het externe bureau dat de projectleiding levert. Eind 2013 is het plan van aanpak opgeleverd en begin 2014 is de RI&E inclusief het plan van aanpak van getoetst en akkoord bevonden door de gecertificeerde externe projectleider.
HMC cursus en training BV
De stichting Hout- en Meubileringscollege is enig aandeelhouder van HMC cursus en training BV. De vennootschap richt zich op contractactiviteiten, de verkoop van hout en gereedschappen en de exploitatie van de kantine op de locatie Amsterdam. Sinds januari 2013 is de organisatie van de contractactiviteiten behoorlijk veranderd. Binnen de sectoren waar C&T actief is, is de situatie onverminderd zeer slecht. Echter door de overname c.q. uitvoering van de trainingen voor het Hibin (bouwmaterialenhandel) en het opstarten van de Vakopleiding en de BBL opleiding “het Nieuwe Verkopen” wordt het jaar afgesloten met een kleine winst. Om de overname en met name de uitvoering van de Hibin trainingsactiviteiten goed te kunnen organiseren en begeleiden is de bezetting uitgebreid met 1 fte. Een uitbreiding die geheel wordt terug- verdiend door de activiteiten uitgevoerd voor het Hibin. Daarnaast wordt deze persoon ingezet voor de verkoop van de HOC opleidingen. De relatief snelle daling van het aantal bedrijven in de hout en timmer sector zet zich nog voort. Deze daling heeft een blijvend negatieve effect op de omzet van C&T. Ook nieuw is de start van de vakopleidingen Meubelmaken en Meubelstofferen, zowel in Amsterdam als in Rotterdam. Met in totaal 104 deelnemers is deze nieuwe opleiding voortvarend van start gegaan, waarvan voor de toekomst ook ene duurzame bijdrage aan de omzet mag worden verwacht. De deelneming Facilicon, waarin o.a. is ondergebracht de exploitatie van de winkels op beide locaties, heeft in 2013 een bescheiden positief resultaat behaald van EUR 10.000. In totaal is het resultaat van HMC cursus en training BV hierdoor uitgekomen op een positief resultaat van EUR 27.000. Voor nadere financiële informatie wordt u verwezen naar hoofdstuk 7 Analyse resultaat. 6.3 Benchmark MBO 2012 Het HMC doet vanaf het begin mee aan de MBO benchmark. In september 2013 is de benchmark over 2012 verschenen. In deze benchmark zijn de sector gemiddelden van 60 van de 66 instellingen opgenomen. Onderstaand zijn een aantal kengetallen van het HMC afgezet tegen het sectorgemiddelde. Met name op het terrein van de vermogenspositie en de rentabiliteit zijn er aanzienlijke verschillen met de sector. Zoals bekend hangen deze nauw samen met het feit dat het schoolcomplex te Rotterdam is afgeschreven. Een andere opvallende afwijking in de benchmark betreft de ontvangen subsidie per gewogen deelnemer. Het blijkt dat het HMC net als in de voorgaande jaren ook weer in 2012 per gewogen deelnemer aanzienlijk minder subsidie ontvangt dan het sectorgemiddelde. Over 2012 is het verschil zelfs opgelopen tot ruim EUR 1.400. Dit verschil ontstaat met name Jaarverslag 2013
Pagina 49
doordat het HMC slechts in beperkte mate opleidingen stapelt, waardoor het HMC relatief weinig outputbekostiging ontvangt. Andere factoren die van invloed zijn op het lagere subsidiebedrag per gewogen deelnemer, zijn de groei van het aantal leerlingen en de verdeling van het VOA-budget. Wij hebben over deze onbalans in het verdeelmodel uitgebreid overleg gevoerd met het bestuur van de MBO raad, en hun verzocht dit in het overleg met het ministerie van OCW te corrigeren.
Kengetallen Financiele bouwsteen Liquiditeit Rentabiliteit Solvabiliteit Personeelskosten per fte in loondienst Aantal gewogen deelnemers per fte Rijksbijdrage per gewogen deelnemer Rijksbijdrage per fte Kostenopbouw personeelskosten overige personeelskosten afschrijvingen huisvestingskosten overige kosten
2010 2011 2012 HMC MBO HMC MBO HMC MBO 1,7 1,2 2,8 1,3 3,4 1,2 4,4% 1,0% 6,7% 0,2% 3,5% 0,4% 65% 50% 75% 49% 76% 51% € 61.398 € 61.320 € 63.070 € 61.752 € 62.893 € 62.989 13,0 10,7 12,7 10,5 12,8 10,5 € 6.997 € 8.006 € 7.027 € 8.216 € 6.926 € 8.347 € 90.632 € 84.685 € 89.490 € 84.689 € 88.489 € 86.474
64,3% 5,9% 8,3% 7,3% 14,2% 100%
69,7% 3,5% 6,4% 6,5% 13,8% 100%
67,8% 3,8% 8,6% 5,4% 14,4% 100%
69,3% 3,6% 7,0% 6,7% 13,3% 100%
66,7% 5,4% 7,9% 5,4% 14,5% 100%
69,0% 4,1% 7,5% 6,2% 13,2% 100%
Tabel benchmark 2012
Voor wat betreft de analyse van de lumpsumvergoeding over de afgelopen jaren hebben wij berekend dat hiervan 70% wordt besteed aan personele uitgaven en 30% aan materiele uitgaven als huisvesting, les- en leermiddelen, ICT, marketing, enz. Van de personele uitgaven wordt vervolgens 70% besteed aan het onderwijzend personeel. Dit betekent dat bijna de helft (49%) van de lumpsuminkomsten wordt besteed aan docenten voor de klas. 6.4
Kwaliteitszorg
Voedingsgebied van het Hout- en Meubileringscollege
Het voedingsgebied verschaft inzicht in de herkomst van leerlingen uit de postcodegebieden die naar het HMC in Amsterdam of Rotterdam komen. Op de kaart is te zien dat de leerlingen van het HMC, met onze twee locaties, vooral uit de westelijke helft van Nederland komen. Bovenregionale samenwerkingsmogelijkheden zijn in 2013 onderzocht en met vijf instellingen en het (georganiseerd)bedrijfsleven, met een substantieel aantal leerlingen in vergelijkbare opleidingen, worden verdere gesprekken gevoerd om tot samenwerking te komen en invulling te geven aan doelmatige leerwegen.
Jaarverslag 2013
Pagina 50
Jaarverslag 2013
Pagina 51
Toezicht Inspectie van het Onderwijs
Om de stakeholders in hun behoefte te voorzien van informatie heeft de onderwijsinspectie het z.g. instellingsprofiel 2013 van het HMC online gezet. De website bevat informatie over de uitkomsten van het toezicht, rendementsbeoordeling, financiële informatie, aanbod studenten en is ‘gelinkt’ aan het landelijke JOB-leerlingenonderzoeksrapport. Schema: Bron Inspectie van het Onderwijs ‘instellingsprofiel Hout- en Meubileringscollege 2013’
In 2012 heeft de onderwijsinspectie een onderzoek naar de Staat van de Instelling gedaan en daarbij zijn geen risico´s voor de onderwijskwaliteit geconstateerd. Kwaliteit van onderwijs en examen, opbrengsten, tevredenheid leerlingen en medewerkers, stabiliteit organisatie en management en de financiële continuïteit waren toen voldoende. Het examen voor een opleiding kreeg het stempel ‘goed’. Aandachtspunten uit dit rapport hebben geresulteerd in het verder verbeteren van bv. de samenhang in de planvorming. In het voorjaar van 2013 is het HMC gestart met planvorming a.d.h.v. de A3-systematiek onder leiding van TNO management consultants. Deze methode pretendeert ´meer sturing met minder papier´ Vanuit de missie/visie zijn strategische doelstellingen in kaart gebracht en zijn voor het schooljaar 2013-2014 de succesbepalende factoren benoemd. Door A3 plannen op HMC-, locatie-, team- en stafniveau te ontwikkelen en daarbij input van alle geledingen op te nemen heeft er een optimale match plaatsgevonden tussen instellingsbrede ambities en teamaspiraties. Het team voelt zich, meer dan in het verleden eigenaar van de plannen. In voorjaar 2014 volgt er een evaluatie en bijstelling van de plannen voor het volgende jaar. Schema: Bron Inspectie ‘instellingsprofiel Hout- en Meubileringscollege 2013’
Jaarverslag 2013
Een ander aandachtspunt betrof het nauwkeuriger analyseren van de vele data die het HMC genereert aan de hand van bv. uitgezette enquêtes. Door vanuit verschillende invalshoeken onderzoek te doen en de uitslagen met elkaar in relatie te brengen krijgen we nog beter en nauwkeuriger zicht op de stand van zaken. Dit levert kwalitatief betere informatie op waarmee verbeteracties nog efficiënter kunnen worden ingezet. Pagina 52
Voortijdig schoolverlaten (vsv)
Een voortijdig schoolverlater (vsv) is een leerling die aan het begin van het schooljaar jonger is dan 22 jaar, die op 1 oktober aan het begin van het schooljaar is ingeschreven als bekostigde leerling en op 1 oktober van het jaar erna niet is ingeschreven in VO, MBO, VAVO of HBO en in dat jaar of in de jaren ervoor geen startkwalificerend diploma heeft behaald. Een kwalificerend diploma is een HAVO of VWO-diploma, of een MBO-2 diploma of hoger. Het HMC heeft t.o.v. schooljaar 2011-2012 (3,9%) een reductie van voortijdig schoolverlaters gerealiseerd naar 3,5% (Bron DUO: voorlopige cijfers convenantjaar 2012-2013). Inspanningen op het gebied van studieloopbaan- en zorgbegeleiding zoals in de in de 1e , 2e en 3e lijnsbegeleiding zijn hier de succesbepalende factoren. Zetten we de definitieve niveau 2, 3 en 4 vsv-scores van convenantjaar 2011-2012 in relatie met de OC&W norm voor de jaren 2012 t/m 2015 dan is het HMC op een haar na (0,1%) beland op het OC&W normjaar 2014-2015. Dit is een goed resultaat maar het op dit niveau houden of nog verder terugdringen wordt steeds moeilijker. Op alle gebieden die eventueel invloed hebben op de voortijdige uitval is al fors verbeterd en redenen van uitval liggen vaak buiten de invloedsfeer van onze school. Schema: normtraject OC&W t.o.v. HMC score 2011-2012
Niveau 2 Niveau 3+4
Percentage leerlingen HMC 17% 83%
HMC score 2011-2012
OCW-norm 2012-2013
OCW-norm 2013-2014
OCW-norm 2014-2015
10,1% 2,74%
13,5% 4,25%
11,5% 3,5%
10,0% 2,8%
Schema: Bron Inspectie van het Onderwijs ‘instellingsprofiel Hout- en Meubileringscollege 2013’
Indicator Jaarresultaat en diplomaresultaat
De jaar- en diplomaresultaten (het interne rendement van de opleiding) is in 2013 berekend volgens onderstaande formules. Jaarresultaat:
Formule op niveau instelling:
