NOVEMBER 2009 SPECIAL JAARGANG 11
GEMEENTEBULLETIN Informatie over risicomanagement voor gemeenten
Special aansprakelijkheid Hoe kunt u de gemeente aansprakelijk stellen? Veel internetsites van gemeenten beschrijven wanneer en hoe u de betreffende gemeente aansprakelijk kunt stellen. In sommige gevallen worden zelfs tips gegeven wat uw brief met de aansprakelijkstelling dient te bevatten. Twee conclusies zijn hieruit te trekken. Het aansprakelijk stellen van de gemeente is een alledaags proces. En de gemeente dient ook dit proces open en transparant te doorlopen. Daarmee onderscheidt de gemeente zich van andere sectoren, waar aansprakelijkstellingen iets is wat verborgen gehouden wordt en al zeker niet op de internetsite worden geplaatst.
Dit voorbeeld laat zien dat de aansprakelijkheid van de gemeente een andere aanpak vraagt. Niet alleen aan de kant van de schadebehandeling, maar ook bij de financiering van het aansprakelijkheidsrisico is dat het geval. Dat de aansprakelijkheid van de gemeente niet zwart/wit is leest u in deze special van het Gemeentebulletin dat deze keer volledig gewijd is aan dit onderwerp. Naast onderwerpen over de aansprakelijkheid van gemeenten door advocatenkantoor Kennedy Van der Laan gaan we in op het aanbesteden van de aansprakelijkheidsverzekering. Over dit onderwerp hebben wij het afgelopen jaar met veel gemeenten in een aantal workshops, onder begeleiding van Loyens & Loeff, gediscussieerd. Ook presenteert Delta Lloyd zich in dit bulletin als verzekeraar voor gemeenten. Ik wens u veel leesplezier met de Special aansprakelijkheid van het Gemeentebulletin.
INHOUD:
SPECIAL AANSPRAKELIJKHEID
EEN AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING AANBESTEDEN DOE JE ZO
SUCCESVOL AANBESTEDEN MÉT ZUIVERE SPELREGELS
‘OPENBAAR AANBESTEDEN IS EEN LEERPROCES, OOK VOOR ONSZELF’
KRACHTENBUNDELING VOOR EEN ‘MOEILIJK’ RISICO
AANSPRAKELIJKHEID VOOR ONJUISTE INLICHTINGEN VERHAAL VAN SCHADE BIJ BOUWPROJECTEN
GEMEENTEBULLETIN
|
INFORMATIE OVER RISICOMANAGEMENT VOOR GEMEENTEN
Een aansprakelijkheidsverzekering aanbesteden doe je zo door Mascha Semmekrot (advocaat bij Loyens & Loeff N.V.)* Gemeenten zijn verplicht een aansprakelijkheidsverzekering Europees aan te besteden, wanneer de geraamde waarde van de aansprakelijkheidsverzekering de toepasselijke drempelwaarde van EUR 206.000,- overschrijdt. De waarde van de aansprakelijkheidsverzekering bestaat in principe uit de hoogte van de premie die een gemeente voor de aansprakelijkheidsverzekering moet betalen. Wanneer de gemeente ook aanvullende diensten ‘mee’ aanbesteedt, bijvoorbeeld de schadeafhandeling, dan moet de waarde van deze diensten worden opgeteld bij het premievolume.
WORKSHOPS AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERINGEN Het aanbesteden van een aansprakelijkheidsverzekering wordt door veel gemeenten als ‘lastig’ ervaren. Op 25, 27, 28 en 29 mei 2009 heb ik in samenwerking met Aon een viertal workshops gegeven aan gemeenten om hen handvatten te bieden hoe zij een aansprakelijkheidsverzekering moeten aanbesteden. Tijdens deze workshops werd duidelijk dat veel gemeenten denken dat zij een aansprakelijkheidsverzekering mogen aanbesteden met gebruikmaking van de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking. Dat deze gedachte leeft bij gemeenten kwam overigens niet als een verrassing. Ik had dit al eerder geconstateerd na raadpleging van www.aanbestedingskalender.nl waar diverse onderhandelingsprocedures zijn aangekondigd. Is het gemeenten ook daadwerkelijk toegestaan om een aansprakelijkheidsverzekering aan te besteden door middel van de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking? Voor aansprakelijkheidsverzekeringen zijn CPV-code 66516000-0 (Aansprakelijkheidsverzekering) en CPV-code 66516400-4 (Algemene aansprakelijkheidsverzekeringen) relevant. Dit betekent dat een aansprakelijkheidsverzekering behoort tot de onder categorie 6 van bijlage 2 A genoemde diensten (diensten van financiële instellingen). Het karakter van een aansprakelijkheidsverzekering is daarmee een overheidsopdracht voor A-diensten, waarop het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) in zijn geheel van toepassing is (artikel 20 Bao). Dit betekent dat het aangaan van aansprakelijkheidsverzekeringen Europees moeten worden aanbesteed. Volgens de hoofdregel van artikel 28 Bao, moet een gemeente bij het gunnen van overheidsopdrachten gebruik maken van de openbare of de niet-openbare aanbestedingsprocedure en mag zij slechts in uitzonderingsgevallen – die overigens op grond van jurisprudentie van het Hof van Justitie strikt moeten worden uitgelegd – een van de andere aanbestedingsprocedures, bijvoorbeeld de onderhandelingsprocedure met of zonder voorafgaande bekendmaking, hanteren. Waar gemeenten de fout in gaan – althans waar ik denk dat gemeenten de fout in gaan – is dat in artikel 30 Bao, waarin de uitzonderingsgronden staan genoemd wanneer een aanbestedende dienst de onder-
2
NOVEMBER
|
SPECIAL
JAARGANG 11
handelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking mag hanteren, wordt verwezen naar categorie 6 van bijlage 2 A Bao. In artikel 30 lid 1 sub c Bao staat dat gebruik mag worden gemaakt van de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking: ‘wanneer, in het geval van overheidsopdrachten voor diensten als bedoeld in categorie 6 van bijlage 2, onderdeel A, (…) vanwege de aard van de te verlenen diensten de specificaties voor de overheidsopdracht niet voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld om de opdracht overeenkomstig de voorschriften inzake de openbare procedure of de niet-openbare procedure door de keuze van de beste inschrijving te gunnen.’ Zoals zojuist geconstateerd moet een aansprakelijkheidsverzekering worden aangemerkt als een ‘overheidsopdracht voor diensten als bedoeld in categorie 6 van bijlage 2, onderdeel A’. Dit geeft gemeenten echter geen vrijbrief om voor de aanbesteding van deze verzekering gebruik te maken van de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking. Dit is gemeenten slechts toegestaan indien de ‘specificaties’ van de aansprakelijkheidsverzekering ‘niet voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld’. Wanneer de specificaties van de aansprakelijkheidsverzekering ‘niet voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld’ is niet volledig duidelijk. De (Europese) wetgever heeft nagelaten dit begrip te verduidelijken. Ook het Hof van Justitie en de nationale rechter zijn (nog) niet in de gelegenheid geweest om te oordelen wat onder ’niet voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld’ moet worden verstaan. Dit betekent dat gemeenten zelf moeten beoordelen of de specificaties van de aansprakelijkheidsverzekering ‘voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld’. Tijdens de workshops was een veel gehoorde klacht van gemeenten dat zij niet goed weten welke risico’s zij tegen welke bedragen wensen te verzekeren. Is dit nu een gegronde reden om gebruik te maken van de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking? Ik denk van niet. Gemeenten kunnen voorafgaand aan de aanbestedingsprocedure informatie inwinnen over aansprakelijkheidsverzekeringen en aan de hand hiervan de specificaties van de aansprakelijkheidsverzekering vaststellen. Ook instrumenten als de zogenaamde Toga-scan van Aon, waarbij Aon alle aansprakelijkheidsrisico’s van gemeenten in kaart brengt en naar aanleiding waarvan Aon een rapport opstelt, kunnen gemeenten helpen de specificaties van de aansprakelijkheidsverzekering (voldoende nauwkeurig) vast te stellen. Naar aanleiding van deze scan zijn gemeenten immers precies op de hoogte welke aansprakelijkheidsrisico’s zij lopen en weten zij dus precies welke risico’s zij dienen te verzekeren, tot welke hoogte en onder welke voorwaarden zij deze risico’s moeten verzekeren. Bovendien ben ik zelf ook betrokken geweest bij een aantal aanbestedingsprocedures van aansprakelijkheidsverzekeringen door gemeenten. Bij deze aanbestedingsprocedures hadden de betreffende gemeenten in het aanbestedingsdocument exact uiteengezet welke risico’s zij wensten te verzekeren tegen welk bedrag. Ook de voorwaarden van de verzekering waren nauwkeurig uiteengezet in het aanbestedingsdocument. Dit betekent dat in zijn algemeenheid de specificaties van de aansprakelijkheidsverzekering voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld, zodat gemeenten deze aansprakelijkheidsverzekering niet met gebruikmaking van de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking mogen aanbesteden. Gemeenten dienen hiervoor de openbare of de niet-openbare aanbestedingsprocedure te hanteren. Met nadruk merk ik op dat deze conclusie slechts geldt voor de aanbesteding van aansprakelijkheidsverzekeringen. Voor iedere afzonderlijke verzekering moet worden bepaald of de specificaties van deze
3
GEMEENTEBULLETIN
|
INFORMATIE OVER RISICOMANAGEMENT VOOR GEMEENTEN
verzekering voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld. Voor verzekeringen waarbij meerdere verzekeraars één risico dragen (co-assurantie) kan de conclusie bijvoorbeeld een geheel andere zijn. Aangezien er momenteel slechts een beperkt aantal verzekeraars is die aansprakelijkheidsverzekeringen aanbieden voor overheidsinstellingen – te weten Centraal Beheer Achmea, Onderlinge Verzekeringen Overheid (OVO) en als nieuwkomer Delta Lloyd – is het gemeenten aan te raden de openbare procedure te volgen. De niet-openbare procedure – hetgeen overigens een misleidende naam is aangezien ook deze procedure aanvangt met een aankondiging – is een procedure waarin in de eerste fase het aantal verzekeringsmaatschappijen dat een inschrijving mag indienen wordt beperkt. Aangezien zich maar drie verzekeraars begeven op de markt van aansprakelijkheidsverzekeringen is niet aan te raden de niet-openbare procedure te hanteren. Een andere vraag die mij een aantal malen is gesteld is welke risico’s een gemeente loopt indien zij toch de aansprakelijkheidsverzekering aanbesteedt door middel van de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking. Indien een gemeente toch de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking hanteert, dan loopt deze gemeente onder meer het risico dat een kort geding aanhangig wordt gemaakt, waarin door de rechter wordt geoordeeld dat de gemeente de aansprakelijkheidsverzekering opnieuw moet aanbesteden door middel van de openbare of de niet-openbare procedure. De kans dat een kort geding aanhangig wordt gemaakt mag door gemeenten niet worden onderschat. Voorts viel mij gedurende de workshops op dat bijna geen enkele gemeente op de hoogte is van de jurisprudentie die het Hof van Justitie de afgelopen jaren heeft gewezen omtrent het aanbesteden van opdrachten die de toepasselijke drempelwaarde niet overschrijden. Voor een aansprakelijkheidsverzekering waarvan de geraamde waarde de toepasselijke drempelwaarde van EUR 206.000,- niet overschrijdt, is het Bao weliswaar niet van toepassing en bestaat dus geen Europese aanbestedingsplicht. Wat wél van toepassing is, is het EG-verdrag. Gemeenten moeten aansprakelijkheidsverzekeringen op een passende wijze openbaar maken wanneer de aansprakelijkheidsverzekering een grensoverschrijdend belang heeft. Hiervan is in het geval van een aansprakelijkheidsverzekering sprake indien de verzekeringsmaatschappijen in andere lidstaten geïnteresseerd zouden kunnen zijn in het afsluiten van een dergelijke verzekering voor deze gemeente. De waarde van de aansprakelijkheidsverzekering en de plaats waar de gemeente is gesitueerd (dicht bij bijvoorbeeld de Duitse grens of juist ver daarvan af?) zijn voor de bepaling van het grensoverschrijdend belang relevant. Gedurende de workshops heb ik begrepen dat op de Nederlandse markt voor aansprakelijkheidsverzekeringen twee verzekeraars zeer actief zijn, Centraal Beheer Achmea en OVO. Ik heb mij laten vertellen dat het wel eens is voorgekomen dat een verzekeringsmaatschappij uit India heeft ingeschreven op de opdracht. Dit betekent dat het zeer wel mogelijk is dat een aansprakelijkheidsverzekering een grensoverschrijdend belang vertoont en dat deze derhalve op een passende wijze openbaar moet worden gemaakt.
