}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 27 februari 2015
jaargang 9 nummer 407
€ 2,50
Tweeling brengt biografie Sly Stone tot goed einde
8/9
Gemeentemuseum ruilt schilderij met Museum Gouda 3 V&D door de ogen van Feng Shui-expert: ‘De energie vloeit hier niet door’
VNO-NCW over Statenverkiezing: ‘Meer ruimte voor metropoolregio’ 9
13
ADVERTENTIE
Laatste kans! ElkE vrijdag in fEbruari tot 21 uur: livE muziEk En ‘friday night out’ dinEr (rEsErvErEn 070-7200720)
Genesis regie Johan Doesburg
vanaf 15 april exclusief in het Zuiderstrandtheater boek nu kaarten
nationaletoneel.nl/genesis
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 februari 2015
haagse plaatjes
Ons Mooi ’s Gravenhage/Corrie en Giel Kottelaar (1972) Gouden tijden liggen in het verschiet voor ADO Den Haag. Als we de nieuwe Chinese clubeigenaar Wang goed begrijpen, speelt er binnenkort een gerenommeerde internationale topclub in onze stad. Deze hoopgevende vooruitzichten alsmede het 110-jarig bestaan waren voor Sjaak Bral en John Medley aanleiding om een populaire clubhymne uit 1986 in een nieuw, eigentijds jasje te steken. ‘Jaguh jaguh op die bal/Jaguh jaguh ze lâupuh in de val…’, schalde het rondom de recente jubileumwedstrijd tegen FC Twente (2-0 winst) door het in feestroes verkerende stadion. Inhakend op de actualiteit voorzagen zij de onder meer als usb-stick verkrijgbare single (leuk aangekleed in ADO-tenue) zelfs van een Chinese versie. Beloftes van gouden tijden, met een Haagse voetbalclub op internationaal topniveau, hoorden we ook al in 1971, toen ADO en Holland Sport ‘fuseerden’ tot FC Den Haag ADO. Ook toen werd de nieuwbakken status met bijbehorende verwachtingen opgeluisterd met een nieuw clublied. Uitgevoerd door de zingende taxichauffeur Giel Kottelaar, bij zijn collega’s ook wel bekend als Gekke Giel. ‘FC Den Haag je kleur is rood geel groen/ FC Den Haag zingt het hele legioen’, begint het refrein. Na de mededeling ‘Al zegt men dan in Nederland ze spelen wat bekakt/ Het is toch de club die telkens weer de overwinning pakt’ verzekert hij ons dat de glorietijd van Ajax en Feyenoord nu toch echt voorbij is: ‘De slof en ouwe voetbalschoen van
roemrucht Amsterdam/Die komt in onze prijzenkast vlak naast de houten ham’ en ‒ inhakend op het veronderstelde bekakte imago ‒ ‘Dus voetbalfans in Nederland, let op wat nu gebeurt/Straks heeft Den Haag de wereldcup in plaats van Feyen-eurd’. Poëtische hoogstandjes van tekstschrijver Kees van der Zalm,
op bestaande muziek van jazzmuzikant Wijnie Verhoeven. Ook toen werd de nieuwe muzikale ode gepresenteerd rondom een (overigens niet gewonnen) thuiswedstrijd tegen FC Twente. Door de stadionluidsprekers klonk een bandopname van Kottelaar met zijn ‘Haagse Taxi Knapenkoor’. Naar
verluidt placht dit 8-koppige gezelschap regelmatig gratis zangvoorstellingen te geven bij de standplaats op het Gevers Deynootplein. Een jaar later zong Kottelaar het lied in op een uit eigen zak betaalde 45-toerensingle. Op de hoes staat hij, naast zijn onafscheidelijke taxi, vereeuwigd met niemand minder dan ‘Aatsje’ Mansveld. Op de andere plaatzijde stond een zelf geschreven loflied op zijn geliefde stad: Ons Mooi ’s Gravenhage, zijn bijdrage aan een in 1970 door de Haagsche Courant georganiseerd liedjesconcours. In duet met zijn vrouw Corrie somt hij in een opgewekt staccato-ritme, en met een authentiek Haagse tongval, een aantal bekende plekken op uit zijn woonstede: ‘Het Plein, het Spui, de Plaats en ook de Nieuwe Háven/ Zijn enkele straten van ons mooi ’s Gravenhage’ en ‘We hebben hier geen dijk/ Maar wel een Schilderswij-hijk/ En ook een deftig seurt:/ De Laan van Meerderveurt’, gevolgd door een aanstekelijk driewerf ‘roem, roem, roem’. In de rubriek Onder de Haagse Toren (Haagsche Courant, 1973) blikte Kottelaar terug op de totstandkoming van zijn single. Hij had zijn collega’s opgetrommeld om als knapenkoor de woorden ‘roem roem roem’ in te zingen, vertelde hij. Om hun naam eer aan te doen zou het koor in korte broeken op de hoesfoto verschijnen, maar toen bleek dat het plaatje helemaal in Nijmegen werd opgenomen gingen ze niet mee: veel te ver weg. Gelukkig toonde vrouw Corrie
zich een waardig vervangster. Volgens het artikel had Gekke Giel de duizend exemplaren binnen drie maanden verkocht. Hij draaide tijdens zijn ritten beide liedjes vanaf een bandje, waarna zijn klanten nieuwsgierig informeerden naar welke geweldige zanger ze toch zaten te luisteren. Vervolgens hield hij triomfantelijk een exemplaar van zijn single omhoog. Dat hij soms een beetje onduidelijk zong (bij het voetballiedje verstonden sommige klanten ‘C&A’ in plaats van ‘FC Den Haag’), stond de verkoop blijkbaar niet in de weg. Kottelaar kreeg zijn ‘fifteen minutes of fame’ in het tv-programma Studio Zomer en op de radio in Van Twaalf Tot Twee. Op een in 1975 verschenen langspeelplaat van Combo Curaçao zingt hij in onvervalst Haags zijn lijflied Zo Is Het Leven Van Een Taxichauffeur. Giel Kottelaar overleed op 8 november 1980 op 49-jarige leeftijd aan een hersenbloeding. Jimmy Tigges
Jimmy Tigges (1953) is publicist en diskjockey. Hij geldt als een specialist op het gebied van sportliederen, maar heeft als geboren Hagenaar ook jarenlang onderzoek gedaan naar liedjes waarin Den Haag een rol speelt. In 2006 publiceerde hij samen met Paul Groenendijk het boek ' Het lied van Den Haag'.
advertentie
museum Beelden aan Zee
E XC L U S I E F I N D E N H A AG !
JAMES BROWN TOUR
De rijke oeuvres van
Joseph Mendes da Costa & Joost van den Toorn
Get on the Good Foot A Celebration in Dance Do 05 mrt | Lucent Danstheater
Dans aan het
Spuiplein Lucent Danstheater
070 88 00 333 www.ldt.nl
13 februari t/m 10 mei 2015 www.beeldenaanzee.nl
3
actueel<
Vrijdag 27 februari 2015 > Den Haag Centraal
Zeemanshoop moet nu zélf worden gered Door Danny Verbaan
De voormalige reddingboot Zeemanshoop verkeert nu zelf in nood. Van 1925 tot in 1940 voerde het vanuit Scheveningen tientallen acties uit, waarbij ongeveer vijftig zeelieden uit de golven zijn gered. Het scheepje hóórde bij het vissersdorp en bestaat nog altijd, maar het biedt inmiddels wel een troosteloze aanblik. Een groep enthousiastelingen van het eiland Ameland is daarom een inzamelingsactie begonnen om de Zeemanshoop in zijn oorspronkelijke staat terug te brengen. Hoewel al volop, ook hoopvolle contacten zijn gelegd, is nog veel geld nodig. Haast is geboden, want ze willen de reddingboot op 14 mei een glansrol laten vervullen tijdens een bijzondere, grootschalige herdenking in Scheveningen. Dan is het precies vijfenzeventig jaar geleden dat het schip uit deze haven vertrok en geschiedenis schreef: kort na de bekendmaking van de Nederlands capitulatie voor de Duitse troepen die op 10 mei 1940 waren binnengevallen, bracht de Zeemanshoop 46 personen naar het veilige Engeland. Hiertoe behoorde een groot aantal Joodse vluchtelingen. Dankzij deze ontsnapping overleefden zij de Tweede Wereldoorlog. Na de bevrijding keerde de Zeemanshoop terug naar Nederland en deed hij nog vele jaren dienst op andere redding-
De Zeemanshoop ligt nu op de werf van Joop Kramer in de Zaanstreek. ‘Er moet veel aan gebeuren’, vertelt hij aan boord van het schip. >Foto: Danny Verbaan
stations van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). “We gaan onze stinkende best doen om er in Scheveningen bij te zijn”, zegt de 54-jarige initiatiefnemer Jaap Boersma. Hij heeft een winkel op Ameland en is zelf, als hobbyist, in het bezit van de 86 jaar oude Neeltje Jacoba. Deze reddingboot ligt met een aantal andere voormalige, nu particuliere schepen van de KNRM in een museumhaven op het Waddeneiland. Ook de Zeemanshoop
heeft hier zijn laatste bestemming gevonden. Hij was jarenlang eigendom van Theo de Boer, een goede vriend van Boersma. “Hij had kanker, maar de Zeemanshoop verschafte hem letterlijk en figuurlijk hoop. In februari 2009 is Theo overleden. Je zag het schip daarna steeds meer verpieteren”. Erfgoed Voor Boersma en enkele anderen vormde dit vorig jaar aanleiding om de red-
dingboot over te nemen en in de stichting Neeltje Jacoba 1929 onder te brengen. “Het is varend erfgoed”, zegt Boersma. “Als de Zeemanshoop eenmaal is gerestaureerd, kunnen toeristen met ons tochtjes maken over de Waddenzee”. Vooralsnog heeft het bezoek aan de vroegere thuishaven Scheveningen prioriteit. Ook om een andere reden zou het bijzonder zijn als de Zeemanshoop hier nog eens binnenloopt: in oktober 1938 redde het schip in een vliegende storm negen opvarenden van de SCH 102 ‘Maarten’. Deze logger was op één van de twee havenhoofden gelopen en leek kansloos te zijn. Met een ongekende moed gingen schipper Tinus Bruin en zijn bemanning erop af. Hoewel drie vissers ondanks alle inspanningen de verdrinkingsdood stierven, staat deze actie als legendarisch te boek. De Zeemanshoop ligt nu bij de werf van de broers Joop en Cees Kramer in de Zaanstreek. Er moet veel aan gebeuren. De stuurinrichting ontbreekt, het schip is kaal en roestig. Ook moet een originele Kromhout-motor uit de jaren twintig nog worden opgeknapt en geplaatst. Boersma houdt de moed erin. “Maar als we de deadline van 14 mei willen halen, ontkomen we er niet aan om extra mensen in te schakelen. We hopen daar de financiële middelen voor te vinden”. Voor meer informatie: www.neeltjejacoba.nl
Trouw heeft spijt van Shariadriehoek Hoofdredacteur Cees van der Laan van het dagblad Trouw heeft spijt van de omstreden publicatie over de Shariadriehoek in de Schilderswijk. Dat vertelt hij in een interview aan de Schilderswijkkrant: ‘Als we daar met de kennis van nu naar kijken, moeten we vaststellen dat het artikel in die vorm niet in de krant had gemogen’. In het verhaal over het gebied tussen de Wouwermanstraat, de Parallelweg en de Vaillantlaan – inmiddels beter bekend als de Shariadriehoek – stond onder meer dat de politie er de controle had verloren en er een klein kalifaat was ontstaan. Na de verschijning van het stuk in mei 2013 ontstond veel ophef onder bewoners en politici. Van der Laan zegt zich verantwoordelijk te voelen voor deze gevolgen. De Haagse journalist Perdiep Ramesar is de schrijver van het artikel. Hij werd eind vorig jaar ontslagen, omdat Trouw niet langer kon instaan voor zijn brongebruik. Naast dit artikel trok het dagblad nog eens in 125 stukken van Ramesars hand in. Komend voorjaar ruimt de hoofdredacteur een deel van de krant in voor verhalen over de Schilderswijk en haar bewoners. Naar eigen zeggen ‘onafhankelijk en met open vizier’. Directeur Peter Duivesteijn van City Mondial, dat de Schilderswijkkrant ondersteunt, vindt dat het Trouw siert dat de fouten worden toegeven. ‘Uiteraard laten wij hun, samen met onze partners uit de wijk, graag de echte Schilderswijk zien”.
Motorcross terug op het strand Na zeven jaar afwezigheid vindt eind november opnieuw de grootste motorcross strandrace ter wereld plaats op Scheveningen. Tijdens deze ‘Red Bull Knock Out’ strijden honderden amateurs en professionals uit de wereldtop tegen elkaar op het Scheveningse strand. Dit jaar wordt het gratis evenement voor het eerst verspreid over twee dagen, waardoor het aantal startplekken verdubbelt naar 1300. Op zaterdag 28 november krijgen deelnemers vanaf 16 jaar de kans zich te kwalificeren voor de halve finale
die op zondag 29 november wordt gehouden. Op diezelfde dag wordt ook de finale verreden. De motorcross, die in samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging wordt georganiseerd, trok tijdens de voorgaande edities in 2006, 2007 en 2008 meer dan honderdvijftigduizend toeschouwers naar de badplaats. Wethouder Karsten Klein (CDA, Scheveningen) verwacht dan ook een extra impuls voor de horeca. Inschrijven is mogelijk vanaf vrijdag 3 april via www.redbullknockout.nl
Advertentie
Marthe Wéry Composition Blue Fonce (1985), Gemeentemuseum Den Haag.
Gemeentemuseum ruilt schilderij met Museum Gouda
‘Het drieluik van Wéry komt hier beter tot zijn recht’ Door Annerieke Simeone
Het Gemeentemuseum geeft het schilderij ‘Fantasie’ (1895) van Henri FantinLatour aan Museum Gouda, in ruil voor een drieluik van Marthe Wéry (Zonder Titel, 1985). Beide hebben er voordeel bij: het Gemeentemuseum verrijkt zijn collectie geometrische abstracte kunst, Museum Gouda versterkt zijn verzameling aan negentiende-eeuwse Franse schilderkunst. Volgens directeur Benno Tempel van het Gemeentemuseum is de ruil een lo-
gische stap: “Het fantasiestuk van Fantin-Latour past niet zo bij ons, terwijl het drieluik van Wéry hier juist beter tot zijn recht komt. Het werk van Wéry begint met een Mondriaanse abstractie vol geometrische vormen en eindigt met monochromen die veel meer richting Rothko gaan”. In 2011 had het Haagse museum al een retrospectief rondom deze Vlaamse kunstenaar. Haar werk hangt onder meer in Centre Pompidou. Tempel hoopt in de toekomst meer werken van haar te verwerven. “De familie was indertijd erg gelukkig met de ten-
toonstelling, dus wie weet kunnen we samen met hen een subcollectie opbouwen”. Ook Museum Gouda is blij met de ruil. Directeur Gerard de Kleij: “Vijftig jaar geleden schonk de Haagse schilder Paul Arntzenius zijn verzameling schilderijen aan ons, waaronder een topstuk van Fantin-Latour. Het dromerige schilderij dat we nu uit Den Haag krijgen, is daarop een fantastische aanvulling”. De nieuwe aanwinsten zijn per direct in Museum Gouda en het Gemeentemuseum te bewonderen.
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 februari 2015
stadsmens
Family Time introduceert in Kijkduin Indische high tea Een Indische high tea. Dat klinkt veelbelovend. “Dat is het ook”, reageert een lachende Hester Schouten van lunchroom Family Time op het Deltaplein in Kijkduin. Wat haar gasten kunnen verwachten? “Zoete hapjes, maar ook snacks, zoals een pasteitje, en dat aangevuld met Indisch vlees, bijvoorbeeld rendang. Dat vlees serveer ik wel in een glaasje; ik wil alles leuk presenteren”. De Indische high tea staat vanaf maart op de kaart, evenals een ‘all you can eat’- formule. “Maar dan op z’n Indisch/Nederlands”, zegt Hester en licht dat nader toe: “Het gaat daarbij om drie ronden en elke ronde bestaat uit vier gerechten. Je hebt de keuze uit dertig gerechten, zoals drie soorten soep, acht vissoorten en zo’n negen vegetarische gerechten, waaronder groenten. De vleesgerechten zijn niet alleen Indisch. We hebben ook biefstukreepjes en kipkluifjes. Je kruist voor elke ronde je keuze aan. De bedoeling is dat mensen lekker lang kunnen tafelen. Vergelijk het maar met het eten van tapas of sushi. Bij ons is Indisch de rode draad”. In maart gaat het roer voor een
Hester en Peter Schouten gooien voor een deel het roer om. >Foto: Thomas Vahé
groot deel om bij Family Time, dat vorig jaar is geopend door Hester en haar man Peter Schouten. Vanaf april tot september is het restaurant, nu nog op maandag gesloten, alle dagen geopend van 10.00 uur tot 21.00 uur. Het echtpaar zet de schouders eronder. Dat moet ook wel. Het Deltaplein is geen gemakkelijke plek voor ondernemers. Die krijgen te maken met het (omstreden en inmiddels bijgestelde)
Masterplan Bad Kijkduin. Vastgoedontwikkelaar FRED is de nieuwe eigenaar van het winkelcentrum op het Deltaplein. Toen het echtpaar vorig jaar het contract tekende, was het centrum nog in handen van Fortress BV. Peter Schouten: “Er is ons toen niet kenbaar gemaakt dat er gesloopt zou worden, anders hadden we nooit getekend”. En: “Wat er nu staat te gebeuren, is volslagen onduidelijk. De afdeling verhuur
heeft nog geen antwoorden op onze vragen”. Family Time wil zich onderscheiden met de Indische high tea (uniek voor Den Haag) en de ‘all you cat eat’-formule. Wat blijft, is de lunch. Behalve onder meer vers afgebakken broodjes en clubsandwiches serveert het restaurant Indische maaltijden, die ook kunnen worden afgehaald. “Dat afhalen moet wel telefonisch worden gemeld”, zegt Hester, “en de Indische high tea graag uiterlijk een dag van tevoren reserveren”. Dat laatste geldt eveneens voor de high wijn en high bier. Voor oud-tennislerares Hester Schouten, die lesgaf op onder meer de tennisparken Hanenburg en Leeuwenbergh, is de horeca bekend terrein. Zij gaf met haar tennisschool Enjoy in Driebruggen tennisles en verzorgde daar ook de horeca. Ze stopte er vijf jaar geleden mee om meer tijd vrij te hebben voor haar tweeling. Daarnaast zorgde zij voor haar (eind vorig jaar overleden) vader. Family Time is voor Peter Schouten een nieuwe wereld. Hij is onder meer oud-ambtenaar en heeft inmiddels een eigen inkoopbureau.