Jaarverslag 2013
Het aantal gediplomeerden in de instelling in een teljaar Het aantal gediplomeerden in de instelling in een teljaar + het aantal ongediplomeerde instellingsverlaters uit de instelling in hetzelfde jaar
Pagina 53
Diplomaresultaat:
Formule op niveau Instelling:
Het aantal gediplomeerde instellingsverlaters* vanuit de instelling in een teljaar Alle instellingsverlaters vanuit de instelling in hetzelfde jaar
* ongeacht wanneer het diploma is behaald
Het HMC heeft deze indicatoren niet alleen op HMC niveau en de niveaus 2, 3 en 4 maar ook per locatie, branche, opleiding en leerweg tot haar beschikking. Juist deze cijfers geven de opleidingsteams en het management specifieke informatie per opleiding, niveau en leerweg. Na analyse van de gegevens worden verbeterpunten opgenomen in de jaarlijkse A3 HMC-, locatie-, staf- en teamplannen. De onderwijsinspectie heeft vanuit haar taak de kwaliteit van het onderwijs te bewaken een minimale inspectienorm op de niveaus vastgesteld. In onderstaand schema is een overzicht gegeven van de inspectienormen per niveau op Jaar- en Diplomaresultaat afgezet tegen de HMC resultaten. Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score 2012-2013
Norm Niveau 1*
JR HMC 100,0%*
DR HMC 100,0%*
JR inspectie 60,7%
DR inspectie 45,1%
Niveau 2
69,7%
60,3%
56,5%
45,2%
Niveau 3
71,2%
68,6%
65,3%
67,3%
Niveau 4
72,5%
73,6%
64,2%
67,3%
* Het HMC leidt niet op voor niveau 1 maar diplomeert wel op niveau 1 Het HMC moet met zijn Jaar- of Diplomaresultaat per niveau gelijk of hoger zijn dan de inspectienormen. Zoals bovenstaand schema laat zien voldoet het op HMC op alle niveaus voor Jaar- en Diplomaresultaten ruim aan de inspectienormen. De ambitie is om op HMC niveau 4 naar 75% en niveau 2 en 3 naar 72% te groeien in 2014. Ook per niveau van de opleiding zijn de Jaar- en Diplomaresultaten in schooljaar 2012-2013 hoger dan de inspectienorm. Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score per niveau 2
Schooljaren 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013
JR Niv. 2 HMC 72,3% 71,2% 66,0% 69,7%
DR Niv. 2 HMC
JR Inspectie
DR Inspectie
64,3% 61,0% 58,0% 60,3%
56,5% 56,5% 56,5% 56,5%
45,2% 45,2% 45,2% 45,2%
De vooruitgang, t.o.v. schooljaar 2011/2012 van niveau 2 JR en DR heeft te maken met de inspanningen die zijn gedaan om de BOL deeltijd leerlingen toch vooral de opleiding af te laten maken. Veel, vooral de wat oudere leerlingen, braken de opleiding voortijdig af. Het voldoen aan BPV en het volgen van beroepsondersteunende vakken waren hier debet aan. De deeltijd opleidingen worden vanaf 1-10-2013 niet meer door de overheid bekostigd en Jaarverslag 2013
Pagina 54
om deze groep leerlingen in de toekomst toch te kunnen binden is het HMC met z.g. vakopleidingen gestart. De leerlingen kunnen hiermee een branche-erkend diploma halen. Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score per niveau 3
Schooljaren 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013
JR Niv. 3 HMC 59,8% 64,5% 74,0% 71,2%
DR Niv. 3 HMC
JR Inspectie
DR Inspectie
63,1% 70,1% 74,0% 68,6%
65,3% 65,3% 65,3% 65,3%
67,3% 67,3% 67,3% 67,3%
Het jaarresultaat voor niveau 3 is 2,8% lager dan 2011/2012. Het diplomaresultaat is 6,6% lager dan 2011-2012. Minder afstroom uit niveau 4 is hier de oorzaak van. In de afgelopen jaren is de aanname verbeterd waardoor leerlingen gerichter op het juiste niveau zijn geplaatst. Schema: inspectienorm vs. HMC jaarresultaat- en diplomaresultaat score per niveau 4
Schooljaren 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013
JR Niv. 4 HMC 71,0% 70,4% 75,0% 72,5%
DR Niv. 4 HMC
JR Inspectie
DR Inspectie
71,4% 71,1% 77,0% 73,6%
64,2% 64,2% 64,2% 64,2%
67,3% 67,3% 67,3% 67,3%
Het jaarresultaat- en diplomaresultaat voor niveau 4 is ±2,5% lager dan 2011/2012. Diplomajaar 2011-2012 was een relatief goed jaar voor niveau 4. Ondanks de lichte terugval op niveau 4 in 2012-2013 zijn de resultaten goed en in lijn met de verwachtingen. Fluctuaties in opbrengsten worden ook beïnvloed door het aantal inschrijvingen in het eerste jaar. Als een opleiding buitensporig groeit dan kan dat in eerste instantie negatief werken op de opbrengsten in dat jaar. Vergelijken we de HMC rendementen met de vergelijkingsgroep van vakscholen in Nederland dan zien we dat het HMC 1,5% beter scoort op JR en DR (zie onderstaand schema). Schema: HMC jaar- en diplomaresultaat t.o.v. vergelijkingsgroep van vakscholen
Schooljaren Jaarresultaat HMC 2009 2010 2010 2011 2011 2012 2012 2013
Jaarverslag 2013
Diplomaresultaat HMC
70,9%
Jaarresultaat MBO (Benchmark) 64,0%
69,9%
Diplomaresultaat MBO (Benchmark) 62,7%
70,4%
63,0%
69,6%
62,0%
71,9%
67,2%
70,4%
65,6%
71,2%
69,7%
69,8%
68,3%
Pagina 55
Passend Onderwijs
Het HMC biedt binnen de mogelijkheden die een relatief kleine MBO school heeft, extra begeleiding aan voor overbelaste leerlingen en leerlingen met een bijzonderheid/beperking. Op het HMC streven we naar een ‘zorgvuldige’ begeleiding. Het HMC loopt hier echter naar verwachting de komende jaren wel tegen de grenzen aan van wat mogelijk is. Het HMC gaat uit van de kwaliteiten, mogelijkheden en autonomie van elke leerling met daarbij passende begeleiding en waar nodig ‘zorg’ ingezet worden. In de begeleiding werken we met elkaar naar de gewenste toekomst. Het probleem of de hindernis kan tijdelijk of blijvend zijn. Uitgangspunt is: op welke wijze kan de leerling met een hulpvraag of specifieke begeleidingsvraag zijn opleiding voortzetten en afronden? Huidige situatie Het HMC werkt aan het versterken van de loopbaanpositie van de leerling door het bieden van begeleiding/zorg in en om het opleidingsteam. Door het opzetten van een studieloopbaan-begeleiding (SLB) en zorgstructuur is er een 1e, 2e en 3e lijn (extern) begeleiding neergezet. De basisbegeleiding (1e lijnsbegeleiding), geboden in de onderwijsteams door docenten en SLB’er, is divers van kwaliteit en niveau. Het erkennen, herkennen en dragen van de basisbegeleiding die men regulier vanuit een onderwijsteam biedt vraagt een reflectie (op de huidige situatie), omdat niet ieder team dezelfde startpositie heeft. Dat hangt samen met opleidingsniveau (2/3/4) en de deskundigheid van het team. De zorgstructuur van 3e lijnbegeleiding (o.a. school maatschappelijk werk) is afhankelijk van de subsidies vanuit OCW, regio en gemeente. Dat zorgt voor jaarlijks wisselende mogelijkheden voor inzet en bediening van onze leerlingen. Locatie Amsterdam: De samenwerkingspartners in Amsterdam zijn Leerplicht, GGD en Spirit (schoolmaatschappelijk werk). Deze partijen zijn vertegenwoordigd in het zorgadviesteam (ZAT). Daarnaast ontvangt het HMC Amsterdam subsidie vanuit de Dienst Maatschappelijk Ondernemen (DMO) voor het inzetten van o.a. een verzuimcoördinator en klassenassistenten. HMC Amsterdam werkt samen met de ambulante diensten: Heliomare, AG Bell school, Visio, Altra en de Waterlelie. Locatie Rotterdam: In Rotterdam zijn de samenwerkingspartners Leerplicht (extern), GGD (gezondheidscoach in het kader Alcohol en Drugs preventie, 3e lijn) en Flexus (schoolmaatschappelijk werk). Volgend jaar zal er sprake zijn van een andere invulling van de samenwerking ten aanzien van de gezondheidscoach (deze zal niet meer fysiek op het HMC zitten) en Flexus Jeugdplein (2e lijn). Daarbij zijn er samenwerkingsafspraken met andere ROC’s (Zadkine/Albeda) waarbij we een beroep kunnen doen op een Sociaal Verpleegkundige en een Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige. De invulling en het doel van het ZAT in Rotterdam zal opnieuw bekeken moeten worden, omdat deze geen wettelijke verplichting meer betreft. Daarbij is een struikelblok de bediening van de leerlingen buiten de regio wanneer we alleen gebruik kunnen maken van partijen binnen de Regio. Leerplicht en CJG/ Jeugdzorg sluit niet meer verplicht aan bij het ZAT. HMC Rotterdam werkt samen met de ambulante diensten: Scoor en Auris. Gegevens Op 31 december 2013 zijn er op het HMC 322 (302 in 2012) eerstejaars leerlingen ingestroomd met één of meerdere bijzonderheden/beperkingen. Dat is 6% meer leerlingen Jaarverslag 2013
Pagina 56
met een beperking. Hiervan hebben 177 (198 in 2012) leerlingen in meer of mindere mate een vorm van dyslexie en 63 (43 in 2012) ADHD/ADD (zie onderstaande tabel). Van deze groep hebben er 65 (57 in 2012) een leerling-gebonden financiering (LGF) en zijn ‘warm’ overgedragen vanuit het VMBO. Tabel: 1e jaars leerlingen met een bijzonderheid/beperking
Op 31 december 2013 zijn er op het HMC 439 (251 in 2012) tweede-, derde- en vierdejaars leerlingen met één of meerdere bijzonderheden/beperkingen. Hiervan hebben 274 (124 in 2012) leerlingen in meer of mindere mate een vorm van dyslexie en 50 (27 in 2012) ADHD/ADD (zie onderstaande tabel). Tabel: 2e, 3e en 4e jaars leerlingen met een bijzonderheid/beperking
Voorbeelden van bijzonderheid/beperking zijn: ADHD, PDD-NOS, DCD, Pendredsyndroom, Dyscalculie, Dyslexie, Astma, Faalangst, Reuma, Epilepsie, Chroomhydrose, Depressie, ESM, Dwerggroei, Slechthorend, Taalzwak, Angststoornis/fobie, Asperger e.d. De studieloopbaanbegeleider/LGF-begeleider volgt de leerling met extra begeleidingsvragen en wordt daarin ondersteund door de studiecoördinator en adviseur leerlingbegeleiding. Het handelingsplan dat is opgezet door de adviseur leerlingbegeleiding is de leidraad voor de leerling, ouders en studieloopbaanbegeleider/LGF-begeleider. Afspraken en leerresultaten worden vastgelegd in het leerlingvolgsysteem Magister.
