Gemeente en bibliotheek van de toekomst
VERSLAG VAN VIER VNG - CONGRESSEN OVER HET TOEKOMSTIG BIBLIOTHEEKBELEID
2011
Gemeente en bibliotheek van de toekomst Verslag van vier VNG - congressen over het toekomstig bibliotheekbeleid. Almere, Dordrecht, Deventer en Tilburg, november en december 2010
Colofon De VNG bijeenkomsten en dit verslag zijn tot stand gekomen met subsidie van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Congresverslag Rondeel Media Consultancy Batjanstraat 19 2585 VS Den Haag T: 070-352 3867 M: 06-33 308 905 E-mail:
[email protected] Vormgeving Chris Koning (VNG)
Januari 2011
Inhoudsopgave 1
Samenvatting
5
2
Inleidingen VNG en VOB
9
3
Bibliotheekdirecteuren over de nieuwe bibliotheek en de gemeente
13
4
Toekomst van de bibliotheek/Bibliotheek van de toekomst: Welke keuze heeft de gemeente
15
5
Certificatie van de bibliotheek: Wat is de meerwaarde voor de gemeente?
23
6
Workshops
27
‘De bibliotheek in het gemeentelijke participatiebeleid’
27
‘Loes, het ouderloket van het Centrum voor Jeugd en Gezin’
28
‘BoekStart levert bibliotheken veel klanten op’
28
‘Het Cursushuis gaat op eigen benen staan’
29
‘Wiki Loves Bibliotheek’
29
Lijst van sprekers
31
4
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
1 Samenvatting Toenemende digitalisering in de samenleving is van grote invloed op het bibliotheekwezen. Om die reden ondertekenden de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), het Inter Provinciaal Overleg (IPO) en het ministerie van OCW in december 2009 het zogenoemde Bibliotheekcharter 2010-2012. Het Charter regelt onder meer de digitalisering van de openbare bibliotheken en de tweede fase van certificering van de lokale bibliotheken. De gemeenten spelen daarin een belangrijke voorwaardenscheppende rol. In november en december 2010 organiseerde de VNG met steun van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) vier regionale congressen over de toekomst van het gemeentelijk bibliotheekbeleid. Dit gebeurde in samenwerking met het Congres- en Studiecentrum en de landelijke bibliotheekinstellingen, te weten SIOB, VOB, SCOB en Bibliotheek.nl. Uitgenodigd waren wethouders van Cultuur, beleidsambtenaren Cultuur en directeuren van bibliotheken.
Doel van de bijeenkomsten Doel van de VNG-bijeenkomsten was aan de VNG-leden een toelichting te geven op de afspraken in het Charter. Ook werd geschetst op welke wijze gemeenten de openbare bibliotheek toekomstgericht kunnen organiseren en positioneren. Daarbij wilden de organisatoren van gedachten wisselen over de effecten van de gemeentelijke bezuinigingen. Een enquête onder de gemeentelijke deelnemers heeft uitgewezen dat 82 procent van de gemeenten in 2011 bezuinigingen op de bibliotheken doorvoert. De helft van de ondervraagde gemeenten bezuinigt 10%. Bijna een derde bezuinigt tot 30% op de bibliotheek. In de bijeenkomsten is uitgebreid stilgestaan bij de toekomst van de bibliotheek. Om vitaal te blijven als instelling staat de bibliotheek voor een grote uitdaging. Deze bestaat uit een combinatie van succesvolle digitalisering en inspelen op de informatiesamenleving. Dit alles moet plaatsvinden in een maatschappelijk en financieel relatief ongunstig klimaat. Vereniging Van nederlandse gemeenten
5
De bibliotheek heeft de toekomst Alle sprekers beklemtoonden de belangrijke maatschappelijke functie van de bibliotheek, zowel voor burgers in het algemeen als voor doelgroepen in het bijzonder. Ap de Vries van de VOB: ‘U wilt een aantrekkelijke gemeente zijn voor burgers en bedrijven. Bibliotheken zijn voorzieningen met een breed bereik en kunnen daarbij behulpzaam zijn. Als mensen een leven lang willen kunnen blijven leren, moeten zij wel over kennisbronnen beschikken.’ Vooral voor jongeren is de bibliotheek belangrijk – in samenwerking met scholen – voor het bevorderen van lezen, maar ook als ideale plek om huiswerk te maken. De behoefte aan kennis en lezen verandert niet door de digitaliseringtrend. Volgens Bart Drenth van Berenschot denken veel mensen geen bibliotheek meer nodig te hebben en het wel met Google en internet af te kunnen. Op het internet is echter voornamelijk gesponsorde informatie te vinden. Informatie waarvan de aanbieder zelf wil dat die gelezen wordt. ‘Internet geeft de informatie dus niet zonder meer vrij. Dat is de belangrijke rol van de bibliotheek’. De openbare bibliotheek wordt steeds vaker en met succes ingezet bij het participatiebeleid, het jeugdbeleid en de cultuureducatie. Door de VNG werd daarom aangegeven dat bezuinigen soms onvermijdelijk is, maar dat daarbij moet worden gewaakt niet de kip met de gouden eieren te slachten.
De digitale bibliotheek Digitalisering zal een stempel drukken op de toekomstige bibliotheek. Dat vraagt een omschakeling die door Bibliotheek.nl landelijk wordt ondersteund. Volgens Peter van Eijk hebben gemeenten daarbij een sleutelrol: bibliotheken zullen bij deze innovatie bestuurlijke steun en bescherming nodig hebben. Daarnaast moeten zij bevorderen dat de bibliotheek gebruik maakt van de landelijk ontwikkelde toepassingen. Volgens Theo Bijvoet van OCW zou het niet doorgaan van de digitalisering wel eens erger kunnen zijn dan het sluiten van bibliotheekfilialen.
Vele organisatiemodellen De directeuren van de vier gastbibliotheken erkenden dat bezuinigingen noodzakelijk zijn maar dat zij niet mogen leiden tot een stop op het denken over bibliotheekbeleid. Gemeenten moeten constructief samen met de bibliotheken aan een toekomstvisie werken. Zij moeten zich pragmatisch opstellen en open staan voor onorthodoxe benaderingen. Cor Wijn van BMC benadrukte het belang van een open dialoog tussen gemeente en bibliotheek. De sprekers schetsten in diverse modellen en scenario’s hoe gemeenten hun bibliotheken kunnen sturen. Bezuinigingen kunnen ook creatief maken. Daarbij kan worden gedacht aan werken met leespunten in plaats van bibliotheken. Ook kunnen kleine bibliotheken worden gehuisvest in gebouwen van de Brede School. Andere waren cross-over-oplossingen, zoals het bundelen van vergelijkbare functies. Dit analoog aan het Deense Kulturhus; de multifunctionele accommodatie Huis van de Wijk, of het Groninger Forum. Ook kan worden samengewerkt met marktpartijen, zoals in Breda, waar de bibliotheek samen met de Rabobank in een pand is gehuisvest. Een ander voorbeeld was om te sturen op meer structurele regionale samenwerking tussen bibliotheken en tussen bibliotheken en de Provinciale Service Organisatie.
6
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Bibliotheek als beleidsinstrument Daarnaast kan de gemeente de bibliotheek inzetten als samenwerkingspartner van maatschappelijke organisaties zoals scholen, Centra voor Jeugd en Gezin en bij participatiebevordering. In Breda zijn de bibliotheken wijkgerichte maatschappelijke voorzieningen geworden die het zeer goed doen, zo vertelde wethouder Willems van Breda. Gebleken is nu al dat bezuinigingen niet tot verschraling van het bibliotheekaanbod hoeven te leiden maar de rol van de bibliotheek juist kunnen versterken.
Certificering Een ander groot thema op de agenda was de vraag wat certificering van de bibliotheken voor de gemeente voor meerwaarde heeft. Door certificering en normering zijn bibliotheken actief gaan werken aan kwaliteitsverbetering van hun bedrijfsvoering. Het vertrouwen tussen gemeenten en bibliotheken is daardoor toegenomen en de bibliotheekorganisatie is naar een hoger plan getild. Dat blijkt uit de audits, die uitwijzen dat bedrijfsprocessen nu goed op orde zijn. Voor gemeenten betekent dit tevens minder werk: het certificaat garandeert dat de bibliotheek een verantwoord ondernemer is en hoeft daar geen eigen onderzoek meer naar te verrichten. Een professionele bibliotheek wordt bovendien als aantrekkelijke werkgever beschouwd, die jonge mensen ontwikkelingskansen biedt.
