DOCENTENHANDLEIDING KALENDER VOL FEEST Een jaar vol belangrijke momenten Project voor groep 3/4 Wijk bij Duurstede
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Kalender vol feest is in 2012 ontwikkeld door Landschap Erfgoed Utrecht. Met dank aan: Kunst Centraal Dit project kwam tot stand met financiële steun van de Provincie Utrecht.
© Landschap Erfgoed Utrecht, 2007 en 2012 Postbus 121, 3730 AC De Bilt T 030 220 55 34 E
[email protected] W http://onderwijs.landschaperfgoedutrecht.nl
Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming worden overgenomen.
2
Inhoud Voorwoord
4
Inleiding
5
Opzet
8
Les 1: Introductie
9
Les 2: Jarig!
12
Les 3: Allemaal feesten
16
Les 4: Feest in Wijk bij Duurstede
18
Bijlagen
21
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
3
Voorwoord In het project Kalender vol feest gaan de kinderen ‘kijken’ naar verschillende feesten en de bijbehorende rituelen. Welke feesten zijn er? Wat hoort er bij een feest? (een speciale datum, kleding, voedsel, liedjes, handelingen, speciale spullen etc.) Voor kinderen van groep 3 en 4 zijn rituelen magisch. Ze gaan er helemaal in op, de feesten zijn echt een deel van hun leven. Spelenderwijs leren de kinderen om de juiste rituelen en voorwerpen bij de verschillende feesten te plaatsen. Sommige feesten met de bijbehorende rituelen zijn al heel oud. Maar ze leren ook dat niet al hun klasgenootjes dezelfde feesten vieren en dat niet alle feesten door iedereen op dezelfde manier gevierd worden. Hun eerste tijdsbesef wordt aangesproken doordat de leerlingen een kalender gaan maken waarin alle feesten die belangrijk zijn voor de klas over het jaar worden ingedeeld. Ze leren hoe de verschillende feesten verspreid zijn in een jaar. Het project Kalender vol feest maakt deel uit van de doorgaande erfgoedleerlijn voor groep 1 tot en met 8 van het basisonderwijs in de Provincie Utrecht, die is ontwikkeld door Landschap Erfgoed Utrecht. Deze leerlijn brengt leerlingen stap voor stap in aanraking met cultureel erfgoed in de eigen omgeving. Het project Kalender vol feest geeft de leerkrachten van groep 3 en 4 van het basisonderwijs de mogelijkheid om de leerlingen voor te bereiden op het vak geschiedenis, zoals dat vanaf groep 5 DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
wordt gegeven. Dit project laat zien dat de kinderen door elkaar te bevragen nieuwe dingen van elkaar kunnen leren. Vervolgens gaan zij op een speelse manier met de gevonden informatie aan de slag. Het project sluit zo goed mogelijk aan bij de dagelijkse lespraktijk en bij de leefomgeving en de leefwereld van de kinderen. We wensen u veel plezier bij de uitvoering van het project! Landschap Erfgoed Utrecht
4
Inleiding Achtergrond/verantwoording Feesten en rituelen spelen een belangrijke rol in het leven van kinderen in de groepen 3 en 4. Ze hebben nog niet veel tijdsbesef, en hun leven wordt voor een deel bepaald door de indeling in feesten. Je verjaardag, Sinterklaas, het kerstfeest... die cadans is voor kleine kinderen heel belangrijk, het geeft houvast en ook binding door de dingen samen te vieren, op een vooraf bekende en afgesproken manier. Op de ene school mag de jarige altijd op tafel staan als hij wordt toegezongen, op de andere vieren ze het weer anders. De kinderen worden, vanaf dat ze op school komen (en ook opgroeiend in hun eigen gezin), ingewijd in hoe de dingen gedaan worden en ontlenen daar voor een deel hun identiteit als lid van de groep aan. Daarom is een project om hierbij stil te staan uitermate geschikt voor deze doelgroep. In een van de bijlagen van het project vindt u een lijst met feesten en de bijbehorende rituelen met uitleg. U kunt zelf bepalen welke feesten voor uw eigen school van belang zijn, of juist onbekend, en zo een keuze maken welke feesten u wilt behandelen in de klas. In de eerste twee lessen van het project wordt het Sinterklaasfeest en de verjaardag van de kinderen behandeld, omdat dit feesten zijn die de kinderen echt goed kennen. Let op: het is niet nodig om het project in december uit te voeren omdat het over het Sinterklaasfeest gaat. De kinderen gaan het feest en de bijbehorende gebruiken onderzoeken. Het feest wordt niet gevierd.
Door het maken van een kalender met daarop alle feesten in een jaar wordt bij de kinderen het eerste gevoel van tijdsbesef aangesproken. Een kalender is een soort tijdlijn. Daarnaast leren de kinderen door het bespreken van verschillende feesten met de bijbehorende gebruiken en rituelen begrip en inzicht te krijgen in de manier waarop anderen feesten vieren en daar respectvol mee om te gaan. Het is daardoor ook een intercultureel project. De volgende vaardigheden worden daarbij geoefend: – foto's, filmpje en schilderij uit andere tijden bestuderen; –
vertellen over je eigen rituelen en luisteren naar die van elkaar;
–
overleggen in groepjes (coöperatieve werkvormen);
–
zelfstandig werken aan een werkblad;
–
leren conclusies te trekken uit wat ze zien en ervaren (reflectie);
–
Authentiek leren (gebruiken van de werkelijkheid).
Cultureel erfgoed We nemen van onze ouders en grootouders over wat voor ons van waarde is en brengen daar bewust of onbewust veranderingen in aan. Tradities hebben daarom alles te maken met ons leven nu, maar vormen tevens de band met ons verleden. Feesten en de bijbehorende rituelen zijn ook erfgoed, immaterieel erfgoed. Onder immaterieel erfgoed verstaan wij de tradities en rituelen die wij belangrijk vinden en niet verloren willen laten gaan. Daarom doen wij ons best om deze tradities te behouden. Immaterieel erfgoed is levend erfgoed. Je kunt immaterieel erfgoed niet conserveren en restaureren, zoals monumenten, archiefstukken en museumvoorwerpen. Tradities en rituelen moeten een hedendaagse betekenis hebben, anders worden ze niet meer gebruikt en verdwijnen ze. Daarom is het belangrijk dat immaterieel erfgoed meegaat met zijn tijd.
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Doel
5
Lang was er geen aandacht voor immaterieel erfgoed. Maar sinds UNESCO een conventie over het beschermen van immaterieel erfgoed aannam, is men zich bewust geworden van het belang ervan. 2012 Was het bijvoorbeeld het jaar van het immaterieel erfgoed. Als u meer wil lezen over immaterieel erfgoed kunt u terecht op: www.volkscultuur.nl. Lesstofvervanging Het project Kalender vol feest sluit aan bij een aantal gangbare geschiedenismethodes. In de meeste gevallen gaat het om stof voor groep 4, waartoe soms in groep 3 al een aanzet is gegeven of in groep 5 op wordt voortgebouwd. Het project kan de stof uit de methodes vervangen en geeft daaraan een lokale invulling. Methode
Groep
Aanvullend bij:
Tijdstip
1-2
Ontmoeting met het verleden, alledaagse chronologie, tijdordeningen (dag, week, seizoen)
3
1. Dit doe ik in een jaar (evt. vervangend)
4
1. Mijn leven. (welke feesten beleef jij?) 6. Naar een nieuwe wijk. (buurtfeesten) 14. Allemaal muziek. (feesten met muziek)
1-2
-Herfst en winter -Lente en zomer -Je eigen buurt (buurtfeesten)
3
1. Hier woon ik - Tijdlijnen maken à leerlingen maken in project ook een tijdbalk 2. Ik ben vrij -Dagen en seizoenen (evt. vervangend) -Feest (evt. vervangend)
4
2. Vrije tijd -Vrije tijd door de eeuwen heen. (feesten door de eeuwen heen)
3
: 1. Babytijd. 1.1. Een doos vol herinneringen. (chronologie, feesten vroeger – nu)
4
4. Op een feest
3 /4
Groep 3-4: regressief chronologische aanpak, gericht op ontwikkelen tijdsbesef (vanuit heden terugkijken naar vroeger). Dit doen we aan de hand van het kijken naar feesten. Thema’s: kleden (bepaalde feestkleding), leven
(Wolters-Noordhoff, 2004-2008
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Wijzer door de tijd (Wolters-Noordhoff, 2004-2009)
Speurtocht (ThiemeMeulenhoff, 2004)
Bij de tijd (Malmberg, 2004 -2009)
6
(Welke feesten beleef jij?) De trek (Zwijsen, 2007 -2010)
Topondernemers
4
Thema: - Mijn leven ( Welke feesten beleef jij?) - Mijn woonplaats ( welke feesten komen in jouw woonplaats voor en hoe worden die gevierd).
Thema: - 1-15 - Wie ben ik
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
7
Opzet Het project bestaat uit vier lessen van elk 45 minuten.