CONSEQUENTIE VOOR GEMEENTEN Wat is de consequentie hiervan voor gemeenten? Gemeenten moeten voor iedere aansprakelijkheidsverzekering die zij wensen aan te besteden en waarvan de geraamde waarde de drempelwaarde van EUR 206.000,- niet overschrijdt, een aankondiging plaatsen in een medium waarvan zij denken dat hiermee het publiek, dat geïnteresseerd zou kunnen zijn in de opdracht, wordt bereikt. Dit kan
4
NOVEMBER
|
SPECIAL
JAARGANG 11
bijvoorbeeld een publicatie op de eigen website zijn, maar kan ook zover gaan dat een aankondiging moet worden geplaatst in het publicatieblad van de EU. Indien zich naar aanleiding van deze publicatie geen of slechts één geïnteresseerde verzekeringsmaatschappij meldt, dan mag de gemeente de aansprakelijkheidsverzekering gunnen aan deze verzekeringsmaatschappij. Melden zich echter meerdere geïnteresseerde verzekeringsmaatschappijen, dan dient de gemeente de beginselen van gelijke behandeling en transparantie in acht te nemen. Dit komt in feite neer op het houden van een ‘soort’ aanbestedingsprocedure. Voor eventuele vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Mascha Semmekrot van Loyens & Loeff. Tel.
: 020 578 51 32
E-mail
:
[email protected]
*sinds twee jaar actief is in dit marktsegment.
Succesvol aanbesteden mét zuivere spelregels Aon begeleidt Roosendaal en Bergen op Zoom in aanbesteding van aansprakelijkheid. Een interview met Frank de Haan en Kees Withagen.
Verzekeren van aansprakelijkheid is voor gemeenten geen kinderspel. Premies en risico’s zijn hoog en de markt is complex. En wat te doen als daar ook nog eens de verplichting tot Europees aanbesteden bij komt? De gemeenten Roosendaal en Bergen op Zoom kozen elk voor begeleiding door Aon om hun aanbesteding tot een goed einde te brengen. “Bij een claim vraagt niemand wat die verzekering kost, maar of de dekking in orde is. De marktkennis van Aon geeft die zekerheid.” Frank de Haan, inkoopadviseur bij de gemeente Roosendaal, kijkt ruim een jaar na de start van de aanbesteding terug op het traject dat Aon begeleidde. Dat doet hij samen met Kees Withagen, in het naburige Bergen op Zoom verantwoordelijk voor het gemeentelijke risicomanagement. Beiden maakten ze het aanbestedingsproces van dichtbij mee. “Met Aon hebben we al enkele jaren een dienstverleningsovereenkomst. Daar valt ook aanbesteden onder”, vertelt De Haan. “Als onze vaste, onafhankelijke verzekeringsmakelaar lag de tussenkomst van Aon voor de hand”, zegt ook Withagen. Het bleek het begin van een traject waarin voor zowel Aon als de deelnemende gemeenten het nodige te leren viel.
AFGEREKEND OP KWALITEIT In september 2008 ging voor de twee Brabantse gemeenten de aanbesteding voor de nieuwe aansprakelijkheidsverzekering van start. Een duidelijke overeenkomst was dat de afdelingen inkoop en verzekeringen hierbij van meet af aan gezamenlijk optrokken. Withagen: “Het is belangrijk om vakinhoudelijke expertise en inkoopervaring te bundelen. Samen met Aon hebben we een pakket van eisen en wensen
5
GEMEENTEBULLETIN
|
INFORMATIE OVER RISICOMANAGEMENT VOOR GEMEENTEN
opgesteld; welke dekking willen we en waarvoor, hoeveel eigen risico?” In Roosendaal werd dezelfde weg bewandeld. “Aon voorzag onze ideeën vervolgens van de juiste wegingsfactoren. Boven aan mijn verlanglijstje stond zekerheid, want na afloop van de aanbesteding moet ik het resultaat kunnen verantwoorden. Bij een claim vraagt niemand naar de prijs. Ik word afgerekend op de kwaliteit van de dekking”, weet De Haan.
TE LICHT, TE ZWAAR De Haan benadrukt dat het toekennen van wegingsfactoren cruciaal is. “Ze vormen later in het proces het houvast om de offertes van marktpartijen onafhankelijk te kunnen beoordelen. Let wel: aanbesteden is geen kwestie van kiezen, maar van gunnen op basis van de economisch meest voordelige inschrijving.” De specifieke marktkennis van Aon beschouwt de inkoper daarbij als onmisbaar. “Als ik dit zelf zou aanbesteden loop ik naar twee kanten toe een risico: een te licht of een te zwaar bestek. In het eerste geval krijg ik prachtige aanbiedingen, maar heb ik een eindproduct dat niet voldoet. En bij een te zwaar bestek weigert de markt mee te doen en kan ik opnieuw beginnen.” Het feit dat de drie beschikbare marktpartijen allemaal inschreven op zowel Roosendaal als Bergen op Zoom was vanuit dat oogpunt op zich al winst, zo menen de betrokkenen.
ZUIVER SPELEN Maar voor de gemeenten stond er meer op het spel dan alleen de selectie van een goede aansprakelijkheidsverzekering. “Want”, zegt Withagen, “niemand heeft zin om een claim te krijgen vanwege fouten in de procedure.” De begeleiding van Aon moest daarom tevens de garantie bieden dat juridisch gezien alles zuiver was. Withagen: “Zodra je boven de drempelwaarde komt, is openbare aanbesteding een verplichting. Daardoor ben je gebonden aan strikte regels. Loopt het traject eenmaal dan mag je bijvoorbeeld geen eisen meer wijzigen of voorwaarden toevoegen.” De Haan bevestigt dat: “Iets als stilzwijgend verlengen is not done. En de tijd dat we met de leverancier aan tafel tot een mooie deal kwamen is echt voorbij. Wij willen als gemeente een makelaar die werkt volgens onze spelregels op het gebied van rechtmatigheid. Het moét transparant.”
HELLEND VLAK Onderhandelen is er dus niet meer bij. “Terecht”, vindt inkoopadviseur De Haan uit Roosendaal: “Je komt snel op het hellend vlak. Kijk bijvoorbeeld naar de aanschaf van een nieuwe brandweerwagen. Van de ene leverancier krijg ik er navigatie bij, van de ander een zwaailicht. Daar kan ik niks mee. Ik wil een brandweerwagen met een brandweerwagen kunnen vergelijken. Bij een verzekering is dat niet anders. Uiteindelijk gaat het erom wat er aan het eind van de rit uit die gesloten enveloppe tevoorschijn komt. Het is een hele stap van handjeklap naar professioneel aanbesteden”, vat De Haan samen. “Die stap moesten we zelf zetten en daarbij verwachtten we hulp van een partij als Aon. Ik heb daar in het verleden best wel eens pittige discussies over gevoerd. Maar uiteindelijk zijn ze er bij Aon goed in geslaagd.”
