Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk bij Duurstede
Definitief
gemeente Wijk bij Duurstede
Grontmij Nederland bv Houten, 28 juli 2009
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Verantwoording
Titel
:
Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk bij Duurstede
Subtitel
:
Projectnummer
:
255741
Referentienummer
:
GRP III Wijk bij Duurstede
Revisie
:
d1
Datum
:
28 juli 2009
Auteur(s)
:
Aad Oomens, Peter Nieuwhof, Heleen de Man
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
Jan Veenstra
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
dr.ir. A.J.Oomens
De Molen 48 3994 DB Houten Postbus 119 3990 DC Houten T +31 30 634 47 00 F +31 30 637 94 15
[email protected] www.grontmij.nl
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 2 van 48
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Samenvatting................................................................................................................................. 5 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding....................................................................................................................... 11 Aanleiding ................................................................................................................... 11 Geldigheidsduur.......................................................................................................... 11 Procedures.................................................................................................................. 12 Termen en definities ................................................................................................... 12 Leeswijzer ................................................................................................................... 12
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Evaluatie rioleringsbeleid 2003-2007.......................................................................... 13 Inleiding....................................................................................................................... 13 Evaluatie Projectteam ................................................................................................. 13 Rekenkamer................................................................................................................ 13 Benchmarking ............................................................................................................. 14 Evaluatie maatregelen GRP II .................................................................................... 15 Conclusies en aanbevelingen ..................................................................................... 17
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Gewenste situatie ....................................................................................................... 19 Inleiding....................................................................................................................... 19 Waarom riolering?....................................................................................................... 19 Relaties met andere plannen en regelgeving ............................................................. 19 Toetsingskader ........................................................................................................... 20 Overleg met andere overheden .................................................................................. 21
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Huidige situatie ........................................................................................................... 23 Inleiding....................................................................................................................... 23 Totaal overzicht voorzieningen ................................................................................... 23 Stedelijk afvalwater ..................................................................................................... 25 Hemelwater ................................................................................................................. 28 Grondwater ................................................................................................................. 30
5 5.1 5.2 5.3 5.4
De opgave................................................................................................................... 31 Inleiding....................................................................................................................... 31 Onderzoek................................................................................................................... 31 Maatregelen ................................................................................................................ 32 Samenvatting .............................................................................................................. 39
6 6.1 6.2 6.3
Organisatie en financiën ............................................................................................. 41 Personele middelen .................................................................................................... 41 Financiële middelen .................................................................................................... 43 Kostendekking ............................................................................................................ 44
Bijlage 1:
Tabellen
Bijlage 2:
Woordenlijst
Bijlage 3:
Referenties
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 3 van 48
Inhoudsopgave
Bijlage 4:
Evaluatie GRP II
Bijlage 5:
Relaties met andere plannen en regelgeving
Bijlage 6:
Doelen en functionele eisen
Bijlage 7:
Uitgangspunten kostendekkingsberekening
Bijlage 8:
Rapportage Rekenkamer
Bijlage 9:
Reacties van Derden
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 4 van 48
Samenvatting
Samenvatting
Waarom stelt de gemeente een Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) op? Gemeenten zijn op basis van de Wet milieubeheer verantwoordelijk voor de zorg voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen. Daarnaast heeft de gemeente de zorgplicht voor de inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater, dit is vastgelegd in de Wet op de waterhuishouding. In deze wet is ook vastgelegd dat de gemeente de zorg heeft voor het treffen van maatregelen in openbaar gemeentelijk gebied om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand aan de grond gegeven bestemming te voorkomen of te beperken. In de Wet milieubeheer is opgenomen dat alle gemeenten een GRP moeten opstellen. In dit GRP moeten in ieder geval de volgende onderdelen worden opgenomen: • Wat willen we bereiken? • Wat hebben we aan voorzieningen met betrekking tot het stedelijk afvalwater, hemelwater en het grondwater? • Wat moeten we nog doen om de gestelde doelen te kunnen halen? • Wat zijn de kosten en hoe dekken we deze? Wat ging er vooraf? Het huidige GRP II heeft als planperiode 2003 t/m 2007. Met het verlopen van deze planperiode en de verandering in de wet- en regelgeving is het GRP geactualiseerd. Bij het actualiseren van het GRPIII is het ook goed om eerst terug te kijken naar het gevoerde rioleringsbeleid in de afgelopen periode. Sinds 2007 zijn alle percelen in de gemeente, binnen en buiten de bebouwde kom aangesloten op (druk)riolering of een IBA (2 percelen). Het aansluitpercentage komt hiermee op 100%. De gemeente voldoet hiermee aan haar wettelijke zorgplicht. De riolering bij nieuwbouw is conform GRP II aangelegd. Gekozen is voor het zoveel mogelijk niet aansluiten van regenwater op riolering. Voorbeelden zijn de wadi’s in plan Boomgaard in Langbroek, een wadi bij het gemeentehuis en infiltratieriolen op plan Veilingpark in Wijk bij Duurstede. Het resultaat is dat het regenwater grotendeels niet is aangesloten op de riolering, maar direct afgevoerd wordt richting oppervlakte water of in de bodem infiltreert. Bij rioleringsvervanging is alleen de urgente vervanging in het vrijvervalstelsel uitgevoerd. Vervanging van gemalen is niet volgens de strategische planning uitgevoerd, omdat deze niet direct nodig bleken. Daarom is pragmatisch met de vervangingen omgesprongen. In de afgelopen planperiode zijn ook verschillende drukrioleringsgemalen vervangen. De maatregelen om de vuilemissies uit overstorten terug te dringen (basisinspanning) zijn uitgevoerd. Het betreft de bergbezinkvoorziening achter overstorten in Cothen, Langbroek en Wijk bij Duurstede. De gescheiden riolering van bedrijventerrein Broekweg is omgebouwd naar verbeterd gescheiden riolering. Dit valt ook onder de basisinspanning. Drukriolering en gemalen zijn aangesloten op het telemetriesysteem. Als er een storing is, kan op afstand worden uitgelezen wat er aan de hand is en met welke urgentie er gehandeld moet worden. Dit komt de bedrijfszekerheid van de riolering ten goede.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 5 van 48
Samenvatting
Wat zijn de doelen voor de komende planperiode? De doelen voor de komende planperiode zijn: 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. De doelen zijn in dit GRPIII geconcretiseerd met het opnemen van functionele eisen en maatstaven zodat getoetst kan worden of de situatie in Wijk bij Duurstede aan de gestelde doelen voldoet. Waar staan we nu? De te beheren voorzieningen bestaan uit circa 67 km gemengde riolering, 14 km vuilwater riolering, 12 km hemelwater-riolering, 18 rioolgemalen, 6 bergbezinkvoorzieningen en 77 km drukriolering met 448 pompunits. De vervangingswaarde van deze voorzieningen vertegenwoordigt een waarde van ongeveer € 58 miljoen. De gegevens van alle riolering met de bijbehorende voorzieningen is opgeslagen in het rioleringsbeheersysteem (dg DIALOG) van de gemeente. De gegevens met betrekking tot de voorzieningen zijn daarmee goed toegankelijk. De toestand van de riolen wordt bewaakt middels periodieke camera-video inspecties. Sinds 1999 is 83% van het gemengde stelsel en 43% van het rwa stelsel met camera-video geïnspecteerd. Er is dus een goed inzicht in de toestand van de riolering. Indien uit de inspectieresultaten blijkt dat ingrijpen noodzakelijk is, wordt adequate actie ondernomen. Er is momenteel onvoldoende inzicht in het grondwaterregime om vast te kunnen stellen of er sprake is van (structurele) overlast. Locaties in Langbroek en de wijk De Horden in Wijk bij duurstede zijn wel bekend als aandachtsgebieden. Voor de gemeente Wijk bij Duurstede bestaat een gedetailleerd inzicht in het hydraulisch- en milieutechnisch functioneren van de riolering. De riolering voldoet aan de basisinspanning. De maatregelen voor het waterkwaliteitsspoor moeten nog uitgevoerd worden. Als deze zijn uitgevoerd voldoet de gemeente Wijk bij Duurstede aan de eisen van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Het Basisrioleringsplan (2001) van de gemeente moet nog worden geactualiseerd. Wat moeten we doen in de planperiode en daarna? In dit GRPIII staan de hoofdlijnen van aanpak om de doelen te halen. Dit beleid zal jaarlijks worden uitgewerkt in operationele programma’s. Bij de uitwerking in operationele programma’s worden de veelal complexe factoren die bij daadwerkelijke uitvoering van maatregelen een rol spelen betrokken en worden op projectniveau keuzes gemaakt. De toestand van vrijvervalriolen zal middels camera-video inspectie worden onderzocht en de inspectiegegevens zullen in het rioleringsbeheersysteem worden opgeslagen. Jaarlijks wordt een deel van de riolering gereinigd en geïnspecteerd. Om een goede afstroming in de vrijvervalriolering te kunnen handhaven is regelmatig onderhoud nodig. In het GRPIII is hier invulling aan gegeven. Om de stabiliteit en waterdichtheid te waarborgen en calamiteiten te voorkomen, is het nodig de riolering op tijd te repareren, te renoveren of te vervangen. Op basis van de rioleringsgegevens uit het rioleringsbeheersysteem van de gemeente is een vervangingsplanning op hoofdlijnen opgezet. De ambitie van de gemeente Wijk bij Duurstede is echter ook om hemelwater te ontvlechten van de gemengde riolering: • het relatief schone hemelwater kan direct lokaal worden teruggebracht in het milieu;
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 6 van 48
Samenvatting
• het hemelwater hoeft niet te worden getransporteerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI), dat scheelt energie; • door de aanvoer van minder hemelwater op de RWZI kan het zuiveringsrendement worden vergroot; • door klimaatontwikkelingen wordt verwacht dat de regenval heviger zal zijn, wat eerder tot overlast kan leiden. Door het hemelwater te ontvlechten wordt de riolering ontlast en zijn er meer mogelijkheden om (water)overlast te voorkomen of reduceren. Je kunt schoner water makkelijker bergen in de openbare ruimte dan vuilwater. Het vervangen van de riolering is een logisch moment om het ontvlechten te overwegen. Ontvlechten van hemelwater is in bestaand stedelijk gebied alleen mogelijk door het schaalniveau van vervanging te vergroten en op buurtniveau aan de slag te gaan. Dan kan een apart riool worden aangelegd om het hemelwater te kunnen afvoeren naar oppervlaktewater of bodem. Als alternatief kan een bovengrondse afvoer van hemelwater dienen. Bij het opstellen van het GRP is per wijk onderzocht welke mogelijkheden er zijn om af te koppelen. In de wijken waar ontvlechten mogelijk is, wordt de vervangingsplanning hierop afgestemd. Dat betekent dat voor elke buurt een vervangingsperiode wordt bepaald op basis van de leeftijd. Op die wijze wordt ook een directe koppeling gelegd met de aanpak van de totale openbare ruimte. In de planperiode is een bedrag opgenomen van circa € 2.25 miljoen. Dit bedrag is bestemd voor de vervanging van vrijverval riolering, drukriolering en gemalen. De kosten voor het ontvlechten van de riolering in Langbroek worden voor deze planperiode geraamd op € 310.000. Met reparatie en renovatie worden eventueel optredende rioolproblemen aangepakt die om ingrijpen vragen voor de gewenste vervangingsperiode. Hiervoor zijn kosten opgenomen van € 60.000/jaar. Het streven is om ook de burgers een rol geven in het meer duurzaam omgaan met hemelwater. Een subsidieregeling wordt voorbereid waarbij burgers subsidie kunnen krijgen voor het afkoppelen van hun woning of het aanleggen van een zogenaamd “groen dak”. Hierbij is de inzet dat een burger € 5,- per vierkante meter afgekoppeld verhard oppervlak kan ontvangen. De gemeente Wijk bij Duurstede heeft € 200.000 gereserveerd voor de komende planperiode. Ook het waterschap en de provincie zullen gevraagd worden om dit belangrijke initiatief te ondersteunen en financieel bij te dragen. Naast het vervangen of repareren van een deel van de vrijvervalriolering komt het mechanisch/elektrisch gedeelte van enkele gemalen en drukrioleringsunits ook in aanmerking om vervangen te worden. Hiervoor is een investering opgenomen van € 804.000. Om invulling te geven aan de grondwaterzorgplicht gaat de gemeente in de planperiode verder onderzoek uitvoeren om inzicht te krijgen in de grondwatersituatie en locatie en aard van eventuele klachten en overlast dat door het grondwater veroorzaakt wordt. Hiervoor zullen peilbuizen geslagen worden en zal een grondwaternotitie worden opgesteld. De totale kosten hiervoor bedragen circa € 24.000. De kosten voor het aanleggen van drainage in Langbroek worden geraamd op € 67.000.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 7 van 48
Samenvatting
Wat gaat het kosten en hoe betalen we dat? De aanleg en beheer van de rioleringsvoorzieningen kost veel geld. De investeringen (naast de reguliere begroting en de huidige kapitaallasten) voor de komende planperiode 2009 t/m 2012 zijn begroot op circa 3.5 miljoen euro. De kosten worden gedekt door de rioolheffing. De kostenposten in het te heffen rioolheffing zijn weergegeven in het volgende figuur.
47%
9%
1%
12% 31% Onderzoek ( totaal) EURO 1,85
Exploitatie ( totaal) EURO 78,80
Kapitaallasten verleden ( totaal) EURO 31,16
Vervanging en verbetering ( totaal) EURO 118,38
Ontvlechting EURO 22,22
Om over de gehele beschouwde periode 2009 tot en met 2068 kostendekkend te zijn zou de rioolheffing bij directe invoering per 1-1-2009 € 236 per heffingseenheid moeten bedragen. Een geleidelijke verhoging of een gefaseerde verhoging behoren tot de keuzes die gemaakt kunnen worden. Gezien het tarief van € 178.48 in 2009 en de voorgenomen tariefstijging vanuit het GRP II van 10% tot en met 2012 ligt het voor de hand deze tariefstijging ongewijzigd voort te zetten. In 2010, 2011 en 2012 zal het tarief stijgen met 10% en in 2013 met nog 0,7%. Het uiteindelijke bedrag is dan € 239. Besluit Burgemeester en wethouders verzoeken de gemeenteraad het gemeentelijk rioleringsplan Wijk bij Duurstede 2009 t/m 2013 vast te stellen door in te stemmen met: • de in dit gemeentelijk rioleringsplan geformuleerde doelen; • de ambitie om bij vervanging hemelwater te ontvlechten; • het voorgenomen onderzoek; • de voorgenomen beheermaatregelen; • het hanteren van één rioolheffing voor de zorgplicht voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. Het raadsbesluit maakt onderdeel uit van het gemeentelijk rioleringsplan. Na vaststelling van dit GRPIII zal dit plan met het raadsbesluit worden toegezonden aan: • Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden; • Provincie Utrecht; Na vaststelling zal in één of meerdere dag- of weekbladen die in de gemeente worden verspreid, bekend worden gemaakt hoe burgers kennis kunnen nemen van de inhoud van dit gemeentelijk rioleringsplan. In ieder geval wordt het plan ter inzage gelegd en op de website geplaatst. Daarnaast wordt een folder gemaakt die huis- aan huis verspreidt wordt. Sturing uitvoering GRP III In navolging van het advies van de rekenkamer uit 2007 is in het voorliggende GRP III veel aandacht besteed aan de onderbouwing van de beleidkeuzes rondom de gemeentelijke water-
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 8 van 48
Samenvatting
taken. Voor de komende planperiode zijn die keuzes concreet gemaakt en ingevuld in de uit te voeren projecten en onderzoeken. De gemeenteraad maakt met het vaststellen van het GRP III ook de uitvoering daarvan financieel mogelijk. Om daarbij voldoende zicht te houden op de voorgenomen acties worden de op te stellen vervangingsplannen voor de vrijverval- en mechanische riolering ter kennisname aangeboden. In de verschillende onderdelen van de begrotingscyclus wordt vervolgens over de voortgang van het ingezette beleid gerapporteerd. In afzonderlijke raadsrapportages wordt aandacht geschonken aan: • de eerste projecten in het kader van het ontvlechten van hemelwater in Langbroek; • de subsidieregeling voor het ontvlechten van hemelwater door burgers; • de verdere invulling van de samenwerking met het hoogheemraadschap; • het onderzoek om beter inzicht te verkrijgen in het grondwaterregime.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 9 van 48
Samenvatting
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 10 van 48
Inleiding
1
Inleiding
1.1 Aanleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) op te stellen (Wet milieubeheer art. 4.22). In dit artikel is aangegeven dat de gemeenteraad, voor een nader vast te stellen periode, een GRP vaststelt. Met het verstrijken van de planperiode 2003-2007 van het GRP Wijk bij Duurstede (GRP II) is het noodzakelijk het bestaande GRP te actualiseren tot GRP III. Artikel 4.22, Wet milieubeheer 1. De gemeenteraad stelt telkens voor een daa rbij vast te stellen periode een gemeentelijk rioleringsplan vast. 2. Het plan bevat ten minste: a . een overzicht van de in de gemeente aanwezige voorzieningen voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater als bedoeld in artikel 10.33, a lsm ede de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater als bedoeld in artikel 9a va n de Wet op de waterhuishouding, en maatregelen teneinde structurele nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel m ogelijk te voorkomen of te beperken, als bedoeld in a rtikel 9b van de laatstgenoemde wet, en een aanduiding van het tijdstip waarop die voorzieningen naar verwachting aan vervanging toe zijn; b. een overzicht van de in de door het plan bestreken periode aan te leggen of te vervangen voorzieningen als bedoeld onder a. c . een overzicht van de wijze waa rop de voorzieningen, bedoeld onder a en b, worden of zullen worden beheerd; d. de gevolgen voor het milieu van de aanwezige voorzieningen als bedoeld onder a, en van de in het plan aangekondigde activiteiten; e. een overzicht van de financiële gevolgen van de in het plan aangekondigde activiteiten. 3. Indien in de gemeente een gemeentelijk milieubeleidsplan geldt, houdt de geme enteraad m et dat plan rekening bij de vaststelling van een gemeentelijk rioleringsplan. 4. Onze M inister kan, in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, aa n gemeenten de plicht opleggen tot prestatievergelijking ten aanzien van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 10.33, alsmede de taken, bedoeld in a rtikel 9a en 9b van de Wet op de waterhuishouding. Bij of krachtens algemene maatregel va n bestuur kunnen regels worden opgesteld over de frequentie, inhoud en omvang van de prestatievergelijking.
De gemeentelijke taak vindt zijn wettelijke basis in de Wet milieubeheer (Wm art. 10.33) en de Wet op de waterhuishouding (Whh art. 9a en 9b). De gemeentelijke taak voor de aanleg en beheer van riolering is daarmee verbreed naar watertaken die hebben betrekking op stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. De drie daar uit voortvloeiende zorgplichten leiden tot een verbreed GRP, waarin is weergegeven hoe de gemeente de komende planperiode haar watertaken wil vormgeven. Een goed rioolstelsel is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. Het maken van goede beleidsafwegingen op het terrein van beheer openbare ruimte, bescherming van bodem en waterkwaliteit en de zorg voor het totale watersysteem worden steeds belangrijker. Ook het financiële beleid, de inzet van middelen en toenemende lastendruk zijn hierbij belangrijke aandachtspunten. 1.2 Geldigheidsduur De gemeente stelt zelf de geldigheidsduur van het plan vast (art. 4.22 Wm). De geldigheidsduur van dit beleidsplan is vijf jaar (2009 t/m 2013). De peildatum van dit GRP is 1 januari 2009 en alle genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2009. Op basis van de informatie uit het gemeentelijke rioleringsbeheersysteem en recent onderzoek, wordt een goed beeld gegeven van de te verrichten activiteiten en te nemen maatregelen op korte termijn. Op langere termijn spelen de Europese Kaderrichtlijn Water en de Europese Kaderrichtlijn Grondwater een belangrijke rol. In 2013 zal het GRP aan de dan bestaande inzichten worden getoetst en, als dat nodig is, worden bijgesteld.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 11 van 48
Inleiding
1.3 Procedures De Wet milieubeheer schrijft in ieder geval overleg voor met: • Gedeputeerde Staten van Utrecht (deze hebben een aanwijzingsbevoegdheid); • Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, als beheerder van de zuiveringstechnische werken waarnaar het afvalwater wordt afgevoerd en als beheerder van het oppervlaktewater waarop wordt geloosd. Dit GRP is daarom in nauwe samenwerking tussen de gemeente, waterschap, provincie en Grontmij tot stand gekomen door gebruik te maken van een projectteam waarin men vertegenwoordigd was. Na de formele vaststelling door de gemeenteraad zal het plan worden toegezonden aan de bovenvermelde instanties. Op basis van art. 4.23 Wm moet B&W de vaststelling van het GRP bekendmaken in ten minste één dag- of nieuwsblad. Dit verbreed GRPIII is opgesteld conform de Leidraad Riolering. De Leidraad Riolering wordt in opdracht van het ministerie van VROM door de stichting RIONED opgesteld. 1.4 Termen en definities Dit verbreed GRPIII is een gemeentelijk plan, waar de gemeenteraad zich over moet uitspreken. Het is echter niet alleen voor de politiek geschreven, maar ook voor overleg met de in de Wm genoemde instanties. Dit heeft tot gevolg dat in dit GRP vaktaal wordt gebruikt. In dit GRP is daarom een uitgebreide verklarende woordenlijst opgenomen. 1.5 Leeswijzer Dit GRP is conform de aanbevelingen in de Leidraad Riolering (ref.2) opgezet en bestaat uit de volgende onderdelen: Hoofdstuk 1 is de inleiding, met de aanleiding, de geldigheidsduur en een leeswijzer.
Evaluatie
In hoofdstuk 2 komt de evaluatie van het gevoerde rioleringsbeleid tot 2009 aan de orde. De uitkomsten vormen de beginsituatie voor het GRP 2009 t/m 2013.
Toetsingskader
In hoofdstuk 3 'Gewenste situatie’ worden voor de komende planperiode (en de periode daarna) doelen beschreven en uitgewerkt. Hiermee wordt een toetsingskader gegeven waarmee onder meer de gevolgen voor het milieu (Wm artikel 4.22 lid 2d) kunnen worden aangegeven.
Duurzaamheid Ontwikkelingen
Wat willen we?
Wet- en regelgeving
Toetsing huidige situatie Wat hebben we?
De opgave Wat moeten we doen?
Organisatie en financiën Wat kost dat?
In hoofdstuk 4 'Toetsing huidige situatie' wordt getoetst in hoeverre de doelen nu al zijn gerealiseerd. Hoofdstuk 4 geeft het in de wet gevraagde overzicht van de aanwezige voorzieningen (Wm, artikel 4.22 lid 2a). In hoofdstuk 5 'De opgave' worden in hoofdlijnen de maatregelen weergegeven die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen realiseren. Daarmee wordt invulling gegeven aan lid 2b en 2c van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer. In hoofdstuk 6 'Organisatie en financiën' wordt de in hoofdstuk 5 weergegeven strategie vertaald naar benodigde personele en financiële middelen en een wijze van kostendekking (Wm, artikel 4.22 lid e).
Tabellen met een letter (bijvoorbeeld tabel A) zijn in de rapporttekst opgenomen, tabellen met een cijfer in bijlage 1.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 12 van 48
Evaluatie rioleringsbeleid 2003-2007
2
Evaluatie rioleringsbeleid 2003-2007
2.1 Inleiding Voorafgaand aan het opstellen van het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan, is het goed terug te kijken. De resultaten bepalen mede de vertrekpositie voor het nieuwe GRP. De evaluatie vindt plaats aan de hand van: • besprekingen in het projectteam; • rapport rekenkamercommissie; • benchmarking • wat is gerealiseerd vanuit GRP II. Deze evaluaties zijn hieronder kort samengevat. 2.2 Evaluatie Projectteam Met de rioolbeheerder en in het projectteam is de rol en de functie van het GRP geëvalueerd. Voor de rioolbeheerder was het GRP II een belangrijk plan voor het beheer en de uitvoering van maatregelen. De concreetheid van het plan is als positief ervaren. Negatief de globale planning van vervangingsinvesteringen, waardoor de operationalisatie moeilijk werd. In het GRP II waren ook de voor de rioleringszorg benodigde personele middelen beschreven, bij de vaststelling van het plan is dit onderdeel buiten beschouwing gebleven. Voor de afdeling financiën is het belangrijk duidelijk de kaders aan te geven van een besluit dat wordt gevraagd. Verder moet de onderbouwing van de grote investeringen (vervanging) duidelijker. De medewerkers die zich bezig houden met groen en water zijn ook positief over GRP II. Vanuit hun perspectief wordt in het nieuwe GRP III aandacht gevraagd voor ruimte en water in de ontwerpfase van nieuwbouw en bij herinrichting. Het Waterschap wil de samenwerking intensiveren en uitwerken met als doel een kosteneffectief resultaat. Bijvoorbeeld sturing binnen de keten van riolering en rioolwaterzuivering, monitoren rioolstelsel intensiveren en structureel contact tussen riool- en zuiveringsbeheerder. De Provincie is ook positief over de ingezette weg naar samenwerking. Alle partijen zetten in op verdere invulling van de samenwerking in de waterketen. Samenwerken in regionaal verband heeft de voorkeur vanuit gemeente de Wijk bij Duurstede. Spreiding van GRP kennis binnen de organisatie blijft een belangrijk aandachtspunt. 2.3 Rekenkamer In 2007 heeft de rekenkamercommissie voor de gemeenteraad een onderzoek uitgevoerd naar het gevoerde gemeentelijk rioleringsbeleid in de periode 1997 tot en met 2007. Zie bijlage 8. Voor een goede uitvoering van de controlerende en kaderstellende taak van de raad, is het van belang dat het beleid in het GRP helder is verwoord en vastgelegd. De onderliggende informatie in het GRP II was volgens de rekenkamercommissie compleet en correct maar moeilijk toegankelijk. De onderbouwing en prioriteitenstelling van de vervanging van de bestaande riolering vraagt meer aandacht in het nieuwe GRP III. De onderbouwing van keuzes en maatregelen was onvoldoende.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 13 van 48
Evaluatie rioleringsbeleid 2003-2007
Het GRP is een beleidsdocument en wil inzicht geven in de kostenontwikkeling op langere termijn. Duidelijk moet worden vermeld dat de ramingen en bedragen in dat licht moeten worden bezien en niet bedoeld zijn als projectramingen. De gemeenteraad moet meer betrokken worden bij de bestuurlijke keuzes om sturingsmogelijkheden te hebben. Bij het opstellen van het nieuwe GRP moet hieraan invulling worden gegeven. 2.4 Benchmarking Over de jaren 2005 tot 2008 heeft de gemeente Wijk bij Duurstede, samen met 22 andere gemeentes in de provincies Utrecht, Overijssel en Zuid Holland, meegedaan aan de benchmark Riolering. In de benchmark wordt de rioleringszorg benaderd vanuit zes verschillende invalshoeken, die aandachtsgebieden worden genoemd. Het presteren van een gemeente wordt geanalyseerd aan de hand van zogenaamde indicatoren. Deze indicatoren maken inzichtelijk in welk specifiek onderdeel van de rioleringszorg (zowel procesmatig als technisch inhoudelijk) verbeteringen kunnen worden behaald. De indicatoren zijn primair bedoeld om de vakinhoudelijke medewerker (technisch of financieel) van informatie te voorzien. Om ook het management en het bestuur een compact overzicht te kunnen bieden in het presteren van de eigen organisatie zijn zogenaamde aanvullende kritische prestatie indicatoren (KPI’s) ontwikkeld. Per aandachtsgebied zijn één of meerdere kritische prestatie-indicatoren gedefinieerd. De score op een KPI is gebaseerd op de scores op één of meerdere onderliggende indicatoren. Alle KPI’s samen geven een ‘profiel’ van de rioleringszorg in de gemeente. Zie Figuur A.