Hester had al lang de wens een lunchroom te beginnen. “Ik kom uit een Indische familie en heb van mijn oma koken geleerd. Gastvrijheid en vriendelijkheid staan hoog in het vaandel. Het is traditie bij ons op verjaardagen en andere bijzondere momenten voor iedereen te koken”. Hoe groter het gezelschap hoe meer zij zich in haar element voelt. Kort na de opening van Family Time verzorgde Hester al een familiefeest voor zestig personen. “Afgelopen week was hier een grote groep voor een Indisch buffet. Dat soort dingen blijf ik er wel bij doen, net als zakelijke borrels en recepties”. Hester Schouten ‘kookt met haar hart’ en ‘complimenten zijn een extra stimulans’. Zo prezen onlangs gasten de gemoedelijke sfeer in het restaurant. “Het is heerlijk om te horen dat mensen het naar hun zin hebben en dat ze het eten lekker vinden. Dat is ook mijn drijfveer”. Joke Korving Family Time, Deltaplein 510/511, is (tot april) op maandag gesloten. Informatie: www.familytime.menu
advertentie
famillievoorstelling 9+ naar de boeken van
Guus Kuijer
regie
Noël Fischer
met
Sallie Harmsen Pieter van de Sman Jaap Spijkers e.a.
Polleke
Koninklijke Schouwburg 7, 8 maart, 17 april, 22 en 23 mei ks.nl/polleke
5
actueel<
Vrijdag 27 februari 2015 > Den Haag Centraal
Veranderende kijk op de wereld leidt tot afblazen benefietgala Een islamitisch benefietgala in het Rijswijkse Event Plaza beheerste een week lang het nieuws. Zo onschuldig als het leek, bleek het voor velen niet te zijn. Visa van sprekers werden ingetrokken, de landelijke politiek bemoeide zich ermee en uiteindelijk werd het gala (op die plek) afgeblazen. Hoe een andere kijk op de wereld ervoor zorgt dat dergelijke initiatieven met andere ogen bekeken worden. Door Klaas-Jan Droppert
Op 8 maart zou het plaatsvinden, in het Rijswijkse Event Plaza aan de Lange Kleiweg. Een benefietgala door de Stichting Rohamaa (‘De Barmhartigen’) om geld in te zamelen. ‘Om vanuit Nederland en met de islam als vertrekpunt het welzijn van gehandicapten, weeskinderen, sociaal zwakkeren, asielzoekers en daklozen over de gehele wereld te helpen verbeteren’. Zo luidde de boodschap. Voor het gala waren zeven gastsprekers uitgenodigd uit onder andere Egypte, Koeweit, Jordanië en Nigeria. Tot zover was er niets aan de hand. De visa waren verstrekt en de vergunning was verleend. Maar alles veranderde toen bij ‘Geen Stijl’ en in De Telegraaf berichten over een ‘jihadgala’ en ‘haatimams’ verschenen. Zeker drie van de sprekers zouden of bewonderaar van Osama bin Laden of sympatisant van terreurorganisatie Al Qaeda en van Syrische jihadisten zijn. De grote vraag die speelde: moet Nederland, dat terreur veroordeelt en Syriëgangers bij de grens probeert tegen te houden, imams met
Stichting Rohamaa die op 8 maart een benefietgala geld wil inzamelen voor humanitaire projecten, haalde de media door de komst van mogelijke haatimams. >Foto: Stichting Rohamaa
zulke opvattingen wel toelaten? Iets wat in het licht van de aanslagen in Parijs en Kopenhagen en de wreedheden van IS een delicatere kwestie dan ooit was. Kamerleden Het gala in Rijswijk werd een nationale zaak, want al snel nam de landelijke politiek stelling. Kamerleden van VVD, CDA, D66 en PVV wilden van minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) weten wat hij eraan ging doen. Uiteindelijk trok zijn collega Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) de visa van
drie sprekers in. Dat gebeurde tot verbijstering van de Stichting Rohamaa, die zich ging beraden of het gala wel doorgang kon vinden. De bal lag na de ministeriële interventie weer in Rijswijk. En wel bij burgemeester Michel Bezuijen, die weinig middelen had om het gala te verbieden omdat de openbare veiligheid niet in het geding was. Er volgden meerdere gesprekken tussen de gemeente Rijswijk, de politie, het Openbaar Ministerie en de stichting. Daaruit trok die laatste de conclusie om het gala af te gelasten. Het liefdadigheidsdoel was volgens Stichting Rohamaa door alle gebeurtenissen te veel naar de achtergrond geraakt. Het was een beslissing waarin de gemeente, politie en het Event Plaza, die met het benefietgala in zijn maag zat, zich prima konden vinden. Grote tegendemonstraties en mogelijke verstoring van de openbare orde werden hiermee voorkomen. Bezuijen noemde het besluit ‘moedig’ en het Contactorgaan Moslims en Overheid repte over een ‘verstandige beslissing’. Die laatste organisatie vroeg zich wel af ‘wat er in Nederland aan evenementen nog georganiseerd kan worden voor mensen met een afwijkende mening’. En met een veranderende wereld in het achterhoofd zal die discussie de komende jaren waarschijnlijk alleen maar vaker plaatsvinden. Het gala in Rijswijk staat daarbij niet op zichzelf. Overigens heeft de Stichting Rohamaa besloten om het gala toch doorgang te laten vinden. Niet in de Event Plaza maar op het internet via livestreams op zeker tien websites.
Glazen Koets naar Louwman Museum Na twee jaar historisch onderzoek en vijf jaren van restauratie is de Koninklijke Glazen Koets vanaf half maart voor het eerst weer te zien. Het rijtuig is van 17 maart tot en met 21 juni van dichtbij te bewonderen in het Louwman Museum. Deze koets is de trots van het Koninklijk Staldepartement, want het is de oudste uit de collectie. Koning Willem I bestelde de Glazen Koets in 1821 bij de Brusselse rijtuigbouwer Pierre Simons, die het rijtuig in 1826 afleverde. De opvallend grote koets heeft een eenvoudig gevormde donkerblauwe kast, die is afgezet met een vergulde lijst van laurier- en eikenbladeren. Haar naam dankt de koets aan
het glas dat de kwetsbare ornamentenrand onder de vensters beschermt. Koningin Wilhelmina gebruikte het rijtuig vaak voor Prinsjesdag, ook al schonk de Amsterdamse bevolking haar bij de inhuldiging in 1898 de Gouden Koets. Later werd de Glazen Koets alleen nog bij speciale gelegenheden gebruikt, zoals voor de huwelijken van Juliana en Beatrix. De koets wordt tentoongesteld in het kader van de viering van 200 jaar Koninkrijk. Op 16 maart, de dag van de officiële opening, is het namelijk precies twee eeuwen geleden dat Willem I het koningschap aanvaardde. Koning WillemAlexander onthult het rijtuig.
Highsmith ontvangt Gerrit Noordzijprijs
Cyrus Highsmith.
De Glazen Koets voor de zeven jaar durende restauratie. > Foto: Koninklijk Staldepartement
De Amerikaanse letterontwerper Cyrus Highsmith ontvangt op vrijdag 6 maart de Gerrit Noordzijprijs in het auditorium van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK). De prijs geldt als internationale bekroning voor typografie en letterontwerp en wordt eens in de drie jaar
toegekend door de KABK, Museum Meermanno en de dr. P.A. Tiele-Stichting. De jury typeert zijn stijl als ‘herkenbaar en origineel’. “Of hij nou werkt aan een lettertype of een grote publicatie, aan een kinderboek of een onderwijstekst, Highsmith hanteert overal dezelfde scherpe pen”. De lettertypes van Cyrus Highsmith (1973) zijn onder meer gebruikt voor Rolling Stone Magazine, Men’s Health en The Wallstreet Journal. Momenteel werkt hij voor de gerenommeerde Amerikaanse letteruitgeverij Font Bureau en doceert aan de Rhode Island School of Design. De Gerrit Noordzijprijs werd achtereenvolgens uitgereikt aan Gerrit Noordzij, Fred Smeijers, Erik Spiekermann, Tobias Frere-Jones, Wim Crouwel en Karel Martens. Meer informatie: www.kabk.nl
> Foto: WikiMedia
Homomonument naar Koekamp Door Jasper Gramsma
Het enige internationale homomonument ter wereld krijgt een nieuwe plek op de Koekamp. Het geknoopte metalen lint van kunstenaar Theo ten Have staat nu nog aan de Dr. Aletta Jacobsweg, bij de tramkeerlus en een toiletgebouw in de buurt van Madurodam. Een weinig eervolle plek, zeker gezien de kranslegging die er jaarlijks tijdens de dodenherdenking plaatsvindt. Dit jaar zal de ceremonie er waardiger uitzien, want de verhuizing staat voor half april gepland. COC-voorman Harry Derksen drong er anderhalf jaar geleden bij de gemeente op aan een gedenkplek te zoeken waar de sculptuur meer tot zijn recht komt en beter zichtbaar is. Hij vatte zelf het idee op voor verplaatsing naar het heuvelachtige grasveld ter hoogte van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten.”Dit is fantastisch”, vertelt hij verheugd. “Zo’n icoon voor de Internationale Stad van Vrede en Recht verdient deze plek”. Aanvankelijk zou de operatie door middel van crowdfunding worden gefinancierd, maar nu neemt de gemeente de kosten voor haar rekening. De sculptuur wordt verplaatst, tegelijk met werkzaamheden aan de tramkeerlus voor het nieuwe materieel. “Het was nu of nooit. Dat heeft het proces in een stroomversnelling gebracht”, aldus Derksen. Ook raadsleden Arjen Lakerveld (VVD) en Kim Waanders (D66) zijn tevreden. Zij brachten de oproep van Derksen onder de aandacht bij andere fracties. ‘Dit is een eerbiedwaardige plek om een krans te leggen bij de 4 mei herdenkingen. Bovendien heeft Den Haag als internationale Stad van Vrede en Recht een voortrekkersrol te vervullen op het gebied van LHBT-emancipatie’, laat Waanders op de website van D66 weten. En Lakerveld: ‘Het internationale homomonument representeert een belangrijke boodschap, namelijk dat iedereen zichzelf moet kunnen zijn in het openbaar. Door dit monument zichtbaarder te maken, wordt de boodschap dat automatisch ook’. Zelfbewust Het monument herinnert aan alle homoseksuelen die in de bezettingsjaren zijn omgekomen. Tegelijkertijd is het een teken van strijd voor gelijke rechten en tegen discriminatie. De vorm en overlopende kleuren van de sculptuur staan volgens kunstenaar Ten Have symbool voor een zelfbewust homoseksueel leven. Er is lang gedebatteerd over een geschikte plek. Aanvankelijk zou de sculptuur aan de rand van het Malieveld worden geplaatst, maar vanwege juridisch getouwtrek is uitgeweken naar de huidige plek. Bij de onthulling in 1993 was van een keerlus en openbare toiletten overigens nog geen sprake. Nadat in 2010 het toilethuisje voor trambestuurders werd geplaatst, gingen er al stemmen op voor een alternatieve locatie. Maar het college besloot destijds dat verplaatsing van de sculptuur te ingrijpend was.
6> terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 februari 2015
foto’s uit het haags gemeentearchief
De Aartsengel van de Winkelstede Op 14 april 1959 arriveerde, na een reis van 24 dagen, in de haven van Rotterdam een vracht die de gemeente Den Haag 30.000 gulden had gekost. Om acht uur ’s morgens precies werd met uiterste zorgvuldigheid een drie ton wegende kist van vijf bij drie bij twee meter op een trailer op de kade geplaatst. Daar stond de heer L.J.F. Wijsenbeek, directeur van de Dienst voor Schone Kunsten van de gemeente Den Haag, klaar om het geheel in ontvangst te nemen. Hij bedankte de kapitein van het ss Valencia voor de zorgvuldige wijze waarop deze bijzondere aankoop van Genua naar Rotterdam was getransporteerd. De kapitein vertelde dat hij zich wel eens zorgen had gemaakt over zijn kostbare vracht als het schip slingeringen van 20 tot 30 graden maakte. Het schip had een groot bronzen beeld van de beroemde beeldhouwer Marino Marini vervoerd. Gelukkig had de stevige verpakking – het beeld stond in zijn kist gestuwd tussen blikjes tomatenpuree, kisten sinaasappelen en ruwe asbest – ervoor gezorgd dat ‘de Aartsengel’ zonder kleerscheuren de zeereis overleefde. Het beeld werd vervolgens onder politie-escorte in een dieplader naar de Binckhorst getransporteerd, in afwachting van de definitieve
plaatsing in de nieuwe Haagse wijk Bouwlust. Voorafgaand aan de aankoop was er nogal wat gedoe in de gemeenteraad van Den Haag rond de keus voor deze Italiaanse kunstenaar. In de jaren vijftig hanteerde men in Den Haag de zogenaamde straatgeld- of stratengeldregel. Dat wil zeggen dat de gemeente één procent van de totale bouwsom van alle civiele nieuwbouw moest besteden aan versierende kunst. De woningbouwvereniging Bouwlust had in dit kader aan de Italiaanse beeldhouwer Marino Marini opdracht gegeven een monumentaal beeld te ontwerpen. In de winter van 1956 kwam Marini speciaal naar Den Haag om een plek uit te zoeken voor het kunstwerk. Hij koos voor de hoek van de Hengelolaan en de Winkelstede, keerde terug naar Italië en ging aan de slag. In de gemeenteraad sputterde met name mevrouw Hans Hardeman tegen deze gang van zaken. In het gemeenteraadsverslag van 26 januari 1957 valt te lezen dat zij toch liever had gezien dat er een prijsvraag was uitgeschreven waaraan alleen Nederlandse beeldhouwers konden deelnemen. Zij vond dat de subsidie een positieve bijdrage hoorde te leveren aan de ontwikkeling van de Nederlandse kunst. Op 29 januari
In het plantsoen van de Winkelstede kwam in 1959 het beeld ‘Paard en Ruiter’ (officieel genaamd ‘de Aartsengel’) van Marino Marini te staan. >Foto: Dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting
van datzelfde jaar antwoordde wethouder J. van Zwijndrecht op haar vragen. Hij stelde dat het goed
is de vaderlandse kunst in bescherming te nemen, maar dat men daar niet te ver in moest gaan. Bovendien
hadden volgens Van Zwijndrecht de weinige Nederlandse beeldhouwers die in staat waren zo’n monumentaal beeldhouwwerk te verzorgen het te druk. Vermoedelijk keek Den Haag met deze keuze met een schuin oog naar Rotterdam, waar het grote oorlogsmonument van Zadkine een groot succes was. Den Haag wilde ook wel zo’n monumentaal kunstwerk van een internationaal vermaard kunstenaar binnen de stadsgrenzen. En Marino Marini was toen al een zeer gevierd kunstenaar. In het bijzijn van de kunstenaar en diens echtgenote onthulde burgemeester Hans Kolfschoten op zaterdag 2 mei 1959 ‘de Aartsengel’, zoals het kunstwerk officieel heet. Alle landelijke kranten hebben hierover geschreven. Den Haag was trots op de nieuwe aanwinst. Alleen de bewoners van Bouwlust dachten er in eerste instantie heel anders over. Daar vond men abstracte kunst decadent en ‘de Aartsengel’, die ook toen al in de volksmond ‘Paard en Ruiter’ werd genoemd, monsterlijk. Echte kwaliteit verloochent zich niet en in de loop der jaren zijn steeds meer mensen het kunstwerk van Marini gaan waarderen. Zozeer zelfs dat in 1996, bij de herinrichting van de Winkelstede, het beeld verplaatst is naar de kop van het park dat tegelijkertijd een nieuwe naam kreeg: het Marinipark. Wendy Louw www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
opinie
‘Kitscherig’ Binnenhof terecht niet op Unesco-lijst van werelderfgoed Door Feiko Bouman
Ik heb vorige week met interesse het artikel ‘Het Binnenhof, renovatie van een onbekend verleden’ gelezen in uw zeer gewaardeerde krant. Helaas wordt er maar een tipje van de sluier van de ramp die zich daar in de 19de eeuw heeft voltrokken, opgelicht. De foto die is geplaatst, geeft dan ook niet de situatie van vóór 1880 weer, maar die van rónd die datum toen de gevel aan de Hofvijver al voor 70 procent grondig was verpest. Wat er nog oorspronkelijk was, zijn de gebouwen van de keuken waar later Algemene Zaken is gekomen. De rest is veranderd in een schandalige kitsch, met name de Trêveszaal. Verder is de vergaderzaal van de Staten van Holland min of meer gespaard gebleven. Men is zo grondig tekeergegaan dat wat er nog aan historie aanwezig was, ongedocumenteerd is verwoest en/of verkwanseld aan geïnteresseerden. Deze laatsten heeft men korte tijd later weer moeten smeken of ze de verkregen onderdelen konden teruggeven voor de restauratiepoging aan het begin van de 20 ste eeuw, die dan ook maar gedeeltelijk is gelukt. Het resultaat is bijvoorbeeld een Ridderzaal die voor 80 procent pure fantasie is en met de oorspronkelijke Grote Zaal bitter weinig te maken heeft. Het toppunt is de verbouwing van de Hofkapel tot kantoorruimte. Voor schrijfbureaus van een handjevol ambtenaren heeft men gemeend een van de waardevolste gebouwen in ons land te moeten verbouwen. Recht boven de grafkelder van de
De Hofkapel werd in 1879 aan het Rijk verkocht en vervolgens ontmanteld. >Foto: Haags Gemeentearchief
Graven van Holland zitten de dames en heren nu zonder enig besef van waar ze zich eigenlijk bevinden. Hier vond de machtsstrijd plaats tussen Mary Stuart en de Staten van Holland tijdens het eerste stadhouderloze tijdperk; het is een schande van de eerste orde dat deze historische plek is verdwenen. Of toch niet? De dakstoel is nog oorspronkelijk en recentelijk is geble-
ken dat delen van de oorspronkelijke lambrisering er ook nog zijn. Het zou me niet verbazen als de vloer van de kapel ook nog te redden is. De inrichting van de kapel is goed gedocumenteerd, er staat dus weinig in de weg om deze kapitale fout recht te zetten; de rest van het Binnenhof, inclusief de Ridderzaal, is grotendeels al niet meer te redden! Restauratie van de Hofkapel zou in elk geval meer
dan de moeite waard zijn! Het verbaast me, tot slot, dan ook niet dat niemand zich afvraagt waarom ondanks verwoede pogingen van onze overheid dit Disneyland avant la lettre maar niet op de Unesco-lijst van werelderfgoed komt! Ik denk terecht. Dergelijke kitsch – men heeft tot in de Eerste Wereldoorlog doorgeprutst – hoort voorlopig inderdaad niet op deze lijst!