6
NOVEMBER
|
SPECIAL
JAARGANG 11
OP TIJD BIJSTUREN Dat het ook voor Aon een leerproces was, bleek gaandeweg de aanbesteding. Withagen: “Aanvankelijk was gekozen voor de zogenaamde onderhandelingsprocedure. Dat is een legitieme vorm van Europees aanbesteden, maar mag alleen onder strikte voorwaarden.” Aon moest uiteindelijk zelf op dat besluit terugkomen. Met als gevolg dat de aanbesteding werd afgebroken om alsnog een openbare procedure op te starten. “Geen probleem”, zegt Withagen daar nu over. “Er is open en duidelijk over gecommuniceerd. Aon liet zich adviseren door een gerenommeerd advocatenkantoor en heeft tijdig bijgestuurd.” Ook De Haan vindt dat er snel en alert is gereageerd. “De keuze voor een openbare aanbesteding sluit bovendien beter aan bij onze eis van rechtmatigheid.”
POSITIEF RESULTAAT Niet alleen over de aanbesteding zelf, ook over het resultaat zijn de gemeenten te spreken. “We hebben in Bergen op Zoom het product gekregen dat we wilden, tegen een prima prijs-kwaliteitverhouding”, vindt Withagen. Of hij een tip heeft voor gemeenten die ook gaan aanbesteden? Withagen: “Bedroeg het eigen risico dertig jaar geleden 250 gulden per schadegeval, nu is dat EUR 10.000,-. Daar hebben we zelf voor gekozen want je kunt de premie voor aansprakelijkheid op die manier beïnvloeden. Kleine schadegevallen of claims handelen we zelf af. Zo bespaar je niet alleen, bijkomend voordeel is dat binnen de organisatie het bewustzijn toeneemt dat preventie en aandacht voor risicomanagement belangrijk zijn.” De Haan verwijst zijn collega-gemeenten graag door naar Aon. “Ze werken onafhankelijk en hebben me veel werk uit handen genomen. Het aanbestedingstraject staat nu klaar voor elke andere gemeente die zich meldt. Transparantie en kwaliteit is waar ik Aon voor inhuurde. Op beide punten ben ik blij met de uitkomst.”
‘Openbaar aanbesteden is een leerproces, ook voor onszelf’ door Pieter Dijkstra “Aansprakelijkheid binnen de publieke sector wordt in de verzekeringsmarkt beschouwd als een ‘moeilijk’ risico”, vertelt Pieter Dijkstra, verantwoordelijk voor Publieke Sector bij Aon. Jarenlang konden gemeenten dan ook alleen terecht bij Centraal Beheer en de OVO (Onderlinge Verzekeringen Overheid). Aon zag mogelijkheden om de nogal gesloten markt voor aansprakelijkheid nieuw leven in te blazen. Dijkstra: “Dat hebben we gedaan door Delta Lloyd en AIG te interesseren om erin te stappen.” Er was echter nog een oorzaak voor het gesloten karakter van de markt. “Veel gemeenten worstelden met de verplichting om hun aansprakelijkheidsverzekering openbaar aan te besteden. Er was koudwatervrees. Niet zo gek, want het is voor hen geen dagelijkse kost om een dergelijk complex verzekeringsproduct aan te besteden”, legt hij uit. Dat was voor Aon reden om het totale aanbestedingstraject als dienst aan te gaan bieden. “Het is een leerproces geweest, voor de gemeenten en ook voor ons”, aldus Dijkstra. “Maar met een goed resultaat. Gemeenten hebben weer wat te kiezen. Dat is goed voor de marktwerking en dus voor de prijsstelling.” * Pieter Dijkstra is binnen Aon verantwoordelijk voor de Klantgroep Publieke Sector & Vastgoed
7
GEMEENTEBULLETIN
|
INFORMATIE OVER RISICOMANAGEMENT VOOR GEMEENTEN
Delta Lloyd en Aon:
Krachtenbundeling voor een ‘moeilijk’ risico Dankzij een partnership tussen Aon en Delta Lloyd is de markt van aansprakelijkheid voor gemeenten verrijkt met een nieuwe aanbieder. Dat beide partijen een duidelijke kennisstrategie voeren, blijkt geen toeval. “De omvang en complexiteit van de overheidsmarkt vraagt om specifieke deskundigheid”, meent Richard Oets van Delta Lloyd.
“Risico-inventarisatie vormt de basis van elk goed verzekeringsproduct”, weet Richard Oets. Dat geldt zeker ook voor publieke aansprakelijkheid. Wat is het claimgedrag, hoe zit het met de schadegeschiedenis, wat doet de organisatie aan risicomanagement? “Aan de hand van dat soort vragen stellen we het risicoprofiel samen dat nodig is om premie en voorwaarden optimaal vast te stellen”, legt Oets uit. Dat is niet alleen in het belang van de verzekeraar als risicodragende partij. Maar ook voor de gemeente als eindklant, die nu eenmaal niet te veel wil betalen.
MARKTKENNIS Oets noemt het overheidssegment een markt met zeer gevarieerde risico’s die omvangrijk en complex van aard kunnen zijn. “Die combinatie maakt het voor ons interessant om verder te investeren in kennis en capaciteit, ook als het gaat om aansprakelijkheid”, aldus de verzekeringsexpert. Dit segment sluit aan bij Delta Lloyd’s strategie om als kennisverzekeraar in de Nederlandse markt te opereren. “Delta Lloyd is met meer producten en branches vertegenwoordigd in het overheidsegment, de ambitie is om op kortere termijn een verdere rendabele groei te bereiken.”
SAMENWERKING “Waarom wij samenwerken met Aon? Delta Lloyd zoekt graag een professionele partner als de complexiteit van een product hierom vraagt. Aon heeft met de Totaal Oplossing Gemeentelijke Aansprakelijkheden (TOGA) aangetoond de benodigde kennis en ervaring in huis te hebben in dit specifieke segment. Met de TOGA Scan brengt Aon de aansprakelijkheidsrisico’s in kaart en zoekt uit wat het beste eigen risiconiveau voor de gemeente is. Kortom, we vullen elkaar aan en bieden daardoor toegevoegde waarde voor de klant.”
