GEMEENTELIJKE PREMIE VOOR HET RENOVEREN VAN WOONGELEGENHEDEN Art. 01: De Stad Roeselare verleent een toelage voor het functioneel renoveren van bestaande woongelegenheden welke gelegen zijn op het grondgebied van de stad en dit onder de voorwaarden bepaald in onderhavig reglement. Doel van de renovatie is het wooncomfort te verhogen. Art. 02: De toelage wordt verleend binnen de perken van de kredieten voorzien op de stadsbegroting. Art. 03: De toelage wordt verleend aan fysische personen die hetzij eigenaar, hetzij huurder (mits een geregistreerde huurovereenkomst met renovatie kan voorgelegd worden), hetzij houder van enig zakelijk recht zijn met betrekking tot de woongelegenheid. Art. 04: De toelage wordt enkel verleend voor het uitvoeren van werken aan gebouwen die: - woongelegenheden zijn of dit ooit geweest zijn; - minimum 30 jaar oud zijn; - een niet-geïndexeerd kadastraal inkomen hebben dat niet hoger is dan: * € 750 indien de woning gerenoveerd wordt door een eigenaar-niet bewoner of houder van enig zakelijk recht-niet bewoner; * € 750 te verhogen met € 100 per persoon ten laste indien de woning gesaneerd wordt door een eigenaar-bewoner of huurder. Het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen mag in geen geval de € 1 150 overschrijden. Als personen ten laste worden beschouwd: - de echtgeno(o)t(e) of persoon met wie de aanvrager feitelijk samenwoont; - de kinderen waarvoor kinderbijslag of wezentoelage uitbetaald wordt; - de inwonende zorgbehoevende personen (kopie attest voorleggen van officiële instantie waarin zorgbehoevendheid bewezen wordt); - personen met een handicap van meer dan 66 % (kopie attest voorleggen van officiële instantie waarin graad van handicap bewezen wordt). Art. 05: Voor de toepassing van dit reglement worden uitsluitend navolgende werken, die het wooncomfort essentieel verbeteren, in aanmerking genomen: categorie 1: dakwerken; Het vernieuwen van daken en bijhorende goten en schoorstenen (enkel wat zich bovendaks bevindt!), het plaatsen van onderdakplaten teneinde aan vochtproblemen te verhelpen. Het vernieuwen van daken boven bergingen, het vervangen of herstel van goten en schoorstenen zonder dakwerken komen niet in aanmerking. Het moet gaan over een volwaardig dak. Als dusdanige dakbedekking wordt aanzien: - pannen, leien, roofing, kunststof, zink, koper en riet; - vezelcementgolfplaten, mits voorzien van een degelijke isolatie; - aluminiumdakbedekking, mits voorzien van een degelijke isolatie; - glasbedekking bestaande uit gelaagd dubbel glas en max. 1/2 van het dakoppervlak van het betrokken lokaal; - acrylaat- of polycarbonaatplaten mits door attesten wordt aangetoond dat het materiaal voldoet aan de thermische isolatienormen en UV-stralingsbestendig is. Gelijkaardige polyesterplaten alsook pvc-golfplaten komen niet in aanmerking.
categorie 2: efficiënt bestrijden van vochtproblemen; zowel droogmaken van binnen- en buitenmuren als dichten van kelders.
- Grondvochtbestrijding: alle muren onderhevig aan grondvocht dienen onderkapt te worden. Indien onderkappen niet mogelijk is kan het aanbrengen van een vochtwerend scherm onder de vorm van inspuiten van de muren toegepast worden, doch dan dient het vochtwerend product in de haarvaten aangebracht te worden door middel van inspuiten onder druk. Een attest dient afgeleverd te worden. Ingieten van een vochtwerend product zonder druk wordt niet aangenomen.
