Gemeenterekening 2004 van de gemeente Groningen
Gemeente Groningen Bestuursdienst Waagstraat 1 Postbus 20001 9700 PB Groningen Telefoonnummer: 050-3677679 Website gemeente Groningen: www.groningen.nl E-mail:
[email protected] 26 april 2005
Samenstelling van het bestuur
DE BURGEMEESTER, JACQUES WALLAGE Algemeen Bestuurlijke Zaken, Openbare orde, Integraal Veiligheidsbeleid, Externe Betrekkingen, Regionale Samenwerking, coördinatie Grote Stedenbeleid, Documentaire informatievoorziening en Groninger Archieven.
Willem Smink Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting, Wijkvernieuwing, Grondzaken, Monumenten.
Karin Dekker Financiën, Personeel en Organisatie, Cultuur.
Koen Schuiling Economische Zaken, Verkeer, Sociale Zaken, DSW Stadspark.
René Paas Stadsbeheer en Milieu, Sport en Recreatie, Volksgezondheid en Zorg, Internationale betrekkingen.
José van Schie Onderwijs, Jeugd, Welzijn, Kinderopvang, Minderheden, Emancipatie.
Gemeenterekening 2004
Pagina 2 van 147
SAMENSTELLING VAN HET BESTUUR
2
1
4
1.1 1.2 1.3 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 4 4.1 4.2 4.3 4.4 5
INLEIDING INLEIDING LEESWIJZER KERNGEGEVENS PROGRAMMA VERANTWOORDING INLEIDING WERK EN INKOMEN VESTIGINGSKLIMAAT LEEFOMGEVING WOONKLIMAAT DUURZAME ONTWIKKELING ONDERWIJS EN WELZIJN GEZONDHEID SPORT EN CULTUUR INTEGRATIE OVERZICHT ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN EN ONVOORZIEN PARAGRAFEN LOKALE HEFFINGEN WEERSTANDSVERMOGEN ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN TREASURYPARAGRAAF BEDRIJFSVOERING VERBONDEN PARTIJEN GRONDBELEID STAD EN STADHUIS STADSDEELPROGRAMMA
4 6 7 8 8 9 18 25 33 38 44 51 56 63 66 69 70 75 90 95 101 113 115 118 120
FINANCIEEL PERSPECTIEF
126
FINANCIEEL BEELD 2004 FINANCIËLE KNELPUNTEN BEZUINIGINGEN INVESTERINGEN
126 129 133 134
BIJLAGEN
BIJLAGE 1. TOTAALOVERZICHT PRODUCTGROEPEN BIJLAGE 2. NIEUW BELEID 2004
Gemeenterekening 2004
137 138 141
Pagina 3 van 147
1
Inleiding
1.1
Inleiding
Met enige trots presenteren wij de gemeenterekening 2004, de eerste programmarekening van de Gemeente Groningen. We leggen daarmee verantwoording af over onze inzet in 2004 voor Groningen: sterke stad, actieve stadjers Sterke stad: We hechten veel belang aan de versterking van de economische structuur, en de vernieuwing van het woningbestand en hebben in 2004 goede vorderingen gemaakt met deze doorgaans wat grotere projecten. Om een paar te noemen: Meerstad, Europapark, Stadsbalkon en natuurlijk de Wijkvernieuwing. Actieve stadjers. Wij willen ook heel graag dat alle stadjers actief meedoen en mee kunnen doen aan de Groningse samenleving. Bij de meeste mensen gaat dat meedoen natuurlijk vanzelf, en daar waar het niet lukt, springen wij bij. Daarmee waren we vooral actief in de wijkvernieuwingwijken en voor de risicogroepen: Antillianen, risicojongeren, daklozen en overlastveroorzakers. Het succes van alle inspanningen voor actieve stadjers en sterke stad staat of valt met het vertrouwen van stadjers in de gemeente, het gemeentelijke bestuur. Dat hangt af van hoe goed wij met stadjers communiceren over plannen en daden. En dat hangt in hoge mate af van hoe goed wij de boel op orde hebben en stadjers een schone, hele en veilige leefomgeving kunnen bieden. Wij hebben met Stad en Stadhuis en het verbeteren van onderhoud, beheer en veiligheid in 2004 goede resultaten behaald. 2004 was een bewogen jaar, met de gebruikelijke hoogtepunten en tegenvallers. Gedenkwaardig was in ieder geval Koninginnedag 2004. De stad was tot achter de gordijnen oranje gekleurd, honderdduizenden bezoekers trokken naar Groningen om een mooi feest te maken. We zagen en hoorden een ontroerde koningin Beatrix op het bordes van het stadhuis. En het feesten ging tot in de kleine uurtjes door. De Grote Markt stroomde ook vol bij de huldiging van MPC Capitals die op onnavolgbare wijze de landstitel in het eredivisie basketbal veroverde: “Ton Boot is een Groninger” schalde het over de Grote Markt. In een geheel andere tak van sport konden we na jaren eindelijk de vlag uithangen: in april opende burgemeester Wallage het vernieuwde Winkelcentrum Vinkhuizen, een kroon op de buitengewoon ingewikkelde en omvangrijke wijkvernieuwingsoperatie. Bovendien konden we onze 180 duizendste inwoner verwelkomen. En van die duizenden stadjers worden sommigen heel oud: we feliciteerden 7 honderdjarigen, 22 echtparen die 60 jaar getrouwd waren, 16 die 65 jaar getrouwd waren en zelfs 3 die 70 jaar getrouwd waren. De stad Groningen behaalde zelf ook een kampioenstitel, ze werd in het najaar van 2004 uitgeroepen tot ‘veiligste stad van Nederland’. Een welverdiende titel, want het aantal Groningers dat zich wel eens onveilig voelt neemt, al vanaf eind vorige eeuw gestaag, af van 33% in 1999 tot nog geen 20% in 2004. Een topscore vergeleken met het gemiddelde van de andere GSB-steden die over die periode een daling van 28% tot 25 % wisten te realiseren. Ook het huiskamerteam, dat onze binnenstad de hele dag schoon houdt, viel in de prijzen en werd in 2004 ‘stadjer van het jaar’. Groningen was in 2004 een paar maal internationaal in beeld. We organiseerden de EU top over integratie, maakten de binnenstad het decor voor het Europees Kampioenschap Skeeleren, en gaven, traditiegetrouw, ruimte aan het Eurosonic (pop-)muziekevenement. Natuurlijk discussieerden we met de partners in de stad over de op handen zijnde invoering van de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning. In een drietal lunchgesprekken bleek groot enthousiasme te bestaan om samen met de gemeente over de toekomstige vormgeving van de WMO na te denken. De invoering van de wet is overigens uitgesteld. Het werk in de zorg ging gewoon door en de Stichting Huis voor thuis- en daklozen, altijd zeer actief als het gaat om vernieuwing, opende in de nachtopvang ‘A-huis’ een ziekenboeg, waar grieperige dak- en thuislozen in alle rust kunnen opknappen en aansterken. We hebben ook tegenslagen geïncasseerd. Het faillissement WING, het aftreden van wethouder Pattje en perikelen rond de verbouwing van de Stadsschouwburg. Voor de cultuur maar zeker ook voor sport, voor cultuur- én sportaccommodaties was 2004 een geruchtmakend jaar. Met de cultuurnota “uit het oog, uit het hart” en de sportnota “sport in beeld” hebben we een aftrap gegeven voor het versterken en verbeteren van de culturele- en sport infrastructuur van de stad. Gemeenterekening 2004
Pagina 4 van 147
Los daarvan ging in februari 2004 de eerste paal van de Euroborg de grond in en zagen we in de loop van het jaar de contouren van het nieuwe FC Groningen stadion verrijzen. Gelukkig weten veel stadjers ons goed te vinden. Burgerzaken registreerde 124 duizend bezoekers en in het totale concern zijn er ruim 100.000 brieven verwerkt. De financiële balans opmakend van alles wat we hebben gedaan kunnen we het jaar 2004 afsluiten met een voordelig resultaat van 22,6 miljoen euro. Dit lijkt veel maar het grootste deel wordt veroorzaakt door een bijzonder resultaat van 16,2 miljoen euro. De bestemming hiervan ligt grotendeels vast. Het concernresultaat in 2004 komt negatief uit met een nadeel van 2,2 miljoen euro. Blijft nog over een voordelig dienstresultaat van 8,6 miljoen euro, dat voornamelijk voor rekening van de dienst SOZAWE komt. Burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen De burgemeester,
De secretaris,
J. Wallage
A.C. Keizer-Mastenbroek
Gemeenterekening 2004
Pagina 5 van 147
1.2
Leeswijzer
De gemeenterekening is opgebouwd uit twee delen: ¾
Boekwerk I
Concernverslag
¾
Boekwerk II
Concernrekening
Het Concernverslag is opgebouwd uit vier delen: Programmaverantwoording De programmaverantwoording vormt het inhoudelijk deel van deze rekening. Hier geven we aan wat we hebben bereikt en welke activiteiten in 2004 zijn uitgevoerd. Paragrafen In de rekening moeten zeven verplichte paragrafen worden opgenomen, waarin de beheersmatige verantwoording is vastgelegd. Naast zeven verplichte paragrafen heeft de raad ervoor gekozen om hier nog twee paragrafen aan toe te voegen. Dit zijn Stad en Stadhuis en het Stadsdeelprogramma. Financieel perspectief In het financieel perspectief worden de financiële ontwikkelingen in 2004 toegelicht. Daar geven we ook een overzicht van de financiële knelpunten die bij het opstellen van de rekening zijn geconstateerd. De realisatie van de bezuinigingen 2004 wordt hier toegelicht. Tevens wordt hier ingegaan op de investeringen 2004. Bijlagen Bijlage1: Totaaloverzicht productgroepen. Hier wordt een totaaloverzicht gegeven van de gerealiseerde lasten en baten 2004 van de productgroepen waaruit de programma’s zijn opgebouwd. Bijlage 2: Nieuw beleid 2004 Hier wordt een overzicht gegeven van de gerealiseerde uitgaven van het toegekende nieuw beleid 2004. De Concernrekening is opgebouwd uit drie delen: Programma/productgroepen Hier wordt per dienst een overzicht gegeven van de begrote en de gerealiseerde lasten en baten over 2004 per programma/productgroep van zowel de exploitatie als van de investeringen. Balans en toelichting De balans geeft de bezittingen en schulden weer van de gemeente conform de nieuwe richtlijnen (BBV). Toelichtende financiële overzichten Met behulp van dertien overzichten wordt meer inzicht gegeven in de financiële huishouding van de gemeente. Bijvoorbeeld specificaties van de personele sterkte, reserves en voorzieningen, vaste activa, geldleningen. Regelmatig wordt in de tekst een resultaat weergegeven met daarbij een vermelding V of N. Met de letter V wordt een voordeel aangeduid, met de N een nadeel. Bedragen luiden in duizenden euro’s tenzij anders is vermeld. In deze rekening worden zeer regelmatig afkortingen gebruikt. Veelal betreft het hier een benaming van wet- of regelgeving. Het voluit schrijven van wetten en regelingen komt de leesbaarheid niet ten goede. Vandaar dat achter in dit boekwerk een lijst is opgenomen waarin snel de desbetreffende afkorting kan worden opgezocht.
Gemeenterekening 2004
Pagina 6 van 147
1.3
Kerngegevens
Het overzicht geeft de werkelijke cijfers en aantallen weer. Rekening 2003
Begroting 2004 *
Rekening 2004
34.087 121.869 21.216 177.172
33.501 123.219 21.480 178.200
35.139 124.775 20.833 180.747
Aantal bijstandsontvangers (fvw)
9.263
9.108
9.472
Gesubsidieerde banen Reïntegratietrajecten (aantal gestart)
2.538 2.217
2.500 1.988
2.125 1.956
Aantal WSW’ers DSW “Stadspark” (gemiddeld)
1.443
1.460
1.535
8.369 356 112
8.369 394 112
8.369 435 112
542
552
558
82.961 15.463 172 512 3.276
82.766 15.600 158 514 3.263
82.935 15.596 168 526 3.269
899.705.000 4.907 72.000.000 406 48.801.000 275 204.705.000 1.155
926.190.000 5.210 89.534.000 502 46.488.000 261 184.991.000 1.038
925.449.000 5.120 85.100.000 471 48.947.000 271 173.045.000 957
3.195
3.234
3.175
A. Sociale structuur Aantal inwoners Jongeren (0 t/m 19 jaar) Middengroep (20 t/m 64 jaar) Ouderen (65 jaar en ouder) Totaal
B. Fysieke structuur Oppervlakte gemeente (in ha.) Waarvan binnenwater Historisch stads- of dorpskern Lengte van de wegen (in km.) - binnen de gemeentegrens Aantal woningen Wooneenheden Woonwagens Woonschepen Bijzondere woongebouwen C. Financiële structuur Totaal lasten (excl. Investeringen RO/EZ) Totaal lasten per inwoner Investeringen (excl. grondexploitatie) Investeringen per inwoner Opbrengst belastingen Opbrengst belastingen per inwoner Algemene Uitkering Gemeentefonds Algemene Uitkering Gemeentefonds per inwoner D. Personele structuur Totaal aantal FTE’s
* De getallen in de kolom begroting 2004 zijn gebaseerd op de primitieve begroting. Alleen het aantal fte’s is gebaseerd op de actuele begroting
Gemeenterekening 2004
Pagina 7 van 147
2
Programma verantwoording
2.1
Inleiding
De indeling van de programmarekening sluit aan op de geactualiseerde doelen van de stadsvisie Groningen: sterke stad, actieve stadjers. Dit leidt in deze rekening tot de volgende indeling: • Werk en Inkomen • Vestigingsklimaat • Leefomgeving • Woonklimaat • Duurzame Ontwikkeling • Onderwijs en Welzijn • Gezondheid • Sport en Cultuur • Integratie. De verantwoording van deze programma’s is steeds op dezelfde manier opgebouwd. Binnen elk programma geven we antwoord op de vragen: Wat hebben we bereikt, wat hebben we er voor gedaan, voorgenomen activiteiten en Nieuw Beleid, en wat heeft het gekost. Wat hebben we bereikt? In de stadsvisie hebben we bij alle programma’s doelstellingen en subdoelen geformuleerd. In deze rekening vindt u een korte evaluatie van de behaalde resultaten en antwoord op de vraag óf en in hoeverre we de gestelde (sub-) doelen hebben bereikt. Wat hebben we daarvoor gedaan? In de begroting staan de specifieke, reguliere en nieuw beleid activiteiten die we uitvoeren om de doelen te bereiken. In deze rekening wordt de voortgang van deze activiteiten en het nieuw beleid binnen de verschillende programma’s beschreven, als antwoord op de vraag ‘wat is ervan terecht gekomen’?. Dit alles met een scherp oog voor (financiële) afwijkingen, knelpunten of problemen in de programma’s. Wat heeft het gekost? Voor de financiële verantwoording van de programma’s staan in deze rekening overzichten van wat is uitgegeven per programma en dan per productgroep. Alle afwijkingen > 250.000 euro van de reguliere programmagelden lichten we in de paragraaf Wat heeft het gekost? toe. De afwijkingen op de Nieuw Beleid middelen worden in het programmadeel toegelicht. Naast de productgroepen zijn per programma de uitgaven van de Nieuw Beleidmiddelen weergegeven. In onderstaand overzicht geven we een totaaloverzicht. Per programma gaan we hier verder op in. Alle afwijkingen > 250 duizend euro van de reguliere programmagelden lichten we in de paragraaf “Wat heeft het gekost” toe. De afwijkingen op de nieuw beleid middelen worden in het programmadeel toegelicht. Programma
Lasten
Baten
Werk en Inkomen Vestigingsklimaat Leefomgeving Woonklimaat Duurzame ontwikkeling Onderwijs en Welzijn Gezondheid Sport en Cultuur Integratie Overig Totaal
297.218 60.897 101.659 39.395 4.991 175.369 39.008 66.235 2.630 215.637 1.003.039
274.644 41.273 62.198 33.453 3.388 135.727 22.062 24.979 1.966 401.590 1.001.280
Gemeenterekening 2004
Saldo -22.574 -19.624 -39.461 -5.942 -1.603 -39.642 -16.946 -41.256 -664 185.953 -1.759
Mutatie Reserves 218 3.000 -10 606 -14 0 1.601 0 0 18.951 24.352
Saldo -22.356 -16.624 -39.471 -5.336 -1.617 -39.642 -15.345 -41.256 -664 204.904 22.593
Pagina 8 van 147
2.2
Werk en Inkomen
Door de invoering van de Wet werk en bijstand hebben wij meer vrijheid gekregen bij de reïntegratie van werkzoekenden en het inzetten van voorzieningen voor bijstandsgerechtigde inwoners. Daarover hebben we afgelopen jaar uitgebreid met uw raad gesproken, met als resultaat een herzien reïntegratiebeleid en een bijbehorende reïntegratieverordening. We hebben als gemeente ook meer vrijheid gekregen in de handhaving van verplichtingen verbonden aan een bijstandsuitkering en in 2004 gekozen voor ‘hoogwaardig handhaven’, een vorm van handhaven op maat. Alle veranderingen gingen gepaard met forse bezuinigingen op de budgetten voor reïntegratie en (bijzondere) bijstandsverlening. Zoals u weet hebben we als gevolg daarvan keuzes gemaakt op het gebied van het minimabeleid (een sterkere nadruk op de noodzakelijkheid van de kosten) en de schuldhulpverlening (aanscherping van de eisen om hiervoor in aanmerking te komen). Naast veranderingen in de uitvoering hadden we in 2004 te maken met een economische situatie die niet rooskleurig was. Dit heeft voor het tweede achtereenvolgende jaar geleid tot een stijging van het aantal werkzoekenden en het aantal bijstandsgerechtigden. Het aandeel langdurig bijstandsgerechtigden is evenwel afgenomen. Met tabel 1 krijgt u een overzicht, waarin ook de in- en uitstroom van bijstandsgerechtigden is aangegeven. U ziet dat er binnen de populatie van bijstandsgerechtigden sprake is van een hoge mate van dynamiek. Aantal bijstandsgerechtigden (WWB) en percentage langdurig bijstandsgerechtigden Aantal bijstandsgerechtigden (WWB) %> 1 jaar bijstandsgerechtigd Instroom in de bijstand Uitstroom uit de bijstand Uitstroom naar werk in 2004: Loondienst Gesubsidieerd werk Zelfstandige
Ultimo 2003 9.263 75% 4.123 3.455
Ultimo 2004 9.472 73% 3.971 3.762
1.008 221 13
1.162 202 81
De DSW Stadspark ontwikkelt zich tot eigentijds werkleer- en reïntegratiebedrijf. We hebben afgesproken de breedte en tempo van de strategie van de DSW te herijken. Dat heeft tot aanpassingen geleid van het ondernemingsplan 2004-2007. De resultaten ervan zijn in de begroting 2004 verwerkt. In verband met het bedrijfsmatige karakter van de DSW wordt de begroting ieder jaar in het najaar opgesteld. Dit betekent dat alleen de financiële resultaten op consolidatieniveau (zie hoofdstuk 4) in de programmabegroting waren verwerkt. Deze waren overigens conform het geldende begrotingskader.
Wat hebben we bereikt? Een stad met meer werk en minder werkloosheid In 2004 hebben we het doel om in de komende jaren het aantal arbeidsplaatsen uit te breiden tot 135.000 en het aantal niet-werkende werkzoekenden terug te brengen tot 7.000 nauwelijks dichter bij kunnen brengen. Het aantal arbeidsplaatsen bedraagt 124.8501 en op 31 december 2004 was het aantal niet-werkende werkzoekenden 12.432. Dit is een daling ten opzichte van een jaar daarvoor van 128 personen. Het afgelopen jaar hebben we de samenwerking met het CWI geïntensiveerd en zijn Sozawe en DSW nadrukkelijker gaan samenwerken bij de reïntegratie van werkzoekenden, bijvoorbeeld binnen het project groningen@work. Een stad waarin inwoners niet onder het bestaansminimum terecht komen In het afgelopen jaar is het aantal bijstandsgerechtigden (WWB) toegenomen met ruim 2 % tot 9.472 personen. We hebben de werkwijze om vast te stellen of mensen die een beroep doen op een bijstandsuitkering hier daadwerkelijk recht op hebben in 2004 aangepast. In plaats van periodieke rechtmatigheidsonderzoeken houden we themacontroles en onderzoeken op basis van signalen.
1
Peildatum 1 april 2004
Gemeenterekening 2004
Pagina 9 van 147
Een stad waarin we mensen ondersteunen die financieel in de problemen komen Aan mensen die niet in staat zijn om extra uitgaven te doen die noodzakelijk zijn bieden we ondersteuning in de vorm van bijzondere bijstand. We hebben het afgelopen jaar met deze vorm van bijstandsverlening ruim 4.000 personen inkomensondersteuning kunnen bieden. Daarnaast hebben we bijna 3.000 personen financieel ondersteund door middel van de langdurigheidstoeslag. Kaderstellende nota’s De invoering van de Wet werk en bijstand hebben we in een aantal nota’s s vertaald in een nieuw beleidskader voor de uitvoering van de lokale sociale zekerheid. Beleidskader Wet werk en bijstand (juni 2004) De invoering van de WWB hebben we gebruikt om het gehele beleid van werk en inkomen te herijken tot een nieuw beleidskader Wet werk en bijstand over: werk en reïntegratie, inkomensverstrekking, handhaving, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening. Daarnaast zijn in 2004 vier verordeningen vastgesteld: Reïntegratieverordening; Maatregelenverordening; Verordening toeslagen en verlagingen; Verordening cliëntenparticipatie. Nota reïntegratie gemeente Groningen (juni 2004) Het beleidskader Wet werk en bijstand is voor het onderdeel reïntegratie uitgewerkt in de nota reïntegratie. We geven hierin aan dat we het reïntegratie-instrumentarium sterker gaan richten op het zo snel mogelijk verkrijgen van reguliere arbeid. Mensen moeten eerder en intensiever werken aan werk en nadrukkelijker dan het geval was werkervaring op doen. Nota besparingen minimabeleid (oktober 2004) In de nota besparingen minimabeleid staat dat wij, gegeven de dalende budgetten, bij inkomensondersteuning in het kader van bijzondere bijstand en schuldhulpverlening nadrukkelijker bekijken of de ondersteuning echt noodzakelijk is. De resultaten van deze maatregelen zullen in 2005 zichtbaar zijn. De tekorten die zich in 2004 hebben voorgedaan zijn incidenteel gefinancierd.
Wat hebben we er voor gedaan? Werk Om de werkloosheid binnen onze gemeente te bestrijden hebben we voor 2004 de eerste stappen gezet op weg naar een effectiever reïntegratiebeleid. Deze stappen bestonden onder andere uit de eerste fase van de ombouw van de In- en doorstroombanen, uit het experimenteren met nieuwe vormen van reïntegratie en uit een intensievere samenwerking met partijen in de keten van werk en inkomen. Vormgeven van een effectiever reïntegratiebeleid
Gesubsidieerde arbeid
In het afgelopen twee jaar hebben we de eerste stap gezet in de ombouw van de In- en Doorstroombanen (ID-banen). Uiteindelijk willen we gesubsidieerde arbeid nadrukkelijker in zetten als reïntegratie-instrument. We realiseren ons dat IDbanen van groot belang zijn voor de sociale infrastructuur van de stad. Precies daarom hebben we ervoor gekozen de ombouw ervan over een periode van twee jaar te spreiden. In deze overgangsperiode bouwden we de bestaande ID-banen deels om tot maatschappelijk gesubsidieerde banen, deels tot reïntegratiebanen en deels tot reguliere banen. In totaal hebben we met het regulier maken van ongeveer 200 banen, en het laten vervallen van veel banen het aantal gesubsidieerde ID-banen teruggebracht van 1.747 tot 1.337. Voor een beschrijving van het proces van ombouw en de behaalde resultaten verwijzen we u naar de eindrapportage ombouw ID-banen (november 2003).
Gemeenterekening 2004
Pagina 10 van 147
Overzicht gesubsidieerde banen Ultimo 2002 1.747
Ultimo 2003 1.505
Ultimo 2004 1.337
Aantal WIW-werkervaringsplaatsen Aantal WIW-dienstbetrekkingen
115 811
61 972
67 7213
Totaal in gesubsidieerde arbeid
Aantal ID-banen
Waarvan maatschappelijk gesubsidieerd Waarvan reïntegratiebaan
5882 749
2.673
2.538
2.125
Uitstroom uit gesubsidieerde arbeid naar regulier werk: ID-banen (naar andere werkgever) ID-banen (naar zelfde werkgever) Wiw-werkervaringsplaats Wiw-dienstbetrekking (uitstroom Wiw-dienstbetrekking naar werkervaringsplaats)
45 47 115 66 (58)
34 162 77 26 (30)
17 35 36 46 (54)
Totaal naar reguliere arbeid
273
299
134
Toelichting tabel: Het totaal aantal gesubsidieerde banen is de afgelopen jaren met ruim 500 teruggelopen, door een afname van ID-banen en een daling van het aantal WIW-dienstbetrekkingen. De afname van de ID-banen zit in het stoppen van subsidie voor banen van medewerkers die een reguliere baan krijgen of van wie het contract afloopt. De daling van het aantal WIW-dienstbetrekkingen, komt doordat we vanaf 2004 nieuw aangegane dienstbetrekkingen voor maximaal 1 jaar afsluiten. De uitstroom uit gesubsidieerde arbeid is in 2004 teruggelopen. De actie om ID-banen regulier te maken heeft vooral in 2003 tot grotere uitstroom geleid.
Experimenteren met Work First aanpak Het herziene reïntegratiebeleid kent als motto ‘Snel, duidelijk en gericht op werk’, en is familie van de zogenaamde Work First methodiek. Vooruitlopend op het reïntegratiebeleid hebben we in 2004 geëxperimenteerd met een Work First aanpak voor de doelgroep jongeren in het project: Groningen@work. Hoe werkt dat?.Direct nadat een jongere zich meldt bij het CWI, zetten we hem/haar aan het werk4 én activeren en stimuleren hem of haar om regulier werk te vinden. Op deze manier slaan we twee vliegen in één klap. We ontmoedigen jongeren die zelf in hun bestaan kunnen voorzien om een uitkering aan te vragen. En we houden jongeren die werkloos worden actief door ze direct op het spoor te zetten van betaalde arbeid. Ze moeten vooral niet wennen aan een situatie waarin ze inactief zijn en afhankelijk worden van een inkomen uit de bijstand. De eerste resultaten van Groningen@work zijn hoopgevend: een deel van de jongeren zet de aanvraag voor een bijstandsuitkering inderdaad niet door, en we zien dat jongeren die wél een uitkering aanvragen, hiervan een kortere periode gebruik maken.
WSW en reïntegratieactiviteiten DSW In het afgelopen jaar zijn 150 mensen in het kader van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) bij de DSW aan de slag gegaan. Voor 80 van hen betekende dit dat zij geen beroep meer hoefden te doen op een bijstandsuitkering. Ook positief is de ontwikkeling van trajecten. Dit zijn niet-SW-medewerkers die gebruik maken van de DSW-infrastructuur om een traject naar arbeid te doorlopen. Het betreft hier ca. 275 mensen, waarmee een verdubbeling ten opzichte van 2003 is gerealiseerd. Daarnaast hebben binnen het hierboven beschreven project Groningen@Work meer dan 300 jongeren een traject bij de DSW doorlopen.
Kunstenaars Op kunstenaars die zich voorbereiden op een zelfstandig kunstenaarschap is de Wet inkomensvoorziening Kunstenaars (WIK) van toepassing. In Groningen gaat het over een groep van ruim 300 personen. In het afgelopen jaar zijn daarvan 24 mensen uitgestroomd naar betaald werk. Vanaf 1 januari 2005 geldt een (nieuwe) Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK), die ook bij de inkomensvoorziening voor kunstenaars de nadruk legt op uitstroom naar werk (zelfstandige/gemengde beroepspraktijk of uitstroom naar arbeid in loondienst). 2
Dit aantal is inclusief 35 banen in de sportsector waarvan de banen in 2004 nog gesubsidieerd worden als ware het maatschappelijke banen, terwijl zij feitelijk als reïntegratiebaan zijn benoemd (overgangsmaatregel) 3 Hiervan gaat het bij een 100-tal banen om banen voor onbepaalde tijd (ex-banenpool) waarvoor een baangarantie geldt. De overige dienstbetrekkingen lopen in 2005 af. 4 Het betreft hier eenvoudige werkzaamheden binnen de DSW
Gemeenterekening 2004
Pagina 11 van 147
Personen in de WIK Uitstroom als zelfstandige Uitstroom naar loondienst
Uitstroom totaal
2003 246 24 10
2004 338 22 2
34
24
Uitvoering geven aan de sluitende keten van reïntegratie en participatie (Agenda voor de Toekomst). In 2004 liep het, met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gesloten convenant af over een sluitende keten van reïntegratie en participatie. Omdat wij als één van de weinige gemeenten erin zijn geslaagd voor eind 2004 80% van de totale taakstelling te realiseren hebben we het volledige subsidiebedrag ontvangen en het convenant succesvol afgesloten. Ondanks dit succes zijn we er niet helemaal in geslaagd de taakstelling voor uitstroom van klanten uit trajecten te realiseren. We wilden 800 klanten door laten stromen naar een reguliere of gesubsidieerde arbeidsplaats, en komen in 2004 uit op 574 personen. De beperkte instroommogelijkheden op de arbeidsmarkt en de geringere beschikbaarheid van gesubsidieerde arbeid zijn debet aan het niet volledig halen van de taakstelling. 2003 cliënten gestart met traject (% allochtoon) Uitstroom cliënten met traject naar werk
2004 2.127 (31%)
Naar regulier werk: Naar gesubsidieerd werk:
278 185
1.956 (33%) Naar regulier werk: Naar gesubsidieerd werk:
416 158
Samenwerking met CWI en DSW In de periode van oktober 2003 tot april 2004 hebben we met twee stadsdeelunits het CWI Centrum ondersteund bij de uitkeringsaanvragen. Daarmee hebben we het werkproces verbeterd: We hoeven klanten minder vaak op te roepen voor een gesprek over de uitkeringsaanvraag, en we hebben afspraken over het doorzenden van vacatures van het CWI naar de betreffende teams. Onder de vlag van Groningen@work geven we gezamenlijk voorlichting aan jongeren die zich bij het CWI melden voor een uitkeringsaanvraag. Met de DSW is de samenwerking in 2004 verder geïntensiveerd. Ze zorgt bij de uitvoering van het project Groningen@work voor voldoende werkzaamheden en faciliteiten. En is nauw betrokken bij de discussie over het arbeidsmarktbeleid en bij de vormgeving van een gezamenlijke frontoffice werkgeversbenadering (met EZ en CWI). We zijn een onderzoek gestart naar de vorming van één publieke uitvoeringsorganisatie op het gebied van reïntegratie. Uitvoeren van het Economisch Business Plan In 2004 is het Economisch Business Plan geactualiseerd. De uitkomst hiervan is dat er een groot aantal initiatieven loopt en dat het nu vooral van belang is deze met elkaar in verband te brengen. Een overzicht van de bestaande initiatieven heeft uw raad eind 2004 ontvangen met de nota “Stand van Zaken arbeidsmarktbeleid gemeente Groningen”. Daarnaast zijn we begonnen met het vormgeven van initiatieven die zowel een bijdrage leveren aan de dienstverlening aan bedrijven als aan de reïntegratie van werkzoekenden. En we hebben in 2004 voorbereidingen getroffen om samen met het CWI werkgevers actief te benaderen voor het vinden en vervullen van vacatures door verschillende groepen werkzoekenden. Inkomen In 2004 hebben we gemiddeld aan 9.602 personen een bijstandsuitkering verstrekt. Dit is een stijging ten opzichte van 2003 met 2,3%. Daarnaast hebben we een inkomen verstrekt aan gemiddeld 249 personen die werken aan een beroepspraktijk als kunstenaar. Dat is een daling ten opzichte van 2003 met 14%, en komt doordat er in 2004 voor een deel van de groep kunstenaars een eind kwam aan de mogelijkheid om op basis van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars (Wik) een uitkering te verstrekken. Betrokkenen kunnen namelijk gedurende 4 jaar gebruik maken van deze regeling en de eerste groep kunstenaars bereikte in 2004 deze maximale termijn. Voor mensen die een beroep doen op een overheidsvoorziening is het van belang om zo tijdig mogelijk uitsluitsel te krijgen over het feit of men al of niet recht heeft op deze voorziening.
Gemeenterekening 2004
Pagina 12 van 147
Wij streven er naar om 90% van de aanvragen binnen 8 weken tot een beschikking te laten leiden. In 2004 zijn we net onder dit percentage gebleven. Het is ten opzichte van 2003 gestegen van 84% naar 88%. Recht op een uitkering Het recht op een uitkering stelden we tot 1 januari 2004 vast met maandverklaringen en heronderzoeken, en bij vermoeden van misbruik met specifieke onderzoeken. Vanaf 2004 zijn we in het kader van het hoogwaardig handhaven gerichter gaan controleren, een mogelijkheid die we kregen door de komst van het zogenaamde inlichtingenbureau. Het idee van hoogwaardig handhaven is dat klanten uit zichzelf de voor hen geldende regels naleven en dit doen als ze: 1. goed en tijdig geïnformeerd zijn over hun rechten en plichten in de bijstand; 2. de regels en de controles die daaruit voortvloeien accepteren; 3. de pakkans bij overtreding als hoog ervaren; 4. voldoende worden afgeschrikt door opgelegde en uitgevoerde straffen. In 2004 hebben we diverse nieuwe handhavingsinstrumenten, zoals themacontroles en intensievere vormen van voorlichting ingevoerd. Aangezien de heronderzoeken een beperkt effect sorteren zijn we daarmee in het najaar van 2004 gestopt.
Communicatie Hoogwaardig handhaven begint met het goed informeren van klanten over rechten, plichten en spelregels voor het verkrijgen van een bijstandsuitkering. We hebben dat gedaan met WWB-flyers, de klantenkrant en bijsluiters bij de maandverklaringen. De verschillende themacontroles zijn bij de klanten aangekondigd, en we hebben ze voorafgaand aan een controle gewezen op de manier waarop ze aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Bij de themacontrole ‘Wie woont waar” hebben we eerst onze klanten gewezen op de manieren waarop zij mogelijke onjuiste of onvolledige inschrijvingen kunnen herstellen. Nieuw Beleid 2004-2006 Inlichtingenbureau Het inlichtingenbureau verzorgt de gegevensuitwisseling tussen gemeenten en UWV, Belastingdienst en IBG, zodat witte fraude sneller kan worden geconstateerd. We zijn daarmee in staat om sneller mogelijke fraude op te sporen, zodat we voorkomen dat klanten hoge schulden opbouwen en ten onrechte betaalde bijstand niet meer kunnen terugbetalen. De onderstaande tabel toont dat we de afgelopen jaren meer fraude op het spoor zijn gekomen en het gemiddelde fraudebedrag naar beneden hebben gebracht. De effectiviteit van de signalen van het Inlichtingenbureau en de interne afwikkeling ervan is sterk verbeterd: Aantal vorderingen Gemiddelde vordering
2002 72 1.607
2003 470 945
2004 576 552
Voor de bekostiging van het inlichtingenbureau is 150 duizend euro ingezet vanuit de middelen nieuw beleid.
Themacontroles
In 2004 hebben we in samenwerking met het noordelijk Platform Fraudebestrijding de eerste themacontroles uitgevoerd. In de eerste ‘Cabriolet’ zijn 433 klanten onderzocht op autobezit. In 31% heeft het onderzoek gevolgen gehad voor de uitkering. In de tweede themacontrole “ Wie Woont Waar?” zijn na vooronderzoek 46 klanten uitgebreid onderzocht op de woon- en leefsituatie. Bij 9% van de onderzochte klanten heeft dit gevolgen gehad voor de uitkering. Eind november 2004 is de derde themacontrole, gericht op de woon- en leefsituatie van eenoudergezinnen, van start gegaan.
Groningen@work In het project Groningen@Work hebben we experimenten uitgevoerd op het gebied van hoogwaardig handhaven: • Informeren op maat: Collectieve voorlichtingbijeenkomsten over rechten en plichten • Controleren op maat: Bij nieuwe aanvragers met risicoprofiel huisbezoek afleggen en de feitelijke woon- en leefsituatie op nemen en vaststellen. • Handhaven@work: Terugvorderen inkomsten en aanspreken klanten op zijn of haar werkzaamheden De resultaten van deze experimenten zijn goed, de werkwijze voeren we in 2005 dienstbreed in.
Gemeenterekening 2004
Pagina 13 van 147
Zorg Niet voor iedereen is uitstroom naar regulier werk op korte termijn haalbaar. Voor deze groep hebben we ook in het afgelopen jaar weer vormen van (financiële) ondersteuning geboden. A. Bijzondere bijstand De uitgaven voor individuele bijzondere bijstand zijn in het afgelopen jaar gestabiliseerd, ruim 4.000 klanten hebben een beroep gedaan op deze vorm van financiële ondersteuning. Zoals we in de inleiding hebben aangegeven, heeft het Rijk met ingang van 2004 stevig bezuinigd op de middelen voor bijzondere bijstand. Wij hebben 1,9 miljoen euro nieuw beleidsgeld ingezet om deze bezuiniging op te vangen. Dit bedrag is verdeeld over de uitgaven voor individuele bijzondere bijstand en schuldhulpverlening. Van het incidentele deel van 1,3 miljoen euro is 934 duizend euro uitgegeven. De resterende 366 duizend euro wordt ten gunste van het concern gebracht. De afschaffing van een groot deel van de categorale vormen van bijstandsverlening heeft geleid tot een daling van het bedrag dat aan categorale vormen van inkomensondersteuning is toegekend. Het gaat hierbij om de aanvullende ziektekosten, de regeling tegemoetkoming ouderbijdrage schoolfonds en de regeling Tafeltje Dek Je. Uitgaven categorale bijzondere bijstand jaar 2003 2004
3.945.000 3.877.000
Uitgaven individuele bijzondere bijstand jaar 2003 2004
1.122.000 722.000
Behalve een inperking van de mogelijkheden voor categorale vormen van bijzondere bijstand, heeft de Wet werk en bijstand ook geleid tot de introductie van de landurigheidstoeslag. In 2004 hebben we deze toeslag verstrekt aan personen die meer dan 60 maanden aansluitend een bijstandsuitkering hebben gehad en die in de tussentijd geen inkomsten uit arbeid hebben verkregen. Naast bijstandsgerechtigden kon de toeslag ook worden verstrekt aan personen met een WAO-uitkering (mits zij voor 80-100% op medische gronden waren afgekeurd). We hebben bij de uitvoering van deze toeslag gekozen voor een actieve benadering van mensen die volgens onze gegevens rechthebbend zijn. Dat betekent dat uitkeringsgerechtigden die tot de bovengenoemde doelgroep behoren van ons een aanvraagformulier toegezonden hebben gekregen. In 2004 zijn in totaal 2974 toeslagen verstrekt. De toeslag bedroeg 462 euro voor gezinnen, 415 euro voor alleenstaande ouders en 324 euro voor alleenstaanden. Doelgroep WWB WAO Ioaw/z Overig Totaal
Aantal verstrekkingen 2.816 59 17 82 2.974
Bedrag 994.452 20.442 6.703 28.448 1.050.045
B. Schuldhulpverlening Op het terrein van schuldhulpverlening hebben we de voorwaarden waaronder mensen van deze vorm van hulpverlening gebruik kunnen maken verscherpt. Dat was nodig, want er werd een stijgend beroep op schuldhulpverlening gedaan bij afname van de beschikbare middelen. Voor de klanten hield dit in dat ze nadrukkelijker dan voorheen de bereidheid moeten tonen om inzicht te verschaffen in de oorzaken van de schuldsituatie maar ook bereid moeten zijn om aan oplossingen te werken. In sommige gevallen moeten klanten vormen van hulpverlening of financieel beheer accepteren om überhaupt voor schuldhulp in aanmerking te komen. Ten slotte is de hulpverlening sterker gericht op zelfredzaamheid op termijn, zodat de periode van hulpverlening beperkt kan blijven. Het resultaat van deze maatregelen is, dat het gemiddelde aantal schuldhulpverleningstrajecten is gedaald. Het aantal klanten in budgetbeheer is wel toegenomen. Het aantal advies- en bemiddelingsgesprekken (incidentele gesprekken waarbij het niet komt tot een traject) is in 2004 sterk toegenomen ten opzichte van 2003.
Gemeenterekening 2004
Pagina 14 van 147
Kwantitatief overzicht activiteiten GKB en Geldzorg Aanmeldingen GeldZorg Gemiddeld aantal klanten Aantal advies- en bemiddelingsgesprekken Aantal verstrekte leningen Aantal personen budgetbeheer (gemiddeld)
2003 2004 2003 2004 2003 2004 2003 2004 2003 2004
1.474 1.465 1.929 1.433 386 552 814 736 1.481 1.689
C. Stadjerspas Om mensen met een minimuminkomen te stimuleren deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten, maken we gebruik van het instrument Stadjerspas. Met de komst van de WWB en de daling van de beschikbare middelen is het aantal mogelijkheden van de pas beperkt. Zo hebben we onder andere besloten om de korting op de aanschaf van de strippenkaart uit de pas te halen. Dit biedt mogelijk een verklaring voor het feit dat de verkoop van de pas in het afgelopen jaar is gedaald met 11%. Het relatieve aandeel van minima dat van de pas gebruik maakt is gestegen van 76% naar 78%. Tarief A (minima) B (65+ en 18-) C (overige Stadjers) Verlies en diefstal Totaal
2003 9.561 (76%) 2.221 (18%) 791 (6%) 96 (1%) 12.669 (101%)
2004 8.810 (78%) 1.876 (17%) 607 (5%) 4 (0%) 11.297 (100%)
Nieuw Beleid 2004-2006 ROA/VVTV Voor uitgeprocedeerde asielzoekers die vóór 1 juli 1998 al inwoner van de Stad waren, hebben we de huisuitzettingen opgeschort. Voor hen betalen we zak- en kleedgeld en huisvestingslasten. Dat hebben we in 2004 gedaan voor 77 huishoudens (29 ROA, 48 VVTV).
Wat heeft het gekost? Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 8.01 SZW 8.02 SZW 8.03 SZW 3.01 DSW
Productgroep Inkomen Werk Zorg Sociale werkvoorziening Totaal saldi voor reserve mutaties Reserve mutaties Totaal toevoegingen Totaal onttrekkingen Totaal saldi na reserve mutaties
Gemeenterekening 2004
Primitieve Begroting -14.361 -7.743 -6.132 -1.520 -29.756
Actuele Begroting -11.478 -6.603 -12.130 -4.616 -34.827
Rekening 2004 -4.358 -3.279 -9.750 -5.187 -22.574
-17 327
-4.368 4.586
1.935 -1.717
-29.446
-34.609
-22.356
Verschil 7.120 3.324 2.380 -571 12.253 0 0 6.303 -6.303 0 12.253
Pagina 15 van 147
Nieuw beleid Prod.nr.
Dienst
Naam beleidswijziging
Programma Werk en Inkomen 8.03 SoZaWe Bijzondere bijstand 8.01 SoZaWe Inlichtingenbureau 8.03 SoZaWe ROA/VVTV 8.03 SoZaWe Bijzondere bijstand Totaal programma Werk en Inkomen
Begroting 2004 (i)
(s)
Realisatie 2004 (i)
600 150 48 1.300 1.498
100 700
(s)
600 150 48 934 1.132
100 700
Productgroep Inkomen V 7.100 Het voordeel bij de productgroep inkomen wordt voor 5,9 miljoen euro veroorzaakt door vrijval binnen het WWB inkomensdeel en een voordeel van 1,2 miljoen euro door lagere uitvoeringskosten. De vrijval binnen het WWB inkomensdeel kent de volgende oorzaken. - De bijstandsvolumegroei is lager dan de verwachting in de begroting. Dit leidt tot een voordeel van 2,0 miljoen euro. - De gemiddelde bruto normuitkering is in werkelijkheid lager dan begroot onder andere door een lagere belastingen premiedruk en een lagere normaanpassing. Het voordelig effect hiervan is 2,0 miljoen euro. - We hebben een incidenteel voordeel van 1,2 miljoen euro in verband met de afrekening premiedruk over 2003 die in 2004 is ontvangen. - De voordelige afwijking van 1,3 miljoen euro heeft te maken met de gewijzigde waardering van de debiteuren in het kader van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). In werkelijkheid valt de dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren lager uit dan geraamd en zijn er meer vorderingen ingeboekt. De stijging van het aantal nieuwe vorderingen is o.a. het effect van het aanscherpen van de regels rond debiteurenbeheer en de verbeterde kwaliteit van de signalen die het inlichtingbureau afgeeft. - Tot slot zien we een voordelig resultaat op de verstrekte langdurigheidtoeslag van 0,3 miljoen euro. In werkelijk is het aantal verstrekkingen 14% lager dan geraamd en ligt het gemiddelde verstrekte bedrag 6% lager dan geraamd. Er ontstaat een nadeel door een neerwaartse bijstelling van het budget met 1 miljoen euro. De bijstelling is het gevolg van meevallende conjuncturele ontwikkeling van de bijstandsuitkeringen en de effecten van rijksbeleid. Het voordeel op de uitvoeringskosten van 1,2 miljoen euro is te verklaren door een combinatie van een voordelig resultaat op de uitvoeringskosten door onderbezetting en vrijval van gereserveerde middelen en een nadelig resultaat als gevolg van niet gerealiseerde bezuinigingen. Productgroep Werk V 3.300 Het voordeel van 3,3 miljoen euro bestaat uit drie grote componenten. De grootste component betreft het voordelige resultaat op de Agenda voor de Toekomst van 3,3 miljoen euro. In 2004 heeft de gemeente Groningen voldaan aan de vooraf afgesproken doelstellingen en is het convenant Agenda voor de Toekomst afgesloten. Het ging hier om het behalen per ultimo 2004 van 80% van de aantallen uitstroom en 80% van het aantal trajecten zoals dat in het convenant Agenda voor de Toekomst was vastgelegd. Hierdoor hebben wij in 2004 recht op de volledige subsidie over de gehele projectperiode. Een andere component is het voordeel van 1 miljoen euro op gemeentelijke reïntegratiemiddelen. Deze vrijval ontstaat doordat wij kiezen voor financiering vanuit het Werkdeel van uitgaven die uit het Werkdeel gedeclareerd kunnen worden. Tegenover deze twee voordelen staat een nadeel op het Werkdeel van 1 miljoen euro. Deze nadelige afwijking is enerzijds te verklaren door een fors nadeel van 2 miljoen euro op gesubsidieerd werk. Oorzaak hiervoor ligt vooral in hoger uitvallende loonkostenvergoedingen dan oorspronkelijk begroot. Het nadeel op gesubsidieerd werk wordt gecompenseerd door voordelen op trajecten voor scholing & activering en flankerend beleid. Het voordeel op de trajecten is onze eigen verdienste doordat in 2004 één van de trajecten mede gefinancierd is met ESF-middelen.
Gemeenterekening 2004
Pagina 16 van 147
Productgroep Zorg V 2.400 Het voordelige resultaat van 2,4 miljoen wordt met name veroorzaakt door een voordeel bij de bijzondere bijstand (0,4 miljoen euro) en de regeling koopkracht reparatie chronische zieken en gehandicapten (1,6 miljoen euro). Het voordeel op de bijzondere bijstand wordt veroorzaakt door een voordelig resultaat op de individuele bijzondere bijstand en de regeling collectieve ziektekosten. In het verlengde van de notitie besparingen minimabeleid zien we dat de verstrekkingen voor aanvullende bijstand voor jongeren < 21 jaar en de kosten voor inrichting en huisraad teruglopen. Het voordelig resultaat op de regeling koopkrachtreparatie chronisch zieken en gehandicapten van 1,6 miljoen euro kent de volgende oorzaak. Voor 2004 hebben we van het Rijk incidenteel een budget van 1,87 miljoen euro gekregen om de koopkracht te repareren van chronisch zieken, gehandicapten en ouderen. Het incidentele karakter van de middelen en de lange onzekerheid of er een structureel vervolg aan zou worden gegeven, heeft tot enige vertraging geleid bij de invulling van de regeling. Ultimo juni is door de raad besloten om de middelen via de individuele bijzondere bijstand ten goede te laten laten komen aan de doelgroep en de regeling door middel van een voorlichtingscampagne onder de aandacht te brengen. Ook is besloten dat de niet bestede middelen in 2004 voor de doelgroep beschikbaar moeten blijven. Het voordelig resultaat wordt dan ook toegevoegd aan de reserve chronisch zieken en gehandicapten. Tenslotte vermelden wij een voordelige afwijking bij de GKB (0,4 miljoen euro V). Het voordeel wordt voor 20% veroorzaakt door lagere lasten, terwijl 80% (waarvan 20% incidenteel) wordt verklaard uit hogere baten. Deze hogere baten zijn met name het gevolg van een toename van het aantal WSNP zaken (+64%) en budgetbeheergevallen (+14%). Productgroep Sociale werkvoorziening N 571 Het negatieve resultaat betreft het dienstresultaat 2004 van DSW Stadspark. Oorzaak hiervoor zijn met name tegenvallers in de opbrengsten (N 0,8 miljoen) en overige personeelskosten (N 0,3 miljoen euro). De ontwikkeling rijkssubsidie/netto-loonkosten SW is weliswaar verslechterd, maar minder dan waar in de begroting rekening mee werd gehouden. Dit relatieve voordeel van 0,6 miljoen euro is onvoldoende gebleken om de overige nadelen te compenseren. Teneinde te komen tot een sluitende begroting 2004 was hierin reeds een onttrekking aan de algemene bedrijfsreserve opgenomen van 1,9 miljoen euro, die op rekeningsbasis ook is geëffectueerd.
Gemeenterekening 2004
Pagina 17 van 147
2.3
Vestigingsklimaat
Een stad met een uitstekend vestigingsklimaat moet zorgen voor voldoende bedrijven- en kantorenlocaties en zal de bereikbaarheid moeten garanderen. We willen daarnaast specifieke aandacht geven aan onze kennisinstellingen en de kansrijke economische clusters: ICT, Life Sciences, toerisme en energie. Tot slot vraagt de attractiewaarde van de binnenstad onze continue aandacht.
Wat hebben we bereikt? Ondanks een ietwat aantrekkende markt in Nederland, zien we de gunstige effecten hiervan in de Groningse cijfers nog niet terug. Het aantal arbeidsplaatsen liep in 2004 terug met 1,1% (per 1 april 2004 124.894 arbeidsplaatsen) en de werkloosheid ligt al weer boven de 12.000. Onze speerpuntsectoren doen het gelukkig redelijk goed. De sector Life Sciences kan haar groei van de afgelopen jaren vasthouden en binnen de ICT zien we weer een aantrekkende vraag naar arbeid. Met de terugloop zijn de economische doelstellingen voor 2010 helaas niet dichterbij gekomen, maar nog steeds haalbaar. Om de vooruitgang van de afgelopen jaren zoveel mogelijk vast te houden is veel energie gestoken in zogenaamde “first job” experimenten, gericht op het opdoen van werkervaring, en dus beperking van instroom in de bijstand en stimulering van de uitstroom. Ondanks een tegenvallende economie kende de Groningse kantorenmarkt een relatief goed jaar. In 2004 wisselden ongeveer 50.000 m2 van eigenaar of huurder. De opname ligt daarmee op een vergelijkbaar niveau als afgelopen jaren en ook de leegstand heeft zich gestabiliseerd. Geen onverdienstelijke prestatie in vergelijking met andere kantorensteden in Nederland. Het aantal hectares uitgegeven bedrijventerrein wisselt sterk per jaar. In 2004, bijvoorbeeld, is 9,6 hectare uitgegeven, tegenover 21,5 hectare in 2000. Het aantal bedrijfsvestigingen is ongeveer gelijk gebleven. Geactualiseerde kaderstellende nota’s • Het Economische Businessplan Stad aan de Slag (2004) • Het fysieke structuurplan Van Nu Naar Straks (2004) • Het Meerjarenprogramma Verkeer en Vervoer (2004)
Wat hebben we er voor gedaan? Verkeer Voor het economisch functioneren van de stad is het cruciaal om goed bereikbaar te zijn, nu en in de toekomst. Daartoe maken we in ons beleid onderscheid in noodzakelijk verkeer en niet-noodzakelijk verkeer. Voor het noodzakelijke verkeer zetten we in op een goede bereikbaarheid met de auto, onder andere door uitvoering van de Langman-maatregelen en maatregelen aan/rondom onze aanrijroutes. Voor het niet-noodzakelijke verkeer zorgen we voor goede alternatieven, met maatregelen uit de Fietsnota en verbetering van het openbaar vervoer met het Kolibri OV-netwerk. De uitvoering van het Langman-pakket is in 2004 begonnen en loopt volgens planning. Oplevering is voorzien in 2009. Ter verbetering van de bereikbaarheid op de ringwegen streven we bovendien zoveel mogelijk naar ongelijkvloerse kruisingen. De voorbereidingen voor achtereenvolgens de ongelijkvloerse aansluiting Hoendiep (uitvoering 2005), de knoop Noordelijke/Westelijke ringweg en de aansluiting Bedumerweg/Noordzeebrug zijn hiervoor in 2004 getroffen. Aan de bereikbaarheid van de stad is verder gewerkt door de uitvoering van doorstromingsmaatregelen op de aanrij routes in combinatie met parkeerbeleid (nieuwe garages en uitbreiding areaal betaald parkeren), P+R en verdere uitvoering van de fietsnota (aanleg nieuwe fietspaden en asfaltering). En verder door de voorbereiding van verkeersprojecten die samenhangen met stedelijke ontwikkelingen: Berlage- en Sontbrug, aansluiting Westpoort/A7. Provincie en stad hebben daarnaast de afspraak met het rijk gemaakt om in 2005 een studie uit te voeren naar de mogelijkheden om de Zuidelijke Ringweg ook na uitvoering van het Langmanpakket verder op te waarderen. Dit mede omdat financiering van de Zuidtangent verder naar de toekomst dreigt te verschuiven.
Gemeenterekening 2004
Pagina 18 van 147
Terwijl druk op de zuidelijke ringweg alleen nog maar toe zal nemen door de geplande ontwikkelingen in het zuidelijke en oostelijke deel van de stad (Eemskanaalzone, Meerstad, Ciboga/UMCG-noord). Ten aanzien van Kolibri heeft de regio in 2004 besloten op eigen kracht uitvoering te geven aan een aantal maatregelen, zoals het station Europapark, transferia en overige busmaatregelen. In de stad is een begin gemaakt met de planstudie voor de hoogwaardige verbinding CS-Binnenstad-Zernike. De OV-as Peizerweg is in gebruik genomen. In Kolibri-verband wordt gewerkt aan de voltooiing hiervan, in de vorm van het transferium Hoogkerk en de verlenging Paterwoldsewegstation CS. De planstudie voor het station Europapark is voltooid en lijkt financieel rond. Ten aanzien van de realisatie van de Zuiderzeelijn is aan regionale zijde goede voortgang geboekt, inclusief de bereidheid om in totaal ruim 1 miljard bij te dragen (in geval van Magneetzweefbaan). De start van de prijsvraagprocedure kan snel beginnen, zodra het rijk groen licht geeft. Dit is echter afhankelijk van de behandeling van het rapport van de Tijdelijke Commissie Infrastructuur (Commissie Duijvestein). Activiteiten 2004-2006 Fietsnota en overige maatregelen Voor een versnelde uitvoering van een aantal fietsvoorzieningen uit de Fietsnota hadden we 6 miljoen euro gereserveerd. De voorbereidingen voor de uitvoering van het Stadsbalkon zijn getroffen en de fietspaden langs de Van Iddekingeweg en de Bornholmstraat zijn gerealiseerd. De aanpak van het zuidelijk deel Bornholmstraat en de Gotenburgerweg zijn onderdeel van de revitaliseringplannen voor Winschoterdiep/Eemskanaal en worden in 2005 uitgevoerd. De verkeersmaatregelen aan de Stationsweg en de pilot fietsstraat Nieuwe St. Jansstraat zijn afgerond. De realisering van de fietsbrug over het Reitdiep is gekoppeld aan de herontwikkeling van de ACM-locatie. Stedelijke aanrijroutes en doorstromingsmaatregelen In september 2004 heeft de Raad een maatregelenpakket (inclusief fietsstroken langs de Eeldersingel) vastgesteld voor de doorstroming in de Verbindingskanaalzone. De uitvoering vindt in 2005 plaats. Voor de Laan Corpus den Hoorn en de aanrijroute Hoendiep is de planvorming in 2004 tot een eindfase gekomen. Uitvoering verwachten we in 2005. Nieuw Beleid 2004-2006 Kolibri OV-netwerk De realisering van het Kolibri OV-netwerk is cruciaal om de stad en de regio bereikbaar te houden. In 2004 zijn een aantal belangrijke stappen gezet in de eerste fase van Kolibri: het realiseren van transferia, het intensiveren van de spoorlijn Assen-Groningen, de bouw van het station Europapark, de aanleg van een eerste HOV-lijn in de stad en de verbetering van enkele belangrijke openbare vervoersverbindingen in de regio. De plannen rondom de transferia Europapark (skivijver), Hoogkerk en Haren zijn bijna afgerond. De planstudie voor het station Europapark is afgerond en de financiering van het station hebben we sluitend gekregen met een BIRK-subsidie van VROM en een bijdrage van het rijk. Uitvoering start in 2005, ingebruikname in 2007. Voor de HOV-as CS – Zernike zijn in 2004 de eerste stappen gezet met een planstudie. In oktober 2004 is de OV-as Peizerweg in gebruik genomen. Aanleg eerste fase Zuidelijke Ringweg De verbetering van de hoofdautostructuur volgens de Langmanafspraken voeren we voortvarend uit. Naast de beschikbare rijksmiddelen is daarvoor 80 duizend euro structureel nieuw beleid geld beschikbaar. De maatregelen op het gemeentelijke wegennet nabij Laan Corpus Den Hoorn en rotondes en bypasses Zuidoost zijn in 2004 grotendeels uitgevoerd. Op termijn willen we alle kruispunten van de ringwegen ongelijkvloers maken. Aanleg HOV-as Peizerweg Voor verbetering van de doorstroming van het verkeer en in het bijzonder het openbaar vervoer is in 2004 aanvullend 200 duizend euro structureel beschikbaar gesteld voor aanleg van de HOV-as Peizerweg. Het project is in uitvoering en de middelen zijn volledig besteed.
