Gemeentelijk beleid 2014-2018 Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht?
Care2Care, juni 2014
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht?
Voorwoord Gemeenten staan aan de vooravond van een grote transitie binnen het Sociaal domein. Vanaf 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de nieuwe Wmo 2015, Jeugdwet en de Participatiewet. In aanloop naar deze transitie, vonden op 19 maart 2014 de gemeenteraadsverkiezingen plaats. In veel gemeenten hebben politieke verschuivingen plaatsgevonden. Dit betekent mogelijk ook een verschuiving in de doelstellingen en politieke ambities van de gemeenten. In dit document staat op hoofdlijnen beschreven hoe de gemeenten uit Holland Rijnland en Midden-Holland zich gaan inzetten om de decentralisaties tot een succes te maken.
Inhoudsopgave VOORWOORD
1
INHOUDSOPGAVE
1
BESLUITVORMING: OPENHEID, TRANSPARANTIE EN INSPRAAK
2
EIGEN KOERS EN/OF REGIONALE SAMENWERKING
2
VOORZIENINGEN: NIET ALLEEN TRANSITIE MAAR OOK TRANSFORMATIE
3
BUDGET EN FINANCIËLE MOGELIJKHEDEN
4
Pag. 1
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht?
Besluitvorming: Openheid, Transparantie en Inspraak In vrijwel alle akkoorden wordt melding gemaakt dat er een sterke hang is naar een nieuwe vorm van besturen en transparantie. Deze hang naar een nieuwe vorm van besturen komt met name voort uit de weerbarstige realiteit. Morgen kan de wereld er geheel anders uitzien, vandaar dat er zoveel als mogelijk contact gezocht wordt met de inwoners om meningen te peilen. De colleges geven aan dat dit mogelijk is door actief de dialoog te zoeken met de inwoners en deze belangen mee te laten wegen in de politieke besluitvorming. Veel colleges doen dan ook een oproep aan haar inwoners om zich te melden en een actieve bijdrage te leveren aan het besturen van de gemeente.
Eigen koers en/of regionale samenwerking Diverse gemeenten spreken een sterke behoefte uit om zelfstandig te kunnen blijven en geen onderdeel uit te willen (gaan) uitmaken van een fusiegemeente. Daar waar mogelijkheden gezien worden voor het bereiken van doelmatigheidswinst, wordt overwogen om met andere gemeenten samen te werken. In eerste instantie op lokaal gebied met omliggende gemeenten, daar waar dit niet volstaat wordt gekeken naar regionale samenwerking. Ons regiogebied bestaat geografisch gezien uit de subregio’s Holland Rijnland en Midden-Holland. Binnen deze twee regio’s is vervolgens sprake van een verdere lokale onderverdeling wat betreft onderlinge samenwerking tussen de gemeenten. Zo bestaan er in Holland Rijnland drie samenwerkingsverbanden: 1) de gemeenten uit de Duin- en Bollenstreek, ookwel de Bollen5 en Katwijk (Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen); 2) de gemeenten uit de Leidse Regio (Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude), en 3) de gemeenten uit de Alphense regio (Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Kaag en Braassem). In Midden-Holland geldt dit voor de gemeenten in de Goudse regio (BodegravenReeuwijk, Gouda, Waddinxveen, Zuidplas en de gemeenten in de Krimperenwaard. De gemeenten in de Krimperenwaard staan op het punt van fuseren en vormen zeer waarschijnlijk na 1 januari 2015 één gemeente. In beide subregio’s is er sprake van grootschalige samenwerking op het gebied van de (gedwongen) Jeugdzorg en het vormgeven van een uniforme wijze van aanbesteden rondom ondersteuning en begeleiding binnen de Wmo. De gemeenten van Holland Rijnland hebben in de “Notitie gezamenlijk opdrachtgeverschap jeugdhulp” beschreven hoe de gemeenten gezamenlijk basisafspraken maken met de aanbieders voor de jeugden gezinsteams1. De gemeenten in Midden-Holland hebben het Netwerk Sociaal Domein Midden-Holland (NSDMH) opgericht waarbij de gemeente Gouda zich opstelt als gastheergemeente. Dit 1
Notitie gezamenlijk opdrachtgeverschap jeugdhulp. Gemeenten in Holland Rijnland, 12 maart 2014
Pag. 2
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? netwerk voorziet in een gezamenlijk inkoopplatform waarbij aanbieders per zorgdomein zich kunnen aanmelden om kans te maken op contractering. De NSDMH roept alle aanbieders op zich aan te melden bij het netwerk en medewerking te verlenen aan het opstellen van de basisovereenkomst en mee te onderhandelen over de herinrichting van het zorgaanbod. Op de website van het NSDMH vindt u alle informatie om zich aan te melden voor de regionale inkoop.
Voorzieningen: Niet alleen Transitie maar ook Transformatie Het besef om de uitgaven binnen de perken te houden dwingt gemeenten ertoe kritisch te kijken naar het huidig aanbod van voorzieningen dat wordt aangeboden. Om dit te realiseren zal er minder gebruik gemaakt moeten gaan worden van duurdere voorzieningen en zal er gekeken gaan worden of bepaalde voorzieningen waar mogelijk voor meerdere doelgroepen ingezet kunnen worden in plaats voor één specifieke doelgroep in het bijzonder. Diverse gemeenten beschrijven de noodzaak niet alleen de aandacht te richten op de overheveling van taken vanuit het Rijk naar de gemeenten, de zogenaamde transitie. Veel gemeenten bieden al een uiteenlopend aanbod van voorzieningen aan. Het is zaak deze voorzieningen af te stemmen op de nieuwe verantwoordelijkheden die bij gemeenten neergelegd gaan worden. Belangrijk hierin is het juist inzetten van communicatie jegens de inwoners om een verandering in denken te bewerkstelligen. Een verandering van het rollen- en verwachtingenpatroon vanuit de kant van de inwoners ten opzichte van de gemeente , niet langer ‘zorgen voor’ maar ‘zorgen dat. Naast de transitie (het overgaan van rijks- en provinciale taken naar de gemeenten) moet er ook sprake zijn van transformatie. Die transformatie is gericht op het veranderen van gedrag, cultuur en werkwijzen. Het gaat om een andere omgang met elkaar bij inwoners, professionals, instellingen en gemeenten om de gewenste verandering te effectueren. Het vraagt om een andere manier van denken en handelen van alle betrokken partijen inclusief de gemeente zelf. Er zullen keuzes gemaakt gaan worden welke voorzieningen behouden blijven en welke voorzieningen omgeturnd moeten worden. Denk hierbij met name aan de afweging of voorzieningen voor een specifieke doelgroep gecreëerd of behouden blijven, of dat dergelijke voorzieningen omgebogen worden naar algemene voorzieningen waar meerdere doelgroepen gebruik van kunnen maken. Veel gemeenten geven aan dat mede op basis van inspraak van inwoners en veldpartijen besloten zal worden welke keuzes gemaakt gaan worden. De gemeenten richten zich met name op de mogelijkheden die er reeds zijn te behouden en krachtig in te zetten om ervoor te zorgen dat mensen langer in hun kracht kunnen blijven. Hieronder vallen onder andere de juiste inzet van vrijwilligers en mantelzorgers, het verenigingsleven en de buurthuizen en het verbinden van deze groepen met professionals. Vroegsignalering, preventie en het voorkomen van ziekte en het gebruik van medische hulp is een veel gedeelde doelstelling. Deze inzet van middelen dient erop gestoeld te zijn dat zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de inwoners nagestreefd wordt. Daar waar Pag. 3
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? mensen momenteel reeds gebruik maken van professionele hulp dient de kwaliteit van deze hulpverlening minstens op hetzelfde niveau te blijven.
