Afgiftekantoor: Leuven 1 - P 209987 OOK Actueel - Speciaal Nummer
Belgie - Belgique P.B. Leuven 1 BC 4192
Ouderenweek 2007 • 19-25 november
Generaties verschillen? Ontmoeting verrijkt!
Inhoud Woord vooraf .......................................................................................1 Generaties verschillen? ........................................................................3 Zin in nieuwe maatjes? ......................................................................10 Jong en oud: sla de handen in elkaar! ................................................13 Activiteit: Kraak de code ....................................................................17 Cultuur van ouderen? ........................................................................19 Dialoog tussen culturen en generaties................................................20 Activiteit: “Toen ik …. was” ................................................................21 Publieke ruimte voor jou, voor mij, voor ons allen ..............................23 Generaties in mijn straat ...................................................................27 Diversiteit in de omgeving ..................................................................31 Activiteit: Oeps geflitst! ......................................................................32 Feestcultuur: zo anders en toch zo eender! ........................................34 Feesten: van oud naar nieuw! ............................................................38 Rouwen en begrafenisrituelen vroeger en nu ......................................40 Gelijke kansen voor iedereen..............................................................41 Op zoek naar iets ‘anders’? ................................................................44 Werkten mee aan de opzet van de Ouderenweek: ...............................49
Woord vooraf Vorig jaar kozen we om twee jaar rond het thema verscheidenheid, ook vaak ‘diversiteit’ genoemd, te werken. Er werd geopteerd om dat thema in te luiden met een waaier van alles wat mensen van elkaar onderscheidt. Daarnaast gaven we een stimulans om ook te zien waarin mensen in mindere of meerdere mate op elkaar gelijken, wat ze gemeen hebben. We kozen dus niet voor een bepaalde doelgroep, een bepaalde thematiek. Het was de bedoeling anderen te leren kennen waar we voordien misschien eerder vooroordelen tegenover hadden. De bijhorende slogan was ‘Anders is ook mooi – Omgaan met verscheidenheid’. Graag wil ik u allen vragen om de vragenlijst (in het midden van deze brochure) in te vullen, zodat u de verdere werking van volgende ouderenweekthema’s mee kan sturen. Dit jaar gaan we een stap verder met het thema verscheidenheid. We hebben gekozen voor ‘generatieculturen’. Hiermee komen we bij de verschillende generaties binnen onze maatschappij. En de verscheidenheid van de generaties wordt nog groter als we denken aan de verschillende generaties migranten die zich na verloop van jaren in onze gemeenten en steden gevestigd hebben of generaties die hier gevormd zijn. Hebben de verschillende generaties een eigen cultuur? En hoe zit dat dan met de jongere en oudere generaties van de families die een ander land van oorsprong hebben? En wat betekenen de verschillende generaties voor elkaar, zowel in familieverband als in het grotere maatschappelijk geheel? De slagzin die we daar dit jaar aan koppelen ‘Generaties verschillen? Ontmoeting verrijkt’ zet aan om daar over na te denken. Het doel is te werken aan de sociale samenhorigheid, m.a.w. de sociale cohesie te bevorderen tussen de generaties en hun culturen. In deze brochure spitten we het thema uit, met daaraan gekoppeld suggesties voor activiteiten, stof voor discussie in de groepen waar u bij hoort, maar ook met andere intergenerationele en intragenerationele groepen. Zo sluiten we aan bij het Internationaal Jaar van de Ouderen dat in 1999 liep en aandacht wou krijgen voor een samenleving van alle leeftijden. Met het OOK kwamen de ouderenorganisaties tot 21 aandachtspunten voor de 21ste eeuw. De Vlaamse Ouderenraad gaat op deze basis verder om te werken aan een toekomst voor allen. Ook de Vlaamse Jeugdraad is met deze thematiek begaan. Als we samen in debat gaan, komen we misschien opnieuw uit bij standpunten die nauw bij elkaar aansluiten. Houdt u samen met ons het Ouderenparlement dat op 13 mei 2008 plaats vindt in het achterhoofd? Het wordt een soort apotheose van het thema ‘verscheidenheid’ waarin we zoeken naar eenheid in beleidsaanbevelingen rondom het thema van de diversiteit. Vanuit het werk in de ouderenorganisaties en de geplande hoorzittingen werken we samen met u allen aan de voorbereiding. Zoals u kan vaststellen, is het thema van de Ouderenweek niet zo vrijblijvend en zeker ook niet bedoeld voor één weekje per jaar! Goddie De Smet Voorzitter
1
2
Generaties verschillen? Generaties Een van de effecten van een hogere levensverwachting is dat we met meer generaties samenleven. Deze ‘meergeneratiesamenleving’ is een nieuwe vorm van samenleving waarbij we allemaal betrokken partner zijn. Maar wat is nu juist een generatie? Er bestaan verschillende manieren om een generatie te beschrijven. We kunnen kijken naar de tijd die verstreken is, en spreken van de volgende generatie, of van enkele generaties geleden. Demografen definiëren generaties als een groep mensen, of cohorte, die in een bepaalde periode geboren is. In een bepaald tijdperk opgroeien, dezelfde historische gebeurtenissen en veranderingen op dezelfde leeftijd ondergaan en op vergelijkbare wijze kennis maken met het culturele erfgoed, maakt dat deze mensen een generatie vormen. De relatie die gelegd wordt tussen het tijdstip van de geboorte en gemeenschappelijke leefomstandigheden geeft het begrip ‘generatie’ haar inhoud.
!
In sociologische zin duidt het begrip ‘generatie’ op een deel van de bevolking dat herkenbaar is aan eigenschappen die terug te voeren zijn tot de omstandigheden die heersten in de tijd dat men opgroeide.
Bepaalde ijkpunten worden gekozen om generaties van elkaar af te bakenen, bijvoorbeeld de oorlog, de jaren zestig. Deze steunen op de opvatting dat jongeren extra gevoelig zijn voor invloeden vanuit de omgeving. In deze levensfase vindt ook de waardenoriëntatie plaats. Deze invloeden hebben hun weerslag op het verdere leven. Vandaar dat de meest gehanteerde indeling in generaties zich daarop baseert.
!
Vooroorlogse generatie (geboren tussen 1910-1929) historisch: economische en politieke crisis, gevolgd door de 2de wereldoorlog gevolg: gericht op economische zekerheden gericht op handhaving van rust en orde kenmerken: gezagsgetrouwheid – hoog arbeidsethos Stille generatie (geboren tussen 1930-1940) historisch: de periode van de wederopbouw, groeiende welvaart nemen burgerlijk waardenpatroon aan kregen kansen Protestgeneratie (geboren tussen 1941-1955) - babyboom grote welvaartsstijging waardering voor: democratisering – individuele ontplooiing bereid tot politiek protest seksuele revolutie minder gezinsgericht
3
!
Verloren generatie (geboren tussen 1956-1970) economische crisis werkloosheid Pragmatische generatie (geboren tussen 1970-1987) no-nonsens-tijdsgeest
H.A. Becker
De volgende generatie wordt Millenniumgeneratie (geboren na 1987) genoemd en wordt gekenmerkt door feeling voor techniek, computer en een virtuele omgeving. De meeste mensen rekenen zich tot een bepaalde generatie, zonder er zich helemaal mee te vereenzelvigen. Sommigen voelen de benamingen aan als tegenstrijdig met de verwezenlijkingen van die tijd.
Andere generatie-indelingen Vroeger ging de indeling in generaties over zo’n 25-30 jaren verschil. Tegenwoordig wordt zelfs om de 7 jaar al van een nieuwe generatie gesproken. Het lijkt wel of de mens de evolutie van de techniek volgt! Een TV of computer van 7 jaar oud wordt algauw de vorige generatie genoemd! Journalisten geven spoedig een naam om een generatie jongvolwassenen te karakteriseren. Zo horen we wel eens ‘de achterbankgeneratie’ of de ‘XTC-generatie’ en natuurlijk ook de ‘digitale generatie’ van het computertijdperk. Een generatie kan ook bekeken worden vanuit familieverwantschap. Dan kunnen we stellen dat onze generatieboom hoger is geworden, maar minder breed. We hebben minder broers en zussen en minder leden van dezelfde generatie. Maar we hebben wel nog onze grootouders of zelfs overgrootouders bij ons, en ook kleinkinderen en achterkleinkinderen zijn voor langere tijd samen met de oudere generaties aanwezig. Dit maakt dat onze intragenerationele contacten minder veelvuldig zijn, maar onze intergenerationele contacten vermeerderen.
!
Intragenerationeel = binnen dezelfde generatie Intergenerationeel = tussen verschillende generaties
De meeste families bestaan nog uit 3 generaties: kinderen – ouders – grootouders. Toch neemt het aantal viergeneratie- en vijfgeneratiefamilies sterk toe. Dit vergroot de afstand tussen de jongeren en de ouderen binnen één familie. Een kind van 5 jaar heeft 3 of 4 grootouders in leven (van de 4) en 1 tot 2 overgrootouders (van de 8). Het komt frequent voor dat een vijftiger tegelijkertijd grootouder is en de eigen ouders of schoonouders nog in leven zijn. Het gevolg is dat ze vaak zowel onderaan als bovenaan de leeftijdsladder worden gevraagd om bij te springen, en sommigen werken bovendien nog buitenshuis.
4
Ook de levensloop geldt als indeling, namelijk overzichtelijke perioden van 10 jaar. We spreken van tieners, twintigers, dertigers, veertigers, … en associëren dat met eigenschappen en problemen die zich in die levensfase manifesteren. Voor de latere levensfasen worden weinig indelingen gehanteerd: 60-plussers of gepensioneerden vormen één grote groep. Toch zijn er veel verschillen binnen deze categorie in leeftijd, gezondheid, activiteit, enz. En waarom zouden we ze ook niet differentiëren als zestigers, tachtigers en honderdjarigen?
Generatiesporen Elke generatie laat ook haar sporen na. Ze drukt haar stempel op gebouwen, publieke ruimte, het culturele erfgoed, maar ook op de opvoeding, op het beleid, enz. De volgende generatie kan misschien de tegenovergestelde weg inslaan, er andere ideeën op na houden. Maar ook een terugkeer naar vroeger is mogelijk. Het erfgoed van een vorige generatie kan plots terug naar waarde geschat worden. Een eenvoudig voorbeeld hiervan is het design van de jaren zestig welke plots helemaal terug in is. Oude gebouwen worden ook vaak beschermd omdat ze deel uitmaken van ons cultureel erfgoed. Ze weerspiegelen een bepaalde tijdsgeest, een bepaalde generatie denkers en/of ontwerpers. Na het vrijere denken vanaf de jaren zestig en de babyboomers als opvoeders, zou de huidige jeugd er weer een strakker denkpatroon op na houden.
Meer generaties = meer variatie Meer generaties en de evolutie in de tijd geven meer verscheidenheid tussen de generaties. Dit vraagt wel een aanpassing, want hoe overbrugt men deze generatiesprong. Begrijpen we elkaar wel genoeg om de vruchten van onze generatieboom te plukken? Elke generatie ondervindt invloed van de heersende economische omstandigheden, van de culturele en politieke denkpatronen. Maar daarom wordt niet ieder individu op dezelfde manier beïnvloed door deze omstandigheden, deze tijdsgeest. Niet elke persoon van dezelfde generatie is hetzelfde! Men hoeft niet van een andere generatie te zijn om verschillend te zijn! Ook binnen dezelfde generatie zijn er veel verschillen.
5
Mensen van dezelfde generatie kunnen door verschillende redenen ‘anders’ zijn, denken we maar aan gezondheid, individuele voorkeuren en levensgeschiedenis, gezinssamenstelling, seksuele aard, het grote leeftijdsverschil in de ouderengeneratie, mentale capaciteiten, opleiding en beroep, enz. Ook zij kennen elkaar niet altijd! Intragenerationele verschillen kunnen ook een bron van onbegrip vormen. Ook generaties van migranten brengen meer diversiteit. De kinderen en kleinkinderen die hier opgroeien, geven hun familiecultuur een nieuwe dimensie, bijvoorbeeld: jonge migrantenvrouwen werken buitenshuis, de familie blijft belangrijk voor de tweede generatie, maar hoeft niet dagelijks langs te komen. Dit meegroeien met het land waar men opgroeit, conflicteert vaak met de eerste generatie nieuwkomers die zich vastklampt aan de cultuur en de traditie van de streek waar zij opgroeiden.
Generatieculturen Verschillende generaties kunnen ook gekoppeld worden aan verschillen in waarden en levensstijlen. Elke generatie groeit op in haar eigen tijd, met de leefregels die dan gelden. Verschillende generaties zullen dan ook andere kenmerken vertonen, andere gewoonten hebben, er andere visies op na houden. Zo ontstaat een grote verscheidenheid aan levensstijlen en waarden. Generatieverschillen geven aanleiding tot het ontstaan van generatieculturen. Ook nieuwe ontwikkelingen, mode en de media spelen een rol. Dit geeft een grote diversiteit aan culturen binnen dezelfde generatie en binnen de culturen van de onderscheiden generaties. Men spreekt in beide gevallen van het begrip generatieculturen.
!
Generatiecultuur is de cultuur die eigen is aan een bepaalde generatie of een deel ervan.