Nel Slis In DHC van vrijdag 20 februari (‘Terugblik’) schrijft Corien Glaudemans over het veldhospitaal van het Rode Kruis dat in 1940 zes maanden in Finland verbleef tijdens de Fins-Russische Oorlog. Vier van de circa twintig verpleegsters namen na afloop van hun missie het besluit niet naar het inmiddels bezette Nederland terug te keren, schrijft Glaudemans. Eén van die vier heb ik goed gekend. Zij keerde pas na de oorlog in Nederland en Den Haag terug. Daar is zij in 2001 op 88-jarige leeftijd overleden. Haar naam: Nel Slis. Na vergeefse pogingen bij de Zweedse en Russische ambassades om een visum te krijgen was het haar gelukt een plaats te bemachtigen op een Fins vrachtschip dat vanuit Petsamo in het uiterste noorden van Finland met een lading Zweedse kogellagers via de Noordelijke IJszee naar Baltimore voer, aan de Amerikaanse oostkust. Zij doorstond de storm en de ijzige kou tijdens de tocht over de Noordelijke IJszee en de Atlantische Oceaan en kwam na vier weken in de Verenigde Staten aan. Daar kon zij secretaresse worden van de Nederlandse Aankoopcommissie in New York, totdat zij kans zag met een Canadees troepentransport via Schotland naar Engeland te komen, waar zij een baan kreeg bij de BBC. Na de oorlog keerde zij naar Nederland terug. Daar vond zij werk als journaliste voor Associated Press, aanvankelijk in Amsterdam, later in Brussel en Den Haag. Als journaliste genoot zij een grote reputatie. Zij werd voorzitter van de Buitenlandse Persvereniging, werd onderscheiden met de Franse Ordre du Mérite en benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Bij velen die beroepsmatig of anderszins met haar te maken kregen zal ongetwijfeld de herinnering aan haar voortleven. Piet Wackie Eysten
7
geschiedenis<
Vrijdag 27 februari 2015 > Den Haag Centraal
Deel twee ‘Geschiedenis van Scheveningen’
Een dorp én een boek vol contrasten
men. De Tweede Wereldoorlog is de meest ingrijpende periode uit de historie van Scheveningen, maar komt er met nog geen zes tekstpagina’s wel érg bekaaid vanaf. Ook overlappen de andere hoofdstukken elkaar nogal eens qua inhoud, waardoor bepaalde onderwerpen op diverse plaatsen opduiken en er op het eerste gezicht zelfs sprake lijkt te zijn van herhalingen. Dat komt de helderheid niet ten goede. Eerst gaan bijvoorbeeld bij een verwoestende storm van 1894 vijfentwintig bomschouten verloren, bijna veertig pagina’s verder wordt hetzelfde onderwerp nog eens dunnetjes overgedaan; bovendien blijken dan ook nog eens zo’n vijftig ándere schepen zwaar beschadigd te zijn. Zo is het ook met het eerste Kurhaus dat in 1886 in vlammen opging. Het veel te krap bezette brandweerkorps kijkt eerst ‘hulpeloos’ toe hoe het hotel verloren gaat, ruim vijfendertig pagina’s daarna moet datzelfde hotel nog worden gebouwd. Ook het ‘Eiland Vloek’, een geïsoleerd buurtje van 132 noodwoningen aan het eind van de Kranenburgweg, duikt herhaaldelijk op, maar er wordt pas een wat completer beeld van geschetst op pagina 254. Maar dan zitten we al wel aan het begin van de jaren zeventig en wordt het wijkje gesloopt om plaats te bieden aan de bedrijvigheid van de Norfolk Line.
H
Door Danny Verbaan
et contrast kon haast niet groter zijn. Waar de vissersbevolking aan het begin van de twintigste eeuw in grote armoede leefde, wentelden de bezoekers en de bewoners van de badplaats en de nieuwe villawijken zich in grote rijkdom. Het waren twee verschillende werelden, op slechts een minuut of tien wandelen van elkaar verwijderd. Beide maakten deel uit van Scheveningen. Tegenover de ‘majesteitelijke badhotels’ en ‘weelderige villaparken’ stonden de ‘dorpse steegjes’ en ‘een bedrijvige haven waar de zilte geur van vis nooit afwezig was’, signaleert deel twee van ‘Geschiedenis van Scheveningen’. Het is, net als de eerste aflevering uit 2013, een lijvig en prachtig geïllustreerde uitgave waarin wat die welstand betreft een interessante vergelijking wordt getrokken: ‘De oude Haagse tegenstelling tussen zand en veen had in Scheveningen een eigen variant gekregen’. Zo’n gegeven prikkelt de nieuwsgierigheid. Deze kon, eerlijk toegegeven, tot nu toe worden bedwongen, want dit recentste deel is al eind vorig jaar gepresenteerd. Het vormt de afronding van een tweeluik dat de hedendaagse opvolger is van het min of meer gelijknamige standaardwerk van de Scheveningse hoofdonderwijzer J.C. Vermaas. En dat rolde in 1926 van de persen. Zo beschouwd hoeft, zullen we maar zeggen, niet op een maandje meer of minder te worden gekeken voor een grondige bestudering van de inhoud. Dit is sowieso niet een boek dat in een achternamiddag valt uit te lezen. Een compleet team van redacteuren, een beeldredacteur, schrijvers en meelezers werkte, ieder vanuit zijn of haar eigen deskundigheid, jarenlang mee aan dit zeer omvangrijke geschiedschrijvingsproject. Net als deel 1 is ook ‘Geschiedenis van Scheveningen van 1875 tot heden’ in veel opzichten indrukwekkend te noemen. En qua thema is het boek ook nog eens razend interessant, want in het behandelde tijdvak ontstaat het Scheveningen zoals wij dat nu kennen. Sloppen Honderdveertig jaar geleden stelde het nog niet veel voor. Het dorp bestond uit
Voor de badplaats – ‘Die Perle der Nordsee’ – wordt ook in 1900 al volop promotie gemaakt in het buitenland.>Illustratie uit het boek
een labyrint van stegen en sloppen. De vloot telde tientallen ‘bomschuiten’: zware, hoekige schepen die op het strand lagen. Pas in 1904 kreeg Scheveningen zijn haven. Hier gingen langdurige discussies aan vooraf, want het Haagse stadsbestuur (Scheveningen is nooit zelfstandig geweest) leek, meldt het boek, ‘voor het vissersdorp een blinde vlek te hebben’: het had vooral oog voor de ontwikkelingen en investeringen in de badplaats, waar vanaf ongeveer 1880 de hotels als paddenstoelen uit de grond schoten. Directeur I.A. Lindo van Gemeentewerken opperde zelfs ‘dat die hele visserij maar beter uit Scheveningen kon verdwijnen’. Het boek vormt een indrukwekkende
bloemlezing van wat in de loop der tijden zoal is gepubliceerd en ontdekt. Het staat vol wetenswaardigheden die in doorgaans heldere bewoordingen worden opgedist. Zoals de passage over de bezoekers van de badplaats in de tweede helft van de negentiende eeuw: ‘Aristocratische en deftige families haastten zich dagelijks uit de Hofstad om zich onder de vele chique Duitse, Oostenrijkse of Engelse badgasten te begeven en vooraanstaande families uit de rest van het land te ontmoeten’. Hoe anders was het leven op de bomschuiten: ‘De schepen namen tonnen met vers water mee, dat al snel ging stinken. De vissers gingen dag in, dag uit gekleed slapen. Aan boord waren
geen wasgelegenheid en toilet’. Onthutsend is dat het ‘Tijdschrift voor Geneeskunde’ het in 1904 niet nodig vond om te pleiten voor betere omstandigheden voor de zeelieden; zij waren immers ‘thuis aan de wal niet veel gewend’. Keus Het manuscript van Vermaas liep door tot 1917. Dit betekent dat, klinkt het vol enthousiasme in het voorwoord, ‘dus een nieuw, deels zelfs onontdekt gebied wordt betreden’. Er is zóveel gebeurd, dat de redactie ‘een keus heeft moeten maken’. Dat is logisch, ware het niet dat die keuzes in sommige gevallen op z’n minst opmerkelijk zijn te noe-
Klederdracht Ook de klederdracht komt aan bod. Deze verdween pas relatief laat uit het straatbeeld. Eén van de redenen is volgens het boek dat ‘de dracht economisch voordeel bood bij de verkoop van vis: voor klanten fungeerde de dracht als keurmerk, een teken dat de vis die zij kochten uit Scheveningen kwam’. Dat is te kort door de bocht. Alsof vrijwel álle Scheveningse vrouwen vis verkochten. Wie het vissersdorp kent, weet dat dit onzin is. Natuurlijk wordt ook stilgestaan bij de sloop in de jaren zeventig van caférestaurant/theater Seinpost, het Grand Hotel, het Palace Hotel en andere iconen van de ooit zo mondaine badplaats. Het gemeentebestuur stond erbij en keek ernaar, luidt de conclusie. Hier laten de samenstellers het zo ongeveer bij. Dat is een gemiste kans, want een gedegen onderzoek had voor eens en voor altijd duidelijk kunnen maken hóe het indertijd zo lelijk is misgegaan. Er wordt nog wel een ingezonden brief aangehaald die in 1975 in de Haagsche Courant verscheen. ‘Waarom doet de gemeente niets?’, viel hierin te lezen. Ook nu, bijna veertig jaar later, blijft deze vraag onbeantwoord. ‘Geschiedenis van Scheveningen. Van 1875 tot heden’. Onder redactie van Maarten van Doorn en Kees Stal, beeldredactie: Froukje Holtrop. Een uitgave van Walburg Pers, prijs € 39,50.
8>actueel
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 februari 2015
Vijf miljoen dollar voor funklegende dankzij Konings-tweeling
Ultieme biografie over Sly Stone krijgt mooi einde Dankzij de Haagse tweeling Arno en Edwin Konings kan Sly Stone vijf miljoen dollar aan achterstallige inkomsten tegemoetzien. Dat is tevens mooi nieuws voor de twee grootste Sly-deskundigen en -verzamelaars zelf, die nu eindelijk hun ultieme biografie over de funklegende kunnen afronden met een mooi einde.
V.l.n.r: Edwin Konings, Sly Stone, Arno Konings na Sly’s optre
O Door Jimmy Tigges
f Sly belangrijker was voor de ontwikkeling van de pophistorie dan Jimi Hendrix? “Jáááá”, antwoordt Arno Konings zonder enige aarzeling. “Niks ten nadele van Hendrix, maar bij een concert in 1968 speelde Sly als opener headliner Jimi weg, die durfde daarna bijna niet meer op te treden. Door Sly veranderde Miles Davis zijn muziek. Motown-baas Berry Gordy hield de lp Stand, het meesterwerk van Sly & The Family Stone, voor de neus van zijn producer en verordonneerde: dit soort muziek moet je maken!” De als Sylvester Stewart in 1943 in Texas geboren Sly Stone was dj, producer en bovenal muzikant. Gitarist, zanger, tekstschrijver en componist van hits als ‘Dance To The Music’, ‘Everyday People’ en ‘Family Affair’, die hij scoorde met zijn Family Stone, de eerste grote interraciale act uit Amerika. “Sly was een van de eerste zwarte artiesten die zowel in de pop- als in de r&b-charts op 1 stond. Hij was geëngageerd, schreef gewaagde nummers als ‘Don’t Call Me Nigger, Whitey’. Het gezaghebbende muziekblad Rolling Stone beschreefWoodstock, waar Hendrix ook optrad, als ‘The battle of the bands’ en kopte daaronder: ‘Sly was the winner’. Woodstock (1969) was Sly’s hoogtepunt. Vanaf dat moment zijn de drugs hun rol gaan spelen”. De broertjes Konings (uit 1971), tegenwoordig bekend als the Funky Twins, moesten toen nog geboren worden. “We zijn opgegroeid in Wateringen, maar hebben altijd in Den Haag vertoefd”, vertelt Arno als vertegenwoordiger van het tweetal. “Ik werk er, mijn broer woont er, net als mijn vrienden. We hebben er op school gezeten, zijn veel in ’t Paard geweest en stonden voor drie knaken op Midden-Noord bij FC Den Haag”. En ze bezochten er alle platenzaken, op zoek naar singles. “Het begon in de jaren tachtig met Doe Maar, Michael Jackson. Onze oudste broer Peter was een enorme Prince-fanaat, dat vonden wij geweldig”. Bij het zien van het BBC-programma Rockschool, waarin gerenommeerde artiesten muziekles gaven, gingen hun ogen echt goed open. Het onderwerp was funk. “Bassisten als Larry Graham en Bootsy Collins vertelden wie ze waren, wat ze deden en hoe ze speelden. Toen we dat zagen, werden we
helemaal gek. We speelden zelf allebei gitaar. Graham, van Sly & The Family Stone, speelde de groove waarnaar wij zochten. Voor Sinterklaas vroegen we een lp van die groep, maar we kregen een plaat van Cameo. Dat was niet wat we wilden, toen zijn we gaan zoeken naar de echte funk”. Ze liepen markten en beurzen af, al het zakgeld ging op aan platen. “Meisjes interesseerden mij toen niet veel”. Crackers In 1989 gingen de drie broers een week naar Londen. Van de zeven dagen brachten ze er zesenhalf door in platenzaken, de Big Ben zou er over twintig jaar ook nog wel staan. Op de laatste dag hadden ze nog twaalf pond over. “We kwamen een lp tegen die we nog niet hadden, voor tien pond. Wat doe je dan als je nog moet eten?” De vraag stellen is hem beantwoorden. “De plaat kopen en van de resterende twee pond een pak crackers kopen en wat plakjes kaas. We bleven verzamelen, steeds meer obscure, zeldzame dingen. We raakten ook steeds meer geïnteresseerd in zijn leven. Omdat hij onvindbaar was, was een mythe ontstaan”. Van de biografie uit 1998 werd hij alleen maar de-
Sly Stone in 1971.
pressief. “Die was puur gericht op zijn drugsgebruik. Daar ontkom je niet aan natuurlijk, maar het gaat ook om wat voor ‘genius’ hij was, vonden wij. Edwin en ik besloten om er zelf wat aan te gaan doen”. In 2002 kwamen ze via via in contact met Sly’s broer Freddy, spraken ze hun moeder en diverse bandleden, maar ook studiotechnici, om te horen hoe Sly te werk ging. “Bij het afluisteren van opnames zei hij: ‘Dát stukje vind ik mooi’. De technicus maakte er dan met letterlijk knip- en plakwerk een ‘loop’ van. Sly bepaalde alles: de sound, de teksten en de muziek”. Op 13 januari 2007 gaf de verloren gewaande artiest voor het eerst na twintig jaar een concert, in Anaheim, Californië. Edwin en Arno waren erbij. Na het optreden spraken ze hem in zijn hotel. “Een enorm warme ontmoeting. We gaven hem de tape met het gesprek met zijn inmiddels overleden moeder. Dat vond hij geweldig. Sindsdien hebben we contact”. Datzelfde jaar brak de artiest met zijn manager Goldstein, de man van het wurgcontract. “Na die breuk is Sly in een camper gaan wonen. Dat hij dakloos zou zijn, of bedelaar, is pure onzin. Hij voelt zich prima in zijn rijdend huis vol muziekapparatuur. Hij maakt nog elke dag muziek”. Met filmmaker Willem Alkema maakte de tweeling in 2008 een internationaal gelauwerde documentaire. Ze werkten mee aan diverse compilatiecd’s en een imposante boxset voor Sony USA. Hun liner notes werden net niet genomineerd voor een Grammy. Het mooiste verhaal blijft dat van de achtergehouden inkomsten. “We hadden spullen liggen waarmee Sly volgens ons een rechtszaak kon beginnen. Edwin heeft hem gebeld en daarna de documenten opgestuurd. Toen is de bal gaan rollen. Tijdens de rechtszaak werden wij beschouwd als de fact checkers, er zijn zeker 150 mails heen en weer gegaan van en naar de advocaten”. Eind januari 2015 was Arno als gastspreker op de eerste Sly & Family Stone-convention in Oakland, San Francisco. Een indrukwekkende bijeenkomst. Met als hoogtepunt de entree van Sly, minutenlang toegezongen door oud-bandleden en een paar honderd fans. “Volwassen mensen stonden met tranen in hun ogen van ontroering. Sly zelf ook. Mensen vertelden hem hoeveel zijn muziek had betekend in hun leven. Je had erbij moeten zijn, zo’n intieme setting!” De uitslag van de rechtszaak, twee dagen later, was wereldnieuws. Geen tachtig miljoen, zoals geëist, maar toch nog vijf miljoen dollar had Sly te-
9
actueel<
Vrijdag 27 februari 2015 > Den Haag Centraal
Bert Mooren, VNO-NCW:
‘De regio is een schone slaapster die wakker gekust moet worden’ De metropoolregio Den Haag-Rotterdam is het kloppende hart van Zuid-Holland, maar blijft economisch achter bij de landelijke trend. Met de Provinciale Statenverkiezingen op komst pleit Bert Mooren – directeur van VNO-NCW West – dan ook voor meer bestuurlijke ruimte voor de twee grote steden om de zuidvleugel van de Randstad weer concurrerend te maken. Door Jasper Gramsma
Hoe staat Zuid-Holland er economisch voor? “Ten opzichte van andere regio’s, zoals Amsterdam en Noord-Brabant presteert deze provincie minder. De economische groei blijft achter en de werkloosheid in Den Haag en Rotterdam is hardnekkig. We staan voor grote uitdagingen om ervoor te zorgen dat concurrerende regio’s niet verder op ons uitlopen”.
eden in Anaheim (2007). >Foto: Privé-archief Edwin en Arno Konings
goed van zijn voormalige manager. De twee broers werden vervolgens bedolven onder de media-aandacht, tot in De Wereld Draait Door aan toe. In vervolg daarop gaat een aantal dj’s remixen maken van een oude Sly-song. Koffietafelboeken Arno haalt twee zelf samengestelde en fraai vormgegeven koffietafelboeken uit de kast. Een van Sly en een van George Clinton, in de jaren zeventig bandleider van Parliament en Funkadelic. Het moet een hele serie worden op zijn eigen boekenlabel, over funkgerelateerde grootheden als James Brown, Prince, het Motown-label . “Alles moet naar plaat ruiken”, zegt hij, terwijl hij door het deel over Sly vol foto’s en afbeeldingen van hoezen en labels bladert. Vijftig jaar na de oprichting van Sly & The Family Stone, in 2016, wil hij een nieuw koffietafelboek uitbrengen. “Met foto’s van concer-
‘Hij voelt zich prima in zijn rijdend huis vol muziekapparatuur. Hij maakt nog elke dag muziek’ ten, posters, alles wat je kan verzinnen. Dit jaar komt er een nieuwe docu uit, weer met Willem Alkema. Ik verwacht dat de biografie over twee jaar af is, we hebben nu zo’n 300 mensen geïnterviewd. Omdat we een mooi einde wilden, hebben we de uitslag van de rechtszaak afgewacht”. Als manager Inkoop & Contractmanagement in het Leids Universitair Medisch Centrum (Edwin) en verkoopmanager bij een bedrijf in de Binckhorst (Arno) hebben ze het, naast hun gezinsleven, druk zat. “Het heeft lang op de plank gelegen, maar je krijgt ook kinderen en er staan nog zoveel projecten op stapel”. Hun gezamenlijke vinylcollectie van Stone en Clinton is de grootste ter wereld. Alle denkbare ‘rarities’ werden bijeengegaard. Arno’s collectie is op zijn zolder te vinden. Met Clinton nam
broer Edwin als gitarist van Octave Pussy in 2003 zelfs een cd op. Rijen houten Ikea-kistjes bevatten bij elkaar een paar duizend 45-toerensingles. De duurste Sly-single kostte Arno 750 dollar, voor een Clinton-gerelateerd plaatje betaalde hij ooit 1200 dollar. Er zitten plaatjes bij uit India, de Filippijnen en Iran. “Toen Khomeini aan de macht kwam in Iran, moesten alle platen verbrand worden. Dit singletje is dus heel zeldzaam. Van elke plaat kan ik je vertellen waar ik hem gekocht heb en voor hoeveel”. Hij haalt voorzichtig een 78-toerenplaat uit de stevige kartonnen verpakking: een origineel exemplaar van Sly’s eerste opname uit 1952. Gekocht in de VS in een hele oude jazzwinkel. “Hij lag tussen een stapel 78-toerenplaten, voor een paar dollar. Er zijn er hoogstens zeventig van geperst. Dan sta je te trillen van geluk als je zoiets vindt”. ‘On The Battlefield’ en ‘Walking In Jesus Name’, heten de twee gospels die worden uitgevoerd door The Stewart Four, bestaande uit de 9-jarige Sly, broer Freddy, zussen Rose en Vet en zus Loretta aan de piano. In een lange lade hangen tientallen, op jaar gerangschikte archiefmappen. Mensen sturen hem hele plakboeken op. Hij toont een redelijk gaaf exemplaar van een ‘ondeugend’ Amerikaans tijdschrift uit de jaren zestig. “Met zijn toenmalige bandje trad hij op in San Francisco, waar het fenomeen naakte vrouwen op het podium ontstond. Carol Doda was de eerste die dat deed. In dit blaadje staat ze topless op de foto. Carol was Sly’s vriendin. Toen ik dat wist ben ik naar dit soort tijdschriften gaan zoeken tussen tweedehands pornobladen”. Uit een enveloppe haalt hij het wurgcontract dat Sly kwijt was, zijn trouwkaart, magazines, fotoboeken. Een andere enveloppe bevat behalve vergeelde krantenknipsels ook een rode wollen muts van Sly en een ‘brown bag’ uit de gevangenis, waar hij in de jaren 80 vertoefde. Allemaal leuk en aardig, maar over de biografie in de maak zegt hij: “We willen een verhaal vertellen, geen sensatiedingen. Ik ben ook niet het soort fan dat zijn hele zolder heeft volgehangen met posters. Het gaat mij puur om de muziek. Er zijn ook andere dingen in het leven, de kinderen moeten hier ook kunnen spelen”. ‘Sly & the Family Stone’, Arno en Edwin Konings. BBNC Uitgevers, 192 pagina’s, vanaf € 35,00. ISBN: 978 90 45315 47 8.
