GEERT GROOTE COLLEGE AMSTERDAM
inhoud
Voorwoord
Voorwoord
5
1. Onze missie en visie
7
2. Diploma’s en de weg hiernaartoe
8
Dit is de digitale schoolgids 2013-2014 van onze school.
3 Een indruk van de schooljaren Middenbouw Bovenbouw Stages
10 10 13 19
4. Dagelijkse onderwijspraktijk
20
5. Begeleiding en Zorg
23
6. Aanname
25
7. Contacten tussen school en ouders
27
8. Schoolorganisatie
27
9. Financiële informatie
29
10. Onderwijs in cijfers
31
11. Praktische gegevens
33
schoolleiding / colofon
34
Zoals op vele scholen in Nederland staan op het Geert Groote College te Amsterdam de leerlingen centraal. Zo bijzonder zijn wij dus niet. Of toch wel? Met de pakkende zin “Een vlam ontsteken ” die in onze missie stond tot vorig schooljaar kan ik eigenlijk niet aangeven wat ik zo bijzonder vind aan onze school. Bij een kleine zoektocht op internet kom ik deze zin veel tegen. Dat maakt hem niet minder mooi maar ik krijg wel zin om op zoek te gaan naar iets nieuws. Die basishouding heeft moeder natuur mij geschonken en dat geschenk heb ik behouden op de Vrijeschool in Nijmegen. Op de basisschool die ik als kind bezocht kreeg ik geen ruimte om mijn talent te ontwikkelen want mijn voorkeuren lagen bij de vakken achter de streep, de kunstvakken. Die vakken deden er niet toe en konden wel na schooltijd worden ontplooid. De overstap van de normale basisschool naar de zevende klas voelde vreemd en de eerste keer dat ik de spreuk moest opzeggen heeft enorm veel indruk op mij gemaakt. ‘Wat hebben mijn ouders mij aangedaan’ dacht ik de eerste weken maar wat ben ik blij dat ze deze keuze voor mij hebben gemaakt toen. Nu, jaren later en vele ervaringen als directeur op reguliere middelbare scholen verder maak ik zelf de keuze om weer terug te gaan naar de Vrijeschool. Ik zit nu in mijn nieuwe kantoor en ben op zoek naar een zin die mijn gevoel ten aanzien van de Vrijeschool onder woorden brengt. Het gevoel dat er iets bijzonders gebeurt op die Vrijeschool. Ik heb de zin, die voor mij de kern raakt, gevonden. “Ik dacht dat ik op zoek was naar mijzelf, maar ik was slechts op zoek naar een plek om te zijn en die heb ik gevonden” Terug naar aardse zaken. Komend schooljaar zal de samenwerking tussen leerlingen, ouders, het nieuwe managementteam, de leraren en de ondersteunde medewerkers centraal staan. Wij vragen van leerlingen en volwassenen zich te blijven ontwikkelen en samen te werken. Samenwerken ontstaat niet vanzelf. We willen een sociale organisatie zijn waar ieder mens weet waarom, wat en door wie het gedaan wordt. Waar we met en niet over mensen praten. Wij heten u van harte welkom. Namens het managementteam, Margot Prins Rector
4
GGCA schoolgids 2013/2014
GGCA schoolgids 2013/2014
5
1. ONZE VISIE EN MISSIE Net als iedere andere school bereidt een vrijeschool de leerlingen optimaal voor op het eindexamen. De weg ernaartoe is echter anders. Op een vrijeschool staat de ontwikkeling van het individu centraal. Dit is ook de reden waarom we onze werkwijze aan de leerling aanpassen volgens het gedachtegoed van Rudolf Steiner. We scheppen een klimaat waarin de persoonlijke ontplooiing en oordeelsvermogen optimaal tot z’n recht komen door de lesstof aan te passen aan de ontwikkelingsfase van het kind. Anders gezegd prikkelen we jonge mensen om behalve intellectueel ook creatief en sociaal het beste in zichzelf naar boven te halen. Met andere woorden: de ontwikkeling van het hoofd (verstand) is even belangrijk als die van het hart (gevoel) en de handen (daad- en scheppingskracht). De Oostenrijker Rudolf Steiner is de grondlegger van het vrijeschool onderwijs en een belangrijke inspiratiebron voor het Geert Groote College. Het onderwijs gaat uit van wat in de leerling tot ontwikkeling kan komen en niet van de vraag wat de hedendaagse maatschappij wil. Leerlingen moeten de mogelijkheid krijgen zich veelzijdig te ontplooien in lichaam, ziel en geest. Zo kan de maatschappij voortdurend vernieuwd worden op basis van de idealen van opeenvolgende generaties.
