VV07 430-435.qxd
10-07-2009
11:26
geluidwering
Will Scheffer
Pagina 430
Onderzoek naar geluid van waterleidingen ST-19
Geluidwering sanitaire toestellen en installaties
Met bestaande richtlijnen en werkbladen voor geluidwering van sanitaire installaties kan nauwelijks meer worden voldaan aan de huidige prestatieeisen in de publiek- en privaatrechtelijke sfeer. De documenten zijn meer dan vijftien jaar oud. Uneto-VNI en TVVL hebben in 2006 het meerjarenproject ST-19 ‘Geluidwering sanitaire toestellen en installaties’ opgesteld. Dit artikel geeft een samenvatting van de meetresultaten van waterleidingen.
De Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 5075 ‘Geluidwering in woningen en woongebouwen – Sanitaire toestellen en installaties voor de aan- en afvoer van water’ stamt uit 1991. Deze NPR richt zich op de drie (hoofd)functies van een sanitaire installatie: • aanvoer van water (leidingwaterinstallatie); • waterverbruiks- en lozingstoestellen (sanitair); • afvoer van water (riolering). Door toepassing van nieuwe bouw- en installatiemethoden bleek de NPR 5075 na zo’n vijftien jaar niet meer aan te slui-
Aanleg waterleidingen in wand van kalkzandsteen.
ten op de actuele bouw- en installatiepraktijk. Met de toename van kwaliteitseisen aan woningen in het algemeen, worden ook strengere eisen gesteld aan de optredende geluidniveaus door installaties. Een belangrijk deel van het in woningen voorkomende installatiegeluid is afkomstig van sanitaire installaties. Uneto-VNI en TVVL hebben in 2006 het projectplan ST-19 ‘Geluidwering sanitaire toestellen en installaties’ opgesteld dat voorziet in vier fasen: • Fase 1: inventarisatie van beschikbare (ook buitenlandse) informatie over geluid en isolerende maatregelen van sanitaire installaties. • Fase 2a: onderzoek naar de geluidafstraling van waterleidingen als functie van de watersnelheid en armaturen naar omliggende bouwkundige constructies. • Fase 2b: onderzoek naar de geluidafgifte van rioleringsleidingen boven verlaagde plafonds van verschillende soorten materiaalopbouw. • Fase 3: vertaling van de resultaten die uit fase 1 en 2a/b zijn voortgekomen naar praktijkrichtlijnen. Eerder heeft op initiatief van Uneto-VNI door Isso en bureau Peutz onderzoek plaatsgehad naar de geluidafstraling van rioleringsstandleidingen in leidingschachten. Dat heeft in 2005 geleid tot een aanvulling op NTR 3216 ‘Richtlijnen voor ontwerp en uitvoering van binnenriolering’ met het bijbehorend computerberekeningsmodel ‘Soundspotsim’. Dit simulatieprogramma is in 2008 uitgebreid.
FASE 1
De typen waterleidingen die bij het onderzoek zijn gebruikt: (van boven naar beneden) PB 15 en 22 mm, AluPEX 16 en 25 mm, koper 12, 15 en 22 mm.
430
juli/augustus 2009 vv+
In 2007 is fase 1 van het ST-19-project opgeleverd. De inventarisatie is uitgevoerd door bureau Peutz uit Zoetermeer en de werkzaamheden zijn begeleid door de TVVL-werkgroep ST-19, waarvan Isso het secretariaat voert. Uit de rapportage blijkt dat in de beschouwde Europese landen voor woningen formele (publieke) vergelijkbare installatiegeluidniveaus van circa 30 dB(A) worden gehanteerd. Deze waarde geldt voor geluid veroorzaakt door sanitaire installaties buiten de woning. Uitzondering hierop vormt Zwitserland, waar de formele geluidniveauwaarde ook geldt voor installaties binnen de ei-
VV07 430-435.qxd
10-07-2009
11:26
Pagina 431
gen woning. In de privaatrechtelijke sfeer worden in Nederland ook strengere geluidniveaus genoemd (NEN 1070) en eisen gesteld aan geluidniveaus van sanitaire installaties binnen de eigen woning (GIW). Met de thans beschikbare informatie is geen goede inschatting te maken voor de toelaatbare stroomsnelheden in waterleidingen bij strengere geluideisen en montage op andersoortige wandconstructies dan de relatief zware en stijve internationaal gestandaardiseerde meetwand. Ook blijkt dat er geen data beschikbaar zijn van de verschillen in geluidafstraling bij diverse leidingmaterialen.