Gemeenterekening 2004
Pagina 19 van 147
Verkeersontwerp Stationsvoorplein Het verkeersontwerp voor het stationsvoorplein is in 2004 gerealiseerd en grotendeels afgerond. De beschikbare middelen Nieuwe Beleid 2004, 363.000 euro incidenteel, zijn volledig besteed. Stadsbalkon Het stationsvoorplein als visitekaartje van onze stad. Daartoe zullen we de kwaliteit van de openbare ruimte verbeteren, de verkeersveiligheid verbeteren en een grootschalige fietsvoorziening realiseren in het project Stadsbalkon. De beschikbaar gestelde middelen, 1.9 miljoen euro incidenteel zijn nog niet besteed, maar wel bestemd. De werkzaamheden starten in het voorjaar van 2005. Diversen verkeer In 2004 is van het beschikbare budget kleine verkeersmaatregelen, 150 duizend euro incidenteel 49 duizend euro besteed aan de Eeldersingel en een aantal kleine reconstructies. Het overige budget is volledig bestemd voor 30-km zone Laanhuizen, aanpak verkeersongevallen en diverse kleine reconstructies. Economische bedrijvigheid In 2004 hebben we economische beleid geactualiseerd. Dat heeft er toe geleid dat we ons het afgelopen jaar vooral hebben geconcentreerd op de speerpunten ICT, Life Sciences, Energy Valley en zakelijke dienstverlening, de sectoren die zorgen voor een positieve werkgelegenheidsontwikkeling. Daarnaast zijn we begonnen met diverse activiteiten om de opbouw en ontwikkeling van een krachtige kennissector op basis van de stedelijke topvoorzieningen op medisch, technologisch en onderwijsgebied te stimuleren. Het samengaan van het AZG en RUG in het Universitair Medisch Centrum Groningen en het mogelijk aantrekken van een topinstituut voor geneesmiddelenonderzoek zijn hiervoor een belangrijke impuls. Voorwaarde voor deze ontwikkelingen is een voldoende en kwalitatief goed aanbod van vestigingslocaties. 2004 heeft vooral in het teken gestaan van het verbeteren van de kwaliteit van verouderde bedrijventerreinen. De faciliteiten van het Bedrijvenloket zijn verder uitgebreid, omdat deze erg worden gewaardeerd. Voor een betere afstemming van het onderwijs op het bedrijfsleven hebben we in 2004 op 7 VMBO scholen de praktijklokalen gemoderniseerd, zodat LeerWerkTrajecten (LWT’s) beter zijn gefaciliteerd. We hebben ook het BedrijfsTakOverleg ingevoerd, waarin werkgevers en scholen afspraken maken over acties per sector. Activiteiten in 2004 ICT Na jaren van malaise zien we een licht herstel in de branche. Groningen heeft een prima uitgangspositie door de goede structuur binnen de sector, maar toenemende filiaalvorming van de grotere IT-bedrijven is een punt van zorg. Er is een toenemende vraag naar arbeid, maar deze vraag houdt geen gelijke tred met de toenemende omzet. In 2004 hebben we een aantal aansprekende resultaten geboekt: de operationalisering van CNG, er hebben zich 4 nieuwe transitproviders aangesloten bij GN-ix, de proeftuin Zernike is gestart en het ICT@NN heeft het dienstenplatform GN-tel gelanceerd, waarvan al 4 bedrijven gebruik maken. Life Sciences De doelstellingen voor 2004 zijn ruimschoots gehaald, ondanks dat de groei van de afgelopen jaren tot staan is gebracht. In 2004 is gewerkt aan het profileren van Groningen als Biomedcity en het stimuleren van kennisoverdracht. De incubator op het UMCG-terrein is gerealiseerd en al volledig bezet. De life science sector kenmerkt zich door een goede dynamiek uitmondend in concentratie op UMCG-terrein (Biotech Center) en Zernike Science Park. Energie/Energy Valley (zie Nieuw Beleid) Toerisme/Marketing Groningen Het toeristisch bezoek aan Groningen is toegenomen, gasten blijven langer en besteden meer. De campagnes van Marketing Groningen, en de zorgvuldige programmering en communicatie van evenementen lijken hun eerste vruchten af te werpen. Wintercity, dat eind 2004 werd uitgevoerd, krijgt de komende jaren mogelijk een vervolg. Verder hebben we de museumstructuur versterkt en het hotelaanbod uitgebreid. Gemeenterekening 2004
Pagina 20 van 147
Arbeidsmarkt Er heeft een verdere intensivering en verbetering van de samenwerking met de belangrijkste partners plaatsgevonden zoals met de Kamer van Koophandel en Belastingdienst Daarnaast lag het accent op bedrijfsbezoeken (100 per jaar) en bedrijfsfaciliteren. Voor arbeidsmarktbeleid is samen met Sozawe en OCSW een actieplan opgesteld. Voor beginnende ondernemers is een verbeterd instrumentarium ontwikkeld in de vorm van een vraag en antwoord database, het E-loket. Kantoren en bedrijventerreinen De prestaties van het programma kantoren en bedrijventerreinen in 2004 waren wat mager. Niet onverwacht gezien de huidige economische situatie. Vooral de uitgifte van bedrijventerrein (9,6 ha.) en het ontwikkelingstempo van nieuwe projecten viel tegen. Dit laatste heeft vooral gevolgen voor het aanbod van bedrijventerreinen, dat nu snel afneemt. De kantorensector heeft in 2004 veerkracht getoond. De groei in opname van 2003 (53.000 m2) heeft zich in 2004 doorgezet, in totaal 63.000m2. Wel blijft de zorg over de hoge leegstand van kantoren, hoewel deze zich in 2004 lijkt te stabiliseren. Het herstel van de kantorenmarkt zien we terug in een toenemende interesse voor het Europapark. Met de benoeming van Westpoort en het bedrijvengebied Zuidoost tot Topprojecten in het kader van de EZ-nota “Pieken in de Delta”, heeft het rijk het belang van Groningen voor de economische ontwikkeling van Nederland nadrukkelijk onderkend. Voor de herontwikkeling van Winschoterdiep/Eemskanaalzone hebben we van het rijk 2,2 miljoen euro subsidie toegekend gekregen. Dit past naadloos op onze inspanningen om bestaande bedrijvenlocaties te verbeteren dan wel voor verdere veroudering te behoeden. In het programma Terreinwinst is in 2004 in uitvoering gegeven aan, onder andere, Hoendiep, Winschoterdiep en Ulgersmaweg. Dienstverlening De afgelopen vijf jaar is de werkgelegenheid in de niet-commerciële dienstverlening (overheid, onderwijs en gezondheidszorg) met maar liefst 18,5% gegroeid. De belangrijkste activiteiten in 2004 richtten zich dan ook vooral op het handhaven van Groningen als dienstenstad, de realisatie van een groei van 2 procent en intensivering van samenwerking binnen de sector. De groei hebben we als gevolg van veel reorganisaties niet gerealiseerd. Maar we hebben wel een begin gemaakt met verbetering van de samenwerking in de sector, met netwerkbijeenkomsten van het Noorder Netwerkoverleg, het Callcenter platform en Ronde Tafelbijeenkomsten. Detailhandel Speerpunten binnen het programma detailhandel zijn de binnenstad en een vijftal wijkwinkelcentra: Beijum-Oost, Hoogkerk en Overwinningsplein, en (later toegevoegd vanwege de wijkvernieuwing) Beijum-West en Lewenborg. Beijum-West is in uitvoering, Hoogkerk is grotendeels afgerond. Het opknappen van winkelcentrum Beijum-Oost is onderdeel van een grote sociale vernieuwingsoperatie. Voor Lewenborg is het stedenbouwkundig plan (incl. aanvullende middelen) vastgesteld. We onderhandelen met de eigenaren over de aanpak van het winkelcentrum. De nieuwe eigenaar van winkelcentrum Overwinningsplein heeft een bouwaanvraag voor nieuwbouw ingediend. Ook is het ontwerp voor de aanpak van de winkelomgeving gereed.
Binnenstad. De binnenstad heeft vorig jaar minder bezoekers getrokken dan in 2003, maar het gemiddeld besteed bedrag is na een dip vorig jaar weer omhoog geklommen naar 25 euro. Al met al komt hiermee de omzet uit op het gewenste niveau van 2002 ( 750-775 miljoen euro), nog altijd beduidend lager dan vorig jaar. Helaas hebben we onze doelstelling voor jaarlijkse groei bezoekers met 1% en jaarlijkse groei omzet met 2% niet gehaald. Winkelen is nog steeds het belangrijkste bezoekmotief, maar museum, bioscoop en theaterbezoek worden belangrijker. Om een groei van het aantal bezoekers in de binnenstad te realiseren, is een voortdurende investering in de binnenstad nodig. De ontwikkeling van de Grote Markt is hiervoor een belangrijke impuls. Ook in de rest van de Groninger Binnenstad blijven we actief met projecten als Binnenstad Beter, Hart in de Stad en Goln Raand. Maar ook met het project Organisatie Aanbodontwikkeling Binnenstad (OAB), gericht op het terugdringen van de leegstand in winkelstraten. De leegstand in een aantal straten is afgenomen en het project heeft de status van bestpractice gekregen van het Ministerie van VROM. Gemeenterekening 2004
Pagina 21 van 147
De Oosterstraat en het Ged. Kattendiep krijgen een forse impuls met de realisatie van Chinatown in de Oosterboog en de vestiging van de grootste outletstore van de ANWB in de Oosterstraat. Met de revitalisering van Gol’n Raand is, na overeenstemming met de ondernemers en de beschikbaarstelling van een krediet van 700 duizend euro een begin gemaakt. Internationalisering De activiteiten voor China vanuit het Far East Trade Centre (FETC) zijn goed verlopen. Er is besloten het FETC te verzelfstandigen in een stichting. Het FETC heeft in oktober een succesvolle handelsmissie ondernomen met deelnemers van (kennis-) instellingen als KvK, NOM, RUG, Hanzehogeschool, Alfa College en het bedrijfsleven. Initiatieven voor het aangaan van samenwerkingsverbanden zijn actueel en kansrijk. Damsterdiep In 2004 is een kadernotitie met stedenbouwkundige randvoorwaarden op hoofdlijnen opgesteld. Dit is de basis voor het overleg met Nijestee voor de inpassing van hun hoofdkantoor, en voor de inpasbaarheid van de garage (van circa 600 parkeerplaatsen), waarvoor de gemeente opdrachtgever is. Er is op dit moment sprake van een balans tussen kosten en opbrengsten, zodat een budgettair neutrale ontwikkeling binnen handbereik lijkt. Martiniziekenhuis We zijn in gesprek met het Martiniziekenhuis over de planontwikkeling rondom de nieuwbouw, en dan in het bijzonder over een aantal verkeersmaatregelen in het gebied. Recent zijn afspraken gemaakt over de inhoud van het plan en de bijdrage van het Martiniziekenhuis hierin. Marketing Groningen (Zie Nieuw Beleid) Helpmancentrale In het voorjaar van 2004 is gestart met de verbouw van de Helpmancentrale. De realisatie loopt volgens planning. Besteding van middelen vindt navenant plaats. In 2004 is het pand officieel verkocht aan SIG. Zernike We zijn met de RUG in gesprek over de planontwikkeling van het Zernike-complex, voornamelijk over de verkeersontsluiting ervan. Afspraken over een bijdrage van de RUG zijn bijna rond. Daarmee kan het plan budgetneutraal worden ontwikkeld en zijn Kompasgelden niet nodig. Nieuw Beleid 2004 Sanering en formatie VVV/ Marketing Groningen De beschikbaar gestelde middelen, 125 duizend euro, zijn besteed aan de sanering van de VVV en een voorspoedige start van Marketing Groningen. Het strategisch businessplan van Marketing Groningen is in uitvoering. Een convenant over de prestatieafspraken is in de maak. Eind 2004 is structurele financiering (t/m 2009) toegezegd. Personeelskosten EBP Ook in 2004 zijn de incidentele middelen, 318 duizend euro tot en met 2006, besteedt aan 3 Fte’s voor de uitvoering van het EBP. Energy Valley Voor de stichting Energy Valley is jaarlijks 160 duizend euro beschikbaar. De stichting verricht voor dat geld lobbyactiviteiten. Bovendien draagt ze zorg voor profilering van de energiesector en coördineert en initieert ze projecten. Daarnaast is er een aantal, dat passen onder de vlag van EV: De sector Energie heeft zich in 2004 goed ontwikkeld. De groei van het aantal arbeidsplaatsen van de afgelopen drie jaar heeft zich voortgezet, mede als gevolg van de splitsing van Gastransport Services (Kranenburg) en de vestiging van Tietoenator (ICT voor energiesector). Dankzij Energy Valley zijn drie ontwikkelingen in een stroomversnelling geraakt: Rijden op aardgas, een microwarmtekrachtcentrale in je huis, fiks besparen op de energiekosten. In 2004 zijn onderzoeken gestart naar de haalbaarheid van: een bedrijfsverzamelgebouw voor de energiesector, rijden op aardgas (o.a. Arriva) en een energievisie voor Meerstad. Gemeenterekening 2004
Pagina 22 van 147
Europapark-station/Eemskanaalzone/Westpoort Voor deze projecten gaan we tot 2010 sparen. In 2004 hebben we de eerste 2,4 miljoen euro beschikbaar gesteld. De planvorming van de projecten is in een vergevorderd stadium. Voor investeringen in het nieuwe stadsdeel Europapark is een station voor ons randvoorwaarde. De regio financiert dit voor een belangrijk deel en voor aanvulling hopen we op een BIRK-subsidie. Daarom stellen we voor het voor station gereserveerde deel van de eigen investeringsbijdrage door te schuiven naar Eemskanaal en Westpoort. De visie Eemskanaalzone is in het tweede kwartaal van 2004 afgerond. De doorloop van de planologische procedure is wat gestagneerd als gevolg van een discussie met de provincie. De uitvoering van de deelprojecten verloopt conform planning. Westpoort hebben we met het huidige uitgifteniveau in een laagconjunctuur in 2007 nodig. De benodigde eigen bijdrage is fors, omdat we de aansluiting op de snelweg A7 zelf moeten financieren. Hiervoor hebben we in 2004 een eerste bedrag, 500 duizend euro, gereserveerd. Grote Markt Voor het versterken van de binnenstad willen we investeren in de Grote Markt en daarvoor is in 2004 2,5 miljoen euro incidenteel beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn volledig besteed aan de planontwikkeling van de Grote Markt. In november 2004 hebben Het Groninger Museum/ Noordelijk Scheepvaart Museum en de Openbare Bibliotheek een gezamenlijk plan gepresenteerd, waarin een nieuwe culturele voorziening: het Huis van Informatie en Geschiedenis, aan een nieuw plein: De Nieuwe Markt centraal staat. Groninger promotie Het budget Groningen Promotie is bestemd voor evenementen die bijdragen aan het gewenste imago van Groningen op het gebied van sport en cultuur. De 150 duizend euro is met name besteed aan de campagne Er gaat niets boven Groningen, op de thema’s studeren, economie en binnenstad. Voortgang van de projecten
Herziening
Uitvoering
Besluitvorming Raad
Inspraakfase
Ontwerpfase
Effecten Plandefinitie fase
Omschrijving
Grote Markt
28-04-04
nvt
Bijdrage plan Grote Markt
E.E.W.- Westpoort
22-12-04
nvt
E.E.W.- Eemskanaalzone
nvt
E.E.W.- Berlagebrug
In voorbereiding 24-11-04
Kolibri Stationsvoorplein
28-05-03
v nvt
Bijdrage planvormingkosten ontsluiting/aanleg Westpoort Bijdrage ontwikkelingskosten Eemskanaalzone . Realiseren van de plan- vorming voor Berlagebrug Planstudie in 2005 uitgevoerd. Verkeersveilig maken situatie busplein
Stadsbalkon
25-02-04
nv
Verbeteren Stationsvoorplein
diversen
nvt
Zuidelijke Ringweg
29-01-03
nvt
HOV-As Peizerweg
25-02-04
nvt
Budget 30 km Laanhuizen Ontsluitingsweg Eeldersingel, aanpak verkeers ongevallen, kleine reconstructies Verbetering doorstroom verkeer zuidelijke ringweg, aansluiting Corpus den Hoorn/ Oostelijke Bijpasses Verbetering doorstroom verkeer openbaar vervoer, met aanleg HOV-As.
Diverse verkeer
Nvt
nvt
= gereed, = onderhanden werk
Gemeenterekening 2004
Pagina 23 van 147
Wat heeft het gekost? Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 7.12 RO/EZ 7.07 RO/EZ 5.04 MD 6.10 OCSW 6.23 OCSW 7.05 RO/EZ 7.06 RO/EZ RO/EZ
Productgroep Economisch Business Plan Bedrijventerreinen / kantoren Marktwezen Handel en ambacht Internationale betrekkingen Verkeer en vervoer Parkeerbedrijf Overig Totaal saldi voor reserve mutaties Reserve mutaties Totaal toevoegingen Totaal onttrekkingen Totaal saldi na reserve mutaties
Nieuw beleid Prod.nr. Dienst Naam beleidswijziging Programma Vestigingsklimaat 9.02 BSD Groningen Promotie 7.12 RO/EZ Energy Valley 7.12 RO/EZ Personeelskosten EBP 7.12 RO/EZ VVV RO/EZ Eemskanaal/Europapark/Westpoort RO/EZ Grote Markt RO/EZ Kolibri 7.05 RO/EZ Zuidelijke ringweg 7.05 RO/EZ HOV-as Peizerweg 7.05 RO/EZ Stadsbalkon 7.18 RO/EZ Verkeersontwerp Stationsplein 7.17 RO/EZ Diversen Verkeer Totaal programma Vestigingsklimaat
Primitieve Begroting -2.821 -49 -177 -1.691 -143 -68 684 -8.406 -12.671
Actuele Begroting -3.962 -2.747 -177 -1.670 -163 -3.461 742 -8.406 -19.844
Rekening 2004 -3.636 -4.896 14 -1.670 -162 -1.609 752 -8.417 -19.624
Verschil
-1.229 63
-318 3.461
-461 3.461
-143 0
-13.837
-16.701
-16.624
77
Begroting 2004 (i)
(s)
150 160 318 125 2.400 2.500 2.000
326 -2.149 191 0 1 1.852 10 -11 220
Realisatie 2004 (i) 150 160 318 125 2.400 2.500 0
80 200 1.900 363 150 10.066
280
80 200 0 363 49 6.065
Productgroep Economisch Business Plan V 326 Op een aantal programmaonderdelen in het Economisch Business Plan hebben lopende verplichtingen nog niet tot uitgaven geleid in 2004, zoals het programma detailhandel binnenstad en wijkeconomie. In de programmarekening wordt het Economisch Business Plan uitgebreid toegelicht. Productgroep Bedrijventerreinen / Kantoren N 2.149 In 2004 is een subsidiebijdrage aan de Helpmancentrale verstrekt van 1,3 miljoen euro en bijdragen aan de winkelcentra Beijum West, Zuiderweg, Verlengde Hereweg voor 0,8 miljoen euro. Deze bijdragen worden gedekt door aanwending van in vorige jaren beschikbaar gestelde incidenteel beleidsgelden, middels een onttrekking aan de reserve nieuw beleid. Aangezien deze onttrekking niet begroot is, leidt dit tot een negatieve afwijking op het saldo. Productgroep Verkeer en Vervoer V 1.852 De afwijking in het saldo wordt met name veroorzaakt door de inzet van incidentele Nieuw beleidsgelden. De beschikbaar gestelde middelen voor het Stadsbalkon ad 1,9 miljoen euro zijn in 2004 niet aangewend. Uitvoering van dit project start in het begin van 2005. Daarnaast was de inzet van gereserveerde nieuw beleidsgelden uit 2001 niet begroot, hetgeen dus ook voor een afwijking zorgt. Deze inzet heeft betrekking op de uitvoering van maatregelen uit de fietsnota en het vergroten van de aantrekkelijkheid van de binnenstad voor een bedrag van 0,4 miljoen euro.
Gemeenterekening 2004
(s)
Pagina 24 van 147
280
2.4
Leefomgeving
Een schone en hele leefomgeving is bepalend voor van het gevoel dat de boel op orde is en draagt bij aan het gevoel van veiligheid en aan de tevredenheid over de buurt. De afgelopen periode hebben we daarom extra middelen vrijgemaakt voor het beheer en onderhoud van de stad. En bij het realiseren van deze ambities hebben we gekozen voor maatwerk – en dat is een gebiedsgerichte aanpak, die in de twaalf wijkvernieuwingsgebieden ook nog eens extra intensief is. Deze flexibele en gebiedsgerichte inzet vinden we verantwoord omdat de Groningers in het algemeen behoorlijk tevreden zijn over het onderhoud en beheer van de stad en de wijken. Een gevoel dat een aanknopingspunt biedt om mensen voortaan extra aan te spreken op hun eigen verantwoordelijkheid om hun omgeving schoon, heel en veilig te houden.
Wat hebben we bereikt? Uit de schouw 2004 blijkt dat de algemene indruk van de onderhoudstoestand van de stad er op vooruit is gegaan. Voor de meeste onderdelen is de ambitie gehaald en of is de kwaliteit toegenomen. De onderhoudssituatie van winkelcentra wordt goed bevonden evenals het onderhoud groen. Trottoirs en oeverbeschoeiingen scoren echter onder de maat. .Straatmeubilair haalt de norm wel, maar zit aan de ondergrens. Binnen netheid en verzorging zijn geen significante verschuivingen in het kwaliteitsbeeld. Geconcludeerd kan worden dat het aantal onderhoudsmeldingen stadsbreed afneemt en hetgeen ook een gevolg is van de betere onderhoudstoestand. Geactualiseerde kaderstellende nota’s • Het Groninger rioleringsplan 2003-2007 (maart 2004) • Herbevestiging BORG (april 2004) • Het bomenstructuurplan 2e fase (september 2004) • Nota Kapbeleid (september 2004) • Nota Speelruimtebeleid (november 2004)
Wat hebben we er voor gedaan? Schoon, Heel Het onderhoud en beheer van de stad wordt sinds enige tijd nauwkeurig gepland, bijgehouden en beschreven in het BORG systeem. De raad stelt jaarlijks de onderhoudsniveaus en de bijbehorende ambitie vast. Jaarlijks wordt aan de hand van schouwen gekeken hoe het met het onderhoud en beheer van de stad staat en of de ambitie en de onderhoudsniveaus gehaald zijn. In 2003 is er een Borgschouw uitgevoerd door burgers en ambtenaren. In 2004 dezelfde methodiek gebruikt zodat de resultaten van beide schouwen voor het eerst onderling te vergelijken zijn. De verschillen waren dermate gering dat we volgend jaar de burgers en de ambtenaren afzonderlijke delen laten schouwen. Aan de hand van deze schouw en technische inspecties bepalen we voor het volgende jaar de nieuwe onderhoudsplanningen waaruit de activiteiten voor de komende jaren voortvloeien. In 2004 waren dat de volgende. Activiteiten in 2004 Onderhoud Voor het onderhoud van de stad kennen wij twee methoden. De eerste betreft het reguliere onderhoud van de stad. Hiervoor is 15,6 miljoen euro beschikbaar. Dit zijn jaarlijks terugkomende werkzaamheden die volgens planning worden uitgevoerd. Daarnaast kennen we de onderhoudsprojecten, deze zijn opgenomen in het stadsdeelbeheerprogramma. Dit is in 2004 nagenoeg geheel uitgevoerd. In 2005 worden de projecten afgerond. Hiervoor is een budget van 12,7 miljoen euro beschikbaar. Tot slot hebben we in 2004 middelen voor het “pluspakket”. Deze hebben we als volgt besteed/bestemd: • 200 duizend euro voor uitvoering bomenstructuurplan, onderdeel Zuid • 200 duizend euro voor onderhoud aan kunstwerken/stadsmarkeringen ( besteding in 2005) • 400 duizend euro voor Schoon en Heel, ingezet voor wijkbeheer van publieksintensieve plekken als schoolomgevingen en binnenstad.
Gemeenterekening 2004
Pagina 25 van 147
Participatie burgers In 2004 zijn we doorgegaan om burgers te betrekken bij de keuzes die wij maken in het beheer van de stad. Via de korte metten acties hebben burgers inspraak gehad in de aanpassingen in hun directe omgeving vlak voordat onderhoudswerkzaamheden starten in hun buurt. Hierdoor was er de mogelijkheid om kleine veranderingen aan te brengen die tegemoet komen aan de wensen van de burgers. Daarnaast hebben wij voor alle grote ingrijpende plannen inspraakavonden georganiseerd. En zoals hieronder beschreven is de hele aanpak van Schoon, heel en veilig gestoeld op burgerparticipatie. Dit project wordt in samenwerking met de Milieudienst en de politie uitgevoerd. In 2004 is tevens het Loket Beheer en Verkeer in functie gekomen en hebben we het meldsysteem MAGIC ingevoerd. Schoon heel en veilig In de Groninger Stadsvisie staat de leefkwaliteit van de stad voorop. Een goed onderhouden openbare ruimte wordt in dat verband als prominente voorwaarde genoemd. Een aantrekkelijke leefomgeving staat ook hoog op het verlanglijstje van de stadjers. In 2004 is het project Schoon, Heel en Veilig I succesvol afgesloten. Een verbijzondering daarvan in de binnenstad, het Huiskamerproject, blijft echter onverminderd doorgaan. Door de succesvolle aanpak van de actie SHV I, is besloten tot een vervolg: SHV aanpak II, waarin Stadsbeheer een grote rol gaat spelen. Verder zal de aanpak zich kenmerken door een projectmatige aanpak waarbij integraliteit in aanpak en communicatie met de burger voorop staat. Groen- en speelvoorzieningen In 2004 is naast de uitvoering van het Groenuitvoeringsplan in een groot aantal wijken, de realisatie van het bomenstructuurplan goed op gang gekomen. De bomenstructuur is hersteld of vernieuwd in het Noorderplantsoen, langs de singels in het centrum, de Petrus Campersingel en de Bedumerstraat. De revitalisering van de bomenstructuur aan de zuidzijde van de Vismarkt heeft door de kastanjeziekte (procedurele) vertraging opgelopen, de uitvoering zal in het voorjaar van 2005 zal plaatsvinden. Daarnaast is het dagelijks onderhoud van groen en de vervanging van speelvoorzieningen volgens plan uitgevoerd. In 2004 hebben we de kwaliteitsambities vanuit de BORG systematiek voor groen binnen het budget gehaald.Uw raad heeft in 2004 besloten het kwaliteitsniveau van begraafplaatsen te verlagen en de 36.000 euro die daarmee vrijkwam te besteden aan speelplekken. Aansluiting en vervanging van riolering In het kader van de zorgplicht resteerden nog vier projecten. Tussen bewoners, waterschappen en gemeente is een intentieverklaring opgesteld om in de periode 2005-2010 te komen tot de aanleg en aansluiting van de woonschepen op de riolering, dan wel een andere oplossing om het lozen van verontreinigd afvalwater tot aanvaardbare proporties terug te brengen. De aanleg van riolering in Bruilwering hangt samen met de al dan niet permanente status van de tuinhuisjes die in dit complex zijn opgetrokken. Ten behoeve van de aansluiting van de buitengebieden zijn in overleg met de waterschappen alle perceeleigenaren aangeschreven en op informatieavonden op de hoogte gebracht van het aanbod van gemeente en waterschappen. Wij verwachten alle 103 percelen de komende jaren te saneren. De integrale werkwijze om rioolvervanging te combineren met stadsvernieuwing en ander groot onderhoud is bij de Oosterweg, de Hoogte en de Gerbrand Bakkerstraat (II) naar tevredenheid toegepast en behoort nu tot de standaard werkwijze. Afstandsbediening bruggen Samen met de provincie is het afgelopen jaar gewerkt aan een studie waarbij alle bruggen in de stad zijn beoordeeld op de mogelijkheid van afstandsbediening. Hieruit is een faseringsplan opgesteld voor alle bruggen in de stad. De uitvoering is iets vertraagd, maar zal in 2005 starten. Bodemsanering en geluidswering (zie programma Duurzame Ontwikkeling) Nieuw beleid 2004-2006 Wijkcentrum Service Team Het afgelopen jaar hebben we een begin gemaakt met wijkservice teams in de winkelcentra Beijum-West, Vinkhuizen en Lewenborg. In overleg met de vereniging van winkeliers is een pakket beheermaatregelen opgesteld. Het eerste deel daarvan is uitgevoerd: graffiti aanpak, instellen van een serviceteam op zaterdag (vergelijkbaar met het huiskamerteam) en verbeteren van de afvalinzamelstructuur. In 2005 staan de winkelcentra Beijum-Oost, Selwerd, Paddepoel en
Gemeenterekening 2004
Pagina 26 van 147
Helperplein/Verlengde Hereweg op het programma. Van de beschikbare 100 duizend euro is een klein deel in 2004 besteed (6 duizend euro), de rest volgt in 2005 (bestemmingsvoorstel) . Vernieuwend beheer In 2004 is onder de noemer vernieuwend beheer een mobiele JOAP in Lewenborg gerealiseerd, de speelplek aan Coehoornsingel heringericht en een skatevoorziening geplaatst in Noorderplantsoen en de Held. De aanpak van andere speelvoorzieningen, voor 2004 gepland, volgt na nader buurtoverleg in 2005. Het resterende budget is hiervoor reeds bestemd. Areaalomvorming wijkvernieuwing De middelen voor areaalomvorming wijkvernieuwing zijn in 2004 volledig besteed. Openbare ruimte Euroborg Dit geld was nog niet nodig in 2004 en is bij de begroting 2004 toegevoegd aan de incidentele middelen van 2004.
Wijkcentrum Service Teams Vernieuwend Beheer
Areaal omvorming
Herziening
Gerealiseerde effecten Uitvoering
Inspraakfase
Ontwerp- fase
Plandefinitiefase
Omschrijving
Besluit-vorming Raad
Voortgang van de projecten
Beheer en klein onderhoud van wijkwinkelcentra. Resterend budget bestemd : Avonturen speelplek Onland 15.000 Herinrichting Molukkenplantsoen 15.000 Aanpak schoolplein Doefmat 30.000, A.M.G. Schmidtschool 10.000 Jeugdactiviteitenplek Paramaribostraat 13.400 Aanpak skatevoorziening Vinkhuizen 5.000 Mobiele speelvoorziening Indische buurt 13.000 Renovatie speeltuinen Ruischerbrug 10.000, Helpman Oost 15.000 Beheer en onderhoud van meer openbare ruimte als gevolg van de wijkvernieuwing
= gereed, = onderhanden werk
Gemeenterekening 2004
Pagina 27 van 147
Veilig Inleiding In het Programma Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Groningen 2001 – 2004 zijn de lokale prioriteiten op het gebied van veiligheid geformuleerd. In het Veiligheidsplan Groningen 2005-2009 wordt hierop voortgeborduurd. We kiezen in ons veiligheidsbeleid voor een combinatie van doelgroepgericht en gebiedsgericht beleid. Wat de doelgroepen betreft gaat het primair om de aanpak van veelplegers, overlastgevenden, huiselijk geweld en jeugdcriminaliteit en – overlast. In het gebiedsgericht beleid is de aanpak van de criminaliteit in risicogebieden speerpunt. In dit verband gaat het om onderwerpen als inbraakpreventie, meldpunt overlast, buurtconciërges, Schoon, Heel en Veilig en fietsendiefstal.
Wat hebben we bereikt? • • • • •
•
In de Stadsvisie is als ambitie opgenomen dat het aandeel inwoners dat zich (wel eens) onveilig voelt afneemt tot 25% in 2004. In 2002 is het percentage inwoners dat zich (wel eens) onveilig voelt al afgenomen tot 21%. Deze dalende tendens heeft zich doorgezet (18% in 2004). In de Stadsvisie is als ambitie opgenomen dat het aantal woninginbraken in 2010 is afgenomen tot 20 aangiften per 1000 woningen. In 2003 lag het aantal aangiften reeds op 19,8 aangiften per 1000 woningen. In 2004 heeft de dalende trend zich doorgezet tot 15,8 aangiften per 1000 woningen. Het aantal vernielingen zou in 2010 moeten zijn afgenomen tot 7 meldingen per 1000 inwoners. In 2003 was sprake van 11,4 meldingen en in 2004 10,8. We kunnen constateren dat hier sprake is van een licht dalende trend die zich lijkt door te zetten. Het aantal geweldsdelicten zou in 2010 moeten zijn afgenomen tot 1 aangifte per 1000 inwoners. Zowel in 2003 als 2004 lag het aantal aangiften per 1000 inwoners op 5,3. Het aantal aangiften geweldsdelicten lijkt zich te stabiliseren. Ten aanzien van het aantal meldingen van drugsoverlast was als ambitie geformuleerd dat het aantal meldingen in 2004 moest zijn afgenomen tot 6 per 1000 inwoners. In 2002 lag dit aantal nog op 6,4. Omdat er sprake is van een dalende trend hebben we de verwachting dat dit aantal in 2004 onder de 6 ligt. De definitieve cijfers zijn echter nog niet bekend. De ambitie op het gebied van jeugdcriminaliteit luidt dat het aantal jeugdige verdachten per 1000 inwoners in de leeftijdscategorie 12 t/m 17 jaar onder de 50 blijft. In 2003 lag dit aantal nog op 54,4. In 2004 is sprake van een lichte daling (48,7). Hoewel hiermee (weer) aan de gestelde ambitie is voldaan blijft de ontwikkeling van het aantal jeugdige verdachten een punt van aandacht.
Wat hebben we er voor gedaan? We hebben, net als komende jaren, gekozen voor een combinatie van een gebiedsgerichte (o.a via de basiseenheden van de politie) en een doelgroepgerichte benadering. Er is specifiek aandacht voor veelplegers, jeugdigen, slachtoffers en getuigen van huiselijk geweld en overlastgevenden (zoals voetbalsupporters of drugsverslaafden). Via het gebiedsgerichte beleid hebben we vooral aandacht gehad voor gebieden waar overlast en criminaliteit het hoogst zijn zoals Beijum Oost en de binnenstad. Activiteiten 2004 Aanpak brandveiligheid en crisisbeleid Om de basisbrandweerzorg te garanderen op een voldoende kwalitatief peil zijn ten aanzien van de melding en alarmering eerder gedane verbeteringsvoorstellen uitgewerkt en in de nieuwe Gemeenschappelijke meldkamer (GMG) geïmplementeerd. Het repressief dekkingsplan voor de gehele regio, dat dateert uit 1995, is in 2004 aangepast en gaat vóór de zomer van 2005 het besluitvormingstraject in. Een belangrijk aandachtspunt voor de basisbrandweerzorg is de noodzaak voor een extra impuls op het gebied van realistisch oefenen. In het Beleidsplan Brandweerzorg en Rampenbestrijding 2005 – 2008 zal aan dit punt aandacht worden besteed.
Gemeenterekening 2004
Pagina 28 van 147
Het verzorgen van een veiligheidsparagraaf bij relevante ruimtelijke ontwikkelingen zoals Europapark, Meerstad, hoogbouw en wonen aan het water is gebeurd. De brandweer is namelijk intensief betrokken bij de ontwikkeling van de plannen voor Europapark en Meerstad, maar ook van enkele industriegebieden zoals Westpoort, Milieuboulevard. De regionale brandweer is bezig met de ontwikkeling van een standaard voor veiligheidsparagrafen in bestemmingsplannen. De gemeenschappelijke meldkamer (GMG) aan de Zielstraweg is op 15 november 2004 operationeel geworden. De meldkamers van de politie, brandweer en de CPA zijn daarmee gecolokeerd. De achterstand in de vergunningverlening is weggewerkt. De gegevensuitwisseling met de dienst RO/EZ is geoptimaliseerd doordat er toegang is tot hetzelfde systeem. Er is gestructureerd overleg met andere diensten over handhaving (bijv. Horecaoverleg). Omdat de afdeling Preventie in 2004 op sterkte was konden er meer controles uitgevoerd worden. Het aantal overtredingen daalt daardoor. Voor 2004 is aangegeven dat de preparatie aangescherpt wordt door verder te gaan met het systematisch inventariseren en beschrijven van risico’s en door plannen op maat (risicobedrijven) te maken voor de aanpak van die risico’s en het maken van raamplannen (raamplan spoor, vaarwegen, LPG enz.). Maar doordat er onvoldoende gemeentelijke capaciteit is voor planvorming ontbreekt het aan implementatie van de plannen, aan inzetvoorstellen e.d. Voor de organisatie en deelname aan oefeningen ten behoeve van de rampbestrijding is aansluiting gevonden bij de afdeling Crisismanagement van de regio. Daarmee wordt de samenwerking met andere gemeentes geïntensiveerd, en wordt op regelmatige basis geoefend. De versterking en verbetering van de gemeentelijke organisatie komt onvoldoende van de grond, met name door het ontbreken van voldoende capaciteit. Integraal Veiligheidsbeleid (IVB) Overlast Met name op het terrein van overlastbestrijding is vanuit alle disciplines sprake van een strakkere sturing. Het beleid met betrekking tot het aanwijzen van overlastgebieden en het uitreiken van verblijfsverboden blijft in dat verband zijn waarde bewijzen. Daarnaast is de intensieve inzet van het HEISA-team van de politie zeer effectief gebleken. Jeugdcriminaliteit en jongerenoverlast In het kader van het project ‘terugdringen jongerenoverlast Vinkhuizen’ is met succes een zogenaamd ‘12+ netwerk’ gevormd. Via dit netwerk – waar o.a. politie en jongerenwerk zijn vertegenwoordigd – wordt jongeren zoveel mogelijk een nieuw perspectief geboden (werk, scholing) om te voorkomen dat ze terugvallen in crimineel gedrag. Het project de gezonde en veilige school is uitgevoerd. Subsidiering van bureau Halt. Via de inzet van jeugdagenten is bij de politie prioriteit gelegd bij de aanpak van jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit. Geweldscriminaliteit Het project huiselijk geweld verloopt succesvol; steeds meer slachtoffers en daders worden op een Thuisfrontraject geplaatst. De politie is getraind om steeds alerter te reageren op signalen van huiselijk geweld. De camera’s in de binnenstad zijn onderhouden (o.a. huur technische infrastructuur, reparaties en onderhoud camera’s en verzekeringen) en zorgen voor een vergroot veiligheidsgevoel. M.b.t. inbraakpreventie is een convenant gesloten tussen politie, gemeente en stichting veiligheidszorg. De stichting veiligheidszorg gaat in de komende drie jaar (uitvoering door stadswachten) 27.000 inbraakpreventieadviezen verstrekken. Verkeersveiligheid Zie meerjarenprogramma Verkeer en Vervoer Slachtofferzorg De politie wijst slachtoffers erop op de mogelijkheid gebruik te maken van slachtofferzorg. Toezicht in de openbare ruimte (zie ook project schoon, heel en veilig) Gemeenterekening 2004
Pagina 29 van 147
In de stad Groningen zijn 66 stadswachten actief. De stadswachten spelen een belangrijke rol in het toezicht op de openbare ruimte. Daarnaast draagt de aanwezigheid van stadswachten op straat bij aan het vergroten van het veiligheidsgevoel. Bij de ombouw van de ID-regeling naar de nieuwe Wet Werk en Bijstand (WBB) zijn voor de stadswachten 70 maatschappelijk gesubsidieerde banen gereserveerd. De stadswachtenzorg die de gemeente Groningen afneemt van de Stichting Veiligheidszorg Groningen (SVG) is altijd volledig gesubsidieerd door loonkostensubsidies en overheadsubsidies. Een deel van de overheadsubsidie valt weg als gevolg van de nieuwe WBB waardoor er een financieringstekort ontstaat. Om de dienstverlening van de stadswachten op peil te houden zijn middelen gereserveerd binnen het GSB-budget voor veiligheid (120 duizend euro per jaar). Ten aanzien van de gemeentelijk regie op de begroting, het beleid en de inzet van de SVG wordt in 2005 nadere invulling gegeven aan de uitgangspunten zoals die in het raadsvoorstel over de financiën van de SVG in 2002 zijn opgenomen. Nieuw beleid 2004-2006 Supportersproject: Het geld dat in de begroting beschikbaar is gesteld is bedoeld om het supportersproject in het voetbalseizoen 2003/2004 af te maken. Hiervoor zijn alle middelen besteed. In februari 2004 is het supportersproject geëvalueerd. Uit de evaluatie blijkt dat er sprake is van dalende tendensen met betrekking tot (gewelds)incidenten en de politie-inzet. Vele factoren spelen daarbij een rol, zodat niet gesteld kan worden dat deze resultaten rechtstreeks en alleen aan het project kunnen worden toegerekend. Alle betrokkenen zijn echter van mening dat het project daaraan zeker een bijdrage heeft geleverd. Op basis van het evaluatierapport werd door de raad besloten tot verlenging van het project voor het voetbalseizoen 2004-2005. Vooralsnog gaan we ervan uit dat het Supportersproject wordt voortgezet totdat een vol voetbalseizoen in Euroborg heeft plaatsgevonden en bezien kan worden welke inzet in de nieuwe situatie nodig is. Oud en Nieuw Bij dit project worden net als elk jaar verschillende activiteiten zoals de New Years dance, het magazine de propper met aanverwante activiteiten, brandplaatsen, containers e.d, opgezet om overlast en vernielingen te beperken. Uit de evaluatie blijkt dat ook dit jaar o.a. dankzij deze activiteiten de overlast en vernielingen beperkt zijn gebleven.
Wat heeft het gekost? Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 5.01 MD 5.02 MD 5.03 MD 5.05 MD 5.07 MD 5.08 MD 5.09 MD 5.10 MD 6.20 OCSW 7.08 RO/EZ 7.13 RO/EZ 7.14 RO/EZ 7.15 RO/EZ 7.16 RO/EZ 7.17 RO/EZ 7.18 RO/EZ 7.19 RO/EZ 7.20 RO/EZ 7.21 RO/EZ 4.01 HVD 4.02 HVD 4.03 HVD 4.04 HVD
Productgroep Afval Straatreiniging Centrale werkplaats Centraal meldpunt evenementen Vergunningverlening/ controle/ handhaving Beheren en saneren BTW Compensatiefonds ivm huish. afval Overig Openluchtrecreatie Geluidswering / Bodem Wegen Groen- en speelvoorzieningen Kunstwerken Riolering Verkeersvoorzieningen Beheer Handhaving Water Begraafplaatsen Brandweer Rampenbestrijding Meldkamer Ambulancedienst
Gemeenterekening 2004
Primitieve Begroting 646 -6.578 94 72 -1.449 -1.440 1.401 -1.384 -16 -4.923 -10.585 -1.171 975 -3.022 -854 -173 -801 -626 -9.001 -206 -498 -232
Actuele Begroting 646 -6.679 94 72 -1.507 -1.440 2.080 117 -1.261 -21 -4.816 -9.865 -1.065 875 -3.216 -877 -263 -952 -976 -9.464 -276 -468 -198
Rekening 2004 2.001 -6.282 111 -46 -1.612 -1.343 1.786 -16 -1.000 -8 -5.271 -10.096 -1.268 875 -2.614 -791 -212 -940 -855 -9.821 -279 -352 -478
Verschil 1.355 397 17 -118 -105 97 -294 -133 261 13 -455 -231 -203 0 602 86 51 12 121 -357 -3 116 -280
Pagina 30 van 147
Bestaand beleid Prod.nr. Dienst ROEZ
Productgroep Overig Totaal saldi voor reserve mutaties Reserve mutaties Totaal toevoegingen Totaal onttrekkingen Totaal saldi na reserve mutaties
Nieuw beleid Prod.nr. Dienst Programma Leefomgeving 9.02 BSD 5.08 MD 6.28 OCSW 7.18 RO/EZ 7.18 RO/EZ 7.18 RO/EZ Totaal programma Leefomgeving
Naam beleidswijziging Supportersproject FC Groningen Wijkcentrum Service Teams Oud en Nieuw Project Vernieuwend Beheer Areaalomvorming Onderhoud Euroborg
Primitieve Begroting -716 -40.487
Actuele Begroting -716 -40.176
Rekening 2004 -950 -39.461
Verschil
-220 170
-51 186
-79 69
-28 -117
-40.537
-40.041
-39.471
570
Begroting 2004 (i) (s) 50 100 25 150
325
-234 715
Realisatie 2004 (i) (s)
75 66 273 414
50 6 25 29
75 66
110
141
Productgroep Afval V 1.355 De kosten ten opzichte van de begroting wijken af door: • lagere kosten mensuren door incidenteel lagere doorbelaste overheadkosten en efficiëntere inzet van uitzendkrachten; • lagere materiaalkosten door (incidentele) lagere kapitaallasten als gevolg van latere investering in met name ondergrondse containers; • minder aanvoer afval en dus lagere verwerkingskosten, waarbij voor bedrijfsafval ook het tarief lager is geweest dan begroot; De baten ten opzichte van de begroting wijken af door: • minder inkomsten bij de afvalstoffenheffing als gevolg van een lager aantal aansluitingen dan waarmee in de begroting rekening was gehouden; • minder inkomsten bij bedrijfsafval door minder aanvoer van afval. Productgroep Straatreiniging V 397 Het positieve resultaat is het gevolg van lagere lasten en hogere baten dan begroot. De lagere lasten ad 178 duizend euro zijn ten eerste het gevolg van minder inzet van derden voor projecten van Schoon, Heel en Veilig. Deze werkzaamheden zijn grotendeels uitgevoerd door eigen personeel. Ten tweede door lagere kosten dan begroot voor het onderhoud van winterdiensmaterieel. De hogere baten 219 duizend euro zijn ontstaan door : • meer werkzaamheden commerciële straatreiniging, • Extra incidentele opdrachten die moeilijk te begroten zijn, • vergoeding van ROEZ voor schoonhouden van bedrijfsterreinen die niet waren begroot en hogere baten van de fietsverkopen. Productgroep BTW Compensatiefonds N 294 Het nadeel op het BTW Compensatiefonds betreft een (administratief) nadeel dat wordt verrekend met de egalisatiereserve BTW Compensatiefonds.
Gemeenterekening 2004
Pagina 31 van 147
Productgroep Openluchtrecreatie V 261 Dit betreft met name de opbrengst van grondverkoop (162 duizend euro). Daarnaast is sprake van een exploitatievoordeel vooral als gevolg van renteopbrengst op de reserve van het recreatiegebied. De reserve maakt onderdeel uit van een gesloten financieel circuit. Wegen N 454 Op de productgroep wegen is in totaal een negatief saldo ontstaan. Dit saldo is het gevolg van diverse overschrijdingen, met name door het uitvoeren van extra werkzaamheden. Die worden gecompenseerd door daarvoor te ontvangen baten. Verkeersvoorziening V 602 De resultaten op de productgroep Verkeersvoorziening zijn het gevolg van uitgestelde werkzaamheden bij OV / VRI, gunstige aambestedingen en de gedeeltelijk vrijval van een in 2003 opgenomen verplichting voor uitgaven energie. Brandweer N 357 Het nadeel op de brandweer ontstaat met name door hogere lasten inzake FPU en overige personeelslasten (57) en onderhoud en inventaris voertuigen (51). Daarnaast zijn de opbrengsten lager door ander andere lagere inkomsten leges brandpreventie (34) en achterblijvende inkomsten in het kader van de FLO (87). Ambulancedienst N 280 Het nadeel bij de ambulancedienst pakt veel hoger uit doordat in het laatste kwartaal duidelijk is geworden dat de incidentele nabetalingen in verband met de harmonisatie van arbeidsvoorwaarden niet via de tarieven vergoed gaan worden. Het nadeel wordt nu geclaimd bij de commissie sanering ziekenhuisvoorzieningen, de uitkomst hiervan is onzeker.
Gemeenterekening 2004
Pagina 32 van 147
2.5
Woonklimaat
In de Stadsvisie geven we aan dat wij streven naar een stad met een voortreffelijk woonklimaat.
Wat hebben we bereikt? De groei van het aantal inwoners in Groningen heeft zich vorig jaar doorgezet, de grens van de 180.000 inwoners is ruim gepasseerd. Daarentegen zien we dat het aantal nieuwe woningen hierbij achterblijft. In 2004 zijn uiteindelijk 574 nieuwe woningen opgeleverd, beduidend minder dan de afgelopen jaren. De woningmarkt functioneert steeds meer als regionale markt. Aantrekkelijk nieuwbouwaanbod in de regio trekt Groningers naar bijv. Assen, maar omgekeerd zien we ook dat het aanbod in de stad (incl. haar voorzieningen) veel inwoners vanuit Assen en andere kernen (terug) naar de stad trekt. Vol inzetten op het realiseren van onze taakstelling blijft dan ook onze hoofddoelstelling de komende jaren. In het kader van de BLS-subsidie hebben we ambitieuze woningbouwafspraken met het rijk gemaakt over de te realiseren woningen tot 2020. De wijkvernieuwing begint zijn vruchten af te werpen. Uit de eerste resultaten van de Leefbaarheidsmonitor 2004 blijkt dat Wijkvernieuwing werkt! De waardering voor de wijken neemt toe, zowel voor de eigen woning,de woonomgeving, als voor de openbare ruimte en de winkelcentra. Bovendien neemt ook het vertrouwen in de toekomst en het veiligheidsgevoel toe. In wijken waar de wijkvernieuwing enige vertraging heeft opgelopen, zien we echter een omgekeerd effect. Voortgang in de uitvoering en goede communicatie is derhalve van belang.
Wat hebben we er voor gedaan? Woningbouw Om meer variatie in de woningvoorraad en dus in de bevolkingssamenstelling aan te brengen, stellen we ons ten doel jaarlijks 1.350 woningen te bouwen. Deze ambitie is ingebed in de Regiovisie-afspraken. In de praktijk hebben we er de afgelopen jaren circa 900 per jaar gebouwd. In 2004 zijn uiteindelijk 574 nieuwe woningen opgeleverd. Minder dan voorgaande jaren, maar iets meer dan we voor dit jaar hadden verwacht. Daarnaast is het gelukt om de projecten De Held III en CiBoGa weer los te trekken. Er vindt voortdurend overleg plaats met makelaars, corporaties en ontwikkelaars om ook de overige projecten in de stad los te trekken . Met corporaties zijn afspraken gemaakt over de versnelde start van diverse bouwprojecten. In 2004 heeft de tentoonstelling de ‘Intense Stad’ plaatsgevonden.De plannen zijn daarna beoordeeld en verder uitgewerkt. We denken in 2005 met de bouw te beginnen: de Siersteen (Patrimonium), de Rokade/Maartenshof (De Huismeester), de Europanlocatie (Nijestee) en de Antillenstraat (In/TerSteege). Verder zijn we in Regioverband in 2004 begonnen om na te gaan of het maken van woonprogrammatische en organisatorische afspraken tussen gemeenten individuele en collectieve voordelen kan bieden bij het zo maximaal en adequaat bedienen van de woningvraag. Ook is gewerkt aan de uitvoering van de taakstelling van 4200 eenheden vanuit de nota Studentenhuisvesting. Oplevering van de eenheden volgt in 2005. Over de evaluatie van het kamerverhuurbeleid is in 2004 door u nog geen definitief besluit genomen. Het centrum voor particuliere bouw KUUB heeft een eerste overeenkomst gesloten met een groep van 18 gezinnen om gezamenlijk 18 woningen in het project De Linie te bouwen. Tenslotte hebben we in 2004 een overeenkomst met 35 ontwikkelaars afgesloten over toepassing van het Groninger Woonkwaliteit, en er is subsidie toegezegd voor de eerste 235 woningen. Activiteiten 2004 Woningbouwproductie De economische situatie blijft ons parten spelen. Echter, ook in voorgaande economisch gunstiger jaren, haalde de bouw evenmin de marktvraag. Stagnatie, overigens een landelijk probleem, trad op in De Held III en Reitdiep fase 2. Hier hebben we nog geen overeenstemming bereikt met de betrokken marktpartijen en kon nog geen aanvang met de productie
Gemeenterekening 2004
Pagina 33 van 147
worden gemaakt. Wel zijn de laatste woningen in de Piccardthof (32) en Gravenburg (93) opgeleverd of in aanbouw genomen. De produktie in de wijkvernieuwing viel uiteindelijk hoger uit dan verwacht. Vooral de wijkvernieuwing in de Indische Buurt (169) en Hoogkerk (43) verliep voorspoedig. De stagnerende nieuwbouwproductie brengt een aantal risico’s met zich mee. Er kan opnieuw krapte ontstaan, of juist onderlinge concurrentie met overaanbod in bepaalde sectoren doordat uitgestelde projecten uiteindelijk gelijktijdig op de markt komen. Ook kan verdergaand uitstel tot onvoldoende binding van de midden en hogere inkomensgroepen en gezinnen leiden. Tot slot dreigt vertraging in de wijkvernieuwing en daarmee afkalving van het draagvlak. In 2005 gaan we met Woningbehoefteonderzoek de stand van zaken in kaart brengen. Jaarlijks moeten we180 sociale huurwoningen opleveren. In 2004 zijn dit er uiteindelijk 165 geworden. Dit is gezien de produktie van 574 woningen zeer acceptabel te noemen, omdat van de afgesproken 1800 sociale huurwoningen voor 2010 er al 819 gerealiseerd zijn en we nog ruim voldoende aantallen in voorbereiding hebben. In 2004 zijn de eerste tekenen van herstel zichtbaar (verkoopresultaten van een aantal nieuwe projecten en succes van instrumenten als de accelerator). Bovendien hebben we goede vooruitgang gemaakt in de onderhandelingen over De Held III, Ciboga en Meerstad. Desondanks is het onwaarschijnlijk dat we de doelstelling halen om in 2006 de woningvoorraad met netto 3000 woningen te laten toenemen. Wijkvernieuwing Op basis van het eind 2002 vastgestelde Lokaal Akkoord van gemeente met alle corporaties werken we in 12 wijkvernieuwingswijken aan een gestapelde en integrale aanpak. Belangrijk is de herstructurering van het woningbestand, waarmee het kwalitatieve tekort op de woningmarkt wordt opgeheven. Daarnaast zijn sociale componenten van belang. Lewenborg en Vinkhuizen zijn aangewezen als landelijke prioriteitswijken ( 56-wijken-programma van het ministerie van VROM). Gemeente en corporaties hebben hiervoor prestatieafspraken gemaakt. Hierin is veel aandacht voor het sociale programma. De uitvoering van de wijkvernieuwing heeft in 2004 in een aantal wijken vertraging opgelopen, door ontwikkelingen op de woningmarkt, door procedures ( bijv Eelderbaan), of omdat geen overeenstemming met marktpartijen kon worden bereikt (bijv winkelcentrum Lewenborg). Voor 2004 was een investering van 11,4 miljoen euro begroot, daarvan is slechts 4,9 miljoen gerealiseerd. Door herontwikkeling proberen we een en ander los te trekken. Voor alle wijken zijn nu plannen gereed, dan wel in een vergevorderd stadium. De reeds vastgestelde plannen voor Vinkhuizen (raamwerk, Eelderbaan), Paddepoel (haven) en Lewenborg (singel) geven ons vertrouwen dat de opgelopen achterstand in 2005 weer kan worden ingehaald, en dat er sprake zal zijn van een hoger investeringsniveau dan in 2004. De oorspronkelijk door de gemeente gereserveerde 63 miljoen euro voor wijkvernieuwing blijkt onvoldoende. Voor het tekort van 9 miljoen op het basisprogramma is een oplossing gevonden door een beroep op corporaties, op aanvullende rijksmiddelen en versobering van de plannen die nog uitgevoerd moeten worden. Voor het tekort van ruim 11 miljoen in het kader van de ambitieverhoging wijkvernieuwing zoeken we naar oplossingen binnen het Nieuwe Lokaal Akkoord, dat eind 2005 gereed is. Daarbij handhaven we de doelstellingen van het wijkvernieuwingsprogramma. De aanpak van winkelcentra is de succesfactor bij het realiseren van wijkvernieuwingsdoelen gebleken. Het programma wordt dan ook met name op wijkvernieuwingswijken geconcentreerd. In 2004 hebbe we het winkelgebied Hoogkerk uitgevoerd, waarmee Hoogkerk een belangrijke impuls kreeg. Met uitvoering van Beijum-West is een begin gemaakt. Het plan voor het Overwinningsplein in Corpus is gereed voor uitvoering in 2005. De aanpak van het winkelcentrumgebied in Beijum-Oost, een sleutelproject in het wijkvernieuwingsplan, start na afronding van de eigendomsoverdracht. Aanpak van het winkelcentrum Lewenborg is cruciaal voor de wijkvernieuwing in deze wijk. We hopen dat nu het stedenbouwkundig plan is vastgesteld spoedig met de belegger overeenstemming komt over daadwerkelijke aanpak. Nieuw Beleid 2004 Wijkvernieuwing: Lewenborg Centrumzone De bijdrage van 827 duizend euro uit Nieuw Beleid 2004 is onderdeel van de exploitatie van het stedenbouwkundig plan Lewenborg. Dit plan is op 26 januari 2005 vastgesteld.
Gemeenterekening 2004
Pagina 34 van 147
Winkelcentra Met het beschikbaar gesteld bedrag is de uitvoering van winkelcentrum Hoogkerk afgerond (500 duizend euro) en wordt een deel van winkelcentrum Beijum-Oost gefinancierd (250 duizend euro). Dit project is echter nog niet in uitvoering. Beijum-West is in uitvoering met resterende Nieuw Beleidsmiddelen van voorgaande jaren. Particuliere Woningvoorraad Naast nieuwbouw en herstructurering vinden we het van belang om de bestaande particuliere woningvoorraad en particuliere wijken kwalitatief op orde te brengen en te houden. Daarvoor hebben we een aantal incidentele stimuleringssubsidies en leningen uit het Stimuleringsfonds Wonen en Monumenten beschikbaar. Inherent aan deze vorm van steun is dat we het geld weer terugkrijgen, zodat we daar opnieuw projecten mee kunnen stimuleren. Activiteiten in 2004 Particulier woningbeheer In 2004 zijn de projecten Oppenheim en Bernouilliplein (kleinschaliger dan verwacht) in uitvoering gekomen. Daarnaast zijn er middelen beschikbaar gesteld ter stimulering van de uitbreiding van wooneenheden voor studenten en is de NV Wonen boven Winkels opgericht. Dit laatste betreft een samenwerkingsverband tussen gemeente en woningcorporatie In. De doelstelling is om jaarlijks 20 nieuwe wooneenheden toe te voegen aan de particuliere woningvoorraad. Cultuurhistorie/Monumenten Met het monumentenbeleid willen we een zo breed mogelijke integratie realiseren van cultuurhistorie, ruimtelijke ordening, traditionele monumentenbeleid, archeologie en bouwhistorie. Voor uitvoering is 1,4 miljoen euro beschikbaar uit het bestedingsprogramma ISV-monumenten en het Besluit Rijkssubsidie Regeling Monumenten (BRRM). In 2004 zijn 129 aanvragen voor het wijzigen van een rijks- of gemeentemonument beoordeeld. Op het gebied van monumentenbescherming heeft de aanwijzing van 75 na-oorlogse gebouwen en complexen tot gemeentelijk monument zijn beslag gekregen. In het kader van het gemeentelijke Kanjerplan zijn de werkzaamheden aan het Stadsparkpaviljoen, boerderij Noorddijkerweg 31 en het Harmoniecomplex voltooid, de revitalisatie van de Remonstrantse kerk en het Regulateurshuisje op het CiBoGa-terrein in uitvoering en worden de werkzaamheden aan de Oosterkerk en aan Bloemstraat 38 voorbereid. De eerste resultaten van een inventarisatie van alle gebouwen in de binnenstad met een (vermoedelijke) datering ouder dan 1850 en van alle boerderijen op gemeentelijke grondgebied, wijzen erop dat ca. 10% zo monumentaal is dat ze voor bescherming in aanmerking zouden moeten komen. Dit wordt verwerkt in een cultuurhistorische kwaliteitskaart. Op het gebied van de archeologie zijn belangrijke opgravingen uitgevoerd bij en onder een afgebroken boerderij aan de Westerseweg en aan de Verlengde Lodewijkstraat, waar o.a. een vrijwel complete plattegrond van een boerderij uit de midden-ijzertijd tevoorschijn kwam. In de uitgave van ‘Hervonden Stad’, het jaarboek voor archeologie, bouwhistorie en restauratie in de gemeente Groningen, wordt uitgebreid verslag gedaan van de bovengenoemde resultaten. Bouwtoezicht In juli 2004 hebben we het handhavingsbeleidsplan Bouwregelgeving met uitvoeringsprogramma vastgesteld. In het plan geven we onze visie op dit beleidsterrein en stellen we prioriteiten, waarbij nadruk ligt op actieve handhaving. Tevens is in 2004 het rapport van de VROM-inspectie verschenen over de wijze waarop wij onze taken op het terrein van bouwen & wonen, brandveiligheid, milieu en openbare ruimte uitvoeren. VROM concludeert dat de gemeente Groningen haar taken in brede zin goed oppakt en als voorbeeld kan dienen voor andere gemeenten als het gaat om de uitvoering en handhaving van de regels. VROM constateert ook dat de actualiteit van bestemmingsplannen onvoldoende is. Wij hebben aangekondigd alles op alles te zetten om het aantal per jaar te actualiseren bestemmingsplannen te verdubbelen van twee naar vier. Activiteiten 2004 Er zijn 2.044 bouwaanvragen ingediend en ruim 168 sloopaanvragen. Daarnaast aanvragen voor onttrekkingen (49), subsidies (2), splitsingen (27) en ligplaatsen (77). Het aantal handhavingsacties illegale bouw, illegale reclame, achterstallig onderhoud en overig bedroeg in totaal 867. In het kader van het toezicht op de brandveiligheid van kamerverhuurpanden zijn in 2004 816 controles uitgevoerd. Gemeenterekening 2004
Pagina 35 van 147
Voortgang projecten
Winkelcentra Hoogkerk
28-04-04
Winkelcentra Beijum-Oost Centrumzone Lewenborg/winkelcentrum
Herziening
Uitvoering
Besluitvor-ming Raad
Inspraakfase
Gerealiseerde effecten Ontwerp- fase
Plandefinitiefase
Omschrijving
nvt nvt
28-01-01, 26-01-05
Benadrukken centrumfunctie winkelcentrum, bevordering verkeersveiligheid Nvt omdat het project nog niet in uitvoering is Verlenging van de Ra, verbetering verkeersstructuur, -ontsluiting en uitstraling van winkelcentrum, sociale veiligheid: door toevoegen woningen en creëren van open, representatief gebied met diverse voorzieningen
= gereed, = onderhanden werk
Herziening
Gerealiseerde effecten Uitvoering
Besluitvor-ming Raad
Inspraakfase
Plandefinitiefase
Omschrijving
Ontwerp- fase
Voortgang projecten
Winkelcentra Beijum-West
26-05-04
nvt
Winkelcentra Verlengde Hereweg
29-10-03
nvt
Winkelcentra Hoogkerk
28-04-04
nvt
Winkelcentra Paterwoldseweg = gereed, = onderhanden werk
Verbetering centrale plein in hart van winkelcentrum, routing voetgangers, fietsers en auto’s, verminderen verkeersdruk winkelcentrum Versterken routing voet- gangers en uitstraling van Helperplein Benadrukken centrumfunctie winkelcentrum, bevordering verkeersveiligheid Nvt omdat het project nog niet in uitvoering is
Wat heeft het gekost? Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 7.02 RO/EZ 7.03 RO/EZ 7.04 RO/EZ 7.10 RO/EZ 7.23 RO/EZ RO/EZ
Productgroep Woningbouwlocaties Particuliere woningverbetering Bouwtoezicht Monumenten en archeologie/cultuurhistorie Woonwagenvoorzieningen Overig Totaal saldi voor reserve mutaties Reserve mutaties Totaal toevoegingen Totaal onttrekkingen Totaal saldi na reserve mutaties
Gemeenterekening 2004
Primitieve Begroting 47 -542 -838 -534 -85 -5.309 -7.261
Actuele Begroting -3.034 -722 -828 -1.504 -83 -5.309 -11.480
Rekening 2004 -1.006 -32 -919 -511 -81 -3.393 -5.942
Verschil
-699
-219 883
-277 883
-58 0
-7.960
-10.816
-5.336
5.480
2.028 690 -91 993 2 1.916 5.538
Pagina 36 van 147
Nieuw beleid Prod.nr. Dienst Programma Woonklimaat 7.34 RO/EZ 7.34 RO/EZ Totaal programma Woonklimaat
Naam beleidswijziging Winkelcentra Lewenborg centrumzone
(i)
Begroting 2004 (s) 750 827 1.577
(i)
Realisatie 2004 (s) 500 500
Productgroep Woningbouwlocatie V 2.028 Het voordeel op de woningbouwlocaties wordt enerzijds veroorzaakt door lagere uitgaven dan begroot op het PUREproject (0,5 miljoen euro). Daarnaast is er sprake van een voordeel op de kapitaalverstrekking bij de investeringen (1,5 miljoen euro). Productgroep Woningbeheer V 690 Het voordelig saldo wordt met name veroorzaakt door de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor de financiering van het aandelenkapitaal NV Wonen boven Winkels. Middels het bestemmingsvoorstel worden deze middelen toegevoegd aan de daarvoor in te stellen reserve. Productgroep Cultuurhistorie V 993 Ter uitvoering van genomen besluiten is in de concernbijdrage een bedrag opgenomen van 1,0 miljoen euro voor het verstrekken van een achtergestelde geldlening aan de Groninger Monumentenfonds NV. Deze middelen worden via resultaatbestemming toegevoegd aan een in te stellen bestemmingsreserve als achtervang voor de door de dienst verstrekte geldlening en zorgen dus voor het nu gepresenteerde voordelig resultaat. Productgroep Overig V 1.916 Het voordeel onder Overig ontstaat door de toerekening van een aantal niet direct toerekenbare posten van de dienst ROEZ aan de producten/programma’s. Deze posten staan nader gespecificeerd in bijlage I.
