Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening - Lozing huishoudelijk afvalwater - Aansluiting openbare riolering - Afkoppelen, hergebruiken en infiltreren van hemelwater - Overwelven van baangrachten
Gemeente Schoten
Stedenbouwkundige Verordening
Inhoud A
Pagina
Definities
Art. 1............................................................................................................................................2 B
De openbare weg is voorzien van openbare riolering
B.1 B.2 B.3
Aansluitingsplicht: Art. 2 §1, § 2 ...................................................................................................4 Aansluiting zonder individuele voorbehandelingsinstallatie: Art. 3 § 1, § 2 .................................4 Aansluiting met individuele voorbehandelingsinstallatie: Art. 3 § 3, § 4......................................4
C
Geen openbare riolering aanwezig in de openbare weg
C.1 C.2
Lozing in oppervlaktewater of in een kunstmatige afvoering voor hemelwater: Art. 4 ................5 Lozing in de bodem: Art. 5 ............................................................................................................5
D
Individuele voorbehandelings- en zuiveringsinstallaties Art. 6 § 1, § 2, § 3........................................................................................................................6
E
Maximale afkoppeling, hergebruik en infiltratie van hemelwater
E.1 E.2 E.3 E.4
Afkoppelen van hemelwater: Art. 7 § 1, § 2, § 3 ...........................................................................7 Opvang en hergebruik van hemelwater: Art. 8 § 1, § 2, § 3 ..........................................................7 Infiltratie van hemelwater: Art. 9 §1 tot 6......................................................................................8 Gemeentelijke subsidie voor de aanleg van een hemelwaterput en/of een infiltratievoorziening: Art. 10.......................................................................................10
F
Aansluiting op de openbare riolering Art. 11 § 1 tot 4..........................................................................................................................10 Art. 12 § 1, § 2, § 3....................................................................................................................10 Art. 13........................................................................................................................................11 Art. 14........................................................................................................................................11
G
Overwelven van baangrachten Art. 15 § 1 tot 6..........................................................................................................................11
H
Strafbepalingen Art. 16........................................................................................................................................12
I
Inwerkingtreding Art. 17........................................................................................................................................13
J
Slotbepalingen Art. 18........................................................................................................................................13
Bijlagen..................................................................................................................................................14
-1-
Gemeente Schoten
A
Stedenbouwkundige Verordening
Definities
Artikel 1 -
Afvalwater: water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, met uitzondering van niet-verontreinigd hemelwater;
-
Hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater.
-
Huishoudelijk afvalwater: afvalwater dat enkel bestaat uit water afkomstig van: - Normale huishoudelijke activiteiten; - Sanitaire installaties; - Keukens; - Het reinigen van gebouwen zoals woningen, kantoren, plaatsen waar groot- of kleinhandel wordt gedreven, zalen voor vertoningen, kazernen, kampeerterreinen, gevangenissen, onderwijsinrichtingen met of zonder internaat, klinieken, hospitalen en andere inrichtingen waar niet besmettelijke zieken opgenomen en verzorgd worden, zwembaden, hotels, restaurants, drankgelegenheden, kapsalons; - Afvalwater afkomstig van wassalons, waar de toestellen uitsluitend door het cliënteel zelf worden bediend;
-
Gewone oppervlaktewateren: alle oppervlaktewateren met uitzondering van de kunstmatige afvoerwegen voor hemelwater en de openluchtgreppels, behorend tot de openbare riolering;
-
Openbare riolering: het geheel van openbare leidingen en openluchtgreppels bestemd voor het opvangen en transporteren van afvalwater;
-
Gescheiden riolering: een dubbel stelsel van leidingen of openluchtgreppels waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere stelsel bestemd is voor de afvoer van hemelwater;
-
Semi-gescheiden riolering: een dubbel stelsel van leidingen of openluchtgreppels waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en het andere stelsel bestemd is voor de afvoer van hemelwater waarvan deze laatste in hoofdzaak beperkt is tot het oppervlaktewater van de wegverharding en de huisaansluitingen die reeds gescheiden kunnen aanvoeren. De overige bestaande huisaansluitingen voeren nog gemengd aan op de leiding van afvalwater.
-
Zuiveringszone A of openbaar waterzuiveringsysteem: een geheel bestaande uit een operationele openbare afvalwaterzuiveringsinstallatie, het stelsel van de openbare rioleringen en collectoren die ermee verbonden zijn, alsook de zone van 50 meter gelegen rondom dit stelsel.
-
Zuiveringszone B: de zone van 50 meter gelegen rond het stelsel van de openbare riolering en collectoren waarvan de aansluiting op een operationele openbare afvalwaterzuiveringsinstallatie is gepland: - Hetzij, op basis van het investeringsprogramma bedoeld in artikel 32 octies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging; - Hetzij, op basis van het subsidiëringprogramma bedoeld in artikel 32 duodecies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging;
-
Zuiveringszone C: het gedeelte van het stelsel van de openbare riolering en collectoren dat niet valt onder de zuiveringszone A, noch onder zuiveringszone B, alsook de zone van 50 meter gelegen rond dit stelsel.
-
Kunstmatige afvoerweg voor hemelwater: de greppels, grachten, duikers en leidingen bestemd voor het afvoeren van hemelwater, bodemwater, grondwater, bemalingswater en desgevallend ook afvalwater, behandeld conform de van toepassing zijnde wetgeving.
-
Bestaande woning: woning waarvoor een bouwvergunning werd afgeleverd voor 1 augustus 2000;
-2-
Gemeente Schoten
Stedenbouwkundige Verordening
-
Individuele voorbehandelinginstallatie: septische putten of gelijkaardige inrichtingen voor de voorbehandeling van normaal huisafvalwater ter verwijdering van vetstoffen, bezinkbare en drijvende stoffen;
-
Individuele zuiveringsinstallatie (IBA): kleinschalig afvalwaterzuiveringsinstallatie van de particulier voor de behandeling van afvalwater (verdergaande biologische behandeling dan septische put), zodanig dat de lozingsnormen conform de van toepassing zijnde wetgeving behaald worden;
-
Septisch materiaal: bijzondere afvalstoffen afkomstig van septische putten resulterend uit bezinkingsprocessen en biologische omzettingsprocessen;
-
Rioolwaterzuiveringsinstallatie (grootschalig): RWZI is een rioolwaterzuiveringsinstallatie beheerd door Aquafin nv waarop de gemeenten hun openbare riolering en collectoren aangesloten hebben.
-
Code van goede praktijk: Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen, Omzendbrieven van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 31 juli 1996, 19 december 1996 en 23 maart 1999;
-
Direct lozen: het toevoegen of verspreiden van stoffen in het grondwater zonder doorsijpeling in de bodem of de ondergrond (dit wil zeggen zonder sterfput);
-
Indirect lozen: het toevoegen of verspreiden van stoffen in het grondwater na doorsijpeling in de bodem of de ondergrond (= principe sterfput);
-
Sterfput: doorlatende verzamelput (met enkel en alleen huishoudelijk afvalwater) waarbij door middel van het principe van indirecte lozing toevoeging of verspreiding van stoffen in het grondwater gebeurt;
-
Horizontale dakoppervlakte: de oppervlakte van de projectie van de buitenafmetingen van het dak op een horizontaal vlak;
-
Hemelwaterput: reservoir voor het opvangen en stockeren van hemelwater;
-
Infiltratievoorziening: .een buffervoorziening waarbij de vertraagde afvoer gebeurt door infiltratie.
-
Buffervoorziening: een voorziening voor het bufferen van hemelwater met een vertraagde afvoer en een noodoverlaat.
-
Infiltratie: het doorsijpelen van hemelwater in de bodem.
-
Groendak: een dak dat volledig voorzien is van een drainagemat en begroeiing.
-
Referentieoppervlakte van de verharding: de verharde oppervlakte, exclusief de dakoppervlakte. Wordt de verharding aangelegd met waterdoorlatende klinkers, dan wordt de verhard oppervlakte door twee gedeeld.
-
Aftappunt: plaats waar hemelwater uit de hemelwaterput wordt afgetapt voor nuttig gebruik.
-
Lozing: de emissie door daartoe bestemde afvoerkanalen.
-
Infiltratiedebiet: de infiltratiecapaciteit vermenigvuldigd met de verhouding van de infiltraatoppervlakte over de som van infiltratieoppervlakte, referentieoppervlakte van de verharding en horizontale dakoppervlakte.
-
Baangrachten: type afwateringsgrachten, gelegen langsheen een weg behorend tot het openbare domein of met een openbaar karakter (bv. voetweg), waarvan de structuur van oorsprong rechtlijnig en het profiel uniform is.
-
Afwateringsgrachten: tot dit type behoren de grachten die zijn aangelegd voor de afvoer van hemel- en grondwater.
-
Onbevaarbare waterloop: deze omvatten de onbevaarbare waterlopen opgenomen in de Atlas der Waterlopen.
-3-
Gemeente Schoten
B B.1
Stedenbouwkundige Verordening
De openbare weg is voorzien van openbare riolering Aansluitingsplicht
Artikel 2 § 1 Wanneer in de openbare weg een openbare riolering is aangelegd, moet het huishoudelijk afvalwater geloosd worden in de openbare riolering. De bouwheer of eigenaar van de woning of het gebouw moet de lozing aansluiten op de openbare riolering en moet voldoen aan de bepalingen van artikel 3. De bouwheer of eigenaar van de woning dient zijn aanvraag tot aansluiting in bij het college van burgemeester en schepenen. De kosten van de aansluiting vallen ten laste van de aanvrager voor zover er geen wachtbuis voor aansluiting aanwezig is. Het gemeentebestuur bepaalt de van toepassing zijnde retributie, waarbij in geval van (gedeeltelijk) gescheiden stelsels een onderscheid gemaakt kan worden tussen aansluitingen op de afvoerleiding voor afvalwater en aansluitingen op de afvoerleiding voor hemelwater. § 2 Een woning of gebouw wordt geacht aansluitbaar te zijn als het ligt aan een openbare weg uitgerust met openbare riolering, mits die riool bereikbaar is zonder de eigendom van derden te betreden. Eventueel moeten niveauverschillen opgelost worden met afvalwaterpompen. Deze aansluitingsplicht geldt ook voor bestaande indirecte lozingen in grondwater voor zover de aansluiting technisch mogelijk is. De eigenaar moet zelf de nodige documenten leveren die deze eventuele technische onmogelijkheid tot aansluiting op de openbare riolering staven. B.2
Aansluiting zonder individuele voorbehandelingsinstallatie (= zonder septische put)
Artikel 3 § 1 Wanneer de woning of het gebouw in een zuiveringszone A ligt, wordt het huishoudelijk afvalwater bij voorkeur rechtstreeks, m.a.w. zonder individuele voorbehandeling, geloosd in de openbare riolering. Uitzondering hierop vormen deze straten waar een gescheiden riolering of semi-gescheiden riolering aanwezig is; (voor deze indeling zie bijlage 2). In uitvoering van deze verordening maakt het college van burgemeester en schepenen jaarlijks een lijst bekend van de straten of straatdelen waar de riolering binnen de zuiveringszone A is gelegen. § 2 Wanneer de woning of het gebouw in een zuiveringszone B ligt, worden bestaande septische putten in gebruik gehouden totdat deze zuiveringszone B overgaat in een zuiveringszone A. Op dat ogenblik worden de bestaande septische putten bij voorkeur afgekoppeld. Uitzondering hierop vormen deze straten waar een gescheiden riolering of semi-gescheiden riolering aanwezig is. Een septische put is dan verplicht. In uitvoering van deze verordening maakt het college van burgemeester en schepenen jaarlijks een lijst bekend van de straten of straatdelen waar de riolering binnen de zuiveringszone B is gelegen en welk gedeelte van de zuiveringszone B overgegaan is in de zuiveringszone A. (voor deze indeling zie bijlage 2). B.3
Aansluiting met individuele voorbehandelingsinstallatie (bestaande woningen) en IBA (nieuwbouwwoningen).