FASE 2A In fase 2a van het ST-19-project, dat in april 2009 is opgeleverd, zijn onder meer metingen verricht naar de geluidafstraling van waterleidingen als gevolg van de watersnelheid en is onderzoek gedaan naar de relatie tussen de meetmethode volgens de internationale norm ISO 3822 en praktijksituaties, en de effecten van verschillende montagewijzen en flexibele aansluitingen op kranen. In deze fase van onderzoek is bureau Peutz begeleid door de TVVL-werkgoep ST-19 aangevuld met vertegenwoordigers van participanten. De participanten hebben, in het Laboratorium voor Akoestiek van Peutz in Mook, gezorgd voor de bouw van de verschillende te testen wandconstructies met een verscheidenheid aan in- en opbouwwaterleidingen. Er zijn circa vijfhonderd metingen uitgevoerd. De participanten waren: Kuenen Installatiegroep, Saint Cobain Gyproc, Flamco, Viega, KME, J. van Walraven, Wavin en Neoperl. Isso onderhoudt de contacten met de participanten.
LEIDING-
IGN
star aangesloten op een stalen leiding.
EN WANDTYPEN
Metingen zijn verricht aan wanden van 100 mm dik, bestaande uit kalkzandsteen (circa 180 kg/m2, gemeten luchtgeluidisolatiewaarde Rw = 44 dB), gipsblokken (84 kg/m2, RW = 38 dB) en metalstud in twee uitvoeringen (75 mmprofielen met enkele gipskartonbeplating, totaal 20 kg/m2, RW = 42 dB , en 50 mm profielen met dubbele gipskartonbeplating, totaal 38 kg/m2, RW = 52 dB). In en op de wanden zijn leidingen gemonteerd van koper (12, 15 en 22 mm met soldeerverbindingen), AluPEX (16, 20 en 25 mm met persfittingen voorzien van tule) en PolyButyleen (PB) (15, 22 en 28 mm met push-fitfittingen voorzien van losse steunbus). De testleiding heeft een omwikkelde lengte van circa 4,0 m met daarin twee knieën/bochten. Ook ter plaatse van de intrede en uittrede, respectievelijk de aansluitpunten zijn knieën/bochten opgenomen. In de testleiding zijn dus in to-
Kraan van geluidsklasse 1 star aangesloten op de waterleiding.
taal vier knieën/bochten opgenomen. Standaard waren dat kniestukken, in enkele gevallen ook gebogen bochten. Gemeten is de geluidafstraling van waterleidingen bij watersnelheden van 1, 2, 3 en 4 m/s.
GELUIDAFSTRALING
WATERLEIDINGEN
Als referentie met de inbouwsituaties, alsmede voor opbouwleidingen bij renovatieprojecten, is de bijdrage van de luchtgeluidafstraling (dus van opbouwleidingen) gemeten van koperen leidingen (12, 15 en 22 mm), PB 15 mm en AluPEX 16 mm. Het gemeten luchtgeluid als gevolg van waterstroming blijkt bij koper en PB ruisachtig van karakter. Tot en met een watersnelheid van 3 m/s voldoen de onderzochte koperen leijuli/augustus 2009 vv+
431
VV07 430-435.qxd
10-07-2009
11:26
Pagina 432
leiding op wand: type en buitendiameter (met
genormeerd geluiddrukniveau Ln in dB(A)
knieën, tenzij anders aangegeven) 1 m/s
2 m/s
3 m/s
4 m/s
koper 12 mm
-
15
25
32
koper 15 mm
-
13
23
30
koper 22 mm (met bochten)
-
10
16
24
-
12
23
31
21
36
52
70
PB
15 mm
AluPEX 16 mm
Tabel 1. Selectie van gemeten luchtgeluidafstralingen door leidingen afhankelijk van de watersnelheid.
type wand
leiding in wand (met knieën):
genormeerd geluiddrukniveau Ln in dB(A)
type en buiten1 m/s
2 m/s
3 m/s
4 m/s
5 m/s
kalkzandsteen
koper 15 mm
-
13
21
28
-
gipsblokken
koper 15 mm
-
12
22
31
-
metalstud enkele beplating
koper 15 mm
-
9
18
27
-
metalstud dubbele beplating
koper 15 mm
-
10
15
22
27
kalkzandsteen
PB
15 mm
-
10
19
27
-
gipsblokken
PB
15 mm
-
12
23
31
-
metalstud enkele beplating
PB
15 mm
-
15
27
35
-
metalstud dubbele beplating
PB
15 mm
-
16
27
35
-
kalkzandsteen
AluPEX 16 mm
24
37
44
60
-
gipsblokken
AluPEX 16 mm
22
38
45
64
-
metalstud enkele beplating
AluPEX 16 mm
25
37
45
66
-
metalstud dubbele beplating
AluPEX 16 mm
19
37
61
69
-
diameter
Tabel 2. Selectie van gemeten constructiegeluidafstraling door leidingen afhankelijk van de watersnelheid.