6
GGCA schoolgids 2013/2014
GGCA schoolgids 2013/2014
7
2. Diploma’s en de weg hier naar toe Een brugklasser die onze school binnenkomt, is op weg naar zijn diploma. Daarover bestaat geen misverstand. Maar de weg er naar toe is verre van eenvoudig. Want juist in de jaren dat de taak van het huiswerk zwaarder gaat wegen, breekt de puberteit los. De leerling wordt geacht zijn schoolwerk te doen, maar het eigenlijke werk bestaat uit het scheppen van een eigen identiteit. Dat is van de puberteit en adolescentie de centrale opdracht. Zeven ontwikkelingstaken moeten in de jaren van de middelbare schooltijd worden aangepakt. Het gaat dan om het leren omgaan met: autoriteit, onderwijs en werk, vrije tijd, intimiteit en seksualiteit, vriendschappen en sociale contacten, gezondheid en uiterlijk, vormgeven aan veranderende relaties binnen het gezin. De vrijeschool speelt daarop in op twee manieren. Enerzijds is de leerstof zo gekozen, dat de leerling zijn eigen ontwikkeling erin herkent. Als de puberteit op zijn hevigst is, in de negende klas, dan wordt bij geschiedenis bijvoorbeeld de Franse revolutie behandeld. ‘Op de barricades’ - dat is een thema dat werkt als een spiegel van de ziel. We spreken dan ook de wens uit, dat de leerstof ontwikkelingsstof kan worden: het steunt de leerling in zijn groei naar volwassenheid. We willen niet een vat vullen, maar een vuur ontsteken. Anderzijds hecht de vrijeschool aan die persoonlijke groei naar volwassenheid. De klassen blijven dan ook als groep zoveel mogelijk bij elkaar (zitten blijven komt zelden voor), zodat de leerlingen in deze fase houvast aan elkaar hebben. Want als de ouders steeds meer buiten beeld raken (wat een rouwproces inhoudt), dan wordt de peergroup van steeds groter belang. We gaan ervan uit dat een schooltijd van zes jaar die ruimte biedt om naast de taak van het huiswerk de hierboven genoemde zeven taken tot een goed einde te brengen. Het Havo traject duurt meestal dan ook zes jaar, in plaats van vijf. Hoofd, hart en handen: dat is de kern van de vrijeschoolpedagogiek. De ideeën zijn ooit geformuleerd door Rudolf Steiner (1861-1925). Hij zag het als zijn taak deze kerngedachten voor het onderwijs te formuleren en in de praktijk waar te maken, door de oprichting van de vrijeschool, die in 1919 startte in Stuttgart (Duitsland) en nu wereldwijd is gevestigd. Het mensbeeld van de vrijeschool is verankerd in de antroposofie, een spirituele beweging die praktisch gericht is en sociaal actief. Er zijn talloze werkgebieden ontstaan. Naast de vrijescholen bestaan er biologisch-dynamische landbouwbedrijven, de antroposofische geneeskunde en klinieken, therapeutische inrichtingen en de organische architectuur, bewegingskunst (euritmie) en religie (Christengemeenschap).
8
GGCA schoolgids 2013/2014
VERSCHILLENDE NIVEAU’S Wij geven onderwijs op drie verschillende niveaus. Op welk niveau de leerling ook instapt, we bieden altijd de mogelijkheid om door te stromen of over te stappen naar een andere afdeling. VMBO-t In het VMBO-t bereiden we de leerlingen voor op het middelbaar beroepsonderwijs. Na het behalen van hun diploma kunnen de leerlingen instromen op het MBO op niveau 4. Het hele traject duur vier jaar waarbij de eerste drie jaar uitgebreid aandacht wordt geschonken aan een algemene brede ontwikkeling. Gedurende het derde leerjaar kiezen de leerlingen de sector waarin ze eindexamen gaan doen en wordt het lesprogramma overeenkomstig aangepast. Havo Het Geert Groote College kent een zesjarige havo en een vijfjarige havo. Het jaar verschil zit ‘m in de kunstzinnige en algemene vorming en de ontwikkeling van de sociale vaardigheden. De zesjarige opleiding heeft onze voorkeur en verreweg de meeste leerlingen kiezen daar ook voor, ook met het oog op doorstroming naar een vervolgopleiding op hbo-niveau. Vwo Op het vwo bereiden wij de leerlingen voor op het universitair onderwijs. Het programma duurt, net als op elke andere vwo in Nederland, zes jaar. Uiteraard verliezen we de creatieve en sociale ontwikkeling niet uit het oog. Dat doen we door veel tijd te besteden aan kunstzinnige vakken als beeldhouwen, smeden, muziek en houtbewerking maar ook door ons brede aanbod in het periode onderwijs. Niet zittenblijven In principe gaat iedere leerling over naar het volgende leerjaar en krijgt daardoor steeds de ontwikkelingsstof die past bij de leeftijdsfase. Vanaf de tiende klas (het vierde leerjaar) kan er vertraging optreden in de leerweg naar het examen als de resultaten onder de maat zijn.
GGCA schoolgids 2013/2014
9
3. Een indruk van de schooljaren Periodelessen, vaklessen en kunstlessen Een lesdag begint met periodeles. Een periode is een bepaald vak, zoals geschiedenis, waarin een onderwerp wordt behandeld, bijvoorbeeld ontdekkingsreizigers. Een periode duurt gemiddeld 3 weken lang. Omdat iedere dag start met periodeles kan er een verdieping plaats vinden: de leerlingen worden ondergedompeld in het onderwerp. Na de periodelessen worden vaklessen gegeven, zoals wiskunde, alle talen, een vensteren een klassenuur. Afhankelijk van de roostermogelijkheden worden de kunstvakken zoals tekenen, toneel, handenarbeid en handwerken in de middag gegeven.
Met het zoeken van de Poolster als beginpunt worden de circumpolaire sterren behandeld. We onderzoeken de baan van de sterren door de nacht en het jaar, de baan van de zon, de dierenriem, het zonnestelsel en de planeten.
De middenbouw
Periode natuurkunde, Mechanica, licht en geluid De leerlingen maken kennis met een belangrijke natuurkracht: de zwaartekracht. Door proeven ervaren ze de werking van katrollen en takels, hefbomen en het hellend vlak. De aandacht gaat uit naar bruggenbouw. De leerlingen maken kennis met de wereld van trek- en duwkrachten. Proefondervindelijk ervaren ze de werking van mechanica. Met de fenomenen licht en geluid (spiegelproeven, camera obscura, toonhoogte, frequentie, resonantie) wordt de periode afgesloten.