Gemeenterekening 2004
Pagina 37 van 147
2.6
Duurzame ontwikkeling
Ten behoeve van een schoon en fijn leefklimaat, nu en in de toekomst, willen we actief inspelen op een verdere vermindering van milieubelastende uitstoot op het gebied van lucht, water en geluid. In het milieubeleidsplan “Lokaal Gewogen” hebben we ons gemeentelijk milieubeleid opgenomen. Dit programma Duurzame ontwikkeling sluit daarop aan.
Wat hebben we bereikt? In ‘Lokaal Gewogen’ staan 46 ambities die in 2004 moesten zijn gerealiseerd. Evaluatie wijst uit, dat dit gemiddeld voor 76% is gelukt. Ambities die niet gehaald zijn hebben met name betrekking op onderwerpen die afhankelijk zijn van autonome ontwikkelingen of het beleid van andere overheden. Denk hierbij aan de ontwikkeling van de mobiliteit, de uitbreiding van het stedelijk groen en wateroppervlak of het vergroten van de biodiversiteit. De looptijd van ‘Lokaal Gewogen’ zit er op. In 2004 hebben we een nieuw plan gemaakt voor de periode 2005 t/m 2008. Dat plan ‘Stadsleven Natuurlijk’ heeft uw raad januari 2005 vastgesteld. Nr. 1. 2.
Indicator Voortgang uitvoering Lokaal Gewogen Voortgang realisering taakstellingen klimaatbeleid Inkoop groene stroom door gemeente Opwekking duurzame energie
3. 4.
Voortgang vaststellen wijkmilieuplannen Uitbreiding realisering stedelijke ecologische structuur
Streefcijfer 2004 100% 100% 20-40% 2,5% in 2006 5% in 2010 80% gereed + 5%
Resultaat 2004 76% 80% 24% <1% 30% gereed + 0,8% (= 7 ha) + 0% achteruitgang 3,3 %
Uitbreiding ecologisch beheer + 1% Groei van het aantal soorten in de stedelijke ecologie PM Waterbeheer conform stroomgebiedsvisies en waterbeheerplan (percentage = mate 5% overeenstemming ) Voortgang opstellen waterstructuurplannen 5% 2 van 4 gereed 7. Versterking draagvlak voor vernieuwend waterbeheer PM PM 8. Terreinwinst: wordt doelstelling voor verduurzaming wel/niet gehaald? Wel wel N.B.: Voor een toelichting op of onderbouwing van deze getallen wordt verwezen naar het Milieujaarverslag 2004 en het Milieuprogramma 2005. 5. 6.
Geactualiseerde kaderstellende nota’s: • Stadsleven Natuurlijk 2005-2008 (jan 2005) • Luchtnota gemeente Groningen (april 2004)
Wat hebben we er voor gedaan? Milieubeleidsplan ‘Lokaal Gewogen 2001-2004’ Bodem Conform de landelijke doelstelling hebben wij in 2004 rapport uitgebracht aan het ministerie van VROM over het totaal aantal mogelijke bodemverontreinigingen in de gemeente. Uit dossieronderzoek blijkt, dat in de stad op 9.600 locaties mogelijk sprake is van bodemverontreiniging. Dit is onze ‘werkvoorraad bodemsanering’, die voor 2030 beheersbaar moet worden gemaakt. Vervolgonderzoek moet uitwijzen hoeveel locaties ook echt gesaneerd moeten worden. Op basis van landelijke cijfers wordt dit geschat op 10%. Wij verwachten, op basis van de werkvoorraad bodemsanering voor de periode 2005 t/m 2009, in totaal ruim 7 miljoen euro aan rijksmiddelen krijgen, inclusief de bijdrage uit VINAC/BLS. Door een achterblijvende economische groei is de herontwikkeling van een aantal locaties en dus bodemsaneringen in de tijd opgeschoven. Daarvan is sprake bij twee grote plangebieden, het Oosterhamriktracé en het Stationsgebied-Zuid. Van het door VROM voor bodemsanering beschikbaar gestelde bedrag van 8,7 miljoen euro is in de periode 2000 t/m 2004 ruim 6 miljoen besteed aan of gereserveerd voor onderzoeken en saneringen. De nog beschikbare middelen hebben we gereserveerd voor de plangebieden die nog niet in ontwikkeling zijn genomen.
Gemeenterekening 2004
Pagina 38 van 147
Leefomgeving (luchtkwaliteit en geluid) In april 2004 hebben wij de ‘Luchtnota gemeente Groningen’ vastgesteld. Hierin is een beeld geschetst van de luchtkwaliteit in de stad en is vastgelegd hoe wij invulling geven aan de verplichtingen die voortvloeien uit het Besluit luchtkwaliteit. Eén van deze verplichtingen is de jaarlijkse rapportage over de luchtkwaliteit. In 2003 zijn de luchtkwaliteitsnormen op een aanzienlijk aantal wegkilometers overschreden. De verwachting is dat 2004 een beter beeld zal laten zien. De cijfers over de luchtkwaliteit in 2004 zijn binnenkort beschikbaar. Het Besluit Luchtkwaliteit schrijft voor, dat wij de grenswaarden voor NO2 en fijn stof in acht moeten nemen. Wij beoordelen verkeers-, bouw- en andere ruimtelijke plannen conform onze Luchtnota. Overigens is er op europees en nationaal niveau nog discussie over de (toekomstige) normstelling. Natuur- en milieueducatie Het Educatief Centrum voor Natuur en Milieu (voorheen Natuurmuseum) heeft een belangrijke taak om het duurzaamheidsbesef van burgers, met name schooljeugd, te vergroten. In de periode januari t/m juli 2004 is het aantal bezoekers aan het Natuurmuseum met 20% gestegen ten opzichte van dezelfde periode in 2003. De teller is in 2004 blijven staan op 17.739 bezoekers doordat een deel van het museumpand vanwege een verbouwing vanaf augustus niet kon worden gebruikt. Daarnaast hebben in het pand 4.227 kinderen tot 12 jaar en 3.909 scholieren deelgenomen aan lesprogramma’s over natuur- en milieueducatie. Op de drie dependances/ tuinen hebben 1.392 leerlingen NME-lessen gevolgd. Activiteiten 2004 Bodemkwaliteit In het ISV-I programma staan 48 saneringslocaties. Hiervan is 56% afgerond, 43% in uitvoering en 1% nog niet gestart. Saneringen zijn uitgevoerd op onder meer de locaties De Linie, Paddepoel West, Hoendiep en EuropaparkHelpmancentrale. Daarnaast is op enkele locaties sprake van een langlopende grondwatersanering of een grondwaterbeheersysteem. Voorbeelden zijn Aagrunol, de Kalverstraat en de Rademarkt. Toezicht- en handhavingsplan Bouwstoffenbesluit Het toezichts- en handhavingsplan Bouwstoffenbesluit is meegenomen in de Handhavingsnota Milieudienst, die wij in februari 2005 hebben vastgesteld. Uit oogpunt van milieurendement is ervoor gekozen om de controles primair te richten op de uitvoering van bodemsaneringsprojecten. Omdat dergelijke controles relatief veel tijd vergen, is het aantal controles uitgekomen op 144 (in plaats van de geplande 200). Sanering knelpunten luchtkwaliteit en geluidshinder In april 2004 hebben we een Luchtkwaliteitsplan ingediend bij de minister van VROM. Hierin staan maatregelen om de luchtkwaliteit in en rond het Stationsgebied (en de binnenstad) te verbeteren. De belangrijkste maatregel: de aanschaf door Arriva van 123 nieuwe en dus schonere bussen is in 2004 uitgevoerd. Twee andere maatregelen zijn in voorbereiding: het verbeteren van de doorstroming op de route Eeldersingel–Griffeweg en het stimuleren van een pilot met bussen die op aardgas rijden. Het ministerie van VROM heeft in 2004 groen licht gegeven voor gevelisolatie van 210 woningen in de Lodewijkstraat. De kosten zijn voor rekening van het ministerie. Uitvoering in 2005 en 2006. In 2004 is stil asfalt toegepast op de Kraneweg en een deel van de Zonnelaan. De doelstelling voor de periode 20012004 bedroeg 10 km stil asfalt. In deze periode is 5,6 km gerealiseerd. Geluidszonering bedrijventerreinen In 2004 is verder gewerkt aan de actualisatie van de geluidzones rond de bedrijventerreinen Zuid-Oost en Ulgersmaweg/Pop Dijkemaweg. Hierdoor ontstaat er ruimte voor het ontwikkelen van nieuwe (gevoelige) functies zoals wonen. Afvalproject San Carlos Wij adviseren San Carlos bij de aanleg van een stortplaats, afvalscheiding, het opstellen van een afvalplan en milieueducatie. In 2004 is vanuit Groningen twee keer een bezoek gebracht aan San Carlos, waaraan de eerste keer ook bestuurders hebben deelgenomen. Eén en ander is onderdeel van een kennisuitwisselingsproject, dat gefinancierd wordt door VNG-International.
Gemeenterekening 2004
Pagina 39 van 147
Klimaatbeleid In het Klimaatplan 2003-2006 staan onze ambities voor energiebesparing en de opwekking/ toepassing van duurzame energie, onze bijdrage aan de Kyoto-doelstellingen. In september 2003 heeft de staatssecretaris van VROM hiervoor een subsidie toegekend van 437 duizend euro. Het plan bevat 50 taakstellingen, waarvan de helft verplicht is. Activiteiten 2004 Klimaatplan Eind 2004 ligt de uitvoering van het Klimaatplan voor 80% op koers. Achterstand is er met name bij een aantal vrijwillige taakstellingen, zoals het opstellen van energievisies, het standaard toepassen van energiezuinig bouwen, het opstellen van een vervoersplan voor de eigen organisatie en de aanschaf van energiezuinige voertuigen. We hebben echter nog even tijd. Nieuw beleid 2004-2006 Klimaatplan en energieconvenant Samen met de Huismeesters zijn we, in een 60-tal huurwoningen, een project gestart in De Hoogte gericht op energiebesparing in combinatie met het verbeteren van het binnenmilieu. In Lewenborg is een vergelijkbaar project op touw gezet voor koopwoningen. Dit project ‘Lewenborg in ’t Zonnetje’ (LiZ) bestaat uit een pakket van duurzame maatregelen, dat met een aantrekkelijke financieringsconstructie kan worden toegepast in de eigen woning. In het kader van het Energieconvenant zijn we een proefproject aan het voorbereiden om bussen te laten rijden op aardgas. Dit is een relatief schone brandstof (en dus gunstig voor de lokale luchtkwaliteit), en veroorzaakt relatief weinig uitstoot van het broeikasgas CO2. In Meerstad is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar de toepassing van micro-warmtekracht-koppeling en andere opties voor een meer duurzame energievoorziening. Van de beschikbare 100 duizend euro hebben we 60 duizend in het Energieconvenant gestopt, en de rest is bestemd voor het project in De Hoogte. Wijkmilieuplannen Wijkmilieuplannen zijn een geschikt instrument om te komen tot een planmatige aanpak voor de bescherming en verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving in afzonderlijke wijken. De plannen komen tot stand via een integrale, gebiedsgerichte en interactieve aanpak. Om klachten en wensen van bewoners op tafel te krijgen, vindt een uitgebreide consultatie plaats bestaande uit een enquête, intensief overleg met de wijkorganisaties en ‘stevige gesprekken’ (wijkavonden) onder regie van de wethouder. Activiteiten 2004 Wijkbezoeken Doordat de consultatie van wijkbewoners meer tijd vergt dan voorzien, is de planning voor 2004 niet gehaald. Tot eind 2004 zijn 7 plannen vastgesteld door de raad. De voorbereiding voor de resterende 16 plannen is echter al een eind op streek. Deze zullen volgend jaar ter vaststelling worden voorgelegd aan de raad. Uitvoering Wijkmilieuplannen. De uitvoering van de plannen lift zoveel mogelijk mee in lopende programma’s (BORG, onderhoudsprogramma wegen, wijkvernieuwingsplannen). Vanuit verschillende wijken is aandacht gevraagd voor de verbetering van het binnenmilieu, zoals ventilatie. Naar aanleiding hiervan hebben wet in De Hoogte en Lewenborg projecten op touw gezet (zie hiervoor). In oktober 2004 zijn we in De Hoogte begonnen met de campagne ‘Lekker Fris’ om het ventilatiegedrag te verbeteren. Deze publiekscampagne loopt via scholen. Ecologie Uw raad heeft in januari 2005 de evaluatie van het stadsecologisch beleid “Groei in Verscheidenheid”, vastgesteld. De conclusie luidt, dat de realisatie van de ecologie in kwantiteit en kwaliteit achterblijft. Binnen de planvorming is er minder ruimte (letterlijk en financieel) voor ecologie en de bereidheid van externen om ecologische kwaliteit te realiseren is afgenomen.
Gemeenterekening 2004
Pagina 40 van 147
Ten aanzien van de kwaliteit is in 2004 begonnen met de uitwerking van het doelsoortenbeleid. Hiermee kunnen beter onderbouwde randvoorwaarden en streefbeelden worden geproduceerd, zowel ten behoeve van de planvorming als het ecologisch beheer. De doorwerking richting de natuurorganisaties is ernstig vertraagd door de effecten van de liberalisatie van het kapbeleid en de rationalisering van het traditionele groenbeheer. Activiteiten in 2004 Actualiseren ecologische beleidsvisie en ecologisch beheer De actualisatie van de ecologische structuur, die voor 2004 was voorzien, is nog niet gestart. Ook de verdere uitwerking van het beleid in ecologische beheerplannen is daardoor in de loop van 2004 opgeschort Westrand/PURE Ten behoeve van de landschappelijke en recreatieve ontwikkeling van de Westrand is in 2004 met name gewerkt aan de uitwerking van het landschapsplan voor Leegkerk/Dorkwerd. Een financiële verkenning heeft uitgewezen dat het proces kan leiden tot een realiseerbaar plan, waarna de uitvoering van het plan is gestart met een participatiediscussie met bewoners en betrokkenen. Het waterstructuurplan Westrand is in uitvoering; grote delen zijn inmiddels met behulp van de Interreg-subsidie gerealiseerd. De uitvoering van de niet-gesubsidieerde delen (Held III, Reitdiep) blijft achter bij de planning. Evaluatie bomenstructuurplan (zie programma Leefomgeving/groenvoorzieningen) Waterbeheer Het Waterplan (vastgesteld in maart 2004) is gericht op een integraal waterbeheer door verbetering van de waterkwaliteit en vergroting van de bergingscapaciteit. De ruimtelijke uitwerking van het waterbeleid vindt plaats in waterstructuurplannen. Het eveneens in 2004 geactualiseerde Rioleringsplan wordt in nauwe samenhang met het Waterplan uitgevoerd. De besteding van de rioleringsheffing kan door de verruiming van de bestedingsmogelijkheden vanaf 2005 ook rechtstreeks ten goede komen aan de verbetering van de waterkwaliteit. Voor de uitvoering van het Waterplan wordt in overleg met de andere waterbeheerders binnen Waterpas-verband regulier een jaarprogramma gemaakt. Activiteiten in 2004 Waterscan De derde nulmeting van de huidige toestand van het oppervlaktewater in de stad op de aspecten gebruik, belevingswaarde, natuur en waterkwaliteit is afgerond. De resultaten bevestigen de indruk, dat het water op veel plaatsen niet aan de gewenste kwaliteit voldoet. Nadere uitwerking van de gegevens vindt plaats in de onderhoudsbeheerplannen van de waterschappen en de prioritering van het waterkwaliteitsbeleid, ook vanuit het gemeentelijk Rioleringsplan. Het waterstructuurplan voor Meerstad is afgerond en kan verder worden uitgewerkt in de verdere planvorming voor het gebied. Het waterstructuurplan Westrand is in uitvoering (zie PURE/Westrand). Terreinwinst De uitvoering van het project Terreinwinst, gebiedsgerichte aanpak om de ruimtelijke en duurzame kwaliteit van bedrijventerreinen te verbeteren en op bedrijfsniveau milieuwinst te realiseren is in 2004 gestart. Dat werd mogelijk doordat uw raad een krediet van circa 3 miljoen euro voor de uitvoering van diverse projecten beschikbaar stelde. Voor revitalisering van het Winschoterdiep/Eemskanaal, hebben we via de subsidieregeling ‘Topper’ van het ministerie van Economische Zaken op de valreep van 2004 2,2 miljoen euro subsidie binnengehaald. Activiteiten 2004 Bedrijventerreinen Met de actie Korte Klappen is het afgelopen jaar een pakket aan verbeteringsmaatregelen in gang gezet. Korte Klappen is gericht op de verbetering van de bedrijventerreinen Hoendiep, Ulgersmaweg, Euvelgunne, Noorderhoogebrug en De Hoogte. Voor Winschoterdiep/Eemskanaal is gezamenlijk met ondernemers een revitaliseringsplan ontwikkeld. Gemeenterekening 2004
Pagina 41 van 147
Op het gebied van ICT hebben we het proeflokaal breedband-internetdiensten opgezet om bedrijven beter bekend te maken met deze snelle ICT verbinding en hen de mogelijkheid te geven van de infrastructuur in Groningen beter gebruik te maken. In 2004 hebben we een milieuscan ontworpen voor ´nieuwkomers´ op bedrijventerreinen. Twee bedrijven hebben er al gebruik van gemaakt. De milieuscan koppelen wij aan de verlening van een vergunning, waarmee de dienstverlening aan ondernemers verbetert. Op Hoendiep hebben 15 bedrijven deelgenomen aan een afvalpreventiescan en al 27 bedrijven gekozen voor een collectief afvalinzamelingscontract. Op het Winschoterdiep hebben 5 bedrijven op basis van onderzoek besloten om samen te gaan werken op het gebied van duurzame energie, de toepassing van restwarmte en dergelijke. Ook op de nieuwe bedrijvenlocaties Westpoort en Europapark zijn of worden diverse acties uitgevoerd op het gebied van energiebesparing. Duurzaam Bouwen Onze ambities ten aanzien van duurzaam bouwen hebben we vastgelegd in het handboek Groninger Woonkwaliteit (GWK). Zo schrijft het GWK onder andere. een strenge energieprestatiecoëfficiënt voor van 0,9 (de norm uit het Bouwbesluit is 1,0). Voor verdergaande maatregelen, zoals een laag temperatuurverwarmingssysteem, is een gemeentelijke subsidieregeling ingesteld. Activiteiten 2004 Convenant met marktpartijen In oktober 2004 hebben wij met marktpartijen de Intentieovereenkomst over het handboek Groninger Woonkwaliteit getekend. Daarbij is de Groninger Adviescommissie Woonkwaliteit ingesteld die onder meer als taak heeft om de uitvoering van het GWK te bewaken. Bestaande woningvoorraad Wij willen (zie ‘Lokaal Gewogen’) in de periode 2001-2004 een extra dubo-inzet plegen bij 10% van de woningvoorraad die wordt geherstructureerd. Deze ambitie hebben we niet gehaald. In 2004 zou een uitvoeringsprogramma Dubo worden vastgesteld. Dit is uiteindelijk niet gebeurd. In de plaats hiervan zal in 2005 een Programma Duurzame Stedelijke ontwikkeling worden gemaakt. De opzet en inhoud hiervan is vastgelegd in het Milieuprogramma 2005.
Herziening
Uitvoering
Besluitvor-ming Raad
Inspraakfase
Gerealiseerde effecten Ontwerp- fase
Omschrijving
Plandefinitiefase
Voortgang projecten
Revitalisering bedrijventerreinen
28-04-04
nvt
Westrand/pure
29-10-03
nvt
Noorderplantsoen
20-08-03
nvt
Stadspark Watergang
Voorbereiding Voorbereiding
nvt nvt
nvt nvt
Planvorming gereed, revita- liserings Ulgersmaweg, Hoen en Winschoterdiep verder uitgevoerd Complementeren van Waterstructuurplan en landschapsplan voor het gebied Leegkerk/Dorkwerd Uitvoering laatste fase herinrichting N’rderplantsoen Kaderplan is in voorbereiding Raadsbesluit + uitvoerings-krediet 1e kw 05 voor aantal geselecteerde liggebieden en realisatie nieuwe ligplaatsen
= gereed, = onderhanden werk
Gemeenterekening 2004
Pagina 42 van 147
Wat heeft het gekost? Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 5.06 MD 7.09 RO/EZ RO/EZ
Productgroep Milieubeleid Groen- en recreatievoorzieningen Overig Totaal saldi voor reserve mutaties Reserve mutaties Totaal toevoegingen Totaal onttrekkingen Totaal saldi na reserve mutaties
Nieuw beleid Prod.nr. Dienst Naam beleidswijziging Programma Duurzame ontwikkeling 5.06 MD Energieconvenant en Klimaatplan Totaal programma Duurzame ontwikkeling
Primitieve Begroting -664
Actuele Begroting -804 0 -502 -1.306
Rekening 2004 -740 -48 -815 -1.603
Verschil
-76
0 0
-14 0
-14 0
-1.242
-1.306
-1.617
-311
-502 -1.166
(i)
Begroting 2004 (s) 100 100
(i)
64 -48 -313 -297
Realisatie 2004 (s) 60 60
Productgroep Overig N 313 Het nadeel onder Overig ontstaat door de toerekening van een aantal niet direct toerekenbare posten van de dienst ROEZ aan de producten/programma’s. Deze posten staan nader gespecificeerd in bijlage I.
Gemeenterekening 2004
Pagina 43 van 147
2.7
Onderwijs en Welzijn
Wij willen investeren in de ontwikkeling van het vermogen van mensen om vorm te geven aan hun eigen leven en hun eigen kansen. Dan gaat het natuurlijk over werk, maar ook over vrije tijd We willen mensen stimuleren om actief te zijn en mee te doen in verenigingen, maatschappelijke organisaties en de eigen wijk. Het zou mooi zijn dat mensen een beetje naar elkaar omkijken, elkaar aanspreken op verantwoordelijkheden, en op zorg en ondersteuning kunnen rekenen als dat nodig is. Zoals we in de stadsvisie al zeggen: Een sterke stad is bij uitstek een sociale stad. Gelukkig redden de meeste stadjers zichzelf heel goed, daarom richten wij ons vooral op de mensen in achterstandssituaties. Die bieden we in voorkomende gevallen een vangnet en die proberen we weer op eigen kracht te laten functioneren.
Wat hebben we bereikt? 2004 was zonder twijfel een roerig jaar. Het faillissement van de stichting Wing leidde tot een, tijdelijke ingezette, verkaveling van al het welzijnwerk in deze stad. Iedereen wilde de activiteiten in de buurten en wijken zo snel mogelijk weer oppakken. En terugkijkend kunnen we zeggen dat na een periode van onduidelijkheid we snel tot overeenstemming kwamen met vier andere instellingen om voor de duur van 1 jaar het werk van Wing voort te zetten. De stichting MJD nam het ouderen-, jongeren-, en minderhedenwerk over; Stiel pakte het opbouwwerk op; WerkProjectenGroningen deed voortaan het beheer van de buurthuizen; en het COP ging aan de slag met kinderwerk en opvoedingsondersteuning. De vier instellingen zijn er goed in geslaagd om het uitvoerende werk in 2004 te continueren. In dezelfde tijd discussieerden we over de toekomst van de welzijnsaccommodaties. En om daarover verstandige besluiten te kunnen nemen willen we eerst een visie op het welzijnswerk en welzijnsbeleid ontwikkelen. Uw raad heeft in december 2004 de kadernota Welzijn vastgesteld. We kunnen op zijn vroegst beide discussies in de loop van 2005 afronden. In 2004 was, ook in Groningen, de aanstaande invoering van de nieuwe wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) onderwerp van debat. In december heeft de Tweede Kamer besloten de invoering van de wet uit te stellen tot 2007. Onze voorbereidingen gaan door. Met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de Wet Werk en Bijstand in het achterhoofd zijn we in 2004 gestart met het vormgeven van de grotere rol van vrijwilligers in de samenleving, aangezien in de stad ongeveer 30.000 vrijwilligers actief zijn, waarop we als gemeente beperkt invloed hebben. Ook vooruitlopend op de invoering van de WMO is het in 2004 gestarte project om de combinatie van wonen, zorg en welzijn voor ouderen te verbeteren, en ze langer zelfstandig te laten wonen. Onderdeel hiervan is het besluit om de subsidieregeling Woontussenvoorzieningen om te vormen. Kaderstellende nota’s • Zorgen voor morgen (wonen/zorg/welzijn voor ouderen) (2004) • Volwasseneneducatie 2005-2009 (2004) • Visiedocument Uit de Goot (2004) • Evaluatie Vensterscholen (2004)
Wat hebben we er voor gedaan? Sociale Pijler In 2004 is de sociale pijler uitgewerkt. De doelstellingen van de stadsvisie en vooral de sociale aspecten hiervan, zijn leidend bij de uitwerking. Dan gaat het met name om de doelen ‘een stad waarin iedereen meedoet’, ‘een gezonde stad’ en ‘een stad waarin iedereen geïntegreerd is’. Uitgangspunt voor de uitwerking is een onderscheid tussen een basisniveau en een programmatische aanpak. Het basisniveau is voldoende voor het overgrote deel van de bevolking. Het reguliere beleid voorziet daarin. Voor mensen die dat nodig hebben willen we via extra inspanningen een vangnet bieden. We kiezen hierbij voor een programmatische aanpak met een doelgroepgerichte en/of een wijkgerichte benadering. Bij de doelgroepen gaat het dan om jeugd, ouderen en kwetsbare groepen, bij wijken gaat het om de wijkvernieuwing- of prioriteitswijken.
Gemeenterekening 2004
Pagina 44 van 147
De sociale pijler is de basis voor onze meerjarenafspraken met het rijk in het kader van het Grote Stedenbeleid. In ons Meerjaren Ontwikkelingsprogramma (MOP) 2005-2009 zijn de programma’s uit de sociale pijler opgenomen. In 2004 is voor het laatste jaar een incidenteel budget beschikbaar gesteld om de uitvoering van het SSP af te maken. Voor de jaren 2004 – 2006 zijn in het meerjarenprogramma sociale wijkvernieuwing de plannen opgenomen waarin wij extra willen investeren. In 2004 is een bedrag van 2,1 miljoen euro beschikbaar gesteld om de lopende projecten uit het SSP af te ronden. De meeste projecten zijn afgerond binnen de beschikbare middelen met een kleine marge voor over- dan wel onderschrijdingen. Een 3-tal projecten kent afwijkingen. Artisjok 50 duizend euro voordeel, hulpverlening harde kern mensen in probleemsituaties 68 duizend euro voordeel en vrijval balansposten diverse projecten jeugd 351 duizend euro voordeel. Sociale Wijkvernieuwing Voor de 12 wijkvernieuwingswijken is bovenop het basisniveau extra inzet gepleegd. Een effectieve aanpak van de problematiek die zich in deze wijken voordoet wilden we realiseren door stapeling, bundeling en afstemming van een groot aantal maatregelen. In 2004 is gestart met de nieuwbouw van het buurtcentrum De Wende in Vinkhuizen-Noord en de uitbreiding van de Apekooi in Vinkhuizen-Zuid. De aanpak van de laatste is inmiddels afgerond en het gebouw is feestelijk in gebruik genomen. Een nieuwe en vernieuwde accommodatie biedt ook kansen voor een nieuwe en betere aanpak van het jongerenwerk en vraagt om een steviger relatie tussen het jongerenwerk en de buurt. In 2004 is gestart met een uitbreiding van het jongerenwerk, o.a. door de inzet van een jeugdbuurtwerker. Een onderdeel van het ouderenwerk in Vinkhuizen is het project huisbezoek. Dit project heeft als eerste doel het signaleren en opsporen van dreigende eenzaamheid en sociaal isolement. Na signalering worden vanuit het project initiatieven ontplooid om het sociaal isolement bij ouderen te doorbreken. In de oorspronkelijke planning was gerekend met een evaluatie eind 2005. Als gevolg van het faillissement van stichting Wing zal de evaluatie later plaatsvinden. In de evaluatie zal aandacht besteed worden aan de vraag of de werkwijze een oplossing is voor de knelpunten die ouderen ervaren, of en op welke wijze deze ontwikkeling voortgezet moet worden en hoe de financiering geregeld moet worden. In Beijum-Oost zijn de plannen gericht op verbetering van de leefbaarheid en veiligheid, versterking van de sociale cohesie en op de opvoedingsproblematiek. Vooral de laatste heeft in het kader van de Sociale Pijler prioriteit en zal worden aangepakt door middel van het aanbieden van zorg- en opvangarrangementen. In de Oude Wijken gaat het om de voortzetting, voorlopig nog incidenteel van de functie allochtone contactouder. Deze functie wordt ingevuld en uitgevoerd in samenwerking met de vensterscholen in de Oosterpark en de Korrewegwijk. Als onderdeel van het meerjaren programma sociale wijkvernieuwing hebben we in de drie wijken Vinkhuizen, Beijum-Oost en Oude Wijken het project Basiszorg in de Buurt uitgevoerd. Aansluiting onderwijs, economie en arbeidsmarkt De belangrijkste manier om mee te doen aan de samenleving is en blijft het hebben van werk. Daarvoor is een startkwalificatie vereist van minimaal 2 jaar MBO niveau 2, en dat is een redelijk hoge kwalificatie. We weten dat voor sommige kinderen de schoolloopbaan niet vlekkeloos verloopt: ze hebben te weinig talent, er spelen dingen in de thuissituatie of het ontbreekt aan motivatie omdat een goed perspectief op de arbeidsmarkt ontbreekt. Wij zetten ons in om risico op achterstand tijdig op te sporen en maatregelen te nemen, de school aantrekkelijk te maken en schooluitval snel op te sporen en aan te wijzen. Wij willen eraan bijdragen dat de arbeidskwalificerende functie van het onderwijs zodanig wordt versterkt dat de startkwalificatie van jongeren op de arbeidsmarkt verbetert. Voor een uiteindelijke aansluiting op de arbeidsmarkt en in de maatschappij is onderwijs in alle levensfases en in alle soorten van belang. Het reguliere onderwijs aangevuld met projecten om iedereen zoveel mogelijk gelijke kansen en mogelijkheden te bieden. Dit laatste noemen we het kansenbeleid, ontwikkeld ter compensatie van gesignaleerde risico’s op achterstand. We proberen deze risico’ s op zo’n jong mogelijke leeftijd te signaleren. Maatregelen worden uitgevoerd in de voor- en vroegschoolse periode, de periode van het basisonderwijs en die van het voortgezet onderwijs.
Gemeenterekening 2004
Pagina 45 van 147
Activiteiten 2004 Project voor- en vroegschoolse educatie Via de programma’s Piramide en Kaleidoscoop is vorm gegeven aan ouderbetrokkenheid, de doorgaande lijn en zorg voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze programma’s zijn bedoeld voor kansarme kinderen. Ze zijn uitgevoerd op koppels van peuterspeelzalen en basisscholen (in totaal 6 basisscholen en 8 peuterspeelzalen) met 50% of meer kansarme kinderen. Project Taalbeleid Drie basisscholen, waaronder de openbare Siebe Jan Boumaschool en de A.M.G. Schmidtschool, hebben in augustus 2004 het driejarige project Taalbeleid afgerond. Daarmee hebben de implementatie afgerond van een taalaanpak die rekening houdt met taalzwakke en meertalige kinderen. Vier locaties voor voortgezet onderwijs (waaronder de locaties Leon van Gelder en Mondriaan van het openbare onderwijs) hebben in 2004 verder gewerkt aan een taalaanpak in school die rekening houdt met taalzwakke en meertalige leerlingen. Vensterschoolproject In 2003 is er een evaluatieonderzoek naar de Vensterschool uitgevoerd. Dit onderzoek had ten doel om antwoorden op de volgende vragen te vinden: doen we de goede dingen, doen we dingen goed, hoe weten we dat, vinden anderen dit ook, en wat doen we met die wetenschap? De antwoorden op deze vragen moeten ons duidelijkheid verschaffen over de resultaten en de kwaliteit van de Vensterschool om daarmee de koers van de Vensterschool in de toekomst te bepalen. Het onderzoek stelt vast dat de Vensterschool de juiste dingen doet. Literatuuronderzoek wijst uit dat de inzet bijdraagt aan het realiseren van onze doelen. Er zijn geen "witte vlekken" gevonden, thema’s die de Vensterschool niet heeft opgepakt. Verder is het onderzoek overwegend positief. Op alle thema’s binnen de Vensterschool zijn winst- en verbeterpunten gevonden. Het Vensterschoolconcept wordt breed gedragen door de instellingen die hieraan meewerken. Al met al reden genoeg om het Groningse model van de brede school, de Vensterschool, onverminderd voort te zetten. Dit betekent echter dat de pioniersfase voorbij is, het project geen project meer is en we moeten zorgen voor een passend organisatiemodel waarin we de verworvenheden van het Vensterschoolconcept goed kunnen borgen en verder ontwikkelen. Project Gezonde en Veilige School Met het project gezonde en veilige school willen we de veiligheid en de veiligheidsbeleving op scholen vergroten. Alle scholen voor VO houden jaarlijks een veiligheidsthermometer onder de eigen leerlingen. Op de helft van de scholen is er een plan van aanpak op basis van een door Halt of de GGD afgenomen veiligheidsmatrix, de andere helft van de scholen werkt nog aan een plan van aanpak. In 2004 hebben 4 scholen voor basisonderwijs aan het project meegedaan, 6 scholen voor speciaal onderwijs en 6 scholen voor voortgezet onderwijs. Op de scholen worden gevarieerde programma’s ontwikkeld en uitgevoerd. Onderdelen hiervan zijn leerlingparticipatie, weerbaarheidsprogramma’s, peermediation. Tieneropvangprojecten De tienerprojecten zijn een vorm van buitenschoolse opvang voor tieners in het voortgezet onderwijs. De projecten richten zich op tieners die na schooltijd thuis geen of een weinig gestructureerde opvang hebben. De projecten bieden deze tieners structuur en regelmaat. Bij de uitvoering van de projecten gaat het om een combinatie van opvang, activiteiten en begeleiding afgestemd op de behoeften en leeftijd van de jongeren. In totaal gaat het om vier projecten: in Beijum, Oosterpark, Vinkhuizen en Hoogkerk. Het tienerproject in Vinkhuizen is in 2004 van start gegaan. Het faillissement van Wing is nauwelijks van invloed geweest op de continuïteit van de projecten. De uitvoering is voortgezet onder de vlag van de MJD. De tienerprojecten trekken dagelijks tussen de 10 en 25 deelnemers (per project). Project visie voortgezet onderwijs In 2003 heeft een uitgebreide discussie over het voortgezet onderwijs met het veld plaatsgevonden aan de hand van de nota “Een visie om te delen”. De uitkomst hiervan is verwoord in de nota “Een gedeelde visie” en in een convenant (looptijd tot 1 januari 2009) van schoolbesturen voor voortgezet onderwijs, de regionale opleidingscentra en het agrarisch opleidingscentrum met de gemeente. Inzet is de versterking van het vmbo.
Gemeenterekening 2004
Pagina 46 van 147
Nieuw Beleid 2004-2006 VMBO-scholen De voorbereiding voor de twee geplande nieuwe accommodaties is in 2004 gestart. Activiteitenbudget vensterscholen (31 duizend euro structureel) Het activiteitenbudget van de vensterscholen is met een extra structurele bijdrage van 31 duizend euro opgehoogd. Hiermee is een eerdere bezuiniging op dit budget ongedaan gemaakt. De vensterscholen hebben hiermee hun activiteitenprogramma, culturele- en sportactiviteiten, Spaanse les en communicatie- en teambuildingsactiveiten uitgevoerd. Schoolmaatschappelijk werk (38 duizend euro) Voor het schoolmaatschappelijk werk is een bedrag van 38 duizend euro extra beschikbaar. Daarmee heeft de stichting Maatschappelijke Juridische Dienstverlening het schoolmaatschappelijk werk gericht op risicoleerlingen kunnen uitbreiden op de VMBOscholen De Hamrik, Vinkenborgh en Reitdiep. Taalontwikkeling peuterspeelzaalwerk (71 duizend euro) Het project is een samenwerking tussen de Educatieve Dienst van Biblionet en het Centraal Orgaan Peuterspeelzalen gedurende de periode 2002-2004. Alle leidsters hebben de cursus Boekenwijzer gevolgd, en daarmee de deskundigheid op peil gebracht. Alle peuterspeelzalen hebben het werken met boeken opgenomen in de jaarplannen en een jaarabonnement gekregen op het tijdschrift “Leeskraam” over voorlezen en boeken. De basiscollectie boeken op peuterspeelzalen is op peil gebracht. Uit de goot, onder dak, aan de slag Uit de Goot bevat de uitgangspunten om op het gebied van maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg de aanpak ingrijpend te verbeteren. Dat gaat niet van de ene dag op de andere, we willen de komende jaren een geleidelijke maar duurzame verandering, omdat de stad en haar meest kwetsbare inwoners daar beter van worden. ‘Uit de goot’ bevat dan ook een steviger, meer verplichtend en minder vrijblijvend aanbod, in ruil voor succesvolle integratie en resocialisatie. Uit de Goot heeft daartoe twee belangrijke uitgangspunten: voorkomen (blijf uit de goot) en genezen (kom uit de goot). Nieuw Beleid 2004-2006 Huisvesting voor groepen kwetsbaren In 2004 hebben is het onderzoek ‘Over leven zonder huis’, de monitor voor dak- en thuislozen verschenen. Hierdoor weten we veel beter op welke wijze (potentiële) dak- en thuislozen gebruik maken van voorzieningen en hulp. Zo weten we dat de meeste van hen voordat zij hun huis kwijt raakten geen contact hadden met hulpverlening. Deze informatie heeft opgeleverd dat wij ons beleid rondom de doelgroep nu anders willen vormgeven: meer doen aan signalering en snelle interventie. Begin 2004 is tegelijkertijd met het gehele nieuwe woonruimte verdelingssysteem in de stad, ook de notitie “Onder Dak” in praktijk gebracht. Dit betekent dat kwetsbare personen die niet zonder problemen zelfstandig kunnen wonen met prioriteit gehuisvest worden (o.a. om verstopping binnen zorgvoorzieningen tegen te gaan) mits er woonbegeleiding is geregeld. De eerste resultaten van het project zijn beschreven in de notitie ‘huisvesting kwetsbare personen’ en zien er positief uit: de woningen zijn er en over het algemeen de woonbegeleiding ook. Voor wat betreft de woonbegeleiding zijn er extra mogelijkheden vanuit de AWBZ gekomen om dit te financieren. Aandacht voor ouderen en jongeren. De vermaatschappelijking van de zorg zet onverminderd door. Door de verruiming van de AWBZ blijven ouderen langer thuis wonen. De beoogde Wet Maatschappelijke Ondersteuning formaliseert deze ontwikkeling. Dit vraagt op lokaal niveau om een herordening van wonen, zorg en welzijn en nieuwe samenwerkingsvormen. Uitwerking geschiedt op zowel stedelijk niveau als in een aantal wijken. Om de stedelijke opgave voor betrokken partijen helder te krijgen is eind 2004 het onderzoek Zorgen voor morgen afgerond.
Gemeenterekening 2004
Pagina 47 van 147
Activiteiten 2004 Ontwikkeling woon/zorg/welzijn voor ouderen Vinkhuizen Het welzijns- en zorgbeleid voor ouderen heeft aansluiting gezocht bij het wonen. Vinkhuizen is proefgebied voor het realiseren van bewonersvriendelijke omgeving voor ouderen. Na het proefproject is eind 2003 een Plan van Aanpak ondertekend door corporaties, zorgaanbieders, welzijnsorganisaties en gemeente. In 2004 zijn op basis van het Plan van Aanpak 3 steunpunten gerealiseerd waar ouderen terecht kunnen. Tevens is een project mantelzorgondersteuning gestart gericht op de mantelzorgers in Vinkhuizen. Ouderenadviseur Een belangrijk onderdeel van Ouderenadvisering is de organisatie van huisbezoek aan alleenstaande ouderen van 75 jaar en ouder. Doel is het opsporen van vereenzaming en sociaal isolement onder ouderen en waar mogelijk het tegengaan daarvan. In Corpus den Hoorn is een pilot project positief geëvalueerd. In 2004 is gestart met huisbezoek in Vinkhuizen. Vanwege het faillissement van WING is hierin enige vertraging opgetreden. In 2005 zal het huisbezoek na Vinkhuizen ook in Paddepoel worden gestart. In Vinkhuizen wordt aansluiting gemaakt met de daar gerealiseerde steunpunten voor ouderen. Het welzijnswerk voor ouderen dat nu uitgevoerd wordt door de MJD maakt ouderenadvisering beschikbaar in de vier stadsdelen Oude Wijken, Centrum Zuid, Noord West en Noorddijk. Project Implementatie Wet Kinderopvang De Regeling Kinderopvang Alleenstaande Ouders en de rijksstimuleringsmaatregelen Kinderopvang zijn per 31 december 2004 beëindigd. Ons beleid is aangepast. Project herwaardering spel en opvoedwinkels In 2004 is een evaluatie uitgevoerd naar de al meer dan 25 jaar bestaande spel en opvoedwinkels in Groningen. De belangrijkste conclusies zijn dat de bezoekers tevreden zijn over winkel, maar dat ouders behoefte hebben aan een plek om over opvoedingszaken te praten. Ook bleek dat uitleen van speelgoed, de themabijeenkomsten en cursussen niet belangrijk worden gevonden. Men vond bovendien de toeleiding naar andere activiteiten door samenwerking met het consultatiebureau, de school, peuterspeelzaal en kinderopvang goed. We willen het bereik van de Spel en Opvoedwinkels vergroten, omdat de huidige voorziening op een aantal punten niet het verwachte rendement oplevert. En we willen de goede dingen behouden. Daarom gaan we een herzien O&O-aanbod ontwikkelen waarin er meer samenwerking is met het Ouder-Kind Centrum (nog in ontwikkeling). Project ruimte voor jongeren Onder de noemer ‘Ruimte voor jongeren’ worden verschillende soorten activiteiten en voorzieningen bekostigd waaronder sport- en recreatieve voorzieningen, buurtsportactiviteiten, spelcontainers en het Doe-bureau. Het Doe-bureau, het ontwikkelen van vernieuwende activiteiten door samenwerkingsrelaties van verschillende instellingen, is nooit goed van de grond gekomen. En door bezuinigingen op de sociale pijler nu gestopt. Nieuw beleid 2004-2006 Project Jeugd in Jabalya (75 duizend incidenteel) De bouw van een jeugdcentrum is na vertraging van meer dan een jaar, in maart 2004 gestart. Het jeugdbeleid is in concept gereed. Vanwege de vertraging in de bouw is de projectperiode (aanvankelijk tot 1 april 2005) i.o.m. VNG International verlengd tot uiterlijk 31 december 2005. Hierdoor zijn wij in staat de officiële opening nog binnen de projectperiode te laten plaatsvinden. Babyhuis Moermansk (12 duizend incidenteel) In de loop van 2004 werd duidelijk dat alle voorbereidingen ten spijt het in Moermansk niet lukte om de organisatie van hun deel van de grond te krijgen. In de raad is vervolgens voorgesteld om de vrijgemaakte middelen te besteden aan andere projecten binnen de stedenbanden. Vrijwilligersondersteuning Door de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zal er veel veranderen voor de lokale overheden. Op 23 april heeft het kabinet hiertoe een contourennota aan de Tweede Kamer voorgelegd. Het voornemen is dat de gemeente de hoofdmoot van de taken op het gebied van welzijn en zorg integraal gaat uitvoeren. Binnen de gemeente Gemeenterekening 2004
Pagina 48 van 147
Groningen is daar onmiddellijk op ingesprongen door het formeren van een beleidsgroep WMO, bestaande uit beleidsmedewerkers van vijf diensten. In november hebben zij op basis van de contourennota een “Eerste verkenning” uitgebracht. Na het kamerdebat over de contourennota WMO (8 december 2004) zijn er enkele wijzigingen opgetreden waar in 2005 op zal worden ingespeeld. Activiteiten 2004 Ook voor 2004 heeft Stiel – De Vrijwilligerszaak – extra geld ontvangen voor de verdere ontwikkeling van het vrijwilligerswerk. Er zijn diverse projecten opgezet voor bevorderen en innovatie van vraag en aanbod. Speciale aandacht was er voor maatschappelijk ondernemen, Meldpunt Thuishulp en Mantelzorg van Humanitas voor werving en matching van vrijwilligers en hulpvragers voor emotionele en praktische steun.
Wat heeft het gekost? Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 6.01 OCSW 6.02 OCSW 6.03 OCSW 6.04 OCSW 6.05 OCSW 6.06 OCSW 6.07 OCSW 6.22 OCSW 6.25 OCSW 6.26 OCSW 6.27 OCSW 6.28 OCSW 6.29 OCSW 6.30 OCSW 6.31 OCSW 6.32 OCSW 6.33 OCSW
Productgroep Basisonderwijs (Voortgezet) speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Huisvesting scholen Kansenbeleid / Vensterscholen Volwasseneneducatie Overige projecten onderwijs Emancipatiezaken Sociaal cultureel werk Kinderopvang Maatschappelijke dienstverlening Jeugdhulpverlening Ouderenbeleid Gehandicaptenbeleid Maatschappelijke opvang Verslaafdenhulpverlening Algemene lasten en baten Totaal saldi voor reserve mutaties
Primitieve Begroting -871 -611 -682 -12.161 -2.082 -355 -4.143 -192 -10.685 -5.045 -2.195 -813 -626 -47 -678 -747 2.214 -39.719
Reserve mutaties Totaal toevoegingen Totaal onttrekkingen Totaal saldi na reserve mutaties Nieuw beleid Prod.nr. Dienst Naam beleidswijziging Programma Onderwijs en Welzijn 6.33 OCSW Activiteitenbudget Vensterscholen 6.31 OCSW Schoolmaatschappelijk werk 6.23 OCSW Jabalya 6.23 OCSW Babyhuis Moermansk 6.04 OCSW VMBO scholen 6.27 OCSW Kwetsbare groepen OCSW Sociale wijkvernieuwing 6.07 OCSW Sociaal Structuurplan 6.05 OCSW Taalontwikkeling peuterspeelzaalwerk Totaal programma Onderwijs en Welzijn
Gemeenterekening 2004
Actuele Begroting -879 -589 -721 -12.024 -2.105 -389 -4.200 -231 -10.991 -3.104 -2.383 -906 -722 -48 -643 -715 0 -40.650
Rekening 2004 -860 -489 -721 -12.054 -1.793 -343 -4.118 -237 -10.859 -2.985 -2.365 -811 -628 -45 -635 -699 0 -39.642
Verschil
0
0 0
-39.642
1.008
19 100 0 -30 312 46 82 -6 132 119 18 95 94 3 8 16 0 1.008
176 -39.543
-40.650 Begroting 2004 (i)
(s)
Realisatie 2004 (i)
31 38 75 12
411 2.111 71 2.718
(s) 31
38 28 0 75 250
356
311 1.824 21 2.222
Pagina 49 van 147
75 137
243
Productgroep Kansenbeleid V 312 De aanvullende rijksuitkering voor GOA is hoger uitgevallen. Verder kunnen vanaf 2002/2003 OALT middelen worden ingezet ter bekostiging van Prismagroepen. Dit zorgt er voor dat er gemeentelijk geld vrijvalt. Daarnaast valt met name op ISK en ISG subsidiebudget vrij. Dit is een gevolg van een lager aantal asielzoekers en gezinsherenigers.
Gemeenterekening 2004
Pagina 50 van 147
2.8
Gezondheid
Volop in beweging. Daarmee karakteriseren we 2004, het tweede uitvoeringsjaar van het programma voor het lokale gezondheidsbeleid Gezonder Zorgen. Van onze activiteiten ligt ruim 72 % op koers, is 19 % onderweg maar nog niet op volle kracht en 9 % nog niet gestart. We kunnen met een gerust hart stellen dat het goed gaat met Gezonder Zorgen, halverwege het vierjarige uitvoeringsprogramma. En dat is niet onbelangrijk want inwoners van de stad vertonen risicogedrag met betrekking tot hun eigen gezondheid: veel Stadjers roken, relatief veel Stadjers gebruiken te veel alcohol; infectieziekten en overgewicht nemen toe. Gezondheidsverschillen zijn terug te voeren op verschillen in leefstijl en hebben te maken met verschillen in sociaal-economische status; vandaar ook dat we gezondheidsverschillen zien tussen verschillende buurten. Ook de leefomgeving kent belemmerende gezondheidsfactoren. Daarnaast kunnen kwetsbare groepen het om diverse redenen niet op eigen kracht redden; de ontoegankelijkheid van zorginstellingen is voor meerdere groepen een probleem.
Wat hebben we bereikt? De drie deelprogramma’s – gezonde wijk, versterking gezond gedrag en kwetsbare groepen – laten zoals gezegd over 2004 een goed beeld zien. Wanneer we focussen op de 8 sleuteldoelstellingen kunnen we concluderen dat de resultaten binnen handbereik liggen of al zijn behaald. Van het experiment Frontoffice 7X24 uur zijn de eerste goede resultaten zichtbaar. Op het gebied van gezond gedrag verloopt het preventieproject “Ik wait wat ik dou”voorspoedig. En ook de bemoeizorg door het samenwerkingsverband OGGz en de huisvesting voor kwetsbare groepen liggen op koers. Het grootschalige voedings- en bewegingsproject ‘Groninger Interventie Methodiek’ (GIM) levert wisselende resultaten op, net als de inbedding van de nieuwe werkwijze Jeugdgezondheidszorg. Uw raad heeft in het najaar van 2004 kennis genomen van de voortgang van het programma Gezonder Zorgen. Kaderstellende nota’s • Discussienota en uitvooeringsprogramma “Gezonder Zorgen” • Sociale Pijler • Stadsdeelprogramma 2004-2007 en 12 wijken wijkvernieuwing • ‘Aander lu binnen ook lu’
Wat hebben we er voor gedaan? In het uitvoeringsprogramma Gezonder Zorgen 2002 2006 staan tal van activiteiten die door de verschillende diensten gezamenlijk worden uitgevoerd en die bijdragen aan een gezonde stad ofwel aan een van de drie subdoelstellingen. Jaarlijks wordt de voortgang gerapporteerd aan de raad; dat is voor de laatste keer gebeurd in najaar 2004. Omdat het monitoren van zoveel activiteiten een hele opgave is werd bij de eerste rapportage in juni 2003 een 8-tal sleutelprojecten benoemd, die in hoge mate bijdragen aan het beoogde resultaat in termen van meetbaar effect en maatschappelijke relevantie, en in hoge mate aan het realiseren van de doelstellingen uit de stadsvisie. Daarvan waren er 2 reeds afgerond in 2003, en de resterende 6 zijn opgenomen in de programmabegroting; over de activiteiten die daaronder vallen, wordt hieronder gerapporteerd. De gezonde wijk Het programma ‘de Gezonde Wijk’ is gericht op het zoveel mogelijk wegnemen van belemmerende factoren in de directe leefomgeving van bestaande wijken dan wel het voorkomen van dergelijke belemmeringen bij nieuwbouwwijken en wijkvernieuwingsprocessen. Wij dragen vooral zorg voor het vervullen van de randvoorwaarden. De activiteiten in het kader van ‘de Gezonde Wijk vormen bij uitstek een gedeelde verantwoordelijkheid van bewoners en gemeente, maar ook van verschillende organisaties die in de wijken werken. Dit streven naar gezamenlijkheid is de rode draad in datgene wat we doen. Soms is het voldoende dat organisaties zich bewust worden van de mogelijkheden die ze hebben om de gezondheid van de wijkbewoners te verbeteren, en gaat het om een geringe investering. Gemeenterekening 2004
Pagina 51 van 147
Soms ook willen we samenwerking krachtig bevorderen en ondersteunen, en dragen we bij aan de uitvoering. De activiteiten van ‘de Gezonde Wijk’ worden zoveel mogelijk daar ingezet waar het meeste effect te verwachten valt. Dat kan zijn omdat de problemen er het grootst zijn, maar ook omdat de kansen op succes versterkt worden door aan te sluiten bij ontwikkelingen zoals wijkvernieuwing of groot onderhoud. Activiteiten in 2004 Toepassen BTB-toets openbare ruimte De binnenstad is inmiddels getoetst op Bezoekbaarheid, Toegankelijkheid en Bruikbaarheid (BTB). Op enkele plekken is de situatie aangepakt; de kosten van 21.133 zijn betaald uit het Fonds Toegankelijkheid. Een plan van aanpak voor de realisering van een BTB-toets in de overige wijken, te beginnen met een pilot in Paddepoel, is grotendeels ontwikkeld. Het gebrek aan budget, door een gewijzigde inzet van het Fonds Toegankelijkheid, heeft ertoe geleid dat een definitief plan nog niet tot uitvoering is gekomen. Inmiddels is dit project voor 2005 opgenomen in het programma ‘Schoon, Heel en Veilig’ 2005. ROEZ (Stadsbeheer) is trekker van dit project en wordt daarbij ondersteund door OCSW en de HVD. Crisisinterventie 7 keer 24 uur realiseren voor mensen met psychische beperkingen. Het éénjarige onderzoeksproject werd in september 2004 afgerond en geëvalueerd. In 2004 werden 67 mensen via de politie gemeld bij de zgn. front office: dit was beduidend minder dan in eerste instantie verwacht (300). Tweederde van de meldingen werd (mede) veroorzaakt door psychiatrische problemen, ongeveer een kwart door verslavingsproblemen en een kwart door sociale problematiek. Het gaat bij de front office in z’n algemeenheid niet om cliënten die reguliere zorg volledig mijden, maar eerder om mensen die – ondanks hun beroep op de reguliere zorg – crises meemaken waarbij zij in aanraking komen met de politie. De meldingen vonden uitsluitend plaats buiten kantooruren. In 30 % van de meldingen was er sprake van gevaar dan wel overlast voor derden; in meer dan de helft vormde de persoon een gevaar voor zichzelf. De crisisinterventie/ front office wordt voortgezet; de discussie n.a.v. het onderzoek omtrent hoe en door wie de werkzaamheden het beste regulier uitgevoerd kunnen worden vindt in 2005 plaats. Daarbij speelt ook de financiering nog: de kosten ( 36.000 in 2004, oplopend naar 50.000 jaarlijks) zijn nog niet structureel gedekt. Versterking gezond gedrag Bij het versterken van gezond gedrag gaat het om het (leren) maken van gezondheidsbevorderende keuzes en het realiseren van gunstige randvoorwaarden daarvoor. Een groot deel van de inzet is gericht op (jonge) kinderen, want eenmaal gevestigd gedrag is niet of nauwelijks te beïnvloeden. Hier geldt dat voorkomen beter is dan genezen. We mikken op verschillende vormen van gedrag, zoals het voorkomen van pesten en roken en het stimuleren van gezondere voeding en meer beweging. Centrale begrippen zijn vroegsignalering, een ketengerichte aanpak en monitoren van risicokinderen. Een accent op breedtesport sluit hier op aan. Breedtesport is belangrijk voor een betere gezondheid op lange termijn en draagt bovendien bij aan integratie tussen alle lagen van de bevolking. Verschillen in gezondheid hangen samen met verschillen in leefstijl – en beiden hangen samen met verschillen in sociaaleconomische status. Daarom concentreert deze leefstijlaanpak zich met name op de kinderen in de wijkvernieuwingswijken. Stabiliseren van de gemiddelde aanvangsleeftijd van experimenteergedrag met genotmiddelen. Activiteiten: Het verslavingspreventieprogramma “Ik wait wat ik dou” (voor groep 7/8 van het basisonderwijs) en “de Gezonde school en genotmiddelen” (voortgezet onderwijs) “Ik wait wat ik dou” heeft op 60% van de basisscholen gedraaid (dat is op 33 scholen van de 56). Op 65% van de scholen voor voortgezet onderwijs draaide “de Gezonde school en genotmiddelen” (dat is op 9 van de 14); daarnaast heeft op 20% van de scholen voor speciaal onderwijs (zowel bao als vo) dit programma gedraaid. Aantal kinderen van 4 – 12 jaar met overgewicht stabiliseren. 1. Groningse Gruiten 2. Gim-project 1. 2004 is een belangrijk jaar geweest t.a.v. overgewichtbestrijding. Nadat in 2003 in grote mate is ingezet op het (complexe doch noodzakelijke) bevorderen van intersectorale samenwerking tussen betreffende diensten (OCSW; GGD; RO) werden in 2004 de eerste resultaten zichtbaar. Op een aantal beleidsterreinen (zoals Sport in de sociale pijler; Tussen de middag Opvang) is nu sprake van een integrale aanpak t.a.v. overgewichtproblematiek. De spilfunctie die de (venster)scholen hebben in dezen is boven verwachting ingevuld. Het draagvlak bij de basisscholen voor interventies op het gebied van gezonde voeding en bewegen is merkbaar gegroeid: het project ‘Groningse gruiten’ (uitgebreide Gemeenterekening 2004
Pagina 52 van 147
voorlichtingscampagne, lesmateriaal, fruit uitdelen) ging van start. Gruiten loopt tot 2006 en vrijwel alle basisscholen doen mee; de budgetten van de sportcoördinatoren t.b.v. meer sportactiviteiten werden verstrekt; een aantal scholen werden ondersteund in de uitvoering van hun eigen activiteiten op dit gebied. Daarnaast is er ingezet op de ontwikkeling van twee Playgrounds in prioriteitswijken (veilige en uitdagende speelplekken; betrokkenheid buurtbewoners). 2. Vanuit het GIM – project (project dat zich richt op bevorderen van besweging en gebruik van gezonde voeding) zijn waardevolle ervaringen opgedaan m.b.t. het wijk- en vraaggerichte werken. Zo krijgen individuele scholen (m.n. ouderraden) zeggenschap over (een deel van) de beschikbare budgetten en wordt ouderbetrokkenheid versterkt (Broodje Oosterpark; diverse interventies in Vinkhuizen). Er zijn twee aanvragen ingediend bij het ministerie voor BOS – pilots (buurt-onderwijs-sporten en bewegen): deze zullen onder de gemeentelijke naam BSLIM uitgezet worden in Beyum en Indische Buurt/ De Hoogte. Bijna alle vensterscholen hebben plannen gemaakt om verdere invulling te geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheden t.a.v het bevorderen van sportiviteit en een gezonde leefstijl. Kwetsbare groepen Met kwetsbare groepen doelen we op mensen uit specifieke subgroepen die het om verschillende redenen niet op eigen kracht redden, die meestal moeilijk te bereiken zijn, en voor wie een extra inspanning nodig is. We moeten natuurlijk oppassen voor generalisatie en stigmatisering – de zorg behoefte neemt toe met de leeftijd, maar niet alle ouderen zijn zorgafhankelijk, en de meeste verslaafden veroorzaken geen overlast. Anderzijds blijkt een aantal gelijke problemen van toepassing op meerdere kwetsbare groepen. Niet alleen gehandicapten kunnen afhankelijk zijn van mantelzorg, mar ook ouderen en chronisch zieken. De ontoegankelijkheid van zorginstellingen is niet alleen een probleem voor dak- en thuislozen, maar ook voor groepen allochtonen. Om te voorkomen dat mensen buiten de boot vallen willen wij een vangnet bieden, en in ieder geval ook een sluitende aanpak van hulpaanbod en voorzieningen bevorderen. In ons streven om mensen uit de gevarenzone te houden richten wij ons sterk op het bereiken van risicogroepen, op de woonsituatie en maatschappelijke participatie. Activiteiten 2004 Noodzakelijke bemoeizorg aanbieden en zelfstandig wonen voor 30 dak- en thuislozen • bemoeizorg door het OGGz- samenwerkingsverband continueren en uitbreiden • een aanbod voor huisvesting voor dak- en thuislozen Er zijn in 2004 bij het Oggz-samenwerkingsverband 495 meldingen binnengekomen. Hiermee wordt de stijgende lijn in het aantal nieuwe meldingen voortgezet (dit was 156 in 2001, 312 in 2002 en 459 in 2003). Het aantal afgesloten dossiers in dit jaar bedroeg 341. De gemiddelde “doorloop – c.q behandeltijd” bedroeg bij 179 meldingen tussen de 0-30 dagen, bij 37 meldingen 30-60 dagen en bij 19 meldingen 60-90 dagen. In totaal zijn 66 meldingen langer dan 180 dagen in behandeling geweest. De psychiatrische problematiek (205) en huisvestingsproblemen (153) stonden centraal, gevolgd door verslaving (128), gezondheidsproblemen (89) en relationele problemen (76). In 2004 is door het Bureau Onderzoek van SOZAWE een evaluatieonderzoek verricht. De resultaten daarvan worden in het voorjaar van 2005 naar buiten gebracht. Per 1 januari 2004 is er een centraal selectiepunt ingericht waar individuele personen, behorend tot kwetsbare groepen, zich kunnen vervoegen. Van alle betrokken partijen zijn de verantwoordelijkheden nu helder gedefinieerd. De woningzoekende tekent voor begeleiding en goed huurderschap, de zorginstelling garandeert begeleiding en de corporatie tenslotte zoekt met prioriteit in het woningen- en kamerbestand. Per genoemde datum is een coördinerende rol neergelegd bij Woonkans. Voor huisvesting zijn 75 kwetsbare personen aangemeld, waarvan 37 zijn doorgestuurd naar Woonkans voor een begeleidingstraject ( gegevens over periode 5/1/04 tot 1/7/04) Sluitende aanpak en samenwerking van instellingen versterken 1. verbetering in afstemming van zorg 0-12 jaar 2. kinderfonds armoede en gezondheid 3. nieuwe werkwijze jeugdgezondheidszorg (JGZ) 4. integratie jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar
Gemeenterekening 2004
Pagina 53 van 147
1.
2. 3.
4.