dingen en de PB-leiding ruim aan de grenswaarde van 30 dB(A), zie tabel 1. Bij AluPEX 16 mm wordt het geluidniveau bij toenemende snelheid bepaald door hoogfrequent cavitatiegeluid, afkomstig uit de vernauwingen in de persverbinding van de kniestukken. Bij een watersnelheid van 2 m/s in de rechte leidingdelen (5 m/s in de tule van de persverbinding) wordt de formele grenswaarde van 30 dB(A) al ruim overschreden. Om aan de grenswaarde te voldoen mag de snelheid in de AluPEX-leiding niet hoger zijn 1,5 m/s. Het thermisch isoleren van de koperen opbouwleiding (met Armaflex) bleek geen invloed op de geluidafstraling te hebben. De gemeten constructiegeluidafstraling bij koperen en
432
juli/augustus 2009 vv+
PB-leidingen in steenachtige wanden (kalkzandsteen en gipsblokken) blijkt bij watersnelheden tot en met 3 m/s eveneens ruim aan de Bouwbesluiteis van 30 dB(A) te voldoen, zie tabel 2. De watersnelheid in AluPEX met persverbindingen (voorzien van een tule) moet ook in steenachtige wanden beperkt blijven tot 1 à 1,5 m/s. Wordt de leiding van AluPEX in de wand van gipsblokken zonder verbindingen uitgevoerd, dan wordt zelfs nog bij een watersnelheid van 4 m/s voldaan aan de Bouwbesluiteis. Bij 2 m/s is 9 dB(A) gemeten, bij 3 m/s 20 dB(A) en bij 4 m/s 26 dB(A). Ook de gemeten constructiegeluidafstraling bij koperen en PB-leidingen in metalstudwanden blijkt bij watersnelheden tot en met 3 m/s ruim aan de Bouwbesluiteis van 30 dB(A) te voldoen, voor koperen leidingen zelfs veelal bij een watersnelheid van 4 m/s. De meetresultaten voor AluPEX in metalstudwanden lagen bij watersnelheden boven 1 m/s al boven de formele eis.
UITSTROOMAPPENDAGES Voor het meten en classificeren van constructiegeluid van kranen wordt gebruikgemaakt van een internationale methode, vastgelegd in de norm ISO 3822. Daarbij wordt een stalen leiding met een binnendiameter van 25 mm door draadeinden star bevestigd (door en door) op een massieve wand met een oppervlakte van 8 – 12 m2 en een oppervlaktegewicht van 100 – 250 kg /m2. De norm voorziet verder in een genormeerd, geruisproducerend uitstroomappendage (IGN). Om de meetresultaten – verkregen in verschillende meetruimten, respectievelijk meetwanden – met elkaar te vergelijken wordt met behulp van de IGN een referentiemeting verricht en gerelateerd aan een in ISO 3822 vastgesteld geluidspectrum. In fase 2a van het ST-19 project zijn metingen verricht om een relatie te kunnen leggen tussen de meetmethode volgens ISO 3822 en praktijksituaties. Die metingen zijn uitgevoerd met een mengkraan van geluidklasse I (Grohe type Essense 33562) op diverse leidingtypen en wanden. Bij een gebruiksdruk van 300 kPa bedraagt de volumestroom van de IGN 0,31 l/s en die van de geheel geopende mengkraan 0,11 l/s. Bij deze volumestromen is de watersnelheid in leidingen met een inwendige diameter van 12 mm, respectievelijk 2,7 m/s en 1,0 m/s en bij een inwendige diameter van 20 mm, respectievelijk 1,0 m/s en 0,35 m/s. De metingen met de mengkraan zijn uitgevoerd met ‘koud’ en ‘warm’ water. Bij de beoordeling is steeds het hoogste geluidniveau aangehouden. Ook zijn metingen verricht naar het effect van flexibele aansluitingen tussen de mengkraan en waterleidingen.