Conclusie Noodzakelijke bezuinigingen mogen niet vergezeld gaan van een ‘stop op het denken’ bij de gemeenten over het nut, de rol en de vernieuwing van de bibliotheek. Gemeenten moeten als opdrachtgever samen met de bibliotheek zoeken naar de rol die deze partner in de gemeenschap moet spelen. Samen moeten zij een passende, lokale invulling van het Bibliotheekcharter 2010-2012 zoeken. Door de certificering kan de gemeente erop vertrouwen dat de kwaliteit van dienstverlening van de bibliotheek is gewaarborgd. Door de digitale innovatie zal de bibliotheek vitaal kunnen blijven als maatschappelijke instelling. Bezuinigingen kunnen ook leiden tot creatieve oplossingen. Voorbeelden als de bibliotheken van Zwolle en Almere tonen aan dat door een combinatie van aantrekkelijke presentatie, nauwe samenwerking in de regio en met maatschappelijke partners, het binden van doelgroepen als ZZP’ers en scholieren in combinatie met forse investeringen in digitalisering, de dalende trend in het aantal abonnementhouders niet alleen tot staan kan worden gebracht, maar zelfs gekeerd. Door gebruik te maken van de laagdrempeligheid en groot bereik van de bibliotheek kan de gemeente de bibliotheek ook inzetten voor andere lokale beleidsdoelstellingen.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
7
8
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
2 Inleidingen VNG en VOB VNG: ‘De kip met de gouden eieren niet slachten’ (door J. Jawad, beleidsmedewerker van de VNG) Jawad liet geen twijfel bestaan over de rol van de gemeente in het bibliotheekstelsel: ‘gemeenten vervullen de hoofdrol in het bibliotheekbeleid.’ Zij financieren de bibliotheek op basis van het zogenoemde instapniveau, stellen subsidievoorwaarden vast en zorgen ervoor dat de bibliotheek aansluit op het provinciaal netwerk. Krachtens het bibliotheekcharter 2010-2012 zijn de gemeenten er bestuurlijk verantwoordelijk voor dat de basisbibliotheek innoveert en wordt gecertificeerd. Omdat de bibliotheek van de toekomst een meer digitaal karakter krijgt, zal de wetgeving moeten worden aangepast. Daarnaast wordt gewerkt aan een inhoudelijke schets van de ‘bibliotheek van de toekomst.’ Ook zal een onderzoek komen naar de financieringsbehoefte van de bibliotheken, want bij een nieuwe situatie past een ander financieel plaatje, zei Jawad. Hij herinnerde eraan dat het Regeerakkoord ervoor heeft gekozen bibliotheken zoveel mogelijk te ontzien, gezien het grote belang van deze instellingen voor de burgers. Hij wees er echter op dat het op lokaal niveau anders kan uitpakken: financiële tegenvallers maken het onvermijdelijk dat gemeenten (en provincies) op de bibliotheken bezuinigen. Tegelijkertijd moeten gemeenten de bibliotheek naar een volgend stadium brengen. Het is nu de kunst om secuur met de bezuinigingen om te gaan en de kip met gouden eieren niet te slachten, aldus Jawad. Beleid kan immers worden ingevuld op maat van de betreffende gemeente. Er kan ook gekozen worden de bibliotheek als beleidsinstrument voor andere maatschappelijke doelen van de gemeente in te zetten. Nu bijvoorbeeld, zetten veel gemeenten de bibliotheek in voor leesbevordering. Jawad: er liggen nog andere, onderbenutte mogelijkheden, zoals participatiebevordering, jeugdbeleid, alfabetisering en welzijn. Eén van de grote voordelen van de bibliotheek is haar laagdrempeligheid. Dat maakt Vereniging Van nederlandse gemeenten
9
het voor een gemeente mogelijk de bibliotheek krachtiger in te zetten voor het eigen voorlichtingsbeleid of in de kenniseconomie. De bibliotheek is een voorziening die redelijk op zichzelf staat in het lokaal beleid, maar als de gemeente deze richting met ze op wil, moeten bibliotheken ook actief worden betrokken bij het gemeentelijk beleidsoverleg (jeugdoverleg, LEA), besloot Jawad. Dialoog met de aanwezigen De aanwezigen waren benieuwd naar de verschijningsdatum van de schets van de ‘bibliotheek van de toekomst.’ Die wordt volgens Jawad in de loop van 2011 verwacht. En hoewel de VNG bereid is om daarover mee te denken, moet de schets wel vanuit de sector zelf komen. Ook wilde men weten hoe hard de Charterverplichtingen zijn om het financieringsniveau van de bibliotheek te handhaven, te certificeren en te digitaliseren. Jawad lichtte toe dat afspraken daarover niet afdwingbaar zijn. Het gaat meer om een morele verplichting. ‘Voor de rijksoverheid moeten wij als betrouwbare partner worden gezien.’ Anderen vroegen zich af wat er zal gebeuren als een gemeente onverhoopt wel de ‘kip met gouden eieren slacht’. In dat geval, zei Jawad, verliest de gemeente een belangrijk kenniscentrum in de stad. Schrappen van de bibliotheek hoeft ook niet nodig te zijn: de gedigitaliseerde bibliotheek van de toekomst ziet er immers anders uit dan die van nu. Meer praktische vragen betroffen het instapniveau. Zo wilde men weten of huisvestingskosten daaronder vallen. Dat is niet het geval, zei Jawad. Ook wordt er gevraagd naar de jaarlijkse indexering. Die is niet verplicht maar wel aan te bevelen, omdat anders het niveau van dienstverlening op termijn verschraalt. Gemeenten hanteren daarbij verschillende systemen voor indexeren. Er waren ook sceptische geluiden over het streven van het Regeerakkoord om bibliotheken te ontzien. Men wees er op dat zo’n standpunt weinig zoden aan de dijk zet, aangezien het de gemeenten zijn die de hoofdmoot betalen. Jawad wees er op dat het digitaliseringproces wel door de rijksoverheid wordt gefinancierd, waardoor op ontwikkelingskosten belangrijk wordt bespaard. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering.
VOB: ‘Met de bibliotheek een aantrekkelijke gemeente voor burgers en bedrijven’ (door Ap de Vries, directeur Vereniging Openbare Bibliotheken) Volgens Ap de Vries past op de vraag ‘moeten gemeenten hun bibliotheken in stand houden?’ ‘een volmondig ja.’ Bibliotheken hebben door hun maatschappelijke functie grote invloed op de kwaliteit van het economische en sociaal leven in gemeenten. ‘Zij maken als basisvoorziening onderdeel uit van de gemeenschap. Gemeenten moeten daarom de bibliotheek bij het gemeentelijk beleid betrekken.’ De toekomstige bibliotheek is meer dan een fysiek gebouw met fysieke collecties, zei Ap de Vries, al zullen die collecties altijd nodig blijven. ‘Immers, wie gaan straks de E-books subsidiëren en wie gaat de kosten van auteursrechten voor zijn rekening nemen?’ Het gaat nu om herontdekken en herdefiniëren op onderdelen. ‘Bibliotheken zijn nadrukkelijk bezig toekomstbestendig te worden.’ Zes procent van de Nederlanders heeft moeite met lezen. Als zij in de samenleving willen participeren, is leesbevordering hard nodig. De bibliotheek van de toekomst speelt daar een rol in. Zij houdt zich bezig met mediaeducatie, en informatie-educatie. Zij vormt een podium voor ontmoeting en debat en betrekt mensen bij de democratische samenleving. Juist in dit digitale tijdperk spelen de collecties van de bibliotheken een grote rol. Om bibliotheken toekomstbestendig te maken doen gemeenten er goed aan dit samen met de biblio10
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
theek te doen. Geef de bibliotheek meer verantwoordelijkheid en stel haar in staat zich te ontwikkelen in netwerkverband. Maak de keuzes in overleg, en geef bibliotheken de ruimte voor hun maatschappelijk ondernemerschap. ‘Dat houdt tevens in dat gemeenten niet meer voorschrijven dat bijvoorbeeld de contributietarieven niet omhoog mogen.’ ‘U wilt een aantrekkelijke gemeente zijn voor burgers en bedrijven. Bibliotheken – als voorzieningen met een breed bereik – kunnen daarbij behulpzaam zijn. Als mensen een leven lang willen kunnen blijven leren, moeten zij wel over kennisbronnen beschikken. U kunt de keuze maken dit te faciliteren. De enige keuze die u niet kunt maken is: geen verantwoordelijkheid voor uw bibliotheek meer nemen,’ besloot De Vries.
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
11
12
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
3 Bibliotheekdirecteuren over de nieuwe bibliotheek en de gemeente ‘Geen stop op het denken zetten’ (door Chris Wiersma, directeur De Nieuwe Bibliotheek Almere) Het vakblad Bibliotheekblad riep eind november 2010 de nieuwe bibliotheek Almere uit tot de beste van Nederland. Het nieuwe gebouw, dat in maart de deuren opende, trok in de maanden tot november circa 500.000 bezoekers, zei Wiersma. ‘Dat is bijna twee keer zoveel als onze ‘oude’ bibliotheek in een vergelijkbare periode trok. Dit toont het algemeen belang en de maatschappelijke appreciatie voor de openbare bibliotheek van de 21e eeuw aan.’ Op dit moment is 35% van de totale bevolking van Almere lid. Nieuwe doelgroepen als zzp-ers vinden in de bibliotheek een steun. Wiersma: ‘Onze bibliotheek gaat moeilijke jaren tegemoet. Die worden veroorzaakt door een combinatie van de digitalisering en de vraag hoe moet worden ingespeeld op de informatiesamenleving. Dit alles moet plaatsvinden in een ruig maatschappelijk en financieel klimaat. Dit zijn spannende tijden voor alle Nederlandse bibliotheken, door de impact van digitalisering en nieuwe technologieën. De effecten daarvan pakken vaak anders uit dan men aanvankelijk dacht. Toekomstvoorspellingen blijken vaak al snel achterhaald door de snelle technologische ontwikkelingen. Bezuinigingen zijn nodig, maar ze mogen niet leiden tot een stop op het denken over zo’n buitengewoon belangrijke maatschappelijke voorziening als de bibliotheek,’ besloot hij.