Welke oorzaken wijst u daarvoor aan? “Die achterstand heeft onder meer te maken met een versnipperd bestuur dat ruziet over dezelfde dossiers. Door een gebrek aan eendracht en daadkracht boeken we te weinig resultaat. Een ander aspect is het achterblijven van innovatieve bedrijvigheid. Er wordt nog te weinig samengewerkt in de gouden driehoek overheid-bedrijfsleven-kennisinstellingen. Ook ontbreekt een sterke eenduidige ‘branding’ van de regio richting het buitenland”. Wat kan het provinciebestuur doen om deze achterstand in te lopen? “De economie trekt zich steeds minder aan van bestuurlijke grenzen. Voor burgers en ondernemers is de regio Den Haag-Rotterdam één daily urban system. Daarom moet de metropoolregio meer ruimte krijgen, bijvoorbeeld als het gaat om verkeer en vervoer. Daarnaast moet ze zich ervoor inzetten dat overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen een gezamenlijke agenda hebben. Eén acquisitiebeleid waarin elk gebied zijn eigen specialiteit heeft, moet voorkomen dat gemeenten onderling concurreren. Door elkaar wat te gunnen, zorg je voor een sterke positionering in het buitenland. Dat vraagt om een cultuuromslag naar modern openbaar bestuur: meer faciliteren en stimuleren dan reguleren en controleren. Daarvoor hebben we een provincie nodig met lef en ambitie”. Hoe moet zich die lef en ambitie concreet vertalen? “Er wordt gelukkig al werk gemaakt van één vervoersautoriteit, die zich eerst zal richten op goed openbaar vervoer naar Rotterdam The Hague Airport. Voorwaarde is wel dat de luchthaven dan ook van het slot gaat. Er moeten meer vluchten komen en meer verbindingen met andere economische regio’s. In het bijzon-
der voor Den Haag is het van belang dat het midden- en kleinbedrijf terugkomt in de stad om de werkloosheid terug te dringen. Een deel van de stad vindt emplooi bij Interpol en andere internationale instellingen, maar ook jonge mensen die wat met hun handen doen, moeten aan de slag kunnen. Leegstaande kantoren en winkels zijn daarvoor geschikt, veel zullen immers toch nooit meer worden verhuurd. Verder kan de provincie economische groei bevorderen door te zorgen voor goede condities voor de Greenport Westland-Oostland en door partnerships aan te gaan met universiteiten en het bedrijfsleven. Dat beleid moet gericht zijn op ‘excellency’: ieder gebied zijn eigen specialiteit. Zo heeft Delft de techniek, Leiden Life Sciences en Health en Den Haag de Security Delta. Samen zou dat de kennisas van de regio moeten vormen, want gezamenlijk sla je een deuk in een pakje boter”. Welke rol speelt u daarin als ondernemersorganisatie? “Vier jaar geleden hebben wij namens het gezamenlijke bedrijfsleven in Zuid-Holland een manifest opgesteld, waarin we de problemen benoemen en aangeven dat deze regio een schone slaapster is die wakker gekust moet worden. Daarop is vorig jaar het Innoquarter opgericht, een regionale ontwikkelingsmaatschappij voor innovatie, financiering, marketing en acquisitie. Ook onze lobby voor één vervoersautoriteit met een gecoördineerde aanpak – van wegen tot RandstadRail – is geslaagd. Het besluit daartoe is genomen, maar er is nog een strijd gaande over macht en geld. Om te komen tot één gezamenlijke agenda is de Economische Programmaraad Zuidvleugel opgericht, waaraan concrete projecten worden gekoppeld”. Tot slot, wat is de keuze die voorligt aan de burger bij de Provinciale Statenverkiezingen op 18 maart? “Hoewel de metropoolregio meer bestuurlijke ruimte moet krijgen, blijft de provincie heel nodig in een gebied met miljoenen inwoners en een gecompliceerde ruimtelijke ordening. Het belangrijkste is dat het nieuwe college van Gedeputeerde Staten niet zo versnipperd raakt als de Haagse gemeenteraad van dit moment. Dat zorgt voor een hoop geduvel over niks. Vervolgens zijn er GS-leden nodig die niet in het provinciehuis blijven zitten, maar buiten op zoek gaan naar verbindingen om al deze maatschappelijke thema’s aan te pakken. Niet vanuit een overheid die regisseert, maar bottomup via de ondernemers. ‘Economy first’ zit bij iedereen best goed tussen de oren, al blijft men in de subcultuur van de politiek te lang tegen elkaar strijden. Dat is jammer, want uiteindelijk betaalt de burger daarvoor de prijs”.
Naast goed openbaar vervoer naar Rotterdam The Hague Airport is het nodig dat de luchthaven van het slot gaat voor economische groei in de regio: ‘Meer vluchten, meer verbindingen’. > Foto: PR
10>interview Vilan
Ontklanten van Ziggo
Ze houden me vast, daar bij Ziggo. Begin januari had ik de televisiediensten opgezegd, halverwege februari zouden ze me afsluiten, maar nog steeds bevind ik me in de klauwen van het bedrijf. Klant worden is gemakkelijk, maar ontklanten niet. Waarschijnlijk hebben ze mijn opzegging niet serieus genomen. De reden die ik ervoor gaf, lag natuurlijk ver buiten hun begripsvermogen. Ik wilde meer gaan lezen, had ik gemeld, en naar de televisie keek ik eigenlijk nooit meer. Lézen? Leven zonder tv? Onzin, moeten ze besloten hebben, dit negeren we gewoon. Dus kreeg ik een paar dagen geleden een juichende brief van Ziggo waarin stond dat ik nu nóg meer kanalen kon bekijken en ’t kostte eigenlijk nauwelijks wat. De verwijzing naar kosten stuurde me naar de bankrekening, en inderdaad, Ziggo had weer geld afgeschreven. Toen ik nog klant was, ontmoette ik alleen maar hartelijkheid bij Ziggo. Lieve mensen waren het, die aan de telefoon nog net niet vroegen hoe het tegenwoordig met mijn moeder was. Dat is veranderd. Ze willen contact per brief. Voor mail moet je je eerst registreren, en daarbij allerlei privégegevens inleveren. Telefoon wantrouw ik, want dan is het mijn woord tegen dat van Ziggo. Het is net of ik nu de ware aard van Ziggo leer kennen. En ik vermoed, dat het een kwestie van tijd is eer ook Ziggo omvalt. Steeds minder mensen zitten elke avond voor het kastje. Niemand die erna naar bed gaat vol van vreugde over de kwaliteitsprogramma’s en niemand die op het sterfbed met verlangen zucht: had ik maar meer naar de buis gekeken. Welnee. Het tijdperk van de televisie loopt af. ‘t Is bijna voorbij. Nog even. Dus ik kan me wel een beetje voorstellen dat Ziggo alles doet om klanten vast te houden. Opzeggingen negeren is nuttig, vanuit hun standpunt bekeken. Alleen is dat niet het mijne. Toen die juichbrief kwam, stuurde ik per ommegaande een brief terug over de opzegging, met verzoek mij per direct af te sluiten en de vriendelijke groeten. Daar denken ze nu over na. Ziggo steekt de kop in het zand, net als een struisvogel. Moeten ze vooral doen. Op een dag kijken ze per ongeluk even om zich heen, en wat zien ze dan? Alle klanten zijn weg. Het enige wat ze over hebben, is een hoge stapel terugvorderingen van onterechte afschrijvingen. Want ik ben niet de enige. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 februari 2015
Directeur Gijs de Vries over Rode Kruis:
‘Uniek, betekenisvol, spannend, krachtig en indrukwekkend’
In de bloei van zijn carrière besloot Gijs de Vries (57), lid van de Raad van Bestuur van multinational Ernst & Young, tot een switch naar een organisatie met een maatschappelijk hart. Een warm kloppend rood hart. Sinds 1 januari 2014 is hij algemeen directeur van het Nederlandse Rode Kruis, de humanitaire noodhulporganisatie in binnen- en buitenland. Zo vol is hij van zijn nieuwe werkkring dat het gesprek op het hoofdkantoor in Den Haag over niets anders gaat dan dat.
Door Vera de Jonckheere
G
ijs de Vries werd geboren in Rotterdam, studeerde rechten in Utrecht en heeft Den Haag intussen als zeer Rode Kruis-actieve stad leren waarderen. Hij is getrouwd, heeft drie kinderen, twee pleegkinderen. “Het feit dat mijn vrouw zich inzet voor het vrijwilligerswerk in Zuid-Afrika, heeft zeker bijgedragen aan de overstap vanuit de zakelijke wereld van fusies en reorganisaties”. Zijn werkterrein omvatte in de consultancy vooral de gezondheidszorg; op zijn veertigste werd hij partner bij Ernst & Young voor de gezondheidszorggroep. Na de verkoop van alle consultants aan Capgemini werkte hij zes jaar bij deze grote multinational. Ernst & Young vroeg hem vervolgens terug te komen om als lid van de Raad van Bestuur de gehele consultancytak te runnen. Na verloop van enkele jaren op het oude nest begon de vraag aan hem te knagen of dit nu alles was: targets, groei en geld verdienen? Op dat moment kreeg hij lymfeklierkanker, waarvan hij weliswaar snel genezen werd verklaard, maar de ziekte gaf de beslissende duw in de richting van een mentale reset. “Het draait in het leven om gezond en gelukkig zijn, realiseerde ik mij en ik besloot me in te zetten voor een organisatie met een maatschappelijk hart. Het werd dit prachtige rode hart”. Het is de beste stap gebleken die hij kon zetten. “Alles wat ik in mijn vorige werkkringen heb gedaan komt bij het Rode Kruis optimaal tot zijn recht. Via een zakelijke aanpak organisaties positioneren, een nieuwe cultuur introduceren, daarbij internationale relaties benutten voor partnerships en mijn creativiteit gebruiken”. Aan de kapstok in zijn kamer hangen niet alleen de samples
van de nieuwe rode kledinglijn – ‘ik wil het eigentijdser, strakker’ – maar met zijn blik op de kekke ontwerpen lijkt hij er ook de sleutelwoorden voor de ervaringen gedurende zijn eerste jaar vanaf te plukken. “Uniek, betekenisvol, spannend, krachtig en indrukwekkend. En: onvoorstelbaar. Naast brandhaarden en humanitaire en natuurrampen ook nog eens Ebola”. Ook al lijkt Ebola momenteel overschaduwd te worden door andere ellende, de ziekte is nog niet bedwongen. In zestien landen in West-Afrika heeft het Rode Kruis programma’s, met in Guinee, Liberia en Sierra Leone grootschalige hulpverlening. In de landen waar nog geen uitbraak is, ligt de nadruk op paraatheid en preventie. Het totale aantal vrijwilligers bedraagt, naast 370 internationale hulpverleners, 3927 (lokale) vrijwilligers. Slachtoffers Zijn eerste jaar bij het Rode Kruis verschafte hem – met een understatement – dus verre van een rustig voortkabbelende introductie. Niemand had kunnen voorspellen dat zich met deze heftigheid zoveel brandhaarden op de wereld zouden ontwikkelen.
‘Alles wat ik in mijn vorige werkkringen heb gedaan, komt bij het Rode Kruis optimaal tot zijn recht’
“Het Internationale Rode Kruis kan bij calamiteiten dankzij het internationaal erkende embleem, dat in de praktijk ‘don’t shoot’ betekent, gebieden betreden waar andere organisaties niet worden toegelaten”. Ondanks deze status vallen helaas soms toch slachtoffers onder hun mensen in actie te betreuren. Een uitermate pijnlijke schending. “Recent nog twee van onze mensen in Zuid-Soedan, in Syrië al zevenenveertig en in Oekraïne viel één slachtoffer onder Rode Kruis- hulpverleners. Bij iedere gesneuvelde vrijwilliger wordt tijdens vergaderingen wereldwijd nadrukkelijk stilgestaan.” Menslievendheid staat hoog in het vaandel van de organisatie die wereldwijd zeventien miljoen vrijwilligers telt. De andere van de zeven grondbeginselen zijn: onafhankelijkheid, onpartijdigheid, neutraliteit, eenheid, vrijwilligheid en algemeenheid. “Welke organisatie heeft dat?” De eerste periode van het veelbewogen jaar 2014 concentreerde hij zich op Nederland; in de tweede helft vestigde hij zijn aandacht op de internationale organisatie. “Na Genève begon ik met een rampenoefening in de voor extreme weersomstandigheden gevoelige Caraïben. Daarna bezocht ik vluchtelingenkampen in Syrië en Libanon”. Hij nam met eigen ogen waar hoe betekenisvol het Rode Kruis is voor het lenigen van de ernstigste nood. “Op het gebied van water-, voedsel- en medicijndistributie; de aanvoer van kleding en dekens. De opvang van getraumatiseerde kinderen. Schokkend om te constateren dat je vanuit je nette hotel in een mum van tijd belandt op een voedselpunt waar vijftig gezinnen in tentjes twee weken moeten zien te overleven op één pakket voedsel. Hoeveelheden die je hier in huis haalt voor een weekend, en dan nog aangevuld met wijn en zoutjes”. Het contrast raakt hem. Eenzelfde kloof
>Foto: Piet Gispen
gaapt echter ook in de wereld dáár. “In Beiroet bezocht ik een vluchtelingenkamp waar al twee jaar lang tweehonderd gezinnen bivakkeren. Stel je de uitzichtloze situatie eens voor. Mensen en kinderen leven daar bij de gratie van onze voedselpakketten, in krakkemikkige tentjes van drie bij vier meter. Overdag zetten ze de matrassen overeind om enigszins te kunnen bewegen. En na een luttele vijf minuten rijden, beland je midden in de ‘blingbling’ winkelstraten die Beiroet rijk is. Ook bracht hij een bezoek aan de stad Homs in Syrië. “Een spookstad. Een gebied ter grootte van de stad Utrecht volslagen platgebombardeerd. Toch keren mensen er terug naar hun in puin liggende huis: nog altijd beter dan in een tentenkamp of één of ander groot gebouw met vele anderen”. Hij stond er ineens bij het graf van pater Frans van der Lugt, bekend van zijn oproep aan de wereld om hulp; kort daarna werd hij vermoord. Mortiergranaten In Damascus vlogen de granaten de delegatie om de oren. “Is dat gebruikelijk hier? vroeg ik terwijl iedereen gewoon doorliep alsof het erbij hoort. Ja hoor, ‘gewoon’ verdwaalde mortiergranaten”. De hulporganisatie Syrische Rode Halve Maan telt onder zijn vierduizend vrijwilligers vele jonge mensen. “Bij het ophalen van gewonden raken ze zelf regelmatig
11
interview<
Vrijdag 27 februari 2015 > Den Haag Centraal
‘Schokkend om te constateren dat je vanuit je nette hotel in een mum van tijd belandt op een voedselpunt’ niet weg te denken taak die gelet op de demografische opbouw van onze bevolking alleen maar aan belang zal winnen. “Het impliceert onder meer huisbezoek aan oudere mensen om de veiligheid van hun leef- en woonomgeving te bezien en waar nodig verbetering te adviseren”. verzeild in een spervuur. Eén van hen vertelde mij dat ze van de strijdende partijen een minuut de tijd kregen om zich uit de voeten te maken. Vervolgens moesten ze machteloos toezien hoe de gewonde voor wie ze waren gekomen werd aangevallen en doodgeschoten. Dat soort gruwelen maken mensen daar op zeer jeugdige leeftijd mee”. Tijdens een jongerenweekend in Nederland liet een jonge spreker diepe indruk achter bij de toehoorders. “Een Syrisch meisje dat intussen hier studeert, deed haar relaas over de tragische situatie waarbij een van haar vrienden het leven verloor. Gedrevener dan ooit is zij als vrijwilliger toegetreden tot de Nederlandse organisatie”. De verhalen hakken erin. Hier in Den Haag, op het keurige hoofdgebouw aan het Leeghwaterplein waar oorlog, ellende en intens lijden alleen aanwezig zijn op zwart-wit foto’s aan de muur. Toch bekruipt hem op geen enkel moment het gevoel dat het in onze turbulente wereld dweilen met de kraan open is. “Nóóit! Nee, he-le-maal niet”, zegt hij buitengewoon krachtig. “In Syrië en Libanon en later ook in Ethiopië ben ik juist gesterkt in de overtuiging dat onze aanwezigheid van essentieel belang is. Ook al kunnen we op sommige plekken lang niet voldoende teweegbrengen: zónder onze mensen, middelen en materialen zou de situatie nog vele malen
dramatischer zijn’. Begin september luidde hij de noodklok. Meer hulp was nodig om tegemoet te kunnen komen aan het ongekende beroep op zijn Rode Kruis voor getroffenen in brandhaarden. “Op nummer 6868 kwam in drie weken tijd 2,5 miljoen euro binnen. Niet eerder gebeurd. Een beter signaal dat ons beeldmerk leeft en dat ons werk als uiterst noodzakelijk wordt gewaardeerd, hadden we niet kunnen krijgen”. Cheque “Vier weken geleden kregen wij, evenals Artsen zonder Grenzen, een cheque van 5 miljoen euro van de Nationale Postcodeloterij voor voedselhulp aan Syrische slachtoffers. We hebben ervoor gekozen dit bedrag te besteden aan voedsel voor Syrië. Gedurende drie maanden kunnen tweehonderdduizend gezinnen hiervan eten. Dan kun je zeggen: nou, na drie maanden is het weer op, maar ik benader het vanuit een andere hoek. Met dat voedsel kunnen we die gezinnen wel de winter door helpen”. De reguliere, belangrijkste inkomstenbronnen zijn de bijdragen van het Nederlandse publiek, de leden en donateurs, de overheid (vooral het ministerie van buitenlandse zaken) en het bedrijfsleven. “Met Philips bestaat een belangrijk partnership in medische technologie. 3FM Serious Request vormt een belangrijke pijler en
eyecatcher; de actie leverde de afgelopen jaren ruim 12 miljoen euro op. Het heftige thema van 2014, seksueel geweld tegen vrouwen en meisjes, blijkt met zijn geweldige impact het best te blijven hangen”. Vrijwilligers hebben op 1500 scholen lesgegeven om het zware thema te begeleiden. Onderwijs in humanitair oorlogsrecht behoort eveneens tot de activiteiten. Mobilisatiediensten Na alle schokkende buitenlandverhalen staat hij graag stil bij de prominent aanwezige activiteiten in eigen land. Eveneens essentieel, zij het van een andere orde, maar het is onmogelijk om een evenement, ongeluk, calamiteit of manifestatie te verzinnen waarbij het tot in de verste uithoeken van de wereld bekende rode kruis niét aanwezig is. “Dankzij meer dan 30.000 vrijwilligers, 550.000 leden en donateurs en een beroepsorganisatie van 400 mensen hier in Den Haag zijn wij in staat vijf mobilisatiediensten aan te bieden”. Allereerst noodhulp aan lichtgewonden bij calamiteiten, een wettelijk vastgelegde, auxiliaire rol van het Rode Kruis, in aanvulling op brandweer, politie en ambulancediensten. Iedere twee weken doet zich wel een ongeval of calamiteit voor waarbij onze inzet nodig is. Denk aan de trambotsing in Rotterdam, de
kettingbotsing door mist op de A58 en het ongeluk op de A78 met de tankauto waaruit zoutzuur lekte”. Naar aanleiding van de windhoos tijdens het Pukkelpopfestival in België is de site ‘Ik ben veilig’ gebouwd om familie en vrienden ingeval van calamiteiten op de hoogte te brengen en houden van hun dierbaren. Bij burgerhulp valt te denken aan via sociale media in te roepen hulp bij zoektochten naar vermisten. “Minister Opstelten wees ons tijdens het congres ‘Power to the people’ in april vorig jaar aan als coördinerende partij. Een eervolle taak waarvoor we het concept ‘Ready 2 help’ ontwikkelden: 4700 mensen meldden zich al aan om bij overstromingen zandzakken te vullen, bij verkeersinfarcten mensen op te vangen met slaapplaatsen, eten en voor tolkenwerk et cetera”. Evenementenhulp bij CPC, Vierdaagse, Pinkpop, Sail Amsterdam en andere massale spektakels is een derde cruciale taak. Voor dienstverlening op het gebied van eerste hulp stelt De Vries zich ten doel meer Nederlanders tot het behalen van een diploma te bewegen. “Slechts 3,2% van onze bevolking heeft zijn EHBO gehaald, terwijl dat in ons omringende landen zo’n 70 à 80% bedraagt. Koppeling aan rijbewijs of opleiding zou zeer effectief zijn”. De gratis EHBO-app is intussen door 1,5 miljoen Nederlanders gedownload. Hulp bij zelfredzaamheid is de vijfde
Respect Een ander, zeer betekenisvol initiatief is het in 2010 opgerichte Humanity House aan de Prinsegracht waar in museum, tentoonstellingen, programma’s en educatie het menselijke verhaal achter rampen en conflicten in de wereld is te horen, zien en beleven. “Respect en hulpbereidheid, het alomvattende thema van het Rode Kruis vindt daar op perfecte wijze weerslag. Alle ontwikkelingen, trends en partijen kunnen er bijeenkomen”. Den Haag heeft om meer redenen een warme plek in zijn hart. “Hagenaars zijn reuze creatief. Er is een EHBO-academie van start gegaan waar cursussen worden gegeven, een wijkwinkel waar mensen met een hulp- of ondersteuningsvraag kunnen aankloppen. Den Haag heeft al voor de 28ste keer een benefietgala georganiseerd voor de financiering van lokale activiteiten”. Glunderend memoreert hij de 93-jarige Job Santema, collectant op het Haags Centraal Station met wie hij een maand geleden kennis maakte. “In mijn geboortejaar 1958 begon hij met collecteren. Is onafgebroken voor ons in de weer gebleven en heeft in ruim een halve eeuw maar liefst 700.000 euro voor het Rode Kruis opgehaald”. Zonder geld geen goede werken. Gijs de Vries is net als oprichter Henry Dunant (1828-1910) niet alleen een hemelbestormer maar ook een voortvarend zakenman.