De laatste jaren is de jongerencultuur opvallend aanwezig. Een eigen cultuur van de andere generaties komt minder uitgesproken naar voor. Deze generatieculturen moeten elkaar leren kennen en erkennen, om te komen tot een betere samenhorigheid tussen alle generaties, ongeacht de typerende cultuur. Deze diversiteit in generatieculturen is een verrijking voor onze samenleving en een middel om bruggen te slaan tussen generaties, ongeacht hun oorsprong. Het vraagt een nieuwe vorm van solidariteit tussen en binnen generaties en culturen, die we kunnen bereiken door dialoog en samenwerking.
6
Intergenerationele solidariteit, een evenwichtsoefening! Verschillende generaties hebben altijd bestaan; dit betekent dat de intergenerationele bezorgdheid niet echt vernieuwend is. Overlevingsmoeilijkheden noodzaakten vroegere generaties tot cohabitatie en solidariteit; vandaar dat meer generaties onder één dak woonden. In onze evolutie (minder kindersterfte, minder bedreiging) heeft de staat meer bescherming en collectieve veiligheid georganiseerd. Tegenwoordig worden deze engagementen in vraag gesteld omwille van de financiële houdbaarheid tengevolge van het groter aantal ouderen en het beperkter aantal nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Het maatschappelijk debat wordt gedomineerd door de discussie over de financiering van de pensioenen en de ouderenzorg. Deze eenzijdige benadering werkt mogelijk ondermijnend voor de solidariteit tussen de generaties. Ouderen gaan in de verdediging en proberen hun rechten duidelijk te maken. Jongeren zien onder invloed van het debat en de berichtgeving ouderen als ‘profiteurs’ van hun harde werk. Dit brengt twijfel over het voortbestaan van de solidariteit die in onze maatschappij door het sociaal zekerheidsstelsel is opgebouwd en duidelijk steunt op intergenerationele solidariteit. De veelheid aan generaties doet het evenwicht in onze samenleving wankelen tengevolge van de verschillende en zelfs tegengestelde behoeften versus de gelimiteerde beschikbaarheid van middelen. Enkele voorbeelden: de uitbouw van een welvaartsvast pensioen voor alle ouderen versus de uitbouw van een jong gezin, de zorg voor de verschillende leeftijdsgroepen. Aanpassingsmaatregelen zijn nodig om de gevolgen van de demografische en maatschappelijke veroudering aan te kunnen. De langere levensduur en de betere levenskwaliteit mogen geen destabilisatie van onze samenleving veroorzaken. Alle generaties zullen samen moeten debatteren om de intergenerationele solidariteit te verzekeren. De vraag stelt zich of we naar een nieuw soort intergenerationeel contract (Walker 1996) moeten zoeken waarin een evenwichtige verdeling van middelen en wederzijdse erkenning tussen de generaties geregeld wordt. Kunnen we een contract maken waarbij iedere leeftijd en ieder statuut zijn rechten gerespecteerd ziet? Kunnen we een contract maken waarin de lasten naar draagkracht verdeeld worden en de sociale rollen in overeenstemming zijn met de competenties en wensen van alle generaties?
7
Volgens Michel Loriaux is naast de financiële boekhouding ook een sociale boekhouding interessant waarin de transfers van rijkdom aangegeven worden, zowel materieel als immaterieel. Dit brengt ook de hulp van ouderen aan jongeren en volwassen generaties in beeld. Voorbeelden hiervan zijn schenkingen, hulp bij verbouwingswerken, opvang van kleinkinderen, enz. Ouderen worden dan niet uitsluitend als een kostenpost gezien, maar krijgen erkenning in hun betekenis voor de maatschappij.
Enkele basisprincipes
voor een verrijkende ontmoeting tussen de generaties Een meergeneratiesamenleving dient een aantal principes te volgen om tot een solidaire maatschappij te komen: Generaliteitsprincipe: Intergenerationaliteit moet in alle sectoren van de samenleving aanwezig zijn: op microniveau: in alle generaties van het familiaal niveau en het sociaal netwerk op macroniveau: op gemeenschaps- en nationaal niveau, op publiek domein op mesoniveau: in bedrijven, verenigingen, vakbonden Universaliteitsprincipe: De acties dienen gericht te zijn op alle generaties - het is als een partnerschap tussen meerdere generaties. Te vaak lijken de enige betrokkenen de kinderen en zorgafhankelijke ouderen te zijn. Intergenerationaliteit is meer dan de uiteinden van het leven alleen! Ook de middengeneraties zijn partners van intergenerationaliteit. Wederkerigheidsprincipe: Intergenerationele acties mogen geen eenrichtingsverkeer zijn. Te vaak zijn acties enkel naar ouderen gericht als de voornaamste begunstigden of van grootouders naar kleinkinderen. Samengevat kunnen we zeggen dat intergenerationeel samenleven idealiter op elk maatschappelijk niveau aanwezig is, in alle richtingen gaat en uitwisseling kent.
Van stimulans tot intergenerationeel samenleven Jongeren op bezoek laten gaan bij rusthuisbewoners, ouderen levenservaringen laten vertellen in de school, enz. heeft een nuttige voorbeeldfunctie, maar is nog niet de voornaamste vorm van intergenerationele uitwisseling. De wil om intergenerationele verkenningen te maken en de moed om obstakels uit de weg te ruimen is nodig, vb.: kangoeroewonen, onthaalgezinnen voor eenzame en hulpbehoevende ouderen, luisteren naar jongeren met hun aparte taal. Al wat dialoog en relaties tussen de generaties bevordert, zal de meergeneratiesamenleving ten goede komen. Continuïteit, in tegenstelling tot wisselende projecten, is daarbij een noodzakelijke factor.
8
Een voorbeeld Zilveren kracht, bron van alledaagse solidariteit tussen de generaties - een project van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn, o.l.v. Kees Penninx Een onderdeel van het project is het karweiteam: Jongeren worden uitgenodigd zich in te zetten voor ouderen. Aanvankelijk werd dit opgezet met een beloningssysteem. Door hun inzet krijgen de jongeren zelfvertrouwen, ook ervaring én inzicht in het omgaan met ouderen. Na enige tijd vinden ze het ‘cool’ en willen zonder puntensysteem (zakgeld) doorgaan. Ze vinden die oma’s en opa’s aardig; ze krijgen van hen wat ze thuis niet krijgen, zoals cola. De jongeren getuigen dat deze ouderen luisteren en hen serieus nemen, wat een goede ervaring is! Besluit: Er gebeurt meer dan het karweitje dat de jongeren opknappen: ouderen krijgen hun trots terug. Jongeren krijgen een steuntje in de rug. Dit project wordt een langetermijninzet.
Intergenerationeel werken is het ontplooien van activiteiten, waarin burgers van verschillende generaties met elkaar in contact komen om elkaar te helpen, voor elkaar te zorgen, gezamenlijke belangen te realiseren of de dialoog aan te gaan over onderlinge conflicten. (Kees Penninx)
9
Zin in nieuwe maatjes? Het woord is wat in onbruik geraakt, maar ‘mijn maat’ of ‘mijn maatje’ staat voor kameraad of vriend, hoewel de term op zich nog andere betekenissen heeft. En maatjes zijn altijd per twee, de Hollandse toch!
Een maatje meer of minder? Mijn sportmaatje, wandelmaatje, kookmaatje, praatmaatje, breimaatje, winkelmaatje, stapmaatje,… Maatjes zijn er in alle geuren en kleuren, er zijn dikke maatjes, kleine maatjes, maatjes voor altijd of maatjes voor heel even…. Maatjes zijn er echter nooit genoeg! Vriendschap, kameraadschap geeft het leven invulling, het maakt dat je in het leven wil bijten, net als in een lekker maatje! Elk maatje, is een toe-maatje!
Oude maatjes smaken ook nog! Iedereen kan in zijn leven wel een maatje gebruiken; ook als we ouder worden! Er zijn immers spijtig genoeg maatjes die ons ontvallen, of die soms gewoon niet meer mee kunnen…
10
Tijd dan om dat maatje een nieuwe invulling te geven. Maatjes blijven maatjes, is het geen fietsmaatje meer? Dan maken we er toch gewoon een wandelmaatje van, of een babbelmaatje!
Maatjes ‘op z’n provencaals’ Ooit al eens een ‘ander’ maatje geprobeerd? Vriendschap kan natuurlijk ook met iemand die een beetje anders is dan het gewone Hollandse maatje! Ook ouderen uit verschillende culturen kunnen open staan voor elkaar. Tenslotte willen we eigenlijk allemaal hetzelfde van het leven! Een leuke tijd doorbrengen, genieten van kinderen en familie en af en toe eens plezier maken met een maatje!
Spring er eens uit met een maatje Ben jij nog een echte spring in het veld, een brok energie. Fijn voor jou! Al eens gedacht iemand anders aan te steken? Al eens gedacht om iemand anders mee te laten genieten van jouw energie? Zoek eens een maatje op die wel een opsteker kan gebruiken. Neem dat maatje onder de arm en spring er samen eens uit!
Wij zijn verse maatjes Ook verse maatjes kunnen best te genieten zijn. Het is belangrijk je niet af te sluiten voor nieuwe maatjes. Openstaan voor anderen, ontmoetingen niet uit de weg gaan, anderen leren kennen… daar zit muziek in! Daar zijn de nieuwe maatjes te vangen!
DOEN: Verse maatjes… ze smaken Word adoptie-oma of adoptie-opa! De jongen uit je buurt heeft geen grootouders omdat ze overleden zijn. Malika’s grootouders wonen in hun thuisland; ze kan bij hen haar verhalen niet kwijt want ze ziet hen hoogstens één keer per jaar. Tommy’s ouders komen veel te laat thuis om hem een handje te helpen met zijn schoolwerk. Al deze kinderen en jongeren kunnen wat extra aandacht gebruiken. Is het niet de eigenschap van ouderen dat ze kunnen luisteren en tijd nemen voor kinderen. Via scholen, het Sociaal Huis of het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW) kom je wel te weten met welke jongere je kan scheep gaan.
11
Je kan ook buddy worden voor een ernstig zieke of gehandicapte. Vooral deze mensen hebben een steunpilaar, de schouder om op uit te huilen, nodig. De rust en levenservaring van de oudere persoon kan hier zeker zijn werk doen. Ik heb een maatje in het rusthuis of in het RVT. Er zijn heel wat ouderen die mensen bezoeken in het rusthuis, die er hun vaste klanten hebben. Toch blijft het een feit dat in de rusthuizen, waar nochtans veel mensen samen leven en werken, veel eenzaamheid is. Keuze genoeg! Er zijn intergenerationele maatjes en er zijn intragenerationele maatjes. Al die maten hebben hun waarde: vriendschap, steunpilaar, verdraagzaamheid, hulp… en misschien bied jij nog wel andere waarden aan jouw maatje. Je kan de klaagmuur zijn of je kan het luisterend oor van het babbelkontje zijn. En je kan ook tegen de stroom in zwemmen door iemand tot je maat te maken waarvoor je vroeger helemaal niet gekozen zou hebben. Dit is iets wat ieder individu voor zichzelf kan uitmaken; er is keuze genoeg en er zijn noden. Maar als je dit vanuit een vereniging of lokaal dienstencentrum of de seniorenraad stimuleert, kan je best voor een apotheose zorgen, die geen eindpunt mag zijn, maar een aanmoediging: • • •
Naar de markt met de maatjes Feest met de maten Met mijn maatje kom ik ergens (een uitstap)
Zulke apotheose zet de nieuwe vriendschappen extra in de verf en toont bovendien een waardenvolle wereld vol engagement tussen en binnen de generaties.
12
Jong en oud: sla de handen in elkaar! De jeugd van tegenwoordig… een cliché dat iedereen bekend in de oren klinkt. De jeugd van tegenwoordig met hun piercings, hun harde muziek, hun gekrompen kledij, geen respect meer voor de ouderen. Herken je dit beeld? Denk je soms ook zo over de jeugd? Dan is er werk aan de winkel, want stereotypering heeft zich meester gemaakt van jou. Dit is geen verwijt, iedereen wordt hiermee geconfronteerd. Mensen baseren hun beeldvorming vaak op vooroordelen die niet stroken met de werkelijkheid. Ook ouderen krijgen hiermee te maken. Jongeren denken dat ouderen ‘niet meer mee kunnen met hun tijd, versleten zijn, zagen’. Beide groepen hebben dus te kampen met verkeerde beelden. Eén van de redenen hiervoor is dat ouderen en jongeren elkaars leefwereld niet zo goed kennen. Enerzijds is dit een logisch gevolg want mensen trekken vaak op met leeftijdsgenoten en velen krijgen weinig prikkels om zich te verdiepen in een leefwereld die niet de hunne is. Anderzijds doen er zich weinig kansen voor waar jongeren en ouderen elkaar ontmoeten en met elkaar kunnen in contact komen. Soms is die gelegenheid er wel, maar neem je die kans niet. Als deze negatieve beelden éénmaal doorbroken worden, kan er wederzijds begrip groeien. Daarom willen we het contact tussen jong en oud aanmoedigen, waardoor de verstandhouding tussen beiden bevorderd wordt. Dit kan het best gebeuren door ouderen en jongeren samen te brengen en zelf aan het woord te laten. Door deze contacten krijgen ze de kans elkaar te ontmoeten, elkaar beter te leren kennen en kunnen ze elkaar beïnvloeden door hulp, steun, gezamenlijke actie en debat. Een ontmoetingsdag of gespreksnamiddag is hier de ideale manier voor. Maar ook spontane ontmoetingen in familieverband tussen jongeren en ouderen kunnen deze beeldvorming langs beide kanten bijsturen.