Budget en financiële mogelijkheden Veel gemeenten geven aan dat de Rijksbijdrage taakstellend is voor de uitvoering van de extra taken binnen het Sociale Domein en budgettair neutraal uitgevoerd moeten worden. Mogelijke overschrijdingen binnen de begroting moet worden voorkomen. Mocht alsnog blijken dat overschrijding niet te voorkomen is, dan moet er binnen gekeken worden naar het schuiven van kostenposten binnen de begroting zonder dat dat ten koste gaat van andere domeinen. Om te kunnen voorzien in extra financiële middelen overwegen enkele gemeenten het invoeren van een eigen bijdrage. Andere gemeenten beschrijven juist dat zij in voorgaande jaren een reservepot hebben opgebouwd om de financiële risico’s van de overheveling op te kunnen vangen. Daar waar nodig zal gebruik worden gemaakt van deze reserves. Indien dat niet noodzakelijk is, wordt in overleg bekeken op welke wijze deze middelen kunnen worden ingezet voor voorzieningen binnen het sociale domein. In 2015 worden de budgetten die samenhangen met de nieuwe taken behorend bij de Wmo 2015 en de Jeugdhulp nog verdeeld op grond van historische uitgaven. De budgetten worden gerelateerd aan een reconstructie van feitelijke uitgaven op gemeentelijk niveau. Met andere woorden: gemeenten waarin door mensen meer gebruik is gemaakt van zorg, krijgen in 2015 meer geld tot hun beschikking. Gekeken gaat worden of na 2015 een andere verdeelsleutel gebruikt gaat worden, waarschijnlijk op basis van reëel gebruik. De decentralisaties gaan in 2015 gepaard met een toevoeging van € 10,4 miljard aan het gemeentefonds2. Hiertoe is het deelfonds sociaal domein in het leven geroepen, een tijdelijke bijzondere uitkeringsvariant binnen het gemeentefonds. Het deelfonds bestaat uit de middelen die per 2015 overgaan naar de gemeenten voor de Wmo 2015 (het nieuwe deel), voor jeugdhulp en uit het participatiebudget. Gemeenten mogen middelen uit het deelfonds alleen besteden binnen het sociaal domein, maar wel naar eigen inzicht verdelen over de verschillende taakstellingen die in de Wmo 2015, de Jeugdwet en participatievoorzieningen aan gemeenten worden toegekend. Voor de regio Rijnstreek komt er ongeveer €€ 315 miljoen vrij (zie tabel 1). Dit is echter het totaalbudget voor de gehele regio. Als gekeken wordt naar de verdeling van de deelbudgetten per gemeente, valt op dat er een enorme spreiding valt waar te nemen tussen de gemeenten, resp. van € 2,9 miljoen voor de gemeente Ouderkerk tot € 58 miljoen voor de gemeente Leiden. Deze spreiding is evenwel erg logisch vanwege het grote verschil aan inwoners per gemeente. Hoe meer inwoners een gemeente heeft, hoe aannemelijker het is dat er meer gebruik gemaakt is van zorg, waardoor het historisch gebruik hoger uitvalt.
2
Bron: Gemeentefonds Meicirculaire 2014, publicatiedatum 30 mei 2014
Pag. 4
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? Tabel 1: Totaalbudget van de gemeente voor de decentralisaties
Gemeente 1. Leiden 2. Alphen a/d Rijn, Boskoop en Rijnwoude 3. Gouda 4. Katwijk 5. Teylingen 6. Zuidplas 7. Bodegraven-Reeuwijk 8. Leiderdorp 9. Waddinxveen 10. Nieuwkoop 11. Noordwijk 12. Lisse 13. Hillegom 14. Voorschoten 15. Oegstgeest 16. Kaag en Braassem 17. Noordwijkerhout 18. Nederlek* 19. Schoonhoven* 20. Vlist* 21. Bergambacht* 22. Zoeterwoude 23. Ouderkerk* Totaal * één van de K5 gemeente
Inwoners Budget (€) 58.413.746 131.814 44.835.593 106.524 40.860.482 72.706 24.797.872 62.968 13.784.584 35.807 13.443.742 40.910 11.181.573 33.011 10.790.081 26.918 10.308.630 25.473 9.514.153 26.977 8.767.947 25.788 8.713.936 22.269 8.328.560 21.004 8.295.836 24.839 7.800.332 22.903 7.567.694 25.827 6.249.052 15.947 4.578.326 14.112 4.387.326 11.932 3.788.162 9.747 3.475.556 9.946 3.193.185 8.039 2.898.611 8.238 315.974.979 783.694
Als een vergelijking gemaakt wordt wat er per inwoner aan budget beschikbaar wordt gesteld, komt er een opmerkelijke verschuiving aan het licht (zie tabel 2). Dan is te zien dat de gemeente Gouda het hoogste budget en de gemeente Kaag en Braassem het laagste budget ter beschikking heeft per inwoner, resp. € 293 en € 562. Dit betekent dat er voor de inwoners in de gemeente Kaag en Braassem de helft aan budget beschikbaar is voor voorzieningen binnen het sociaal domein dan dat het geval is voor de inwoners in de gemeente Gouda. Dit kan consequenties hebben voor aanbieders om al dan niet in een gemeente mee te doen aan een aanbestedingstraject. Dergelijke bedragen geven namelijk een indicatie van de prijzen die door gemeenten afgegeven kunnen worden. Let wel, de prijsweergave zoals weergegeven in figuur 2 biedt geen garantie, het is een vereenvoudiging van de werkelijkheid.
Pag. 5
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? Tabel 2: Totaalbudget per hoofd van de gemeente
Gemeente Gouda (3e) Leiden (1e) Alphen a/d Rijn, Boskoop en Rijnwoude (2e) Waddinxveen (9e) Leiderdorp (8e) Zoeterwoude (22e) Hillegom (13e) Katwijk (4e) Noordwijkerhout (17e) Lisse (12e) Vlist (20e)* Teylingen (5e) Schoonhoven (19e)* Nieuwkoop (10e) Ouderkerk (23e)* Bergambacht (21e)* Oegstgeest (15e) Noordwijk (11e) Bodegraven-Reeuwijk (7e) Voorschoten (14e) Zuidplas (6e) Nederlek (18e)* Kaag en Braassem (16e) Totaal * één van de K5 gemeente
Budget (€) 40.860.482 58.413.746 44.835.593 10.308.630 10.790.081 3.193.185 8.328.560 24.797.872 6.249.052 8.713.936 3.788.162 13.784.584 4.387.326 9.514.153 2.898.611 3.475.556 7.800.332 8.767.947 11.181.573 8.295.836 13.443.742 4.578.326 7.567.694 315.974.979
Inwoners 72.706 131.814 106.524 25.473 26.918 8.039 21.004 62.968 15.947 22.269 9.747 35.807 11.932 26.977 8.238 9.946 22.903 25.788 33.011 24.839 40.910 14.112 25.827 783.694
Budget / Inwoner 562 443 421 405 401 397 397 394 392 391 389 385 368 353 352 349 341 340 339 334 329 324 293 403
Uit de coalitieakkoorden wordt niet duidelijk welke verdeelsleutel de gemeenten gaan hanteren per deelaspect van het sociaal domein. Deze verdeling wordt in deelakkoorden en in jaarlijkse kadernota’s vastgelegd, welke de gemeenteraden gaan opstellen op inspraak van sociale partners. We adviseren onze participanten bij de gemeenten na te gaan of er sprake is van het opstellen van een sociaal deelakkoord, waarbij duidelijk gemaakt wordt welke verdeelsleutel de gemeente gaat hanteren ten aanzien van het Sociaal Domein.
Pag. 6
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht?
Bijlage: Samenvatting College Akkoorden Subregio Midden-Holland Naam gemeente Inhoud Zorg en Welzijn Bodegraven-Reeuwijk
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Herkenbaar verbinden. Burgerbelangen Bodegraven-Reeuwijk, CDA, SGP en CU Bestuursvorm: De gemeente heeft een transparant bestuur en is een bereikbare gemeente die oog en oor heeft voor haar inwoners. Het college bestuurt als een team. De toegang voor inwoners naar het gemeentebestuur is zo laagdrempelig mogelijk. Samenwerking met maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere gemeenten is nodig om het grote aantal taken uit te voeren. Inwoners moeten in een vroeg stadium mee kunnen praten over plannen en hun visie delen. Voorstellen richting de gemeenteraad zijn ‘burgerproof’. Regionale samenwerking: Voorheen werd voornamelijk binnen de regio Midden-Holland (rond Gouda) samengewerkt. Met het fuseren van de Krimpenerwaard gemeenten per 1 januari 2015 bestaat Midden-Holland uit vijf gemeenten. Deze en andere ontwikkelingen geven aan dat een nieuwe kijk op regionale samenwerking nodig is. De regio Midden-Holland is te klein om in de toekomst krachtig de belangen van de gemeenten en haar inwoners te kunnen behartigen. Wij willen daarom een geografisch bredere samenwerking tussen gemeenten in het Groene Hart. Wij vinden het van belang dat de samenwerking tussen Alphen aan den Rijn, Gouda en Woerden als centrumgemeenten in het Groene Hart wordt versterkt. Om verantwoord om te gaan met de decentralisaties trekken wij op onderdelen samen op met andere gemeenten. De uitvoering, zoals bijvoorbeeld de toegang tot ondersteuning, is echter een lokale aangelegenheid. Op dit terrein wordt o.a. samengewerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en de lokale Uitvoeringsorganisatie Zorg en Welzijn (UZW). De uitvoering van de Participatiewet is ondergebracht bij Ferm Werk. Financiële situatie: De economische recessie heeft een aanslag gedaan op de financiële positie van de gemeente. Daarnaast is de liquiditeitspositie van de gemeente verslechterd. Bij ongewijzigd beleid stijgt de leningenportefeuille naar 190 miljoen euro in 2024. Om dit te voorkomen is een financiële beleidslijn voor de komende 6 jaar nodig om de groeicurve van de leningenportefeuille af te zwakken en na 10 tot 15 jaar de portefeuille te stabiliseren. Voorzieningenniveau: In vergelijking met andere gemeenten heeft Bodegraven-Reeuwijk een hoog voorzieningenniveau. De kosten van Pag. 7
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht?