Jaarverslag 2013
Pagina 57
Jaarlijkse evalueert het ZAT zijn bevindingen. Uitspraken van de verschillende ZAT-leden Amsterdam zijn: Signalen voor extra/passende begeleiding voor de leerling worden opgepakt door slb’ers en studiecoördinatoren. De korte lijnen werken goed. Moeilijke/lastige cases worden met elkaar besproken. Advisering vanuit het ZAT werkt verhelderend en ondersteunend. Er is een gevoel van verbondenheid door samen voor de extra begeleiding te staan. Door het ZAT is meer vorm en structuur ontstaan voor de passende extra begeleiding. Er ontstaat een professionele kijk op jongeren door het delen van kennis en ervaringen vanuit ieders deskundigheid. Schoolmaatschappelijk werker is een winst voor de leerlingen, de slb’ers en de studiecoördinatoren. Voor de studiecoördinatoren en slb’ers is het een ‘verlichting’ en ondersteuning bij de vraag op welke wijze om te gaan met leerlingen met problemen. Verbreding van het aanbod van hulpverlening vanuit schoolmaatschappelijk werk (SMW). Docenten komen regelmatig bij SMW binnen om advies te vragen. De leerplichtambtenaar heeft een duidelijke positie in de school. Absentie wordt serieus genomen en er wordt actie ondernomen: melden + oproep. De deelnemers van het ZAT zijn positief over het functioneren van het ZAT.
Loopbaan en Burgerschap
Het HMC heeft voor de onderdelen uit het loopbaan- en burgerschapsdossier zodanig lesmateriaal ontwikkeld en aangeschaft dat alle eisen rondom loopbaan en burgerschap (L&B) worden afgedekt. De dimensie Loopbaanoriëntatie & -ontwikkeling wordt in de studieloopbaan begeleidingsuren gegeven waarbij er opdrachten gemaakt worden en de ontwikkeling van de leerling vastgesteld wordt. In het eerste en tweede jaar wordt er gewerkt met lessen die door de projectgroep Studieloopbaanbegeleiding ontwikkeld zijn. Burgerschap wordt in de vorm van workshops/lessen aangeboden en met toetsen en/of opdrachten afgesloten en beoordeeld. In één of twee BPV periodes, afhankelijk van de duur van de opleiding, werkt de leerling aan onderdelen van burgerschap. Dit betreft de Economische dimensie: De bereidheid en het vermogen om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en aan de arbeidsgemeenschap, kortom het functioneren als werknemer. Dit wordt 1 of 2 keer, afhankelijk van het niveau van de opleiding, summatief beoordeeld.
Tevredenheid leerlingen
Leerlingentevredenheid wordt o.a. gemeten met behulp van de landelijke JOB-monitor en onze intern af te nemen online HMC-spiegel enquêtes. De resultaten worden tot op team- en op klasniveau uitgesplitst. De vragenclusters BPV BOL en keuze/loopbaanbegeleiding waarbij sprake was van een lagere score dan de HMC score is door de teams opgepakt en verbeterd. In JOB-monitor 2014 zullen deze twee vragenclusters opnieuw bekeken worden.
Medewerkersonderzoek
In 2012 is in de locatie Rotterdam en Amsterdam een medewerkersonderzoek uitgevoerd en in 2013 zijn er voorbereidingen getroffen voor een nieuw onderzoek in 2014. Dit nieuwe onderzoek wordt uitgevoerd door een extern bureau, Effectory. Dit bureau is door de MBOraad geselecteerd om voor alle MBO’s in Nederland het medewerkersonderzoek te houden. Benchmarken met collega vakscholen wordt dan mogelijk en geeft dan een nog beter beeld waar het HMC als vakschool staat.
Jaarverslag 2013
Pagina 58
De uitslag van het medewerkersonderzoek 2012 was van dien aard dat er op de meeste clusters positief geoordeeld werd over de tevredenheid van de medewerkers op het HMC. Aandachtpunten zijn werkdruk en communicatie over het tot stand komen van beleid. Op beide punten is actie ondernomen. In het medewerkersonderzoek van 2014 zal opnieuw gekeken worden of één en ander beter gewaardeerd wordt.
Tevredenheid bedrijfsleven
Vanuit diverse invalshoeken is vorig jaar informatie verzameld over de tevredenheid van het bedrijfsleven. De gegevens, m.b.t. tevredenheid BPV van het JOB, alumni en eigen BPV onderzoek hebben inzicht gegeven in zaken die volgens de eigen HMC norm onder de maat waren. Door dit met de direct betrokkenen te communiceren zijn er vanuit de teams verbeteracties opgezet. In 2014 wordt aan de hand van vervolgonderzoek bekeken of de ingezette acties succesvol zijn geweest. Schema: totaalscore HMC-teams 2012
Vragencluster*
Waardering bedrijfsleven 2012
BPV - voorbereiding BPV - begeleiding door school BPV - opdrachten BPV - beoordeling BPV - examen BPV - eindbeoordeling
3,3 3,5 3,7 3,4 3,3 3,5
*Vragencluster op een schaal van 1-5
In bijgaand kaartje is de verdeling van de HMC BPV-bedrijven over Nederland weergegeven.
Alumni / Extern rendement
Door gediplomeerde leerlingen een half jaar nadat ze van school zijn te enquêteren krijgen we ook een goed beeld van wat deze groep gediplomeerde oud-leerlingen (gem. respons 46%) van de school en hun opleiding vonden.
Jaarverslag 2013
Pagina 59
Schema: extern rendement 2009-2012
Wat gaat de leerling doen Respons Werken Voltijds vervolgopleiding Combinatie werken en leren Werkloos Anders
HMC 2012 46% 49% 31% 9% 8% 3%
HMC 2011 49% 56% 26% 8% 6% 3%
HMC 2010 50% 48% 31% 13% 4% 3%
HMC 2009 58% 50% 31% 11% 6% 3%
Ondanks de inspanningen van een extern bureau wordt het steeds moeilijker om de respons op een acceptabel peil te houden. In vier jaar is de bereidheid om aan de enquête mee te doen gezakt van 58% naar 49%. Het aantal werkenden blijft rond de 50% liggen. Een kleine 40% werkt of doet dit in combinatie met leren. Gemiddeld genomen vinden gediplomeerden van het HMC binnen 3 maanden na het behalen van hun diploma een baan. Eén derde vindt deze zelfs al binnen één maand.
Alumni / Terugblik naar de school
Oud leerlingen beoordelen het HMC op de clusters examinering, voorbereid op zoeken naar werk en de inhoud van de opleiding een stuk beter dan in 2011. Dit is goed te verklaren. Er is veel werk verzet om deze punten te verbeteren. Leerlingen goed informeren (exitgesprekken) e.d. heeft de score op het zoeken naar werk met 10% verhoogd. Op de clusters begeleiding BPV, persoonlijke begeleiding en aansluiting theorie is het ongeveer hetzelfde gebleven als 2011. Begeleiding is voldoende maar de leerlingen verwachten hier meer dan het HMC hen kan bieden. Het is nl. niet haalbaar om alle leerlingen bv. twee maal per bpv-periode te bezoeken. Ondanks expliciete communicatie op dit punt. Schema: terugblik naar school 2009-2012
Tevredenheid Examinering Begeleiding BPV (op school+BPV) Persoonlijke begeleiding (alleen bol) Voorbereid op zoeken naar werk (alleen bol) Zinvolheid Aansluiting theorie op praktijk Inhoud
HMC 2012 74% 63% 72% 41%
HMC 2011 70% 64% 72% 31%
HMC 2010 66% 65% 70% 36%
HMC 2009 62% 64% 67% 31%
77% 69% 77%
65% 69% 72%
75% 64% 69%
71% 61% 77%
Klachten
Het HMC is aangesloten bij de Stichting Geschillencommissie Onderwijs (SGO) en beschikt over vastgestelde procedures voor ‘ongewenst gedrag’, onderwijs- en examenklachten. De klachtenregeling, -procedures en -formulieren zijn voor leerlingen en ouders toegankelijk op het HMC-intranet. Leerlingen kunnen algemene klachten indienen bij hun teamleider of locatiedirecteur. Leidt dit niet tot een bevredigende oplossing dan kan de leerling een klacht Jaarverslag 2013
Pagina 60
indienen bij de commissie van beroep. Voor examenklachten kan men een klacht indienen bij de examencommissie of als dit niet tot een bevredigende oplossing leidt bij de commissie van beroep voor examens. Heeft een leerling een klacht over ‘ongewenst gedrag’ dan kan hij bij een ieder die hij in vertrouwen wil nemen zijn beklag doen. De ontvanger van de klacht zal direct contact opnemen met één van de twee vertrouwenspersonen van de locatie. In 2013 is er op de locatie Rotterdam 1 klacht ingediend bij de ombudslijn en 1 bij de teamleider. De ingediende klacht bij de ombudslijn is binnen de door de ombudslijn gestelde termijn naar tevredenheid van de leerling afgehandeld. De ingediende klacht bij de teamleider is naar tevredenheid van leerling afgehandeld. Begin 2013 is een ingediende commissie van beroepzaak uit 2012 naar tevredenheid van de leerling afgehandeld. Op de locatie Amsterdam zijn geen klachten ontvangen met betrekking tot het examen en geen klachten over het onderwijs. Schema: ingediende klachten HMC 2010-2013
Algemene klachten Examenklachten Ombudslijn
2013 2
2012 4
2011 5
2010 2
0 1
2 0
6 0
1 0
Geschillencommissie
Het HMC heeft een Interne geschillencommissie waaraan geschillen tussen werknemer en werkgever, over de toepassing van de CAO BVE, kunnen worden voorgelegd. In 2013 zijn geen geschillen aangemeld bij de commissie. Het College van Bestuur heeft in 2013 eenmaal vergaderd met de twee externe leden van de geschillencommissie om ze bij te praten over diverse herziene klachtenregelingen en om het contact te onderhouden.