‘Gemeenten erkennen bibliotheken als strategische partner’ (door Ankie Kesseler, directeur van de Bibliotheek A tot Z) De bibliotheek in Dordrecht is gevestigd in een monumentaal pand, vormt sinds 2010 onderdeel uit van de Bibliotheek A tot Z. Het gaat daarbij om bibliotheken in Alblasserdam, Dordrecht, Ridderkerk en Zwijndrecht. Ankie Kesseler: ‘Wij werken voor vier gemeenten. Omdat er bezuinigd wordt hebben wij ze gevraagd om samen een businesscase op te stellen. Daarin kunnen de bezuinigingsvoorstellen Vereniging Van nederlandse gemeenten
13
worden verwerkt, waarbij het gemeentelijk beleid en ons strategisch kader als leidraad dienen.’’ Zij noemde het van groot belang dat de vier gemeenten zich bereid hebben getoond hierin samen met de bibliotheek op te trekken. “Daarbij erkennen de gemeenten ze als strategische partner in deze moeilijke tijd.’ Uit eigen ervaring is haar gebleken dat lokale gemeenten zich doorgaans erg betrokken voelen met hun bibliotheek, en zich bewust zijn van het maatschappelijk belang. ‘Dit is toch nog grote winst in de pijnlijke discussies en besluitvorming rond de bezuinigingsoperatie. Mijn handen jeuken om te beginnen met het ontwikkelen van een innovatieve, verrassende en laagdrempelige bibliotheek.’
‘Bezuinigen, maar op een constructieve manier’ (door Jos Debeij, directeur van de bibliotheek Deventer) De Openbare bibliotheek Deventer heeft meer dan 30.000 leden. Zij staat midden in een netwerk van Overijsselse en stedelijke bibliotheken, maar ook midden in de stad, zei Jos Debeij. De bibliotheek werkt intensief samen met woonzorgcentra en scholen. ‘Wij intensiveren onze dienstverlening door samen te werken met Wmo-partners maar ook met partners in de sectoren educatie, kennis en cultuur.’ ‘Ook wij moeten bezuinigen,’ zei Debeij. Dat proces verloopt echter op creatieve en constructieve wijze. Ondanks de bezuinigingen heeft het gemeentebestuur onlangs ingestemd met de nieuwbouw van de centrale bibliotheek. Samenwerkingsverbanden hebben de bibliotheek Deventer geen windeieren gelegd: na jaren van daling in het gebruik, zijn in 2010 meer dan 1 miljoen media uitgeleend. In januari start het ‘Innovatielab bibliotheken Overijssel’, in samenwerking met Hogeschool Saxion. De Provincie heeft de afgelopen jaren extra geld geïnvesteerd. Daardoor hebben programma’s rond winkelformules, de dienstverlening aan het onderwijs en de gezamenlijke website zich goed ontwikkeld.
‘Bibliotheekcharter géén papieren tijger’ (door Henriëtte de Kok, directeur bibliotheek Midden-Brabant) ‘Het Bibliotheekcharter 2010-2012 biedt gemeenten houvast om op een nieuwe manier met de bibliotheek van de toekomst om te gaan,’ zei Henriëtte de Kok. Het document besteedt namelijk veel aandacht aan innovatie. Voor gemeenten die moeten bezuinigen is dit interessant. Veel gemeenten kijken namelijk eerst naar wat bezuinigingen voor de fysieke bibliotheek inhouden en hoe de bibliotheek in haar huidige staat kan worden behouden. Daarbij kijken zij te weinig naar de toekomstmogelijkheden van de bibliotheek. Het Charter bevat echter elementen, die de gemeenten het beste met de bibliotheek kunnen bespreken. Partijen moeten zich afvragen hoe zij willen omgaan met de balans tussen de fysieke plek van de bibliotheek en de digitale bibliotheek, zei mevrouw De Kok. ‘Staan daarbij lokale verankering en centralisatie tegen over elkaar of trekken gemeenten en bibliotheken samen op om het ene te behouden en het andere te bewerkstelligen?’ ‘Als het gaat over laagdrempeligheid, betrokkenheid en belang voor grote groepen van de bevolking, speelt de bibliotheek een grote rol. Om het belang te schetsen: Eén op de twee Nederlanders maakt immers gebruik van de bibliotheek, één op de vier heeft een abonnement en één op de vijf gezinnen heeft een betaald abonnement.’
14
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
4 Toekomst van de bibliotheek/ Bibliotheek van de toekomst: Welke keuze heeft de gemeente ‘Bibliotheken hebben bestuurlijke steun en bescherming nodig om te innoveren’ (door Peter van Eijk en Dennis Eijsten, resp. directeur en manager van de Stichting Bibliotheek.nl) Peter van Eijk gelooft in de vitale bibliotheek, ‘zij het wel dat deze zich moet gaan aanpassen. Het zijn turbulente tijden, gezien de bezuinigingen. Bibliotheken hebben bestuurlijke steun en bescherming nodig om te innoveren. Gemeenten hebben daarbij een belangrijke sleutelrol.’ Bibliotheek.nl is een stichting die bibliotheken helpt bij vernieuwingsprocessen. ‘Onze Agenda voor de Toekomst 2009-2013 stelt de klant centraal en wil een gezamenlijke visie in de branche ontwikkelen. Wij gaan voor een groter bereik, een beter aanbod en een betere dienstverlening,’ zei Van Eijk. Samen innoveren is essentieel. De klemtoon ligt daarbij op de ‘digitale bibliotheek.’ Daartoe is een herkenbaar en gezamenlijk beeldmerk, een zekere standaardisering, van belang, zei hij. ‘Bibliotheken doen veel maar zijn eigenlijk nog nauwelijks zichtbaar,’ zei Dennis Eijsten. Er is op dit moment geen standaardisatie in de informatiearchitectuur van bibliotheken. Ook bestaat er geen ‘gezamenlijke aanwezigheid’ op het internet, zoals een gemeenschappelijke catalogus. Daarnaast kost het personen die via Google zoeken, grote moeite daarop de Nederlandse bibliotheken te vinden, laat staan een overzicht van het totale bibliothekenaanbod aan te treffen. Hoewel websites van bibliotheken er verschillend uitzien, hoeft niet alles overhoop te worden gehaald om tot een gezamenlijk beeldmerk en een gezamenlijke uitstraling te komen, zei Eijsten. Veel websites zijn tegenwoordig opgebouwd uit die kleine bouwsteentjes, zogenoemde widgets. Een widget kan bijvoorbeeld de openingstijden van de bibliotheek vermelden of een lokale evenementenkalender bevatten. Zo hebben alle lokale Rabobank-websites een eigen karakter, maar is er een overkoepelende digitale Vereniging Van nederlandse gemeenten
15
dienst met een centrale ingang. Daar overheen is een zogenoemde huisstijl gelegd. Het gaat daarbij niet om een collectieve nationale website, maar een overkoepelende huisstijl, zonder dat de individuele Rabobanken hun lokale autonomie hoeven op te geven. Soortgelijke constructies kunnen ook voor de bibliotheken worden toegepast om ‘de zichtbaarheid beter te organiseren.’ Hetzelfde geldt volgens Eijsten voor de invoering van een collectieve catalogus van alle bibliotheken. Het blijkt dat de gebruikers invoering van zo’n bibliografisch systeem op prijs zouden stellen. De gebruiker wil - onafhankelijk van de bibliotheeklocatie - weten waar welk boek te vinden is. Bovendien biedt zo’n catalogus ook een betere zichtbaarheid op het internet. De bibliotheken worden – doordat Google een zogenoemde ‘ranking’ hanteert – sneller gevonden omdat al het zoekverkeer bij elkaar wordt opgeteld. Bibliotheek.nl is al een eind gevorderd met zo’n nationale catalogus. Een eerste versie, met overigens alleen de fundamenten, wordt binnenkort opgeleverd. In 2011 wordt die verder uitgewerkt. Eijsten wees op de obstakels die het snel meegaan met digitale trends belemmeren. Zo verloopt het overleg- en besluitproces nog te traag. Bovendien is de financiering ingewikkeld, omdat daar gemeentelijke, provinciale en landelijke bestuursorganen bij betrokken zijn. Dialoog met de aanwezigen Afgevaardigden van vooral kleinere bibliotheken zeiden zich zorgen te maken of zo’n systeem voor hun wel betaalbaar is. ‘Implementatie en overgangskosten zijn wel zaken waar we rekening mee zullen moeten houden. Mijn zorg is dat door bezuinigingen weinig bereidheid zal bestaan om geld daarvoor vrij te maken,’ zei een afgevaardigde van een bibliotheek. Zo’n catalogus moet wel een besparing opleveren, zeiden anderen. Zij meenden dat innovaties ze dan wellicht veel werk uit handen kan nemen, zodat zij zich meer kunnen richten op hun lokale ondernemerschap. Een gemeentelijke deelnemer vroeg zich af of deze ontwikkelingen kunnen betekenen dat een gemeente het met minder bibliotheekvestigingen af kan. Volgens de directeur van de bibliotheek Dordrecht zijn er op dit moment veel mogelijkheden en kansen. ‘Er zullen echter keuzes moeten worden gemaakt.’ Een afgevaardigde vroeg: Hoe helpt een landelijk logo een lokale bibliotheek efficiënter te opereren? Volgens Eijsten maakt het landelijk logo een merk sterker. Een lokale bibliotheek die voor haar website collectieve faciliteiten gebruikt, hoeft zelf geen nieuwe te laten bouwen en bespaart daardoor geld. ‘De meeste bibliotheken blijken bereid om een deel van hun couleur locale op te geven.’ Een andere wilde weten hoe het met het beheer op lange termijn is gesteld. Eijsten: ‘Wij willen een fundament maken dat kan meebewegen met alle snelle ontwikkelingen. Onze kleine, landelijke organisatie met vijftien medewerkers, zal nooit een complete landelijke infrastructuur kunnen onderhouden. Op dit moment zoeken wij daarom samenwerking met PSO’s en de grotere bibliotheken om het beheer en het onderhoud met ons te doen.’ Er werden veel vragen gesteld over hoe straks moet worden omgegaan me E-books en met plaatselijke boekhandels. ‘Het is niet uit te sluiten dat wij straks met de voet in elkaars voortuintje komen te staan. Zijn er afspraken gemaakt met de boekhandels over de leenfunctie?’ Anderen wilden weten of er al voldoende landelijke content is voor E-books. Eijsten wees er op dat een E-book niet gratis is. ‘Bibliotheken moeten licenties afkopen. Daarover is nog weinig te zeggen. Bibliotheek.nl is wel al in gesprek met het Centraal Boekhuis, van waaruit Ebooks centraal zullen worden gedistribueerd. De E-content kan landelijk via de infrastructuur van de toekomstige Nationale bibliotheek Catalogus worden ontsloten.’ 16
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Verder wilde men weten of de landelijke overheid deze infrastructuur op termijn zal blijven betalen. Eijsten: ‘gedeeltelijk, voor het overige deel zijn er momenteel gesprekken gaande met PSO’s.’ Ook vroeg men zich af wat de invloed van E-books zal zijn op de fysieke functies van de bibliotheken. Volgens Eijsten is daarover weinig te zeggen omdat de ontwikkelingen op ICT-gebied daarvoor te snel gaan. ‘Een jaar geleden had nog niemand van de iPad gehoord.’