Gouda
deze voorzieningen trekken een grote wissel op de financiën. Deze kosten worden omlaag gebracht om te voldoen aan de doelstelling van een financieel verantwoord beleid. Samen met de verenigingen, gebruikers en maatschappelijke organisaties wil de gemeente andere, slimme mogelijkheden vinden. Er zullen keuzen moeten worden gemaakt in voorzieningen waaraan de gemeente blijft meebetalen en waar dit niet meer het geval kan zijn. We willen eenheid scheppen in het beheer van maatschappelijk vastgoed. Wij vragen de gebruikers een groter aandeel in de kosten te dragen of – op termijn - de voorziening over te nemen van de gemeente. Inzet is zoveel mogelijk aan voorzieningen te behouden. Sociaal domein: Wij gaan meer doen met minder geld en moeten daarom de eigen kracht van onze inwoners nog meer aanspreken. We zien ook kansen. We krijgen zeggenschap over praktisch het hele sociale domein en het maakt ons mogelijk dwarsverbanden te leggen tussen de Wmo/Awbz, de jeugdzorg en het domein van werk en inkomen. Dat betekent: inzetten op preventie en ondersteuning bundelen en efficiënter aanbieden. Op het gebied van Jeugdzorg en Wmo-taken hebben wij de doelen samen met andere gemeenten vastgelegd in het regionaal beleidskader “Gebundelde krachten”. Dit zijn onder andere het centraal staan van inwoners, geloven in eigen kracht, investeren in preventie & vernieuwing en de aanpak ‘1 cliënt/gezin, 1 aanpak, 1 contactpersoon’. Coalitieakkoord 2014 – 2018: Gouda daag uit! D66, PvdA, Gouda Positief, VVD en GL. Bestuursvorm: Een meer open en transparante bestuurscultuur zal op verschillende wijzen zichtbaar zijn, onder andere via een bredere blik naar buiten, een positieve grondhouding bij andere ideeën en nieuwe initiatieven, en meer ruimte voor burgerparticipatie. Elke partij in de raad, of deze partij nu wel of niet behoort tot de coalitie, wordt uitgenodigd om - als aanvulling op het beleidsakkoord- voorstellen te doen voor afspraken over andere thema’s of doelstellingen. Door de nieuwe vorm van samenwerking tussen college en raad vermindert de scheidslijn tussen coalitie en oppositie, en kunnen college en raadsfracties in aanvulling op het beleidsakkoord beter gebruik maken van de mogelijkheden om op zoek te gaan naar (wisselende) meerderheden voor hun voorstellen. Regionale samenwerking: Om een vitale stad te blijven, is Gouda erbij gebaat dat de positie van de regio (Midden-Holland) wordt versterkt en de centrale functie van Gouda ín die regio wordt gecontinueerd. We zetten de samenwerking op het terrein van de bedrijfsvoering met Waddinxveen en Zuidplas voort en staan open voor uitbreiding met andere gemeenten. De regionale samenwerking in de Zuidvleugel en met Alphen aan den Rijn en Woerden wordt versterkt. Gekeken wordt naar samenwerkingsmogelijkheden met andere gemeenten en regio’s die passen bij de vraagstukken waar Gouda zich voor gesteld ziet. Financiële situatie: In de programmabegroting 2015 zullen wij een bestemmingsreserve voor de drie decentralisaties introduceren. Pag. 8
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? De resterende middelen uit de bestaande reserve sociaal domein worden overgeheveld naar de nieuwe bestemmingsreserve 3D’s. De bestemmingsreserve 3D’s blijft de gehele periode 2015-2018 in tact en telt mee in de definitie van het Weerstandsvermogen. De ontschotting van het Rijk in relatie tot de middelen voor de decentralisaties wordt optimaal benut; dat betekent dat de ruimte om te schuiven tussen de middelen op lokaal niveau in tact blijft. In principe compenseren we kortingen die het Rijk oplegt bij decentralisaties van taken niet uit eigen middelen. Voorzieningenniveau: We werken aan de transformatie naar meer integrale zorgverlening en betere regie, en daarmee minder bureaucratie. Uitgangspunt daarbij is: één gezin, één plan, één regisseur. De toegang tot zorg wordt zoveel mogelijk onafhankelijk bepaald door professionele krachten. We stimuleren multifunctioneel gebruik van maatschappelijke accommodaties. We gaan werken met het Buurthuis van de toekomst-concept, waarmee samenwerking tussen maatschappelijke instellingen in wijken en buurten wordt bevorderd. We zetten in op gedeelde accommodaties voor meerdere verenigingen, kostendekkende huurtarieven en ruimte voor eigen verdienvermogen Sociaal domein: Een succesvolle transitie en transformatie in het sociaal domein waarbij we eigen kracht stimuleren en een vangnet bieden voor wie het nodig heeft. We krijgen zeggingskracht over meerdere instrumenten in het sociaal domein, waardoor we mensen passende oplossingen én maatwerk kunnen bieden. Met de vorming van sociale teams wordt de zorg, inclusief welzijn nieuwe stijl, dichtbij mensen georganiseerd zodat die laagdrempelig toegankelijk is en maatwerk mogelijk is. Waddinxveen
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Met elkaar voor Waddinxveen. PCW, VVD en CDA. Bestuursvorm: De nadere uitwerking van het “hoe” doen we in het collegeprogramma wat na de zomer aan de raad wordt aangeboden. De uitwerking willen we doen in overleg met de inwoners, het bedrijfsleven en andere partners. Regionale samenwerking: Zelfstandigheid van de gemeente blijft vooropstaan. Zelfstandigheid mogelijk maken kan alleen door de samenwerking aan te gaan met omliggende gemeenten uit het Groene Hart. Financiële situatie: Er wordt een reservepotje gemaakt om ‘zachte landing’ mogelijk te maken, naast de toekenning van het budget uit het gemeentelijk fonds. We hebben innovatieve ideeën nodig om zeker te stellen dat hulp- en zorgbehoeftigen de zorg krijgen die ze nodig hebben, daarbij willen we uitdrukkelijk wijkplatforms, verenigingen, kerken en het bedrijfsleven met werkgevers- en werknemersorganisaties betrekken. Er wordt een nieuwe meerjaren begroting gemaakt die past binnen de nieuwe Jeugdwet en de nieuwe taken op Pag. 9
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? het gebied van het sociaal domein. Dit doen we in samenwerking met externe partners, waarbij de rol, samenstelling en taken van het CJG nadrukkelijk aandacht krijgen. Sociaal domein: Ondanks het sluiten van Souburgh willen wij het behoud van voldoende verpleegplekken voor mensen met psychogeriatrische problemen. Dat is voor deze doelgroep, inclusief hun naasten essentieel. In samenwerking met Woonpartners Midden-Holland en Zorgpartners zal dit de komende tijd worden vormgegeven. Zuidplas
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Eenheid in diversiteit. VVD, D66, SP en NEZ. Bestuursvorm: De gemeentelijke organisatie zal de komende jaren fundamenteel moeten veranderen om klaar te zijn voor de toekomst. Het gemeentebestuur moet professioneler worden. De coalitie wil dat Zuidplas een open en eerlijke relatie heeft met haar inwoners en ondernemers. Daarom zal altijd duidelijk moeten zijn welke stappen de gemeente neemt of zal nemen. De gemeente is transparant over de inhoud van de besluitvorming en de wijze waarop die tot stand is gekomen. Iedere individuele inwoner kan tegelijkertijd beschikken over dezelfde informatie waardoor niemand een informatievoordeel geniet. Regionale samenwerking: Iedere samenwerking of mogelijke samenwerking wordt beoordeeld op haar toegevoegde waarde. Daarover vindt een open discussie over regionale samenwerking in de gemeenteraad plaats. De gemeente houdt de regie en samenwerkingsverbanden beperken zich in beginsel tot de uitvoering. Regionale samenwerking vindt in samenhang en op logische wijze plaats met aantoonbare meerwaarde. Als het de kwaliteit van de zorg in onze gemeente bevordert, gaat de gemeente de samenwerking met andere gemeenten aan bij de uitvoering van het zorgaanbod Financiële situatie: De financiële positie van de gemeente vraagt om ambitie. Na de fusie is door diverse tegenvallers de reservepositie sterk verminderd tot een niveau dat nog maar net verantwoord is. Daarnaast wordt door het verschuiven van steeds meer taken van de landelijke overheid naar de gemeente de financiële druk groter, zeker nu deze taken met minder budget worden overgeheveld. Wil de gemeente deze uitdagingen aankunnen dan zal de financiële huishouding moeten worden gemoderniseerd. De door het Rijk beschikbaar gestelde middelen zijn geoormerkt, “ontschot” en taakstellend voor de uitvoering van de decentralisaties Jeugdzorg en Langdurige zorg. 80% van de gelden die worden ontvangen voor de zorgtaken worden begroot en 20% is beschikbaar voor het leveren van maatwerk om schrijnende gevallen op te lossen Voorzieningenniveau: De gemeente geeft jongeren de positieve aandacht die zij verdienen. Er wordt niet gepraat over jongeren, maar met jongeren. Om dit te bereiken stellen wij een jongerenadviesraad in. Deze jongerenadviesraad heeft een Pag. 10
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? belangrijke stem in het gemeentelijk jongerenbeleid en kan zowel gevraagd, als ongevraagd advies uitbrengen. Met de jongerenadviesraad wordt o.a. gesproken over activiteiten voor jongeren en waar deze te organiseren, ook om eventuele overlast te voorkomen. Inwoners hebben recht op passende algemene zorg, indien nodig worden maatwerkvoorzieningen geleverd Sociaal domein: Voor de coalitie is het van belang dat mensen de zorg krijgen die zij nodig hebben. De gemeente houdt de regie over de geleverde zorg. De inzet van vrijwilligers en mantelzorgers wordt actief gesteund en gefaciliteerd. NB: Wegens de fusie van de vijf gemeenten in de Krimpenerwaard is ervoor gekozen geen samenvatting van de college akkoorden weer te geven. Naar alle verwachting vinden in november 2014 gemeenteraadsverkiezingen plaats. Op basis hiervan zal ook een nieuw collegeakkoord geschreven gaan worden. Zodra dit gepubliceerd wordt, zullen we dit document voorzien van een update.