Les 1
introductie:
ongeveer 45 minuten
(afhankelijk van de tijd die u aan de kalender besteedt) De leerlingen bekijken een fotoboek van opa op het digibord. Daar staan allemaal foto's in van feesten. (Her)kennen de kinderen de feesten? Vieren we deze nu nog? Hoe vier je een feest eigenlijk, wat komt daar allemaal bij kijken? Tijdens les 1 onderzoeken de leerlingen de gebruiken die bij het Sinterklaasfeest horen Ook maken ze een begin met een jaarkalender die in de klas wordt opgehangen. Les 2
Jarig!
ongeveer 45 minuten
(afhankelijk van de tijd die u aan de creatieve opdrachten besteedt) In les 2 gaan de kinderen verder met hun onderzoek, maar nu nemen ze hun eigen verjaardag, die van de elkaar en die van de leerkracht onder de loep. De leerlingen hebben een foto van hun laatste verjaardag meegenomen en gaan elkaar interviewen over hun verjaardag. Viert iedereen zijn verjaardag op dezelfde manier? Wat zijn de verschillen en overeenkomsten? En hoe komt dat dan? De verjaardagen worden ingevuld op de kalender. Ook kiest de klas vooreen creatieve opdracht. DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Les 3
Allemaal feesten
45 minuten
De kinderen gaan aan de hand van een woordweb op het werkblad nog een aantal feesten onderzoeken. Ze schrijven of tekenen de gebruiken die bij het feest horen op het werkblad. Vervolgens spelen ze een spel op het digibord. Ten slotte wordt tijdens een klassegesprek besproken welke verschillende feesten er allemaal gevierd worden door de leerlingen. Niet iedereen zal dezelfde feesten vieren. Hoe kan dat? Ook zijn er feesten die niet elk jaar terugkomen, maar bijvoorbeeld maar een keer gevierd worden. Alle feesten die de leerlingen vieren komen ook op de kalender te staan. Les 4
Feest in Wijk bij Duurstede
45 minuten
In je eigen stad of dorp is vaak ook een speciaal feest dat niet overal wordt gevierd. De kinderen leren welk feest voor hun woonplaats belangrijk is en waarom. Welke gebruiken horen er bij dit feest? Facultatief kan er een vertegenwoordiger van het lokale feest worden uitgenodigd en door de leerlingen geïnterviewd. Dit feest wordt natuurlijk ook bijgeschreven op de kalender. De leerlingen sluiten het project af met Feestbingo!
Voorbereiding Bij dit project hoeft u weinig voorbereidingen te treffen. Per les staat aangegeven wat u van tevoren klaarlegt. Tip: Geef de brief voor de ouders een week voordat u met het project begint aan de leerlingen mee. Dan hebben zij genoeg tijd om een foto uit te zoeken of na te bestellen. De brief vindt u in de bijlage.
8
Les 1: Introductie Activiteit:
Feesten van vroeger en nu bekijken. Onderzoeken welke rituelen er bij het Sinterklaasfeest horen.
Doel:
Voorkennis activeren, eerste gevoel van tijdsbesef aanspreken.
Duur:
Ongeveer 45 minuten (afhankelijk van de tijd die u aan de kalender besteedt)
Lespakket:
Fotoalbum op het digibord, Bijlage1 en 2 (werkblad 1), schilderij Jan Steen op digibord, voorleesverhaal van Arend van Dam, kalender om uit te printen.
Voorbereiding: Werkblad 1 uitprinten voor de leerlingen. Kalender uitprinten. Eventueel stiften of verf klaarleggen om de kalender te versieren Tip voor de leerkracht: Leestafel maken met boeken over feesten, spullen van huis meenemen ter illustratie. Lesomschrijving Introductie
10 min
Begin de les met het fotoboek van opa op het digibord. Bekijk het fotoalbum met de leerlingen. PowerPoint.) Bespreek met de kinderen: Na afloop vraagt u aan de kinderen welke feesten ze hebben gezien in het fotoalbum. Schrijf deze feesten eventueel op het bord. Kennen de kinderen nog meer feesten? Schrijf die dan ook op. Vieren de kinderen de feesten die de opa noemde ook? Welke wel, welke niet? Waarom niet? Vieren we de feesten nog op dezelfde manier als opa dat vroeger deed? Opdracht 1
15 min
Als het feest is, dan valt er wat te vieren! Dat doen we op verschillende manieren. Bedenk met de kinderen wat je nodig hebt om een feestje te vieren: cadeautjes, slingers, lekker eten, muts, muziek etc. Verdeel de klas in groepjes van ongeveer 5 leerlingen. Geef elk groepje werkblad 1. (Let op: er zijn verschillende werkbladen voor groep 3 en groep 4.) De leerlingen gaan samen het Sinterklaasfeest onderzoeken. Op het werkblad geven ze aan wat er allemaal bij dat feest hoort: –
een vaste datum (sinterklaasavond op 5 december, 3 weken daarvoor komt hij aan in Nederland)
–
speciale kleding (zoals: kleding van de Pieten, Pietenmuts met veer, tabberd, Mijter)
–
voedsel (zoals pepernoten, chocoladeletters, taaipop, marsepein, speculaas)
–
liedjes (zoals zie ginds komt de stoomboot, Sinterklaas kapoentje)
–
handelingen (zoals schoentje zetten met wortel en water voor het paard, kijken naar de intocht in het echt of op tv)
–
speciale spullen (zoals de zak van Sinterklaas, zijn staf, het grote boek, de stoomboot, wit paard)
–
bijzondere verhalen
9
Bespreek het na met de leerlingen.
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
(Als u toegang heeft tot internet klikt u op het woord fotoboek hierboven. Anders opent u de
Opdracht 2
5 min
Vierden ze vroeger ook feest? Zoekplaat schilderij Jan Steen. De opa van het fotoboek uit de introductie vierde ook al feest toen hij nog klein was. Sommige feesten worden al heel lang gevierd. Toon op het digibord het schilderij van Jan Steen over Sinterklaasavond (zie blz 11). Het is een heel oud schilderij. Waar kunnen de kinderen dat aan zien? (kleding, interieur huis, speelgoed). Vroeger vierden ze ook al Sinterklaas, waaraan kun je zien dat het sinterklaasavond is op het schilderij? Lees het verhaal van kinderboekenschrijver Arend van Dam voor: 'De kinderen van Jan Steen'. Uitleg bij het schilderij voor de leerkracht: Een gezin viert Sinterklaas. De kinderen hebben net cadeautjes gekregen. Het kleine meisje is erg verwend: ze heeft een pop gekregen en een emmertje vol snoep en speelgoed. De huilende jongen links kreeg de roe in zijn schoen. Het oudere meisje houdt die schoen triomfantelijk omhoog en een kleiner jongetje wijst ernaar en lacht hem uit. Maar oma op de achtergrond wenkt de huilende jongen vriendelijk. Misschien heeft zij toch nog een pakje voor hem in petto, verstopt achter het gordijn. Er kijken er ook nog een paar omhoog in de schoorsteen…
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Tip: Laat de leerlingen een filmpje van de intocht van Sinterklaas uit 1952 in Amsterdam zien. Vraag de leerlingen waar ze aan kunnen zien of horen dat het een oud filmpje is. Waar zien ze dat aan? Zijn er verschillen met de intocht van nu? Welke overeenkomsten zie je? Opdracht 3
15+ min
Kalender Vertel de leerlingen dat we tijdens dit project een kalender gaan maken voor in de klas. De klas maakt samen een tijdbalk uit 12 A-3 bladen (of liever nog groter) (1 per maand), die als een lint in het lokaal komt te hangen. Gedurende het project wordt de kalender steeds verder ingevuld. Na les 4 is hij helemaal klaar. Vul tijdens deze les alvast het Sinterklaasfeest in. Opmerkingen voor de leerkracht: De kalender is de rode draad van het project. Tijdens de lessen komen verschillende feesten aan bod die vervolgens ingevuld worden op de kalender. U kunt zelf bepalen hoeveel tijd u wilt besteden aan het maken van de kalender. U kunt het format gewoon uitprinten (eventueel in laten kleuren) en ophangen, maar u kunt er ook een handvaardigheidles van maken en de kalender versieren. Een aantal suggesties: –
Per seizoen kunt u een kleur bepalen: de herfstkleuren, de koude/koele winterkleuren (blauwen, witten, turkoois, grijs), de pastel lentekleuren en de warme zomerkleuren.
–
(Een groepsgesprek hierover: wat zijn warme kleuren, waarom heten ze zo, waarvoor worden die gebruikt?)
–
De maandbladen kunnen in deze kleuren geschilderd worden (effen of gepointilleerd, getamponneerd) of worden beplakt met stukjes kleur uit tijdschriftenfoto’s.
Vervolgens kunnen hier alle feestdagen bijgeschreven of opgeplakt worden. Op deze manier leren de kinderen vooruit en terug te kijken en krijgen ze een idee van de tijdspanne van een jaar. In welk seizoen zitten we? Wie is het eerst jarig? Hoelang duurt het tot kerstmis? Enz. Deze tijdbalk kan in de loop van het jaar nog verder versierd worden met allerlei plaatjes en tekeningen bij de feestdagen en verjaardagen.
10
Tot slot Spreek met de kinderen af dat ze de volgende les een foto meenemen van (hun laatste) verjaardag. Als het goed is hebben ze de brief met deze vraag vorige week al mee naar huis genomen en aan hun ouders gegeven. (bijlage 1)
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Bron: Sinterklaasavond van Jan Steen uit het Rijksmuseum
11
Les 2: Jarig! Activiteit:
De kinderen interviewen elkaar om er achter te komen hoe ze hun verjaardag thuis vieren en kiezen een creatieve opdracht.
Doel:
Kinderen leren om de juiste vragen te stellen, naar elkaar te luisteren en het over te brengen naar de rest van de klas.
Duur:
Ongeveer 45 minuten (afhankelijk van de tijd die u aan de creatieve opdrachten besteedt)
Lespakket:
Bijlage 3 (werkblad 2), de kalender uit les 1.
