GEMEENTESCHETS
Heb ik GOD lief?
1
2
3
HEB IK GOD LIEF? Gemeenteschets nr. 1
Colofon Deze schets is een uitgave van: - Gereformeerde Bijbelstudiebond - Bond van Gereformeerde Jongerenverenigingen
Herziene uitgave april 2007
© Alles uit deze uitgave mag vrij gekopieerd worden
4 Inhoud Woord vooraf
5
Heb ik God lief? Ds. E.C. Luth
7
Bijbelstudie over Daniël 1 Ds. A.M. de Hullu
13
Heb ik God lief? Ds. Joh. de Wolf
19
Bijbelrooster
25
5
Woord vooraf Geachte gebruiker van de gemeenteschets, Al een aantal jaren behandelen veel gemeenten thema's waarin iedereen zich kan verdiepen. Samen als gemeenteleden, jong en oud, nadenken over een bepaald onderwerp ervaart men als heel positief en opbouwend. Voor het thema van deze eerste gemeenteschets 'Heb ik God lief?' vindt u hierin voorstudie- en werkmateriaal op drie niveaus: voor de jonge jeugd (12-16), voor de oudere jeugd (16+) en voor de volwassenen. De schetsen voor de drie leeftijdsgroepen staan niet los naast elkaar. Ze grijpen op elkaar in, hoewel ze afzonderlijk te gebruiken zijn. Ze nodigen dan ook uit om in de gezinnen met elkaar over het onderwerp te spreken. De predikanten die meewerkten aan deze gemeenteschets, hebben ieder een aantal schriftgedeelten opgenomen die in verband met de behandeling van het thema thuis gelezen kunnen worden, een soort bijbelrooster dus. Bij de behandeling van dit thema hebben we allereerst gedacht aan de clubs, verenigingen en bijbelstudiegroepen. Het zou fijn zijn als er nog breder met het thema gewerkt werd. We willen u graag enkele suggesties geven: ○ in een preek wordt het onderwerp ingeleid; ○ het is het huisbezoekthema; ○ op een wijk- of gemeenteavond komt het aan de orde; ○ de basisschool kiest het als werkthema. Misschien ziet u zelf nog meer mogelijkheden om zinvol met dit onderwerp bezig te zijn. In 2007 is de schets voor de jeugd 12-16 geheel herschreven. Tegelijkertijd zijn de beide andere schetsen herzien. Dat wil voornamelijk zeggen dat de aangehaalde bijbelteksten ‘vertaald’ zijn in de Nieuwe Bijbelvertaling. Ook is de nummering van gezangen aangepast aan het Gereformeerd Kerkboek, uitgave 2006. Wij hopen dat we u met deze schetsen een basis gegeven hebben voor een 'gemeentebrede' bijbelstudie en wensen u Gods zegen toe bij uw werk. Namens de beide bonden, de Themacommissie
6
7 Schets voor jongeren van 12 tot 16 jaar
Heb ik GOD lief? door ds. E.C. Luth
Eigenlijk heeft deze gemeenteschets een beetje een stomme titel… Want je moet heel ergens anders beginnen. Niet bij de vraag: heb ik God lief? Maar precies aan de andere kant. Want die vraag: hou ik wel van God?, dat is een moeilijke! Soms weet je al niet eens of je wel van jezelf houdt. De Bijbel helpt je om die vraag van een heel andere kant te bekijken. Van de kant van een leerling van Jezus die een heel bijzonder plekje bij Jezus had: Johannes. Wist je trouwens dat Johannes in de Bijbel vaak genoemd wordt als de leerling ‘van wie Jezus [veel] hield’? Opdracht 1: zoek dat op in Johannes 13:23; Johannes 19:26; Johannes 20:2; Johannes 21:7; Johannes 21:20.
Op dit schilderij van William Blake, Het laatste avondmaal (1799), zie je hoe de discipel Johannes zit: apart van de anderen en heel close naast de Heer Jezus
8
‘Het moet van twee kanten komen’ Soms word je verliefd op iemand. Stiekem zie je hem of haar helemaal zitten. Maar je weet niet of het wederzijds is. Misschien vindt die ander jou juist helemaal niet zo leuk. Dat is dan vervelend. Maar het is dan nog niet verloren. Want als jij die ander steeds duidelijk blijft maken dat jij wel van hem houdt (of van haar), dan kan die ander zomaar nog omslaan. Ik ken genoeg getrouwde mensen die nu nog over elkaar zeggen: ‘Vroeger kon ik jou niet uitstaan. Als iemand toen had gezegd: “Met die ga jij nog eens trouwen, let maar op!”, dan had ik hem voor gek verklaard.’ Het mooiste is natuurlijk als de liefde direct al van twee kanten komt. In de Bijbel vind je ook dat de liefde soms eerst van één kant komt. Je ziet bijvoorbeeld bij Abraham dat God eerst van hém houdt. Abraham diende eerst heel andere goden. Kijk maar in Jozua 24:2. Maar God hield spontaan van Abraham. Hij belooft hem zomaar een heel pakket van mooie dingen. Zoek het maar eens op in Genesis 12:2-3 en in Genesis 17:1-8. Johannes schrijft er ook over in zijn eerste brief, hoe de liefdesrelatie tussen God en mensen bij God begon. Lees 1 Johannes 4:10: Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. Opdracht 2. Werkvorm, schrijfronde. Ga in groepjes van 3 à 4 bij elkaar zitten. Pak allemaal een leeg A4’tje. Schrijf daarop hoe jij dat beleeft dat wij God niet hebben liefgehad. Waar gaat dat over? En hoe zou dat voor God zijn geweest? Waarom hield/houdt de Heer God eigenlijk toch van ons? Als je je gedachten hierover op papier hebt gezet geef je je papier door aan je linkerbuurman/-vrouw in het groepje. Die reageert op papier op wat jij hebt opgeschreven. Je gaat hiermee door tot iedereen zijn/haar mening heeft genoteerd. Ten slotte krijg je je eigen blaadje weer terug en bespreek je het commentaar met de anderen van je groepje.
