RIS170700_18-FEB-2010
Gemeente Den Haag
Ons kenmerk
DSO/2010.420 RIS 170700
HET HAAGSE FILMBELEID HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gezien: - De succesvolle participatie van Den Haag in verschillende (speel)films en/of tv-series met de stad als decor; - De mogelijkheden om de Nederlandse film vaker naar Den Haag te halen; - De effectiviteit om via het medium film/tv de beeldvorming over Den Haag positief te beïnvloeden; - De te verwachten economische impuls en spin-off op de korte en lange termijn; - De heldere profilering van Den Haag als Internationale stad van Vrede en Recht en de fysieke mogelijkheden om Den Haag te gebruiken als decor in films; - De mogelijkheden om binnen het kader Delta Metropool de internationale lobby te intensiveren en internationale films naar Den Haag/Rotterdam te halen; - De mogelijkheden om in samenwerking met de Haagse culturele netwerken een Haagse kweekvijver voor filmtalent te ontwikkelen; Besluit: I. In te stemmen met het filmbeleid waaronder de aanstelling van een filmcommissioner met bijbehorend takenpakket, welke zal worden ondergebracht bij de Dienst Stedelijke Ontwikkeling - Bureau Citymarketing; II. Periode van de aanstelling vast te stellen per heden tot 1 juli 2011; III. Het filmbeleid te evalueren in de eerste helft van 2011 alvorens over te gaan tot definitieve aanstelling van de filmcommissioner; IV. In te stemmen met een bedrag van maximaal € 75.000,00 vanuit budget Citymarketing voor de aanstelling van de filmcommissioner;
Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 070 - 353 46 66 Fax: 070 - 353 27 82
DSO/2010.420
1
V. In te stemmen met een bedrag van maximaal € 300.000,00 vanuit budget Citymarketing voor bijdragen aan filmprojecten tot 1 juli 2011. Den Haag, 16 februari 2010 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram
J.J. van Aartsen
1
DSO/2010.420
2
Toelichting INLEIDING De afgelopen jaren heeft Den Haag geparticipeerd in verschillende (speel)films en/of tv-series met de stad als decor. Recente voorbeelden zijn “Zwartboek”, “Ocean’s 12”, “Het Leven uit een Dag” en “The Tribunal”. Op dit moment worden er in Den Haag opnames gemaakt voor de films “Tirza”, “The Making Of” en “Sonny Boy”. De toenemende maat van aanvragen van filmproducenten om te filmen in Den Haag vraagt om een beleidsmatige aanpak. Niet alleen om filmproducenten te faciliteren, maar ook om te kunnen profiteren van de benefits zoals economische spin-off en positieve beeldvorming over Den Haag. De opbouw van de toelichting is als volgt. Eerst wordt er ingegaan op het filmbeleid van andere steden en wat dat heeft opgeleverd. Daarna komt aan bod het economisch perspectief, de profilering van Den Haag als Internationale stad van Vrede en Recht en de mogelijke samenwerking binnen het kader Delta Metropool. Tot slot komt uitgebreid aan bod het Haagse filmbeleid met als onderdeel de aanstelling van een filmcommissioner. ACHTERGROND New York staat met grote stip op nummer 1 als het gaat om de stad als decor voor films en tv-series. Met het bord op schoot of de bak popcorn in de hand maakt de hele wereld elke dag weer kennis met deze prachtige stad via tv en film. Voor velen doet het een verlangen opkomen om naar deze stad af te reizen en het gevoel van de oneindige mogelijkheden zelf te ondergaan. Men heeft een tweesporen filmbeleid gekozen. Het eerste is het verkopen van de stad via film en tv-series met New York als decor. Het tweede is de creatieve sector aan zich binden en laten uitgroeien tot een economische drijfveer van wereldformaat. Een tot nu toe zeer succesvolle strategie om nieuwe bewoners, bezoekers en bedrijven aan te trekken. In Nederland is Amsterdam een goed voorbeeld dat met haar karakteristieke grachten en panden een schitterend decor vormt voor films en ook de thuisbasis is voor een gedeelte van Nederlandse creatieve industrie. Een stad “verkopen” via film/media kan zeer effectief zijn voor zowel de beeldvorming als voor de economische spin-off. Hoewel er al veel gebeurt op het gebied van film en media, staat Den Haag nog aan het begin als het gaat om een effectief filmbeleid. De mogelijkheden om dit uit te bouwen en te verstevigen zijn legio. Mede door de heldere profilering als Internationale stad van Vrede en Recht en de fysieke mogelijkheden om Den Haag te gebruiken als decor in films liggen de kansen voor het oprapen. In dit voorstel wordt “film” als verzamelnaam gebruikt voor films en tv-series. Middels het hierna voorgestelde filmbeleid wordt het marketinginstrument film/tv nog actiever en efficiënter ingezet om Den Haag te promoten en als filmstad op de kaart te zetten. Er worden voorstellen gedaan om te komen tot heldere informatie voor producenten met betrekking tot de mogelijkheden om te filmen in Den Haag, een actieve benadering van filmproducenten, een lobby op zowel nationaal als internationaal niveau en facilitaire ondersteuning bij het interne proces omtrent vergunningen.