CONTINUÏTEIT Optreden als risicodrager voor de aansprakelijkheid van gemeenten past bij de marktpositie van Delta Lloyd, meent Oets. Delta Lloyd is immers een verzekeraar die in de breedte van de markt verzekert; vanaf MKB gerelateerde risico’s tot en met de groot zakelijke markt. “Ons oogmerk is om daarin dan ook continuïteit te bieden”. Maar ook hier geldt weer het belang van een betrouwbaar risicoprofiel. Als het individuele claimgedrag van een bepaalde gemeente structureel verslechtert, bijvoorbeeld in het schadepatroon, kan dat leiden tot aanpassingen. Dat is altijd een kwestie van gezamenlijk zoeken naar verbetering.”
8
NOVEMBER
|
SPECIAL
JAARGANG 11
VERTROUWEN Met de solvabiliteitspositie van Delta Lloyd zit het goed. De solvabiliteitsratio is 260% en daarmee ruim boven het wettelijk minimum aldus Richard Oets. “Solvabiliteit is voor alle bedrijven een zeer belangrijk onderwerp en al helemaal voor financiële instellingen”, zegt Oets. “Een klant moet erop kunnen vertrouwen dat Delta Lloyd de schade, hoe groot die ook is, kan betalen. Dat hebben de ontwikkelingen in de financiële markten de afgelopen maanden genoegzaam aangetoond. Overigens is Delta Lloyd één van de weinige -grote- verzekeraars die in de afgelopen maanden geen steun van de overheid heeft hoeven vragen om voortbestaan te garanderen. Daar mogen onze medewerkers terecht trots op zijn.”
Aansprakelijkheid voor onjuiste inlichtingen door Jan van der Grinten* Laat ik deze bijdrage eens beginnen met het formuleren van een hoofdregel: als de overheid de burger verkeerde inlichtingen geeft waardoor die burger schade lijdt, dan is de overheid daarvoor in beginsel aansprakelijk.
Deze hoofdregel is terug te voeren op artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek. Volgens dat artikel zijn gedragingen in strijd met wat wel wordt genoemd de maatschappelijke zorgvuldigheid onrechtmatig en verplichten zij de dader tot vergoeding van de schade die een ander daardoor lijdt. Als de overheid verkeerde inlichtingen geeft, handelt zij in het algemeen in strijd met de zorgvuldigheid die je van de overheid mag verwachten. Natuurlijk zijn er op deze hoofdregel vele uitzonderingen denkbaar. Om te beginnen rijst de vraag of het geven van de verkeerde inlichting wel als gedraging van het overheidsorgaan is te beschouwen. Daarvoor is volgens de civiele rechter niet perse nodig dat de inlichting door het bevoegde orgaan binnen de overheid is gegeven, maar wel dat zij in het maatschappelijk verkeer heeft te gelden als mededeling van het overheidsorgaan (HR 6 april 1979, NJ 1980, 4, Knabbel en Babbel). Als bijvoorbeeld de ambtenaar bij burgerzaken zich laat ontvallen dat voor de bouw van een serre die 5 meter de achtertuin insteekt, geen bouwvergunning nodig is, zal die inlichting niet snel gelden als een aan de gemeente toe te rekenen gedraging. Bovendien kan een burger die al te gemakkelijk vertrouwt op van de overheid verkregen inlichtingen, eigen schuld worden tegengeworpen als hij daardoor schade lijdt.
NA ONJUISTE INLICHTING VOLGT EEN BESCHIKKING: STAAT/BOLSIUS Nu komt het regelmatig voor dat de overheid inlichtingen verstrekt aan een burger die in verband staan met een daarna te nemen besluit. Denk bijvoorbeeld aan informatie over de mogelijkheid om voor een bepaalde activiteit subsidie te krijgen voorafgaand aan een subsidiebesluit, inlichtingen over de maximale afmeting van een oliebollenkraam voorafgaand aan de verlening van een staanplaatsvergunning, de voorwaarden waaronder het kappen van bomen zal worden toegestaan voorafgaand aan de kapvergunningverlening et cetera. In de jaren 90 heeft de Hoge Raad in een aantal arresten uitgemaakt dat de overheid aansprakelijk kon worden gesteld voor het geven van onjuiste of onvolledige inlichtingen los van de daarop volgende beschikking. Ik wijs bijvoorbeeld op het arrest Staat/Bolsius (HR 3 februari
9
GEMEENTEBULLETIN
|
INFORMATIE OVER RISICOMANAGEMENT VOOR GEMEENTEN
1990, NJ 1993, 635). Ambtenaren van het Gewestelijk Arbeidsbureau van de gemeente Oosterhout hadden tegen Bolsius gezegd dat hij recht zou hebben op een verhuiskostenvergoeding als hij een nieuwe baan zou aanvaarden in Haaksbergen. Nadat Bolsius voor die baan was verhuisd, wees het Gewestelijk Arbeidsbureau van Enschede zijn verzoek om een verhuiskostenvergoeding echter af. Bolsius kon tegen die beschikking opkomen bij de bestuursrechter maar deed dat niet. In plaats daarvan stelde hij de staat aansprakelijk uit onrechtmatige daad wegens het verschaffen van onjuiste inlichtingen over zijn recht op een verhuiskostenvergoeding. De staat beriep zich op de formele rechtskracht van de beschikking waarbij de verhuiskostenvergoeding was geweigerd. Die was onaantastbaar geworden en zou volgens de staat ook naar totstandkoming en inhoud voor rechtmatig moeten worden gehouden. De Hoge Raad oordeelde echter dat de onjuiste inlichtingen die aan Bolsius waren verstrekt, los van de latere beschikking onrechtmatig waren zodat de formele rechtskracht van die beschikking niet in de weg stond aan aansprakelijkheid.