Voorbereiding Eigen foto meenemen van een verjaardag toen u nog kind was en inscannen zodat u het op het digibord kan laten zien. Werkblad 2 uitprinten voor de leerlingen
Lesomschrijving Introductie
15 minuten
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Bespreek met de klas dat jullie het de vorige keer over het Sinterklaasfeest hebben gehad en wat je allemaal doet om dat feest te vieren. Ook hebben jullie afgesproken dat de leerlingen foto's mee hebben genomen van hun verjaardag. De leerkracht heeft zelf ook foto's mee (van vroeger toen hij/zij een kind was). Vertel dat jullie eerst de foto's gaan bekijken en bespreken en dat ze dan op de kalender worden geplakt, bij hun verjaardag. Foto van de leerkracht: Laat uw verjaardagsfoto aan de kinderen zien op het digibord. U kunt hem ook in de kring door laten geven. Vertel kort hoe u uw verjaardag vierde als kind en wat de verschillen en overeenkomsten zijn met hoe u het nu viert. Voeg de foto toe aan de kalender. U plakt hem in de lege plek onder de tijdbalk en trekt een lijntje naar de juiste dag. Aan het eind van de les doen de leerlingen hetzelfde met hun eigen foto. Kringgesprek Leg de foto's van de kinderen in het midden. Bespreek of je op de foto’s kan zien hoe de verjaardag wordt gevierd. (Let op, bij de volgende opdracht gaan de kinderen elkaar interviewen over hun verjaardag, dus ga hier niet te diep op in.) Vertel en bespreek: Sommige kinderen in Nederland vieren hun verjaardag niet (bijvoorbeeld Jehova's getuigen). In sommige landen vieren ze niet hun geboortedag, maar hun naamdag (zie voetnoot 1). In veel landen vieren mensen feesten die te maken hebben met ouder worden. In sommige landen vieren ze als je tiener wordt, als je 21 wordt, of als je volwassen wordt. Zijn er kinderen in de klas die hun verjaardag niet vieren?
1 Dat je je verjaardag vierde op de dag dat je werd geboren, was niet overal vanzelfsprekend. In katholieke landen werd tot diep in de twintigste eeuw niet de geboortedag maar de naamdag gevierd. De naamdag was de herdenkingsdag van de katholieke heilige naar wie je was vernoemd. Elke dag van het jaar had zijn eigen heilige. Werd je Nico gedoopt dan viel je naamdag op zes december, de feestdag van de heilige Nicolaas. Op die dag werd je verjaardag uitgebreid gevierd ook al was je geboortedag
12
midden in de zomer. In het protestantse Nederland was het van begin af aan gebruikelijk de geboortedag te vieren. Een gebruik dat met de ontkerkelijking inmiddels ook in katholieke landen is overgenomen. (Bron: Cultuurwijs.nl)
Ook zijn er voor elk feest verschillende gebruiken/ manieren om het te vieren. Zowel binnen een gezin, als in de klas, op school, in Nederland versus andere landen. Denk bijvoorbeeld aan de Piñata uit Mexico: grote papier-maché figuren, gevuld met snoep, confetti en kleine cadeautjes. De jarige slaat het ding (geblinddoekt) kapot en de inhoud stort zich uit over de jarige. Soms wordt wel de verjaardag van het land, van de Koningin, de profeet gevierd, maar niet de geboortedag. Ook in Nederland zijn er bepaalde verjaardagen die anders dan anders gevierd worden. Bijvoorbeeld bij mensen die vijftig worden, worden enorme poppen –Sara en Abraham- in de tuin gezet. Opdracht 1
10 min
Jouw verjaardag De kinderen gaan twee aan twee, aan de hand van werkblad 2, elkaar interviewen over hoe ze thuis hun verjaardag vieren. (Let op: er zijn verschillende werkbladen voor groep 3 en groep 4.) Elk groepje vertelt aan de klas wat hetzelfde was en wat niet. Laat de kinderen bijvoorbeeld vertellen hoe degene die ze hebben geïnterviewd hun verjaardag viert. De leerkracht inventariseert of de meeste kinderen op dezelfde manier hun verjaardag vieren, of juist heel anders. Bespreek na met de kinderen Hoe kan het dat sommige dingen hetzelfde zijn (cadeautjes, liedje zingen, taart) en andere
Tip: Op www.mijnnaamdag.nl kunnen de kinderen opzoeken wanneer hun naamdag is. Wie weet kunnen ze voortaan twee keer per jaar een feestje geven. Opdracht 2
15+ min
Kies met de leerlingen uit de volgende creatieve opdrachten Optie 1 Verhaal schrijven Hoe zou jouw ideale verjaardag eruit zien als je het helemaal zelf mocht verzinnen? Hoe laat begint het? Wie is er bij? Moet er gezongen worden en wat voor lied? Moeten de mensen die er zijn iets bijzonders voor je doen? En moeten ze er bijzonder uitzien? Zie je er zelf anders dan anders uit? En vier je het in je huis, of ergens anders? Wat zou je willen eten, of drinken. Hoe ziet de taart er uit? (Als je taart wil, tenminste.) Zit je op een gewone of op een bijzondere stoel. Hoe is alles versierd, of wil je het niet versierd hebben? Wat wil je voor cadeautjes: van iedereen iets, of één heel groot cadeau. Wat staat er op je verlanglijstje. In veel landen worden er dingen ingepakt op een bijzondere manier. Hoe moet een cadeau voor jou worden ingepakt? Ga je mensen van tevoren uitnodigen of weet iedereen wel dat hij moet komen. Wie zou je wel als heel bijzondere gast speciaal voor jouw verjaardag willen zien die anders nooit komt? Wat mag er absoluut niet op jouw verjaardag? Wat ga je voor bijzonders doen op je verjaardag? Wat heb je daar voor nodig? Wat hoef jij niet te doen op je verjaardag? Het is allemaal fantasie, dus je mag helemaal zelf bedenken wat je wilt. Optie 2 Muziekspelletje Stel je voor dat je met al je gasten naar een bijzonder verjaardagsland reist. Daar op het strand zing je een bijzondere versie van Lang zal ze leven. (Eventueel combineren met de taalles die in
13
die periode aan de orde is.) In het lied Lang zal ze leven vervang je alle klinkers door een ie
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
dingen niet (noem dingen die op de lijst naar voren zijn gekomen)?
klank Lieng ziel zie lieven. Met zijn allen zingen. Of juist één groepje zingt met ie, een ander groepje met oe, etc. De docent dirigeert en switcht midden in het lied van klankgroepje naar klankgroepje. Optie 3 Knutselen Voor deze bijzondere verjaardag heb je een bijzonder hoofddeksel nodig. Je kunt een kroon maken, maar misschien wil jij wel iets anders. Maak een band om je hoofd van stevig tekenpapier. Plak dingen aan die band vast. Knip slierten, punten, rondjes van kleuren die bij jouw verjaardag passen. Of knip rijen vrolijke poppetjes uit een zigzag gevouwen strook dun papier die je op de achterkant beplakt hebt met dun vliegerpapier in je lievelingskleuren. Plak ze op de rand van je hoofdband. Of Slingers Span een touwtje waar van alles aangehangen kan worden. Teken dingen die je op je verlanglijstje had gezet. Wissel dit af met slierten gekleurd papier. Met een schaar kun je krullen van stroken papier maken en er aan nieten. Knip vlaggetjes driehoekig, rechthoekig, langgerekt en dun, van stevig tekenpapier, of ongebleekte katoen of oud wit laken. DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Teken op papier met lichtgekleurde wasco, overschilder met ecoline. Knip driehoekjes (lichte) textiel, maak nat, wring uit, en beschilder met uitvloeiende ecoline zodat mooi wazig versierde vlaggetjes ontstaan. Snij met botte aardappelmesjes letterstempels uit aardappels. Denk aan het spiegelbeeld. Stempel met ecoline op een stukje sponsdoek, of smeer plakkaatverf met een kwast op de aardappelletters. Druk feestteksten op stroken, hang aan het touwtje tot een felicitatieboodschap. Of Een dicht pakje In sommige culturen pak je een cadeautje dat heel mooi ingepakt is niet uit! Ze vinden het niet beleefd een cadeautje uit te pakken waar de gever bij is, omdat je het aan je gezicht kan zien als je het niet mooi zou vinden. Soms maken ze de cadeautjes zo mooi dat het kunstwerkjes op zich zijn. Maak cadeautjes die niet uitgepakt mogen worden. Neem kleine doosjes, plak ze dicht, als het nodig is. Maak cadeaupapier van dun papier, (schilderpapier, of kopieerpapier). Neem een stukje tekenpapier, vouw het dubbel en scheur een stuk uit de vouw. Er zit nu een gat in het papier dat je kunt gebruiken als sjabloon. Neem een stukje (huishoud)spons, bevochtig met een beetje plakkaatverf. Sjabloneer een vel vol met rijen van deze vorm. Laat even drogen, spoel de spons uit, of ruil, en stempel een tweede kleur, tussen de eerste rijen. Of ruil en gebruik andermans sjabloon. Laat het papier drogen en pak er voorzichtig je onuitpakbare cadeautje mee in. Verfraai eventueel verder met touwtjes, gekleurde wollen draadjes, krulstroken, Of maak het heel persoonlijk. Smeer met een sponsje verdunde plakkaatverf over je papier, laat drogen en bedruk daarna met je vingers, of/en met je hele hand het hele papier in één of meer van je favoriete kleuren. (Ecoline gaat moeilijk van je vingers af.) Of Feeststoel Verzamel een paar oude houten (keuken)stoelen. Het blijkt meestal niet moeilijk om enkele oude
14
stoelen te organiseren die anders naar het groot vuil gegaan zouden zijn. Bij voorkeur helemaal
van hout. Schilder de stoel eerst bijvoorbeeld helemaal wit, of licht met een rest latexmuurverf. Als de leerlingen dit doen moeten ze om de kleren denken, latex gaat niet uit kleding en schoenen. Als de latex droog is kunnen de kinderen om de beurt een stuk beschilderen met plakkaatverf. Als er wit overblijft moet er een reden voor zijn. Als de stoel erg mooi gelukt en droog is kunt u de stoel (buiten) nog een laag vernis geven. Tot slot
5 min
Schrijf alle verjaardagen van de leerlingen op de kalender van de klas en plak de foto's erbij. Vraag aan de kinderen of er nog andere verjaardagen in moeten, zoals die van het hoofd van de school, de conciërge, de gymjuf/leraar, klassenassistent, stagiair etc.