Subregio Holland Rijnland Naam gemeente Inhoud Zorg en Welzijn Alphen aan den Rijn
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Daadkracht dichtbij. CDA, Nieuw Elan, CU, D66 en VVD Bestuursvorm: Samen met de gemeenteraad maken we in de eerste helft van 2014 een beleidskader waarin we keuzes maken over de uitvoering van het sociaal beleid. In 2014 zetten we alles op alles om de voorbereidingen op te pakken voor de uitvoering in 2015 en verder. We gaan van plannen naar realisatie. Er worden in 2014 sociale kaarten gemaakt van de wijken en kernen waarin zoveel mogelijk informatie gebundeld wordt: demografische gegevens, voorzieningenniveau, veiligheidsaspecten en fysieke aspecten van wijken en kernen. Op basis hiervan worden keuzes gemaakt om de voorzieningen en ondersteuning zo dicht mogelijk bij de inwoners te brengen. Regionale samenwerking: De samenwerking met Kaag en Braassem en Nieuwkoop wordt geïntensiveerd door het versterken van de bestuurlijke banden. Er wordt verkend of deze basiscoalitie verbreed kan worden met Bodegraven-Reeuwijk. Gemeente Bodegraven-Reeuwijk maakt onderdeel uit van het NSDMH, het samenwerkingsverband van de gemeenten uit Midden-Holland. (Gemeente Alphen aan den Rijn ligt op het scharnierpunt binnen de regio Rijnstreek en fungeert zodoende als schakel tussen de gemeenten van Holland Rijnland en Midden-Holland.) Financiële situatie: Om met de rijksbudgetten uit te komen, zetten we in op een slimmere, betere en goedkopere manier van organiseren en gaat gewerkt worden met prestatieafspraken en niet meer op basis van producten. De sociale Pag. 11
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? rijksbudgetten die worden toegekend aan de gemeente, gebruiken we ook voor deze doeleinden, ook al zijn ze soms niet overduidelijk gelabeld. Primaire uitgangspunt voor het sociale domein is dat het beschikbare budget leidend is c.q. met de beschikbaar gestelde middelen wordt uitgekomen. Dit vereist een pragmatische uitvoering, waarop nu heel snel ingezet moet worden. Ongewenste maatschappelijke effecten moeten worden voorkomen. Er is per gebied een budget beschikbaar voor de uitvoering van het wijken- en kernenbeleid In een tabel van noodzakelijke ombuigingen komt naar voren dat er structureel gezocht wordt naar een besparing van € 3 miljoen op de volgende wijze: Welzijn (1 miljoen), onder meer door andere opzet en taakstelling op de producten van Participe. Cultuur (1 miljoen), onder meer door een taakstellend lager budget naar theater Castellum en een andere opzet/privatisering van de streekmuziekschool. Sport (1 miljoen), onder meer door meer efficiency/andere opzet Sportspectrum en meer eigen verantwoordelijkheid van sportverenigingen voor beheer en onderhoud van accommodaties. Voorzieningenniveau: Maatschappelijke voorzieningen die bijdragen aan vitale wijken en kernen blijven behouden. Aan de hand van de meerjarenraming van de woningbehoefte 2015-2025 herijken van omvang en planning van woningbouwlocaties. Sociaal domein: Er wordt een transitieplan opgesteld om de omslag naar anders organiseren te maken. Er wordt geïnvesteerd in preventie. Het vroeg signaleren gebeurt zoveel mogelijk op lokaal niveau: in de wijken en kernen. De participatie van inwoners krijgt vorm vanuit de wijken en kernen en de inwoners krijgen veel ruimte om dit zelf in te vullen. Er is een vorm van autonomie in de wijken en kernen voor de uitvoering. Inwoners nemen zelf de regie in de participatie en wij faciliteren dit Kaag en Braassem
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Anders denken, anders doen. PRO Kaag en Braassem, CDA, VVD, Samen voor Kaag en Braassem en D66 Bestuursvorm: Vanuit onze partijprogramma’s onderschrijven wij een vernieuwing van het besluitvormingsproces. De wereld van vandaag kan er morgen alweer heel anders uitzien. Deze sterk veranderende wereld biedt niet alleen kansen om het besluitvormingsproces anders te laten verlopen, maar is vooral ook een noodzaak tot verandering. We staan voor een proces waarin de inwoners een grotere rol krijgen. Regio samenwerkingspartner: Samen met de verschillende samenwerkingsverbanden werken we aan de versterking van het hart van de Randstad. We kiezen bewust voor samenwerking in de regio, maar pinnen ons niet vast op bestaande regioverbanden. We sluiten mogelijke partners niet bij voorbaat uit. Een sterke stem van Kaag en Braassem in Pag. 12
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? de regio, met een eigen geluid en de focus op inhoud en efficiency. We geven de 3 decentralisaties regionaal vorm, met aandacht en ruimte voor lokaal maatwerk. Financiële Situatie: De ingezette kwaliteitsslag van de begroting en andere financiële stukken zetten we door, door het beleid meetbaarder te maken. Er komen beheerplannen met een transparante planning en een degelijke financiële vertaling. Voorkomen van lastenverhoging en zo nodig een heroverweging van de niet‐wettelijke gemeentelijke taken. Voorzieningenniveau: Er is een toename te zien in het gebruik van algemene voorzieningen. Het is wenselijk vanuit oogpunt van de inwoners en uit financieel oogpunt dat men steeds meer gebruik maakt van algemene voorzieningen. Deze zijn laagdrempelig, sneller beschikbaar (geen indicatieprocedure) en veelal goedkoper. Op sommige momenten lukt het niet op eigen kracht, dan is hulp nodig. Meestal vindt het gezin deze ondersteuning in het sociale netwerk of door een beroep te doen op professionals. Soms krijgt iemand dat voor kortere of langere tijd om welke reden dan ook niet georganiseerd. Op dat moment zorgt de gemeente dat er ondersteuning beschikbaar is. Deze ondersteuning is gericht op het hervinden of versterken van de eigen kracht. De gemeente gaat inzetten op het verbeteren van informatievoorziening. Inwoners die hulp/ondersteuning nodig hebben, weten waar zij deze hulp kunnen krijgen of ondersteuning kunnen vragen. Zij durven sneller en makkelijker om deze hulp te vragen, dan wel kunnen deze hulp makkelijker accepteren. Inwoners die om hulp/ondersteuning vragen, moeten die ook snel kunnen krijgen. Sociaal Domein: De basis voor hoe wij als gemeente met deze drie decentralisaties omgaan, is al vastgelegd in de Maatschappelijke Agenda (MAG) en de MAG3D. Wij onderschrijven de uitgangspunten van deze agenda’s en bouwen hier de komende jaren op voort. Met de geplande evaluatie van de MAG kan de gelegde basis waar mogelijk worden verstevigd. Hillegom
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Samen Sterker. BBH, CDA, VVD en D66 Bestuursvorm: Particuliere en maatschappelijke initiatieven weten we te waarderen. Ons uitgangspunt is dat wij hetgeen we moeten en willen doen samen met onze inwoners oppakken. Wij streven hierbij naar vergroting van de betrokkenheid van onze inwoners, verenigingen, instellingen en het bedrijfsleven op tal van gemeentelijke terreinen. Nieuw beleid en grotere projecten bespreken we in een vroeg stadium met alle betrokkenen. Daarna gaat het college pas aan de slag met de nadere uitwerking en vindt tenslotte besluitvorming plaats in de gemeenteraad;
Pag. 13
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? Regionale samenwerking: De op 4 april 2013 door de gemeenteraden van Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen gemaakte strategische afspraken (Valentijnsakkoord) zijn richtinggevend voor de uitwerking van de uit te voeren taken in het sociale domein. Waar mogelijk bereiken wij door gezamenlijke inkoop met ons omringende gemeenten besparingen. Wanneer hierdoor mogelijk financiële ruimte ontstaat, maken wij de afweging of dit wordt geïnvesteerd in een geleidelijke verhoging van het kwaliteitsniveau van de openbare ruimte of dat andere beleidsterreinen op dat moment meer prioriteit krijgen. Financiële situatie: Wij zetten het huidige financiële beleid voort. We bereiden een nieuwe financiële verordening voor waarin de raad nadere accenten (spelregels) kan aangeven. Het vastgestelde subsidiebeleid is leidend. Door dit beleid is het mogelijk de (financieel) kwetsbare inwoners adequaat te ondersteunen maar ook voor positieve initiatieven is ruimte. Aanvragen zullen zorgvuldig worden getoetst en tevens worden bekeken op overlap met andere (verleende) subsidies. Prestatieafspraken dienen gerealiseerd te worden. Dit toetsen wij kritisch. Voorzieningenniveau: Het voorzieningenniveau in Hillegom houden wij minimaal op het huidige niveau waarbij de hierboven gestelde vragen in acht worden genomen. De kosten van het doelgroepenvervoer (waaronder de regiotaxi en het leerlingenvervoer) willen wij in de hand houden. De bestaande regelingen willen regionaal evalueren en indien nodig herzien. In bestemmingsplannen wordt ruimte geboden voor combinaties van zorg en wonen, respectievelijk wonen en lichte bedrijvigheid, om in te kunnen spelen op de toenemende behoefte aan woningen voor bewoners met een zorgbehoefte, alsmede om kansen te bieden aan nieuwe creatieve initiatieven. Het Fonds Sociale Woningbouw wordt ingezet om met name jongeren, starters op de woningmarkt, jonge gezinnen en ouderen met een zorgbehoefte betere kansen op huisvesting te bieden en de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen. Sociaal domein: Onze verzorgingsstaat verandert. De komende jaren doen wij nog een groter beroep op de zelfredzaamheid, alsmede de eigen kracht en verantwoordelijkheid van onze inwoners. Meer en meer kijken wij naar wat men zelf of met hulp van anderen nog kan doen en niet langer naar waar men mogelijk recht op heeft. Daarnaast voelen wij meer de behoefte om ruimte te creëren voor maatschappelijke initiatieven. Deze initiatieven willen wij stimuleren, ondersteunen en waar mogelijk ook faciliteren. Wij willen luisteren naar onze inwoners en hen de ruimte geven om samen met ons zaken op te pakken. Wij willen interactieve communicatie met de doelgroep Jongeren opzetten. Jongeren worden actief betrokken bij het jeugdbeleid, zodat het aanbod van voorzieningen voor de jeugd voortdurend aansluit op de behoefte. Het opzetten van een jongerenpanel is een instrument waaraan wij denken.