‘Blauwdrukken werken niet, dialoog wel’ (door Cor Wijn, senior consultant en interim-manager kunst & cultuur BMC) ‘De bibliotheek is nog steeds een centrum van ontwikkeling en educatie. De bibliotheek is de encyclopedie van kennis en cultuur; de inspiratiebron voor lezen en literatuur en het podium voor ontmoeting en debat. Om dat zo te houden en verder te ontwikkelen moeten gemeenten samen met hun bibliotheken een permanente dialoog over de toekomst gaan voeren.’ Bij bezuinigingen gaan gemeenten op verschillende manieren met hun bibliotheken om. Er zijn grofweg zes scenario’s: zij kunnen – zonder dialoog – de subsidie bevriezen, sturen op centralisatie of sturen op decentralisatie. Zij kunnen sturen op ontmanteling, op de inhoud of sturen op een permanente dialoog over de toekomst. Bevriezen van de subsidie kan tot geleidelijke verschraling leiden. Sturen op centralisatie houdt in dat er filialen moeten worden gesloten. De bibliotheek krijgt wel in ruil daarvoor een aantrekkelijke hoofdvestiging, waar wordt geïnvesteerd in extra mogelijkheden. Bij het sturen op decentralisatie staat de wijkgerichte aanpak van de bibliotheek centraal. Er wordt gemikt op de jeugd, de ouderen en de migranten. Zo’n familiebibliotheek heeft in de regel een beperkt aanbod. Er zijn ook gemeenten die er serieus over nadenken hun bibliotheek te sluiten. Zij doen dat overigens niet vanuit een negatief oogpunt. Zij zijn van mening dat er vervanging mogelijk is door het accent te leggen op schoolbibliotheken en bibliotheken in tehuizen. Daarnaast menen zij dat het internet een goede aanvulling op dit aanbod kan zijn. Gemeenten die scenario 5 volgen, sturen op inhoud en activiteiten via speerpunten. Daar wordt de bibliotheek actief ingezet voor leesbevordering, jeugdliteratuur en fungeert zij als schakel tussen scholen en culturele instellingen. ‘Hier, op het gebied van de cross over, liggen kansen voor de bibliotheek.’ Daarbij kan worden gedacht aan het bundelen van vergelijkbare functies, analoog aan het Deense Kulturhus; de multifunctionele accommodatie Huis van de Wijk, of het Groninger Forum. Er zijn echter gemeenten die met hun bibliotheek de dialoog over de toekomst aan zijn gegaan. ‘Ik beveel dit scenario van harte aan!’ Het gaat bij deze dialoog niet om een strategie maar om een houding. Men erkent elkaars problemen en men gaat niet van één ontwerp voor de toekomst uit. Doordat de huidige trends onvoorspelbaar en niet eenduidig zijn, heeft het ook niet veel zin om met blauwdrukken te werken. Hier stellen de partners zich pragmatisch op en staan open voor onorthodoxe benaderingen. ‘Daarin ligt de toekomst.’
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
17
‘Vijf kernfuncties van de bibliotheek als leidraad nemen’ (door Bart Drenth, lid groepsdirectie Berenschot) Volgens Bart Drenth liggen alle kosten voor de bibliotheken eigenlijk al vast. De drie grote kostenposten worden gevormd door het personeelsbestand, de huisvesting en de aanschaf van materialen. In die posten zit niet veel variatie. Doordat de variabele middelen vrij beperkt zijn, is er voor bibliotheken weinig keuzevrijheid. De gemeente kan echter wel kiezen welke kant zij met de bibliotheek op wil. Volgens Drenth moeten gemeenten digitalisering vooral zien als kans om keuzes te maken, en niet alleen als extra kostenpost. Gemeenten moeten vijf kernfuncties van de bibliotheek in het oog houden. Die zijn: het ‘Warenhuis van kennis en informatie’, het ‘Centrum voor ontwikkeling en educatie’, de ‘Inspiratiebron voor lezen en literatuur’, de ‘Encyclopedie van kunst en cultuur’ en het ‘Podium voor ontmoeting en debat’. Bij het ‘Warenhuis van kennis en informatie’ komt de digitalisering om de hoek kijken. Veel mensen denken vanwege Google en internet geen bibliotheek meer nodig te hebben, zei Drenth. Op het internet is echter voornamelijk gesponsorde informatie te vinden. Informatie waarvan de aanbieder zelf wil dat die gelezen wordt. ‘Internet geeft de informatie dus niet zonder meer vrij. Dat is de belangrijke rol van de bibliotheek.’ De vraag is of de bibliotheek de digitalisering zelf ter hand neemt of kiest voor een centrale georganiseerde optie. Bij educatie kan een centrale digitale voorziening bij de bibliotheek aanknopingspunten bieden. Veel bibliotheken maken op die manier al verbinding met de scholen. De echt fysieke functie als podium voor ontmoeting en debat, kan alleen in de bibliotheek. Er wordt tegenwoordig vaak gekozen voor het clusteren van functies bij andere vestigingen, zoals bioscopen en theaters. Ook kiezen steeds meer scholieren voor de bibliotheek als studeerplek. ‘Het is dan ook een plek die uitnodigt om jezelf te ontwikkelen en die kennelijk in een behoefte voorziet.’
Voorbeeld samenwerking regio Utrecht ‘Bibliotheken sturen op structurele samenwerking’ (door Didi Dorrestijn-Taal, wethouder van de gemeente Renswoude en Jobke Vonk-Vedder, wethouder van Abcoude) ‘Krimp, versobering en kortere openingstijden, daardoor verminderde aantrekkelijkheid en vervolgens afnemend gebruik en wederom krimp. Dat is de neerwaartse spiraal waarin bibliotheken zich de laatste decennia bevinden,’ zei mevrouw Vonk-Vedder. Deze spiraal kan echter omgebogen worden in een positieve cyclus. Een goed voorbeeld is samenwerking in Cultuurhuizen, bij exposities en bij evenementen. Het media-aanbod van de vernieuwende bibliotheek is uitgebreid. De nieuwe bibliotheek functioneert als ondersteuning voor gemeenten en maatschappelijke organisaties. ‘In Utrecht hebben wij in samenspraak met bibliotheekdirecteuren en gemeenten de Adviescommissie Utrechts Bibliotheekstelsel in het leven geroepen. Die concludeerde dat er grote financiële en inhoudelijke voordelen zijn te behalen in verdergaande structurele provinciale samenwerking.’ Die samenwerking bestaat uit onder andere het samenbundelen van ICT- en digitale diensten, van collecties, van marketing en communicatie, van HRM en administratie en van transport en logistiek. De voordelen van deze samenwerking worden uitgewerkt in een business case. ‘Zo’n business case kan 18
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
helpen de wethouder ervan te overtuigen dat opschaling werkt,’ besloot mevrouw Vonk-Vedder. De bibliotheek in Renswoude heeft zich in 2007 aangesloten bij de regiobibliotheek Zuid Oost Utrecht en daar is Didi Dorrestijn-Taal, behoorlijk tevreden over. ’Er is goed overleg en de lijnen zijn kort. Onze klanten kunnen nu provincie breed boeken lenen, wat voor hen een grote vooruitgang betekent. De directeur heeft daardoor meer tijd om aan de inhoud en de uitstraling van de bibliotheek te werken.’ Dat laatste is volgens haar van groot belang omdat een gemeente haar bibliotheek graag behoudt, tegen een betaalbare prijs. De voorziening moet laagdrempelig en aantrekkelijk blijven. ‘Samen met de bibliotheek zijn wij op zoek naar nieuwe toepassingen. Wij bekijken wat moet blijven, wat er moet verdwijnen en wat er voor in de plaats moet komen.’ Zij zei gecharmeerd te zijn van zogenoemde cross-over toepassingen. Echter, het breder inzetten van de bibliotheek en het sturen van transitieprocessen vergt tijd en geld. Didi Dorrestijn-Taal ziet een toenemende noodzaak van structurele samenwerking tussen de bibliotheken, al staat zij kritisch tegenover opschaling van haar bibliotheek in Renswoude. ‘Onze regiobibliotheek bestaat pas sinds 2007 en nu al moeten wij nadenken over de volgende stap.’ Bij eventuele opschaling moet eerst de behoefte van de gebruiker worden gemeten. De klantbehoefte vormt het vertrekpunt en het bestaansrecht van de bibliotheek. Bibliotheekdirecteuren adviseert zij: ‘Doe niets overhaast, maar neem de tijd om lokale bestuurders bij transitieprocessen te betrekken. Zoek draagvlak, dat is een moeilijke factor. Bij opschaling moet ook de lokale component van de bibliotheek goed geborgd blijven.’