Klas 7 en klas 8 worden de middenbouwklassen genoemd. De leerlingen zitten twee jaar in dezelfde klas met dezelfde mentor. Om vertrouwen te scheppen en veiligheid te bieden geeft de mentor zoveel mogelijk les in zijn of haar eigen klas. De klas heeft ook een vast lokaal: de docenten komen naar hen toe in plaats van andersom.
Klas 7 Als 12/13-jarige gaat het kind grenzen verkennen en nieuwe mogelijkheden onderzoeken. Het kind benadert de wereld nog met een zekere onbevangenheid en verwondering. Daarnaast groeit de belangstelling voor feitenkennis en de nieuwsgierigheid naar de wereld. Periode wiskunde, vlakke meetkunde De leerlingen ontdekken de schoonheid en de wetmatigheden van de vormenwereld. Ze leren exact te werken met passer, liniaal en geodriehoek. De leerstof sluit aan bij de behoefte grenzen te verkennen en te verleggen. De leerlingen onderzoeken de kenmerken van de driehoek, de vierhoek en de vijfhoek. Ze construeren driehoeken met drie gegevens. Bijzondere lijnen van de driehoek worden behandeld: zwaartelijn, hoogtelijn en bissectrice. De periode wordt afgesloten met de stelling van Pythagoras.
Periode geschiedenis, ontdekkingsreizen Het kind van 12/13 jaar heeft de innerlijke behoefte grenzen te verkennen en te verleggen. De periode Ontdekkingsreizen sluit daarop aan. Door verhalen over onder anderen Vasco da Gama, Columbus en Magelhaes worden de angsten en de gevaren van het leven op zee beleefd evenals de moed van de mensen om hun horizon te verbreden.
Vaklessen houtbewerken In aansluiting op de periode mechanica ontwerpen de leerlingen een beweegbaar stuk speelgoed. Ze beleven vreugde bij het ontdekken wat er mogelijk is en leren de basistechnieken van het houtbewerken toepassen. Werkweek boerderij Aan het eind van het schooljaar is er een werkweek op een biologisch dynamische boerderij. Dat is een bedrijf met land- en/of tuinbouw en veeteelt. In deze werkweek gaan de leerlingen aan de slag op de plek waar hun eten vandaan komt. Ze krijgen inzicht in het boerenwerk en de levensprocessen die ons voedsel voortbrengen.
Periode sterrenkunde Deze periode wordt gegeven in de donkere tijd van het jaar, als het ’s avonds vroeg donker wordt, zodat de leerlingen thuis sterren kunnen kijken. Ze raken vertrouwd met de sterrenhemel, zoals die te zien is vanuit het standpunt van de mens op aarde.
10
GGCA schoolgids 2013/2014
GGCA schoolgids 2013/2014
11
Klas 8
De bovenbouw
De kinderlijke onbevangenheid waarmee de leerlingen de zevende klas begonnen, wordt minder. Ze zijn niet meer de allerjongsten van school. Ze zijn op weg naar zelfbewustzijn en willen op eigen benen staan. Hun waarnemen wordt scherper en preciezer; ze willen weten hoe de dingen precies in elkaar zitten. Het abstracte denken is zich aan het vormen. Ze beleven genoegen aan hun ontwaakte oordeelsvermogen en geven graag hun mening over van alles. Ook hun sterker wordende stemmingswisselingen duiden erop dat ze de stap naar de puberteit gaan maken.
Klas 9 tot en met 12 worden de bovenbouwklassen genoemd. In de negende klas gaan de leerlingen zich voorbereiden op de keuze voor sector (VMBO) en profiel (HAVO/VWO). Kijk op de website bij Sector-en Profielkeuze voor een overzicht met de indelingen van sectoren en profielen. Elke negende klas krijgt een nieuwe mentor die de klas in de bovenbouw zal begeleiden tot en met de examenklas. Om ervoor te zorgen dat de leerlingen zich in hun zelfstandigheid kunnen ontwikkelen neemt de mentor meer afstand dan in de middenbouw gebruikelijk is. De mentoren van de negende en tiende klassen worden tevens ondersteund en aangestuurd door de teamleider van de negende en tiende klassen.
Periode biologie, het menselijk skelet Wat zie ik, wat is echt? Onder een wit laken ligt een skelet verscholen. Stap voor stap wordt het laken verwijderd. De leerlingen maken kennis met de vorm, functie en opbouw van het menselijk skelet. De namen van veel botten en botjes van het menselijk skelet worden geleerd. Ook het spierstelsel wordt behandeld. Periode aardrijkskunde, niet-westerse culturen De leerlingen maken kennis met de levenswijze, gewoontes en rituelen van verschillende culturen en natuurvolkeren. Hieruit kan niet alleen begrip, maar ook bewondering en respect voor andere culturen ontstaan. Er worden ook algemene aardrijkskundige begrippen behandeld, zoals klimaten en bodemsoorten, plaatsbepaling op aarde, tijdzones, grondstoffen en de topografie van de wereld. Deze periode wordt afgesloten met een werelddag. Werelddag Op deze dag presenteren de leerlingen hun werkstukken over verschillende volkeren. Ook kunnen ze meedoen met allerlei workshops die er die dag op school gegeven worden. Werkweek survival Ardennen Aan het einde van het schooljaar beleven de leerlingen een grensverleggende survivalweek in de Ardennen. Het comfortabele dagelijkse leven wordt vervangen door een eenvoudig, sportief en uitdagend kampleven. Voortdurend worden hun uithoudingsvermogen en moed op de proef gesteld. Op het programma staan o.a. kayakken, mountainbiken, grottentocht, wandelhike en abseilen. Door al deze verschillende activiteiten leren de leerlingen zichzelf en elkaar goed kennen. De week in de Ardennen is een mooie afsluiting van de middenbouwperiode.