2
DSO/2010.420
3
DE TOERISTISCHE AANTREKKINGSKRACHT VAN FILM, EEN ECONOMISCHE IMPULS ………Wie op een mooie zomerdag Exeter College bezoekt, een van de oudste colleges van Oxford, loopt grote kans een groep toeristen tegen het lijf te lopen. Op zich is dat geen unicum: de meeste colleges trekken een geregelde stroom toeristen aan. Maar de aandacht van deze bezoekers gaat niet zozeer uit naar de fraaie neogotische kapel of naar het uitzicht op Radcliffe Square. De fotocamera’s zijn allemaal gericht op een hoek op het gazon: een schijnbaar betekenisloos stukje grasveld. Opvallend is dat het gangbare geklets van toeristen heeft plaatsgemaakt voor een gewijde stilte, waarin slechts het klikken van de camera’s hoorbaar is. Wat wil het geval? Het is precies op deze plaats dat inspector Morse - het centrale karakter van de gelijknamige serie - werd getroffen door een hartaanval. In de laatste aflevering van deze wereldwijde populaire detective was te zien hoe inspector Morse in elkaar zakte, precies hier op het gazon in Exeter College, om enkele uren later te overlijden in het nabijgelegen ziekenhuis. De “Inspector-Morse-tour” is al meer dan 10 jaar een van de meest populaire tours in Oxford. (Tijdschrift voor Communicatiewetenschap 2009). Een voorbeeld zoals hierboven beschreven staat niet op zichzelf. In New York kun je bijvoorbeeld terecht voor de “Sex and The City- tour”. In een speciale bus word je rond gereden langs de verschillende plekjes waar de aantrekkelijke dames uit de gelijknamige HBO-serie hebben gewandeld, koffie hebben gedronken of een paar schoenen hebben gekocht. Andere tot de verbeelding sprekende voorbeelden zijn de films Harry Potter, James Bond en de Nederlandse tv-serie Baantjer. In Amsterdam kun je voor een paar euro mee op “Baantjertocht”. Volgens het laatste entertainmentnieuws is de laatste hype een “Gooische vrouwentocht” uiteraard in ’t Gooi. Er wordt veel onderzoek gedaan naar toerisme als filmgerelateerde spin-off. Onderstaande tabel maakt duidelijk dat een goede film of serie grote toeristische aantrekkingskracht kan hebben. Film
Braveheart
Locatie
Stirling castle, Scotland
Stijging Toerisme in %
Bron
1995: +25%
Scotisch enterprise Forth Valley
Close Encounters of the Devil's Tower, Wyoming Third Kind USA 1977/1978: +74%
Riley & Van Doren
Dances With Wolves
Fort Hays, Kansas USA
1990/1991: +25%
Riley & Van Doren
JFK
Book Depository Dallas
1992: +45%
Riley & Van Doren
Steel Magnolias
Natchitochnes Louisiana
1989: +48%
Riley & Van Doren
The Fugitive
Great Smoky Mountain N Carolina 1993: +11%
Riley & Van Doren
The last of the Mohicans
Chimney Rock Park, N Carolina 1992: + 25%
Riley & Van Doren
3
DSO/2010.420
4
Recente onderzoeken wijzen uit dat de keuze voor een vakantiebestemming de laatste tien jaar meer en meer wordt beïnvloed door film. Vakantiebestemmingen worden gecombineerd met beroemde filmlocaties en er worden vooraf hele routes uitgestippeld. Reisbureaus spelen daar ook steeds beter op in. Een voorbeeld hiervan is de pré-hype van de film “National Treasure”. Nog voor de release van de film “National Treasure” was er in New York al een speurtocht ontwikkeld en uitgerold, die langs de verschillende plekken van de film ging. Deze pré-hype heeft het betreffende bureau in New York een fortuin opgeleverd en het was voor de “die-hard-fans” een extra stimulans om naar de stad te komen. Voor een succesvolle economische spin-off is meer nodig dan alleen een hoog bioscoopbezoek van een bepaalde film. Uiteraard is een van de succesfactoren de hype rondom de film, maar er is meer nodig. Het ongekend grote succes van het boek “Da Vinci Code” heeft zich doorvertaald naar de film. De gemeente Parijs heeft dit succes voorzien en daar vooraf ook op ingespeeld. In een actieve marketingcampagne is Parijs verkocht als stad van Liefde en Mystiek. Aanplakbiljetten, snuisterijen en gadgets waren overal zichtbaar en te koop. Het grote succes van de economische spin-off was vooral te danken aan het Convention- en Toerismebureau van Parijs. Zij hebben een verbindende rol gespeeld tussen de commercie, de kerken en de gemeente Parijs om een maximaal rendement te halen uit de te verwachte hype. De hierboven genoemde cijfers zijn letterlijk succesnummers. Een combinatie van factoren zoals (bekende) acteurs, regisseurs en verhaal en budget heeft tot dit succes geleid. Hoewel in de tabel op de vorige pagina alleen de grote Hollywood films worden genoemd, betekent dit niet dat dit een voorwaarde is voor een toeristische spin-off. Ook de kleinere films en zelfs tv-series kunnen bijdragen aan de toeristische aantrekkingskracht. Voorbeelden hiervan zijn de Nederlandse tv-series Baantjer, Spangen en Westenwind. Wat verder