Figuur A Resultaat benchmark
Uit het gemeenteprofiel blijkt hoe de gemeente Wijk bij Duurstede, qua uitvoering van haar rioleringszorg, scoort in vergelijking met het landelijk gemiddelde. De gemeente Wijk bij Duurstede scoort minder dan gemiddeld op het gebied van inzicht in de toestand en het functioneren van het stelsel en op databasebeheer: • het Basisrioleringsplan (2002) van de gemeente moet worden geactualiseerd en de inspanningen voor monitoring zijn lager dan gemiddeld (bij 4 van de 17 gemengde overstorten wordt gemeten); • de verwerking van revisiegegevens vraagt meer dan een half jaar tot een 1 jaar;
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 14 van 48
Evaluatie rioleringsbeleid 2003-2007
De score op de aandachtsgebieden milieu-inspanning, uitgaven en meldingen en klachten is beter dan gemiddeld: • Wijk bij Duurstede voldoet aan de basisinspanning en heeft veel inspanningen geleverd voor de aansluiting van het buitengebied; • de uitgaven voor de rioleringszorg (50 euro / inwoner/jaar) over de laatste twee jaar zijn lager dan gemiddeld (dit wordt veroorzaakt door lage kapitaalslasten, de beheerlasten van de gemeente zijn vrijwel gemiddeld); • het aantal meldingen en klachten per 10.000 inwoners is laag; Op het gebied van organisatievermogen (Planrealisatie, Activiteitenniveau, Good Housekeeping en Planefficiëntie) liggen enkele aandachtspunten: • op planrealisatie scoort de gemeente Wijk bij Duurstede met een gemiddelde realisatiegraad van 67% iets beneden gemiddeld, dit wordt veroorzaakt doordat slechts 5 % van de geplande vervangingswerkzaamheden daadwerkelijk is gerealiseerd; • het activiteitenniveau van de gemeente is lager dan gemiddeld, het vermoeden is dat de gemeente een ondercapaciteit heeft. Voor het nieuwe GRP III komen hier een aantal aandachtspunten uit naar voren: • actualisatie van het BRP (basisrioleringsplan); • een afweging of de monitoringsinspanningen (aantal overstorten) moet worden uitgebreid; • een kritische analyse van de personele bezetting; • een betere onderbouwing van de vervangingsplanning; • het vergroten van het inzicht in projectbeheersing zowel qua tijd als geld; • een analyse van de verwerking van revisies. 2.5 Evaluatie maatregelen GRP II De evaluatie van het GRP heeft betrekking op een viertal terreinen: 1. Aanleg van riolering bij bestaande bebouwing. 2. Aanleg van riolering bij nieuwbouw. 3. Onderzoek. 4. Maatregelen. In Bijlage 4 is de evaluatie zoals door de gemeente in 2008 is uitgevoerd weergegeven. De plannen voor vervanging en voor investeringen in riolering buitengebied en voor de basisinspanning moesten met de aanwezige personele bezetting worden uitgevoerd. Terwijl in GRP II wel aangegeven was dat meer personeel nodig was voor het voorgestelde programma. Dit heeft de uitvoering vertraagd. Investeringen gekoppeld aan de zorgplicht en afspraken rond de basisinspanning hebben daarbij voorrang gekregen boven vervanging. Vervanging heeft nagenoeg niet plaatsgevonden. Aanleg van riolering bij bestaande bebouwing. De riolering bij bestaande bebouwing in het buitengebied is in 2007 aangelegd. Op twee na zijn alle woningen aangesloten op de riolering. Voor twee woningen is gekozen voor een ibasysteem. Het rioleren van de 8 woonboten is gelijktijdig met rioleringsaanleg buitengebied uitgevoerd. Aanleg van riolering bij nieuwbouw. De riolering bij nieuwbouw is conform GRP II aangelegd. Gekozen is voor het zoveel mogelijk niet aansluiten van regenwater op riolering. Voorbeelden zijn de wadi’s in plan Boomgaard in Langbroek, een wadi bij het gemeentehuis en infiltratieriolen op plan Veilingpark in Wijk bij Duurstede. Het resultaat is dat het regenwater grotendeels niet is aangesloten. Onderzoek. De Wvo vergunning voor de overstorten van de riolering op het oppervlaktewater is aangevraagd en verleend. Het daaruit voortvloeiende meetprogramma wordt in samenwerking met HDSR en daarmee samenwerkende gemeenten opgezet.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 15 van 48
Evaluatie rioleringsbeleid 2003-2007
De bemonstering van het rioolwater op de RWZI is door HDSR gelijktijdig geregeld met de aanpassing van de RWZI. In het kader van de veranderende wet- en regelgeving moet worden nagegaan of een gemeentelijke aansluitverordening nog wenselijk is. Maatregelen De keuze om onderhoud van de riolering in het buitengebied in eigen beheer uit te voeren is nog niet gemaakt. Het aanschaffen van een onderhoudsauto is duur, dit zal niet op korte termijn gebeuren. Het onderhoud aan de riolering is volgens plan uitgevoerd. Vervanging van gemalen en riolen is niet volgens de strategische planning uitgevoerd. Niet alle vervangingen zijn direct nodig gebleken. Er is pragmatisch met de vervangingen omgesprongen. De installaties van de drukrioleringsgemalen zijn in 2006 en 2008 vervangen. Van de 7 (6 kleine en 1 grote) gemalen is alleen de installatie van het grote gemaal vervangen. Bij rioleringsvervanging is alleen de urgente vervanging in het vrijvervalstelsel uitgevoerd. De maatregelen om de vuilemissies uit overstorten terug te dringen (basisinspanning) zijn in de planperiode, met een uitloop naar 2008, uitgevoerd. Het betreft de bergbezinkvoorziening bij overstorten in Cothen, Langbroek en Wijk bij Duurstede. De gescheiden riolering van bedrijventerrein Broekweg is omgebouwd naar verbeterd gescheiden riolering. Dit valt ook onder de basisinspanning. Niet genoemd in GRP II maar toch uitgevoerd is onderzoek naar het waterkwaliteitsspoor, door het waterschap. Er zijn enige maatregelen ter verbetering van het watersysteem voorgesteld. Drukriolering en gemalen zijn voor een gedeelte aangesloten op het telemetriesysteem. Als er een storing is, kan op afstand worden uitgelezen wat er aan de hand is en met welke urgentie er gehandeld moet worden. Dit komt de bedrijfszekerheid van de riolering ten goede. Samenvatting evaluatie GRP II In Figuur B is de evaluatie van GRP II in een grafiek samengevat
100
r e a l i s a t i e
75
50
25
0 aanleg bij nieuwe bebebouwing
aanleg bij bestaande bebouwing
onderzoek
onderhoud
vervanging riolen
vervanging installaties gemalen en drukriolering
verbetering (basisinspanning)
Figuur B Indicatie realisatie voornemens GRP II
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 16 van 48
Evaluatie rioleringsbeleid 2003-2007
2.6 Conclusies en aanbevelingen De evaluaties leiden tot de volgende conclusies: • de concrete maatregelen (aanleg bij bestaande bebouwing, verbetering) die prioriteit kregen in het GRP II zijn vrijwel volledig uitgevoerd; • de beperking in personele capaciteit, de globale planning en beter inzicht in de werkelijke toestand hebben ertoe geleid dat de voornemens ten aanzien van vervanging (riolen) maar beperkt zijn uitgevoerd; • de toegankelijkheid van het GRP II was beperkt en mede daardoor was de onderbouwing van keuzes en maatregelen onduidelijk; • de gemeenteraad moet meer betrokken worden bij de bestuurlijke keuzes om sturingsmogelijkheden te hebben. Voor het nieuwe GRP III zijn er daarom de volgende aanbevelingen: • de raad in een vroeg stadium betrekken bij te maken beleidskeuzen; • de leesbaarheid van GRP moet centraal staan, techniek en detaillering naar de bijlagen! • het financiële kader beter vastleggen door middel van het aangeven van projecten en het doen van beleidskeuzes; • de raad informeren door de voor- en najaarsnota over de veranderingen in planning en projecten.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 17 van 48
Gewenste situatie
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 18 van 48
Gewenste situatie
3
Gewenste situatie
3.1 Inleiding Op 1 januari 2008 is de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken in werking getreden. Op grond hiervan heeft de gemeente een drietal zorgplichten: • zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater • zorg voor een doelmatige inzameling en verwerking van afvloeiend hemelwater • zorg voor het treffen van maatregelen om nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken De zorgplicht voor ons afvalwater (stedelijk afvalwater en hemelwater) vulde de gemeente al lang in door de aanleg van riolering. De zorgplicht voor grondwater is nieuw. Dit betekent dat de gemeente in het openbaar gemeentelijke gebied maatregelen moet treffen die structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk voorkomen of beperken. Dit zover het doelmatige maatregelen betreft die niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoren. Het in beeld brengen van eventuele structurele problemen met betrekking tot het grondwater vormt een belangrijke doelstelling voor dit GRPIII. De zorgplichten voor het hemel- en het grondwater zijn inspanningsverplichtingen. Daarom zijn keuzes over de invulling hiervan nodig en is er behoefte aan een toetsingskader: hoe is de samenhang tussen kosten, maatregelen en het maatschappelijk belang. Dit hoofdstuk geeft dat toetsingskader. 3.2 Waarom riolering? De reden om riolering aan te leggen is en was: • het beschermen van de volksgezondheid: verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving verwijderen; • het op peil houden van de kwaliteit van de leefomgeving: ontwatering van de bebouwde omgeving door naast het afvalwater ook het overtollige regenwater van daken, pleinen, wegen e.d. in te zamelen en af te voeren; • het beschermen van de bodem, het grond- en oppervlaktewater: door het afvoeren van het afvalwater naar een zuiveringsinstallatie. 3.3 Relaties met andere plannen en regelgeving Riolering staat niet op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van de waterketen (drinkwatervoorziening - riolering - afvalwaterzuivering). De riolering heeft relaties met het watersysteem en vormt onderdeel van de openbare ruimte.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 19 van 48
Gewenste situatie
Dit brede GRP heeft dan ook relaties met andere (beleids)plannen, zowel van de gemeente als van andere overheden. Deze beleidsplannen kunnen directe invloed hebben op de te nemen maatregelen en op de actuele uitvoeringstermijn van de maatregelen die in dit GRP aan de orde komen. In bijlage 5 is aangegeven welke ontwikkelingen, plannen en wet- en regelgeving op welk(e) aspect(en) van de afvalwaterketen ingrijpen. Een aantal relaties wordt daar kort toegelicht. Voor uitgebreide informatie wordt verwezen naar de betreffende (beleids)stukken. 3.4 Toetsingskader Zorgen voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater. In de oude wetgeving kon de zorgplicht strikt genomen alleen door aansluiting op de riolering worden ingevuld. Toepassing van individuele afvalwatervoorzieningen in de bebouwde kom was formeel niet mogelijk. De gemeente kan nu zelf kiezen, in plaats van een openbaar vuilwaterriool zijn andere systemen toegestaan, als daarmee minstens een zelfde graad van milieubescherming wordt bereikt. De effecten op het milieu en de kosten van de maatregel zijn dus bepalend voor deze afweging. De gemeente Wijk bij Duurstede heeft de afgelopen jaren al veel inspanningen gedaan om ook de laatste panden op de riolering aan te sluiten. Voor de invulling van deze zorgplicht zijn daarom geen verdere afwegingen en keuzes nodig. Om de bestaande voorzieningen in stand te houden zijn goed gebruik van de riolering en tijdige vervanging daarvan noodzaak. Voor het transport van stedelijk afvalwater naar een rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI) moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water binnen een bepaalde tijd door de riolen naar het gemaal of ander lozingspunt kunnen afstromen. De voorzieningen mogen ook niet vervuild zijn met zand of andere ongerechtigheden. De gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen en bedrijfszeker zijn. Zorgen voor inzameling en verwerking van hemelwater Om wateroverlast bij regen zoveel mogelijk te voorkomen, moet de riolering als totaal voldoende afvoercapaciteit hebben. Water op straat kan ontstaan als bij hevige regen niet al het water direct kan worden afgevoerd, soms leidt dat ook tot overlast. Bij hevige regenval is berging van hemelwater in de openbare ruimte noodzakelijk omdat dan niet al het hemelwater door de riolering kan worden afgevoerd. De voorspellingen rond klimaatverandering maken duidelijk dat de opgave om (hemel)water in stedelijk gebied te bergen tot 2050 mogelijk zal verdubbelen. In Wijk bij Duurstede zijn nu overwegend gemengde rioolstelsels aangelegd, waarbij afstromend hemelwater vermengd met vuilwater van woningen en bedrijven wordt afgevoerd. Berging van water uit een gemengd systeem in de openbare ruimte is onder andere door de (potentiële) risico’s voor de volksgezondheid ongewenst. Het uit elkaar halen van vuil water en schoner hemelwater is dan nodig (ontvlechten) Het ontvlechten van het hemelwater (ook wel afkoppelen genoemd) maakt het mogelijk veel flexibeler om te gaan met de opgave(n) voor de toekomst. De vraag rond de mate van ontvlechting speelt met name bij vervanging van riolering in bestaand stedelijk gebied. Bij vervanging van de riolen is het mogelijk het hemelwater van het openbaar gebied te ontvlechten en afzonderlijk af te voeren. De huidige rioolvervanging vindt plaats op het niveau van een enkele straat of weg. Dit maakt het in vrijwel alle gevallen onmogelijk om het hemelwater afzonderlijk af te voeren omdat er geen oppervlaktewater beschikbaar is om het hemelwater direct naar te kunnen afvoeren. Ontvlechten van hemelwater is in bestaand stedelijk gebied alleen mogelijk door het schaalniveau van vervanging te vergroten en op buurtniveau aan de slag te gaan. Dan kan een apart riool worden aangelegd om het hemelwater af te voeren naar het oppervlaktewater of de bodem. Als alternatief kan een bovengrondse afvoer van hemelwater dienen.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 20 van 48
Gewenste situatie
Redenen om te ontvlechten zijn: • het relatief schone hemelwater kan direct lokaal worden teruggebracht in het milieu; • het hemelwater hoeft niet te worden getransporteerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI), dat scheelt energie; • door de aanvoer van minder hemelwater op de RWZI kan het zuiveringsrendement worden vergroot; • door klimaatontwikkelingen wordt verwacht dat de regenval heviger zal zijn, wat eerder tot overlast kan leiden. Door het hemelwater te ontvlechten wordt de riolering ontlast en zijn er meer mogelijkheden om (water)overlast te voorkomen of reduceren. Je kunt schoner water makkelijker bergen in de openbare ruimte dan vuilwater. Kort samengevat “Je moet geen schoon water gaan verpompen en zuiveren”. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. Grondwater speelt een belangrijke rol binnen de stedelijke openbare ruimte. De ruime omschrijving van dit doel is noodzakelijk omdat de oorzaken en oplossingen van grondwaterproblemen liggen op de grensvlakken van stedelijk waterbeheer en ruimtelijke ordening. Er is onderscheid tussen het particulier en het openbaar gebied. Op eigen terrein heeft de burger nadrukkelijk zelf een verantwoordelijkheid om het grondwaterprobleem op te lossen en te voorkomen. De gemeente stelt zich tot doel om het de burger mogelijk te maken deze verantwoordelijkheid te nemen. Bij grondwaterproblemen is de gemeente ‘Wijk bij Duurstede’ voor haar burgers het aanspreekpunt. De gemeente is verantwoordelijk om in overleg met het waterschap HDSR en de provincie Utrecht en particulieren na te gaan of, en zo ja hoe, structurele grondwateroverlast is te voorkomen. Wijk bij Duurstede wil een actieve houding aannemen voor de locaties die gevoelig kunnen zijn voor grondwater. Op dit moment bestaat de indruk dat slechts op enkele locaties (bijvoorbeeld in Langbroek) problemen met de grondwaterstand optreden. Deze gebieden krijgen bijzondere aandacht: een duidelijk punt voor burgers voor klachten of vragen over grondwater (waterloket), het instellen van onderzoek bij klachten om te achterhalen of sprake is van een grondwaterprobleem en een indicatie te krijgen van de oorzaak, het inrichten van grondwatermeetnet rond locaties die gevoelig zijn voor grondwateroverlast en het nemen van preventieve maatregelen bij vervanging van riolen. Voor de overige gebieden wordt een meer reactieve werkwijze gevolgd. Klachten worden geregistreerd en geanalyseerd, maar incidentele klachten leiden niet direct tot nader onderzoek. Voorwaarden voor effectief beheer De rioolbeheerder moet een aantal voorwaarden scheppen voor een doelmatige zorg voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater. Wanneer de voorwaarden niet zijn ingevuld kan de doelmatigheid van de rioleringszorg niet worden gewaarborgd. Hier ligt ook de relatie met de eis uit de Wet Milieubeheer (art. 4.22) dat bekend moet zijn wat er aan rioleringsvoorzieningen aanwezig is en in welke staat zij verkeren. Om te kunnen toetsen of de doelen worden gehaald, zijn functionele eisen en bijbehorende maatstaven opgesteld, deze zijn opgenomen in bijlage 6. 3.5 Overleg met andere overheden Bij het opstellen van GRPIII zijn het Hoogheemraadschap en de provincie Utrecht direct betrokken in een projectteam. De door hen gemaakte opmerkingen zijn in dit GRP verwerkt. Een officiële reactie van het Hoogheemraadschap is nog opgenomen in bijlage 9.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 21 van 48
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Huidige situatie
4
Huidige situatie
4.1 Inleiding Wat hebben we nu aan voorzieningen en hoe voldoen we aan de gestelde eisen? In dit hoofdstuk vindt de toetsing van de huidige situatie plaats. Deze toetsing is het uitgangspunt voor het bepalen van de opgave (hoofdstuk 5). Naarmate de gewenste en de huidige situatie meer van elkaar afwijken, zullen meer ingrijpende en omvangrijke maatregelen noodzakelijk zijn. Het vaststellen van de huidige situatie heeft plaatsgevonden op basis van: • Evaluatie van het gemeentelijk rioleringplan Wijk bij Duurstede 2003-2007; • Objectgegevens in het gemeentelijke rioolbeheersysteem; In dit hoofdstuk wordt onderscheid gemaakt in de drie zorgplichten: stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.
4.2 Totaal overzicht voorzieningen In Tabel A is een overzicht weergegeven van de aanwezige voorzieningen in de gemeente. Tabel A Totaal overzicht voorzieningen per 1-1-2009
448
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 23 van 48
Huidige situatie
In Figuur C is de vrijvervalriolering naar leidingtype en aanlegperiode weergegeven. Hieruit blijkt dat tot en met 1990 hoofdzakelijk gemengde riolering is aangelegd.
40.000 35.000
lengte (m)
30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 < 1951
1951-1960
1961-1970
1971-1980
1981-1990
1991-2000
2001-2008
periode gemengd riool
overstortriool
transportriool
rwa-riool
dwa-riool
Figuur C Vrijvervalriolering naar leidingtype en aanlegperiode
In Figuur D is de riolering schematisch weergegeven. In het plaatje is de gemengde riolering rood gekleurd, de gescheiden riolering is groen gekleurd. Het drukrioleringssysteem in het buitengebied bestrijkt de hele gemeente.
Langbroek
Cothen
Wijk bij Duurstede Figuur D Rioleringschema gemeente Wijk bij Duurstede
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 24 van 48
Huidige situatie
In de paragrafen 4.3, 4.4 en 4.5 wordt ingegaan op de aanwezige voorzieningen, hierbij wordt dan onderscheid gemaakt in de verschillende afvalwaterstromen. Per type stelsel wordt een overzicht van de voorzieningen gegeven en wordt de toestand en het functioneren van deze voorzieningen beschreven en getoetst aan de maatstaf of voorwaarden (uit bijlage 6) die daarop van toepassing is. 4.3 Stedelijk afvalwater Het stedelijk afvalwater omvat de gemengde- en de vuilwaterriolering. Afvoer en behandeling van stedelijk afvalwater Sinds 1 januari 2008 zijn alle percelen aangesloten op de riolering of een IBA (Individuele Behandeling van Afvalwater). Er zijn 2 percelen voorzien van een IBA. De inzameling van stedelijk afvalwater binnen de bebouwde kom vindt hoofdzakelijk plaats door vrijvervalriolen. Buiten de bebouwde kom wordt het afvalwater ingezameld door middel van drukriolering. Het ingezamelde stedelijk afvalwater van alle kernen wordt via gemalen en persleidingen verpompt naar de rioolwaterzuivering (RWZI) in Wijk bij Duurstede. Conclusie: alle percelen binnen de gemeente zijn op de (druk)riolering of op een IBA aangesloten Overzicht aanwezige voorzieningen De gegevens van de riolering zijn opgenomen in het rioleringsbeheersysteem (Dg Dialog) van de gemeente. Het rioolstelsel voor de inzameling en transport van het stedelijk afvalwater heeft de volgende kenmerken: • In totaal is er circa 80 km vrijvervalriolering voor stedelijk afvalwater aangelegd waarvan: o gemengd 66,9 km; o dwa-riolen 12,1 km; o overstortriolen 0,7 km • Bij de gemeente zijn 15 rioolgemalen in het vrijvervalsysteem in beheer. De lengte van bijbehorende persleidingen bedraagt circa 3.43 km, zie ook tabel 4.1 GEM/DWA en 4.2 GEM/DWA in bijlage 1. • Er is drukriolering aanwezig met 448 pompunits, circa 76,8 km drukleiding, zie ook tabel 4.3 DWA in bijlage 1. • Bij 2 percelen wordt het huishoudelijk afvalwater gezuiverd met behulp van een IBA (Individuele Behandeling Afvalwater). In figuur E is de hoeveelheid aangelegde riolering en leeftijdsopbouw per type (gemengd en dwa) riool weergegeven.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 25 van 48
Huidige situatie
Stedelijk afvalwaterdeel
40.000 35.000
lengte (m)
30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 < 1951
1951-1960
1961-1970
1971-1980
1981-1990
1991-2000
2001-2008
periode gemengd riool
overstortriool
dwa-riool
Figuur E Aanlegjaar vrijverval riolering voor inzameling stedelijk afvalwater
Conclusie: de gemeente beschikt over een geautomatiseerd rioleringsbeheer programma met bijbehorende gegevensbestanden. De beschikbaarheid en toegankelijkheid van gegevens is gewaarborgd. Toestand van de objecten Vrijvervalriolering Inzicht in de toestand van de riolering is één van de noodzakelijke voorwaarden voor een effectief rioleringsbeheer. Het doel van rioolinspectie is het inzicht verkrijgen en houden in de kwaliteit van de riolen. Bijna alle riolering is geïnspecteerd (99%). Sinds 1999 is circa 66 km (= 83% van de totale lengte gemengde en dwa riolering) riolering geïnspecteerd met behulp van videocamera. De waarnemingen zijn geclassificeerd volgens de Nederlandse Norm NEN 3399:2004 (ref. 3). Dit houdt in dat gekeken wordt naar achttien verschillende toestandsaspecten (bijvoorbeeld lekkage, zand- en vuilophoping, aantasting van het beton van de buis) die in hoofdgroepen “waterdichtheid”, “stabiliteit” en “afstroming” zijn ondergebracht. De waarnemingen worden in vijf klassen verdeeld, waarbij een klasse 1 betekent dat er niets aan de hand is en een klasse 5 dat het toestandsaspect in ernstige mate is waargenomen (bijvoorbeeld grondwater dat door een lekke voeg naar binnen spuit, een buis die voor een groot deel is gevuld met zand, aantasting van de buis zodat het grind uit het beton valt). De procentuele verdeling over de rioolstrengen van de ingrijp- en waarschuwingsmaatstaven volgend uit de inspecties zijn in Figuur F weergegeven
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 26 van 48
Huidige situatie
Stedelijk afvalwaterdeel
55%
37%
8%
Geen bijzonderheden
Waarschuwing
Ingrijpen
Figuur F Resultaten inspecties
Van de geïnspecteerd riolen heeft 8% een ingrijpmaatstaf gekregen. De oorzaak is onderverdeeld in de categorieën waterdichtheid, stabiliteit en afstroming, zie Figuur G. Een ingrijpmaatstaf moet leiden tot een nadere beoordeling van de schadebeelden, waarbij de gewenste maatregel (vervanging of reparatie) wordt vastgesteld. Van de geïnspecteerd riolen heeft 37% een waarschuwingsmaatstaf gekregen. Een waarschuwingsmaatstaf betekent dat de toestand van deze riolen in de toekomst moet worden gevolgd. Bij de rest van de geïnspecteerde riolering (55%) zijn er geen gebreken geconstateerd.