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
15
Les 3: Allemaal feesten Activiteit:
De juiste rituelen/gebruiken/voorwerpen bij het feest noemen
Doel:
Reflectiemoment: overzien dat alle feesten hun eigen rituelen hebben.
Duur:
45 minuten
Lespakket:
Kaartjes met feesten, werkblad 3 (bijlage 5)
Voorbereiding: Kaartjes met de feesten klaarleggen Bijlage 4 en 6 bekijken; het overzicht en de uitleg van de feesten met de bijbehorende rituelen Werkblad 3 (bijlage 5) uitprinten voor de leerlingen
Lesomschrijving Introductie
5 min
Bespreek met de leerlingen dat jullie in de vorige lessen hebben onderzocht wat er allemaal bij het Sinterklaasfeest en je verjaardag hoort. Maar er zijn natuurlijk nog veel meer feesten. Pak de kaartjes van de verschillende feesten erbij. Kies één feest uit als voorbeeld en bedenk met de leerlingen wat er allemaal bij dat feest hoort. Gebruik hetzelfde lijstje van opdracht 1 uit les 1: DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
- een bepaalde datum - speciale kleding - voedsel - liedjes - handelingen - speciale spullen - bijzondere verhalen Opdracht 1
15 min
Woordweb (de leerkracht kan voor groep 3 of 4 kiezen uit tekenen en/of schrijven) Verdeel de leerlingen in groepjes van maximaal 3 leerlingen. Deel werkblad 3 uit en geef elk groepje een kaartje met een plaatje van een feest. De leerlingen schrijven de naam en datum van het feest op het werkblad. In de andere hokjes kunnen ze iets schrijven en/of tekenen over het eten, de kleding, de liedjes, de speciale spullen en de handelingen van het feest. Groep 3 zal vooral tekenen en groep 4 zal zowel schrijven en tekenen. Als de kinderen snel klaar zijn kunt u ze ook meerdere kaartjes geven. Bespreek het na met de klas. (In bijlage 4 vindt u een overzicht van de feesten met bijbehorende rituelen.) Misschien zijn er kinderen die hun werkblad aan de rest van de klas durven te presenteren? Opdracht 2
10 min
Spel op het digibord. Open de PowerPoint op het digibord. Let op! Zorg dat hij op diavoorstelling staat, anders doet het spel het niet. Het spel wijst zich vanzelf, de kinderen moeten het juiste plaatje aanklikken. Bij de dia’s met muziek moet het icoontje van de luidspreker op de foto aangeklikt worden. Opdracht 3 Klassegesprek
10 min
16
Bekijk de kaartjes van de feesten met de leerlingen. Zijn er ook feesten bij die de kinderen niet vieren (bijvoorbeeld het Suikerfeest, Choenaka, Sint Maarten, Halloween etc.) Zijn er ook feesten die niet op de kaartjes staan, maar wel door de leerlingen worden gevierd? Laat de kinderen hun hand opsteken bij het feest dat ze vieren en tel welke feesten door de meeste kinderen worden gevierd en welke het minst. Laat een kind wat vertellen over een feest dat hij/zij wel viert, maar de meeste andere kinderen niet. Bespreek vervolgens eenmalige feesten, zoals huwelijk/geboorte kind van de leerkracht, communie leerling, verjaardag school (jubileum), besnijdenis, Bar Mitswah etc. Kun je deze feesten ook op de kalender schrijven? Tot slot
5 min
Zet alle feesten die de kinderen in de klas vieren op de kalender.
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
17
Les 4: Feest in Wijk bij Duurstede Activiteit:
De klas bespreekt het feest uit de eigen omgeving, bingospel over feesten en afmaken van de kalender
Doel:
Eigen omgeving bij het onderwerp betrekken. Bingospel is reflectie op geleerde stof uit de vorige lessen.
Duur:
45 minuten
Lespakket:
Bijlage 7 (werkblad 4), bijlage 8 (werkblad 5), Bingospel, kalender
Voorbereiding: Zet bingospellen klaar Maak eventueel een afspraak met de deskundige van het lokale feest
Lesomschrijving Introductie
5 min.
Bespreek met de leerlingen dat jullie in les twee hebben ontdekt dat niet iedereen zijn verjaardag op dezelfde manier viert. In de vorige les zijn er ook feesten genoemd die niet iedereen viert. Wijk bij Duurstede heeft ook eigen feesten die niet overal worden gevierd. Zo wordt er carnaval DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
gevierd en is er elk jaar een festival. Hieronder staan de feesten wat uitgebreider beschreven. Kies 1 van onderstaande feesten uit en doe vervolgens opdracht 1. 1. Carnaval Achtergrondinformatie voor de leerkracht. Elk jaar wordt er carnaval in Wijk bij Duurstede gevierd. Dit wordt georganiseerd door carnavalsvereniging de Kaieschaiters. Het begint met ‘de optog’, daarna is er een openingsbal. Verder is er kindercarnaval en overdag en ’s avonds feest. Website: http://www.kaieschaiters.nl/ Tip: Filmpje over prins carnaval:: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clipdigibord/20060223_carnaval01 Filmpje over de geschiedenis van carnaval: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clipdigibord/20031209_carnaval01 2. Festival Kleurrijk Wijk Achtergrondinformatie voor de leerkracht. Elk jaar is er een kleurrijk festival. Dit vindt plaats in September. Het festival wordt in samenwerking met Theater Calypso, Cultuurmakers in Wijk en de Stichting Wijk bij Duurzaam Nu en Later georganiseerd. Er is een Uitmarkt als start van het nieuwe culturele seizoen, een duurzame markt, een internationale markt, de presentatie van nieuwe culinaire menu’s en veel muziek en gezelligheid. Website: http://www.kleurrijkwijk.nl/ Opdracht 1
10 - 15 min
Bespreek met de leerlingen het uitgekozen feest. Wie kent het feest? Hoe wordt het gevierd? Wat wordt er eigenlijk gevierd? Wat heeft dat met Wijk bij Duustede te maken? Zijn de mensen die in die plaats wonen dan ook vrij? Heb je het zelf ook gevierd? Kies vervolgens 1 (of meer) van onderstaande opdrachten.
18
Optie 1a Nodig iemand van de Carnavalsverenging uit en laat de leerlingen deze persoon interviewen. De leerlingen bedenken van tevoren een vragenlijst. De vragen in de tabel van Werkblad 1 voor groep 4 (bijlage 2) kunnen als inspiratie daarbij gebruikt worden. Bereid dit voor met de leerlingen op een manier die u geschikt vindt voor uw groep. Om meer over het Carnaval te weten te komen kunt u bijvoorbeeld de voorzitter van de Carnavalsvereniging bellen: Jan van Rooyen, 0343 - 576995 of 06 - 55948223. Optie 1b Laat de website van het feest onderzoeken door de leerlingen. De leerlingen bedenken van tevoren wat ze willen weten over het feest. De vragen in de tabel van Werkblad 1 voor groep 4 (bijlage 2) kunnen als inspiratie daarbij gebruikt worden. Op de website zoeken zij naar antwoorden. Optie 2: Maak een masker voor bij het feest en versier deze. Dit heb je nodig: gekleurd karton, kralen, zilver of goud folie, glitter, crêpe papier en andere versiersels, tuinstokje, lijm, schaar, plakband. Print werkblad 4 uit. Knip het uit. Neem de vorm over op gekleurd karton. Knip de vorm uit. Versier de voorkant van het masker met kralen, crêpe papier en andere versiersels. Knip het
Optie 3: Print werkblad 5 uit. De leerlingen maken de woordzoeker over carnaval. Opdracht 2
30 min
Feestbingo Verdeel de klas in groepjes van 4 leerlingen en laat de leerlingen een bingospel doen. U hebt hiervoor nodig per groepje: –
3 bingokaarten (met de afbeeldingen)
–
Kaartjes met de namen van de feesten (losgeknipt, zodat ze per stuk getrokken kunnen worden)
–
Blokjes/fiches die de leerlingen op het juiste plaatje kunnen leggen
Spelregels Drie kinderen krijgen een bingokaart waarop negen afbeeldingen staan die bij feesten horen. Het vierde kind trekt telkens een papiertje waarop een feestdag staat. De andere 3 kinderen zoeken vervolgens de afbeelding die bij het feest hoort. Als ze de juiste afbeelding hebben kunnen ze er een fiche/blokje op leggen. Je hebt bingo bij 3 op een rij. Er wordt na elke bingo gewisseld van spelleider en bingokaart. Zie bijlage 9 voor het bingospel. Tot slot
1 min
Vul de datum van het lokale feest in op de kalender. Facultatief: U kunt met de leerlingen een bezoek brengen aan het Museum Catharijneconvent in Utrecht. Daar is speciaal voor kinderen vanaf 4 jaar Feest! Weet wat je viert. De kinderen gaan op zoek naar de betekenissen achter de verschillende feesten. Klik hier voor de website.