Samen sta je sterker Zowel ouderen als jongeren participeren mee aan het beleid. Elk met hun eigen behoeften en noden formuleren ze adviezen. Als je nagaat en eens samen rond de tafel zit, zul je zien dat deze belangen niet altijd tegenstrijdig zijn. Er zullen overeenkomsten zijn in de wensen van beide groepen. Waarom zou je dan niet samen op zoek gaan naar zaken die beide generaties binden. Er kunnen verrassende ideeën uit de bus komen als je met elkaar overlegt en zoekt naar compromissen. Op Vlaams niveau dachten de Vlaamse Jeugdraad en de Vlaamse Ouderenraad er ook zo over en gingen ze met elkaar in gesprek naar aanleiding van het thema ‘Intergenerationele solidariteit’ bij de Jeugdraad. Voor de Vlaamse Jeugdraad ligt in solidariteit tussen de generaties een antwoord op de grootste uitdagingen van het moment. Elkaar ontmoeten, leren kennen en begrijpen, zodat de solidariteit tussen de generaties versterkt wordt, is de boodschap.
13
Vandaar dat er dit jaar een aantal activiteiten plaatsvonden in samenwerking met de Vlaamse Ouderenraad, waarbij de ontmoeting tussen ouderen en jongeren centraal stond. Ook op lokaal niveau kunnen de Jeugdraad en de Ouderenraad de handen in elkaar slaan om er samen werk van te maken. Hoe ga je te werk? Als lokale Ouderenadviesraad neem je contact op met de Jeugdraad. Samenwerken, bijvoorbeeld rond een advies, brengt niet alleen de generaties dichter bij elkaar, maar daardoor leer je elkaar ook kennen. De problemen kunnen besproken worden en samen sta je sterker. Zo heeft het advies meer slagkracht en de beleidsverantwoordelijken zullen verrast zijn! Welke initiatieven kun je als lokale Ouderenadviesraad nemen? 1. Organiseer een gesprek tussen de voorzitter van de lokale Ouderenadviesraad en voorzitter van de Jeugdraad. Dit kan een eerste aanzet zijn om de toenadering te bevorderen. Zo vond op Valentijnsdag een date plaats tussen de voorzitters van de Vlaamse Ouderenraad en van de Vlaamse Jeugdraad. Niet alleen de werking, maar ook de bekommernissen van beide groepen werden besproken. Tijdens een gezellig etentje kwamen ze heel wat te weten over elkaar, hun zorgen in de adviesraad en leerden ze elkaars generatie beter kennen.
TIP
Nodig een journalist uit die het ‘intiem’ onderonsje mee volgt. Gespreksstof genoeg om er een mooi artikel van te maken.
2. Zet de buurt op stelten met een ludieke betoging Ouderen en jongeren die tegen elkaar betogen: daar komt toch volk naar kijken? Wordt jouw nieuwsgierigheid door deze krantenkop ook niet geprikkeld? Het is alleszins de opzet om met dit initiatief de media te halen. Natuurlijk gaan de generaties niet echt met elkaar in de clinch. Op deze ludieke manier wordt wel aandacht gevraagd voor de intergenerationele ontmoeting.
JONG EN OUD OP DE VUIST! OF TOCH NIET? LEUVEN- 14 maart 2007 Jongeren en ouderen, elk met spandoeken, scandeerden slogans en kwamen op elkaar toegestapt. Op de markt hielden ze halt met tussen hen de generatiekloof. Is die nu echt zo diep? Beide groepen vonden van niet en stapten er gemakkelijk over. Na deze optocht was er tijd voor een hapje en een gemoedelijke babbel. Beide generaties vonden dit een geweldig initiatief dat zeker voor herhaling vatbaar is.
14
3. Ontmoetingsnamiddag Tijdens deze ontmoetingsdag met jongeren en ouderen staat praten met elkaar centraal. Debatteren over allerlei thema’s, brengt niet alleen elkaars gevoeligheden naar boven, maar kan ook oplossingen teweeg brengen. Op die manier worden bepaalde topics besproken en leren de verschillende generaties elkaars leefwereld kennen. Voorbeelden van gespreksonderwerpen tussen jong en oud: • Nog geen werk – niet meer werken • Sociale zekerheid vroeger, nu en in de toekomst: gezondheidszorg pensioenen - kindergeld • Mijn vrije tijd • Hulp, ik heb iemand nodig Bijvoorbeeld: Sven (18) heeft problemen met zijn vriendin. Zijn ouders moet hij er niet mee lastig vallen, want die vonden Lize, met haar dreadlocks, toch niet echt iets voor hem. Gelukkig kan hij bij Maria (60) terecht, altijd bereid te luisteren en een schitterende raadgeefster. Een oudere kan een luisterend oor zijn voor een jongere. Doordat ouderen op meer afstand staan dan de eigen ouders, gaan jongeren soms liever met hun problemen bij hen te rade. Bovendien hebben ouderen heel wat levenservaring; ze hebben al veel meegemaakt en kunnen dus die ervaring uitwisselen of raad geven aan jongere generaties die zich in dezelfde situatie bevinden als zij vele jaren geleden. Georges, 74 jaar, heeft voor Kerstmis een nieuwe gsm gekregen van zijn kinderen. Hoewel er nog niets mis was met zijn oude gsm, heeft hij nu het allernieuwste snufje. Maar nu staan er in plaats van tien knopjes, wel twintig op. Het is een echt doolhof aan functies. Gelukkig kreeg hij hulp van Fien, zijn buurmeisje, zodat hij vlug terug ‘mobiel’ was. Soms is een karwei te zwaar, waardoor je wel eens een handige Harry kan gebruiken. Jongeren kunnen hier de handen uit de mouwen steken. Maar ook ouderen kunnen hulp bieden door hun kennis en bepaalde technieken door te geven.
15
•
Ik wil een andere woning huren/kopen Bijvoorbeeld: Sofie en Tim, prille twintigers, zijn op zoek naar een geschikte woning. Helaas is de prijs te hoog, waardoor ze besloten hebben hun plannen een jaar uit te stellen. Georgette, een prille tachtiger, vindt haar woning met vier slaapkamers te groot en is op zoek naar een alternatief. Jongeren zijn vaak op zoek naar een woning om te kopen, maar zijn in het begin nog niet kapitaalkrachtig genoeg. Ook ouderen zijn vaak op zoek naar een andere woning. Ga na wat de noden zijn van beide generaties. Welke obstakels komen ze tegen? Wat loopt gelijk in de zoektocht?
TIP
16
Om het ijs te breken: speeddating Bij het onthaal krijg je als deelnemer de kans om per twee gedurende drie-vier minuten met elkaar een praatje te slaan. Vervolgens klinkt er een signaal, na die tijd verwissel je van partner. Zo leer je op een mum van tijd, op een vlugge manier, de verschillende deelnemers kennen.
A C
T
IV
Activiteit: Kraak de code
IT
Lijkt het soms alsof uw kleinkinderen Chinees spreken? Kan je hun tekstboodschap met moeite ontcijferen? Jongeren gebruiken veel afkortingen, woorden uit andere talen en veel versterkende woorden zoals ‘cool’ of ‘gaaf’. Het is niet altijd evident om dit taaltje te ontcijferen. Als je elkaar niet goed begrijpt, kan dat leiden tot misverstanden. Taal kan soms tussen twee generaties in staan. Laat het niet zo ver komen, ga samen (jong en oud) aan de slag en ontdek zo de geheimen van de taal.
EI
T
Sms-taal
Er wordt vandaag de dag heel wat over en weer ge-sms’t. Kun je onderstaand bericht ontcijferen? Oma, srry dak 2L8 b&. Mst 1st boo doe. KJMO 6UV? CUL8er VLEK, Sofie
Ontcijferd: Oma, sorry dat ik te laat (to late) ben. Moest eerst boodschappen doen. Kom je me ophalen om zes uur vanavond? Ik zie je straks (See you later). Veel liefs en kusjes, Sofie
Ken je de smileys?
Deze zijn naast elkaar geplaatste leestekens die van opzij bekeken op een gezichtje lijken dat een bepaald gevoel uitdrukt, of die anderszins een bepaalde betekenis hebben. Smileys worden vaak gebruikt in een sms-bericht om aan te geven dat je blij bent, ergens om moet lachen, ergens verdrietig over bent, … Hieronder vind je een lijst met de meest gebruikte smileys. :-) = lachend :-( = verdrietig, afkeurend ;-) = knipogend :-I = onverschillig :-D = hardop lachend :-o = verrast :-* = kus
17
C T IV IT EI T
A
Postkaartje jullie? Hst met
! op kamp x a m e ow is Tis ier d -). 2Morr : r e e u w Pr8ig . Ik ga n q b b e t o r & er een g ant ‘k b w , n e l l i ashen effe ch vroeg cr s n e E . moe . ed doen o g e m l za ijn pa om m hx! o j ji g a Vra n? T e restyle t r e m a k
Ontcijferd: Hoe is het met jullie? Het is hier echt leuk op kamp! Prachtig weer (lachend). Morgen (tomorrow) is er een grote barbecue. Ik ga nu even rusten, want ik ben moe. Eens vroeg gaan slapen, zal me goed doen. Vraag jij opa om mijn kamer te behangen/schilderen? Bedankt! (Thanks).
Nadat je in groep het sms-berichtje en de postkaart ontcijferd hebt, kunnen de volgende vragen gesteld worden: • Zorgt de jongerentaal van nu voor probleemsituaties? • Ken je nog woorden uit jouw jeugd die toen ‘hip’ waren en die je nu nog gebruikt? Gebruiken jongeren die woorden nog? Wat is er anders? Organiseer een taalquiz • Welke overeenkomsten en verschillen TIP Taal is iets dynamisch. zie je met de hedendaagse Nieuwe woorden en jongerentaal? uitdrukkingen ontstaan, maar er Hoe ga je te werk? Ouderen geven een reeks woorden en de jongeren moeten raden wat daarmee bedoeld wordt. Misschien gaat het hierbij om zaken die de jeugd nu niet meer kent. Jongeren geven een aantal woorden uit de jongerentaal, de ouderen moeten deze ontcijferen. Bijvoorbeeld: Peignoir: kamerjas Combinaison: onderkleed voor vrouwen Pardessus: een dikke overjas Gaine: verstevigende slip, steunbroek voor de vrouw
zijn ook woorden die verdwijnen, in onbruik raken en langzaam vergeten worden. Voor deze activiteit kunnen ouderen en jongeren samen op zoek gaan naar de betekenis van zowel nieuwe als ‘oude’ woorden.
Horecagezwel => bierbuik Da’s hier Côte d’Azur => het is hier veel te duur Keyonaise => ketchup en mayonaise Alaise => cool
Ieder jaar komen er ook nieuwe woorden bij. Weet je wat volgende woorden betekenen? hangoudere (cfr. hangjongere) – chatten – voicemail – downloaden – tomtommen (navigeren: gps)
18
A C
T
IV
Cultuur van ouderen?
IT
EI
T
Zoals er wel geschreven wordt over de cultuur van de jongeren, is in de literatuur, noch in de pers veel te vinden over het bestaan van een cultuur van ouderen, over gebruiken of gedrag dat door veel ouderen wordt gedeeld, over iets eigens van ouderen in deze tijd. Bij pogingen om daarover iets te schrijven, gaat het veeleer over de maatschappij, niet over het zijn van de ouderen. Het gaat dan over een zeker onbehagen in de cultuur of een tegencultuur, over vergrijzing, over het blijven streven naar ‘jong’ en het beeld dat ouderen in de maatschappij opgekleefd krijgen. Wel heerst de opvatting dat ouderen, in tegenstelling tot jongeren, meer behoudsgezind zijn. We kunnen ons afvragen of de grote diversiteit tussen de ouderen daar de oorzaak van is. Binnen de categorie ouderen tellen we immers 3 leeftijdsgeneraties! Of is het het meer uniek zijn van iedere oudere persoon? Uniek door de eigen levensgeschiedenis, uniek door het aantal levensjaren, uniek door het familiepatroon, enz. Ouderen zijn met strenge normen en waarden opgevoed en velen hebben kinderen opgevoed met een recentere versie daarvan. Voor velen blijven deze een leven lang geldig. Toch is het interessant daar bij stil te staan.
Activiteit: een ouderencultuur? •
Bekijk de elementen van de jongerencultuur. Bestaan die bij ouderen in een specifieke versie?
•
Zijn er andere elementen die je als de cultuur van ouderen kan bestempelen?
•
Is er een cultuur bij ouderen die een tegenstelling vormt met de cultuur van jongerengeneraties en de middengeneraties?
Bespreek deze vragen in groep. Probeer tot een besluit te komen of er al dan niet een ouderencultuur bestaat. En wat is die ouderencultuur dan wel? Het OOK – Vlaamse Ouderenraad hoort graag uw bevindingen daaromtrent. Individueel of in groep, bezorg uw bijdrage aan het secretariaat (adres: zie achterflap).