IRIS+ veiligheidsmonitor
Er zijn in 2013 12 ongevallen gebeurd. Van deze twaalf hebben er twee plaatsgevonden op de BPV plaats en 10 op school. Ongevallen zijn in 10 van de 12 gevallen behandeld bij huisartsenpost bij ziekenhuis en 2 op de eigen EHBO-post. Snijwonden door draaiend machinegereedschap of handgereedschap zijn de meest voorkomende ongevallen. Eén leerling sneed zichzelf in de vinger en viel daarbij flauw wat een lichte hersenschudding opleverde. Een andere leerling kreeg een stuk hout tegen zich aan en heeft in het ziekenhuis een foto laten maken. Een vergeten ring bij de wasbak is gestolen en een persoon die niet op school ingeschreven staat is door de conciërge uit het gebouw verwijderd. In 2012 zijn er 22 incidenten geweest. Ten opzicht van 2012 zijn er ±27% minder incidenten geweest.
Jaarverslag 2013
Pagina 61
Grafiek: incidenten 2013
6.5
Sociaal jaarverslag
Omvang en samenstelling personeel
De totale formatie is gestegen van 201.9 fte ultimo 2012 naar 206.4 fte ultimo 2013. Deze stijging met 4.5 fte is vooral toe te schrijven aan de groei van de onderwijsgevende formatie als gevolg van met name de groei van het aantal leerlingen. Personeelssamenstelling (personen) Onderwijzend personeel Niet onderwijzend personeel HMC Cursus en Training Totaal
31 dec 2013 190 55 2 247
31 dec 2012 186 58 1 245
Personeelssamenstelling (FTE) Onderwijzend personeel Niet onderwijzend personeel HMC Cursus en Training
31 dec 2013 154,8 49,6 2,0 206,4
31 dec 2012 150,6 50,3 1,0 201,9
Tabel samenstelling personeel
De verhouding tussen het onderwijzend personeel en het niet onderwijzend personeel is voor het schooljaar 2013/2014 76% : 24%. De medewerkers met een tijdelijke aanstelling zijn een indicatie van de flexibele schil binnen het HMC. Het verloop in tijdelijke en vaste aanstellingen is in 2013 als volgt geweest: Aanstelling (personen) Vast Tijdelijk Totaal
31 dec 2013 175 84 (*) 247
31 dec 2012 183 79 (*) 245
Aanstelling (FTE) Vast Tijdelijk
31 dec 2013 155,8 50,6 206,4
31 dec 2012 157,2 44,7 201,9
Tabel vaste en tijdelijke aanstellingen (*) een aantal medewerkers heeft naast een vaste aanstelling ook een tijdelijke uitbreiding tot einde schooljaar, hierdoor komen zij zowel voor als vast en als tijdelijk, het totaal aantal medewerkers blijft echter 247 resp. 245.
Jaarverslag 2013
Pagina 62
Scholing
In onderstaande tabel is een overzicht van in 2013 uitgevoerde / gestarte scholingstrajecten weergegeven gestart: Onderwerp Coaching traject Conflict Coaching Cursus Keuren gereedschap Dag v.d. Coach MCSA 2012 Global Knowledge Methodisch notuleren Studie Praktijkdiploma loonadministratie Training Pro Meeting Workshop Development Training FCE Training Team coaching Training effectief Leidinggeven BVE CURSUS Coaching traject Conferentie Examinering Cursus communiceren Cursus Leer bewerken + Zeefdrukken Cursus op weg naar Pensioen Cursus Oplossingsgericht werken Cursus Schoenen maken Dag v.d. Zorg coördinator docent beeldende kunst en vormgeving Docent Bouwkunde EHBO Opleiding HBO master leren en innoveren In design Basistraining Leraar 2e graad marketing medewerker mbo niveau 4 master MBO pedagogiek Masterplan Dyscalculie Mbo Academie MBO City Mbo Instructeur Opleiding Docent technisch beroepsonderwijs Opleiding Nederlands Opleidingskunde Panama Conferentie PDA Social Media in het Onderwijs Jaarverslag 2013
catg. OBP OBP OBP OBP OBP OBP OBP OBP OBP OBP OBP OBP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP OP
aantallen 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 3 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 3 2 1 2 8 3 5
totaal obp op
14 65
8 1 1 1 2 1 Pagina 63
Training Interpretatie Training Kracht in MBO Training NLP Next Step Training Onderwijs +NLP Training Pesten doe je niet alleen Training Wees een Meester in het Vak Workshop Pubers
OP OP OP OP OP OP OP
1 1 1 1 2 1 1
Algemeen Receptietraining Themabijeenkomst Piano Training Conflictcoaching EHBO/BHV nascholing Coachingstraject BPV In 2013 zijn 7 aanvragen voor een Lerarenbeurs toegekend aan docenten.
Leeftijdsverdeling
In onderstaand diagram is de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand weergegeven. Het aantal medewerkers in de leeftijdscategorie 45 jaar en ouder is iets verder toegenomen. Daarentegen is de categorie 25-35 jaar ook gegroeid. Waardoor de verhouding tussen 25-45 en 45 jaar en ouder is ingelopen. De verhouding is nu 33% in de categorie tot 45 jaar. En 67% van het totaal aantal medewerkers is ouder dan 45 jaar. Leeftijdsverdeling 31-12-2013 Fte Personen
Jaarverslag 2013
<25
25-35
35-45
45-55
55-65
>65
2,3 5
25,5 30
33,9 47
82,0 91
62,3 71
0,4 1
Pagina 64
Functiemix
Onder de functiemix wordt verstaan de verdeling van de docenten over de bezoldigingsschalen LB, LC en LD. Functiemix (personen) LB LC LD Totaal
31 dec 2013 52 82 7 141
31 dec 2012 53 68 10 131
Functiemix (FTE) LB LC LD
31 dec 2013 38,1 74,4 8,7 121,2
% 32,0 62,4 5,6 100
31 dec 2012 37,2 73,0 9,7 119,9
Tabel functiemix
Het HMC streeft voor wat betreft de functiemix naar een verdeling van 25% LB, 65% LC en 10% LD. In 2012 is de doorstroom van LB naar LC goed op gang gekomen. Onder voorbehoud van een voldoende aantal leerlingen verwacht het HMC in 2014 een verdere verbetering.
Ziekteverzuim
Het voortschrijdend gemiddelde ziekteverzuim is in 2013 gedaald van 6,4 % naar 4,3%. Het ziekteverzuim is in 2013 flink gedaald naar het percentage van 3,55%. Een aantal langdurige zieke medewerkers zijn in 2013 weer volledig gereintegreerd. Naast deze positieve reintegraties is ook de dienstverlening van de afdeling PZ aan de teamleiders verbeterd. Onder andere door het gebruik van Raet verzuimmanager. Hierin staan alle acties die moeten plaatsvinden volgens de Wet Poortwachter klaar. Dit geeft een duidelijk overzicht en hierdoor kan PZ de teamleiders ondersteunen in het re-integratieproces.
Jaarverslag 2013
Pagina 65
% 31 61 8 100
Ziekteverzuim 2013 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%
ziektepercentage
voortschrijdend gem.
Figuur ziekteverzuim
Onderstaand zijn de verzuimcijfers van 2013 en 2012 nader uitgesplitst. Ziekteverzuim HMC (dagen)
kort 0-8
8 - 42
lang 42 - 366 > 366
totaal
meldings- gem. frequentie verzuimduur
2013
1,02%
0,85%
1,90%
0,53%
4,30%
1,16
8,98
2012
1,24%
1,07%
4,12%
0,00%
6,43%
1,30
9,59
meldingsfrequentie: het aantal verzuimmeldingen / het aantal medewerkers gem. verzuimduur: het aantal verzuimdagen / het aantal verzuimmeldingen
Naar te onderscheiden leeftijdscategorieën is het ziekteverzuim over 2013 als volgt geweest.
Ziekteverzuim 2013 naar leeftijdscategorie 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
15 - 25 jaar
25 - 35 jaar
35 - 45 jaar
45 - 55 jaar
55 - 65 jaar
Grafiek : Ziekteverzuim 2013 naar leeftijdscategorie
Jaarverslag 2013
Pagina 66
6.6 Verslag Ondernemingsraad
Algemeen: samenstelling, ontwikkeling, communicatie en evaluatie Samenstelling In 2013 is de samenstelling van de Ondernemingsraad (OR) gelijk gebleven aan die in 2012; zeven vacatures zijn ingevuld (6 medewerkers uit de groep docenten Amsterdam en Rotterdam en 1 lid van het ondersteunend personeel). De Ondernemingsraad heeft inmiddels een lijst van volgordelijkheid voor het periodiek aftreden van OR-leden opgesteld. Dit om de continuïteit ven het OR-werk te kunnen waarborgen. Deze lijst is toegevoegd aan het Reglement OR. Het Reglement OR heeft derhalve een formele wijziging ondergaan. In het voorjaar van 2014 zal het Reglement OR definitief vastgesteld worden. Ontwikkeling / Scholing Leden van de Ondernemingsraad hebben in 2013 diverse landelijke bijeenkomsten bezocht en hierbij ook workshops gevolgd. Ook is een lid van de Ondernemingsraad aanwezig geweest bij een meeting met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waarbij er ‘ronde tafel-discussies’ zijn gevoerd over de ontwikkelingen binnen het mbo en de branche. De OR heeft nog steeds behoefte aan training voor het lezen en interpreteren van financiële stukken. De OR zal in 2014 geen OR-tweedaagse scholing organiseren maar in het voorjaar van 2014 periodiek trainingen volgen. De hoofdthema’s van deze voorgenomen scholingsactiviteiten van de Ondernemingsraad betreffen doelgroepenbeleid, financiën en innovatie. Communicatie OR-kaderbrief 2013 De Ondernemingsraad heeft in haar jaarlijkse kaderbrief aan het CvB aandacht gevraagd voor de volgende drie speerpunten: transparantie, focus op werkoverleg en leermiddelen. Ook innovatie en doelgroepenbeleid zullen in het schooljaar 2013/2014 specifieke aandacht van de Ondernemingsraad hebben. OR-nieuws In 2013 is OR-nieuws vier keer verschenen. Het OR-nieuws waarin de OR de medewerkers informeert over lopende zaken en initiatieven van de Ondernemingsraad is halverwege het jaar vernieuwd. De opmaak en productie is in overleg met het CvB extern uitbesteed vanwege professionalisering en efficiëntiedoeleinden. Het logo van de Ondernemingsraad is hierbij vernieuwd. OR-web De Ondernemingsraad heeft in 2013 ook het OR-web binnen het HMC-intranet gelanceerd. Deze website wordt regelmatig bijgehouden zodat deze up-to-date blijft om de medewerkers zo goed mogelijk te informeren. De OR is voornemens om in 2014 het onderdeel Kalender meer in te vullen en hierbij belangrijke onderwerpen, zoals punten die op de agenda van het onderling beraad staan, te publiceren. OR-spreekuur OR De Ondernemingsraad heeft aan het begin van schooljaar 2013/2014 een OR-spreekuur ingesteld. In 2013 hebben in totaal twee spreekuren plaatsgevonden, tegelijkertijd op beide locaties. Minimaal twee OR-leden zijn op het spreekuur beschikbaar voor de medewerkers om informatie te geven en vragen te beantwoorden. Evaluatie Jaarverslag 2013
Pagina 67
De Ondernemingsraad heeft gemerkt dat medewerkers door het periodiek verschijnen van het OR-nieuws, de lancering OR-web en het instellen van het spreekuur OR steeds meer aandacht hebben voor de activiteiten van de Ondernemingsraad. De Ondernemingsraad heeft het eigen functioneren in 2013 geëvalueerd en is tevreden over de vergaderstructuur en de genomen initiatieven. De OR blijft focus houden op eigen professionalisering.