De visienota “Opgroeien doe je niet alleen” is geaccordeerd in 2004. In deze nota is aangegeven dat de gemeente Groningen voor alle wijken afzonderlijk wil onderzoeken of en in hoeverre de vijf functies informatie, signalering, toegang tot de pedagogische hulpverlening en advisering, pedagogische hulpverlening en advisering en coördinatie van zorg in aanvaardbare mate worden gerealiseerd. In 2004 heeft de eerste inventarisatie in De Hoogte/Indische buurt plaatsgevonden. De overige wijken en concrete maatregelingen om de zorgafstemming te verbeteren volgen in 2005. Kinderfonds armoede en gezondheid: 265 kinderen kwamen in aanmerking voor een bijdrage uit het kinderfonds, voor bekostiging van primaire levensbehoeften (zoals kleding en voeding). Hiermee was het beschikbare budget uitgeput. De nieuwe werkwijze JGZ bevordert samenwerking met de scholen, waardoor problemen eerder worden gesignaleerd en kinderen/jongeren sneller worden doorverwezen naar hulpverlenende instanties. In het voorjaar van 2004 zijn 7 pilots uitgevoerd van de nieuwe werkwijze jeugdgezondheidszorg. Van sept t/m december 2004 is het ingevoerd op 7 van de 16 geplande scholen. In drie prioritaire wijken werd het project “geschoolde zorg” (laagdrempelige vraaggerichte jeugdgezondheidszorg) uitgevoerd, dat het bereik onder risicokinderen- en gezinnen heeft vergroot. Het doel de JGZ 0-19 jaar door 1 organisatie uit te laten voeren is aangepast; er is gewerkt aan een inhoudelijke samenwerking zodat een ongedeelde zorg voor de categorie 0-19 jaar ontstaat. In 2003 is een subsidieovereenkomst tussen GGD en Thuiszorg Groningen (JGZ 0-4 ) gesloten en in 2004 verder uitgewerkt (o.a. huisvesting, activiteiten/projecten, begrotingscyclus). Tevens is het afgelopen jaar een stuurgroep opgericht. Er zijn 10 samenwerkingsprojecten gestart die de integratie moet bevorderen, met als doel een zelfde visie en doel nastreven wat betreft de doorgaande lijn (0-19 jaar).
Nieuw beleid 2004-2006 Vanaf 2004 is een structureel bedrag van 75 duizend euro beschikbaar gesteld als bijdrage aan de uitvoering van activiteiten van de deelprogramma’s gezonde wijk, versterken gezond gedrag en kwetsbare groepen. In 2004 is dat besteed aan actviteiten onder de deelprogramma’s Versterking gezond gedrag en Kwetsbare groepen. Beschikbare gestelde middelen Structureel bestede middelen in 2004
75.000 35.000 40.000 75.000
Groninger Gruiten Geschoolde Zorg Totaal
Wat heeft het gekost? Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 4.05 HVD 4.06 HVD 4.07 HVD HVD
Productgroep Infectieziektenbestrijding Openbare gezondheidszorg Voorziening ouderen en gehandicapten Overig Totaal saldi voor reserve mutaties Reserve mutaties Totaal toevoegingen Totaal onttrekkingen Totaal saldi na reserve mutaties
Gemeenterekening 2004
Primitieve Begroting -585 -3.860 -13.945 0 -18.390
Actuele Begroting -604 -3.720 -13.759 1 -18.082
Rekening 2004 -603 -3.406 -12.937 0 -16.946
Verschil
1.601
1.601
1.601
0 0
-16.789
-16.481
-15.345
1.136
Pagina 54 van 147
1 314 822 -1 1.136
Nieuw beleid Prod.nr. Dienst Programma Gezondheid 4.06 HVD Totaal programma Gezondheid
Begroting 2004 Naam beleidswijziging Lokaal gezondheidsbeleid
(i)
Realisatie 2004 (s)
(i) 75 75
75 75
Productgroep Openbare gezondheidszorg (OGZ) V 314 Het voordeel bij OGZ ontstaat enerzijds door hogere lasten inzake voormalig personeel (107 duizend euro). Anderzijds zijn er hogere baten (450 duizend euro) ontstaan als gevolg van niet-begrote projectgelden, waaronder Gezonder Zorgen. In december 2004 heeft de Raad hiervan een bedrag naar 2005 overgeheveld van 199.000 euro. Productgroep Voorziening Ouderen en gehandicapten V 822 Het voordeel wordt enerzijds veroorzaakt door een voordeel op de voorzieningen (123) en anderzijds door een voordeel op de verstrekkingen (701). Het voordeel op de voorzieningen wordt met name veroorzaakt door een financieel technische correctie in verband met het BTW Compensatiefonds (V 184), een nadeel op de adviesopbrengsten van andere gemeenten (N 205) en afwijkingen in de doorberekende salariskosten (V 106). Het voordeel op de verstrekkingen wordt veroorzaakt door minder uitgaven in het kader van wonen (V 157), vervoer (V 132) en rolstoelen (V 278) en door lagere apparaatskosten (V 155). Verklaringen voor het verschil t.a.v. de verstrekkingen zijn o.m.: -
-
De daling van verstrekte rolstoelen door een dalend aandeel van de vervangingsaanvragen (door afschrijving) is pas eind 2004 duidelijk geworden. De verwachting dat de wijziging in de aanvraagprocedure die in het eerste halfjaar leidde tot lager aantal aanvragen in het tweede halfjaar weer zou bijtrekken is slechts deels uitgekomen. In het eerste halfjaar heeft voor een deel een maximaal aantal herverstrekkingen plaatsgevonden voor rolstoelen en scootmobielen wat een kostenverlagend effect heeft gehad. De verwachting dat er daarom in het tweede halfjaar relatief meer nieuwe rolstoelen en scootmobielen zouden worden verstrekt, hetgeen een kostenverhogend effect zou hebben, is niet uitgekomen. Verbetering van het woningaanbod. Activiteiten op grond van het fonds stimulering woningaanpassing hebben geleid tot een groter potentieel aan geschikte woningen voor gehandicapten waardoor de noodzaak tot aanpassing is verminderd. Ook heeft de wijkvernieuwing een belangrijke bijdrage geleverd aan de kwaliteit van de woningen in relatie tot de toegankelijkheid en bruikbaarheid door ouderen.
Gemeenterekening 2004
(s)
Pagina 55 van 147
2.9
Sport en Cultuur
In 2004 hebben we met uw raad het sport- en cultuurbeleid voor de komende jaren vastgesteld. Voor de sport was dat de aftrap voor een omvangrijke en buitengewoon ingewikkelde herschikkingsoperatie van sportvelden, gymzalen/sporthalen en zwembaden, maar ook het startschot voor een studie naar de toekomst van het sportcomplex Kardinge. De uitstekende culturele infrastructuur willen we beter zichtbaar maken om zo de positie van Groningen als cultureel centrum van het noorden te versterken.
Wat hebben we bereikt? Sport Een stad die bruist op sportief gebied Op sportief gebied was 2004 een succesvol jaar, met als sportief hoogtepunt het kampioenschap van MPC Capitals en de huldiging op de Grote Markt door 12.000 Groningers. Groningen kent een sterk en levendig verenigingsleven. Dat vormt de sportieve basis voor een bruisende stad op sportief gebied die een groot aantal sportevenementen en -activiteiten genereert. In 2004 vonden er een tiental topsportevenementen plaats en daarnaast een groot aantal kleine sportevenementen en activiteiten. Het aanbod was zeer divers: de traditionele wielerrace Groningen-Munster, waterskiën voor gehandicapten (EK), tot het Europees Kampioenschap skeeleren onder de Martinitoren. Uiteraard waren er ook de jaarlijks terugkerende evenementen zoals de 4 mijl van Groningen, Eurovoetbal en het Challengertoernooi. De grote evenementen trokken veel publiek en deelnemers, bijvoorbeeld de 4 mijl, 15.000 deelnemers en 80.000 ‘supporters’, Eurovoetbal met 45.000 bezoekers en het Challenger tennis toernooi met 10.000 toeschouwers. De grote evenementen kenden ‘site events’ met clinics voor de jeugd (subsidievoorwaarde) terwijl het subsidiegeld voor kleine evenementen en activiteiten veelal is ingezet op de jeugd. Naast de jeugd is ook ingezet op groepen waar sporten een grotere drempel is: time out sportactiviteiten, volleybal voor hartpatiënten en het EK waterskien voor gehandicapten. Bij grote evenementen wordt intensief samengewerkt met Marketing Groningen om zoveel mogelijk bezoekers van buiten de stad te trekken. Kaderstellende nota’s • Nota sportaccommodaties (2004) • Sport in Beeld
Wat hebben we er voor gedaan? Het huidige sportbeleid is gebaseerd op de nota Sportieve Vernieuwing uit 1994. De hoogste tijd om het sportbeleid aan te passen aan de eisen van deze tijd. Dat geldt met name voor het onderdeel sportaccommodaties. In 2004 stemde de raad in met de nota ‘Sportaccommodaties’ die een onderlegger vormt voor de integrale sportnota ‘Sport in Beeld’, waarvoor de raadscommissie in oktober het groene licht gaf en die na een inspraakprocedure in maart 2005 ter goedkeuring aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd. Uitgangspunt van de nota ‘Sport in beeld’ is een kwaliteitsimpuls in de sport, met name de kwaliteit van de sportaccommodaties. Op de onderdelen sportaccommodaties, subsidies & tarieven en sportstimulering worden reeds voorbereidingen getroffen voor de uitwerking, door o.a. gesprekken te voeren met sportverenigingen en –instellingen. In juni van 2005 zal het ontwikkelingsplan aan de raad worden voorgelegd waarin de concrete maatregelen in de sportsector worden beschreven. Dit programma voor 2004 is nog gebaseerd op de nota sportieve vernieuwing. Uitgangspunten van deze nota zijn het vergroten van de leefbaarheid door in te zetten op sportverenigingen, sportaccommodaties en verlagen van de drempel voor sportbeoefening voor bepaalde doelgroepen. Daarnaast inzet op topsport(evenementen), met als doel inspireren tot sportbeoefening en passieve sportbeleving. Middelen die voor dit jaar zijn ingezet om de beleidsdoelen te bereiken zijn: het aanbod van gemeentelijke sportaccommodaties tegen gereduceerde tarieven, subsidies voor evenementen en activiteiten, jeugdsportsubsidies (raadsbesluit regeling te behouden), subsidies voor topsportevenementen, sportstimulering, en verbetering van de verenigingsstructuur. Tot slot hebben we natuurlijk middelen ingezet voor het Zwembad Hoogkerk.
Gemeenterekening 2004
Pagina 56 van 147
Rijksmiddelen, te weten de breedtesportimpuls zetten we in voor sportcoördinatoren op de vensterscholen en sport in het jongerenwerk. In december van dit jaar zijn aanvragen ingediend bij het rijk voor de BOS regeling ten behoeve van twee projecten in de Hoogte en de Oosterpark. In algemene zin constateren we dat op basis van de huidige tarieven en subsidiesystematiek de effecten van het beleid moeilijk zijn hard te maken. Daarnaast worden er veel kleine subsidies verstrekt waarvan de administratieve afhandeling meer kost dan het subsidiebedrag dat wordt uitgekeerd. Beide zijn aanleiding de tarieven en subsidiesystematiek te wijzigen (voornemen ‘Sport in Beeld’). Activiteiten 2004 Subsidiëring Huis van de sport Het Huis voor de Sport wordt gesubsidieerd om een kwalitatief en kwantitatief goede organisatorische sportinfrastructuur te bevorderen. Er zijn in 2004 zeventig verenigingen van ondersteuning voorzien waarvan verbetering verenigingsstructuur onderdeel van uitmaakt. Daarnaast zijn er themabijeenkomsten voor verenigingen georganiseerd, zoals Verantwoord Alcoholgebruik, Sportsponsoring en Wet en regelgeving. Beheer en exploitatie sportaccommodaties Het huidige aanbod aan sportaccommodaties is in stand gebleven. In de nota ‘Sportaccommodaties’ is een inventarisatie gemaakt aangaande de kwaliteit van sportaccommodaties. De raad heeft extra geld beschikbaar gesteld voor vervangen van twee natuurgrasvelden door kunstgrasvelden op sportpark Corpus den Hoorn. Met de Hanze Hogeschool en het Alfa college zijn onderhandelingen gestart voor het realiseren van topsporthallen. Subsidiëring top- en middenevenementen Tien aanvragen voor topsportevenementen zijn dit jaar gehonoreerd, drie aanvragen zijn afgewezen. Het budget voorziet er niet in alle aanvragen te honoreren. Doelstelling om topsport en breedtesport sterker met elkaar te verbinden is gerealiseerd doordat alle evenementen een programmaonderdeel kende die inspeelde op de breedtesport. Er zijn een vijftigtal subsidies voor kleine evenementen verstrekt. Het budget is onvoldoende om alle aanvragen te kunnen honoreren. Halverwege het jaar was het geld op. Stimuleren sportdeelname De sportcoördinatoren op de vensterscholen hebben naschoolse activiteiten georganiseerd die ondermeer als doel hebben kinderen naar een sportvereniging toe te leiden. De sportstimuleringsactiviteiten, uitgevoerd door het Huis voor de Sport bestonden uit: • de Sportzapper: er zijn in het schooljaar 2003 – 2004 41 sportzapper cursussen aangeboden waaraan 1320 kinderen hebben deelgenomen. Dat is vergelijkbaar met het jaar daarvoor. • Instuiven op woensdagmiddag in de wijken Hoogkerk, Beijum en Lewenborg. • Er zijn 10 sportpenningen uitgereikt aan personen die een belangrijke sportprestatie hebben behaald en de sportstimuleringsprijs is uitgereikt aan het G voetbal van Oranje Nassau voor een bijzondere breedtesportprestatie. Dit jaar zijn samenwerkingprojecten opgestart voor het voetbal met FC Groningen, Eurovoetbal en Vensterscholen voor een wijkcompetitie, clinics tijdens lesuren en een finaledag op Eurovoetbal. Met MPC Capitals en een Vensterscholen is samengewerkt in een basketbal wijkcompetitie, clinics tijdens lesuren, basketbal instuiven en een finaledag op het centre court van MPC Capitals. Stimuleren openlucht recreatie Voor recreatiegebied Kardinge is de samenwerking met de Vereniging Natuurmonumenten vastgelegd door middel van de ondertekening van een samenwerkingovereenkomst. Beide partijen streven in Kardinge naar een goede balans tussen natuurontwikkeling en recreatief gebruik. Natuurmonumenten zal regelmatig excursies houden in het gebied. Eind van het jaar is recreatiegebied Ruskenveen overgedragen. De definitieve afrekening 2003 van de gemeentelijke bijdrage aan het Meerschap leverde een voordeel van 46.000 euro op.
Gemeenterekening 2004
Pagina 57 van 147
Nieuw Beleid 2004 Investeringsregeling clubgebouwen en sportmaterialen Dit jaar zijn 11 aanvragen voor subsidie ten behoeve van investeringen in het clubgebouw of sportmaterialen gehonoreerd. Zwembad Hoogkerk. De exploitatiesubsidie van zwembad Hoogkerk is vanaf dit jaar met 25 duizend euro opgehoogd tot een jaarlijkse bijdrage van 104 duizend euro ter compensatie van de gestegen kosten voor personeel en energie. Jeugdsportsubsidies Jeugdsportsubsidies wordt gebruikt voor het verlenen van korting op de huur van sportaccommodaties. Het budget voor jeugdsportsubsidies is met 25.000 euro verhoogd. Er is dit jaar geen tekort op dit onderdeel. Jeugdsportcoördinatoren Het rijksgeld dat we dit jaar binnenkregen is besteed aan het project School en Sport, waaruit sportcoördinatoren op vensterscholen worden betaald. Jaarlijks wordt hiervoor 58 duizend euro uit nieuw beleid 2004 – 2006 beschikbaar gesteld om alle negen vensterscholen met een sportcoördinator te bedienen. Dit project loopt in 2006 af. We hebben breedtesportmiddelen ook ingezet voor projecten Sport en Welzijn, verbetering van de verenigingsstructuur van de zwemverenging Trivia en aanpassingen aan het Helperbad om dit bad geschikt te maken als verenigingsbad voor Trivia. Cultuur De hoofdlijnen van het beleid in het jaar 2004 bestonden uit de volgende relevante beleidsdocumenten: Cultuurnota De Kunst van Groningen (2000), de Discussienotitie Kansen voor Kunst(enaars) (2003). In het collegeprogramma 2002 – 2006 hebben we helder aangegeven dat wat ons betreft het cultuurbeleid in deze stad op twee pijlers rust: het versterken van de bestaande culturele infrastructuur en het laten excelleren van jonge kunstenaars. Daarnaast vinden we festivals, Noorderzon, Noorderslag en Noorderlicht, vanwege hun laagdrempeligheid en mogelijkheden voor het presenteren van noordelijk talent belangrijke elementen in ons cultuurbeleid. Kaderstellende nota’s • Hoofdlijnennotitie bibliotheekbeleid (vastgesteld 28 januari 2004). • Cultuurnota In het oog, in het hart (vastgesteld 24 november 2004). Activiteiten 2004 Versterken en profilering van de culturele infrastructuur Bibliotheekbeleid In de raadsvergadering van 28 januari 2004 is de Hoofdlijnennotitie voor het bibliotheekbeleid vastgesteld. Als vervolg daarop heeft de bibliotheek het uitwerken van drie modellen ter hand genomen. We verwachten in de tweede helft van 2005 een definitief voorstel van de bibliotheek. De fusie van de voormalige Provinciale Bibliotheekcentrale en de stadsbibliotheek is geëvalueerd. Kansen bieden aan jong en nieuw talent Convenantsoverleg Cultuur In 2004 hebben we de afspraken met de rijksoverheid in het kader van de rijkscultuurnota uitgevoerd. Dat hield in dat wij een bijdrage van 58 duizend euro hebben gestort om een verhoging van de rijksbijdrage aan een aantal noordelijke instellingen te matchen.
Gemeenterekening 2004
Pagina 58 van 147
Groningse Nieuwe In het kader van de cultuurnota hebben wij in 2004 het instrumentarium ontwikkeld waarmee we jonge talentvolle kunstenaars groeimogelijkheden kunnen bieden. Met dit beleid en met de producten van de jonge kunstenaars willen wij ons profileren. Adviesstructuur In 2004 hebben wij voor de cultuurnota, maar ook voor de incidentele subsidies op het gebied van de podiumkunsten en van de beeldende kunst dankbaar gebruik gemaakt van de adviezen van de Groninger Adviescommissie Cultuur en de Provinciale Adviesraad Beeldende Kunst. Beide hebben aangegeven dat in de toekomst de advisering vanuit één orgaan mogelijk is. Liga 68 Ook in 2004 heeft Liga 68 de Groninger satelliet van het internationaal Film Festival Rotterdam georganiseerd. Verder presenteerde het filmhuis Images, waarin Liga participeert in 2004 in totaal 253 verschillende films, 36 landelijke premieres en 21 bijzondere filmische evenementen. In de Overgangsregeling 2004 heeft Liga 68 in 2004 20 duizend euro ontvangen om het exploitatietekort op te kunnen vangen. Volksfeesten Koninginnedag 2004 was bijzonder vanwege het bezoek van de koningin. Een aparte projectgroep heeft samen met de Oranjevereniging een prachtig programma opgezet. Bevrijdingsdag stond in het teken van de Nationale Viering 5 mei. Het avondprogramma vond plaats in het Stadspark en trok ca 25.000 bezoekers. Het voor 2004 toegekend budget van 60 duizend euro is helemaal besteed. Investeren in de festivals Noorderslag, Noorderlicht en Noorderzon Noorderslag Eurosonic/Noorderslag is het grootste Europese muziekevenement in de media na het Eurovisie Songfestival. De organisatie heeft 20 duizend euro ontvangen. Ook in 2004 vond de manifestatie Noorderslag plaats in Oosterpoort met een staalkaart van de Nederlandse popmuziek en de uitreiking van de popprijs op acht podia met meer dan 40 acts. Tijdens Eurosonic vonden op circa 20 podia 120 acts uit 18 landen plaats. Noorderzon In 2004 heeft Stichting Noorderzon in het kader van de overgangsregeling 2004 een bedrag van 50 duizend euro incidenteel extra ontvangen. In totaal 104 gezelschappen/groepen hebben 273 theater&crossover voorstellingen en muziekoptredens verzorgd (waarvan 46 gratis). Naast de dagelijkse vijf gratis voorstellingen zijn er ongeveer 26.000 kaartjes verkocht. Dat leverde in totaal ongeveer 110.000 bezoekers ( 2003: 300 voorstellingen, 31.000 kaartjes, 125.000 bezoekers). Uit publieksonderzoek blijkt dat 85% van de bezoekers uit Stad en Provincie komt, (waarvan ruim 70% uit de Stad), 12% komt uit andere provincies en 2% uit het buitenland. Noorderlicht De Fotomanifestatie Noorderlicht vond in 2004 plaats in Leeuwarden. In 2004 is een aanvang gemaakt met de huisvesting van Noorderlicht. We komen daar verderop op terug. Versterken van de mogelijkheid voor participatie Huursubsidie gemeentelijke podia. Van de in 2004 beschikbare 35 duizend euro is er 16 duizend euro verleend aan instellingen. Het resterende bedrag van 19 duizend euro hebben wij beschikbaar gesteld aan de De Oosterpoort/Stadsschouwburg om de huurprijs in 2005 laag te houden. Definitieve aanvragen rijksplannen In 2004 zijn de definitieve aanvragen voor het Actieplan Cultuurbereik, de Geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving en de Versterking Cultuureducatie Primair Onderwijs door de raad vastgesteld en bij het rijk ingediend en inmiddels goedgekeurd.
Gemeenterekening 2004
Pagina 59 van 147
Nieuw Beleid 2004 Cultuurnota Het budget voor de cultuurnota is door uw raad op 25 februari 2004 beschikbaar gesteld aan: Grand Theatre Images/Liga68 Noorderlingen Noordelijk Scheepvaartmuseum
29.500 20.000 12.250 12.000
Pavlov Noorderslag Noorderlicht Noorderzon Stadsdichter Jungle Warriors IN Baby Pander Volksfeesten/Bevrijdingsfestival Wallhouse Huursubsidies amateurs
70.600 27.000 19.900 50.000 8.500 10.250 15.000 107.000 20.000 35.000
Ateliers Aquamarijnstraat Noordelijk Convenant Totaal
5.000 58.000 500.000
De Stadsschouwburg en De Oosterpoort Voor noodzakelijke investeringen in de Stadsschouwburg en De Oosterpoort was in 2004 2,5 miljoen euro beschikbaar. Het onderhoud en een kleine verbouwing van de Stadsschouwburg zonder de juiste vergunningen leidde tot een conflict met de maakster van de plafondschilderingen in de Stadsschouwburg. De rechterlijke uitspraak inzake leidde tot extra kosten die in de exploitatie zijn verantwoord. We hebben een investeringsplanning gemaakt voor het noodzakelijk (groot) onderhoud en vervangingsinvesteringen voor beide huizen. De afweegbare onderdelen van het onderhoud en de investeringen gaat een extern deskundige beoordelen. Op basis van dat externe advies stellen we een definitieve investeringsplanning op. Deze gaan we met een afzonderlijke kredietaanvraag aan uw raad voorleggen. Depot Groninger Museum Op 29 september 2004 heeft uw raad een deel van het beschikbare budget toegekend aan het Groninger Museum voor de aankoop van een pand, op 22 december gevolgd door een definitief besluit het budget van 3 miljoen euro beschikbaar te stellen voor een nieuw depot. Centrum voor Natuur en Milieu Voor de dekking van het in 2003 ontstane tekort is een budget van 200 duizend euro structureel beschikbaar gekomen. Daarmee worden onder meer de centrale faciliteiten en activiteiten als de thematentoonstellingen en het aanbod voor het onderwijs gedekt. Fonds Kunst en Economie Het fonds Kunst en Economie is een samenwerkingsverband tussen bedrijfsleven en het Groininger Museum met als doel hoogwaardige manifestaties tot stand te brengen. Vanwege het grote economische belang van dit revolverende fonds heeft de gemeente vanuit de economische portefeuille een bijdrage van 100 duizend euro beschikbaar gesteld. Cultuureducatie 138 duizend euro s / 45 duizend euro i Wij stimuleren cultuurparticipatie van kinderen en jongeren door in het primair- en voortgezet onderwijs te investeren in cultuureducatie. De scholen kunnen bij de gemeente subsidie krijgen voor het aanstellen van een cultuurcoördinator en het ABCG voor begeleiding.
Gemeenterekening 2004
Pagina 60 van 147
Resultaat: Twaalf scholen maken in schooljaar 2004 – 2005 gebruik van de subsidiemogelijkheden en de begeleiding van het ABCG. Hiermee bereiken we ongeveer 1200 kinderen. Knelpunten voorzieningen amateurs 110 duizend euro i Voor 2004 is 110 duizend euro beschikbaar voor het aanpakken van repetitiefaciliteiten voor amateurs. Het budget voor 2004 is gebruikt voor uitbreiding bij stichting Viadukt en voor herstel van achterstallig onderhoud bij stichting Kolder en Ko. Stedelijke Muziekschool Rond de Stedelijke Muziekschool zijn geen grote bijzonderheden te melden. Een mogelijke fusie met het Kunstencentrum is voorlopig weer achter de horizon verdwenen na de grote provinciale bezuinigingen op het Kunstencentrum. OOGTV en OOGRadio In de periode 2004-2006 gaat OOGRadio en OOGTV als project lokale omroep verder. OOG is in 2004 begonnen met een wijkprogramma, door wijkbewoners zelf gemaakt. Kijk en luistercijfers over 2004 laten een stijgend weekbereik van OOGTV zien (in 2003 46%, in 2004 50%). OOG heeft in 2004 de status van reïntegratiebedrijf gekregen en kan in het kader van de WWB mensen blijven opleiden. Essent Kabelcom BV heeft aangekondigd de bijdrage ten behoeve van de lokale omroep te willen afbouwen, te beginnen in 2004. Onduidelijk is nog of Essent zijn bijdrage 2004 inderdaad verlaagt. Huisvesting Noorderlicht en Noorderzon/ateliersvorming Begin 2004 is aan woningcorporatie IN een beschikking gestuurd voor het realiseren van huisvesting van Noorderlicht en Noorderzon in het pand van Baby Pander aan het A-kerkhof. Met de verbouwing is in 2004 aangevangen, oplevering zal in het voorjaar van 2005 plaatsvinden.
Wat heeft het gekost? Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 6.08 OCSW 6.09 OCSW 6.11 OCSW 6.12 OCSW 6.13 OCSW 6.14 OCSW 6.15 OCSW 6.16 OCSW 6.17 OCSW 6.18 OCSW 6.19 OCSW 6.21 OCSW
Productgroep Natuurmuseum Stedelijke Muziekschool Podiumkunsten Beeldende kunst en musea Film Letteren en bibliotheek Amateurkunst en kunsteducatie Overige culturele activiteiten (Sport)accommodaties Zwembaden en Kardinge Sportondersteuning Mediabeleid Totaal saldi voor reserve mutaties
Primitieve Begroting -1.369 -2.288 -6.485 -3.758 -147 -5.146 -1.238 -901 -4.594 -5.582 -973 -129 -32.610
Actuele Begroting -1.639 -2.511 -9.216 -6.411 -238 -5.229 -1.650 -1.092 -6.126 -5.292 -1.104 -478 -40.986
Rekening 2004 -1.516 -2.488 -9.812 -6.411 -167 -5.072 -1.629 -1.026 -6.091 -5.498 -1.067 -479 -41.256
Verschil
0 0
0 0
-41.256
-270
Reserve mutaties Totaal toevoegingen Totaal onttrekkingen Totaal saldi na reserve mutaties Nieuw beleid Prod.nr. Dienst Programma Sport en Cultuur 6.21 OCSW 6.15 OCSW OCSW
Gemeenterekening 2004
-32.610
-40.986
Begroting 2004 Naam beleidswijziging OOG TV en radio Cultuureducatie Voorzieningen voor sport, cultuur en buurten
(i)
Realisatie 2004 (s)
350 45 500
123 23 -596 0 71 157 21 66 35 -206 37 -1 -270
(i)
138
(s) 350 45 500
Pagina 61 van 147
138
Nieuw beleid Prod.nr. 6.09
Begroting 2004 Dienst OCSW
Naam beleidswijziging Muziekschool Educatief centrum Natuur en 6.08 OCSW Milieu 6.18 OCSW Onderhoud zwembaden Sportcoordinatoren 6.33 OCSW Vensterschool 6.19 OCSW Jeugdsportsubsidies Stadschouwburg/Oosterpoor 6.11 OCSW t 6.12 OCSW Depot Groninger Museum 6.16 OCSW Cultuurnota 6.12 OCSW Noorderlicht 7.12 RO/EZ Fonds Kunst en Economie Totaal programma Sport en Cultuur
(i)
Realisatie 2004 (s)
(i)
175
(s) 175
200
58
200
58 25
2.500 2.500 500 100 100 6.828
363
25 2.500 2.500 500 100 100 6.828
Productgroep Podiumkunsten N 596 De belangrijkste afwijking heeft betrekking op horeca & hospitality. Het nadelig resultaat wordt voor een deel veroorzaakt doordat de werkmaatschappij de catering verzorgt in sportcentrum Kardinge en het personeelsrestaurant OCSW. Dat laatste was al zo, maar de verhuizing van OCSW naar het pand aan de Europaweg was een belangrijke verandering. Het faillissement van de externe cateraar op sportcentrum Kardinge veroorzaakte een enorm probleem; door middel van de inzet van horeca & hospitality werkmaatschappij OPSB werd dat probleem inhoudelijk opgelost.
Gemeenterekening 2004
Pagina 62 van 147
363
2.10
Integratie
Inhoudelijk gezien is er veel gebeurd. De vierjarige projectperiode van Ganashi liep af. De inburgeringsvisie heeft geleid tot het overbrengen van dit onderdeel naar de Dienst Sozawe. Het subsidiebeleid is fors veranderd, ook om de opgelegde bezuinigingen te kunnen realiseren. En als laatste is door het uitblijven van duidelijk rijksbeleid voor asielzoekers in de noodopvang de druk op de gemeentelijke middelen gebleven. Geactualiseerde kaderstellende nota’s • Op eigen kracht: visie op zelforganisaties (2004) • Voortgang Ganashi en implementatie Forsa (2004)
Wat hebben we er voor gedaan? Activiteiten 2004 • Er is een nieuw concept ontwikkeld in de plaats van de Minderhedenraad (Agora). • De Groninger Kracht Centrale is van start gegaan per 1 september 2004 voor een projectperiode van 7 maanden. (tot 1 april). Initiatieven gericht op integratie worden kort maar krachtig ondersteund tot het niveau dat men zelfstandig verder kan. • Groningen is pilotgemeente geworden voor emancipatieprojecten voor allochtone vrouwen en meisjes (cie. PAVeM). We ontvangen extra ondersteuning bij het ontwikkelen van een gericht emancipatiebeleid, en financieringsmogelijkheden worden optimaal benut. • Als opmaat voor een integratiemonitor is een Antillianenmonitor ontwikkeld. • Anti Discriminatie Bureau. In nauw overleg met de provincie is besloten de resultaten van een pilot af te wachten (tijdelijke versterking van het Anti Discriminatie Bureau) alvorens als gemeente hierop in te spelen. De discussie daarover zal in 2005 plaatsvinden. Van rijkswege bleek voor dit doel geen geld meer te komen. • De landelijke ontwikkelingen op het gebied van asiel en terugkeer kenden een chaotisch verloop. Dat resulteerde in veel vragen en brieven van burgers over concrete problematische situaties van al dan niet uitgeprocedeerde asielzoekers. Steeds zijn de gevolgen voor de lokale situatie in beeld gebracht. Ook is een beleidslijn ontwikkeld voor de concrete rol van de gemeente inzake het terugkeerproces. De noodopvang door stichting Transit is voortgezet. • Er zijn ontmoetingen georganiseerd tussen college, fractievoorzitters, moslim- en kerkelijke organisaties n.a.v. de moord op Theo van Gogh. Deze hebben inmiddels tot vervolginitiatieven geleid. In de Korrewegwijk organiseerde het COS kleinschalige gesprekken over Groningen na 11 september. Op basis hiervan is ook een handleiding gemaakt. • Het stoppen met het OALT onderwijs is in goede banen geleid. Visie Integratiebeleid De visie Bruggen slaan is eind 2003 vastgesteld. Een brede discussie heeft niet plaatsgevonden. Een uitvoeringsprogramma zal in het najaar van 2005 gestalte krijgen Inmiddels is een aantal ontwikkelingen die in de visie benoemd waren in gang gezet. Door de wethouderswisseling is in de tweede helft van 2004 een pas op de plaats gemaakt. Inmiddels is een aantal accenten benoemd, die leidend zullen zijn voor de inrichting van de uitwerking. Subsidiebeleid In 2004 is het voorgestelde beleid verwoord in de beleidsnota “Op Eigen Kracht” met de zelforganisaties besproken. In diverse sessies met de wethouder is over de integratienota “Bruggen slaan” en het voorgenomen beleid voor de zelforganisaties van gedachten gewisseld. De instellingen waren bezorgd over de effecten van de bezuinigingen op het minderhedenbudget. Daarna leverde de inspraakprocedure geen reacties meer op. Op 29 september werd de nota “Op Eigen Kracht” vastgesteld door de raad. Inmiddels is ook de algemene subsidieverordening op dit punt aangepast en in werking getreden. Er is in 2004 aan 20 zelforganisaties een subsidie verstrekt. Verder zijn verschillende initiatieven van derden gesubsidieerd vanuit het projectenfonds (nu Stimuleringsfonds), die bijdragen aan de integratie. Een voorbeeld is de
Gemeenterekening 2004
Pagina 63 van 147
kadertraining aan de Somalische zelforganisatie Samatalis, waarbij ook aandacht was voor de onderlinge (clan)verhoudingen. Andere voorbeelden zijn het Caribisch carnaval, de Zomerschool, open dag van levensbeschouwelijke instellingen, cultureel festival Payam etc. Opvallend is dat een aantal nieuwe groepen zich meldde: West-Afrikanen, Soedanezen en de Hindoestanen. De opdracht voor het Stedelijk Allochtonenteam is iets gewijzigd bij de overgang van Wing naar de MJD. Naast de consulentfunctie voor zelforganisaties is er nu ook specifieke aandacht voor emancipatie en participatie van allochtone vrouwen. Ganashi Voor het project Ganashi was 2004 het laatste jaar. Deels stond het in het teken van afronding, deels van de voorbereiding van een doorstart en borging van een aantal succesvolle activiteiten, zoals de Helpdesk van Forsa en de Ambientes. De extra inzet inzet in Beijum Oost betekent een welkome extra investering in de Antillianenaanpak. Vorig jaar heeft de raad voor de zomer een voortgangsrapportage ontvangen. In maart 2005 is in de commissie een eindrapportage geweest over Ganashi, met daarin ook een verantwoording over 2004. In algemene zin willen we hier benoemen: • de voorbereiding voor de realisatie van een nieuwe Ambiente in Beijum Oost. • een succesvolle Top-50 aanpak, na aanvankelijke startproblemen, met een methode die werkt. • de realisatie van huisvesting en woonbegeleiding voor tientallen Antillianen middels een drietal woonprojecten. • voortgezette aanpak van de politie (Antarteam, contactfunctionarissen). • druk bezochte sportieve en recreatieve zomeractiviteiten. • realisatie van de sleutelwerkplaats (hobbywerkplaats in de weekends). • start van het Pa di Lanti project (orientatie en motivatieproject toeleidend naar werk). • de ontwikkeling van een Antillianenmonitor om de ontwikkelingen de komende jaren te kunnen volgen. • Een succesvolle aanpak van overlastveroorzakers op het winkelcentrum Beijum Oost (hulpverlening, maar ook is bv voor 20 mensen huisvesting gerealiseerd). • Forsa heeft een groot bereik dankzij de helpdeskmedewerkers en de drie Ambientes in Beijum, Vinkhuizen en Lewenborg. Doordat de betrokken medewerkers in 2005 in dienst komen bij Werkprojecten (beheer) en MJD (als activerende toeleiders) wordt dit bereik ook gerealiseerd door ‘reguliere’ instanties. • Op 23 augustus bracht minister Verdonk een werkbezoek aan Ganashi. Ze was zeer te spreken over de Groninger aanpak. Een belangrijk en merkbaar effect is dat alle partijen er over eens zijn dat de overlast door Antillianen substantieel is afgenomen. Het doel van Ganashi was echter ook een structurele positieverbetering van Antillianen. Dat vraagt om voortgezette aandacht, ook in de komende jaren. Nieuw beleid 2004-2006 Ganashi Er is incidenteel 300 duizend euro beschikbaar gesteld. Het bedrag is toegevoegd aan het Ganashibudget. In de evaluatie van Ganashi vindt u een verantwoording van de besteding.
Gemeenterekening 2004
Pagina 64 van 147
Wat heeft het gekost? Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 6.24 OCSW
Productgroep Minderhedenbeleid Totaal saldi voor reserve mutaties
Primitieve Begroting -891 -891
Actuele Begroting -1.201 -1.201
Rekening 2004 -664 -664
Verschil 537 537
Reserve mutaties Totaal toevoegingen Totaal onttrekkingen Totaal saldi na reserve mutaties
Nieuw beleid Prod.nr. Dienst Programma Integratie 6.24 OCSW Totaal programma Integratie
0 0 -891
-1.201
-664
Begroting 2004 Naam beleidswijziging Ganashi
(i)
Realisatie 2004 (s)
300 300
537
(i)
(s) 300 300
Productgroep Minderheden beleid V 537 Het voordeel op de productgroep Minderhedenbeleid is met name ontstaand door een vrijval van 480 duizend euro inzake het project Ganashi. Dit project is per 1 januari 2005 beëindigd. Het project werd gefinancierd met rijksgeld en gemeentelijk geld. Aan de voorwaarde van matching tussen rijks- en gemeentelijk geld is ruimschoots voldaan. In oktober 2005 moet Ganashi met het rijk worden afgerekend. Op dit moment wordt er volop gewerkt aan een “Evaluatie en Vervolgaanpak Antillianen en Arubanen” en dan met name voor de jaren 2005 en 2006.
Gemeenterekening 2004
Pagina 65 van 147
2.11 Overzicht algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien 2.11.1
Inleiding
Niet alle baten en lasten (productgroepen) van de gemeentelijke organisatie kunnen worden toebedeeld aan inhoudelijke programma’s. Het gaat voornamelijk om de baten en lasten van de concernafdelingen van de Bestuursdienst en een stuk van de DIA (facilitaire afdelingen en publieke dienstverlening). Deze baten en lasten maken we zichtbaar in dit afzonderlijke programma omdat verdeling van deze kosten over de overige programma’s een redelijk willekeurige operatie zou worden. Binnen het programma ‘Overig’ maken we drie productgroepen afzonderlijk zichtbaar, de overige zijn in één onderdeel samengenomen. Afwijkingen groter dan 250.000 euro worden hierbij toegelicht. Overige interne productgroepen/stelposten Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 1.03 DIA 1.06 DIA 7.11 RO/EZ
Productgroep Burgerzaken Gemeentelijk Informatiecentrum Stadsdeelcoordinatie Overige interne productgroepen / stelposten Totaal saldi voor reserve mutaties Reserve mutaties Totaal toevoegingen Totaal onttrekkingen Totaal saldi na reserve mutaties
Nieuw beleid Prod.nr. Programma Overig 9.08 9.06 1.12
Primitieve Begroting -3.627 -2.252 -1.300 -41.525 -48.704
Actuele Begroting -3.320 -2.187 -1.768 -39.053 -46.328
Rekening 2004 -3.491 -1.994 -1.675 -38.788 -45.948
Verschil
-1.175 10.456
-1.175 10.456
-1.175 10.456
-39.423
-37.047
-36.667
0 0 0 380
Begroting 2004 (i) (s)
Dienst
Naam beleidswijziging
BSD Concern DIA
Raad Buffer extra bezuinigingen Rijk Stad en Stadhuis Bezuinigingen gesubsidieerde arbeid
Totaal programma Overig
25 3.000 200 200 3.425
-171 193 93 265 380
Realisatie 2004 (i) (s) 25
25 3.000 22 200 3.247
25
25
25
Toelichting Nieuw Beleid Ten behoeve van Stad en Stadhuis is in 2004 in totaal 200 duizend euro ter beschikking gesteld voor incidenteel nieuw beleid. Dit bedrag is slechts gedeeltelijk besteed. De oorzaak is dat de vacature van projectleider Stad en Stadhuis een groot gedeelte van het jaar niet is ingevuld. Hierdoor heeft de uitvoering van het programma enige vertraging opgelopen en zijn niet alle projecten uitgevoerd. Voor een nadere analyse van Stad en Stadhuis verwijzen wij naar paragraaf 3.8.
2.11.2
Algemene inkomsten en post onvoorzien
In het onderstaande overzicht zijn de algemene inkomsten en de besteding van de post onvoorzien opgenomen. De afwijkingen zijn vervolgens toegelicht. Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 1.04 DIA 1.04 DIA 1.04 DIA 1.04 DIA ADF
kort Onroerende zaakbelasting Roerende zaakbelasting Hondenbelasting Logiesbelasting Saldo financieringsfunctie
Gemeenterekening 2004
Primitieve Begroting 46.488 78 540 238 492
Actuele Begroting 46.488 78 540 238 832
Rekening 2004 48.031 95 540 282 1.825
Verschil 1.543 17 0 44 993
Pagina 66 van 147
Bestaand beleid Prod.nr. Dienst 9.06 BSD 9.06 BSD 9.06 BSD
kort Algemene Uitkering Post onvoorzien Rente reserves Saldo comp. BTW en uitkering BCF Dividenden Totaal saldi na reserve mutaties
Primitieve Begroting 185.124 -500 1.466
Actuele Begroting 180.072 -500 1.466
1.561 235.487
1.561 230.775
Rekening 2004 173.045 -445 1.470 -1.295 2.835 225.933
Verschil -7.027 55 4 -1.295 1.274 -4.842
Onroerende zaak belasting N 1.543 Er is een meeropbrengst OZB van ruim 1,5 miljoen euro als gevolg van een betere aanslagoplegging (koppeling belastingen taxatiesysteem). Saldo financieringsfunctie V 993 Op ‘saldo financieringsfunctie’ is een incidenteel resultaat ter grootte van 993 duizend euro. Dit is als volgt te verklaren: Voor de financiering van de lange vermogensbehoefte wordt (limitatief) gebruik gemaakt van een deel van het overschot aan korte middelen. De lange vermogensbehoefte wordt daarnaast ook gefinancierd met de, bij de ADF, aangehouden dienstreserves en –voorzieningen. Het voordeel als gevolg van deze (relatief) goedkope vorm van financiering, bedraagt in 2004 996 duizend euro. Algemene uitkering N 7.027 De algemene uitkering uit het Gemeentefonds is zeven miljoen euro minder dan verwacht. In de voortgangssrapportage 2004-II was dit nadeel voorzien. Het resultaat wordt hieronder verklaard: a) Nadeel algemene uitkering 2002 en 2003 Algemene uitkering 2002
0,7 miljoen N
Behoedzaamheidsreserve 2003
2,9 miljoen N
Volume-ontwikkelingen 2003 0,3 miljoen V
De algemene uitkering over 2002 valt 0,7 miljoen euro lager uit doordat de OZB-capaciteit naar boven is bijgesteld. De circulaire gemeentefonds van maart 2004 meldt het lager uitvallen van de rijksuitgaven over 2003, waardoor het accrespercentage is uitgekomen op 2,81. Ten opzichte van de junicirculaire 2003 is dat 1,55% lager. Op grond hiervan komt de behoedzaamheidsreserve (BRES) slechts voor 0,1 miljoen euro tot uitbetaling. Met de volledige uitbetaling van de BRES (=3 miljoen euro) is rekening gehouden, zodat een nadeel resteert van 2,9 miljoen euro. Het volume van de bijstands- en uitkeringsontvangers is over 2003 minder neerwaarts bijgesteld en het klantenpotentieel en de omgevingsadressendichtheid naar boven. Dat levert 0,3 miljoen euro extra inkomsten op.
Totaal 3,3 miljoen N
b) Landelijke ontwikkelingen 2004 Uitkeringsfactor
8,1 miljoen N
Nominale ontwikkeling
2,1 miljoen V
De ontwikkeling van de aantallen eenheden van de verdeelmaat- staven en het accres leiden tot wijzigingen in de uitkeringsfactor. In totaal een daling met 50 punten, hierdoor neemt de algemene uitkering met 7,4 miljoen af, terwijl in de begroting rekening is gehouden met 0,7 miljoen extra inkomsten zodat sprake is van een netto-nadeel van 8,1 miljoen euro. De lagere nominale ontwikkeling leidt tot 2,1 miljoen euro minder uitgaven (lagere compensatie aan diensten)
Totaal 6,0 miljoen N
Gemeenterekening 2004
Pagina 67 van 147
c) Plaatselijke volume-ontwikkeling 2004 Inkomsten: Sociale factoren:
0,8 miljoen N 3,6 miljoen V
Centrumfunctiefactoren:
0,1 miljoen V
Fysieke factoren::
0,9 miljoen V
Meer OZB-belastingcapaciteit leidt tot 0,8 miljoen euro minder inkomsten Meer jongeren, minder ouderen, meer bijstandsontvangers, meer uitkeringsontvangers, meer minderheden dan begroot betekenen per saldo 3,6 miljoen euro extra inkomsten. Meer klantenpotentieel dan begroot betekent 0,1 miljoen euro extra inkomsten Meer woonruimten en een hogere omgevingsadressendichtheid resulteren in 0,9 miljoen euro extra inkomsten
Totaal 3,8 miljoen V
d) BTW-compensatiefonds BTW-compensatiefonds
1,5 miljoen N
De omvang en uitname uit het gemeentefonds over 2004 wordt medio 2005 definitief vastgesteld op basis van de werkelijke claims op het BCF, rekeninghoudend met de andere voedingsbronnen. De eerste tekenen wijzen er op dat de voorcalculatorische uitname uit het gemeentefonds te laag is geweest. Rekening wordt gehouden met een nacalculatie van 1,5 miljoen euro. Wij stellen voor om dit nadeel na resultaatbepaling te verrekenen met de BCF-egalisatiereserve. Afgesproken is immers dat de financiële effecten van invoering van het BCF t/m 2005 budgettair neutraal worden opgenomen.
Totaal 1,5 miljoen N
Post onvoorzien V 0,055 In de begroting is een bedrag opgenomen voor onvoorziene uitgaven. De bestedingen vanuit de post onvoorzien zijn in het volgende overzicht weergegeven: Post onvoorzien in Begroting Onderdeel
500
Diaghilev Festival Congres kinderopvang Kon. Vereniging van Volksvermaken Verhuiskosten woonschepenhaven Koninginnedag resterende kosten koninklijk bezoek - bijdrage aan provincie voor spectakel Grote Markt - programmering 1&2 mei bijdrage aan Marketing Groningen - bijdrage aan boek 'Groningen van alle tijden' Nationale viering 5 mei Muziekverzamelgebouw Muziekcentrum (motie) Groninger Archieven MPC/Capitals (Donar) Jabalya (motie begroting 2005)
-30 -20 -22 -4
Beschikbaar post onvoorzien (vrijval in resultaat)
-6 -100 -40 -23 -30 -50 -62 -30 -28 55
Saldo compensabele BTW en uitkering BCF N 1.295 Het Rijk betaalt 5% van de gedeclareerde compensabele BTW niet uit. Over 2004 is een bijdrage geclaimd uit het BCF van 25,9 miljoen euro. Per saldo is dat is een nadeel van 1,3 miljoen euro. Dividenden V 1.274 De inkomstenbron dividenden bestaat uit het dividend BNG en Essent. In de begroting was een opbrengst voorzien van 1,5 miljoen euro. De hogere realisatie van opbrengsten wordt veroorzaakt door een hoger dividend BNG in verband met het 90-jarig bestaan van de BNG (0,8 miljoen). De dividend-uitkering van Essent was overeenkomstig voorgaande jaren hoger dan geraamd (0,5 miljoen euro).
Gemeenterekening 2004
Pagina 68 van 147
3
Paragrafen
In het Besluit Begroting en verantwoording (BBV) is bepaald dat in het jaarverslag zeven verplichte paragrafen worden opgenomen. Ze bevatten de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragrafen in de begroting is opgenomen. Het doel van de paragrafen is om onderwerpen die verspreid in de jaarstukken staan gebundeld weer te geven. Naast de zeven verplichte paragrafen heeft de raad ervoor gekozen om ook hier nog twee paragrafen aan toe te voegen. Dit zijn Stad en Stadhuis en het Stadsdeelprogramma. Achtereenvolgens behandelen we de volgende paragrafen: Lokale heffingen; Weerstandsvermogen; Onderhoud kapitaalgoederen; Treasuryparagraaf; Bedrijfsvoeringsparagraaf; Verbonden partijen; Grondbeleid; Stad en Stadhuis; Stadsdeelprogramma.
Gemeenterekening 2004
Pagina 69 van 147
3.1
Lokale heffingen
In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de lokale lasten voor de burgers. Naast het gebruikelijke overzicht van onze eigen inkomstenbronnen geven we een korte beschrijving van ons beleid ten aanzien van de omvangrijkste heffingen. We presenteren een vergelijk van de lokale lastendruk met andere grote gemeenten in Nederland en we laten de kostendekkendheid van bepaalde tarieven zien. De gemeentelijke heffingen zijn na het totaal van de specifieke of doeluitkeringen en de algemene uitkering de belangrijkste bron van inkomsten voor de gemeente. Bij de heffingen dient onderscheid te worden gemaakt tussen belastingen en rechten. Belastingen hebben een algemeen karakter en geen relatie met een gemeentelijke taak. Een voorbeeld daarvan is de onroerend zaak belasting (OZB). Bij rechten is wel sprake van een directe relatie met een gemeentelijke taak, zoals reiniging, riolering, vergunningen en leges. Hoewel de lokale heffingen slechts een beperkte gemeentelijke inkomstenbron zijn, is de invloed van uw raad hierop het grootst. Immers, de raad bepaalt welke belastingen er worden geheven, welke heffingsmaatstaven worden gehanteerd en welke tarieven daarbij gelden. De bekendste algemene belastingen zijn de onroerende zaakbelastingen en de hondenbelasting. De onroerende zaakbelastingen (onder te verdelen in één voor de gebruikers en één voor de eigenaren van onroerende zaken) wordt geheven op basis van artikel 220 van de Gemeentewet. De hondenbelasting is in artikel 226 van de Gemeentewet geregeld. Degene die de hond houdt, is belastingplichtige. Dit kan zowel de eigenaar als de verzorger zijn. In geld gemeten is de onroerende zaakbelasting veruit onze belangrijkste belasting. De opbrengst is vrij besteedbaar, evenals die van de roerende zaakbelasting en de hondenbelasting. Hieronder presenteren we een overzicht van de daadwerkelijke opbrengst over 2004 van de belangrijkste gemeentelijke belastingen, en rechten, waaruit blijkt hoeveel het “pakket belastingen in ruime zin” opleverde. We zetten deze cijfers af tegen de realisatie van vorig jaar en de begrote opbrengst:: Overzicht belangrijkste eigen inkomstenbronnen Omschrijving
Primitieve begroting 2004
OZB Roerende zaakbelasting Afvalstoffenheffing Reinigingsrechten Rioolrechten Hondenbelasting Precariorechten Begrafenisrechten Leges burgerzaken Bouwleges Leges brandweer Haven- en liggelden Tarieven sport (excl. huur ruimtes) Logiesbelasting Totaal
46.488 78 21.826 727 9.400 540 363 1.001 1.873 4.186 195 210 3.363 238 90.488
Actuele begroting 2004 46.488 78 21.826 727 9.454 540 174 1.053 1.873 5.589 195 214 3.314 238 91.763
Rekening 2004 48.031 95 21.517 870 9.509 540 164 1.277 1.952 5.775 181 157 3.206 282 93.556
Verschil 1.543 17 -309 143 55 0 -10 224 79 186 -14 -57 -108 44 1.793
Toelichting op relevante afwijkingen Hieronder geven we een nadere toelichting op de afwijkingen groter dan 100 duizend euro ten opzichte van de actuele begroting.
Onroerend- zaakbelastingen
V 1.543
Het voordeel is tweeledig, namelijk een meeropbrengst van 1,26 miljoen euro als gevolg van een betere aanslagoplegging (koppeling tussen het taxatiesysteem en het systeem waarmee de aanslagen worden aangemaakt) . Daarnaast 0,283 miljoen door de afwikkeling van nog openstaande posten ‘oude belastingjaren’.
Gemeenterekening 2004
Pagina 70 van 147
Afvalstoffenheffing
N 309
Reinigingsrechten
N 143
Begrafenisrechten
V 224
In de begroting werd uitgegaan van een aantal kwijtscheldingen van 10.500. In werkelijkheid zijn 12.015 verzoeken om kwijtschelding gedaan. Ook leegstand gedurende het jaar speelde een rol in de lagere totaalopbrengst. Eind 2003 zijn bedrijven aangeschreven waarvan niet bekend was hoe zij zich van afval ontdeden. De actie heeft geresulteerd in meer aanslagen voor reinigingsrechten over de jaren 2003 en 2004. In de totale opbrengst 2004 van 870 duizend euro zit 123 duizend euro voor 2003. De meeropbrengst is het gevolg van een groter aantal begrafenissen dan begroot.
Bouwleges
V 186 Er zijn in 2004 meer bouwvergunningen aangevraagd en verleend dan in de actuele begroting was meegenomen.
Tarieven sport (excl. huur ruimtes) N 108
De werkelijke opbrengst blijft achter bij de geactualiseerde begroting op vooral het onderdeel entreegelden recreatief (87 duizend euro ). De oorzaak is het lagere aantal bezoekers dan begroot. Beleid lokale heffingen Hierna geven we een beknopte beschrijving van het gemeentelijke beleid met betrekking tot de belangrijkste gemeentelijke heffingen: Onroerend zaakbelastingen Afvalstoffenheffing Rioolrechten Bouwleges
Onroerend zaakbelastingen
De onroerend zaakbelasting is de belangrijkste gemeentelijke belasting, niet alleen wat betreft de opbrengst, maar ook doordat deze opbrengst tot de algemene middelen behoort en dus vrij besteedbaar is. De hoogte van de aanslag is afhankelijk van de waarde van een pand en van de tarieven. Wat de tarieven betreft is het toegestaan te differentiëren tussen zowel de tarieven voor eigenaren en gebruikers als de tarieven voor woningen en niet-woningen. De toegestane bandbreedte wordt in onze gemeente maximaal benut. In ons collegeprogramma is de afspraak neergelegd dat de totale woonlasten per woning (onroerend zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolrechten) in deze collegeperiode niet uit zullen gaan boven het gemiddelde van de woonlasten van de grote steden, zoals die naar voren komen uit het Belastingoverzicht grote gemeenten. Het kabinet wil het gebruikersdeel OZB afschaffen en de stijging van de resterende OZB-tarieven maximeren. Wanneer de gemeentelijk tarieven boven een bepaalde drempelwaarde zitten, mogen ze niet meer stijgen dan circa 1,5% per jaar. In Groningen zullen we gehouden zijn aan de maximale stijging omdat onze tarieven ruim boven de drempelwaarde zitten. We houden hiermee vanaf 2006 rekening in het meerjarenbeeld.
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing. Dat betekent dat de opbrengst niet naar de algemene middelen vloeit, maar ingezet wordt om de kosten te dekken van de afvalinzameling en -verwerking. Ons beleid is dat de kosten van afvalinzameling en -verwerking volledig moeten worden gedekt door de opbrengsten van de afvalstoffenheffing (100%kostendekking). Groningen is een van de gemeenten waar een vast tarief per perceel wordt gehanteerd. De meeste gemeenten stellen het tarief van de afvalstoffenheffing afhankelijk van het aantal leden van een huishouden. Een toenemend aantal gemeenten koppelt het tarief aan de aangeboden hoeveelheid afval (diftar). Nadat in deze collegeperiode de ondergrondse inzameling van huishoudelijk afval zal zijn voltooid, zal een pilot worden gestart met gedifferentieerde tarieven. Als deze proef een positieve beoordeling krijgt (op technische aspecten, de gebruiksvriendelijkheid, de publieke acceptatie en de kosten), wordt diftar ook in Groningen ingevoerd.
Gemeenterekening 2004
Pagina 71 van 147
Rioolrechten
Gemeenten kunnen de kosten van het beheren en instandhouden van het rioolstelsel verhalen door rioolrechten te heffen. De opbrengst van de rioolrechten is geoormerkt. Ons beleid is erop gericht de kosten volledig te dekken uit de opbrengst van de rioolrechten. Rioolrechten kunnen zowel van de eigenaar (aansluitrecht) als van de gebruiker (afvoerrecht) worden geheven. Wij kennen alleen het aansluitrecht. Het tarief dat in rekening wordt gebracht, is een vast bedrag per aansluiting. Voor de rioolrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Bouwleges
Bij de bouwleges is 100%-kostendekkendheid ons uitgangspunt. Probleem bij de raming van de opbrengst bouwleges is dat van jaar tot jaar de omvang van de bouwprojecten sterk kunnen verschillen. Om risico’s van tegenvallende inkomsten zoveel mogelijk uit te sluiten, besloot de raad in 2001 een bestemmingsreserve bouwleges in te stellen.
Kwijtscheldingsbeleid
De voorwaarden waarbinnen gemeenten kwijtschelding van belastingen en heffingen mogen verlenen, zijn omschreven in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Deze ministeriële regeling is door middel van artikel 255 van de Gemeentewet ook van toepassing verklaard op belastingen van gemeenten. Al vele jaren hanteren we ook een gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid. Hiervoor komen bij ons de volgende belastingen en heffingen in aanmerking: onroerend zaakbelasting wegens gebruik als woning; roerende zaakbelasting wegens gebruik als woonruimte; hondenbelasting alleen voor de eerste hond tot 60%; afvalstoffenheffing (de vaste component). Bij het vaststellen van de betalingscapaciteit wordt 100% van de genormeerde bijstandsuitkeringen aangemerkt als kosten van bestaan. Naast het kwijtscheldingsbeleid kennen we ons gemeentelijk minimabeleid, waarvoor destijds normen en criteria zijn vastgesteld. Ons minimabeleid bestaat uit individuele bijzondere bijstand en wordt gekenmerkt als maatwerk. Lokale lastendruk Jaarlijks verricht de stichting Coelo onderzoek naar de gemeentelijke lasten van de 35 grootste gemeenten van Nederland. In deze publicatie komt een aantal heffingen met betrekking tot de woonlasten en de kostendekkendheid van parkeren ieder jaar weer naar voren. In onderstaande tabel zijn de gegevens van onze gemeente voor de jaren 2003 en 2004 weergegeven met daarbij vergelijkend cijfermateriaal van de 35 grootste gemeenten in Nederland. De regel waar het gemiddelde staat vermeld, betreft het gemiddelde van de 35 grootste gemeenten. Groningen komt juist boven het gemiddelde uit.
Bron: COELO Groningen 2004 Groningen 2003 Alkmaar Almere Amersfoort Amsterdam Apeldoorn Arnhem Assen Breda Delft Dordrecht Ede Eindhoven Emmen Enschede
Gemeenterekening 2004
OZB eigenaar 175,26 171,57 154,76 201,20 262,79 131,16 231,75 305,68 164,56 165,51 188,62 157,86 233,58 155,28 231,61 215,13
OZB-gebruiker 140,41 137,39 123,81 161,61 210,23 105,17 185,40 245,43 131,83 132,89 151,10 134,02 187,58 124,56 186,19 172,36
reinigings heffing 273.60 234.84 227,64 272.88 254,60 264.14 258,98 155,64 278,16 294,36 304,11 211,20 285,48 259,00 249,96 280,92
Rioolrechten * 97,00 92,15 89,20 88,46 0,00 107,00 0,00 0,00 167,88 93,24 137,09 136,67 124,85 144,00 33,35 137,88
Zalmsnip 34.05 34.05 45,38 45.38 34,04 34.00 45.38 45.39 34,5 45.38 0 45,38 45,38 34,03 34,03 61,26
Woonlasten ** 652.22 601,9 550,03 678,77 693,58 573.96 630.75 661,37 707,93 640,62 780,92 594,37 786,11 648,81 667,08 745,03
Pagina 72 van 147
Bron: COELO Groningen Haarlem Haarlemmermeer Heerlen Hilversum Leeuwarden Leiden Lelystad Maastricht Middelburg Nijmegen Rotterdam s-Gravenhage s_Hertogenbosch Sittard-geleen Tilburg Utrecht Venlo Zaanstaf Zoetermeer Zwolle
OZB eigenaar
reinigings heffing
OZB-gebruiker
Rioolrechten *
179,87 171,57 251,72 173,15 202,98 235,28 324,78 265,86 195,09 154,07 327,04 172,77 147,06 191,68 188,50 152,16 201,14 206,55 183,66 283,24 203,43
144,10 137,71 202,25 138,52 162,96 188,43 326,48 212,87 156,98 123,35 261,95 138,29 117,83 153,84 151,25 121,73 161,27 165,45 147,24 226,94 163,37
273,60 268,20 205,80 296,16 299,40 282,00 0,00 264,60 228,40 222,37 36,38 223,20 265,22 268,80 255,76 277,12 166,20 295,58 223,20 269,04 223,82
97,00 88,92 109,00 165,24 167,76 0,00 0,00 0,00 113,94 141,90 78,95 121,22 66,87 84,54 106,05 92,18 145,46 159,72 152,88 0,00
131 192 327
105 155 326
0 241 304
Laagste Gemiddelde Hoogste
Woonlasten **
Zalmsnip
85,28
34,05 45,38 45,38 45,38 45,38 49,00 46,00 45,38 45,38 45,38 45,38 35,00 45,38 45,38 45,38 45,38 45,38 45,38 45,38 45,38 45,38
660,52 621,02 723,39 727,69 787,72 656,71 605,26 697,95 649,03 596,31 658,94 620,48 551,6 653,48 656,18 597,81 628,69 781,92 661,6 733,84 630,52
0 95 168
0 41 61
550 641 788
*: Meerpersoonshuishouding in woning met gemiddelde waarde ( ) **: Woonlasten zijn berekend als de som van OZB, rioolrecht en reinigingsheffing minus Zalmsnip.