VV07 430-435.qxd
10-07-2009
type wand
11:26
Pagina 433
leidingtype
verschil in dB(A)
genormeerd geluiddrukniveau Ln in dB(A)
100 mm dik
IGN
29
60
31
verschillende wanden aan-
ISO 3822: stalen
kalkzandsteen
koper 22 mm, inbouw
25
58
33
kalkzandsteen
AluPEX 16 mm, inbouw
24
53
29
kalkzandsteen
PB
15 mm, inbouw
16
43
27
gipsblokken
koper 15 mm, inbouw
36
64
28
gipsblokken
AluPEX 16 mm, inbouw
32
60
28
gipsblokken
PB
15 mm, inbouw
22
47
25
metalstud enkele beplating
koper 22 mm, inbouw
24
62
38
metalstud enkele beplating
AluPEX 16 mm, inbouw
24
62
38
metalstud enkele beplating
PB
15 mm, inbouw
17
47
30
metalstud dubbele beplating
koper 22 mm, inbouw
22
59
37
metalstud dubbele beplating
AluPEX 16 mm, inbouw
23
56
33
metalstud dubbele beplating
PB
11
43
32
15 mm, inbouw
INBOUWLEIDING
Vergeleken is het effect op de geluidafstraling van een stalen leiding (DN 25, conform ISO 3822), aangebracht op en in diverse wanden waarop een IGN is aangesloten. Bij een starre bevestiging, uitgevoerd volgens de ISO 3822-methode op een 100 mm dikke kalkzandsteenwand, bedraagt het genormeerde geluiddrukniveau (Ln) 60 dB(A). De leiding aangebracht in de kalkzandsteenwand (sleuven met cement afgewerkt) geeft een 7 dB(A) hoger geluidniveau. Bij een op en in de gipsblokkenwand aangebrachte leiding bedraagt het geluidniveau respectievelijk 67 en 71 dB(A), en bij een stalen leiding in de metalstudwand met dubbele gipsbeplating 62 dB(A) en met enkele beplating 63 dB(A).
RELATIE
MET ISO
3822
Om in de praktijk te verwachten geluidniveaus door kranen te kunnen bepalen zijn metingen verricht met een mengkraan aangesloten op gebruikelijke leidingtypen in vier gebruikelijke inbouwsituaties in binnenwanden, zie tabel 3. Ook zijn metingen uitgevoerd met een IGN om daarmee de volgens ISO 3822methode geclassificeerde kranen te kunnen relateren aan praktijksituaties. In de ISO 3822-opstelling, met een stalen leiding op een 100 mm dikke kalkzandsteenwand, is voor de toegepaste mengkraan zonder flexibele aansluitleidingen een genormaliseerd geluiddrukniveau (Ln) vastgesteld van circa 29 dB(A). De kraan, aangesloten op koper 15 mm en AluPEX 16 mm in een wand van gipsblokken, leidt tot respectievelijk 7 en 3 dB(A) hogere geluidniveaus ten opzichte van de ISP 3822-
geluidniveau door de mengkraan, aangesloten op in
mengkraan geluidsklasse I kalkzandsteen
EFFECT
leiding DN 25, opbouw
Tabel 3. Gemeten constructie-
gebrachte leidingtypen.
opstelling met kraan. Met deze kraan van geluidklasse I kan in de gegeven situatie niet aan de akoestische grenswaarde van 30 dB(A) worden voldaan. Afhankelijk van het type wand worden bij een PB-leiding 7 – 18 dB(A) lagere geluidniveaus genoteerd dan bij de ISO 3822-opstelling. Naar verwachting kan met de PB-leiding ook met een klasse II-kraan worden voldaan aan de grenswaarde van 30 dB(A).
EFFECT
INBOUWWIJZE LEIDING
Er is ook gekeken naar het akoestisch effect van in de praktijk voorkomende inbouwwijzen van leidingen in massieve wandconstructies. Metingen hiervoor hebben plaatsgehad bij leidingtype
montagewijze
(met knieën)
(bouw)
mengkraan geluidsklasse I
IGN
-
58
mantelbuis
25
58
wicu
19
55
armaflex isolatie
12
35
star/kaal
24
53
mantelbuis
23
54
star/kaal
16
43
mantelbuis
15
44
star/kaal koper 22 mm
AluPEX 16 mm PB
15 mm
genormeerd geluiddrukniveau Ln in dB(A)
Tabel 4. Gemeten constructiegeluidniveau door de mengkraan bij verschillende montagewijzen van leidingen in een 100 mm dikke kalkzandsteenwand.