Vergaderingen: structuur, frequentie en onderwerpen OR onderling beraad De Ondernemingsraad heeft in 2013 zes keer onderling vergaderd. OR / Leerlingenraad In december 2013 heeft de OR samen met het CvB een overleg gehad met de leden van de informele leerlingenraden van locatie Amsterdam en van locatie Rotterdam. Met de leerlingenraad is onder meer gesproken over advies- en instemmingsrecht en over de op handen zijnde verkiezingen voor de leerlingenraad en profilering binnen de organisatie. Verder heeft de voorzitter van het CvB een aantal financiële gegevens uit de begroting 2014 van het HMC tijdens de vergadering toegelicht. OR / Raad van Toezicht Op 14 november 2013 was er een bijeenkomst van OR, CvB, de directie en de RvT in gebouw De Machinist te Rotterdam. Er is een nieuwe vergaderopzet gehanteerd, waarbij aanwezigen in subgroepen een aantal thema’s hebben besproken. Alle partijen hebben zich hierover positief uitgelaten. In kleine groepen en met behulp van presentaties zijn de volgende speerpunten besproken: A3-TRAP methodiek, leermiddelen (Van Dijk Educatie, HMCatalogus, E-learning, opleiding en technieken), doorstroom van mbo naar hbo, ict, examendossiers, bekwaamheidsdossiers, didactische ontwikkeling van onderwijspersoneel, kleine opleidingen, HMC Cursus & Training. Vanuit de OR zijn de volgende onderwerpen ter vergadering ingebracht: informatieoverdracht, werkdruk (overhandigen van de resultaten van de OR-bliksemenquête), ict en eventuele outsourcing, de voortgang van OR-nieuws en de start van OR-spreekuur. De Ondernemingsraad overhandigde ook de kaderbrief 2013/14 aan de RvT. Tenslotte heeft men gesproken over het HMC in het algemeen en de ontwikkelingen van de opleidingen. Men is het erover eens dat ambachtelijke, kleine opleidingen behouden moeten worden en eventueel als cursus aangeboden kunnen worden. Ook is de omvorming van het personeelsbeleid van het HMC naar ‘human resources management’ (HRM) besproken. Naast deze gezamenlijke bijeenkomst zou de OR graag afzonderlijk overleg met de RvT hebben, conform tekst en bedoeling van de wetgever en de ‘governance code’. Het voornemen is dit in 2014 te organiseren. OR / CvB In 2013 heeft er vijf keer overleg tussen de Ondernemingsraad en het College van Bestuur plaatsgevonden. In 2013 zijn de locatiedirecteuren afwisselend bij deze overlegvergaderingen tussen OR en CvB aanwezig geweest. Locatiedirecteur Rotterdam was drie keer aanwezig. Locatiedirecteur Amsterdam heeft één keer bij een overlegvergadering aangezeten. De directeur Stafdiensten heeft bij alle 5 de overlegvergaderingen aangezeten. Jaarverslag 2013
Pagina 68
In 2013 zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen tijdens de overlegvergaderingen OR / CvB: Cursus & Training bv (kennismaking met de heer G. Verweij, stand van zaken en ontwikkelingen) nieuwbouw Rotterdam: advies OR, bewaken voortgang en communicatie begroting HMC 2013: advies OR meerjarig financieel beleid en begroting HMC 2014: advies OR begroting OR 2013: bespreking met CvB begroting OR 2014: bespreking met CvB scholingsbudget HMC 2013: evaluatie drie- en vierjarige opleidingen: bespreking ontwikkelingen en besluitvorming leermiddelen via Van Dijk Educatie: evaluatie leveringen en syllabi-service, prognose leermiddelenbeleid HMC: stand van zaken, advies OR, voortgang BPV: advies, bespreking ontwikkelingen en organisatie binnen HMC naar aanleiding van veranderingen in de markt (krapte) samenwerking met ROC Mondriaan en nieuwe opleiding Collectiebeheerder Musea: advies OR A3-TRAP methodiek en teamplannen: advies OR, bewaken voortgang OER-en: advies OR (proces, voortgang) werkdruk en werkdrukonderzoek: initiatief OR uitvoering bliksemenquête, bewaken voortgang vervolgacties, advies m.b.t. vragen over werkdruk in landelijke medewerkerenquête (Nationale MBO Monitor) scholingsplan HMC: bekwaamheidsdossier en EVC-trajecten, individuele scholing en teamscholing protocol internet/e-mail/sociale media: verzoek OR om evaluatie klokkenluidersregeling en regeling geschillen: bespreking en evaluatie van een klacht Professioneel Statuut: bewaken voortgang inbedding in organisatie promotieregeling LB/LC 2013-2014: advies OR (geen instemming) salarismix en formatiebeleid 2013/2014: advies OR doelgroepenbeleid (onder meer ouderen- en startersbeleid): verzoek om evaluatie OR spreekuur OR: bespreking en terugkoppeling ingekomen zaken (o.a. bindingstoelage) Verder zijn de volgende regelingen of wijzigingen van regelingen formeel met instemming van de OR vastgesteld tijdens de overlegvergaderingen OR/CvB: beoordelingsbeleid - regeling beoordelingsgesprekken incl. beoordelingsformulier en toelichting: bespreking, advies en instemming procedure werving personeel: advies en instemming medezeggenschapsstatuut: advies en voorgenomen instemming op 6 februari 2014 scholingsbudget 2014: advies en voorgenomen instemming op 6 februari 2014 regeling vergoeding woon-werkverkeer: advies en instemming vakantie- en verlofregeling 2014: advies en instemming Voor 2014 zullen onder meer de volgende onderwerpen de aandacht hebben of houden: transparantie (speerpunt OR en opgenomen in A3-TRAP van de organisatie) regeling werkoverleg zoals bedoeld in Professioneel Statuut: op te stellen door CvB (speerpunt or: focus op werkoverleg) Cursus & Training bv: monitoren van ontwikkeling en resultaten leermiddelenbeleid: monitoren van ontwikkelingen in relatie tot onderwijsvisie en evaluatie levering Van Dijk Educatie (speerpunt OR) doelgroepenbeleid: o.a. ouderen- en startersbeleid professioneel statuut: monitoren van de voortgang van de inbedding werkdruk: monitoren vervolgacties innovatie Jaarverslag 2013
Pagina 69
6.7 Verantwoording aanvullende subsidies
Verantwoording taal en rekenen
Voor de ontwikkelingen van Taal en Rekenen was 2013 een productief jaar voor wat betreft de uitvoering van het implementatieplan. Voor de geplande activiteiten in 2013 is ruim EUR 262.000 OCW subsidie ontvangen, welk bedrag geheel is ingezet voor de uitvoering van het project. Inmiddels hebben alle leerlingen een Centraal Ontwikkeld Examen (COE) gedaan en hebben we daar ook de resultaten van gekregen. Die liggen boven het landelijk gemiddelde. Ook is er met een vertegenwoordiger van het Steunpunt Taal en Rekenen een zogenaamd Rekengesprek geweest. Dit is een goede graadmeter om te zien hoever we zijn. De uitkomsten van dit gesprek waren overwegend positief. Het Steunpunt heeft ons gevraagd om als “Good Practice” andere mbo scholen van advies te dienen. Veel uren zijn besteed aan het wekelijks taal- en rekenoverleg onder leiding van de curriculum verantwoordelijken maar ook het management heeft daar nog een grote sturende rol in gespeeld. Er is verder gewerkt aan het curriculum voor zowel taal als rekenen met als speerpunt de vakgerichte taaltaken en het taaltoegankelijk maken van overig lesmateriaal en examens. Het implementatieplan als geheel is geëvalueerd. Belangrijkste conclusie is dat we voor ongeveer 80% onze doelen gehaald hebben. Waar we nog verder aan moeten werken is het differentiëren van het taal- en rekenonderwijs. Nu bieden we maatwerk aan individuele leerlingen en nog niet aan hele groepen. Dit is een onderwerp waarbij we aanlopen tegen organisatorische knelpunten die meer tijd vragen. Ook het ontwikkelen van het taalportfolio is nog niet afgerond. Een aanzienlijke investering is het afgelopen jaar gedaan in de leeromgeving. Het aantal computerlokalen is uitgebreid naar 4 per locatie. Daarmee is er ook een goede organisatie mogelijk van de COE examens. Op de volgende pagina is een overzicht opgenomen van de uitgevoerde activiteiten en daarmee samenhangende uitgaven.