§ 3 Het huishoudelijk afvalwater van nieuwe woningen in de zuiveringszone B wordt via een individuele voorbehandelingsinstallatie geloosd in de openbare riolering. § 4 Wanneer de woning of het gebouw in een zuiveringszone C ligt, dient het huishoudelijk afvalwater verplicht een individuele voorbehandeling te ondergaan alvorens het te lozen in de openbare riolering. Voor bestaande woningen dient minimaal een septische put aanwezig te zijn.
-4-
Gemeente Schoten
Stedenbouwkundige Verordening
Voor nieuwe woningen dient onmiddellijk een verdergaande biologische behandeling geïnstalleerd te worden die voldoet aan de bepalingen in de “code van goede praktijk” (IBA). Deze installatie dient onderdeel uit te maken van de bouwaanvraag op straffe van weigering van de bouwvergunning. Het effluent van de individuele voorbehandelingsinstallatie moet geloosd worden in de openbare riolering. De individuele voorbehandelingsinstallatie mag geen overloop hebben naar een waterloop of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. C
Geen openbare riolering aanwezig in de openbare weg
C.1
Lozing in oppervlaktewater of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater
Artikel 4 Wanneer in de openbare weg geen openbare riolering ligt, mag het huishoudelijk afvalwater geloosd worden in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater. Die lozing is onderworpen aan de volgende voorwaarden: 1° Vooraleer het te lozen, moet het huishoudelijk afvalwater een individuele voorbehandeling hebben ondergaan. 2° Voor bestaande woningen moet als individuele voorbehandeling minimaal een septische put aanwezig zijn. De werking en het onderhoud hiervan moet beantwoorden aan de voorschriften van artikel 6§2. Indien er nooit riolering in het betrokken gebied wordt voorzien, moet elke woning verplicht over een kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallatie (IBA) beschikken. In dit laatste geval geldt volgende uitzonderingsmaatregel: voor lozingspunten, welke voor de datum van 1 maart 1993 gemeld werden aan het gemeentebestuur conform de bepalingen van VLAREM I, wordt minimaal een goedwerkende septische put voldoende geacht teneinde te voldoen aan de normen zoals opgelegd door VLAREM II. 3° Voor nieuwe woningen is evenwel een verdergaande biologische behandeling vereist, die voldoet aan de voorschriften in de “code van goede praktijk”. Die installatie maakt verplicht onderdeel uit van de bouwaanvraag en zulks op straffe van weigering van goedkeuring van de bouwvergunning. 4° Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten verleent het college van burgemeester en schepenen een subsidie voor de aanleg van een individuele zuiveringsinstallatie. Deze individuele zuiveringsinstallatie dient te bestaan uit een voorbehandeling en een bijkomende (biologische) zuivering. Deze subsidie geldt voor woongelegenheden waarvoor het schepencollege in het kader van de bouwvergunning deze individuele voorbehandeling opgelegd heeft, alsook voor bestaande woongelegenheden die niet kunnen aansluiten op de openbare riolering. 5° De in de punten 2° en 3° van dit artikel bedoelde installatie moet onmiddellijk in werking zijn. 6° De eigenaar moet de lozing van het huishoudelijk afvalwater melden aan het gemeentebestuur. C.2
Lozing in de bodem
Artikel 5 Wanneer in de openbare weg geen openbare riolering gelegen is en evenmin de mogelijkheid bestaat om het huishoudelijk afvalwater te lozen in een oppervlaktewater of kunstmatige afvoerweg voor hemelwater, mag het huishoudelijk afvalwater geloosd worden in de bodem (indirecte lozing in het grondwater). Elke directe lozing in het grondwater van huishoudelijk afvalwater is verboden.
-5-
Gemeente Schoten
Stedenbouwkundige Verordening
Een indirecte lozing in het grondwater van huishoudelijk afvalwater kan alleen worden toegestaan, mits men in het bezit is van een regelmatig afgeleverde milieuvergunning of melding waarop de volgende voorwaarden van toepassing zijn: 1° Elke lozingsmethode waarbij het afvalwater rechtstreeks in de bodem of in een grondwaterlaag wordt gebracht is verboden; 2° De indirecte lozing dient te gebeuren via een sterfput die een maximale diepte van 10 meter onder het maaiveld mag hebben; 3° De indirecte lozing in grondwater van huishoudelijk afvalwater is verboden in gebieden waar rioleringen aanwezig zijn; deze verbodsbepaling geldt niet voor sterfputten die reeds in gebruik waren genomen voor de aanleg van rioleringen en voor zover de aansluiting op de riool technisch onmogelijk is. De eigenaar moet zelf de nodige documenten leveren die deze eventuele technische onmogelijkheid tot aansluiting op de openbare riolering staven. In de gevallen waar aansluiting technisch wel mogelijk is, dient deze onmiddellijk gerealiseerd te worden; 4° De sterfput dient gelegen te zijn op een afstand van tenminste: 50 meter van een oppervlaktewater 50 meter van elke open kunstmatige afvoerweg voor hemelwater 100 meter van een grondwaterwinning 100 meter van elke bron van drinkwater, thermaalwater of mineraalwater; 5° De sterfput mag geen overloop hebben; 6° In de sterfput mag enkel sanitair afvalwater geloosd worden. Elke lozing van huishoudelijk klein gevaarlijk afval, zoals afvalolie, verfresten, e.d. is ten strengste verboden; 7° De sterfput moet uitgerust zijn met een gemakkelijk en veilig bereikbare opening die toelaat monsters te nemen van de materie die zich in de sterfput bevindt; 8° Het huishoudelijk afvalwater dient te worden voorbehandeld voorbehandelingsinstallatie alvorens te lozen in de sterfput. D
in
een
individuele
Individuele voorbehandelings- en zuiveringsinstallaties
Artikel 6 § 1 Met betrekking tot de installatie, de werking en het onderhoud van individuele zuiveringsinstallaties, (voorbehandeling en bijkomende (biologische) zuivering) moeten de bepalingen in de “Code van goede praktijk” nageleefd worden. § 2 Met betrekking tot het onderhoud van septische putten gelden volgende bepalingen: 1° De septische put moet jaarlijks geruimd worden; 2° Het lozen van septisch materiaal in de openbare riolering of collectoren is verboden; 3° Septisch materiaal moet afgevoerd worden naar een openbare waterzuiveringsinstallatie; 4° Enkel de ruimers van septisch materiaal die een overeenkomst voor de aanvoer van septisch materiaal met de nv Aquafin hebben gesloten, mogen septisch materiaal ruimen op het grondgebied van de gemeente. (Zij moeten hiertoe een afschrift van deze overeenkomst bezorgen aan de dienst Leefmilieu / technische dienst van de gemeente); 5° Het college van burgemeester en schepenen zal jaarlijks een lijst publiceren van de ophalers van septisch materiaal die op haar grondgebied septische putten mogen ruimen. Het zal zich daarbij baseren op de lijst van ruimers die een overeenkomst voor de aanvoer van septisch materiaal naar een RWZI hebben gesloten met de nv Aquafin en die ter beschikking is bij de Vlaamse Milieumaatschappij;
-6-
Gemeente Schoten
Stedenbouwkundige Verordening
6° Het bewijs van het ruimingsattest dient op verzoek van de gemeente voorgelegd te worden. § 3 Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten, verleent het college van burgemeester en schepenen een premie voor de individuele zuiveringsinstallatie IBA (=voorbehandeling en bijkomende (biologische) zuivering). De modaliteiten worden bepaald volgens het gemeentelijke subsidiereglement. E
Maximale afkoppeling, hergebruik en infiltratie van hemelwater
E.1
Afkoppelen van hemelwater
Artikel 7 § 1 Hemelwater moet maximaal worden afgekoppeld van de openbare riolering en zoveel mogelijk hergebruikt worden. In het resterende gedeelte van het hemelwater moet geïnfiltreerd of gebufferd worden, zodat slechts een beperkt debiet vertraagd afgevoerd kan worden. Ook de plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden. § 2 Als de aanvrager voldoet aan de bepalingen van de stedenbouwkundige verordening door een combinatie van hemelwaterput, infiltratievoorziening en/of vertraagde lozing, dan wordt een verdeling van de horizontale dakoppervlakte en de referentieoppervlakte van de verharding over deze verschillende oplossingen doorgevoerd. Aan de bepaling van de stedenbouwkundige verordening kan zowel worden voldaan door de aanleg van individuele voorzieningen als door de aanleg van collectieve voorzieningen, die voor meerdere onroerende goederen een oplossing voorzien. Aan de bepaling van de stedenbouwkundige verordening kan geheel of gedeeltelijk worden voldaan door het uitvoeren van compenserende maatregelen op hetzelfde goed, namelijk door het verwijderen van bestaande verharde oppervlakten. De hemelwaterput, de infiltratie- of buffervoorziening en/of lozingsbegrenzer dienen geplaatst en in gebruik genomen te zijn ten laatste zes maanden nadat het gebouw of de verharding in gebruik is genomen. § 3 Als de aanvrager een afvoer van hemelwater dient aan te leggen, dan is hij verplicht het overtollige hemelwater minstens tot aan het lozingspunt gescheiden af te voeren van het afvalwater. Het lozen van hemelwater op de openbare gemengde riolering kan enkel bij afwezigheid van een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een oppervlaktewater waarop met redelijke kosten kan aangesloten worden. Indien een nieuwe openbare riolering, die bestemd is voor de afvoer van afvalwater en hemelwater, wordt aangelegd op een plaats waar nog geen riolering aanwezig was, dan dient deze riolering in een gescheiden stelsel te worden aangelegd. E.2
Opvang en hergebruik van hemelwater
Artikel 8 § 1 Bij het bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met een horizontaal dakoppervlakte groter dan 75 vierkante meter is de bouwheer of eigenaar van de woning verplicht een hemelwaterput conform de opgelegde installatievoorschriften in paragraaf 3. Deze bepaling is eveneens van toepassing als de horizontale dakoppervlakte van een gebouw of constructie met meer dan 50 vierkante meter wordt uitgebreid, doch enkel op die uitbreiding. Als herbouwen wordt beschouwd een bouwproject waarbij minder dan 60 % van de buitenmuren wordt behouden.