Hoeveel? Zoveel! Neem het voorbeeld in gedachten dat je op iemand verliefd bent. Eigenlijk klopte dat voorbeeld nog niet helemaal met hoe de Heer ons liefheeft. Stel, je bent verliefd op iemand. Maar je komt erachter dat hij bijvoorbeeld een dief is. Blijf je dan verliefd? Vergelijk dit nu eens met Gods liefde voor ons. Dan is het helemaal geweldig dat God zoveel van ons houdt. Hoeveel? Lees 1 Johannes 3:16: Wat liefde is, hebben we geleerd van hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven
9 voor onze broeders en zusters. Opdracht 3. Om met elkaar over door te praten ● Zou jij iemand weten voor wie jij je leven zou geven? ● Wat wil dat voor jou zeggen dat Gods eigen Zoon de doodstraf van je overnam? Laat nu eens goed tot je doordringen hoe onbeschrijflijk bijzonder het is dat God zoveel van je houdt en zoveel voor je overhad. Dan moet dat wel wat bij je losmaken. Dat kan je toch niet onbewogen laten!? Dan zeg je: Heer, hoe kan ik U bedanken voor zoveel moois? God, ik houd van U; U heb ik lief! Dus: zo stom was die titel nou ook weer niet...
En nu de praktijk Johannes helpt ons om die liefde in de praktijk te brengen. Lees 1 Johannes 4:19-21: Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad. Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft. We hebben dan ook dit gebod van hem gekregen: wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben. Opdracht 4. Om met elkaar over door te praten ● Hoe kun je volgens Johannes goed laten zien dat je van God houdt? Van Johannes leren we hoeveel God van ons houdt. Dat moet bij jou twee dingen teweegbrengen: 1. Dat jij zielsveel van God gaat houden, en 2. Dat je je medemens liefhebt. En bij beide horen niet alleen mooie woorden, maar ook mooie daden (1 Joh. 3:18).
Een voorbeeld Een goed voorbeeld van wat Christus’ liefde bij iemand aan wederliefde kan losmaken, staat in Marcus 14. Lees Marcus 14:3-9. Een vrouw giet zomaar een hele fles peperdure parfum uit over de Heer Jezus. De mensen die erbij zijn, vinden het een belachelijke verspilling. Zo’n flesje kost wel meer dan 300 denarie. Dat was toen een heel jaarsalaris voor een arbeider. Hoe lang zal die vrouw wel niet hebben moeten sparen voor dat ene flesje! Logisch dat de mensen zeggen: Ze lijkt wel niet wijs. Maar Jezus zegt: ‘Jullie moeten niet zo zeuren. Ze heeft iets goeds voor Mij gedaan
10 (vers 6). En ze deed het met het oog op mijn begrafenis.’ In dat hete Oosten werd een lichaam na het overlijden gebalsemd met zalf en parfum. De vrouw verzorgde Jezus’ lichaam omdat ze geloofde dat Hij voor haar zou gaan sterven. Door zoveel geld daaraan uit te geven, liet ze zien hoe geweldig ze het vond dat Jezus dat ook voor haar ging doen. Ze hield daarom zo ontzettend veel van Hem, dat ze dit voor Hem wilde doen. ‘Wat ze kon doen, dat heeft ze ook gedaan,’ zegt Jezus dan (vers 8).
Opdracht 5 Wat kun jij voor Hem uit liefde doen? Zoek in de Bijbel naar andere voorbeelden van mannen of vrouwen, die hun liefde voor God uitspraken of lieten zien.
Opdracht 6 Verdeel een A4’tje overlangs door een verticale streep in tweeën. Zet boven de linkerkant: ‘Ik houd van God’ en boven de rechterkant ‘Ik houd van mijn medemens’. Schrijf in de beide kolommen dingen die je wilt doen of zeggen of aanpakken uit liefde voor God of voor je naaste.