Pag. 14
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? Katwijk
Coalitieakkoord 2014 – 2018: CDA, CU en SGP Bestuursvorm: Het huidig tijdsgewricht vraagt daarbij om een open benadering, een gemeentelijke overheid die samen met alle belanghebbenden op zoek gaat naar creatieve oplossingen. Voor draagvlak voor uiteindelijke keuzes is het daarbij noodzakelijk dat er keuzemogelijkheden zijn waar het maatschappelijk debat over kan worden gevoerd. Deze ontwikkelingen vragen om een bestuur (College van B&W én raad) dat in z’n werkwijze ervoor zorgt dat de belangen van de burgers goed worden gekend en worden betrokken in besluitvormingsprocessen. Dat kan het bestuur niet alleen. Dat vraagt net zo goed actief meedoen door belanghebbenden zelf. Regionale samenwerking: De vastgestelde beleidskaders en beleidsplannen inzake jeugd en WMO vormen het uitgangspunt voor de uitwerking en uitvoering van deze taken. Hierbij werken wij nauw samen met alle betrokkenen in Katwijk, zoals het onderwijs, (sport)verenigingen, de professionele zorgverleners, Welzijnskwartier en kerken bij de uitwerking en uitvoering van deze taken. Ook wordt samengewerkt met de omliggende gemeenten om in gezamenlijkheid de decentralisatie van taken op het gebied van de ouderenzorg, zorg voor mensen met een beperking, de jeugd en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt voor te bereiden. Voorzieningenniveau: Gemeenschapshuizen dragen bij aan het versterken van de identiteit, cultuur en sociale samenhang in de kernen van de gemeente. De ontwikkeling van het Dorpshuis in Valkenburg wordt doorgezet. De mogelijkheden van gemeenschapshuizen in Katwijk Noord en in Katwijk aan den Rijn worden onderzocht in samenspraak met alle belanghebbenden. Financiële situatie: Als algemeen principe geldt dat het rijksbudget voor de decentralisaties in het sociale domein (jeugd, WMO en werk) kaderstellend is. Bij onverhoopte extra bezuinigingsoperaties worden kwetsbare groepen ontzien. De totale subsidiebijdrage voor clubs, verenigingen en instellingen wordt niet verlaagd. Wel kan de verdeling wijzigen als gevolg van de veranderingen in prioriteiten en doelstellingen in het kader van de WMO. Als een zorgaanbieder de ondersteuning niet kan leveren voor de prijs die de gemeente stelt, biedt de gemeente cliënten de mogelijkheid om tegen betaling van het prijsverschil de zorg toch in te kopen Sociaal domein: Onze ambitie is dat inwoners van de gemeente Katwijk op het gebied van zorg zelf regie kunnen voeren over de ondersteuning die zij nodig hebben en ontvangen. Dit uitgangspunt geldt voor ouderen, jongeren en voor ouders met hun kinderen. Wij stimuleren en ondersteunen de inwoners van Katwijk, Rijnsburg en Valkenburg om de eigen kracht aan te spreken. Tegelijkertijd kunnen de zwakken in de samenleving rekenen op steun en bescherming door de gemeente. Mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg worden ondersteund en toegerust door bijvoorbeeld scholing en voorlichting. Pag. 15
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? Er wordt een aparte kadernota Jeugdbeleid 2015-2018 opgesteld met de daarbij betrokken partners. Inzet is in te zetten op het lichtere preventieve jeugdbeleid om zwaardere vormen van jeugdhulp te beperken. Leiden
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Samenwerken en innoveren. D66, SP, VVD, PvdA Bestuursvorm: De gemeente zet actief in op samenwerking met de andere gemeenten in de Leidse regio. Vervolgens wordt in regionaal verband de samenwerking gezocht en gevonden binnen het Holland Rijnland (met name op het gebied van jeugdhulp). Enkele dossiers uit de periode van het vorige college worden voortgezet (programma Binnenstad, Kennisstad, Bereikbaarheid). Regionale samenwerking: Met de gemeenten in Holland Rijnland werkt Leiden samen aan de beleidsvoorbereiding en uitvoering van bestaande en nieuwe gemeentelijke taken in het sociaal domein, zoals de jeugdzorg. Leiden zet in eerste instantie in op samenwerking in de Leidse regio (Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude) en daarna op samenwerking in het grotere verband van Holland Rijnland. Financiële situatie: Met ingang van 2018 willen we de nieuwe taken in het sociaal domein (jeugdzorg, uitbreiding WMO, Participatiewet) kunnen uitvoeren binnen het beschikbare budget. De rijksbezuinigingen kunnen we niet structureel compenseren. De zorgvoorzieningen die de gemeente gaat aanbieden, zullen moeten worden aangepast om deze te kunnen uitvoeren met de budgetten die het rijk ter beschikking stelt. Die budgetten worden kleiner. Om de aanpassingen verantwoord te laten verlopen is een overgangsperiode nodig. Tijdens de overgangsperiode zullen we extra middelen beschikbaar stellen. Deze gebruiken we om de aanpassingen op correcte en voortvarende wijze te kunnen invoeren. Deze overgangsperiode zal niet voor alle taken even lang duren. Voorzieningenniveau: Er is een veranderende behoefte aan woningen voor ouderen, die steeds langer zelfstandig zullen blijven wonen en die thuis steeds meer zorg nodig zullen hebben. Die ontwikkeling stelt nieuwe eisen aan ruimtelijke ordening, wonen, zorg en dwarsverbanden daartussen. Deze opgaven zullen we met innovatie en creativiteit te lijf moeten gaan. Sociaal Domein: Wie vanwege gezondheidsproblemen, gebrek aan inkomsten of andere ingrijpende gebeurtenissen tijdelijk of langdurig niet voor zichzelf kan zorgen, kan rekenen op ondersteuning van de stad. Deze ondersteuning is er altijd op gericht dat mensen hun zelfstandigheid herwinnen, weer voor zichzelf kunnen zorgen en loskomen van hun situatie van hulpbehoevendheid. Afhankelijk van de ernst van de situatie is deze ondersteuning kortdurend of langer durend, maar in beginsel altijd gericht op herstel van autonomie en zelfredzaamheid. Pag. 16
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht?