Stedelijk afvalwaterdeel
11%
18%
71%
Waterdichtheid
Figuur G
Stabiliteit
Afstroming
Verdeling ingrijpmaatstaven
Conclusie: er is inzicht in de toestand van de (vuil water) riolen. Hier wordt in hoofdstuk 5 op terug gekomen.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 27 van 48
Huidige situatie
Functioneren van de voorzieningen Het vrijvervalstelsel van Wijk bij Duurstede, Cothen en Langbroek functioneert goed. Er zijn hydraulisch gezien geen grote problemen in periode van (hevige) regenval. Het gemengde rioolstelsel heeft voldoende capaciteit om de neerslag te kunnen verwerken. Er zijn 6 bergbezinkvoorzieningen in de gemeente aangelegd. De laatste maatregelen in het kader van de basisinspanning zijn in 2008 uitgevoerd. Geconcludeerd kan worden dat de vuiluitworp uit het gemengde stelsel voldoet aan de basisinspanning en daarmee aan de eisen van het Hoogheemraadschap. Conclusie: het stelsel heeft voldoende hydraulische capaciteit 4.4
Hemelwater
Verwerking van hemelwater De inzameling van hemelwater, bij (verbeterd) gescheiden stelsels, alleen binnen de bebouwde kom, vindt plaats middels vrijvervalriolering. Het hemelwater wordt via rioolgemalen en persleidingen deels afgevoerd naar de RWZI. Er zijn in de gemeente vier wadi’s aangelegd voor de verwerking van hemelwater. Vanuit de wadi’s infiltreert het hemelwater in de bodem. In Veilingpark bevindt zich een infiltratie-transport (IT) riool. Het hemelwater in het buitengebied wordt niet ingezameld en verwerkt. Conclusie: Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, tenzij men zich niet van het hemelwater wil ontdoen doch het voor lokale waterhuishouding of andere doeleinden wil gebruiken of wanneer indirecte lozing geoorloofd is. Overzicht van aanwezige voorzieningen De gegevens van de hemelwater riolering zijn opgenomen in het rioleringsbeheerpakket (Dg Dialog). De hemelwaterriolering in de gemeente laat zich als volgt karakteriseren: • In de verschillende kernen is circa 13,6 km hwa-riolering aangelegd voor het inzamelen en transporteren van hemelwater naar het oppervlaktewater. Deze HWA-riolering ligt voornamelijk in de nieuwere wijken zoals zuidoost Cothen en de Geer en op bedrijventerreinen. • Er zijn 6 bergbezinkvoorzieningen aangelegd in het gemengde rioolstelsel; • Er zijn drie hwa gemalen aanwezig. De lengte van bijbehorende persleidingen bedraagt circa 100 m, zie ook tabel 4.1 HWA+GW en 4.2 HWA+GW in bijlage 1. In Figuur H is de hoeveelheid aangelegde riolering en leeftijdsopbouw weergegeven hemelwater- en grondwaterdeel
9.000 8.000 7.000
lengte (m)
6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 < 1951
1951-1960
1961-1970
1971-1980
1981-1990
1991-2000
2001-2008
periode rwa-riool
Figuur H Aanlegjaar vrijverval riolering voor inzameling hemelwater
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 28 van 48
Huidige situatie
Conclusie: de gemeente beschikt over een geautomatiseerd rioleringsbeheer programma met bijbehorende gegevensbestanden. De beschikbaarheid en toegankelijkheid van gegevens is gewaarborgd. Toestand van de objecten Bijna alle hemelwaterriolering is geïnspecteerd (99%). Sinds 1999 is 43% geïnspecteerd. Het beeld is dat de stabiliteit weinig problemen geeft, maar dat voor de wat langere termijn de waterdichtheid en de afstroming extra aandacht vraagt. De procentuele verdeling over de rioolstrengen van de ingrijp en waarschuwingsmaatstaven volgend uit de inspectie zijn in Figuur I weergegeven
52%
44%
4%
Geen bijzonderheden
Waarschuwing
Ingrijpen
Figuur I Resultaten inspecties Van de geïnspecteerde riolen heeft 4% een ingrijpmaatstaf. De oorzaak is onderverdeeld in de categorieën waterdichtheid, stabiliteit en afstroming, zie Figuur J. Een ingrijpmaatstaf moet leiden tot een nadere beoordeling van de schadebeelden, waarbij de gewenste maatregel (vervanging of reparatie) wordt vastgesteld. Van de geïnspecteerde riolen heeft 44% een waarschuwingsmaatstaf gekregen. Een waarschuwingsmaatstaf betekent dat de toestand van deze riolen in de toekomst moet worden gevolgd. Bij de rest van de geïnspecteerde riolering (52%) zijn er geen gebreken geconstateerd. 11%
33%
56%
Waterdichtheid
Stabiliteit
Afstroming
Figuur J Verdeling ingrijpmaatstaven
Conclusie: er is inzicht in de toestand van de (hemelwater) riolen.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 29 van 48
Huidige situatie
Functioneren van de voorzieningen Over het functioneren van het hemelwater stelsel zijn geen klachten bekend bij de gemeente. Het hemelwater stelsel functioneert goed. Conclusie: De afvoercapaciteit van de riolering is toereikend om het aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken. 4.5
Grondwater
Inzicht in grondwaterregime In de wet en regelgeving is de rioleringszorgplicht aangepast en uitgebreid. Naast een zorgplicht voor het stedelijk afvalwater en hemelwater is er een zorgplicht voor het grondwater bijgekomen. Enkele punten in deze nieuwe grondwaterzorgplicht zijn: • de aanpak van grondwateroverlast is een samenspel van de grondeigenaar, gemeente, Hoogheemraadschap en Provincie; • de wet wijst uitdrukkelijk niet één van de overheden aan die de zorgplicht heeft voor een grondwaterstand; • eigen verantwoordelijkheid van de grondeigenaar is het uitgangspunt; • de gemeente treft in ieder geval maatregelen als grondeigenaar voor haar eigen grondgebied; • maatregelen moeten problemen oplossen en doelmatig zijn; • bouwkundige maatregelen hebben de voorkeur boven waterhuishoudkundige maatregelen; • de zorgplicht eist van gemeente een goede analyse van oorzaken en mogelijke maatregelen; • bij grondwaterproblemen moet de gemeente zich in grondwater verdiepen en keuzen maken. De gemeente heeft nog geen gedetailleerd inzicht in de grondwaterstanden vanwege het ontbreken van een goede klachtenregistratie en een fijnmazig peilbuizen meetnet. In hoofdstuk 5 wordt hier nader op ingegaan. Overzicht aanwezige voorzieningen Er is één drainagegemaal in Langbroek. Er is drainage aangelegd in de wijken De Horden en De Geer, waarbij de ligging niet is vastgelegd. Klachten en overlast Klachten of overlast veroorzaakt door de (te hoge) grondwaterstanden komen beperkt voor in de gemeente. Locaties in Langbroek en de wijk De Horden in Wijk bij duurstede zijn bekend als aandachtsgebieden Conclusie: Op dit moment is er nog onvoldoende inzicht in het grondwaterregime.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 30 van 48
De opgave
5
De opgave
5.1 Inleiding In hoofdstuk 3 is de gewenste situatie voor de riolering in Wijk bij Duurstede beschreven. In dit hoofdstuk wordt de strategie beschreven om deze gewenste situatie te bereiken. Een strategie geeft de hoofdlijnen weer van de aanpak die leidt tot het bereiken van gestelde doelen. Het is een samenstel van onderzoek (inspectie, studie), maatregelen (onderhoud, verbetering en vervanging), benodigde middelen (personeel, financieel) en tijd (NPR 3220), zie Figuur K. In dit hoofdstuk komt het onderzoek en de benodigde maatregelen aan de orde. In hoofdstuk 6 wordt de organisatie en financiën behandeld.
Figuur K Proces formuleren strategie (NPR 3220)
5.2 Onderzoek Door middel van onderzoek ontstaat er inzicht in de toestand en het functioneren van de riolen. Onderzoek is de basis om de bestaande voorzieningen te beheren en ongeoorloofd gebruik van de riolering te minimaliseren. In het vervolg van deze paragraaf worden onderzoeksitems benoemd. Inventarisatie Gegevens zijn voor het rioleringsbeheer van groot belang, evenals de directe toegankelijkheid ervan. Om op adequate wijze de aan de riolering te verrichten maatregelen qua aard en omvang te kunnen bepalen, is een overzicht nodig van de in beheer zijnde voorzieningen. Dit overzicht is in digitale rioleringsbestanden aanwezig. De reguliere terugkerende werkzaamheden hierbij zijn: • Periodiek bijwerken van de revisiegegevens (vervangingen van de riolering). • Toevoegen van nieuw aangelegde riolering (nieuwbouw). • Invoeren van inspectie- en reinigingsgegevens. • Bijhouden van meldingen en storingen. Het is noodzakelijk de revisiegegevens frequent in de computerbestanden te verwerken en het beheersysteem actueel te houden. De jaarlijkse kosten voor automatisering en het doorvoeren van mutaties in het rioleringsbeheerpakket dg DIALOG zijn opgenomen in de exploitatieuitgaven, zie tabel 5.2 in bijlage 1.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 31 van 48
De opgave
Inspectie en controle vrijvervalriolering Om de kwaliteit van de vrijverval riolering in beeld te brengen worden rioolinspecties uitgevoerd. Tijdens deze rioolinspecties die met behulp van videocamera worden uitgevoerd, wordt het riool beoordeeld (geclassificeerd) op de toestandsaspecten zoals vastgesteld in de NEN-EN-135082 (sinds begin 2004). De kosten voor het uitvoeren van videocamera rioolinspecties zijn in de exploitatie-uitgaven opgenomen. Voorafgaand aan de inspectie moet het riool gereinigd worden. De totale kosten voor het reinigen van de riolering zijn opgenomen in de begroting. Het bedrag voor inspecteren en reinigen zal toenemen met de groei van de te beheren lengte riolering. Na het inspecteren van de riolering zullen de inspectieresultaten beoordeeld moeten worden om de juiste maatregel te kunnen bepalen. Voor het beoordelen van inspectieresultaten is éénmalig een bedrag opgenomen van € 50.000 zie tabel 5.1 in bijlage 1. Actualisatie GRP Het gemeentelijk rioleringsplan is het beleidsdocument voor de invulling van de gemeentelijke watertaken. Een actualisatie van dit plan en de onderliggende gegevens en berekeningen moet om de 4-5 jaar plaatsvinden. In 2013 zal dit GRP geactualiseerd moeten worden. Hiervoor is éénmalig een bedrag opgenomen van € 20.000 zie tabel 5.1 in bijlage 1. Actualisatie BRP Het functioneren van alle voorzieningen voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater moet periodiek getoetst worden waarbij met name gekeken wordt naar de capaciteit en getoetst wordt of wateroverlast kan worden voorkomen. De laatste keer dat dit in Wijk bij Duurstede is uitgevoerd was in april 2001. Binnen de planperiode moet daartoe een nieuw Basisrioleringsplan worden opgesteld, waarin ook het functioneren van de ontwateringsmiddelen (drainage) aandacht krijgen. Hiervoor is éénmalig een bedrag opgenomen van € 25.000 zie tabel 5.1 in bijlage 1. Inventarisatie grondwater In de Wet op de waterhuishouding heeft de gemeente per 1 januari 2008 een extra zorgplicht gekregen, de zorgplicht voor het grondwater. Deze nieuwe zorgplicht betekent vooralsnog dat de gemeente in het openbaar gemeentelijke gebied maatregelen dient te treffen die structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk voorkomt of beperkt. Dit zover het doelmatige maatregelen betreft die niet tot de zorg van het Hoogheemraadschap of de provincie behoren. Om te kunnen bepalen of er structurele problemen zijn in de gemeente, met de aan de grond gegeven bestemming door de grondwaterstand, moet er inzicht zijn in de gemeentelijke grondwaterstanden en de hieraan gerelateerde problemen. Dit inzicht ontbreekt nu bij de gemeente. Het in beeld brengen van eventuele problemen zal gedaan worden door het slaan van enkele peilbuizen in wijken waar naar verwachting grondwaterproblemen kunnen voorkomen. (Langbroek en de wijk De Horden in Wijk bij duurstede.) Hierover zal ook een grondwaternotitie worden geschreven. Voor het inventariseren van grondwaterproblemen is éénmalig in de komende planperiode € 24.000 begroot zie tabel 5.6 in bijlage 1. 5.3 Maatregelen Onder maatregelen in de rioleringszorg wordt verstaan: onderhoud, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering van het rioleringssysteem. Het nemen van deze maatregelen heeft als doel: • het zorgen voor voldoende afvoercapaciteit: “droge voeten”; • het voorkomen van calamiteiten (voldoende stabiliteit en de waterdichtheid van de riolen); • het tegengaan van verontreiniging van bodem vanuit de riolering. Onderhoud rioleringsobjecten Gemalen en drukriolering De gemalen en drukriolering worden door derden onderhouden. Hieronder valt ook het ad-hoc onderhoud in geval van storingen. De jaarlijkse kosten zijn opgenomen in de exploitatie-
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 32 van 48
De opgave
uitgaven. De kosten bedragen circa € 180.000. De eerste reactie op storingen en meldingen/klachten wordt wel door de gemeente ingevuld om de dienstverlening naar burgers en bedrijven te kunnen waarborgen. Riolering en kolken De reinigingsfrequentie van dwa en gemengde riolen is eenmaal in de 10 jaar. Het reinigen van de riolen wordt uitbesteed. Op basis van inspecties, klachten en storingen (verstoppingen) en ervaring kan blijken dat bepaalde delen van het stelsel frequenter en andere delen minder frequent gereinigd behoeven te worden. De riolen waarbij met inspecties ingrijpmaatstaven zijn geconstateerd worden met voorrang aangepakt. Het reinigen van de kolken is belangrijk om plasvorming op straat bij regenval te voorkomen en is een preventieve maatregel ter voorkoming van verontreiniging van het oppervlaktewater. De reinigingsfrequentie van de straat- en trottoir kolken is eenmaal per jaar. Het reinigen van de kolken wordt uitbesteed. De kosten voor het schoonmaken van riolen en de verwerking van vrijkomend rioolslib zijn opgenomen in de rioleringsbegroting en weergegeven in tabel 5.2, bijlage 1. De jaarlijkse exploitatie-uitgaven voor onderhoud en reiniging aan vrijverval riolering en straatkolken bedragen € 125.000. Straatvegen Verontreinigingen hechten zich aan stof- en zanddeeltjes op straat, wanneer deze regelmatig worden verwijderd door reiniging van kolken worden deze deeltjes niet meegevoerd door het afstromend regenwater. Door straatvegen komt minder slib in de riolering terecht. Deze kosten worden daarom voor 50% meegenomen in de exploitatie-uitgaven. De kosten bedragen €100.000.
Vervanging, renovatie en reparatie en verbetering Drukriolering Voor vervanging van de drukriolering is uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen, gebaseerd op ervaringscijfers van de gemeente en landelijke trends. Zo functioneren de mechanische en elektrische componenten van een pompunit gemiddeld 15 jaar en de bouwkundige delen circa 45 jaar. In de planperiode 2009-2013 dient het electrische deel (pompen) van de in de periode 19841994 aangelegde drukriolering vervangen te worden. Het gaat hierbij om 130 units. De totale investering bedraagt hiervoor circa € 780.000,--. De kosten voor het vervangen van het bouwkundige deel bedragen 20.000 euro. Gemalen Ook voor vervanging van de rioolgemalen is uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen, gebaseerd op ervaringscijfers van de gemeente en landelijke trends. In de planperiode 20092013 komt het mechanisch/elektrische deel van de in tabel B genoemde gemalen in aanmerking voor vervanging. Tabel B Overzicht vervanging van m/e deel van rioolgemalen Jaar
Locatie gemaal
2009 2013
Graaf Van Lynden Van Sandenburgweg Groenewoudsweg Zandpad
2009
Bredeweg
2009
Willem Alexanderweg (bedrijventerrein) Totaal
Zie tabel
Investering
in bijlage 1
(EURO)
Tabel 4.1 GEM Tabel 4.1 GEM
16.000 6.000
Tabel 4.1 DWA
16.000
Tabel 4.1 HWA+GW
6.000 44.000
Persleiding Voor vervanging van de persleidingen is uitgegaan van standaard afschrijvingstermijnen van 45 jaar. Er is in deze planperiode geen vervanging voorzien van een persleiding.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 33 van 48
De opgave
Riolering Om de stabiliteit en waterdichtheid te waarborgen en calamiteiten te voorkomen, is het nodig de riolering op tijd te repareren, te renoveren of te vervangen. Op basis van de rioleringsgegevens uit het rioleringsbeheersysteem van de gemeente is een vervangingsplanning op hoofdlijnen opgezet. Riolen krijgen een restlevensduur die is gebaseerd op inspectie of daarvan is afgeleid. Indien geen inspectiegegevens beschikbaar zijn wordt uitgegaan van standaardlevensduren. De ambitie van de gemeente Wijk bij Duurstede is echter ook om hemelwater te ontvlechten van de gemengde riolering. Het ontvlechten heeft een aantal belangrijke voordelen: Redenen om te ontvlechten zijn: • het relatief schone hemelwater kan direct lokaal worden teruggebracht in het milieu; • het hemelwater hoeft niet te worden getransporteerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI), dat scheelt energie; • door de aanvoer van minder hemelwater op de RWZI kan het zuiveringsrendement worden vergroot; • door klimaatontwikkelingen wordt verwacht dat de regenval heviger zal zijn, wat eerder tot overlast kan leiden. Door het hemelwater te ontvlechten wordt de riolering ontlast en zijn er meer mogelijkheden om (water)overlast te voorkomen of reduceren. Je kunt schoner water makkelijker bergen in de openbare ruimte dan vuilwater. Het vervangen van de riolering is een logisch moment om het ontvlechten te overwegen. Ontvlechten van hemelwater is in bestaand stedelijk gebied alleen mogelijk door het schaalniveau van vervanging te vergroten en op buurtniveau aan de slag te gaan. Dan kan een apart riool worden aangelegd om het hemelwater te kunnen afvoeren naar oppervlaktewater of bodem. Als alternatief kan een bovengrondse afvoer van hemelwater dienen. Bij het opstellen van het GRP is per wijk onderzocht welke mogelijkheden er zijn om af te koppelen. In de wijken waar ontvlechten mogelijk is, wordt de vervangingsplanning hierop afgestemd. Dat betekent dat voor elke buurt een vervangingsperiode wordt bepaald op basis van de leeftijd. Op die wijze wordt ook een directe koppeling gelegd met de aanpak van de totale openbare ruimte. Met reparatie en renovatie worden eventueel optredende rioolproblemen aangepakt die om ingrijpen vragen voor de gewenste vervangingsperiode. Hiervoor zijn kosten opgenomen van 60.000 euro/jaar. In het navolgende wordt per wijk de mogelijkheid voor ontvlechten besproken. Ook wordt aangegeven wanneer de riolering vervangen moet worden. Een eerste analyse maakt duidelijk dat er mogelijkheden zijn om in de wijk de ‘Horden’ het hemelwater te ontvlechten. In de riolering van de wijk ‘De Horden’ zijn, zo is uit de inspecties gebleken, scheuren aanwezig. Deze scheuren zijn waarschijnlijk bij aanleg ontstaan. Omdat deze scheuren niet erger worden en geen directe bedreiging vormen voor de stabiliteit en waterdichtheid, wordt aangenomen dat de riolering haar levensduur van 60 jaar kan halen. Dit betekent dat de riolering vanaf het jaar 2036 vervangen moet worden. Op dat moment kan gekozen worden om te ontvlechten. In de afgelopen jaren zijn in de wijk ‘De Heul’ verschillende riolen gerepareerd. Verwacht wordt dat de riolering haar levensduur zal halen en in 2031 vervangen dient te worden. In deze wijk is veel groen aanwezig, dit maakt het afkoppelen ook voor deze wijk tot een goede optie. In de wijk ‘De Engk’ worden vanaf 2015 ontwikkelingen verwacht betreffende de woningbouw. De riolering in het noordelijke gedeelte van deze wijk heeft haar levensduur bijna bereikt en zal in de volgende planperiode vervangen worden. Ontvlechten is mogelijk, door middel van een nieuwe watergang of een grote buis kan het hemelwater afgevoerd worden richting oppervlaktewater. De riolering in het zuidelijke gedeelte van de Engk bereikt in 2021 een levensduur van 60 jaar. Op dat moment kan gekozen worden om ook in het zuidelijke gedeelte van deze wijk de riolering te ontvlechten.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 34 van 48
De opgave
Ontvlechten mogelijk Ontvlechten niet mogelijk Gescheiden stelstel
Figuur L Mogelijkheid tot ontvlechten in Wijk bij Duurstede
De wijk ‘Noorderwaard’ biedt mogelijkheden om hemelwater te ontvlechten. Bij de aanleg het rioolstelsel in ‘Noorderwaard’ zijn scheuren ontstaan in de buizen. Deze scheuren worden niet groter, daarom wordt verwacht dat de riolering haar levensduur van 60 jaar zal halen. Het grootste gedeelte van deze wijk is in het jaar 2036 aan vervanging toe. Op dat moment kan besloten worden om de riolering te ontvlechten. De riolering in de Prins Hendrikweg en in de Hoogstraat is in 2014 aan vervanging toe. Sommige delen van de riolering liggen in particulier gebied. Bij vervanging zal de riolering in het openbaar gebied komen te liggen. Deze straten liggen in een archeologische waardevol gebied. Er bestaat kans dat dit moeilijkheden oplevert bij het opgraven van de riolering en het aanleggen van een eventuele extra buis om het hemelwater af te voeren. De keuze om hier te ontvlechten zal in de planperiode van dit GRP gemaakt worden. Hierbij wordt vermeldt dat op dit moment het vervangen van de riolering de voorkeur heeft, indien de kosten door archeologisch onderzoek te hoog worden dat zal de riolering worden gerelined. In de wijk ‘De Geer’ is een gescheiden stelsel aanwezig. Ontvlechten is niet nodig. De riolering zal naar verwachting vervangen moeten worden vanaf het jaar 2056. Vanwege het oude karakter van de binnenstad is het lastig om hier de riolering te ontvlechten. Besloten is om hier niet te ontvlechten. De riolering zal vervangen/gerepareerd worden op basis van inspecties.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 35 van 48
De opgave
Figuur M Mogelijkheid tot ontvlechten in Cothen (legenda: zie Figuur L )
In het noordelijke deel van Cothen is afkoppelen lastig, dit wordt veroorzaakt door de hoge bebouwingsdichtheid. Dit maakt dat het afkoppelen geheel ondergronds dient te gebeuren, waardoor de kosten hoger zullen uitvallen. In het zuidelijkere gedeelte is er wel mogelijkheid om te ontvlechten. Deze keuze kan gemaakt worden als de riolering vervangen dient te worden. Dit zal in twee fases plaatsvinden, rond het jaar 2026 en 2041. Geheel ten zuiden van Cothen ligt een gescheiden stelsel. Hier is het dus niet nodig om of te koppelen.