Suggesties voor liederen ○ ○ ○ ○
Jezus vol liefde, Gezang 164, Geref. Kerkboek (2006) Neem mijn leven, laat het, Heer, Gezang 473, Liedboek voor de Kerken Hoe lief heb ik uw huis, Psalm 84, Psalmen voor Nu Uw liefde is het hoogste goed, Psalm 63
11
Handleiding voor de leid(st)er Ter voorbereiding vooraf geef je de de jongeren de opdracht om thuis na te denken over de vragen onder opdracht 3, hun antwoorden te noteren en die mee te nemen naar de bijbelstudieavond. Naar gelang de grootte van de groep kun je de gesprekken met elkaar in kleine groepjes organiseren. Daarbij kun je de groepjes de vragen laten bespreken en zo nodig daarvoor nog wat input en richting geven vooraf vanuit het materiaal hieronder. Houd de tijd in de gaten; 5 minuten is vaak wel voldoende. Laat de groepjes plenair even vertellen wat ze besproken hebben en ga er zelf eventueel nog even op in. Bij ‘Het moet van twee kanten komen’ kun je verwijzen naar de manier waarop de HEER een verbond met Abram aanging. Dat was ook niet wederzijds. Abram diende de goden van Ur (Joz. 24:2). Maar de HEER zei: Ik ga met jou een verbond aan (Gen. 17:2); Ik sluit een verbond met jou etc. (Gen 17:7). Niet: ‘Zullen we een verbond sluiten?’ Het was geen gezamenlijk idee, maar een roeping (Gen. 12) van Gods kant van een man die Hem tevoren niet kende. Opdracht 2 De jongere leert onder woorden te brengen hoe de zondeval van Adam en Eva ons allemaal verkeerd heeft voorgesorteerd om God nog lief te (kunnen) hebben. Van onszelf zijn we uit op autonomie en zelfliefde, willen we eigen baas zijn en kan God ons gestolen worden. Dat is een klap in het gezicht van de HEER die zelf ons maakte en heel bijzondere gaven gaf. Waarom houdt Hij dan toch nog van ons? Zie de tekst; door de Zoon van zijn liefde die onze schuld verzoent. Bij zijn doop in de Jordaan klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde / plezier’ (Luc. 3:22). Door geloof in Jezus zijn wij ook Gods geliefde zonen en dochters; onvoorstelbaar! Het zou mooi zijn als deze elementen via de schrijfronde vanzelf bij de jongeren naar voren komen. Anders is het goed deze punten in een nabespreking van de schrijfronde nog in te brengen. Neem de jongeren mee in de verwondering over zoveel liefde. Eventueel kun je voor je eigen voorbereiding een video bekijken van Henri Nouwen, ‘U bent geliefd’, te downloaden via de link http://www.nouwen.org/nl/henri.php3 (dit is een preek/toespraak van ruim 17 min.). Via deze video kun je een stuk verdieping bereiken op het punt dat zijn liefde voor ons pure genade in Jezus is en niet afhangt van wat ik heb bereikt of heb, of van hoe men over mij praat. Opdracht 3 Hierbij kun je betrekken wat Johannes eerder uit Jezus’ eigen mond optekende in zijn evangelie (Joh. 15:9-14). Opdracht 4 Het moet de jongeren duidelijk worden dat liefde tot God ook zichtbaar moet worden in de onderlinge liefde. Opdracht 5 Uit Johannes 12 (vers 3) weten we dat de vrouw Maria was, de zus van Marta en Lazarus uit Betanië. Rond de vraag: Wat kun jij voor hem uit liefde doen, kun je ook denken aan gelovigen die een gelofte voor God hebben gedaan, zoals Simson of Maarten
12 Luther. Voor een praktische vertaling naar nu van het gebruik van een gelofte verwijs ik naar het boekje Hoezo extra? van Jan Willem Roosenbrand. Voorbeelden uit de Bijbel van mensen die lieten zien hoeveel ze van God houden, vind je bijvoorbeeld in Petrus’ drievoudige liefdesverklaring en bij Daniël en zijn vrienden, die tegen vervolging in nadrukkelijk kozen voor hun wijding aan de HEER. Opdracht 6 Je kunt de opdracht ook samen op een bord of flap-over maken. Het genoteerde vervolgens nabespreken en samen bidden of de Heer nu met zijn Geest wil helpen om de voornemens ook in de praktijk te brengen en Hem en de naaste lief te hebben.
Literatuur Dr. P.J. Lalleman, 1-3 Johannes, CNT, derde serie, Kok, Kampen, 2005. J.W. Roosenbrand, Drie brieven van Johannes, De Vuurbaak, Barneveld, 2002. J.W. Roosenbrand, Hoezo extra?, De Vuurbaak, Barneveld, 2005.
13 Bijbelstudie en werkvormen voor jongeren 16+
Bijbelstudie over Daniël 1 door ds. A.M. de Hullu
Iemand stelt je de vraag: Heb jij God lief? Het zou iemand kunnen zijn die je op straat aanspreekt of een ouderling op huisbezoek. Wat zou je antwoorden op die vraag? Wat houdt het eigenlijk in om God lief te hebben? Wat houdt het in als je op een school zit met veel jongeren die niet geloven? Wat houdt het in op je werk, tussen je collega's? Vier jongens moeten een opleiding volgen waar bijna niemand in God gelooft. Vaak worden ze praktisch gedwongen om mee te doen met de ongelovigen. Toch kun je merken dat ze God liefhebben. Een voorbeeld waar je veel van kunt leren. Daniël, Chananja, Misaël en Azarja heten de vrienden. Je leest erover in Daniël 1. Lees eerst heel dat hoofdstuk. Dan concentreren we ons op vers 1-13. In het derde regeringsjaar van Jojakim, de koning van Juda, trok Nebukadnessar, de koning van Babylonië, op naar Jeruzalem en belegerde de stad. De Heer leverde Jojakim, de koning van Juda, aan hem uit en gaf hem een deel van de voorwerpen van Gods tempel in handen. Hij nam ze mee naar Sinear, naar de tempel van zijn eigen god, en liet ze daar in de schatkamer zetten. De koning gaf het hoofd van zijn eunuchen, Aspenaz, opdracht een aantal Israëlieten van koninklijke en voorname afkomst naar zijn paleis te brengen. Het moesten jongemannen zonder lichamelijke gebreken zijn, aantrekkelijk om te zien, rijk aan kennis, ontwikkeld en met een scherp verstand, en bovendien geschikt om aan het hof te dienen. Aspenaz moest hen onderwijzen in de geschriften en de taal van de Chaldeeën. De koning wees hun een dagelijkse hoeveelheid toe van de spijzen en de wijn van zijn tafel. Na drie jaar onderricht zouden ze in dienst van de koning treden. Onder hen waren enkele Judeeërs: Daniël, Chananja, Misaël en Azarja. Maar de hoofdeunuch gaf hun andere namen; Daniël noemde hij Beltesassar, Chananja Sadrach, Misaël Mesach en Azarja Abednego. Daniël was vastbesloten zich aan de reinheidsvoorschriften te houden en hij vroeg de hoofdeunuch toestemming zich van de spijzen en de wijn van de tafel van de koning te onthouden. God zorgde ervoor dat de hoofdeunuch Daniël gunstig gezind was. Toch zei de hoofdeunuch tegen hem: ‘Ik ben bang voor mijn heer, de koning; hij heeft bepaald wat jullie zullen eten en drinken, en als hij vindt dat jullie er slechter uitzien dan jullie leeftijdsgenoten zal hij mij daarvoor verantwoordelijk stellen.’ Daarop richtte Daniël zich tot de kamerheer die de hoofdeunuch aan hem en aan Chananja, Misaël en Azarja had toegewezen: ‘Neem de proef op de som en laat uw dienaren tien dagen alleen groente eten en water drinken. Vergelijk ons uiterlijk daarna met dat van de jongemannen die de koninklijke spijzen eten, en beslis dan over uw dienaren op grond van wat u ziet.’