duidelijk wordt uit verschillende onderzoeken is dat een “hospitable environment” een basisvoorwaarde is voor economische spin-off. Het zijn de lokale autoriteiten die dit bepalen in beleid. Den Haag heeft het afgelopen jaar al verschillende complimenten gekregen voor het warme welkom dat is geboden aan filmproducenten en de snelheid waarmee besloten wordt. Dit in schril contrast met het “juk” van regelzucht waaronder veel producenten lijden, zoals in Amsterdam. Andere voorwaarden voor een economische spin-off is samenwerking tussen lokale overheid en (toeristische) bedrijven. Wandeltochten langs de filmlocaties, fotoshoots met acteurs, gadgets. Allemaal voorbeelden die door de markt opgepakt en uitgebuit kunnen worden. Als aanjager kunnen de gemeente en Den Haag Marketing hierin faciliterend optreden. Ook pro-actief kan er gewerkt worden aan succes op de lange termijn. De verschillende instellingen in bijzondere gebouwen kunnen worden benaderd om hun deuren te openen voor filmopnames. Voor Den Haag liggen de kansen op dit gebied voor het grijpen. Op de korte termijn zal de economische spin-off zich beperken tot een economische impuls voor lokale bedrijvigheid zoals hotels en catering. Op de lange termijn kan, door onder andere het aantrekken van grotere internationale films en het ontwikkelen van een toeristisch aanbod op filmgebied, een economische spin-off worden gecreëerd.
4
DSO/2010.420
5
Om bovenstaande kansen optimaal te benutten zal Den Haag zich duidelijk moeten gaan profileren als filmstad. Dit proces begint simpelweg met het verleiden van producenten om hun film te schieten in Den Haag en de voorwaarden te creëren voor een “hospitable environment”. Zoals gezegd in de inleiding hebben veel (wereld)steden een filmcomissioner die fungeert als intermediair tussen overheden en producenten en ook invulling geeft aan het gekozen filmbeleid. In de navolgende paragrafen wordt verder in gegaan op het belang van het aanstellen van een “Haagse Filmcommissioner”. DE FILMCOMMISSIONER IN DE G4 STEDEN Elke grote, belangrijke stad heeft tegenwoordig een filmcommissioner en/of filmcommissie. Deze filmcommissies worden in de meeste gevallen voor honderd procent door de lokale overheid gefinancierd. Zo is bijvoorbeeld de filmcommissie in Antwerpen een gemeentelijke afdeling die nauw samenwerkt met andere gemeentelijke afdelingen en hulpdiensten. In Berlijn is sprake van een BV die door de overheid wordt gefinancierd, waarbij de aanvragen door de stadsdelen worden behandeld en de filmplanning onder een centrale gemeentelijke afdeling organiseert. De filmcommissie in Praag wordt bijna volledig door het ministerie van cultuur gefinancierd, maar heeft ook een aantal sponsoren zoals hotelketens. In de vier grootste steden van Nederland (G4) is de filmcommissie als volgt geregeld: Amsterdam De filmcommissie Amsterdam heeft als doel het stimuleren van de Amsterdamse filmsector en van het filmen in Amsterdam. Er worden met name diensten geleverd voor het stroomlijnen van alle aanvragen voor filmopnamen in Amsterdam en voor het verstrekken van informatie over de Amsterdamse filmsector. De scope van de filmcommissie omvat speelfilms, korte films, televisiedrama, commercials, documentaires en reclamefotoproducties. Amsterdam is voor filmmakers een bijzondere film- en fotogenieke stad. Veel filmmakers uit binnen en buitenland worden tevens aangetrokken door het specifieke imago en klimaat van de Amsterdamse samenleving. Uit onderzoek blijkt dat de filmindustrie voor Amsterdam een grote economische waarde heeft. Amsterdam heeft het grootste aandeel in de omzet en werkgelegenheid van de Nederlandse filmindustrie. Uit recent onderzoek is gebleken dat de hoofdstad niet filmvriendelijk is. De stad wordt de afgelopen jaren steeds vaker als filmlocatie gemeden. Amsterdam is vergeleken met andere steden lastig voor filmsets. Het is voor filmmakers omslachtig om alles te regelen dat nodig is om in openbare ruimten te mogen werken. Amsterdam wordt door filmmakers niet als een filmvriendelijke stad gezien. Voor het filmen en fotograferen in openbare ruimten is geen toestemming nodig. Maar voor het in de openbare ruimte fysiek mogelijk maken van een filmset, met haar ruimtebeslag en logistiek, alsmede voor de openbare orde is wel ondersteuning of toestemming van autoriteiten en hulpdiensten nodig. In Amsterdam is geen centraal aanspreekpunt voor informatie en begeleiding van filmen in openbare ruimten. Kortom, Amsterdam biedt geen hospitable environment. Mede op basis van het hierboven beschreven onderzoek en de daarin gedane aanbevelingen is per 1 januari 2010 een filmcommissioner aangesteld en wordt er gewerkt aan een centraal filmbeleid.