-7-
Gemeente Schoten
Stedenbouwkundige Verordening
Van deze toepassing zijn vrijgesteld gebouwen die worden opgericht op een goed kleiner dan 3 are. Deze paragraaf is tevens niet van toepassing op die delen van gebouwen die voorzien zijn van een rieten dak of met een groendak. § 2 Een stedenbouwkundige vergunning voor de werken kan enkel afgeleverd worden als op de plannen de plaatsing van een hemelwaterput is aangegeven. Op de plannen wordt naast de exacte inplanting, de inhoud van de hemelwaterput, in liters, de totale horizontale dakoppervlakte en de totale overige verharde grondoppervlakte in vierkante meters, alsook de aftappunten van het hemelwater vermeld. Indien op het goed meerdere gebouwen aanwezig zijn, is er slechts één hemelwaterput voor het hele gebouwencomplex verplicht, doch dient het volume van de hemelwaterput in overeenstemming te zijn met de opgelegde installatievoorschriften in paragraaf 3. Indien de stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft op de bouw van landbouwbedrijfsgebouwen, zonder bedrijfswoning, dan is de plaatsing van een hemelwaterput niet verplicht mits een oplossing in overeenstemming met artikel 9 wordt voorzien. § 3 Installatievoorschriften: 1° het volume van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met de aangesloten dakoppervlakte, zoals hieronder bepaald: Horizontale dakoppervlakte 50 tot 60 m² 61 tot 80 m² 81 tot 100 m² 101 tot 120 m² 121 tot 140 m² 141 tot 160 m² 161 tot 180 m² 181 tot 200 m² > 200 m²
Minimale tankinhoud 3000 l 4000 l 5000 l 6000 l 7000 l 8000 l 9000 l 10000 l 5000 l per 100 m²
Voor het deel van de horizontale dakoppervlakte vanaf 200 vierkante meter kan een oplossing in overeen stemming met artikel 9 worden voorzien. 2° Het volledige dakoppervlakte dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren. Enkel indien het gebouw wordt herbouwd in gesloten bebouwing kan volstaan worden met een afwatering van de helft van de horizontale dakoppervlakte. Het volume van de hemelwaterput wordt echter bepaald op basis van de volledige horizontale dakoppervlakte van het gebouw of de constructies. 3° Het aansluiten van operationele pompinstallatie, die het gebruik van opgevangen hemelwater mogelijk maakt is verplicht. Bij nieuwbouw of herbouw van een ééngezinswoning is hergebruik van het opgevangen hemelwater met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine verplicht. Een pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. 4° Er mag geen directe verbinding gecreëerd worden tussen het drinkwaternet en het leidingennet aangesloten op de hemelwaterput. Hiertoe dient ofwel een afzonderlijk leidingencircuit voorzien te worden voor leidingwater en drinkwater ofwel dient leidingwater in de hemelwaterput bijgevuld te worden door middel van een bijvulsysteem met onderbreking in overeenstemming met de code van goede praktijk. 5° De overloop van de infiltratievoorziening.
hemelwaterput
-8-
wordt
bij
voorkeur
aangesloten
op
een
Gemeente Schoten
E.3
Stedenbouwkundige Verordening
Infiltratie van hemelwater
Artikel 9 § 1 Bij het aanleggen of heraanleggen van verharde grondoppervlakken is infiltratie van hemelwater verplicht, indien de referentieoppervlakte van de verharding groter is dan 200 vierkante meter. Als heraanleggen wordt beschouwd een project waarbij de volledige verharding, met inbegrip van de funderingslaag, wordt vervangen. Van deze toepassing zijn vrijgesteld: 1° verharde grondoppervlakken die nog voldoende infiltratie mogelijk maken, zoals steenslagverharding of grastegels; 2° verharde grondoppervlakken die tot het openbaar wegdomein behoren of die bestemd zijn om te worden ingelijfd bij het openbaar wegdomein; 3° indien het hemelwater dat op de verharde grondoppervlakte valt, op natuurlijke wijze naast de verharde grondoppervlakte op eigen terrein in de bodem kan infiltreren; 4° indien het hemelwater door contact met de verharde oppervlakte dermate vervuild wordt, dat het als afvalwater dient beschouwd te worden. Op de plannen dient aangegeven te worden welke verharde oppervlakte onder één van eerder vermelde uitzondering valt. § 2 Een stedenbouwkundige vergunning kan enkel worden verleend als op de plannen de plaatsing van een infiltratievoorziening is aangegeven. Op de plannen wordt naast de exacte inplanting, omvang en diepte van de infiltratievoorziening, het buffervolume van de infiltratievoorziening, in liters en de totale grondoppervlakte in vierkante meter vermeld. § 3 Installatievoorschriften: Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient in verhouding te staan tot het gerealiseerde infiltratiedebiet. 1° Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimaal 300 liter per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharde oppervlakte te bedragen. 2° De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimaal 2 vierkante meter per begonnen 100 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding te bedragen. Van deze afmetingen kan slechts afgeweken worden indien de aanvrager aantoont dat de door hem voorgestelde oplossing een afdoende buffer- en infiltratiecapaciteit heeft. § 4 In afwijking op paragraaf 3 mag het hemelwater vertraagd afgevoerd worden via een afvoerbegrenzer met een maximaal lozingsdebiet van 1500 liter per uur en per 100 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding, in één van onderstaande gevallen: 1° de aanvrager toont aan dat de doorlaatheidsfactor kf van de bodem op de plaats van de geplande infiltratievoorziening kleiner is dan 1.10-5 meter per seconde. 2° de aanvrager toont aan dat infiltratie onmogelijk is wegens voortdurend voorkomen van hoge grondwaterstanden. Een buffervolume van 400 liter per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding moet in dit geval worden aangelegd. § 5 In afwijking op paragraaf 3 moet het hemelwater vertraagd afgevoerd worden via een afvoerbegrenzer met een maximaal lozingsdebiet van 1500 liter per uur en per 100 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding, indien de geplande infiltratievoorziening in beschermingszone 1 of 2 van een drinkwaterwingebied ligt, zoals afgebakend ter uitvoering van het decreet van 24 januari 1984, houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer en het besluit van de Vlaamse regering van 27 maart 1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van
-9-
Gemeente Schoten
Stedenbouwkundige Verordening
waterwingebieden en beschermingszones. Een buffervolume van 400 liter per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding moet in dit geval worden aangelegd. § 6 Ingeval de referentieoppervlakte van de verhouding groter is dan 1000 vierkante meter, mag het hemelwater vertraagd afgevoerd worden met een maximaal afvoerdebiet van 1500 liter per uur en per 100 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding. Een buffervolume van 400 liter per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding moet worden aangelegd. De vrijstelling van deze verplichting geldt echter niet voor de eerste 1000 vierkante meter van de referentieoppervlakte van de verharding. Op de plannen wordt de exacte inplanting en het buffervolume van de voorziening voor vertraagde lozing in liters, en de totale verharde grondoppervlakte in vierkante meter, vermeld. E.4
Gemeentelijke subsidie voor de aanleg van een hemelwaterput en/of een infiltratievoorziening
Artikel 10 Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten, verleent het College van burgemeester en schepenen een premie voor het duurzaam gebruik van hemelwater. De modaliteiten worden bepaald volgens het gemeentelijke subsidiereglement. F
Aansluiting op de openbare riolering
Artikel 11 § 1 In het geval van aanwezigheid van een gescheiden rioleringsstelsel of bij nieuwbouw of herbouw is de bouwheer of de eigenaar van het gebouw of de constructie verplicht het afvalwater en het hemelwater gescheiden af te voeren. Voor de afvoer van het hemelwater gelden de bepalingen van artikel 7. Wanneer zowel het afvalwater als het hemelwater op de openbare riolering geloosd worden gelden de bepalingen van artikel 12 § 2. § 2 Het is de bouwheer, eigenaar of wie dan ook ten strengste verboden eigenhandig inkappingen of boringen te verrichten in de openbare riolering of haar aanhorigheden om zelf een aansluiting te realiseren. De aansluitingen worden gemaakt door de bevoegde technische dienst van de gemeente of door een door de technische dienst van de gemeente aangestelde aannemer (doorboring en aansluiting met grèsbuizen of kunststofbuizen tot op de grens van het openbaar domein). De kosten van de aansluiting vallen ten laste van de aanvrager, overeenkomstig de prijzen van de door de gemeente aangestelde aannemer. Uitzondering wordt gemaakt op reeds aangelegde wachtbuizen. Hier mag de bouwheer of eigenaar na aanvraag eigenhandig op de wachtbuis aansluiten via een aangelegd toegankelijk onderzoeksputje. § 3 Uitzondering wordt gemaakt voor huisvestingsmaatschappijen die na het indienen van een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur zelf mogen aansluiten, onder toezicht van de gemeentediensten. § 4 De aansluitingen op de rioolbuizen geschieden in algemene regel verticaal in het bovenste deel van het welfsel der buizen. Alleen wanneer de hoogteligging der riolering een dergelijke aansluiting niet toelaat, mag de aansluiting zijdelings in de bovenste helft van de rioolbuis gebeuren. Bij de verticale aansluiting dient men rekening te houden met het mof- en bochtstuk, wat wil zeggen dat de aansluiting slechts 20 cm boven de bovenkant van de rioolbuizen kan beginnen. Artikel 12 § 1 Om op het gemeentelijke rioleringsnet aan te sluiten moet de bouwheer of eigenaar de door hem nabij de perceelsgrens aangelegde wachtbuis aankoppelen door middel van een toegankelijk onderzoeksputje. Dit onderzoeksputje wordt geplaatst aan de perceelsgrens.