Kostendekkendheid lokale heffingen Voor het gebruik van gemeentelijke infrastructuur en voor verlening van diverse diensten brengt de gemeente tarieven in rekening. In onderstaande tabel zijn de diverse lokale heffingen en de kostendekkendheid hiervan opgenomen. Omschrijving
Streef Percentage 2004
Primitieve begroting Actuele begroting 2004 2004
Rekening 2004
Haven- en liggelden
96%
64%
37%
28%
Begrafenisrechten
63%
62%
62%
60%
108% 100% 89% 100% 63% 100% 52% 46% 100% 100%
108% 100% 89% 100% 63% 100% 52% 46% 100% 100%
106% 100% 63% 98% 65% 96% 38% 31% 100% 100%
Volkstuinen Riolering Rechten staanplaatsen woonwagens Bouwvergunning Reisdocumenten Rijbewijzen Inlichtingen/afschriften Huwelijken Leges Brandweer Afvalstoffenheffing
Gemeenterekening 2004
100% 100% 100% 100% 100% 75% 100%
Pagina 73 van 147
Gemeentelijk tarievenbeleid Voor een groot aantal producten en diensten brengt de gemeente tarieven in rekening. Het oorspronkelijke tarievenbeleid, waarbij uitgangspunten werden vastgesteld voor de kostendekkendheid van de eigen inkomsten, dateert uit 1991. Toen zijn er afspraken gemaakt over de gewenste mate van kostendekkendheid. In de loop van de jaren is de wetgeving met betrekking tot de tariefbepaling van gemeentelijke rechten aangepast, ontwikkelde zich het inzicht in het toerekenen van kosten en werd het rijksbeleid met betrekking tot gemeentelijke inkomensregulerende maatregelen aangescherpt. Bij de jaarlijkse vaststelling van de tarieven is met bovenstaande ontwikkelingen wel rekening gehouden, maar een integrale beleidsnota is niet verschenen. In januari 2004 zijn -op hoofdlijnen- nieuwe uitgangspunten geformuleerd. Kern hiervan is volledige kostendekkendheid van de tarieven, tenzij dit vanwege toegankelijkheid of marktwerking niet wenselijk zou zijn. In 2004 zijn alle publiekrechtelijke tarieven doorgelicht en heeft uw raad in november 2004 een nieuwe tarievennota vastgesteld waarbij het uitgangspunt is genomen dat afnemers van onze producten en diensten de volledige kostprijs betalen. De privaatrechtelijke tarieven worden in 2005 doorgelicht.
Gemeenterekening 2004
Pagina 74 van 147
3.2
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is gedefinieerd als “de relatie tussen enerzijds de weerstandscapaciteit en anderzijds onvoorziene risico’s” en is geconcretiseerd als de weerstandcapaciteit die resteert indien de ons bekende risico’s hierop in mindering zijn gebracht. De relevante kengetallen voor 2004 zijn: bedragen x duizend euro
Omvang risico’s (A) Weerstandscapaciteit (B) waarvan (dienst) egalisatie reserves (C) Totaal lasten rekening D) - Dekkingspercentage weerstandscapaciteit (B vs.A) - Dekkingspercentage (dienst) egalisatie reserves (C vs. A) - Risico’s als percentage van de lasten (A vs. D) - Weerstandscapaciteit als percentage van de lasten (B vs. D) Weerstandsvermogen (capaciteit uitgaande boven de geschatte risicoomvang B minus A)
Incidenteel
Structureel
15.109 42.405 17.489
6.153 500 0
Begroting jaarschijf 2004 21.262 42.905 17.489 926.190
Incidenteel
Structureel
15.027 59.266 17.598
23.637 500
Rekening jaarschijf 2004 38.664 59.766 17.598 935.226
202%
155%
82%
46%
2,3%
4,1%
4,6%
6,4%
21.643
21.103
De totale weerstandscapaciteit bedraagt eind 2004 60 miljoen euro. De in kaart gebrachte risico’s bedragen circa 39 miljoen euro. Om onverwachte en onvoorziene risico’s op te kunnen vangen staat ons de weerstandscapaciteit ter beschikking, voor zover deze de geschatte risico-omvang te boven gaat. Dit weerstandsvermogen bedraagt volgens de bovenstaande tabel 21 miljoen euro. Het werkelijke weerstandsvermogen is in 2004 nagenoeg gelijk als begroot, 21,1 miljoen euro ten opzichte van 21,6 miljoen euro. De ontwikkelingen met betrekking tot de weerstandscapaciteit hebben gelijke tred gehouden met die van de risico’s. Zo heeft bij de dienst SOZAWE de invoering van de Wet werk en bijstand en de incidentele financiering van structurele personeelslasten er toe geleid dat de reserves zijn opgehoogd om de grotere risico’s af te dekken. Het blijft niet eenvoudig om een uitspraak te doen of het niveau van het weerstandsvermogen voldoende is. Ten eerste ontbreekt op dit moment de mogelijkheid om het weerstandsvermogen in de tijd te kunnen vergelijken. Deze jaarrekening is immers de eerste waarin wij een aantal kengetallen over het weerstandsvermogen opnemen. De eigen trend is de belangrijkste graadmeter voor een beoordeling van het weerstandsvermogen. Ten tweede is een vergelijking met andere gemeenten praktisch niet mogelijk, want elke gemeente heeft haar specifieke omgeving en hanteert haar eigen uitgangspunten met betrekking tot het weerstandsvermogen. De daling van het dekkingspercentage (dienst)egalisatiereserves van 82% naar 46% is wel opvallend. Dit betekent dat er relatief minder dekking mogelijk is van onverwachte financiële situaties uit deze reserves. De daling wordt veroorzaakt door enerzijds de stijging van de risico’s en anderzijds de daling van de (dienst) egalisatiereserves. De berekening van de weerstandscapaciteit is conform het door de raad vastgestelde beleid, vastgelegd in de notitie weerstandsvermogen. Dit jaar is er voor het eerst een onderschrijding van 5,1 miljoen euro van de IFLO-norm (zie 3.7.3. grondbeleid voor een toelichting op de IFLO-norm). De IFLO-norm is vastgesteld op 25,1 miljoen euro, de bestemmingsreserve Grondzaken is ultimo 2004; 20 miljoen euro. We hebben de onderschrijding van de IFLO-norm, via een verlaging van de weerstandscapaciteit, volledig opgenomen in de bovenstaande berekeningen. 3.2.2.
Weerstandscapaciteit
Gemeenterekening 2004
Pagina 75 van 147
De weerstandscapaciteit is het totaal aan middelen en mogelijkheden waarover de gemeente kan beschikken om eventueel optredende niet begrote kosten af te dekken, zonder invloed op de uitvoering van taken. De middelen die door de gemeente Groningen tot de weerstandscapaciteit worden gerekend zijn: Algemene Egalisatiereserve van het concern; Egalisatiereserves van de diensten; Bestemmingsreserves (waarvan de besteding door de raad kan worden gewijzigd); Post Onvoorzien; De middelen nieuw beleid en de onbenutte belastingcapaciteit kunnen in theorie eveneens onderdeel uitmaken van de weerstandscapaciteit. Echter, de nieuwe beleidsmiddelen zijn voor de jaren 2004-2006 structureel en incidenteel bestemd en kunnen niet worden ingezet zonder dat dit invloed heeft op de taakuitvoering. De onbenutte belastingcapaciteit (d.i. het verschil tussen het artikel 12 OZB-tarief en het gemeentelijke OZB-tarief) is in 2004 nul. De kengetallen voor 2004 bedragen x duizend euro Algemene Egalisatie Reserve Dienstegalisatiereserves Bestemde reserves (bestemming door de raad te wijzigen zonder directe gevolgen voor de exploitatie) Post onvoorzien Weerstandscapaciteit
3.2.2
Incidenteel 12.000 5.598 41.668
59.566
Structureel
500 500
Risico’s en ontwikkelingen
De risico’s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn alle risico’s die niet anderszins zijn ondervangen. Risico’s die zich regelmatig kunnen voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn maken in principe geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Voor een compleet beeld van de risico’s van onze gemeente ten opzichte van de weerstandscapaciteit is een inventarisatie gemaakt van alle risico’s die ons bekend zijn. Vervolgens is van deze risico’s een inschatting gemaakt van omvang en kans van optreden (25%-50%-75%). Weging van het risico met de kans van optreden leidt tot het geschatte risicobedrag. Het totaal bedrag van deze risicoinventarisatie (omvang maal kans van optreden) is 39 miljoen euro. De belangrijkste risico’s voor onze gemeente zijn onderstaand beknopt weergegeven. Een nadere detaillering is in de afzonderlijke dienstrekeningen terug te vinden. Bezuinigingen Programma en productgroep
Vele
Omschrijving:
De totale bezuinigingstaakstelling was in 2004 ruim 10 miljoen euro. Daarvan is in dit jaar ca.70% structureel gerealiseerd. De diensten die de maatregelen incidenteel of nog niet hebben ingevuld hebben de opdracht in 2005 structurele oplossingen te vinden voor deze taakstellingen, naast de forse bezuinigingstaakstellingen die al voor de jaren 2005 en 2006 zijn vastgesteld. Mogelijk zal een deel van de voorgenomen maatregelen de komende jaren vertraagd of niet te realiseren zijn. Het college heeft de control op de bezuinigingen geïntensiveerd. College en raad zullen 3 maal per jaar worden geïnformeerd over de voortgang. Zonodig zullen aanvullende bezuinigingsbesluiten worden uitgewerkt om de benodigde bezuinigingstaakstellingen te realiseren.
Risico: Acties / Beheersmaatregelen:
Gemeenterekening 2004
Pagina 76 van 147
Algemene Uitkering Programma
Overig (BD)
Omschrijving
De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en de verdeling van het gemeentefonds. De omvang is gekoppeld aan de groei van de rijksbegroting. Zowel de hoogte van het gemeentefonds alswel de verdeling zijn nog onbekend. Een financiële afwijking zal zich zeker voordoen, maar een beperktere afwijking ligt meer voor de hand dan de maximale. De kans op een netto-voordeel is even groot als de kans op een netto- nadeel. Het risico bedraagt maximaal 9,3 miljoen euro In de rekening van de Bestuursdienst is de exacte omvang van de Algemene Uitkering verantwoord en is de specificatie daarvan uitvoerig toegelicht. Risico is daarmee opgelost.
Risico Actie
Verzelfstandiging/Verbouw Martiniplaza Programma
Overig(BD)
Omschrijving
Bij de verbouw van Martiniplaza zijn twee Europese subsidies (ISP & EFRO) ontvangen, waartegen de Stichting Prins Bernardhoeve een procedure is gestart.
Risico
Inmiddels deed de Raad van State (december 2003) uitspraak en daaropvolgend is een onderzoek gestart naar een eventuele melding van ISP-subsidie in Brussel. Daarnaast is een onderzoek begonnen naar de concurrentievervalsende effecten van de EFRO-subsidie. Het gedingbedrag bedraagt 3,6 miljoen euro. Vast te stellen in overleg met Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) en provincie Groningen als blijkt dat de ontvangen bijdragen moeten worden terugbetaald.
Actie
GSB-investeringskrediet 1996-1999 Programma
Overig(BD)
Omschrijving
Op grond van het met het rijk voor de periode 1996-1999 afgesloten convenant ontvingen we in 1996 een beschikking voor het Grote Stedenbeleid, waarin ons een bedrag van 5,023 miljoen euro werd toegekend voor investeringen in de sectoren Werk en Economie, Zorg en Opvang, Jeugd en Veiligheid en Leefbaarheid. Voorwaarde was dat aan het einde van de convenantsperiode 90% besteed moest zijn en dat over de bestedingen verantwoording aan het Ministerie van BZK moest worden afgelegd. In oktober 2000 is er verantwoording afgelegd - onder meezending van de vereiste accountantsverklaring - over een geïnvesteerd bedrag van 4,49 miljoen euro. Eind 2004 stelde het rijk de bijdrage vast op basis van het door ons geïnvesteerde bedrag, doch hierbij werd geen rekening dat een bestedingsniveau van 90% voldoende zou zijn. Het risico bestaat dat een deel van de al ontvangen rijksbijdrage gerestitueerd moet worden. Inmiddels dienden we een bezwaarschrift in bij het ministerie van BZK en is in dat kader een hoorzitting gehouden.
Risico Actie
Logiesbelasting Programma en productgroep
Overig, Belastingen
Omschrijving
Door enkele hoteliers wordt al vanaf de invoering van de Logiesbelasting in 2000 geprocedeerd tegen deze belasting. In maart 2004 zijn zij door het Gerechtshof in Leeuwarden in het ongelijk gesteld. Tegen de uitspraak van het gerechtshof is beroep in cassatie bij de Hoge Raad ingesteld. Deze cassatieprocedure loopt nog.
Risico
Het bedrag dat in het geding is beloopt inmiddels ongeveer 350 duizend euro.
Eerste signaleringsdatum
1 november 2001
Gemeenterekening 2004
Pagina 77 van 147
Ontwikkeling verstrekkingenbudget WVG stad Programma en productgroep Omschrijving
Risico Eerste signalering Actie
Productgroep Voorziening ouderen en gehandicapten In 2004 is een duidelijke daling waarneembaar van het aantal aanvragen voor WVG woonen rolstoelvoorzieningen. Deze ontwikkeling wijkt af van eerdere prognoses, gebaseerd op het SGBO-middenscenario, die een forse groei voorspelden. Deze ontwikkeling en incidentele effecten op het budget verstrekkingen leiden tot een positief resultaat van 526.000 euro. De egalisatiereserve zal hierdoor weer op het gewenste niveau kunnen worden gebracht. Als mogelijke oorzaken van de dalende vraag kunnen worden genoemd: - Het aandeel vervanging van rolstoelvoorzieningen is in 2004 is behoorlijk teruggelopen (20%) en ook het aantal nieuwe toekenningen op rolstoelen is gering gedaald. - Gewijzigde aanvraagprocedure. Vanaf 2004 werd een aanvraag pas als definitief beschouwd als dit met een aanvraagformulier is bevestigd. Dit heeft begin 2004 een vertragingseffect veroorzaakt. - De daling van de aanvragen voor woningaanpassing wijst mogelijk op een lichte verzadiging. Het aantal rolstoel toe- en doorgankelijke woningen is gestegen, waardoor de noodzaak tot woningaanpassing in 2004 kleiner is en de afstemming tussen woningzoekende gehandicapten en de vrijgekomen aangepaste woningen verbeterd. Verhoging van de eigen bijdrage Huishoudelijke Hulp Verlening leidt tot een dalend aantal aanvragen voor huishoudelijke hulp. Doordat bij geïntegreerde indicatiestelling ook vaak een WVG aanvraag ontstaat, worden deze aanvragen nu gemist. Gelet op eerdere groeiverwachtingen is in 2004 een structureel pakket bezuinigings- en efficiencymaatregelen ( 885.000 euro) vastgesteld. In 2004 is een bezuiniging gerealiseerd van 364.000 euro. Het is nog onduidelijk of de daling incidenteel of structurele is. Daardoor zijn bestedingsprognoses en de afstemming op de beschikbare middelen voor de komende jaren nog niet nauwkeurig te maken. Turap 2 2004. De ontwikkeling in 2004 zal nader moeten worden onderzocht om voor de komende jaren het beroep op WVG -voorzieningen beter te kunnen bepalen. Overdracht ambulancedienst
Programma en productgroep Ontwikkeling
Risico
Actie
Gemeenterekening 2004
Gezondheidszorg – ambulancedienst In 2004 is uitgebreid overleg gevoerd met medewerkers, vakorganisaties, de Stichting Ambulancezorg Groningen (als nieuwe werkgever) en het College Sanering Ziekenhuisvoorzieningen over de condities waaronder de overdracht van de GGD ambulancedienst plaats vind. Dit overleg duurt voort. Er is een nieuwe Wet Ambulancevervoer in voorbereiding op grond waarvan de gemeente Groningen waarschijnlijk niet meer rechtstreeks als vergunninghouder kan acteren. Ook de financiële regelgeving die momenteel van toepassing is, wordt voortdurend in het nadeel van de publieke ambulancedienst aangepast. Zo heeft het College Tarieven Gezondheidszorg de FLO-beleidsregel afgeschaft die de FLO van het ambulancepersoneel in de publieke sector financiert. Een afbouwregeling in 3 jaar is afgesproken. Daarbij maakt het in beginsel niet uit of de GGD-ambulancedienst nu overgaat naar een particuliere stichting dan wel onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid blijft vallen. De hoogte van het risico is maximaal de totale FLO-last van het ambulancepersoneel. Zodra er een definitief akkoord is, zal daarover aan College en Raad worden gerapporteerd. Met het overgaan van de ambulancedienst naar de STAG, is onze inzet het FLO -probleem mee te nemen in de sanering door het College Sanering Ziekenhuisvoorzieningen.
Pagina 78 van 147
Heroïneverstrekking Programma en productgroep Omschrijving
Risico
Actie
Gezondheid - productgroep OGZ-stad In 2004 is voor gecontroleerde heroïneverstrekking geen definitieve regeling gecreëerd. Omdat heroïne nog niet als geneesmiddel geregistreerd is, wordt de experimentele status gehandhaafd. Het rijk verwacht dat het registratieproces in de tweede helft van 2005 zal zijn afgerond. Om die reden is de experimentele status met een convenant voor 2 jaar verlengd. De registratie van heroïne als geneesmiddel maakt verstrekking in een regulier kader vanaf 2006 mogelijk. Binnen welk financieel kader een rijksbijdrage dan wordt verstrekt, is onduidelijk. Op basis van het genoemde convenant en op grond van ambities (40 deelnemers in Groningen) is in de periode 2004-2007 een bedrag van 713.463 euro per jaar beschikbaar. De begrote exploitatie van de AVG en de kosten van de HVD bedraagt 682.000.euro Voor de korte termijn (2005) bestaan geen risico’s. Vanaf 2006 geldt dat de rijksbijdrage over een groter aantal gemeenten zal moeten worden verdeeld. De gemeente zal dan een extra bijdrage moeten leveren of de bedrijfsvoering zal moeten worden teruggedrongen. Vanaf 2007 bestaat geen zekerheid over de omvang van de rijksbijdrage. Vanuit de dienst wordt actief meegedaan in het overleg met het ministerie over de wijze waarop de rijkssubsidiëring in de komende periode zijn beslag moet krijgen. Verlaging Fonds bodemsanering
Programma en productgroep
Leefomgeving, Beheren en saneren
Omschrijving
Eerste signaleringsdatum
Met ingang van 2002 is de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage op jaarbasis aan het fonds verlaagd van 1.208.702 euro naar 628.032. euro Deze voorziening is onder meer bestemd voor het afdekken van eventuele schadeclaims. In 2003 is opnieuw een structurele bezuiniging (150.000 euro per jaar) doorgevoerd. De jaarlijkse gemeentelijke bijdrage is daarmee verlaagd tot 478.032 euro. Het fonds is oa bedoeld om claims op te vangen. Het ministerie is voornemens in 2005 voortvarend gemeenten aansprakelijk te stellen voor niet gerechtvaardigde verrijking. Voor onze gemeente betreft dat vijf locaties. Over de omvang van het eventueel terug te betalen bedrag is nog niets te zeggen. Dat eventuele bedrag wil het ministerie overi-gens weer inzetten voor aanvullende projecten die niet in de huidige programma’s zijn opge-nomen, waardoor dan de middelen voor de lopende projecten niet toereikend zijn. Door de verlaging van de gemeentelijke bijdrage is het risico toegenomen dat er in uiterste noodzaak een beroep moet worden gedaan op de AER. 2001
Actie
In uiterste noodzaak zal er een beroep gedaan moeten worden op de AER.
Omvang risico
Kermisopbrengsten Programma en productgroep
Leefomgeving, evenementenvergunningen
Omschrijving
De kermisverpachting vindt ieder jaar plaats door inschrijving in januari. In de afgelopen jaren is al een duidelijk dalende tendens zichtbaar, maar de daling zet zich in 2005 extra hard door. Deze tendens is landelijk en niet specifiek voor Groningen. De invloed van de dienst en dus van de gemeente op deze inkomsten is gering. De inkomsten worden wel begroot en vormen een bijdrage aan de totale baten van de Milieudienst. In 2004 is 40.000 euro minder ontvangen dan begroot; dit nadeel is opgevangen binnen de totale exploitatie door incidentele meevallers bij andere producten. Echter in 2005 is de opbrengst van de inschrijving 110.000 euro lager dan begroot, terwijl de begroting al neerwaarts was bijgesteld ten opzichte van 2004. Tekort op de totale begroting van de Milieudienst. Rekening 2004.
Omvang risico Eerste signaleringsdatum
Gemeenterekening 2004
Pagina 79 van 147
Zwemonderwijs Programma en productgroep: Omschrijving:
Omvang risico: Eerste signaleringsdatum: Acties / beheersmaatregelen:
Onderwijs en welzijn; overige onderwijs projecten Het budget is niet toereikend voor de kosten. Vooral de vervoerskosten zijn verantwoordelijk voor dit tekort (70%). De huur accommodaties zorgt voor de rest van het tekort. De afgelopen jaren zijn deze overschrijdingen steeds gedekt door andere posten binnen deze productgroep. Dit is door de bezuinigingen nu niet meer mogelijk. 133.000 euro medio 2004 Een en ander is in een notitie verwerkt waar zowel het tekort op het schoolzwemmen bij de WSR als bij de Cluster O&J wordt meegenomen. Simplon
Programma en productgroep Omschrijving:
Omvang risico: Eerste signaleringsdatum: Acties/beheersmaatregelen:
Onderwijs en Welzijn: Jeugd- en jongerenwerk Het bestuur van Stichting Simplon heeft de opdracht gekregen om op basis van het beleidskader Simplon als Poppodium een beleidsplan voor de periode 2005-2008 te ontwikkelen en dit op korte termijn in te dienen. Het bestuur van de instelling heeft aangegeven dat een maximale bezuiniging van tussen de 80.000 en 100.000 euro mogelijk is zonder in een vicieuze cirkel met wachtgelden terecht te komen. We wachten op dit moment nog op een financiele onderbouwing in de vorm van een ondernemingsplan en een begroting. Vervolgens wordt het beleidsplan voorgelegd aan de Groninger Adviescommissie Cultuur (GAC). Voor het beleidsplan is voorlopig een subsidiekader vastgesteld van maximaal 374.000 euro in 2005 en voor 2006 en verder 289.000 euro. 55.000 euro eventueel oplopend tot 185.000 euro Tussenrapportage 2004. Afronding discussie over de toekomst van Simplon medio mei 2005. Stichting Wing (GSB II)
Programma en productgroep: Probleemstelling:
Omvang risico: Eerste signaleringsdatum: Acties / beheersmaatregelen:
Gemeenterekening 2004
Onderwijs en Welzijn; sociaal cultureel werk Het faillissement van WING is nog niet afgewikkeld. In de loop van 2004 heeft de curator een lijst met vorderingen van WING op de gemeente ingediend (in totaal ca 727.000 euro). In overleg met de stadsadvocaat zijn verreweg de meeste hiervan afgewezen. De erkende vorderingen kunnen tot een gering additioneel nadeel leiden (ca 36.000 euro). Over de claimlijst heeft in 2004 weliswaar overleg plaatsgehad met de curator maar hij heeft nog geen standpunt ingenomen. Zolang er geen definitieve uitspraak ligt is sprake van een risico. Enkele subsidies 2003 en voorschotbetalingen uit 2004 zijn gedekt uit rijksbijdrageregelingen. Omdat WING geen subsidieverantwoordingen meer kan indienen kunnen de subsidies niet worden vastgesteld. Dat is voor de verantwoording van de rijksbijdragenbestedingen wel een vereiste. Het risico bestaat daarom dat een deel van de rijksbijdragen moet worden terugbetaald. Wij schatten het risico op 350.000 euro (ca. 50% van de 727.000 euro) Turap 2004-1 In samenwerking met Ernst & Young Accountants en de stadsadvocaat wordt er momenteel aan gewerkt om dit risico zoveel mogelijk weg te nemen. De curator heeft eind 2004 aangegeven dat er na afwikkeling van het faillissement mogelijk een bedrag resteert voor de concurrente schuldeisers. Is daarvan sprake dan kan de gemeente als een van de belangrijkste schuldeisers wellicht een kleine meevaller tegemoet zien. Omdat wij de kans hierop erg gering achten en het bovendien onzeker is wanneer dit complexe faillissement volledig zal zijn afgerond hebben we hier geen rekening mee gehouden. Ter dekking van het geschatte risicobedrag wordt voorgesteld een voorziening in te stellen.
Pagina 80 van 147
Exploitatieproblematiek primair onderwijs Programma en productgroep: Omschrijving:
Ontwikkelingen:
Omvang risico: Eerste signaleringsdatum: Acties/beheersmaatregelen:
Onderwijs en Welzijn: Primair onderwijs De financiële druk op de beschikbare exploitatiebudgetten is in het primair onderwijs toegenomen. De beschikbare rijksvergoeding lost deze problematiek niet structureel op voor de schoolbestuurlijke exploitatie (onderhoud, schoonmaak, energie). Er worden steeds hogere eisen gesteld aan de kwaliteit van schoolgebouwen. Door strengere wet en regelgeving op het gebied van gebruiksvergunningen, brandveiligheid en ARBO-zaken, is het basis onderwijs genoodzaakt om meer te investeren in dergelijke zaken. De beheerskosten nemen hierdoor aanzienlijk toe waardoor er minder geld overblijft voor het reguliere onderhoud. Het ziekteverzuim in het primair onderwijs is relatief hoog. Dit heeft in 2004 tot een aanvullende premieafdracht in de richting van het vervangingsfonds geleid. Steeds meer verantwoordelijkheden en dus (financiële) risico’s worden neergelegd bij schoolbesturen. Een terugtredende overheid door landelijke wetgeving op lokaal onderwijsgebied is een zichtbare trend geworden. Doordecentralistie van de onderhoudsgelden uit het gemeentelijke huisvestingsprogramma is hiervan een voorbeeld. Met 15.000 leerlingen, 2.000 leerkrachten in 60 schoolgebouwen kunnen deze risico’s voor het openbaar schoolbestuur sterk toenemen. Het bestuur van het openbaar onderwijs in de stad, zal met zekere daadkracht deze risico’s moeten kunnen aanpakken. In het bestuurlijke jaarplan 2005/2006 zal het financieel meerjarenbeeld richting geven voor de ontwikkeling. De bezuiniging op de gemeentelijke bijdrage van 500.000 euro aan het ambtelijk apparaat van de WMOO zal hierin worden verwerkt. De omvang van de risico's voor het openbaar onderwijs kan oplopen tot enkele tonnen structureel. Exploitatieproblematiek vanaf 1999, brandveiligheid sinds 2003. Op de diverse terreinen worden maatregelen opgesteld en doorgevoerd (energie- en ziekteverzuimbeleid). Door wet- en regelgeving zijn de financiële middelen voor personele en materiele zaken voor een school strikt gescheiden. Per 1 augustus 2005 is het mogelijk om een integrale afweging te maken tussen beide geldstromen. Eventuele overheveling van budgetten kan dan financiële ruimte opleveren. Openbare Bibliotheek
Programma en productgroep Omschrijving:
Omvang risico: Eerste signaleringsdatum: Acties/beheersmaatregelen:
Gemeenterekening 2004
Sport en Cultuur; letteren en bibliotheek Begin 2004 is de Hoofdlijnennotitie voor het bibliotheekbeleid 2004-2010 vastgesteld door de raad. Kern daarvan is dat niet langer bibliotheekgebouwen uitgangspunt van beleid zijn maar de bibliotheekproducten. De kostprijs van die producten – en daarmee de begroting van de bibliotheek – komt de komende jaren onder druk als gevolg van een aantal ontwikkelingen: 1. De subsidie op ID en WIW-banen zal vervallen. Reguliere banen zijn duurder. 2. Voor de digitale dienstverlening is geïnvesteerd in hardware, straks moet er apparatuur vervangen worden. Qua software geldt dat de bibliotheek steeds vaker vergoedingen moet betalen voor het gebruik van digitale bestanden. De provincies Groningen en Drenthe stoppen met hun bijdrage in het kader van de Wetenschappelijk Steunfunctie voor de OBG. Het gaat hier om een bezuiniging van maximaal twee ton. Max 800.000 euro Rekening 2004 Wij zijn in overleg met de OBG / Biblionet teneinde tot beheersing van de gesignaleerde problematiek te komen.
Pagina 81 van 147
Risico’s in verband met het vestigingsklimaat Programma
Vestigingsklimaat
Omschrijving
Het realiseren van de projecten in het kader van het vestigingsklimaat gaan gepaard met hogere kosten en onvoldoende financiering met subsidies. De genoemde projecten zijn Europapark, Grote Markt, Stationsgebied, Westpoort, Doorstroming A7, Kolibri Netwerk. Anderzijds bestaat het risico van stopzetten of terugdraaien van toegezegde geldstromen bij de Zuiderzeelijn en Kolibri vanwege het niet realiseren van de ambitieuze planning. De mogelijke aanwezigheid van vervuilde grond onder het Europapark kan leiden tot de noodzaak van sanering en de daarmee gepaard gaande kosten. Geen sluitende (grond)exploitatie bij Europapark, Grote Markt, Stationsgebied, Westpoort, Doorstroming A-7, Kolibri OV netwerk. Per project worden genomen en te nemen maatregelen aangegeven.
Risico Actie
Westpoort Programma en productgroep
Vestigingsklimaat
Omschrijving
Voor de realisatie van Westpoort, een bedrijventerrein van 150 hectare ten westen van Hoogkerk, volgens het huidige plan, is inclusief de aansluiting op de A-7, een tekort geraamd van 35 miljoen euro. Het bedrijventerrein is niet tijdig beschikbaar. Alle gronden zijn inmiddels gemeentelijk eigendom. Om de exploitatie sluitend te maken is fors Kompassubsidie nodig.
Risico Actie
Doorstromingsmaatregelen A-7 Programma en productgroep
Vestigingsklimaat
Omschrijving
Het Tracébesluit Langmanmaatregelen Zuidelijke Ringweg Groningen voorziet in maatregelen aan Weg der Verenigde Naties, Europaweg, Julianaweg en Beneluxweg en aanleg Euvelgunnetracé. De termijn waarop contracten met Verkeer en Waterstaat hierover getekend kunnen worden is van groot belang voor ontwikkeling van Europapark en Meerstad. Vertraging leidt tot onzekerheid bij bedrijven die zich mogelijk gaan vestigen en verkeersproblematiek op de ringwegen. Politieke lobby moet leiden tot doorgang vinden van maatregelen die de gemeente zelf al zal gaan uitvoeren.
Risico Actie
Zuiderzeelijn Programma en productgroep
Vestigingsklimaat
Omschrijving
De Zuiderzeelijn is de snelle verbinding tussen Groningen via Drachten en Almere naar Schiphol, uitgevoerd als magneetzweefbaan of als Hogesnelheidslijn. Het niet tijdig kunnen realiseren van het project Zuiderzeelijn, vanaf 2010, betekent continueren van achterstand. Het faseverschil van de economische ontwikkeling van Noord-Nederland wordt niet genivelleerd. De kritische conclusies en aanbevelingen van de Tijdelijke Commissie Infrastructuur (commissie Duivesteijn) en de reactie daarop van de Tweede Kamer waren aanleiding om de publieke activiteiten van de projectorganisatie op te schorten en een reactie op het rapport te ontwikkelen. Deze reactie is op 19 januari 2005 gepresenteerd.
Risico Actie
Gemeenterekening 2004
Pagina 82 van 147
IFLO-norm Programma en productgroep
Grondzaken
Omschrijving
Onttoereikendheid IFLO-norm
Risico
In de afgelopen jaren kon steeds een positief oordeel worden gegeven over de omvang van de reserve grondzaken ten opzichte van de IFLO-norm. Rekening houdend met voorzienbare onttrekkingen en toegevoegde resultaten uit de grondexploitaties, is de verwachte omvang nu 20 miljoen euro. Bij een IFLO-norm van 25,1 miljoen euro, is er dus een tekort van 5,1 miljoen euro. Jaarrekening 2004
Eerste signaleringsdatum Acties / beheersmaatregelen
Medio 2005 zal een nader voorstel worden gedaan over mogelijke oplossingen voor dit probleem. Gedacht kan worden aan herijking van de IFLO-normering en/of mogelijkheden om de omvang van de reserve te verhogen in de context van teruglopende grondposities en de meerjareninvesteringsplanning. Overige risico’s in verband met het vestigingsklimaat
Programma en productgroep
Vestigingsklimaat
Omschrijving
Er ontstaat vertraging in de oplevering en financieel risico bij de Spoorverdubbeling GroningenSauwerd ter grootte van 0,3 miljoen; daarnaast is bij de bedrijventerreinen een onrendabele top van 3,3 miljoen ontstaan bij het Veilingterrein aan de Peizerweg. Bij een grondtransactie met Ikea is een schadepost ontstaan. Financiële risico’s bij realisatie Per project worden genomen en te nemen maatregelen aangegeven.
Risico Actie
Risico’s in verband met het woonklimaat Programma en productgroep
Woonklimaat
Omschrijving
Bij het realiseren van projecten in verband met het woonklimaat leidt het niet tijdig kunnen verwerven van kavels en het niet realiseren van planning tot financiële problemen en lagere grondopbrengsten bij Ciboga, onvoldoende financiering bij Eemskanaalzone, en tot exploitatietekort bij Meerstad. Niet tijdig beschikbaar komen van de geplande woningen. Per project worden genomen en te nemen maatregelen aangegeven.
Risico Actie
Sleutelproject Meerstad Programma en productgroep
Woonklimaat
Omschrijving
Ons college heeft ja gezegd tegen het concept Masterplan en de daarbij behorende tentatieve grondexploitatie, onder een aantal (financiële) voorwaarden ter attentie van de financiering van het project. Voor de gemeente Groningen is, naast het programma Meerstad, de ontwikkeling van de Eemskanaalzone van belang. Om de aanleg van de benodigde infrastructuur ( Berlagebrug, Sontbrug, OV) financieel mogelijk te maken is in de (tentatieve) begroting van Meerstad een bedrag van 40 miljoen euro opgenomen als bijdrage in het Eemskanaalzone-project. Met deze bijdrage en de verwachte Rijkssubsidie van Langman en BIRK is de hoofdontsluiting naar Meerstad financieel reeel geworden. Van alle begrote plankosten GEMM i.o. voor het project zijn eind 2003 reeds 22 procent uitgegeven. De dekking van de overheidskosten moet worden geregeld. Medio 2005 zal naar verwachting de definitieve bestuurlijke besluitvorming plaatsvinden, waarin ondermeer de dekking van de overheidskosten zal worden geregeld.
Risico Actie
Gemeenterekening 2004
Pagina 83 van 147
Overige risico’s in verband met het woonklimaat Programma en productgroep
Woonklimaat
Omschrijving
Bij de woningbouwlocatie Reitdiep-Dorkwerd ontstaat een risico op een tekort wegens moeizame grondprijsonderhandelingen en hogere kosten, en tevens risico op subsidie-terrein. Bij de plannen voor De Held 3 ontstaat vertraging wegens discussie over de kwaliteit van bouwen. Hogere kosten en vertraagde realisatie van het programma. Per project worden genomen en te nemen maatregelen aangegeven.
Risico Actie
Herstructurering Centrumzone Lewenborg Programma en productgroep
Woonklimaat
Omschrijving
Voor het opknappen van het winkelcentrum is in opdracht van de eigenaar een plan gemaakt. Dit plan heeft de gemeente laten doorrekenen en aanpassen om het tekort terug te brengen.
Risico Actie
Op het plan zit alsnog een tekort van 1,7 miljoen. Onderhandelen met de eigenaar om het plan gerealiseerd te krijgen. Slibsanering
Programma en productgroep
Leefomgeving
Omschrijving
Vanuit het convenant sanering waterbodem stadswateren wordt de planning van dit project opgerekt van 2007 naar 2010. Volgens de bijgestelde planning zullen de kosten van het totale project 15,8 miljoen euro hoger worden. Door het oprekken van de planning naar 2010 kan het risico voor de gemeente beperkt blijven tot 2,5 miljoen euro. Tot 2007 kunnen binnen het budget van 5,54 miljoen deelprojecten worden uitgevoerd. Voor volledige uitvoering is een aanvullend krediet nodig.
Risico Actie
Afwikkeling Stadsmeierrechten Programma en productgroep
Overig
Omschrijving Risico Actie
Voorfinanciering van betaling afkoopsom onderhoud Hoge rentekosten Betalingen opschorten tot duidelijkheid over afkoop stadsmeierechten is verkregen.
Gemeenterekening 2004
Pagina 84 van 147
Incidentele financiering van structurele lasten Programma en productgroep
Werk en Inkomen , Inkomen , Werk en Zorg
Probleemstelling
Bij SOZAWE zijn structurele personeelslasten gefinancierd met incidentele middelen. Het gaat hier vooral om uitvoeringskosten die gedekt worden door geld afkomstig uit de vrijval op het WWB-Inkomensdeel en Agenda voor de toekomst. Per 1 januari 2004 is de WWB van kracht. Dit houdt onder andere in dat het inkomensdeel volledig gebudgetteerd is. Een vrijval binnen het budget is vrij besteedbaar. Een gedeelte van de geraamde vrijval werd op begrotingsbasis ingezet om uitvoeringskosten van de dienst mee te financieren.
Risico
Signaleringsdatum Oplossing
Begin 2002 is het convenant inzake de Agenda voor de toekomst getekend. Tot en met het jaar 2004 zijn extra middelen beschikbaar gesteld om extra inspanningen te leveren om elke (bijstands)cliënt in het arbeidsproces op te nemen of maatschappelijk te laten participeren. Deze middelen zijn ingezet ter dekking van structurele organisatiekosten. Indien middelen wegvallen of de geraamde vrijval terugloopt worden tekorten gerealiseerd. Voor een deel van de vaste formatie kan de dekking wegvallen. In 2004 is ± 11% van de formatie (± 66fte) gedekt door incidentele middelen. Het risico is 3 miljoen euro. Daarnaast worden voor een bedrag van ± 1 miljoen euro aan overige structurele (indirecte) kosten, incidenteel gedekt met middelen uit de Agenda voor de Toekomst. Begroting 2002 Bij de eerste signalering van dit risico is aangegeven dat naar oplossingen voor de incidentele financiering van structurele lasten zou worden gezocht. Inmiddels is door een reeks van interne maatregelen het percentage van de formatie dat incidenteel gefinancierd wordt gedaald. Werd in de begroting 2003 nog ± 14% van de formatie (± 83 fte) gedekt door incidentele middelen, in de begroting 2005 is dit afgenomen tot 8% van de formatie (± 46 fte). De dienst stelt een notitie op waarin wordt aangegeven hoe met het resterend risico moet worden omgegaan. Hierin wordt tevens aangegeven welk percentage dekking acceptabel is. Wet werk en bijstand
Programma Probleemstelling
Werk en Inkomen , Inkomen, Werk en Zorg Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (verder WWB) van kracht geworden. In deze nieuwe wet zijn de Abw, de Wfa, de WIW en de regeling ID opgegaan. De wet is ingevoerd vanuit de gedachte dat terugkeer naar de arbeidsmarkt en niet het verstrekken van een uitkering de doelstelling moet zijn. Het middel om dit te bereiken is minder regels voor gemeenten en een verschuiving van verantwoordelijkheden naar gemeenten. De grotere beleidsvrijheid is gekoppeld aan een grotere financiële verantwoordelijkheid. In plaats van financiering op basis van declaraties bij het Rijk, vindt met ingang van 1 januari 2004 volledige budgettering plaats. De verschuiving van de financiële verantwoordelijkheid naar de gemeenten heeft vergaande consequenties. Zo neemt het eigen risico bij een tekort op de bijstandsuitgaven toe tot 10% van het budget. Dit betekent in 2004 een vertienvoudiging van het eigen risico (van 1,2 miljoen euro naar 12,4 miljoen euro). Verder kunnen door de wijze waarop de budgetten door het Rijk worden vastgesteld, ongewenste herverdeeleffecten optreden. Bijkomend probleem is de onzekerheid over het macrobudget. Dit budget wordt op een tweetal momenten berekend. In september van het lopende jaar wordt op basis van conjuncturele verwachtingen van het Centraal Plan Bureau (CPB) een voorlopig budget voor het komende jaar vastgesteld. Vervolgens wordt een jaar later door het CPB een definitieve berekening gemaakt van de werkelijke conjuncturele ontwikkelingen over het afgelopen jaar. Inspanningen van gemeenten om het bijstandsvolume terug te dringen worden hierbij niet betrokken. Tussen het voorlopige en het definitieve budget kunnen aanmerkelijke verschillen optreden. Zo kan het voorlopige macrobudget berekend zijn op basis van pessimistische of zelfs foutieve inschattingen. Dit is in 2004 het geval geweest.
Gemeenterekening 2004
Pagina 85 van 147
Risico Signaleringsdatum Oplossing
Het risico bestaat dat door herverdeling van het macrobudget nadelige herverdeeleffecten optreden. Verder kan een bijstelling vanwege inschattingen en ontwikkelingen op macroniveau nadelig uitpakken. Begroting 2004/ Turap 2004-1 Rekening houdend met de begrote onttrekking in 2005 bedraagt de omvang van de reserve WWB 9 miljoen euro. We willen de gewenste omvang van de reserve nog bezien. We vinden het belangrijk om eerst meer zicht te hebben op de structurele effecten van het voordeel op inkomen in 2004. We stellen daarom in het raadsvoorstel bij de rekening nog niet voor om het voordeel toe te voegen aan de reserve WWB. Bij de begroting 2006 komen we hier nader op terug. Wet Maatschappelijke ondersteuning
Programma
Gezondheid - Voorzieningen ouderen en gehandicapten
Omschrijving
In 2004 heeft de regering het voornemen kenbaar gemaakt om te komen tot een Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De WVG, Welzijnswet en delen van de AWBZ gaan hierin op. Onderzocht wordt of ook (delen) van de WCPV onder de WMO kunnen gaan vallen. Begin 2005 is besloten tot een gefaseerde invoering van de WMO, te beginnen met de overheveling van de enkelvoudige huishoudelijke hulp van de AWBZ naar de WMO per 1-12006. In 2004 is een ambtelijke projectgroep WMO gevormd, die zich richt op de consequenties van de WMO voor het gemeentelijk beleid. Naast het overleg over het overall WMO beleid zal door de HVD een plan moeten worden gemaakt voor de inrichting van het lokale loket voor de stad en voor de gecombineerde onderbrenging van de indicatiestelling en uitvoering van de HHV en de WVG. Daarnaast moeten we ons verdiepen in onderbrenging van de WCPV taken en wat dat voor gevolgen heeft voor onze werkwijze. Het rijk heeft tot nu toe geen toezegging gedaan over bijdragen in de voorbereidingskosten, Ambtelijke capaciteit is nodig om de planvorming en de voorbereiding van de uitvoering mogelijk te maken. Ook zal met externe partijen gesproken moeten worden en zullen met hen afspraken worden gemaakt onder voorbehoud van definitieve besluitvorming in de Tweede Kamer. Via de VNG wordt druk uitgeoefend op het verkrijgen van een voorbereidingsvergoeding. De samenwerking tussen diensten is voor de gemeente Groningen van belang. Inzicht in de plannen van de andere gemeenten is nodig om te kunnen nagaan of er ook voor andere gemeenten door ons uit te voeren taken te verrichten zijn.
Risico
Actie
ID-problematiek Programma en productgroep Probleemstelling:
Omvang risico: Eerste signaleringsdatum: Acties/beheersmaatregelen:
Gemeenterekening 2004
Sport en Cultuur; diversen Gesubsidieerd werk dient met de komst van de WWB nadrukkelijker op reintegratie van werkzoekenden te zijn gericht. Het huidige gesubsidieerde werk voldoet niet altijd aan dit criterium. In 2005 wordt door de raad nader besloten over een eventuele herpositionering van gesubsidieerd werk. De via de dienst OCSW gesubsidieerde instellingen en werkmaatschappijen hebben een aanzienlijk aantal gesubsidieerde krachten in dienst. De herpositionering kan derhalve gevolgen hebben voor het activiteitenniveau van deze instellingen. Nog niet bekend Rekening 2004 Onderwerp vooralsnog aangemeld t.b.v. perspectievennota
Pagina 86 van 147
Explosieven in nog uit te baggeren watergangen Programma en productgroep
Leefomgeving
Omschrijving
Het is niet uitgesloten dat zich op de bodem van stadswateren in Groningen niet gesprongen explosieven bevinden. Mocht dat het geval zijn dan zal het baggeren onder beveiligde omstandigheden moeten worden uitgevoerd. De drempel is 2,5 euro per inwoner en 20% van de kosten zijn voor rekening gemeente De kosten zijn tot op heden beperkt gebleven tot onderzoekskosten
Risico Actie
Volksraadpleging Programma en productgroep
Overig (BD)
Ontwikkeling
Bij de vaststelling van de jaarrekening 2002 is 500 duizend euro beschikbaar gesteld voor de organisatie van een referendum/volksraadpleging over de invulling van de Grote Markt Oostzijde. In juni 2005 zal een referendum over de plannen voor de Oostzijde worden gehouden. De coördinatie van het referendum is belegd bij de Bestuursdienst. Grote Stedenbeleid III
Programma en productgroep
Overig (BD)
Ontwikkeling
Voor de periode 2005 tot en met 2009 stelt het rijk middelen ter beschikking in het kader van het Grote Stedenbeleid (GSB III). Over deze middelen moet verantwoording worden afgelegd naar het rijk. De verantwoording betreft naast de besteding van middelen het behalen van bepaalde outputdoelstellingen Inmiddels is gestart met het uitwerken van de verantwoordingseisen.
Actie
Maatschappelijke doelstelling Programma en productgroep Ontwikkeling
Werk en Inkomen, Sociale Werkvoorziening De gemiddelde bezetting bij de DSW was 1.500 SW-fte, dat is een gunstige ontwikkeling vergeleken met de 1.460 fte in de begroting. De instroom in 2004 (159 personen) is groter geweest dan in de begroting (60 personen) werd aangegeven. Dit is met name veroorzaakt doordat in de loop van 2004 besloten is extra instroom in het kader van de bezuinigingen te laten plaatsvinden. De eindbezetting per december 2004 bedraagt ca. 1.535 fte, een groei van meer dan 70 fte in 2004. De taakstelling van het rijk (ca. 1.544 SE’s) is niet gerealiseerd, echter hier werd in de begroting reeds van uitgegaan. Daarbij was de verwachting dat in 2004 gemiddeld een bezetting van 1.480 SE’s gerealiseerd zou worden. Uiteindelijk is er gemiddelde van ca. 1.521 SE gerealiseerd. Daarnaast heeft een collegiale uitruil (met andere SW-schappen) van 21 SE plaatsgevonden. Door de instroom bij de DSW hoefden er in 2004 op gemeentelijk niveau minder bijstandsuitkeringen te worden verstrekt. Het gaat hier om een bedrag van ca. 750 duizend euro. doordat ca. 80 medewerkers zijn ingestroomd die een uitkering hadden. Verrekening uitvoeringskosten Wet WOZ 1999-2002
Programma en productgroep
Overig, Belastingen
Omschrijving
In januari 2005 heeft de Waarderingskamer een oordeel gegeven over de declaraties aan Belastingdienst en waterschappen over de uitvoeringskosten van de Wet WOZ. De ingediende declaraties bedragen 6,7 miljoen euro. Een bedrag van 5,9 miljoen euro is toegewezen. In de loop van 2005 wordt een definitief besluit genomen.
Risico
In eerdere rapportages is het risico ingeschat op 675 duizend euro. Als het voorgenomen besluit wordt doorgezet bedraagt het tekort 852 duizend euro. Omdat er ook nog sprake van een renteverrekening van ca. 400 duizend euro komt het netto risico daardoor op
Gemeenterekening 2004
Pagina 87 van 147
ongeveer 450 duizend euro uit. Eerste signaleringsdatum
1 mei 2001
Acties / beheersmaatregelen
In deze rekening is een voorziening getroffen om het nadeel op te kunnen vangen. Daarmee is dit risico vervallen. Uitvoeringskosten Wet WOZ
Programma en productgroep
Overig, Belastingen
Omschrijving
Met ingang van 2003 zijn de kosten van de uitvoering van de Wet WOZ genormeerd. Van de genormeerde kosten betaalt het Rijk 40% en de waterschappen 15%. De resterende 45% blijft voor rekening van de gemeenten. Eventuele overschrijdingen komen voor rekening van de gemeenten.
Risico
In de begroting 2004 is een kostenreductie opgenomen van 500.000 euro, hetgeen ook de omvang van het risico is.
Eerste signaleringsdatum
1 mei 2001
Oplossing
In 2004 is de uitvoering van de Wet WOZ binnen de begroting gebleven. Daarmee is dit risico vervallen. Stadjerspas
Programma en productgroep
Overig, Gemeentelijk Informatiecentrum
Omschrijving
De inwerking treding van de Wet Werk en Bijstand per 1 januari 2004 heeft gevolgen voor de categoriale bijstand. Dat zou consequenties kunnen hebben voor de uitgifte van de Stadjerspas. Als de pas verdwijnt, heeft de DIA een dekkingsprobleem op personeels- en overheadkosten.
Risico
Het maximale risico bedraagt 267 duizend euro.
Eerste signaleringsdatum
1 juli 2003
Oplossing
In 2004 is incidenteel 75 duizend euro bespaard. Met ingang van 2005 valt structureel 100 duizend euro vrij door bezuinigingen op de uitvoeringskosten en extra inkomsten uit de passenverkoop. Het risico is daarmee vervallen.
WVA - afdrachtskorting Programma en productgroep Probleemstelling Omvang risico Eerste signaleringsdatum Acties / beheersmaatregele
Gemeenterekening 2004
Werk en Inkomen, Sociale werkvoorziening In het Regeerakkoord en de Miljoenennota 2003 is voorzien in de afschaffing van de fiscale aftrekmogelijkheden (WVA/SPAK) voor werkgevers die langdurig werklozen en/of personen met lage inkomens in dienst nemen. Dit is een extra bezuiniging op de gesubsidieerde arbeid. Ondergrens: 250 duizend euro in 2003 en 450 duizend euro in 2004. Bovengrens: 1,5 miljoen euro in 2006. September 2002. De eerder door het Ministerie van Financiën ingebrachte voorstellen tot versnelde afschaffing van WVA/SPAK per 1 juli 2004 zijn door het Kabinet weer ingetrokken. Het risico is niet meer aan de orde
Pagina 88 van 147
Gemeenschappelijke meldkamer Programma en productgroep Omschrijving
Risico
Veiligheid – meldkamer Op 15 november 2004 is de gemeenschappelijke meldkamer gerealiseerd. De invoering van het C2000 verbindingsnetwerk heeft door landelijke ontwikkelingen (het niet tijdig beschikbaar zijn van randapparatuur) vertraging opgelopen en zal voor brandweer en ambulancedienst eerst in het 1e kwartaal van 2005 gerealiseerd worden, onder verantwoordelijkheid van de directie Brandweer van de HVD. Het project ‘gemeenschappelijke meldkamer’/C2000 is hiermee ten einde. De inrichting van de meldkamer heeft zich voltrokken binnen de daarvoor destijds aangegeven financiële kaders. De definitieve afrekening vindt plaats in het 1e kwartaal van 2005. Met de totstandkoming van de meldkamer zal de HVD een deel van de ondersteuning op automatiseringsgebied gaan betrekken van de landelijke politie en automatiseringsdienstverlener ISC. Het effect van deze dienstverlening op de exploitatiekosten was aan het eind van 2004 nog niet bekend. Er wordt nog onderhandeld over de prijs en inhoud van de dienstverlening. Het is nog onzekerheid welke beheerskosten het rijk wil gaan doorrekenen aan de regio voor het gebruik van het C 2000 verbindingsnetwerk. Dat betekent dat we nog niet weten of de destijds van de gemeenten gevraagde verhoging van de exploitatiebijdrage van de nieuwe meldkamer voldoende is geweest. Europapark
Programma en productgroep
Vestigingsklimaat
Omschrijving
Voor Europapark is de realisatie van het station van groot belang. De kosten hiervan zijn hoger dan de standaard bijdrage van het Rijk. Het tekort op de stationslocatie van 1,5 miljoen euro is voorlopig bij het rijk neergelegd. Gezien het relatief grote aandeel van kantoren in dit plan is de conjunctuur, die de afzet van bruto vloeroppervlak kantoren beïnvloedt, van groot belang voor de exploitatie. 1,5 miljoen euro Het Rijk zal niet bijdragen in de kosten van het station. Met andere subsidies zijn de kosten van 16,5 miljoen gedekt. Volgens de herziene exploitatie loopt de afzet van kantoren op schema. Bovendien is daarin een voorziening getroffen.
Risico Actie
Gemeenterekening 2004
Pagina 89 van 147
3.3
Onderhoud kapitaalgoederen
In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op de hoofdzaken van BORG. Vervolgens wordt aandacht besteed aan het onderhoud van gemeentelijke gebouwen. Hierin gaan we vooral in op de OCSW-gebouwen, maar geven we ook een totaalbeeld van de gemeente. In een bijlage bij deze paragraaf staan per dienst meer gegevens. De waarde van een kapitaalgoed is geïnterpreteerd als herbouwwaarde of boekwaarde. Ook hebben we de verzekerde waarde weergegeven (deze is gebaseerd op de herbouwwaarde).
3.3.1
BORG (Beheer Openbare Ruimte Groningen)
De gemeente Groningen heeft een oppervlakte van 8.400 hectare. Een deel van hiervan is in bezit en dus in onderhoud van onze gemeente. Het gaat dan om wegen, groen, riolering, kunstwerken en overige kapitaalgoederen (met name gebouwen). Uit de schouw 2004 blijkt dat de algemene indruk van de onderhoudstoestand van de stad er op vooruit is gegaan. Voor de meeste onderdelen is de ambitie gehaald en of is de kwaliteit toegenomen. Trottoirs en oeverbeschoeiingen scoren onder de maat en dat zijn natuurlijk dure ingrepen. Groen (beplanting) en straatmeubilair halen de norm wel, maar zitten aan de ondergrens. Binnen netheid en verzorging zijn geen significante verschuivingen in het kwaliteitsbeeld. Geconcludeerd kan worden dat het aantal onderhoudsmeldingen stadsbreed afneemt en hetgeen ook een gevolg is van de betere onderhoudstoestand. Onderhoudsbeleid Het beleid voor het niveau van onderhoud van openbare ruimte kapitaalgoederen is vastgelegd in het BORG (Beheer Openbare Ruimte Groningen). Hierin staan streefniveau’s voor de onderhoudstoestand van te onderhouden openbare ruimte. Voor kapitaalgoederen die niet onder BORG vallen, wordt door de diensten een onderhoudsplan opgesteld. In het programmadeel van de jaarrekening wordt in het programma Leefomgeving ingegaan op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte en infrastructuur. Per BORG-onderdeel worden hier enkele hoofdzaken beschreven: Wegen (waaronder kunstwerken) De actie Schoon, Heel en Veilig (SHV) is positief afgesloten. De sleutelbegrippen integrale aanpak en dienstverlening zijn overgenomen in het reguliere onderhoudswerk. Inmiddels is een programma Schoon Heel en Veilig II opgesteld en in uitvoering genomen. Hierbij zijn de sleutelwoorden: het programma van eisen SHV, integrale werkwijze, gestructureerde communicatie met bewoners en gelijk oversteken. Het meerjarenprogramma tot en met 2004 is zo goed als afgerond, afgezien een aantal bijdragen in projecten van andere afdelingen. Groen In 2004 is naast de uitvoering van het Groenuitvoeringsplan in een groot aantal wijken (plantvakken en gazons), de realisatie van het bomenstructuurplan goed op gang gekomen. In een groot aantal projecten is de bomenstructuur hersteld of vernieuwd. Begraafplaatsen Vanuit het Ontwikkelingsplan Begraafplaatsen “In alle rust” (2000) is het loket begraafplaatsen ingericht en in werking, het gebouw hiervoor en het personeelsonderkomen op Selwerderhof zijn gereed, zo ook het personeelsgebouw op de begraafplaats Hoogkerk. Daarnaast is het opbaarhuisje omgebouwd tot een theehuis en is de bovengrondse en ondergrondse infrastructuur aangepakt. Riolering. Vanaf 2003 is het nieuwe Groninger Rioleringsplan geïntegreerd in het Waterplan. Het plan is de leidraad voor het productieplan. De komende vijf jaar zal de vuilwateremissie van woonschepen en enkele bedrijfsschepen in de stad worden aangepakt. Het project verlenging en aanpassing van het gemaal Stadspark is in uitvoering gekomen.
Gemeenterekening 2004
Pagina 90 van 147
Kunstwerken Het beleidsplan is in ontwikkeling, maar door urgentie in uitvoeringswerkzaamheden nog niet afgerond. Het meerjarenprogramma tot 2004 is volledig uitgevoerd. Het programma van 2004 heeft hier en daar wat vertraging opgelopen in de uitvoering. Onderdeel
Begrote lasten 2004
Wegen Groen Begraafplaatsen Riolering Kunstwerken
3.3.2
4.946 10.700 1.628 8.425 1.170
Realisatie lasten 2004 5.815 11.232 2.132 7.958 1.305
Onderhoud gebouwen
Het beheer van gebouwen is op verschillende plaatsen in de organisatie verspreid. In 2004 hebben wij een facility management informatie systeem (FMIS)akket aangeschaft. Dit wordt momenteel geïmplementeerd bij de diensten. Allereerst gaat de aandacht uit naar kernhuisvesting (de kantoorpanden waarin ambtenaren zijn gehuisvest). De overige gebouwen, van vooral OCSW en RO/EZ, worden in een tweede fase in het systeem ingebracht. Bij het beheer vindt in toenemende mate centrale regie plaats. Zo is de schoonmaak centraal aanbesteed. Onderzoek is gaande naar de opzet van een mantelcontract voor andere onderhoudswerkzaamheden (zoals schilderwerk, dakbedekking, e.d.) . Voor de meeste gebouwen zijn meerjarenplannen onderhoud opgesteld. Aan het eind van deze paragraaf staat een overzicht van de gebouwen en onderhoudswaarden. OCSW De dienst OCSW is in het bezit van een ruime hoeveelheid kapitaalgoederen die een waarde vertegenwoordigen van meer dan 150 miljoen euro. Het beheer van de gebouwen is op verschillende plaatsen binnen de dienst OCSW verspreid. De meeste gebouwen zijn overigens in beheer van de werkmaatschappijen Openbaar Onderwijs en Sport & Recreatie. Een algemeen en specifiek beleidskader voor het niveau van het onderhoud dient nog te worden vastgesteld. Het huidige gevoerde beleid is voor een groot deel gebaseerd op de technische noodzaak van het onderhoud. Hiervoor zijn veelal meerjarenplanningen aanwezig. De uitvoerbaarheid van de planning is echter afhankelijk van de beschikbare financiële middelen. Voor een aantal terreinen geeft dit problemen en zijn nadere acties inmiddels in gang gezet. De sportnota is daarvan een treffend voorbeeld. Specifieke aandachtspunten
Schoolgebouwen De financiële druk op de beschikbare exploitatiebudgetten is in het primair onderwijs onverminderd hoog. Er worden steeds hogere eisen gesteld aan de kwaliteit van schoolgebouwen. Door strengere wet- en regelgeving op het gebied van gebruiksvergunningen, brandveiligheid en ARBO-zaken, is het basis onderwijs genoodzaakt om meer te investeren in dergelijke zaken. De beheerskosten nemen hierdoor aanzienlijk toe waardoor er minder geld overblijft voor het reguliere onderhoud. De reguliere rijksvergoeding is onvoldoende om de problemen op te vangen. In de notitie ‘de stille armoede in het basisonderwijs’ is deze problematiek beschreven.
Oosterpoort/Stadsschouwburg
Voor zowel de Oosterpoort als de Stadsschouwburg is groot onderhoud dringend aan de orde. Met incidentele middelen worden de meest urgente problemen aangepakt. Zo is onder meer bij nieuw beleid 2004 een incidenteel bedrag van 2,5 miljoen euro toegekend voor investeringen in de gebouwen. In de jaren 2005 en 2006 wordt daar nog tweemaal 1 miljoen euro aan toegevoegd. Het onderhoudsbudget OP/SB is bij de begroting 2005 met 400 duizend euro structureel opgehoogd. De beschikbare middelen zijn kaderstellend voor het onderhoudsplan en de plannen van revitalisering van de OP/SB.
Natuurmuseum Gemeenterekening 2004
Pagina 91 van 147
Vanwege ontoereikend budget heeft het onderhoud qua uitvoering een lagere prioriteit gekregen. In het uitvoeringsplan voor het Natuurmuseum als Educatief centrum voor natuur en milieu zullen middelen worden gereserveerd om het gebouw van het museum op te knappen.