19
Dialoog tussen culturen en generaties Wereldwijd bestaan er zo’n 6000 gemeenschappen met een evenredig aantal talen. In België alleen al leven mensen van 199 nationaliteiten. In Brussel word je ondergedompeld in een wereld van verscheidenheid: verschillende talen om je heen, je ziet mensen van alle uithoeken van de wereld. We leven in een samenleving met verschillende culturen. Je hebt de Spaanse, Griekse, Marokkaanse cultuur, maar dan heb je een jongerencultuur, en misschien ook een ouderencultuur, een vrouwencultuur en mannencultuur, een dovencultuur, enz. Uiteraard leiden deze verschillende culturen tot diversiteit in visie, waarden en normen, overtuigingen, gebruiken en de manier waarop we onszelf uitdrukken. Enerzijds is dit een meerwaarde, anderzijds kan dit een bron zijn van tegenstellingen en vervreemding. Zoals al eerder aangehaald, heeft iedere generatie haar eigen cultuur. Het samenleven in een meergeneratiesamenleving wordt soms bemoeilijkt omdat iedere generatie, naast uiteenlopende belangen en behoeften, immers ook haar eigen normen, waarden, gevoeligheden en manieren van doen heeft. Dat maakt dat men elkaar moeilijker ‘begrijpt’, wat vervreemding, het zich opsluiten binnen zijn eigen generatie, en vereenzaming tot gevolg kan hebben. Onbegrip kan een voedingsbodem zijn voor stereotypering, het zich afzetten tegen, ja, conflicten tussen generaties. Dat is nergens goed voor en hoeft ook niet. Het is nodig dat men de cultuurverschillen, ook deze tussen de generaties, opvat als een rijkdom voor de gemeenschap; een rijkdom die moet worden gewaardeerd. Dat impliceert ondermeer een actieve betrokkenheid van de oudere generaties bij de ontwikkeling van het culturele leven. Bovendien dient de interculturele dialoog gestimuleerd te worden. Niet alleen tussen verschillende etnisch-culturele groepen, maar ook tussen de verschillende generatieculturen. Kansen moeten hiervoor gecreëerd worden, maar je moet die kans ook grijpen. In contact treden met anderen, zorgen dat verschillende generaties samen met en voor elkaar dingen ondernemen of met elkaar in dialoog gaan. De jongste jaren worden er op dit terrein al een aantal initiatieven genomen en ondersteund. Maar er is veel meer nodig om van de cultuurverschillen tussen de generaties een brug te maken tussen de generaties. 2008 wordt hét jaar van de interculturele dialoog. Niet alleen in Europa, maar ook in Vlaanderen. De focus wordt vooral gelegd op de dialoog tussen personen en groepen van etnisch-cultureel verschillende afkomst en op jongeren. Maar niets belet om dit Europees Jaar aan te grijpen om aandacht te vragen voor de interculturele dialoog tussen de generaties.
20
A C
T
Activiteit: “Toen ik …. was”
IV
IT
Samen herinneringen ophalen
EI
T
Organiseer een activiteit waar je een uitwisselingsmoment creëert tussen diverse generaties en culturen. Door samen herinneringen op te halen, leer je elkaar kennen en worden nieuwe contacten gelegd. Reminisceren is echter meer dan gezellig keuvelen over vroeger. Het is een methode om herinneringen van mensen in beeld te brengen. Bepaal vooraf de thema’s waarover je wil reminisceren. Aan de hand van ‘triggers’ of reactiestarters (voorwerpen) zoals oude kleren, oude foto’s, geuren, oude muziek, prenten, … komen allerlei herinneringen boven en kan de interactie beginnen. Mogelijke thema’s: • Eerste verliefdheid, liefde • Eerste jobervaring • De kinderjaren • Kattekwaad • … De gespreksleider laat iedere deelnemer aan het woord, waarbij hij de verhalen probeert te verbinden. Hierbij maak je als deelnemer duidelijk wie je bent, wat je meegemaakt hebt, wat je gemaakt heeft tot wie je bent. Automatisch zal het ene verhaal, reacties en herinneringen bovenhalen bij de ander. Tijdens deze activiteit leer je de ander écht kennen. Door verhalen met elkaar te delen, wordt onderling begrip tot stand gebracht. Je begrijpt beter waarom iemand zo is, doordat je een en ander te weten komt van wat hij heeft meegemaakt. Dit is voor ouderen een unieke gelegenheid om hun levensverhaal door te vertellen aan leeftijdsgenoten en aan de jongere generaties. Bepaalde levenservaringen kunnen hierbij doorgegeven worden aan de jeugd. Jongeren komen op hun beurt heel wat te weten over het erfgoed. Maar bij deze activiteit kun je ook andere culturen betrekken. Zo leer je andere achtergronden en gebruiken, tradities, gewoonten kennen.
TIP
Leg hierbij niet zozeer de nadruk op de verschillen, maar ga op zoek naar de gemeenschappelijke kenmerken.
21
EI T T IV IT
A C
Geef smaak aan de Ouderenweek Tijdens de Ouderenweek vindt ook de Week van de Smaak plaats. Een ideaal moment om tijdens die week een activiteit te organiseren rond eetcultuur. Recepten worden vaak van generatie op generatie doorgegeven. Ook de manier waarop bepaalde gerechten worden klaargemaakt verschilt na verloop van tijd. Zo maakt grootmoeder het pannenkoekendeeg graag zelf op haar manier. De dochter neemt een pakje bereid pannenkoekenpoeder dat ze enkel moet mengen met melk. De kleindochter koopt gewoon een pakje kant-en-klaar pannenkoeken in de winkel. Vragen: • Welke gerechten kreeg je in je kindertijd voorgeschoteld? • Wat eten de jongeren nu? • Vergelijk de eetstijl van vroeger en nu. • Welke gerechten werden op bepaalde feestdagen klaargemaakt? Bijvoorbeeld: bak je traditiegetrouw op Lichtmis (40 dagen na Kerstmis) pannenkoeken? Doen andere generaties dat ook nog?
TIP
22
Koken is van alle leeftijden en culturen. Samen kun je een oud (familie)recept of streekgerecht klaarmaken.Bijvoorbeeld: hutsepot op grootmoeders wijze, soep met balletjes, pizza…
Publieke ruimte voor jou, voor mij, voor ons allen De straat is van iedereen Iedereen passeert sowieso regelmatig in publieke ruimten: de eigen straat, de volgende straat, de markt, de snelweg, het park, het gemeentehuis, … Deze ruimten zijn met de tijd geëvolueerd – meestal zonder masterplan. Vastgesteld wordt dat publieke ruimten doorgaans negatief onder de ‘publieke aandacht’ komen, o.a. met files, vuil, onveiligheid, lawaai, … Bepaalde wijken boezemen angst in doordat groepen met een bepaalde identiteit er vaak aanwezig zijn en er hun stempel achterlaten, vb.: metro, vervallen fabriekspand, buurtplein, straat met graffiti, …
De lindeboom Vele oudere mensen hebben nog het dorpsplein met de majestueuze lindeboom gekend. De banken waren alle dagen uitnodigend voor een babbel, een discussie. De kinderen speelden er onder de ogen van de ouderen. Op het plein werd allerlei geregeld. Iedereen kwam er en was betrokken bij het dorpsleven. De lindeboom fungeerde zowel als ontmoetingsplaats en als informatiecentrum. De lindeboom op het plein sloeg de brug tussen de generaties.
Nu Bovenstaande open ruimte is gesloten. Anonieme pleinen, vermarkte panden, autoparkings e.d. hebben de plaats veelal ingenomen. Als gevolg daarvan trekken de mensen zich meer en meer terug uit de publieke ruimte. Het openbare gaat verloren en het wordt moeilijker om nog iets gemeenschappelijks te hebben met elkaar waardoor anderen geen algemene toegankelijkheid meer ervaren. Vroeger had de publieke ruimte duidelijke gedragsregels. Nu treedt een privatisering van de openbare ruimte op doordat mensen er ‘hun ding’ komen doen. Het streven naar economische groei drukt op de openbare ruimte en op de publieke goederen, zelfs op de feesten. De inrichting van de publieke ruimte is afgestemd op shoppers en toeristen. De sociaalzwakkeren worden daarbij liever niet in het straatbeeld gezien; zij hebben daartoe ook weinig kansen omdat ze niet mee kunnen met de consumptiemaatschappij.
Functies van het publiek domein Publieke ruimte is nochtans heel geschikt terrein om verschillende generaties, allen met hun eigen cultuur en mogelijkheden, bij elkaar te brengen! Een plek, die behoort tot de ‘openbare ruimte’ hoort én toegankelijk én beschikbaar én bruikbaar voor iedereen te zijn; ze is van iedereen. Steden, dorpen, verenigingen, scholen, voorzieningen zijn oefenplaatsen van sociale betrokkenheid. Publiek domein is de plek waar mensen zich identificeren met anderen. Kinderen halen concepten uit de publieke ruimte om de eigen identiteit te ontwikkelen.
23
De kans voor ontmoeting is inherent aan de publieke ruimte. De gemeenschap geeft aan het publiek domein collectieve eigenheid, naast het eigenzinnige van de private sfeer van de gezinnen en diensten. Beide moeten elkaar in evenwicht houden. Er moet plaats zijn voor dynamiek en tegelijkertijd voor verzet tegen verandering zodat ook iets kan overblijven voor de volgende generatie. De publieke ruimte is de plaats waar mensen tolerantie en maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel kunnen leren. Deze functies kunnen in de hedendaagse open ruimte overgebracht worden. Deze principes dragen zeker bij tot het levensbestendig maken van de wijk, de gemeente, de stad.
Uitnodigend inrichten Door inrichting in overleg met de bewoners wordt openbare ruimte meer van de bewoners. En die bewoners omvatten alle generaties. Zij kunnen de kans grijpen hun noden en verwachtingen te formuleren.
24
VRAGENLIJST OUDERENWEEK 2006 in te vullen door allen die de brochure Ouderenweek 2008 ontvangen Reeds vele jaren plant het OOK en nu de Vlaamse Ouderenraad de jaarlijkse Ouderenweek. Elk jaar kiezen we een bepaald thema en elk jaar werkt de stuurgroep en het secretariaat een brochure uit met een inhoudelijk deel en voorstellen van activiteiten. In 2004 werd beslist om telkens een thema voor 2 jaar te kiezen en dit te laten uitmonden in het Ouderenparlement. Tegelijkertijd werd vastgesteld dat het Ouderenweekthema niet enkel voor de Ouderenweek mocht gereserveerd blijven, maar dat het een uitnodiging kan zijn om het hele jaar mee te werken. Dit hele verhaal brengt ons wel bij de vraag naar de effecten van deze werking. De vraag naar het doorsijpelen en het gebruik van het thema en de uitwerking ervan interesseert ons om besluiten te kunnen nemen die de bruikbaarheid kunnen optrekken indien nodig. Daarom vragen we dat u allen individueel of met uw organisatie, of u nu al of niet gebruik maakte van het thema en de brochure, ons de antwoorden op onderstaande vragen bezorgt. Uw medewerking is voor ons zeer waardevol! Alvast bedankt, ook al hebt u misschien weinig in te vullen! Kent u het thema van de Ouderenweek 2006?
Ja Nee
Hebt u de affiche uitgehangen?
Ja Nee
Hebt u het inhoudelijk deel van de brochure gelezen?
Ja Nee
Individueel In groep
Wat vond u van het gekozen thema? __________________________________________________________________________________ ________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Is er een bespreking geweest over het thema in de groep waar u bij hoort?
Ja Nee
Beoordeel de inhoudelijke uitwerking van het thema
Goed Matig Slecht
1
Hier kan u meer reacties kwijt over het inhoudelijk deel. _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Hoe beoordeelt u de gebruikte verhalen?
Illustratief Goed gekozen Overbodig Ongeschikt voor ouderen
Wat vond u van de getuigenissen?
Verduidelijkend Goed gekozen Overbodig
Welke van de voorgestelde activiteiten hebt u gedaan? Kruis aan: 1. Hand in eigen boezem 2. Stellingengesprek 3. In andermans huid 4. Dilemma’s 5. Smaken verschillen 6. De kaart van je gemeente 7. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet 8. Levenslijn 9. Je identiteit zit in je portefeuille 10. Tentoonstelling Geef uw oordeel over de voorgestelde activiteiten
Goed Matig Slecht
Hier kan u uw bevindingen over de uitgewerkte activiteiten meer uitschrijven. _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Organiseerde u andere activiteiten rond dit thema?
Ja Nee
Zo ja, welke? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________
2
Wanneer organiseerde u besprekingen of activiteiten rond het thema van de Ouderenweek 2006?
In de Ouderenweek In de maanden daarop
Maakte u gebruik van de andere activiteiten vermeld in de brochure?
Ja Nee
Heeft het thema iets teweeg gebracht bij u en/of in uw groep?
Ja Nee
Verwacht u effecten op langere termijn met het thema?