Klas 9 Aan de hand van een beschrijving van een periode Nederlands voor klas 9 wordt aangegeven hoe de vrijeschool met haar leerstof aansluit bij de ontwikkelingsfase van de leerling. Periode Romantiek Het is stil, heel stil in de negende klas. Op deze vroege ochtend lezen we een tekst, die de leerlingen de adem beneemt: “Ik ging gebukt onder mijn eenzaamheid, toen een zachte vrouwenstem mij ijlings in mijn mijmering stoorde. Nu was ik tot aan de verlichte plek van ’t woud genaderd. Hemel! Wat zag ik? Een tedere bevallige maagd, in wier blauwe ogen en rijzige gestalte en onschuld om strijd uitblonken. Bruine haarlokken kronkelden op natuurlijke wijze om een sneeuwwitte hals, met gevouwen handen dropen stille tranen langs haar gloeiende wangen op het gras neder, even als de morgendauw van een pas ontloken roos. Zo knielt een engel.“ Rhijnvis Feith, Julia, 1783
Hoe kan dit fragment uit de 18e eeuw pubers zo aangrijpen? Het leerplan van de vrijeschool toont haar unieke kracht: een leerling raakt gemotiveerd, als de leerstof niet zomaar schoolse stof is, maar te maken heeft met zijn eigen persoon. Wat heeft een gedateerde schrijver uit de tijd van postkoets en diligence dan te maken met de puber van nu? Het antwoord luidt: de periode Romantiek uit de Nederlandse literatuur komt overeen met de ziel van de puber. Deze boude bewering vraagt om een toelichting. Romantiek is een stroming in de Nederlandse literatuurgeschiedenis, die zich vooral kenmerkt door een gevoel van opstandigheid tegen de geborneerde burgerlijkheid, een extatisch gevoelsleven en het lijden aan de wereld (‘ Weltschmerz’). Deze kenmerken
12
GGCA schoolgids 2013/2014
GGCA schoolgids 2013/2014
13
Klas 10 sluiten naadloos aan bij wat een volbloed puber van veertien ervaart. In het allereerste boek dat in 1904 over de adolescentie verscheen, van de Amerikaanse psychiater Stanley Hall, gaf hij een rake karakterisering aan de puberteit, ontleend aan de Duitse Romantiek: ‘Sturm und Drang’. De puber staat inderdaad stormachtig in het leven en komt in opstand tegen alles wat met autoriteit te maken heeft (ouders, school), het gevoel speelt een dominante rol in het dagelijkse leven en de eenzaamheid (het zich niet begrepen voelen) is groot. Het zijn de drie kenmerken die ook de Romantiek karakteriseren! Wie dan opnieuw de woorden leest van Feith, begrijpt dat het doodstil wordt in een klas met pubers. Wat daar op papier staat, valt samen met de eigen belevingswereld. Grote fragmenten uit het boek ‘ Julia’ geven een beeld van de inhoud: hoe twee jongeren verliefd worden, waarna de ouders ze uit elkaar drijven en Julia tenslotte eenzaam van verdriet sterft, en vanzelfsprekend wordt er dan geweend bij haar graf, bij het glinsterende licht van, natuurlijk, een volle maan… Wat hier exemplarisch wordt beschreven voor de periode Nederlands, geldt ook voor alle andere vakken. De koppeling tussen het jonge gemoed van de puber en de leerstof blijft het uitgangspunt. In de periode geschiedenis staan daarom de revoluties centraal. Bij aardrijkskunde draait het om de vulkanen.
Na het botsen van de negende klassers met de buitenwereld, keren de leerlingen in de tiende klas langzaam naar binnen. Biografieën van inspirerende mensen worden verteld. Zij voeden de jonge mens in zijn idealisme. Voor de verdere ontplooiing van het oordeelsvermogen is het ontwikkelen van inzicht noodzakelijk. In de natuurwetenschappelijke periodes wordt de stap gemaakt van het waarnemen van de verschijnselen naar de wetmatigheden daarvan. Profielen en afsluiting De havo en vwo klassen gaan uiteen in verschillende profielen. Kijk hier voor een overzicht met de doorstroommogelijkheden en de indelingen van de profielen. De vmbo-t leerlingen kunnen dit jaar de vrije school afsluiten met een ivo examen (gelijkwaardig aan vmbo-t). Ze presenteren hun sectorwerkstuk aan klasgenoten en ouders. Voor degenen die doorgaan naar de havo worden voorwaarden tot toelating gesteld. Periode biologie, menselijke organen In deze periode wandelen we door het ‘natuurgebied’ dat we allemaal met ons meedragen. De leerlingen verdiepen zich in de concrete bouw en werking van de organen. Ook krijgen ze inzicht in de werking van de bloedsomloop, spijsvertering en ademhaling. Biologische processen worden helder doordacht en functioneel verklaard. Daarnaast is er aandacht voor de schoonheid die wij aan de levensprocessen kunnen beleven. Vaklessen tekenen en schilderen De leerlingen leggen zich toe op het exact natekenen van een tekening uit de Renaissance. De tekening vormt vervolgens het uitgangspunt voor een serie schilderijen in aquarel en in plakkaatverf. Bij de uitvoering wordt gelet op kleurgebruik en ontwikkeling van het beeldend vermogen. Vaklessen textiele werkvormen Het uitgangspunt is mode en kleding. De leerlingen krijgen inzicht in mode- en materiaalgeschiedenis. Ze nemen een kledingstuk mee naar school, bijvoorbeeld een oud jasje van een familielid. Het meegebrachte kledingstuk ondergaat een metamorfose en wordt op creatieve wijze grondig veranderd. Er zijn mogelijkheden om met verschillende technieken te weven. Ook kan er worden gevlochten, gehaakt en gebreid. Internationale uitwisseling Een enkele leerling neemt deel aan een uitwisseling met een vrijeschool in het buitenland voor ongeveer 3 maanden. Er is op school een uitwisselingscoördinator aanwezig die het uitwisselingstraject van de leerling begeleidt.