- 10 -
Gemeente Schoten
Stedenbouwkundige Verordening
§ 2 Voor nieuwbouw of herbouw dient een afzonderlijk onderzoeksputje voorzien te worden voor de afvalwaterafvoerleiding en voor de hemelwaterafvoerleiding. Hierbij dient een onuitwisbaar merkteken te worden aangebracht op de onderzoeksputjes om visueel een onderscheid te kunnen maken tussen het onderzoekputje voor de afvalwaterafvoerleiding en dat voor de hemelwaterafvoerleiding. § 3 De constructie van het onderzoekputje en de aansluiting op de wachtbuis moeten beantwoorden aan de door het college van burgemeester en schepenen vastgestelde voorschriften. Deze voorschriften bevinden zich als bijlage bij dit besluit. Artikel 13 Na uitvoering van de aansluiting op privaat domein stelt de bouwheer of eigenaar het gemeentebestuur hiervan in kennis, teneinde het bevoegde gemeentepersoneel toe te laten controle uit te oefenen op de naleving van dit reglement. Bij niet verwittiging van het gemeentebestuur is de bouwheer of eigenaar van de aansluiting verplicht om op zijn kosten de werken uit te voeren die nodig zouden zijn om een controle op de aansluiting te kunnen doen. Bij vastgestelde sluikaansluitingen vallen de kosten voor controle en de eventuele kosten van de nieuwe aansluiting volledig ten laste van de bouwheer of eigenaar. Artikel 14 Herstelling, ontstopping en vernieuwing van aansluitingen op het openbare domein zullen gebeuren na aanvraag van de bouwheer of eigenaar. De technische dienst van de gemeente bepaalt de noodzaak van de vernieuwing van de aansluiting. De kosten van herstelling, ontstopping of vernieuwing vallen ten laste van de aanvrager, in overeenstemming met de prijzen van de door de gemeente aangestelde aannemer. G
Overwelven van baangrachten
Artikel 15 § 1 Het is verboden baangrachten geheel of gedeeltelijk te dempen, in te buizen en/of te beschoeien met materialen die de infiltratie van water naar de bodem kunnen tegenwerken. Enkel om strikt technische redenen kan het overwelven of het inbuizen van baangrachten toegestaan worden mits een voorafgaande en schriftelijke toelating. Deze toelating kan afwijken van onderhavige randvoorwaarden. § 2 Wanneer de te overwelven baangracht een onbevaarbare waterloop is, zal de aanvraag moeten geschieden volgens de bepalingen van de wet van 22 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen. De aanvraag dient in overeenstemming met het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening gericht te worden aan het College van burgemeester en schepenen. De aanvraag zal geschieden bij de bevoegde overheid: 1° voor onbevaarbare waterlopen van eerste categorie is dit de afdeling water van de administratie milieu-, natuur-, land- en waterbeheer van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, en moet de aanvraag gebeuren overeenkomstig de "richtlijn voor het aanvragen van machtigingen voor het uitvoeren van werken aan en langs onbevaarbare waterlopen van eerste categorie"; 2° voor onbevaarbare waterlopen van tweede en derde categorie gebeurt de aanvraag bij de gouverneur van de provincie. Wanneer de te overwelven baangracht is gelegen langs een gewestweg moet vooraf een machtiging aangevraagd worden bij de Administratie wegen en verkeer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
- 11 -
Gemeente Schoten
Stedenbouwkundige Verordening
Wanneer de te overwelven baangracht is gelegen langs een provincieweg moet vooraf een machtiging aangevraagd worden bij de gouverneur van de provincie Antwerpen. § 3 Het uitvoeren van de werken in het kader van een door het gemeentebestuur toegelaten overwelving en/of inbuizing gebeurt enkel door een aannemer aangesteld door het gemeentebestuur en op kosten van de aanvrager. De aanvrager dient voorafgaandelijk een borg volgens het geldende retributiereglement te betalen, achteraf worden de effectieve kosten afgerekend. § 4 De werken dienen uitgevoerd te worden in overeenstemming met volgende richtlijnen: 1° De overwelving heeft een maximale breedte van 5 meter; 2° Het inbuizingselement heeft een minimale diameter van 400 mm, indien dit technisch mogelijk wordt geacht; 3° De betonbuizen dienen geplaatst te worden in een volledig ontruimde grachtbodem. Ze worden geplaatst zonder schade toe te brengen aan de grachtkanten en zonder schade toe te brengen aan mogelijk aanwezige nutsleidingen. De toegebrachte schade valt volledig ten laste van de aanvrager; 4° De uitvoerder of zijn rechtsverkrijger is te allen tijde verantwoordelijk voor de goede staat en werking van de overwelving. Hij is verplicht de overwelving te ruimen en vrij te houden van alle obstakels die een goede afwatering verhinderen. De uitvoerder of zijn rechtsverkrijger mag, door het aanbrengen van de overwelving, nooit de goede afwatering van derden in het gedrang brengen of wijzigen; 5° De werken waarvoor toelating wordt verleend worden uitgevoerd volgens de regels van de kunst en van deugdelijke bouw, in overeenstemming met de aanduidingen van de goedgekeurde tekeningen en/of beschrijving van de werken, en de eventuele aanwijzingen die door ambtenaren of beambten van het gemeentebestuur worden gegeven; 6° Aansluitingen van hemelwaterleidingen mogen niet ter hoogte van de overwelving gebeuren om controle toe te laten. Het is verboden afvalwater- en droogweerafvoerleidingen aan te sluiten op de baangracht. Afwijkingen kunnen worden toegestaan door het College van burgemeester en schepenen en/of de bevoegde overheid op basis van een grondige motivatie. De code van goede praktijk in het kader van een geïntegreerd rioleringsbeleid opgesteld door de Vlaamse Gemeenschap is steeds van toepassing. Door het college van Burgemeester en Schepenen kunnen bijkomende voorwaarden worden opgelegd, o.a. met betrekking tot het aanvullen van het duikerlichaam, het voorzien van kopmuren, het voorzien van inspectieschouwen, enz. § 5 De toelating kan beperkt worden in tijd. In dergelijk geval dient de plaats in de oorspronkelijke toestand te zijn hersteld voor het verval van de toelating. Indien de aanpassings-, af- of uitbraakwerken niet binnen de gestelde termijn zijn uitgevoerd, zal het college van Burgemeester en Schepenen zelf deze noodzakelijke werken uitvoeren op kosten van de aanvrager. De kosten en uitgaven worden bij de aanvrager ingevorderd na voorlegging van een eenvoudige kostenstaat van aannemers en werklieden, al dan niet gestaafd door kwitanties of rekeningen. § 6 Wanneer het openbaar nut dit vergt of de werken in enig opzicht nadelig zijn, kan het college van burgemeester en schepenen steeds tot wijzigingen of het herstel in oorspronkelijke staat overgaan indien de werken uitgevoerd werden op openbaar domein. H
Strafbepalingen
Artikel 16 Voor zover hiervoor door andere wetten, decreten, algemene of provinciale verordeningen geen bijzondere straffen zijn uitgevaardigd, worden de inbreuken op de bepalingen van deze verordening bestraft met geldende politiestraffen. - 12 -
Gemeente Schoten
Stedenbouwkundige Verordening
Binnen een door hem vast te stellen termijn kan de politierechter bovendien het herstel van de overtreding bevelen. In geval van niet-uitvoering, zal het gemeentebestuur hiervoor instaan op kosten van de overtreder. De politierechter kan de overtreder veroordelen tot terugbetaling van de gedane uitgaven, ontstaan ingevolge sluikaansluitingen en zulks op basis van een door het college van burgemeester en schepenen voorgelegde uitgavenstaat.
I
Inwerkingtreding
Artikel 17 Deze gemeentelijke stedenbouwkundige verordening treedt in werking 30 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad. J
Slotbepalingen
Artikel 18 Een afschrift van deze provinciegouverneur.
verordening
zal
ter
goedkeuring
gezonden
worden
naar
de
Een afschrift van deze verordening zal ter kennisgeving gezonden worden naar: -
de hoofdgriffier van de Rechtbank van Eerste Aanleg;
-
de hoofdgriffier van de Politierechtbank;
-
de Administratieve Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschapen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling stedenbouwkundige vergunningen;
-
de Administratie milieu, natuur-, land-, en waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling Milieu-inspectie
-
de Vlaamse Milieumaatschappij.
- 13 -
Gemeente Schoten
Stedenbouwkundige Verordening
Bijlagen
Bijlage 1: schematische voorstelling van het rioleringsbeleid van de gemeente Schoten Bijlage 2: indeling zuiveringszones per straat Bijlage 3: verplichtingen per zuiveringszone Bijlage 4: subsidiereglement individuele behandeling van huishoudelijk afvalwater Bijlage 5: subsidiereglement hergebruik en infiltratie van hemelwater Bijlage 6: subsidiereglement voor groendaken
- 14 -
Bijlage 1
schematische voorstelling van het rioleringsbeleid van de gemeente Schoten
RIOLERINGSBELEID GEMEENTE SCHOTEN TOEPASSING GEMEENTELIJKE STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING RIOLERING AANWEZIG JA
JA
JA
NEEN
NEEN
NEEN
RIOLERING OP RWZI AANGESLOTEN JA
NEEN
NEEN INVESTERINGSPLAN VOOR AANSLUITING OP RWZI AANWEZIG
JA
NEEN
JA
NEEN
NEEN
ER KOMT OOIT RIOLERING JA (ZONE A) aansluitingsplicht: - gemengd - gescheiden
(ZONE B)
(ZONE C)
aansluitingsplicht: - gemengd - gescheiden
aansluitingsplicht: - gemengd - gescheiden
septische put verplicht
bestaande gebouwen: septische put verplicht
vanaf aansluiting RWZI gelden de voorwaarden van zone A
NEEN
septische put verplicht vanaf aansluiting RWZI gelden de voorwaarden van zone A
bestaande gebouwen: septische put verplicht
IBA verplicht *
nieuwbouw (vanaf 1/8/2000): IBA verplicht
nieuwbouw (vanaf 1/8/2000): IBA verplicht CATEGORIE (zie bijlage 2 en 3)
1–2
3–4
5–6
8–9
10 – 11
12 – 7
* Uitzondering: Voor lozingspunten, welke voor de datum van 1 maart 1993 gemeld werden aan het gemeentebestuur conform de bepalingen van VLAREM I, wordt minimaal een goedwerkende septische put voldoende geacht teneinde te voldoen aan de normen zoals opgelegd door VLAREM II.