Leiderdorp
Onderwerpen die het college verder zal gaan uitwerken: Zorg en welzijn zo veel mogelijk organiseren op buurt- en wijkniveau, met verdere uitbouw van sociale wijkteams en jeugd- en gezinsteams. Ruimte voor bewonersinitiatieven op het gebied van zorg en welzijn. Aandacht voor levensloopbestendige woningen en andere (nieuwe) woonvormen in prestatieafspraken met woningcorporaties. Coalitieakkoord 2014 – 2018: Van meepraten naar meedoén. D66, VVD en CDA Bestuursvorm: De vorige coalitie heeft ingezet op in gesprek zijn met inwoners. Wij vinden dat de tijd rijp is om een stap verder te gaan: inwoners, organisaties en gemeente gaan meer samen doen. Leiderdorpers zitten vol met ideeën en energie. Wij willen dat de gemeente de verantwoordelijkheid voor onze gemeenschap gezamenlijk met inwoners en organisaties gaat dragen. Regionale samenwerking: Samen doen is Leiderdorp in de regio op het lijf geschreven. Leiderdorp speelt, als bestuurskrachtige gemeente met haar financiën op orde, al jaren een zelfbewuste rol in haar samenwerking met de omliggende gemeenten, zowel in de Leidse regio als in het grotere verband van Holland Rijnland. Samenwerking in de Leidse regio heeft onze eerste voorkeur; Bij taken die in een groter verband dan de Leidse regio moeten worden belegd, zoeken wij samenwerking op het niveau van Holland Rijnland. Financiële situatie: Wij vinden dat het stelsel zo moet worden ingericht dat het beschikbare budget toereikend is. Uitgangspunt moet wel zijn dat voor iedereen die zorg écht nodig heeft, deze ook beschikbaar is. In de Wmo zullen we binnen de wettelijke mogelijkheden een eigen bijdrage van cliënten vragen. Bezuinigingen van rijkswege worden zoveel mogelijk doorgezet op het beleidsterrein waarop het rijk bezuinigt. Door de grote veranderingen in het sociale domein zullen we het subsidiebeleid van de gemeente anders moeten inrichten. Organisaties zullen vaker voor de gemeente gemeentelijk beleid gaan uitvoeren. Er is dan geen sprake van subsidie maar van een gemeentelijke bijdrage; het verschil daartussen moet duidelijker worden. Sociaal domein: Reeds ontwikkelde versies ten aanzien van het uitvoeren van de Wmo, Jeugdzorg en de Participatiewet worden nader uitgewerkt met de veldpartijen. Hier wordt ook nadrukkelijk de inbreng van mantelzorgers en vrijwilligers bij gezocht. Wij zullen versnippering van het zorg- en welzijnsaanbod tegengegaan. Preventie en hieraan gekoppeld vroegsignalering en vroeginterventie bevorderen het welzijn en kunnen zwaardere zorg uitstellen of voorkomen. Zo zullen we werkenderwijs toegroeien naar een goed functionerend én betaalbaar stelsel.
Pag. 17
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? Lisse
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Samen voor Lisse. Nieuw Lisse, D66 en SGP/CU Bestuursvorm: Partijen zijn van mening dat het in het belang van Lisse is als oppositiepartijen en coalitiepartijen de komende vier jaar intensief en transparant samenwerken. Dat begint door de burger centraal te stellen en deze als eerste te betrekken bij het te voeren beleid. Bij het proces om te komen tot nieuw beleid zullen behalve de burger ook de oppositiepartijen worden betrokken met als doel een breed draagvlak te bereiken. Het bestaande beleid van voorgaande jaren wordt gecontinueerd. In het Beleidsakkoord zijn enkel de voorgenomen wijzigingen op het bestaande beleid vermeld Regionale samenwerking: Voor de versterking van de strategische positie van de Bollenstreek zijn de vastgestelde strategische werkafspraken uitgangspunt. Het sociaal domein en de economische agenda hebben hierbij prioriteit Financiële situatie: Centraal staat een gezond en solide financieel beleid. Hiervoor zal een strikte begrotingsdiscipline worden gehanteerd. Extra noodzakelijke uitgaven of de dekking van tekorten moeten binnen de in de begroting opgenomen programma's worden gevonden. Investeringen met een zgn. zorgkarakter en leefbaarheidsprojecten hebben de voorkeur mocht er sprake zijn van extra gewenste investeringen. De van rijkswege beschikbaar komende middelen zullen hiervoor volledig worden gereserveerd. Blijken de eerste jaren de rijksmiddelen onvoldoende te zijn om de zorg op het gewenste niveau te handhaven dan zullen de daarvoor bedoelde reserves worden ingezet. Sociaal Domein: De uitgangspunten en de (vervolg) aanpak zoals verwoord door de Stuurgroep 3D worden onderschreven in dit hoofdlijnenakkoord. Participatie van inwoners en instellingen wordt van groot belang geacht. Het doel is dat vanuit de gemeente ruimte en ondersteuning wordt gegeven aan initiatieven vanuit de lokale samenleving. Binnen een half jaar na vaststelling van dit Beleidsakkoord zal een plan van aanpak worden gepresenteerd. Hierin wordt voor verschillende beleidsterreinen voorgesteld wat de gemeente in het kader van de participatie gaat loslaten, faciliteren, stimuleren, regisseren en/of reguleren
Nieuwkoop
Coalitieakkoord 2014 – 2018: De kracht van de samenleving. SBN, CDA en D66 Bestuursvorm: Het toenemende aantal maatschappelijke initiatieven vraagt om een improviserende en inspirerende overheid die coalities aangaat en bijdraagt aan oplossingen door belemmeringen weg te nemen. Een lokale overheid die faciliteert en waardeert. Wij werken als een gemeentebestuur dat niet over de gemeenschap gaat, maar er in staat, en versterken daarvoor het contact tussen samenleving en bestuur. Wij staan open voor initiatieven en Pag. 18
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? argumenten. Aldus werken wij aan een andere overheid en geven we inhoud aan dialoog: steeds slim samenwerkend voor vernieuwend samenspel. Regionale samenwerking: We werken samen met andere gemeenten waar nodig en waar dit een meerwaarde voor onze gemeente heeft. Ten aanzien van de sociale agenda richten we ons in de samenwerking primair op Holland Rijnland en de subregio Rijnstreek. Financiële situatie: Nieuwkoop is een financieel gezonde gemeente. Een structureel sluitende begroting is het uitgangspunt van financieel beleid, net als efficiënt omgaan met de beschikbare publieke middelen. We blijven in beginsel voor de gehele bestuursperiode binnen de budgetten die het rijk beschikbaar heeft gesteld. Uitgangspunt is dat minimaal 80% van de beschikbare middelen worden besteed aan feitelijke zorg. Wij willen in de begroting van 2015 voor ten minste een periode van 4 jaar vastleggen dat bij onveranderd beleid de huidige financiële kaders voor de decentralisaties in het sociaal domein gehandhaafd blijven. Voorzieningenniveau: Het huidig beleid ten aanzien van het (helpen) realiseren van kleinschalige zorglocaties, levensloopbestendige woningen, de realisatie van mantelzorgwoningen, zoals kangoeroewoningen, willen wij intensiveren. We zetten ons in voor het behoud van minimaal het huidige voorzieningenniveau van het openbaar vervoer. Wij helpen maatschappelijke voorzieningen en organisaties om hun bereikbaarheid, bekendheid en zichtbaarheid te vergroten, wat goed gaat willen we versterken: de gemeente vervult hierin een ondersteunende, verbindende en faciliterende rol. Sociaal domein: We willen in ieder geval bereiken dat onze inwoners, met name jongeren, ouderen en sociaal zwakkeren, niet de dupe worden van rijksmaatregelen met betrekking tot de decentralisaties in het sociaal domein. We helpen ouderen (70+) daar waar nodig om hun mate van zelfstandigheid in het dagelijkse leven te vergroten. Dit doen we door de ondersteuning van: kleinschalige particuliere zorgprojecten, initiatieven als huiskamerprojecten en initiatieven om de vervoersarmoede op te vangen. We willen hulp en bijstand voor minder weerbare inwoners ruimhartig inzetten, misbruik moet worden gestraft. Hulp kan bestaan uit advies, begeleiding en/of financiële steun. Uiteraard binnen de wettelijke kaders en de financiële mogelijkheden van de gemeente. Noordwijk
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Denk mee, Doe meer! Puur Noordwijk, Lijst Salman, PvdA / GL, D66 Bestuursvorm: Onze coalitie zet in op het vergroten van de onderlinge betrokkenheid bij de beslissingen over ons dorp. We streven ernaar gemeenschappelijke doelen te stellen en oplossingen te zoeken die zijn gebaseerd op gedeelde Pag. 19