5
DSO/2010.420
6
Rotterdam Rotterdam is midden jaren ’90 begonnen met het stimuleren van de Audio Visuele sector (AV). De insteek was van meet af aan het opbouwen van een economisch sterkere sector. Om die reden is het Rotterdams Film Fonds opgericht. Dit fonds verstrekt leningen aan filmproducenten die AV producties in Rotterdam ondernemen. Al spoedig bleek dat de stad vooral kon scoren door goede faciliteiten aan de filmwereld te bieden. Dus niet alleen financiële support, maar vooral service; helpen om geschikte locaties te vinden, en vooral alles via één contactpersoon bij de gemeente laten regelen: straatafzetting, vergunningen, samenwerking politie, samenwerking gemeentelijke diensten, verkeersomleidingen, faciliteiten voor catering. Deze werkzaamheden worden verricht door de Rotterdam Film Commissioner. Het Rotterdam Media Fonds (RMF) richt zich op het stimuleren en verstevigen van de audiovisuele bedrijvigheid in de regio Rotterdam. Het RMF voert daarmee een gemeentelijk beleid uit, dat het ontwikkelen en bevorderen van een gezond economisch klimaat t.b.v. de film- en media-branche in stad en regio behelst. Utrecht In Utrecht is geen filmcommissioner of filmcommissie actief. Wel is er een geringe subsidieregeling voor Utrechtse filmmakers. Doel van deze regeling is Utrechtse makers op het gebied van film te ondersteunen en aanvullend aanbod voor de lokale omroep te genereren door het maken van audiovisuele producties te ondersteunen. Alleen professionele filmmakers woonachtig in de gemeente Utrecht of buurgemeenten kunnen een aanvraag indienen voor een AV-productie. Den Haag Voor Den Haag is het opnemen van (speel)films en/of het participeren in tv-series met de stad als decor niet iets nieuws. De afgelopen jaren zijn er meerdere films (deels) opgenomen in Den Haag. Recente voorbeelden zijn “Zwartboek”, “Ocean’s 12”, “Het Leven uit een Dag” en “The Tribunal”. Op dit moment worden er in Den Haag opnames gemaakt voor de films “Tirza”, “The Making Of” en “Sonny Boy”. Ook voor documentaires en tv-programma’s weten producenten Den Haag steeds vaker te vinden en was de stad decor voor bijvoorbeeld “Totally Beach”, “Wie is Di-rect” en “The Phone”. Den Haag als decor in films heeft veel te bieden. De unieke ligging aan zee, de haven, een historisch centrum en de Haagse bouwstijl spreken al snel tot de verbeelding. Daarnaast geeft het internationale karakter een extra dimensie aan de stad dat zeer interessant kan zijn voor de buitenlandse filmmarkt. Een voorbeeld hiervan is de film “Ocean’s 12” waarin Den Haag zichtbaar was als host voor Europol en de film “The Tribunal” waarin Den Haag duidelijk werd neergezet als internationale stad waar volkerenrecht wordt gesproken. Naast het inspirerende decor is Den Haag ook springplank voor (bekend) acteertalent. Bas Muys, Barry Atsma, Frank Evenblij en Georgina Verbaan zijn op de Haagse Jeugdtheaterschool Rabarber onderwezen in de grondbeginselen van het theatervak. De directeur, Rebecca van Leeuwen en haar partner Wim Serlie zetten zich in om jong talent te ontdekken en klaar te stomen voor producties in de creatieve sector. Daarnaast zijn er nog verschillende kleine theaterverenigingen en ook castingbureaus die zich bezig houden met talentontwikkeling.