- Regendoorslagbestrijding: eensteensbuitenmuren welke onderhevig zijn aan regendoorslag ombouwen tot spouwmuren door middel van een nieuw gemetst binnen- of buitenspouwblad. Wanneer een binnenspouwblad wordt geplaatst dienen eventuele barsten of uitgevallen voegwerk van de buitenmuur eveneens hersteld te worden. categorie 3 : vernieuwen buitenschrijnwerk; Het vervangen van enkel glas door dubbel glas bij het vernieuwen van bestaande ramen en/of buitendeuren van woonvertrekken (zie bijlage). Het aanbrengen van nieuwe rolluiken wordt enkel mee betoelaagd indien ook de ramen vervangen worden. Alle kosten om een afgewerkt geheel te bekomen, zowel aan de binnen- als buitenzijde komen mee in aanmerking. Het vervangen of plaatsen van veranda’s wordt niet beschouwd als buitenschrijnwerk. Na het verkrijgen van de premie voor deze categorie moet het buitenschrijnwerk van alle woonvertrekken voorzien zijn van dubbele beglazing. categorie 4: grondige elektriciteitswerken; Vervanging van verouderde en onveilige installaties. De installatie moet wat de werken betreft voldoen aan de voorwaarden van de stroomleverancier en conform zijn met het A.R.E.I. (Algemeen Reglement op Elektrische Installaties, K.B. 10 maart 1981 en wijzigingen). De werken omvatten het aansluiten op het openbaar net en het dusdanig aanbrengen van de elektrische installatie dat zij in de gehele woning na de werken aan bovengenoemde criteria voldoet. Verlichtingsarmaturen kunnen niet in rekening gebracht worden. categorie 5: sanitaire installaties;
Het installeren van een minimale badkamerinstallatie: het installeren van een bad of douche, het voorzien van een systeem voor warmwatervoorziening (vervanging van een versleten warmwatervoorziening zonder andere werken aan de sanitaire installatie komt niet in aanmerking), alle noodzakelijke leidingen voor aansluiting op het waterleidingnet en riolering, het bijhorend kraanwerk en de nodige hulpstukken. Kleine onvolkomenheden in bestaande badkamers en het ontbreken van kasten komen niet in aanmerking. De badkamer moet uitgerust zijn met een geschikt verluchtingssysteem. Eventuele ruwbouwwerken, indien de installatie niet gebeurt in bestaande ruimtes, komen eveneens in aanmerking.
- Het installeren in de woning van een wc met spoeling: Het installeren van een wc met spoeling voorzien van een efficiënt verluchtingssysteem met inbegrip van alle leidingen en afvoeren en aansluiting op de riolering. Eventuele ruwbouwwerken, indien de installatie niet gebeurt in bestaande ruimtes, komen eveneens in aanmerking.
Art. 06: De minimum kostprijs van de gezamenlijke werken moet: - € 1.500 bedragen in geval van uitvoering door de aanvrager zelf; - € 3.000 bedragen in geval van uitvoering door een aannemer. Art. 07: Het bedrag van de toelage wordt vastgesteld op 20 % van de kostprijs der aanvaarde en uitgevoerde werken. De kostprijs der werken omvat tevens de B.T.W. indien deze niet kan gerecupereerd worden. De toelage is beperkt tot maximum € 4 250 per woongelegenheid. De gemeentelijke premie kan slechts eenmaal aangevraagd worden voor dezelfde woning, tenzij 10 jaar verlopen is sinds de definitieve uitbetaling in toepassing van dit reglement. Art. 08: De toelage zal worden berekend op basis van de kostprijs die bewezen wordt door middel van facturen, facturen opgemaakt op naam van de aanvrager, waarin ook begrepen zijn de facturen met betrekking tot de levering van materialen. Facturen vanaf 3 maand voor de aanvang der werken die betrekking hebben op de aankoop van materialen, kunnen in rekening worden gebracht op voorwaarde dat de werken nog niet zijn aangevat. BEDRAG TOELAGE: TOELAGE: Categorie Categorie Categorie Categorie Categorie
1: 2: 3: 4: 5:
Dakwerken Vochtbestrijding Buitenschrijnwerk Elektriciteit Sanitair
max. aanvaard factuurbedrag inclusief B.T.W. max. premie € 5 000 € 1 000 € 3 750 € 750 € 5 000 € 1 000 € 3 750 € 750 € 3 750 € 750
Art. 09 Het bedrag van de uitbetaalde toelagen, waarvan sprake in artikel 7 en 8 van dit reglement, wordt verhoogd met 30% indien de te renoveren woongelegenheid gelegen is binnen de grenzen van de in de gemeentelijke woonstudie vastgelegde aandachtsgebieden (zie bijlage). Art. 10: De aanvraag moet aangetekend worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen of afgegeven tegen ontvangstbewijs aan de woondienst vóór de aanvang van de werken en dit bij middel van een voorgeschreven formulier, waarop de aanvrager meteen alle alle uit te voeren werken aanduidt die hij wenst uit te voeren binnen de in artikel 11.4 gestelde termijn. Om in aanmerking te komen voor de premie, mogen de werken slechts aangevat worden na controle ter plaatse van de bestaande toestand door de bevoegde stedelijke ambtenaren van de woondienst, tenzij deze controle niet geschiedt binnen de 20 kalenderdagen na het indienen van de aanvraag. Art. 11: De betoelaging zal geweigerd worden in geval: 1. de werken worden uitgevoerd in of aan ruimten die niet geschikt zijn voor het beoogde doel, zoals omschreven in artikel 1; 2. in geval niet met de voorafgaande controle wordt ingestemd; 3. indien de werken worden uitgevoerd zonder de wettelijk voorgeschreven vergunningen; 4. de werken niet voltooid zijn binnen een termijn van 5 jaar na het indienen van de aanvraag; 5. er na het uitvoeren van de werken geen vereist keuringsattest van de elektrische en/of gasinstallatie kan voorgelegd worden met de vermelding “geen inbreuken”. Een keuringsattest van de elektrische installatie dient ALTIJD voorgelegd! 6. de woning na uitvoering van de werken nog ernstige woongebreken vertoont. Enkel een “volwaardig volwaardig gezonde woning” woning kan een betoelaging ontvangen (zie bijlage).