DE LIJN VOLGENS HET ARREST KUIJPERS/VALKENSWAARD Sinds 2005 is duidelijk dat de lijn die de Hoge Raad in het arrest Staat/Bolsius volgde, niet betekent dat onjuiste inlichtingen voorafgaand aan een besluit altijd los van dat besluit tot aansprakelijkheid leiden. Dit bleek uit het arrest in de zaak Kuijpers/Valkenswaard (HR 9 september 2005, NJ 2006, 93 m.nt. Mok). Daarin oordeelde de Hoge Raad dat inlichtingen die zozeer samenhangen met het beoogde besluit, dat zij ten opzichte daarvan een onzelfstandig karakter dragen, hoezeer ook onjuist, in beginsel worden ‘gedekt’ door de formele rechtskracht van dat besluit. Concreet ging het er in de zaak Kuijpers/Valkenswaard om dat de gemeente tegen varkensboer Kuijpers had gezegd dat hij zijn bedrijf mocht uitbreiden als hij eerst ammoniakrechten zou kopen. Aankoop van ammoniakrechten komt erop neer, dat de ene varkenshouder inkrimpt tegen betaling door een andere varkenshouder die daarmee het recht verwerft uit te breiden. Een en ander wordt in de milieuvergunning van de betrokken bedrijven geformaliseerd. Nadat de uitbreidingsvergunning van Kuijpers onherroepelijk was geworden, kwam hij er door een uitspraak van de Raad van State in een andere zaak achter dat de voorwaarde tot aankoop van ammoniakrechten niet aan hem had mogen worden opgelegd. Hij stelde de gemeente aansprakelijk voor de schade die hij, door de achteraf onnodig gebleken aankoop van de ammoniakrechten, had geleden. Die vordering strandde echter op de formele rechtskracht van de milieuvergunning. De Hoge Raad oordeelde dat de gestelde voorwaarde zo zeer samenhing met dat besluit, dat Kuijpers daaraan geen zelfstandige aanspraak uit onrechtmatige daad ontleende. Kuijpers had met andere woorden de aanvaardbaarheid van de voorwaarde maar aan de bestuursrechter moeten voorleggen. Deze lijn is in de afgelopen jaren in diverse arresten van de Hoge Raad bevestigd. Daarmee is een belangrijke drempel opgeworpen voor aansprakelijkheid van de overheid voor onjuiste inlichtingen die in verband staan met een besluit. Voor een uitvoerige uiteenzetting daarover verwijs ik naar mijn artikel ‘Het samenhangcriterium van Kuijpers/Valkenswaard’ in Overheid & Aansprakelijkheid, december 2008, nr. 5. De nieuwe lijn in de jurisprudentie kan denk ik zo worden samengevat dat onjuiste inlichtingen en niet nagekomen toezeggingen die betrekking hebben op een nog te nemen besluit en waarover bij de bestuursrechter kan worden geklaagd, na het onherroepelijk worden van het besluit waarmee zij in verband staan voor rechtmatig moeten worden gehouden. Dit volgt uit de formele rechtskracht die het besluit dan heeft. Een voorwaarde aan een beschikking die in strijd is met het recht, kan dus alleen bij de bestuursrechter aan de orde komen. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld een niet nagekomen toezegging dat een bepaald besluit zal worden genomen.
10
NOVEMBER
|
SPECIAL
JAARGANG 11
VERTROUWENSBEGINSEL De jurisprudentie van de bestuursrechter laat bovendien zien dat de burger niet gemakkelijk op de totstandkoming van een bepaald besluit mag vertrouwen. Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is nodig dat er aan het bestuursorgaan toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend (zie bijvoorbeeld Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 2 september 2009, 200808366/1/H1).
SLOT De Hoge Raad volgt consequent de lijn van het arrest Kuijpers/Valkenswaard. De mogelijkheid los van een besluit tegen een daaraan voorafgaande onjuiste inlichting op te komen, is daarmee ingeperkt. Het voorgaande sluit niet uit dat er nog steeds gevallen mogelijk zijn waarin de lijn van het Staat/Bolsius arrest gevolgd kan worden. Als de overheid op zichzelf staande, onjuiste inlichtingen geeft waarop iemand in gerechtvaardigd vertrouwen voortbouwt, kan dat dus ook los van een eventueel later genomen besluit tot aansprakelijkheid leiden. Naarmate de samenhang tussen inlichting en besluit groter is, is de kans echter kleiner dat een schadevordering bij de civiele rechter kans van slagen heeft nadat het besluit onherroepelijk is geworden en daardoor formele rechtskracht heeft gekregen. *Jan van der Grinten is partner bij Kennedy Van der Laan te Amsterdam. Hij is tevens docent overheidsaansprakelijkheidsrecht aan de Universiteit Leiden.
Verhaal van schade bij bouwprojecten door Carmen te Ronde * In diverse gemeenten zijn omvangrijke bouwprojecten in uitvoering. Als gevolg van tekortkomingen in de uitvoering van deze bouwprojecten kunnen gemeenten tijdens de bouw, maar ook na de oplevering, geconfronteerd worden met schade. Voorbeelden zijn de ingestorte balkons in Maastricht en de scheurvorming in het dak van de parkeergarage op het Bos en Lommerplein te Amsterdam. Hoewel daartoe wel mogelijkheden kunnen zijn, verhalen lang niet alle gemeenten schade als gevolg van bouwprojecten (al dan niet gedeeltelijk) op de aannemer. De vraag is wanneer gemeenten de schade kunnen verhalen op de aannemer en of zij invloed kunnen uitoefenen op de eventuele vestiging van (contractuele) aansprakelijkheid en de uiteindelijke verdeling van de draagplicht.