14 In de wereldstad Babel heeft de koning, Nebukadnessar, een opleiding voor jongens uit de landen die hij onderworpen heeft. Hij wil ze vormen tot belangrijke mannen in zijn rijk. Ze moeten ook iets van zijn manier van leven meekrijgen. Daarom zijn ze intern. Ze krijgen het eten van de tafel van de koning, eten dat aan de afgoden gewijd is en door de koning gegeten wordt. In het internaat, tussen die jongens uit allerlei landen, zijn er vier die weigeren het voedsel te eten dat aan de afgoden van Babel gewijd is. Bijna niemand weet het, want het personeel durft er niet over te praten. In het geheim wordt de koninklijke maaltijd weggehaald en groente op tafel gezet. Vier jongens durven anders te zijn, uit liefde voor God. En jij? Durf jij anders te zijn, omdat God je lief is?
Beantwoord allereerst voor jezelf deze vraag: Hoe zijn deze vier jongens zover gekomen zijn dat ze hier de moed voor hebben? Waar halen ze de moed vandaan? (Je zult misschien verschillende dingen kunnen noemen.) Laten we hier samen eens over nadenken: waar haal je de moed vandaan om anders te zijn? Voor die jongens in Babel begint het (vs. 1,2) in Jeruzalem. Daar hebben ze Gods liefde leren kennen. Bij de tempel, waar God zijn liefde voor zondaars laat zien. De opvoeding van deze jongens is niet volmaakt geweest. In 2 Koningen 23-25 kun je erover lezen hoe Jeruzalem zich liet meeslepen in de ontrouw tegenover God. In die stad zijn ze opgegroeid. Maar het kan niet anders of ze hebben als kinderen ook iets van Gods liefde leren kennen. Ze zullen besneden geweest zijn en gehoord hebben van Gods verbond. Hun ouders hebben hun namen gegeven met een betekenis: 'mijn rechter is God' (Daniël), 'genadig is de HEER' (Chananja), 'wie is als God' (Misaël), en 'geholpen heeft de HEER' (Azarja). Ouders die hun kinderen zulke namen geven zullen hun kinderen ook verteld hebben over de liefde van God. Ook al is dat gebrekkig gebeurd. Uit het boek Daniël blijkt toch wel dat deze jongens een behoorlijke kennis van de Bijbel gehad moeten hebben. Het is de liefde van God, die je uit het verbond en heel de Bijbel leert kennen. Als je weet dat er een God is die om je geeft, dan kan dat je helpen om anders te durven zijn. Mensen kunnen je in de steek laten. Vrienden bij wie je graag zou willen horen, vallen je misschien af als je anders bent. Maar er is Één die om je geeft, die je niet afvalt. Die je helpt als het moeilijk voor je wordt. Ook dan sta je niet echt alleen. Hij heeft je lief en is je liefde waard. Ook als het er echt op aankomt. In Daniël 2 lees je er nog meer over hoe machtig God is. Zo'n God, die machtiger is dan alle koningen, die zal je ook helpen als je een moedige beslissing genomen hebt, uit liefde voor Hem. De vier joodse jongens in Babel hebben dat ook gemerkt. En je leest in hoofdstuk 3 en 6 dat ze het later steeds weer aandurven om op de beslissende momenten voor hun geloof uit te komen. Het lijkt soms veel slimmer om dat niet te doen, maar God zorgt dat het goed komt. De jongens zullen er ook veel aan gehad hebben dat ze met zijn vieren waren. Als vrienden kun je elkaar steunen. Samen sta je sterker. Eén van de vier, Daniël, neemt het initiatief (vs. 8). De andere drie volgen hem. Voor hen was Daniël
15 misschien degene die hen over de streep hielp. Voor Daniël was het weer bemoedigend dat hij drie medestanders had. Zo kunnen wij ook in de kerk vrienden voor elkaar zijn. En verder is het gebed onmisbaar. In Daniël 6 lees je over zijn gewoonte om dagelijks te bidden. Net als jij en ik is Daniël veel te zwak om in alle moeilijke situaties voor God te kiezen en alleen te durven staan. Maar hij vraagt God om kracht. En God geeft die ook. Aan iedereen die erom vraagt.
Vraag Wat zou jou nog meer kunnen helpen om net als deze vier jongens steeds weer voor God te kiezen?