Bijlage 2
indeling zuiveringszones per straat
Overzicht bestaande en uit te bouwen rioleringsstelsels te Schoten 1. Er is een riolering in de straat en binnen 50 m van het perceel die aangesloten is op een openbare (grote of kleinschalige) RWZI. De riolering betreft een gescheiden stelsel (een aparte afvoer van hemelwater is verplicht aan te sluiten op het aangelegde buizenstelsel) of een semi-gescheiden stelsel (een aparte afvoer van hemelwater is mogelijk aan te sluiten op het aangelegde buizenstelsel). (= zone A) Schoten west Asbroeklaan (gescheiden) Bredabaan - (gescheiden) L. Vervoortlaan (gescheiden) Schoten oost - woonpark wijk Berkenrode A. Nahonlei - (semi-gescheiden) Beatrijslaan (semi-gescheiden) Botermelkdijk - van Lariksdreef tot nr. 248 (semi-gescheiden) Elegastlaan (semi-gescheiden) Halwijnlaan (semi-gescheiden) Kromvendreef (semi-gescheiden) Lariksdreef (semi-gescheiden) Nelelaan (semi-gescheiden) Malpertuuslaan (semi-gescheiden) Sparrenlaan (semi-gescheiden) Tijllaan (semi-gescheiden) Woongebied wijk Elshout Elshoutbaan (semi-gescheiden) Junolaan (semi-gescheiden) Minervalaan (semi-gescheiden) Wildhof (gescheiden) Gebied ten noorden van Schoten Smederijstraat Zagerijstraat
2. Er is een riolering in de straat en binnen 50 m van het perceel die aangesloten is op een openbare (grote of kleinschalige) RWZI. De riolering is gemengd (er is geen aparte afvoer van hemelwater mogelijk). (= zone A) A. Brouwerstraat Akkerlaan A. Dineurlaan A. Heulensstraat A. Servaislei - van Villerslei tot Taxanderlei A. Verdijckstraat Alpenroosbaan Amerlolaan A. Ullenslei Anjerstraat A. Van de Veldelaan A. Van Dijckstraat A. Wolfsstraat A. Verhoevenlaan A. Jonckersstraat Beemdenlaan Begonialaan Berkenlei Binnenweg Bloemendaallaan Boekenborglei Boekweitstraat Borgeindstraat Borkelstraat Braamstraat Brakkensteeg Brechtsebaan - van Kopstraat tot Elshoutbaan Calesbergdreef Cederlaan Churchilllaan Commissaris Hubersstraat C. Neutjensstraat C. De Vosstraat
Curielaan Dalialaan D. Tenierstraat Della Faillelaan Dennenlei Dennenweg Deurnevoetweg Deuzeldlaan Deuzeldvoetweg Doncklaan Distelweg E. Tinellaan Edisonplein E. De Backerstraat E. Steursstraat Eethuisstraat Eikenlei E. Blangenoisstraat E. De Bocklaan E. Verbiststraat Eksterdreef - van Brechtsebaan tot Paalstraat F. De Ceusterlei F. De Schutterstraat F. Bourletstraat Fortbaan F. Breugelmansstraat Fluitbergstraat G. Gezellestraat Gelmelenstraat Geraniumlaan Geuzenveldenstraat Goudvinkendreef Graaf J. de Pretstraat
Grasperkdreef Grote Singel - van A. Servaislei tot Kanaallei Grote Singel – Van vijverlei tot A. Nagonlei Hagenlei Hans Memlingstraat Heidebloemlei - van Heikantstraat tot Grote Singel Heideweg Heikantstraat H. Geertsstraat H. Consciencestraat H. Van Antwerpenstr. H. Dunantlaan Hoogmolendijk Horstebaan – van Bredabaan tot verbindingsweg J. Van Puyenbroecklaan Houtduivendreef Hyacintenlaan Industriepark Brechtsebaan Invalidenlaan J. Gijselsstraat J. Jordaensstraat J. Verhaegenstraat J. Van Eyckstraat J. Van Puyenbroecklaan J. Cogelslei – van Deuzeldlaan tot S. Schollaertstraat J. Jennesstraat J. Van Craenstraat J. Hendrickxstraat Kalstraat Kanaaldijk Kanaallei Karel Selsstraat Kasteeldreef Klaprooslaan Kneuterlei
Koekoekdreef Koloniestraat Kopstraat Korenbloemlaan Korte Braamstraat Korte Kopstraat Kraaienlei Krokuslaan Kruiningenstraat Kruispadstraat Kuipersakkerstraat Kuipersstraat L. De Weerdtstraat Laaglandlei Latyrusplein L. gorisplein L. Van Hullebuschstraat Liebiglaan Lijsterstraat Lindenlei Listdreef – van E. Tinellaan tot L. Vleeshouwerlaan L. Janssensstraat L. Verheijenstraat L. Vleeshouwerslaan L. Weijtenstraat Lossingstraat Lotuslaan Lusthofdreef M. Luyckxstraat Marialei Markt Marsstraat Mastendreef Meeuwenlei Merelstraat
Metropoolstraat Molenbaan Nachtegalenlei - tussen Vinkenlei en Lusthofdreef Narcislaan Nationale Werf Neerhoeve Olmenlei Oudstrijderslaan P. Benoitstraat P. Breughelstraat Paalstraat Papenaardekenstraat Pasteurlaan Pastoor Meeusenlaan Patappeltorenweg Plantijnlei Plataandreef Pletterijstraat Plutostraat Q. Matsijsstraat Ransuildreef Ridder K. Van Praetstraat Ridder W. van Havrelaan Rodeborgstraat Rosveldstraat Rozenlaan Rubensstraat Salvialei Schijndallei Schijnparklaan Schotenhofdreef Seringenlaan S. Schollaertstraat Sint-Amelbergalei - van Wijnegembaan tot Sint -Benedictusdreef Sint-Benedictusdreef
Sint-Maria-ten-Boslei – van Dennenlei tot Kunstlei Sluizenstraat Spoorwegbaan Sint-Cordulastraat Sint-Cordulaplein Stanislas Meeuslei Sterrestraat Tarwestraat Taxanderlei T. Van Cauwenberghslei Thuretstraat Toekomstlaan Tulpenlaan Valkenlaan Van Beethovenlei Van Immerseelstraat Varenweg Veldenlei Venstraat Venusstraat Verbertstraat V. Adriaenssensstraat V. Despallierstraat Victor Frislei Victor Nelisstraat Vijverlei Villerslei - van brug 14 tot Grasperkdreef Vinkenlei - van Alfons Servaislei tot Nachtegalenlei Vlinderlei Voorkempenlaan Voorschotenlaan Vordensteinstraat Vuurkruisenlaan Wezelsebaan - van brug 13 tot Alice Nahonlei Wijnegembaan
Wijnegemlei Wijngaardlaan Wijtschotbaan Wilgendaalstraat Winkelstap Zaatstraat
Zamenhoflaan Zandstappenstraat Zonnedauwlaan Zwaluwenlei Zwanebloemlaan
3. Er is een gescheiden riolering in de straat en binnen 50 m van het perceel. De riolering wordt binnen het investeringsprogramma Vlaams gewest gemeente aangesloten op een RWZI. (= zone B) Niet van toepassing in de gemeente Schoten 4. Er is een gemengde riolering in de straat en binnen 50 m van het perceel. De riolering wordt binnen het investeringsprogramma Vlaams gewest - gemeente aangesloten op een RWZI. (= zone B) Niet van toepassing in de gemeente Schoten 5. Er is een gescheiden riolering in de straat en binnen 50 m van het perceel. De riolering wordt in de toekomst aangesloten op een RWZI, maar niet binnen het investeringsprogramma Vlaams gewest - gemeente. (= zone C) Woongebied met landelijk karakter Wijk Ter Heide Boomgaarddreef Jagersdreef 6. Er is een gemengde riolering in de straat en binnen 50 m van het perceel. De riolering wordt in de toekomst aangesloten op een RWZI, maar niet binnen het investeringsprogramma Vlaams gewest - gemeente. (= zone C) Gebied ten zuiden van Albertkanaal Melkerijstraat Wasserijstraat Industrielaan Deel Brechtsebaan tegen de gemeente St. Job Brechtsebaan - vanaf Elshoutbaan tot aan de gemeente St. Job 7. Er is een riolering in de straat en binnen 50 m van het perceel. De riolering bestaat echter enkel uit een kunstmatige afvoer van hemelwater en wordt nooit aangesloten op een RWZI. (=zone C) J. Cogelslei – van S. Schollaertstraat tot Metropoolstraat
8. Er is geen riolering. Er komt riolering (gescheiden en semi-gescheiden) en verbinding met een RWZI binnen het investeringsprogramma Vlaams gewest gemeente. Woonpark wijk Berkenrode Hermelijnlaan Grimbertlaan Kanteklaarpad Reinaertlaan Woongebied Wijk Sas 6 (gescheiden stelsel) Albertdreef Laurentdreef Arthurdreef Leopolddreef Astriddreef Vaartdreef Boudewijndreef Zandstraat 9. Er is geen riolering. Er komt riolering (gemengd) en verbinding met een RWZI binnen het investeringsprogramma Vlaams gewest - gemeente. Niet van toepassing in de gemeente Schoten, de nog aan te leggen rioleringen worden semi-gescheiden uitgevoerd 10. Er is geen riolering. Er komt riolering (gescheiden en semi- gescheiden) en verbinding met een RWZI, maar niet binnen het investeringsprogramma Vlaams gewest - gemeente. Woonpark Wijk Koningshof en Schotenhof A. Servaislei – van Taxanderlei tot A. Nahonlei Amazonedreef Ambiorixlei Bosnimfdreef B. De Bouwellei Botermelkdijk - van nummer 248 tot Botermelkbaan Bremdreef Columbuslei Distelvinklei E. Belpairelei Eburonenlei Eekhoornlei Erasmuslei Erikadreef
F. Reinemundlei Groenendaallei Grote Singel - van Kanaallei tot Vijverlei H. Engelslei Hazendreef Heidebloemlei - van Grote Singel tot A. Servaislei Jachthoorndreef Kapellei Kastanjedreef Koningshoflei Kunstlei Kwikstaartlei Leeuwenrikenlei Madonnadreef
Meibloemlei Nachtegalenlei - van Lusthofdreef tot A. Nahonlei Nerviërslei Patrijzenlei Priorijlaan Rosierslei Ruusbroecklei Ruusbroeckplein Spreeuwenlei Woongebied Wijk Elshout Edelweissbaan Esdoorndreef Lijsterbesdreef Woongebied naast Dennenbad Beukendreef Elzendreef Heidebadlaan Houthakkersdreef Jachtwachtersdreef Klein Eikendreef Ruitersdreef Terheidedreef Gebied ten noorden van Botermelkbaan Acaciadreef Botermelkbaan Elfenbankdreef Hanekamdreef Hoefzwamdreef Plataandreef Wouwersdreef
St. Amelbergalei - van Benedictusdreef tot V. Frislei Sint-Maria-ten-Boslei – van Kunstlei tot Kapellei Struikenlei Trevierenlei Veerhuisdreef Villerslei - van Grasperkdreef tot rond punt Vinkenlei - van Nachtegalenlei tot Grote Singel Wezelsebaan - van A. Nahonlei tot Botermelkbaan Zilverstraat
Centrum Hofstraat Horstebaan – van Amerlolaan tot Borkelstraat Gebied ten zuiden van Schoten (grens Deurne) Oude Brug 11. Er is geen riolering. Er komt riolering (gemend) en verbinding met een RWZI, maar niet binnen het investeringsprogramma Vlaams gewest - gemeente. Niet van toepassing in de gemeente Schoten, de nog aan te leggen rioleringen worden semi-gescheiden uitgevoerd 12. Er is geen riolering en er komt nooit riolering. Woonpark De Zeurt Bremdonckdreef Buizerddreef Eksterdreef - van Brechtsebaan tot Hertendreef Fazantendreef Gaaiendreef Gagelbaan Ganzendreef Gazellendreef Hertendreef Kievitdreef Klamperdreef Korhoendreef Woongebied Elshout Elshoutlaan - van Varenweg tot Laarsebeekdreef Laarsebeekdreef Woonpark wijk Koningshof en Schotenhof Botermelkdijk - van Botermelkbaan tot domein La Garenne
Ooievaarsdreef Parklaan Pauwendreef Peerdsbosbaan Pelikaandreef Reebokdreef Reigersdreef Spechtendreef Zeurtebaan Zilvervosdreef Zwanendreef
Gebied ten noorden van Schoten Houtvesterdreef Kempensedreef Legerbaan Sint-Hubertusdreef Sint-Jobsebaan List en omgeving Horstebaan - van Amerloolaan tot verbindingsweg J.V. Puyenbroecklaan Listdreef - van Horstebaan tot E. Tinellaan Listdreef - van L. Vleeshouwerslaan tot P. Gilsonlaan P. Gilsonlaan
Bijlage 3
verplichting per zuiveringszone
Private riolering en huisaansluiting op het gemeentelijke rioleringsstelsel 1
Zone A met gescheiden stelsel Er is een riolering in de straat (binnen 50m van het perceel) die is aangesloten op een openbare (grote of kleinschalige) rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) en er is een aparte afvoer van hemelwater (= regenwater) mogelijk in: • een aparte hemelwaterleiding in de openbare weg; • een gracht langs de openbare weg; • een gracht tussen particulieren; • een erkende waterloop. In deze zone is het wettelijk verplicht om aan te sluiten op de bestaande riolering. Het is verboden afvalwater te lozen in de afvoeren van oppervlaktewater. Het is verboden hemelwater te lozen in de openbare afvalwaterriolering. Het is verplicht aan te sluiten door middel van een toegankelijk onderzoeksputje. U dient derhalve op uw perceel alle hemelwater en afvalwater apart te verzamelen en apart af te voeren. Het geloosde afvalwater mag noch textielvezels, noch verpakkingsmateriaal in plastic, noch vaste huishoudelijke afvalstoffen van organische of niet organische aard bevatten. Het geloosde afvalwater mag tevens niet bevatten: • minerale oliën, ontvlambare stoffen en vluchtige solventen; • andere stoffen extraheerbaar met petroleumether, met een gehalte hoger dan 0,5 g/l; • andere stoffen die het rioleringswater giftig of gevaarlijk kunnen maken. Frituurvet, verfresten, verdunningsmiddelen, motorolie,…mogen dus niet in de riolering. U dient deze naar het containerpark te brengen of bij uw KGA te bewaren tot de volgende ophaling. Het afvalwater moet via een voorbehandelinginstallatie (septische put) worden geleid alvorens te lozen in de openbare riolering. Dus een septische tank is verplicht. De septische put dient elk jaar geruimd te worden en het septische materiaal dient afgevoerd te worden naar een RWZI. Maximale afkoppeling en hergebruik van hemelwater (installatie van een regenwaterput Bij bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met een dakoppervlakte > 50 m² is de bouwheer of eigenaar van het gebouw of constructie verplicht een hemelwaterput te installeren. Het volume van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met het aangesloten dakoppervlak, met een minimum van 3000 l. Het hergebruik van hemelwater is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. U kan een subsidie bekomen voor het hergebruik van hemelwater. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62.