Sportaccommodaties Op 28 september 2004 heeft het college de nota Sport in Beeld vastgesteld en ter kennis gebracht van de raad. De raadscommissie Onderwijs en Cultuur heeft op 6 oktober ingestemd met de uitgangspunten van de nota. Doelstelling van de nota is het op orde hebben van de sportinfrastructuur. Dat wil zeggen, het aanbieden aan de sportverenigingen, sportorganisaties en individuele burgers van goede sportaccommodaties. Onder ‘goed’ wordt verstaan, schoon, heel, veilig en betaalbaar voor wie er gebruik van maakt. De maatregelen in de nota stippelen de route uit naar dit doel. In de nota is aangegeven wat de budgettaire consequenties zijn. De nota wordt in 2005 uitgewerkt tot een ontwikkelingsplan. Gemeentelijke gebouwen Dienst BSD DIA DSW HVD MD OCSW RO/EZ Totaal Verzekerde waarde
Waarde 31-12-2004 29.508 16.254 7.514 12.059 7.510 153.000 11.396 237.241
Meerjaren Planning
Voorziening per 31-12-2004 ja ja ja ja Ja Ja Ja
Onderhoudsbedrag Onderhoudsbedrag Begroting 2004 Rekening 2004 0 224 224 0 414 0 474 320 971 177 177 141 113 293 508 4.166 8.573 614 1.024 145 2.234 6.178 10.146
705.207
Onderhoudsgoederen Bestuursdienst
Waarde
Oude stadhuis
27.770
Oude stadhuis Goudkantoor Totaal Totale verzekerde waarde
1.738 29.508
Meerjaren Planning Onderhoudsplan
Voorziening per 31-12-2004
Onderhoudsbedrag Onderhoudsbedrag Begroting 2004 Rekening 2004 64 64
Calamiteit Onderhoudsplan 0
150 10 224
150 10 224
Onderhoudsbedrag Begroting 2004
Onderhoudsbedrag Rekening 2004
29.512
Dienst Informatie en Administratie
Waarde
Prefectenhof Trompsingel Totaal Totale verzekerde waarde
10.407 5.847 16.254
Meerjaren Voorziening per 31Planning 12-2004 Onderhoudsplan Onderhoudsplan 414
18.651
Voor beide gebouwen is een concept onderhoudsplan aanwezig, die nog nader besproken en vastgesteld moeten worden. De Trompsingel is in 2004 geheel aangepast en zal daardoor waarschijnlijk de komende jaren minder onderhoudsintensief zijn. Bij de Prefectenhof is sprake van achterstallig onderhoud. Wel wordt het gebouw de komende jaren opgeknapt. In 2005 zal een geïntegreerde onderhoudsplanning voor beide gebouwen worden vastgesteld, waarin rekening wordt gehouden met deze omstandigheden. Dienst Sociale Werkvoorziening Peizerweg Eenrumermaar Iepenlaan Helene Swarthlaan Concourslaan Corpus den Hoorn Travertijnstraat Totale verzekerde waarde
Gemeenterekening 2004
Waarde 4.807 2.562 80 0 25 40 0 7.514
Meerjaren Planning Onderhoudsplan Onderhoudsplan Onderhoudsplan Onderhoudsplan Onderhoudsplan Onderhoudsplan Onderhoudsplan
Voorziening per 31-12-2004
Onderhoudsbedrag Onderhoudsbedrag Begroting 2004 Rekening 2004 394 270 67 40 2 5 1 1 1 2 1 1 1 1 0 467 320
22.393
Pagina 92 van 147
De DSW bekijkt jaarlijks vooraf bij het opstellen van de begroting op basis van een voortschrijdend meerjarig onderhoudsplan welke gelden in enig jaar noodzakelijk en beschikbaar zijn voor onderhoud. Daarbij is bij een sterk groeiende organisatie (meer medewerkers en gebouwen) de laatste jaren het onderhoudsbudget gekrompen. Het klein onderhoud vraagt steeds meer, waardoor bepaalde klussen (vaak groot onderhoud) jaarlijks worden uitgesteld. Vooral de gebouwen op de hoofdlocatie geven veel zorg. Deze hebben een behoorlijke leeftijd bereikt (28 tot 45 jaar) waardoor verregaande renovaties eigenlijk noodzakelijk zijn. Hulpverleningsdienst Sontweg 10 Hanzeplein 120 Veendam Totaal Totale verzekerde waarde
Waarde
12.059
Meerjaren Voorziening per 31Planning 12-2004 Onderhoudsplan 390 Onderhoudsplan 499 Onderhoudsplan 82 971
Onderhoudsbedrag Begroting 2004 90 73 14 177
Onderhoudsbedrag Rekening 2004 90 73 14 177
Meerjaren Voorziening per 31Planning 12-2004 Onderhoudsplan Onderhoudsplan
Onderhoudsbedrag Begroting 2004
964
113
Onderhoudsbedrag Rekening 2004 268 20 5 293
Voorziening per 31-12-2004 145
Onderhoudsbedrag Begroting 2004 174 66 67 72 100 400 130 650 99 315 213
Onderhoudsbedrag Rekening 2004 2.325 588 73 65 177 1.223 440 1.577 52 229 110
238 87 421 1.022 105 7
253 112 115 918 227 54
4.166
3 32 8.573
23.663
Milieudienst Duinkerkenstraat Wijkpost Vinkhuizen Afvalbrengstation Vinkhuizen Totaal Totale verzekerde waarde
Waarde 5.157 1.356 997 7.510 23.035
Het onderhoudsplan van het afvalbrengstation in Vinkuizen zal medio 2005 gereed zijn. OCSW Oosterpoort Stadsschouwburg Natuurmuseum Stedelijke Muziekschool Vensterscholen Gebouwen basisonderwijs Gebouwen speciaal ond. Gebouwen voortgezet ond. Voormalige scholen Kardinge-complex Zwembaden Recreatiegebied Paterswolde Recreatiegebied Kardinge Sporthallen Gymlokalen Sportvelden Welzijnsaccommodaties Tennisparken Atletiekbaan, drafbaan, wielerbaan Camping Kantoorpand OCSW Totaal Totale verzekerde waarde 526.536
Waarde 10.800 3.200 2.200 1.600 10.000 30.000 12.000 29.000 1.800 19.800 zie Kardinge 100 4.500 4.000 16.300 7.100 300 400 0 153.000
Meerjaren Planning 10 jaar 10 jaar Actualisatie 10 jaar 10 jaar 10 jaar 10 jaar 10 jaar 10 jaar Actualisatie 10 jaar 10 jaar 10 jaar 10 jaar Actualisatie 10 jaar Actualisatie
256
49
58
Gehuurd 508
In bovenstaande tabel worden de meest omvangrijke kapitaalgoederen weergegeven met gegevens over waarde, planning en realisatie 2004. In de begroting was voor onderhoud een bedrag geraamd van 4,166 miljoen euro. De realisatie komt uit op een bedrag van 8,573 miljoen euro. Het verschil tussen begroting en rekening ad 4,4 miljoen euro kan met name als volgt worden verklaard: • nieuw beleid 2004 onderhoud Oosterpoort/Stadsschouwburg 2.500.000 • onderhoud openbaar onderwijs via programma onderwijshuisvesting 580.000
Gemeenterekening 2004
Pagina 93 van 147
• onderhoud openbaar voortgezet onderwijs uit eigen middelen Aan deze additionele middelen liggen raadsbesluiten ten grondslag.
770.000
De onderhoudsvergoedingen aan het bijzonder onderwijs zijn in het overzicht niet meegenomen. In het totaalbedrag is het realiseren van een kunstgrasveld op sportpark Corpus den Hoorn ad 1,2 miljoen euro ook niet meegenomen. Dit kunstgrasveld is met incidentele concernmiddelen gerealiseerd. Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken Wijkpost Centrum ,, Selwerd ,, Lewenborg ,, Beijum ,, Korreweg ,, Hoogkerk ,, Zuid Havenkantoor
Waarde 188 50 0 35 341 0 23 184
Onderhoudsbedrag Begroting 2004 4 5 4 36 5 0 0 40
Onderhoudsbedrag Rekening 2004 1 5 11 0 4 3 11 1
Totaal wijkposten
821
94
33
Begraafplaats Noorddijk Zuiderbegraafplaats Noorderbegraafplaats Esserveld Begraafplaats Hoogkerk Selwerderhof Loketgebouw Selwerderhof
* * * * * * 662
1 4 2 3 1 5 0
13
622
16
13
4.828 1.301 40 185 3.068 528
302 579
78
Totaal begraafplaatsen Kantoor Zuiderdiep Oudbouw zuiderdiep + EZ Aanpassing Hal Zuiderdiep Menno van Coehoerngebouw Gotenburgweg nieuwbouw Gotenburgweg oudbouw
Totaal kantoorgebouwen
9.913
Totaal Totale verzekerde waarde:
11.356
Meerjaren Planning
Voorziening per 31-12-2004
7 21 26 Ja **
614 ***
914
99
1.024
145
38.062
*) Momenteel is er een onderzoek gaande om de waarde van de begraafplaatsen te bepalen. **) Het achterblijven van de werkelijk gemaakte onderhoudskosten ten opzichte van de begroting voor 2004 wordt veroorzaakt doordat in 2004 relatief weinig kosten gemaakt zijn voor groot onderhoud (11.735). In de begroting zijn echter zowel de reguliere onderhoudskosten als de kosten groot onderhoud opgenomen. Het achterblijven van groot onderhoud wordt veroorzaakt doordat het groot onderhoud momenteel op een laag pitje staat omdat er een nieuw onderhoudsplan geschreven gaat worden. Dit staat op stapel voor 2005. ***) Eind 2004 is de voorziening ‘groot onderhoud’ad 614.000, niet voldoende voor het te verwachten (groot) onderhoud in 2005 (begroot 1.378.000 euro). In afwachting van de actualisatie van de meerjarenplanning onderhoud gebouwen begin 2005 en de ontwikkelingen rond de huisvesting van de wijkposten wordt dan actie ondernomen om de voorziening “groot onderhoud” aan te vullen. In 2004 heeft er een extra dotatie plaatsgevonden, de voorziening is namelijk met 280.000 euro toegenomen t.ov. 172.000 euro begroot.
Gemeenterekening 2004
Pagina 94 van 147
3.4
Treasuryparagraaf
Gemeenten zijn verplicht in de begroting en rekening een paragraaf Financiering (Treasuryparagraaf) op te nemen. Waar in het Treasurystatuut de uitgangspunten en doelstellingen voor de treasuryfunctie worden bepaald, komt in de treasuryparagraaf in begroting en rekening de uitvoering van het treasurybeleid aan de orde.
3.4.1
Algemene ontwikkelingen
Dit onderdeel schetst de belangrijkste interne en externe ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op de treasuryfunctie. SIG De overname van de leningenportefeuille van de SIG is ook in 2004 niet gerealiseerd. Wel is in afwachting van verdere ontwikkelingen een geldlening door de SIG vervroegd afgelost. De verdere overname van de portefeuille van de SIG wordt voorbereid en is voorzien in 2005. Treasury onderzoek De bevindingen van het externe onderzoek naar de treasuryfunctie binnen de gemeente Groningen hebben geleid tot een heroriëntatie en herpositionering van de treasuryfunctie. Inmiddels is in 2004 een efficiencybezuiniging gerealiseerd van 2,2 fte. Daarnaast zijn maatregelen genomen om te komen tot een kwaliteitsimpuls voor wat betreft prognoses van gemeentelijke geldstromen. Ook is een stroomlijning van de diverse rapportages ingaande 2004 gerealiseerd. Groenfinanciering en kritisch bankieren In maart 2005 heeft de gemeenteraad besloten om invulling te geven aan de doelstelling van bankieren bij kritische banken. Besloten is dat kritische leningen jaarlijks tot een bedrag van 25 miljoen euro tegen maximaal 0,15% extra rentekosten zullen worden aangetrokken. Daarnaast zal waar mogelijk gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden van de regeling groenfinanciering. Uit inventarisaties bij diensten is gebleken dat er op dit moment geen voorgenomen investeringen zijn, die voor de regeling groenfinanciering in aanmerking komen. Wel zal de komende jaren een deel van het project Meerstad mogelijk op deze wijze gefinancierd gaan worden. Het gaat hierbij om groenfinanciering, oplopend tot ruim 300 miljoen in de komende jaren.
3.4.2
Rente ontwikkeling 2004
Aan de hand van gegevens van de website van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), wordt een beeld geschetst van het verloop van de rente. Voor de beeldvorming van de lange rente wordt gebruik gemaakt van de rente op 10-jarige Staatsleningen en voor de korte rente de 3-maands Euribor. In de maandrapportage worden hiervan actuele grafieken opgenomen, waarbij te zien is dat de lange rente zich op een lager niveau bevindt dan in 2003. De korte rente is ten opzichte van 2003 nagenoeg ongewijzigd. Lange rente In de volgende grafiek is het renteverloop van de lange rente (op basis van 10-jaar Staat) verwerkt voor de periode van 1 januari 1998 tot en met 31 december 2004.
Gemeenterekening 2004
Pagina 95 van 147
Rentepercentages 01/01/1998 t/m 31/12/2004 6,5 6 5,5 5 4,5 4 3,5 3 jan-98
jul-98
jan-99
jul-99
jan-00
jul-00
jan-01
jul-01
jan-02
jul-02
jan-03
jul-03
jan-04
jul-04
10-jaar Staat
De grafiek laat zien dat de lange rente vanaf ultimo 2003 eerst is gedaald tot iets onder 4,00%. Daarna vindt in 2004 een stijging plaats, waarna vanaf medio 2004 de lange rente gestaag daalt tot het niveau van 3,60% ultimo 2004. In de begroting 2004 is uitgegaan van een lange rente van 4,50% Korte rente Het beeld van de korte rente is gebaseerd op cijfers van 3-maands Euribor. In onderstaande grafiek zijn de gegevens vanaf 1 januari 1998 tot en met 31 december 2004 verwerkt. In de grafiek is te zien dat de korte rente vanaf medio 2003 gestabiliseerd is rond het niveau van 2,10%. Evenals in voorgaande jaren is ook in 2004 een (limitatief) deel van de lange financieringsbehoefte gefinancierd met beschikbare korte middelen. Bij deze vorm van financiering wordt overtollig kort vermogen niet volledig uitgezet op de geldmarkt, maar ingezet ter dekking van de lange financieringsbehoefte. Dit levert rentevoordelen op voor Lang Vermogen. Bij Kort Vermogen is echter sprake van rentederving, aangezien geen rente wordt ontvangen. Voor deze rentederving levert Lang Vermogen aan Kort Vermogen een vergoeding in de vorm van een mismatch-bijdrage. De bijdrage wordt bepaald op grond van de gemiddeld ontvangen rente voor uitgezette middelen en is voor 2004 2,087%. Rente percentages 01/01/1998 t/m 31/12/2004 6
percentage
5 4 3 2 1 0 jan98
jul98
jan99
jul99
jan00
jul00
jan01
jul01
jan02
jul02
jan03
jul03
jan04
jul04
3-maands Euribor
Gemeenterekening 2004
Pagina 96 van 147
Rentevisie: prognose versus realisatie 2004 In maandrapportages worden rentevisies voor de korte en lange termijn opgenomen. De korte rente is gebaseerd op 3maands Euribor en de lange rente is gebaseerd op 10-jaar Staat. De rente-verwachting wordt uitgesproken voor de korte termijn (3 maanden), de middellange termijn (6 maanden) en voor de lange termijn (12 maanden). In hoeverre de uitgesproken renteverwachtingen zich verhouden tot de werkelijkheid, wordt hier onder besproken. Korte rente Begin 2004 was de verwachting dat de ECB de korte rente in 2004 zou verhogen, omdat de groeivooruitzichten verbeterd zou den zijn en omdat de inflatiecijfers een gunstig verloop lieten zien. De verwachting was dat de korte rente eind 2004 op 2,50% zou staan. In werkelijkheid is de rente uitgekomen op 2,15% en heeft de ECB gedurende het gehele jaar de korte rente ongewijzigd gelaten. Bij de 3 - en 6--maandsprognose zijn de verwachtingen uitgekomen. De korte rente is vanaf medio 2004 vrij stabiel gebleven en schommelt rond de 2,10%. De verwachting op dit moment is dat de korte rente niet eerder verhoogd zal worden dan in het vierde kwartaal van 2005. Dit mede door aantrekkende groeiverwachtingen en gunstige inflatiecijfers. Lange rente Voor de lange rente worden eveneens veronderstellingen gedaan, zoals die over 3, 6 en 12 maanden zal zijn. De verwachting voor 2004 was dat de lange rente zou gaan stijgen naar het niveau van 4,70%. Hierop waren de verwachtingen voor de 3- en 6-maandsprognose afgestemd. De lange rente is begin 2004 verder gedaald en is in het tweede kwartaal 2004 kort gestegen, waarna weer een dalende lijn in is gezet. Die daling is het gevolg van het achterblijven van economische groei binnen de eurozone. De verwachting voor 2005 is dat de rente nu het laagste punt is gepasseerd en dat de rente zal stijgen naar meer normale niveaus. Gehanteerde rentepercentages 2004: lange rente Rente langlopende leningen o/g Rente-omslagpercentage Rente reserves en voorzieningen Rente nieuwe investeringen
Rente BGR 2004 4,50 % 4,65 % 3,15 % 4,50 %
Gehanteerde rentepercentages 2004: korte rente Rente BGR 2004 Rente rekening-courant diensten/derden - Rente tegoedpositie (credit-%) - Rente schuldpositie (debet-%) - Rente schuldpositie GKB Rente kas-/callgeld o/g Rente kas-/callgeld u/g
3.4.3
1,50 % 3,75 % 3,25 % p.m. 2,087 %
Risicobeheer
Dit onderdeel geeft een samenvatting van het risicoprofiel van de organisatie. Tevens wordt ingegaan op de gegevens die uit hoofde van de Wet Fido voor de toezichthouder nodig zijn.
Gemeenterekening 2004
Pagina 97 van 147
Limieten financiering Limietenoverzicht 2004 Omschrijving
Limiet
Gemeente Groningen Korte mismatch Lange mismatch Vaste financiering Vervroegde aflossing
98.000 16.000 75.000 0
Wettelijk Kasgeld Renterisiconorm
77.000 65.000
Ter beperking van renterisico’s gelden voor zowel de korte als de lange geldpositie limieten. Het betreft hier wettelijke limieten en eigen limieten. De limieten zijn omschreven in het Treasury Statuut. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is een wettelijke limiet en bepaalt de maximale omvang van de externe kortgeldpositie in enig jaar. De zogenaamde netto vlottende schuld van de gemeente mag maximaal 8,5% bedragen van het begrotingstotaal. Daarboven moet lang geld worden aangetrokken. In box 9 wordt de verwachte omvang van de vlottende middelen voor vier kwartalen getoetst aan de wettelijke limiet. De kasgeldlimiet komt uit voor 2004 op 77 miljoen euro en blijkt het hele jaar ruim te worden onderschreden. In 2004 is tot en met oktober sprake van een kasoverschot. Vanaf november is sprake van een benutting van een deel van de kasgeldlimiet. Box 9. Kasgeldlimiet (bedragen x 1.000 euro) Omvang begroting per 1 januari 2004 (=grondslag) (1) Toegestane kasgeldlimiet - in procenten van de grondslag - in bedrag (2) Omvang vlottende korte schuld - Opgenomen gelden < 1 jaar - Schuld in rekening-courant - Gestorte gelden door derden < 1 jaar - Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld (3) Vlottende middelen - Contante gelden in kas - Tegoeden in rekening-courant - Overige uitstaande gelden < 1 jaar Toets kasgeldlimiet (4) Totaal netto vlottende schuld (2) – (3) Toegestane kasgeldlimiet (1) Ruimte (+) / Overschrijding (-); (1) – (4)
Kwartaal 1 910.100
Kwartaal 2 910.100
Kwartaal 3 910.100
Kwartaal 4 910.100
8,5 % 77.359 2.899 0 0 2.899 0 40.713 0 8.680 32.033
8,5 % 77.359 2.930 0 0 2.930 0 67.891 0 1.257 66.634
8,5 % 77.359 2.473 0 0 2.473 0 49.928 0 828 49.100
8,5 % 77.359 15.834 11.200 1.843 2.791 0 7.985 0 85 7.900
-37.814 77.359 115.173
-64.961 77.359 142.320
-47.455 77.359 124.814
7.849 77.359 69.510
Korte Mismatch-limiet Gedurende het jaar wordt een deel van de kortlopende middelen gebruikt voor dekking van het lange financieringstekort. Dit is voordelig omdat de korte rente over het algemeen lager is dan de lange rente. Omdat deze mismatch-financiering leidt tot een vergroting van het renterisico (het risico dat bij een stijgende of hoge rente geconsolideerd moet worden) mag maximaal 25 % van de netto vaste schuld, ofwel 98 miljoen euro, met kort geld worden gefinancierd. Op 16 december 2004 heeft zich een overschrijding van de korte mismatch limiet voorgedaan. Dit is in januari 2005 gemeld in de raadscommissie F&V . Op grond van de prognoses werd verondersteld dat de overschrijding eind 2004 weer ongedaan zou worden gemaakt door mutaties vanuit de jaarrekening. Die veronderstelling bleek achteraf niet juist, waardoor er per 1 februari 2005 alsnog een langlopende geldlening is aangetrokken ter grootte van 15 miljoen euro.
Gemeenterekening 2004
Pagina 98 van 147
Renterisiconorm De renterisiconorm is ook een wettelijke limiet en beperkt de vaste schuld die in enig jaar voor aflossing of renteherziening in aanmerking komt tot 20 % van de netto opgenomen vaste schuld. In box 10 wordt het renterisico op de vaste schuld berekend voor 2004. Uit de berekening blijkt dat de renterisico’s op de vaste schuld in 2004 onder de wettelijke norm is gebleven. Box 10. Renterisiconorm en renterisico’s vaste schuld 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 2 Netto renteherziening op vaste schuld (1a – 1b) 3a Nieuwe aangetrokken vaste schuld 3b Nieuwe verstrekte lange leningen 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a – 3b) 5 Betaalde aflossingen (netto) 6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7 Renterisico op vaste schuld (2 + 6) Renterisiconorm 8 Stand van de vaste schuld per (netto) 9 Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage 10 Renterisiconorm (8 * 9 / 100) Toets renterisiconorm 10 Renterisiconorm 7 Renterisico op vaste schuld 11 Ruimte (+) / Overschrijding (-); (10 – 7)
(bedragen * 1.000) 32.364 32.364 0 62.898 37.898 25.000 27.180 25.000 25.000 309.247 20 % 61.849 61.849 25.000 36.849
Lange mismatch-limiet Van de korte vermogensbehoefte mag een bedrag tot maximaal 5% van de netto opgenomen vaste schuld met langlopende leningen worden gefinancierd. Vaste financiering De Limiet vaste financiering is de limiet voor de jaarlijkse opname van langlopende leningen voor de vaste financiering van gemeentelijke activiteiten, en is bepaald op 75 miljoen euro. Opnamen van langlopende leningen voor woningbouw en/of derden geschieden op basis van afzonderlijke raadsbesluiten. Vervroegde aflossing langlopende leningen In de begroting wordt jaarlijks een overzicht opgenomen van leningen met een mogelijkheid tot vervroegde aflossing. Dit overzicht is de limiet voor de omvang van te vervroegen aflossingen voor dat jaar. Voor 2004 zijn er geen leningen vervroegd afgelost. Kredietrisico’s op verstrekte gelden Onderstaand overzicht geeft de kredietrisico’s op verstrekte gelden weer. Hierbij zijn de risico’s per risicogroep aangegeven. In het overzicht zijn de risicogroepen (globaal) gerangschikt naar oplopend risico. Box 11. Kredietrisico op verstrekte gelden (bedragen x 1.000 euro) Risicogroep Restant Schuld Gemeenten/provincies 0 Overheidsbanken 0 Woningcorporaties met garantie WSW 488.042 Semi overheidsinstellingen 48.017 Financiële instellingen (AA en hoger) 44.971 Overige toegestane instellingen volgens treasurystatuut 64.503 Niet toegestane instellingen, volgens treasurystatuut 0 Totaal 645.532
3.4.4
% 0,0 % 0,0 % 75,6 % 7,4 % 7,0 % 10,0 % 0,0 % 100,0 %
Gemeentefinanciering
Leningenportefeuille Dit onderdeel geeft inzicht in de samenstelling en de grootte van de opgenomen (OG) leningen.
Gemeenterekening 2004
Pagina 99 van 147
Box 12. Mutaties in leningenportefeuille (OG) (Bedragen x 1.000 euro) Stand per 1 januari 2004 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) Renteaanpassing (nieuw percentage) Stand per 31 december 2004
Bedrag in euro’s 1.012.249 37.394 64.433 77.582 32.364 32.364 907.628
Gemiddelde rente 5,82% 3,39% 5,57% 6,85% 7,12% 4,40% 5,50%
Uitzettingen Dit onderdeel geeft inzicht in de samenstellingen en de grootte van de uitgezette (UG) leningen . Box 12. Mutaties in leningenportefeuille (UG) (Bedragen x 1.000 euro) Stand per 1 januari 2004 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Renteaanpassing (oud percentage) Renteaanpassing (nieuw percentage) Stand per 31 december 2004
Gemeenterekening 2004
Bedrag in euro’s 703.002 12.394 37.032 77.803 74.337 74.337 600.561
Gemiddelde rente 6,00% 2,51% 5,90% 6,85% 7,12% 4,56% 5,65%
Pagina 100 van 147
3.5
Bedrijfsvoering
In dit hoofdstuk worden de organisatiedoelstellingen voor 2004 belicht. Daarbij is gekozen voor een opzet vanuit drie invalshoeken: de basis op orde, ontwikkeling en control. Focus op ‘basis op orde’; bedrijfsvoering is sturen in de organisatie. Dat betekent dat de informatie waarmee je wilt sturen actueel, juist en volledig moet zijn. Op een aantal terreinen wordt gewerkt aan het verbeteren en verhelderen van systemen en afspraken die hier aan moeten bijdragen. Maar de basis op orde is ook: goed werkgeverschap. Focus op ‘ontwikkeling’; niet alleen de basis moet op orde zijn. Anticiperen op toekomstige ontwikkelingen moeten het mogelijk maken om ook in de (nabije) toekomst de regie in handen te houden. Nu ontwikkelen om straks (ook) te kunnen sturen. Focus op ‘control’; doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? Control is een voorwaarde om vast te stellen of er vooruitgang wordt geboekt en of we nakomen wat is afgesproken. Vanuit verschillende disciplines zijn activiteiten ingezet om control te versterken.
3.5.1
Focus op ‘Basis op orde’
Uniform rekeningschema In augustus 2003 is gestart met het ontwerpen van een uniform financieel rekeningsschema (U for 8) voor de gemeente Groningen. Er ligt nu een nieuw rekeningschema. Voor acht losse verschillende administraties is een nieuw uniform stelsel van coderingen ontworpen en geimplementeerd. Het zijn nog steeds acht zelfstandige administraties maar nu ondergebracht in één omgeving en met gebruik van één bibliotheek. Het rekeningschema is het hart van de financiële administratie en informatie voor iedere dienst en voor onze gemeente. Door het rekeningschema te uniformeren ontstaat het voordeel dat concernbreed sneller en op termijn betrouwbaarder informatie kan worden geleverd en dat we sneller informatie aan het CBS kunnen leveren. Op elk moment van de dag kunnen benodigde data uit FIS2000 worden opgevraagd . Een uniform rekeningschema is een belangrijke basis voor goede financiële informatievoorziening. Personeel & Organisatie In 2004 is op het terrein van personeel en organisatie vooral veel geïnvesteerd in de realisatie van de bezuinigingstaakstelling. Uitvoeringsplannen voor formatiereductie zijn opgesteld, flankerend beleid is geformuleerd en het Sociaal Plan is ontwikkeld en vastgesteld. Ook zijn processen zoals vacaturevervulling, aangepast aan het realiseren van de bezuinigingen en is de ondersteuning van de uitvoering van de formatiereductie georganiseerd. Ondanks die grote (tijds)investeringen is de aandacht blijvend gericht op de thema’s uit het sociaal convenant zoals het gemeentelijk diversiteitsbeleid, management development, herijking van de personeelsinstrumenten, reïntegratie van medewerkers, personeelsmanagementinformatie, functiewaardering en beloningsbeleid. Het terugdringen van arbeidsverzuim bleef ook in 2004 een speerpunt. Management Development (MD)-beleid In 2004 is de professionalisering van het MD-beleid in de praktijk voortgezet, zoals deze sinds begin 2002 is ingezet. De wijze waarop wij, nu en in de toekomst, omgaan met de bezetting van sleutelfuncties draagt in belangrijke mate bij aan de stapsgewijze omvorming van de organisatie in de richting die de concernvisie voorstaat. De vastgestelde doelstelling van het MD-beleid is drieledig: op het juiste moment de beschikking hebben over voldoende gekwalificeerde en gemotiveerde medewerkers op sleutelposities (≥ functioneel schaal 15) in de ambtelijke organisatie; waardevolle medewerkers aan de organisatie binden en boeien en daarmee de continuïteit van de organisatie waarborgen; positieve bijdrage leveren aan de wijze waarop de gemeente Groningen zich als werkgever op de arbeidsmarkt positioneert. Het zwaartepunt van het MD-beleid is verlegd van “sturend en bemiddelingsgericht” naar “faciliterend en ontwikkelingsgericht”. De kern is dat aan een beheersbare groep MD-kandidaten en potentials (toekomstige
Gemeenterekening 2004
Pagina 101 van 147
sleutelfunctionarissen5) een breed scala aan kwalitatief hoogwaardige ontwikkelingsmogelijkheden is aangeboden, hetzij op individuele basis, hetzij middels een georganiseerd concernaanbod. Hierbij valt te denken aan de inzet van coaching, intervisie, functiewisseling, inhoudelijke verdieping, vaardigheidstraining en dergelijke. Daarnaast is de directie Middelen/ P&O actief betrokken geweest bij de werving en selectie van een aantal sleutelfunctionarissen. In 2004 zijn 4 sleutelfunctionarissen en 1 MD-kandidaat intern doorgestroomd in de functie van (vak)directeur. Dit betrof in alle gevallen mannen. In aanvulling op deze interne doorstroom, zijn 3 vrouwen van buiten de organisatie ingestroomd (functies vakdirecteur / algemeen directeur). Managementleergang De managementleergang is tot op heden 3 keer uitgevoerd en behoort inmiddels tot het structurele opleidingsaanbod van de gemeente. In totaal hebben 45 leidinggevenden deelgenomen aan de leergang. In 2005 wordt er wederom een managementleergang georganiseerd, de kosten hiervan zijn met 5% omlaag gebracht. In 2005 wordt het concept van de leergang tegen het licht gehouden, en afgestemd op enerzijds de behoeften van nieuwe potentiële deelnemers en anderzijds op de eisen van de veranderende gemeentelijke organisatie. Herijking Personeelsinstrumenten De ambitie uit de concernvisie, die vraagt om een coachende en stimulerende rol van leidinggevenden en een ontwikkelingsgerichte inzet van medewerkers, moet zijn vertaling krijgen in een modern en samenhangend pakket van personeelsinstrumenten. In mei 2004 heeft een up-date plaatsgevonden van een aantal van deze instrumenten. Als onderdeel van de werkbegeleidingscyclus is meer samenhang aangebracht tussen functioneringsgesprekken, pop’s en beoordelingsgesprekken. Toelichtingen, tips, formulieren en procedures zijn opgenomen in een handboek werkbegeleiding.Tevens bevat het handboek tips voor leidinggevenden voor het maken van resultaatgerichte afspraken. Om de introductie en het gebruik van de geactualiseerde instrumenten goed te begeleiden is per dienst een invoeringstraject vastgesteld met –waar gewenst- voorlichting en trainingen. Voor ondersteuning en advisering kunnen diensten een beroep doen op het Centrum voor Mobiliteit & Consultancy. SAR Per 1 juni 2003 heeft het SAR 53 knelpunten geregistreerd. Hiervan zijn er 6 door de diensten zelf opgelost; de resterende 47 medewerkers zijn door het SAR in samenwerking met de diensten geplaatst ( 24 in 2003 en 23 in 2004). Van de plaatsingen in 2003 waren er 3 op vaste functies. In 2004 zijn nieuwe knelpunten toegevoegd aan de lijst en 23 plaatsingen gerealiseerd, waarvan 7 op vaste functies. Het resterend aantal knelpunten bedroeg per 1 december 2004 (einde project) 37 personen die wel met tijdelijk werk zijn belast maar nog niet op vaste functies zijn geplaatst. Na de evaluatie in december 2004 is het project conform de oorspronkelijke planning gestopt. Per 1 januari 2005 is het SAR overgegaan in het Mobiliteitsbureau. Dit bureau, wederom ondergebracht bij het CMC, is met name gericht op ondersteuning van de realisatie van de bezuinigingen maar heeft ook als taak advisering aan de diensten over begeleiding en aanpak van personele knelpunten. In de oplossing van de eerder genoemde 37 resterende knelpunten wordt aldus door de diensten en het Mobiliteitsbureau voorzien. Functiewaardering en beloningsbeleid Het Fuwa-traject loopt vanaf december 1999 en is wat functiebeschrijvingen betreft, per 1 januari 2005 nagenoeg afgerond. Het beloningsbeleid blijft gebaseerd op het huidige drie-rangenstelsel van aanloop-, functionele- en uitloopschaal. Doorloop naar de uitloopschaal komt eerst aan de orde nadat gedurende 3 jaar het aan de functionele schaal verbonden maximum salaris is genoten. Als voorwaarde geldt daarbij dat de medewerk(st)er beschikt over drie actuele en in de tijd gezien aaneensluitende “goed” beoordelingen. Bij twee maal aaneensluitend een “uitstekend’ beoordeling kan versneld de uitloopschaal worden bereikt. Met de introductie van het sociaal convenant in september 2003 is het principe van ‘geen beoordeling is een goed beoordeling’ komen te vervallen. Personeelsformatie In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de gemiddelde personele sterkte en personele lasten, uitgesplitst naar primitieve begroting, actuele begroting en realisatie (rekening 2004).
5
Sleutelfuncties: functioneel schaal 15 en hoger, in de praktijk met name algemeen directeuren, vakdirecteuren en concernmanagers Gemeenterekening 2004
Pagina 102 van 147
BD DIA DSW HVD MD OCSW RO/EZ SOZAW E
Primitieve begroting 2004 fte lasten 116 6.880 329 16.842 127 7.070 458 23.865 366 16.100 491 23.791 698 34.962 590 28.002
TOTAA L
3.175
157.512
Actuele begroting 2004 fte Lasten 118 6.995 376 18.988 124 6.982 463 23.989 366 16.100 491 24.052 699 35.787 598 28.937
3.235
161.790
Rekening 2004 fte 115 350 116 473 351 482 652 636
3.175
lasten 6.856 18.584 6.902 24.877 15.619 24.194 33.764 31.063
161.859
Voor de afzonderlijke diensten en het totale concern is een vergelijking gemaakt tussen primitieve begroting, actuele begroting en rekening 2004. Om te komen tot een evenwichtige vergelijking tussen het verslagjaar 2003 en 2004 worden aansluitend het verschil tussen de primitieve begroting en rekening 2004 vergeleken met die van het jaar 2003. Verschil actuele begroting en rekening 2004 De totale gemiddelde bezetting Rekening 2004 is 60 fte lager dan de actuele begroting 2004. De gerealiseerde personele lasten zijn ondanks de daling van de bezetting vrijwel gelijk aan de geraamde kosten in de actuele begroting. Dit wordt op hoofdlijnen verklaard door drie oorzaken: de door de lagere bezetting bespaarde loonkosten zijn aangewend om incidentele kosten te financieren zoals: meer verkochte verlofdagen dan gepland, Fuwa-effecten en inhuur tijdelijk personeel van derden (uitzendkrachten en adviseurs) als voorschot op later te bezuinigen formatie. De verschillen per dienst zijn als volgt te verklaren: Bestuursdienst: In de rekening is 3 fte minder opgenomen ten opzichte van de actuele begroting. De personele lasten zijn navenant gedaald. Van deze 3 fte is 1.65 fte structureel bezuinigd. De resterende 1.4 fte betreft openstaande vacatures binnen de bestuursdienst waarvan het budget is aangewend om uitzendkrachten in te huren. DIA: De toegestane formatie bij de actuele begroting is ten opzichte van de primitief begrote formatie met 47 fte toegenomen, vastgesteld door MT van de dienst, College of Raad. Het betreft 39 fte CIO en 8 fte immigratieloket, informatiemanagement, Stad & Stadhuis en verzekeringen. Het verschil tussen de toegestane formatie in de actuele begroting en de bezetting in de Rekening 2004, bedraagt 26 fte lager dan begroot. Hiervan maakt 1 fte structurele bezuiniging uit. De resterende 25 fte zijn vacatures waarvan het vrijvallende budget is aangewend voor inhuur personeel van derden ten behoeve van met name opvangen van piekdrukte en tijdelijke invulling van vacatures. Tevens is 2.2. fte incidenteel bezuinigd. DSW: De toegestane formatie bij de actuele begroting is ten opzichte van de primitief begrote formatie met 3 fte afgenomen. Voor de dienst DSW bedraagt het verschil tussen de rekening en de actuele begroting 2004 in totaal - 8 fte waarvan 3 fte bovenformatief wegens vervallen functies. De daling van de bezetting bedraagt in 2004 gemiddeld 5 fte. De vrijgevallen budgetten zijn voornamelijk aangewend voor financiering van fuwa-effecten en verkoop verlofdagen. HVD: De toegestane formatie is ten opzichte van de primitieve begroting gegroeid met 5.2 fte. Deze zijn gefinancierd met voornamelijk landelijke GGD middelen. De dienst heeft structureel 1 fte op de bezetting bezuinigd. Daarnaast valt de rekening 10 fte hoger uit dan actueel begroot. Deze groei betreft een toename van de tijdelijke bezetting en de tijdelijke formatie, gedekt uit financiering met projectgelden.
Gemeenterekening 2004
Pagina 103 van 147
MD: De toegestane formatie bij de actuele begroting is ten opzichte van de primitief begrote formatie niet gewijzigd. De gerealiseerde bezetting 2004 is 15 fte geringer dan begroot. Hiervan is 13.2 fte structureel bezuinigd. De vacatureruimte is ingezet voor het inlenen van personeel van derden t.b.v. flexibele inzet afvalinzameling. OCSW: De toegestane formatie bij de actuele begroting is ten opzichte van de primitieve begrote formatie niet gewijzigd. In de rekening is 9 fte minder opgenomen dan in de actuele begroting.Van deze 9 fte’s zijn 3 fte’s structureel bezuinigd. De overige 6 fte’s zijn vacatures waarvan het budget is aangewend voor (een deel van) de inhuur van personeel van derden. RO/EZ: De toegestane formatie volgens de actuele begroting is ten opzichte van de primitieve begroting gegroeid met 1 fte. In de rekening is 45 fte (afgerond) minder aan bezetting opgenomen dan primitief was begroot. Het betreft het niet-invullen van tijdelijke formatie nadat tijdelijke contracten zijn geëxpireerd (33 fte) en overige vacatureruimte. Van de 45 fte gerealiseerde bezuinigingen is 41 fte structureel. SoZaWe: De toegestane formatie volgens de actuele begroting is ten opzichte van de primitieve begroting gegroeid met een gemiddelde van 7 fte deels structurele, deels incidentele formatie, conform raadsbesluiten. Uit het overzicht blijkt voorts dat in de rekening gemiddeld 38 fte meer is opgenomen dan in de actuele begroting. Deze overbezetting heeft betrekking op vervanging van personeel in verband met ziekte, zwangerschapsverlof en ouderschapsverlof. De overbezetting wordt gecompenseerd met extra inkomsten (inkomsten in verband met AAW en ZW, vergoeding voor personeel in verband met detacheringen en zwangerschapsverlof). Gezien de omvang van deze inkomsten was er in 2004 feitelijk sprake van een gemiddelde onderbezetting, met als gevolg een voordelig resultaat van 370 duizend euro. De dienst heeft als bezuinigingstaakstelling 2004 -38 fte. Hiervan is structureel 7,5 fte op de bezetting en formatie (taakstelling Middelen en Control) bezuinigd. Incidenteel is 10 fte bezuinigd, waaronder 5,5 fte CWI-korting, 1,5 fte M&C en 3 fte boventalligheid, gedekt uit andere middelen dan personeelsbudgetten. De resterende taakstelling 2004, groot 20,5 fte, is ten laste van de rekening gebracht. De niet gerealiseerde taakstelling voor 2004 wordt per 1-1-2005 structureel gerealiseerd wegens het beëindigen van tijdelijke aanstellingen in december 2004. De reductietaakstelling 2004 inzake boventalligheid (5 fte) wordt later in 2005 gerealiseerd. Personeelsformatie- en bezetting 2003 vergeleken met 2004 In de onderstaande tabel wordt de primitieve begroting en rekening van het jaar 2003 vergeleken met de begroting en rekening 2004. Personeel in dienst Totaal
Primitieve begroting 2003 Fte lasten 3.124 150.808
Rekening 2003 Fte 3.194
Lasten 154.428
Personeel in dienst Totaal
Primitieve begroting 2004 Fte lasten 3.175 157.512
Rekening 2004 Fte 3.175
Lasten 161.859
Toelichting. Geconstateerd kan worden dat het personeelsbestand in 2004 met 19 fte is verminderd.. Onderwijspersoneel / WSW-personeel De kosten van het onderwijspersoneel en WSW personeel zijn in de rekening ten opzichte van de actuele begroting 2004 gestegen met ruim 6 miljoen euro. Dit wordt met name veroorzaakt door hogere lasten voor onderwijzend personeel. De kosten hiervoor zijn echter gecompenseerd door hogere rijksbijdragen (overdrachten van het Rijk). Voormalig personeel
Gemeenterekening 2004
Pagina 104 van 147
De kosten voormalig personeel in 2004 bedragen 4.6 miljoen euro en zijn 0.7 miljoen euro hoger in vergelijking tot 2003 (3.9 miljoen euro). De stijging in 2004 wordt veroorzaakt door een stijging van IZA-premies gepensioneerden en FPU. Personeel van derden De totale lasten en baten van personeel van derden zijn als volgt::
Lasten Baten Saldo
Actuele begroting 2004 10.745 -5.635 5.110
Rekening 2004 19.188 -14.051 5.137
Verschil -8.443 8.416 -27
Op hoofdlijnen wordt het inlenen van personeel van derden gefinancierd met:: de inkomsten van de uitleen van gemeentelijk personeel aan externe organisaties of aan een andere dienst ; dit bedraagt in 2004 gemeente-breed 14 miljoen euro. Voorbeelden hiervan zijn: uitleen van personeel aan Stichting Weerwerk (5.5 miljoen bij Sozawe), bij de dienst OCSW betreft het o.a. 3.5 miljoen inkomsten uit het vervangingsfonds onderwijs personeel, 1 miljoen toegerekende projectkosten bij investeringen en vergoedingen ID-banen WSR. budget uit de vacatureruimte in de toegestane formatie (alle diensten, met een zwaartepunt bij RO/EZ). Deze vacatureruimte kan in 2005 en 2006 worden ingezet ten behoeve van de bezuinigingen. budget uit specifieke projecten, gedekt met tijdelijke externe middelen ( bijvoorbeeld DSW i.v.m. tijdelijke confectie-opdrachten uit de markt). De Milieudienst heeft naast uitzendkrachten ten behoeve van reinigingstaken (112 duizend hoger dan begroot, gedekt uit vacaturegelden), ook overig personeel van derden ingehuurd; dit was begroot op 1.6 miljoen. Voor deze categorie personeel van derden is 2,2 miljoen extra uitgegeven. Dit hogere bedrag is grotendeels besteed aan adviseurskosten voor bodemonderzoeken o.a. in het kader van de ISV. Deze advieskosten worden volledig doorberekend aan RO/EZ. Daarnaast zijn in 2004 meer uren besteed dan begroot aan de uitvoering van het Klimaatplan. Een deel van deze kosten (projectleider) wordt gefinancierd uit de BANS subsidie. Ook is er i.h.k.v. de Wet milieubeheer voor vergunningverlening, handhaving en control personeel van derden ingehuurd voor de bewaking van de door VROM opgelegde strengere kwaliteitscriteria. De totale kosten hiervan zijn ca. 16 duizend euro. DSW Stadspark heeft voor 55 duizend euro meer dan begroot personeel van derden ingehuurd; in 2004 t.b.v. extra capaciteit bij de afdeling Confectie in verband met opdrachten uit de markt. De Bestuursdienst heeft 271 duizend euro meer dan begroot uitgegeven aan personeel van derden. Deze kosten zijn gedekt uit verrekening van gedetacheerd personeel naar andere diensten, inkomsten van uitkeringsinstanties en vacatureruimte binnen de formatie. De Hulpverleningsdienst heeft ruim 1,2 miljoen euro meer aan personeel van derden uitgegeven dan begroot. Het betreft hier voor een groot deel tijdelijke inzet van mensen vooruitlopend op overdracht van een dienstonderdeel (Ambulancedienst/ Voorzieningen). De dienst wil bewust zoveel mogelijk flexibiliteit inbouwen richting definitieve overdracht. Dekking komt vooral uit de vrijval van in samenhang hiermee niet ingevulde structurele vacatures. Daarnaast is personeel van derden ook ingezet op projectbasis. De dienst OCSW heeft bijna 2 miljoen euro meer personeel van derden ingehuurd dan begroot. Hiervan is ruim 900 duizend euro extra besteed aan uitzendkrachten t.b.v. het openbaar onderwijs ( 400 duizend, gedekt uit voorzieningen voor o.a. samenwerkings-verbanden), het Natuurmuseum ( 100 duizend euro, gedekt door vergoeding ID-banen en detachering), beleidsclusters (bijna 200duizend, gedekt uit niet begrote rijksmiddelen) en de Oosterpoort/Stadschouwburg ( ruim 200 duizend euro tbv horecapersoneel). Bijna 1,1 miljoen is extra besteed aan het inhuren van adviseurs c.q. interimmanagers. Deze zijn ingezet voor onderzoek en advies in het kader van Zoeklicht (100 duizend euro) , Wing (300 duizend euro), het ABCG (500 duizend euro) en Ganashi (200 duizend euro). Doordat de uitleen van personeel aan derden hoger is dan de kosten van ingehuurd personeel, heeft de dienst een positief saldo van bijna 2 miljoen euro op deze kostensoort.
Gemeenterekening 2004
Pagina 105 van 147
Bij de DIA is circa 1.7 miljoen euro meer uitgegeven aan inhuur personeel van derden dan begroot ten behoeve van met name opvangen van piekdrukte en tijdelijke invulling van enkele vacatures. De dienst Sozawe heeft 242 duizend euro minder besteed aan inhuur van personeel van derden dan in de actuele begroting is voorzien. Het verschil tussen de primitief begrote uitgaven voor personeel van derden en de werkelijke kosten (+ 700 duizend) wordt verklaard doordat het automatiseringspersoneel dat is overgegaan naar de CIO, onder deze post is opgenomen ten bedrage van 0.6 miljoen euro. Bij de dienst RO/EZ is de inhuur van adviseurs in de rekening 2004 ten opzichte van de actuele begroting afgenomen met bijna 200 duizend euro tot 55 duizend euro. De inhuur van uitzendkrachten echter is 2,8 miljoen euro hoger dan in de actuele begroting was voorzien maar 900 duizend euro lager dan in de rekening 2003. De 2,8 miljoen hogere uitgaven worden verklaard door vervanging wegens ziekte, tijdelijke opvang van een groot aantal vacatures en tijdelijk personeel in verband met reorganisatie c.q. organisatie-ontwikkeling. Arbo- en verzuimbeleid 1. Verzuimbeleid en streefcijfers 2004 Op 26 maart heeft het AMT op advies van het POV besloten tot de onderstaande maatregelen in arbo- en verzuimbeleid 2004: Werkdruk krijgt concernbreed in 2004 aandacht middels een meting op basis van de Arbomonitor van het A+Ofonds; RSI maakt integraal onderdeel uit van het verzuimbeleid van de dienst; Diensten zorgen voor een eenduidige administratieve organisatie, juridische onderbouwing en registratie van verzuimgegevens en een zorgvuldige systematiek van planning en control van verzuimbeleid op basis van de verbeterpunten uit de rapportage van CAP/EY, good practices uit diensten en concernvoorschriften ; Er is op advies van het POV een streefcijfer toegevoegd aan het bestaande overzicht, nl. het streefcijfer netto verzuim 5,0% 2004. Streefcijfers 2004: netto verzuim : 5.0% bruto verzuim : 7.0% verzuim langer dan één jaar : 0.9 % verzuim als gevolg van psychische klachten : daling met 10% meldingfrequentie :1.7 2. Inspanningen 2004 De diensten RO/EZ, BSD en OCSW hebben zich aangediend als pilotdienst voor het werkbelevingsonderzoek. Dit onderzoek werd verricht in het kader van het Arboconvenant Gemeenten (juli 2001) en voor 50% gesubsidieerd door het A&O fonds. Aanleiding voor de gemeente Groningen was het hoge aantal werkgerelateerde psychische klachten en relatief hoge meldingsfrequentie. Het werkbelevingsonderzoek is eind 2004 uitgevoerd. Met een respons van 60% heeft het onderzoek een goed inzicht verschaft in de werkbeleving van medewerkers en leidinggevenden en de belangrijkste werkstressoren die zij ervaren. De uitkomsten van het werkbelevingsonderzoek worden door de pilotdiensten vertaald naar een dienstspecifiek arbeidsverzuimbeleid. In 2003 en 2004 zijn drie diensten (HVD, DIA en SoZaWe) actief aan de slag gegaan met het ontwikkelen van een praktisch programma om RSI aan te pakken. Op 28 mei is het werkboek RSI aangeboden. Dit werkboek biedt leidinggevenden praktische handvaten om RSI –klachten bij medewerkers te voorkomen, herkenbaar te maken en op te sporen en eventueel te laten behandelen. Uit de pilot bleek dat 63% van de beeldschermwerkers regelmatig en/of aanhoudende klachten hebben aan nek, schouders, polsen en handen. In het werkbelevingsonderzoek is RSI naast werkdruk als arbeidsrisico opgenomen. Uit de resultaten van dit werkbelevingsonderzoek bleek dat 60% van de beeldschermmedewerkers van deze diensten geel of rood scoren. Daarmee is opnieuw aangetoond dat RSI een belangrijk arbeidsrisico is in de gemeente Groningen. Overigens is de landelijke norm 60%, waar de gemeente dus niet veel van afwijkt. De afdeling DAZ van de DIA levert sinds 1 april 2004 de managementinformatie over arbeidsverzuim. Dit gebeurt in heldere en overzichtelijke tabellen gerelateerd aan de concernstreefcijfers. Daarmee is een belangrijke verbetering doorgevoerd t.o.v. voorgaande jaren: we zijn niet meer afhankelijk van het aanleveren van cijfers door derden. Gemeenterekening 2004
Pagina 106 van 147
Op 24 augustus heeft het College het verzuimprotocol voor de gemeentelijke diensten vastgesteld. Dit protocol is uitgebreid besproken met de diensten en het Georganiseerd Overleg vanwege de rechtspositionele aspecten in het protocol. Het protocol is een procedurele vertaling van de resultaten uit de quick-scan “administratieve organisatie” die in 2003 is uitgevoerd. Het protocol legt het verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen leidinggevende, zieke medewerker en arbodienst vast. Tevens voorziet het in eenduidige afspraken en regelingen. De meeste diensten hebben in overleg met hun OR een eigen protocol gemaakt dat is afgeleid van de concernafspraken in het verzuimprotocol. Het IZA-BZP pakket is verlengd tot 1 jan. 2006. Met het IZA is de afspraak gemaakt dat zij jaarlijks een bijeenkomst van zorgverleners van het bedrijfszorgpakket en de dienst organiseren. Uit de resultaten van afname van het IZA-BZP pakket door ambtenaren van de gemeente Groningen blijkt dat het pakket voorziet in een behoefte, m.n. voor medewerkers die (nog) niet ziek zijn. Tot slot de wet Verlenging Loondoorbetalingsverplichting bij Ziekte is in 2004 doorgevoerd, waardoor werkgevers het loon van werknemers die op of na 1 januari 2004 ziek zijn geworden twee jaar moeten doorbetalen in plaats van één. Over de verdeling van de maximaal 170% over de twee ziektejaren wordt op dit moment door de CAOpartners overleg gevoerd; Op 6 mei 2004 kreeg de gemeente Groningen de beschikking van het UWV over de WAO-instroomcijfers 2003: er is in 2003 een instroom van 21 personen (12 minder dan in 2002). Het instroompercentage bedraagt 0.6% en dat is 0.2% lager dan het sectorale percentage; Ardyn heeft over 2004 voor ca. 80.000 aan de diensten gerestitueerd in verband met te ruim begrote analyse in het kader van de wet Poortwachter. 3. Omvang en ontwikkeling van het arbeidsverzuim Gemeente Groningen (ten opzichte van de streefcijfers) Vanaf 2004 vind registratie van de verzuimcijfers plaats via de verzuimmodule van EMIS. Verzuimpercentages worden vanaf dat moment direct gerelateerd aan een concernbreed eenduidige formatiehuishouding die het gehele jaar door actueel is (o.a. als gevolg van verloning via de formatiemodule EMIS; realisatie eind 2004). Daaraan gekoppelde verbeterde en frequentere managementinformatie borgen vanaf dat moment een adequate sturing op realisatie van de streefcijfers. Gemeente Groningen 2004
Streefcijfer Gemeente Groningen
Meldingsfreq maximaal 1.70
Verzuim > 1 jaar
Verzuim< 1 jaar (excl. Zw-verlof)
Bruto verzuim maximaal
Maximaal 1.70
Maximaal 0,9%
Maximaal 5%
Maximaal 7%
1,90 (+0,20)
1,3 (+0,4%)
5,6 (+0,6%)
7,5 (+0,5%)
Bestuursdienst
2,00 (+0,30)
0,9 (0)
5,0 (0)
6,0 (-1%)
DIA
2,03 (+ 0,33)
1,5 (+0,6%)
5,9 (+0,9%)
8,3 (+1,3%)
HVD
1,63 (-0,07)
1,2 (+0,3%)
5,3 (+0,3%)
7,1 (+0,1%)
1,93 (+0,23)
0,9 (0)
6,4 (+1,4%)
7,4 (+0,4%)
OCSW
1,69 (-0,01)
1,6 (+0,7%)
5,5 (+0,5%)
8,1 (+1,1%)
RO/EZ
1,91 (+0,21)
0,7 (-0,2%)
5,1 (+0,1%)
6,3 (-0,7%)
Sozawe
2,25 (+0,55)
1,5 (+0,6%)
6,2 (+1,2%)
8,4 (+1,4%)
1,47 (-0,23)
2,4 (+1,3%)
5,3 (+0,3%)
7,7 (+0,7%)
Milieudienst
DSW
Korte toelichting op de tabel
Gemeenterekening 2004
Pagina 107 van 147
De meeste diensten hebben op één of meer aandachtsgebieden , variërend van de meldingsfrequentie tot het brutoverzuim, de streefcijfers gerealiseerd. Daar waar dit nog niet het geval is, zijn c.q. worden op korte termijn afspraken gemaakt met de diensten over daadwerkelijke realisatie van alle streefcijfers en de mogelijke ondersteuning die de dienst nodig hebben van het concern. De meldingsfrequentie is in 2004 weer gestegen en blijft op een relatief hoog niveau steken (hoger dan het streefcijfer). Dit geldt voor alle diensten, behalve HVD, OCSW en DSW. Met name in het 4de kwartaal 2004 is de meldingsfrequentie bij vrijwel alle diensten sterk gestegen. Het verzuim langer dan een jaar blijft een aandachtspunt voor de diensten DSW, OCSW, HVD,SOZAWE en DIA. In de dienstspecifieke verzuimplannen wordt e.e.a. opgenomen. Het verzuim korter dan een jaar is vooral bij de diensten DIA, Milieudienst en SOZAWE een aandachtspunt voor 2005.
Kinderopvang Het budget voor kinderopvang bleek ook in 2004 voldoende om de aanvragen te honoreren, zodat de doelstelling "budgettaire redenen mogen niet de oorzaak zijn van wachttijden voor reguliere vormen van kinderopvang" kon worden gehaald. De nieuwe Wet kinderopvang vergde de nodige voorbereiding. Vanaf 1 januari 2005 kiezen ouders zelf het kindercentrum of gastouderbureau, sluiten zij zelf de overeenkomst, betalen zij zelf de factuur en ontvangen zij rechtstreeks de bijdrage van overheid én werkgevers. Voor de gemeente betekent dit een sterke vereenvoudiging. Het ziet er naar uit dat de nieuwe wet voor de gemeente geen nadelige financiële consequenties zal hebben; op termijn zou de nieuwe regeling zelfs kostenverlagend kunnen werken.
3.5.2
Focus op ontwikkelingen
CIO De inspanningen op het gebied van ICT zijn de afgelopen jaren vooral gericht geweest op structurele verbeteringen om de basis op orde te krijgen. Deze investeringen in de basis zijn noodzakelijk om een efficiënte ondersteuning van de dienstverlening aan burgers te waarborgen en projecten van Stad en Stadhuis en de gemeentelijke bedrijfsvoering te ondersteunen. Het voornemen voor 2004 was: vooral afmaken waarmee we begonnen zijn. Dat betekent dat een fors aantal projecten, die meestal ook vóór 2004 gestart zijn, in 2004 verder uitgevoerd zijn. Hieronder volgt een selectie van de deze projecten en activiteiten. Op 1 januari 2004 is na een lang voorbereidingstraject de CIO van start gegaan. De CIO heeft haar eerste bestaansjaar met succes volbracht. Het is gelukt om het oude niveau van dienstverlening, van voor de oprichting van de CIO, te handhaven. Daarbij was het wel noodzakelijk om externe mensen in te huren. Dit was ook mede noodzakelijk omdat er een aantal projecten heeft gelopen, en nog loopt, waarin eigen mensen van de CIO participeren. Denk aan de invoering van Windows XP, Integratie Netwerken en het onderzoek naar Open Source. Ook de invoering van E-loketten heeft een behoorlijke inzet van eigen mensen gevraagd. Naast de inrichting van de CIO zelf is voor het welslagen van de CIO een professionalisering nodig van de vraagzijde: het informatiemanagement bij de diensten. In 2004 is ook bij de diensten veel tijd gaan zitten in de overgang naar de CIO. Daarnaast is tijd gestoken in de verdere standaardisatie en ontwikkeling van de gemeentelijke informatievoorziening. Overige ICT ontwikkelingen Het nieuwe gemeentelijke netwerk Gronet II is in april 2004 opgeleverd en functioneert inmiddels. De migratie naar de nieuwe standaard werkplek op basis van Windows XP is gerealiseerd voor de Milieudienst, de Bestuursdienst en de DIA en er is een begin gemaakt met de migratie van SOZAWE en de HVD. Het project Intranet heeft van begin af aan te kampen gehad met technische problemen. Deze zijn pas in november 2004 verholpen, zodat we in 2004 niet alle onderdelen van het project die we beoogd hadden, konden uitvoeren. Het streven naar klant- en omgevingsgerichtheid impliceert dat dienstverlening ook steeds meer integraal moet kunnen worden aangeboden, uitgaande van specifieke vraagpatronen die hieraan ten grondslag liggen. Een dergelijke ontwikkeling veronderstelt een brede beschikbaarheid van relevante gegevens uit diverse procesregistraties, waarbij de interne structuur van de organisatie niet langer een belemmering mag vormen voor het verstrekken van informatie of het Gemeenterekening 2004
Pagina 108 van 147
verlenen van diensten. Een centraal ingericht datawarehouse, waarin steeds een actuele kopie van relevante gemeentelijke datasets wordt onderhouden, kan in belangrijke mate bijdragen aan een integrale dienstverlening. Het project Basis Voorziening Gegevens, dat gericht is op de realisatie van zo’n concernbreed datawarehouse, is in 2004 afgerond en per 1 januari 2005 overgedragen aan de staande organisatie. Het post- en archiefsysteem van de gemeente, P&A+, is sterk verouderd. Het wordt al enige tijd niet meer onderhouden door de leverancier en draait in een verouderde omgeving op verouderde apparatuur. Bovendien heeft het project Stad en Stadhuis dringend behoefte aan een systeem ter ondersteuning van de verbetering van de schriftelijke bereikbaarheid. Dat betekent dat in 2004 een project is gestart om P&A+ te vervangen. Resultaat van het project in 2004 is het aanbestedingsdocument inclusief het bestek, zodat begin januari 2005 de Europese aanbesteding gestart is (onder voorbehoud van kredietverstrekking door de Raad). In april 2004 heeft de Raad de keuze gemaakt om voor de invoering van Open Standaarden – Open Source Software (OSOSS) twee strategieën te gaan volgen. Na de besluitvorming over de beschikbare middelen voor OSOSS in mei 2004 is begonnen met de uitvoering van beide strategieën. Door de Bestuursdienst wordt o.a. gevolgd wat de markt en wat andere gemeenten doen. De DIA/CIO is begonnen met het opdoen van kennis en ervaring met OSOSS, met het doen van onderzoek naar de implicaties van dergelijke software op servers en welke kosten invoering van OSOSS op servers met zich meebrengt. In april 2005 is hierover gerapporteerd aan de raad. Tenslotte zijn er een aantal activiteiten uitgevoerd in het kader van Stad en Stadhuis. In 2004 is een referentiemodel voor elektronische dienstverlening inclusief functies zoals identificatie/authenticatie ontwikkeld. Er heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de elektronische dienstverlening door een extern bureau (Ffectis), en er zijn voorbereidingen getroffen voor het project adressenbeheer, dat in 2005 een vervolg krijgt in het project ‘authentieke basisregistraties’. Diversiteitsbeleid In 2004 is het gemeentelijk diversiteitsbeleid voor de periode 2004-2006 vastgesteld door het college. Onder het motto ‘van Denken naar Doen’ wordt aan de hand van een samenhangend set van concrete maatregelen en activiteiten een impuls gegeven aan de mobiliteit en inzetbaarheid van specifieke doelgroepen: vrouwen (in hogere functies), medewerkers ouder dan 55 jaar, jonge medewerkers onder de dertig jaar op HBO/WO niveau, allochtone medewerkers en arbeidsgehandicapten. De volgende resultaten zijn geboekt: Mobiliteit voor medewerkers jonger dan 30 jaar op HBO-WO niveau; de instroomeis van 8 medewerkers in 2004 is gerealiseerd. De ontwikkeling van de leergang voor jonge medewerkers op HBO/WO niveau ‘het Groninger Groeiprogramma’ is afgerond in de zomer van 2004. De feitelijke start is gerealiseerd in september 2004 met twee opeenvolgende groepen van 12 deelnemers. De leergang wordt in 2005 opnieuw aangeboden. Het project “Diversiteit loont!”, ten dele gesubsidieerd vanuit het A&O fonds, is afgerond in oktober 2004. De resultaten bestaan uit de ontwikkeling van het “Netwerk Allochtone Ambtenaren” met als doel 10 allochtone medewerkers toe te rusten om allochtone collega’s te stimuleren zich verder te ontwikkelen en door te stromen naar hogere functies. Ook is een seminar georganiseerd voor leidinggevenden en medewerkers gericht op in- en doorstroom van allochtonen. Op basis van het seminar is een loopbaantraining voor allochtone medewerkers en workshops ‘diversiteitsmanagement’ voor leidinggevenden ontwikkeld en uitgevoerd . Vanuit het project Jonge Honden en vanuit de Allochtonenpool zijn 7 hoog opgeleide allochtonen ingestroomd. Op HAVO-MBO niveau zijn tenslotte nog eens 13 allochtone medewerkers ingestroomd.
3.5.3
Focus op control
Rechtmatigheidcontrole
Wat hieraan vooraf ging.
Voor het rekeningsjaar 2004 maakt de beoordeling van het rechtmatig handelen voor het eerst deel uit van de accountantstoets. Over het proces en de bijbehorende onduidelijkheden over wat deze zou gaan inhouden, de verschillende informatie van BZK en de VNG en de afspraken hierover met accountant Ernst en Young hebben wij u regelmatig geïnformeerd.