Jaarverslag 2013
Pagina 70
Verslag Taal en Rekenen 2013 (activiteiten en uitgaven)
Activiteiten
T/R
1 Aanpassing didactiek TR en pedagogiek
TR
2
Toetsing deelnemers
Extra onderwijstijd
4 Nieuwe of aangepaste faciliteiten
5 Professionalisering docenten e.a.
6 Andere activiteiten gericht op intensivering taal- en rekenonderwijs
Jaarverslag 2013
Bereikte deelnemers
Bereikte docenten
Uren Besteed Overige Besteed totaal eigen uren uitgaven totaal
a) Visie en organisatiemodel Leerlijn taal en rekenen uitwerken mbv drieslag taal
20
120
5.363
1.000
6.363
b) Ontwikkelen werkwijze differentiatie, klasseorganisatie, meer zelfverantwoordelijkheid bij de leerling en extra ondersteuning
20
420
18.769
2.500
21.269
3000
120
80
3.575
1.000
4.575
TR
d) Ontwikkelen leerlijn K+V
TR
e) Ontwikkelen integrale taalen rekentaken
3000
120
420
18.769
4.000
22.769
f) Vergroten taaltoegankelijkheid
3000
120
200
8.938
1.500
10.438
1.240
55.413
10.000
65.413
TR
TR
3
Actie
a) Ontwikkelen schoolexamens op referentieniveaus Meijerink, die niet centraal worden afgenomen b) Afstemmen formatieve en summatieve toetsing
3000
20
300
13.406
2.500
15.906
3000
20
50
2.234
1.000
3.234
TR
c) Deelname diagnostische toetsing pilot Cito
3000
20
80
3.575
2.500
6.075
TR
d) Vormgeven 1e periode afname diagnostische toetsing
1100
20
50
2.234
4.000
6.234
480
21.450
10.000
31.450
TR
TR
a) Ontwikkelen mogelijkheden voor differentiatie naar niveau, zonder dat rechtsongelijkheid ontstaat
3000
120
400
17.298
2.500
19.798
a) Roostersystematiek wijzigingen van klassen naar niveaugroepen
3000
120
200
8.938
2.000
10.938
b) Leerlijnenmodel vertalen in roostervoorstel
3000
20
80
3.575
1.000
4.575
3000
20
120
5.363
50.760
56.123
3000
20
360
16.088
2.000
18.088
760
33.963
55.760
89.723
TR
c) Aanpassingen leeromgeving
TR
d) Instellen taal en rekencoordinator en toekennen taak deviant
TR
TR
c) Organiseren scholing over toetsconstructie volgens referentieniveaus
20
120
5.363
2.500
7.863
d) Organiseren scholing over didactische methodemix
20
280
12.513
2.500
15.013
e) Organiseren bijeenkomsten taal en rekenen
20
280
12.513
2.500
15.013
f) Organiseren teambijeenkomsten voorlichting taal en rekenenbeleid
120
240
10.725
2.500
13.225
920
41.113
10.000
51.113
120
5.363
2.500
7.863
3.920
174.598
90.760
265.358
a) Doorlopende leerlijnen ontwikkelen waaronder taal en rekenen
50
4
Pagina 71
Verantwoording schoolmaatschappelijk werk
In het schooljaar 2013-2014 is wederom gebruik gemaakt van schoolmaatschappelijk werk (SMW) voor 15 uur per week in Rotterdam en 16 uur in Amsterdam. Reden hiervoor blijft de grote behoefte aan ondersteuning bij complexe problematiek van leerlingen. Leerlingen met een hulpvraag worden via de studiecoördinator doorverwezen naar de SMW. Meestal gaat het om meervoudige problematiek. Er is een stijgend aantal leerlingen dat extra begeleiding van de SMW’er nodig heeft. Het vaakst melden leerlingen zich aan met emotionele problemen en problemen thuis. Financiële en huisvestingsproblemen komen overigens ook steeds vaker voor, alsmede problemen bij het functioneren op school. We zien hier geen veranderingen ten opzichte van het vorig jaar. Uit evaluaties blijkt dat voor het grootste deel van de leerlingen die hulp krijgt van de SMWer de problemen beter hanteerbaar worden, een derde geeft aan dat het probleem werd opgelost en een kleinere groep geeft aan dat de situatie ongewijzigd is gebleven. Op beide locaties is een Zorgadviesteam (ZAT) actief. Het ZAT overlegt maandelijks. Deelnemers aan dit overlegteam zijn: studiecoördinatoren van alle opleidingen, LGF begeleider, SMW’er en een leerplichtambtenaar van de gemeente Amsterdam of Rotterdam. Het ZAT in Rotterdam staat op een laag pitje omdat de gemeente geen leerplichtambtenaar meer voor handen heeft. Wij zijn druk bezig dit wederom voor elkaar te krijgen. Ter ondersteuning van het ZAT neemt een vertegenwoordiger van het HMC deel aan het landelijk overleg met andere vakscholen, ondersteund door het Nederlands Jeugd Instituut. In 2013 heeft het schoolmaatschappelijk werk aan 132 leerlingen, Amsterdam 74 en Rotterdam 92, een hulptraject verzorgd. Dit betrof 107 vrouwelijke en 59 mannelijke leerlingen. De aard van de problemen is divers en is per locatie in de bijlage gespecificeerd. We zien in Rotterdam een redelijke toename ten opzichte van 2012, dat komt mede omdat er per week 3 uur meer beschikbaar was voor het SMW. Inzake de uitvoering van schoolmaatschappelijk werk binnen het HMC in 2013 is een bedrag van EUR 79.000 aan OCW subsidie gemoeid.
Verantwoording leerlinggebonden financiering (LGF) zorgleerlingen
De coördinatie van de begeleiding van zorgleerlingen is in handen van de adviseurs leerlingbegeleiding. Deze vrijgestelde medewerker ziet er op toe dat de binnen de onderwijsteams aangewezen traject- en studieloopbaanbegeleiders geïnformeerd worden en dat de betreffende leerlingen de juiste zorgaanpak geboden kan worden. Tevens onderhoudt de adviseur het contact met de externe zorgorganisaties. Binnen de kaders van de LGFregeling is in 2013 met de coördinerende en ondersteunende activiteiten EUR 143.000 aan LGF-subsidie verantwoord.
Verantwoording regeling versterking salarismix
In het kader van de regeling versterking salarismix leraren MBO in de Randstadregio´s heeft het HMC in 2013 EUR 644.000 ontvangen. De regeling is opgebouwd uit twee componenten: 25% van de subsidie kan besteed worden aan verminderen van de werkdruk en 75% kan besteed worden aan het creëren van extra LB en/of LC en/of LD-docenten. Het 25% deel heeft het HMC in 2010 al ingevuld door o.a. uitbreiding van het aantal instructeurs in onze organisatie. Het 75% deel wordt ingezet voor de doorstroming van docenten naar LC en LD-bezoldigingsschalen.
Verantwoording stagebox
In het kader van de stagebox-regeling is in 2013 een bedrag van EUR 77.000 besteed aan de coördinatie, plaatsing en begeleiding van moeilijk plaatsbare leerlingen in stagebedrijven.
Jaarverslag 2013
Pagina 72
Verantwoording Lerarenbeurs
Docenten van het HMC hebben ook in 2013 weer de mogelijkheid benut om een tegemoetkoming in de studiekosten aan te vragen in het kader van de regeling Lerarenbeurs (inclusief de regeling voor zij-instromers). In 2013 is uit hoofde van deze aanvragen aan het HMC EUR 124.000 uitgekeerd voor de dekking van de kosten van studieverlof.
Verantwoording VSV-subsidie (landelijk en regionaal)
Als beloning voor het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters heeft het HMC in 2013 een prestatiesubsidie ontvangen van EUR 154.500. Dit is gebaseerd op een vermindering van het aantal VSV-ers met 41% in het schooljaar 2011/2012 ten opzichte van het schooljaar 2005/2006. Voor aanvullende informatie wordt u kortheidshalve verwezen naar paragraaf 6.4 Kwaliteitszorg. Daarnaast zijn voor het schooljaar 2013/2014 op regionaal niveau zogenaamde plusmiddelen toegekend. Voor Amsterdam gaat het om een bedrag van EUR 50.000 en voor Rotterdam EUR 43.000. De bevoorschotting en verantwoording van deze middelen geschiedt via de regionale contactscholen (ROC Amsterdam respectievelijk ROC Albeda).
Verantwoording subsidie DMO Amsterdam
Door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) te Amsterdam is een projectsubsidie van EUR 128.000 toegekend in het kader van het convenant “Aanval op de uitval” voor het schooljaar 2012/2013. Deze subsidie is ingezet voor extra personeel (verzuimcoördinator, klassen- en praktijkassistenten), het vergroten van ouderbetrokkenheid en het geven van workshops. Hiervan is EUR 51.600 in de cijfers 2012 verantwoord en EUR 76.400 in 2013.
Jaarverslag 2013
Pagina 73
Hoofdstuk 7 Analyse resultaat 2013 en balansontwikkelingen Het boekjaar 2013 is afgesloten met een positief resultaat van EUR 802.000. Dit is EUR 340.000 meer dan begroot en EUR 71.000 hoger dan het resultaat over 2012. Onderstaande tabel geeft een analyse van het resultaat ten opzichte van de begroting 2013 en het resultaat over 2012.
Geconsolideerde staat van baten en lasten EUR x 1.000
2013 Werkelijk
in % baten
2013 Begroting
in % baten
2012 Werkelijk
in % baten
20.754 903 936
92% 4% 4%
20.127 945 621
93% 4% 3%
19.211 1.164 590
92% 6% 3%
22.593
100%
21.693
100%
20.965
100%
15.017 1.403 2.260 3.246
66% 6% 10% 14%
14.685 1.425 2.130 3.126
68% 7% 10% 14%
14.103 1.602 1.600 3.090
67% 8% 8% 15%
21.926
97%
21.366
98%
20.395
97%
Saldo baten en lasten
667
3%
327
2%
570
3%
Financiele baten en lasten
135
1%
135
1%
161
1%
Nettoresultaat
802
4%
462
2%
731
3%
Baten Rijksbijdragen Deelnemersbijdragen Overige baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
Rijksbijdragen
De rijksbijdragen zijn EUR 627.000 hoger uitgekomen dan begroot. De ontwikkeling van de rijksbijdragen is als volgt te specificeren:
Rijksbijdragen EUR x 1.000
Lumpsum Geoormerkte subsidies Wachtgeldsubsidie Salarismix MBO Randstad Overige
Jaarverslag 2013
2012 2013 Werkelijk Begroting
2013 Werkelijk
Verschil
17.356 895 556 283 121
18.382 795 560 250 140
18.748 949 572 269 216
366 154 12 19 76
19.211
20.127
20.754
627
Pagina 74
De lumpsum is EUR 366.000 hoger uitgekomen dan begroot. Dit houdt grotendeels verband met een onverwachte aanvullende bekostiging op grond van het Herfstakkoord 2013 welke in december is ontvangen. De baten inzake geoormerkte subsidies kwamen EUR 154.000 hoger uit dan begroot. Dit betreft: -
Hogere subsidie voor professionalisering personeel: EUR 90.000 Hogere subsidie lerarenbeurs (met name zij-instromers) EUR 94.000 Stagebox vervallen (zit nu in lumpsum), begroot was EUR 75.000 Hogere overige subsidies per saldo € 45.000
Uit hoofde van de regeling Salarismix leraren in de Randstad heeft het HMC in 2013 een subsidievoorschot ontvangen van EUR 644.000. Op grond van het ingezette beleid op dit terrein (o.a. promotie LB naar LC en versterking LD-functies) en het in 2011 bij OCW ingediende plan van aanpak Versterking salarismix hebben wij in 2013 EUR 269.000 toe kunnen rekenen aan de exploitatie. Het nog niet bestede bedrag van de subsidies uit 2011-2013 (totaal EUR 925.000) zal voor een deel moeten worden terugbetaald op basis van de werkelijke salarismix per 1 oktober 2013. Het restant zal worden benut in 2014 en latere jaren, ter dekking van de kostenstijgingen die voortvloeien uit het plan van aanpak.