2
Zone A met gemengd stelsel Er is een riolering in de straat (binnen 50 m van het perceel ) die is aangesloten op een openbare (grote of kleinschalige) rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) en er is geen aparte afvoer van hemelwater (= regenwater) mogelijk. In deze zone is het wettelijk verplicht om aan te sluiten op de bestaande riolering. Het geloosde afvalwater mag noch textielvezels, noch verpakkingsmateriaal in plastic, noch vaste huishoudelijke afvalstoffen van organisch of niet organische aard bevatten. Het geloosde afvalwater mag niet bevatten: • minerale oliën, ontvlambare stoffen en vluchtige solventen; • andere stoffen extraheerbaar met petroleumether, met een gehalte hoger dan 0,5 g/l; • ander stoffen die het rioleringswater giftig of gevaarlijk kunnen maken. Frituurvet, verfresten, verdunningsmiddelen, motorolie,…mogen dus niet in de riolering. U dient deze naar het containerpark te brengen of bij uw KGA te bewaren tot de volgende ophaling. Volgens VLAREM II wordt het afvalwater bij voorkeur rechtstreeks geloosd in de openbare riolering. Het afvalwater dient niet via een voorbehandelinginstallatie te worden geleid alvorens te lozen in de openbare riolering. Een septische tank is dus niet verplicht. Is er echter een septische put, dan dient deze elk jaar geruimd te worden en het septisch materiaal dient afgevoerd te worden naar een RWZI. Maximale afkoppeling en hergebruik van hemelwater (installatie van een regenwaterput Bij bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met een dakoppervlakte > 50 m² is de bouwheer of eigenaar van het gebouw of constructie verplicht een hemelwaterput te installeren. Het volume van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met het aangesloten dakoppervlak, met een minimum van 3000 l. Het hergebruik van hemelwater is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. U kan een subsidie bekomen voor het hergebruik van hemelwater. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62.
3
Zone B met bestaand gescheiden stelsel Niet van toepassing in de gemeente Schoten.
4
Zone B met bestaand gemengd stelsel Niet van toepassing in de gemeente Schoten.
5
Zone C (voorlopig) met gescheiden stelsel Er is een riolering in de straat (binnen 50m van het perceel) die in de toekomst wordt aangesloten op een openbare (grote of kleinschalige) rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI), maar de verbindingswerken zijn nog niet opgenomen op de bestaande en goedgekeurde investeringsprogramma's van het Vlaamse gewest en de gemeente. Er is een aparte afvoer van hemelwater (= regenwater) mogelijk in: • een aparte hemelwaterleiding in de openbare weg; • een gracht langs de openbare weg; • een gracht tussen particulieren; • een erkende waterloop. In deze zone is het wettelijk verplicht om aan te sluiten op de bestaande riolering. Het is verboden afvalwater te lozen in de afvoeren van oppervlaktewater. Het is verboden hemelwater te lozen in de openbare afvalwaterriolering. Het is verplicht aan te sluiten door middel van een toegankelijk onderzoeksputje. U dient derhalve op uw perceel alle hemelwater en afvalwater apart te verzamelen en apart af te voeren. Bij de aansluiting van de gemeentelijke riolering op de RWZI mag immers geen hemelwater onnodig naar deze RWZI worden afgevoerd. Het afvalwater dat u loost op de gemeentelijke riolering moet voldoen aan de normen van lozing op oppervlaktewater, omdat de gemeentelijke riolering nog niet op de RWZI is aangesloten en dus voorlopig in oppervlaktewater uitmondt. U dient derhalve over een voorbehandelinginstallatie te beschikken. Voor een bestaande woning wordt een zuivering door middel van een septische put of een gelijkwaardige individuele voorbehandelinginstallatie voldoende geacht. In geval van een septische put, dient deze elk jaar geruimd te worden en het septisch materiaal dient afgevoerd te worden naar een RWZI. Voor nieuwe lozingspunten (nieuwbouw)op de riolering wordt een individuele zuiveringsinstallatie (IBA) geëist, die de lozingsnormen haalt. Maximale afkoppeling en hergebruik van hemelwater (installatie van een regenwaterput) Bij bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met een dakoppervlakte > 50 m² is de bouwheer of eigenaar van het gebouw of constructie verplicht een hemelwaterput te installeren. Het volume van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met het aangesloten dakoppervlak, met een minimum van 3000 l. Het hergebruik van hemelwater is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. U kan een subsidie bekomen voor het hergebruik van hemelwater. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62. Individuele zuiveringsinstallatie Een voorbehandeling die de lozingsnormen haalt bestaat uit een voorbehandeling en een (biologische) zuivering. Vanuit het Vlaamse Gewest wordt een volledige vrijstelling van de heffing op het afvalwater voorzien voor heffingspichtige particulieren die: - hun huishoudelijk afvalwater lozen in oppervlaktewater of lozen op een riool waarvoor geen aansluiting naar een waterzuiveringsinstallatie is voorzien; en
-
hun afvalwater zelf zuiveren met een IBA die conform de code van de goede praktijk gebouwd en geëxploiteerd wordt.
Deze vrijstelling kan men verkrijgen door binnen de twee maanden na ontvangst van het heffingsbiljet een attest bij het gemeentebestuur te vragen. Uit het attest moet blijken dat aan de lozingsnormen voldaan wordt. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62.
6
Zone C (voorlopig) met gemengd stelsel Er is een riolering in de straat (binnen 50m van het perceel) die in de toekomst wordt aangesloten op een openbare (grote of kleinschalige) rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI), maar de verbindingswerken zijn nog niet opgenomen op de bestaande en goedgekeurde investeringsprogramma's van het Vlaamse gewest en de gemeente. Er is geen aparte afvoer van hemelwater (=regenwater) mogelijk. In deze zone is het wettelijk verplicht om aan te sluiten op de bestaande riolering. Het afvalwater dat u loost op de gemeentelijke riolering moet voldoen aan de normen van lozing op oppervlaktewater, omdat de gemeentelijke riolering nog niet op de RWZI is aangesloten en dus voorlopig in oppervlaktewater uitmondt. U dient derhalve over een voorbehandelingsinstallatie te beschikken. Voor een bestaande woning wordt een zuivering door middel van een septische put of een gelijkwaardige individuele voorbehandelinginstallatie voldoende geacht. In geval van een septische put, dient deze elk jaar geruimd te worden en het septisch materiaal dient afgevoerd te worden naar een RWZI. Voor nieuwe lozingspunten op de riolering wordt een voorbehandeling geëist, die de lozingsnormen haalt (m.a.w. een individuele zuiveringsinstallatie). Maximale afkoppeling en hergebruik van hemelwater (installatie van een regenwaterput) Bij bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met een dakoppervlakte > 50 m² is de bouwheer of eigenaar van het gebouw of constructie verplicht een hemelwaterput te installeren. Het volume van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met het aangesloten dakoppervlak, met een minimum van 3000 l. Het hergebruik van hemelwater is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. U kan een subsidie bekomen voor het hergebruik van hemelwater. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62. Individuele zuiveringsinstallatie. Een voorbehandeling die de lozingsnormen haalt bestaat uit een voorbehandeling en een (biologische) zuivering. Vanuit het Vlaamse Gewest wordt een volledige vrijstelling van de heffing op het afvalwater voorzien voor heffingspichtige particulieren die: - hun huishoudelijk afvalwater lozen in oppervlaktewater of lozen op een riool waarvoor geen aansluiting naar een waterzuiveringsinstallatie is voorzien; en - hun afvalwater zelf zuiveren met een IBA die conform de code van de goede praktijk gebouwd en geëxploiteerd wordt. Deze vrijstelling kan men verkrijgen door binnen de twee maanden na ontvangst van het heffingsbiljet een attest bij het gemeentebestuur te vragen. Uit het attest moet blijken dat aan de lozingsnormen voldaan wordt. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62.
7
Zone C (blijvend) met gescheiden stelsel (enkel hemelwaterafvoer aanwezig!) Er is een buizenstelsel in de straat (binnen 50 m van het perceel) dat nooit zal worden aangesloten op een openbare (grote of kleinschalige) rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Dit buizenstelsel moet als een kunstmatige afvoer voor hemelwater worden beschouwd en vormt geen deel van het openbare rioleringsstelsel voor afvalwater. In deze zone gelden de voorschriften voor lozing in oppervlaktewater of grondwater. U dient derhalve over een voorbehandelinginstallatie te beschikken. Voor een bestaande woning wordt een zuivering door middel van een septische put of een gelijkwaardige individuele voorbehandelinginstallatie voldoende geacht. In geval van een septische put, dient deze elk jaar geruimd te worden en het septisch materiaal dient afgevoerd te worden naar een RWZI. Bestaande woningen dienen voorzien te worden van een individuele zuiveringsinstallatie (IBA) die de lozingsnormen haalt. Voor al de nieuwe lozingspunten (nieuwbouw) op het oppervlaktewater wordt een individuele zuiveringsinstallatie (IBA) geëist, die de lozingsnormen haalt. Maximale afkoppeling en hergebruik van hemelwater (installatie van een regenwaterput) Bij bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met een dakoppervlakte > 50 m² is de bouwheer of eigenaar van het gebouw of constructie verplicht een hemelwaterput te installeren. Het volume van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met het aangesloten dakoppervlak, met een minimum van 3000 l. Het hergebruik van hemelwater is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. U kan een subsidie bekomen voor het hergebruik van hemelwater. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62. Individuele zuiveringsinstallatie Een voorbehandeling die de lozingsnormen haalt bestaat uit een voorbehandeling en een (biologische) zuivering. U kan een subsidie bekomen voor het plaatsen van een individuele zuiveringsinstallatie. Voor meer informatie kan u tevens terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62. Vanuit het Vlaamse Gewest wordt een volledige vrijstelling van de heffing op het afvalwater voorzien voor heffingspichtige particulieren die: - hun huishoudelijk afvalwater lozen in oppervlaktewater of lozen op een riool waarvoor geen aansluiting naar een waterzuiveringsinstallatie is voorzien; en - hun afvalwater zelf zuiveren met een IBA die conform de code van de goede praktijk gebouwd en geëxploiteerd wordt. Deze vrijstelling kan men verkrijgen door binnen de twee maanden na ontvangst van het heffingsbiljet een attest bij het gemeentebestuur te vragen. Uit het attest moet blijken dat aan de lozingsnormen voldaan wordt. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62.