Art. 12: De uitbetaling van categorie 1, 2 en 3 - het vernieuwen van daken, het efficiënt bestrijden van vochtproblemen en het vernieuwen van het buitenschrijnwerk - kan afzonderlijk gebeuren als voorschot op de totale tegemoetkoming. Hiertoe dienen de werken behorende tot de categorieën 1, 2 en 3 volledig uitgevoerd te zijn en dient een aanvraag gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen op het daartoe ter beschikking gesteld formulier. Art. 13: Ingeval van vrijwillige vervreemding gedurende een periode van 5 jaar - ingaande op datum van de uitbetaling van de gemeentelijke toelage - dient de eigenaar van een woongelegenheid waarvoor hem een toelage verleend werd, deze toelage terug te betalen a rato van volgende schijf: e e e e e 1 jaar: 100 %, 2 jaar: 80 %, 3 jaar: 60 %, 4 jaar: 40 % en 5 jaar: 20 %. Art. 14: Onderhavig aangepast reglement is van toepassing vanaf de beslissing van de gemeenteraad van 22 oktober 2012. Art. 15: Het gemeentelijk premiereglement voor het renoveren van woongelegenheden wordt regelmatig geëvalueerd. De Gemeenteraad kan aanpassingen in de reglementering doorvoeren indien dit noodzakelijk blijkt. Art. 16: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van onderhavig reglement. Alle betwistingen inzake onderhavig reglement worden beslecht door het College van Burgemeester en Schepenen.
BIJLAGE. In aanmerking te nemen methodes van vochtbestrijding.
1. Grondvochtbestrijding. - Alle muren (onderhevig aan grondvocht) dienen onderkapt te worden. Indien onderkappen niet mogelijk is (bv. gemeenschappelijke scheidingsmuren), kan het aanbrengen van een vochtwerend scherm in de vorm van inspuiten van de muren toegepast worden, doch dan dient het vochtwerend product in de haarvaten van het metselwerk aangebracht te worden door middel van ‘inspuiten onder druk’. druk’ Een tienjarig garantiebewijs moet voorgelegd worden. Het inbrengen van een vochtwerend product in de muurporiën door het ingieten zonder druk, wordt echter niet aangenomen.
2. Regendoorslagbestrijding. Voor de éénsteensbuitenmuren welke onderhevig zijn aan regendoorslag.
a) Eigen werk of werken uitgevoerd door een aannemer. - Ombouwen van de eensteensmuren tot spouwmuren, en dit door middel van een nieuw buitenof binnenspouwblad. Wanneer een binnenspouwblad aan een buitenmuur wordt aangebouwd, dient men de eventuele uitbrokkelende voegen of barsten in deze buitenmuur grondig te herstellen. Ook is het dan niet noodzakelijk deze buitenmuur te onderkappen, wel dient er een verluchtingsmogelijkheid in de spouw voorzien te worden door het plaatsen van of luchtroosters of het openmaken op regelmatige afstand van verticale voegen in het buitenspouwblad.
b) Werken uitgevoerd door een aannemer (met 10-jarig garantiebewijs). Buitengevelbekleding: - Schaliën (natuur en/of kunstmatig) aangebracht op een rooster waarbij de leien elkaar voor ¾ overlappen. - Aanbrengen van dakpannen. - Aanbrengen van metalen platen. - Aanbrengen van houten planken ( in degelijke buitenbeplanking). Hierbij is een degelijke luchtcirculatie en ventilatie aan de achterzijde van het scherm met de buitenlucht noodzakelijk en belangrijk. Buitenbepleistering: Alleen bezetting met een minerale (dampdoorlatende) en vochtafstotende sierbepleistering wordt aanvaard. Het aanbrengen van bepleistering op basis van synthetische kunstharsen, dewelke trouwens niet waterafstotend zijn wordt geenszins aanvaard. Deze procedés worden binnen het gemeentelijk huisvestingsreglement aanvaard en betoelaagd in de mate dat ze niet indruisen tegen de stedenbouwkundige normen. Een bouwvergunning of een attest dat dit niet noodzakelijk is, moet kunnen voorgelegd worden.