Deelnemersbijdragen
Hieronder zijn begrepen de leerlingbijdragen inzake wettelijk cursusgeld en excursies e.d. (EUR 376.000) en de verkoopopbrengst van de beide winkels (EUR 527.000). De leerling bijdragen waren lager dan begroot maar hier staan in gelijke mate lagere uitgaven tegenover. De winkelomzet was in lijn met de begroting.
Overige baten
Hieronder zijn begrepen subsidies van regionale en gemeentelijke overheden en overige instanties, de cursusomzet van HMC cursus en training, en overige opbrengsten. In totaal was deze post EUR 315.000 hoger dan begroot. Enerzijds komt dit door hogere gemeentelijke en regionale subsidies voor o.a. VSV aanpak. Anderzijds door subsidies van SVGB (creatief vakman) en Leonardo (buitenlandstages) welke niet waren mee begroot. De omzet van cursus en training was met EUR 465.000 ongeveer gelijk aan de begroting, evenals de overige opbrengsten (verhuur kluisjes en verkoop van print/kopieer tegoeden).
Personele lasten
De personele lasten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
Jaarverslag 2013
Pagina 75
Personele lasten EUR x 1.000
Loonkosten Onttrekking aan voorzieningen Personeel derden Scholing Reiskosten Dotatie aan voorzieningen Overige personele lasten
Gemiddeld aantal FTE Loonkosten per FTE (x 1000) Personeelslasten per FTE
2012 2013 Werkelijk Begroting
2013 Werkelijk
Verschil
12.609 -361 12.248 399 249 401 474 332
13.155 -400 12.755 400 250 425 400 455
13.080 -332 12.748 564 227 440 542 496
-75 68 -7 164 -23 15 142 41
14.103
14.685
15.017
332
199,4 63,2 70,7
203,0 64,8 72,3
206,5 63,3 72,7
Ten opzichte van 2012 stegen de totale personele lasten met EUR 914.000 ofwel 6,5%. De loonkosten stegen met EUR 471.000 ofwel 3,7%. Deze stijging is als volgt te verklaren:
Toename van de gemiddelde personeelsformatie met 7 FTE (6,5%) door met name de gestegen leerlingaantallen ten opzichte van 2012 Periodieke loonstijging per 1 augustus Daartegenover zijn de kosten van ziektevervanging afgenomen t.o.v. 2012.
Ten opzichte van de begroting 2013 waren de personele lasten EUR 332.000 hoger. Dit betreft vooral personeel derden (meer inzet van externen) en toename van de personeels voorzieningen door een verwachte stijging van de toekomstige wachtgeldlasten. De loonkosten waren EUR 75.000 lager dan begroot. Enerzijds stonden er gemiddeld meer FTE’s op de loonlijst (stijging leerlingaantallen nieuwe schooljaar), anderzijds was een CAO verhoging begroot welke niet heeft plaatsgevonden. De overige personele lasten (EUR 332.000) lagen redelijk in lijn met de begroting. Dit betreft ondermeer de kosten van werving, personeelsactiviteiten, catering en wachtgeld.
Afschrijvingen
De afschrijvingskosten zijn ten opzichte van 2012 met circa EUR 200.000 gedaald, doordat een aantal activa inmiddels geheel is afgeschreven. De afschrijvingstermijn van het schoolgebouw te Rotterdam is gebaseerd op een gebruiksduur tot en met 2013.
Huisvestingslasten
De huisvestingslasten over 2013 zijn per saldo EUR 660.000 hoger dan vorig jaar. Dit betreft vooral de nieuwbouw Rotterdam (circa EUR 300.000 hoger) en dotatie onderhoudsvoorziening (EUR 150.000 hoger). Daarnaast zijn de energiekosten gestegen en waren de huurkosten hoger door lokaaluitbreiding in Amsterdam (huur dependence).
Overige lasten
De overige lasten (administratie- en beheerskosten, leermiddelen, ICT, werving en promotie) liggen per saldo in lijn met vorig jaar en met de begroting. Jaarverslag 2013
Pagina 76
Financiële baten en lasten
De rentebaten zijn in 2013 licht gedaald, ondanks een stijging van de spaartegoeden. Dit wordt veroorzaakt door de gedaalde creditrente.
HMC cursus en training BV
In de geconsolideerde balans en exploitatierekening zijn de cijfers van de deelneming HMC cursus en training B.V. verdisconteerd. Het vennootschappelijk resultaat van de deelneming over 2013 is uitgekomen op een winst van EUR 27.000 tegenover een winst van EUR 22.000 over 2012. Elders in dit bestuursverslag is een toelichting opgenomen over de ontwikkelingen. In onderstaande tabel is het resultaat uitgesplitst. Hieruit blijkt dat in 2013 zowel op het cursorisch onderwijs als de verkoop via de beide winkels (Facilicon) een bescheiden winst is gerealiseerd. Exploitatie HMC Cursus en Training 2013 Cursussen
Facilicon
Totaal 2013
Totaal 2012
465.357
591.707
1.057.064
901.186
Kostprijs
-236.451
-502.794
-739.245
-649.279
Brutomarge
228.906
88.913
317.819
251.907
Omzet
0
0 -229.539
Algemene kosten
-212.368
-78.620
-290.988 0
0
Netto resultaat
16.538
10.293
26.831
22.368
Jaarverslag 2013
Pagina 77
BALANSONTWIKKELINGEN
Liquiditeits- en vermogenspositie
De liquiditeits- en vermogenspositie van het HMC zijn beide als goed te kwalificeren. Het werkkapitaal is ten opzichte van 2012 gestegen met ruim EUR 1,2 mln. Deze toename kan als volgt worden gespecificeerd:
Werkkapitaal
2013
2012
619 11.461 12.080
323 9.747 10.070
Kortlopende schulden
3.758
2.979
Werkkapitaal
8.322
7.091
3,21
3,38
EUR x 1.000 Vorderingen en voorraden Liquide middelen Totaal vlottende activa
Liquditeitsratio (current ratio)
De toename van het werkkapitaal houdt verband de stijging van de liquide middelen. De current ratio (vlottende activa gedeeld door kortlopende schulden) bedraagt 3,2. Een instelling met een ratio van 1,2 of meer wordt in de systematiek van het ministerie van OCW als financieel gezond aangeduid. De cashflow heeft zich in 2013 als volgt ontwikkeld:
Cashflow 2013 Begroting
2013 Werkelijk
462 1.425 75 30 1.992 -750 -1.500 -15 -300 0 -50
802 1.403 0 30 2.235 -788 0 -17 -85 155 214
Cashflow boekjaar
-623
1.714
Liquide middelen per 1 januari Liquide middelen per 31 december
9.735 9.112
9.747 11.461
EUR x 1.000
Exploitatieresultaat Bij: afschrijvingen Bij: investeringssubsidies (geboekt t.g.v. activa) Bij: dotatie voorziening onderhoud Af: investeringen Af: nieuwbouw Rotterdam Af: aflossingen leningen Af: uitgaven t.l.v. voorziening onderhoud Mutaties voorziening personeel Mutatie kortlopende vorderingen en schulden
In de begroting was rekening gehouden met EUR 1,5 mln uitgaven inzake nieuwbouw Rotterdam, maar deze uitgaven komen pas in 2014. De liquide middelen zijn ondergebracht bij twee bankinstellingen.
Jaarverslag 2013
Pagina 78
De vermogenspositie kan als volgt worden weergegeven:
Vermogenspositie
2013
2012
Algemene reserve Bestemmingsreserve herhuisvesting Bestemmingsreserve personeel Eigen vermogen
10.007 5.500 1.500 17.007
9.705 5.000 1.500 16.205
Totaal vermogen
22.598
21.203
Totaal baten Financiele baten Totaal baten weerstandvermogen
22.593 153 22.746
20.965 178 21.143
75% 103% 44%
76% 105% 46%
EUR x 1.000
Solvabiliteit (EV/TV) Kapitalisatiefactor (TV/totale baten) Weerstandsvermogen (AR/TV)
Noot: weerstandsvermogen = algemene reserve / totaal vermogen
Het eigen vermogen is in 2013 met EUR 0,8 mln toegenomen door de bestemming van het positieve exploitatieresultaat over 2013. Het totale vermogen van het HMC nam per saldo toe met EUR 1,4 mln. De bestemmingsreserves bedragen eind 2013 EUR 7,0 mln. Gelet op de herhuisvestingsplannen voor het onderwijscomplex te Rotterdam heeft het College van Bestuur enkele jaren terug besloten een bestemmingsreserve herhuisvesting te vormen, waaraan jaarlijks vanuit de resultaatbestemming een dotatie wordt gedaan. In 2010 is besloten om in verband met de opheffing van de BAPO voorziening een afzonderlijke bestemmingsreserve te vormen ter dekking van toekomstige BAPO lasten en andere (onvoorziene) personele lasten. Ultimo 2013 bedraagt de algemene reserve EUR 10,0 mln. Daarmee beschikt het HMC over een weerstandsvermogen van 44%, hetgeen ruimschoots voldoet aan de gewenste bandbreedte (BVE norm 10%-60%) voor gezond vermogensbeheer. Hoewel de balansverhouding en de financiële positie van het HMC er zeer gezond uitzien wordt hierbij wel aangetekend dat de herhuisvestingsplannen aanzienlijke gevolgen zullen hebben. De financiering hiervan heeft immers een negatief effect op ratio’s als liquiditeit en de solvabiliteit, vanwege enerzijds de inzet van eigen middelen en anderzijds een groter beroep op vreemd vermogen. Het vermogen van het HMC bevat geen private onderdelen en kan derhalve geheel worden aangemerkt als publiek vermogen.