8
goedgekeurd investerings- of subsidiëringsprogramma voor de aanleg van een gescheiden stelsel In de bestaande en goedgekeurde investeringsprogramma's van het Vlaamse gewest en de gemeente is de riolering in de straat (binnen 50m van het perceel) voorzien. Die riolering zal direct worden aangesloten op een openbare (grote of kleinschalige) rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) en er is dan bovendien een aparte afvoer van hemelwater (= regenwater) mogelijk in: • een aparte hemelwaterleiding in de openbare weg; • een gracht langs de openbare weg; • een gracht tussen particulieren; • een erkende waterloop. Bij de aanleg van de riolering zal het wettelijk verplicht zijn om daarop aan te sluiten. Het zal verboden zijn afvalwater te lozen in de afvoeren van oppervlaktewater. Het zal verboden zijn hemelwater te lozen in de openbare afvalwaterriolering. Het is verplicht aan te sluiten door middel van een toegankelijk onderzoeksputje. U doet er derhalve op uw perceel goed aan alle hemelwater en afvalwater apart te verzamelen en apart af te voeren ter voorbereiding van de nieuwe toestand. Bij de aansluiting van de gemeentelijke riolering op de RWZI mag immers geen hemelwater onnodig naar deze RWZI worden afgevoerd. Het geloosde afvalwater mag noch textielvezels, noch verpakkingsmateriaal in plastic, noch vaste huishoudelijke afvalstoffen van organische of niet organische aard bevatten. het geloosde afvalwater mag niet bevatten : • minerale oliën, ontvlambare stoffen en vluchtige solventen; • andere stoffen extraheerbaar met petroleumether, met een gehalte hoger dan 0,5 g/l; • andere stoffen die het rioleringswater giftig of gevaarlijk kunnen maken. Frituurvet, verfresten, verdunningsmiddelen, motorolie,…mogen dus niet in de riolering. U dient deze naar het containerpark te brengen of bij uw KGA te bewaren tot de volgende ophaling. Het afvalwater moet via een voorbehandelinginstallatie worden geleid alvorens te lozen in de openbare riolering. Een septische tank is dus verplicht. Deze septische put dient elk jaar geruimd te worden en het septisch materiaal dient afgevoerd te worden naar een RWZI. Maximale afkoppeling en hergebruik van hemelwater (installatie van een regenwaterput) Bij bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met een dakoppervlakte > 50 m² is de bouwheer of eigenaar van het gebouw of constructie verplicht een hemelwaterput te installeren. Het volume van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met het aangesloten dakoppervlak, met een minimum van 3000 l. Het hergebruik van hemelwater is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. U kan een subsidie bekomen voor het hergebruik van hemelwater. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62.
9
goedgekeurd investerings- of subsidiëringsprogramma voor de aanleg van een gemengd stelsel Niet van toepassing in de gemeente Schoten.
10 er komt in de toekomst riolering met gescheiden stelsel, maar nog niet met het goedgekeurde investerings- of subsidiëringsprogramma Er komt in de toekomst een riolering in de straat (binnen 50m van het perceel) die zal worden aangesloten op een openbare (grote of kleinschalige) rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) maar de aanleg ervan is nog niet opgenomen op de bestaande en goedgekeurde investeringsprogramma's van het Vlaamse gewest en de gemeente. Er zal in de toekomst bovendien een aparte afvoer van hemelwater (= regenwater) mogelijk zijn in: • een aparte hemelwaterleiding in de openbare weg; • een gracht langs de openbare weg; • een gracht tussen particulieren; • een erkende waterloop. Bij de aanleg van de riolering zal het wettelijk verplicht zijn om daarop aan te sluiten. Het zal verboden zijn afvalwater te lozen in de afvoeren van oppervlaktewater. Het zal verboden zijn hemelwater te lozen in de openbare afvalwaterriolering. Het is verplicht aan te sluiten door middel van een toegankelijk onderzoeksputje. U doet er op uw perceel goed aan alle hemelwater en afvalwater apart te verzamelen en apart af te voeren ter voorbereiding van de nieuwe toestand. Bij de aansluiting van de gemeentelijke riolering op de RWZI mag immers geen hemelwater onnodig naar deze RWZI worden afgevoerd. Zolang er geen riolering is die aangesloten is op de RWZI, zal u uw afvalwater op oppervlaktewater of grondwater moeten lozen en moet uw afvalwater voldoen aan de normen van lozing. U dient derhalve over een voorbehandelinginstallatie te beschikken met name een kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallatie. Voor een bestaande woning wordt een zuivering door middel van een septische put of een gelijkwaardige individuele voorbehandelinginstallatie voldoende geacht. In geval van een septische put, dient deze elk jaar geruimd te worden en het septisch materiaal dient afgevoerd te worden naar een RWZI. Voor nieuwe lozingspunten (nieuwbouw)op de riolering zuiveringsinstallatie (IBA) geëist, die de lozingsnormen haalt.
wordt
een
individuele
Maximale afkoppeling en hergebruik van hemelwater (installatie van een regenwaterput) Bij bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met een dakoppervlakte > 50 m² is de bouwheer of eigenaar van het gebouw of constructie verplicht een hemelwaterput te installeren. Het volume van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met het aangesloten dakoppervlak, met een minimum van 3000 l. Het hergebruik van hemelwater is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. U kan een subsidie bekomen voor het hergebruik van hemelwater. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62. Individuele zuiveringsinstallatie. Een voorbehandeling die de lozingsnormen haalt bestaat uit een voorbehandeling en een (biologische) zuivering. Vanuit het Vlaamse Gewest wordt een volledige vrijstelling van de heffing op het afvalwater voorzien voor heffingspichtige particulieren die:
-
hun huishoudelijk afvalwater lozen in oppervlaktewater of lozen op een riool waarvoor geen aansluiting naar een waterzuiveringsinstallatie is voorzien;
en - hun afvalwater zelf zuiveren met een IBA die conform de code van de goede praktijk gebouwd en geëxploiteerd wordt. Deze vrijstelling kan men verkrijgen door binnen de twee maanden na ontvangst van het heffingsbiljet een attest bij het gemeentebestuur te vragen. Uit het attest moet blijken dat aan de lozingsnormen voldaan wordt. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62.
11 er komt in de toekomst riolering met gemengd stelsel, maar nog niet met het goedgekeurde investerings- of subsidiëringsprogramma Niet van toepassing in de gemeente Schoten.
12 er komt nooit riolering, altijd zelf zuiveren en lozen op oppervlaktewater of grondwater Er is en er komt in de toekomst geen riolering in de straat (binnen 50 m van het perceel). In deze zone gelden de voorschriften voor lozing in oppervlaktewater of grondwater. U dient derhalve over een voorbehandelinginstallatie te beschikken met name een kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallatie. Voor een bestaande woning wordt een zuivering door middel van een volledige individuele waterzuiveringsinstallatie verplicht. Voor nieuwe lozingspunten op het oppervlaktewater waterzuiveringsinstallatie geëist, die de lozingsnormen haalt.
wordt
een
individuele
Maximale afkoppeling en hergebruik van hemelwater (installatie van een regenwaterput) Bij bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met een dakoppervlakte > 50 m² is de bouwheer of eigenaar van het gebouw of constructie verplicht een hemelwaterput te installeren. Het volume van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met het aangesloten dakoppervlak, met een minimum van 3000 l. Het hergebruik van hemelwater is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. U kan een subsidie bekomen voor het hergebruik van hemelwater. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62. Individuele zuiveringsinstallatie. Een voorbehandeling die de lozingsnormen haalt bestaat uit een voorbehandeling en een (biologische) zuivering. U kan in dit geval een subsidie bekomen voor het plaatsen van een individuele zuiveringsinstallatie. Voor meer informatie kan u tevens terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62. Vanuit het Vlaamse Gewest wordt een volledige vrijstelling van de heffing op het afvalwater voorzien voor heffingspichtige particulieren die: - hun huishoudelijk afvalwater lozen in oppervlaktewater of lozen op een riool waarvoor geen aansluiting naar een waterzuiveringsinstallatie is voorzien; en - hun afvalwater zelf zuiveren met een IBA die conform de code van de goede praktijk gebouwd en geëxploiteerd wordt. Deze vrijstelling kan men verkrijgen door binnen de twee maanden na ontvangst van het heffingsbiljet een attest bij het gemeentebestuur te vragen. Uit het attest moet blijken dat aan de lozingsnormen voldaan wordt. Voor meer informatie kan u terecht bij de milieudienst, Vordensteinstraat 61 te 2900 Schoten, tel. (03)685 04 62.
Bijlage 4
Subsidiereglement individuele behandeling van huishoudelijk afvalwater
Subsidiereglement individuele behandeling van huishoudelijk afvalwater ARTIKEL 1: DEFINITIE Een individuele afvalwaterbehandeling (IBA) bestaat uit een meer doorgedreven biologische behandeling dan de septische put, zodanig dat de lozingsnormen conform de van toepassing zijnde wetgeving (VLAREM II) ten alle tijden behaald worden. De IBA kan door het gemeentebestuur worden betoelaagd, binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten en voor zover beantwoordend aan de volgende voorwaarden. ARTIKEL 2: TECHNISCHE VOORWAARDEN 2.1 De installatie moet gelegen zijn op het grondgebied Schoten en in een zuiveringszone welke nooit voorzien zal worden van een riolering welke aangesloten is op een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Een lijst van straten zal ter beschikking worden gesteld van de bevolking, gebaseerd op de zonering van de hogere overheid en het lokale afvalwaterbeleid. 1 2.3 De installatie moet uitgevoerd zijn volgens de regels der kunst, in het bijzonder conform de “Code van goede praktijk” (AMINAL). De installatie bestaat uit een voorbehandeling en een verdergaande biologische zuivering. 2.4 De installatie die conform is, mag het gezuiverde huishoudelijk afvalwater lozen in oppervlaktewater (mits hiervoor toelating te vragen bij de betrokken instantie welke toezicht heeft op het oppervlaktewater, gemeente of provincie) of lozen op een riool waarvoor geen aansluiting naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie is voorzien of indirect lozen in het grondwater. Alle lozingen moeten gemeld of vergund worden conform titel I van het VLAREM. ARTIKEL 3: BEPERKINGEN Het betreft een éénmalige subsidie van 1.240,- euro per installatie aan een woongebouw. Komen in aanmerking voor de toelage: alle installaties zoals eerder beschreven die vanaf 1 januari 1999 werden geïnstalleerd. ARTIKEL 4: ADMINISTRATIEVE FORMALITEITEN De aanvraag moet gebeuren op het typeformulier “Individuele waterzuiveringsinstallatie”, dat volledig ingevuld in tweevoud dient ingediend bij het college van burgemeester en schepenen van Schoten. ARTIKEL 5: CONTROLE De subsidie wordt uitbetaald na controle door een aangestelde van het gemeentebestuur. De controle op artikel 2 van dit reglement, dient te gebeuren in aanwezigheid en met volle medewerking van de aanvrager. In geval van het niet – conform zijn van de installatie of fraude, wordt het ganse subsidiebedrag teruggevorderd. ARTIKEL 6: DUURTIJD Ongeacht eigendomsoverdracht of verhuring, kan per wooneenheid maar eenmaal een toelage worden bekomen. De nieuwe bewoner / eigenaar neemt de lopende werkingsperiode volledig over.