14
GGCA schoolgids 2013/2014
GGCA schoolgids 2013/2014
15
Klas 11
Klas 12
Karakteristiek is het wegen van eigen en andermans opvattingen, normen en waarden. Er ontstaat gevoel voor de eigen biografie, de innerlijke motivatie wordt sterker, idealen worden zichtbaar. Eigen ontwikkelingsvragen worden verkend.
In de twaalfde klas ligt de nadruk op de examen voorbereidende leerstof. Alleen in het eerste trimester volgen de leerlingen een aantal periodes waaronder kunst als voorbereiding op de kunstreis die rond de herfstvakantie plaatsvindt. In de examenklas zijn er drie schoolexamenweken gepland en vindt er aan het einde van het jaar een afsluitende biografieweek plaats waarin de leerlingen samen met de mentor terugkijken op hun Vrijeschooltijd. In de elfde en twaalfde klas blijven de mentoren het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders. De mentoren worden ondersteund en aangestuurd door de teamleider van de elfde en twaalfde klassen.
Het elfde klas jaar kenmerkt zich tevens door het samengaan van examen voorbereidende leerstof en Vrijeschool ontwikkelingsstof. Naast de toetsing van PTA onderdelen voor het examen en periodes voor de vakken aardrijkskunde, biologie, kunst, geschiedenis, Nederlands, en scheikunde volgen de leerlingen periodes uit het vrijeschool leerplan voor de elfde klas zoals projectieve meetkunde, sterrenkunde, psychologie, architectuur en Parcival. In de elfde klas voeren de leerlingen een klassentoneelstuk op en presenteren ze aan het einde van het schooljaar hun eindwerkstuk Hieronder worden enkele periodes genoemd en enkele typische elfde klas activiteiten.
Periode Parcival In deze periode komen karakteristieke momenten in de levensweg naar voren. De rijkdom aan beelden in het middeleeuwse Parcival-epos van Wolfram von Eschenbach biedt vele aanknopingspunten om eigen ontwikkelingsvragen te verkennen en op veelzijdige wijze te verwerken. Eindtoneelproductie De leerlingen maken met hun klas een eindtoneelproductie. In de negende klas hebben ze in de vaklessen toneel met name improvisatie toneel gemaakt, in de tiende klas is gewerkt aan fysiek theater en nu, in de elfde klas, komt het samen tot een toneelproductie. Eindwerkstuk Speciale aandacht verdient het eindwerkstuk, waar leerlingen aan werken in de elfde klas. De keuze van het onderwerp is vrij, evenals de keuze van de werkvorm(en): handvaardigheid, toneel, lezing of een combinatie hiervan. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk intellectuele, gevoelsmatige en creatieve aspecten worden aangesproken. Naast het eindwerkstuk op het toneel maken de leerlingen ook een schriftelijk werkstuk: het profielwerkstuk. Elke leerling kiest iemand uit het lerarencollege, die verantwoordelijk is voor de begeleiding van het eindwerkstuk. De uitvoerende kant bestaat uit een geschreven werkstuk en een openbare presentatie.
Kunstvakken Kunstvakken nemen een belangrijke plaats in binnen ons onderwijs. Deze vakken bieden voor elke leerling bij uitstek de gelegenheid om zich op persoonlijke en originele wijze te uiten; ze dienen daarmee de persoonlijke ontwikkeling. Naast veel aandacht voor kunstgeschiedenis gaat het hier om vakken als: houtbewerken, metaal bewerken, textiele werkvormen, etsen, schilderen en boetseren, maar ook muziek, videokunst en bouwkunst. Alle leerlingen doen eindexamen in één of meer kunstvakken. Periode kunst- en cultuurgeschiedenis Deze periode is zowel een bekroning van het vak kunstgeschiedenis als voorbereiding op de kunstreis. De leerlingen houden zich vijf weken uitgebreid bezig met moderne kunst. Vanuit een terugblik op kunstgeschiedenis komen begrippen als klassiek, modern en postmodern tot leven. Veel aandacht is er voor de vraag “Wat is kunst eigenlijk?” Leerlingen geven daar, aan de hand van een door hen uitgekozen kunstenaar, hun eigen visie op en onderbouwen deze. Ook bouwkunst, en dan vooral de hedendaagse bouwkunst, is onderdeel van het programma. Kunstreis De twaalfde klassen gaan gedurende een week in de herfst op reis naar Rome en Florence om daar de werken die eerder in de kunstgeschiedenislessen zijn behandeld, te bezichtigen en te bestuderen. De reisvorm is uniek omdat we de leerlingen ter plaatse in kleine ploegjes van maximaal vier op pad laten gaan. Ervaringen zijn dan intenser. Op vaste ontmoetingsplaatsen in de stad kun je ervaringen uitwisselen. De leerlingen gaan op reis op zoek naar kunstschatten en naar zichzelf en de ander. Biografieweek Wanneer havo- en vwo-leerlingen in klas 12 hun eindexamen hebben afgerond, sluiten zij hun schooltijd af met een biografieweek, meestal buitenshuis. Deze intensieve bijeenkomst is gewijd aan het met elkaar doorspreken van wat men allemaal heeft meegemaakt.