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
tuinstokje af op 30 cm. Plak het stokje aan de zijkant van het masker vast met plakband.
19
Bijlage 1 Brief aan de ouders
Beste ouders/verzorgers van de leerlingen van groep 3/4, De komende periode gaan wij aan de slag met het thema feesten. We bespreken allerlei feestelijke momenten in het jaar met de bijbehorende rituelen. De kinderen gaan opdrachten maken waarbij ze de juiste gebruiken bij de feesten zoeken. Ook gaan ze een kalender maken voor in de klas. Alle feesten worden vervolgens opgeschreven op de kalender. Op ……………………………….. zal de les gaan over de verjaardag van de leerlingen. Tijdens deze les kunnen de leerlingen iets vertellen over hun verjaardag aan de hand van een foto. Deze foto’s worden bekeken en elke leerling vertelt hoe hij of zij zijn verjaardag viert.
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Wilt u voor ………………………. een foto aan uw kind meegeven van zijn/haar meest recente verjaardag? De foto’s worden opgeplakt op de kalender met alle verjaardagen en feestdagen. Houdt daar dus rekening mee als u het origineel mee geeft. Hartelijk dank! Met vriendelijke groet, …………………………………………………..
Beste ouders/verzorgers van de leerlingen van groep 3/4, De komende periode gaan wij aan de slag met het thema feesten. We bespreken allerlei feestelijke momenten in het jaar met de bijbehorende rituelen. De kinderen gaan opdrachten maken waarbij ze de juiste gebruiken bij de feesten zoeken. Ook gaan ze een kalender maken voor in de klas. Alle feesten worden vervolgens opgeschreven op de kalender. Op ……………………………….. zal de les gaan over de verjaardag van de leerlingen. Tijdens deze les kunnen de leerlingen iets vertellen over hun verjaardag aan de hand van een foto. Deze foto’s worden bekeken en elke leerling vertelt hoe hij of zij zijn verjaardag viert. Wilt u voor ………………………. een foto aan uw kind meegeven van zijn/haar meest recente verjaardag? De foto’s worden opgeplakt op de kalender met alle verjaardagen en feestdagen. Houdt daar dus rekening mee als u het origineel mee geeft. Hartelijk dank!
20
Met vriendelijke groet,
Bijlage 2 (bij les 1) Werkblad 1, groep 4
Vul in: Namen van de kinderen in dit groepje: ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… Jullie gaan het Sinterklaasfeest onderzoeken. Vul de tabel hier onder in. Wanneer is het feest? Welke kleding trek je aan? Wat eet je?
Wat doen we allemaal als we dit feestvieren? (krijg je bijvoorbeeld cadeautjes, versier je het huis…?) Verzin zoveel mogelijk dingen. Welke spullen gebruik je om dit feest te vieren?
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Welke liedjes zing je?
21
Bijlage 2 (bij les 1) Werkblad 1, groep 3
Optie 1. Op elk kaartje staat een plaatje. Verzin zo snel mogelijk een liedje, ding, kledingstuk of snoepgoed dat bij Sinterklaas hoort. Wie het eerste antwoord mag het kaartje houden. (kaartjes 3x uitprinten voor een langduriger spel) Optie 2. Elk kind krijgt dit werkblad en een leeg papier a3-formaat. Teken zoveel mogelijk dingen met je groepje op het papier wat met Sinterklaas te maken heeft. Gebruik hierbij de 4 onderwerpen op de plaatjes (liedjes, kleren, eten en spullen).
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Liedjes
Kleren
Eten
Spullen
22
Bijlage 3 (bij les 2) Werkblad 2, groep 4
Vul jullie namen in: 1…………………………………………………….. 2……………….……………………………………. Bespreek wie eerst de vraag stelt en wie eerst mag vertellen. Je wisselt om als de leerkracht het zegt. Daarna vul je samen dit schema in Dit doen wij allebei als er we jarig zijn:
Dit doen wij niet allebei als we jarig zijn:
Wat gebeurt er als je opstaat? …………..…………………………………
Naam:………………………………………
Heb je speciale feestkleren? ………………………………………………
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Zij doen ……….……………………………………… thuis:……………………………………….
………………………………………………
……………………………………………… ……………………….……………………… Wat eet je als je jarig bent? ……………………………………………… Naam:……………………………………… ……………………………………………… Wordt er voor je gezongen op je verjaardag? ………………………………………………
Zij doen thuis:……………………………………….
……………………………………………… ……………………………………………..
……………………………………………… Krijg je cadeautjes? ……………………………………………… ……………………………………………… Word je kamer of je stoel versierd? ……………………………………………… ……………………………………………… Komt er visite langs als je jarig bent? ……………………………………………… ……………………………………………..
23
Bijlage 3 (bij les 2) Werkblad 2, groep 3
Vul jullie namen in: 1…………………………………………………….. 2……………….……………………………………. Bespreek wie eerst de vraag stelt en wie eerst mag vertellen. Je wisselt om als de leerkracht het zegt. Vraag: Hoe vier jij thuis je verjaardag? Omcirkel de plaatjes passen bij hoe jij thuis je verjaardag viert. Zet een kruis door de plaatjes die niet bij jouw verjaardag horen.
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
24
-Vervolg werkblad 2 voor groep 3-
Kijk op het bord naar de plaatjes die met verjaardagen te maken hebben. Wat doen jullie op je verjaardag? Bespreek dit met elkaar. Kruis daarna hieronder aan wat jullie allebei doen en teken er nog meer dingen bij die met verjaardagen te maken hebben.
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
25
Bijlage 4 (bij les 3) Overzicht van feesten met bijbehorende gebruiken De leerkracht kiest welke feesten hij/zij behandelt in de klas. Niet alles is voor elke school even relevant. Feest
Gebruiken (verschilt per familie en religie)
Verjaardag
Verjaardagsmuts op, taart, kaarsjes uitblazen, 'langzal-ze-leven' zingen, trakteren, cadeautjes, klas rond, op een stoel staan in de klas, 's ochtends thuis cadeautjes op bed, feestje geven.
Oud & Nieuw
Vuurwerk, oliebollen en appelflappen, laat opblijven, champagne, nieuwjaarsduik, gelukkig nieuwjaar wensen.
Kerst
Kerstboom, kerstdiner, cadeautjes onder de boom, versieringen, kaarsjes, kerstkransjes, adventkalender, kerstnachtmis, kerstkribbe, kerstverhaal, sterren, kerstkaart.
Pasen
Paashaas, eieren schilderen, eieren zoeken, chocolade
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
eitjes en hazen, paasontbijt, kerkdiensten, Urbi et Orbi paus, paaskaars Sinterklaas
schoentje zetten met wortel/ brief of tekening erin, zingen bij de schoen, cadeaus zitten eerst in je schoen, op 5 december in een zak, de Pieten strooien pepernoten, specifieke sinterklaasliedjes, de uitdossing van de Sint en de Pieten; het paard is altijd wit, stoute kinderen kunnen met de roe krijgen of zelfs mee in de zak naar Spanje, sinterklaasjournaal, de club van sinterklaas.
Sint Maarten
Lampionnen, liedjes zingen langs de deuren, snoep krijgen, kaarsje voor de ramen.
Suikerfeest
Afsluiting Ramadan, eten, feest, familie, moskee, mooie / nieuwe kleding,.
Chanoeka
Lichtjesfeest, Acht dagen, achtarmige kandelaar en elke dag een lichtje aansteken met zegen en zang, kinderen krijgen beloning voor hun bijbelstudie, olie is belangrijk.
Koninginnedag
Spullen verkopen/kopen op de vrijmarkt, optreden, oranje kleren. Oudhollandse spelen, koninginnenacht, vuurwerk, koningshuis op bezoek in een stad, oorspronkelijk is 30 april de verjaardagsdatum van Juliana.
Carnaval
Verkleden, polonaise, muziek, optocht, start vastenmaand, prins carnaval, carnavalsvereniging, carnavalsvakantie, 3 dagen lang feest, officieel begin is 11 november.
Valentijnsdag
Kaart sturen naar degene op wie je verliefd bent,
26
zonder te zeggen van wie de kaart is, cadeau geven aan degene van wie je houdt, vaak een roos of knuffel,
iets romantisch doen. Geboorte
Beschuit met muisjes, kraambezoek met cadeaus, geboortekaart, moeder moet goed rusten, familie komt vaak eerst langs.
Huwelijk
Trouwjurk, taart, ringen omschuiven, ja-woord geven, feest, huwelijksreis, tradities per cultuur (Grieken gooien borden op de grond), bruidsmeisjes, getuige, weggeven door vader, ondertrouw.
Doop
Doopjurk, (wij)water, kaarsen, familiebijeenkomst, doopnaam, kerk /doopkapel, doopceremonie.
Eerste communie
Mooie kleren, je familie is er, mis, ontvangen hostie, uitwisselen communieprentjes, feest met geschenk en maaltijd, ijslam (ijstaart in vorm van een lam)
Offerfeest
Offeren schaap, delen van het vlees met familie / buren en vrienden / armen, bedevaart naar Mekka, plechtigheid in Moskee, mooiste kleren.
Palmpasen
Paasstokken, optochten, haantjes, snoepjes
Bevrijdingsdag/ 5 mei
Festival, vuurwerk, voorafgaand (op 4 mei) is nationale dodenherdenking, voor de aftrap van bevrijdingsfestiviteiten steekt de minister-president het met de koningin erbij.