Gemeenterekening 2004
Pagina 109 van 147
Toen eind november, begin december duidelijk werd dat een eerdere, meer gefaseerde opzet van de controle niet mogelijk was, hebben wij daarna binnen de grenzen van het redelijke alles op alles gezet om toch het jaar 2004 voor de rechtmatigheidstoets te laten meetellen. Wij hebben daarmee – in tegenstelling tot een groot aantal andere gemeenten- er voor gekozen om 2004 een serieuze beoordeling mogelijk te maken van het gemeentelijk handelen. Wij realiseerden ons dat wij hiermee een risico liepen, zeker in verhouding tot gemeenten die dit aspect van de accountantscontrole in feite niet gingen toepassen. Wij konden op dat moment niet garanderen dat er een goedkeurende verklaring zou komen en we wisten daarnaast dat er binnen de gemeentelijke organisatie nog het een en ander te verbeteren viel. Met het resultaat dat negatieve publiciteit het gevolg zou kunnen zijn. Toch hebben wij besloten om wel een toets mogelijk te maken, ondanks het extra werk en kosten die dit met zich mee zou brengen. Daarbij was voor ons het belangrijkste aspect dat deze rechtmatigheidscontrole een rol zou moeten spelen bij de verbetering van de organisatie. En vanuit dat perspectief kijken we ook naar de resultaten.
Resultaat: oordeelsonthouding: De inspanningen hebben er toe geleid dat de accountant een goed oordeel over een groot deel van het gemeentelijk handelen kon vellen. Daarbij zijn een aantal kwetsbaarheden in beeld gebracht, die echter voor de accountant niet tot een totaalafkeurend oordeel hebben geleid. Deze kwetsbaarheden zullen in een plan van aanpak worden meegenomen als verbeteringspunten. Dit plan van aanpak zullen wij, bij de evaluatie van het rekeningsproces, aan u voorleggen. Echter, daarbij moet ook geconstateerd worden dat niet alle processen intern konden worden getoetst, zodat daarmee de onzekerheid zodanig toenam dat daardoor de accountant geen oordeel kon uitspreken. Dat betekent voor de totaalbeoordeling voor het aspect rechtmatigheid dat de accountant tot een formele oordeelsonthouding moet komen.
Winst: Ondanks het feit dat we niet over een geheel goedkeurende verklaring kunnen beschikken en het feit dat er toch nog een behoorlijke mate van onzekerheid is over een aantal processen, heeft onze aanpak toch tot grote winst geleid, en wel op drie punten. 1. In tegenstelling tot veel andere gemeenten heeft onze aanpak er toe geleid dat de inventarisatie van de relevante processen de basis vormt voor de jaarrekening 2005. We weten daarmee al waar de aandacht het komende jaar naar zal uitgaan. De basis is daarmee gelegd. 2. Ten tweede hebben we de kans om de bevindingen over 2004 ook al in het lopende jaar toe te kunnen passen en te verbeteren in 2005. Daar waar andere gemeenten in 2006 gaan constateren dat in 2005 een aantal zaken zijn misgegaan. 3. Overeenkomstig het door minister Remkes gestelde geeft de accountantscontrole over dit jaar de kans om hierover met de raad van gedachten te wisselen, en de ervaringen te benutten om de werkwijze voor de komende jaren te evalueren. Daarom zullen wij naar aanleiding van de bevindingen met een plan van aanpak komen die wij aan u voor gaan leggen.
Tot slot/conclusie: Voor wat betreft het rechtmatigheidsaspect hebben we een belangrijke slag gemaakt, maar we zijn er nog niet. Veel hangt af van wat we in dit lopende jaar nog kunnen verbeteren. Daarbij moeten we er ook rekening mee houden dat uit de landelijke discussie nog ontwikkelingen komen die voor de gemeente van belang kunnen zijn. Interne controleplannen De controlactiviteiten binnen de gemeente behoren steeds meer tot de dagelijkse praktijk. Voor de eigen sturing van de gemeente is dit noodzakelijk en ook de in 2003 vastgestelde Financiële Verordening Gemeente Groningen geeft aan dat er jaarlijks intern toetsingen plaats moeten vinden. In 2004 hebben alle diensten een interne controleplan opgesteld dat in 2005 zal worden uitgevoerd. De rapportage over de voortgang van deze planningen is opgenomen in de reguliere planningen controlcyclus.
Gemeenterekening 2004
Pagina 110 van 147
Onderzoeksplan doelmatigheid en doeltreffendheid Daarnaast is in 2004 het onderzoeksplan naar doelmatigheid en doeltreffendheid uitgevoerd. Op basis van de verordening doeltreffendheid en doelmatigheid is in november 2003 aan de Raad het onderzoekplan 2004 aangeboden. De doeltreffendheid van delen van programma’s / paragrafen en/of de doelmatigheid van de gemeentelijke organisatie zijn in 2004 nader onderzocht. Onderstaande tabel is een overzicht van de onderzochte programma’s met een stand van zaken. Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Programma Leefomgeving Onderwijs & Welzijn Leefomgeving Overig Sport & Cultuur Vestigingsklimaat
Onderwerp Ondergrondse Containers Evaluatie Vensterscholen BORG Tariefstructuur DIA Museumdepot Fiets- openbaar vervoergebruik
Status d.d. maart ‘05 Ter kennisname raad 10-11-2004 Raadscommissie O&C 6-10-2004 Afronding Raadscommissie F&V 17-11-2004 Naar 2005 Afronding
Zoals uit de tabel blijkt zijn drie onderzoeken (ondergrondse containers, evaluatie Vensterscholen en tariefstructuur DIA) afgerond en de resultaten voorgelegd aan de raad/raadscommissie, twee onderzoeken (fiets- en openbaar vervoergebruik en BORG) zijn in de afrondende fase en één onderzoek (Museumdepot) is doorgeschoven naar 2005 omdat het depot pas in 2005 zal zijn gerealiseerd. Wij geven hier van de drie afgeronde onderzoeken samengevat de uitkomsten weer. Alle aanbevelingen zijn opgenomen in de vervolgstappen na het doelmatigheid en/of doeltreffendheid onderzoek. Het onderzoek in het programma Leefomgeving concludeert dat de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van de ondergrondse containers daadwerkelijk worden behaald met de beschikbare middelen. De aanbevelingen richten zich op het extra aandacht geven aan het schoonhouden van de omgeving van de ondergrondse containers en het in de toekomst formuleren van meetbare projectdoelstelingen en het monitoren hiervan. Het onderzoek in het programma Onderwijs &Welzijn betreft de evaluatie van de Vensterscholen. De evaluatie toont dat de Vensterscholen doeltreffend zijn. De aangereikte verbeterpunten zijn de samenwerking tussen instellingen, het vergroten van de ouderbetrokkenheid en de aansluiting onderwijs, zorg en opvoeding. Het onderzoek naar de tarievenstructuur bij de DIA toont aan dat de doelmatigheid verbeterd kan worden. Inmiddels zijn de basisvoorwaarden hiervoor op orde gebracht en worden de bezuinigingsvoorstellen en reorganisaties uitgewerkt om tot een verlaging van de kosten te komen. Control op bezuinigingen De control op de vastgestelde bezuinigingen is geïntensiveerd. Naast de rapportages hierover in de reguliere tussenrapportages is hierover in december 2004 afzonderlijk aan de raad gerapporteerd. In 2005 zal de raad in maart(eindrapportage over 2004), juni en oktober een voortgangsrapportage ontvangen. Over de inhoudelijke realisatie van de bezuinigingen verwijzen wij naar hoofdstuk 4. Evaluatie verstrekte subsidies De gemeente Groningen (en dan met name de dienst OCSW) verstrekt subsidies aan diverse instellingen. In een afzonderlijke nota hebben wij de raad aangeven op welke wijze de gemeente de verstrekking van subsidies wil beoordelen. Ook is een meerjarige planning opgesteld waardoor elke uitgaande subsidie in de collegeperiode eenmaal beoordeeld zal worden. OCSW, RO//EZ en HVD rapporteren in 2004/begin 2005 overeenkomstig deze planning. Juridische control Juridische control heeft in 2004 voornamelijk in het teken gestaan van de rechtmatigheidstoets van de accountant en “Groningen en Europa”. Voor wat betreft de rechtmatigheidstoets is sinds het einde van het voorjaar in 2004 veel aandacht geschonken en werk verzet om de gemeente rechtmatigheidsproof te maken. Samen met de accountant en de gemeentelijke organisatie was ingezet op een verantwoord gefaseerd plan waarbij in een aantal jaren volledig aan de eisen van rechtmatigheid zou kunnen worden voldaan. Voor wat betreft het onderwerp juridische audits kan worden gesteld dat dit ook een plaats vindt in de nieuwe rechtmatigheidstoets. In dat kader dienen voor de belangrijkste processen de risico’s en daarbij passende beheersmaatregelen in beeld te worden gebracht. En vervolgens dient de organisatie, vóórdat de accountant hierover een
Gemeenterekening 2004
Pagina 111 van 147
oordeel vormt, hier aan te toetsen. In dat kader dient afgewogen te worden op welke manier -aparte- juridische audits hier nog een plaats in kunnen vinden. Groningen en Europa is eveneens een belangrijk onderwerp geweest in 2004. Er heeft een scherpere beoordeling plaatsgevonden op met name de onderwerpen aanbesteding en staatssteun. Met name dit laatste onderwerp is zo belangrijk geworden, dat hiervoor een concernbrede voorlichtingsbijeenkomst is georganiseerd. In 2005 worden nieuwe regels/richtlijnen van de Europese commissie voor staatsteun verwacht, waarbij beneden een bepaald drempelbedrag er geen aanmelding meer hoeft plaats te vinden. P&O-Scan/EMIS De activiteiten met betrekking tot de implementatie van de P&O scan en de verbetering van EMIS zijn conform planning in 2004 gerealiseerd. Definities over met name bezetting, formatie, vast en tijdelijk, zijn vastgesteld en worden concernbreed toegepast. Vanaf 1 januari 2005 is de formatiemodule operationeel en gekoppeld aan het uniforme rekeningschema (U-for-8). Twee cruciale effecten: verloning vindt plaats via de bezettingsgegevens van EMIS en de ‘boekhouding’ van de formatie is gewaarborgd. De P&O-Scan is een (software)-instrument dat het management van de gemeente Groningen in staat stelt om op snelle en eenvoudige wijze de belangrijkste feiten en cijfers op het gebied van personeel en organisatie naar boven te halen, te analyseren en te rapporteren. In 2005 wordt, gezien de positieve ervaringen, onderzocht op welke wijze de P&O-scan gemeentebreed kan worden geïntroduceerd.
Gemeenterekening 2004
Pagina 112 van 147
3.6
Verbonden partijen
Het belang van een paragraaf verbonden partijen is dat verbonden partijen beleid uitvoeren of deels uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf zou kunnen doen. De gemeente blijft echter eindverantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma’s. Voor de raad geldt er dan een kaderstellende en controlerende taak bij die programma’s. Verder heeft in het duale stelsel het college de bevoegdheid gekregen om tot deelnemingen te besluiten. Door de paragraaf verbonden partijen heeft de raad invloed op dit gebeuren doordat hij hiervoor de kaders stelt. Bij verbonden partijen gaat dan om deelnemingen (vennootschappen), gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen, waarin de gemeente een bestuurlijk èn een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van de deelneming of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Een gesubsidieerde instelling geldt als zodanig niet als verbonden partij. Nota verbonden Partijen In oktober 2003 heeft de raad een nota Verbonden Partijen vastgesteld. In de nota wordt een kader aangedragen voor het aangaan van nieuwe deelnemingen en het voortzetten van een bestaande deelneming. Daarnaast zijn criteria ontwikkeld voor de vertegenwoordiging: wie gaat onder welke voorwaarden de gemeente vertegenwoordigen in het bestuur van een private onderneming. Bij dit laatste is met name gekeken naar de belangenverstrengeling die kan optreden voor een bestuurder van de gemeente door tevens als bestuurder van een NV of BV op te treden. Dit kader luidt als volgt: • voor deelneming: de gemeente neemt niet deel in een privaatrechtelijke rechtspersoon, tenzij deze rechtspersoon een overwegend publiek belang dient dat niet ook op andere wijze kan worden behartigd. • voor vertegenwoordiging: 1. de gemeente benoemt geen collegeleden in een raad van commissarissen, een raad van toezicht of het bestuur van een privaatrechtelijke rechtspersoon, tenzij het benoemen van collegeleden in genoemde functies in het bijzonder bij kan dragen aan het publieke belang. Het college dient de afweging tussen het publieke belang en belangenverstrengeling voor een dergelijke benoeming nadrukkelijk te motiveren; 2. bovenstaande is niet van toepassing op qualitate qua benoemingen van collegeleden in besturen van stichtingen; 3. de gemeente benoemt geen gemeenteambtenaren in een raad van commissarissen of een raad van toezicht van een privaatrechtelijke rechtspersoon; 4. gezien de controlerende functie van de raad kunnen raadsleden niet de functie van gemeentelijke vertegenwoordiger bekleden; 5. voor benoeming als gemeentelijke vertegenwoordiger in toezichthoudende en adviserende organen als genoemd onder 1. en 3. komen in beginsel gekwalificeerde buitenstaanders in aanmerking; 6. in geval van vennootschappen maakt de gemeente in ieder geval actief gebruik van haar rechten als aandeelhouder in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voor het inbrengen van het gemeentelijk belang; 7. bij de aanvang van iedere nieuwe collegeperiode worden alle gemeentelijke en qualitate qua vertegenwoordigingen aan de hand van deze randvoorwaarden en in relatie met de lijst van nevenfuncties heroverwogen. Beleidvoornemens 2004 Door vaststelling van de Nota Verbonden Partijen heeft de raad kaders en criteria gegeven voor de deelneming in NV’s, BV’s en stichtingen en de vertegenwoordiging daarin. Voor wat betreft de verbonden partijen is toegezegd dat nieuwe relaties getoetst zullen worden aan het door de raad geaccordeerde toetsingskader. Dit is gebeurd. Een toets van de bestaande verbonden partijen naar inhoudelijk en financieel belang en de wijze van vertegenwoordiging heeft in 2004 niet plaats kunnen vinden. De beschikbare capaciteit is naar ander dringender onderwerpen gegaan, zoals met name Meerstad en de nieuw ingestelde rechtmatigheids-toets. De toets staat nu voor de zomer gepland en kan in september/oktober 2005 in de raadscommissie F&V besproken worden. Wel heeft in 2004 een inventarisatie plaatsgevonden van de private
Gemeenterekening 2004
Pagina 113 van 147
organisaties waar ambtenaren namens de gemeente zitting hebben in het bestuur van die organisatie. Het resultaat van deze inventarisatie is weergeven in de jaarrekening 2003. Lijst verbonden partijen Voorgeschreven is dat het college jaarlijks bij de rekening een overzicht van de verbonden partijen van de gemeente geeft. Per verbonden partij moet worden weergegeven: • de naam en de vestigingsplaats; • het openbaar belang dat met deelneming in deze verbonden partij wordt behartigd; • de veranderingen die zich gedurende het begrotingsjaar hebben voorgedaan in het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft; • het eigen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar; • het resultaat van de verbonden partij. In bijlage 11 van boekwerk 2 is deze lijst verbonden partijen opgenomen.
Gemeenterekening 2004
Pagina 114 van 147
3.7
Grondbeleid
3.7.1 Visie en uitvoering In september 2003 zijn drie nota’s met betrekking tot het grondbeleid ter besluitvorming door de raad vastgesteld (grondprijzenbeleid, richtlijnen herziening grondexploitaties en resultaatbepaling) Daarnaast is in september 2003 in de raad de nota ‘complex beleid’ van de Rekenkamercommissie vastgesteld, waarin een groot aantal aanbevelingen wordt gedaan ter verbetering van de uitvoering van het grondbeleid. Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de aanbevelingen waarbij tevens de stand van zaken met betrekking tot de realisatie van de aanbeveling wordt weergegeven. Nr
Aanbeveling
1
We doen de raad de aanbeveling om exploitatieplannen vlak vóór de Het begrip “exploitatieplannen is door de dienst RO/EZ ontwerpfase aan de raad voor te leggen. geïnterpreteerd als plannen waarbij sprake is van grondinkopen en/of grondverkopen en/of een stedebouwkundige wijziging ( woningbouwlocaties, kantoren- en bedrijventerreinen). Volgens de projectfasering “van weiland tot woonwijk” houdt dit in dat het projectplan (output plandefinitiefase en input ontwerpfase) aan de raad voorgelegd dient te worden. Voor grote projecten zoals Grote Markt, Damsterdiep, Meerstad, Westpoort en Berlagebrug zijn inmiddels de projectvoorstellen voorgelegd aan de raad en is tevens het daarbijbehorende plankostenkredieten aangevraagd. Deze werkwijze zal ook in de toekomst worden gevolgd. Deze aanbeveling is verwerkt in de nota Grondprijzenbeleid die op Bij het vaststellen van de nota over grondprijzenbeleid adviseren wij de raad om niet alleen de grondprijzen vast te stellen, maar ook 24-09-2003 door de raad is goedgekeurd. Inmiddels is de nota grondprijzenbeleid geactualiseerd en in procedure gebracht. de daarbij behorende uitgangspunten en de gehanteerde systematiek Op 24-09-2003 heeft de raad de nota richtlijnen herzieningen Wij adviseren de raad om het college te vragen de definities in de nog vast te stellen nota richtlijnen voor herziening grondexploitatie grondexploitaties vastgesteld. De definities zullen nog van afwijkingen op kwaliteitsniveau, ruimtegebruik op programma geoperationaliseerd moeten worden. Naar verwachting zal dit in het 2de halfjaar 2005 zijn beslag krijgen. duidelijker uit te werken en wanneer sprake is van een dusdanige afwijking, deze ter besluitvorming aan de raad voor te leggen. We adviseren de raad om aan het college te vragen ten aanzien van Opgenomen in de nota Grondbeleid die op 27 oktober 2004 door de PPS constructies een helder beleidskader aan de raad voor te raad is goedgekeurd. De uitwerking van het beleid is toetsbaar in leggen, zodat daar op getoetst kan worden praktijk.
2
3
4
5 6
7
8
9
Actie
We geven de raad in overweging om op het gebied van erfpacht een vernieuwd beleidskader van het college te vragen
Opgenomen in de nota Grondbeleid die op 27 oktober 2004 door de raad is goedgekeurd. De uitwerking van het beleid is toetsbaar in praktijk. We adviseren de raad om er bij het college op aan te dringen dat de Opgenomen in de nota Grondbeleid die op 27 oktober 2004 door de raad is goedgekeurd. De uitwerking van het beleid is toetsbaar in procedure rond de selectie van marktpartijen voor praktijk. exploitatieprojecten helder wordt omschreven in de nieuw te verschijnen nota Grondbeleid. We doen de aanbeveling om de door de raad vastgestelde documenten op het gebied van het grondbeleid op een gestructureerde wijze vast te leggen, bijvoorbeeld bij de Griffie, zodat de raad hiervan zonder moeite kennis kan nemen. Dan kunnen alle betrokkenen relatief eenvoudig inzicht krijgen op basis van welke vastgestelde documenten de dienst RO/EZ uitvoering geeft aan het grondbeleid. We adviseren om over het opstellen van de jaarlijkse rapportages (jaarrapportage grondbedrijf (inclusief staten P), rapportage grondbank, slotcalculaties exploitatieprojecten) duidelijke afspraken te maken met het college en deze in de langetermijnagenda van de raad op te nemen.
Nog geen concrete actie.
Wij adviseren de raad om voorlopig vast te houden aan de meldingsplicht bij financiële tegenvallers van meer dan 45 duizend euro . Pas als in de praktijk blijkt dat dit bedrag te laag ligt, en als blijkt dat deze meldingsplicht correct wordt nageleefd, kan verhoging van deze limiet aan de orde komen.
De 45 duizend euro meldingen worden vertrouwelijk in de raadscommissie Ruimte en Verkeer gedaan. Dit is conform de wens van de raadscommissie, althans dit is hetgeen aan ons is teruggekoppeld.
Gemeenterekening 2004
Raad zal deze afspraak met het college moeten maken (griffier). Voorstel van de dienst RO/EZ is om de staat P tegelijk met de (dienst)jaarrekening in de raad te behandelen.
Pagina 115 van 147
Nr
Aanbeveling
Actie
11
We adviseren de raad om elk jaar de staten P vast te stellen, waarbij financiële afwijkingen boven de 45 duizend euro per onderdeel op een rijtje worden gezet en door de raad worden geaccordeerd. We adviseren de raad om met het college af te spreken dat wanneer tijdens de uitvoering van een exploitatieproject een afwijking boven de 45 duizend euro ,-- op het niveau van de kostenen opbrengstenposten uit de staat P (verwer-ving, sloopkosten, bouwrijp maken, woonrijp maken etc.) dreigt, dat deze afwijking op de kortst mogelijke termijn aan de raad ter vaststelling wordt voorgelegd. We adviseren de raad erop toe te zien dat in de slotcalculaties aandacht wordt besteed aan het proces van aanbestedingen en tevens dat slotcalculaties volgens afspraak tijdig worden opgesteld.
Dit is ingevoerd met ingang van de staten P 2003.
12
13
14
We adviseren de raad het college te houden aan de bestaande afspraken over winstafroming.
15
Om de keuze voor marktpartijen bij grondexploitatieprojecten meer transparant te maken, doen we de aanbeveling om de gang van zaken rond de toewijzing van projecten aan marktpartijen in de staten P te verantwoorden. We doen de raad de aanbeveling om er bij het college op aan te dringen een standaard voor de dossierindeling van projecten vast te stellen, zodat ontwikkelingen door de tijd nauwkeurig worden bijgehouden. We adviseren de raad er op toe te zien dat er elk kwartaal een rapportage over de sleutelprojecten wordt voorgelegd (overigens is dit een bestaande afspraak). We adviseren de raad om het college te vragen in de jaarlijkse staten P per project een actuele stand van zaken van de risico’s op te nemen. Om monitoring van risico’s goed gestalte te geven, adviseren we de raad aan het college te vragen de afdeling grondzaken van de dienst een beleidsnota voor de raad op te laten stellen, waarin staat aangegeven hoe zij risico’s zo goed mogelijk in beeld proberen te brengen en hoe ze hierop sturen.
16
17 18 19
Zie punt 9
Ten behoeve van een grondexploitatie wordt een slotcalculatie opgesteld als 90% van de geraamde kosten gerealiseerd zijn. In 2004 zijn geen slotcalculaties aangeboden aan de raad. De redenen hiervoor zijn prioritering in werkzaamheden en capaciteitsgebrek. In 2005 zal extra capaciteit ingezet worden om een inhaalslag te maken in het opstellen van slotcalculaties. Op 24 september 2003 is de nota resultaatbepaling grondexploitaties door de raad goedgekeurd. Jaarlijks wordt op basis van deze nota het jaarresultaat bepaald op de grondexploitaties. Het resultaat wordt gepresenteerd en toegelicht in de jaarrekening. Dit is ingevoerd met ingang van de staten P 2003.
In 2003 is een standaard dossier indeling opgesteld die in 2003 en 2004 voor alle projecten is ingevoerd De bestaande afspraken zijn gecontinueerd. Na afloop van ieder kwartaal wordt een rapportage over de sleutelprojecten aangeboden. Dit is ingevoerd met ingang van de staten P 2003. De beleidsnota risicobeheersing is in voorbereiding en zal naar verwachting in 2005 aan de raad worden aangeboden.
Op 27 oktober 2004 is door de Raad de nota grondbeleid vastgesteld. Met het voorgestelde grondbeleid wordt beoogd het gewenste ruimtelijk economisch beleid te verwezenlijken. Onderdeel daarvan betreft het realiseren van winsten daar waar het mogelijk is. Deze winsten kunnen onder meer worden ingezet om onrendabele ontwikkelingen in de stad elders te realiseren. Tot nu toe is grondbeleid voornamelijk gericht geweest op de ontwikkeling van stadsuitleggebieden. Naast de realisatie van uitleggebieden zal herontwikkeling van binnenstedelijke gebied steeds belangrijker worden. Door middel van het grondbeleidinstrumentarium kan de gemeente sturing geven aan dit proces. Grondbeleid kan actief, passief of middels een tussenvorm gevoerd worden. Bij actief beleid wordt de grond voor eigen rekening en risico aangekocht, bouw- en woonrijp gemaakt en in eigen beheer uitgegeven. In de passieve vorm draagt de marktpartij het volledige risico. Bij de tussenvorm is er sprake van locatieontwikkeling in samenwerking met de markt, waarbij het risico, de winst en de zeggenschap gedeeld wordt naar mate van participatie. In het voorgestelde beleid wordt primair gekozen voor handhaving van het actieve grondbeleid. Daarnaast is door het College op 7 december 2004 de nota grondprijzenbeleid 2005-2006 vastgesteld. In deze nota zijn de uitgangspunten voor de te hanteren grondprijzen vastgelegd voor de jaren 2005 en 2006.
Gemeenterekening 2004
Pagina 116 van 147
3.7.2 Resultaten De gerealiseerde resultaten op lopende en reeds afgesloten grondexploitaties in 2004 bedraagt 4,0 miljoen. Bij bepaling van het verwachte resultaat zijn de uitgangspunten gebruikt zoals deze zijn neergelegd in de nota resultaatbepaling. De uitgangspunten zijn als volgt: goed koopmansgebruik; gerealiseerde winsten worden verantwoord in de exploitatie onder aftrek van de nog te verwachten kosten, de nog te verwachten opbrengsten worden buiten beschouwing gelaten; winsten worden bepaald op jaarbasis; verliezen die op enig moment benoembaar, kwantificeerbaar, onontkoombaar en voorzienbaar zijn, worden als verlies genomen in het betreffende boekjaar; De waardering van het actief geschiedt tegen historische kostprijs of lager verwachte opbrengstwaarden, de afwaardering wordt ten laste van de exploitatie gebracht; winsten en verliezen worden ten gunste of ten laste van de bestemmingsreserve grondzaken gebracht. 3.7.3 Beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot risico’s van de grondzaken Het grondbedrijf houdt zich in hoofdzaak bezig met het daadwerkelijk realiseren van bouwgrondproductie voor woningen, kantoren en bedrijven. Verwerving, planontwikkeling, bouw- en woonrijpmaken en gronduitgifte, met de nodige ondersteunende activiteiten, zijn de belangrijkste onderdelen in het proces. Het grondbedrijf onderneemt en ondernemen betekent dat er per definitie financiële risico’s worden gelopen. Middels een zorgvuldig proces van het opstellen van een grondexploitatie, uitgaande van het principe dat er reëel wordt begroot, wordt de realiteit zoveel mogelijk benaderd. Ondanks de grote zorgvuldigheid zullen er mee- en tegenvallers optreden. Vanuit het voorzichtigheidsprincipe en een stabiele gemeentebegroting c.q. financiële positie is het noodzakelijk dat in het spel van tegen- en meevallers er voor eventueel niet binnen de grondexploitatie op te vallen tegenvallers een reserve (buffer) binnen het grondbedrijf aanwezig is. De egalisatiereserve grondzaken – waar meevallers en tegenvallers van de projecten worden verrekend bedraagt ultimo december 2004 circa 16,6 mln en de geprognosticeerde omvang – rekening houdend met de voorzienbare onttrekkingen en de toevoegde resultaten uit de grondexploitaties en de reserve grondbank – bedraagt 16,2 mln. De minimale vereiste omvang van de reserve ter afdekking van de voorzienbare en onvoorzienbare risico’s wordt bepaald door de IFLO norm. Als voorzienbare risico's worden de risico's op planafzet en -invulling aangemerkt. De onvoorzienbare risico's zijn de conjuncturele risico's en de risico's op de hoogte van gronduitgifteprijzen. De IFLO-normberekening is als volgt opgebouwd:
Voorzienbare risicoafdekking: -
10% van de boekwaarde van de lopende grondexploitaties (looptijd langer dan twee jaar); 10% van de boekwaarde van Grondbank I en II; 10% van de te verrichten investeringen in de grondexploitaties (inclusief kostenstijging); 10% van de te verrichten aankopen Grondbank I en II
Onvoorzienbare risicoafdekking: - 15% (bandbreedte 2,5%) van de gemiddelde jaaromzet in de lopende grondexploitaties (inclusief opbrengstenstijging); - 15% (bandbreedte 2,5%) van de gemiddelde uitname Grondbank I en II. Ultimo 2004 is de omvang van de IFLO norm 25,1 mln. Het verschil tussen de IFLO norm en de geprognosticeerde omvang van de reserves bedraagt 5,1 mln. In de paragraaf Weerstandsvermogen, onderdeel risico’s, gaan wij nader in op dit verschil.
Gemeenterekening 2004
Pagina 117 van 147
3.8
Stad en Stadhuis
Inleiding en doelstelling De relatie tussen burgers en gemeentebestuur is één van de vier hoofdthema’s in het Collegeprogramma 2002-2006. Het programma Stad en Stadhuis geeft invulling aan ons voornemen om in deze collegeperiode extra aandacht te besteden aan onze relatie met de burger. Het vertrouwen van de burger in de (lokale) overheid is dan ook voor een belangrijk deel gebaseerd op ervaringen met medewerkers van de gemeentelijke organisatie, de manier waarop zij worden ontvangen, de wijze waarop hun vragen telefonisch en schriftelijk worden beantwoord etc. Wij zijn ons er van bewust dat burgers die bijvoorbeeld een paspoort of rijbewijs komen halen, de manier waarop ze worden ontvangen en geholpen, associëren met ‘hoe het er in het stadhuis allemaal aan toe gaat.’ Gerealiseerd in 2004 Stad en Stadhuis heeft, in aansluiting met de eerder genoemde uitgangspunten voor de verbetering van de relatie met de burger, in 2004 een begin gemaakt met vraaggerichte dienstverlening en zijn er een aantal loketten volgens de logica van de burger ingericht. Ook de ontwikkeling van de elektronische dienstverlening heeft een grote vlucht genomen en heeft in 2004 en begin 2005 geleid tot de oplevering van 11 Groningse elektronische loketten, waar de burger de meest gevraagde gemeentezaken, via een virtueel loket, kan verkrijgen. Daarnaast is de gemeente Groningen op het gebied van elektronische dienstverlening aangewezen als referentiegemeente. Voor de eerste maal heeft er een audit schriftelijke bereikbaarheid plaatsgevonden en voor de derde keer een audit telefonische bereikbaarheid. Ook is Groningen één van de eerste gemeenten waar een pilot gaat draaien inzake het bestand adressen gemeentelijke archieven. De diensten geven zelf invulling aan de dienstverlenings- en bereikbaarheidsplannen. De kwaliteit van onze dienstverlening, van het handelen van de gemeente als geheel, hangt voor een groot gedeelte af van de kwaliteit van de organisatie en van onze medewerkers. Daarom zijn er cursussen klantgericht samenwerken ontwikkeld. Meer dan 400 medewerkers hebben deze cursussen inmiddels gevolgd. Doordat de, in het loop van 2004 ontstane, vacature van projectleider pas begin september is ingevuld heeft de uitvoering van het programma enige vertraging opgelopen en zijn niet alle projecten uitgevoerd. Fysieke bereikbaarheid In 2004 is er verder gegaan met het optimaliseren van de logische loketten. In dat kader heeft er een verkennend onderzoek plaatsgevonden bij een viertal loketten van drie diensten, namelijk het meldpunt overlast (OCSW), het GIC (DIA), het CMZ en ICG (beiden van de HVD). En verder is er een begin gemaakt met een vraagpatronenonderzoek bij drie van deze loketten. In 2005 moet leiden tot een vraaggerichte indeling van de loketten volgens de logica van de burger. Het loket Beheer en Verkeer, het Bedrijvenloket en het loket Bouwen en Wonen zijn inmiddels volgens de logica van de burger ingericht. Dat wil zeggen dat processen zijn beschreven, vraagpatroononderzoeken hebben plaatsgevonden en medewerkers zijn getraind. Telefonische bereikbaarheid Vanuit Stad en Stadhuis is er, door middel van uitgebreide concernbrede actie met gebruik van posters en ansichtkaarten, aandacht besteed aan de bereikbaarheid tijdens de zomervakantie. De vermelding van de Gemeente Groningen in de telefoongids is opnieuw bekeken; dit heeft geleid tot minder telefoonnummers, een heldere indeling voor de burger en minder advertentiekosten. Bij alle diensten is er uitgebreid gestuurd op de telefonische bereikbaarheid. Dit is gedaan door hernieuwde instructies via kaartjes en posters in een bureaustandaard, een bezoek van de burgemeester en verantwoordelijke wethouder aan alle diensten en uitgebreide berichtgeving op Intranet. Evenals voorgaande jaren is er een audit telefonische bereikbaarheid gehouden. Om de kwaliteit van de telefonische bereikbaarheid vast te stellen zijn in totaal 807 gesprekken gevoerd. In het onderzoek zijn de kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van het telefonische contact gemeten, conform de richtlijnen van de gemeente Groningen. Naar aanleiding van de meting van 2003 is besloten in 2004 nadrukkelijk te sturen op de verbetering van de technische aspecten van telefonie. Dit heeft geresulteerd in een verbetering ten opzichte van de vorige meting. De gemeente Groningen is, conform eigen normstelling, in voldoende mate bereikbaar. Aandacht voor houding en gedrag en het leren aanbieden van een pro-actieve oplossing en doorverbinden behoeft nadrukkelijk de aandacht in 2005.
Gemeenterekening 2004
Pagina 118 van 147
Schriftelijke bereikbaarheid In 2004 is er voor het eerst een concernbrede audit schriftelijke bereikbaarheid uitgevoerd. De dienst RO/EZ heeft als pilot gefungeerd. Op basis van deze pilot zijn standaarden ontwikkeld voor het uitvoeren van een audit. Deze uniforme werkwijze heeft als voordeel dat resultaten vergeleken kunnen worden en gemeentebrede conclusies en aanbevelingen aangegeven kunnen worden. Uit deze audit blijkt dat in de facilitering en de control van schriftelijke bereikbaarheid nog veel valt te verbeteren. Goede schriftelijke bereikbaarheid moet worden gefaciliteerd. Heldere procesbeschrijvingen, ondersteuning door applicaties die gebruiksvriendelijk en up-to-date zijn, goede sjablonen en standaardbrieven, duidelijke huisstijl, doelgerichte ondersteuning van DIV-afdelingen. Het is allemaal van belang om het proces zo goed mogelijk te laten verlopen. Ook verdient het de aanbeveling om voortdurend zicht te houden op de kwaliteit van de schriftelijke bereikbaarheid. De verbeteracties hebben onder meer betrekking op het duidelijk taalgebruik, het actualiseren van het e-mailreglement, het gemeentebreed uniformeren van de naamgeving van e-mailpostbussen en het maken van actuele procesbeschrijvingen voor burgerbrieven. Per aanbeveling zijn de volgende aspecten opgenomen: de relatie met de bevindingen, de realisatie, de geschatte kosten, de datum waarop het doel gerealiseerd kan worden en een voorstel voor het opdrachtnemerschap. Deze verbeteracties zijn allemaal opgenomen in het uitvoeringsplan Stad en Stadhuis 2005. Elektronische dienstverlening Midden 2004 bleek dat Groningen gemakkelijk optimaal gebruik kon maken van kansen en mogelijkheden op het gebied van elektronische dienstverlening door niet voorop te willen lopen, maar wel in een versneld tempo de meest gevraagde producten voor de burger in een digitaal loket kan neerleggen; het plukken van het zogenaamde ‘laaghangend fruit’. Onder de vlag van Stad en Stadhuis heeft de projectgroep elektronische dienstverlening gewerkt aan een digitaal loket, het eLoket. Voor dit loket is er een totaal nieuwe generieke infrastructuur ontwikkeld, zijn er koppelingen met de backoffice gelegd en zijn alle formulieren die gebruikt worden door de burger digitaal gemaakt. Ook is er een begin gemaakt met het standaardiseren van de gemeentelijke productencatalogus. Er zijn voorbereidingen getroffen om in 2005 online te kunnen betalen en toegang via DIGID mogelijk te maken. Alsmede is de basis gelegd voor het maken van afspraken via het eLoket. Begin november is het loket Bouwen en Wonen in gebruik genomen en in januari 2005 is het eLoket geopend. Eind 2004 heeft de gemeente Groningen zich aangemeld voor de selectie van voorhoede gemeente. Het project past binnen het rijksprogramma ‘Andere Overheid’ dat o.a. het doel heeft om de elektronische dienstverlening te verbeteren. Interactief bestuur en nieuwe media 2004 is de gemeente gestart met een aantal kleinschalige pilots met internet-communities (oftewel virtuele gemeenschappen) om met name ervaring op te doen en de techniek te beproeven. Er zijn drie vormen uitgeprobeerd: • een buurtcommunity rond een renovatieproject in de Oppenheimbuurt; • een functionele community voor het basisonderwijs t.b.v. de onderlinge communicatie; • een thematische community rond het project Lokale Agenda 21 (lokale milieuprojecten). Verder is er ingestemd met het voorstel om - in samenwerking met de Vereniging Wijkopbouw Hoogkerk (VWH) - een uitgebreidere proef te doen met interactieve wijkcommunities in Hoogkerk in 2005. In samenwerking met Marketing Groningen en de provincie is een portal website opgezet . Daarbij is www.groningen.nl – als meest voor de hand liggende URL – aangewezen als de centrale toegang tot Groningen, Stad en Ommeland. Stad en Stadhuis neemt deel aan het Interreg IIIB-project ‘E-voice’, waar de inzet van ‘de nieuwe media’ voor de verbetering van de dienstverlening, (beleids)informatievoorziening en interactie met de bevolking centraal staat. De gemeentelijke activiteiten die binnen E-voice gehonoreerd worden zijn: • Ontwikkeling van de portal www.groningen.nl (toegankelijkheid, vindbaarheid); • Ontwikkeling van de elektronische dienstverlening c.q. het eLoket (client-centred services); • (Door)ontwikkeling van de gemeentelijke website m.b.t. de compleetheid van de digitale informatieverstrekking (toegankelijkheid en transparantie); • Experimenten met interactieve communities (dialoog) en interactieve planvorming (participatie); • Gemeentelijke informatieverstrekking via lokale radio/televisie (t.b.v. de optimale ‘media-mix’). Deze activiteiten worden voor een belangrijk deel (meer dan een derde) middels het E-voice project gesubsidieerd.
Gemeenterekening 2004
Pagina 119 van 147
3.9
Stadsdeelprogramma
1. Het wijksgewijs werken Het stadsdeelprogramma 2004-2007 staat in het teken van de ‘12-wijken-aanpak’. Dat is een aanpak waarbij we acties vanuit verschillende optiek bundelen en één die zich kenmerkt door maatwerk, dus per wijk dat doen wat daar nodig is. Een aanpak ook die zich concentreert op de zaken die een goed leefklimaat bedreigen. Daarbij pakken we de grootste problemen en realiseerbare doelen het eerst aan. Een cluster van maatregelen uit de verschillende programma’s zetten we daarvoor in. De inrichting en het beheer van de openbare ruimte; het veiligheidsprogramma’ en de overlastaanpak; milieuen gezondheids-programma vensterscholen; en aanpak winkelcentra en wijkverkeersmaatregelen. De overallcoördinatie van deze wijkaanpak en de wijkvernieuwing ligt bij Stadsdeelcoördinatie. In 2004 hebbenwe de wijkaanpak efficiënter gemaakt en daarmee een noodzakelijke bezuiniging van 650 duizend euro gerealiseerd. Stadsdeelcoördinatie concentreert zich op een aantal kerntaken en de regiefunctie, bundelt de werkzaamheden in 5 stadsdelen (het waren er 7) en vermindert de intensiteit van het contact met een aantal wijken. OCSW concentreert zich op een zestal wijken. Stadsbeheer voegt een aantal wijkposten samen en de HVD geeft prioriteit aan de uitvoering van wijkgezondheidswerk in wijkvernieuwingsgebieden . 2. De wijkvernieuwing. Met de uitvoering van het wijkvernieuwingsprogramma is in 2004 in verschillende wijken voortgang gemaakt. Vanwege ontwikkelingen op de woningmarkt is het in de begroting voorziene tempo van herstructurering van het woningbestand niet gerealiseerd, en daarmee is ook de aanpak van de woonomgeving(grijs/ groen) achtergebleven. Gelukkig worden in Vinkhuizen, West-Indische buurt en Oosterpark de resultaten zichtbaar. En voor Paddepoel ligt er een stedenbouwkundig plan, en is een begin gemaakt met de uitvoering. Ook de wijkvernieuwing Lewenborg kreeg een belangrijke impuls met het vaststellen van het stedenbouwkundig plan. Bovendien kon met een aanvullend krediet een begin gemaakt worden met de uitvoering van de Lewenborgsingel. Sociale wijkvernieuwingsplannen zijn (bijna) gereed voor Beijum-Oost, Indische Buurt/de Hoogte, Kostverloren en Tuinwijk. In 2004 is gestart met de uitvoering van Corpus. Voor de Wijert bleek herontwikkeling noodzakelijk, daarvoor is een nieuw stedenbouwkundig in wording. Voor het in 2004 door de Raad vastgestelde wijkvernieuwingsplan Hoogkerk is nog geen dekking gevonden. Voor de verdere uitvoering van het wijkvernieuwingsprogramma krijgen we de komende jaren te maken met een tekort op het zgn. basisprogramma (Vinkhuizen, Oosterpark, Paddepoel, Lewenborg, Grunobuurt, Corpus en de Wijert) van ongeveer 9,2 miljoen euro. Het tekort komt door de hogere stedenbouwkundige kwaliteit die in drie wijken van de vijf wijken (Vinkhuizen, Lewenborg en Oosterpark) noodzakelijk bleek. En het tekort heeft te maken met tegenvallende plankosten en tegenvallende rijksbijdragen. Door aanvullende middelen te zoeken (corporaties/GSB), en door versobering van de nog uit te voeren plannen proberen we dit tekort op te lossen. Voor het overige deel van het wijkvernieuwingsprogramma zal een verdere fasering van het programma tot 2015 aan de orde zijn. 3. De stadsdelen. Per stadsdeel wordt in enkele hoofdlijnen over de voortgang gerapporteerd. Tevens is bij elk stadsdeel een overzicht van de budgetten in 2004 conform de overzichten in de begroting opgenomen. De budgetten die in elk overzicht genoemd zijn wijken licht af van de budgetten in de begroting. Dit komt omdat de budgetten in de begroting nog inclusief BTW waren. Vanaf 2004 kunnen we de betaalde BTW terugkrijgen uit het BTW compensatiefonds. Alle budgetten zijn daarom geschoond van BTW. De kolom mutaties heeft betrekking op begrotingswijzigingen. De bedragen die in 2004 nog niet zijn uitgegeven lopen door in 2005.
Gemeenterekening 2004
Pagina 120 van 147
Algemeen / SDC
Basisbudget Leefbaarheidsmonitor Lidmaatschappen Externe adviezen/onderzoek Ondersteuning bewonersorganisaties Wijkveiligheid Totaal 2004
Begroting
Mutaties
46 15 12 23 30 44
-10
170
-20
-10
Actuele Begroting
Rekening
Restant
36 15 12 13 30 44
-36 -15 -12 -13 -30 15
0 0 0 0 0 59
150
-91
59
a. Noorddijk: Het vaststellen van het ‘Masterplan Meerstad’ betekent enerzijds een aansporing voor de wijkvernieuwing in Lewenborg en Beijum, die immers concurrerend moeten blijven. Anderzijds wordt zorgvuldig gekeken naar de aansluiting van de Meerstadplannen op de ontwikkeling van de Meerdorpen. Voor de centrumzone van Lewenborg is een nieuw stedenbouwkundig plan, incl. sociale paragraaf vastgesteld. Doordat een extra krediet van 4,65 mln. beschikbaar is gesteld kon in 2004 met de uitvoering van o.a. de singel worden begonnen. In Beijum-Oost is met het interventieteam gestart, de eerste ervaringen zijn positief. Er wordt afzonderlijk gedetailleerd gerapporteerd. De locatiekeuze van Ambiënte leverde de nodige discussie op. Met het aanbod van het Trefpunt werd een goede oplossing verkregen. Het ‘Heel de Buurtproject’ draagt bij aan bewoners-betrokkenheid en sociale cohesie. Er is een begin gemaakt met het inbraakpreventieproject, dat in 2005 in grotere delen van Beijum wordt voortgezet. Over de uitgangspunten van de aanpak van de Woonschepenhaven is met de bewoners en de corporaties In en Nijestee overeenstemming bereikt. Noorddijk krijgt in Kardinge een nieuwe Wijkpost. Met de uitvoering van de omgeving van het winkelcentrum Beijum-West is najaar 2004 begonnen. Het speelruimteplan Noorddijk, waar gezien de bevolkingssamenstelling veel vraag naar is, heeft een langere tijd van voorbereiding nodig gehad, en kan naar verwachting medio 2005 worden vastgesteld. Noorddijk
Begroting
Basisbudget Woonschepenhaven Wijkvernieuwing Beijum-Oost Jongerenvoorziening Stadsveiligheidsmaatregelen
92 28 166 79 44
Totaal 2004
409
Mutaties
169 -44 125
Actuele Begroting 92 28 335 35 44 534
Rekening 92 11 235 35 14 -387
Restant 0 17 100 0 30 147
b. Zuid: Met de uitvoering van het wijkvernieuwingsplan Corpus den Hoorn is in 2004 een start gemaakt. Over sloop- en nieuwbouw kon met de bewoners overeenstemming worden bereikt. Voor de locaties Laan van de Vrijheid en Hippocrateslaan zijn stedenbouwkundige plannen praktisch gereed. De bewoners rekenen na een lange voorbereiding op voortvarende uitvoering. Voor de Wijert (Potgieterstraat) leidde een eerste stedenbouwkundig plan niet tot een aanvaarbare exploitatie. Voorbereidingen voor een nieuw plan zijn ter hand genomen. In beide wijken is met succes het project ‘Heel de Buurt’ uitgevoerd. Het succesvolle internetcafé Corpus is ook in 2004 voortgezet. In Corpus en de Weijert maken de bewoners zich zorgen over de leefbaarheid en neemt de tevredenheid over voorzieningen voor kinderen en jongeren af. Vooruitlopend op het realiseren van de buurtvoorziening Semmelweis is een tijdelijke (jongeren) voorziening gerealiseerd.
Gemeenterekening 2004
Pagina 121 van 147
In de Grunobuurt zijn aantal stedenbouwkundige modellen uitgewerkt en met Nijestee is overeenstemming bereikt over de wijze van planontwikkeling. De planvorming voor de aanpak van de noordzijde van het winkelcentrum Overwinningsplein is zodanig gevorderd dat uitvoering in 2005 kan plaatsvinden. De herinrichting van de Meeuwerderweg kon in 2004 worden afgerond; de voorbereiding van de herinrichting van de kop van de Paterswoldseweg is vergevorderd. Tot tevredenheid van vele kinderen en ouders zijn in 2004 op diverse locaties aantrekkelijke speelvoorzieningen gerealiseerd. Op een aantal locaties in het stadsdeel was sprake van jongerenoverlast. Met name de situatie in Corpus is dermate dat ingrijpen van Politie en Justitie noodzakelijk bleek. In samenwerking met Politie, Stichting Veiligheidszorg en de woningcorporatie is een inbraakpreventieproject in Rivierenen Herepoortbuurt uitgevoerd. De aanpak was dermate succesvol dat deze de komende jaren in een groot aantal wijken zal worden voortgezet. De plannen voor nieuwbouw van een buurtvoorziening samen met de Vensterschool voor Corpus (Semmelweis) zijn verder uitgewerkt. In het stadsdeel Zuid vindt op meerdere locaties projectontwikkeling in het kader van de Intense Stad plaats. In dat verband worden ook de mogelijkheden voor verbetering van de sportinfrastructuur nagegaan. Voor de ecologische zone Helperdiep kwam een structuurvisie gereed. Zuid Basisbudget Inbraakpreventie rivierenbuurt Realiseren jongerevoorziening MFC Helpman Verkeersveiligheid bij basisscholen Kleine verkeersmaatregelen Wijkinternetcafe Continuering jeugdpreventie Oosterpoort Vergroten buitenschoolse opvang Verplaatsen jongerenvoorziening Activiteitenbudget Heel de Buurt Continuering grafity aanpak Bijdrage activiteitenprogramma vensterscholen Kleine uitvoeringsmaatregelen Totaal 2004
Begroting 92 8 10 18 22 9 15 10 44 10 30 10 44 322
Mutaties
6
Actuele Begroting 92 0 10 36 3 10 7 10 44 10 30 10 50
-10
312
-8 18 -19 1 -8
Rekening
Restant
-51 0 -10 0 -2 -10 -7 0 0 -10 -30 -10 -50
41 0 0 36 1 0 0 10 44 0 0 0 0
-180
132
c. Noord-West/Hoogkerk: In dit stadsdeel wordt in een aantal wijken aan de wijkvernieuwing gewerkt. Voor Paddepoel-Zuid (west en oost) geldt dat er nog steeds sprake is van vertraging. Er wordt gebouwd, maar niet in het voorgenomen tempo, en er is op verschillende locaties noodzaak tot herontwikkeling en aanvullende procedures. Het lage uitvoeringstempo van de wijkvernieuwing leidt bij de bewoners tot een dalende waardering van de leefbaarheid en voorzieningen, en vermindert gevoel van toekomstperspectief. In het vervolg op het OBAZ-project zal in Paddepoel-Zuid en ook Tuinwijk geïnvesteerd moeten worden in daadwerkelijke aanpak van het woningbestand, de leefbaarheid en de bewonersparticipatie. Voor de Tuinwijk is in 2004 met planontwikkeling gestart (gereed voorjaar 2005). Voor de tussen Tuinwijk en Paddepoel liggende Bessemoerstrook
Gemeenterekening 2004
Pagina 122 van 147
wordt onderzocht of het realiseren van woningen en park tot de mogelijkheden behoort. De besluitvorming over het wijkvernieuwingsplan Hoogkerk-Zuid is in 2004 door de raad vastgesteld. Voor de uitvoering is vooralsnog geen dekking. De wijkvernieuwing in Vinkhuizen laat goede resultaten zien, en vordert gestaag, zeker nu ook de uitvoering van de Eelderbaan weer kan worden hervat. Vinkhuizen zit duidelijk in de lift: naast een sterk verbeterd woningbestand en een woonomgeving met kwaliteit is er sprake van een stijgende waardering van voorzieningen ( winkels, kinderen en jongeren) en we signaleren een sterke afname van onveiligheidsgevoelens. Vinkhuizen laat zien dat wijkvernieuwing werkt. Met het beschikbaar komen van middelen voor sociale wijkvernieuwing kon uitvoering worden gegeven aan Bruisend Vinkhuizen: nieuwbouw van de Wende, verbouw Apekooi , jongerenvoorziening in Hoogkerk en versterking van het jongerenwerk De sterke nadruk op aanpak van jongerenoverlast leidt tot verbetering; met name in Vinkhuizen zien we een sterke afname van onveiligheidsgevoelens in verband met jongerenoverlast. In 2004 zijn voor Vinkhuizen, Paddepoel en Tuinwijk inbraakpreventiemaatregelen getroffen.. Het stedelijk inbraakcijfer is dalende, voor genoemde wijken streven we dezelfde tendens na. Het centrumgebied van het stadsdeel (winkelcentrum Paddepoel en omgeving) kan een belangrijke stimulans krijgen door inmiddels gestarte planontwikkeling op de Trefkoellocatie, het winkelcentrum zelf, en de Dierenriemstraat. Van groot belang hierbij is een goede afstemming met het wijkvernieuwingsprogramma en de ontwikkeling van de zone Eikenlaan. De verbetering van het winkelgebied Hoogkerk-Zuiderweg werd in 2004 afgerond. Noordwest / Hoogkerk
Begroting
Mutaties
Basisbudget Sloopkosten De Wende Ontwikkelingsvisie Eikenlaan Wijkveiligheid Wijkveiligheid Hoogkerk Vensterscholen Verkeersmaatregelen Jongerenaccomodaties
129 50 50 88 44 25 10 100
50
Actuele Begroting 129 50 50 88 44 25 10 150
Totaal 2004
496
50
546
Rekening
Restant
-53 -50 -50 -52 0 0 -10 -150
76 0 0 36 44 25 0 0
-365
181
d. Oude Wijken: De wijkvernieuwing in het Oosterpark, de West- en Nieuw Indische Buurt en de Oud-Indische Buurt is in uitvoering en laat zichtbaar goede resultaten zien. Voor onderdelen van het Oosterparkplan geldt dat herprogrammering van het woningbestand noodzakelijk bleek. Met name wordt op dit moment gesproken over herijking van het toekomstperspectief van de Bloemenbuurt. In juni 2004 stelde de Raad het sociaal wijkvernieuwingsplan voor Kostverloren vast. Het Wijkinformatiepunt werd eind 2004 geopend. In samenwerking met de corporaties ‘In’ en ‘Huismeesters’ is intensief gewerkt aan het sociaal wijkvernieuwingsplan voor Korrewegwijk/ de Hoogte, waarmee een groot aantal maatregelen op sociaal en fysiek vlak kunnen worden getroffen. Besluitvorming is in het voorjaar van 2005 voorzien. In het stadsdeel zijn op diverse locaties ontwikkelingen in het kader van de Intense Stad gaande (o.a. Oosterhamriktracee). Tezamen met bijv de aanpak van de Stadionlocatie zal dit een belangrijke impuls voor het wonen betekenen. Op verschillende plaatsen in het stadsdeel is, soms in samenhang met de wijkvernieuwing, de woonomgeving aangepakt of van een nieuwe herinrichting voorzien. Rhijnvis Feithplein, Oude Hoogte, Lissbonstraat, Wilhelminakade, en het v. Ostadepark zijn hiervan voorbeelden. Daarnaast is in 2004 een speelplekkenplan voor het stadsdeel Oude Wijken gemaakt, dat de komende jaren kan worden uitgevoerd. De herinrichting van de Kop Bloemsingel/Boterdiep kwam gereed. Met winkeliers wordt in het kader van ‘Schoon Heel Veilig’ gekeken naar betere gebruiksmogelijkheden van Beren. In Hortusbuurt en Kostverloren werden in 2004 de 30-kmmaatregelen ingevoerd en werden de voorbereidingen voor rotonde Korreweg, de herinrichting Verl Vissersstraat/Reitdiepskade en Kraneweg, de doorstromingsmaatregelen Hoendiep, en de kruising westelijke ringweg/
Gemeenterekening 2004
Pagina 123 van 147
hoendiep afgerond. Veel discussie was er over de invoering van betaald parkeren in Oranje-en Noorderplantsoenbuurt. De herinrichting van het Noorderplantsoen is in 2004 afgerond. De Parkcommissie evalueert zijn functioneren. De nieuwbouw van de Vensterschool Koorenspoor is begonnen. Er is gekozen voor een gefaseerde aanpak nu financiering van het totale plan problematisch is gebleken. De uitbreiding van de A. M. Schmidtschool is jammer genoeg vertraagd. Het OBAZ-project is per 1 januari 2005 beëindigd In het kader van dit project zijn in de Hoogte en Indische Buurt diverse projecten op het gebied van leefbaarheid en veiligheid uitgevoerd, die een flinke stimulans hebben gegeven aan de bewonersbetrokkenheid. Met name de aanpak van de Oude Hoogte en het Noorderstation kregen de nodige publiciteit. Voor het Noorderstationgebied kan begin 2005 een integrale veiligheidsaanpak worden vastgesteld. In de Oranjewijk en Hortusbuurt zijn inbraakpreventieprojecten opgezet, die de komende jaren in meerdere wijken van het stadsdeel Oude Wijken zullen worden voortgezet. De Korrewegwijk /de Hoogte zijn al jaren slecht scorende wijken op gebied van leefbaarheid, veiligheid, verloedering en overlast. Gelukkig zien we nu veel positieve tendensen als gevolg van OBAZ en Schoon Heel Veilig met name in Hoogte en Indische Buurt op het punt van leefbaarheid. Ook in de Oosterparkwijk beoordelen de bewoners de leefbaarheid beter dan voorheen, er staat echter tegenover dat ze meer te kampen krijgen met overlast en onveiligheid. Oude Wijken
Basisbudget Wijkvernieuwing de Hoogte en Korreweg Herinrichting speelplekken en parken Flexibel budget Wijkinformatiepunt Woonomgeving en sociale plannen Visie op toekomstige inrichting Boterdiep Interventiemethodiek probleemgezinnen Totaal 2004
Begroting
92 28 53 25 25 90 20 28 361
Mutaties
-28
-14
-42
Actuele Begroting
Rekening
Restant
92 0 53 25 11 90 20 28
0 0 0 -25 -11 -43 0 -28
92 0 53 0 0 47 20 0
319
-107
212
e. Binnenstad: De Binnenstad staat vaak in het teken van het Grote Marktproject. Daarnaast gebeurt het nodige. Samen met GCC worden in het kader van Binnenstadsmanagement (BIMA) verschillende projecten uitgevoerd die leiden tot een levendige en goed bereikbare Binnenstad. In het kader van Ruimte voor Ruimte+ zijn een aantal maatregelen genomen die hieraan bijdragen. Het experiment Uitstallingenbeleid daarentegen mislukte. De ‘Leefbaarheidsmonitor’ laat goede scores voor de Binnenstad zien: een stijgende waardering van het winkelaanbod, daling van ervaren overlast en gevoelens van onveiligheid, en een goede waardering van de staat van de openbare ruimte: het ‘Huiskamerproject’ heeft meer en meer resultaat! Door gezamenlijke inzet van gemeente, politie, horeca, en justitie wordt de veiligheid in de Binnenstad vergroot. Dit gebeurt ook in het kader van het project ‘Veilig Ondernemen’ dat in het Veiligheidsprogramma 2005 werd opgenomen. Het plan van Aanpak Fietsendiefstal voorziet o.a. in betere stallingsmogelijkheden in de Binnenstad. Dit zal ook in 2005 verder worden aangepakt. De parkeergarage Damsterdiep en de Upgrading van P&R terreinen, beide van groot belang in verband met de bereikbaarheid van de Binnenstad liepen vertraging op. Met de revitalisering van Gol’n Raand kon, na overeenstemming met de betrokken ondernemers en de beschikbaarstelling van een krediet van 700.000 , een begin worden gemaakt. Een levendige Binnenstad vraagt om de nodige evenementen. Dat vraagt om zorgvuldige programmering en goede communicatie. Met verschillende betrokkenen, waaronder Marketing Groningen en GCC, zijn hierover afspraken gemaakt. Stadsdeelcoördinatie heeft in deze een meer sturende en stimulerende rol gekregen. Wintercity, dat eind 2004 werd uitgevoerd, krijgt mogelijk in volgende jaren een vervolg. Het wonen in de Binnenstad krijgt een impuls met verschillende projecten van ‘Wonen boven Winkels’. Samen met bewoners en ondernemers wordt met het project ‘Quartier Latin’ gewerkt aan verlevendiging van het Akwartier. Met de graffiti-aanpak zijn in de Binnenstad op enkele ‘hot-spots’ goede resultaten behaald.
Gemeenterekening 2004
Pagina 124 van 147
Binnenstad
Basisbudget Overlastbestrijding Participatie binnenstadspromotie Sfeerimpulsen binnenstad Extern advies en adm ondersteuning Representatie en kosten bewonersoverleg Communicatiekosten Wijkveiligheid Support beheerszaken Particuliere bewonersinitatieven Research en Monitoring Totaal 2004
Begroting
Mutaties
Actuele Begroting
54 13 12 7 1 1 1 32
-50 7 4 11
121
Rekening
Restant
3 3 9 12
4 20 16 18 1 2 1 35 3 9 12
-4 -10 -16 -18 -1 -2 -1 -17 -3 0 -12
0 10 0 0 0 0 0 18 0 9 0
0
121
-84
37
1
4. Het stadsdeelbudget Het stadsdeelbudget bedraagt jaarlijks 1,930 mln.(excl. BTW). Hiervan wordt jaarlijks 0,5 mln. bijgedragen aan de wijkvernieuwing. Van deze 1,9 mln. is in 2004 door het verstrekken van opdrachten, of anderszins, verplichtingen aangegaan tot een bedrag van 1,4 mln., waarvan daadwerkelijk besteed op kasbasis in 2004 0,77. Voor een bedrag van 0,5 mln. is in 2004 nog geen definitieve verplichtingen aangegaan. Dit wordt veroorzaakt doordat in een aantal gevallen de projectontwikkeling wel in voorbereiding is, maar nog niet geheel kon worden afgerond. Dit betreft met name: • Winkelcentrum Beijum-Oost (100.000); • Speelplekkenplannen Zuid en Oude Wijken (100.000); • Woonschepenhaven (60.000); • Sociale wijkvernieuwing Oude Wijken (53.000); • Veiligheidsprojecten in verschillende stadsdelen.(110.000). Dit laatste kan in 2005 worden opgepakt, nu overeenstemming is bereikt over de opzet van inbraakpreventieprojecten. Ook voor de andere projecten geldt, dat projectuitvoering in 2005 kan plaatsvinden. Het stadsdeelbudget uit de jaren t/m 2003 bedroeg per 1 januari 2004 5,7 mln. Tezamen met de jaarschijf 2004 ad 1,9 mln. was daarmee in totaal beschikbaar per 1-1-2004: 7,6 mln. Daarvan is in totaal aan verplichtingen aangegaan door het verstrekken van opdrachten of anderszins voor een bedrag van 6,2 mln. waarvan daadwerkelijk besteed is op kasbasis ultimo 2004: 4,4 mln. Ofwel: de in de begroting 2004 aangekondigde extra accent op het daadwerkelijk uitvoeren van het stadsdeelprogramma en het besteden van de beschikbare middelen heeft geleid tot een goede inhaalslag. Het beschikbare budget is nu grotendeels ‘verplicht’, de totale bestedingen zijn in 2004 ruim 1,5 mln. hoger dan in de begroting werd voorzien, op kasbasis is in 2004 meer dan twee maal de ‘jaaromzet’ van SDC gerealiseerd, en de projectontwikkeling is zover gevorderd dat de nog open staande budgetten in 2005 kunnen worden verplicht c.q. daadwerkelijk worden besteed. Het restant budget dat in 2004 nog niet kon worden verplicht bedraagt eind 2004 1,4 mln. Dit heeft voor 0,5 mln. betrekking op de jaarschijf 2004, die hierboven is toegelicht. Het over de jaren t/m 2003 betreffende restant van 0,9 mln. betreft naast de veiligheidsprojecten met name de bijdrage van SDC aan de wijkvernieuwing, en dus gelden die gezien het tempo van dat project de komende jaren zeker tot uitgaven zullen leiden.