16
GGCA schoolgids 2013/2014
GGCA schoolgids 2013/2014
17
Stages Alle leerlingen worden door hun klasgenoten gespiegeld en naar aanleiding daarvan ontstaan beschouwingen en gesprekken die de oude band nog eens intensiveren, het zelfbeeld aanscherpen en tegelijkertijd een opgave kunnen inhouden voor de toekomst. Eindgesprek Met de klassendocent en een door de leerling gevraagde tweede leraar, wordt in het eindgesprek het beeld dat school en leerling van elkaar hebben, doorgesproken en afgerond. Meestal begint het gesprek met het uitspreken van een vraag waarmee elke deelnemer het gesprek wil ingaan. Op die manier kom je snel tot de kern van wat de karakteristiek van een leerling is geweest, welke hindernissen zijn overwonnen, welke er eventueel nog liggen en wat de kwaliteiten zijn waarin een leerling uitblinkt.
Op onze school willen wij de leerlingen zo begeleiden dat zij later met plezier in hun werk kunnen staan met oog voor anderen. Een voorwaarde hiervoor is: het opdoen van eigen ervaringen in concrete werksituaties. Dergelijke ervaringen kan een school niet binnen haar muren organiseren. Daarom hebben wij in het leerplan een drietal tweeweekse stages opgenomen gedurende drie achtereenvolgende jaren. De eerste is een winkelstage, de tweede een stage in een zorginstelling, de derde een stage waarbij de leerling een plek zoekt binnen een bedrijf of instelling die meer te maken heeft met het beoogde beroep. In de eerste lesweek na de stage presenteren de leerlingen hun stage ervaringen aan klasgenoten, ouders en docenten. Klas 9 – De winkelstage Tijdens de stage leren de leerlingen het winkelbedrijf kennen en voeren ze vele opdrachten uit. Na afloop van de stage leveren ze een uitgebreid stageverslag in. De leerlingen zoeken zelf een stageplaats. Dit bevordert de ontwikkeling van hun assertiviteit en initiatiefkracht. De leerlingen worden tijdens hun stage door de mentor of een vakdocent bezocht. Klas 10 – De sociaal-maatschappelijke stage De leerlingen lopen een paar weken stage bij een sociaal-maatschappelijke instelling. Vaak zijn dat plekken waar mensen hulp behoeven, zoals een verzorgingstehuis of een opvanghuis. Net als bij de winkelstage zoekt de leerling zelf een stageplaats. Tijdensde stage maken ze kennis met vele facetten van het bedrijf of de instelling. Na afloop van de stage levert de leerling een stageverslag in. Voor leerlingen die het vmbo-tl diploma willen halen, kan dit het sectorwerkstuk zijn dat ze presenteren aan klasgenoten en ouders. De leerlingen worden tijdens hun stage door de mentor of een vakdocent bezocht. Klas 11 – De beroepsoriënterende stage De leerlingen zoeken zelf een stage in het werkveld van hun interessegebied waar ze vervolgens twee weken werkzaam zijn. Ze worden bezocht door hun mentor of door een andere docent. Deze stage geeft vaak aanleiding tot gesprekken over vervolgopleidingen.
18
GGCA schoolgids 2013/2014
GGCA schoolgids 2013/2014
19
4. Dagelijkse onderwijspraktijk Lestijden 08:30 - 10:10 10.10 - 10.30 10:30 - 11:05 11:10 - 12:20 12:20 - 12:50 12:50 - 14:00 14:00 - 15:10 15:10 - 15:20 15:20 - 16:30 16:30 - 17:05
BLOK 1 pauze blok 2 blok 3/4 pauze blok 5/6 blok 7/8 pauze blok 9/10 blok 11
100 min 20 min 35 min 70 min 30 min 70 min 70 min 10 min 70 min 35 min
Pauzes Tijdens de pauzes verlaten de leerlingen de lokalen. Zij kunnen van de kantine gebruik maken. Het is de leerlingen van klas 7 en 8 niet toegestaan om het schoolplein te verlaten. Tijdens iedere pauze hebben docenten pauzewacht om op de leerlingen toe te zien.
Lesuitval
Dagelijkse roosterwijzigingen in het vakles rooster staan direct na de periodelessen op het roosterbord vermeld. Wanneer in geval van ziekte van een docent het rooster gewijzigd moet worden, probeert de roostermaker de lessen zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten. Indien dit niet lukt krijgt een klas een tussenuur of een werkuur. Voor de klassen 7 en 8 worden tussenuren zoveel mogelijk vermeden. Wanneer periodelessen uitvallen bellen de leerlingen elkaar via de klassikale alarmbellijst. Op onze website zijn onder Dagrooster de dagelijkse roosterwijzigingen zichtbaar. Dagelijks reglement Het GGCA kent een dagelijks reglement waar regels, rechten en plichten voor leerlingen en leerkrachten worden beschreven. Het is een van de doelstellingen van de school om aan alle leerlingen, leerkrachten en medewerkers een veilige, positieve en plezierige leef- en werkomgeving te bieden. Alleen in een gezonde schoolcultuur kunnen wij onze pedagogische doelen realiseren. Het dagelijks reglement wordt elke twee jaar geëvalueerd en herzien. Dit gebeurt in samenspraak met de leerlingenraad of een andere vorm van leerling vertegenwoordiging en met de Vestigings-MR. Zie verder onder Dagelijks reglement op de website.