advertentie
Wat
Den Haag beweegt Trends in financieringsvormen en mogelijkheden in de Haagse markt hand van crowdfunding. Een leuke ontwikkeling, die voor business to business dienstverlening echter nog niet van de grond lijkt te komen, maar vooral tot de verbeelding spreekt bij particulieren die uit zijn op een ‘fun-investering’’.
De afgelopen jaren is het voor ondernemingen niet eenvoudig gebleken hun business te financieren. Acceptatiecriteria van banken zijn steeds verder aangescherpt, investeerders zijn een stuk kritischer geworden en ook andere financieringsvormen zijn niet meer gemakkelijk in te zetten door ondernemers. Tijd om de huidige trends eens onder de loep te nemen.
Werkkapitaal financiering ‘De traditionele financieringsmarkt is herstellende. Dit gebeurt echter zeer traag. We zien dat met name concepten waar vastgoedfinanciering bij komt kijken nog steeds uiterst moeizaam gaan. Werkkapitaal financiering zit daarentegen erg in de lift de laatste tijd. Met deze flexibele financieringsvorm zijn ondernemers in staat maximale liquiditeiten vrij te maken op basis van debiteuren, voorraad en/of een verkoopadres. Een positieve ontwikkeling voor bijvoorbeeld handels- of productiebedrijven.’
Crowdfunding Wil Flikweert, partner EY Den Haag: ‘Het fenomeen crowdfunding is de afgelopen jaren in populariteit gestegen. Zeker voor een startende onderneming die zich richt op de consumentenmarkt met een onderscheidend product of dienst kan dit een interessante financieringsmogelijkheid zijn. We kennen in Nederland nu een handjevol platforms dat deze ondernemingen helpt hun business succesvol te lanceren aan de
Family offices ‘Een andere ontwikkeling zijn de zogeheten ‘family offices’. Bij gebrek aan voldoende rendementsperspectief in de markt van obligaties en aandelen zien we dat welvarende en vermogende familiebedrijven op zoek gaan naar bedrijven in de regio waar zij, vaak in combinatie met een bancaire financiering, in een financieringsbehoefte kunnen voorzien. Voor bedrijven die van een dergelijke financie-
Wil Flikweert. Partner EY.
ringsvorm gebruik zouden willen maken, is het echter wel zaak te letten op de professionaliteit en onafhankelijkheid van een dergelijke investeerder.’ Innovation quarter ‘Voor startende technologiebedrijven is er in de Haagse regio sinds kort nog een andere interessante mogelijkheid op het gebied van financiering, namelijk Innovation Quarter. Deze regionale ontwikkelingsmaatschappij richt zich onder andere op de financiering van vernieuwende en snelgroeiende bedrijven met als doel Zuid-Holland op de kaart te zetten als één van de meest innovatieve regio’s van Europa. Dit is een welkome aanvulling op de reeds gevestigde participatiemaatschappijen in Den Haag waaronder Ecart Invest en Antea Participaties. Bij een dergelijke investeerder blijft het tenslotte altijd de vraag wat hij er voor terug wil en hoe ver zijn bemoeienis reikt.’ Voor een ondernemer die op zoek is naar een financieringsbron kan het zeker geen kwaad om de laatste trends en ontwikkelingen op de voet te volgen. Zelfs in deze tijd zijn er voor ondernemers op dit gebied voldoende kansen en mogelijkheden. Het is alleen wel belangrijk om te weten in welke hoek je het moet zoeken!
Hervormingen gaan niet over een kruidenierslijstje van te schrappen zaken. Ze gaan over een agenda van groei.
Adressen & Informatie Van Lanschot Bankiers Harry Schoots Directeur Private Banking Den Haag & Wassenaar
[email protected] tel.: 070 361 16 52 fax: 070 361 16 73 mobiel: +31 [0]6 53 73 85 03 Lange Voorhout 30 - 32 2514 EE Den Haag
Ernst & Young Wassenaarseweg 80 2596 CZ 's-Gravenhage Tel: 070 - 88 40 71000
Dit is een initiatief van Den Haag Centraal. Alle hierop geplaatste artikelen vallen buiten de redactionele verantwoordelijkheid van de redactie.
Volgens mij heb ik het al een keertje meegegeven in deze kolommen, maar ik ben (nog steeds) niet echt handig met technologie. En dat is een understatement. Zo grijp ik, bijvoorbeeld om een onwillige smartphone tot andere gedachten te brengen, vaak onmiddellijk naar de ongenuanceerde uit/aan-knop. Waarna het ding meestal z’n gedrag trouwens niet echt conformeert aan de eerste lettergreep van zijn samengestelde naam. Tegen beter weten in, bejegen ik een haperende laptop nog drastischer. Nadat de zogenaamd onpersoonlijke technologie zijn glimmend scherm wel lijkt te gebruiken om mijn initiële salvo verwensingen gewoon terug te kaatsen, drijft machteloosheid me naar fysiek ingrijpen. Met gespreide vingers aan beide handen, nemen vlakke handpalmen wraak door zoveel mogelijk toetsen tegelijk in te drukken. Blind rammen dus. Alles in de (ijdele) hoop dat het kleinood tot inkeer komt en gewoon netjes verder meewerkt aan datgene waar ik mee bezig was. Toen ik vernam dat Mario Draghi’s ECB uiteindelijk de veelbesproken bazooka inzette, moest ik onwillekeurig denken aan mijn nutteloze techno-remedies. Met dit monetaire massawapen creëert de centrale bank liquiditeiten, koopt er (staats)obligaties mee en pompt zodoende nieuw geld in het financiële systeem. In de hoop dat de deelnemers aan dat systeem er vervolgens iets nuttig mee doen. Zoals uitlenen aan ondernemingen en gezinnen, die er dan op hun beurt mee investeren of woningen mee bouwen. Na een tijdje zou iedereen het gevoel moeten krijgen dat het nu écht beter gaat, het optimisme verspreidt zich en voor je het weet is alle economische ellende van de voorbije jaren vergeten. Of hoe het bereiden van economische recepten kinderlijk eenvoudig lijkt te zijn. Waarom dan de associatie met mijn behandeling van technical devices? Omdat Draghi’s bazooka
Harry Schoots, directeur private banking Van Lanschot Den Haag & Wassenaar.
net zo onprecies, net zo leunend op hoop en net zo twijfelachtig is qua efficiëntie. De kern van het Europese economische probleem is namelijk niet een gebrek aan geld. Dat klinkt misschien een beetje gek, maar bij veel banken en beleggers klotst het geld tegen de plinten. Dat de biljetten hun weg niet vinden richting financiering van ondernemingen en gezinnen, heeft eerder te maken met een algemeen gebrek aan vertrouwen. Zowel bij uitleners als bij ontleners. Ze durven nog niet. Komt daarbij dat de traditionele financiers, banken dus, de laatste jaren zijn geconfronteerd met almaar striktere regelgeving. Naast aangescherpte eisen voor solvabiliteit (voldoende eigen vermogen), volgde er ook een tsunami aan regelgeving rond liquiditeit. Om te borgen dat de pinautomaat aan de muur nooit ‘voorraad biljetten helaas uitgeput’ zou moeten afficheren. Ook niet als iedereen, in turbulente tijden, tegelijk aan z’n geld zou willen.
Nu, een gebrek aan vertrouwen los je niet op door wild met een monetaire bazooka te schieten. Dat vereist een fundamentelere aanpak. Een meer welgemikte. Een aanpak die zich bovendien minder in de financiële sfeer bevindt, maar eerder in die van de reële economie. Hoe kunnen we zorgen voor voldoende ruimte om te ondernemen? Hoe kunnen we de doorstroming van nieuwe diensten en producten richting markt bevorderen? Hoe houden we de competenties van onze arbeidsmarkt scherp? Hoe stemmen we vlotjes het aanbod van werklozen af op de bestaande vacatures? Dit alles, en veel meer, dáár moeten de veelbesproken structurele hervormingen over gaan. Vaak worden die hervormingen nochtans eerder in negatieve zin aangehaald. Zo zouden we allerlei verworvenheden uit het verleden moeten opgeven wegens onbetaalbaar. In de sociale bescherming, gezondheidszorg, onderwijs, en zo verder. Geen wonder dat veel Europese burgers in een kramp schieten. In essentie zijn dergelijke hervormingen echter iets positiefs. Ze vragen weliswaar inspanningen, maar hebben als doel onze economie opnieuw veerkrachtig, dynamisch en competitief te maken. Hervormingen gaan niet over een kruidenierslijstje van te schrappen zaken. Ze gaan over een agenda van groei. Zoals al gezegd, het geld om te groeien is er. Enkel het geloof moet wat hoger. Beurzen presteerden de eerste weken van het jaar in ieder geval sterk. Vaak is dat een voorbode van hogere groei in de reële economie. Of dat deze keer ook zo is, moeten we echter afwachten. De (aan)vuurkracht van de monetaire bazooka joeg immers de aandelenprijzen op, wat de traditionele interpretatie van marktsignalen vertroebelt. Laat er ons echter op rekenen dat dit niet betekent dat de Europese economie nog veel langer in troebel water blijft.
Het andere nieuws over de stad
eten | society | feng shui | en meer....
> Foto’s: DHC
Winkelen in de V&D met een Feng Shui-professional:
‘Ik vind het hier een zooitje’ Als straks blijkt dat het noodlijdende winkelketen V&D toch verder gaat, moet het management de winkel grondig aanpakken, vindt Feng Shui-adviseur Ellen Cointepas. “Je hebt het gevoel alsof je in een donker hol terecht komt”.
Haags OBJECT | Al tijdens zijn studie
meubelontwerper aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, maakte Paul Timmer veelal houten producten. Hij is initiatiefnemer van het project ‘Haags hout’ waarbij gekapte bomen een tweede leven krijgen in eigen stad. Daarnaast is hij wielrenner en heeft onder meer de ronde van Vlaanderen gereden. Op de foto ziet u een door hem ontworpen fiets gemaakt van massief essenhout waar geen enkel standaard onderdeel aan te pas is gekomen. De niet houten onderdelen zijn namelijk gemaakt van 3D geprint aluminium.
Prijs vanaf € 2000,-. Voor meer informatie: www.paultimmer.nl
Door Annerieke Simeone
gane grond. “Heel slecht. Je hebt het gevoel alsof je in een donker hol terecht komt. Energie wordt geactiveerd door licht. Dat gebeurt hier niet. Voel maar wat er met je gebeurt. Je wordt slomer, je blijft niet alert. Terwijl je als bedrijf juist wilt dat je klanten alert blijven op spullen. Ik vind dit een zooitje. Heel onrustig. Al zou ik een leuk jurkje zien, dan zou ik niet eens zin hebben om het te passen”. Het grootste zorgenkind van de V&D in het centrum is de roltrap midden in de ruimte. Cointepas: “Vanuit de hoofdingang moeten mensen eerst om de roltrap heen lopen om naar boven te komen. Ik zou zeggen: gooi dat om. Laat mensen meteen naar boven gaan. Nu is deze plek een stagnatiepunt. Het ligt midden in 5 aarde en dat is in de Feng Shui-leer een gebied dat je zo leeg mogelijk moet houden. Een roltrap kan wel, maar dus andersom en met een goede strakke bewegwijzering. Dat ontbreekt hier. De Bijenkorf doet het wel, V&D niet. Mensen staan hier te denken. Moeten we hier nou naar boven of naar beneden. Het vloeit niet door”.
Ellen Cointepas wordt niet blij van wat ze ziet. Midden in de drukke Grote Markstraat aanschouwt ze het pand van V&D. “Grauw hè. Ook niet goed onderhouden. Het gebouw heeft veel minder cachet dan dat van de Bijenkorf. Maar dat is niet eens het ergste”. We lopen een stuk voorbij de ingang. Ze wijst naar boven. “Kijk, hier staat een groot logo van V&D, terwijl je een paar meter verder naar binnen kunt. Onduidelijk. En wat zit hier dan wel? Een donkere, afgesloten goedereningang. Artikelen gaan dus met een negatieve energie naar binnen. Dat voelt de klant”. Cointepas houdt zich al jaren bezig met Feng Shui (spreek uit: Feng Sjoewie), de 3000 jaar oude filosofie die leert hoe de omgeving geluk kan beïnvloeden. In China is het inschakelen van een Feng Shui-master de gewoonste zaak van de wereld. Ook in het Westen passen bedrijven de leer toe die gericht is op een harmonieuze woon- en werkomgeving. In Den Haag heeft chef-kok Han van HanTing zijn hele restaurant op deze wijze ingericht. Sinds een aantal jaren heeft het Bikini’s een Michelinster. Eenvoudig is de filosofie niet. Men kijkt naar de na- Ook voor de damesafdeling op de eerste etage heeft tuurelementen water, hout, vuur, aarde en metaal in Cointepas geen goed woord over: “Weer geen pad. combinatie met bepaalde kleuren en vormen. Verder Weer allerlei stijlen hangen dwars door elkaar heen”. wordt rekening gehouden met het Yin en Yang-princi- Ze wijst in de richting naast de kassa. Daar hangen pe om een perfecte balans te scheppen. Een plek, die winterjassen met bontkragen voor oudere dames bij té Ying (té donker) is, wordt in balans gebracht door felgekleurde bikini’s voor jonge meiden. Ja sorry hoor, Yang-elementen toe te voegen (heldere verlichting). dat kan toch niet!”. Wie is nou je doelgroep? Wees helAfgaand op de Feng Shui-richtlijnen waarbij de on- der in je visie”. En misschien is dat wel de crux. Waar zichtbare levensenergie Chi optimaal moet kunnen de Bijenkorf nog altijd een unieke positie bezit in het stromen, heeft het zorgenkindje in de Nederlandse luxere segment, heeft V&D geen bijzondere meerdetailhandel nog wat stappen te nemen. Te beginnen waarde meer. Dit blijkt uit een onderzoek van bureau Experian dat veertien conbij de zware ingangsdeuren sumentengroepen naast kedie energie van buiten bloktens als HEMA, Bijenkorf en keert. Wie binnen is, loopt V&D zette. V&D is bij dermeteen tegen rekken en tien van de veertien consupaspoppen aan. “Weet jij nu mentengroepen niet sterk waar je naar toe moet?”, vertegenwoordigd. Alleen vraagt Cointepas. “Ik niet. ‘Kind en Carrière’ scoren Er ontbreekt een duidelijke goed. “Ja, dat van die kindelooproute. De merken staan ren snap ik wel”, zegt de kris kras door elkaar, Kipling Feng Shui-dame. “De tassen, Jane Norman kleren, schoolcampus heeft altijd in terwijl dameskleding ook op de eerste etage hangt”. Dat is Cointepas: 'Winterjassen met bontkragen de kelder gezeten. Iedereen Feng Shui-regel nummer voor oudere dames bij felgekleurde bikini’s weet, voor schoolspullen moet je daar zijn”. Volgens een: wees duidelijk waar je voor jonge meiden. Ja sorry hoor, dat kan haar is er nog een lichtpuntwat doet. En begeleid de toch niet'. je: La Place. “Het restaurant energie, dus ook de stroom heeft als voordeel dat het helemaal boven zit, in het van mensen”. vuurelement. Eten staat voor aarde, en die twee eleDonker menten ondersteunen elkaar. Overigens, wat mij opDe kassa rechts van de hoofdingang is volgens haar wel valt, beneden heb je geen zin om verder te lopen, maar goed gesitueerd. “Die staat in het 6 metaal, het finan- hoe hoger je komt, hoe beter de inrichting en de verciële gedeelte. Alleen de caissières staan midden in een lichting. Vind je het niet geestig? Ik merk dat in elke eiland en dat kan een onveilig gevoel geven. Als je je V&D. Boven voel je je lekker”. kassa goed wilt laten lopen, moet je een afgesloten geVoor meer informatie over Feng Shui: deelte achter je rug hebben”. Wat Cointepas verder opvalt, is de verlichting op de be- www.fengshuiprofessional.nl
Vrijdag 27 februari 2015 Den Haag Centraal
13
Column: internationaal
Eten.