Gemeenterekening 2004
Pagina 125 van 147
4
Financieel perspectief
4.1
Financieel beeld 2004
Het financieel resultaat van de gemeente bedraagt in 2004 22,6 miljoen euro positief. Gerelateerd aan de totale uitgaven van de gemeente, 925 miljoen euro, bedraagt het overschot 2,4%. In het programmadeel hebben we per programma bij het onderdeel Wat heeft het gekost, toegelicht hoe de resultaten per programma zijn. Het totaaloverzicht van de programma’s en producten (bijlage 1) geeft aan hoe de 22, 6 miljoen euro is opgebouwd. In deze paragraaf geven we een analyse van de resultaten, opgebouwd uit concernresultaat, dienstresultaat en bijzonder resultaat. Incidentele posten worden in de analyse meegenomen. Naast het resultaat over 2004 is onderdeel van het financiële beeld van de gemeente de wijze van financiering. In de paragraaf 3.4 Treasuryparagraaf wordt hiervan een beeld gegeven. Naast de financiering geeft het weerstandsvermogen een indicatie hoe robuust de financiële positie van de gemeente is. In paragraaf 3.2. Weerstandsvermogen geven we hier een beschouwing over. In onderstaand overzicht geven we aan hoe het resultaat is opgebouwd naar concernresultaat, dienstresultaat en bijzonder resultaat. Van de belangrijkste verschillen geven we een toelichting.
Concernresultaat Dienstresultaat, waarvan:
- regulier dienstresultaat - dienstresultaat tlv/tgv concern
Begroting 2004 0 V 0 V
0 0
VGR 2004-2 2,4 3,5
V V
3,3 0,2
N N
Rekening 2004 2,2 N 8,5 V
N N
8,9 0,4
V N
Bijzonder resultaat
0
V
4,9
V
16,2
V
Totaal resultaat
0
V
3,8
V
22,6
V
Concernresultaat 2004 vergeleken met de begroting 2004 (2,2 miljoen nadeel) Het nadeel van 2,2 miljoen euro bestaat uit de volgende onderdelen: Nadelen (12,2 miljoen euro) Algemene uitkering Nieuw beleid Afwaardering immateriële vaste activa
7,0 4,1 1,1
Voordelen (10,0 miljoen euro) Rentevoordelen ICT-programma Vrijval kapitaallasten nieuw beleid Dividend Essent/BNG Belastingen Overige
Nadelen (12,2 miljoen euro): • Algemene uitkering
1,9 1,6 1,4 1,4 1,0 2,7
7,0 miljoen euro
Het nadeel op de algemene uitkering bestaat voor 1,5 miljoen euro uit een BCF-nadeel wat gedekt wordt uit de voorziening BCF. Het resterend nadeel van 5,5, miljoen euro betreft een nadeel op de algemene uitkering 2002 en 2003 van 3,3 miljoen euro, een nadeel van 6,0 miljoen euro in verband met landelijke ontwikkelingen en een voordeel van 3,8 miljoen euro op plaatselijke volume-ontwikkelingen. • Nieuw beleid 4,1 miljoen euro Het nadeel op nieuw beleid ontstaat met name door een (administratief) nadeel van 4,9 miljoen euro. De middelen hiervoor zijn gereserveerd in de AER maar ten onrechte in 2004 nog niet overgeheveld naar de dienst ROEZ. Het resterende voordeel van 0,8 miljoen betreft niet bestede incidentele nieuw beleidsgelden.
Gemeenterekening 2004
Pagina 126 van 147
• Afwaardering immateriële activa 1,1 miljoen euro Per 1 januari 2004 is het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) in werking getreden. Als gevolg hiervan heeft een extra afwaardering van de immateriële activa bij de dienst ROEZ plaatsgevonden. Het betreft hier met name geactiveerde investeringsbijdragen aan derden.
Voordelen (10,0 miljoen euro): • Rentevoordelen
1,9 miljoen euro
Het rentevoordeel ontstaat met name door de rentetoevoeging aan de algemene egalisatiereserve (1,0 miljoen euro) en deels door het aantrekken van goedkopere leningen. • ICT-programma 1,6 miljoen euro Het voordeel op de ICT-budgetten ontstaat door een vrijval van 594 duizend euro op het budget Vervanging en afschrijving . Daarnaast ontstaat een voordeel van 894 duizend euro op de budgetten ‘Investeren in de organisatie’ en ‘Nieuw beleid’. Belangrijkste oorzaak is dat een aantal projecten later wordt uitgevoerd waardoor incidentele voordelen ontstaan op de kapitaallasten. Het betreft hier onder andere de investering voor Gronet II, het project Windows XP, Intranet en het project Invoering Open Source. • Vrijval kapitaallasten nieuw beleid 1,4 miljoen euro Het voordeel op de kapitaallasten ontstaat door het later dan gepland uitvoeren van investeringen (0,8 miljoen) en een voordeel van 0,6 miljoen als gevolg van het afboeken van de geactiveerde tekorten. • Dividend Essent/BNG 1,4 miljoen euro Het voordeel op de dividendopbrengsten ontstaat door het voorzichtig ramen van de begrote opbrengsten. 1,0 miljoen euro • Belastingen Het voordeel op de belastingen ontstaat met name door hogere OZB-opbrengsten als gevolg van een betere aanslagoplegging. • Overige voor- en nadelen 2,7 miljoen voordeel Per saldo resteert nog een voordelig verschil van 2,7 miljoen euro dat bestaat uit een groot aantal kleinere voor- en nadelen op diverse budgetten. Concernresultaat 2004 vergeleken met Voortgangsrapportage -2 2004 (0,2 miljoen euro voordeel) De belangrijkste verschillen zijn: Voordelen ( 5,4 miljoen euro) Rentevoordelen Economisch business plan ICT-programma Overige
1,3 0,7 0,6 2,8
Nadelen (5,2 miljoen euro) Nieuw beleidsgelden Afwaardering immateriële vaste activa
Voordelen (5,4 miljoen euro) • Rentevoordelen
4,1 1,1
1,3 miljoen euro
Het rentevoordeel ten opzichte van de voortgangsrapportage is met 1,3 miljoen euro gestegen. Belangrijkste oorzaak is de rente op de algemene egalisatiereserve (1,1 miljoen euro). Op grond van de nieuwe verslaggevingsregels (BBV) mag deze rente niet meer rechtstreeks ten gunste van de reserve worden geboekt maar verwerkt via het resultaat, om vervolgens bestemd te worden. Dit verschil is bij de voortgangsrapportage nog volgens de oude systematiek meegenomen. • Economisch business plan 0,7 miljoen euro Bij de voortgangsrapportage werd nog een nadeel verwacht van 0,7 miljoen euro. Bij de jaarrekeninng is het resultaat nihil, waardoor per saldo een voordeel ontstaat ten opzichte van de voortgangsrapportage van 0,7 miljoen euro. • ICT-programma 0,6 miljoen euro Bij de tussentijdse resultaatbestemming in december 2004 was de verwachting dat er een overschot zou zijn van 0,9 miljoen euro, dat de Raad heeft bestemd voor 2005. Het overschot is 0,6 miljoen euro hoger gebleken. • Overige 2,8 miljoen euro Betreft een aantal voordelen op diverse budgetten, die per individuele post kleiner dan 0,3 miljoen euro zijn.
Gemeenterekening 2004
Pagina 127 van 147
Nadelen (5,2 miljoen euro) • Nieuw Beleid
Zie de toelichting bij de vorige tabel. • Afwaardering immateriële activa Zie de toelichting bij de vorige tabel.
4,1 miljoen euro 1,1 miljoen euro
Regulier dienstresultaat 2004 vergeleken met de begroting 2004 (8,9 miljoen euro voordeel) Het voordeel van 8,9 miljoen euro ontstaat met name door een positief dienstresultaten bij de dienst SoZaWe (7,0 miljoen euro), de DIA (0,9 miljoen euro) en de MD (0,9 miljoen euro). Daarnaast kent DSW Stadspark een negatief dienstresultaat van 0,6 miljoen euro. Het positieve dienstresultaat bij de dienst SoZaWe is ontstaan als gevolg van het resultaat op het WWB-inkomensdeel (5,9 miljoen euro) en uitvoeringskosten (1,1 miljoen euro). De vrijval op het WWB-inkomensdeel ontstaat door een lagere dan verwachte groei van het aantal bijstandsgerechtigden, een lagere dan begrote belasting- en premiedruk, een incidenteel voordeel in verband met afrekening premiedruk over 2003 en een eenmalig voordeel als gevolg van de gewijzigde waardering dubieuze debiteuren. De DIA kent een positief dienstresultaat van 0,9 miljoen euro als gevolg van een voordeel op de publieke dienstverlening. Dit voordeel bestaat uit lagere personeels- en automatiseringskosten, hogere opbrengsten als gevolg van tariefstijging op dwangbevelen. Het resultaat van 0,9 miljoen euro bij de Milieudienst ontstaat met name als gevolg van positieve resultaten bij het bedrijfsafval en de straatreiniging. DSW Stadspark kent een negatief dienstresultaat van 0,6 miljoen euro. Ook voor de komende jaren worden bij ongewijzigde beleid tekorten verwacht. In dit kader verwijzen wij naar de paragraaf financiële knelpunten waar dit nader wordt toegelicht. Regulier dienstresultaat 2004 vergeleken met voortgangsrapportage 2004-2 (12,2 miljoen positief) De afwijking ten opzichte van de dienstresultaten bij voortgangsrapportage wordt vrijwel geheel veroorzaakt door de dienst SoZaWe (10,0 miljoen voordelig). Waar de dienst bij de voortgangsrapportage nog uitging van een tekort van 3,0 miljoen euro op de onderdelen WWB-inkomensonderdeel en de uitvoeringskosten, is eindejaars een voordeel ontstaan van 7,0 miljoen euro. Voor de oorzaken hiervan verwijzen wij naar de analyse van de begrotingsverschillen. Een ander verschil betreft de MD, die bij de voortgangsrapportage nog een nihil resultaat verwachte, maar uiteindelijk 0,9 miljoen overhield. Zie ook de analyse bij de begrotingsverschillen. Bijzonder resultaat 2004 vergeleken met begroting 2004 (16, 2 miljoen positief) Het bijzondere resultaat bedraagt 16,2 miljoen euro voordelig. De belangrijkste voordelen zijn ontstaan bij de dienst ROEZ (9,1 miljoen euro) en SoZaWe (5,6 miljoen euro). Het voordeel bij ROEZ ontstaat met name door het resultaat grondzaken van 4,5 miljoen euro (na eliminatie van de 6,9 miljoen euro ten behoeve van de reserve Euroborg). Dit resultaat is met name gerealiseerd als gevolg van winstnemingen van 3,5 miljoen op lopende grondexploitaties. Het positieve resultaat bij SoZaWe ontstaat voornamelijk door een positief resultaat op Agenda voor de Toekomst (3,3 miljoen euro). Dit resultaat is behaald omdat de gemeente in 2004 heeft voldaan aan de vooraf afgesproken doelstellingen waardoor de gemeente recht heeft op de volledige subsidie over de gehele projectperiode. Bijzonder resultaat 2004 vergeleken met voortgangsrapportage 2004-2 (11,3 miljoen positief) Het voordelig resultaat op de bijzondere resultaten vergeleken met de voortgangsrapportage 2004-2 ontstaat hoofdzakelijk door de dienst RO/EZ (verschil ten opzichte van voortgangsrapportage 9,0 miljoen positief). Voor de analyse van de oorzaken hiervan verwijzen wij naar de analyse ten opzichte van de begroting.
Gemeenterekening 2004
Pagina 128 van 147
4.2
Financiële knelpunten
In de begroting 2004 hebben we aangegeven dat er bij een aantal diensten van de gemeente (SoZaWE, OCSW, DSW, RO/EZ, HVD en DIA) financiële knelpunten aanwezig zijn. In deze paragraaf rapporteren wij over de realisatie in 2004. Uit het overzicht van de knelpunten blijkt dat er binnen de gemeente sprake is van een aantal belangrijke knelpunten. Het college zal bij het bestemmingsvoorstel van de resultaten bij de gemeenterekening 2004 deze knelpunten in ogenschouw nemen. SoZaWe In de gemeentebegroting 2004 zijn de volgende financiële knelpunten opgenomen: - ontwikkeling bijzondere bijstand - dekking structurele formatie met incidenteel geld - begrotingstekort 2004 - risico WWB-inkomensdeel - ontwikkeling WWB-werkdeel Korting bijzondere bijstand In de primitieve begroting 2004 werd verwacht dat er in toenemende mate een beroep zou worden gedaan op de bijzondere bijstand. De toename van de vraag ging echter vergezeld van een afname van het budget als gevolg van rijksbezuinigingen. Van de aanvraag nieuw beleid ad 2,7 miljoen euro is 1,3 miljoen euro gehonoreerd. Een eventueel tekort zou ten laste worden gebracht van de geraamde vrijval binnen het WWB-inkomensdeel. Op begrotingsbasis is hierbij uitgegaan van een beslag van 1,4 miljoen euro. Wij constateren over 2004 een vrijval binnen de bijzondere bijstand van 0,4 miljoen euro terwijl als gevolg van het gunstige resultaat bij de GKB nog eens 0,4 miljoen euro vrij valt. Wij verwachten dat de bezuinigingsmaatregelen in het kader van het minimabeleid en de schuldhulpverlening voor de komende jaren ervoor zullen zorgen dat ingaande 2007 weer sprake is van een gezonde verhouding tussen budget en werkelijke bestedingen. Dekking structurele formatie met incidentele middelen In het afgelopen jaar werd 11% (66 fte) van de formatie , aangevuld met indirecte uitvoeringskosten, gedekt met incidenteel geld. In de begroting 2005 is dit percentage verder afgenomen tot 8% (46 fte) Aangezien een dienst als SoZaWe veel werkt met projectgelden vinden wij het aanvaardbaar dat een deel van de formatie met incidentele middelen wordt gedekt. Wij komen op korte termijn met een visie op een acceptabele verhouding tussen structureel en incidenteel gedekte formatie. In 2004 is er geen sprake van een knelpunt (de geraamde dekking is gerealiseerd), terwijl voor 2005 dekking is geregeld door een in de begroting opgenomen uitname van een deel van de reserves WWB en Agenda van de Toekomst. Structureel begrotingstekort De begroting 2004 sloot met een tekort van 0,3 miljoen euro. Dit bedrag is conform raadsbesluit ten laste gebracht van de egalisatiereserve. Gezien het gunstige resultaat over het afgelopen jaar was dit achteraf niet nodig geweest. Ook de begroting 2005 sluit met een tekort van afgerond 0,3 miljoen euro. Wij zien geen mogelijkheid dit tekort op korte termijn binnen de begroting op te lossen en zullen in de eerste tussentijdse rapportage een voorstel doen het tekort ook in het lopende jaar ten laste te brengen van de egalisatiereserve. Risico WWB-inkomensdeel De verschuiving van de financiële verantwoordelijkheid naar de gemeenten heeft verregaande consequenties. Zo is het eigen risico bij een tekort op de bijstandsuitgaven toegenomen tot 10% van het budget. Dit betekent in 2004 een vertienvoudiging van het eigen risico (van 1,2 miljoen euro naar 12,4 miljoen euro). Verder kunnen door de wijze waarop de budgetten door het Rijk worden vastgesteld, ongewenste herverdeeleffecten optreden. In 2004 behoorde onze gemeente nog tot de zogenaamde voordeelgemeenten. We houden geld over van het budget dat ons is toebedeeld. Maken we een doorkijkje naar het lopende begrotingsjaar 2005 dan zien we dat beeld kantelt. Het voorlopig toegekende budget is van onvoldoende omvang om onze geraamde bijstandsuitkeringen te kunnen betalen. Wij hebben een tekort geraamd van 0,3 miljoen euro. Op basis van de structurele doorwerking van een aantal componenten uit 2004 kunnen wij dit beeld wellicht iets naar de positieve kant bijstellen. Uit informatie van het ministerie van SZW blijkt echter dat het macrobudget voor 2005 vrijwel zeker met 330 miljoen euro naar beneden zal worden bijgesteld als gevolg van
Gemeenterekening 2004
Pagina 129 van 147
meevallende volumeontwikkelingen in 2004 en een meevallende conjuncturele ontwikkeling in 2005. Voor Groningen betekent dit een korting op het inkomensbudget van ruim 8 miljoen euro. Wij zullen in de eerste turap een nieuwe prognose afgeven over het verwachte effect hiervan op onze bijstandsuitgaven en het gevolg hiervan voor de eventuele vrijval dan wel het tekort. Ontwikkeling WWB-werkdeel Het werkdeel is in 2004 met ruim 8 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Deze korting kon worden opgevangen door aanwending van de resterende middelen uit 2003 ( 7 miljoen euro), terwijl 1 miljoen euro is doorgeschoven naar 2005. Voor de komende jaren verwachten wij op grond van beschikbare informatie m.b.t. het macrobudget, de nieuwe verdeelsystematiek en een overgangsperiode van zes jaar een korting die oploopt tot ongeveer 8 miljoen euro in 2011. Met name door terugdringing van gesubsidieerd werk en invoering van nieuwe reïntegratie instrumenten zijn wij in staat deze kortingen op te vangen. Daarnaast intensiveren wij het beroep op additionele financiering , waaronder ESF. OCSW De dienst OCSW kampt al jaren met structurele financiële problemen. In 2003 en 2004 zijn de problemen van OCSW onder de noemer van Operatie Centurion in beeld gebracht. In verband met deze problematiek is in januari 2004 gestart met Actie Zoeklicht. Het vooraf beoogde doel was, door maximale efficiencymaatregelen, de dienst financieel op orde te krijgen zonder daarbij de dienstverlening en producten aan te tasten. Op deze wijze dient 2,5 miljoen euro te worden bespaard. Deze efficiencybesparing is echter niet genoeg om de financiën volledig op orde te krijgen. Het resterende probleem wordt via takenreductie opgelost. Met deze vermindering van activiteiten dient de begroting structureel sluitend te worden gemaakt. Het gaat hier om een bedrag van 3 miljoen euro. Daarnaast heeft de gemeenteraad onder de noemer Nu bezuinigen straks investeren de concernbezuinigingen voor de jaren 2004-20006 vastgesteld. Verder zijn met betrekking tot het SSP structurele maatregelen vastgesteld en spelen ook de ombuigingsmaatregelen in het kader van Sport in Beeld een rol in de komende jaren. Bij elkaar opgeteld moet OCSW over de periode 2004 tot en met 2007 een bedrag van 13,1 miljoen euro bezuinigen: • Concernbezuinigingen 2,8 miljoen • SSP-bezuinigingen 1,6 miljoen • Efficiencymaatregelen Actie Zoeklicht 2,5 miljoen • Bezuiniging activiteiten OCSW 3,1 miljoen • Maatregelen Sport In Beeld 3,1 miljoen. OCSW wil fasegewijs van haar tekort afkomen en wordt daarbij door het concern gesteund met een incidentele concernbijdrage uit nieuw beleid van 1,877 miljoen euro in 2005 en 1,213 miljoen euro in 2006. DSW Door onder meer overheidsbezuinigingen en een teruglopende economie is DSW Stadspark in 2004 een bezuinigingsoperatie gestart (conform notitie bezuinigingen-meerjarenbeeld 21 april 2004), waarvan de effecten in 2005, 2006 en verder zichtbaar worden. De ingestelde Task Force heeft inmiddels alle mogelijke maatregelen onderzocht die genomen kunnen worden om de financiële positie van de DSW te verbeteren. Conclusie van de Taskforce is dat de DSW op korte termijn niet in staat is om zowel de vermindering van de rijksbijdragen als ook de vermindering van de gemeentelijke bijdrage op te vangen. Voor de middellange termijn werkt de DSW de financiële scenario’s uit die voortvloeien uit de nadere analyse van de DSW-bedrijven en de samenwerking met SoZaWE. ROEZ In de gemeentebegroting 2004 zijn als financiële knelpunten benoemd de voortgang in de investeringen en grondexploitatie.
Investeringen:
Gemeenterekening 2004
Pagina 130 van 147
Het tekort op de exploitatieproducten wordt extra doorbelast naar investeringen, die daardoor onevenredig zwaar worden belast. Met ingang van 2005 wordt een zuivere kostentoerekening als basis genomen. Waar voorheen 50% overhead werd toegerekend aan de exploitatie, wordt dat nu overeenkomstig de werkelijkheid 75%. Daardoor stijgen de exploitatielasten met 3,6 miljoen.euro. Met een substantiële formatiereductie, het terugdringen van de organisatiekosten en andere maatregelen wordt dit tekort teruggebracht tot 1,5 miljoen euro. Daarnaast zullen de bezuinigingen in 2005 en 2006 nog niet volledig worden gerealiseerd en heeft de dienst een financieel probleem van 2 resp. 1 miljoen euro. Deze 2 incidentele problemen van in totaal 3 miljoen euro zullen worden opgelost met een doorberekening aan investeringen.
Grondexploitatie:
In de afgelopen jaren kon steeds een positief oordeel worden gegeven over de omvang van de reserve grondzaken ten opzichte van de IFLO-norm. Rekening houdend met voorzienbare onttrekkingen en toegevoegde resultaten uit de grondexploitaties, is de verwachte omvang nu 20 miljoen euro. Bij een IFLO-norm van 25,1 miljoen euro, is er dus een tekort van 5,1 miljoen euro. Medio 2005 zal een nader voorstel worden gedaan over mogelijke oplossingen voor dit probleem. Gedacht kan worden aan herijking van de IFLO-normering en/of mogelijkheden om de omvang van de reserve te verhogen in de context van teruglopende grondposities en de meerjareninvesteringsplanning. HVD Wat betreft het financieel knelpunt met betrekking tot de WVG heeft de gemeenteraad in 2004 tot de volgende bezuinigingen ad 0,885 miljoen euro besloten ten aanzien van verstrekkingen WVG. Deze worden gefaseerd ingevoerd: Bezuinigingen
Raming 2004
Realisatie 2004
Structureel vanaf 2005
Herontwerp WVG keten Geen prijscompensatie Reiszones van 7 naar 5 * Zitplaatsen ** Afschaffing 70 euro regeling Verhuiskosten lager Regie woningaanpassingen Heronderzoek scootermobielgebruik
40.000 236.000 90.000 60.000 50.000 -
28.000 136.000 90.000 60.000 50.000 -
250.000 40.000 300.000 110.000 60.000 50.000 50.000 25.000
Totaal
476.000
364.000
885.000
* invoering per 1 april 2004. In de realisatie blijkt, dat het aantal ritten boven de 5 zones minder daalt dan verwacht. ** Invoering per 1 maart 2004. Over deze maatregel zitplaatsen is de afspraak met de raad gemaakt deze te monitoren. Met het Centrum Indicatiestelling Zorg zijn inmiddels principe-afspraken gemaakt over de overdracht van taken en personeel op het gebied van AWBZ-indicatiestelling per 1-5-2005. Resultaat hiervan is dat financiële vrijval gaat ontstaan. Zodra de financiële consequenties in beeld zijn zal de raad een voorstel worden voorgelegd. De raad heeft reeds eerder uitgesproken dat hier de op termijn te verwachten groei van de WVG-verstrekkingen mee moet worden opgevangen. Daarnaast zullen ten laste hiervan bij de HVD achterblijvende kosten moeten worden opgevangen. DIA Eind 2003 is de DIA gestart met de doorlichting van de dienst. Deze doorlichting was nodig omdat de financiële vooruitzichten van de dienst van dien aard waren dat ingrijpen noodzakelijk was. Het eindrapport met voornemens voor extra bezuinigingen en voorstellen voor het aanscherpen van de organisatiedoelen is in juni 2004 door het college van B&W vastgesteld. Vanaf de start is de doorlichting aangegrepen als een kans om orde op zaken te stellen. In die zin is het proces ook te zien als een vervolg op het Verbeterplan uit 2002, waarin zo concreet mogelijk is aangegeven welke acties opgestart worden om de werking en beeldvorming van de DIA te verbeteren. Omdat de financiële problematiek van de dienst groter (en ook hardnekkiger) was dan ten tijde van het opstellen van het Verbeterplan kon worden voorzien, is een integrale doorlichting van de dienst uitgevoerd. Juist om een betere dienstverlening te kunnen realiseren is de doorlichting zodanig opgezet dat niet alleen een beeld van de bezuinigingsmogelijkheden wordt geboden. De doorlichting omvat daarnaast ook een kwalitatieve beoordeling van de organisatie op basis waarvan wij de ontwikkelrichting in de toekomst voor de dienst kunnen bepalen. Gemeenterekening 2004
Pagina 131 van 147
Al langer is duidelijk dat de financiële basis van de dienst niet gezond is. De tarieven zijn niet kostendekkend, de kostprijsbepaling onvolledig en de afspraken met het concern over de omvang van de werkzaamheden zijn niet of niet duidelijk aanwezig. Wij hebben daarom in de doorlichting apart aandacht besteed aan de tarievenopbouw. Dit heeft geleid tot de notitie: “Naar een doelmatige financiering van de DIA”. Kern van de oplossing vormt een traject waarin – na reductie van de kosten - alle tarieven van de DIA worden herzien en waarbij die tarieven worden gekoppeld aan Dienstverleningsovereenkomsten, waarin we de te leveren kwantiteit en kwaliteit vastleggen. Het traject zal tot ver in 2005 duren en wordt in nauw overleg met de andere diensten doorlopen.
Gemeenterekening 2004
Pagina 132 van 147
4.3
Bezuinigingen
In de bezuinigingsoperatie 2004-2006 is voor 2004 in totaal 3,2 miljoen euro aan maatregelen opgenomen. Daarnaast hebben de diensten DIA, DSW, HVD, MD, OCSW, RO/EZ en SoZaWe in 2004 aanvullende bezuinigingsplannen uitgewerkt om ook in de komende jaren een sluitende dienstbegroting te kunnen presenteren en waren er nog doorgeschoven bezuinigingstaakstelling uit voorgaande jaren. De totale taakstelling bedraagt 10,1 miljoen euro. Daarvan is in 2004 ca.70% structureel gerealiseerd en ca. 17% incidenteel. Het restant is in de rekening verwerkt als negatief dienstresultaat. De formatiereductie als gevolg van alle dienstmaatregelen en concernbrede maatregelen in 2004 bedraagt 111 fte. Daarvan is in 2004 84,6 fte gerealiseerd, 70,4 fte structureel en 14,2 fte incidenteel. De diensten die de maatregelen in 2004 incidenteel of nog niet hebben ingevuld hebben de opdracht in 2005 structurele oplossingen te vinden voor deze taakstellingen.
Inkooptaakstelling De te realiseren inkooptaakstelling in 2004 bedraagt 1,6 miljoen euro, waarvan 1,3 miljoen euro uit voorgaande jaren. Hiervan is ultimo 2004 75 % gerealiseerd. Dat is gebeurd door besparingen die passen binnen de inkoopbezuinigingsopdracht, zoals minder inkopen (het verlagen van de inkoopbudgetten), goedkoper inkopen en efficiencymaatregelen binnen het inkoopproces. Het werkelijke inkoopvoordeel in 2004 is groter maar kan niet altijd worden ingezet voor de (structurele) bezuinigingstaakstelling. Daarvoor zijn een aantal redenen. Soms zijn de voordelen incidenteel. Soms is sprake van een gesloten financieringssysteem, bijvoorbeeld bij afvalstoffenheffing en rioolrechten. In andere gevallen moeten de voordelen terugvloeien naar een externe subsidiegever of naar het concern, of ze worden aan de raad voorgelegd om andere of vervolginvesteringen mee te financieren. Gelijktijdig met deze jaarrekening ontvangt u van ons aanvullende informatie over de aanpak voor de verdere verbetering van de inkooporganisatie bij de diensten en een toelichting op de mechanismen die er toe leiden dat niet alle inkoopvoordelen kunnen worden benut voor de invulling van de inkooptaakstelling. In de voortgangsrapportages over de bezuinigingen hebben wij u geïnformeerd over de realisatie van de bezuinigingen in 2004. Dit jaar is relatief het gemakkelijkste van de totale bezuinigingsperiode. De maatregelen in 2005 en 2006 zijn moeilijker te realiseren. Het college heeft daarom besloten de control op de bezuinigingen te intensiveren.
Gemeenterekening 2004
Pagina 133 van 147
4.4
Investeringen
In deze paragraaf gaan wij in op de in 2004 gerealiseerde investeringen in relatie tot de daarvoor beschikbaar gestelde kredieten. Basis hiervoor is het “Overzicht Verantwoording Investeringen” in boekwerk 2 van de rekening. Uitgaven
Bijdragen
Netto
89,6 85,2 174,8
15,1 27,5 42,6
74,5 57,7 132,2
Investeringen 2004
85,1
17,1
68,0
Over- c.q. onderschrijdingen Restantkredieten over naar 2005
1,4 88,3
-0,4 25,9
1,8 62,4
Beschikbare kredieten: - Restantkredieten voorgaande jaren - In 2004 nieuw gevoteerde kredieten Totaal beschikbaar
Dit overzicht zegt het volgende. In 2004 is er voor 85,1 miljoen euro geïnvesteerd, waarvoor 17,1 miljoen euro aan bijdragen is ontvangen. Netto, dat wil zeggen uit middelen van de gemeente zelf, is er dus voor 68 miljoen euro geïnvesteerd. Aan kredieten was beschikbaar een bedrag van 174,8 miljoen euro: uit voorgaande jaren stond nog 89,6 miljoen euro aan kredieten open en de raad heeft in 2004 voor 85,2 miljoen euro aan nieuwe kredieten beschikbaar gesteld. Doordat vooral de grote investeringsprojecten vaak een meerjarig karakter hebben zijn niet alle kredieten afgewikkeld in 2004: een bedrag van in totaal 88,3 miljoen euro met 25,9 miljoen als bijdragen gaat over om in 2005 of later afgewikkeld te worden. De activiteiten in het kader van grondexploitaties, dat wil zeggen het aankopen en bouwrijp maken van grond en het weer doorverkopen daarvan, worden hier buiten beschouwing gelaten. Deze activiteiten worden niet als echte investering gezien en verder in het gecomprimeerd overzicht investeringen in complexen ( staat P) in boekwerk 2 van de rekening toegelicht. De belangrijkste onderdelen van dit beeld worden hierna kort toegelicht.
4.4.1
Begin 2004 openstaande kredieten
Begin 2004 stond voor 89,6 miljoen euro open aan kredieten uit vorige jaren. Deze waren als volgt over de diensten verdeeld. Restantkredieten in 2004 BD DIA SOZAWE HVD MD OSCW RO/EZ Totaal
Bruto 0,1 5,8 1,0 1,6 3,5 22,9 54,7 89,6
De 5,8 miljoen restant kredieten van de DIA was voor Gronet II (2,4 miljoen), de aankoop/verbouw Trompsingel (3 miljoen) en diverse automatiseringskredieten (0,4 miljoen). De 3,5 miljoen euro die bij de MD nog openstond was voor de vervanging van huisvuilauto’s en de aanleg van de ondergrondse containers; De 22,9 miljoen euro bij OCSW waren vooral kredieten voor onderwijshuisvesting (19,5 miljoen), restantkredieten voor onderwijs (1,5 miljoen), huisvesting Europaweg (0,9 miljoen) en investeringen Stadsschouwburg/Oosterpoort (0,4 miljoen). De 59,5 miljoen aan restantkrediet bij RO/EZ waren allerlei kredieten voor Verkeer en Vervoer projecten (OV-as Peizerweg, maatregelen Zuidelijke ringweg, Stationsplein, totaal 39,1 miljoen euro), krediet voor parkeervoorzieningen 7
Gemeenterekening 2004
Pagina 134 van 147
miljoen, voor sanering riolering 7,8 miljoen, 2,4 miljoen voor geluidwerende voorzieningen, voor Borg/Stad onderhouden 2,8 miljoen en 0,4 miljoen voor routine investeringen.
4.4.2
In 2004 nieuw verstrekte kredieten
In 2004 heeft de raad voor 85,2 miljoen euro aan nieuwe kredieten gevoteerd, waarbij voor 27,4 miljoen euro aan geraamde bijdragen. Bruto 0,1 11,3 2,7 1,5 3,0 0,3 31,2 35,1 85,2
BD DIA HVD DSW MD SOZAWE OSCW RO/EZ Totaal
Bijdragen 0,1
15,8 11,5 27,4
De 11,3 miljoen bij de DIA betreft overname en inventaris Prefectenhof. Aan de HVD zijn voornamelijk kredieten verstrekt voor brandweer en rampenbestrijding. Bij de MD betreft het investeringen in ondergrondse containers (3 miljoen). De 31,2 miljoen euro aan nieuwe kredieten bij OSCW betreft kredieten voor onderwijs-huisvesting (totaal 10,3 miljoen), 19,6 miljoen krediet voor investeringen in de sportsector en 1,3 miljoen krediet voor investeringen in sociaal cultureel werk. Bij RO/EZ is voor 35,1 miljoen euro aan nieuwe kredieten verstrekt. De grootste daarvan: 10,8 miljoen voor het Stationsplein. 5,7 miljoen voor aanpak van riolering 8,0 miljoen voor parkeervoorzieningen en parkeergarages 1,8 miljoen voor fietspaden Bornholmstraat 1,6 miljoen voor herinrichting Zuiderweg 1.3 miljoen voor Binnenstad Beter Lage der A/Visserstraat 1,9 miljoen voor BORG/Stad Onderhouden 0,8 miljoen voor de Berlagebrug
4.4.3
Investeringen in 2004
Met de beschikbare kredieten is in 2004 voor ruim 85 ,1 miljoen euro geïnvesteerd, waarvoor ruim 17,1 miljoen euro aan bijdragen is ontvangen. DIA DSW HVD MD OCSW SOZAWE RO/EZ Totaal
Investeringen 15,3 0,8 1,0 2,2 28,6 0,6 36,6 85,1
Bijdragen 0,3 16,4 0,4 17,1
De DIA heeft 10,5 miljoen geïnvesteerd in de overname en inventaris van het Prefectenhof, in de aankoop en verbouw Trompsingel 2,6 miljoen, Gonet II 1,8 miljoen en CIO investeringen 0,4 miljoen. De 2,2 miljoen euro investeringen bij de MD betreft voor 0,4 miljoen vervangingsinvesteringen voor reiniging, voor 1 miljoen investeringen in ondergrondse containers en voor 0,6 miljoen euro zijn auto’s aangeschaft die aan de gemeentelijke diensten worden geleast. De 28,6 miljoen investeringen bij OCSW betreft 12,1 miljoen investeringen voor onderwijshuis-vesting, 0,6 miljoen voor huisvesting Europaweg, 1,1 miljoen voor onderwijs, 0,4 miljoen voor sociaal cultureel werk, 14,3 miljoen voor investeringen in de sport en 0,1 miljoen voor investeringen in Stadsschouwburg en Oosterpoort.. De 36,6 miljoen aan investeringen bij RO/EZ betreft het volgende:
Gemeenterekening 2004
Pagina 135 van 147
14,6 miljoen euro voor de grote projecten Verkeer en Vervoer (Stationsplein, OV-as Peizerweg, Zuidelijke ringweg,, Zuiderweg, Berlagebrug) 12,4 miljoen voor parkeergarages en parkeervoorzieningen 4,5 miljoen voor BORG/Stad Onderhouden. 4,1 miljoen investeringen in riolering 1,0 miljoen voor routine investeringen
4.4.4
Restantkredieten over te boeken naar 2005
Niet alle investeringsprojecten zijn ook in 2004 afgerond. Eind 2004 staat bruto nog 88,3 miljoen euro open als restantkrediet, dat in 2005 of later zal worden afgewikkeld. DIA HVD MD OCSW SOZAWE RO/EZ Totaal
Bruto 1,8 3,4 4,4 24,6 0,6 53,5 88,3
Bijdragen
0,7 25,2 25,9
De 4,4 miljoen euro bij de MD betreft voornamelijk het krediet voor vervangingsinvesteringen voor reiniging (1,7 miljoen), voor de ondergrondse containers (3,3 miljoen euro) en een negatief restant krediet voor de aanschaf van de auto’s die worden geleast aan gemeentelijke diensten. De diensten betalen de komende jaren leasebedragen en daarmee wordt het negatieve restant krediet gefinancierd. De 24,6 miljoen die eind 2004 bij OCSW nog openstaat betreft voornamelijk (16,6 miljoen euro) restantkredieten voor onderwijshuisvesting, 5,2 miljoen voor investeringen in sport en 1,5 miljoen voor investeringen in sociaal cultureel werk. Van de 53 ,5 miljoen openstaande kredieten bij RO/EZ betreft 42 miljoen euro restantkredieten voor de afwikkeling van allerlei Verkeer en Vervoersprojecten. De grootste daarvan: 30,6 miljoen euro voor de aanpak van de Zuidelijke Ringweg (de Langmangelden) en 10,1 miljoen voor het Stationsplein. Verder nog 2,2 miljoen voor geluidwerende voorzieningen en 9,3 miljoen voor de rioleringsinvesteringen. Enkele opmerkingen betreffen nog de niet afgeronde projecten. Bij de niet afgeronde projecten van OCSW is er bij de investeringen in ICT kabelgoten van openbaar (V)SO een overschrijding van 0,1 miljoen. Echter hier is vooruitgelopen op de kredieten die in 2005 voor dit onderwerp ter beschikking zijn gesteld, en de overschrijding zal daarmee worden verrekend. .
Gemeenterekening 2004
Pagina 136 van 147
5
Bijlagen
Bijlage 1. Totaaloverzicht productgroepen Bijlage 2. Nieuw beleid 2004
Gemeenterekening 2004
Pagina 137 van 147
Bijlage 1. Totaaloverzicht productgroepen
Prod.nr Dienst
Productgroep
Programma Werk en inkomen 8.01 SZW Inkomen 8.02 SZW Werk 8.03 SZW Zorg 3.01 DSW Sociale werkvoorziening Totaal Werk en inkomen Programma Vestigingsklimaat 7.12 RO/EZ Economisch Business Plan 7.07 RO/EZ Bedrijventerreinen / kantoren 5.04 MD Marktwezen 6.10 OCSW Handel en ambacht 6.23 OCSW Internationale betrekkingen 7.05 RO/EZ Verkeer en vervoer 7.06 RO/EZ Parkeerbedrijf RO/EZ Overig Totaal Vestigingsklimaat Programma Leefomgeving 5.01 MD Afval 5.02 MD Straatreiniging 5.03 MD Centrale werkplaats 5.05 MD Centraal meldpunt evenementen 5.07 MD Vergunningverlening/ controle/ handhaving 5.08 MD Beheren en saneren 5.09 MD Compensatiefonds ivm huish.afval 5.10 MD Niet in te delen kosten 6.20 OCSW Openluchtrecreatie 7.08 RO/EZ Geluidswering / Bodem 7.13 RO/EZ Wegen 7.14 RO/EZ Groen- en speelvoorzieningen 7.15 RO/EZ Kunstwerken 7.16 RO/EZ Riolering 7.17 RO/EZ Verkeersvoorzieningen 7.18 RO/EZ Beheer 7.19 RO/EZ Handhaving 7.20 RO/EZ Water 7.21 RO/EZ Begraafplaatsen 4.01 HVD Brandweer 4.02 HVD Rampenbestrijding 4.03 HVD Meldkamer 4.04 HVD Ambulancedienst RO/EZ Overig Totaal Leefomgeving Programma Woonklimaat 7.02 RO/EZ Woningbouwlocaties 7.03 RO/EZ Particuliere woningverbetering 7.04 RO/EZ Bouwtoezicht 7.10 RO/EZ Monumenten en archeologie/cultuurhistorie 7.23 RO/EZ Woonwagenvoorzieningen RO/EZ Overig Totaal Woonklimaat
Gemeenterekening 2004
Lasten
Baten
Saldo
Mutatie Reserves
Saldo
143.565 79.292 14.305 60.056 297.218
139.207 76.013 4.555 54.869 274.644
-4.358 -3.279 -9.750 -5.187 -22.574
-4.368 1.189 1.568 1.829 218
-8.726 -2.090 -8.182 -3.358 -22.356
7.702 5.034 548 1.670 162 6.154 7.805 31.822 60.897
4.066 138 562 0 0 4.545 8.557 23.405 41.273
-3.636 -4.896 14 -1.670 -162 -1.609 752 -8.417 -19.624
714 2.747 0 0 0 0 -318 -143 3.000
-2.922 -2.149 14 -1.670 -162 -1.609 434 -8.560 -16.624
27.621 7.242 1.623 424 1.633
29.622 960 1.734 378 21
2.001 -6.282 111 -46 -1.612
0 0 0 0 69
2.001 -6.282 111 -46 -1.543
2.547 0 78 1.285 8 5.815 11.232 1.305 8.634 2.830 796 1.424 1.298 2.132 13.484 1.428 3.161 2.066 3.593 101.659
1.204 1.786 62 285 0 544 1.136 37 9.509 216 5 1.212 358 1.277 3.663 1.149 2.809 1.588 2.643 62.198
-1.343 1.786 -16 -1.000 -8 -5.271 -10.096 -1.268 875 -2.614 -791 -212 -940 -855 -9.821 -279 -352 -478 -950 -39.461
0 0 -12 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -51 0 0 0 0 -16 -10
-1.343 1.786 -28 -1.000 -8 -5.271 -10.096 -1.268 875 -2.614 -791 -212 -940 -906 -9.821 -279 -352 -478 -966 -39.471
11.484 8.588 4.191 1.985
10.478 8.556 3.272 1.474
-1.006 -32 -919 -511
826 -215 -4 57
-180 -247 -923 -454
316 12.831 39.395
235 9.438 33.453
-81 -3.393 -5.942
0 -58 606
-81 -3.451 -5.336
Pagina 138 van 147
Prod.nr Dienst Productgroep Programma Duurzame Ontwikkeling 5.06 MD Milieubeleid 7.09 RO/EZ Groen- en recreatievoorzieningen RO/EZ Overig Totaal Duurzame ontwikkeling Programma Onderwijs en welzijn 6.01 OCSW Basisonderwijs 6.02 OCSW (Voortgezet) speciaal onderwijs 6.03 OCSW Voortgezet onderwijs 6.04 OCSW Huisvesting scholen 6.05 OCSW kansenbeleid / Vensterscholen 6.06 OCSW Volwasseneneducatie 6.07 OCSW Overige projecten onderwijs 6.22 OCSW Emancipatiezaken 6.25 OCSW Sociaal cultureel werk 6.26 OCSW Kinderopvang 6.27 OCSW Maatschappelijke dienstverlening 6.28 OCSW Jeugdhulpverlening 6.29 OCSW Ouderenbeleid 6.30 OCSW Gehandicaptenbeleid 6.31 OCSW Maatschappelijke opvang 6.32 OCSW Verslaafdenhulpverlening Totaal Onderwijs en welzijn Programma Gezondheid 4.05 HVD Infectieziektenbestrijding 4.06 HVD Openbare gezondheidszorg 4.07 HVD Voorziening ouderen en gehandicapten Totaal Gezondheid Programma Sport en cultuur 6.08 OCSW Natuurmuseum 6.09 OCSW Stedelijke Muziekschool 6.11 OCSW Podiumkunsten 6.12 OCSW Beeldende kunst en musea 6.13 OCSW Film 6.14 OCSW Letteren en bibliotheek 6.15 OCSW Amateurkunst en kunsteducatie 6.16 OCSW Overige culturele activiteiten 6.17 OCSW (Sport)accommodaties 6.18 OCSW Zwembaden en Kardinge 6.19 OCSW Sportondersteuning 6.21 OCSW Mediabeleid Totaal Sport en Cultuur Programma Integratie 6.24 OCSW Minderhedenbeleid Totaal Integratie
Gemeenterekening 2004
Lasten
Baten
Saldo
Mutatie Reserves
Saldo
1.354 557 3.080 4.991
614 509 2.265 3.388
-740 -48 -815 -1.603
0 0 -14 -14
-740 -48 -829 -1.617
35.023 18.497 49.086 12.810 5.640 7.828 7.142 237 13.322 10.120 2.365 1.479 679 45 6.737 4.359 175.369
34.163 18.008 48.365 756 3.847 7.485 3.024 0 2.463 7.135 0 668 51 0 6.102 3.660 135.727
-860 -489 -721 -12.054 -1.793 -343 -4.118 -237 -10.859 -2.985 -2.365 -811 -628 -45 -635 -699 -39.642
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
-860 -489 -721 -12.054 -1.793 -343 -4.118 -237 -10.859 -2.985 -2.365 -811 -628 -45 -635 -699 -39.642
3.370 17.754 17.884 39.008
2.767 14.348 4.947 22.062
-603 -3.406 -12.937 -16.946
0 0 1.601 1.601
-603 -3.406 -11.336 -15.345
1.962 3.102 16.285 7.593 167 5.997 2.285 1.372 9.011 16.582 1.309 570 66.235
446 614 6.473 1.182 0 925 656 346 2.920 11.084 242 91 24.979
-1.516 -2.488 -9.812 -6.411 -167 -5.072 -1.629 -1.026 -6.091 -5.498 -1.067 -479 -41.256
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
-1.516 -2.488 -9.812 -6.411 -167 -5.072 -1.629 -1.026 -6.091 -5.498 -1.067 -479 -41.256
2.630 2.630
1.966 1.966
-664 -664
0 0
-664 -664
Pagina 139 van 147
Prod.nr Dienst Productgroep Programma's Overig 1.02 DIA Mobiliteit en consultancy 1.03 DIA Burgerzaken 1.04 DIA Belastingen 1.05 DIA Dienstverlening arbeidszaken 1.06 DIA Gemeentelijk Informatiecentrum 1.07 DIA Gemeentearchief 1.08 DIA Commerciële zaken 1.09 DIA Verzekeringen en verhaalszaken 1.10 DIA Rechtsbescherming 1.11 DIA Centrale ICT Organisatie 1.12 DIA Totaal overig en concerntaken 1.13 DIA Stad en stadhuis 2.01 ADF Financiering lang vermogen 2.02 ADF Financiering kort vermogen 5.10 MD Niet in te delen kosten 7.11 RO/EZ Stadsdeelcoordinatie 6.33 OCSW Algemene baten en lasten 9.01 BSD Beleids- en beheersinstrumenten 9.02 BSD Beleidsontwikkeling en -advisering 9.03 BSD Concerncontrol 9.04 BSD Bestuursondersteuning 9.05 BSD Bestuur 9.06 BSD Concernstelposten 9.07 BSD Staftaken 9.08 BSD Volksvertegenwoordiging RO/EZ Overig RO/EZ Netto kapitaalverstrekkingen Totaal Overig
Lasten 3.412 11.350 18.758 3.710 3.371 1.802 4.198 4.034 1.026 13.893 2.141 605 66.761 3.563 78 6.755 17.892 653 5.314 1.219 2.039 2.235 9.859 3.432 2.606 22.378 2.553 215.637
Totaal lasten en baten 2004
Baten
Mutatie Reserves
401.590
0 0 -12 208 0 0 0 0 0 0 18.777 0 0 0 0 18.951
-1.088 -3.491 40.700 -1.420 -1.994 -1.802 -1.196 -69 -978 -1.631 1.154 -605 1.272 553 -28 -1.467 0 -644 -4.252 -1.218 -2.037 -1.906 191.870 -91 -2.524 349 -2.553 204.904
1.003.039
1.001.280
-1.759
24.352
22.593
Te verdelen posten RO/EZ 7.01 RO/EZ Beleid 7.22 RO/EZ Buitenbezittingen 7.24 RO/EZ In expl.te nemen eigendommen 7.25 RO/EZ Niet in expl.te nemen eigendommen 7.26 RO/EZ Erfpachtterreinen 7.27 RO/EZ Binnenbezittingen 7.28 RO/EZ Geografisch Informatiesysteem (GIS) 7.29 RO/EZ Concern kapitaallasten 7.30 RO/EZ Beleidsplanmiddelen 7.31 RO/EZ Rente interne rekening courant 7.32 RO/EZ Facilitair (werken voor derden) 7.33 RO/EZ Diverse (personele) budgetten 7.34 RO/EZ Te ontvangen subsidies Totaal Te verdelen RO/EZ
6.092 29.580 0 0 671 1.683 366 7.052 908 0 4.966 7 22.378 73.703
413 29.580 0 0 706 1.823 56 0 0 115 4.967 90 22.727 60.477
-5.679 0 0 0 35 140 -310 -7.052 -908 115 1 83 349 -13.226
0 0 -140 0 -190 170 0 0 0 0 0 -71 0 -231
-5.679 0 -140 0 -155 310 -310 -7.052 -908 115 1 12 349 -13.457
Vestigingsklimaat Leefomgeving Woonklimaat Duurzame ontwikkeling Overig
31.822 3.593 12.831 3.080 22.378
23.405 2.643 9.438 2.265 22.727
-8.417 -950 -3.393 -815 349
-143 -16 -58 -14 0
-8.560 -966 -3.451 -829 349
68.033 4.116 62 5.080 17.892 9 1.062 1 2 329 182.952 3.341 82 22.727
0 0 0 0 0 0 0 0 0 -22 0
Saldo
-1.088 -3.491 40.700 -1.420 -1.994 -1.802 -1.196 -69 -978 -1.609 1.154 -605 1.272 553 -16 -1.675 0 -644 -4.252 -1.218 -2.037 -1.906 173.093 -91 -2.524 349 -2.553 185.953
Gemeenterekening 2004
2.324 7.859 59.458 2.290 1.377 0 3.002 3.965 48 12.284 3.295
Saldo
Pagina 140 van 147
Bijlage 2. Nieuw beleid 2004 Nieuw beleid Prod.nr.
Dienst
Naam beleidswijziging
Programma Werk en Inkomen 8.03 SoZaWe Bijzondere bijstand 8.01 SoZaWe Inlichtingenbureau 8.03 SoZaWe ROA/VVTV 8.03 SoZaWe Bijzondere bijstand Totaal programma Werk en Inkomen Programma Vestigingsklimaat 9.02 BSD Groningen Promotie 7.12 RO/EZ Energy Valley 7.12 RO/EZ Personeelskosten EBP 7.12 RO/EZ VVV RO/EZ Eemskanaal/Europapark/Westpoort RO/EZ Grote Markt RO/EZ Kolibri 7.05 RO/EZ Zuidelijke ringweg 7.05 RO/EZ HOV-as Peizerweg 7.05 RO/EZ Stadsbalkon 7.18 RO/EZ Verkeersontwerp Stationsplein 7.17 RO/EZ Diversen Verkeer Totaal programma Vestigingsklimaat Programma Leefomgeving 9.02 BSD 5.08 MD 6.28 OCSW 7.18 RO/EZ 7.18 RO/EZ 7.18 RO/EZ Totaal programma Leefomgeving
Supportersproject FC Groningen Wijkcentrum Service Teams Oud en Nieuw Project Vernieuwend Beheer Areaalomvorming Onderhoud Euroborg
Programma Woonklimaat 7.34 RO/EZ 7.34 RO/EZ Totaal programma Woonklimaat
Winkelcentra Lewenborg centrumzone
Begroting 2004 (i)
Programma Onderwijs en Welzijn 6.33 OCSW Activiteitenbudget Vensterscholen 6.31 OCSW Schoolmaatschappelijk werk 6.23 OCSW Jabalya 6.23 OCSW Babyhuis Moermansk 6.04 OCSW VMBOscholen 6.27 OCSW Kwetsbare groepen OCSW Sociale wijkvernieuwing 6.07 OCSW Sociaal Structuurplan 6.05 OCSW Taalontwikkeling peuterspeelzaalwerk Totaal programma Onderwijs en Welzijn
Realisatie 2004 (i)
600 150 48 1.300 1.498
100 700
150 160 318 125 2.400 2.500 2.000
1.900 363 150 10.066
50 100 25 150
700
280
75 66 273 414
80 200 363 49 6.065
50 6 25 29
110
500 0 500
100 100
60 60
31 38 75 12
280
75 66 141
31 38 28 0
75 250
356
311 1.824 21 2.222
Programma Gezondheid
Gemeenterekening 2004
100
150 160 318 125 2.400 2.500 0
750 827 1.577
411 2.111 71 2.718
(s)
600 150 48 934 1.132
80 200
325
Programma Duurzame ontwikkeling 5.06 MD Energieconvenant en Klimaatplan Totaal programma Duurzame ontwikkeling
(s)
Pagina 141 van 147
75 137
243
Nieuw beleid Prod.nr. Dienst 4.06 HVD Totaal programma Gezondheid Programma Sport en Cultuur 6.21 OCSW 6.15 OCSW OCSW 6.09 OCSW 6.08 OCSW 6.18 OCSW 6.33 OCSW 6.19 OCSW 6.11 OCSW 6.12 OCSW 6.16 OCSW 6.12 OCSW 7.12 RO/EZ Totaal programma Sport en Cultuur Programma Integratie 6.24 OCSW Totaal programma Integratie Programma Overig 9.08 BSD 9.06 Concern 1.12 DIA
Naam beleidswijziging Lokaal gezondheidsbeleid
OOG TV en radio Cultuureducatie Voorzieningen voor sport, cultuur en buurten Muziekschool Educatief centrum Natuur en Milieu Onderhoud zwembaden Sportcoordinatoren Vensterschool Jeugdsportsubsidies Stadschouwburg/Oosterpoort Depot Groninger Museum Cultuurnota Noorderlicht Fonds Kunst en Economie
Ganashi
350 45 500
(s) 75 75
138
175
Realisatie 2004 (i)
350 45 500
58
58
363
300 300
Totaal programma Overig
Totaal Nieuw Beleid 2004
26.837
138
200
25 2.500 2.500 500 100 100 6.828
(s) 75 75
175 200
25 3.000 200 200 3.425
Gemeenterekening 2004
Raad Buffer extra bezuinigingen Rijk Stad en Stadhuis Bezuinigingen gesubsidieerde arbeid
Begroting 2004 (i)
25 2.500 2.500 500 100 100 6.828
363
300 300
25
25
25 3.000 22 200 3.247
25
2.213
20.464
1.827
Pagina 142 van 147
25
Bijlage : Afkortingen A ABCG
Advies- en Begeleidingscentrum Groningen
ABP
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds
ABW
Algemene Bijstandswet
ADF
Administratieve Dienst Financiering
AER
Algemene Egalisatiereserve
AMT
Algemeen Management Team
AO/IC
Administratieve Organisatie/ Interne Controle
ARCG
Afvalverwijdering Regio Centraal Groningen
ARG
Ambtenaren Reglement Groningen
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
AU
Algemene Uitkering
AVA
Algemene Vergadering van Aandeelhouders
B BBZ
Besluit bijstandverlening zelfstandigen
BBV
Besluit Begroting en Verantwoording
BCF
BTW Compensatie Fonds
BD
Bestuursdienst
BIEO
Begroting in een oogopslag
BIRK
Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit
BKV
Beeldenden kunst en vormgeving
BLS
Besluit Locatiegebonden Subsidies
BNG
Bank Nederlandse Gemeenten
BOB
Bedrijfsomgevingsbeleid
BOM
Belasting op Milieugrondslag
BORG
Beheer Openbare Ruimte Groningen
BOS
buurt, onderwijs en sport
BTB
Bereikbaar, Toegankelijk en Bruikbaar
BTW
Belasting Toegevoegde Waarde
BVO
Bruto vloeroppervlak
BZK
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
C CAO
Collectieve Arbeidsovereenkomst
CBK
Centrum Beeldende Kunst
CBS
Centraal Bureau Statistiek
CIZ
Centrum Indicatiestelling Zorg
COELO
Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden
CIO
Centrale ICT Organisatie
CMA
Centraal Meld- en Adviespunt
CMC
Centrum voor Mobiliteit en Consultancy
CNG
Community Network Groningen
COP
Concern OndernemingsPlan
CPB
Centraal Plan Bureau
CWI
Centrum voor Werk en Inkomen
Gemeenterekening 2004
Pagina 143 van 147
D DIA
Dienst Informatie en Administratie
DIFTAR
Gedifferentieerde tarieven
DIV
Documentaire Informatie Voorziening
DSW
Dienst Sociale Werkvoorziening "Stadspark"
DUBO
Duurzaam bouwen
DVO
Dienstverleningsovereenkomst
E EBP
Economisch Business Plan
EGG
Elektriciteitsbedrijf Gemeente Groningen
EMIS
Employee Management Information System
EMU
Europese Monetaire Unie
ESF
Europees Structuurfonds
F FIDO
Financiering Decentrale Overheden
FIS
Financieel Informatie Systeem
FLO
Functioneel Leeftijdsontslag
FSS
Fonds Sociale Structuurversterking
FSV
Fonds Sociale Vernieuwing
fte
Fulltime equivalent
FPU
Flexibel Pensioen en Uittreden
FUWA
Functiewaardering
G GBA
Gemeentelijke Basisadministratie
GBK
Groninger Krediet Bank
GCC
Groningen City Club
GDU
Gemeentelijke Doeluitkering
GF
Gemeentefonds
GGD
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
GGZ
Geestelijke Gezondheidszorg
GHOR
Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen
GIS
Geografisch InformatieSysteem
GMF
Groningen Monumenten Fonds
GN-IX
Groningen Internet Exchange
GO
Georganiseerd Overleg
GSB
Grote Stedenbeleid
GUP
Groenuitvoeringsplan
H H+OG
Hulpverlening en Openbare Gezondheidszorg (gemeenschappelijke regeling)
HVD
Hulpverleningsdienst
HOV
Hoogwaardig Openbaar Vervoer
I IB
Inlichtingenbureau
IBG
Informatisering Beheer Groep
ID-baan
Instroom en Doorstroom
ICES
Interdepartementale Commissie voor Economische Structuur
Gemeenterekening 2004
Pagina 144 van 147
ICT
Informatie- en communicatietechnologie
IFLO
Inspectie Financiën Lokale en provinciale Overheden
ILG
Investeringsbudget Landelijk Gebied
IPO
Interprovinciaal Overleg
IPSV
InnovatieProgramma Stedelijke Vernieuwing
IRC
Interne Rekening Courant
ISV
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
IZA
Instituut Zorgverzekering Ambtenaren
IT
Informatietechnologie
IVB
Integraal Veiligheidsbeleid
IZA
Interim-regeling Ziektekosten voor Ambtenaren
J JGZ
Jeugdgezondheidszorg
JJT
Jeugd en Jongerenteams
L LA21
Lokale agenda 21ste eeuw
LISV
Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen
M MBO
Middelbaar Beroeps Onderwijs
MD
Milieudienst
MDW
Marktwerking, Deregulering, Wetgevingskwaliteit
MOA
Medische Opvang Asielzoekers
MOP
Meerjarenontwikkelingsprogramma
N NAM
Nederlandse Aardolie Maatschappij
NFVW
Nieuwe Financiële Verhoudingswet
NME
Natuur & Milieu Educatie
NT2
Nederlands als Tweede taal
NUG/Anw
Niet UitkeringsGerechtigden/ Algemene NabestaandeWet
O OALT
Opleidingen Allochtone Levende Talen
OBAZ
Onze Buurt Aan Zet
OCSW
Dienst Onderwijs Cultuur Sport Welzijn
O/g
Opgenomen (leningen)
OGGz
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
OKZ
Ouder en Kindzorg
OenO
Opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering
OOG
Omroep Organisatie Groningen
OPSB OZB
Onroerend Zaakbelasting
P P&A
Post en Administratie
PIOFA
Personeel Informatie Organisatie Financiën Administratie
P&O
Personeel en Organisatie
P&R
Park en Ride
PM
Pro Memorie
PPS
Publiek private Samenwerking
Gemeenterekening 2004
Pagina 145 van 147
R RAV
Regionale Ambulance Voorzieningen
ROA
Regeling Opvang Asielzoekers
RCG
Regio Centraal Groningen
REP
Regionaal Educatief Plan
RIVM
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
RIO
Regionaal Indicatie Orgaan
RMC
Regionaal Meld en Coördinatiefunctie
RO/EZ
Dienst Ruimtelijke Ordening en Economische Zaken
ROP
Rente Omslagpercentage
ROC
Regionaal Opleidingscentrum
RUG
RijksUniversiteit Groningen
S SBW
Vakdirectie Stadsontwikkeling, Bouwen en Wonen (RO/EZ)
SDC
Stadsdeelcoordinatie
SIG
Stichting Industrie- en Handelgebouwen Groningen
SOZAWE
Dienst Sociale Zaken en Werk
SSP
Sociaal Structuur Plan
STAG
Stichting Ambulancevervoer Groningen
STOV
Stadsgewestelijk Openbaar Vervoer
SUWI
Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen
SVF
Stadsvernieuwingsfonds
SWI
Samenwerking Werk en Inkomen
U UF
Uitkeringsfactor
U/g
Uitgezette (leningen)
UWV
Uitvoering Werknemers Verzekeringen
V VAVO
Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs
Verdi
Verkeer en Vervoer:regionaal, decentraal, integraal
VMBO
Voorbereidend middelbaar- en beroepsonderwijs
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
VO
Voortgezet Onderwijs
VROM
Verkeer Ruimtelijke Ordening en Milieu
VVTV
Voorlopige vergunning tot verblijf
VWS
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
W WBK
Wet Basisvoorziening Kinderopvang
WBO
Wet op de Bejaardenoorden
WEB
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
WFA
Wet Financiering ABW
WIK
Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars
WIW
Wet Inschakeling Werkzoekenden
WMO
Wet Maatschappelijke Ondersteuning
WOZ
Waardering Onroerende Zaken
WSNP
Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen
WSR
Werkmaatschappij Sport en Recreatie
Gemeenterekening 2004
Pagina 146 van 147
WSW
Wet Sociale Werkvoorziening
WVG
Wet Voorzieningen Gehandicapten
WWB
Wet Werk en Bijstand
Gemeenterekening 2004
Pagina 147 van 147