De keuze van Breda (door Wilbert Willems, wethouder Breda) ‘Waar de meeste gemeenten bezuinigen op de bibliotheek, heeft Breda er voor gekozen er juist in te investeren,’ zei Wilbert Willems. Toen de tien bibliotheken financiële tekorten hadden, besloot hij samen met de gemeenteraad en de directie van het bibliotheeknetwerk een beleidsvisie op te stellen. De instellingen waren toentertijd nauwelijks onderdeel van het culturele netwerk in de stad. Zij waren niet vaak genoeg open terwijl er toch wel genoeg leden waren. Besloten werd om niet te bezuinigen, maar een manier te vinden om de bibliotheek weer rendabel maken. Om dit te faciliteren werd eenmalig 1 miljoen euro uitgetrokken, zei Willems. Hij vindt dat bibliotheken moeten inspelen op de behoeften van bewoners van wijken. Boeken en cd’s uitlenen is een onderdeel van het takenpakket maar niet de hoofdmoot, meent hij. Breda heeft er voor gekozen de komende vier jaar zoveel mogelijk bibliotheekvestingen samen met andere – al dan niet commerciële – instellingen onder te brengen in één multifunctioneel pand. Op die manier denkt hij alle Bredase bibliotheken open te houden. ‘Immers, men deelt samen de hoogste kostenpost, het gebouw. Bovendien is zo’n gebouw veel vaker open dan daarvoor.’ Inmiddels is een van de bibliotheken samen met de Rabobank in één gebouw in de wijk Hoge Vucht gehuisvest. In deze wijk woont een grote Turkse en Marokkaanse gemeenschap. In de bibliotheek worden onder andere taal- en computercursussen gegeven. Het boekenaanbod is geheel gericht op de nieuwe Nederlanders. Willems: ‘Wij gaan hetzelfde in een paar andere wijken doen en leveren maatwerk per wijk. De bibliotheek moet wijkgericht werken en dicht bij de mensen staan. Niet meer als gebouw met boekenplanken, maar als een maatschappelijke voorziening.’
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
19
Dat vraag wel om enkele aanpassingen, zei Willems. Zo moet het personeel worden omgeschoold van loketbediende tot informatieleverancier. Omdat de medewerkers voor maatschappelijke functies worden ingezet, is automatisering van hun voormalige loketwerk nodig. Die heeft Breda gevonden in een computer die boeken automatisch afstempelt. Met deze automaten kan men boeken afhalen, stempelen en terugbrengen. Het systeem werkt zonder personeel en werkt efficiënt. De centrale bibliotheek in het hart van Breda is Willems’ paradepaardje. ‘De voorziening gaat ook ’s avonds en in het weekeinde open, daar is grote vraag naar.’ zegt Willems. In het pand van de centrale bibliotheek is ook de Nieuwe Veste, een centrum voor kunsten, gehuisvest. Er is daardoor ‘altijd wat te doen, zoals boekencafés, thema-avonden, cultuurmarkten en concerten.’ Willems: ‘Er zijn nieuwe kansen, laten we die grijpen. Bezuinigen kan ook op een andere manier.’ Dialoog met de aanwezigen Enkele gemeenten wilden weten of het wel is toegestaan om de bibliotheek af te bouwen. Dat is het geval, zei Wijn. ‘Gemeenten zijn niet verplicht een bibliotheek in stand te houden.’ Een afgevaardigde van een basisbibliotheek liet weten dat verschillende wethouders van verschillende gemeenten aan tafel moeten zitten. Daar ligt volgens Wijn echter ‘een kans voor de bibliotheekdirecteur’. In plaats van zich een speelbal van de vijf of zes gemeenten te voelen kan deze door een proactieve houding zelf oplossingen aandragen.’ Een afgevaardigde van een bibliotheek zei dat leesgewoonten en zoekgewoonten zullen veranderen door de voortschrijdende digitalisering. ,,Hoewel wij bereid zijn de bibliotheek van de toekomst te ontwikkelen, vrezen wij dat daar behoorlijke investeringen mee zijn gemoeid.’’ Drenth beaamde dat het zoekgedrag is veranderd door de toepassing van internet, iPads en andere mobiele applicaties. Tegelijkertijd komt steeds meer informatie op het web vrij beschikbaar. Dat blijft niet zo, waarschuwde Drenth. Hij voorspelde dat er nu al rekening mee wordt gehouden dat de internetcontent straks niet meer gratis toegankelijk is. Zo verkopen kranten nu al speciale abonnementen voor mobiele applicaties. De bibliotheek moet nagaan hoe dit soort informatie straks toch voor iedereen toegankelijk wordt.’’ Een andere aanwezige vroeg waarom de landelijke vragendienst van openbare bibliotheken ‘Al@din is opgeheven. Volgens Drenth legde de organisatie van dit zoeksysteem teveel beslag op de tijd van de bibliothecaris. Er wordt echter gewerkt aan een nieuwe, gedigitaliseerde vragendienst. Ook rees de vraag wat de consequenties voor de indexering zijn als een bibliotheek niet aan de certificeringnormen voldoet. Drenth wees op de afspraken die over het instapniveau zijn gemaakt. Indexering blijft lokaal autonoom beleid. Vanuit een bibliotheek werd gevraagd of de financiële voordelen zouden kunnen inhouden dat het gemeentelijk budget omlaag gaat. Een andere aanwezige zei zich zorgen te maken over de positie van vrijwilligers. ‘Hoe verhoudt dit zich tot certificering?’ Mevrouw Vonk-Vedder zei te hopen dat vrijwilligers kunnen worden behouden, ‘anders kan ik mijn bibliotheek niet meer runnen.’ Zij zei te hopen dat de certificering op regioniveau goed wordt aangepakt. Het is volgens haar nog niet bekend hoe het zal gaan met de kleine bibliotheken die over weinig professionals beschikken en dus aangewezen zijn op het werk van hun vrijwilligers.
20
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Forumdiscussie Bibliotheek 3.0 In het kader van een forumdiscussie over de bibliotheek van de toekomst belichtten vertegenwoordigers van de PSO’s, de bibliotheken en het ministerie van OCW hun visie op de toekomst van de bibliotheek.
Partners verleiden tot netwerken (door Tineke van Ham, voorzitter stichting PSO’s Nederland) Hoe krachtig, betekenisvol en goedgeorganiseerd bibliotheken ook zijn, het wordt nog beter en toekomstgerichter als zij samen een netwerk vormen waarin ook de provinciale serviceorganisatie PSO partner is, zei Tineke van Ham. Zo is in Zwolle niet alleen het aantal uitleningen maar ook het aantal leden sinds 2007 sterk gestegen. Dat heeft Zwolle mede te danken aan het netwerk-Overijssel, waar deze bibliotheek deel van uitmaakt. Onder de leden bevinden zich bijvoorbeeld nu ook de studenten aan de ROC’s. De focus ligt op de digitale bibliotheek. Tineke van Ham: ‘Gemeenten moeten hun bibliotheek aanzetten deel uit te maken van een netwerk. Stel daar eisen aan en verbindt het aan resultaten om meer uit bibliotheekwerk te halen. Netwerken betekent dat iedere partner in het netwerk dat ook echt moet willen. Het is geen rechte weg. Het is een weg met diepe dalen maar het is de moeite waard. In je eentje lukt het nog wel even, maar de vraag is hoe lang je dat kan volhouden.’