Investeringen
In 2013 bedroegen de investeringen EUR 788.000 tegenover begroot EUR 750.000. Dit betreft EUR 56.000 verbouwingen, EUR 126.000 machines, EUR 236.000 inventaris, EUR 353.000 ICT en EUR 17.000 overige activa.
Jaarverslag 2013
Pagina 79
Voorzieningen
De voorzieningen zijn als volgt te specificeren:
Voorzieningen EUR x 1.000
Groot onderhoud R'dam Groot onderhoud A'dam Personele voorzieningen: Lang ziekteverzuim Afvloeiingskosten Jubilea Werkloosheidskosten
Stand 1-1-13
Af: uitgaven
Bij: dotatie
Stand 31-12-13
548 620 1.168
-29 -56 -85
0 30 30
519 594 1.113
130 35 91 254 510
-130 -35 -12 -155 -332
105 10 6 421 542
105 10 85 520 720
1.678
-417
572
1.833
Onderhoudsvoorziening Locatie Rotterdam In verband met de nieuwe huisvestingsplannen voor 2014/15 zal het groot onderhoud in Rotterdam tot aan die tijd worden beperkt tot de meest noodzakelijke maatregelen. In dat licht is de huidige voorziening ruim voldoende en zijn geen verdere dotaties nodig. De extra ruimte in de voorziening kan worden aangewend voor onverwachte uitgaven die bij een oud pand nooit op voorhand uit te sluiten zijn. Een saldo wat in 2015 eventueel nog resteert kan eventueel worden ingezet voor de vorming van een nieuwe onderhoudsvoorziening. Locatie Amsterdam In 2011 is een nieuw meerjaren onderhoudsplan (MOP) opgesteld. Op basis van dit MOP bedraagt de jaarlijkse dotatie EUR 30.000 per jaar.
Voorziening lang ziekteverzuim
Deze voorziening dient ter dekking van de kosten in verband met langdurig ziekteverzuim. De voorziening per 31 december 2013 is gevormd voor medewerkers die ultimo 2013 met ziekteverlof waren en waarvoor de prognose is dat dit verzuim tot einde schooljaar 2013/14 aanhoudt.
Voorziening afvloeiingskosten
Ultimo 2013 is een voorziening gevormd van EUR 10.000 voor incidentele afvloeiingskosten.
Voorziening jubilea
Dit betreft een voorziening voor de opbouw van de personeelsaanspraken volgens de CAO op een jubileumuitkering bij een 25-en 40 jarig dienstverband.
Voorziening wachtgeldverplichtingen
Ultimo 2013 is voor wettelijke en bovenwettelijke wachtgeldverplichtingen inzake voormalige HMC medewerkers een voorziening gevormd ter grootte van EUR 520.000.
Jaarverslag 2013
Pagina 80
BIJLAGE 1
Resultatenbox
1. Verklaring bevoegd gezag Het bevoegd gezag verklaart hierbij dat zij o.a. de volgende maatregelen heeft getroffen en instrumenten heeft ingezet opdat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten, d.w.z. alle relevante onderwijswet- en regelgeving. Het gaat in dit verband om zaken als het volgens de wettelijke termijnen vaststellen van de onderwijs- en examenreglementen, het voldoen aan de urennorm van tenminste 850 klokuur voltijdopleidingen en 300 klokuur deeltijdopleidingen / 200 klokuur BBL en het instellen van een examencommissie die toeziet op het op juiste wijze doorlopen van het examinerings- en diplomeringsproces. Maar ook om het uitvoeren van interne en externe audits, onder andere blijkend uit de onderzoeken van de inspectie en het periodiek laten opstellen van rapportages over de uitvoering van de 850 uur respectievelijk 300 planning. In de onderwijs en examenreglementen (OER) van de opleidingen heeft het HMC de informatieplicht aan de leerlingen (bij minderjarigheid ook ouders, verzorgers en/of voogd) vastgelegd. Daarnaast ontvangt elke leerling een onderwijsovereenkomst (OOK), de OOK-bijlage, de HMC-wijzer en indien van toepassing een praktijkovereenkomst (POK). In de bijlage van de OOK kan de leerling lezen welke rechten en plichten hij/zij heeft tijdens het volgen van de opleiding en in de HMC-wijzer staat alle algemene informatie. Alle nieuwe leerlingen krijgen na een intakegesprek en assessment een passend onderwijsaanbod geadviseerd. 2. Diplomaresultaat Het diplomaresultaat over het schooljaar 2012/2013 bedraagt op het HMC 69%. Voor een toelichting op dit kengetal verwijzen wij u graag naar hoofdstuk 6.4 kwaliteitszorg. 3. Jaarresultaat Het jaarresultaat over het schooljaar 2012/2013 bedraagt op het HMC 71,4%. Voor een toelichting op dit kengetal verwijzen wij u graag naar hoofdstuk 6.4 kwaliteitszorg. 4. Aantal nieuwe VSV-ers Het percentage nieuwe VSV-ers in het schooljaar 2012/2013 bedraagt op het HMC 3,5%. Voor een toelichting op dit kengetal verwijzen wij u graag naar hoofdstuk 6.4 kwaliteitszorg. 5. Tevredenheid leerlingen In 2013 heeft geen JOB-enquête plaatsgevonden. 6. Personeel De samenstelling van het personeelsbestand is als volgt: Personeelssamenstelling (personen) Onderwijzend personeel Niet onderwijzend personeel HMC Cursus en Training Totaal
31 dec 2013 190 55 2 247
31 dec 2012 186 58 1 245
Personeelssamenstelling (FTE) Onderwijzend personeel Niet onderwijzend personeel HMC Cursus en Training
31 dec 2013 154,8 49,6 2,0 206,4
31 dec 2012 150,6 50,3 1,0 201,9
Tabel samenstelling personeel
Jaarverslag 2013
Pagina 81
De verhouding tussen het onderwijzend personeel en het niet onderwijzend personeel is voor het schooljaar 2013/2014 begroot op 72% : 28%. In het uiteindelijk vastgestelde formatieplan 2013/2014 is de verhouding uitgekomen op 76% : 24%. Het verloop in tijdelijke en vaste aanstellingen is als volgt geweest: Aanstelling (personen) Vast Tijdelijk Totaal
31 dec 2013 175 84 (*) 247
31 dec 2012 183 79 (*) 245
Aanstelling (FTE) Vast Tijdelijk
31 dec 2013 155,8 50,6 206,4
31 dec 2012 157,2 44,7 201,9
Tabel vaste en tijdelijke aanstellingen (*) een aantal medewerkers heeft naast hun vaste aanstelling ook een tijdelijke uitbreiding tot einde schooljaar, hierdoor komen zij zowel voor als vast en als tijdelijk, het totaal aantal medewerkers blijft echter 247 resp. 245.
Voor aanvullende informatie verwijzen wij u graag naar paragraaf 6.5 Sociaal jaarverslag.
7. Financiële indicatoren Solvabiliteit (EV/VV)
75%
Liquiditeit (current ratio) 3,2 Rentabiliteit (resultaat / totale baten)
3,5
Voor een toelichting op deze kengetallen verwijzen wij u graag naar Hoofdstuk 7 Analyse resultaat 2013.
Jaarverslag 2013
Pagina 82
BIJLAGE 2: Jaarrekening
Geconsolideerde balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) 2013 EUR
2012 EUR
EUR
EUR
Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
10.518.066
11.133.005
1
1
10.518.067
11.133.006
Vlottende activa 1.4
Voorraden
198.942
142.938
1.5
Vorderingen
420.760
180.057
1.7
Liquide middelen
11.460.680
9.747.123
2.1
Eigen Vermogen
2.2
Voorzieningen
2.3
Langlopende schulden
2.4
Kortlopende schulden
Jaarverslag 2013
12.080.382
10.070.118
22.598.449
21.203.124
17.007.398
16.204.927
1.832.742
1.677.867
-
341.666
3.758.309
2.978.664
22.598.449
21.203.124
Pagina 83
Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2013 2013 EUR
EUR
Begroting 2013 EUR EUR
2012 EUR
EUR
Baten 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
20.754.392
20.127.000
19.210.533
903.355
945.000
1.164.134
465.357 470.241
475.000 146.000
348.408 241.930
Totaal baten
22.593.345
21.693.000
20.965.005
Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
Totaal lasten
5
15.017.521 1.402.642 2.260.175 3.246.048
14.685.000 1.425.000 2.130.000 3.126.000
14.102.821 1.602.320 1.600.489 3.089.347
21.926.386
21.366.000
20.394.977
Saldo baten en lasten
666.959
327.000
570.028
Financiële baten en lasten
135.512
135.000
161.085
802.471
462.000
731.113
Nettoresultaat
Jaarverslag 2013
Pagina 84
Bijlage 3: Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht en het College van Bestuur van Stichting Hout- en Meubileringscollege Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2013 van Stichting Hout- en Meubileringscollege te Rotterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2013 en de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.5.3, vierde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben
Jaarverslag 2013
Pagina 115
echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheid criteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Hout- en Meubileringscollege per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Rotterdam, 3 juni 2014 Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. M. Verschoor RA
Jaarverslag 2013
Pagina 116
Statutaire bepalingen inzake resultaatbestemming De jaarrekening van de stichting, alsmede de resultaatbestemming, dient volgens de statuten binnen zes maanden na afloop van het boekjaar te worden vastgesteld door het College van Bestuur, na goedkeuring door de Raad van Toezicht. Het College van Bestuur stelt voor het positieve geconsolideerde resultaat van het boekjaar 2013 ad EUR 802.471 als volgt te bestemmen: Algemene reserve Bestemmingsreserve herhuisvesting
302.471 500.000 802.471
Dit voorstel is reeds verwerkt in deze jaarrekening. De jaarrekening 2013 is op 3 juni 2014 goedgekeurd door de Raad van Toezicht en vastgesteld door het College van Bestuur.
Gebeurtenissen na balansdatum Begin 2014 heeft de gunning van de nieuwbouw Rotterdam plaatsgevonden. Naar verwachting zal voor de zomer de aannemingsovereenkomst worden getekend en kunnen de nieuwbouwactiviteiten van start gaan. Daarnaast hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan met een significante invloed op het resultaat en het vermogen van de organisatie.
Jaarverslag 2013
Pagina 117