20
GGCA schoolgids 2013/2014
Verzuimprotocol Als een leerling ziek is zijn de ouders/verzorgers verplicht dit telefonisch, tussen 08.00 uur en 08.30 uur, op het antwoordapparaat van de absentenregistratie te melden (020-574 58 46). Wanneer het ziekteverzuim langer dan een dag duurt, moet er elk morgen opnieuw gebeld worden. Indien een leerling een gedeelte van de dag moet verzuimen vanwege een afspraak met tandarts, dokter, etc. dan levert de leerling van te voren een door de ouders ondertekend briefje in bij de absentenregistratie. Wie geen briefje heeft, neemt dat de dag erna mee. Wie dat vergeet krijgt als straf twee klokuren nakomen want dat wordt als spijbelen beschouwd. Leerlingen kunnen nablijven op maandag t/m donderdag tussen 15.00 uur en 17.30 uur. Als een leerling gedurende een schooldag ziek wordt mag hij/zij zich afmelden bij de verzuimcoördinator. Bij afwezigheid van de verzuimcoördinator meldt een leerling zich af bij de betreffende teamleider. Er wordt ingeschat of een leerling naar huis mag gaan of niet. Alleen in een uiterste geval gaat een leerling naar huis. Voor leerlingen van klas 7 t/m 10 wordt hiervoor altijd telefonisch toestemming van een ouder/verzorger gevraagd. Te laat komen Leerlingen die te laat komen melden zich in periodetijd bij de absentenregistratie de verzuimcoördinator beoordeelt of er wel of niet sprake is van geoorloofd te laat komen. Leerlingen die te laat zijn melden zich de volgende morgen om 08.00 uur. Leerlingen die van ver komen of leerlingen die in een uithoek van Amsterdam wonen en een ongelukkige OV verbinding hebben, krijgen een “te laat kom pas”. Met deze pas tonen leerlingen bij de docent aan dat zij eventueel vertraging met het OV hebben opgelopen. Bij te laat komen hoeven de leerlingen met een pas zich niet de volgende morgen te melden. De pas is alleen geldig in periodetijd. De pas geen vrijbrief om elke dag te laat te komen. Ongeoorloofd verzuim Bij een absentie zonder melding is er sprake van ongeoorloofd verzuim. De leerling wordt hier door de verzuimcoördinator op aangesproken. De leerling zal twee klokuren terug moeten komen en de ouder(s)/verzorger(s) worden op de hoogte gesteld door de verzuimcoördinator. Als het ongeoorloofd verzuim aanhoudt, meldt de verzuimcoördinator het ongeoorloofd verzuim via de administratie aan de leerplichtambtenaar. Bij het verstrijken van de wettelijke verzuimtermijn meldt de verzuimcoördinator het verzuim aan de leerplichtambtenaar. Bij luxeverzuim wordt de leerplichtambtenaar door de verzuimcoördinator op de hoogte gesteld.
GGCA schoolgids 2013/2014
21
5. Begeleiding en zorg Buitengewoon verlof Ouder(s)/verzorger(s) kunnen bij de verzuimcoördinator of de teamleider een aanvraagformulier extra verlof ophalen. Ouder(s)/verzorger(s)vullen dit formulier in. De rector (Margot Prins) verleent op basis van de door de ouder(s)/verzorger(s) ingevulde gegevens wel of geen verlof. Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het inhalen van gemist werk. Uiteraard kan hierbij de hulp van de mentor ingeroepen worden. De regels voor verlof buiten de schoolvakanties zijn conform “richtlijnen verlof buiten de schoolvakanties” van het Stadsdeel Zuideramstel. U kunt alle informatie omtrent verlof nalezen op de website van Bureau Leerplicht Plus. Schorsingen Indien een leerling wordt geschorst, is hij/zij op school aanwezig. De leerling wordt voor de duur van de schorsing in een andere klas geplaatst. De leerling werkt dan aan strafwerk. De leerling is zelf verantwoordelijk voor het inhalen van de gemiste lesstof in eigen klas. Ouders worden schriftelijk door de dagelijkse leiding op de hoogte gesteld van de schorsing. Indien een leerling voor de derde keer geschorst wordt (of voor een tweede keer voor een zelfde incident) wordt er samen met de ouder(s)/verzorger(s) gezocht naar een andere school. Foto’s Van diverse activiteiten op de school worden foto’s gemaakt; leerlingen die op de school zitten gaan ermee akkoord dat er foto’s die van hen gemaakt zijn gebruikt kunnen worden in promotie- en informatiemateriaal van de school. Hiervoor wordt dus niet uitdrukkelijk van tevoren toestemming gevraagd. Mocht een leerling hiertegen bezwaar hebben, kan dit kenbaar gemaakt worden bij de rector. Ongevallenverzekering De school heeft een verzekering tegen ongevallen die een leerling kunnen overkomen op weg naar of van school, tijdens het verblijf op school of tijdens activiteiten in schoolverband buiten het gebouw, mits deze onder toezicht van een leerkracht of verzorger staan. Ook tijdens de stageweken in de negende en tiende klassen loopt de ongevallenverzekering door. Deze verzekering treedt in werking wanneer de eigen ziektekostenverzekering of WA verzekering (een deel van) de schade niet dekt.