Bibliotheek 3.0 is geen nieuwe softwareversie (door Francien van Bohemen, public affairs VOB) Bij bibliotheek 3.0 moet niet worden gedacht aan een nieuwe softwareversie, zei mevrouw Van Bohemen. 3.0 Is een bibliotheek van mensen. ‘Ondanks alle verdrietige verhalen in de krant is de bibliotheek nog steeds de grootste publieksvoorziening met 4,1 miljoen geregistreerde leden. Zij maken gebruik van de bibliotheek om zich te ontwikkelen. De fysieke plek van de bibliotheek is daartoe van wezenlijk belang.’ Zij steunde de oproep van Tineke van Ham om meer in netwerkverband samen te werken. ‘De totstandkoming van de digitale bibliotheek kan alleen in samenwerkingsverband. Een bibliotheek kan dat niet alleen voor elkaar krijgen. De samenwerking moet er tevens toe leiden dat het beeld van de bibliotheek herkenbaarder en zichtbaarder wordt.’ Zij riep bibliotheken op om ook de samenwerking met de gemeenten niet uit de weg te gaan. Al jaar en dag regelt de bibliotheek een aantal basiszaken, waaronder bevordering van de leesvaardigheid. ‘Taalontwikkeling van een kind begint in de bibliotheek. Het gaat nu om het zoeken naar nieuwe vormen, die passen bij de trends in deze samenleving maar er tevens voor zorg blijven dragen dat kinderen niet met een taalachterstand het basisonderwijs instromen,’ besloot Francine van Bohemen.
‘Digitalisering is een prioriteit’ (door Theo Bijvoet, ministerie van OCW) Als de digitalisering niet zou doorgaan, zou dat wel eens erger kunnen zijn dan het sluiten van bibliotheekfilialen, zo gooide Theo Bijvoet, ‘een steen in de vijver.’ Hij is van mening dat veel meer moet worden geïnvesteerd in digitale ontwikkelingen. Met deze ontwikkelingen wordt het toekomstperspectief voor bibliotheken zekerder. Zij passen overigens goed binnen de functie van de bibliotheek als ontmoetingsplek. ‘Fysiek en digitaal moeten goed op elkaar aansluiten.’ Het ministerie van OCW heeft voor 2010 € 3,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de digitale aansluiting Vereniging van Nederlandse Gemeenten
21
van lokale bibliotheken. Vooralsnog blijft dat budget overeind staan, zei Bijvoet. Volgend jaar wordt verder in de infrastructuur en de verdere ontwikkeling van de organisaties geïnvesteerd, waar een budget van ongeveer € 15 miljoen voor beschikbaar is. Dialoog met de aanwezigen Veel aanwezigen constateerden dat bibliotheken op dit moment in een transformatieperiode van fysiek naar digitaal verkeren. Bij hen stond de vraag centraal: moet je daarvoor kiezen of moet je voor beide gaan? Een gemeentebestuurder zei het aan zijn bibliotheek over te laten om voorstellen te doen en te adviseren. ‘Als wethouder ben ik geen bibliotheekvakman. Mensen hebben behoefte aan de beschikbaarheid van informatie. Dat laat ik over aan de bibliotheek.’ Een andere gemeentelijke deelnemer zei het wel op prijs te stellen enige controle te kunnen verrichten. De dagvoorzitter Rento Zoutman wijst erop dat de gemeente uiteindelijk altijd als opdrachtgever optreedt, ook laat ze adviseren door de bibliotheek. Een gemeenteraadslid zei een fundamentele discussie over de functie van de bibliotheek te missen. ‘Wij zien een oud instituut doorgroeien en toch grijpen wij weer krampachtig terug naar zijn leesfunctie.’ Volgens Francien van Bohemen heeft echter ‘niemand een pasklare oplossing paraat.’ Zij wees er op dat de bibliotheek een goede start is voor de taalontwikkeling van kinderen. ‘Er wordt gezocht naar nieuwe vormen die passen bij de trends in deze samenleving en die tevens bewerkstelligen dat kinderen niet met taalachterstand het basisonderwijs instromen.’ Door zo’n nieuwe bibliotheek ‘draaien kinderen meer leeskilometers,’ zei Peter van Eijk. ‘De bibliotheek is een effectief instrument voor leesbevordering.’
22
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
5 Certificatie van de bibliotheek: Wat is de meerwaarde voor de gemeente? ‘Voor gemeenten wordt zichtbaar of bibliotheek aan standaardwaarden voldoet’ (door Jaap Verkroost, lid van het bestuur van de stichting Certificering Openbare Bibliotheken) Volgens Jaap Verkroost is certificering een logisch vervolg op de eerdere regionalisering van bibliotheken. Door regionalisering hebben kleine bibliotheken, die tot dan toe ‘verknipte diensten leverden, meer body gekregen.’Door certificering en normering zijn bibliotheken actief gaan werken aan kwaliteitsverbetering en hebben de zogenoemde ‘Plan-Do-Check-Act’-cyclus doorgevoerd in hun bedrijfsvoering. Voor een gemeente is dat al zeer goed merkbaar. ‘Als gemeentelijke organisatie hoef ik niet meer aan de bibliotheek te vragen of er bepaalde zaken zijn geregeld. Certificering zorgt voor vertrouwen tussen de partners, maar neemt de gemeentelijke organisatie veel werk uit handen en zorgt voor een betere afstemming van het overleg tussen gemeente en bibliotheek.’ Wat de bezuinigingen betreft zei Verkroost te verwachten dat het certificeringsysteem enige flexibiliteit heeft. Als een gemeente op de dienstverlening van de bibliotheek gaat bezuinigen, moet het systeem van certificering daarmee om kunnen gaan.
‘Certificering kan een competitie-element toevoegen’ (door Chris Wiersma, directeur De Nieuwe Bibliotheek Almere) ‘In onze budgetsubsidievoorwaarden staat wel een verwijzing naar certificering, maar certificering is geen voorwaarde voor de subsidie’, zei Chris Wiersma. Onze jaarrekening moet zijn voorzien van een accountantsverklaring. De gemeente heeft hierdoor inzicht in elementaire zaken zoals onze bedrijfsvoering en dienstverlening. De bibliotheek Almere is in 2007 gecertificeerd. ‘Wij hebben het certificeringproces als nuttig en waardevol ervaren.’ Door de certificering is het vertrouwen tussen gemeenten en bibliotheken toegenomen. De bibliotheek draagt zelf argumenten aan die tot verdere ontwikkeling en kwaliteitsverbetering leiden. Vereniging Van nederlandse gemeenten
23
Wiersma pleitte voor invoering van een competitie-element. De bibliotheek met de beste bedrijfsvoering, de beste dienstverlening en de beste ‘value for money’ voor klant en subsidiegever, zou daarvoor extra moeten worden beloond. Wiersma heeft bij zijn bibliotheken het fenomeen ‘mystery guest’ ingevoerd. Anonieme controleurs toetsen op exterieur, interieur, informatie en communicatie, productkennis en vaardigheden, klantvriendelijkheid en service. ‘Dan zie je hoe geweldig motiverend competitie werkt. De dynamiek van het verbeteringsproces die na de toets ontstaat is indrukwekkend. Competitie creëert een dynamiek die er voor kan zorgen dat we nog warmer lopen voor certificering.’
‘Certificering tilt bibliotheekorganisatie naar een hoger plan’ (door Gerard van Dijk, directeur van de stichting Certificering Openbare Bibliotheken) ‘Het streven naar kwaliteit op de werkvloer leidt tot grotere efficiency en meer aandacht voor de klanten. Uit de rapportages blijkt dat processen beter op orde zijn. Dat betekent winst voor de bibliotheek, de gemeente en voor de burger. Eigenlijk biedt certificering alleen maar voordelen,’ zei Van Dijk. Gerard van Dijk: “Het jaar 2000 vormde voor de bibliotheekwereld een omslagpunt. Zij gingen meer vraaggericht werken, besloten tot meer samenwerking en gingen actief op zoek naar hun rol in het sociaal-maatschappelijke veld. Gemeenten van hun kant werden zich meer bewust van het belang voor hun inwoners.
‘De gemeente kan bibliotheek doelen laten stellen’ (door Liesbeth Zuidema, beleidsmedewerker van de gemeente Alphen aan den Rijn) De bibliotheek Rijn en Venen bedient 148.693 inwoners van Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop, Rijnwoude en Zoeterwoude-Dorp, zei Liesbeth Zuidema. De gemeentelijke doelen voor het nieuwe Cultuurgebouw zijn: bestrijding van laaggeletterdheid; bevordering van mediawijsheid; introduceren van nieuwe media en een plaats voor ontmoeting en debat. Om aan de certificeringnorm te voldoen, moest voor de bibliotheek in Alphen, die met een begrotingstekort kampte, een herstelplan worden gemaakt. Uit onderzoek naar het tekort bleek dat subsidies de afgelopen jaren niet waren geïndexeerd en dat de abonnementsgelden wegens opzeggingen waren teruggelopen. Bij het daaropvolgende besluitvormingsproces heeft de gemeente de bibliotheek nauw betrokken. De subsidie werd structureel verhoogd en de bibliotheek kreeg daarnaast een eenmalige subsidie. De plannen voorzagen verder in een Cultuurgebouw in 2014 met een bibliotheek, een archief en een muziekschool, en de bibliotheek ging van 2 naar 1 locatie. Voorwaarde voor de verhoogde subsidie is dat de bibliotheek in 2012 voldoet aan de eisen van het kwaliteitscertificaat van de Stichting Certificering Openbare Bibliotheken (SCOB).