6
DSO/2010.420
7
In tegenstelling tot Rotterdam en Amsterdam heeft Den Haag een kleine Audio Visuele (AV) sector. Voor Rotterdam was de opbouw van een eigen AV-sector leidend bij het opzetten van een filmbeleid om zodoende een economisch sterke sector aan zich te binden. Amsterdam heeft de grootste AV-sector van Nederland met ongeveer 4.700 banen. Het ontbreken van een volledig op film gerichte AV-sector hoeft niet als probleem te worden bestempeld. Het is eerder een uitdaging om te zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden met bijvoorbeeld de AV-sector van Rotterdam binnen het kader Delta Metropool. Het belang voor Den Haag om een filmbeleid te ontwikkelen en een filmcommissioner aan te stellen is net als in New York tweeledig, zij het met een ander economisch perspectief. Profilering Het eerste belang gaat over de profilering van de stad. Het gebruik van “Den Haag” als decor in films verhoogt de stadstrots van de bewoners die hun eigen stad terugzien in een film. Daarnaast geldt dat het marketinginstrument media/film moet bijdragen aan een effectieve profilering van Den Haag als Internationale stad van Vrede en Recht, het moet de aantrekkelijkheid van de stad benadrukken en laten zien. Het verkopen van de stad via film en tv is een doeltreffend instrument binnen het citymarketingbeleid. Het maakt de stad nationaal en internationaal meer bekend, laat de kijker kennis maken met de stad in al haar facetten en verhoogt de aantrekkingskracht op nieuwe bewoners, bezoekers en bedrijven. Economische spin-off Het tweede belang is economisch van aard. De economische impuls voor de lokale economie door bestedingen van een producent tijdens filmprojecten. Ook de toeristische spin-off, zoals citytours en bezoeken aan filmlocaties, is een niet te onderschatten economisch belang. HET HAAGSE FILMBELEID Om het marketinginstrument media/film nog efficiënter in te zetten ter ondersteuning van de profilering van Den Haag en om voorwaarden te creëren voor mogelijke economische spin-offs is een beleidsmatige aanpak nodig. Binnen dit beleid moeten de tot nu ad-hoc criteria definitief worden vastgesteld en krijgen de verschillende belanghebbende partijen een duidelijke plek. Voor producenten moet het filmbeleid duidelijkheid creëren in wat Den Haag te bieden heeft op gebied van facilitering en subsidiëring van filmprojecten en wat Den Haag daarvoor verwacht in return. Het hierna voorgestelde filmbeleid zet de deur open voor kwalitatief goede films (nationaal en internationaal) met Den Haag als decor en het creëert potentie voor een economische spin-off. Het filmbeleid bestaat uit de volgende onderdelen: A. B. C. D. E. F.
Missie en Strategie Aanstellen van een filmcommissioner Ambassadeurschap en Impuls bestaande netwerken Communicatie Faciliteren filmprojecten en Filmprotocol Subsidiëring filmprojecten
7
DSO/2010.420
8
A. Missie en Strategie Missie Den Haag is filmstad en is een hospitable environment voor film- en mediaproducenten. Met regelmaat dient Den Haag als decor voor nationale en internationale films en overige mediaproducties. Den Haag als filmstad heeft een aantoonbaar positieve invloed op de aantrekkingskracht van nieuwe bewoners, bezoekers en bedrijven. Zowel nationaal als internationaal verankert Den Haag als filmstad het imago “Internationale stad van Vrede en Recht”. Den Haag is kweekvijver voor aanstormend creatief- en acteertalent. Strategie Ontwikkeling van een filmbeleid met als onderdeel het aanstellen van een filmcommissioner. Bestaande structuren voor informatievoorziening over filmmogelijkheden en procedures voor het aanvragen van benodigde vergunningen worden ingericht op basis van een hospitable environment voor producenten. Mogelijkheden en randvoorwaarden voor filmen in Den Haag worden vastgelegd in een filmprotocol en belanghebbende gemeentelijke diensten zullen worden samengebracht binnen een productieoverleg. Door intensieve lobby, zowel op nationaal en internationaal niveau, zullen producenten worden “verleid” om films op te nemen in Den Haag. Bekende Haagse producenten, regisseurs en acteurs zullen worden ingezet als ambassadeurs om Den Haag als filmstad te promoten. De bestaande Haagse creatieve sector krijgt een impuls om te komen tot een kweekvijver van creatiefen acteertalent voor filmproducenten. Per filmproducties zullen opleidings- en stageplekken worden gecreëerd in samenwerking met het ROC, relevante HBO-opleidingen en bestaande Haagse toneel- en theatergroepen. B. Aanstellen filmcommissioner De Haagse filmcommissioner maakt deel uit van het gemeentelijk Bureau Citymarketing dat is ondergebracht bij de Dienst Stedelijke Ontwikkeling. De taakomschrijving van de filmcommissioner in hoofdlijnen: Informatie en Coördinatie De filmcommissioner is het eerste en vaste informatie- en aanspreekpunt voor producenten. Alle aanvragen voor film en tv-series waarbij de gemeente wordt gevraagd om facilitaire ondersteuning en/of subsidie worden voor een eerste beoordeling doorgestuurd naar de filmcommissioner. Wanneer aanvragen worden gehonoreerd wordt een producent doorverwezen naar de dienst Stadsbeheer voor het aanvragen van een vergunning. De filmcommissioner zal zich actief inzetten om vraag (producenten) en aanbod (facilitering en begeleiding) op elkaar af te stemmen en te stroomlijnen. Een goede samenwerking tussen de verschillende gemeentelijke diensten is van essentieel belang om een hospitable environment te creëren voor producenten. Advies De filmcommissioner heeft een adviserende rol als het gaat om het gevoerde filmbeleid. Uit de praktijk zal moeten blijken hoe het filmbeleid zijn uitwerking heeft en of bijstelling nodig is. De filmcommissioner heeft ook een adviserende rol bij aanvragen voor filmsubsidies. Om een helder en eenduidig beleid voor subsidieaanvragen op te zetten wordt hierna een voorstel gedaan.