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? normen en waarden. Dat bereiken we door intensief met elkaar in gesprek te gaan, door samen te werken. Willen we zaken écht anders doen, samen vernieuwen, dan is de bijdrage van de Noordwijker onmisbaar. Regionale samenwerking: Wij nemen initiatief en doen een open invitatie aan de Bollenstreek-gemeenten om de onderlinge samenwerking in de Duin- en Bollenstreek te intensiveren. Dit vanuit het Valentijnakkoord (op 14 februari 2013 tijdens een bijeenkomst van de Bollengemeenten vastgelegd) waarvan Noordwijk 34 van de benoemde 36 onderwerpen nader wil onderzoeken. Het betreft strategische afspraken met de Duin- en Bollenstreek-gemeenten op de beleidsterreinen veiligheid en openbare orde, het sociaal domein, economische zaken, landschap en natuur, ruimtelijke ordening en infrastructuur. Financiële situatie: We hebben bij gemeenten in de regio partners gevonden om deze taken op een deskundige en verantwoorde manier op te pakken, mede omdat de overheveling van budgetten gepaard gaat met 25% efficiencykorting. De decentralisatie krijgt daarom maximale aandacht de komende 4 jaar en wordt door twee wethouders ondersteund. Om deze operatie succesvol te laten verlopen en decentralisatie van een zachte landing te voorzien, wordt 2,5 miljoen euro als egalisatiereserve beschikbaar gesteld. Uitgangspunt bij het verlenen van de gemeentelijke zorgvoorzieningen/taken is dat iedereen een (financiële) bijdrage levert naar draagkracht. Daarmee kunnen we iedereen de zorg geven die nodig is. Uitgangspunt is dat de nieuwe taken per 2018 zonder gemeentelijke aanvulling worden uitgevoerd met het budget dat we vanuit het Rijk taakstellend ontvangen. Voorzieningenniveau: Qua voorzieningen gaan we in beginsel uit van algemene voorzieningen. Indien noodzakelijk wordt er maatwerk geleverd (zo mogelijk een afgeleide van algemene voorzieningen). Voor indicatiestelling en de inkoop van maatwerk maken we afspraken met de Intergemeentelijke Sociale Dienst. We organiseren de toegang tot ondersteuning dicht bij de cliënt. De bestaande lokale loketten worden daarvoor toegerust. Ook wordt onderzocht of het mogelijk is specifieke organisaties zoals Welzijn Senioren Noordwijk te betrekken. Bestaande samenwerkingsverbanden en bijbehorende werkwijzen worden geoptimaliseerd. Sociaal Domein: De vijf Bollengemeenten intensiveren de bestaande samenwerking in de beleidsvorming en de uitvoering van taken in het Sociaal domein. Leidende motieven zijn solidariteit, risicobeheersing en inzetten van het zelfredzame vermogen van de inwoners. In de samenwerking is het gemeenschappelijke en regionale niveau (Bollen5) leidend. In de uitvoering wordt gebruik gemaakt van lokaal maatwerk. Activiteiten die gericht zijn op de behoeften van ouderen zoals preventieprogramma’s voor gezond leven maar ook voor brede doelgroepen interessante en inspirerende dagbestedings- en welzijnsactiviteiten krijgen alle steun. Dergelijke activering ondersteunt bovendien het thuis wonen op hogere leeftijd. Het gebruik van moderne communicatiemiddelen wordt maximaal gestimuleerd om het inzicht, sociale betrokkenheid en cognitieve vermogen van senioren te versterken. Pag. 20
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? De Jeugdhulp wordt voor een belangrijk deel in Holland Rijnland of de subregio Duin- en Bollenstreek (Bollen5 + Katwijk) georganiseerd en ingekocht. In elke gemeente wordt gewerkt met een lokaal Jeugd en gezinsteam. In de samenwerking wordt lokaal jeugdbeleid (preventiekant) ontwikkeld. Daarbij worden de Centra voor Jeugd en Gezin en het (basis)onderwijs actief betrokken. Om onze zorgvisie te garanderen (en de zorg op hoog niveau te brengen en te houden) wordt het Noordwijks zorgcertificaat geïntroduceerd en opgenomen in de gemeentelijke subsidievoorwaarden. Daarnaast worden zorgnetwerk-bijeenkomsten geïntensiveerd. Ook wordt aan nieuwe zorginitiatieven een startsubsidie verleend, voor zover zij voldoen aan de geldende criteria. Noordwijkerhout
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Samen op weg! VVD, CDA en D66 Bestuursvorm: Noordwijkerhout is een bestuurskrachtige gemeente, die efficiënt en effectief gebruik maakt van de mogelijkheden, die intergemeentelijke samenwerking biedt aan de gezamenlijke uitvoering van de gemeentelijke taken. Daarbij houdt de gemeente zelf de regie over haar beleid. Regionale samenwerking: In september 2013 heeft de Noordwijkerhoutse gemeenteraad unaniem voor verregaande samenwerking gekozen. De komende raadsperiode wordt daar substantieel vorm aan gegeven, waarbij prioriteit ligt bij de economische agenda en het sociale domein. De samenwerking is geen doel op zich, maar een middel om strategische en praktische doelen te realiseren. De samenwerking moet ruimte laten voor de diversiteit van de gemeenten. Financiële situatie: De financiële uitgangssituatie voor de komende collegeperiode is goed. Op dit moment is het echter nog niet mogelijk een goede projectie te maken voor de komende jaren. De voorgenomen drie decentralisaties zijn daar met name debet aan. Deze decentralisaties zullen leiden tot een forse uitbreiding van de gemeentelijke begroting, maar ook tot een forse toename van de financiële risico’s. De samenhang van een decentralisatie met een bezuinigingsdoelstelling leidt tot een aanzienlijke financiële uitdaging. Concrete meerjarenramingen zullen we geven, zodra er meer duidelijkheid is van de rijksoverheid. Tijdens de transitieperiode kan een beroep gedaan worden op de daartoe geoormerkte reserves om eventuele tekorten aan te vullen. Doelstelling is dat na afloop van de transitieperiode de decentralisaties budgettair neutraal kunnen worden afgehandeld. Voorzieningenniveau: Voor wat betreft de toegang tot de Wmo nemen we afscheid van de wijze waarop we dat nu hebben georganiseerd, waarbij meerdere organisaties de toegang (keukentafelgesprekken) verzorgden. In de Bollenstreek gaan we met één uniforme werkwijze de toegang verzorgen. Bij de verstrekking van voorzieningen gaan we in beginsel uit van het neerzetten van een algemene voorziening. Een maatwerkvoorziening wordt Pag. 21
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? waar nodig verstrekt. Daar waar het kan, vormen we maatwerkvoorzieningen om tot algemene voorzieningen. De indicatiestelling en de inkoop voor het leveren van maatwerk voorzieningen wordt georganiseerd door of in opdracht van de Intergemeentelijke Sociale Dienst. Sociaal Domein: In de komende raadsperiode staat de gemeente voor de opgave de transitie in het sociale domein concreet vorm te geven. In de aanloop naar deze transitie is al veel voorbereidend werk verricht. De coalitie zal dat ook als startpunt nemen voor de verdere invoering van de nieuwe regelgeving. De op 4 april 2013 door de gemeenteraden van Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen gemaakte strategische afspraken (Valentijnsakkoord) zijn richtinggevend voor de uitwerking van de uit te voeren taken in het sociale domein. Oegstgeest
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Vitaal Oegstgeest: verbinden, versterken en verbeteren. CDA, Leefbaar Oegstgeest en VVD Bestuursvorm: Er wordt vastgehouden aan de eerder opgestelde Toekomstvisie 2020 en bouwt verder op reeds genomen raadsbesluiten. Breed gedragen wens om te komen tot verdere vernieuwing van de bestuurlijke cultuur. Regionale samenwerking: Samenwerking met andere gemeenten is waardevol als het bijdraagt aan effectievere en efficiëntere beleidsontwikkeling en uitvoering. Regionale samenwerking mag niet verworden tot verlegd lokaal bestuur. Financiële situatie: De budgetten worden breder gebruikt en het Rijksbudget is taakstellend. Via de Wmo- en de behoedzaamheidsreserve wordt een ‘zachte landing’ van de taken gerealiseerd. Voor zover het vragen van eigen bijdragen is toegestaan, zal hier –afhankelijk van de financiële gevolgen- terughoudend mee worden omgegaan. Verder wordt er fors gestuurd op schuldvermindering. Tegenvallers worden binnen de begroting opgevangen en bij voorkeur ook binnen het programma waar deze zich voordoen. Sociaal Domein: Goede zorg moet geboden worden met minder geld. Dit kan worden verwezenlijk door de volgende uitgangspunten: In de overgangsfase wordt op basis van het wettelijke recht continuïteit van zorg gegarandeerd. Voor iedereen die daarvoor in aanmerking komt is ondersteuning aanwezig ongeacht inkomen of vermogen. In overleg met o.a. GGD, kindercentra en CJG en ouderenorganisaties wordt het preventiebeleid geïntensiveerd. Daarom wordt ingezet op ondersteuning en verlichting van mantelzorgers.