juli/augustus 2009 vv+
433
VV07 430-435.qxd
10-07-2009
type wand
11:26
Pagina 435
leidingtype
genormeerd geluiddrukniveau Ln in dB(A)
100 mm dik
mengkraan geluidklasse I zonder flexibele aansluitingen
mengkraan geluidklasse I met flexibele aansluitingen
leiding DN 25, opbouw
verschil in dB(A)
kalkzandsteen
ISO 3822: stalen
29
25
4
gipsblokken
stalen leiding DN 25, inbouw
38
35
3
metalstud enkele beplating
stalen leiding DN 25, opbouw
29
23
6
metalstud dubbele beplating
stalen leiding DN 25, opbouw
25
23
2
metalstud dubbele beplating
koper 22 mm, inbouw
26
17
9
metalstud dubbele beplating
AluPEX 16 mm, inbouw
28
15
13
metalstud dubbele beplating
PB
14
10
4
15 mm, inbouw
Tabel 5. Gemeten constructiegeluidniveau door de mengkraan, met en zonder flexibele aansluitingen.
de 100 mm kalkzandsteenwand. Koper 22 mm is daarin op vier wijzen aangebracht: star, in een mantelbuis, star met een kunststofmantel (wicu-buis), en met 10 mm thermische isolatie (armaflex). AluPEX16 mm en PB 15 mm zijn op twee wijzen aangebracht: star en in een mantelbuis. Als geruisbron zijn een IGN en een geluidklasse I-kraan gebruikt. Tabel 4 geeft de resultaten weer. Daaruit blijkt dat er geen significant niveauverschil is gemeten tussen montage van de kale leidingen en de leidingen met mantelbuis. Een kunststofmantel om een koperen leiding (wicu-buis) of het isoleren van de koperen leiding laat een duidelijk verschil zien; respectievelijk 6 en 13 dB(A) lager genormeerd geluiddrukniveau ten opzichte van de leiding in een mantelbuis.
AANSLUITING
KRAAN
Verder is onderzocht in welke mate het constructiegeluid als gevolg van de mengkraan kan worden gereduceerd door toepassing van flexibele aansluitingen (400 mm lang, een diameter van 10 mm). Een flexibele aansluiting van de mengkraan op het in de wanden opgenomen leidingwerk leidt ten opzichte van een starre aansluiting tot een aanzienlijke verlaging van de constructiegeluidniveaus. Afhankelijk van het type leiding bedragen de afnamen 4 – 13 dB(A). Door flexibele aansluitingen toe te passen kan – als het gaat om de constructiegeluidbijdrage afkomstig van de kraan – bij de twee uitvoeringen van metalstudwanden (enkel of dubbele beplating) naar verwachting met alle drie de leidingtypen met een geluidklasse I- en geluidklasse II -kraan worden voldaan aan de grenswaarde van 30 dB(A).
luiddrukniveaus zijn slechts geldig voor de metingen die in het laboratorium hebben plaatsgehad aan de desbetreffende wandconstructies en de daarin opgenomen testleidingen. In de praktijk komen in leidingen, naast de gebruikte knieën, ook andere hulpstukken voor, zoals T-stukken, muurplaten, verloopstukken en dergelijke. In de leidingen kunnen ook appendages, zoals stopkranen en keerkleppen, zijn opgenomen. Al deze leidingonderdelen kunnen bij hoge watersnelheden leiden tot een (veel) hogere geluidafstraling. Bovendien moet men er op bedacht zijn dat hogere watersnelheden in tapwaterleidingen de kans op geluidhinder door waterslag versterken. De onderzoeksresultaten uit de fasen 1, 2a en 2b van het ST-19-project worden vertaald naar praktische richtlijnen en gebundeld in een Isso-publicatie met werkbladen.
Bronnen [1] ST-19: Geluidwering sanitaire toestellen en installaties. Fase 1: inventariserend onderzoek, Peutz., Rapport RA 858-1, november 2007. [2] ST-19: Geluidwering sanitaire toestellen en installaties. Fase 2a: laboratoriummetingen constructiegeluid in tapwaterleidingen ten gevolge van de watersnelheid en armaturen, Peutz., Rapport RA 858-1, april 2009.
ISSO-PUBLICATIE De tabellen geven slechts een summiere weergave van de metingen die zijn uitgevoerd. De in de tabellen gegeven ge-
Auteur Will Scheffer
juli/augustus 2009 vv+
435