8
DSO/2010.420
9
Dit voorstel bevat heldere criteria en een “rankingsysteem” op basis waarvan vastgesteld kan worden of en voor welk bedrag een filmproject wordt ondersteund. Op basis van deze criteria zal de filmcommissioner een advies uitbrengen aan de wethouder. De filmcommissioner heeft ook een adviserende rol bij een mogelijke economische spin-off van een film. Zoals eerder geschreven, lenen sommige films zich voor een pre-hype en of een spin-off in de zin van speurtochten, locatiebezoeken en gadgets. Deze spin-offs zijn vooral gericht op toerisme. De filmcommissioner kan als instigator deze kansen bespreken met Den Haag Marketing. De daadwerkelijke uitvoering hiervan ligt bij Den Haag Marketing. PR en Lobby De filmcommissioner heeft ook een representatieve functie. Op de filmfestivals wordt Den Haag op de kaart gezet als filmstad. Filmfestivals zijn ook bij uitstek de momenten voor lobby om de (grotere) nationale en ook internationale films naar Den Haag te halen. Hoewel dit een proces is van lange adem zijn er voldoende aanknopingspunten om dit soort films (gedeeltelijk) naar Den Haag te halen. Ook Haagse producenten, regisseurs en acteurs kunnen hierin een ambassadeursrol spelen, waarover verderop meer. Wanneer internationale filmproducenten voornemens zijn te filmen in bijvoorbeeld Den Haag, speelt het gecombineerde aanbod van een goed geëquipeerde AV-sector, filmbare locaties, filmprofessionals en acteurs een grote rol. Door samenwerking met de Rotterdamse AV-sector, kan de Haagse AV-sector zich versterken om zo te komen tot een professionele AV-sector gericht op film. Op haar beurt mist Rotterdam een historische binnenstad en kan aan bepaalde (internationale) filmverzoeken niet voldoen. Door de combinatie Den Haag/Rotterdam te vermarkten in het buitenland ontstaat een aantrekkelijk(er) aanbod voor internationale producenten om te filmen in Den Haag/Rotterdam. C. Ambassadeursschap en Impuls bestaande netwerken Den Haag is de woonplaats van een bekend aantal acteurs, regisseurs en producenten, van wie sommige zelfs wereldberoemd. In het kader van een sterke lobby in zowel binnen- als buitenland zou een select gezelschap een ambassadeursrol kunnen vervullen. Hierbij wordt gedacht aan het inzetten van eigen netwerken en contacten. Uit recente ervaringen met filmproducties die in Den Haag zijn opgenomen is gebleken dat producenten Den Haag een aansprekend decor vinden voor film. Ook is er lokaal talent aanwezig, maar ontbreekt het aan specifieke filmervaring. Om het aanbod van filmprofessionals en acteurs te vergroten is het belangrijk om de Haagse creatieve sector een impuls te geven, bestaande netwerken te versterken en een kweekvijver voor creatief filmtalent te realiseren. Er zijn voorbeelden bekend waarbij educatieprogramma’s worden gekoppeld aan film- en/of mediaproducties om de lokale film en mediasector te stimuleren en zo een basis te creëren voor de lange termijn. Ervaren crewleden zullen de talenten opleiden en begeleiden in hun werkzaamheden. Hierin kan samenwerking worden gezocht met de Haagse creatieve sector zoals toneel- en theaterverenigingen en de (jeugd)theaterschool. Maar ook samenwerking met een ROC en het HBO is mogelijk. Hierdoor wordt een filmproductie niet een eenmalige activiteit en kunnen ook in de toekomst hiervan de vruchten worden geplukt.
9
DSO/2010.420
10
D. Communicatie Intern Om te kunnen sturen op maximale benutting van filmprojecten en tv-series is het van belang dat de filmcommissioner evenals de projectleider media (portefeuille BDLM ) wordt geïnformeerd over projecten waarbij de gemeente Den Haag betrokken is. Binnen de verschillende gemeentelijke afdelingen/directies krijgen sommige producenten/omroepen ook subsidie. Om te zorgen dat ook bij deze projecten de benefits voor Den Haag maximaal worden benut en in overeenstemming zijn met het lokale mediabeleid en de mediawet is het van belang dat de filmcommissioner en projectleider media van dergelijke projecten op de hoogte zijn en waar nodig kunnen bijsturen. Met behulp van de afdeling DSO Communicatie, VEB en POI zal hiervoor een plan worden opgesteld. Extern Bij ieder film- en tv-project zal een passende persbenadering worden opgezet onder leiding van de afdeling DSO Communicatie. Via de webportal www.denhaag.nl/citymarketing wordt algemene informatie gegeven over: de mogelijkheden voor filmen in Den Haag; filmbare locaties; facilitering bij uitvoering; voorwaarden subsidiëring; filmprotocol; download diverse formulieren (aanvraag vergunning etc). E. Facilitering Filmprojecten en Filmprotocol Onder facilitering van filmprojecten wordt verstaan: -
begeleiding bij het aanvragen van vergunningen; adviseren over filmlocaties zoals gebouwen etc.; begeleiding tijdens het filmproces.