20102014
Figuur N Mogelijkheid tot ontvlechten in Langbroek (legenda: zie Figuur L )
Ten noorden van Langbroek zullen in de toekomst woningen gebouwd worden. Hierbij zal onderzocht moeten worden of de bestaande riolering dit water kan afvoeren. Gezien de aanlegjaren van de riolering zal de riolering in 3 fases vervangen worden (in het jaar 2010, 2031, 2051). Door de aard van de bebouwing is ontvlechten mogelijk, omdat er ook grondwaterproblemen zijn wordt aanbevolen om alle problemen aan te pakken en ook drainagebuizen aan te leggen.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 36 van 48
De opgave
Algemeen afwegingskader ontvlechting Hierboven is aangeven in welke wijken zich kansen voordoen om te ontvlechten. Voorafgaand aan de werkelijke vervanging moet, bij het operationeel maken van de plannen, per wijk nader worden bepaald op welke locaties ontvlechten tegen redelijke kosten mogelijk is. Per te ontvlechten gebied zal in de planvoorbereiding ook nadrukkelijk met het hoogheemraadschap gezocht worden naar de oplossingen in het watersysteem met de laagst mogelijke maatschappelijke kosten. In de berekeningen van de kosten voor ontvlechten is er van uitgegaan, dat uiteindelijk bij 80% van de te vervangen riolering tot ontvlechting kan worden overgegaan. Bij deze uiteindelijke uitwerking zijn de volgende criteria van belang: • de gemiddelde kosten per m2 mogen niet te veel afwijken van de geraamde € 20/m2 (maximaal 25% hoger); • combinatie met verhardingswerkzaamheden of andere (grootschalige) ingrepen in de openbare ruimte; • het schaalniveau en de samenhang met de omgeving, er moet een goede afvoerstructuur voor het ontvlochten hemelwater beschikbaar zijn of gerealiseerd kunnen worden; • eenduidigheid voor het beheer, de gekozen oplossingen voor het omgaan met hemelwater moeten een duidelijke samenhang vertonen, waardoor ook naar de toekomst duidelijk blijft hoe met de verschillende waterstromen in een gebied wordt omgegaan. Samenloop met wegenbeheerplannen In de berekening van de vervangingskosten voor de riolering is rekening gehouden met de kosten voor het opbreken en aanbrengen van de wegverharding ter plaatse van de sleuf, met verkeersmaatregelen, met kosten voor het toegankelijk houden van de bebouwing en met kosten voor kolk- en huisaansluitleidingen (tot de erfgrens). Kosten voor de totale wegreconstructie zijn niet meegenomen. Op die plaatsen waar het hemelwater wordt ontvlochten is combinatie met wegwerkzaamheden het uitgangspunt. Voor de planning van vervanging en ontvlechting van de riolering zijn de aanlegjaren gekozen. De wegverharding is dan, gezien de leeftijd, ook toe aan groot onderhoud. Door de gezamenlijke uitvoering behoeven niet alle wegverhardingskosten aan de riolering te worden toegerekend waardoor 10-15% op kosten kan worden bespaard. Ontvlechten en bestrijdingsmiddelen Bestrijdingsmiddelen (herbiciden) op verhard oppervlak om onkruid tegen te gaan komen via afstromend hemelwater in het watermilieu terecht. Het gebruik van herbiciden op verharding omvat slechts 2 % van het totale gebruik, maar veroorzaakt 50 % van de emissie naar oppervlaktewater. Het gaat daarbij niet alleen op het beheer van openbare terreinen maar ook op het gebruik van bestrijdingsmiddelen door particulieren. Alternatieve manieren voor onkruidbestrijding op verhardingen zijn sterk in ontwikkeling (bv branden of heet water). Toepassing van de zogenaamde DOB-methode kan de emissie naar oppervlaktewater sterk reduceren. Bij de behandeling van het waterplan is door de raad op financiële gronden niet gekozen voor de afbouw van het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Voor de planperiode vormt dit een belangrijk aandachtspunt. Grootschalige ontvlechting vraagt om een minimalisatie van de risico’s voor verontreiniging van het watermilieu. Daarom wordt in 2010 een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden en kosten om dit gebruik van bestrijdingsmiddelen op verharding af te bouwen naar nul. De resultaten daarvan worden met een voorstel hoe daar mee om te gaan aan de raad gemeld. Samenwerking De samenwerking van de gemeente Wijk bij Duurstede met het hoogheemraadschap enerzijds en met andere gemeenten in de omgeving vraagt blijvende aandacht. De verbreding van de gemeentelijke watertaken en de complexiteit van de watervraagstukken maakt samenwerking met anderen noodzakelijk om voldoende kennis te kunnen waarborgen en te komen tot een zorgvuldige afweging rondom investeringen in de afvalwaterketen. De ambitie van de gemeente om grootschalig over te gaan tot het ontvlechten bij rioolvervanging is hiervan een duidelijk voorbeeld. Momenteel worden de samenwerkingsmogelijkheden nader onderzocht en in beeld gebracht. In het Bestuursakkoord Waterketen 2007 zijn hierover door de koepels ook afspraken gemaakt.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 37 van 48
De opgave
Het is voor Wijk bij Duurstede van belang deze initiatieven te ondersteunen en een actieve bijdrage te leveren aan de verkenning van samenwerkingsmogelijkheden. Concrete afspraken over samenwerking tussen partijen (gemeenten, hoogheemraadschap en provincie) kunnen worden vastgelegd in een afvalwaterakkoord. Subsidieregeling De gemeente Wijk bij Duurstede heeft als ambitie om regenwater te ontvlechten van de gemengde riolering. Naast de inspanningen die zij zelf onderneemt, wil men ook de burgers hierin een rol geven. Op dit moment wordt een subsidieregeling voorbereidt waarbij burgers subsidie kunnen krijgen voor het afkoppelen van hun woning of het aanleggen van een zogenaamd “groen dak”. Hierbij is de inzet dat een burger minimaal € 5,- per vierkante meter afgekoppeld verhard oppervlak kan ontvangen. De gemeente Wijk bij Duurstede heeft € 200.000 gereserveerd voor de komende planperiode. Zie hiervoor tabel 5.1 in bijlage 1. Ook het waterschap en de provincie zijn gevraagd om dit belangrijke initiatief te ondersteunen en € 100.000 euro per partij bij te dragen. Gesteld dat een woning (heffingseenheid) gemiddeld 50 m2 kan afkoppelen, kunnen tussen de 1.000 en 1.500 woningen gebruik maken van deze regeling. Klachtenregistratiesysteem Naast het uitvoeren van eventuele maatregelen moet ook invulling gegeven worden aan het inrichten van één centrale klachtenbalie voor alle soorten wateroverlast (onder andere grondwateroverlast). Dit kan gedaan worden in overleg met het hoogheemraadschap, uit de wet op de waterhuishouding blijkt dat dit een gemeentelijke taak is. Het is belangrijk dat er een stappenplan is waarin beschreven wordt wie, wanneer en op welke manier klachten afgehandeld worden. Ook dienen afgehandelde klachten geregistreerd te worden. De registratie van deze klachten is een bron van informatie over het functioneren van het rioleringssysteem. Deze informatie kan gebruikt worden om knelpunten is het systeem op te sporen en te verbeteren. De kosten voor het opzetten van het klachtenregistratiesysteem zijn meegenomen in de onderzoeks-uitgaven en bedragen € 5000. De kosten voor het onderhoud van het klachtenregistratiesysteem zijn begroot in de exploitatieuitgaven en bedragen €1000 per jaar. Waterkwaliteitsspoor In het waterkwaliteitspoor wordt het effect van overstortend water op de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater beoordeeld en worden eventueel verbeteringen voorgesteld. In de afgelopen planperiode zijn in overleg met het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden maatregelen vastgesteld die tijdens de planperiode van GRPIII zullen worden uitgevoerd. De maatregelen bestaan uit het aanpassen van verschillende kunstwerken waardoor de doorspoeling van het watersysteem wordt verbeterd. De kosten zullen verdeeld worden tussen HDSR en de gemeente Wijk bij Duurstede. De kosten voor de gemeente Wijk bij Duurstede zijn opgenomen in tabel 5.1 in bijlage 1. Monitoring overstorten De gemeente Wijk bij Duurstede zal de komende planperiode bij meerdere overstorten gaan monitoren. Op die wijze wordt inzicht verkregen in het werkelijk functioneren van de riolering en kan in de toekomst beter worden bepaald wat het effect is van ingrepen en waar maatregelen nodig zijn. De kosten voor monitoring zijn opgenomen in de exploitatie-uitgaven. WION De Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (ook wel de Grondroerdersregeling genoemd, hierna afgekort tot WION) is in 2008 van kracht geworden. Deze wet geeft een nadere invulling en een wettelijke verplichting aan de huidige klic-regeling. Het doel van de wet is om het aantal graafincidenten waarbij kabels en leidingen in de ondergrond beschadigd raken te reduceren. Momenteel vinden in Nederland 200.000 grondroeringen per jaar plaats, die in naar schatting 40.000 gevallen tot schade leiden. Het belang van betrouwbare netwerken is groot. Het disfunctioneren van ondergrondse netten leidt tot overlast en economische schade.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 38 van 48
De opgave
De wet houdt op hoofdlijnen in dat alle kabels- en leidingbeheerders de kabels en leidingen volledig en met een nauwkeurigheid van 1 m in beeld moeten hebben en digitaal (gevectoriseerd) ter beschikking moeten kunnen stellen wanneer gravende partijen om deze informatie vragen. Gravende partijen zijn verplicht om werkzaamheden te melden. De informatie-uitwisseling vindt plaats via het Kadaster. Gemeenten zijn beheerders van kabels en leidingen, meestal van de riolering, drainage, afvalwaterpersleidingen, mantelbuizen en datakabels maar soms ook van kabels t.b.v. openbare verlichting, kabels voor verkeersregelinstallaties, waterleidingen, gasleidingen, elektrakabels, terreinleidingen (bijv. sproei-installatie voor voetbalvelden, tennisbanen of parken), kabels t.b.v. centrale antenne (cai) of glasvezelnetwerken. Huisaansluitingen voor riolering zijn overigens uitgezonderd in deze regeling. Daarnaast kan een gemeente optreden als graver, en is vaak ook opdrachtgever voor grondroerders. Ook voor ook deze rollen worden door de wet eisen aan de gemeente gesteld. Om medio 2009 aan de WION te kunnen voldoen dient een gemeente op het gebied van de uitwisseling van gegeven met betrekking tot de riolering: • alle vrijverval riolering (uitgezonderd de huisaansluitingen), drukriolering en afvalwatertransportleidingen in beheer bij de gemeente volledig en nauwkeurig in beeld te krijgen; • deze informatie te vectoriseren en met de door de wet vereiste kenmerken op te slaan in een digitaal beheersysteem; • het beheersysteem en de ICT-omgeving geschikt te maken om medio 2009 uit te kunnen wisselen met het Kadaster.
Hiervoor zijn in 2009 middelen vrijgemaakt.
5.4 Samenvatting Tabel C geeft een overzicht van de kosten in de planperiode. Tabel C
Overzicht kosten
Jaar
2009
2010
2011
2012
2013
Subtotaal
646
379
486
350
350
2.210
38
0
0
0
6
44
0
0
0
0
0
0
615
0
32
0
158
804
0 15
77 25
77 17
77 17
77 17
307
Onderzoek
204
150
25
25
20
424
Exploitatie
706
714
733
746
759
3.658
Subtotaal
2.224
1.345
1.369
1.214
1.386
7.538
Vrijvervalriolering Gemalen Persleiding Mechanische riolering Ontvlechten Grondwater maatre-
90
gelen
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 39 van 48
Organisatie en financiën
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 40 van 48
Organisatie en financiën
6
Organisatie en financiën
6.1 Personele middelen In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om de doelen van de rioleringszorg te kunnen halen. Uitgangspunt daarbij is de module “Personele aspecten van de rioleringszorg (D2000)” van de Leidraad Riolering. Een goede basis om te komen tot een beeld van de rioleringstaken, waar aan in de nabije toekomst invulling moet worden gegeven, is dit GRPIII met planperiode 2009 t/m 2013. Aan de hand van vijf deeltaken is de benodigde formatie globaal bepaald. Uitgangspunt daarbij is de in de module “Personele aspecten van de rioleringszorg” beschreven voorbeeldgemeente. De vijf deeltaken zijn: 1. Planvorming 1.1. Opstellen verbreed GRP 1.2. Afstemmen met andere plannen 1.3. Opstellen jaarprogramma’s 2. Onderzoek 2.1. Inventarisatie 2.2. Inspectie/controle 2.3. Meten 2.4. Berekenen 3. Onderhoud 3.1. Riolen/kolken 3.2. Gemalen/mechanische riolering 3.3. Infiltratievoorzieningen/lokale zuiveringen 3.4. Grondwatervoorzieningen 4. Maatregelen 4.1. Aanleg van riolering 4.2. reparatie van riolering 4.3. Renovatie/vervanging 4.4. Verbetering 5. Facilitair De situatie in de gemeente Wijk bij Duurstede wijkt op een aantal punten af van de voorbeeldgemeente; een lokale toespitsing is daarmee nodig. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld kenmerken van het rioolstelsel, omgevingsfactoren maar ook om de organisatie binnen de gemeente. De kengetallen van de voorbeeldgemeente zijn gebruikt om tot een eerste inschatting van de benodigde personele capaciteit te komen. Drie afwegingen bepalen in belangrijke mate de inzet van personeel voor de gemeentelijke watertaken: • In de eerste plaats, welke nadelen (risico's) zijn er verbonden aan het niet, beperkt of later uitvoeren van bepaalde deeltaken? Bijvoorbeeld het niet voldoen aan wettelijke verplichtingen door het niet tijdig opstellen van een GRP, de kans op onnodig hoge kosten bij verkeerde aansluitingen doordat er geen tijd was om adequate gegevens te verzamelen, of vertraging in de uitvoering van maatregelen waardoor het afgesproken investeringstempo niet wordt gehaald.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 41 van 48
Organisatie en financiën
• De tweede afweging is welke activiteiten kunnen worden uitbesteed en welke activiteiten kan de gemeente beter in eigen hand houden, al dan niet met behulp van uitbreiding van de formatie, inhuren van tijdelijke krachten of bijscholing? Overwegingen om uit te besteden of in te huren kunnen zowel per deeltaak als per gemeente verschillen. Algemene overwegingen voor inhuren of uitbesteden zijn: het wordt niet efficiënt geacht om tijdelijk benodigde (specifieke) deskundigheden constant in huis te hebben of een aantal werkzaamheden brengt piekbelastingen met zich mee waarvoor tijdelijk extra capaciteit nodig is. • De derde belangrijke afweging betreft de vraag in hoeverre oplossingen inpasbaar zijn in de organisatie. Tabel D Globale bepaling benodigde personele middelen Wijk bij Duurstede 23.500 inwoners tijdbesteding dagen/jaar 45 20 70
Planvorming (verbreed) GRP afstemming en overleg jaarprogramma's Onderzoek inventarisatie inspectie/controle meten functioneren (berekeningen, afkoppelplannen, OAS) Facilitair verwerken revisiegegevens vergunningen en voorlichting gebruik klachtenanalyse en –verwerking Totaal
uitbesteding WbD 70%
5 90 30
0%
tijdbesteding dagen/jaar 14 20 70
80% 50%
5 18 15
20
20
10 15 20
90%
1 15 20 198
1,1 fte
Onderhoud onderdeel
Tijdbesteding dagen/jaar
riolen/kolken gemalen/mechanische riolering infiltratievoorzieningen/lokale zuiveringen planning en begeleiding Totaal Voorbereiding en toezicht (investeringen) investeringen "kale"kostprijs aanleg nieuwbouw € 457.000 bestaande bebouwing drainage reparatie € 20.000 renovatie € vervanging € 119.800 verbetering € 63.400 Totaal
uitbesteding WbD
305 290 30 15 640
perc V+T 15% 15% 15% 15% 15% 15% 15%
tijdbesteding dagen/jaar
90% 80% 0% 0%
kosten personeel € € € € € € €
68.550 3.000 17.970 9.510
31 58 30 15 134
uitbesteding WbD 60% 10% 0% 0% 60% 60% 60%
0.8 fte
dagen
46 0 0 5 0 12 6 69
0,4 fte
Onder facilitair worden de werkzaamheden verstaan die te maken hebben met het actueel houden van bestanden en tekeningen. Met het aantal productieve dagen per jaar wordt bedoeld het aantal effectieve dagen. Dit zijn de netto besteedbare dagen dus exclusief ziekte, studie, verlof en andere indirecte activiteiten. Voor Wijk bij Duurstede is uitgegaan van 175 effectieve dagen per jaar.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 42 van 48
Organisatie en financiën
Voor de invulling van de rioleringszorg in Wijk bij Duurstede is op basis van kentallen uit de Leidraad Riolering circa 2,3 fte (1,1+ 0,8 + 0,4) nodig met het huidige uitbestedingsbeleid. De taken voor planvorming, onderzoek en facilitair worden uitgevoerd door de binnendienst. Het onderhoud wordt uitgevoerd door de buitendienst (0,7 fte). Alleen de voorbereiding daarvan (0,1 fte) wordt door de binnendienst gedaan. De taken ten aanzien van voorbereiding en toezicht bij investeringen zijn verdeeld, ongeveer 0,3 fte is de benodigde inzet voor de binnendienst en 0,1 fte voor de buitendienst. Deze laatste is bij de uitvoering van investeringsprojecten in pieken aan de orde. De globaal bepaalde benodigde structurele capaciteit (1,5 fte binnendienst en 0,7 fte buitendienst) komt niet overeen met hetgeen in de huidige situatie beschikbaar is binnen de gemeente. Bij de binnendienst is momenteel 1 fte beschikbaar en bij de buitendienst 0,7 fte. Deze bevindingen komen overeen met de resultaten van de evaluatie (hoofdstuk 2) en de Benchmark rioleringzorg. Er is sprake van een structureel tekort in formatie. Voorgesteld wordt de komende jaren de formatie van de binnendienst (tijdelijk) uit te breiden met 0,5 fte. Deze (tijdelijke) uitbreiding kan deels (0.3 fte) gefinancierd worden uit de uit te voeren investeringswerken. In de exploitatie moet rekening gehouden worden met 0,2 fte extra. De incidenteel noodzakelijke capaciteit om pieken bij de buitendienst op te vangen tijdens de uitvoering van investeringswerken kan worden ingehuurd ten laste van de betreffende investeringen. 6.2
Financiële middelen
Algemeen Op korte termijn (de planperiode 2009 t/m 2013) en op de lange termijn (beschouwde periode van 60 jaar) worden activiteiten uitgevoerd in het kader van aanleg en beheer van riolering. Deze activiteiten worden volgens de beschreven strategie uitgevoerd om de gestelde doelen te kunnen halen. In deze paragraaf worden de benodigde financiële middelen samengevat en wordt aangegeven hoe in de dekking van de kosten kan worden voorzien. Alle bedragen zijn op prijspeil 2009 en moeten dan ook voor de toekomst met de optredende inflatie worden geïndexeerd. De uitgaven zijn exclusief BTW. Vervangingswaarde De vervangingskosten van de riolen zijn berekend door gemeente met behulp van dg DIALOG. Kosten voor eventuele wegreconstructies zijn niet in de berekening betrokken. De vervangingswaarde van de te onderscheiden onderdelen van de riolering is als volgt: Stedelijk afvalwater: Gemengde riolering DWA-riolering Gemalen gemengd Gemalen DWA Persleidingen gemengd Persleidingen DWA Drukriolering
• • • • • • •
Bijlage 1: tabel 5.5 GEM Bijlage 1: tabel 5.5 DWA Bijlage 1: tabel 4.1 GEM Bijlage 1: tabel 4.1 DWA Bijlage 1: tabel 4.2 GEM Bijlage 1: tabel 4.2 DWA Bijlage 1: tabel 4.3 DWA
€ € € € € € € €
38.136.000 4.707.000 501.000 274.000 270.000 63.700 7.195.200 51.146.900
Hemelwater • HWA-riolering • Persleidingen HWA • Bergbezinkvoorzieningen (m/e)+ verversingsgemalen
Bijlage 1: tabel 5.5 HWA+GW Bijlage 1: tabel 4.2 HWA Bijlage 1: tabel 4.1 HWA+GW
€ € € €
7.281.000 5.000 68.000 7.354.000
De gemiddelde vervangingswaarde van de vrijvervalriolen met gemalen en persleidingen, bedraagt per strekkende meter riool circa € 545,--. De gemiddelde vervangingswaarde van de drukriolering inclusief pompunits bedraagt circa € 16.500,-- per pompunit.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 43 van 48
Organisatie en financiën
Totale uitgaven Het totaal van de uitgaven dat met de aanleg (exclusief nieuwbouw) en het beheer van de riolering over de totale levenscyclus van zestig jaar gemoeid is, is samengevat weergegeven in Tabel E (exclusief BTW) en in tabel 6.2 in bijlage 1. De periode van zestig jaar is gesteld omdat dan alle te verwachten uitgaven in beeld zijn gebracht. In Figuur O zijn de uitgaven voor de totale beschouwde periode opgenomen. 6.000
EURO 1.000
5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
-
2009 2013 2017 2021 2025 2029 2033 2037 2041 2045 2049 2053 2057 2061 2065
jaar onderzoek
exploitatie
kap.last.verl.
vervanging
Ontvlechten
grondwater maatregelen
Figuur O Uitgaven totale periode
Tabel E Totale uitgaven planperiode en daarna (x 1.000 euro)
Planperiode
jaar
2009 2010 2011 2012 2013 totaal planperiode Totaal 20092068 na 2068
6.3
Jaarlijkse uitgaven Investeringen kosten van Onderzoek Exploitatie Vervanging / Overige Grondwater investeringen verbetering milieu- maatregelen maatregelen
TOTAAL excl. BTW
Kapitaal lasten verleden
1.000 EURO
1
2
3
4
5
6
7
1+2+6+7
204 250 25 25 20
706 714 733 746 759
1.299 379 518 350 513
77 77 77 77
15 25 17 17 17
118 146 183 206
817 800 736 638 619
1.726 1.883 1.640 1.592 1.605
524
3.658
3.058
307
90
654
3.611
8.447
524
46.806
68.315
12.526
368
93.207 23.787
11.234 8.646
151.772 32.433
Kostendekking
Inleiding In deze paragraaf komt de kostendekking op de lange(re) termijn aan de orde. Er wordt uitgegaan van de kosten voor de gehele beschouwde periode 2009-2068, zoals die in § 6.2 is weergegeven. Voor dekking van kosten van aanleg en beheer van riolering en grondwatervoorzieningen komen in het algemeen verschillende bronnen in aanmerking. Aanleg riolering van nieuwe bestemmingsplannen wordt bekostigd uit de exploitatieopzet van die plannen en zijn
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 44 van 48
Organisatie en financiën
verdisconteerd in de m2-verkoopprijs. De kosten van beheer van riolering worden gedekt uit de rioolheffing. Per 1-1-2008 heeft de gemeente de mogelijkheid om twee heffingen in te stellen: één voor de zorgplicht voor het stedelijk afvalwater, en één voor de zorgplicht voor hemel- en grondwater. Hiervoor is het nodig dat ook al in de kosten dit onderscheid wordt aangebracht. De uitgaven/kosten in de gemeentelijke begroting 2009 zijn nog niet onderverdeeld in uitgaven voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater. De gemeente is vrij om te kiezen of ze 1 of 2 heffingen willen instellen. In dit GRP is uitgegaan van de berekening van 1 rioolheffing. Dit is gedaan omdat dit het beste aansluit bij de huidige systematiek en de wens om via een subsidie eigen initiatieven van inwoners te stimuleren. Op deze manier wordt ook voorkomen dat de gemeente extra kosten moet maken om de verschillende heffingen te kunnen innen en te controleren. Heffingsgrondslag In de gemeente Wijk bij Duurstede wordt rioolrecht geheven volgens de ‘Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2009’, die ook als grondslag voor de berekening in dit GRP is gehanteerd. Zie Figuur P voor de eerste 4 artikelen uit deze verordening. Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2009 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt: a onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen; b onder eigendom verstaan een roerende of een onroerende zaak. Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht 1 Onder de naam "rioolrechten" wordt een recht geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een eigendom dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering. 2 Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, wordt, ingeval het eigendom een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat degene op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is. Artikel 3 Zelfstandige gedeelten Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt het recht geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt. Artikel 4 Maatstaf van heffing Het recht als bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt geheven per eigendom Figuur P Verordening op de heffing en invordering van rioolrechten 2009
Het recht bedraagt in 2009 € 178.48 per heffingseenheid. Dit groeit op basis van de bij het GRPII vastgestelde tariefstijging met 10%/jaar tot en met 2012. Op dit moment is elk eigendom één heffingseenheid. Ook (grote) bedrijven worden aangeslagen als 1 heffingseenheid. In de komende planperiode zal de gemeente Wijk bij Duurstede op zoek gaan naar mogelijkheden om tot een betere verdeling te komen van de verdeling van lasten over burgers en bedrijven. De gemeente kan op dit moment nog de taken met betrekking tot het afvalwater bekostigen door het heffen van een rioolrecht. Dit is een retributie op basis van artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet. Het retributiekarakter van het rioolrecht impliceert dat
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 45 van 48
Organisatie en financiën
de dienst die de gemeente levert gekoppeld moet kunnen worden aan het individuele profijt van de burger. Met het verbreden van de gemeentelijke watertaken is het rioolrecht omgezet naar een nieuwe gemeentelijke heffing. Deze gemeentelijke heffing heeft dan het karakter van een bestemmingsheffing waarmee de kosten kunnen worden verhaald om collectieve maatregelen te treffen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatige werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien hemelwater en grondwater. Deze heffing is gebaseerd op artikel 228a van de Gemeentewet. Uiterlijk per 1 januari 2010 moet de gemeente deze verandering hebben doorgevoerd. Heffingseenheden Per 1/1/2009 bedraagt het aantal heffingseenheden 9599. In de rioolrechtberekeningen is ook rekening gehouden met een stijging van het aantal heffingseenheden als gevolg van woningbouw. Voor een overzicht van de toename van het aantal heffingseenheden wordt verwezen naar tabel 6.6 in bijlage 3. Inkomsten anders dan rioolrecht/heffing De stand van de egalisatievoorziening bedraagt per 1/1/2009 € 1.294.336,-- deze komt ten goede aan de riolering. Verder is er subsidie ontvangen voor de aanleg van de riolering in het buitengebied, deze subsidie bedraagt € 400.000, daarnaast is er nog een restant over van de kredieten die voor GRPII zijn aangevraagd, dit bedraagt € 287.811. Deze inkomsten zijn als baten in de berekening meegenomen. Rioolheffing De rioolheffingberekening is uitgevoerd met behulp van de contante-waarde-methode. Deze methode is met name geschikt om de effecten op langere termijn zichtbaar te maken. Het aldus berekende rioolheffing geeft de trend op langere termijn aan. In Figuur Q is aangegeven hoe de benodigde inkomsten op lange termijn zijn verdeeld. Verreweg het grootste deel gaat naar de vervanging van de riolen, putten, gemalen en andere onderdelen. De jaarlijkse exploitatiekosten nemen een 31% voor hun rekening, vervanging en verbetering 47%, ontvlechting 9% kapitaallasten uit het verleden dragen 12% bij aan de kosten. 47%
9%
1%
12% 31% Onderzoek ( totaal) EURO 1,85
Exploitatie ( totaal) EURO 78,80
Kapitaallasten verleden ( totaal) EURO 31,16
Vervanging en verbetering ( totaal) EURO 118,38
Ontvlechting EURO 22,22
Figuur Q: Verdeling opbouw benodigde inkomsten per heffingseenheid
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 46 van 48
Organisatie en financiën
bedrag per heffingseenheid EURO
400
300
EURO 239 EURO 236
200 EURO 178,48
100
0 2009 2013 2017 2021 2025 2029 2033 2037 2041 2045 2049 2053 2057 2061 2065 jaar
direct
getrapt
Figuur R: Stijging rioolrecht
In de berekening van het rioolrecht is afgeweken van de Nota Activa die op 31 januari 2006 door de raad is vastgesteld. In deze nota staat dat riolering in 30 jaar op basis van annuïteiten moet worden afgeschreven. Deze afschrijvingstermijn is niet gehandhaafd omdat de technische levensduur van verschillende onderdelen van de riolering langer is Voor de gehanteerde afschrijvingstermijnen wordt verwezen naar bijlage 7, nummer 12. Bij handhaving van afschrijving in 30 jaar zou het rioolrecht circa € 10 hoger uitkomen. Om over de gehele beschouwde periode 2009 tot en met 2068 kostendekkend te zijn zou de rioolheffing bij directe invoering per 1-1-2009 € 236,-- per heffingseenheid moeten bedragen. Een geleidelijke verhoging of een gefaseerde verhoging behoren tot de keuzes die gemaakt kunnen worden. Gezien het tarief van € 178.48 in 2009 en de voorgenomen tariefstijging vanuit het GRP II van 10% tot en met 2012 ligt het voor de hand deze tariefstijging ongewijzigd voort te zetten. In 2010, 2011en 2012 zal het tarief stijgen met 10% en in 2013 met 0,7%. Het uiteindelijke bedrag waar men dan op uitkomt, bedraagt 239 euro. Zie figuur R. Jaarlijks moeten de bedragen met de optredende inflatie worden geïndexeerd.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 47 van 48
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Bijlage 1
Tabellen
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Tabellen
Voor uitgangspunten achter deze kostendekkingberekening wordt verwezen naar bijlage 7.