Horeca HEMA, een plek Sinds 2010 rolt de HEMA beetje bij beetje zijn nieuwe horecaconcept uit over Nederland. De Haagse vestiging aan de Grote Markstraat moest tot afgelopen maand wachten op zijn makeover. Maar het resultaat is er: een lichte, overzichtelijke inrichting en gerechten tegen bijna vooroorlogse prijzen.
Bombardement Bezuidenhout
Willem Post Amerika-deskundige
14
Den Haag Centraal Vrijdag 27 februari 2015
Door Annerieke Simeone
D
oor de geur van rookworst banen we ons een weg via de roltrap naar boven. Achterin op de eerste etage moeten we zijn: het nieuwe restaurant van de HEMA. Er is ons veel beloofd in het persbericht: een prettige plek, een vernieuwde inrichting, een aanbod van verse, biologische producten. Dat laatste wordt in geschreven zinnen op de muur van het restaurant nog eens benadrukt: ‘we gebruiken zoveel mogelijk natuurlijke ingrediënten en we bereiden alles met liefde in onze eigen dagverse keuken’. Al eerder lazen we dat het assortiment van de HEMA producten omvat zonder onnatuurlijke geur-, kleur- en smaakstoffen. Klinkt allemaal goed.
Humanity House met Stories of Change – Be
‘One picture tells more than E
Vera.
Een paar dagen geleden kuierde ik onder een strak blauwe hemel door het Bezuidenhout. Een wijk die ik niet zo goed ken. Bezuidenhout is zo’n wijk waar je ook als buitenstaander verliefd op kunt worden. Waarom? De wijk heeft iets lommerrijks. Een eigen identiteit ook, een eigen geschiedenis en natuurlijk dat ene verhaal. Het was die ochtend van de derde maart 1945 mooi weer. Goed weer om te bombarderen, zo oordeelden de commandanten. Wel wat wind en weliswaar ook wat wolken. Maar toch, het kon. Zoals gebruikelijk in die dagen ging ook die vroege ochtend het luchtalarm af. Dat hoefde nog niet veel te betekenen want welhaast iedere dag gebeurde dat. De wijk had de geografische pech tegen het Haagse bos aan te liggen van waaruit de beruchte V-2 raketten op Londen werden afgevuurd. Vanuit Frankrijk en België stegen de Britse bommenwerpers op om de doelen in het Haagse bos uit te schakelen en het bos zo breed mogelijk te vernietigen. Er waren waarschuwende geluiden. Twijfels toch. Stond er niet teveel wind? En zou dan wel heel precies kunnen worden gemikt op de richtpunten? Was de naastgelegen zuidelijke woonwijk nu wel of niet bewoond? Daar waren aanvankelijk de meningen over verdeeld. Vast staat dat een aantal Nederlandse piloten niet wilden vliegen. Te riskant! Er werd anders beslist. Vanaf ruwweg negen uur tot half tien trok een vuurstorm door de wijk. Degenen die het overleefden, de 75 plussers dus, kunnen er tot op de dag van vandaag nog van vertellen. Zoals filmregisseur Paul Verhoeven wiens huis in Bezuidenhout als door een wonder werd gespaard. Eerst was er de doodse stilte. Toen het gegil. Paniek. Meer dan 500 doden en duizenden gewonden zoals later bleek. “Als kind”, zo vertelt Paul in het boek ‘Schoolvensters’, “was ik vooral verbaasd dat plotseling zoveel kinderen waren verdwenen. Die stilte!”. In de verte achter de Theresiastraat doemt de kerktoren op. Op een plakkaat voor het monument aan de Juliana van Stolberglaan zie ik een grote foto van diezelfde kerktoren net na het bombardement. Ik buig voorover. Maar is het wel dezelfde kerktoren? Dit is zo’n totaal ander landschap. Zoals de maan verschilt van de aarde. Ik kijk nog eens naar de details. Ik zie toch echt dezelfde klok en dezelfde ornamenten. Het moet ’m zijn. Op die foto van toen zie ik een immens puinlandschap. Zo confronteert dit onheilspellende beeld mij met het fenomeen oorlog. En dat roept ook de actualiteit op. Ook in 2015 zijn er nog oorlogen met soortgelijk massaal en tegelijkertijd individueel leed. Ik vind het een voorrecht te leven in een stad die door hoven als het Internationaal Gerechtshof aan conflictpreventie doet. De toekomstige weg naar echte vrede is een moeizame maar er is geen alternatief. Want dat bloederige oorlogspad pad dat naar ons leidt vanuit de historie versmalt niet echt, al zie ik hier en daar wel meer ‘vredesbomen’. Zeker ook in onze stad van vrede en recht. Waar je op stuit zijn de dilemma’s van de geschiedenis. En de absurditeit van het fenomeen oorlog. Je kunt natuurlijk zeggen dat het inmiddels allemaal zo lang geleden is. Maar wie de lange lijst met namen van doden ziet, komt vlot tot de conclusie dat alleen al die namen antwoorden verdienen. Natuurlijk zijn fouten menselijk maar bij zo’n calamiteit moet de historische werkelijkheid echt worden ontrafeld. Meer onderzoek dus! Veel documenten zijn inmiddels ongetwijfeld beschikbaar. Aanstaande zondag vindt om 12.00 uur bij het monument de jaarlijkse bloemenhulde plaats. Eigenlijk is die herdenking niet uitsluitend een zaak van Bezuidenhout. De vele ontheemden werden elders in en bij de stad opgevangen. Het puin van het Bezuidenhout werd later gebruikt bij de nieuwbouw van Moerwijk en Morgenstond. De heuvels in het Zuiderpark zijn letterlijk de puinheuvels van het Bezuidenhout. Heel Den Haag herdenkt zondag de krater die 70 jaar geleden in onze stad is geslagen. Het resultaat van een half uurtje oorlog. Absurd!
en aantal interessante sprekers opende vorige week in het Humanity House de expositie Stories of Change – Beyond the ‘Arab Spring’. Bijzondere foto- en videoverhalen, door de lenzen van een twaalftal lokale fotografen en multimediamakers, verschaffen een insiders blik op de Arabische Lente en wat daarop volgde. De toonzetting is verfrissend, berichtgeving bereikt ons veelal via westerse journalisten. Voor het Stories of Change-project werkten World Press Photo, het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Humanity House ruim twee jaar samen met jonge lokale fotojournalisten. Zij legden – lang niet altijd zonder gevaar voor eigen leven ‒ het dagelijks leven in Algerije, Egypte, Libië, Marokko en Tunesië vast.
Hun verhalen zijn niet ontsproten aan krantenkoppen en snelle tvdocumentaires.
Arabist Petra Stienen stond als moderator stil bij het feit dat wij vaak de extreme verhalen voorgeschoteld krijgen. Het humanitaire project Stories of Change biedt een unieke en intieme kijk op Noord-Afrikaanse samenlevingen. Secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken Renée Jones-Bos prees de tentoonstelling die meer inzicht, diepte en betrokkenheid mogelijk maakt. In onze gecompliceerde en turbulente wereld dienen we iedere mogelijkheid tot debat en het stellen van vragen aan te grijpen om nader tot elkaar te komen. Drie dagen tevoren had zij de conferentie over ‘Women, Peace and Security’ geopend. De wereld schrééuwt om meer vrouwen aan de overlegtafels waar levenskwesties als vrede, veiligheid en toekomst aan de orde zijn. Een van de deelne-
mers, een jonge Iraakse, was vastbesloten de hoop op een stabiel moederland niet te verliezen. Haar fiere moed inspireerde Jones-Bos tot de slotzin: “If they don’t give up, we should not give up”.
Dichterbij Lisette Mattaar, directeur Humanity House, benadrukte het doel van haar organisatie: de wereld dichterbij brengen. In aanvulling op de tentoonstelling is er een educatief programma voor scholieren van het voortgezet onderwijs. “Enige nuancering weten aan te brengen in de visie van kinderen is de beste graadmeter voor ons nut”. Lars Broering beoogt als directeur World Press Photo een wereldomvattende handreiking; hij stelde voor het begrip ‘Derde wereld’ af te schaffen. Samenwerking, wederzijds begrip en nieuwe wegen naar elkaar vormden ook zijn sleutelwoorden. “World Press Photo gaat niet alleen over competitie”.
Stadsgroen.
voor heel Den Haag Aan het begin van het selfservice-restaurant bekijken we een lijst met broodjes: speltbrood met mozzarella en tomaat, maar ook één met Surinaamse kip. Zou die kip bio zijn, vragen we ons af. Het staat er niet op, dus we gaan er maar niet van uit. En hoe zit dat met de warme maaltijden? In de pasta bolognese zit biologisch vlees, maar bij de kippenvleugels staat weer niets vermeld. Verwarrend. Het neemt niet weg dat juist hier de rij het langst is. Een stamppot voor € 2,50, een biefstuk voor € 5,00. Een ontbijt, en dan hebben we het over een kop koffie met een croissant, jam en een broodje ei, kost hier € 1,00. Bijna vooroorlogse prijzen. Mijn eetpartner kijkt ongelovig over mijn schouder mee als we bestellen en fluistert: “We zullen wel een kleine portie krijgen”. Maar dat valt reuze mee. Mijn penne met bolognesesaus, rucola en geraspte kaas is niet immens groot, maar voor € 2,50 toch een bord vol. Net als de nasi goreng voor € 5,00. En smaakt het? Nou best oke. Ja, de pasta had iets eerder uit de pan gemoeten, maar de saus is heel redelijk. De nasi had wel warmer gekund en de kip is net op het randje van gaar, maar wel met zuur en kroepoek. Twee stokjes saté met zoete saus complementeren het gerecht. Minpunt is dat de rode wijn met garnacha- en tempranillodruiven op kamertemperatuur is. Dat betekent hier zo’n 21 graden. Terwijl er netjes op de achterkant van het flesje een thermometer staat afgebeeld met het cijfer zestien. Dan de inrichting: die is groot, maar licht en overzichtelijk. Heel veel wit en lichte houtkleuren. Kinderen kunnen terecht in een Jip en Janneke-keuken in de vorm van een huisje. Wie een plaatsje bemachtigt bij het raam ziet in de Grote Markstraat het shoppende publiek aan zich voorbijtrekken. Om ons heen zitten Hagenaars en Hagenezen. En mensen die wellicht in Nederland geboren zijn, maar toch duidelijk invloeden van een ander land in hun bloed dragen. Dat
is het leuke aan deze plek. Iedereen voelt zich thuis bij de HEMA. Maar het leukst van allemaal: de rekening. Voor € 11,75 krijg je twee warme maaltijden, een flesje wijn en een Heineken-biertje. La Place moet uitkijken voor deze ijzersterke concurrent.
IVN Den Haag organiseert dit voorjaar van 3 maart t/m 2 mei 2015 een Cursus Tuinreservaten in het Segbroek College aan de Goudsbloemlaan 131 in Den Haag.
Vijf miljoen!
eyond the ‘Arab Spring’
a thousand words’
‘My Taboo Child’. Foto: Zara Samiry.
De in Londen woonachtige, Libische fotograaf en activist Nader ElGadi had als enige de reis naar Nederland weten te maken. Voor The New Decision Makers verbleef hij tien weken in Libië om vast te leggen dat na 42 jaar Gaddafi de macht nu in handen is van degenen die de olievelden en dus de olieproductie in handen hebben.
‘One picture tells more than a thousand words’, een andere blik loont, zo luidden de reacties op de drukbezochte opening. De tentoonstelling is nog tot en met 31 mei in het Humanity House aan de Prinsegracht 8 te zien. Vera de Jonckheere
Vijf miljoen voor- en achtertuintjes telt ons land. Als je al die tuintjes naast elkaar zou leggen, krijg je een gebied dat net zo groot is als de Hoge Veluwe, dat zo’n 54.000 hectare meet. Vijf miljoen tuinen. Dat zijn er nogal wat. En dat dachten de mensen van de IVN ook. Nu de overheid steeds minder geld over heeft voor groen, is het misschien wel een goed idee als we onze vijf miljoen tuinen zo natuurlijk mogelijk gaan inrichten en ecologisch met elkaar gaan verbinden. Als partner van het bekende programma Vara’s Vroege Vogels en verschillende natuurbeschermingsorganisaties heeft IVN de cursus Tuinreservaten ontwikkeld. Waar u aan kunt meedoen. Want al onze voor- en achtertuintjes bij elkaar zijn gewoon: natuur! Stelt u zich eens voor: wanneer een flink deel van onze tuinen in plaats van stoeptegels een natuurlijke, diervriendelijke inrichting zouden hebben, krijgen we een enorme uitbreiding van onze groene huishouding. De afwisseling van streekgebonden bomen en struiken, van Groningen tot Groenlo, van Geleen tot Grouw en van Groet tot Geertruidenberg, levert samen met alle varianten van vaste planten, één- en tweejarigen en bollen en knollen in natte, droge, zonnige, schaduwrijke, zanderige, leemhoudende, veenrijke of kleirijke grond een gevarieerde natuur op die zijn weerga niet kent. Je mag het misschien niet hardop zeggen, maar een dergelijke tuinreservaat is waarschijnlijk
– wat de variatie aan soorten planten en dieren betreft – nog wel rijker dan de Hoge Veluwe. Vijf miljoen kleine reservaatjes dus! Diverse organisaties willen de trend van verharding in tuinenland keren door van Nederlandse tuinen een fijne plek te maken voor planten en dieren. Zo streven de deelnemers van de cursus Tuinreservaten er bijvoorbeeld naar niet meer dan eenderde van hun tuin te verharden. Voor steeds meer planten en dieren is de natuur in en rond de steden hun belangrijkste leefgebied, en vaak zijn tuinen nog hun enige toevluchtsoord. Neem nu de merel, een eeuw geleden nog een schuwe bosvogel die vanuit het buitengebied de stadstuin heeft ‘gekoloniseerd’. Maar ook grote bonte spechten, sperwers, ijsvogels en vleermuizen worden steeds meer in tuinen gesignaleerd, naast kikkers, padden, salamanders, libellen en vele insecten. Alle Nederlandse tuinen bij elkaar fungeren als stepping stones voor de planten en dieren, en zijn op die manier minstens even belangrijk als alle officiële daartoe aangemerkte natuurgebieden. Nu wilt u natuurlijk ook uw eigen tuin, balkon, dakterras of misschien wel buurttuin eenvoudig omtoveren tot een waar tuinreservaat. In de cursus Tuinreservaten leert u stap voor stap hoe u uw eigen tuin plant- en diervriendelijker maakt. Ook het natuurvriendelijk tuinonderhoud komt aan de orde, daarnaast hoort u welke planten vogels, insecten en vlinders aantrekken, wat de juiste plek is om planten te laten groeien en nog veel en veel meer. Wendy Hendriksen Informatie via de website www.ivndenhaag.nl onder het kopje Activiteiten, Cursus Tuinreservaten. Hier vindt u de data, de kosten en de onderwerpen van de lesavonden en excursies. Bellen kan ook: Max Leerentveld op telefoonnummer 070 3252405 of 06 – 13053114.
Vrijdag 27 februari 2015 Den Haag Centraal
15
SUPER SPECIAL Chansons à l’improviste New album release
CD te koop vanaf ma 9 maart bij Le Bistrot de la Place
DHC
Plaats 27, Den Haag
[email protected]
Dagje Wellness * S I T A R G 1 p+erso1nen voor de prijs van 1 2
€ 29,
95
€ 59,90
/
8th March 2015 14:00 at Korzo Theater, Prinsestraat 42, 2513CE Den Haag
* tegen inlevering van deze advertentie. geldig t/m 30-04-15
€10 adults, €5 children and students, €20 entrance including cd. Reservations:
[email protected]
MAURITSKADE 10 • DEN HAAG • TEL 070 820 99 10
WWW.CAESAR-DENHAAG.NL
Een échte Haagse krant
}<(l(tp$=adbcb <
Combineer nu de papieren en de digitale krant Vrijdag 20 februari 2015 jaargang 9 nummer 406
€ 2,50
Pier draait vijf jaar door 5 }<(l(tp$=adbcb <
iPad
vrijdag 20 februari 2015 Week 08 Een échte Haagse krant
Renovatie jaagt 3 parlement Binnenhof uit
Vrijdag 20 februari 2015 jaargang 9 nummer 406
€ 2,50
Pier draait vijf jaar door 5 Renovatie jaagt 3 parlement Binnenhof uit vrijdag 20 februari 2015 Week 08
In de opera De Parelvissers worden twee parelvissers, Nadir en Zurga, op hetzelfde meisje verliefd: de betoverend mooie Leïla. Het betekent bijna het einde van hun vriendschap totdat het meisje onverwachts uit hun leven verdwijnt. Maar als Leïla opnieuw hun pad kruist, vlamt hun rivaliteit weer op, dit keer met fatale gevolgen. >Foto: Marco Borggreve / zie pagina 4
Macbook Air
Het andere nieuws over de stad
Walter Benedict, stoer eten op de Denneweg 16
Walter Benedict, stoer eten op de Denneweg 16 Herdenking 7 bombardement Bezuidenhout 13 City Light werpt ander licht op de stad advertentie
Dit is een uitgave van
Laatste kans! ElkE vrijdag in fEbruari tot 21 uur: livE muziEk En ‘friday night out’ dinEr (rEsErvErEn 070-7200720)
Het andere nieuws over de stad
Herdenking 7 bombardement Bezuidenhout illustration by kristen n. brown 2011
Bent u nog geen abonnee? Bent u abonnee? 13 City Light werpt ander licht op de stad
Neem dan een abonnement voor slechts € 89 per jaar Ontvang dan Den Haag Centraal (52 nummers), een halfjaarabonnement € 52 gratis op uw smartphone, (26 nummers) en een kwartaalabonnement € 28,75 (13 nummers). tablet of pc in combinatie met de Dit abonnement is inclusief gratis toegang tot de digitale versie van papieren krant. de krant. Ook alleen een digitaal abonnement is mogelijk voor € 68 per jaar (52 nummers). Ga naar www.denhaagcentraal.net en vul uw gegevens in voor uw inlogcode. Ga naar www.denhaagcentraal.net voor uw abonnement. advertentie
Laatste kans! ElkE vrijdag in fEbruari tot 21 uur: livE muziEk En ‘friday night out’ dinEr (rEsErvErEn 070-7200720)
In de opera De Parelvissers worden twee parelvissers, Nadir en Zurga, op hetzelfde meisje verliefd: de betoverend mooie Leïla. Het betekent bijna het einde van hun vriendschap totdat het meisje onverwachts uit hun leven verdwijnt. Maar als Leïla opnieuw hun pad kruist, vlamt hun rivaliteit weer op, dit keer met fatale gevolgen. >Foto: Marco Borggreve / zie pagina 4
Dit is een uitgave van
Koken met ...