‘Bibliotheek wordt professionele en aantrekkelijke werkgever’ (door Jannie van Vugt, directeur BibliOosterschelde) ‘Certificering leidt tot professionalisering van de bibliotheekorganisatie,’ zei Jannie van Vugt. Voor de klant betekent dit een verhoging van de kwaliteit. De bibliotheek kan door professionalisering tegemoet komen aan nieuwe eisen van de informatiemaatschappij. Een professioneel georganiseerde bibliotheek wordt als aantrekkelijke werkgever beschouwd, vooral als jonge mensen zien dat de bibliotheek kansen tot ontwikkeling biedt. ‘Er komt namelijk een tijd dat we onze traditionele bibliotheekmedewerker kwijtraken,’ zei Jannie van Vugt. 24
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Voor de subsidiegever betekent certificering dat de bibliotheek een lokaal beleidsinstrument wordt. Er kunnen resultaatsafspraken worden gemaakt met certificering als toetsingsinstrument. Bij verbeterplannen kan de gemeente sturen op de koers en de kwaliteit. ‘Een gemeente die over een gecertificeerde bibliotheek beschikt, weet dat die onderdeel is van een netwerk.’ BibliOosterschelde laat periodiek onderzoeken uitvoeren op deelonderwerpen. ‘Vervolgens geven wij de gemeente inzicht in de uitkomsten, leggen daar verbeterplannen naast en evalueren deze na een jaar.’
‘Audit wijst uit: de zaken zijn beter op orde dan ooit’ (door Johanneke Liemburg, voorzitter bestuur stichting Certificering Openbare Bibliotheken) Volgens mevrouw Liemburg levert het streven naar kwaliteit efficiencyvoordelen op. Het certificeringsysteem is in het leven geroepen omdat de commissie-Meijer van mening was dat er een dwingend en samenhangend kwaliteitssysteem, moest komen. Certificering geeft de gemeente de mogelijkheid om te toetsen of de gewenste kwaliteit wordt geleverd. De normen helpen de bibliotheek zelf ook om zaken beter te organiseren en op een hoger plan te brengen. De normen zijn voor de periode 2010-2013 aangepast en de lat is hoger gelegd. Nu krijgen andere gebieden meer aandacht. Daarbij kan worden gedacht aan meer aandacht voor klanten en subsidiegevers, meer aandacht voor de eigen bijdrage aan een netwerk en meer inspanningen op ICT-gebied. In de herziene normen wordt er ook op gelet hoe de gebruiker de dienstverlening ervaart. ‘De resultaten tot nu toe zijn zeer bemoedigend, zei mevrouw Liemburg. Veel Bibliotheken hebben wederom hun certificaat gekregen en volgens de auditors zijn de processen beter op orde dan in 2006.’
‘Door certificering voeren wij nu kwaliteitsbeleid’ (door Jos Debeij, directeur van de bibliotheek Deventer) Volgens Jos Debeij zorgt certificering voor een verantwoorde bedrijfsvoering. Voor zijn bibliotheek betekende de eerste ronde van certificering ‘het moment dat wij kwaliteitsbeleid gingen voeren.’ De certificering heeft er tevens toe geleid dat zijn bibliotheek een periodiek onderzoek naar klanttevredenheid heeft ingesteld. Debeij: Door certificering kan een bibliotheek zichtbaar maken dat het eindproduct niets met geluk of toeval te maken heeft. ‘Integendeel: het is een product van een stevig beleid waaraan wij zijn getoetst.’ Een ander voordeel van het traject is, dat het voor een directie snel duidelijk wordt ‘waar de gaten in de organisatie vallen.’ ‘Certificering heeft voor de bibliotheek een stimulerende werking maar betekent ook minder werk voor de gemeente. Het certificaat is immers de garantie dat wij een verantwoord bibliotheekondernemer zijn. De gemeente hoeft daar geen eigen onderzoek meer naar te doen,’ zei Debeij. Dialoog met de aanwezigen Op de vraag: ‘wat is het nut van certificering’ zei Siewert Pilon dat dat voor een gemeente een instrument is om te zien of haar bibliotheek aan bepaalde standaarden voldoet. Niet elke gemeente heeft de kennis in huis om dat zelf te beoordelen. Een gemeentelijke deelnemer vroeg wat er gebeurt als de bibliotheek niet wordt gecertificeerd. ‘Certificering beoogt niet bibliotheken te declasseren maar juist om ze vooruit te helpen,’ zei Jannie van Vugt. Wel zou zij graag zien dat certificering een verplicht keurmerk wordt. Vereniging van Nederlandse Gemeenten
25
Worden niet-gecertificeerde bibliotheken uitgesloten van allerlei zaken?, zo werd gevraagd. Volgens mevrouw Liemburg zou het niet slecht zijn dat daar consequenties aan worden verbonden maar er zijn tot nu toe geen juridische implicaties. ‘Een gecertificeerde bibliotheek krijgt een bordje op de gevel. Dat zal een bepaalde uitstraling moeten geven.’ De tarieven van de bibliotheek zijn erg laag. Hoeveel ruimte is er voor het cultureel ondernemerschap van bibliotheek, zo werd gevraagd. Volgens mevrouw Van Vugt moeten bibliotheken daarover afspraken met de gemeente maken. Zij noemde daarbij de beleidsgestuurde contractfinanciering, mogelijke andere subsidiestromen of samen met commerciële partners huisvesting zoeken. Men wilde verder weten of zo’n goed product straks niet om een hogere bijdrage van de klanten vraagt. Debeij wees er op dat Deventer al één van de duurdere bibliotheken in de provincie is. ‘De duurste bibliotheken hebben het beste resultaat. Dat zou kunnen betekenen dat de betere bibliotheken kennelijk gewend zijn een hogere prijs te vragen.’ Hoe moet de bibliotheek straks de klanten meer kwaliteit bieden als door bezuinigingen nevenvestigingen moeten worden gesloten?, zo luidde een andere vraag. Volgens mevrouw Van Vugt brengt teveel verdunning de kwaliteit in gevaar. ‘Zelf hebben wij ook een bibliotheek moeten sluiten om de andere levensvatbaar te houden.’ Gemeentelijke bezuinigingen hebben geen invloed op de normen, zei mevrouw Liemburg desgevraagd. ‘Wij staan weliswaar open voor signalen uit de bibliotheekwereld, maar wij kunnen niet meer doen dan die doorgeven. Aan die bezuinigingen valt niet meer te tornen.’ ‘Ook heeft het bestuur geen standpunt over al dan niet indexeren van het instapniveau. Dat is aan de VNG en VOB.’ Over de inzet van vrijwilligers zei zij dat hun functie in de certificeringnormen zorgvuldig zijn geformuleerd. Zij mogen geen professionele krachten verdringen en de bibliotheken moeten een beleid formuleren ten aanzien van vrijwilligers. ‘Als dat het geval is, kan ook de bibliotheek Abcoude een certificaat krijgen.’
26
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
6 Workshops ‘De bibliotheek in het gemeentelijke participatiebeleid’ (door Lydia van Duijn, Stadsbibliotheek Haarlem/stichting openbare bibliotheken) Lydia van Duijn is consulent laaggeletterden bij de bibliotheek Haarlem en omstreken. Deze bibliotheek heeft Concept NL-Plein ontwikkeld, een plan waarmee mensen worden ondersteund die bezig zijn met het leren of herleren van de Nederlandse taal en personen in participatie- of inburgeringtrajecten. Concept NL-Plein is een pleintje in de bibliotheek, met een collectie boeken en cd’s die behulpzaam kunnen zijn bij het leren van de taal. Het gaat daarbij ook om boeken over Nederland en plaatjesboeken. Om deze mensen in eerste instantie te bereiken doen medewerkers van de bibliotheek, in samenwerking met de gemeente Haarlem, introductiebezoeken bij onderwijsinstellingen en maatschappelijke instellingen. ‘Het leren van de Nederlandse taal is een heidens karwei voor mensen die uit andere landen komen. Voor ons is het te vergelijken met het leren van de Chinese taal.’ Haarlem hanteert een variant op de participatieladder van de VNG. Mensen die bijvoorbeeld in de bijstand komen, worden volgens deze participatieladder naar werk toegeleid. Deze ladder loopt van niveau 1 (de betrokkene is geïsoleerd), via ‘sociale contacten buitenhuis’; ‘deelname aan georganiseerde activiteiten’; ‘onbetaald werk’ en ‘betaald werk met ondersteuning’, naar stap 6 (betaald werk). Bij een bepaalde trede aangekomen, wordt de cliënt geholpen om een trede hoger te komen. Bij niveau 1 van onze participatieladder kan worden gedacht aan allochtone vrouwen die hun huis niet of nauwelijks uitkomen. Zij blijken snel trouwe bezoekers van het pleintje, want het is er warm en veilig. Het materiaal dat zij aanvankelijk krijgen bestaat uit plaatjesboeken, fotomateriaal en puzzeldobbelstenen. Zij leren woorden, leren zinnen maken en leren met elkaar converseren. Bij elke trap van de ladder worden de boekjes moeilijker. Zij maken mensen stapsgewijs bewuster van de buitenwereld. De deelnemers beginnen deel te nemen aan georganiseerde activiteiten. Vereniging Van nederlandse gemeenten
27
‘Als je die buitenwereld beter begrijpt, wordt die minder eng.’ Op niveau 5 van de ladder aangekomen vormen de deelnemers al leeskringen, waarin zij de door hun gelezen boeken samen bespreken. Voor alle niveaus geldt echter dat zij de bibliotheek als een welkome aanvulling zien. ‘Ons Concept toont tevens aan dat de bibliotheek van ons allemaal is.’