Asalha Puja (Boeddhistisch feest)
Deze feestdag herdenkt de eerste preek van Gautama Boeddha. Op Asalha Puja geven de boeddhisten aan de boeddhistische tempels of aan de Sangha giften, en worden er preken gehouden. Er worden soms ook speciale evenementen zoals festivals gehouden.
Vesakha Puja (Boeddhistisch feest)
Vesakha Puja vindt plaats in mei of juni, en is in de boeddhistische landen een nationale feestdag. In veel boeddhistische tempels betoont men op deze dag respect aan de Boeddha door drie maal in stilte rechtsom om een stoepa (boeddhistisch heiligdom) heen te lopen. Er worden daarnaast vaak speciale predikingen of toespraken gehouden, en de mensen besteden vaak meer aandacht aan het voorbereiden van een geschikte gift opgedragen aan de Boeddha of de Sangha (gemeenschap van monniken). Verder worden alle huizen schoongemaakt en met bloemenkransen versierd. Het Boeddhabeeld wordt met parfum besprenkeld. Iedereen heeft verder een lichtje bij zich.
Magha Puja (Boeddhistisch feest)
Tijdens deze dag zijn er vaak speciale Dhammatoespraken, en komen veel boeddhisten naar de boeddhistische tempels om naar deze toespraken te luisteren en om giften te geven voor de fysieke ondersteuning van de boeddhistische monniken die in deze tempels verblijven.
Holi Phagua (Hindoestaans feest)
Lekker eten (zoals o.a. roti, bara en phulawri), zingen, elkaar met gekleurd water, parfum of gekleurd poeder.
27
dansen en een fakkeloptocht. In India besprenkelt men
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
bevrijdingsvuur aan, Bevrijdingsconcert op de Amstel
Divali (Hindoestaans feest)
Lichtjesfeest. Het Divalifeest is in Den Haag een stadsfeest geworden. Op het Spuiplein in het centrum van Den Haag komen Hindoes en niet-Hindoes bij elkaar om het licht met elkaar te delen.
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
28
Bijlage 5 (bij les 3) Werkblad 3
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
29
Bijlage 6 (bij les 3) Achtergrondinformatie Sint- Maarten: Sint Maarten is gebaseerd op een legende. Martinus (Maarten) werd geboren in het jaar 316 in het huidige Hongarije. Hij werd door de keizer tot ridder geslagen. Op een zeer koude dag in de winter zag Maarten een arme man zonder jas de sneeuw zitten. Hij stapte van zijn paard af en sneed met zijn zwaard zijn eigen mantel doormidden en gaf de arme man een helft tegen de kou. Hij overleed op 11 november 397 en op de feestdag van deze heilige werd het gebruikelijk om kinderen iets te geven. Sint-Maarten (of soms ook 'Sinte Maarten' of 'Sinter Maarten' genoemd) wordt gevierd op 11 november, midden in de herfst. De bomen zijn kaal en het is vroeg donker. Het feest is een echt 'lichtfeest' voor kinderen. De traditie is dat kinderen zelf een lantaarntje (lampion) maken van papier, karton, een uitgeholde suikerbiet of pompoen met een kaarsje erin. Hiermee gaan ze 's avonds als het donker is in optocht langs de huizen. Aan de deur zingen ze een aantal liedjes. In ruil hiervoor krijgen ze een kleine attentie, net zoals Sint Maarten die de helft van zijn mantel aan de arme man gaf. Tegenwoordig bestaat de traktaties uit wat snoep, een DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
mandarijn of bijvoorbeeld een stuiver. Toelichting feestdagen en vieringen bij de islam De feestdagen in de islam volgen geen jaarlijks vast patroon. De verklaring hiervoor is dat men binnen de islam een systeem handhaaft waarbij de bepaling van deze dagen via een maankalender gaat, genaamd Hijra. De koran zegt dat het Allah is die de zon en de maan geschapen heeft en dat de maan het instrument is dat instaat voor het aangeven van de tijd. De betreffende vieringen en feestdagen kunnen dus steeds een verschillende tijdsperiode omvatten en vallen dus ook niet steeds in hetzelfde seizoen doorheen de tijd. Officieel zijn er slechts 2 feestdagen: het Offerfeest en het Suikerfeest. De andere dagen vallen onder de noemer vieringen. Het suikerfeest: Het Suikerfeest in het Arabisch betekent letterlijk ‘feestdag ter gelegenheid van het breken (van het vasten / ramadan).’ Het Suikerfeest duurt 3 dagen en wordt in veel landen verschillend gevierd. Op de ochtend van de eerste dag bezoeken mannen de moskee om gezamenlijk een speciaal gebed te doen voor deze feestdag. Doordat het dan vaak erg druk is in de moskee blijven vrouwen en kinderen thuis. De rest van de dag gaan de mensen bij familie op bezoek, eten lekkernijen en zoetigheden en kleden zich feestelijk. De vrouwen hebben vaak henna op hun handen, en veel mensen hebben nieuwe kleren aan. Er worden cadeautjes aan elkaar gegeven en er zijn cadeautjes voor de armen. Het offerfeest: Jaarlijks wordt binnen de islam het Offerfeest gevierd. Er wordt ook dikwijls over het schapenfeest of over het grote feest gesproken. Het Offerfeest is één van de belangrijkste feesten voor de islamitische gemeenschap. Met het Offerfeest wordt de loyaliteit van Ibrahim aan Allah herdacht. In de Koran staat dat Allah in een droom aan Ibrahim vroeg om zijn zoon Ismaël te offeren, om te bewijzen dat hij trouw en gelovig was. Toen Ibrahim het mes hief om zijn zoon te doden, werd hem een schaap gezonden dat de plaats van Ismaël mocht innemen. Ter herinnering
30
daaraan worden ieder jaar schapen geslacht tijdens het Offerfeest. Sommigen reizen tijdens de
bedevaartsmaand naar Mekka om het Offerfeest te vieren. De Koran schrijft namelijk voor dat iedere moslim die daar lichamelijk en financieel toe in staat is, één keer in zijn of haar leven de pelgrimstocht naar de heilige stad (in het huidige Saoedi-Arabië) moet maken. De bedevaart duurt meerdere dagen en voert langs heilige plekken die geassocieerd worden met de profeet Ibrahim en de profeet Mohammed. Moslims die niet op bedevaart zijn, vieren het Offerfeest thuis. Eerst wordt een plechtigheid bijgewoond in een moskee. De moslims trekken daarvoor hun mooiste kleren aan, heel vaak wordt gekozen voor witte kleren. Het Offerfeest is echter niet enkel een religieus feest, maar ook een belangrijk sociaal gebeuren. Binnen de islam is solidariteit namelijk heel erg belangrijk. Centraal tijdens het feest staan vreugde en broederschap. Wanneer na het bezoek aan de moskee de rituele slachting plaatsvindt, wordt dan ook om voornoemde redenen het vlees verdeeld. Het slachtvlees wordt in drie stukken verdeeld: één voor de familie, één voor buren en vrienden en één voor de armen. De Ramadan (extra) De Ramadan is de negende maand van de Islamitische kalender. In deze maand vasten Moslims. Dit houdt in dat ze van voor zonsopgang tot na zonsondergang niet eten, niet drinken, niet roken en zich onthouden van geslachtsgemeenschap. Ook kwaadspreken en vloeken is niet toegestaan. Voor lichamelijk zwakke mensen, zieke mensen en mensen waarvoor het vasten niet goed zou kunnen zijn wordt een uitzondering gemaakt, maar als het even kan moeten ze het wel later inhalen. Zowel ’s ochtends vroeg als ’s avonds tot diep in de nacht wordt er uitgebreid gegeten en Koran gelezen worden. Redenen voor de Ramadan:
-
Het vasten is een vorm van zuivering van de ziel en gehoorzaamheid aan God. Zondes kunnen zodoende verlaagd worden, waardoor de persoonlijke weegschaal in evenwicht komt, - Het vasten is een van de vijf zuilen van de islam en is dus voorgeschreven in de Koran, - Tijdens ramadan leren mensen zelfdiscipline, - Het vasten laat voelen hoe het is om arm en hongerig te zijn. Chanoeka De Joden gedenken tijdens Chanoeka de herverovering van de Tweede Tempel in Jeruzalem. De Seleuciden - een volk dat voor het begin van onze jaartelling een groot gebied rond het huidige Syrië bezat - legden in 168 voor Christus beslag op dat heiligdom. Na drie jaar wisten de joden hen te verjagen en ze namen de tempel weer in gebruik. Volgens de Talmoed (De Talmoed (= mondelinge leer) is na de Tenach (Wet, Profeten en Geschriften - het "Oude Testament") het belangrijkste boek binnen het jodendom. Het bevat de commentaren van belangrijke rabbijnen en andere schriftgeleerden op de Tenach, veelal in de vorm van discussies tussen voor- en tegenstanders van een bepaald standpunt.) vond de leider van de opstand, Judas Makkabeüs, een olielamp die de Seleuciden hadden achtergelaten. Hoewel die maar olie voor één dag bevatte, bleef de lamp dagenlang branden. Hij doofde pas toen Makkabeüs' en de zijnen nieuwe gewijde olie vonden. Joden ontwaarden in dat wonder een boodschap: het herdenkingsfeest moest acht dagen duren. Tijdens Chanoeka staat de achtarmige kandelaar centraal. Wanneer joden de kaarsen op die menora aansteken, spreken ze twee of meer zegeningen uit. Daarop volgt een liturgie van lezing en zang. Kinderen krijgen van oudsher vaak geld, als beloning voor hun bijbelstudie. Tegenwoordig krijgen ze vaak chocolademunten en cadeautjes. Olie speelt nog steeds een belangrijke rol. Joden eten tijdens Chanoeka speciale gerechten die oorspronkelijk met olie werden bereid, zoals Rösti en Latkes (aardappelpannenkoek). In Israël
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
gedronken. Ook is het de bedoeling dat in die 30 dagen durende maand alle 30 delen van de
31