Paul van Waarden
Adres Jagerstraat 6 Telefoon 070 744 7900 Info www.restaurantallard.nl Geopend Dinsdag tot en met zondag, van 16.00 tot 23.00 uur. Voorgerechten vanaf € 16,‒ Hoofdgerechten vanaf € 12,50 Nagerechten vanaf € 7,‒
Paul van Waarden is één van de bekendste Haagse chef-koks. Jarenlang zwaaide hij de scepter in zijn gelijknamige sterrenrestaurant in Rijswijk, restaurant At Sea in Scheveningen en De Keuken Van Waarden-Azië. Momenteel is hij culinair adviseur en geeft hij les op de Horeca Academie aan het Esperantoplein 5. Voor Den Haag Centraal schrijft hij wekelijks eenvoudig te bereiden recepten.
Een ‘Oreo peanuts salted caramel chocolate bar’ Nodig: ◯ 2 zakjes gezouten pinda’s ◯ 2 rollen oreo-koekjes ◯ 2 blikjes gecondenseerde melk (zoete melk) ◯ 1 pak gepofte rice crisps ◯ 500 gram pure chocolade ◯ 150 gram roomboter
Dat is een hele mond vol voor een homemade Snickers. Ik geef u hier het recept van een enorme suikerbom. Als het deze week weer eens wat tegenzit. En als die kleine lieve draakjes, die meer vakantiedagen hebben dan u, zich een beetje vervelen, dan is dit misschien een leuk idee om met ze te maken. Maar pas op, dit is zo lekker dat ze hem meteen helemaal op willen eten. En dan begint de ellende voor u pas echt, ze stuiteren het hele huis door en zijn daarna niet meer stil te krijgen. Genoeg uitdagingen dus. Voorzichtig met dit gevaarlijk lekker spul, ik heb u gewaarschuwd.
Een kwestie van smaak met ...
NicoMcGough
Bosman Wijnkopers, finalist in de verkiezing ‘beste wijnwinkel van Nederland’, is gespecialiseerd in biologisch geproduceerde wijnen. Nico McGough is een van Neerlands bekendste wijnkopers, van zijn wijnen zijn er 81 opgenomen in De Grote Hamersma-gids, en 10 in de top 100.
Superster Baumard
E
en van de ‘vergeten’ appellations uit de Loire-vallei is Savennières. Een droge, witte wijn, voor 100% gemaakt uit de nobele chenin blanc-druif. Savennières raakte op de achtergrond, qua bekendheid voorbijgestreefd door witte regiogenoten als Sancerre en Pouilly-Fumé. De wijngaarden liggen op de noordelijke Loire-oever, bij de stad Angers. Het zijn koninklijke wijnen. Groots, diep, elegant, geweldig, met een haast onbeperkt bewaarpotentieel. Droog en zuiver. Een van de meest gerespecteerde wijnbouwers is Florent Baumard, die het familiedomein voortzet. De wijnen van Baumard worden gerekend tot de absolute top van de Loire en daarmee van Frankrijk. Hij heeft drie verschillende wijnen, alle uit Savennières. De prachtige, stijlvolle Clos de St. Yves, gevolgd door de Clos du Papillon, afkomstig van het gelijknamige wijngaardje dat vanuit de lucht lijkt op een bovenmaatse vlinder. De indrukwekkendste Savennières is de Trie Spéciale van laat geoogste druiven, één voor één met de hand geplukt. Heerlijk bij: Voorname vissoorten als tarbot, griet of zeebaars. Maar beslist ook bij de verfijnde Japanse keuken. Wilt u kennismaken met deze koninklijke Loire-wijnen? Dat kan op zaterdag 28 februari. Op die dag kunt u deze drie wijnen van Florent Baumard van 14.00 tot 17.00 uur proeven bij Wijnkoperij De Gouden Ton aan de Denneweg 81 of bij Bosman Wijnkopers aan de Frederik Hendriklaan 251. Prijs: € 18,95 Bestellen via
[email protected] of 070 3584336
+ sliptongen - keukenbrigade - tonijntartaar
Allard
Eetrubriek
Bereidingswijze: Stop de nog dichte blikjes gecondenseerde melk in een pan en giet er koud water over, zodat ze helemaal onder water staan. Zet de pan op het vuur en kook de blikjes op zacht vuur voor een uurtje of 4. Haal de blikjes daarna uit het water en laat ze afkoelen. Pas op als je ze meteen openmaakt. Als ze nog warm zijn, spuit de karamel eruit, dus voorzichtig. Haal de Oreo-koekjes uit de verpakking en haal ze van elkaar af en schraap de vulling er tussenuit. Die mag weg. Doe alle schone koekjes in een kom en stamp ze fijn tot kruim met de stampotstamper. Als de koekjes in kleine stukjes zijn gestampt, kneed je er 150 gram roomboter door en verdeel je dat over de bodem van een platte schaal, druk goed aan en maak de bodem egaal. Smelt alle chocolade en giet een dun laagje over de bodem met de koekjes, (houd de helft achter voor de toplaag) verdeel met een lepel de chocolade over de hele bodem. Je ziet nu geen koek meer maar alleen nog chocolade. Plaats de schaal in de vriezer om hard te laten worden, ongeveer 10 minuten. Meng intussen de gezouten pinda’s met wat rice crisps. Haal de karamel uit de blikjes en verwarm ze voorzichtig in een pannetje op laag vuur. Giet de karamel als deze warm en glad is bij de pinda en de rice crisps en meng het goed door elkaar. Pak de schaal uit de vriezer en verdeel er de karamel, pinda’s en rice crisps in. Goed verdelen over de bodem en een beetje aandrukken. Zet de schaal weer terug in de vriezer gedurende 5 minuten. Haal de schaal weer uit de vriezer en giet er de laatste chocolade op. Leg er een laagje plastic over en zet de schaal met de hele massa in de koelkast, gedurende een uurtje of 3 à 4. Goed op laten stijven. Daarna er uithalen, lossen en met een heel groot scherp mes in repen snijden. Bewaren in een gesloten doos in de koelkast. Bewaren, haha, probeer het maar…..
Contant, pin & creditcards
Internationaal
R
estaurant Allard aan de Jagerstraat is wat Engelsen zouden noemen ‘a hidden gem’, een verborgen juweeltje. Deze knus ingerichte plek ligt namelijk een beetje verscholen in één van de zijstraten van de Denneweg. Voor de zekerheid heeft de eigenaar maar een bord in de winkelstraat geplaatst, waarna een spoor van gloeiende lantarentjes je regelrecht naar het goede adres leidt. De voormalige sociëteit heeft al tijden een horecabestemming: vroeger zat hier ’t Jagertje, daarna Casa Caroni, en sinds negen maanden is het in handen van Allard van der Heijde. Een aantal jaren terug zag ik ’m nog in de bediening rondlopen bij Impero Romano, waarbij hij graag een woordje Italiaans sprak met zijn collega’s. Een paar Italiaanse gerechten vind je nog terug op de verder internationaal georiënteerde kaart. Allard vind ik één van de sfeervolste restaurants van Den Haag. Stijlvol, maar niet te chique ingericht en een goede belichting. Alleen, zal je net zien, niet bij ons. Terwijl overal mooie spotjes hangen, sierlampen wat gedempt licht geven, is onze tafel in donker gehuld. Ik zie nog net dat er drie partjes citroen op mijn tartaar (€ 16,00) liggen. Wat ik proef zijn tonijnstukjes met dikke zoutkorrels en tapenade van zongedroogde tomaatjes. De reden van die laatste toevoeging is mij echt onduidelijk, de tomaatjes zijn veel te overheersend. Daarnaast mis ik iets wat de vis smeuïg maakt. Mijn tafelgenoot heeft drie St. Jakobsschelpen (€ 14,00) met daarbij toefjes zoete rode uien-compote. De coquilles hadden wel een beetje zout kunnen gebruiken. Bij de gerechten drinken we een fles San Pellegrino (€ 5,00) en een aromatische goudgele chardonnay van het merk Corette (€ 5,00). Het blijkt een prachtige begeleider bij mijn volgende gang: de in roomboter gebakken sliptongen (€ 18,00). Stevige vissen, mooi bereid. Op het bord ook een flinke vierkante aardappelgratintaart met wat rozemarijn. Op de lamskoteletten (€ 24,00) heeft de keuken zijn best gedaan, het vlees is supermals, de saus van honing en vijgen uiteraard vrij zoet. Daaronder een aardappelpuree met wat flauwe courgettes en grof gesneden rode ui-partjes. Al met al laat de uitvoering hier soms wat te wensen over. We krijgen het idee dat de mensen in de keuken wel kunnen koken, maar er vanavond niet zo’n zin in hebben. Gedurende de avond zijn er twee, drie tafels bezet en dat werkt niet erg motiverend. Zodra er weer een gang klaar is, hangen de koks in het zicht van de gasten wat rond of spelen met hun mobiel. Dat komt raar over. Ga dan even naar buiten of naar boven als je je verveelt. Afijn, de zabaione (€ 7,00) die aan tafel door Van der Heijde wordt geklopt bevat witte wijn en Gran Marnier in plaats van de traditionele Marsalawijn. Het schuimig soepje gaat in een diep bord met daarbij een smakelijk bolletje ijs van witte chocolade. Mijn crème brûlée (€ 7,00) heeft een mooi gekarameliseerd laagje, maar geen vanille in de crème, wat ik jammer vind. Na onze koffie krijgen we een glaasje limoncello aangeboden door Van der Heijde, die ons ook trots zijn nieuw ontworpen menukaart laat zien. Ziet er fris uit, we hopen ook dat hij zijn personeel fris houdt, want met een eindbedrag van € 127,00 zou dat wel moeten. En dat was vanavond helaas niet altijd het geval. Annerieke Simeone
Vrijdag 27 februari 2015 Den Haag Centraal
17
18>SPORT
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 februari 2015
André
Waar gaat het mis met die hooligans? Het leek een aantal jaren de goede kant op te gaan met de misdragingen van de veelal aan voetbal gerelateerde dwazen die het steeds weer voor elkaar krijgen om hun club in diskrediet te brengen. Deze keer worden we na een lange periode van relatieve rust opgeschrikt door volwassen mensen die het Londense Chelsea en het Rotterdamse Feyenoord weer tot wanhoop brengen. Als Hagenaar hoop ik dan dat dit niet overslaat naar de vroeger beruchte hardekernsupporters van ADO met wie het de laatste jaren juist zo goed gaat. Beide clubs komen door de acties van vorige week in grote problemen en dan praat ik niet alleen over de imagoschade die op zich al enorm is. Waar is het misgegaan met deze mensen? Hebben in de jaren waarin het telt de ouders het laten afweten, zijn we op de scholen tekortgeschoten in het ontwikkelen van enig normbesef of is het domweg een probleem van drank en vooral drugs? Van alles een beetje, ben ik geneigd te concluderen. Feit is wel dat deze clubs nu met een enorm probleem zijn opgezadeld en moeten vrezen voor zware straffen. Ik weet als geen ander wat er allemaal in het werk is gesteld door bijvoorbeeld een club als ADO om dit soort excessen uit te bannen. Dus laten mensen vooral niet te makkelijk zeggen dat het de schuld van de clubs zelf. Engelse hooligans die op een onthutsende manier racisme in beeld brengen. Fysiek onwel worden we bij het zien van dit soort beelden. Wat kunnen we doen om hier tegen te vechten? Ik zoek het dicht bij huis en maak ruimte voor dit probleem in de opvoeding van mijn eigen kinderen. De komende paar weken ga ik om een bevriend collega te helpen als docent op het Haagse Zandvliet College lesgeven en ik zal daar ook proberen de sportbeleving maar ook het normbesef van een aantal Haagse jongeren te beïnvloeden. Een druppel op een gloeiende plaat, hoor ik u denken. Toch pas ik ervoor om niets te doen en blijf ik strijden voor verbetering van het imago van de voetbalsport waaraan ik zoveel te danken heb. Al was het alleen maar om iets terug te doen voor de sport in het algemeen en die voetbalsport in het bijzonder.
André Wetzel Oud-voetballer en trainer
Youngman kiest het luchtruim, tegen GSC ESDO. >Foto: Bert Tielemans.
Voor Alex Youngman is voetbal een gentlemen’s game
Negentig minuten lang van box-to-box Dat zijn naam niet vaak valt, betekent niet dat dit niet veel vaker zou moeten gebeuren. Want in woelige tijden is Alex Youngman (27) het anker dat de Koninklijke Haagsche Cricket en Voetbalvereeniging recht houdt. Dat doet de centrale middenvelder met een grenzeloos loopvermogen en een aan helderziendheid grenzend gevoel voor timing: “Supertrots dat ik die honderd caps heb gehaald”. Door Martin van Zaanen
Ben jij een typische HVV’er? “Nou, het is niet zo dat ik lid ben geworden omdat mijn vader en opa dat al waren zoals hier met veel leden het geval is. Ik ben geboren in Amersfoort en heb toen tien jaar in Engeland gewoond. Op mijn elfde zijn we in de Wagenaarweg in Scheveningen gaan wonen, ik ging naar The British School in Voorschoten. Mijn ouders vroegen eens rond wat een leuke voetbalclub zou zijn en zo rolde HVV eruit”. “We hadden geen idee dat dit zo’n bijzondere vereniging is, nog steeds gaat er geen week voorbij zonder dat ik weer een of ander mooi historisch verhaal hoor. Ik keek in het begin sowieso mijn ogen uit. Jullie realiseren je dat misschien niet, maar het Nederlandse amateurvoetbal is uniek. In Engeland heb je profclubs, non-leagueclubs en daaronder kun je in het park een balletje trappen. Voor de jeugd laat, buiten schoolvoetbal, de structuur te wensen over. Hoe jullie het doen, met ruimte voor iedereen, oud-spelers die hun ervaring overdragen op de jeugd, de vrijwilligers, daarop mogen jullie trots zijn”. Veel HVV’ers timmeren maatschappelijk aardig aan de weg. Dat kan conflicteren met de trainingen en wedstrijden. Hoe zit dat bij jou? “Ik werk als financial advisor bij ABN AMRO in Noordwijk. Veel internatio-
nale klanten, ik praat de hele dag Engels. Noordwijk-Benoordenhout is prima aan te rijden. Bij HVV hebben we ook jongens die in Rotterdam en Amsterdam werken en wonen. Voor hen is het een hele toer door de week twee keer heen en weer te gaan. Toch slagen ze er met veel onderling geregel en gehaast in. Als ik er een keer niet ben, is dat omdat mijn vriendin in Londen woont en ik haar af en toe ook wil zien”. Afgelopen zondag speelde je tegen ROAC uit Rijpwetering je honderdste duel in het eerste elftal van HVV. “Mooi hè. Supertrots dat ik die honderd caps heb gehaald. Ook omdat ik zelf de laatste was die dat had verwacht. De trainers hier drukten me steeds op het hart het simpel te houden en te focussen op mijn sterke punten: mijn Engelse instelling. Die adviezen heb ik ter harte genomen”.
Waar kom je precies vandaan in Engeland? “Uit North-hampton, ten noordwesten van Londen. Uurtje, anderhalf uur rijden, afhankelijk van het verkeer. Voor jonge mensen is er niet zo gek veel te beleven. Als jochie zat ik bij Northampton Town, de plaatselijke profploeg die meestal op het vierde niveau speelt. Paars en wit. Ook wel ‘The Cobblers’, de schoenlappers, naar de schoenenindustrie waarmee de stad groot is geworden. Ik was centre-back, één van de twee centrale verdedigers. Veel duels uitvechten”. Klopt het dat je nog een jaar bij SV Wassenaar hebt gezeten? “Toen ik weer terugkwam uit Engeland waar ik sportwetenschap had gestudeerd aan The University of Leeds, ben ik bij Wassenaar gaan spelen. Een vriend van mij, Anthony Brightwell, speelde daar al. Leuke club daar op Kerkehout, aardige mensen, maar qua prestaties stelde het weinig voor. En ik ben erg fanatiek als het op voetbal aankomt. Bo-
vendien stelde de trainer me steeds als links- of rechtsback op. Terwijl ik er toen al uit was dat ik op het middenveld het best tot mijn recht kom. Kan ik mijn energie beter kwijt. Ondanks dat ze bij Wassenaar geld boden, keerde ik terug naar HVV. Anthony ging mee”.