1
Die aanvragen waarbij de verplichting tot installatie van een individuele afvalwaterbehandelinginstallatie werd opgenomen in de stedenbouwkundige vergunning, hebben alsnog recht op de gemeentelijke subsidiëring.
ARTIKEL 7: SLOTBEPALING Het toekennen van de toelage is steeds afhankelijk van de goedkeuring door de hogere overheid. De uitbetaling zal geschieden tot de uitputting van het beschikbare krediet. De toelagen zullen jaarlijks worden voorzien onder artikelnummer 87903.522.51. Op ieder moment kan er door de bevoegde ambtenaar worden overgegaan tot controle van de IBA met de volle medewerking van de eigenaar.
Bijlage 5
Subsidiereglement hergebruik en infiltratie van hemelwater
Subsidiereglement hergebruik en infiltratie van hemelwater ARTIKEL 1: DEFINITIE Het “duurzaam hergebruik van hemelwater” behelst de opvang van niet verontreinigd hemelwater van het dak van de woning in een regenwaterput en het (via een filter en door middel van een vaste pomp) gebruiken ervan voor minstens één WC-spoelbak of een wasmachine. De “infiltratievoorziening” behelst de voorzieningen die doorsijpeling van hemelwater in de bodem optimaliseert, de infiltratievoorziening is niet publiek. Duurzaam hergebruik van hemelwater en plaatsen van een voorziening voor het infiltreren van hemelwater in de bodem kan door het gemeentebestuur worden betoelaagd, binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten en voor zover beantwoordend aan de volgende voorwaarden. ARTIKEL 2: TECHNISCHE VOORWAARDEN 2.1 De installatie, hemelwaterput met vaste pomp en leidingen en/of infiltratievoorziening, moet gelegen zijn op het grondgebied Schoten. 2.2 De installatie moet uitgevoerd zijn volgens de regels der kunst, in het bijzonder volgens van toepassing zijnde code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen. 2.3 De installatie wordt aangesloten op een regenwaterput die wordt gevuld door hemelwater, afkomstig van het dak van de woning of bijgebouwen. Het volume van de regenwaterput dient in overeenstemming te zijn met de aangesloten dakoppervlakte, met een minimum van 3000 l. horizontale dakoppervlakte
minimale tankinhoud
50 tot 60 m2
3000 l
61 tot 80 m2
4000 l
81 tot 100 m2
5000 l
101 tot 120 m2
6000 l
121 tot 140 m2
7000 l
141 tot 160 m2
8000 l
161 tot 180 m2
9000 l
181 tot 200 m2
10000 l
> 200 m2
5000 l per 100 m2
Indien de horizontale dakoppervlakte kleiner is dan 50 m², is de installatie van een hemelwaterput niet verplicht, maar wordt wel een gemeentelijke premie toegekend indien voldaan wordt aan de in deze verordening gestelde voorwaarden. 2.4 Het hergebruik van het in de hemelwaterput verzamelde water is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. Een
pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. 2.5 Er mag geen directe verbinding gecreëerd worden tussen het drinkwaternet en het leidingennet aangesloten op de hemelwaterput. Hiertoe dient de hemelwaterput met drinkwater bijgevuld te worden doormiddel van een bijvulsysteem met onderbreking in overeenstemming met de code van de goede praktijk, ofwel dient een afzonderlijk leidingencircuit voorzien te worden voor hemelwater en drinkwater. Regenwaterbuizen worden gemerkt met het logo “geen drinkwater”. 2.6 De overloop van de hemelwaterput dient bij voorkeur aangesloten te worden op een infiltratievoorziening. De afvoer van overtollig hemelwater mag echter ook voorzien worden naar een openbare infiltratievoorziening, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een oppervlaktewater. Wanneer een gescheiden stelsel aanwezig is mag de overloop van de hemelwaterput eveneens aangesloten worden op het gedeelte van de openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater. Slechts bij ontstentenis van een van deze mogelijkheden mag het hemelwater via een afzonderlijke aansluiting geloosd worden op de openbare riolering. 2.7 De infiltratievoorziening zonder voorafgaande buffering, als alternatief voor het hergebruik van hemelwater moet voldoen aan volgende eisen: terugkeerperiode = 1 jaar Afvoerdebiet
buffervolume
10 l/s/ha
100 m³/ha
360 l/h/100 m²
1000 l/100 m²
5 l/s/ha
150 m³/ha
180 l/h/100 m²
1500 l/100 m²
2 l/s/ha
200 m³/ha
72 l/h/100 m²
2000 l/100 m²
1 l/s/ha
275 m³/ha
36 l/h/100m²
2750 l/100 m²
Indien een infiltratievoorziening met een hemelwaterput wordt gecombineerd, moet slechts de helft van het bufferingsvolume worden voorzien. 2.8 De infiltratievoorziening dient minstens aangesloten te worden op 50 m² aan verhard oppervlak en behelst geen openbare infiltratievoorziening. 2.9 Een kopij van de facturen dient door de bouwheer voorgelegd te worden. De originele facturen moeten steeds ter beschikking gehouden worden voor het gemeentebestuur. ARTIKEL 3: BEPERKINGEN 3.1 Het betreft een éénmalige subsidie van 185,- euro per wooneenheid voor hergebruik van hemelwater en/of 125,- euro per wooneenheid voor infiltratievoorziening van hemelwater. 3.2 In geval van niet-conform zijn van de installatie of fraude, wordt het ganse subsidiebedrag teruggevorderd.
3.3 Komen in aanmerking voor de toelage: alle hemelwaterputten zoals beschreven die vanaf 1 januari 1999 werden geïnstalleerd en alle infiltratievoorzieningen zoals beschreven die vanaf 1 januari 2004 werden geïnstalleerd. ARTIKEL 4: ADMINISTRATIEVE FORMALITEITEN De aanvraag moet gebeuren op het typeformulier “duurzaam gebruik hemelwater”, dat volledig ingevuld in tweevoud dient ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen van Schoten. ARTIKEL 5: CONTROLE De subsidie wordt uitbetaald na controle door een aangestelde van het gemeentebestuur. De controle op artikel 2 van dit reglement, dient te gebeuren in aanwezigheid en met volle medewerking van de aanvrager. In geval van het niet-conform zijn van de installatie of fraude, wordt het ganse subsidiebedrag teruggevorderd. ARTIKEL 6: DUURTIJD Ongeacht eigendomsoverdracht of verhuring, kan per wooneenheid maar éénmaal een toelage worden bekomen per periode van 10 jaar. De nieuwe bewoner / eigenaar neemt de lopende werkingsperiode volledig over. ARTIKEL 7: SLOTBEPALING Het toekennen van de toelage is steeds afhankelijk van de goedkeuring door de hogere overheid. De uitbetaling zal geschieden tot de uitputting van het beschikbare krediet. De toelagen zullen jaarlijks worden voorzien onder artikelnummer 87902.522.51.
Bijlage 6
Subsidiereglement voor groendaken
SUBSIDIEREGLEMENT VOOR GROENDAKEN ARTIKEL 1 Onder groendak wordt in dit reglement verstaan: daksystemen waarbij minstens een drainagelaag, een substraatlaag en een vegetatielaag aanwezig zijn over de volledig aangelegde oppervlakte. Per aanvraagdossier moet een groendak van minimum 6 m² worden aangelegd. ARTIKEL 2 De eigenaar van het gebouw of constructie waarop het groendak wordt aangelegd, beschikt over een rechtsgeldige bouwvergunning overeenkomstig artikel 99 van het Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd, en uitvoeringsbesluiten. ARTIKEL 3 Binnen de perken van de jaarlijks voorziene begrotingskredieten kan de gemeente subsidies verlenen voor het aanleggen van groendaken zoals bedoeld in artikel 1 op het grondgebied van de gemeente Schoten. ARTIKEL 4 Voor subsidiëring komen alle particulieren, bedrijven, vzw’s en verenigingen in aanmerking. De subsidie bedraagt 31,00 euro per m² gerealiseerde groenoppervlakte, mits voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 1. Per aanvrager kan maximum een subsidie worden verkregen van 500,00 euro. Indien de aanvrager geen eigenaar is van de onroerende goederen waarop de aanleg gebeurt, dient de eigenaar het subsidieaanvraagformulier mee te ondertekenen. ARTIKEL 5 5.1 De subsidieaanvraag wordt ingediend bij de gemeentelijke milieudienst door middel van een volledig ingevuld en ondertekend subsidieaanvraagformulier overeenkomstig de bijlage van dit besluit. 5.2 Het college neemt een principiële beslissing over het subsidiëren van de uit te voeren werken. 5.3 Het gemeentebestuur brengt de aanvrager op de hoogte van de principiële beslissing binnen een termijn van 1 maand na ontvangst van de subsidieaanvraag. Bij een gunstige principiële beslissing van het college komen de werken in aanmerking voor subsidiëring. 5.4 Een gemachtigd ambtenaar van de gemeente controleert of de werken zijn uitgevoerd overeenkomstig de eerder ingediende subsidieaanvraag en legt zijn/haar advies voor aan het college. Bij een gunstige beslissing van het college worden de subsidies uitbetaald binnen de 2 maanden na het controlebezoek. ARTIKEL 6 Het groendak dient minimum 15 jaar te bestaan en in goede staat te worden gehouden zolang de aanvrager eigenaar is van de onroerende goederen waarop de aanleg is gebeurd. ARTIKEL 7 Als na herhaaldelijke controle blijkt dat de aanvrager in overtreding is met artikel 6, zullen de uitbetaalde subsidies worden teruggevorderd. ARTIKEL 8 De milieuambtenaar, landschapsecoloog en duurzaamheidambtenaar zijn ten allen tijde gemachtigd om controles uit te voeren. ARTIKEL 9 De uitbetaling zal geschieden tot de uitputting van het beschikbare krediet. De toelagen zullen jaarlijks worden voorzien onder artikelnummer 87904.522.51.