Worden binnen het gemeentelijk premiereglement NIET aanvaard als vochtbestrijding: - Het aanbrengen van vochtwerende platen op een latwerk, aluminiumfolie of dergelijke aan de binnenzijde van de buitenmuren. - Het aanbrengen van synthetische producten (zoals verven, siliconen, enz.). - Het aanbrengen van sierbepleistering als pronkgevelarchitectuur (bv. aan voorgevel, gevel aan noord- of oostkant). - Het plaatsen of vernieuwen van sierplaketten. - Het aanbrengen van gevelbekleding of bepleistering na plaatsing van isolatie (als bescherming van aangebracht isolatiewerk aan niet-vochtige muren). - Het vervangen van bestaande buitengevelbekleding of verouderde sierbepleistering door nieuwe (+ herstellingswerk of verfraaiingswerk). Wat wordt verstaan onder “volwaardig gezonde woning”? Elke woning moet op de volgende vlakken voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheidsen woonkwaliteitsvereisten, die door de Vlaamse regering nader worden bepaald: 1. 2.
3.
4.
5. 6. 7. 8.
De oppervlakte van de woongelegenheden, rekening houdend met het type van woning en de functie van het woongedeelte; De sanitaire voorzieningen, inzonderheid de aanwezigheid van een goed functionerend toilet in of aansluitend bij de woning en een wasgelegenheid met stromend water, aangesloten op een afvoerkanaal zonder geurhinder te veroorzaken in de woning; De verwarmingsmogelijkheden, inzonderheid de aanwezigheid van voldoende veilige verwarmingsmiddelen om de woongedeelten met een woonfunctie tot een normale temperatuur te kunnen verwarmen of de mogelijkheid deze op een veilige manier aan te sluiten; De verlichtings- en verluchtingsmogelijkheden, waarbij de verlichtingsmogelijkheid van een woongedeelte wordt vastgesteld in relatie tot de functie, de ligging en de vloeroppervlakte van het woongedeelte, en de verluchtingsmogelijkheid in relatie tot de functie en de ligging van het woongedeelte en de aanwezigheid van kook-, verwarmingsof warmwaterinstallaties die verbrandingsgassen produceren; De aanwezigheid van voldoende en veilige elektrische installaties voor de verlichting van de woning en het veilig gebruik van elektrische apparaten; De gasinstallaties, waarbij zowel de toestellen als de plaatsing en de aansluiting ervan de nodige veiligheidsgaranties bieden; De stabiliteit en de bouwfysica met betrekking tot de fundering, de daken, de buiten- en binnenmuren, de draagvloeren en het timmerwerk; De toegankelijkheid.
De woning moet voldoen aan alle vereisten van brandveiligheid, met inbegrip van de specifieke en aanvullende veiligheidsnormen die door de Vlaamse regering worden vastgesteld. De omvang van de woning moet ten minste beantwoorden aan de woningbezetting. De Vlaamse regering stelt de normen inzake de vereiste minimale omvang van de woning vast in relatie tot de gezinssamenstelling. Wat wordt verstaan onder “woonvertrek”? Een woonvertrek is een kamer in een woning bestemd om te worden gebruikt als keuken, woonof slaapkamer. In elke woning moet de mogelijkheid om te slapen en te bewegen steeds aanwezig zijn.
Wat wordt verstaan onder “aandachtsgebied”? Een aandachtsgebied - waarvan sprake in artikel 9 van dit reglement - is een zone bestaande uit verschillende straten waarvan de woningen in aanmerking komen voor een extra premiebedrag. In deze aandachtsgebieden liggen het hoogst aantal woningen zonder comfort en het hoogst aantal woningen met enkel klein comfort. Om het wooncomfort in de stad Roeselare te bevorderen, worden extra stimuli voorzien voor woningen gelegen in een aandachtsgebied met prio 3, zoals bepaald en afgebakend werd in de gemeentelijke woonstudie van januari 2006. Het betreft de volgende gebieden (= statistische sectoren, waarbij inbegrepen zijn: de straatzijden en delen van een straat palend aan de aandachtsgebieden maar die in een andere statistische sector liggen): A02
Ieperstraat-Centrum
A122
Onze-Lieve-Vrouw
A143
Broederschool
A301
Sint-Elooiswijk
A83
Zwarte Leeuw
A132
Spanje
C001
Rumbeke-Centrum-Kern
A521
Veiling
A50
Diksmuidsesteenweg-Kern
C20
Beitem-Kern
A701
Beveren-Kern
C030
Sint-Elisabethswijk
A822
Fort
A401
Meiboom
A60
Waterdam
A101
Beverensteenweg
Op voorstel van de administratie wordt een detailopgave van straatnamen en huisnummers vastgelegd door het College van Burgemeester en Schepenen.