Je loopvermogen is niet de enige reden dat de rol van centrale middenvelder je op het lijf geschreven is. Je wint een hoog percentage van je persoonlijke duels. En dat met amper overtredingen. “Da’s timing hè. Je moet zo’n duel niet te vroeg aangaan. Als je goed kijkt, kun je voorspellen welke kant je tegenstander gaat opdraaien. Zodra hij dat doet, kun je ingrijpen”. Dat eerst kijken en dan pas doen: dat geldt zowel voor over de grond als door de lucht? “Ja, en zowel aanvallend als verdedigend. Ook belangrijk: áls ik ga, ga ik ook helemaal. Met mijn hele lichaam. Maar wel clean, hè. Altijd clean. Ik hou van mannelijk voetbal, maar niet van vuil voetbal. Ik zie het als een gentlemen’s game en beleef het ook zo. Spelers die zich laten vallen, aaargh, dat haat ik! Wie wil uitdelen moet ook kunnen incasseren. Zeuren op de scheidsrechter vind ik ook totaal zinloos. Gewoon voetballen, man. Daar sta je voor op dat veld”. Je lijdt weinig balverlies. “Heeft ook weer met dat vooruitdenken te maken. Van tevoren al zien welke ploeggenoot vrij staat of vrij gaat komen. Dan is ‘one touch’ meestal genoeg. Oké, het is simpel, het is niet spectaculair, maar wel overzichtelijk. En zo houd je het tempo erin”. Hoe bereid je je op wedstrijden voor? “Ach, ik weet tegen wie we ’s zondags spelen, waar ze op de ranglijst staan, maar ik heb van tevoren geen tactische informatie over ze nodig of zo. Dat zie ik zelf de eerste vijf tot tien minuten in
het veld wel. Dan weet ik hoe ze spelen, hoe wij hen moeten tegenhouden en waar we hen pijn kunnen doen”. HVV kan als club een rustieke indruk maken, toch is er onlangs in korte tijd aardig wat gebeurd. “Je doelt op de trainerswissel in de winterstop?” Ja. “Ik denk dat het onvermijdelijk was dat assistent Edmund Vriesde het van Albert van der Dussen zou overnemen. We hadden allemaal de indruk dat Albert het hier wel zo’n beetje had gezien. Nu zijn we op de ranglijst van de Tweede Klasse C in hoog tempo aan het stijgen. Weg uit die degradatiezone. Vriesde traint hard, vooral op dinsdag gaan we conditioneel diep. Daarbij trekt hij één lijn: door de week niet twee keer trainen is zondag niet spelen. Dat is de discipline die deze selectie nodig heeft. Zelf heb ik het ook nodig om hard te trainen. Ik moet negentig minuten van box-to-box kunnen lopen. Ik heb nu eenmaal geen soepele techniek of surplus aan klasse waarop ik kan terugvallen”. Weet je je eerste wedstrijd voor De Kroonleeuwen, HVV 1, nog? “Jazeker, tegen RKSVM. Ik was 18 jaar, viel vijf minuten voor tijd in en scoorde. Als ik het goed heb uit een voorzet van Derick Mekking. We wonnen met 3-0. Wist niet wat ik meemaakte”. Wanneer denk je dat je je laatste duel voor deze club zal spelen? “Het zou kunnen dat ik volgend jaar of het jaar erop weer in Engeland ga wonen. Bij mijn vriendin. Londen is de ‘financial capital of the world’, het lijkt me sterk als ik daar geen werk kan vinden”. Negen profclubs in Londen, daar zul je je als voetballiefhebber niet vervelen. “Ja, oké. Maar ze hebben er geen HVV”.
19
SPORT<
Vrijdag 27 februari 2015 > Den Haag Centraal
Emily Campbell, aanvoerster van HGC:
‘Den Haag heeft als stad te weinig goede hockeysters’
Door Klaas-Jan Droppert
helft iets verandert. Campbell gaat zich nadrukkelijk met de strafcorners bemoeien. “Wat voor strafcorner ik heb, ga ik niet zeggen. Dat moet een beetje een verrassing blijven. Maar we zijn op de training wel heel nadrukkelijk bezig om tot het uiterste te gaan zodat een gelijkspel vaker een overwinning wordt. Hoe je dat doet? Door hard te trainen en door de doelpunten die je maakt te vieren. Ja, ook op training”.
Als op 1 maart de veldcompetitie wordt hervat, staan de dames van HGC bovenaan in de Overgangsklasse. De Wassenaarders hebben dit seizoen nog geen wedstrijd verloren. “Maar we zijn eigenlijk al een jaar ongeslagen”, zegt de 29-jarige verdedigster. “Al sinds de winterstop vorig jaar. Toen hadden we een grote achterstand, kwamen we terug en hebben we het net niet gered. Dit seizoen hebben we tegen elkaar gezegd dat we vanaf de start scherp moeten zijn”. Maar een reeks van zes zeges en zeven gelijke spelen is geen garantie dat De Gazellen ook daadwerkelijk de play-offs halen. “Het staat allemaal dicht bij elkaar en we staan zelfs gelijk met De Terriërs. Dat komt omdat we te veel gelijkspelen. Onze doelpunten worden netjes over alle speelsters verdeeld. Het moet meedogenlozer. Een echte killer missen we”. Vandaar dat er in de tweede seizoens-
Hockeyfamilie Als aanvoerster brengt Campbell routine en is ze het slot op de deur. De verdedigster met Schotse voorouders stamt uit een echte hockeyfamilie. Haar vader speelde Hoofdklasse, haar broers Bas en Gijs doen dat nog steeds bij Rotterdam en Den Bosch. Zelf begon ze bij Den Bosch waar ze met de beste hockeyers van het land speelde. Daarna volgden drie jaar Union in Nijmegen en eenzelfde periode bij Hurley in Amsterdam. Via de toenmalige coach Peter Taylor kwam de lerares van groep 8 van de Michiel de Ruyterschool in Amstelveen (‘We hebben het regelmatig over hockey, veel van mijn leerlingen spelen ook’) op de Roggewoning terecht. “Daar heb ik het prima naar mijn zin. Maar soms is het wel zwaar. Het aanvoerderschap schept verplichtingen en drie keer per week trainen en een drukke baan is soms wat veel. Bovendien sta ik vanuit Amsterdam regelmatig in de file.
In het begin van haar carrière speelde ze met toppers als Minke Booij, Janneke Schopman, Mijntje Donners en Maartje Paumen. En won ze met Den Bosch de landstitel en de Europa Cup. Nu zet Emily Campbell als aanvoerster haar ervaring voor HGC in. Met als doel promotie naar de Hoofdklasse af te dwingen.
Vervelend, maar dat vergeet ik weer als ik eenmaal op het veld sta. Sommigen van mijn teamgenoten hebben echt ‘I love hockey’ op hun voorhoofd staan. Dan raak je vanzelf enthousiast”. Doel is om net als de heren de Hoofdklasse te bereiken. Toch zegt Campbell dat er geen druk op het team staat. “Ooit moet HGC terug naar de Hoofdklasse. Dit was de topploeg van Nederland en Europa in de jaren tachtig en negentig. Maar het is niet de bedoeling dat we net als De Terriërs na promotie direct weer degraderen. Er moet een goede basis zijn. Dat is een proces van jaren. Vier jaar geleden zijn bij de degradatie veel speelsters vertrokken. Sindsdien is er een nieuw team opgebouwd, waarvan de kern drie jaar bij elkaar is. Het probleem is ook dat Den Haag te weinig goede hockeysters heeft. Den Haag heeft geen aantrekkingskracht. Amsterdam heeft drie clubs op het hoogste niveau, Den Haag alleen HDM. Dus de aanwas moet vooral van buiten Den Haag komen. Dat zie je ook aan ons team. Vier komen uit Amsterdam, vier uit Rotterdam, eentje uit Utrecht en uit Alphen aan den Rijn. Maar niemand uit Den Haag. Dat geeft al aan dat het een proces van de lange termijn is. Ooit gaat dat leiden tot promotie. Daarvan ben ik overtuigd. De vraag is of dat dit seizoen al lukt. Wij gaan er in ieder geval alles aan doen”.
Paul Rusche ziet de huidige ploeg graag spelen. >Foto: Bert Tielemans
Oud-ijshockeyer Paul Rusche bij elk thuisduel van HIJS
‘Blij dat de nieuwe aanpak aanslaat’ Er zijn veel dingen die je op vrijdagavond kunt doen. Eén van de aardigste: een avondje HIJS. Want in De Uithof werd het er sinds de afdaling naar de Eerste Divisie verrassend genoeg alleen maar leuker op. Mede omdat je er nog eens een ijshockeyheld uit het verleden tegen het lijf loopt. Zoals Paul Rusche (71). Hij schaatste sneller dan zijn eigen schaduw en stamt uit de tijd dat mannen nog echte mannen waren: “Gebroken sleutelbeen, dat was kinderspel. Daar lachte je om”. Door Martin van Zaanen
Emily Campbell: ‘We spelen te vaak gelijk, want we missen een echte killer’. >Foto: Bert Tielemans
Begin met mensen vanaf een zekere leeftijd over schaatshal De Hokij in wijlen de Houtrusthallen en er verschijnt een weemoedige glimlach op hun gezicht. Dan gaat het over de gloriedagen, over de jaren zestig. En dan vooral de tweede helft van dat decennium. Een ooggetuige vanuit het hart van de actie is ook anno 2015 iedere thuiswedstrijd van de partij: de 71-jarige Paul Rusche. “Bij de thuiswedstrijden van HIJS aan de Houtrustweg was het soms zo vol dat de brandweer, met het oog op de veiligheid, de deuren moest openzetten. Ik speelde rechtsmidden, rechtsvoor. Ik was niet heel erg goed, maar wel snel. Erg snel. Zo snel als ik was niemand, het was een heel natuurlijke slag waarmee ik schaatste. Daar heb ik nooit speciaal op hoeven trainen. Ik was als eerste voorin en als eerste terug. Nadeel: dan vang je ook als eerste de klappen op”. Ja, ijshockey gaat snel en is hard. Vooral dat laatste blijft niet zonder gevolgen. Rusche: “Ik heb een keer een tand eruit gehad en iedere vinger is wel een keer uit de kom geweest. Ook heb ik mijn sleutelbeen gebroken, na een gigantische gooi stond ik ineens op mijn kop. Kinderspel, daar lachte je om. We hadden er Canadezen bij die waren nog veel gekker en roekelozer”, aldus de man die tot zijn 65ste doorging. “Toen waren mijn knieën echt versleten”. Een groot verschil tussen de tijd van toen en nu: de nazit. “Die was langer en heftiger. Alleen al van het dragen
van de bladen bier kreeg je zúlke spierballen. Pokeren tot de zon opkwam. Of met de hele selectie in Scheveningen op stap. Onze meeste fans kwamen uit Scheveningen. Scheveningers zijn fantastische fans, al zijn ze wel eenkennig. De meesten peinsden er niet over om na de verhuizing in 1973 mee naar De Uithof te gaan”. De lijst van toppers met wie Rusche op het ijs stond is lang en voornaam: “Gasten als Birney Gould en Kenny Brown kon je wel om een boodschap sturen, hoor. Had je nog eigen jongens als Harrie Wielheesen, Theo Dietz, Arie Klein, Joop Manuel en Rudi Bakker. Geloof mij nou, er was vroeger geen sigarenwinkel in Den Haag waar geen aanplakbiljet van ons hing. Maar ja, waar zie je nog een sigarenwinkel?” Gezond Er is de afgelopen tijd bij HIJS een hoop gebeurd. Nog vorig jaar waren er, ondanks de bekerwinst in 2012 en het landskampioenschap het jaar erop, grote financiële problemen en werd de club bijna opgedoekt. Maar er kwam een doorstart. Op een niveau lager, zonder buitenlandse spelers, maar met eigen clubjongens. Verrassenderwijs pakte dat hartstikke goed uit. De Uithof zit steeds grotendeels vol, de horeca behaalt een lekkere omzet en de rivaliteit met Hotwing Panters dat speelt in het Silverdome in Zoetermeer, spreekt tot de verbeelding. Inmiddels staan we aan de vooravond van de play-offs, die de Haagse ploeg als één van de favorieten ingaat. Rusche knikt naar het ijs: “Ik zie de huidige ploeg graag spelen. Het is een vrij uitgebalanceerd team dat vanaf dag één bovenin meedraaide. Ik ben blij dat de nieuwe aanpak aanslaat. Er zijn meer clubs in Nederland die het moeilijk hebben. Die plannen voor een nieuwe Eredivisie volgend jaar waarin alle ploegen worden samengevoegd en voornamelijk Nederlandse spelers met amateurstatus gaan spelen, lijkt me voor de komende jaren een slimme keuze. Eerst maar weer gezond worden, aansterken en wat vlees op de botten krijgen”.
20>de achterpagina
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 februari 2015
>Foto: Eveline van Egdom
1
Bobby van Galen Buurt “In het Bezuidenhout ben ik opgegroeid en weet ik goed de weg. Na vijf jaar aan de andere kant van het spoor in Voorburg kwam ik toch weer terug. Het is hier gemoedelijk, laagdrempelig en vertrouwd. Mijn ouders en broer wonen op een steenworp afstand en ook Marlou komt uit deze wijk”. Koffie “Degene die op maandag of donderdag onze dochter naar de crèche brengt, neemt koffie mee van Bakkerij Hessing <2> in de Theresiastraat. Het meisje dat daar werkt, in dit geval de barista genaamd Sawiyaa, schrijft altijd een spreuk van de dag op de beker. Of ze maakt een tekening. We kijken altijd pas thuis wat er staat”.
2
>Foto: Sawiyaa
Uitgaan “Voor uitgaan heb ik niet veel tijd meer. Voor de pasta ga ik graag naar Vapiano op het Buitenhof. Op dinsdag gaan we daarna naar een sneak preview bij Pathé, altijd een verrassing. Daarna nemen we nog een dessert of afzakkertje bij Hometown Coffee. Alles dichtbij”.
PLAATS
Restaurant “De Chinees-Franse keuken van HanTing <3> in de Prinsestraat
is mooi en uniek. De paar keer dat ik er at, nam ik het menu van de chef; fijn om een keer niet te hoeven kiezen. Hij tovert steeds een kunstwerk op je bord. En de bediening is heel goed, niet te formeel, met kennis van zaken”.
3
>Foto: PR
Hagenaar m “Dat is Pierre Wind <4> en niet alleen omdat hij aan ons verbonden is. Voor die tijd kende ik hem niet persoonlijk; nu is er bewondering en fascinatie. Hij heeft veel meer diepgang dan je denkt. Achter de drukte zit heel veel kennis. Vaak hebben wij pas na twee weken door hoe een gerecht precies in elkaar zit”. Hagenaar v “Hockeyster Naomi van As is een beeldschone meid met pit en karakter. Een topsporter met een vechtersmentaliteit”. Gebouw “Bij het Zwarte Pad tegenover het Carlton Beach Hotel staat een groot huis met een veranda. Dat ziet er zo gezellig uit. De trambaan over en je staat op het strand. Iedere avond als we er met de Hoftrammm langsrijden, kijk ik ernaar. En denk ik: dat is echt mijn huis”.
Leermeester “Er zijn twee vrienden van mijn ouders voor wie ik veel respect heb. De eerste is Fred van Doodewaard. Hij is onlangs gestopt met zijn schadeherstelbedrijf. De ander is slager Cees Clemens. Bij hem had ik mijn eerste baantje. Beiden werkten heel hard en ze hebben veel mensenkennis”. Sportplek “HVV heeft het mooiste veld van de stad. Voetbal loopt als een rode draad door mijn jeugd. Ik keepte bij VUC, in de jeugd van Feyenoord, ADO, Sparta en een keer in het Nederlands Jeugdelftal. Als ik nu terugkijk, denk ik aan vier, vijf per week met het busje op en neer. En toch had ik er nog meer tijd en energie in moeten stoppen”.
4
Door Caroline Ludwig
Lekkernij “We serveren de likeurtjes van Van Kleef. Mijn favoriet is het roomnootje. Een soort Baileys, superzoet, meer een vrouwendrankje”. Ondernemer m “In aanloop naar de Hoftrammm heb ik met veel horecaondernemers gesproken. Evert-Jan van der Gun heeft me een beetje wegwijs gemaakt. Zijn Lof der Zotheid is één van de best lopende zaken in het Benoordenhout. Zelf gaat hij drie tot vier keer per week uit eten”. Ondernemer v “Julia van Dam <5> van Tutti Frutti & co kookt bij mensen thuis. Ook bij ons, op mijn verjaardag. In iedere gang is fruit verwerkt, maar niet op een overheersende manier”. Horecaconcept “Pop-uprestaurants in leegstaande panden zijn een creatieve manier om hetzelfde product op een andere manier te presenteren”. Omrijden “Op weg naar huis maak ik ’s nachts graag een stop voor een broodje schnitzel met chilisaus bij Snackcar de Vrijheid. Daar is het altijd gezellig”.
5
>Foto: Hoftrammm.nl
Museum “Het Haags Openbaar Vervoer Museum aan de Parallelweg vind ik een prachtplek. In het monumentale gebouw staan allerlei oude trams. Als de onze niet rijdt, staat-ie hier. Het is ook een mooie evenementenlocatie”.
Ter plekke
Als jongetje droomde Bobby van Galen <1> (1979) van een leven als profvoetballer. Hij stond in het doel bij VUC, Feyenoord, ADO, Sparta en HVV. Vervolgens studeerde hij facility management aan De Haagse Hogeschool. Hij werkte in de horeca met het idee ooit een eigen bar of discotheek te beginnen. Het liep anders. Bobby is de eigenaar van het enige rijdende restaurant van de stad, Tramrestaurant Hoftrammm. In januari werd hij uitgeroepen tot Food & Beverageprofessional van 2015. Met zakenpartner en verloofde Marlou Beaujean en hun dochtertje (3) woont hij in het Bezuidenhout.
>Foto: PR
St. Barbara Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
B
ij de kapper waar de hooiberg op mijn hoofd tot een strak kapsel werd gesnoeid hebben ze ook visjes. Geen goudvissenkom, maar een luxe voetenbad waarin kleine knabbelaars je voeten schoon knagen. Ik wilde weten of daar vaak gebruik van gemaakt werd. ‘De hype is er een beetje af,’ zei de kapper. Er waren ook wat paniekverhalen verschenen in de diverse consumentenkanalen, want zoals bekend loert overal het gevaar. Maar afgelopen zaterdag had er nog een jong stel gezellig met de
pootjes in het bassin gezeten. ‘Moeten jullie het niet wat drastischer aanpakken,’ grijnsde ik, ‘die visjes zijn veel te vriendelijk.’ Hij zei dat hij nog wel graag wat klanten wilde overhouden en niet delen van klanten. Als vanzelf ging het gesprek in de richting van de duurzame uitvaart. Volle begraafplaatsen, hoe milieuvriendelijk is cremeren, en dan had je sinds enige tijd ook het cryomeren. Vriesdroging. Dat is wel even wennen. Wat zeg je dan, ik ga naar de vriesdroging van Henk? En na afloop drinken we whisky. On the rocks! Alles heeft tijd nodig, zeker als het om zaken de eeuwigheid betreffend gaat, maar de kapper en ik fantaseerden verder
over nog duurzamer oplossingen, waarbij de overleden mens binnen de kortste keren weer in de voedselketen wordt opgenomen. Wat dacht u van piranheren? De nimmer versagende visjes gaan snel en doelmatig hun gang, terwijl de plechtigheid wordt gecaterd door Simonis of een vergelijkbare visjuwelier. Een andere oplossing regelrecht uit de natuur is het zogenaamde alligatoreren, waarbij de ontslapene nog één keer op safari gaat. Ook doeltreffend en origineel is het coyoteren, heel passend omdat de dieren die het lichaam verwerken zelf ook heel goed kunnen huilen. En tenslotte is er het giereren, waarbij de beroemdste opruimer uit het dierenrijk zelf in actie
komt. En daarna mag er nogmaals gegireerd worden. Overlijden betekent vaak ook financieel een beetje sterven. Dit zijn natuurlijk schaamteloze en dolle plannen, maar goed, daar zijn er genoeg van die in de geschiedenis vaste voet aan de grond hebben gekregen. Zelf koester ik de begraafplaatsen waar mijn dierbaren, zoals dat heet, kleiner zijn gaan wonen. Op sommige ben ik al heel lang niet geweest. Zoals St. Barbara op de Binckhorst, waar mijn Haagse grootouders hun laatste rustplaats kregen. Vriesdroging bestond toen nog niet. En anders had de paus het wel verboden. Marcel Verreck