Gemalen Gemengd
Tabel 4.1 GEM
bedragen * EURO 1.000 Nr Lokatie gemaal
prijspeil 2009 aanlegjaar bouwk mech/el
45 jaar 15 jaar Cap investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/el deel m3/h 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW
Wijk bij Duurstede Neptunus, De Geer Nieuweweg/Hoogstraat Noorderwaard Middelweg-oost vijzelgemaal Romulus, De Geer
1995 1975 1975 1995
2008 2008 2000 2009
65 60 375 15
2040 2020 2020 2040
52 50 169 13
9,880 9,500 32,110 2,470
2023 2023 2015 2024
37,000 36,000 83,000 19,000
7,030 6,840 15,770 3,610
Cothen Graaf Van Lynden Van Sandenburgweg Groenewoudsweg Zandpad
1975 1982
1992 1998
10 5
2020 2027
8,000 3,000
1,520 0,570
2009 2013
16,000 6,000
3,040 1,140
Langbroek Doornseweg opvoergemaal
1972
2009
5
2017
3,000
0,570
2024
6,000
1,140
BK
298,000
56,620
M/E
203,000
38,570
factor 1 0,123
mech/elektr. basisprijs 5900 44000
macht 1 0,46
0,123 0,123
44000 44000
0,46 0,46
Projectnummer: Datum:
255741 7-jul-09
TOTALEN Kosten bepaald aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2009 1,04 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig capaciteit factor basisprijs macht 0-10 m3/h 1 3200 1 10-50 m3/h 0,014 60000 1 51-200 m3/h 201-1250 m3/h
0,2 0,0075 Project:
Scenario: @
Filenaam:
60000 60000
0,35 1
GRP Wijk bij Duurstedec1 0 GRP08-5.xls
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 2 van 6
Tabellen
Gemalen Vuilwater (DWA)
Tabel 4.1 DWA
bedragen * EURO 1.000 Nr Lokatie gemaal
prijspeil 2009 aanlegjaar bouwk mech/el
45 jaar 15 jaar Cap investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/el deel m3/h 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW
Wijk bij Duurstede Blauwe Pannen van Egmondplein (achter AH) Langs de Rijn(Joliceterrein)
1997 2001 2008
2009 2001 2008
11 10 10
2042 2046 2053
9,000 8,000 8,000
1,710 1,520 1,520
2024 2016 2023
16,000 16,000 16,000
3,040 3,040 3,040
bedrijventerrein Broekweg Molenvliet bedrijventerrein Langshaven
2008 2007
2008 2007
70 15
2053 2052
53,000 13,000
10,070 2,470
2023 2022
38,000 19,000
7,220 3,610
Cothen Nieuwland (plan Zuidoosthoek) Bredeweg t.o. 14
1991 1985
2009 1985
25 10
2036 2030
21,000 8,000
3,990 1,520
2024 2009
24,000 16,000
4,560 3,040
Langbroek De Boomgaard Julianalaan
2001
2001
5
2046
3,000
0,570
2016
6,000
1,140
123,000
23,370
151,000
28,690
factor 1 0,123
mech/elektr. basisprijs 5900 44000
macht 1 0,46
0,123 0,123
44000 44000
0,46 0,46
Projectnummer: Datum:
255741 7-jul-09
TOTALEN Kosten geschat aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2009 1,04 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig capaciteit factor basisprijs macht 0-10 m3/h 1 3200 1 10-50 m3/h 0,014 60000 1 51-200 m3/h 201-1250 m3/h
0,2 0,0075 Project:
Scenario: @
Filenaam:
60000 60000
0,35 1
GRP Wijk bij Duurstedec1 0 GRP08-5.xls
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 3 van 22
Tabellen
Gemalen Hemelwaterafvoer + Grondwaterafvoer bedragen * EURO 1.000 Nr Lokatie gemaal
Tabel 4.1 HWA+GW
prijspeil 2009 aanlegjaar bouwk mech/el
45 jaar 15 jaar Cap investering vervanging bouwk deel investering vervanging mech/el deel m3/h 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW
Wijk bij Duurstede Molenvliet bergingskelder Frankenweg bergingskelder Prins Hendrikweg bergingskelder bedrijventerrein Broekweg Lagemaat
2007 2008 2008 2008
2007 2008 2008 2008
5 5 5 30
2052 2053 2053 2053
3,000 3,000 3,000 25,000
0,570 0,570 0,570 4,750
2022 2023 2023 2023
6,000 6,000 6,000 26,000
1,140 1,140 1,140 4,940
Cothen Kromme Stelakker bergingskelder Willem Alexanderweg (bedrijventerr.) Kerkdwarsweg bergingskelder
1984 1991 2005
2005 1991 2005
5 5 5
2029 2036 2050
3,000 3,000 3,000
0,570 0,570 0,570
2020 2009 2020
6,000 6,000 6,000
1,140 1,140 1,140
Langbroek Marijkelaan sportveld drainage => in 2010 buiten werking Gerrit Achterbergstraat Bergingskelder 2004 2004
5
2049
3,000
0,570
2019
6,000
1,140
46,000
8,740
68,000
12,920
factor 1 0,123
mech/elektr. basisprijs 5900 44000
macht 1 0,46
0,123 0,123
44000 44000
0,46 0,46
Projectnummer: Datum:
255741 7-jul-09
TOTALEN Kosten geschat aan de hand van Leidraad Riolering, module D1100 Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2009 1,04 Formule: Kosten = factor * Basisprijs*capaciteit ^macht bouwkundig capaciteit factor basisprijs macht 0-10 m3/h 1 3200 1 10-50 m3/h 0,014 60000 1 51-200 m3/h 201-1250 m3/h
0,2 0,0075 Project:
Scenario: @
Filenaam:
60000 60000
0,35 1
GRP Wijk bij Duurstedec1 0 GRP08-5.xls
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 4 van 22
Tabellen
Persleidingen Gemengd
Tabel 4.2 GEM
bedragen * EURO 1.000
prijspeil 2009
Nr persleiding behorend bij gemaal
1
Wijk bij Duurstede Neptunus, De Geer Nieuweweg/Hoogstraat Noorderwaard Romulus, De Geer
Cothen Graaf Van Lynden Van Sandenburgweg Groenewoudsweg Zandpad
TOTALEN
lengte (m)
diameter (mm)
jaar aanleg
45 1e jaar vervanging
jaar Investering excl. BTW
BTW
2.100 5
200 110
1995 1975
2040 2020
256,200 0,336
48,678 0,064
78
90
1995
2040
4,282
0,814
165 12
90 63
1975 1982
2020 2027
9,059 0,386
1,721 0,073
2.360
270,26
51,35
Projectnummer: Datum:
255741 7-jul-09
Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Vervangingskosten geschat : L[m] * D[mm] * 0,61 voor diameter 90-315 mm 0,51 voor diameter 63-110 mm 1,04
Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2009 Project: @
GRP Wijk bij Duurstedec1
Scenario:
0
Filenaam:
GRP08-5.xls
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 5 van 22
Tabellen
Persleidingen Vuilwater (DWA)
Tabel
bedragen * EURO 1.000
4.2 DWA
prijspeil 2009 lengte (m)
diameter (mm)
jaar aanleg
45 1e jaar vervanging
jaar Investering excl. BTW
BTW
102 25 106
63 110 63
7
110
1997 2001 1984 2007 2008
2042 2046 2029 2052 2053
3,3 1,7 3,4 0,0 0,5
0,6 0,3 0,6 0,0 0,1
Cothen Nieuwland (plan Zuidoosthoek) Bredeweg
350 32
110 63
1991 1985
2036 2030
23,5 1,0
4,5 0,2
Langbroek De Boomgaard Julianalaan
453
110
2001
2046
30,4
5,8
63,7
12,1
Projectnummer: Datum:
255741 7-jul-09
Nr persleiding behorend bij gemaal Wijk bij Duurstede Blauwe Pannen van Egmondplein (achter AH) Langs de Rijn bedrijventerrein Langshaven bedrijventerrein Broekweg
TOTALEN
1075
Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Vervangingskosten geschat : L[m] * D[mm] * 0,61 voor diameter 90-315 mm 0,51 voor diameter 63-110 mm 1,04
Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2009 Project: @
GRP Wijk bij Duurstedec1
Scenario:
0
Filenaam:
GRP08-5.xls
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 6 van 22
Tabellen
Persleidingen Hemelwaterafvoer + Grondwaterafvoer bedragen * EURO 1.000
Tabel 4.2 HWA+GW
prijspeil 2009 lengte (m)
diameter (mm)
jaar aanleg
45 1e jaar vervanging
jaar Investering excl. BTW
BTW
Wijk bij Duurstede Molenvliet bergingskelder Frankenweg bergingskelder Prins Hendrikweg bergingskelder bedrijventerrein Langshaven bedrijventerrein Broekweg
10 10 10 8 7
110 110 110 75 110
2009 2009 2009 2007 2008
2054 2054 2054 2052 2053
0,671 0,671 0,671 0,306 0,470
0,127 0,127 0,127 0,058 0,089
Cothen Kromme Stelakker bergingskelder Willem Alexanderweg (bedrijventerr.) Kerkdwarsweg bergingskelder
5 40 5
125 63 125
1992 1991 2005
2037 2036 2050
0,381 1,285 0,381
0,072 0,244 0,072
5
63
1994
2039
0,161
0,031
4,99705
0,9494395
Projectnummer: Datum:
255741 7-jul-09
Nr persleiding behorend bij gemaal
Langbroek Marijkelaan sportveld drainage *
TOTALEN
100
Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Vervangingskosten geschat : L[m] * D[mm] * 0,61 voor diameter 90-315 mm 0,51 voor diameter 63-110 mm 1,04
Omrekenfactor index Leidraad (pp 2007) naar 2009 Project: @
GRP Wijk bij Duurstedec1
Scenario:
0
Filenaam:
GRP08-5.xls
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 7 van 22
Tabellen
Mechanische riolering (Droogweeafvoer) bedragen * EURO 1.000 Nr Druksysteem
Tabel 4.3 DWA
prijspeil 2009 45 jaar 15 jaar jaar vervanging bouwkundig vervanging mech/el deel aanleg 1e vv-jaar excl. BTW BTW 1e vv-jaar excl. BTW BTW
aantal leidinglengte units druk vv
2005 1984 2005 2005 1985 2005 2000 2000 2005 2005 2005 1984 2005 2005 2005 2005
2050 2029 2050 2050 2030 2050 2045 2045 2050 2050 2050 2029 2050 2050 2050 2050
7,600 6,656 5,168 3,632 5,120 5,600 16,000 34,400 23,200 5,600 16,000 5,120 4,400 3,680 3,680 5,120
1,444 1,265 0,982 0,690 0,973 1,064 3,040 6,536 4,408 1,064 3,040 0,973 0,836 0,699 0,699 0,973
2020 2009 2020 2020 2009 2020 2015 2015 2020 2020 2020 2009 2020 2020 2020 2020
9,000 4,500 4,500 4,500 4,500 4,500 9,000 18,000 9,000 4,500 9,000 4,500 4,500 4,500 4,500 4,500
1,710 0,855 0,855 0,855 0,855 0,855 1,710 3,420 1,710 0,855 1,710 0,855 0,855 0,855 0,855 0,855
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
Hoogstraat 43-47a, Wijk bij D. 2 25 Dijkstraat 5-7, Wijk bij Duurstede 1 72 Kerkweg 24, Cothen 1 41 De Brink 6, Cothen 1 9 Dorpsstraat 22, Cothen 1 40 Gr. v. Lynden v. Sandenburgw.WbD ENECO 1 50 Hogehofweg 1-5, Wijk bij D. 2 200 Singel 1-1b-2-7, Wijk bij D. 4 450 Langsbroekerseweg 3-11b, WbD. 2 350 Middelweg-oost 34, Wijk bij D. 1 50 Munstraat (kasteelpark), WbD. 2 200 Overloop 2 1 40 Vesting 8, Wijk bij Duurstede 1 25 Walplantsoen, Wijk bij Duurstede 1 10 Kempenaar 76, Wijk bij D. 1 10 Gooyerdijk nabij 37, Langbroek 1 40 subtotaal 23 units Marijkelaan sportcomplex, L'broek 1 100 Groenewoudseweg Zandpad, Cothen 18 2.451 Trechtweg/Wijkersloot, Cothen 27 4.857 Trechtweg/Smidsdijk, Cothen 9 1.984 Ossenwaard, Cothen 15 1.752 Langbroekerdijk/Wijkerweg 51 5.529 Caspargouw, Tuurdijk Cothen 7 1.359 Kapelleweg, Nachtdijk Cothen 18 3.456 Graaf Van Lynde Van Sandenburg 15 3.637 Rhijnestein, Cothen 2 360 Langbroekerdijk B-nummers 33 5.995 Gooyerdijk/Amerongerweter. * 26 9.003 Langbroekerdijk/Weerdesteinsel 32 5.054 Cotherweg, Langbroek 5 653 Wijkersloot, Cothen 4 551 Wijkersloot, Wijk bij D. 12 1.190 Trekweg, Maatweg Wijk bij D. 8 905 Landscheidingsweg en Langbroekerweg e.o. 30 Wijk 5.162 bij D. Amerongerwetering+Landschw, Wijk 5 998 Rijndijk/Aalswaard, Wijk bij D. 22 5.031 Lekdijk-Oost, Wijk bij D. 4 1.116 Middelweg-Oost, Wijk bij D. 4 217 Middelweg-Oost, Wijk bij D. 2 232 Lekdijk-west, middelweg-west e.o., Wijk bij 63D. 13060 gooyerdijk(richting Driebergen) 5 500
2005 1993 1993 1994 1994 1994 1996 1998 1998 1998 1999 2002 2002 2002 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 2007 1993
2050 2038 2038 2039 2039 2039 2041 2043 2043 2043 2044 2047 2047 2047 2052 2052 2052 2052 2052 2052 2052 2052 2052 2052 2038
8,000 175,248 319,536 124,032 132,096 428,592 87,632 223,488 222,576 23,680 393,360 515,344 344,992 47,344 39,248 95,52 69,04 343,776 63,904 311,888 66,368 23,216 17,536 828,48 40
1,520 33,297 60,712 23,566 25,098 81,432 16,650 42,463 42,289 4,499 74,738 97,915 65,548 8,995 7,457 18,149 13,118 65,317 12,142 59,259 12,610 4,411 3,332 157,411 7,600
2020 2009 2009 2009 2009 2009 2011 2013 2013 2013 2014 2017 2017 2017 2022 2022 2022 2022 2022 2022 2022 2022 2022 2022 2009
4,500 81,000 121,500 40,500 67,500 229,500 31,500 81,000 67,500 9,000 148,500 117,000 144,000 22,5 18 54 36 135 22,5 99 18 18 9 283,5 22,5
0,855 15,390 23,085 7,695 12,825 43,605 5,985 15,390 12,825 1,710 28,215 22,230 27,360 4,275 3,420 10,260 6,840 25,650 4,275 18,810 3,420 3,420 1,710 53,865 4,275
3 6 7 11 12 24
Tussengemalen drukriolering ** Trechtweg/Wijkersloot, Cothen Langbroekerdijk/Wijkerweg Caspargouw, Cothen Langbroekerdijk/Amerongerwetering Gooyerdijk/Amerongerwetering Romeinebaan/Middelweg
2003 1994 1996 1999 2002 2007
2009 2009 2048 2039 2041 2044
10,100 10,100 10,100 10,100 20,200 10,100
1,919 1,919 1,919 1,919 3,838 1,919
2018 2009 2009 2009 2017 2017
6,300 6,300 6,300 6,300 12,600 6,300
1,197 1,197 1,197 1,197 2,394 1,197
1 1 1 1 2 1
TOTALEN 448 76764 0 bk 5.166,572 981,649 m/e 2.028,600 385,434 *) exclusief 24 pompunits gemeenten Amerongen (10), Leersum (13) en Doorn (1). Groot onderhoud wordt door buurgemeenten zelf verricht **) tussengemalen: inwendig met kunststof beschermd, twee pompen elkanders reserve Uitgangspunten vervangingsinvesteringen, in EURO, excl. BTW, prijspeil startjaar Index LR (pp 2007) -> pp startjaar: 1,04 Pompunit (bouwkundig ca.) 3.200 Drukleiding per m1 48 Pompunit (mech/el) 4.500 Vrijvervalleiding per m1 210 Tussengemaal (bouwkundig Project: Scenario: @ Filenaam:
10.100
Tussengemaal (mech/el)
6.300
GRP Wijk bij Duurstedec1 0 GRP08-5.xls
Projectnummer: Datum:
255741 7-jul-09
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 8 van 22
Tabellen
Onderzoeksuitgaven bedragen in EURO
Tabel 5.1
prijspeil 2009 Vuilwater excl. BTW
Uitgaven Hemelwater + GW BTW excl. BTW BTW
Gemengd excl. BTW
BTW
Bron
STRUCTUREEL, Jaarlijks
2. Inspectie vanuit de leiding
in exploitatie
3. Beoordeling riolering
in exploitatie
4. Diverse studies
in exploitatie
5. Bestandsbeheer
in exploitatie
-
INCIDENTEEL PLANPERIODE 2009 2009 2009 2010 2010-2013 2010 2013
-
Vuilwater excl. BTW BTW
Beoordeling riolering Waterkaliteitsspoor Opzetten klachtenregistratiesysteem Grondwaternotitie (zie grondwatertabel) Subsiedieregeling voor ontvlechten Actualiseren BRP Actuliseren verbreed GRP
-
-
Hemelwater + GW excl. BTW BTW -
-
-
-
Gemengd excl. BTW BTW 50.000 9.500 224.000 42.560 5.000 950 200.000 25.000 4.750 20.000 3.800 -
Leidraad Riolering, D1100, omgerekend naar prijspeil startjaar Basisprijs inspectie vanuit de put (putvideo) € 30 excl. BTW Basisprijs visuele inspectie vanuit de leiding € 1.350 excl. BTW Basisprijs reiniging vrijvervalriolering € 1.390 excl. BTW Index LR (pp 2004) -> pp startjaar: 1,10 Project: @
GRP Wijk bij Duurstedec1
Scenario: 0 Filenaam: GRP08-5.xls
Projectnummer: Datum:
255741 28-jul-09
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 9 van 22
Tabellen
Exploitatieuitgaven bedragen in EURO
Tabel 5.2 prijspeil 2009
Vuilwater excl. BTW
Omschrijving 6722100 6722110 34160 34499 6722111 34200 34205 6722112 31001 34102 34155 34200 34205 34230 6722120 34017 34101 34104 34499 62034 62040
Rioolrechten doorberekening, Beheer inzake Belastingen Riolering beheer en ontwikkeling (GRP) Beheersysteem Overige uitgaven Riolering en kolken Groot onderhoud Dagelijks onderhoud Pompen en gemalen Electriciteitsverbruik Waterverbruik Telefoonkosten Groot onderhoud Dagelijks onderhoud Onderhoud gebouw Vijzelgemaal Riolering Algemeen Onderhoud klachtenregistratiesysteem Bijdragen aan derden Bealstingen Verzekeringen Overige uitgaven straatvegen Doorberekening Beheer Doorberekening Beheer Buitendienst
(tijdelijke) uitbreiding formatie 0,2 fte
BTW
Uitgaven Hemelwater + GW excl. BTW BTW
-
-
60.000
-
-
30.000 30.000
5.700 5.700
-
-
40.000 85.000
7.600 16.150
-
-
40.000 90 10.000 80.000 51.000 1.200
7.600 17 1.900 15.200 9.690 228
-
-
1.000 1.100 40 1.500 100.000 84.741 62.725
190 209 8 285
-
678.396
-
-
tot 2018
Gemengd excl. BTW
BTW
Bron meerjarenbegr 2008-2011 jaar 2009
-
70.477
17.520
Als gevolg van de uitbreiding van de riolering en de daaraan gerelateerde toename van het aantal heffingseenheden, nemen de exploitatielasten met EURO 71,00 per extra eenheid per jaar toe. Toename BTW-component 7,34 per extra eenheid per jaar toe.