Hierna volgt een aantal werkvormen. Werkvorm 1 - Gesprek na de bijbelstudie Nadat je de vergadering begonnen bent met het lezen van Daniël 1, ga je in kleinere groepjes uiteen om kort door te praten over het bijbelgedeelte. Het is de bedoeling je iets meer in te leven in de keuze waarvoor de vier vrienden stonden, en de beslissing die ze genomen hebben. Probeer je in te denken wat Daniël en zijn vrienden bedacht en besproken hebben, voordat ze tot het besluit kwamen niet van het koninklijke voedsel te eten. ● Welke vragen zouden in zo'n situatie gesteld worden? ● Welke mogelijkheden zijn er? ● Welke argumenten voor en tegen zouden in zo'n situatie genoemd kunnen worden? ● Wat zou - wat jullie betreft - de doorslag moeten geven? Nog iets om over na te denken in het groepje: In de schets voor de volwassenen wordt de gelijkenis van de twee zonen behandeld (Luc. 15:11-32). ● Wat denk je dat de jongste zoon zou doen in een situatie als die van Daniël en zijn vrienden? ● Wat denk je dat de oudste zoon zou doen? ● Wat zouden ze beiden van Daniël en zijn vrienden kunnen leren? Groepering 4-6 personen
Hulpmiddelen ---
Tijd 10-15 min.
16 Werkvorm 2 - Liefde is… God liefhebben, dat kun je omdat God jou liefheeft. Daarom is het volgende onderdeel van de vergadering heel puur aan Gods liefde gewijd. In een inleiding kan iemand er iets over vertellen. (Zie literatuur.) Je kunt erover lezen uit de Bijbel (bijv. Joh. 3:16-21; Rom. 5:5-11; 1 Joh. 1; 3:1-9; 4:7-21 e.a.). En vooral is Gods liefde ook om van te zingen: ● Psalm 42:1; 63:2; 85:4; 103; 106:1,20; 116:3; 118; 136:18 ● Gezang 78:3; 81:4; 90; 109:4; 140; 115:1; 108; 132; 149; 164 ● Liedboek 78; 481 ● E&R I: 76; 127; 141; 173; 200 ● E&R II: 264, 299, 311, 323, 368, 372, 373, 383, 386, 406, 422, 430, 433. Maak er wat moois van. Je kunt er instrumenten bij gebruiken. Je kunt lezen, spreken en zingen afwisselen. Geniet samen van Gods overweldigende liefde. Misschien kun je na afloop nog even doorspreken over wat je aansprak. Groepering samen
Hulpmiddelen inleiding? liedbundels muziekinstrumenten
Tijd 15-20 min.
Werkvorm 3 - Fifty-fifty Zoek een gesprekspartner en interview elkaar over het volgende: ● Welke situaties maak jij mee / heb jij meegemaakt waarin je moest beslissen niet met anderen mee te doen, uit liefde voor God. Misschien heb je wel eens meegemaakt dat je helemaal alleen stond, bijv. op je werk of op school. ● Wat vond je er moeilijk aan? ● Lukt het je dan om een beslissing te nemen waar je zelf blij mee kunt zijn? Waar heb je dan steun aan? ● Ken je er voorbeelden van uit je eigen leven of uit je omgeving, dat een moeilijke beslissing achteraf gezegend wordt? Schrijf als afsluiting van het gesprek een opbouwende opmerking voor je gesprekspartner op een briefje en geef dat mee. Groepering 2 personen
Hulpmiddelen ---
Tijd 15 min.
17
Werkvorm 4 - Wereld van verschil Waar zie je duidelijke verschillen uitkomen tussen het leven uit liefde voor God en het leven zonder liefde voor God? Je kunt aan allerlei terreinen van het leven denken: besteding van tijd en geld, omgaan met jezelf / je lichaam, met je medemens, met het milieu enz. Noteer wat genoemd wordt en bespreek met elkaar waar het moeilijk is. Wat maakt het moeilijk? Kun je elkaar als vereniging aanmoedigen? Groepering Samen
Hulpmiddelen ---
Tijd naar keuze
Werkvorm 5 - Stellingen Bespreek de volgende stellingen: 1. Liefde voor God is iets wat alleen in je hart gebeurt. 2. Je kunt je vrienden en leeftijdgenoten niet helpen God lief te hebben. 3. Het helpt als je bidt aan het begin van elke dag en bij moeilijke momenten. 4. Wie niet zulke moedige beslissingen durft te nemen als Daniël en zijn vrienden, heeft God niet echt lief. Groepering naar keuze
Hulpmiddelen ---
Tijd 10-15 min.
Werkvorm 6 - Afronding Als er een gezamenlijke bijeenkomst is met de andere verenigingen, bespreek dan met elkaar welke overgebleven vragen daar behandeld zouden kunnen worden. Besluit de vergadering met een lied en een gebed waarin je God dankt voor zijn liefde; vraag Hem om liefde voor Hem en je naaste.
Literatuur Over Daniël: - R.H. Bremmer, Man contra moker, BGJ-schets over Daniël - I. de Wolff, Overwinnend Godsrijk, Deel 1 Over Gods liefde: - E.A. de Boer, Bekering [Scala-reeks], blz. 12-16 - J.J. Dronkers, De gemeenschap der heiligen [Scala-reeks], blz. 9-19 - J.I. Packer, God leren kennen, blz. 101-110 - Floyd McClung Jr., Het Vaderhart van God - De schets voor volwassenen over dit thema
18
19 Schets voor de volwassenen
Heb ik God lief? door ds. Joh. de Wolf
1. Inleiding Het startpunt van deze schets is de vraag of ik God liefheb. Het gaat dus over de persoonlijke relatie tussen God en mij. Als je getrouwd bent, zou je je ook zo'n vraag kunnen voorstellen. Heb ik m'n man of m'n vrouw lief? Houd ik nog steeds van haar of hem? Is die liefde groot genoeg en is ze echt? Natuurlijk, het zou geen vraag moeten zijn. Maar we blijven mensen, ook in het huwelijk. Liefde gaat niet altijd vanzelf. Met God hebben we ook een soort huwelijksrelatie. Zo spreekt de Bijbel er immers vaak over (denk bijv. aan Hosea 1-3). Daar kan ook bezinning nodig zijn. En het is dan goed om dat in de kerk sámen te doen. Want we zijn niet op ons eentje, maar samen de bruid van Christus. En we kunnen elkaar helpen om echt en van harte op onze Heiland gericht te zijn. Opdracht Ga voor uzelf eerst eens na of de startvraag bij dit onderwerp u aanspreekt of dat dit voor u eigenlijk geen vraag is. We beginnen de schets door aan de hand van enkele schriftgedeelten het thema verder te verkennen. In het tweede gedeelte worden vanuit de praktijk bepaalde aspecten verder belicht.