Ja Nee
De uitwerking van het thema was voor de doelgroep
Aangepast Ongeschikt
Hebt u verdere plannen met het thema van de Ouderenweek van november 2006? Zo ja, welke? _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Resterende opmerkingen, suggesties: _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Noteer hieronder uw voorstellen voor het thema van de Ouderenweek voor de volgende twee jaar, gevolgd door het Ouderenparlement van 2010: _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ Uw suggesties voor de uitwerking van de Ouderenweek van de volgende jaren: _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________ _________________________________________________________________________________
3
Indien u de brochure niet bij de hand hebt en ze toch in herinnering wil brengen, kan u ze vinden op volgende onderdeel van de website: www.vlaams-ook.be, rubriek: OOK Actueel, subrubriek: Nieuwsbrief Archief, dan even scrollen. U kan ook rechtstreeks de PDF van de brochure openen via volgende url: http://www.vlaams-ook.be/file?fle=2102 Wie vulde deze vragenlijst in: Een individuele persoon: ................................................................. Voor een organisatie: ....................................................................... lokale seniorenraad rusthuis afdeling van een ouderenvereniging provinciale ouderenraad nationaal secretariaat van ouderenvereniging dienstencentrum vormingsinstelling andere :................................................. HARTELIJK DANK - HARTELIJK DANK - HARTELIJK DANK - HARTELIJK DANK __________________________________________________________________________________ Bezorg ons de ingevulde vragenlijst voor eind oktober. Maar waarom zou u deze niet direct invullen, zo zal ze ons zeker bereiken. Opsturen per post naar:
Secretariaat OOK – Vlaamse Ouderenraad Koningsstraat 136 1000 Brussel
Faxen kan op het nummer:
02 209 34 53
Online invullen kan ook als u eerst het document opslaat, invult en per e-mail bezorgt aan Kathy Louagie:
[email protected] Indien nodig kan u bellen met:
4
Kathy Louagie - 02 209 34 52 Mie Moerenhout - 02 209 34 51 of 0472 44 53 13
Hieronder alvast enkele handvatten. Hoe opener de publieke ruimte, hoe groter de kans op ontmoeting, vb. een breed voetpad t.o.v. een smal voetpad, zo ook traag verkeer in vergelijking met voortsnellend verkeer of winkelwandelstraten en banken. Verbindingen geven kansen aan informele netwerken. Doorsteken en circuits die elkaar subtiel verbinden en overlappen leiden naar een verzamelplaats, bijvoorbeeld van woonwijk naar sociaal restaurant, verbindingen voor voetgangers en fietsers. Er is nood aan overgangsruimte tussen het publieke en het private. Drempelruimtes aan gebouwen, bijvoorbeeld de ingangshal en het perron, geven mogelijkheid tot een groet of een uitwisseling. Het is de plaats waar functionele relaties overgaan in persoonlijke en omgekeerd. In de open ruimte mogen ook groepen binding vinden, zonder terrein te monopoliseren. Verschillende ruimtelijke sferen en bakens kunnen voor verschillend publiek gecreëerd worden. Voorbeelden zijn: zitbanken, klimrek, hondenpoepplaats, … mensen komen met verschillende doelen en ontmoeten elkaar met ieders eigenheid. Pleisterplaatsen moeten een plaats krijgen zodat mensen er graag verblijven, bijvoorbeeld een beschermde zithoek, een zandbak, steunpilaren, … Ze moeten uitnodigend zijn zodat de ruimte wordt gebruikt. Netheid is in dat verband een sterke troef. Merktekens die symbool staan en aanlokkelijk zijn, vb.: kortbij de bibliotheek een lees- en vertelhoek op het plein, terras, uitstalramen, ruimte rond de fontein. Plaatsen met zon, schaduw, open of met beschutting, … intiem of met uitzicht, doen velen hun gading vinden in het publieke domein. Ruimte voor de ‘ambiance’ van de tijd, vb. volgens het seizoen, volgens dagdeel, volgens weerkerende feestelijkheden, stelt beleving centraal. Verschillende subgroepen en subculturen moeten zich kunnen thuis voelen. Het is een uitdaging om deze groepen met elkaar te kruisen, en de ontmoeting en de spanning niet uit de weg te gaan. Openbaar domein dat verschillende functies in zich heeft, nodigt daartoe uit. Om dit alles te bereiken moeten coalities aangegaan worden met alle lokale actoren, ook de commerciële, en waarbij de bewoners zeker niet vergeten worden. Zowel het Lokaal Dienstencentrum als het Sociaal Huis kunnen het steunpunt worden in de wijk voor vragen, advies, ontmoeting, servicepunt, als uitvalsbasis van zorg. Het verhoogt eveneens de sociale cohesie. Als voorbeeld de heraanleg van het koopcentrum aan ‘t Zuid in Gent: Het nieuwe aangelegde plein bleef aanvankelijk leeg. Nu is het zowel een gespreksplaats, een wandeldoorgang, er is ruimte voor venters, je kan blijven zitten bij de fontein, er is ruimte voor kinderen. Het plein is een steunvlak geworden, de ruimte geeft het gevoel dat je er kan blijven hangen. En, publiek trekt publiek aan. Het plein krijgt leven/levendigheid.
25
Soigneren Een buurt is pas een buurt als er goede voorzieningen zijn voor alle leeftijden. Een straat is pas een straat voor alle leeftijden als stoepen, huizen en gebouwen toegankelijk zijn voor iedereen, of je nu 6 bent of 106, en als iedereen zich veilig voelt in die straat. Tegelijkertijd moeten er voldoende mogelijkheden zijn tot interactie tussen de generaties. Om dit te bereiken is het nodig de buurten het publieke domein te soigneren, een opdracht voor iedereen. Dit om de publieke ruimte leefbaar te houden. Er is geen nood aan alweer een artikel over overlast van jongeren en burenruzies met dramatische gevolgen. Niet alleen de overheid draagt de verantwoordelijkheid voor het openbaar domein. Elk individu, elke generatie en elke cultuur draagt er best zorg voor om het aangenaam leefbaar te houden en het als iets van henzelf te kunnen beschouwen, iets waar ze graag vertoeven. Feesten of andere gemeenschapsactiviteiten die met de bewoners worden georganiseerd kunnen positieve dynamieken in een buurt stimuleren. De aandacht voor de buurtbevolking dient daarbij centraal te staan. Idealiseren hoeven we niet te doen, wel bemiddelen om een buurt kansen te geven. Gebeurtenissen zoals ‘Fata morgana’ brengen iets teweeg: mensen gaan aan de praat met elkaar en werken samen aan iets om iets te bereiken. Het hoeven niet altijd zulke grootscheepse organisaties te zijn, kleine en weerkerende prikken doen ook hun werk om de buurt en de generaties te binden.
Wat zit daar voor ons in? Wat kunnen ouderen doen? Doorsteek naar Ouderenparlement 2008 Het erfgoed is uitgelezen terrein van de verschillende generaties en de onderscheiden culturen. Ouderen hebben hier een overdrachtrol aan de jongere generaties; alleen zij vertellen erover ‘vanuit de buik’. De publieke ruimte gebruiken als ruimte voor jou, je familie, je buren, je vereniging, geeft de ruimte de positie van pleisterplaats en de gemeenschapsfunctie terug. Loop er niet omheen, gebruik ze op en top! Vanuit bespreking over de beleving van de publieke ruimte kunnen knelpunten verwoord worden. Noodzakelijkerwijs wordt daarbij nagedacht over haalbare oplossingen en wordt het lokaal beleid daarover aangesproken. Zulke zaken kunnen aanbevelingen worden om de publieke ruimte het karakter te geven van openheid voor een divers samengestelde gemeenschap. Beleidsaanbevelingen die algemeen voorkomen, kunnen op het Ouderenparlement van 2008 worden voorgesteld.
26
A C
T
Generaties in mijn straat
IV
IT
Ontmoetingen zijn vaak anoniem. Op straat, op de trein, in een massa ontmoet je veel mensen, maar deze ontmoeting heeft weinig of geen impact op je leven. Maar de straat waar we wonen, is geen eiland. Achter iedere deur woont een buur. Niet zomaar een onbekende. Een buur is iemand waar je iets mee deelt. Je deelt dezelfde straat. Je hebt iets gemeen met je buur. Ontmoeting in je eigen straat geeft een gevoel van vertrouwen, van veiligheid – je bent bijna thuis. Dit gevoel kan versterkt worden door het contact met de bewoners van je straat.
EI
T
Activiteiten Kleinere en grotere activiteiten brengen een dynamiek op gang. Iedereen merkt het gebeuren. Als de sfeer er in zit, krijgen de anderen ook interesse. En dat is toch de bedoeling: mensen van alle leeftijden bij elkaar brengen, elkaar leren begrijpen. En uiteraard kan het rusthuis ook als een straat of een wijk worden beschouwd; beter nog het rusthuis maakt deel uit van de wijk! Indien een extra stimulans nodig is, is er zeker een taak weggelegd voor de ouderenverenigingen, samen met het Dienstencentrum en de lokale Ouderenraad. Als de ouderen de gangmakers zijn, wordt het een intergenerationele straat. Straatzoektocht • De organisatoren gaan eerst langs bij alle buren, maken een praatje en vragen enkele bijzonderheden over de familie, het huis. Er wordt afgesproken welke vraag in de zoektocht mag worden gesteld over deze buur en zijn gezin? En dat mag best een beetje ludiek zijn! Vergeet niet het doel van dit bezoekje uit te leggen. • Organiseer een week van de straat met het uitdelen van het ‘zoektochtformulier’. Uitleg geven en de looptijd bepalen. Afsluiten met een stoel-op-straat-evenement waarbij de vragen worden opgelost en de bijhorende verhalen worden verteld. • Variatie: De zoektocht kan ook gespeeld worden door tijdens het spel aan te bellen: “Is het hier dat …”. Er is dan geen massa-activiteit, wel een individueel contact. • Variatie: Er kan ook aan alle huizen gevraagd worden om een voorwerp dat een eigen verhaal heeft, aan het venster te plaatsen. Het wordt dan een zoektocht naar het verhaal achter het voorwerp. De speelstraat De straat eens autovrij maken en plaats maken voor volksspelen, petanque, nieuwe spelen aanleren aan ouderen, ouders door de kinderen (vb.: gamen), hinkelen. Maak een afspraak met de politie voor het afsluiten van de straat. Een nieuw straatnaambord Naar analogie met de ‘Straat zonder haat’: Zoek een passende naam voor je straat die het leven in de straat typeert, wat het samenleven een riem onder ’t hart steekt. Je kan er uiteraard een wedstrijd van maken.
27
T IV IT EI T
C
A
Als de straatnaam de goedkeuring wegdraagt en een positieve kijk weergeeft, kan het bord zeker een definitieve plaats vinden naast de officiële naam. Ga op talentenjacht De buurt/omgeving waar je woont, bezit zeker en vast een rijkdom aan talent. De buurman van nr. 12 kan goed zingen, de buurvrouw uit huis nr. 25 kan heel lekkere moussaka maken, het koppel in nr. 55 … noem maar op. De één kan goed met z’n handen werken, de ander kan goed plannen bedenken. Ieder mens heeft wel een eigenschap waar hij of zij in uitblinkt. Deze variatie aan talenten maakt de samenleving juist sterker. Weet jij hoeveel genieën of verborgen talenten er bij jou in de buurt wonen? Ken je de diversiteit rondom jou? Steek de handen uit de mouwen en ga zelf op zoek! Leer je buurt kennen en verbeter zo de sociale relaties en de communicatie tussen jou en de buurtbewoners. Uiteraard wordt met al deze talenten ‘De dag van de straat’ georganiseerd! De vuile was Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn… mensen zijn rap geïrriteerd of keuren het gedrag van anderen af. Dat moeten we allemaal eens van ons af kunnen praten, maar we moeten er ook uitkomen.
28
A
C
Met wie?
T
IV
IT
EI
T
De Jeugdraad en de Ouderenraad In het lokaal Dienstencentrum met de ouderenverenigingen In het wijkcomité De rusthuisbewoners met de buren KAV
Onder leiding van een moderator, voor de bewaking van de techniek en het gesprek. Inleiding: Er wordt veel over overlast gesproken in de media. Nogal wat mensen doen al eens hun beklag. De jongeren van tegenwoordig… Moeten die oudjes nu perse gaan winkelen op het enige moment dat werkende mensen kunnen gaan, de decibels die de buurjongen maakt zijn niet te verdragen, de stoep is er toch voor iedereen, enz. enz. De wasdraad: Iedere deelnemer knipt een kledingstuk uit een tekenblad. Hierop worden de klachten, de ergernissen die ze in hun buurt ervaren, genoteerd. Dit is de vuile was. We hangen hem letterlijk aan de wasdraad. Dixan, de vlekkenkampioen: Welk wasmiddel u ook gebruikt, die was moet proper worden. En ook de kleuren moeten fris blijven. Dit betekent dat we samen moeten zoeken hoe en welke zaken kunnen opgelost worden. Door onszelf wat ruimdenkender op te stellen, of door begrip op te brengen, of door een beetje hulp te bieden. Anderzijds zullen er zaken zijn die de hele buurt samen moet oplossen zoals de straat proper houden. Andere zaken zijn dan weer de verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur – dan maken Jeugdraad en Ouderenraad toch samen een advies! Besluit: Aan het einde van deze ronde moeten een aantal duidelijke besluiten komen. Deze worden best op een of andere manier bijgehouden, bijvoorbeeld in de straatgazet. En brei je er niet best een vervolg aan? Opvolging is belangrijk en misschien kan je dan weer samen een stapje verder gaan. Het reclamebord Op een alternatief reclamebord kunnen we heel wat kwijt: • Mijn bloemkolen zijn goed gelukt. Wie wil er een? • Ik zoek een …machine. Als jij ze hebt, kan ik ze dan even lenen? • De fiets van onze Jan is te klein. Wie kan hem gebruiken? • Ik kan … niet repareren. Wie weet raad? Dit initiatief kan verder gaan dan de naaste buren. Het is even wennen, maar zo kunnen bewoners zich als dé wijkbewoners profileren. En voor wie niet direct meedoet, kan het aanstekelijk werken. Indien een bijdrage wordt gevraagd, wordt deze opgespaard voor een straatfeest.