Pag. 22
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? Teylingen
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Zorgzaam regisseren, dichtbij mensen. VVD, CDA en D66. Bestuursvorm: De gemeente Teylingen streeft er naar dat zij een goede samenwerkingspartner is bij de uitwerking van maatschappelijke initiatieven. In de veranderende samenleving is samenwerking cruciaal; samenwerking is noodzakelijk om tot effectief beleid te komen en het is aan de gemeente om dit proces te regisseren, te faciliteren, te stimuleren. Belangrijk daarbij is dat de gemeente partijen bij elkaar brengt en met elkaar verbindt en, waar mogelijk, ruimte geeft om taken en verantwoordelijkheden over te nemen. Het belang van de Teylingse samenleving, ook op de lange termijn, is daarbij leidend. Regionale samenwerking: Gemeente Teylingen zet in op actieve samenwerking met de andere gemeenten uit de Duin- en Bollenstreek (Bollen5 en Katwijk) onder andere op het gebied van het Sociaal Domein en Ruimtelijke Ordening. Financiële situatie: Het beleid uit de vorige bestuursperiode dat reserves weloverwogen ingezet mogen worden, wordt voortgezet. Wat betreft de budgetten die door het Rijk worden overgedragen bij de decentralisatie van taken geldt als uitgangspunt dat de taken op termijn binnen het beschikbare budget worden uitgevoerd. In de eerste jaren wordt indien nodig gebruik gemaakt van het geld dat door de gemeente in de begroting is opgenomen als stelpost voor de risico’s bij de decentralisaties; zo nodig zal dit fonds worden vergroot. Daartoe zal op na twee jaar worden geëvalueerd. Voorzieningenniveau: Op het gebied van wonen en zorg moeten er nieuwe initiatieven komen voor woon/zorgcombinaties. We werken nauw samen met corporaties en de zorg- en welzijnsinstellingen om tot praktische oplossingen te komen voor nieuwe structuren en werkwijzen in het kader van het Zorgpact. De corporaties brengen aanpassingen aan hun voorraad aan, particulieren worden gestimuleerd tot (preventieve) aanpassing van woningen en alle nieuwbouw moet levensloopbestendig zijn. De gemeente zal in overleg met de woningbouwcorporaties nagaan welke maatregelen kunnen leiden tot de gewenste doorstroming, zoals bouwen van betaalbare, levensloopbestendige woningen voor ouderen. De gemeente is bereid na te denken over de financieringsvraagstukken van de woningbouwverenigingen. Voor wat betreft de toegang tot de Wmo nemen we afscheid van de wijze waarop we dat nu hebben georganiseerd, waarbij meerdere organisaties de toegang (keukentafelgesprekken) verzorgden. In de Bollenstreek gaan we met één uniforme werkwijze de toegang verzorgen. De indicatiestelling en de inkoop voor het leveren van maatwerk voorzieningen wordt georganiseerd door of in opdracht van de ISD. Sociaal Domein: De op 4 april 2013 door de gemeenteraden van Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen gemaakte 36 samenwerkingsafspraken zijn richtinggevend voor de uitwerking van de uit te voeren taken in het Pag. 23
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? sociale domein. De gemeente Teylingen geeft de allerhoogste prioriteit aan een goede invulling van (nieuwe) taken binnen het sociaal domein en goed overleg met de betrokken ketenpartners en cliënten is daarbij een belangrijke voorwaarde voor succes. Eigen kracht en zelfredzaamheid staan voorop: we gaan uit van de eigen kracht en zelfredzaamheid van de inwoner en zijn of haar sociale netwerk. Wij faciliteren dit door te zorgen voor een adequate ondersteuning van de informele zorg en een goed en toegankelijk aanbod aan algemene en collectieve voorzieningen. Wanneer nodig en aanvullend op de informele zorg, wordt ondersteuning door professionals ingezet. Voorschoten
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Vertrouwen in mensen, verbinden van krachten. VVD, Ons Voorschoten en CDA. Bestuursvorm: Wij willen een open en transparante cultuur met een toegankelijk en herkenbaar gemeentebestuur. Beleid en regelgeving moeten begrijpelijk zijn voor onze inwoners. De coalitie wil inwoners meer en beter betrekken bij het maken van plannen en het geven van informatie over de gemaakte plannen. Regionale samenwerking: Voorschoten ligt tussen twee steden (Den Haag en Leiden) met ambitieuze plannen voor de toekomst van de regio. De coalitie wil echter dat de gemeente Voorschoten haar eigen bestuur behoudt en haar eigen agenda bepaalt. Wij mogen nooit een slapende buitenwijk van een grotere gemeente worden. Om onze eigen agenda te kunnen blijven bepalen, willen wij blijven investeren in de samenwerking met onze buren Wassenaar en Leidschendam-Voorburg. Uiteraard blijft de samenwerking met de gemeenten uit het Holland Rijnland-verband gehandhaafd. Financiële situatie: Solide financieel beleid is een speerpunt van deze coalitie. Uitgangspunt is een meerjarig materieel begrotingsevenwicht, waarbij de gemeentelijke lasten niet worden verhoogd en de gemeente niet meer geld uitgeeft dan dat er binnenkomt. De voorgenomen decentralisaties hebben een forse impact op de gemeentelijke organisatie en financiën. Wij gaan voor een financieel solide beleid. We willen lasten voor burgers niet onnodig verhogen. Dit vraagt van ons een creatieve manier van omgaan met menskracht en beschikbare middelen daar in te zetten waar echt nodig. De coalitie wil de nieuwe taken die voortvloeien uit de drie decentralisaties alleen financieren met de budgetten die meekomen met deze nieuwe taken. Er komt geen ‘Voorschotense kop’ op deze budgetten. Voorzieningenniveau: De huisvesting van het Cultureel Centrum loopt tegen de houdbaarheidsgrens aan. Daarom zal gezocht worden naar een verbetering van de huisvesting van het Cultureel Centrum. Het woonbeleid wordt dusdanig ingericht dat zorg door naasten makkelijker ingevuld kan worden. Kinderen moeten de mogelijkheid hebben dichtbij hun ouders te (blijven) wonen. Pag. 24
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? Sociaal Domein: Het uitgangspunt is dat mensen zelf doen wat zij zelf kunnen doen. De aandacht van de vrijwilligers en de zorgaanbieders moet zich vooral richten op de taken die mensen niet zelf kunnen organiseren. Daarbij werken gemeenten en zorgaanbieders in gebiedsgerichte teams samen, zodat problemen sneller gesignaleerd en opgelost worden. Dit bespaart de inwoners zorgen en stress en de gemeente tijd en geld. Dit doen we vanuit de gedachte 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. Wat lokaal kan, doen we lokaal, en regionaal wat moet. Essentieel is dat we professionele hulp inzetten waar nodig. Wij verwelkomen en ondersteunen de inzet van vrijwilligers waar dat mogelijk is en aanvullend op de eigen kracht en professionele ondersteuning is. De coalitie wil de transformatie van het sociale domein vorm geven door het verbinden van professionele en informele ondersteuning. Hiervoor is nodig dat eigen kracht van mensen met een hulpvraag én hun netwerken worden versterkt. De coalitie vindt het belangrijk dat mantelzorgers goed ondersteund worden. Zoeterwoude
Coalitieakkoord 2014 – 2018: Dichtbij en verantwoordelijk. Progressief Zoeterwoude en CDA. Bestuursvorm: De in het coalitieakkoord gemaakte keuzen ondersteunen deze ontwikkelingen, waarbij op veel punten wordt voortgebouwd op beleid dat door de vorige coalities van PZ – CDA in gang is gezet. Dat vraagt van het gemeentebestuur om voortdurend contact te onderhouden met burgers, bedrijven en instellingen. Dat geldt bijvoorbeeld het informeren over genomen besluiten, maar ook het in een vroegtijdig stadium met betrokkenen in gesprek gaan, uitnodigen en faciliteren om gezamenlijk initiatieven op te pakken en te ontwikkelen Regionale samenwerking: Zoeterwoude blijft zelfstandig. Randvoorwaarde daarbij is dat de gemeentelijke taken naar behoren kunnen worden uitgevoerd. Zoeterwoude zet haar constructieve opstelling in de richting van omliggende gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden voort. Door samenwerking in de regio en verhoogde efficiency moet een deel van de bezuiniging worden opgevangen. Financiële situatie: Het wordt naar verwachting een financieel lastige periode. Tegelijkertijd kiezen we voor financieel solide beleid. We willen de lasten voor burgers en bedrijven niet onnodig verhogen. Dat vraagt om op een creatieve manier met de beschikbare middelen om te gaan, om te buigen en beschikbare middelen en menskracht daar in te zetten waar echt nodig. Pijnlijke keuzes zullen soms onvermijdelijk zijn, aangezien de gemeente niet beschikt over extra financiële ruimte. Uitgangspunt is dat er hulp/ondersteuning beschikbaar blijft voor degenen die dat echt nodig hebben. Uitgangspunt blijft verder dat de lasten van de burger niet meer zullen stijgen dan strikt noodzakelijk. Voorzieningenniveau: In de geactualiseerde visie worden de gevolgen van de vergrijzing voor Zoeterwoude meegenomen; daarbij valt Pag. 25
Hoe gaan de gemeenten invulling geven aan de decentralisatie opdracht? te denken aan consequenties voor het winkelbestand en voorzieningen. Tot het moment dat de Woonvisie geactualiseerd is, blijft huisvesting voor jongeren/starters en senioren (doorstroming) prioriteit krijgen. Er wordt ingespeeld op de veranderende positie van senioren in de samenleving. Hierbij kan gedacht worden aan woonservicezones en aan groepswonen/gemeenschapsruimtes. Het principe van levensloopbestendig bouwen is leidend. Sociaal Domein: Zodra er door het Rijk meer duidelijkheid wordt geboden, komt het college met meer uitgewerkte voorstellen rondom de thema’s Welzijn, Zorg en Gezondheid. De coalitie hecht grote waarde aan de instellingen en verenigingen en de talrijke vrijwilligers die een bijdrage leveren aan de hechte sociale gemeenschappen in Dorp en Rijndijk. In het subsidieprogramma komt deze waardering tot uiting. Waar mogelijk houden we dit in stand. Wel zullen we de subsidies tegen het licht houden en de verenigingen de gelegenheid geven hun wensen te uiten.
Pag. 26