VERHAAL VAN SCHADE TIJDENS HET BOUWPROCES De overeenkomsten die gemeenten met aannemers sluiten worden doorgaans niet alleen beheerst door de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, maar worden aangevuld of gewijzigd door (standaard)voorwaarden. De belangrijkste voorwaarden in de dagelijkse praktijk van de bouw zijn de Uniforme Voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV). De UAV vormen de standaard voor bouwcontractvormen waarbij de uitvoering van het werk plaatsvindt op basis van een ontwerp dat afkomstig is van de kant van de opdrachtgever en waarbij van diens zijde ‘directie’ wordt gevoerd. In de UAV zijn de verantwoordelijkheden tussen de opdrachtgever en de aannemer verdeeld. Zo is de aannemer verantwoordelijk voor de
11
GEMEENTEBULLETIN
|
INFORMATIE OVER RISICOMANAGEMENT VOOR GEMEENTEN
uitvoering van het werk (paragraaf 6 UAV) en is de opdrachtgever ingevolge paragraaf 5 UAV verantwoordelijk voor de door hem voorgeschreven constructie, werkwijzen en bouwstoffen en de aannemer ingevolge paragraaf 6 UAV voor de uitvoering van het werk. Paragraaf 6 lid 14 bevat een uitzondering op de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever. Indien constructies, werkwijzen en bouwstoffen klaarblijkelijk zodanige fouten of gebreken bevatten, dat de aannemer in strijd met de goede trouw zou handelen door tot uitvoering van het werk over te gaan zonder de directie te wijzen op de fout of het gebrek, is de aannemer aansprakelijk voor de schadelijke gevolgen van zijn verzuim. Aannemers die door gemeenten aangesproken worden door tekortkomingen stellen zich nog al eens op het standpunt dat de schade is veroorzaakt door een (niet evidente) fout in het ontwerp en niet door een tekortkoming in de uitvoering van de werkzaamheden. Vaak is het niet eenvoudig vast te stellen of het nu fout is gegaan in het ontwerptraject of in het uitvoeringsproject. Gemeenten kunnen invloed uitoefenen op dit soort aansprakelijkheidsrisico’s door de verantwoordelijkheid voor het ontwerp ook bij de aannemer neer te leggen. Dat kan bijvoorbeeld door het afsluiten van zogenaamde geïntegreerde bouwcontracten. Het meest kenmerkende aspect van dergelijke contracten is het doorbreken van de traditionele scheiding tussen de bouwprocesfuncties ontwerpen en uitvoeren door de vervulling van beide functies toe te delen aan één opdrachtnemer. Bekende voorbeelden daarvan zijn het Turnkeycontract, het Design & Build-contract (D&B) en het Design & Construct-contract (D&C). Voor dergelijke contractvormen is inmiddels een modelregeling ontworpen die nauw aansluit bij de UAV 1989, de Model Basisovereenkomst met bijbehorende Uniforme Administratieve Voorwaarden voor geïntegreerde contractvormen (UAV-GC 2005). Een belangrijk voordeel van het geïntegreerde contract is dat het leidt tot een heldere juridische structuur. Nu de vervulling van de beide voor de technische kwaliteit bepalende procesfuncties integraal aan één opdrachtnemer is toevertrouwd, staat deze er in beginsel ook voor in dat het op te leveren bouwwerk technisch deugdelijk is en vermijdt men discussies over de vraag of een aan het werk geconstateerd gebrek te wijten is aan een ontwerpfout, dan wel aan een uitvoeringsfout.1 Nadeel van dergelijke contracten is wel dat de gemeente op meer afstand staat. In de praktijk blijkt dat gemeenten zich vaak niet tot zo’n afstandelijke rol in het bouwproces willen beperken. Een andere mogelijkheid om het probleem van eenzijdige risicoallocatie te ondervangen is risk sharing. In plaats van een risico eenzijdig aan de opdrachtnemer toe te delen, wordt tussen opdrachtgever en opdrachtnemer afgesproken dat risico samen te delen. In het bijzonder voor wat betreft omgevingsrisico’s wint de figuur van risk sharing veld.2
VERHAAL VAN SCHADE NA OPLEVERING De hoofdregel is dat een bouwproject vanaf de oplevering voor risico is van de gemeente. Dit betekent echter niet dat de aannemer na oplevering niet meer aansprakelijk kan worden gehouden voor schade. Ook na de oplevering kunnen zich gebreken aan het werk manifesteren, die zijn terug te voeren op tijdens het werk gemaakte fouten, waarvoor de aannemer nog aansprakelijk kan worden gesteld. Indien op de overeenkomst tussen de gemeente en de aannemer de UAV niet van toepassing zijn, kan een aannemer gedurende maximaal twintig jaar na oplevering aansprakelijk worden gehouden voor gebreken veroorzaakt door een ondeugdelijke uitvoering, tenzij de gemeente de gebreken op het tijdstip van oplevering redelijkerwijze had moeten ontdekken. Voorwaarde is ook hier dat de gemeente tijdig na ontdekking van het gebrek de aannemer aansprakelijk stelt en vervolgens binnen twee jaar daarna de aannemer in rechte betrekt.3 Indien op de overeenkomst tussen de gemeente en de aannemer de UAV van toepassing zijn, geldt de hoofdregel dat de aannemer na de dag waarop het werk als opgeleverd
12
NOVEMBER
|
SPECIAL
JAARGANG 11
wordt beschouwd, niet meer aansprakelijk is voor tekortkomingen aan het werk (paragraaf 12 UAV). Krachtens paragraaf 12 lid 2 UAV bestaan er op deze regel echter twee uitzonderingen. Allereerst is de aannemer aansprakelijk indien het gebouw geheel of gedeeltelijk vergaat respectievelijk door een ernstig gebrek niet meer geschikt is voor zijn bestemming en dat gebeurt binnen tien jaar na oplevering c.q. de onderhoudstermijn. In dat geval is de aannemer, mits binnen redelijke termijn na ontdekking van het gebrek aansprakelijk gesteld, gedurende deze periode aansprakelijk voor herstel van het gebrek en de gevolgschade. De tweede uitzondering op de hoofdregel geldt in het geval het werk of enig onderdeel daarvan door schuld van de aannemer, zijn leverancier, onderaannemer of personeel een verborgen gebrek bevat. Onder verborgen gebreken wordt verstaan gebreken die, ondanks nauwlettend toezicht tijdens de uitvoering dan wel bij de opneming van het werk, door de directie redelijkerwijs niet onderkend hadden kunnen worden. Aldus voorzien de UAV in een door een volledig verlies van de aanspraken van de opdrachtgever gesanctioneerde, en zich over de gehele uitvoeringsperiode uitstrekkende onderzoeks- en klachtplicht van de directie. Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de aannemer indien de gemeente niet binnen redelijke termijn na de ontdekking van het verborgen gebrek mededeling doet aan de aannemer. Een rechtsvordering uit hoofde van een verborgen gebrek is op grond van de UAV niet-ontvankelijk indien deze wordt ingesteld na verloop van vijf jaar na de dag waarop het werk als opgeleverd is beschouwd of – indien een onderhoudstermijn is overeengekomen – vijf jaar na het einde van die onderhoudstermijn. Omdat het om een vervaltermijn gaat (en niet een verjaringstermijn), kan de lopende termijn niet worden gestuit. De bewijslast van het bestaan van een verborgen gebrek en de gevolgen daarvan rust op de gemeente. Een mogelijkheid om verhaal na oplevering eenvoudiger te maken is het overeenkomen van garanties. Paragraaf 22 UAV bevat een garantieregeling. Door van de aannemer garanties te bedingen met betrekking tot de goede kwaliteit van het werk, zou een gemeente kunnen bereiken dat de aannemer voor de gevolgen van de door de gemeente gemaakte keuzes verantwoordelijk blijft. Daarvoor is wel nodig dat de afgegeven garantie een duidelijke toezegging van de aannemer inhoudt om in te staan voor de afwezigheid van gebreken in het werk, ongeacht de vraag of de gebreken al dan niet zijn veroorzaakt door een hem toerekenbare tekortkoming.4 Uiteraard dient de gemeente de aannemer wel tijdens de garantieperiode op de hoogte te stellen van het gebrek.