29
30
Diversiteit in de omgeving Diversiteit een realiteit Diversiteit is overal aanwezig. Je merkt het op straat, in de supermarkt, terwijl je wandelt in het park. Een verscheidenheid van jongeren, ouderen, allochtonen en autochtonen, grote en kleine mensen. Ieder met zijn eigen karakter, zijn eigen cultuur, zijn eigen levensfilosofie. Je kunt die verscheidenheid niet wegdenken of negeren. Toch staan mensen niet zomaar open voor diversiteit. Want wat anders is, roept nu eenmaal onzekerheid of zelfs angst op. Mensen die anders zijn dan wij begrijpen we misschien niet helemaal. Dit deel dat we niet begrijpen schrikt ons soms af. Het leven en het gedrag van anderen lijkt veiliger wanneer het voorspelbaar is, wanneer we denken te weten wat we van de ander kunnen verwachten. Maar waarom zien we die diversiteit vaak als een bedreiging? Is die diversiteit niet juist een verrijking, want in een wereld met verschillende culturen, opvattingen, religies, levenswijzen, hoef je geen schrik te hebben om ‘anders’ beschouwd te worden wanneer je uitkomt voor je opvattingen en voorkeuren. Je kan gewoon jezelf zijn. Bovendien brengt het leven in een wereld vol verscheidenheid een waaier aan positieve ervaringen. Denk maar aan je allochtone buur die best wel meevalt, je kleinkinderen die helemaal geen relschoppers zijn, …. Vele anderen hebben ook goede allochtone buren. En vele grootouders weten dat hun kleinkinderen opgroeien als goede burgers. Die optelsom maakt een groot aantal! Het loont dus zeker de moeite om open te staan voor die diversiteit rondom je. Door die aanwezige verschillen positief te benaderen, toon je aan dat diversiteit een meerwaarde betekent voor onze samenleving. Het is immers belangrijk dat mensen op een prettige manier met elkaar omgaan ongeacht de verschillende opvattingen en achtergronden. Waar mensen met elkaar communiceren, worden overlast en kleine ergernissen met elkaar bespreekbaar. Zo creëer je een leefbare omgeving. Samen kunnen we er werk van maken om de buurt uit te bouwen tot een aangename leefwereld. Iedereen kan daartoe een steentje bijdragen. Leren omgaan met diversiteit is grotendeels ‘gewoon doen’. Kijk vooral naar de positieve kanten en mogelijkheden van verschillen tussen mensen. Omgaan met verscheidenheid is een uitdaging voor iedereen!
31
T IV IT EI T
A
C
Activiteit: Oeps geflitst!
Doorheen de jaren verandert er veel in het straatbeeld. De school waar je als kind school liep is omgebouwd of bijna onherkenbaar geworden. De kruidenierszaak waar je vaak binnen en buiten liep, is verdwenen. Op die plaats staat nu een torenhoog flatgebouw. Enkel oude foto’s herinneren aan de tijd van toen. Een deel van de historiek van het dorp of de buurt verdwijnt. Vaak is het voor kinderen en jongeren interessant om aan de hand van verhalen of foto’s het verleden van de buurt te leren kennen. Maar ook allochtone ouderen kennen misschien de historiek van de buurt niet. Samen met hun kinderen delen ze als het ware dezelfde buurtgeschiedenis. Ook voor hen kan het een verrijking zijn om de buurt op deze manier te leren kennen. Ouderen zijn hierbij dé gids bij uitstek om te vertellen hoe de buurt er zo’n veertig jaar geleden uitzag.
Zet je speurneus op! Hoe ga je te werk? 1. Nodig ouderen en jongeren uit om met elkaar een fotowedstrijd te houden. 2. Ga op zoek naar foto’s uit de oude doos. Aan de hand van oude foto’s en verhalen leren jongeren en nieuwkomers in de straat het verleden van hun buurt kennen. Vragen die tijdens deze activiteit gesteld kunnen worden: • Hoe was het als oudere om op te groeien in die buurt of dat dorp? • Hoe is het voor de jongere nu? Zijn er raakpunten? • Waar werd de foto genomen? • Bestaat het gebouw/plaats nog? • Hoe ziet deze plaats er nu uit? 3. Ouderen en jongeren maken samen op dezelfde locatie een foto. Je kan een wandelzoektocht organiseren waarbij de groep aan de hand van de oude foto’s op zoek moet gaan naar de afgebeelde locatie. Hierbij kan er gebruik gemaakt worden van oude en nieuwe stads- of dorpsplannen. Eenmaal je de locatie gevonden hebt, kunnen ouderen en jongeren een foto maken. Zo krijg je een reeks foto’s van vroeger en nu. 4. Hou een tentoonstelling met de oude en nieuwe foto’s. Eventueel kunnen naast de foto’s leuke anekdotes geplaatst worden. De tentoonstelling is een uniek moment om samen met een grotere groep in gesprek te gaan.
TIP
32
De prijs voor de origineelste foto kan tijdens de tentoonstelling uitgereikt worden.
A C
T
IV
IT
Multiculturele buurt Allochtone ouderen kunnen foto’s nemen van hun thuisdorp. Allochtone jongeren kunnen deze foto’s vergelijken met toen ze daar op vakantie waren. Of kunnen foto’s nemen van de buurt waar ze nu wonen. Verschillen in architectuur, in kledij, … komen hierdoor aan het licht.
EI
T
Deze activiteit kan verschillende generaties en culturen met elkaar in contact brengen.
33
Feestcultuur: zo anders en toch zo eender! Feesten: we doen het allemaal! Feesten. We hebben allemaal wel redenen om af en toe iets te vieren. Het feestgebeuren evolueert wel van generatie tot generatie. Sommige gewoonten en feesten blijven bestaan, andere verdwijnen en nieuwe komen erbij. Ook religie en herkomst van een persoon bepalen de manier en de reden van feesten.
34
Feestelijke gebeurtenissen passen zich steeds aan de tijdsgeest en de omgeving aan. Maar de reden waarom we feesten blijft. Belangrijke momenten hebben betekenis in ons leven en daarom willen we ze vieren met anderen. Of we nu jong of oud zijn, in België, in Tunesië of in Spanje geboren zijn, er zijn gelijklopende feestelijkheden.
35
Een feestende mens is een blije mens, een mens die openstaat om zijn feestvreugde te delen met anderen. Ideaal dus om elkaar te ontmoeten, om elkaar beter te leren kennen.
Elke generatie haar eigen feestje? Elke generatie legt eigen accenten in het feest vieren onder invloed van de tijdsgeest. Wat vroeger populair was, is dat nu niet altijd meer of omgekeerd. Vroeger had men het doopfeest, nu de babyborrel. Vroeger was er het communiefeest of het lentefeest, nu gaan we naar Disneyland. Ook kunnen sommige gebruiken bij verhuis naar een nieuwe omgeving overgenomen worden. Dit kan zijn uit interesse, of doordat er kinderen in het gezin zijn, die mede door schoolactiviteiten, veel intensiever in contact komen met de feestcultuur van de nieuwe omgeving. Neem bijvoorbeeld het jaarlijks bezoek van Sinterklaas en Zwarte Piet, dat ook door kinderen met een Marokkaanse of Turkse achtergrond gevierd wordt op school of zelfs thuis. Omgekeerd zullen klasgenootjes op hun beurt al gauw leren wat de ramadan of het suikerfeest inhoudt. Zo zijn er verschillen bij kinderen van dezelfde generatie. De onderliggende betekenis van het feest wordt al of niet overgedragen door de oudere generatie. De communiefeesten bijvoorbeeld draaien nu meer rond het feest of de uitstap en de geschenkjes, terwijl bij de oudere generaties de achterliggende betekenis op het voorplan stond. Zo beleven de verschillende generaties in een andere tijd een heel ander feest.
Feesten - kinderen toegelaten! Feesten vormen sleutelmomenten in het leven. Ze ritualiseren markante gebeurtenissen in het leven op een beeldende wijze. Het zijn ook gebeurtenissen die een kind helpen om het begrip ‘tijd’ beter te vatten. Feesten geven een bepaald ritme aan de tijd, en geven de tijd een concrete waarde, want er zijn tradities voor elk seizoen. Dit ritme, de tijd en de reden tot feesten krijgen de kinderen aangeleerd van de oudere generaties. Feesten is veelal een intergenerationeel gebeuren. Doordat de rituelen gedeeld worden met de volwassenen krijgen ze voor kinderen een echte betekenis. Er zijn de echte kinderfeesten, maar er zijn ook een aantal feesten waar kinderen uitdrukkelijk bij betrokken worden, bijvoorbeeld een huwelijk, een jubileum, Nieuwjaar, enz.
36
A C
T
IV
IT
EI
T
Activiteiten: een ‘generatiecultuurfeestje’? Feesten zijn vaak de momenten waar mensen het meest bij stil staan. Het levert vaak blijvende herinneringen. Herinneringen waar dikwijls foto’s van bestaan. Hier ligt dus een schat aan informatie om generatieculturen te documenteren en met elkaar uit te wisselen. De confrontatie met rituelen en oude gebruiken zal bij de ene voor verwondering zorgen, bij de andere voor herkenning. Aanpassing aan de tijdsgeest, maar ook aan de levensomstandigheden kunnen duidelijk worden. Een verjaardag krijgt nu heel wat meer aandacht en tast dieper in de beurs dan ooit. We blijven vaak vasthouden aan een traditie omdat ze voor ons iets speciaal betekent. Zo blijven vele mensen Kerstmis vieren, zonder de bijbelse betekenis nog te volgen. De betekenis van Lichtmis: wie weet het nog? Is de spreuk: ‘Al is het vrouwtje nog zo arm, bij Lichtmis zet zij haar pannetje warm’ nog geldig? Dit zijn makkelijke zaken om de intergenerationele en intragenerationele evoluties en verschillen op te zoeken en om te vormen tot een ontmoeting vol uitwisseling. 1. Tentoonstelling met beeldmateriaal van vroeger en nu: foto’s, dia’s, video, voorwerpen, krantenartikels, enz. • Een bepaald feest in zijn evolutie doorheen de generaties • Een generatie met al zijn feestelijkheden versus een andere generatie met zijn feesten De keuze is afhankelijk van het beschikbare materiaal. Zoeken naar de oorsprong van sommige gewoonten en de verschillende invulling ervan tussen generaties. Interviews en getuigenissen, vooraf opgenomen, kunnen de tentoonstelling openen. Een andere mogelijkheid is dat een reporter de bezoekers interviewt over de herkenning van hun generatie of over het verschil van de eigen generatie met het tentoongestelde. 2. Optekenen van het levensverhaal van een oudere persoon aan de hand van foto’s: een ouder familielid haalt de doos met oude foto’s boven, kinderen en kleinkinderen kennen de personen niet of nauwelijks. Samen kunnen ze het leven reconstrueren en op de foto’s de namen en datums schrijven. Er kan ondertussen een levensboek of een familieboek aangemaakt worden Hoe werden vroeger speciale levensgebeurtenissen gevierd? Voorbeeld: grootmoeder van 92 werd op 28 jaar weduwe met drie kinderen, ze hertrouwde, maar moest nog toestemming vragen aan haar vader, zoniet wachttijd van een maand…
37
Feesten: van oud naar nieuw! Iedere cultuur geeft een andere betekenis aan een bepaald feest. Zo kent de hele wereld tradities rondom het begin van een nieuw jaar. Deze wordt op verschillende tijdstippen gevierd en er bestaan verschillende manieren om het oude jaar vaarwel te zeggen en het nieuwe jaar welkom te heten. Hieronder lees je enkele tradities uit verschillende landen. Felice anno nuevo Antum salimoun (Italiaans) (Arabisch) Feliz Ano Nuevo Happy New Year (Spaans) (Engels) Gelukkig Nieuwjaar Nouval An (Nederlands) (Frans) Xin Nian Kuai Le Prosit Neujahr Chinees) (Duits)
Chinees Nieuwjaar Het Chinees Nieuwjaar wordt gevierd ergens tussen eind januari en eind februari. Vooraleer het feest van start gaat, wordt er eerst schoongemaakt. Zo begint men opgeruimd aan het nieuwe jaar. Om middernacht wordt vaak een knallend vuurwerk gehouden om de kwade geesten te verjagen. De kleur rood wordt veelvuldig gebruikt, want dit is het symbool van kracht en helpt om het kwaad te verjagen. Op Nieuwjaarsdag krijgen alle ongetrouwde kinderen geld in rode enveloppen. Dit wordt gezien als een brenger van geluk. Het feest duurt 15 dagen en wordt afgesloten met het Lantaarnfestival.