2. Enkele bijbelgedeelten Er zijn in dit verband natuurlijk allerlei perikopen te noemen. Straks wordt er een drietal uitgewerkt. Maar ik noem eerst enkele bijbelgedeelten die verder niet besproken worden, maar die heel goed vooraf (bijv. thuis aan tafel of persoonlijk) gelezen kunnen worden: ○ Deuteronomium 6:1-15 (liefde tot God, het grote gebod) ○ Psalm 42-43/ 63/ 84 (liefde kent ook het verlangen naar God) ○ Psalm 116 (liefde tot God krijgt de kleur van dankbaarheid) ○ Matteüs 22:34-40 (het 'dubbelgebod' van de liefde) ○ Johannes 15:9-17 (liefde van en tot God via Christus) ○ Johannes 20:11-18 (liefde als aanhankelijkheid aan Christus) ○ Openbaring 2:1-7 (de 'eerste liefde' moet blijven)
2.1 Lucas 15: een vader en zijn twee zonen Het eerste gedeelte waar we uitgebreider op ingaan, is Lucas 15:11-32, dat is de 'gelijkenis van de verloren zoon'. De gelijkenis is zo bekend dat toelichting hier niet nodig is. Wie zich eerst wat verder in de gelijkenis wil verdiepen, kan dat bijvoorbeeld doen aan de hand van de bijbelstudie van ds. P.J. Trimp, Sprekende beelden (pag. 40-45). U kunt ook gebruikmaken van de meditatieve uitleg van Henri Nouwen in zijn boek Eindelijk thuis.
20 Wat in deze gelijkenis vooral opvalt, wat ons thema betreft, is de grote liefde en goedheid van de vaderfiguur. In werkelijkheid mogen we in die vader de Heiland zelf zien, en via Hem ook God de Vader in de hemel (want Christus en de Vader zijn één). Onze verhouding tot God wordt hier dus vergeleken met de vader-kindverhouding op aarde. Let erop dat dit weer een ander beeld is dan de zojuist genoemde relatie in een huwelijk. Vragen 1. Hoe blijkt in deze gelijkenis de liefde van de vader naar de jongste zoon én die naar de oudste zoon? 2. Bedoelde de Heiland het gedrag van de vader ook te tekenen als een voorbeeld voor vaders/ouders van nu? Vergelijk hierbij zo mogelijk de roman die H. Westerink eens schreef: Ik zal opstaan. Wat de twee zonen aangaat, zien we in dit beeldverhaal vooral hoe het niet moet. Want de één kan niet langer wachten op de erfenis, en maakt zijn deel van het vaderlijk vermogen zo gauw mogelijk te gelde, waarna hij het in 'de wereld' verbrast. De ander stelt zichzelf in feite gelijk met de dagloners van z'n vader, en verlaagt zich dus tot een werknemer in loondienst in het ouderlijk huis. Als de jongste zoon van z'n vader gehouden had, was hij niet de wijde wereld in gevlucht. Maar de liefde voor geld en genot was sterker geweest dan de binding aan thuis. Als de oudste zoon van z'n vader gehouden had, was hij niet van hem vervreemd geraakt. Maar nu wilde hij liever zo hard mogelijk werken om zodoende z'n bestaan zelf te verdienen. Vraag Wat zou je beter kunnen hebben, een kerkverlater (zoals de jongste zoon) of een activist/wetticist in de kerk, die meer van werken houdt dan van God (zoals de oudste zoon)? Verklaar uw antwoord nader.
2.2. Daniël 1: Toewijding aan de Heer Een positief voorbeeld van toewijding aan God zien we in het tweede bijbelgedeelte, dat nu aan de orde komt: Daniël 1. Dit hoofdstuk is al besproken in de schets voor jongeren 16+. Voor nadere toelichting kan verwezen worden naar (oudere) bijbelstudies over dit boek, zoals van I. de Wolff, Krachten van het komende koninkrijk, en van R.H. Bremmer, Man contra Moker. In dit hoofdstuk valt op hoe Daniël en zijn drie vrienden alles voor de God van het verbond overhebben. Ze zetten er hun positie en carrière aan het hof van Nebukadnessar voor op het spel. Want ze willen zich niet bezondigen aan onrein eten en drinken. Zo belangrijk vinden ze wat God in de wet van hen vraagt. Dezelfde liefde voor de Heer blijkt in hoofdstuk 3, als de drie vrienden weigeren het kolossale afgodsbeeld te aanbidden. Vraag Als je God echt liefhebt, moet je wel eens alleen durven staan. Overkomt u dat ook, of probeert u dat (onbewust misschien) te vermijden? Ga met elkaar na waarom dit moeilijk is, en wat een zegen het geeft als je het wel durft.