vormen de acht dagen een landelijke feestperiode. De eerste dag van dit feest begint na zonsondergang van de 24e dag van de joodse maand Kislev. Carnaval: Carnaval is het feest dat gevierd wordt in de dagen voorafgaand aan Aswoensdag, waarmee de vastentijd van 40 dagen aanvangt tot aan Pasen. De carnavalstijd begint op de 11e van de 11e om 11:11 (11 november). Maar wanneer is het nu echt carnaval, dat verschilt elk jaar. Carnavalszondag valt altijd 7 weken voor Pasen, (7 x 6 weken = 42 werkdagen, min de maandag en de dinsdag na carnavalszondag, dus de 40 vastendagen). Pasen valt altijd op de eerste zondag na de eerste volle maan na 21 maart. Het Limburgse woord voor Carnaval is “vastelaovend”. Het carnaval is een feest dat vooral in de provincies Limburg en Noord-Brabant drie dagen lang het dagelijks leven in zijn greep heeft. Op carnavalszaterdag of -zondag nemen de vele Prinsen Carnaval voor drie dagen op rituele wijze de macht van de burgerlijke autoriteiten over in dorpen en steden (de machtsoverdracht of sleuteloverdracht) en vieren met hun onderdanen, de carnavalsvierders, de tijdelijke vestiging van hun narrenrijk. Carnavalsvierders verkleden zich in een door hun gewenste uitdossing en nemen in een driedaagse carnavalsroes bezit van de straat en de cafés. De feestlocaties zijn versierd met maskers en serpentines en de feestmuziek bestaat uit carnavalsrepertoire. Op één van de drie carnavalsdagen trekt de optocht door de straten, de zegetocht van Prins DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Carnaval. Op carnavalsdinsdag rond middernacht wordt in veel plaatsen in een collectief afsluitingsritueel afscheid genomen van het narrenrijk en zijn Prins. Carnavalsmascottes en symbolen worden dan verbrand, begraven of verdronken. Op Aswoensdag wordt het dagelijkse leven weer opgepakt. Wanneer je naar de betekenis van het woord kijkt kom je op deze verklaring uit: Carnaval is gemaakt van twee woorden: carne en vale. Het betekent ‘vaarwel aan het vlees’ (tijdens het vasten wordt er geen vlees gegeten). Een andere uitleg is dat ‘carnaval’ komt van carrus navalis, en dat betekent ‘scheepswagen’ (de verklaring waarom er met carnaval al die optochten met praalwagens zijn). Eerste communie: Vanaf de eerste communie worden de kinderen als volwaardig lid van de gemeenschap van Christus beschouwd. Kinderen in Vlaanderen doen als sinds de 16de eeuw hun eerste communie, al was dat aanvankelijk op latere leeftijd. Kinderen moesten immers eerst voldoende onderricht hebben gekregen over het geloof, waardoor de eerste communie doorgaans op de leeftijd van 12 plaatsvond. In de 17de eeuw veranderde dit toen de eerste communie een echte kindercommunie werd, op de leeftijd van 7 jaar. Vóór de eerste communieviering worden de kinderen voorbereid op de plechtigheid. Op school krijgen ze godsdienstonderwijs. Het is de bedoeling dat de kinderen worden ingewijd in de evangelieverhalen en in de betekenis van de eucharistie als één van de drie initiatiesacramenten. Bovendien wordt de plechtigheid voorafgegaan door de eerste biecht of het boetesacrament. Na het belijden van de zonden volgt de boetedoening en de vergeving. Na deze voorbereidingstijd mogen de kinderen eindelijk hun eerste volledige eucharistieviering meemaken. Per parochie verzamelen alle kinderen en hun familie zich in de kerk. Iedereen heeft zijn mooiste kleren aan. Traditioneel zijn de communicanten gehuld in witte kledij, maar tegenwoordig mogen alle kleuren. Het hoogtepunt van de kerkelijke dienst is ongetwijfeld het ontvangen van de hostie. Het is namelijk de eerste keer dat de kinderen te communie mogen gaan. Deze hostie symboliseert het lichaam van Christus. De priester zegt dan: 'Het lichaam van Christus'. Het kind antwoordt: 'Amen'. Vroeger werd de hostie door de priester rechtstreeks op de
32
tong van het kind gelegd, tegenwoordig mag het kind de hostie aannemen. De hostie wordt op de
linkerhand gelegd en het kind mag met de rechterhand de hostie in zijn of haar mond steken. Aan het einde van de kerkelijke dienst wisselen de communicanten hun communieprentjes uit. Daarop staat tegenwoordig meestal een foto van de communicant en een kleine boodschap. Vroeger waren de communieprentjes of santjes veel soberder. Vervolgens begint het feest. Familie en vrienden komen samen om de eerste communie van de communicant te vieren. Daarbij worden eerst geschenken uitgedeeld aan de communicant en wordt er daarna samen gegeten. Na de hoofdmaaltijd wordt traditioneel het ijslam geserveerd. Het ijslam is een ijstaart in de vorm van een lam. De bedoeling is dat de communicant het ijslam aansnijdt. Binnenin het ijslam zit frambozencoulis waardoor het lijkt alsof het lam bloedt. Het lam symboliseert Jezus Christus die de zonden van de mensheid heeft weggenomen. Palmpasen: In de christelijke kerk wordt de triomfantelijke intocht van Jezus in Jeruzalem herdacht. Buxustakjes worden gezegend als symbolische palmtakken. De takjes worden thuis bij een crucifix geplaatst en brengen geluk. Kinderen lopen in een optocht met palmpasenstokken door de straten. Met deze zondag begint de Witte Week. In de Witte Week draait het om de laatste week van Jezus. Palmpasen, Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Stille Zaterdag zijn de belangrijkste dagen in deze week. Palmpasen herdenkt de intocht in Jeruzalem. Witte Donderdag is de herdenking van het laatste avondmaal. De kruisiging wordt herdacht op Goede Vrijdag en op Stille Zaterdag is Jezus naar zijn graf gebracht. Het zijn de dagen voor het grote feest Pasen.
Er zijn 2 boeddhistische stromingen, namelijk het Theravada boeddhisme en het Mahayana boeddhisme. In Nederland komen beide stromingen voor. De onderstaande feesten worden het meest gevierd. Magha Puja Magha Puja is een van de drie belangrijkste boeddhistische gedenkdagen. Het gedenkt een spontane samenkoming van 1250 Arahant-discipelen van de Boeddha. Zij hadden, zonder een afspraak hierover gemaakt te hebben, tegelijk Boeddha een bezoek gebracht in de maand Magha. Magha is een van de maanden in de hindoe maankalender, en valt normaal gesproken in januari. Puja betekent ‘het betuigen van respect’. Magha Puja is dus gericht op de discipelen van de Boeddha die een graad van verlichting behaald hebben. Tijdens deze dag zijn er vaak speciale Dhamma-toespraken, en komen veel boeddhisten naar de boeddhistische tempels om naar deze toespraken te luisteren en om giften te geven voor de fysieke ondersteuning van de boeddhistische monniken die in deze tempels verblijven. Magha Puja is in veel boeddhistische landen een feestdag, waarop niet gewerkt wordt. Vesakha Puja Vesakha Puja is ook een van de drie belangrijkste boeddhistische gedenkdagen. Het herdenkt de geboorte, verlichting en het overlijden van Gautama Boeddha, welke volgens traditie allen plaatsvonden op de volle maan van de maand Vesakha van de hindoe maankalender. Puja betekent ‘het betuigen van respect’. Vesakha Puja vindt plaats in mei of juni, en is in de boeddhistische landen van alle stromingen een nationale feestdag. In veel boeddhistische tempels betoont men op deze dag respect aan de Boeddha door drie maal in stilte rechtsom om een stoepa (boeddhistisch heiligdom) heen te lopen. Er worden daarnaast vaak speciale predikingen of toespraken gehouden, en de mensen besteden vaak meer aandacht aan het voorbereiden
33
van een geschikte gift opgedragen aan de Boeddha of de Sangha (gemeenschap van monniken).
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Boeddhistische feesten
Verder worden alle huizen schoongemaakt en met bloemenkransen versierd. Het Boeddhabeeld wordt met parfum besprenkeld. Iedereen heeft verder een lichtje bij zich. Asalha Puja Asalha Puja is ook een van de drie belangrijkste boeddhistische gedenkdagen. Het herdenkt de eerste preek van Gautama Boeddha, de Dhammacakkapavattanasutta, die hij gaf aan de (eerste) groep van (vijf) discipelen in Sarnath, India. Tijdens deze preek bereikte een van deze discipelen een graad van heiligheid. Asalha Puja vindt plaats op de volle maan van de maand Asalha, de achtste maanmaand van de hindoe maankalender. Meestal valt Asalha Puja in juli. Asalha Puja is de dag van de Dhamma, omdat het de dag herdenkt dat de Boeddha de Dhamma begon te onderwijzen, en op die dag ook de eerste discipel de Dhamma voor zichzelf waarnam of realiseerde. In boeddhistische landen als Thailand, Japan, Tibet en Sri Lanka is het een van de belangrijkste religieuze dagen, en is het een nationale feestdag. Op Asalha Puja geven de boeddhisten aan de boeddhistische tempels of aan de Sangha giften, en worden er preken gehouden. Er worden soms ook speciale evenementen zoals festivals gehouden. Boeddhistisch nieuwjaar In landen die het Theravada boeddhisme volgen (zoals Thailand, Burma, Sri Lanka, Cambodia en Laos) wordt het boeddhistische nieuwjaar gedurende drie dagen gevierd; beginnende op de eerste dag van de volle maan in april. DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
In landen die het Mahayana boeddhisme volgen begint het boeddhistische nieuwjaar op de eerste dag van de volle maan in januari. Culturele en etnische achtergronden bepalen echter op welke dag het nieuwjaar gevierd wordt. In China, Korea en Vietnam wordt nieuwjaar eind januari of begin februari gevierd (volgens de Chinese maankalender), terwijl Tibetanen het nieuwjaar pas een maand later vieren.