Spanje: Las Uvas de la Suerte (druiven voor geluk) Tijdens oudejaarsavond krijgt iedereen een schaaltje met twaalf druiven. Op het moment dat de klok op de Puerta del Sol in Madrid 12 uur begint te slaan, wordt er telkens één druif per klokslag gegeten. Dit moet geluk en voorspoed geven voor het nieuwe jaar. Deze traditie is ontstaan in het begin van de 20ste eeuw.
Griekenland: Sint Basil Het feest van Sint Basil, beroemd vanwege zijn vriendelijkheid, wordt gevierd op Nieuwjaarsdag. Kinderen zetten hun schoenen bij de kachel en hopen dat Sint Basil deze vult met cadeautjes.
Schotland: First footing De Schotten geloven dat de eerste persoon die je huis binnenkomt in het nieuwe jaar je ofwel geluk of geen geluk brengt. Een donkerharige bezoeker met een geschenk zal het meeste geluk brengen. Dit gebruik wordt ‘first-footing’ genoemd.
38
A C
T
IV IT
Activiteit
EI
T
Na een eerste kennismaking met verschillende gebruiken om de overgang van oud naar nieuw te vieren, kunnen volgende vragen gesteld worden aan de groep: • • • • • •
Ga na welke cultuur wanneer Nieuwjaar viert. Welke betekenis geven mensen uit andere culturen aan dit feest? Wat betekent Nieuwjaar vieren voor jou? Hoe werd Nieuwjaar gevierd in je kindertijd? Hoe vier je dit nu? Hoe vieren kinderen - kleinkinderen dit? Heeft het feest enkel een commerciële waarde?
Een ideale activiteit om herinneringen op te halen met de groep, om gebruiken van andere culturen te leren kennen, om met verschillende generaties tot een interessant gesprek te komen, want ook feesten evolueren doorheen de tijd.
39
EI T T IV IT
A C
Rouwen en begrafenisrituelen vroeger en nu
De dood vormt een belangrijke mijlpaal in het leven. Iedere cultuur kent rouwrituelen en gedenkplaatsen. Mensen hebben behoefte om hun overledenen te gedenken, dat is door de eeuwen heen niet veranderd. De laatste decennia werd in onze contreien de dood weggemoffeld. Vroeger werden de doden thuis opgebaard en werd er een wake gehouden. Nu gebeurt de hele ceremonie bij de begrafenisondernemer of op het kerkhof. Enerzijds zoeken mensen dus naar nieuwe vormen om afscheid te nemen van hun overledenen. Dit kan gebeuren door noodgedwongen aanpassingen aan de heersende wetgeving, of door veranderde opvattingen over de waarde van de rituelen. Nieuwe evoluties bij ons zijn het verassen, het bezoeken van de urne, condoléanceregisters op het internet. De laatste decennia is de dood en het rouwen voor de kinderen verborgen gehouden. Nu is er een tendens om de kinderen weer te betrekken en te laten rouwen op hun manier. En hoe rouwen de jongeren? Doen zij mee met de gebruiken van de volwassenen? Streekgebonden zijn er in België ook verschillen in de familiebijeenkomst na de begrafenis; dit gaat van een simpel broodje tot eerder een warme maaltijd. In alle streken is het dan weer zo dat een begrafenis een ontmoetingsmoment is voor de familie. Dit geeft duidelijk de evolutie in de tijd weer, maar ook het verschil in rouwen tussen de leeftijdsgeneraties. In Madagascar worden de doden na een of meerdere jaren ‘herbegraven’ samen met enkele familieleden, als er voldoende geld is voor de begraafplaats. De hele familie komt van heinde en ver samen voor de herbegrafenis en drie dagen feest. In andere culturen bestaan klaagzangen. De rouw wordt drie dagen luidruchtig geuit, waardoor het verdriet zijn plaats heeft gehad. Wie niet op de hoogte is van het overlijden van een allochtone buur, merkt het aan het volk dat drie volle dagen aan het huis van de overledene samenkomt.
Activiteit Durven denken en samen praten over moeilijke thema’s kan mensen heel wat dichter bij mekaar brengen en begrip leren opbrengen voor elkaar. Leuk is gemakkelijk, een gesprek over rouwen ligt moeilijker, maar de resultaten kunnen rijk zijn. Het is belangrijk dit niet louter vanuit theoretische hoek te bekijken, maar eerder gevoelsmatig. Zet een gesprek op met jongeren en/of volwassenen rond een aantal items: • Hoe verwerk je het verdriet van het verlies van …? Wat is voor jou belangrijk? Waarom? Is er nood aan rituelen? Welke? Waarom? Door wie? • Vertel hoe er gerouwd werd in de jaren vijftig – zestig. • Ga na hoe ieders houding is tegenover begraven of verassen. Wat bepaalt de keuze?
40
Gelijke kansen voor iedereen In een wereld vol verscheidenheid, worden er helaas nog teveel mensen uitgesloten vanwege hun ‘anders zijn’. Een koppel krijgt te horen dat de huisbaas niet wil verhuren aan homo’s, Ahmed mag de discotheek niet binnen omdat hij sportschoenen draagt, maar anderen mogen wel zonder problemen binnen, je wordt gekleineerd omdat je een handicap hebt, je krijgt de job niet wegens ‘te oud’, er wordt minder naar je geluisterd want je bent 83 en dan kan je toch niet meer meedenken op het ritme van de tijd… Natuurlijk wordt dit niet uitdrukkelijk gezegd, maar worden hiervoor allerlei smoesjes gebruikt. Het Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen wil hier iets aan doen en vraagt aandacht voor de strijd tegen discriminatie. Het wil een debat op gang brengen over de voordelen van diversiteit, het wil mensen informeren over hun rechten op een gelijke behandeling, kortom het ijvert voor gelijke kansen voor iedereen. Ook België helpt hier graag aan mee. Niet alleen via een sensibiliseringscampagne in de media, maar ook door het organiseren van de ‘Tien dagen voor Gelijke Kansen’ in oktober. Discriminatie is ontoelaatbaar, maar gebeurt nog al te vaak. Niet enkel vanwege huidskleur, maar ook omwille van leeftijd, geslacht, seksuele geaardheid, handicap of religie worden mensen gediscrimineerd. Soms is er ook sprake van meervoudige discriminatie. Bijvoorbeeld op grond van leeftijd en geslacht, of op grond van leeftijd en etnische afkomst. Bovendien is discriminatie onwettig! De Belgische wetgeving, onlangs nog aangepast, beschermt mensen tegen discriminatie en pesterijen. Ze bestaat uit drie wetten: de antiracismewet van 1981 (ARW), de wet van 1999 over de gelijke behandeling van mannen en vrouwen (de genderwet) en de antidiscriminatiewet van 2003 (ADW). Deze laatste is zelfs breder dan de Europese wetgeving. Hij heeft betrekking op discriminatie op grond van geloof of levensbeschouwing, handicap, seksuele geaardheid, politieke overtuiging, taal, burgerlijke stand, geboorte, vermogen, leeftijd, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschappen, sociale afkomst. Hij is niet beperkt tot discriminatie binnen het arbeidsbestel en garandeert een gelijke behandeling bij de toegang tot goederen en diensten. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen waken over de toepassing van deze wetten en rapporteren hierover aan de overheid. Hoewel wetten heel belangrijk zijn, volstaan deze niet om discriminatie te stoppen. Mensen moeten daar zelf verandering in willen brengen. Ieder van ons kan hierin een rol spelen. Kijk naar jezelf met een kritische blik. Laat ik mezelf ook soms meeslepen door vooroordelen? Beoordeel ik anderen op hun anders zijn? Belangrijk is dat men discriminatie herkent en ook erkent. Zij doet zich op vele manieren voor en al te gemakkelijk wordt zij als vanzelfsprekend geaccepteerd. Men moet ze ernstig nemen omdat zij zowel de persoon als de gemeenschap schaadt. Het best kan men er meteen op reageren en laten blijken dat men dergelijk gedrag onaanvaardbaar vindt en dat men bereid is verdere stappen te zetten.
41
Leeftijdsdiscriminatie Ook ouderen worden gediscrimineerd. Zo herinnert men zich de discussie over het automatisch intrekken van het rijbewijs op een bepaalde leeftijd. Dit werd door de ouderen als een vorm van leeftijdsdiscriminatie afgewezen. Het gezond verstand heeft het hier gehaald. Iedereen vindt het immers in ieders belang dat iemand rijverbod krijgt op grond van medische indicaties, maar niet op grond van het aantal levensjaren. Binnen het arbeidsbestel werd het leeftijdscriterium vooral gehanteerd om niet per persoon te moeten aantonen dat iemand minder geschikt is voor het uitoefenen van een opdracht. In België mag iedereen zo lang blijven werken als hij of zij wil. De werkgever kan echter wel bepalen aan welke functievereisten (bijvoorbeeld een piloot, of een ambtenaar) iemand moet voldoen om een opdracht uit te voeren. Uiteraard kan de werkgever op grond van dergelijke eisen het contract beëindigen. Maar dat is iets anders dan op grond van de kalenderleeftijd. Onder druk van de ouderenbeweging is er in België een uitspraak geweest van de rechtbank dat niemand louter en alleen op grond van zijn leeftijd geweigerd kon worden als lid van de kerkfabriek.
42
Wat de toegang tot goederen en diensten betreft kan men best alert zijn als het gaat om financiële diensten, verzekeringen of om wonen. Op deze terreinen zijn er reeds instellingen teruggefloten. Toch is het aantal gevallen van leeftijdsdiscriminatie van ouderen dat de rechtbank jaarlijks te behandelen krijgt, zeer beperkt. Dat komt enerzijds doordat de wetgeving hierover nog te weinig bekend is evenals de concrete mogelijkheden om in het verweer te gaan. Anderzijds omdat er van deze wetgeving een preventieve werking uitgaat deels onder invloed van de ruchtbaarheid die door de pers aan dat soort dingen gegeven wordt. Bovendien stappen ouderen niet zo vlug naar de rechter. Zij zien op tegen de procedure en tegen de kosten. Daarom is het van groot belang dat ook organisaties namens hen een klacht kunnen indienen bij de rechtbank en hen kunnen ondersteunen.
Bent u het slachtoffer van discriminatie dan kan het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding u helpen bij het indienen van een klacht en ook bij het opvolgen ervan. U dient zich eenvoudig aan te melden en een formulier in te vullen (www.diversiteit.be of bel het groen nummer 0800 12800). Nadat het Centrum uw formulier ontvangen heeft, neemt het contact met u op om te bekijken welke verdere stappen kunnen gezet worden: Het Centrum kan u raad geven, bemiddelen of u eventueel in een juridische procedure begeleiden. Indien u lid bent van een ouderenorganisatie, neem dan contact op met het secretariaat. Ook zij kunnen u helpen. U kan ook contact opnemen met het OOK - Vlaamse Ouderenraad; we worden graag op de hoogte gebracht van de concrete discriminaties waarmee ouderen geconfronteerd worden. Uw geval kan immers ook het geval van een ander zijn.
Ontmoeting, dialoog en samenwerking tussen generaties moeten bijdragen tot meer begrip voor de specifieke belangen, situaties en culturen van de onderscheiden generaties. Het moet leiden tot het terugdringen van een onbillijke behandeling van elke discriminatie.
43
Op zoek naar iets ‘anders’? ‘Over koolhoofden en landschepen’ Het Meetjesland uitgelegd aan kinderen “Waar komt die rare naam Meetjesland toch vandaan?” Opa lacht. “Net als zoveel zaken in het Meetjesland is ook dat een mysterie. Niemand weet hoe de vork precies aan de steel zit. Er bestaan drie verhalen, die een mogelijke verklaring geven. Een pastoor beweert dat Keizer Karel die naam uitvond. Deze keizer was in de jaren 1500 de koning van Spanje en ook van onze streek, de Nederlanden. Hij had de naam een liefhebber te zijn van mooie meisjes. Toen hij eens een bezoek bracht aan Zomergem en Waarschoot hielden de moeders daarom hun dochters binnen. Het enige wat Keizer Karel op straat zag, waren de spinnende oude vrouwen, meetjes dus.”