Alle filmprojecten worden van begin tot eind gefaciliteerd. De filmcommissioner coördineert deze facilitering. Het aanvragen van een filmvergunning is de verantwoordelijkheid van de producent. De aanvraag zal in behandeling worden genomen door de Dienst Stadsbeheer (DSB) en binnen het dienstenoverleg worden behandeld. Voor een filmproject worden vaak diverse locaties gebruikt. Het Kenniscentrum Evenementen (KCE) dat onderdeel is van de stichting Den Haag Marketing, kent veel van deze locaties en is op de hoogte van de mogelijkheden. Het KCE heeft hier een adviserende rol naar producenten. Binnen het lopende proces is overleg geweest tussen Bureau Citymarketing en de Dienst Stadsbeheer over de procedurele afhandeling van vergunningaanvragen voor film. Afgesproken is om aan de hand van een aantal lopende en nieuwe projecten het komende jaar de vergunningprocedure te evalueren. Aan de hand van deze ervaringen zullen er eventueel bijstellingen worden gedaan binnen de bestaande structuur.
10
DSO/2010.420
11
Om helderheid te creëren voor producenten in de procedure voor vergunningaanvraag en de diverse mogelijkheden en beperkingen voor filmen in Den Haag is op dit moment een filmprotocol in ontwikkeling. F. Subsidiëring filmprojecten Om te komen tot een evenwichtig advies/besluit komt er een puntensysteem waarbij het projectplan op een aantal vooraf vastgestelde criteria wordt getoetst. Op basis van het totaal aantal punten wordt een advies uitgebracht over de maximaal toe te kennen subsidie. Dit systeem wordt in meerdere filmsteden toegepast en moet gezien worden als richtlijn. Om de procedure voor het aanvragen van filmsubsidie inzichtelijk te maken is hieronder een stappenplan opgesteld: Stap 1 Globale check Een verzoek wordt na een eerste lezing beoordeeld op aanwezigheid van een projectplan, begroting en dekkingsplan. Een voorlopige inschatting wordt gemaakt in hoeverre een aanvraag kans van slagen heeft. Stap 2 Ranking op basis van vooraf vastgestelde criteria Criteria die worden getoetst zijn: Economisch
Welk percentage van het totale filmbudget wordt gespendeerd in Den Haag, door in te kopen bij Haagse ondernemers. Hierbij kan gedacht worden aan hotelovernachtingen, catering, techniek etc. Kortom, wat is de impuls voor de lokale economie? Wat zijn de mogelijkheden en kansen voor economische spin-off?
Marketingtool:
Wat is het bereik van de film, nationaal/internationaal. In hoeverre komen de unique selling points van Den Haag naar voren? Wat is de lokale uitstraling? Door shooting in de stad worden bewoners ook gewezen op het unieke van Den Haag en kunnen (doorgaans) met trots de Haagse setting in de film herkennen. Wat is de uitstraling van de film op nationaal en internationaal niveau. Nationaal kan een film bijdragen aan een positieve perceptie van Den Haag, de attractieve stad. Ditzelfde geldt ook op internationaal niveau waarbij het dan vooral gaat om de naamsbekendheid van Den Haag en de positionering als Internationale stad van Vrede en Recht.
11
DSO/2010.420
12
Exposure/PR:
Bij dit onderdeel wordt een inschatting gemaakt van de publiciteit die de film met zich meebrengt. Dit hangt af van het thema, producent/regisseur en de acteurs. Wat zijn de mogelijkheden om tijdens het productieproces exposure te genereren voor Den Haag? Om exposure voor Den Haag te garanderen wordt in de subsidievoorwaarden bepaald dat minimaal 15% van het subsidiebedrag aantoonbaar moet worden gespendeerd aan exposure en PR.
Cultureel:
In hoeverre heeft de film/het thema een directe binding met Den Haag? Hierbij kan gedacht worden aan historie, bepaalde gebouwen, personen, internationale instellingen etc. Sommige films hebben een uitgesproken cultureel/historisch karakter. Voorbeelden hiervan zijn de documentaire films, korte speelfilms en zogenoemde filmhuis- c.q. “art-house”-films, vaak ook betiteld als de non-commerciële films. Bij de commerciële films, ofwel de grote bioscoopfilms voert een cultureel/historisch karakter niet vaak de boventoon. In beide gevallen kunnen punten worden toegekend.