‘Loes, het ouderloket van het Centrum voor Jeugd en Gezin’ (door Patricia Doornbos van Loes, ouderloket CJG in de bibliotheek van Enschede) Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in Enschede is gevestigd in de openbare bibliotheek. Bij dit Loes-loket kunnen ouders en verzorgers terecht met vragen over de opvoeding van kinderen in de leeftijd van 0-16 jaar. Het Loes-loket is laagdrempelig; iedereen kan er binnenlopen. Enschede heeft veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van een concept voor het ouderloket van het CJG, van waaruit de opvoedondersteuning Loes is ontstaan. Patricia Doornbos: ‘Loes heeft in de bibliotheek een fysiek loket, maar heeft ook een telefonisch loket voor het spreekuur en een digitaal loket, waar ouders met hun vragen over opvoeding terecht kunnen. Het voordeel van de bibliotheek is dat deze laagdrempelig is. Niemand ziet dat je de bibliotheek instapt omdat je problemen met de opvoeding hebt.’ Loes en de bibliotheek Enschede hebben een goede samenwerking en kunnen elkaar versterken met gezamenlijke activiteiten. Zo nemen ouders na een bezoek aan het CJG steevast een kijkje in de bibliotheek. Daarnaast loopt er het project Boekstart voor leesbevordering, zijn er veel groepsactiviteiten met kleuters, peuters en leerlingen van de basisscholen, zei Patricia Doornbos. Loes organiseert echter ook ouderavonden en cursussen in de bibliotheek. Loes betaalt de bibliotheek overigens huur voor de groepsruimten, de kantoren, het loket, maar ook voor de koffie en de thee. De organisatie gaat het Loes-concept verder uitwerken in de Twentse gemeente. Almelo heeft zich al bereid verklaard.
‘BoekStart levert bibliotheken veel klanten op’ (door Adriaan Langendonk, landelijk projectleider Stichting Lezen/SIOB) Het programma BoekStart bevordert het lezen met heel jonge kinderen én helpt ouders met jonge kinderen te laten genieten van boeken. Kinderen die al op jonge leeftijd in aanraking komen met boeken hebben op school al een voorsprong, en houden die vast gedurende hun hele schoolloopbaan. Zij blijken al snel taalvaardiger, kunnen sneller lezen maar ook beter rekenen. Aan het BoekStart-programma doen 10.000 baby’s mee in 160 basisbibliotheken van 45 gemeenten. BoekStart heeft vestigingen in Nederlandse bibliotheken. Dat heeft de bibliotheken volgens Adriaan Langendonk al veel nieuwe klanten opgeleverd. Belangrijke voorwaarde is wel dat er nauw met het CJG wordt samengewerkt. BoekStart is ontstaan naar voorbeeld van het landelijke programma Bookstart in Groot-Brittannië. Daar krijgen ouders drie keer een boekenpakket, voordat hun kind naar school gaat. In het Nederlandse programma speelt de openbare bibliotheek een actieve rol. De bibliotheek werkt samen met gemeente en consultatiebureau om ouders en kinderen vanaf het allereerste begin met boeken in aanraking te brengen. BoekStart in Nederland richt zich om te beginnen op ouders van baby’s. Later zal BoekStart zich richten op kinderen vanaf 1 jaar. ‘BoekStart wordt gefinancierd door het ministerie van OCW. Het is nog onbekend hoe de toekomst van BoekStart er uit zal zien als dit ministerie uit het project stapt,’ zei Langendonk. Hij zei desgevraagd dat BoekStart tot nu toe vooral de ontwikkelde milieus bereikt. In samenwerking met gemeenten moet het in de toekomst mogelijk zijn om ook de ouders uit de achterstandsgroepen bij het project te betrekken. 28
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
‘Het Cursushuis gaat op eigen benen staan’ (door Herman Horst, directeur bedrijfsvoering Bibliotheek Midden Brabant en bestuurder van het Cursushuis) Zes jaar geleden vroeg de gemeente Tilburg aan de bibliotheek om een deel van het cursusaanbod van de toenmalige Open Universiteit over te nemen. Daaruit is het Cursushuis ontstaan, dat in een aparte stichting is ondergebracht, zo lichtte Herman Horst toe. ‘Als traditionele volksuniversiteit vervult het Cursushuis tevens een belangrijke marktplaatsfunctie voor non-formele educatie. De eigen website verwijst namelijk ook naar onderwijsmogelijkheden bij andere instellingen. Hij zei non-formele educatie onmisbaar te vinden omdat ‘een leven lang leren’ niet in alle opzichten is in te vullen door formele educatietrajecten. Herman Horst: ‘Wij zijn een kleine volksuniversiteit met ongeveer 1500 cursisten. Onze financiële positie is relatief zwak. Zo kost een cursus € 7,50 per uur. Door de bezuinigingen wordt deze positie er niet beter op. Zij hebben het Cursushuis in Tilburg hard getroffen. Inmiddels is besloten de subsidierelatie met de gemeente te beëindigen en op commerciële basis verder te gaan. Met de gemeente Tilburg is een afbouwperiode afgesproken. Daarna staat het Cursushuis op eigen benen’.
‘Wiki Loves Bibliotheek’ (toelichting van Kees Hamann, directeur bibliotheek Vlissingen, vanwege verhindering schriftelijk) Door het innovatieproces van bibliotheken worden de collecties multimediaal van karakter. De diensten worden beter zichtbaar gemaakt en de bibliotheek gaat met zijn collectie naar de gebruiker toe, zei Kees Hamann van Wiki loves Bieb (wikilovesbieb.nl). De bibliotheek zoekt naar kanalen om burgers, die op hun zoektocht naar informatie of cultuur niet aan de bibliotheek denken, toch van dienst te kunnen zijn. Volgens hem kan Wikipedia daarbij helpen. Wikipedia verzamelt en ontsluit vrij toegankelijke informatie. Dat doel komt sterk overeen met die van bibliotheken. De Nederlandse versie van deze elektronische encyclopedie bevat inmiddels bijna 700.000 artikelen en er worden dagelijks vijf miljoen pagina’s geraadpleegd. Daarbij worstelt Wikipedia met de betrouwbaarheid van de informatie. Iedereen kan namelijk aan de Wikipedia-encyclopedie meewerken. Daardoor is lang niet alle informatie honderd procent correct, aldus Hamann. Hamann: ‘Op die punten kan met bibliotheken worden samengewerkt. Openbare bibliotheken zijn op lokaal niveau vaak de spin in het sociaal-culturele web. Daardoor kunnen zij bemiddelen om informatie van verschillende instellingen te helpen ontsluiten via Wikipedia. Zo ontwikkelen zij zich tot coördinator en facilitator van digitale kanalen waardoor een breder publiek kan worden bereikt.’
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
29
30
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Lijst van sprekers Theo Bijvoet, ministerie OCW Francien van Bohemen, public affairs, VOB Jos Debeij, directeur bibliotheek Deventer Gerard van Dijk, directeur stichting Certificering Openbare Bibliotheken Patricia Doornbos, coördinator Loes loket Didi Dorrestijn-Taal, wethouder gemeente Renswoude Bart Drenth, lid groepsdirectie Berenschot Lydia van Duijn, Stadsbibliotheek Haarlem/stichting openbare bibliotheken Peter van Eijk directeur, Stichting Bibliotheek.nl Dennis Eijsten, manager Stichting Bibliotheek.nl Tineke van Ham, voorzitter stichting PSO’s Nederland Kees Hamann, directeur bibliotheek Vlissingen Herman Horst, directeur bibliotheek Midden Brabant/het Cursushuis J. Jawad, beleidsmedewerker voor bibliotheekbeleid, VNG Ankie Kesseler, directeur Bibliotheek A tot Z Henriette de Kok, directeur bibliotheek Midden-Brabant Adriaan Langendonk, projectleider Kunst van Lezen van de stichting Lezen/SIOB Johanneke Liemburg, bestuursvoorzitter stichting Certificering Openbare Bibliotheken Jaap Verkroost, bestuurslid stichting Certificering Openbare Bibliotheken Jobke Vonk-Vedder, wethouder gemeente Abcoude Ap de Vries, directeur Vereniging Openbare Bibliotheken Jannie van Vugt, directeur BibliOosterschelde Chris Wiersma, directeur De Nieuwe Bibliotheek Almere Cor Wijn, senior consultant en interim-manager BMC Wilbert Willems, wethouder gemeente Breda Liesbeth Zuidema, beleidsmedewerker gemeente Alphen aan den Rijn Vereniging Van nederlandse gemeenten
31
Dagvoorzitters Siewert Pilon, hoofd beleidsafdeling Onderwijs, Zorg en Welzijn, VNG Rento Zoutman, bestuurder en partner van de DSP-groep
32
Vereniging van Nederlandse Gemeenten