Dit fragment komt uit het kindervoorleesboek ‘Over koolhoofden en landschepen’. Het boek is een initiatief van de Gezinsbond uit de gewesten Zomergem en EekloZelzate en bundelt verschillende legenden, mythen en echt gebeurde verhalen uit het Meetjesland. De kinderoppassers kunnen uit dit boek voorlezen als ze babysitten in een gezin. Het boek slaagt er op een schitterende manier in om jongeren te doen nadenken over hun regio en dit ook over te brengen aan kinderen. Op een speelse manier maken ze kennis met dit landschap en de typische kenmerken van de regio. Ook de overige gezinsleden kunnen erbij betrokken worden; zo ontstaat een wisselwerking tussen generaties. Naar analogie met het Meetjesland kan dit in andere streken worden opgezet. Voornamelijk de ouderen brengen de verhalen bijeen. De middengeneratie werkt mee aan het boek. Jongeren en ouderen maken er handig gebruik van bij het babysitten. Meer informatie: GOSA, Ronny De Schuyter, Troonstraat 125, 1050 Brussel, tel.: 02 507 89 95 e-mail:
[email protected], website: www.gezinsbond.be
Generatie Pac/kt uit Het spel ‘generatie pac/kt uit’ werd ontwikkeld door Vormingplus Limburg in samenwerking met laatstejaarsstudenten sociaal-cultureel werk van de Katholieke Hogeschool Leuven. Het is een interactief programma voor verschillende generaties met gevarieerde opdrachten (discussie-, doe- en samenwerkingsopdrachten). De thema’s die aan bod kunnen komen zijn: vervoer, loopbaan, engagement, technologie en communicatie, vrije tijd. De oorspronkelijke spelopzet focuste op twintigers en vijftigers, maar de spelvorm is goed bruikbaar voor andere leeftijdsgroepen, in andere contexten (bv. Jeugdraad-Ouderenraad, serviceflatbewoners-studenten) en met andere thema’s. Ontmoeting en kennismaking via gerichte opdrachten staan hier centraal! Vormingplus Limburg kan (voor organisaties in Limburg) het spel begeleiden (bv. Jeugdraad-Ouderenraad) of zonodig inhoudelijk helpen aanpassen; ook willen ze indien wenselijk - andere begeleiders op weg helpen om het spel zelf uit te voeren.
44
Meer informatie: Lily de Renet, educatief medewerkster, tel.: 011 56 01 13 Vormingplus Limburg vzw, Cellebroedersstraat 13-15, 3500 Hasselt, tel.: 011 56 01 00
Tentoonstelling: Allesbehalve grijs Fotografe Selwa Bouzaiani brengt portretten van ouderen in Vlaanderen, Andalusië en Egypte. De tentoonstelling kwam tot stand in opdracht van de Werkgroep Cultuur en Interculturele uitwisseling voor de Gentse seniorenweek 2006. Volgende verenigingen maakten deel uit van de werkgroep: Seniorendienst Stad Gent, Victoria Deluxe Agora en Wereldcentrum vzw. Deze tentoonstelling kan vanaf 15 september 2007 gehuurd worden via: Wereldcentrum vzw, Voldersstraat 1, 9000 Gent, tel.: 09 233 75 46, fax: 09 224 49 14, e-mail:
[email protected], website: www.wereldcentrum.be
Samenleven: niet zwart of wit, maar grijs! OKRA heeft in Antwerpen het initiatief genomen om een intercultureel project uit te werken in samenwerking met ondermeer vzw De 8. Het project is erop gericht mensen van verschillende culturen, met een verschillende achtergrond en van verschillende leeftijden met mekaar in contact te brengen en te streven naar een continue samenwerking. Het is de bedoeling een netwerk te creëren van verschillende organisaties en verenigingen van en voor ouderen waarin 55-plussers uit verschillende culturen tot ontmoeting, dialoog, uitwisseling en samenwerking kunnen komen. Uit die samenwerking zullen activiteiten worden georganiseerd voor bestuursleden en leden van meewerkende verenigingen en organisaties. Er wordt hierbij onder meer gedacht aan vrijetijdsbesteding, gezondheid en voeding, relatie met kinderen en kleinkinderen. Hiermee wil men de dialoog en samenwerking tussen verschillende gemeenschappen en leeftijdsgroepen in Antwerpen, en mogelijk ook op andere plaatsen, verbeteren. Meer informatie: OKRA, Trefpunt 55+, Piet Elsen, Haachtsesteenweg 579 postbus 40, 1031 Brussel Tel.: 02 246 44 47, e-mail:
[email protected]
Het levensloopspel 18-81 S-Plus wil met dit uniek experiment het contact tussen jongeren en ouderen bevorderen. Tijdens dit intergenerationeel spel geven ouderen en jongeren antwoorden op vragen zoals bijvoorbeeld: Wanneer ging je voor het eerst naar een bal? Had je huisdieren? Jongeren en rusthuisbewoners worden bijeengebracht rond een groot ganzenbordspel in een rusthuis in de buurt. Verschillende thema’s komen aan bod, zoals uitgaan, school, werk, kleding, vrije tijd, politiek en ja zelfs seksualiteit. Op die manier leren ouderen en jongeren elkaar écht beter kennen.
45
Het levensloopspel kan zonder probleem buiten de context van een rusthuis gespeeld worden en is verkrijgbaar in twee versies: - Het origineel 18-81 spel (doelgroep: hoger secundair - ouderen) - Het levensloopspel junior (doelgroep: lager secundair - ouderen) Het spel wordt uitgeleend tegen een kleine bijdrage van 12,5 euro zonder vrijwillige begeleider en 25 euro als u wel een begeleider wenst, dit is dan de tussenkomst in de vergoeding voor de vrijwilliger. ‘Albert ontmoet Ahmed’- ‘Frieda ontmoet Fatma’ Voortbouwend op het succes van het levensloopspel, wil S-Plus met ‘Albert ontmoet Ahmed’ de kloof dichten tussen twee of meer culturen. Aan de hand van verschillende thema’s zwengelt men de dialoog aan. Met één vraag in het achterhoofd: Zijn we nu echt zó verschillend? Belangrijk ook is dat het thema ‘zorg’ aangesneden wordt, waarbij allochtonen, aan de hand van het spel, kennismaken met de zorgsector. Meer informatie: Seniorenproject, Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel, tel.: 02 515 02 03, fax: 02 514 22 05 of e-mail:
[email protected]
Europese projecten Ook in Europa wordt het intergenerationeel aanbod steeds uitgebreider. Men probeert om de generaties dichterbij te brengen via doelgerichte activiteiten waarbij begrip en respect tussen de verschillende generaties bevorderd wordt en men sociaal nauwer samenhangende buurten helpt op te bouwen. Enkele van deze intergenerationele initiatieven zijn: • In Letland organiseren ouderenclubs geregeld intergenerationele opleidingen waarbij aan jongeren huishoudelijke vaardigheden, zoals tuinieren, worden aangeleerd. • In Italië bieden Universiteiten voor Ouderen bijvoorbeeld ook lessen aan aan lagere scholen, zoals bijvoorbeeld kookles, waarbij ouderen en kinderen samen leren over voeding en samen koken. • Ook in Nederland zijn intergenerationele projecten opgezet. Meer informatie is te vinden op: www.nizw.nl/smartsite.htm?id=881 (indien deze link niet meer werkt, gelieve volgende link te proberen: www.movisie.nl) Databank van projecten rond intergenerationeel werken in Nederland: www.projectenzorgenwelzijn.nl/intergenerationeel Andere interessante links: Europees Jaar van gelijke kansen voor iedereen: www.gelijkheid2007.be Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding: www.diversiteit.be Grootouders – en Seniorenactie (GOSA): www.gezinsbond.be/index.php?option=com_ content&task=blogcategory&id=32&Itemid=55 Vlaamse Jeugdraad: www.vlaamsejeugdraad.be Vlaams Minderhedencentrum: www.vmc.be Vlaams Minderhedenforum: www.minderhedenforum.be
46
Leden van het OOK - Vlaamse Ouderenraad ABVV-Senioren Hoogstraat 42, 1000 Brussel tel.: 02 289 01 30
[email protected] ACLVB-Senioren Koning Albertlaan 95, 9000 Gent tel.: 09 222 57 51
[email protected] website: www.aclvb.be CD&V-Senioren Wetstraat 89, 1040 Brussel tel.: 02 238 38 13
[email protected] website: www.cdenv.be De Grijze Panters Karel Oomstraat 11 bus 9, 2018 Antwerpen tel.: 03 216 23 31
[email protected] FedOS (voorheen Verbond van Senioren), Federatie van Ona�ankelijke Senioren Warmoesstraat 13, 1210 Brussel tel.: 02 218 27 19
[email protected] website: www.fedos.be Fevlado-Senioren Coupure Rechts 314, 9000 Gent tel.: 09 224 46 76
[email protected] GOSA, Grootouders- en Seniorenactie Gezinsbond Troonstraat 125, 1050 Brussel tel.: 02 507 89 45
[email protected] website: www.gezinsbond.be GROEN!PLUS S. De Bruynestraat 78-82, 1070 Anderlecht tel.: 02 219 19 19
[email protected] website: www.groen.be IMPACT Maastrichtersteenweg 254, 3500 Hasselt tel.: 011 23 68 28
[email protected]
Lee�ijd, Stichting Lodewijk De Raet Kapelstraat 43, 2540 Hove tel.: 03 455 30 29
[email protected] website: www.stichtingderaet.be LBV, Liberale Beweging voor Volksontwikkeling Livornostraat 25, 1050 Brussel tel.: 02 538 59 05
[email protected] website: www.lbvvzw.be Minderhedenforum Vooruitgangsstraat 323/4, 1030 Brussel tel.: 02 245 88 30
[email protected] website: www.minderhedenforum.be Neos, Netwerk van Ondernemende Senioren Tweekerkenstraat 29, 1000 Brussel tel.: 02 238 04 91
[email protected] website: www.neosvzw.be OKRA, trefpunt 55+ Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 41
[email protected] website: www.okra.be OKRASPORT, trefpunt 55+ Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 36
[email protected] website: www.okrasport.be PWO, Platform Wonen voor Ouderen Belgiëplein 1, 3510 Kermt tel.: 011 87 41 38
[email protected] website: www.pwo.be Roze Rimpel Steenbokstraat 15, 2018 Antwerpen
[email protected] website: www.derozerimpel.be
47
SCV, Senior Consultants Vlaanderen Lieven Bauwensstraat 20, 8200 Brugge tel.: 050 45 60 86
[email protected] website: www.scvonline.be
Vieux Rose Rootjesweg 65, 9200 Dendermonde tel.: 052 22 38 58
[email protected] website: www.vieuxrose.be
Seniorencentrum (Brussel) Leopoldstraat 25, 1000 Brussel tel.: 02 210 04 60 fax: 02 210 04 70
[email protected] website: www.seniorencentrum-brussel.be
VVDC, Vereniging van Vlaamse Dienstencentra Langemeersstraat 6, 8500 Kortrijk tel.: 056 24 42 00
[email protected] website: www.dienstencentra.org
Seniorenraad Landelijke Beweging Diestsevest 40, 3000 Leuven tel.: 016 28 60 30
[email protected] website: www.landelijkegilden.be
[email protected] en website: www.kvlv.be
VvP, Vereniging van Provincies Albertinaplein 2 bus 4, 1000 Brussel tel.: 050 40 33 14
[email protected] website: www.vlaamseprovincies.be
Seniornet Vlaanderen Koningsstraat 136, 1000 Brussel tel.: 011 21 05 50
[email protected] website: www.seniornetvlaanderen.be S-PLUS Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 56
[email protected] website: www.s-plusvzw.be Sportievak Groeningelaan 40, 8500 Kortrijk tel.: 056 31 10 01
[email protected] website: www.sportievak.be S-Sport Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 41
[email protected] website: www.s-sport.be VDOR, Vereniging Directeurs Openbare Rusthuizen Dodenpaardenstraat 17, 8600 Diksmuide tel.: 051 50 20 58
[email protected] website: www.vdor.be
48
VVSG, Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel.: 02 211 55 00
[email protected] website: www.vvsg.be VVVG, Vlaams Verbond voor Gepensioneerden Carnotstraat 47 bus 1, 2060 Antwerpen tel.: 03 233 50 72
[email protected] website: www.vvvg.be WOAS, West-Vlaams Overleg Adviesraden van Senioren Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries tel.: 050 40 33 13 fax: 050 40 31 07
[email protected]
Werkten mee aan de opzet van de Ouderenweek: Frederik Fluyt Gilbert Van Den Neucker Goddie De Smet Guido De Corte Harry Berghs Hilda Beeckmans Huib Hinnekint Jaak Kusters Kathy Louagie Kristel Wijshof Laurens Lemmens Laurent Stalpaert Louis Van Nuland Maria Werbrouck Marleen Van Roy Mie Moerenhout Pieter Van Parys Raoul Maelstaf Sarah D’hondt Ward Op De Beeck
Bijzondere dank aan Goddie, Kristel, Harry, Jac, Laurens, Huib, Marleen en Nele voor de extra inspanningen.
Bibliotheken of rusthuizen die de nieuwsbrief OOK-ACTUEEL regelmatig wensen te ontvangen, delen het adres en de naam van de contactpersoon schriftelijk (brief, fax, e-mail) mee aan het OOK-secretariaat. Indien deze brochure niet op de juiste plaats of bij de juiste persoon terecht komt, kan u dit meedelen aan het OOK-secretariaat.
De brochure van de Ouderenweek is een uitgave van het Vlaams Ouderen Overleg Komitee vzw en de Vlaamse Ouderenraad.
49
Verantwoordelijke uitgever: Mie Moerenhout Redactie: Mie Moerenhout en Kathy Louagie Illustraties: Lien Geeroms Lay-out: Eveline Soors Drukwerk: Drukkerij Lamine, Herent
Secretariaat OOK vzw - Vlaamse Ouderenraad Koningsstraat 136 - 1000 Brussel Tel.: 02 209 34 51 - Fax: 02 209 34 53 E-mail:
[email protected] /
[email protected] Website: www.vlaams-ook.be