SLOT De juridische positie van een gemeente bij het verhalen van schade als gevolg van een bouwproject varieert al naar gelang de vraag welk contract en welke voorwaarden tussen de gemeente en de aannemer van toepassing zijn. Een gemeente dient zich derhalve terdege bewust te zijn van de aannemingsovereenkomst die zij aangaat en de verdeling van de verantwoordelijkheden die een dergelijke overeenkomst met zich brengt. * Carmen te Ronde is advocaat bij Kennedy Van der Laan. 1
Zie hierover prof. mr. M.A.M.C. van den Berg in zijn bijdrage ‘Bouwcontracten in Beweging’ opgenomen in de IBR-publicatie ’40 jaar Instituut voor Bouwrecht, 2009.
2
Bouwcontracten in Beweging, 2009.p. 86.
3
Zie art. 7:761 BW
4
Bouwcontracten in Beweging, 2009.p. 89.
13
GEMEENTEBULLETIN
|
INFORMATIE OVER RISICOMANAGEMENT VOOR GEMEENTEN
Over de vorming van veiligheidsregio’s en de gevolgen voor gemeenten Per 1 januari 2010 treedt de Wet Veiligheidsregio’s in werking. Een en ander heeft naast bestuurlijke consequenties ook consequenties voor het risicoprofiel van de gemeenten. Gemeenten dienen na te denken over de onderlinge verantwoordelijkheden, aansprakelijkheden en eventuele aanpassingen van de verzekeringsportefeuille. In een eerder gemeentebulletin is hier reeds aandacht aan besteed. In deze special nogmaals de belangrijkste items.
WAT IS EEN VEILIGHEIDSREGIO? Een veiligheidsregio is een begrensd gebied, waarin het Regionaal Veiligheidsbestuur verantwoordelijk is voor beleid en beheer van de regionale brandweer, geneeskundige hulp bij ongevallen en rampen, crisisbeheersing en de gemeenschappelijke meldkamer. Het bestuur van de veiligheidsregio wordt gevormd door de burgemeesters van de gemeenten binnen die regio. De feitelijke inrichting van de organisatie verschilt per regio. Zo zijn er regio’s die een separate entiteit oprichten, waarbij uitvoerende medewerkers, zoals brandweerlieden en geneeskundige hulpverleners in dienst zijn van de veiligheidsregio. Andere regio’s kiezen ervoor om (voorlopig) enkel op bestuurlijk niveau een en ander te coördineren en de bemensing van de veiligheidsregio te laten plaatsvinden vanuit bestaande entiteiten als gemeenten en brandweer.
GEVOLGEN VOOR HET RISICOPROFIEL VAN GEMEENTEN EN DE VEILIGHEIDSREGIO Afhankelijk van de vorm waarvoor gekozen wordt heeft het oprichten van een veiligheidsregio meer of mindere consequenties voor het risicoprofiel van een gemeente. Indien een separate, bemande entiteit wordt opgericht gaan naast de uitvoerende activiteiten ook de risico’s met betrekking tot rampenbestrijding en crisisbeheersing over naar de veiligheidsregio. Dit houdt in dat met betrekking tot bepaalde activiteiten de gemeente afhankelijk wordt van de veiligheidsregio. Belangrijk is dat duidelijke afspraken worden gemaakt over de onderlinge verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden. Indien bemensing van de veiligheidsregio’s vanuit de gemeenten plaatsvindt, dienen ten aanzien van grensoverschrijdende activiteiten van ambtenaren tussen gemeenten afspraken te worden gemaakt. Vragen die hierbij onder meer aan de orde komen zijn: Welke gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid van ambtenaren? Is dit de in- of uitlenende gemeente? Kan de veiligheidsregio zelfstandig als entiteit worden aangesproken of wordt deze door de betrokken gemeenten gevrijwaard? Is de in- of de uitlenende gemeente verantwoordelijk, wanneer er door een ambtenaar tijdens de rampenbestrijding fouten worden gemaakt? Het Regionaal bestuur dient onder andere uitspraak te doen over bovenstaande vraagstukken.
14
NOVEMBER
|
SPECIAL
JAARGANG 11
GEVOLGEN VOOR VERZEKERINGEN De onderlinge afspraken die deelnemende gemeenten maken over de samenwerking binnen de veiligheidsregio en de daaruit voortkomende verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden, hebben uiteraard ook consequenties voor de financiering van de risico’s. Aandachtspunten hierbij zijn onder meer: Bieden de polissen van de gemeenten dekking voor activiteiten die in het kader van de veiligheidsregio worden uitgevoerd? Zijn de verzekerde bedragen van de aansprakelijkheidspolissen van de deelnemende gemeenten op hetzelfde niveau? Dient de veiligheidsregio haar eigen aansprakelijkheidspolis in te kopen en is de dekking van die polis voldoende? Afhankelijk van de afspraken dient deze polis ook dekking te bieden voor pure vermogensschade. Wat is de meest kostenefficiënte oplossing voor betrokken partijen (premieconsequenties)? Indien de veiligheidsregio gevrijwaard wordt door de gemeenten, is de polis van de gemeente daaraan dan aangepast? Indien u meer informatie wenst over dit onderwerp dan kunt u contact opnemen met Jolande Waterschoot, senior managing consultant, tel. 010 448 7548.
VOORBEELDRISICO’S RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING:
Medische fouten van ambulancepersoneel. Brandweer voldoet niet aan de wettelijk vastgestelde uitruktijden, waardoor brand grootschaliger wordt dan nodig was geweest. Geen of te late alarmering van de betrokken ambtenaren, waardoor een tekort aan personeel ontstaat op de plaats van de ramp met eventuele aansprakelijkstellingen van derden tot gevolg voor door hen onnodig geleden schade. Aansprakelijkstelling door een van de slachtoffers voor (letsel)schade die het gevolg is van te weinig personeel in het actiecentrum, bijvoorbeeld onvoldoende (medische) zorg. Aansprakelijkstelling voor vermogensschade als gevolg van het niet volledig/begaanbaar maken van omliggende infrastructuur. Milieuschade als gevolg van een onjuiste inschatting van de mogelijke gevolgen van de ramp voor de omgeving.
15
GEMEENTEBULLETIN
|
INFORMATIE OVER RISICOMANAGEMENT VOOR GEMEENTEN
REDACTIE Jolande Waterschoot Johan Blanc Hans Bouma
Marijke Pool Carie van Tetterode
CONTACT
AUTEURS
Marijke Pool
[email protected] tel. 020 430 5504
Mascha Semmekrot Pieter Dijkstra Jan van der Grinten
Carmen te Ronde Jolande Waterschoot
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,
of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Aon Nederland.
6018aa