21 2.3 Eerste brief van Johannes: liefde als kernwoord In de geschiedenis van Daniël en in de gelijkenis die we bekeken, komt de liefde van God naar ons en van ons naar Hem concreet in beeld. In de eerste brief van Johannes wordt als het ware deze stof leerstellig verwerkt. Daar wordt op een meer systematische manier op die tweeërlei liefde doorgeborduurd. Ik wil de bijdrage van deze brief aan ons onderwerp in de volgende vier rubrieken samenvatten. Het is het beste om de genoemde teksten telkens even op te zoeken en tot je te laten doordringen. 2.3.1 De liefde van God tot ons Bij God lag het initiatief en niet bij ons (1 Joh. 4:10, 19). Liefde is een wezenstrek van God: Hij is liefde (1 Joh. 4:8, 16). De Vader en de Zoon zijn ons tot voorbeeld (1 Joh. 3:16; 4:11). Opmerking De geboden van de Heer zijn er een bewijs van dat Hij ons liefheeft en het goede met ons voor heeft. Dit element is de rode draad in het boek van H.J. Hegger, Zijn gebod is liefde. In dat boek laat Hegger bij alle tien geboden zien, dat ze ons ten goede zijn gegeven. 2.3.2 De liefde tot God bij ons Die liefde blijkt in het bewaren van zijn woord en geboden (1 Joh. 2:5; 5:3). Proef op de som is de broederliefde (1 Joh. 4:20-21). Vraag In Psalm 119 wordt geregeld gesproken van liefde tot Gods woord en wet. Gaat het niet te ver om de Bijbel als boek lief te hebben? Liefde is toch altijd de relatie tot een persoon? Opdracht Bespreek met elkaar de derde vraag bij de openbare geloofsbelijdenis (Geref. Kerkboek, 2006, pag. 736), vooral de term 'begeerte'. Deze begeerte staat tegenover die van het tiende gebod. 2.3.3 Liefde tot de naaste Liefde hoort bij het leven in Gods licht (1 Joh. 2:9-11). Het gebod om lief te hebben, is al oud, maar tegelijk ook in zekere zin nieuw (1 Joh. 2:7-8). Want door de zoendood van Christus komt dit gebod met nieuwe aandrang op ons af. Broederliefde is het tegendeel van jaloezie, haat en doodslag (1 Joh. 2:11; 3:11-15). Geen woorden, maar daden (1 Joh. 3:18). Opmerking Liefde is de keerzijde van het zesde gebod (‘Pleeg geen moord’); in HC antwoord 107 wordt dat concreet gemaakt. 2.3.4 Geen liefde tot de wereld Al het bovenstaande sluit uit, dat wij de wereld zouden liefhebben en datgene wat in de wereld is (1 Joh. 2:15-17). Opdracht Ga met elkaar na, wat in uw situatie 'de wereld' is en of die wereld ook concurrerend is voor uw band met de Heer.
22 3. Praktische verwerking Na deze principiële onderbouwing via de genoemde bijbelgedeelten willen we overstappen naar de praktijk. Het is de bedoeling om het thema nu naar verschillende kanten uit te werken. Vanuit drie invalshoeken wordt de stof verder besproken: 1. de beleving en verdieping van de liefde tot God; 2. het persoonlijke en gemeenschappelijke aspect hiervan; 3. het onderlinge gesprek hierover en de wederzijdse steun.
3.1 Beleving en verdieping van de liefde tot God Voor dit onderdeel kunnen we het best uitgaan van het beeld van het huwelijk voor de relatie tussen God en ons. Liefde tussen een man en een vrouw wil beleefd worden. Dat kan en mag op allerlei manieren gebeuren. Als geliefden wil je ook steeds meer naar elkaar toe groeien en hoop je een al diepere eenheid te mogen vormen. Dat vraagt intensief contact en grote openheid. Liefde naar God toe vraagt ook om uitingsvormen. In een levendige en hartelijke verbondenheid. Dan denken we eerst aan ons gebedsleven. Als je echt bidt, ben je in gesprek met God. En ook al hoor je geen woordelijk antwoord, je weet dat Hij luistert en dat er dus communicatie is. Om dat contact levend te houden, is het nodig om ook zelf steeds weer naar God te luisteren. Dus gaat de Bijbel geregeld open om Gods stem te horen, om opgebeurd en opgescherpt te worden, om de weg gewezen te krijgen en om God beter te leren kennen. De Bijbel is vaak met een liefdesbrief vergeleken, en terecht. Je hebt zo'n brief misschien al tien keer gelezen, maar als je echt van je vriend(in) houdt, maak je de envelop steeds weer open. Zo blijft ook een christen de taal van Gods liefde spellen. Als je echt gelooft, heb je daar ook behoefte aan en maak je daar tijd voor vrij. Wie het te druk heeft om dagelijks 'stille tijd' voor God te reserveren, is nodig aan bezinning toe (vgl. ds. H.P. Dam in het boek Hollen en stilstaan). Vraag Hoe kan het groeien in liefde tot God geremd of geblokkeerd worden? Vergelijk dit met de liefde in verkeringstijd of in een huwelijk, die soms ook kan bekoelen. Opmerking In zijn boekje Het Bezoek laat Adrian Plass de ik-figuur zeggen (pag. 6) dat zijn relatie met God een beetje is ‘als een huwelijk zonder seks’. Om over na te denken!
3.2 Het persoonlijke en gemeenschappelijke aspect Geloven is allereerst iets heel persoonlijks: een individuele liefdesband met de Heer Jezus, je Verlosser en Heiland. Denk aan het prachtige voorbeeld van de 'zondares' uit Lucas 7 met haar albasten kruik vol mirre. Artikel 22 NGB zegt dan ook dat een waar geloof Jezus Christus met al zijn verdiensten omhelst. Het is daarom ook goed om aan persoonlijke schriftstudie te doen en zodoende te werken aan een eigen relatie met de Heer. Tegelijk hebben wij de inhoud van ons geloof natuurlijk gemeenschappelijk. We geloven uiteindelijk niet allemaal op ons eentje, maar mogen met elkaar het lichaam en de bruid van Christus zijn. Het geloof kent daarom ook veel gezamenlijke uitingen. Denk bijvoorbeeld aan alles wat in de kerkdiensten gebeurt, niet het minst aan het zingen. Ook buiten de zondag kan meedoen aan en luisteren naar koorzang heel inspirerend zijn.