Project: @
Scenario: Filenaam:
GRP Wijk bij Duurstedec1 0 GRP08-5.xls
Projectnummer: Datum:
255741 21-jul-09
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 10 van 22
Tabellen
Gehanteerde technische levensduren rioleringsonderdelen
Tabel 5.3
Riolen, putten en kolken: Riolen krijgen een levensduur die is gebaseerd op inspectie of daarvan is afgeleid. Indien geen inspectiegegevens beschikbaar zijn wordt uitgegaan van onderstaande standaardlevensduren. Uitgangspunten ten aanzien van standaardlevensduur: Aanlegjaar 0-1965 0-1965 0-1965 1966-1974 1966-1974 1966-1974 1975 ->
Afmeting
Vorm
0-400 401-9999 0-9999 0-400 401-9999 0-9999 0-9999
rond rond ei rond rond ei diverse
Overige vormen en materialen:
Persleidingen
Materiaal Levensduur (jaar) beton beton beton beton beton beton beton
40 50 40 50 60 50 60 50
45
Gemalen: Onderdeel - mechanisch/electrisch - bouwkundig
Levensduur (jaar) 15 45
Drukriolering: Onderdeel - mechanisch/electrisch - bouwkundig
Levensduur (jaar) 15 45
Project: @
GRP Wijk bij Duurstedec1
Scenario:
0
Filenaam:
GRP08-5.xls
Projectnummer: Datum:
255741 17-jul-09
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 11 van 22
Tabellen
Vrijvervalriolen
Tabel 5.4 GEM
bedragen * EURO 1.000
prijspeil 2009
toeslagen Aannemer V&T
vervanging reparatie jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 Totalen
661 173 173 173 267
60 60 60 60 60
337 300 376 313 188 11 52 728 203 1.049 475 270 613 438 448 2.385 439 1.087 739 1.063 1.163 1.274 2.362 1.959 2.033 2.015 1.929 2.287 2.103 2.103 2.156 2.241 65 219 324 437 219 219 67 -
60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60
38.136
2.220
Project: @
Scenario: Filenaam:
-
0% -
0% -
Totaal incl toesl. 721 233 233 233 327
-
-
397 360 436 373 248 71 112 788 263 1.109 535 330 673 498 508 2.445 499 1.147 799 1.123 1.223 1.334 2.422 2.019 2.093 2.075 1.989 2.347 2.163 2.163 2.216 2.301 65 219 324 437 219 219 67 40.356
Totaal gemiddeld excl. BTW 350 350 350 350 350
BTW 66 66 66 66 66
363 363 363 363 363 489 489 489 489 489 489 489 489 489 489 1.510 1.510 1.510 1.510 1.510 1.510 1.510 1.510 1.510 1.510 1.532 1.532 1.532 1.532 1.532 1.532 1.532 1.532 1.532 1.532 148 148 148 148 148 148 148 148 148 148 40.356
69 69 69 69 69 93 93 93 93 93 93 93 93 93 93 287 287 287 287 287 287 287 287 287 287 291 291 291 291 291 291 291 291 291 291 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 7.668
Projectnummer: Datum:
255741 17-jul-09
GRP Wijk bij Duurstedec1 0 GRP08-5.xls
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 12 van 22
Tabellen
Vrijvervalriolen Vuilwater (DWA) bedragen * EURO 1.000
jaar 2009 2010 2011 2012 2013
toeslagen 1000 vervanging renovatie reparatie Aannemer V&T 0% 0% dg DIALOG dg DIALOG dg DIALOG
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 Totalen
297 29 137 -
-
-
480 21 2 368 60 106 357 408 727 408 408 408 260 231 -
-
-
-
-
4.707 Project:
@
Tabel 5.4 DWA
prijspeil 2009
-
-
Totaal incl. toeslagen 297 29 137 -
extra
480 21 2 368 60 106 357 408 727 408 408 408 260 231 -
Totaal excl. BTW 297 29 137 -
BTW 56 6 26 -
480 21 2 368 60 106 357 408 727 408 408 408 260 231 -
91 4 0 70 11 20 68 78 138 78 78 78 49 44 -
4.707
894
Projectnr: Datum:
255741 17-jul-09
GRP Wijk bij Duurstedec1
Scenario:
0
Filenaam:
GRP08-5.xls
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 13 van 22
Tabellen
Vrijvervalriolen Hemelwater en grondwater bedragen * EURO 1.000
Tabel 5.4 HWA+GW
prijspeil 2009
vervanging renovatie
toeslagen Aannemer V&T
reparatie
jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 Totalen
255 410 73 801 115 58 69 67 63 291 439 1.664 23 1.574 112 261 366 641 7.281
Project: @
Scenario: Filenaam:
-
-
0% -
0% -
-
-
Totaal incl toesl. -
extra
255 410 73 801 115 58 69 67 63 291 439 1.664 23 1.574 112 261 366 641 -
Totaal excl. BTW -
BTW -
255 410 73 801 115 58 69 67 63 291 439 1.664 23 1.574 112 261 366 641 7.281
48 78 14 152 22 11 13 13 12 55 83 316 4 299 21 50 70 122 1.383
Projectnummer: Datum:
255741 17-jul-09
-
GRP Wijk bij Duurstedec1 0 GRP08-5.xls
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 14 van 22
Tabellen
Ontvlechtingskosten
Tabel 5.5 HWA+GW
bedragen in EURO * 1000
prijspeil 2009 Investeringen
jaar 2009 2010 2011 2012 2013
omschrijving maatregel subsidie HDSR 90 1390 1390 1390 13-
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068
53 171 171 171 118 85 85 85 85 85 205 205 205 205 205 404 404 404 404 404 914 914 914 914 914 1.018 1.018 1.018 1.018 1.018 89 89 89 89 89 -
14.614 Project: @
Scenario: Filenaam:
Totaal excl. BTW 77 77 77 77
8242424171212121212292929292958585858581311311311311311451451451451451313131313-
45 146 146 146 101 73 73 73 73 73 176 176 176 176 176 347 347 347 347 347 783 783 783 783 783 872 872 872 872 872 76 76 76 76 76 -
2.088-
12.526
BTW
GRP Wijk bij Duurstedec1 0 GRP08-5.xls
Projectnummer: Datum:
255741 16-jul-09
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 15 van 22
Tabellen
Maatregelen Grondwater
Tabel 5.6 HWA+GW
bedragen * EURO 1.000 Cluster
prijspeil 2009
Omschrijving jaar
2010-2013 2009-2010 2010
Aanleggen drainage (16800 euro per jaar) Grondwaternotitie Plaatsen peilbuizen
67 8 16
TOTALEN
Project: @
investering excl. BTW
BTW 13 2 3 -
91
17
Projectnummer: Datum:
255741 16-jul-09
GRP Wijk bij Duurstedec1
Scenario:
0
Filenaam:
GRP08-5.xls
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 16 van 22
Tabellen
Kapitaallasten van in het verleden gedane investeringen, Gemengd
Tabel 6.1
bedragen * EURO 1.000 Voor BTW Compensatiefonds nominaal prijspeil 2009 inclusief BTW
Na BTW Compensatiefonds nominaal prijspeil 2009 BTW mee te rekenen exclusief BTW 2009 817 817 155 2010 817 800 152 2011 766 736 140 2012 677 638 121 2013 670 619 118 2014 467 423 80 2015 467 415 79 2016 467 407 77 2017 467 399 76 2018 467 391 74 2019 467 383 73 2020 467 376 71 2021 467 369 70 2022 467 361 69 2023 464 352 67 2024 464 345 66 2025 464 338 64 2026 461 329 63 2027 433 303 58 2028 433 297 56 2029 427 287 55 2030 427 282 54 2031 422 273 52 2032 417 264 50 2033 417 259 49 2034 417 254 48 2035 353 211 40 2036 298 174 33 2037 148 85 16 2038 79 44 8 2039 0 0 0 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 Totalen Voor de omrekening van de nominale bedragen naar prijspeil startjaar bedragen is uitgegaan van jaar
Project: @
Scenario: Filenaam:
TOTAAL 817 800 736 638 619 423 415 407 399 391 383 376 369 361 352 345 338 329 303 297 287 282 273 264 259 254 211 174 85 44 0 2,00 % inflatie
GRP Wijk bij Duurstedec1 0 GRP08-5.xls
Projectnummer: Datum:
255741 17-jul-09
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 17 van 22
Totaaloverzicht uitgaven, exclusief BTW, Totaal Bedragen * EURO 1.000 prijspeil 2009 Investeringen vrijverval 646 379 486 350 350 363 363 843 363 363 765 489 491 489 489 489 489 857 489 489 1.920 1.510 1.510 1.510 1.510 1.510 1.510 1.510 1.584 1.510 2.332 1.646 1.532 1.532 1.532 1.589 1.532 1.532 1.532 1.601 275 211 545 945 148 148 1.812 580 2.449 557 520 669 627 872 -
Totalen CW
persleiding mech/el 38 6 83 22 6 12 25 165 103 6 83 22 6 12 25 165 103 6 83 22 6 12 25 165 103 6 83 22 6 12 25 165
9 0 3 1 25 0 0 260 3 32 0 0 1 2 9 -
mechanische riolering bouwkundig mech/el 20 595 32 158 149 27 302 6 68 693 595 32 158 12 149 5 27 302 6 68 693 535 695 595 108 32 470 158 403 149 50 27 908 302 10 6 92 68 1.859 693 20 595 32 158 149 27 302 6 68 693 -
milieumaatregelen investering verv. mech/el 77 77 77 77 45 146 146 146 101 73 73 73 73 73 176 176 176 176 176 347 347 347 347 347 783 783 783 783 783 872 872 872 872 872 76 76 76 76 76 -
grondwater maatregelen investeringnotitie +peilbuis 15 17 8 17 17 17 39 39 39 39 39 17 17 17 17 17 -
subtotaal invest. 1.314 480 611 443 607 556 619 1.011 815 471 771 805 564 1.280 727 1.260 562 1.064 668 828 2.263 1.810 1.918 2.198 1.902 1.902 1.975 2.342 3.085 2.993 4.508 2.755 2.543 2.416 3.037 3.014 2.565 1.597 2.742 1.617 284 386 638 3.631 499 961 1.905 612 2.449 720 669 779 649 305 6 878 316 718 165
204 250 25 25 20 -
706 714 733 746 759 772 785 798 811 811 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783
subtotaal jaarl. uitg. 910 964 758 771 779 772 785 798 811 811 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783 783
kap.lasten verleden 817 800 736 638 619 423 415 407 399 391 383 376 369 361 352 345 338 329 303 297 287 282 273 264 259 254 211 174 85 44 0 -
Totaal excl. BTW 3.041 2.245 2.105 1.852 2.005 1.752 1.819 2.216 2.025 1.673 1.938 1.964 1.716 2.424 1.862 2.388 1.683 2.176 1.754 1.908 3.334 2.875 2.974 3.246 2.945 2.939 2.970 3.300 3.953 3.821 5.292 3.539 3.327 3.200 3.821 3.797 3.348 2.380 3.525 2.400 1.067 1.169 1.422 4.414 1.282 1.745 2.688 1.395 3.233 1.504 1.452 1.563 1.432 1.089 790 1.661 1.099 783 1.501 948
52.345 25.500
697 316
1.623 765
348 153
5.187 1.968
8.114 4.142
12.526 6.165
-
345 191
23 23
-
-
81.209 39.222
524 512
46.806 23.592
47.330 24.104
11.234 8.646
139.774 71.973
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
Projectnr: Datum:
255741 28-jul-09
Kolom Brontabel Project: @
gemalen bouwkundig 3 227 3 3 8 24 65 9 11 3 3 16 92 3 227 -
GRP Wijk bij Duurstedec1
Scenario:
0
Filenaam:
GRP08-5.xls
Tabellen
Pagina 18 van 22
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068
Tabel 6.2 jaarlijkse uitgaven Onderzoek Exploitatie
Tabellen
Baten, excl. rioolrecht, Totaal
Tabel 6.3
bedragen x 1.000
Egalisatievoorziening Restanten Kredieten GRP2 jaar 2009 nominaal prijspeil 2009 1.294 288 288 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 Totalen 1.294 288 CW 1.294 288
Project: Scenario: @
Filenaam:
GRP Wijk bij Duurstedec1 0 GRP08-5.xls
Subsidie nominaal prijspeil 400 400 400 400
Baten 3 nominaal prijspeil -
Totaal nominaal 1.982 -
Totaal prijspeil 1.982 1.982 1.982
Projectnr: Datum:
255741 17-jul-09
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 19 van 22
Tabellen
Kapitaallasten van nieuwe investeringen TOTAAL (lineair, cumulatief) bedragen x 1000 vrijverval jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068 Afschrijving Duur (jaar) Rente (%) CW t/m 2068 na 2068
40,648 63,179 91,753 110,819 129,267 147,951 166,025 213,689 229,634 245,042 285,215 306,710 327,613 347,681 367,067 385,790 403,869 444,470 460,580 476,118 581,169 657,035 730,416 801,380 869,995 936,324 1.000,432 1.062,379 1.126,826 1.184,486 1.291,870 1.352,541 1.403,905 1.453,459 1.501,253 1.550,959 1.595,269 1.637,969 1.679,105 1.723,044 1.681,984 1.638,002 1.616,206 1.620,034 1.573,419 1.528,079 1.588,633 1.569,586 1.668,536 1.645,107 1.619,930 1.604,726 1.587,132 1.530,479 1.475,437 1.476,817 1.423,136 1.370,992 1.320,346 lineair 60 4,75 22.010,810 3.489,003 Project:
@
Tabel 6.4 TOTAAL
prijspeil 2009 gemalen bouwkundig 0,205 0,198 0,191 15,701 15,160 14,634 14,123 13,626 13,144 12,675 12,424 11,975 11,743 11,859 11,421 10,996 10,583 10,182 9,793 11,055 10,632 10,221 9,822 13,878 13,349 13,450 12,931 12,426 11,936 12,213 11,726 11,253 11,000 10,753 10,307 10,968 16,800 16,140 15,500 14,878 14,275 13,689 13,122 12,571 12,037 11,697 11,189 10,697 23,707 22,844 22,006 lineair 45 4,75 256,950 58,705
persleiding mech/el 4,253 4,054 3,861 3,674 4,165 3,958 13,048 14,882 14,157 13,456 13,448 14,101 13,371 15,462 33,114 41,143 39,124 37,168 35,274 33,820 32,032 35,560 35,111 33,282 31,511 30,177 29,265 27,624 27,619 36,487 41,143 39,124 37,168 35,274 33,820 32,032 35,560 35,111 33,282 31,511 30,177 29,265 27,624 27,619 36,487 41,143 39,124 37,168 35,274 33,820 32,032 35,560 35,111 33,282 31,511 30,177 29,265 27,624 27,619 lineair 15 4,75 712,308 52,261
0,642 0,620 0,599 0,578 0,557 0,538 0,518 0,526 0,507 0,721 0,766 0,738 0,711 0,685 0,660 0,635 2,305 2,249 2,169 2,102 19,831 19,144 18,700 18,044 17,405 16,785 18,375 17,714 17,072 16,449 15,869 15,280 14,728 14,236 13,832 13,300 12,784 12,284 11,798 11,326 10,868 10,424 9,993 9,575 9,170 9,335 8,937 8,551 lineair 45 4,75 135,830 17,114
mechanische riolering bouwkundig mech/el 1,381 66,586 1,333 63,470 1,287 63,976 1,242 60,885 1,198 75,520 1,156 88,416 1,115 87,052 1,075 82,663 1,036 112,259 0,998 107,264 0,961 101,712 0,926 103,891 0,891 98,333 0,857 170,519 0,825 161,682 0,793 190,822 0,762 181,335 0,732 174,143 0,703 165,181 0,675 166,484 1,453 167,175 1,749 160,144 1,684 151,626 1,621 162,542 1,560 154,348 1,501 146,017 1,443 142,231 1,387 134,291 1,333 170,519 37,836 161,682 84,020 190,822 81,110 181,335 85,653 174,143 82,651 165,181 111,843 166,484 135,480 167,175 134,146 160,144 129,383 151,626 186,800 162,542 180,857 154,348 174,388 146,017 174,370 142,231 168,049 134,291 288,979 170,519 278,638 161,682 269,791 190,822 259,995 181,335 250,479 174,143 241,237 165,181 232,260 166,484 223,543 167,175 215,079 160,144 206,860 151,626 198,881 162,542 191,136 154,348 183,618 146,017 176,321 142,231 169,240 134,291 162,368 170,519 lineair lineair 45 15 4,75 4,75 1.599,404 368,120
3.936,774 205,725
milieumaatregelen investering verv. m/e 4,832 9,511 14,041 18,426 20,671 29,221 37,497 45,506 50,422 48,798 47,218 50,275 53,228 56,081 58,836 61,495 70,516 79,243 87,683 95,845 103,736 122,121 139,908 157,115 173,757 189,850 232,870 274,499 314,777 353,739 391,423 433,470 474,129 513,440 551,439 588,163 568,774 549,920 531,587 513,761 496,430 484,363 472,614 461,176 450,041 439,201 423,866 408,965 394,484 380,415 366,745 353,465 340,565 328,035 315,866 304,047 292,571 281,428 lineair lineair 60 15 4,75 4,75 5.454,439 710,680
-
grondwater maatregelen investering verv. m/e 1,679 1,060 2,496 2,086 2,378 3,079 2,263 4,041 2,153 3,912 2,045 3,786 1,941 3,664 1,841 3,545 1,743 3,430 1,649 3,318 1,557 3,208 1,469 3,102 1,384 2,999 1,301 2,898 1,221 2,801 0,415 2,706 0,0002,613 0,0002,524 0,0002,436 0,0002,352 0,0002,269 0,0004,630 0,0006,915 0,0009,128 0,00011,269 0,00013,341 0,00012,905 0,00012,482 0,00012,070 0,00011,669 0,00011,279 0,00010,900 0,00010,532 0,00010,174 0,0009,826 0,0009,487 0,0009,158 0,0008,839 0,0008,528 0,0008,226 0,0007,933 0,0008,697 0,0009,435 0,00010,150 0,00010,840 0,00011,507 0,00011,104 0,00010,711 0,00010,330 0,0009,960 0,0009,600 0,0009,250 0,0008,910 0,0008,581 0,0008,260 0,0007,949 0,0007,647 0,0007,354 0,000lineair lineair 60 15 4,75 4,75 173,080 18,376
Totaal 114,547 140,424 174,852 196,004 234,770 268,110 302,188 355,310 408,085 422,459 455,199 493,866 510,748 607,280 637,589 694,784 702,973 742,837 756,456 779,699 892,490 973,117 1.057,746 1.157,355 1.234,925 1.309,887 1.386,991 1.484,816 1.626,159 1.759,727 1.985,188 2.090,522 2.177,732 2.253,377 2.367,988 2.476,742 2.551,491 2.562,610 2.649,928 2.658,201 2.582,002 2.514,854 2.464,817 2.614,898 2.552,588 2.520,688 2.548,594 2.494,008 2.556,462 2.507,973 2.457,501 2.415,293 2.365,906 2.296,350 2.209,813 2.180,621 2.115,992 2.034,146 2.000,191
22,790 0,000-
34.302,385 4.919,984
GRP Wijk bij Duurstedec1
Scenario:
0
Projectnr:
255741
Filenaam:
GRP08-5.xls
Datum:
17-jul-09
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 20 van 22
Tabellen
Eenheden basistarief (Totaal)
Tabel 6.5
rekeneenhedenbuiten gemeente 2006 9.599
jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 2041 2042 2043 2044 2045 2046 2047 2048 2049 2050 2051 2052 2053 2054 2055 2056 2057 2058 2059 2060 2061 2062 2063 2064 2065 2066 2067 2068
Tabel 12* Tabel 13* stijging stijging nieuwbouw nieuwbouw 119 75
Totalen
-
9.599
-
194
stijging 4
stijging 5
stijging 6
184 184 184 184 184 184 184
1.285
-
-
-
totaal eenheden 9.599 9.718 9.977 10.161 10.344 10.528 10.711 10.895 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 11.078 658.011
*http://www.wijkbijduurstede.nl/fileadmin/inwoners/leven_wonen_welzijn/wonen/Kansen_voor_starters_op_de_woningmarkt_definitief.pdf Project:
GRP Wijk bij Duurstedec1
Scenario: @
Filenaam:
0 GRP08-5.xls
Projectnr:
255741
Datum:
17-jul-09
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 21 van 22
Tabellen
Samenvatting Contante Waarde berekening (totaal) bedragen x 1.000
Tabel 6.6 Totaal
prijspeil 2009
Beschouwde periode
2009
t/m
2068
Lasten
Prijspeil
Contante waarde
Aandeel in totaal
ex BTW
BTW
ex BTW
BTW
EURO
Onderzoek ( totaal)
524
100
512
97
1,85
0,7%
Exploitatie ( totaal)
46.806
4.831
23.592
2.424
78,80
31,1%
Kapitaallasten verleden ( totaal)
11.234
2.135
8.646
1.643
31,16
12,3%
Vervanging en verbetering ( totaal)
68.315
12.980
32.843
6.240
118,38
46,8%
Ontvlechting
12.526
2.380
6.165
1.171
22,22
8,8%
368
70
214
41
0,77
0,3%
Grondwatermaatregelen ( totaal) Totaal BTW Totaal lasten incl. BTW
22.495
11.616
162.268
83.589
253,17
100,0%
3.848
11,65
4,6%
kapitaallasten na het eindjaar niet meegenomen - effect:
Baten
Prijspeil ex BTW
Egalisatievoorziening (totaal)
%
BTW
Contante waarde ex BTW BTW
Aandeel in totaal EURO %
1.294
1.294
3,92
1,5%
Restanten Kredieten GRP2 (totaal)
288
288
0,87
0,3%
Subsidie (totaal)
400
400
1,21
0,5%
-
-
160.286 162.268
Baten 3 (totaal) Rioolheffing (totaal) Totaal Baten
Aantal heffingseenheden 2009 2014 2024 2068
-
0,0%
77.759
235,52
93,0%
79.741
241,52
95,4%
9.599 10.528 11.078 11.078
De contante waarde van de inkomsten van de rioolheffing moet gelijk zijn aan de contante waarde van de te dekken kosten. De contante waarde van de rioolheffing kan worden bepaald door de sommatie van de jaarlijkse inkomsten uit de heffing: cwf(jaar n) * (hoogte heffing) * (aantal heffingseenheden) De vergelijking wordt dan: contante waarde lasten - contante waarde baten (excl rioolheffingen) = contante waarde rioolheffingen contante waarde lasten 83.588.928 contante waarde baten excl. rioolheffingen 1.982.147 contante waarde rioolheffingen 330.164 * R contante waarde kapitaallasten na beschouwde periode 3.848.051 € 235,52 Hieruit volgt het kostendekkend rioolheffing totaal bij directe invoering per 2009 van Gehanteerd rentepercentage Gehanteerd inflatiepercentage
4,75% 2,00%
De berekende kostendekkende rioolheffing is gesteld op huidig prijspeil en dient jaarlijks te worden gecorrigeerd met inflatie
Project: Scenario: @
Filenaam:
GRP Wijk bij Duurstedec1 0 GRP08-5.xls
Projectnr:
255741
Datum:
28-jul-09
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 22 van 22
Woordenlijst
Bijlage 2
Woordenlijst De woorden en verklaringen in deze lijst zijn (voor een groot deel) afkomstig uit de NEN 3300 Buitenriolering Termen en definities en de publicatie “Ontwatering in stedelijk gebied”. AFKORTINGEN AMvB BBB BBL BRP GRP bob CUWVO DWA HWA GRP IBA NEN NPR RWA RWZI Wm Wvo
Algemene Maatregel van Bestuur bergbezinkbassin bergbezinkleiding basisrioleringsplan gemeentelijk rioleringsplan binnenonderkant buis coördinatiecommissie uitvoering Wet verontreiniging oppervlaktewateren droogweerafvoer hemelwaterafvoer gemeentelijk rioleringsplan installatie voor individuele behandeling van afvalwater Nederlandse norm Nederlandse praktijkrichtlijn regenweerafvoer rioolwaterzuiveringinrichting Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren
TERMEN EN DEFINITIES stedelijk afvalwater en hemelwater aangroei
verzameling van organismen die zich op de buiswand hebben vastgehecht of in slierten aan de buiswand hangen
aansluitvergunning
vergunning op grond van de aansluitverordening en de Wvo die wordt afgegeven door het zuiveringsschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI)
aantasting
een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen
afkoppelen
het niet meer inzamelen en naar de RWZI transporteren van hemelwater
afvalwater
alle water waarvan de houder zich met het oog op de verwijdering daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (opmerking: hieronder wordt dus ook afvloeiend regenwater begrepen)
afvoerend oppervlak
het naar de riolering afwaterende oppervlak
afzetting
aankoeking van slib, vet en kalk op de buiswand; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur
basisinspanning
Term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren
basisrioleringsplan
voor een Wvo of aansluitvergunningaanvraag opgesteld document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 1 van 6
Woordenlijst
verbeteringsmaatregelen beheer
zie rioleringsbeheer
bemalingsgebied
een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd
beoordelen
het toetsen van een parameter aan de bijbehorende maatstaf en het geven van een oordeel over de uitkomsten van de toetsing
bergbezinkkelder
reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden
berging
de inhoud van de riolering uitgedrukt in m3 of mm/ha
bergingsverlies
de vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen
beslisboom aan- en afkoppelen hulpmiddel voor gemeenten en particulieren om verantwoorde beslissingen te neverhard oppervlak men bij het aan- en afkoppelen van verhard oppervlak in West-Nederland op wijk- en straatniveau classificatie
de indeling van toestandsaspecten in klassen
controleren
controle, toezicht houden op (bijvoorbeeld op de naleving van voorschriften, op het beheer van een zaak, op de werking van een machine
dg DIALOG Riolering
het computerprogramma voor rioleringsbeheer
droogweerafvoer (dwa)
de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd
drukriolering
riolering waarbij het transport plaatsvindt door middel van pompjes en persleidingen
dwa-rioolstelsel
zie vuilwaterrioolstelsel
emissiespoor
onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terugbrengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit
externe overstort
rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater
gemengd rioolstelsel
rioolstelsel, waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door 1 leidingstelsel wordt getransporteerd
gescheiden rioolstelsel
rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd
hydraulisch
waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging gebruik wordt gemaakt
hydraulische berekening
het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel
ingrijpmaatstaf
grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld
inhangend voegmateriaal
voegmateriaal (kit, bitumineuze profielstrip) dat uit de voeg in het doorstroomprofiel is gezakt of gedrukt
inhangende rubberring
een niet gescheurde rubberring die zichtbaar is of een gescheurde rubberring waarvan een gedeelte in het doorstroomprofiel hangt
inspectie
het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand
lekkage
het intreden of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de buiswand
maatstaf
grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan
obstakels
voorwerpen in het riool die geen functie in rioleringstechnische zin hebben en geen deel uitmaken van een normale afvalwaterstroom
onderhoud
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt
onderzoek
het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering
overstorting
de lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 2 van 6
Woordenlijst
overstortput
rioolput voorzien van een overstortdrempel
pompovercapaciteit
(poc) het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer
randvoorziening
vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen
regenwaterriool
riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag
regenwaterrioolstelsel
rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag
renovatie
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd; evenaren technische staat van nieuwaanleg
reparatie
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd
riolering
het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater
rioleringsbeheer
zorg voor het functioneren van de buitenriolering
riool
samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater
rioolput
constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg)
rioolwaterzuiveringsinrichting
het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater (RWZI)
rwariool
zie regenwaterriool
rwarioolstelsel
zie regenwaterrioolstelsel
scheuren
het geheel van scheuren, barsten en breuken
verbeterd gescheiden rioolstel- gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grosel tere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt 'geborgen' in de riolering en naar de zuivering afgevoerd. verbeteren
het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren
vervangen
herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst
visuele inspectie
het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand
vrijvervalriool
riool waardoor afvalwater door middel van de zwaartekracht wordt getransporteerd
vuilemissie
zie vuiluitworp
vuiluitworp
het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten . Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV), aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen
vuilwaterriool
riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag
vuilwaterrioolstelsel
rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag
Waarschuwingsmaatstaf
grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is
wadi
systeem voor hemelwater afvoer door drainage en infiltratie
waterkwaliteitsdoelstelling
doelstelling voor de kwaliteit van een oppervlaktewater nodig om dat water een bepaalde functie te kunnen laten vervullen
water op straat
het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau
wateroverlast
het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden
wortelingroei
de wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 3 van 6
Woordenlijst
zandinloop
het intreden van zand via buisverbindingen of scheuren
zand en vuilophoping
opgehoopt materiaal met een losse structuur
TERMEN EN DEFINITIES grondwater Afsluitende laag:
Laag in de bodem die zo wordt genoemd vanwege zijn eigenschap dat hij grondwater slecht doorlaat.
DINO
Digitale Informatie Nederlandse Ondergrond, een direct benaderbare databank voor grondwatergegevens in beheer bij TNO Grondwater en Geo-Energie in Delft
Doorlatendheid
Het vermogen van de grond om water en/of lucht door te laten
Drainage
De afvoer van water over en door de grond en door het waterlopenstelsel
Drooglegging
De afstand tussen het oppervlaktewaterpeil en het maaiveld
Freatisch grondwater
Het grondwater in de bovenste bodemlaag, dat (indirect) in contact staat met de atmosfeer. De freatische grondwaterstand is een andere term voor grondwaterspiegel
Geohydrologie
De leer van de grondwaterstroming en de -dynamiek in samenhang met de structuur en de opbouw van de ondergrond.
GHG
Gemiddeld hoogste grondwaterstand. Dit is het gemiddelde van de drie hoogste grondwaterstanden van de afgelopen 8 jaren, gebaseerd op maandelijkse metingen.