Filmfonds / kwaliteitscheck
Hoe is de film beoordeeld door het filmfonds?
Standaard voorwaarden: Filmpremiere:
Het feit of de première van een film wel of niet in Den Haag wordt gehouden is van groot belang. In principe dient één van de voorwaarden voor het verlenen van een subsidie aan een filmproject altijd te zijn dat de première in Den Haag wordt gehouden.
Financiering:
De gemeente Den Haag kan in principe nooit de enige financier zijn van een filmproject. Begroting en dekkingsplan zullen hier inzicht in moeten geven. Wanneer na een aanvraag het filmfonds een filmproject niet subsidieert dient dit ook leidend te zijn voor de aanvraag in Den Haag.
Overige opmerkingen •
Aan de hand van het puntenaantal wordt het belang voor Den Haag inzichtelijk gemaakt om deel te nemen aan een filmproject. Dit belang wordt vervolgens vertaald naar een maximale subsidie.
12
DSO/2010.420
13
•
Om een garantie in te bouwen voor exposure dient 15% van het filmbudget aantoonbaar te worden besteed aan exposure en PR rondom de film in relatie tot Den Haag. Een dergelijke voorwaarde is binnen de filmwereld gebruikelijk en wordt ook in contracten tussen een producent en distributeur vastgelegd met het oog op het winstgevend maken van de film.
•
Om een garantie in te bouwen voor Den Haag dat bij subsidiëring van een filmproject ook daadwerkelijk wordt gespendeerd in Den Haag, dient minimaal 25% van de subsidie aantoonbaar te worden gespendeerd in Den Haag.
•
Filmsubsidie wordt verleend op voorwaarde dat vergunning wordt verleend.
Stap 2A Consultatie afdeling Economie, Cultuur en Den Haag Marketing. Om het economisch, cultureel en marketing belang vast te stellen zullen de betreffende gemeentelijke afdelingen worden geconsulteerd. De afdelingen zullen afzonderlijk het belang vaststellen en punten toekennen. Stap 2B Consultatie Filmfond en Den Haag Marketing Wanneer in Den Haag subsidie wordt aangevraagd voor een film kan het filmfonds worden geconsulteerd. Een onderbouwing kan daar worden opgevraagd als ook het filmfonds een bijdrage heeft toegekend. Wanneer het filmfonds geen bijdrage heeft toegekend zal dit ook leidend zijn voor de aanvraag in Den Haag. Het Nederlands Fonds voor de Film is een van de cultuurfondsen die de overheid in het leven heeft geroepen om culturele activiteiten te stimuleren. Het Fonds is in 1993 ontstaan uit een fusie van het Productiefonds van de Nederlandse film en het Fonds voor de Nederlandse film. Het fonds heeft een eigen kwaliteitscheck. Zo kunnen bijvoorbeeld producenten die minder dan twee (speel)films op hun naam hebben staan, geen aanvraag doen. Stap 3 Advisering wethouder Op basis van de verkregen informatie zal een onderbouwd advies worden gegeven aan de wethouder. Stap 4 Besluit De wethouder beoordeelt het advies en besluit.
13
DSO/2010.420
14
Puntentelling rankingsysteem
Ranking Systeem
Economische impuls
Klein belang 1 tot 5 punten
Gemiddeld belang 6 tot 10 punten
Hoog belang 11 tot 15 punten
Economische spin-off
1 tot 5 punten
6 tot 10 punten
11 tot 15 punten
Binding met den Haag
1 tot 5 punten
6 tot 10 punten
11 tot 15 punten
Marketingtool
1 tot 5 punten
6 tot 10 punten
11 tot 15 punten
Exposure/PR
1 tot 5 punten
6 tot 10 punten
11 tot 15 punten
Cultureel
1 tot 5 punten
6 tot 10 punten
11 tot 15 punten
Filmfonds Kwaliteit film/producent Potentieel/budget etc
5
10
15
Totaal
35
70
105
Film met een klein belang voor Den Haag: Subsidie tot 1% van het filmbudget met een maximum van € 50.000,00 Film met een gemiddeld belang voor Den Haag: Subsidie tot 3% van het filmbudget met een maximum van € 100.000,00 Film met een hoog belang voor Den Haag: Subsidie tot 5% van het filmbudget met een maximum van € 150.000,00
Als het totale aantal punten onder de 35 ligt zal worden geadviseerd geen subsidie te verlenen.
14
DSO/2010.420
15
Schematische weergave aanvraag filmsubsidie
Aanvraag filmsubsidie
2A Consultatie Afdeling Economie Afdeling Cultuur Den Haag Marketing
1 eerste globale check
2 Ranking op basis vastgestelde criteria
Bij ontbreken van een degelijk projectplan, begroting en dekkingsplan, wordt het subsidieverzoek niet in behandeling genomen.
2B Bij filmproject: consultatie filmfonds.
3 Advies aan wethouder
4 Besluit door wethouder
15