Hindoestaanse feesten Holi Phagua, Hindoes nieuw jaar Het Hindoestaanse feest Holi Phagua is de viering van het nieuw jaar. Tegelijkertijd wordt ook het aanbreken van de lente gevierd, waarbij rangen en standen even vergeten worden en feesten, eten, drinken en dansen centraal staan. De rijken geven een gift aan de armen en iedereen begint het jaar met een schone lei. Ruzies of onenigheden zijn voor deze dag bijgelegd. Het feest wordt volgens de hindoe maankalender aan het einde van de maand Phagun en het begin van de maand Chaitra gevierd. Volgens de westerse kalender zijn dit de maanden maart en april. Tijdens deze dag smeert men elkaar in met as die is overgebleven na het verbranden van de Holika en ’s middags viert men uitbundig feest. De holika is een plantje dat symbool staat voor ‘het goede’. Er wordt gegeten, gedronken en veel gezongen. Jong en oud doen hier aan mee, familie, kennissen en vrienden. Velen hebben nieuwe kleren aan. Men besprenkelt elkaar met goedkoop geurwater of gekleurd water. Ook wordt er met gekleurd poeder gegooid, waardoor het een kleurig feest is. Men wenst elkaar geluk en voorspoed toe. In Nederland wordt het feest vooral in de grotere steden gevierd. Hier wonen vaak meerdere Hindoestanen bij elkaar. Het wordt niet gevierd door elkaar te besprenkelen met gekleurd water, parfum of het gekleurde poeder, maar er wordt wel lekker gegeten (zoals o.a. roti, bara en phulawri), gezongen, gedanst en ´s avonds is er een fakkeloptocht.
34
Divali Divali is een van de belangrijkste feesten in het hindoeïsme en vindt zijn oorsprong in India. Het woord is afgeleid van het Sanskriet dipavali, dat een rij lichtjes betekent. De olielampjes zijn traditioneel een kleigebakken lamp met een katoen wattenlontje en geklaarde boter. Tijdens het feest worden dan ook door het huis en op de erven lichtjes aangestoken. Divali, ook bekend als Lichtjesfeest, wordt symbolisch bedoeld als “de overwinning van het goede over het kwade, overwinning van het licht over de duisternis, overwinning van de gelukzaligheid over de onwetendheid”. Divali is het enige feest dat heel India verenigt. Op deze dag bezinnen Hindoes zich en proberen ze negatieve eigenschappen te verdrijven en om te zetten in positieve energieën. Voor Divali moet het huis brandschoon worden gemaakt. Een week lang eten Hindoes geen vlees en drinken geen alcohol. Zo maken ze zich van binnen schoon. Ze wassen zich grondig en trekken nieuwe kleren aan. In de stikdonkere nacht van de nieuwe maan wordt het hele huis verlicht met de olielampjes. De oudere vrouwen van de families voeren voor de deur een plechtigheid uit. Ze bidden tot Lakshmi en vragen de godin het huis te bezoeken. De hele nacht branden er olielampjes, lampjes, kaarsen, fakkels en elektrische lichtjes, zodat Lakshmi het huis goed kan vinden. Door al die lichtjes wordt ook het innerlijk van de mensen verlicht. Iedereen krijgt het gevoel met een schone lei opnieuw te kunnen beginnen. Dit feest wordt gevierde in Azië, Suriname, maar juist ook bij de Hindoestaanse gemeenschappen van Groot-Brittannië en Nederland. In Den Haag woont de grootste gemeenschap Hindoes in Spuiplein in het centrum van Den Haag Hindoes en ook niet-Hindoes bij elkaar om het licht met elkaar te delen. Divali is een universeel feest en is voor alle mensen.
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Nederland. Het Divalifeest is in Den Haag dan ook een stadsfeest geworden. Dan komen op het
35
Bijlage 7 (bij les 4): Feesten per gemeente Locale insteek: rituelen per plaats: ‘van vroeger’ maar ook ‘van nu’ Amerongen: Elk jaar in september de pluk van het tabaksakkertje bij het Tabaksmuseum, een feestelijk gebeuren. Volgens de traditie wordt de grootste plant aangeboden aan de burgemeester (vroeger de kasteelheer). Amersfoort: het mirakel met het Mariabeeldje, elk jaar in mei is er een processie hieromheen. Er zijn nog allerlei resten van die je kunt gaan bekijken, mooi beeldmateriaal om te tonen, er is een kerk die erbij hoort.. Baarn: Nog niet nader onderzocht. Bunnik: Fectio: diverse altaren voor het vereren van vruchtbaarheidsgodinnen. Godsdienstige rituelen. Bunnik heeft ook een drumfanfare, daar zitten ook kinderen in, die optreden op allerlei (rituele) feesten zoals carnaval, intocht sinterklaas, koninginnedag Bunschoten-Spakenburg: Jaarlijkse visserijdag 1 september waarop alle folklore rondom het oude vissersdorp tijdens een soort braderiedag wordt getoond. Doorn: elke derde zondag in augustus de jaarlijkse kastelentocht, met rijtuigen, ook naar Huis Doorn, voor iedereen toegankelijk, hert is een groot spektakel. Daarnaast heeft de Thorheimgroep (scouting. Doorn is genoemd naar Thor de dondergod) elk jaar een ‘boerenkoolfuif’ Driebergen heeft de jaarlijkse pronkzitting van de Sparrenarren (carnaval) met brandweerorkest DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
etc. Haarzuilens Heeft een jaarlijkse kermis die nogal belangrijk is, men krijgt er zelfs vrij voor. Maandagavond feest in het Wapen van Haarzuilens, dinsdag afsluiting met vuurwerk. De Kermis Oranjevereniging organiseert ook nog de jaarlijkse prutrace. Houten heeft in december een enorm traditioneel jaarlijks kerstconcert met allerlei soorten muziek, opgevoerd door leerlingen van het Houtens Muziek Collectief in theater Aan de Slinger Maarssen nog niet nader onderzocht. Nieuwegein heeft een jaarlijkse braderie met spelletjes, tweedehands spullen, muziek en kraampjes. Oudewater heeft de heksenwaag en vroeger een jaarlijkse heksenoptocht (tot in de jaren 60). Rhenen heeft de heilige Cunera. Het feest is op 12 juni. Een festifalweek, de 'Rijnweek'. Soest heeft zijn Gaesbeeker gilde, met spullen in het museum en jaarlijkse feesten. Veenendaal: Lampegietersavond op de 3de dinsdag van september. Dit wordt nog altijd gedaan met een optocht van de kinderen. Er is materiaal (olielampje, weefgetouw) dat erbij hoort dat je kunt gaan bekijken in het museum. Vianen heeft een eeuwenoude traditionele paardenmarkt, de woensdag voor de 2e donderdag in oktober, ook met verklede kinderen op paarden etc., een koetsentocht etc. Vleuten heeft een harmonie orkest, ook met kinderen. Wijk bij Duurstede: heeft een eigen carnalvalsvereniging, de Kaieschaiters, met vele tradities en een optocht. Kleurrijk Wijk en Jazz bij Duurstede. Woerden heeft op de eerste woensdag na 20 oktober de koeiemart. Een traditie die al 600 jaar oud is, met kermis, markt, standwerkers en koeien. Woudenberg heeft op de tweede zaterdag van juni Haantjesdag. Een feestdag met een grote braderie en muziek. Er is een Eierprinses en Eierkoningin en de verkiezing van de Haan van het jaar. Zeist heeft een harmonie-orkest, ook voor jeugdige leden, met enkele tradities zoals jaarlijkse uitjes.
36
Bijlage 8 (bij les 4) Werkblad 4
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
37
Bijlage 9 (bij les 4) Werkblad 5
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
c
f
n
p
r
i
n
s
v
e
o
e
f
ee
s
t
n
b
h
m
n
e
t
ee
b
a
l
l
o
n
f
s
z
ij
r
ij
s
t
s
a
e
t
p
r
i
n
s
e
s
r
t
n
o
p
i
r
aa
t
e
p
t
eu
d
k
c
l
o
w
n
l
i
s
d
f
s
uu
l
p
oe
i
m
w
m
a
s
k
e
r
au
g
v
e
r
k
l
e
d
e
n
z
Zoek de volgende woorden in het vak: • • • • • • • • • • • •
verkleden feestneus prins prinses masker nar hossen ballon feest confetti clown piraat
38
Bijlage 10 (bij les 4) : Bingospel Kaartjes voor de spelleider:
Kerstmis
Verjaardag
Pasen
Oud & nieuw
Sinterklaas
Geboorte
Sint – Maarten
Chanoeka
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
Huwelijk
39
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
40
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
41
DOCENTENHA NDLEID ING K ALE NDER VOL FEES T EEN JAAR VOL BELAN GRIJKE MO MEN TEN
42