Grondwater
Water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot het water beneden de Grondwaterspiegel
Grondwaterisohypse
Hoogtelijn voor de grondwaterstand of voor de stijghoogte van het grondwater. Een grondwaterisohypsenkaart geeft met lijnen (isohypsen) punten aan met gelijke stijghoogte. De kaart geeft onder andere informatie over de stromingsrichting van het grondwater
Grondwateronderlast
Problemen die zich voordoen als gevolg van lage grondwaterstanden. Bijvoorbeeld aantasting van houten funderingen als gevolg van droogstand
Grondwateroverlast
Wateroverlast door hoge grondwaterstanden. Bijvoorbeeld plasvorming op binnenterreinen of vocht in kruipruimten
Infiltratie
Intreding van water in de bodem
Kruipruimte
Ruimte onder de beganegrondvloer in gebruik voor het bereiken van leidingen voor inspectie, onderhoud of reparatie, en voor ventilatie van de vloer en eventuele houten constructiedelen onder de woning
Kwel
Het uittreden van grondwater
Ontwatering
De afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen, met als functie afwatering
Ontwateringsdiepte
De afstand tussen de hoogste grondwaterstand tussen twee ontwateringsmiddelen (sloot, drain) en het maaiveld.
Onverzadigde zone
Deel van de grond boven de grondwaterspiegel, waarin de bodemporiën zowel water als lucht bevatten. De verzadigde zone is het deel waar de poriën geheel gevuld zijn met water.
Opbolling
Het maximale hoogteverschil tussen de grondwaterspiegel en de waterstand in de drainagebuizen en/of watergangen
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 4 van 6
Woordenlijst
Peilbuis
Algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter waarin een grondwaterstand c.q. stijghoogte kan worden gemeten
REGIS
Regionaal Geohydrologisch Informatiesysteem, een interactief informatiesysteem dat beschikt over voor het waterbeheer relevante en actuele gegevens. REGIS wordt beheerd door TNO.
Stijghoogte
Hoogte boven een referentievlak tot waar het water in een peilbuis stijgt. Deze stijghoogte is afhankelijk van de druk van het grondwater ter plaatse van de opening onder in de peilbuis
Wadi
Voorziening voor de opvang, berging en afvoer van neerslag. In een komvormige greppel kan het regenwater infiltreren. Vervolgens kan infiltratie naar het grondwater plaatsvinden of afvoer via een drain.
Zetting
Bodemdaling als gevolg van inklinking, van krimp, door de bouw van kunstwerken, het ophogen van de grond of het aanbrengen van andere materialen
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 5 van 6
Woordenlijst
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 6 van 6
Referenties
Bijlage 3
Referenties
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 1 van 4
Woordenlijst
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 2 van 4
Referenties
1. Leidraad Riolering; Stichting RIONED en ministerie van VROM; onder redactie van W.A. Faber, met medewerking van A.J.H. de Beaufort [et al]; Samson Tjeenk Willink, Alphen aan den Rijn, 1992; • module “inhoud en opzet gemeentelijk rioleringsplan”; A1050; • module “doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden”; A1100; • module “Personele aspecten van de rioleringszorg”; D2000; • module “Kostenkengetallen rioleringszorg”, D1100. 2. Nederlandse Praktijkrichtlijn Buitenriolering Beheer, NPR 3220, Nederlands Normalisatie Instituut, 2e druk, 1994. 3. NEN 3399:2004, Buitenriolering - classificatie systeem bij visuele inspectie van objecten, NNI, januari 2004. 4. NEN 3398:2004, Buitenriolering - Onderzoek en toestandsbeoordeling van objecten, NNI, januari 2004; (vervangt NPR 3398:1992, NEN 3398: 2003 Ontw.) 5. Nederlandse Praktijkrichtlijn Inspectie en toestandsbeoordeling van riolen, NPR 3398, Nederlands Normalisatie Instituut, april 1992. 6. Rapportage van het onderzoek naar het Gemeentelijk Riolering Plan van de gemeente Wijk bij Duurstede, Rekenkamercommissie Wijk bij Duurstede, 15 juni 2007. 7. Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Wijk bij Duurstede 2003-2007, Grontmij, 21 januari 2004. 8. Waterplan Wijk bij Duurstede 9. Beleidskeuzes GRP III gemeente Wijk bij Duurstede, Grontmij, 23 december 2008
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 3 van 4
Referenties
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 4 van 4
Bijlage 4
Evaluatie GRP II
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 1 van 6
Evaluatie GRP II
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 2 van 6
Evaluatie GRP II
Projectteam betrokken bij evaluatiebesprekingen GRP II Projectteam
functie
André Vervoort Hay Timmermans Jan Veenstra Jelger Takken John Samsen Martin van der Heijden Monique Prinsen Peter Oostveen Saskia Kuijpers Nico Admiraal Wilma Timmers Aad Oomens Peter Nieuwhof
Rioolbeheer Wijk bij Duurstede Groenbeheer Wijk bij Duurstede Projectmanager GRP III Wijk bij Duurstede Milieu, vergunningverlener Wijk bij Duurstede Financiën Wijk bij Duurstede Wegbeheer Wijk bij Duurstede Communicatie Wijk bij Duurstede
evaluatie 30 juli 08 x x
evaluatie 3 nov 08 x x x x x x
Projectsecretariaat GRP III Wijk bij Duurstede Waterbeheer en emissies Hoogheemraadschap Afdeling Bodem en Water Provincie Utrecht projectleider GRP III Grontmij projectmedewerker GRP III Grontmij
x
x x x x x
Rapportage van evaluatie GRP II door gemeente Wijk bij Duurstede
Stand van zaken maatregelen uit het GRP II per 1 april 2008. Behorend bij het financieel overzicht GRP II per 1 april 2008 Maatregel 1. Vervanging 26 drukrioleringsgemalen Meest urgente drukrioleringsgemalen zijn in 2006 vervangen. Dit jaar worden de rest van de gemalen vervangen. Maatregel 2. Vervangen 6 kleine en 1 groot rioolgemaal. Dit jaar wordt één hoofdgemaal gerenoveerd.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 3 van 6
Evaluatie GRP II
Maatregel 3. Vervangen van 12,8 km riolering In het GRP is op strategisch niveau m.b.v. het beheerprogramma DG-Dailog bepaald dat er 12,8 km moet worden vervangen. De meest urgente zaken zijn op dit moment aangepakt. De afdeling Beheer is gestart om een totaal gedetailleerd vervangingsplan voor de riolering op te stellen. Dit wordt tevens afgestemd op de eventuele maatregelen t.b.v. de bovengrondse infrastructuur. Maatregel 4. Aanleg riolering buitengebied Werkzaamheden voor 99 % uitgevoerd. Alleen de zakelijkrechtovereenkomsten moeten bij de notaris worden afgehandeld. Maatregel 5. Maatregelen basisinspanning Langbroek Werkzaamheden in 2004 afgerond. Maatregel 6. Maatregelen basisinspanning Cothen Werkzaamheden in 2005 afgerond. Maatregel 7. Aanpassing bergingskelder Cothen Deze werkzaamheden zijn gelijktijdig uitgevoerd met de maatregel 6 en zijn afgerond. Maatregel 8. Maatregelen basisinspanning Wijk bij Duurstede. Hierbij dienen 3 Bergbezinkbasins (BBV) worden gebouwd: BBV Molenvliet, werkzaamheden in 2007 afgerond. BBV Frankenweg, werkzaamheden voor 95 % uitgevoerd. BBV Pr. Hendrikweg is aanbesteed, dit jaar de uitvoering. Maatregel 9. Basisinspanning Broekweg Werkzaamheden zijn aanbesteed en worden mei 2008 uitgevoerd gelijktijdig met de revitalisatie Broekweg. Het rioolstelsel moet worden omgebouwd naar een verbeterd gescheiden stelsel. Maatregel 10. 146 pompuntis aansluiten op telemetrie Deze werkzaamheden worden dit jaar aanbesteed en daarna uitgevoerd. Maatregel 11. 14 rioolgemalen aansluiten op telemetrie Deze werkzaamheden zijn deels uitgevoerd. De hoofdpost voor de signalering is op de gemeentewerf geplaatst. Maatregel 12. Aanschaf onderhoudsauto Deze aanschaf heeft alles te maken met hoe de gemeente het onderhoud van de pompgemalen gaat organiseren. De gemeente heeft op dit ogenblik bijna 500 pompgemalen en pompunits in beheer en onderhoud. Volgend jaar wordt er een beheerplan voor het onderhoud pompgemalen worden opgesteld. Daaruit zal blijken of er een onderhoudsauto nodig is. Maatregel 13. Aanvraag WVO-vergunning De Aansluit- en de VWO- vergunning is in 2006 verleend en dus afgerond.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 4 van 6
Evaluatie GRP II
Maatregel 14. Onderzoek riolering woonboten Dit onderzoek is gelijktijdig met de maatregel 4, Riolering buitengebied, meegenomen en afgerond. Maatregel 15. Uitvoeringen meetprogramma Er besloten om in collectief verband de riooloverstorten met omliggende gemeenten en HDSR te monitoren. Op dit ogenblik wordt er gezamenlijk gewekt aan een bestek tot inkoop van meetapparatuur. Deze zomer wordt dit gezamenlijk aanbesteed. Uitvoering najaar 2008. Maatregel 16. Plaatsing voorziening bemonstering rioolwater RWZI Bij de aanpassing van de RWZI in 2007 is door HDSR deze voorziening geplaatst en dus niet meer van toepassing. Maatregel 17. Opstellen model aansluitverordening bedrijven De aansluitverordening wordt opgesteld in 2009. Maatregel 18. Evalueren, bijstellen GRP De planning is om 2008 een nieuw (verbreed)GRP III op te stellen. Het offertetraject met diversen ingenieursbureaus is inmiddels afgerond.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 5 van 6
Evaluatie GRP II
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 6 van 6
Bijlage 5
Relaties met andere plannen en regelgeving
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 1 van 5
Relaties met andere plannen en regelgeving
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 2 van 6
Relaties met andere plannen en regelgeving
In onderstaand overzicht is aangegeven welke ontwikkelingen, plannen en wet- en regelgeving op welk(e) aspect(en) van de afvalwaterketen ingrijpen. In de bovenste helft zijn de (belangrijkste) ontwikkelingen weergegeven, in de onderste helft de (belangrijkste) wet- en regelgeving. Een aantal relaties wordt kort toegelicht. Voor uitgebreide informatie wordt verwezen naar de betreffende (beleids)stukken.
Wet- en regelgeving
X
X
X
X
X X
X
X X
X X
Proces, doelmatigheid en samenwerking
X X
X
Bekostiging
X X X
Veiligheid, volksgezondheid
X
Monitoring
X
Risico's
Ruimtelijke ordening
X X
(Huis)aansluitingen
Emissie grondwater
Volksgezondheid en water in de stad Kwaliteit leefomgeving, IBOR Diffuse lozingen Klimaatverandering Rijksvisie op de waterketen Rijksbrief omgaan met regen water en grondwater Waterwet Wetsvoorstel 'Grondroerdersregeling' Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater Nationaal Bestuursakkoord Water Vierde Nota Waterhuishouding Wet Milieubeheer (Wm) Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (WVO) Woningwet en Bouwbesluit Nationaal Milieubeleidsplan R.O. (Vijfde Nota, streekplannen, bestemmingsplannen) Bouwverordening gemeente Wijk bij Duurstede Wet 'Verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken' Waterhuishoudingsplan 2005-2010 Provincie Utrecht
Emissie oppervlaktewater
Ontwikkelingen
Ontwikkelingen op het gebied van de rioleringszorg
Ontwerp riolering
Aandachtsgebied
X
X
X X X X
X
X
X
X X
X X
X X X X
X X X
X
X
X X
X X
X
X
X X
X X X
X X X
X
X
X X
X
X X
X
Bestuursakkoord Waterketen 2007
X
Ontwikkelingen Waterwet Acht bestaande wetten (o.a. Wet op de Waterhuishouding en Grondwaterwet) voor het waterbeheer in Nederland worden vervangen door één Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. De wet zal gericht zijn op het bereiken van doelstellingen van watersystemen (stroomgebieden), met een heldere verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken overheden. Tevens is de wet gericht op een adequaat instrumentarium voor de uitvoering van het waterbeleid. Dit betreft dan met name een vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten. Door de Waterwet zullen waterschappen, gemeenten en provincies beter in staat zijn wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Op basis van de functie worden eisen gesteld aan de kwaliteit en de inrichting van het water. Gestreefd wordt naar inwerkingtreding in 2009. Volksgezondheid en Water in de stad Riolering is een belangrijke voorziening in het kader van de volksgezondheid. Bij het opstellen van maatregelen en het ontwikkelen en toepassen van nieuwe systemen moet dit aspect aandacht krijgen. De hoeveelheid en plaats van overstorten is daarbij belangrijk; bij afkoppelen moet goed worden gekeken worden welke oppervlakken kunnen worden afgekoppeld en of die al dan niet verontreinigd zijn. Bij afkoppelen verdwijnt het water veelal uiteindelijk “uit het zicht” in de bodem of het verdwijnt zichtbaar in het oppervlaktewater. Onderzoek toont aan dat afval-
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 3 van 5
Relaties met andere plannen en regelgeving
water en afstromend regenwater water vervuild is met ziekteverwekkers, dit kan een risico opleveren als mensen in contact komen met dit water. (Bijvoorbeeld door te zwemmen nabij een overstort, te spelen in een wadi of door het in contact komen met ‘water op straat’) Binnen lopende projecten is een onderzoek naar mogelijk risico’s voor de volksgezondheid op zijn plaats om problemen op langere termijn uit te sluiten. Dit onderzoek zal zijn plaats moeten krijgen binnen bestaande onderzoeken zoals het onderzoek naar water-op-straat. Kwaliteit leefomgeving Kwaliteit van de leefomgeving en integraal beheer van de openbare ruimte hebben een sterke relatie. Ook in de openbare ruimte staat riolering niet op zichzelf. Maatregelen aan de riolering moeten worden afgestemd op andere maatregelen aan de openbare ruimte om overlast voor burgers en bedrijven te minimaliseren en een efficiënte besteding van middelen te garanderen. Ook het voorkomen van wateroverlast en het zorgen voor schoon oppervlaktewater verhogen de kwaliteit van de leefomgeving. Rijksvisie op de waterketen en de omgang met regenwater en grondwater De afgelopen jaren is duidelijk geworden dat het waterbeleid de nodige aandacht vraagt. Riolering speelt in het waterbeleid, zeker op lokaal niveau, een belangrijke rol. De aandacht voor hoe met de regenwatercomponent moet worden omgegaan zal de komende jaren de nodige inspanning vergen. Afkoppelen van schone oppervlakken zodat relatief schoon regenwater niet meer naar de rioolwaterzuiveringsinrichting wordt getransporteerd is een aanpak die past in deze ontwikkelingen. Het ministerie van VROM heeft in 2004 een beleidsbrief regenwater en riolering uitgebracht die aangeeft hoe de regenwaterproblematiek bij gemeenten het best kan worden aangepakt. Er worden vier pijlers van het regenwaterbeleid benoemd: 1. aanpak bij de bron: het voorkomen van verontreiniging van regenwater; 2. regenwater vasthouden en bergen; 3. regenwater gescheiden van afvalwater afvoeren; 4. integrale afweging op lokaal niveau. De gemeente wordt als regisseur gezien om dit regenwaterbeleid op lokaal niveau vorm te geven. De trits vasthouden-bergen-afvoeren is daarbij leidraad.
figuur Vasthouden-bergen-afvoeren
De watertoets is een belangrijk instrument om bij ruimtelijke plannen vroegtijdig samen te werken met de waterbeheerder die nieuwbouwplannen hierop beoordeeld.
Wet- en regelgeving Europese Kaderrichtlijn Water (wet) De Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht de kwaliteit van watersystemen te verbeteren, onder meer door lozingen aan te pakken, op Europees niveau. Verder is het de bedoeling het duurzaam gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te verminderen. Naast een verbetering van de waterkwaliteit is het streven ook de Europese waterwetgeving te harmoniseren, uiterlijk in 2015.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 4 van 6
Relaties met andere plannen en regelgeving
De KRW stelt voor alle wateren een hoge ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Vooral voor wateren met verhoogde natuurdoelstellingen kan verwacht worden dat nog grote inspanningen geleverd moeten worden. Over de implementatie en implicaties van de KRW voor gemeenten moet nog meer duidelijkheid komen. In het waterplan is hier richting aan gegeven. Wet Milieubeheer (wet) Met de inwerkingtreding van de Wet Milieubeheer zijn voorschriften gesteld aan het lozen van afvalwater. Lozingen op de riolering worden op basis van de Wet milieubeheer geregeld. Enerzijds mag het materiaal van de riolering niet worden aangetast, anderzijds mag ook de goede werking van de rioollwaterzuiveringsinrichting niet worden belemmerd. Tot slot is de kwaliteit van belang in verband met de overstortingen op oppervlaktewater. Een en ander is vastgelegd in de Instructieregeling lozingsvoorschriften milieubeheer. Bij Wet milieubeheercontroles bij bedrijven moet ook de rioleringscomponent worden meegenomen. Wet op de waterhuishouding (wet) De Wet op de waterhuishouding geeft regels op het gebied van de waterhuishouding. De wet heeft een tweeledige doelstelling. Aan de ene kant verschaft de wet instrumenten om een samenhangend en doelmatig beleid en beheer op het gebied van de waterhuishouding in haar geheel te verzekeren en aan de andere kant geeft zij regels voor het kwantiteitsbeheer van het oppervlaktewater. In de Wet op de waterhuishouding zijn voor de gemeente twee zorgplichten opgenomen, een hemelwaterzorgplicht en een grondwaterzorgplicht. Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (Wet) Bij graafwerkzaamheden ontstaat in de praktijk nogal eens schade aan kabels en leidingen doordat de grondroerder niet goed weet waar de kabel of leiding zich bevinden. De wet voorziet in de mogelijkheid om een goede registratie van kabels en leidingen af te dwingen. De kabelbeheerder wordt verplicht zelf zorg te dragen voor een goede registratie van haar kabels en leidingen en worden er eisen gesteld aan de beschikbaarheid van deze informatie. Het kadaster gaat voortaan de KLIC melding afhandelen. De informatie dient digitaal beschikbaar te zijn en goed op orde in verband met aansprakelijkheid. Hiervoor is een overgangsperiode van twee jaar ingesteld. Vierde Nota Waterhuishouding (richtlijn) In deze nota is veel aandacht voor het kernbegrip “duurzaam”. Voor nieuwbouw betekent dit afkoppelen van verhard oppervlak waar dit kan, het vermijden van toepassingen van uitloogbare materialen (zoals zink, koper, lood, etc.), de toepassing van alternatieve inzamelingssystemen (zoals infiltratie-transport-systemen) en dergelijke. Dit zijn maatregelen om enerzijds te voorkomen dat verontreinigingen in het afvalwater terechtkomen en anderzijds om te voorkomen dat “schoon” water naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt getransporteerd. Nationaal bestuursakkoord water In februari 2001 sloten Rijk, Interprovinciaal Overleg, Unie van Waterschappen en Vereniging van Nederlandse Gemeenten de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw. Daarmee werd de eerste stap gezet in het tot stand brengen van de noodzakelijke gemeenschappelijke aanpak. Twee jaar later op 2 juli 2003 zijn de resultaten van die samenwerking en van voortschrijdende kennis en inzicht neergelegd in het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Twee belangrijke elementen uit de NBW betreffen: • De noodzaak dat gemeenten in samenwerking met het waterschap een waterplan opstellen, mits sprake is van knelpunten in het watersysteem. • De stedelijke wateropgave dient uiterlijk in 2009 te worden ingevuld door de gemeente samen met het waterschap, zodat voor de burgers ook in extreme situaties het houden van droge voeten wordt nagestreefd. Bestuursakkoord Waterketen 2007 Op 5 juli 2007 heeft de VNG samen met andere betrokken partijen een bestuursakkoord waterketen afgesloten. Dit akkoord bevat afspraken die leiden tot versterking en verdere stimulering van het bottum-up samenwerkingsproces tussen gemeenten, drinkwaterbedrijven en water-
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 5 van 6
Relaties met andere plannen en regelgeving
schappen. Resultaat van deze afspraken moet zijn dat de doelmatigheid en transparantie van de uitvoering van de taken wordt vergroot. Het akkoord gaat ervan uit dat een doelmatigheid van 10 a 20 % over 10 jaar haalbaar is. Aandachtspunten voor de gemeenten uit het bestuursakkoord waterketen zijn met name Benchmarking rioleringszorg, intergemeentelijke samenwerking en permanente samenwerking met het waterschap. • Een belangrijk speerpunt is het doen van vergelijkend onderzoek ter verbetering van de uitvoering van taken (benchmarking). Benchmarking biedt objectieve informatie om de uitvoering van taken te vergelijken en op basis daarvan verder verbeteringen door te voeren. In het bestuursakkoord wordt opgeroepen om voor 2011 een benchmark uit te voeren. • Het bestuursakkoord stelt tot doel dat gemeenten en waterschappen een permanente samenwerking in het afvalwaterbeheer realiseren en bestuurlijke overeenkomsten afsluiten om investeringen tegen de laagst maatschappelijke kosten te realiseren. Voor alle rioolwaterzuiveringsinstallaties en de aangesloten riolering dient in 2009 een optimalisatiestudie te zijn uitgevoerd, tenzij uit een snelle inventarisatie blijkt dat er geen optimalisatiekansen zijn. Het waterschap neemt hiertoe het initiatief. Het Rijk monitort de ontwikkeling van de doelmatigheid en transparantie ten opzichte van het referentiejaar 1998. In 2007 is de eerste monitor uitgevoerd, in 2009 en 2011 volgen de tweede en derde, de laatste. Waterhuishoudingsplan provincie Utrecht 2005-2010 In het waterhuishoudingsplan wordt aangegeven dat de provincie streeft naar een duurzaam stedelijk waterbeheer met daarop afgestemde inrichting en beheer van de bebouwde omgeving. Belangrijk is hierbij een geïntegreerd milieu- en ruimtelijke ordeningsbeleid van de gemeente met aandacht voor diffuse bronnen, (grond) wateroverlast, ecologie en riolering. Ook is hierbij een goede samenwerking tussen gemeente en waterschappen essentieel. Belangrijke speerpunten in het waterhuishoudingsplan zijn: • De provincie verwacht van gemeenten en waterschappen dat zij gezamenlijk plannen zullen maken voor het opstellen van afvalwaterakkoorden per zuiveringsgebied met als doel het verbeteren van de doelmatigheid in de waterketen. • Gemeenten en waterschappen voeren gezamenlijk een optimalisatiestudie uit. • De gemeenten stellen volgens het NBW een waterplan op (niet verplicht). • Het streven van de provincie is een gemiddeld afkoppelingspercentage van 5% van verharde oppervlakken in bestaand stedelijk gebied. Voor de lange termijn is dit 20%. De provincie verwacht van gemeenten dat zij hiertoe een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren. • Bij het saneren van overstorten werken gemeenten en waterschappen volgens een tweesporenbeleid: het emissiespoor en het waterkwaliteitsspoor. • Voor de percelen in het buitengebied die niet op de riolering worden aangesloten, moeten gemeente bij de provincie en ontheffing aanvragen van de gemeentelijke zorgplicht.
• Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Het Hoogheemraadschap heeft haar beleid gebaseerd op de Cuwvo-aanbevelingen uit 1992, waarin emissie- en waterkwaliteitspoor zijn geïntroduceerd. Voor het emissiespoor wordt de eenduidige basisinspanning gehanteerd, volgens CIW juni 2001. Naast het emissiespoor, wordt het waterkwaliteitsspoor uitgevoerd. Hierbij wordt beoordeeld of de lozing die resteert nadat de basisinspanning is bereikt, een belemmering is voor het bereiken van de gewenste waterkwaliteit van het stedelijk oppervlaktewater. Op basis van deze toets kunnen zo nodig aanvullende maatregelen worden verlangd.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 6 van 6
Relaties met andere plannen en regelgeving
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 7 van 6
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Bijlage 6
Doelen en functionele eisen
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 1 van 9
Doelen en functionele eisen
Met de rioleringszorg worden doelen nagestreefd. Door aan de doelen functionele eisen en maatstaven te koppelen wordt de rioleringszorg toetsbaar gemaakt. Een functionele eis is een specificatie van het doel. Het geeft aan hoe een voorziening moet functioneren om het gestelde doel te bereiken. Deze worden uitgedrukt in een kwalitatieve maat zoals voldoende acceptabel of adequaat. Om te kunnen bepalen of aan de eis kan worden voldaan, zijn maatstaven en meetmethoden geformuleerd. In de figuur zijn de relaties tussen de doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden aangegeven.
figuur
Toetsingskader rioleringszorg: Doelen, functionele eisen en maatstaven (Bron module A1050 Leidraad Riolering)
Wat is nu het doel van de zorg voor de riolering? In het verleden werd, en ook nu wordt riolering aangelegd om: • de volksgezondheid te beschermen: de aanleg en het beheer van riolering zorgt ervoor dat verontreinigd afvalwater uit de directe leefomgeving wordt verwijderd; • de kwaliteit van de leefomgeving op peil te houden: de riolering zorgt voor de ontwatering van de bebouwde omgeving door naast het afvalwater van huishoudens en bedrijven ook het overtollige regenwater van daken, pleinen, wegen e.d. in te zamelen en af te voeren; • de bodem, het grond- en oppervlaktewater te beschermen: door de aanleg van riolering of individuele afvalwaterbehandelingsystemen wordt de directe ongezuiverde lozing van afvalwater op bodem- of oppervlaktewater voorkomen. Vanuit deze algemene doelen zijn doelen voor de rioleringszorg afgeleid waarmee is aangegeven hoe aan de rioleringszorg (aanleg en beheer) invulling wordt gegeven. Doelen rioleringszorg De doelen voor de rioleringszorg zijn aangepast aan de nieuwe rol ten aanzien van het hemelwater en grondwater en sluiten goed aan bij het gedachtegoed van de invoering van de verbrede watertaken. De rioleringszorg in Wijk bij Duurstede dient de volgende doelen (zie ook A3bladen, module "Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden":
1. 2. 3. 4. 5.
Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 2 van 9
Doelen en functionele eisen
Hierbij is van belang dat de definitie van stedelijk afvalwater ten opzichte van voorheen beter is omschreven, zodat tegenwoordig duidelijk onderscheid wordt gemaakt in stedelijk afvalwater en hemelwater. Stedelijk afvalwater omvat huishoudelijk water of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. Hemelwater wordt, zolang het niet in aanraking komt met ander afvalwater of verontreinigingen, niet meer beschouwd als stedelijk afvalwater. Grondwater is het water dat vrij onder het oppervlak voorkomt met de daarin aanwezige stoffen. De doelen “inzameling en transport van stedelijk afvalwater” (1 en 2) en “inzameling en verwerking van hemelwater“ (3 en 4) hebben betrekking op de splitsing van de algemene zorgplicht van de gemeente in een afzonderlijke zorgplicht voor stedelijk afvalwater en hemelwater. De wettelijke verplichting om stedelijk afvalwater in te zamelen bestond voorheen ook al. Om het stedelijke afvalwater te kunnen inzamelen en transporteren, moeten de buizen, putten, etc. in goede staat zijn. Tijdige vervanging is daarbij noodzaak. De wet biedt ook mogelijkheden om alternatieve systemen toe te passen. Voor het transport van stedelijk afvalwater naar een rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI) moeten de riolen groot genoeg zijn en moet het water door de riolen onder vrijverval naar het gemaal of ander lozingspunt binnen een bepaalde tijd kunnen afstromen. De voorzieningen mogen ook niet vervuild zijn met zand of andere ongerechtigheden. De gemalen moeten voldoende capaciteit hebben om het afvalwater te kunnen verpompen en bedrijfszeker zijn. De zorgplicht voor hemelwater houdt in dat de gemeente zorg dient te dragen voor een doelmatige inzameling van het afvloeiende hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiende hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. Naast de zorg voor het afvloeiende hemelwater van particuliere terreinen heeft dit natuurlijk ook betrekking op het hemelwater dat van openbaar terrein afstroomt. Ten aanzien van de verwerking van het ingezamelde hemelwater is de keuze aan de gemeente. Onder het verwerken van het hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater. Bij het verwerken van hemelwater worden onder andere door het waterschap eisen gesteld. Het betreft de eisen aan de vuiluitworp uit de riolering naar oppervlaktewater en lekkage naar bodem en grondwater. Doel 2 heeft ook betrekking op wateroverlast tijdens regen. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, moet de riolering als totaal voldoende afvoercapaciteit hebben. Wateroverlast kan ontstaan als bij hevige regen niet al het water direct kan worden afgevoerd: het met huishoudelijk afvalwater vermengde regenwater komt uit de riolering op straat of het regenwater kan bijvoorbeeld door verstopte kolken niet in de riolen komen. Het is niet mogelijk om riolering en regenwatervoorzieningen aan te leggen die alle mogelijke extreme regenbuien kunnen verwerken. Een landelijk geaccepteerde maatstaf is dat een bui die maximaal eenmaal in de twee jaar voorkomt, verwerkt moet kunnen worden (gemiddeld maximaal één keer per twee jaar ‘water op straat’) door het rioolstelsel. De regenwatervoorzieningen worden gedimensioneerd conform de eisen van het waterschap. Tijdens hydraulische doorrekening van het stelsel zal ook gecontroleerd worden hoe het stelsel reageert op zwaardere buien gezien de klimaatsverandering. “Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert” (5). Dit is een nieuw doel dat specifiek gericht is op het grondwater. Dit doel vormt de invulling van de zorgplicht voor het grondwater. Grondwater speelt ten slotte een belangrijke rol binnen de stedelijke openbare ruimte. De ruime omschrijving van dit doel is noodzakelijk omdat de oorzaken en oplossingen van grondwaterproblemen liggen op het grens-
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 3 van 9
Doelen en functionele eisen
vlak van stedelijk waterbeheer en ruimtelijke ordening. Op eigen terrein heeft de burger nadrukkelijk zelf een verantwoordelijkheid om het grondwaterprobleem op te lossen en te voorkomen. De gemeente stelt zich tot doel de burger het mogelijk te maken deze verantwoordelijkheid te nemen. Functionele eisen Om te kunnen toetsen of de doelen worden gehaald, zijn functionele eisen en bijbehorende maatstaven opgesteld, deze zijn opgenomen in de volgende tabel. De toetsing aan de maatstaven vindt plaats via de meetmethoden. Voorwaarden voor effectief beheer De rioolbeheerder moet een aantal voorwaarden scheppen voor een doelmatige zorg voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater. Wanneer de voorwaarden niet aanwezig zijn kan de doelmatigheid van de rioleringszorg niet worden gewaarborgd. Hier ligt ook de relatie met de eis uit de Wet Milieubeheer (art. 4.22) dat bekend moet zijn wat er aan rioleringsvoorzieningen aanwezig is en in welke staat zij verkeren.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 4 van 9
Doelen en functionele eisen
Doel 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater Functionele eisen Maatstaven 1a. Alle percelen op het gemeentelijk gebied waar Alle percelen binnen of buiten bebouwde kom afvalwater vrijkomt moeten van een moeten aangesloten zijn op riolering of op een lokale behandeling van het afvalwater (IBA) rioleringsaansluiting zijn voorzien, uitgezonderd bij specifieke situaties waar als dit eenzelfde graad van milieubescherming lokale behandeling een zelfde graad van biedt tenzij dit niet doelmatig is met het oog op milieubescherming biedt. kosten en milieu.
Meetmethoden Registratie van lozingssituatie van de percelen binnen en buiten de bebouwde kom.
1b.
Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden.
Geen overtredingen van de Lozingsvoorwaarden bij of krachtens de Wet milieubeheer en geen foutieve aansluitingen.
Controle, handhaving en registratie
1c.
Het scheiden van (afval) waterstromen in huishoudens, bedrijven en industrie dient te worden bevorderd. De huisaansluitleidingen moeten in goede staat zijn. Riolen en andere objecten dienen in hoge mate waterdicht te zijn, zodanig dat de hoeveelheid uittredend rioolwater beperkt blijft.
Toepassen gescheiden systemen in huishoudens, bedrijven en industrie.
Controle, handhaving en registratie in het kader van bouwvergunningen.
Geen klachten over functioneren aansluitleidingen Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen.
Meldingen- en klachtenregistratie
1d. 1e.
Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3398.
Doel 2. Zorgen voor transport van stedelijk afvalwater Functionele eisen Maatstaven 2a. De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om Optimaal stelselontwerp, volgens landelijke bij droog weer het aanbod van stedelijk normen. afvalwater binnen zekeren grenzen te verwerken. 2b. De afstroming dient gewaarborgd te zijn Ingrijpmaatstaven voor afstroming mogen niet voorkomen. 2c. Het afvalwater dient zonder overmatige Verblijftijd van het afvalwater in het stelsel niet aanrotting de rwzi te bereiken. langer dan 24 uur. 2d. De afvoercapaciteit van de gemengde riolering Gemiddeld maximaal éénmaal per twee jaar water op straat (theoretisch). voor afvalwater moet toereikend zijn om het aanbod bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden. 2e. De objecten moeten in goede staat zijn. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit mogen niet voorkomen. 2f. De vervuilingstoestand van de riolering dient Ingrijpmaatstaven voor afstroming (conform acceptabel te zijn. NEN 3398) mogen niet voorkomen. 2g.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 5 van 9
Meetmethoden Ontwerp volgens Leidraad Riolering
Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3398. Hydraulische berekeningen Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering C2100 bij een gebeurtenis met een herhalingstijd van T=2 jaar (bui08)
Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3398. Visuele inspectie met classificatie volgens NEN 3399 en hydraulische berekening. De vuiluitworp uit rioolstelsels dient beperkt te De vuiluitworp uit gemengde rioolstelsels moet Tienjarige regenreeksberekeningen zijn. kleiner of gelijk zijn aan de vuiluitworp van het volgens de Leidraad Riolering. Vermenigvuldiging van de referentiestelsel volgens de eenduidige overstortvolumes met de basisinspanning van de CIW. vuilconcentratie.
Doelen en functionele eisen
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 6 van 9
Doelen en functionele eisen
Doel 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier) Functionele eisen Maatstaven 3a. Alle percelen binnen het gemeentelijk gebied Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting waar hemelwater vrijkomt waarvan men zich op de riolering, tenzij men zich niet van het hemelwater wil ontdoen doch het voor lokale wenst te ontdoen, moeten van een waterhuishouding of andere doeleinden wil rioleringsaansluiting zijn voorzien. gebruiken of wanneer indirecte lozing geoorloofd is.
Meetmethoden Registratie van lozingssituatie van de percelen binnen en buiten de bebouwde kom.
Voor zover rendabel, afkoppelen van schoon hemelwater zonder wateroverlast en ongewenste milieuverontreiniging te veroorzaken. De vuiluitworp door regenwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn.
Afkoppelen indien technisch uitvoerbaar, Optimalisatie milieurendement, conform toelaatbaar voor het milieu en kosteneffectief. beleid Hoogheemraadschap
3d.
Adequate inzameling van hemelwater, voor zover de particulier niet redelijkerwijs in de verwerking kan voorzien.
Indien bij nieuwbouw het perceel grenst aan Visuele waarnemingen en meldingenregistratie. het oppervlaktewater dan voorziet de particulier, in overleg met de waterbeheerder, in de afvoer van het hemelwater van daken rechtstreeks op het oppervlaktewater.
3e.
De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd plaats te vinden. Beperkte hoeveelheid intredend grondwater.
Plasvorming bij kolken dient beperkt te zijn.
3b.
3c.
3f. 3g.
Resterende vuiluitworp mag geen belemmering vormen voor de waterkwaliteit.
Visuele waarnemingen en meldingenregistratie. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid Visuele inspectie met classificatie (conform NEN 3398) mogen niet voorkomen. volgens NEN 3398. Geen afvoer van drainagewater via gemengde Drains zijn niet op gemengde en/of dwa-riolen Waarneming en metingen. en/of dwa riolen. aangesloten.
Doel 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater Functionele eisen Maatstaven 4a. De afvoercapaciteit van de riolering moet Gemiddeld maximaal éénmaal per twee jaar toereikend zijn om het aanbod bij hevige water op straat (theoretisch). neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd bij bepaalde buitengewone omstandigheden. 4b.
Toetsing oppervlaktewaterkwaliteit
De vuiluitworp door overstortingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn.
Vuiluitworp gelijkwaardig aan die bij het 'referentiestelsel', (voldoen aan basisinspanning en waterkwaliteitsspoor).
Meetmethoden Hydraulische berekeningen conform Leidraad Riolering C2100 bij een gebeurtenis met een herhalingstijd van T=2 jaar (bui08) Berekenen en meten van vuiluitworp conform richtlijnen waterkwaliteitsbeheerder.
Doel 5. Zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert Functionele eisen Maatstaven Meetmethoden Onderzoek grondwaterstanden eventueel 5a. Adequate handhaving van het De ontwateringsdiepte is minimaal 80 cm grondwaterregime. (bestemmingbeneden maaiveld, die maximaal 2 weken per in combinatie met inrichtingsfase) jaar mag worden overschreden. (bestemmings-grondwatermodellering. en inrichtingsfase). Bij nieuwe gebieden is de ontwateringsdiepte minimaal 1,20m beneden maaiveld. 5b. Adequate afvoer van overtollig grondwater (bij - GHG<50 cm-mv: bij groot onderhoud aan de Peilbuizen registratie, onderzoek te hoge grondwaterstanden). (beheerfase) weg of riolering treffen van grondwaterstanden. grondwatermaatregelen. (beheerfase) - GHG 50-80 cm-mv: bij groot onderhoud aan Peilbuizen registratie, onderzoek weg of riolering (afhankelijk van situationele grondwaterstanden. grondwatergegevens) onderzoek uitvoeren. (beheerfase) - GHG>80 cm-mv: geen maatregelen. (beheerfase)
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 7 van 9
Peilbuizen registratie, onderzoek grondwaterstanden.
Doelen en functionele eisen
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 8 van 9
Doelen en functionele eisen
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 9 van 9
Bijlage 7
Uitgangspunten kostendekkingsberekening
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 1 van 4
Uitgangspunten kostendekkingsberekening
In deze bijlage zijn de uitgangspunten voor het kostendekkingsplan weergegeven. 1. Berekeningsmethode De rioolrechtberekening wordt uitgevoerd met behulp van een nominale berekening. Alle bedragen zijn op prijspeil 2009 weergegeven. 2. Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Bij het opstellen van het kostendekkingsplan wordt rekening gehouden met de richtlijnen uit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). In de notitie riolering (juli 2007) van de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is een aantal richtlijnen geformuleerd op het terrein van de gemeentelijke rioleringstaak. Samengevat zijn de richtlijnen als volgt beschreven in de notitie: • Investeringen in het riool moeten worden geactiveerd, het gaat om investeringen met economisch nut (artikel 59 BBV). • Ter dekking van de kosten kan de gemeente een riooltarief in rekening brengen. Het tarief mag maximaal kostendekkend zijn (op begrotingsbasis; artikel 229b Gemeentewet). • In het tarief kan een egalisatiebedrag meegenomen worden voor toekomstig groot onderhoud. Egaliseren is mogelijk op grond van 44,1c BBV. De voorziening krijgt bij vorming uit het tarief het karakter van een 44,2-voorziening. • In het tarief mogen spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen worden meegenomen; • Bij realisatie van de vervangingsinvestering wordt deze voor het volle bedrag geactiveerd. Het opgespaarde bedrag aan spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen in de rioolvoorziening kan op het te activeren bedrag in mindering worden gebracht (afboeking in de balanssfeer). • Ook wanneer “idealiter” de jaarlijkse spaarbedragen precies gelijk zijn aan de jaarlijkse vervangingsinvesteringen moeten vanwege de wettelijke regels de “spaarbedragen” als last worden geboekt en wordt vervolgens de daarmee gevormde voorziening afgeboekt op de geactiveerde vervangingsinvesteringen. • Als een boekwaarde overblijft hoeft hierop niet te worden afgeschreven maar kunnen de spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen die in latere begrotingsjaren ontvangen worden gebruikt worden om de boekwaarde af te boeken. De gemeente kan er ook voor kiezen om de kapitaallasten in het tarief op te nemen. • Na inwerkingtreding van de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken is de mogelijkheid vervallen om op basis van artikel 229b een kostendekkende retributie in rekening te brengen. Dan kan op basis van artikel 228a Gemeentewet een maximaal kostendekkende rioolbelasting worden geheven. De mogelijkheid van de specifieke spaarconstructie blijft bestaan. • de geraamde BTW mag worden meegenomen in de berekening van de tarieven. 3. Planningshorizon Bij de berekening van het rioolrecht is uitgegaan van een planningshorizon van 60 jaar: 2009 t/m 2068. Deze termijn is gekoppeld aan de technische levensduur van de rioleringsobjecten in Wijk bij Duurstede. Binnen een periode van 60 jaar zijn alle objecten minimaal één maal vervangen. Het startjaar is 2009. Het prijspeil is vastgesteld op 1 januari 2009. 4. Inflatie Deze prijsindex is gebaseerd op de prijsontwikkeling van de lonen, materiaal en materieel die nodig zijn voor het aanleggen van een riolering binnen de bebouwde kom. Voor het kostendekkingsplan wordt uitgegaan van een inflatie van 2.0%. 5. Rentevoet Er is voor nieuwe kapitaallasten een rentevoet van 4.75% gehanteerd. Dit betreft zowel de rente voor kapitaalleningen als ook de rente voor de tariefegalisatievoorziening. Sterke wijziging van de rente in de komende jaren kan aanleiding zijn de berekening te herzien.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 2 van 4
Uitgangspunten kostendekkingsberekening
6. Prijspeil Alle in het GRP genoemde bedragen zijn op prijspeil 1 januari 2009, inclusief van toepassing zijnde bijkomende kosten uitvoering, winst en risico, voorbereiding, honorarium en toezicht en exclusief BTW. 7. Eenheidsprijzen De gehanteerde eenheidsprijzen voor de berekening van de kosten voor vervanging van de vrijvervalriolering zijn gebaseerd op informatie van leveranciers en het MISSET-prijzenbestand. Voor de berekening van de investeringskosten van de overige rioleringsobjecten is gebruik gemaakt van de module ‘Kostenkengetallen rioleringszorg’ (D1100), van de Leidraad Riolering. Bij vervanging van de riolering komen alle kosten voor het opbreken en het opnieuw aanbrengen van de wegverharding ten laste van de rioleringszorg. 8. Staartkosten Voor de staartkosten zijn de volgende waarden gehanteerd: uitvoeringskosten 10% (inrichting werkterrein, uitzetwerkzaamheden), algemene kosten, winst en risico 12%, voorbereiding, honorarium en toezicht 15%. Er is geen rekening gehouden met de post ‘onvoorzien’. 9. Kostendekkendheid Het berekende rioolrecht mag op langere termijn maximaal 100% kostendekkend zijn. Volgens artikel 228a van de Gemeentewet kan de gemeente kiezen voor één heffing voor de totale kosten van de zorgplichten of twee aparte heffingen: één voor de kosten van de afvalwaterzorgplicht en één heffing voor de zorgplichten voor hemel- en grondwater. In dit GRP wordt één tarief berekend voor de totale kosten voor de rioleringszorg. 10. Indexering rioolrecht Het in het kostendekkingsplan berekende tarief moet jaarlijks met de optredende inflatie worden geïndexeerd. Dit wordt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting afgehandeld. 11. Afschrijvingsmethode Voor afschrijving wordt de anuitaire methode toegepast. 12. Afschrijvingstermijnen Onderscheid wordt gemaakt in de technische en de economische afschrijvingstermijn. De technische afschrijvingstermijn (levensduur) heeft grote invloed op de hoogte van het rioolrecht. De economische afschrijvingstermijn is van invloed op het verloop van de lasten in de tijd, maar niet op de hoogte van het kostendekkend tarief. De technische en economische afschrijvingstermijnen mogen afwijken. Volgens de richtlijnen uit de BBV, moeten de afschrijving en de afschrijvingstermijn zo goed mogelijk aansluiten op de feitelijke waardedaling van de vrijvervalriolering. Het voorzichtigheids-beginsel leidt ertoe dat, indien de economische levensduur korter is dan de technische levensduur, afgeschreven moet worden op basis van de economische levensduur. De in de berekening gehanteerde afschrijvingstermijnen zijn weergegeven in onderstaande tabel B1. De hierin vermelde technische levensduur is de gemiddelde levensduur van de rioleringsobjecten in Wijk bij Duurstede.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 3 van 4
Uitgangspunten kostendekkingsberekening
Tabel B1 Object
Overzicht gehanteerde afschrijvingstermijnen (jaar) afschrijvingstermijn technisch economisch
vrijvervalriolen bergbezinkvoorzieningen gemalen – bouwkundig gemalen – mechanisch / elektrisch Persleidingen drukriolering – bouwkundig drukriolering – mechanisch / elektrisch grondwatermaatregelen IBA’s
60 60 45 15 45 45 15 60 30
45 45 45 15 45 45 15 45 30
13. Tariefegalisatievoorziening In overeenstemming met de BBV wordt gebruik gemaakt van een tariefegalisatievoorziening, om ongewenste schommelingen in het rioolrecht te voorkomen (art. 43, lid 1b). De voorziening wordt gevormd voor kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt. Dit leidt tot een gelijkmatige verdeling van de lasten voor de burger, over een aantal begrotingsjaren. Er wordt rente via de resultaatsbestemming aan de tariefegalisatievoorziening toegevoegd. Artikel 45 van het BBV bepaalt dat rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn toegestaan, mits deze zijn gewaardeerd tegen contante waarde. De contante-waardemethode gaat er van uit dat rentetoevoeging aan de tariefegalisatievoorziening noodzakelijk is om de voorziening op voldoende niveau te houden. Gedurende de planningshorizon van het GRP mag de tariefegalisatievoorziening niet negatief worden. 14. Doorlopende kapitaallasten ná 2068 In de berekening van de rioolheffing is geen rekening gehouden met het doorlopen van de kapitaallasten ná 2068. 15. Rioolrecht en BTW De geraamde BTW op zowel goederen als diensten en investeringen mogen in het riooltarief worden meegenomen. Het product riolering is BTW-compensabel, BTW kan volledig worden gecompenseerd. In dit GRP zijn alle bedragen exclusief BTW weergegeven. In de rioolheffingsberekening is de BTW-component niet meegenomen. 16. Nieuwe investeringen voor nieuwbouw Nieuwe investeringen voor nieuwbouw mogen niet worden verrekend via de rioolheffing maar via de grondexploitatie. Herinvesteringen komen wel ten laste van de rioolexploitatie. 17. Straatvegen De kosten van straatvegen worden in het geval van Wijk bij Duurstede voor 50% toegerekend aan de rioleringszorg.
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1 Pagina 4 van 4
Bijlage 8
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Rapportage Rekenkamer
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Bijlage 9
Reacties van Derden
GRP III Wijk bij Duurstede, revisie d1
Gemeente Wijk bij Duurstede Heer J. Veenstra Postbus 83 3960 BB WIJK BIJ DUURSTEDE
Datum
Contactpersoon
Doorkiesnummer
30 juli 2009
Mw. T.T. Do
(030) 634 59 17
Uw brief d.d.
Uw kenmerk
Ons kenmerk
22 juli 2009
239930
Onderwerp
Bijlage(n)
Reactie op het concept GRP III Wijk bij Duurstede
--
Geachte heer Veenstra, Wij hebben op 22 juli 2009 van u het definitieve concept “Gemeentelijke rioleringsplan (GRP) 2009-2013 Wijk bij Duurstede” ter beoordeling ontvangen. Wij hebben het plan doorgenomen en geven in deze brief onze reactie. Het waterschap is vroegtijdig betrokken bij de totstandkoming van dit verbreed GRP III Wijk bij Duurstede. Wij stellen dat zeer op prijs. Door vroegtijdig samen te werken komen we gezamenlijk tot een betere beleidsonderbouwing. Het GRP III is het eerste verbrede rioleringsplan van de gemeente Wijk bij Duurstede waarbij aandacht wordt gegeven aan de nieuwe elementen hemelwater en grondwater. Het GRP III vormt een goede basis voor het invullen van de zorgplichten van de gemeente in de komende planperiode 2009-2013. Op hoofdlijnen kunnen wij ons vinden in het voorgenomen beleid. Wel vragen wij uw aandacht voor enkele punten die voor de succesvolle realisatie van het beleid van groot belang zijn. Wij zijn graag bereid om in het vervolgtraject onze kennis beschikbaar te stellen om deze punten nader uit te werken. In het GRP III heeft de gemeente Wijk bij Duurstede de ambitie uitgesproken om het hemelwater te ontvlechten van de gemengde riolering. Om deze ambitie te realiseren heeft de gemeente een planning voor ontvlechting in combinatie met een vervangingsplan en een lange termijn financiële dekking bepaald. Wij staan positief tegenover dit initiatief van de gemeente omdat dit past in het duurzaamheidsbeleid. Toch willen we hierbij enkele kanttekeningen plaatsen: Bij ontvlechten is het van belang het afstromende hemelwater schoon te houden. De bronmaatregelen zijn daarvoor het meest effectief. In het GRP III is er geen aandacht voor het kwaliteitsbeleid bij het ontvlechten. De keuze van de gemeente om het gebruik Poldermolen 2 van bestrijdingsmiddelen niet af te bouwen, kan negatieve gevolgen hebben voor Postbus 550 de kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater en/of grondwater bij afkoppelen. Wij vragen hiervoor extra aandacht bij de daadwerkelijke uitvoering. 3990 GJ Houten T (030) 634 57 00 F (030) 634 59 99 Wilt u bij beantwoording van deze brief de datum en ons kenmerk vermelden.
[email protected] www.destichtserijnlanden.nl
-
Het grootschalig afkoppelen van de aangesloten verharding naar het oppervlaktewater heeft tot gevolg dat de afvoer richting het watersysteem sterk toeneemt. Bij een ongewijzigd oppervlaktewatersysteem kan dit bij hevige neerslag tot wateroverlast leiden. Ook hiervoor is het raadzaam om dit voor de uitvoering goed te onderzoeken en hiermee rekening te houden in het ruimtelijke programma van de gemeente. Wij stellen voor om bij de invulling van dit beleid na de vaststelling van het GRP eerst samen de stedelijke wateropgave in beeld te brengen. Op basis hiervan kunnen de relevante beleidskeuzes dan nader uitgewerkt worden.
Tot slot willen wij u erop attenderen dat de termijn voor het uitvoeren van de waterkwaliteitsmaatregelen in de kern Wijk bij Duurstede eind 2009 afloopt. De vaststelling van dit GRP III door de gemeenteraad in het najaar 2009 heeft invloed op de termijn van uitvoering van deze maatregelen. Wij raden u aan om vóór het eind van 2009 bij het bestuur van het waterschap om uitstel te vragen voor de uitvoering van de waterkwaliteitsmaatregelen. Een afschrift van deze brief hebben wij verzonden aan de Provincie Utrecht (mevrouw W. Timmers) en aan uw adviesbureau Grontmij (de heer Aad Oomens). Heeft u nog vragen over deze brief, dan kunt u contact opnemen met mevrouw Thuy Do. Zij is bereikbaar op telefoonnummer (030) 634 59 17.
Met vriendelijke groet, Dijkgraaf en hoogheemraden, namens hen,
ir. P.H.A.M.J. de Bekker hoofd afdeling Waterketen en emissies a.i.
-2-