23
Opdracht Bezin u erop of u de geloofsband met de Heer niet te veel in de 'binnenkamer' beleeft of juist te veel 'massaal'. Want die liefde kan aan de ene kant te bezitterig of mystiek beleefd worden, en anderzijds te onpersoonlijk en kleurloos worden. Vraag We mogen met God ook gemeenschap hebben via het avondmaal. Ervaart u dat sacrament als een fijn hoogtepunt in de relatie of als een beklemmende ontmoeting waar je niet beter van wordt?
3.3 Onderling gesprek en wederzijdse steun Na het vorige onderdeel kunnen we in elk geval zeggen dat we niet zonder elkaar kunnen. Alleen al om elkaar te helpen in die relatie naar de Heer toe en er openlijk over te spreken. Maar vaak is het gesprek over ons geloofsleven moeilijk. Dat kan verschillende oorzaken hebben: ● we vinden het te intiem en het komt te dichtbij; ● of we praten sowieso niet vlot, en zeker niet over deze zaken, die je ook niet zo makkelijk onder woorden kunt brengen; ● of ons geloofsleven is erg oppervlakkig; dan valt er niet zoveel te zeggen en dan kunnen we ons er ook over schamen. Toch is het goed om deze dingen bespreekbaar te maken. Op een verjaardagsfeestje is dat minder geschikt, maar in een gesprek onder vier ogen misschien wel, of ook op een bijbelstudievereniging, waar openheid en vertrouwelijkheid heersen. Dan is het ook belangrijk om verstandig naar elkaar toe te reageren. Vooral ook om elkaars moeiten in gebed tot God te brengen. En verder moeten we niet boven de ander, maar naast hem of haar gaan staan. Want wie hoort hier tot de vergevorderden? Tip Geef uw vriend(in) eens een opbouwend boekje voor de verjaardag. Er is een groot aanbod tegenwoordig, uit onze eigen kring maar ook bijvoorbeeld uit de Angelsaksische wereld. Zo'n cadeau kan voor het geloof heel stimulerend zijn.
4. Afronding In deze schets zijn allerlei aspecten en raakvlakken van het thema aan de orde geweest of aangestipt. Het is ondoenlijk om op één avond (of morgen) alles te bespreken. Ook hier geldt: niet het vele is goed, maar het goede is veel. Het is het beste dat vooraf een selectie gemaakt wordt, of dat er meer vergaderingen aan het onderwerp gewijd worden.
24 5. Literatuur Van de genoemde boeken en andere geschikte lectuur geef ik hieronder nog even de volledige gegevens. Bij 2.1: - P.J. Trimp, Sprekende beelden. Bijbelstudie over gelijkenissen van Jezus, De Vuurbaak, Barneveld 1990. - Henri Nouwen, Eindelijk thuis. Gedachten bij Rembrandts 'De terugkeer van de verloren zoon', Lannoo, Tielt 1996. - H. Westerink, Ik zal opstaan, De Vuurbaak, Groningen 1971. Bij 2.2: - I. de Wolff, Krachten van het komende koninkrijk; Oosterbaan & Le Cointre, Goes 1959. - R.H. Bremmer, Man contra Moker; BGJ-schets over Daniël. Bij 2.3: - H.J. Hegger, Zijn gebod is liefde, Frits Hardeman Ede 1996. - H.J. Inkelaar, ‘De essentie van het christelijk geloof (1 Johannes)’, in: Verkenningen in de katholieke brieven en Hebreeën, onder redactie van A.G. Knevel e.a., Kok, Kampen 1993. Bij 3.1: - H.P. Dam, Tijd voor God, in: Hollen en stilstaan. Verantwoorde tijdsbesteding (onder redactie van drs. K. van der Geest e.a., GSEV-reeks), De Vuurbaak, Barneveld 1992. - Adrian Plass, Het Bezoek (novelle); Merweboek, Sliedrecht 1992. Bij 3.2. en 3.3: - H.J. Boiten e.a., Bijbelstudie in de gemeente (GSEV-reeks), De Vuurbaak, Barneveld 1989.
25 Bijbelrooster Teksten bij de schets voor de jeugd van 12-16 jaar -
Romeinen 5:6-8 Johannes 3:16-17 1 Johannes 3:16-19 1 Korintiërs 13:4-7 1 Korintiërs 13:13
Jezus als maffiamaatje; vers 8? Zo lief! Metterdaad Leer de liefde Liefde, de allergrootste
Teksten bij de schets voor de 16+ jeugd -
Daniël 1:1-13 Daniël 1:14-21 Daniël 2:31-44 Daniël 3:13-25 Daniël 6:11-23
Jongens die God echt liefhebben God laat merken dat Hij achter ze staat God staat boven alles wat machtig is Nog zo'n voorbeeld Bidden helpt
Teksten bij de schets voor de volwassenen -
Deuteronomium 6:1-15 Psalm 42-43/ 63/ 84 Psalm 116 Matteüs 22:34-40 Johannes 15:9-17 Johannes 20:11-18 Openbaring 2:1-7
Liefde tot God, het grote gebod Liefde kent ook het verlangen naar God Liefde tot God krijgt de kleur van dankbaarheid Het ‘dubbelgebod’ van de liefde Liefde van en tot God via Christus Liefde als aanhankelijkheid aan Christus De ‘eerste liefde’ moet blijven