22
GGCA schoolgids 2013/2014
Begeleiding door mentoren De mentoren vervullen een belangrijke rol in de leerlingbegeleiding en zorg. De mentoren zijn het eerste aanspreekpunt voor leerlingen en ouders. Hun begeleiding is gericht op alle ontwikkelingsvragen van de individuele leerling en de studievoortgang. Ook begeleiden de mentoren het groepsproces van de klas. Bij problematische situaties geven de mentoren, waar mogelijk, extra aandacht en begeleiding. Mentoren kunnen een leerling aanmelden bij het zorgteam dat onder leiding van de zorgcoördinator staat. Begeleiding door persoonlijke mentor Bij het maken van het eindwerkstuk in klas 11 wordt elke leerling begeleid door een door de leerling zelf gekozen docent. Begeleiding door de decanen De school heeft twee decanen, één voor vmbo-tl, één voor havo en vwo. Leerlingen en ouders kunnen bij hen terecht voor individuele gesprekken over studiekeuze en vervolgopleiding. De decanen verzorgen ook lessen studiekeuze en beroepenoriëntatie.
Pedagogische Vergadering De wekelijkse Pedagogische Vergadering draagt bij aan de leerlingenzorg. Er worden regelmatig leerlingen besproken, ook wel een klas als geheel.
Dyslexie Wij willen er zeker van zijn dat we de leerlingen met dyslexie tijdig in beeld hebben. De dyslexiecoach behartigt gedurende de gehele schoolloopbaan de belangen van een leerling met dyslexie en leert hem of haar hoe je zoveel mogelijk je eigen problemen kunt oplossen. Daarom worden alle leerlingen van klas 7 gescreend op lees- en spellingsproblemen. De screening is geen dyslexieonderzoek. Uit de screening kan een advies voor verder onderzoek voortkomen. Leerlingen met een officiële dyslexieverklaring, verkregen na een dyslexieonderzoek, krijgen een dyslexiepasje. Dit geeft hen recht op compenserende en ondersteunende faciliteiten. Het is belangrijk dat de leerling vaardig wordt in het omgaan met die problemen.
Leerlinggebonden financiering (LGF) De school biedt ruimte aan leerlingen met leerlinggebonden financiering, het ‘rugzakje’. Deze indicatie moet bij aanmelding zijn toegekend. Tijdens de schoolloopbaan wordt de leerling ondersteund door een leerlingbegeleider vanuit school en een ambulant begeleider van buiten school. Voorwaarden om te worden aangenomen zijn dat de leerling in voldoende mate zelfredzaam is en dat er geen sprake is van gedragsproblematiek. In de aannameprocedure bespreken wij met ouders en leerling of een samenwerking tussen school, ouders en leerling voldoende perspectieven biedt.
GGCA schoolgids 2013/2014
23
Zorgcoördinator De zorgcoördinator van het GGCA observeert, signaleert en verwijst indien nodig, de leerlingen naar externe hulpverlening. Dit gebeurt in nauw overleg met de mentor en ouders. Verder begeleidt de zorgcoördinator het lerarencollege in de omgang met bepaalde jeugdproblematiek. De leerlingen die bij aanname het voordeel van de twijfel kregen, hebben vaak wat extra zorg en aandacht nodig. De zorgstructuur zorgt ervoor dat deze leerlingen al bij aanname in beeld zijn en dat zij in hun schoolloopbaan de nodige ondersteuning krijgen. De zorgcoördinator is de voorzitter van het zorgoverleg op school, waar ook school maatschappelijk werk, GGD en leerplicht in vertegenwoordigd zijn.
Psycholoog Wanneer een leerling met problematiek kampt die buiten de pedagogische en didactische mogelijkheden van de mentor, de dyslexiecoach, school maatschappelijk werk of de zorgcoördinator valt, kan deze voor een aantal gesprekken bij de schoolpsycholoog terecht. Wanneer meer begeleiding gewenst blijkt kan de psycholoog de leerling naar een extern hulptraject verwijzen. Een leerling kan worden aangemeld door de mentor of zorgcoördinator. De schoolpsycholoog zorgt ook gedeeltelijk voor de pedagogische scholing van het lerarencollege.
Drugs/alcohol counselor De counselor helpt en verwijst leerlingen en ouders die te maken hebben met alcohol en/of drugsproblematiek. Daarnaast verzorgt de counselor lesmateriaal voor drugs- en alcoholvoorlichtingen in alle jaarlagen. Schoolmaatschappelijk werk Het schoolmaatschappelijk werk heeft een brugfunctie tussen leerling, ouders, school en hulpverleningsinstellingen. Schoolmaatschappelijk werk is een vorm van doelgroepgerichte hulpverlening als specifieke taak van het algemeen maatschappelijk werk. Naast hulpverlening heeft de schoolmaatschappelijk werker de volgende taken: signaleren, consultatie bieden, informatie en advies geven en doorverwijzen. Vertrouwenspersonen Leerlingen, medewerkers en ouders kunnen terecht bij de vertrouwenspersonen voor advies of praktische hulp. De vertrouwenspersonen zijn er voor problemen als pesten, discriminatie, mishandeling, seksuele intimidatie of seksueel misbruik. Zo nodig verwijzen zij door naar professionele hulpverlening. Meldingsplicht kindermishandeling en huiselijk geweld Wij zijn als school verplicht om melding te maken van vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld. Wij volgen daarbij het landelijke protocol kindermishandeling. Meer informatie hierover is te vinden op www.protocolkindermishandeling.nl. Onderdeel van dat protocol is dat scholen een meldfunctionaris hebben, dat is iemand die contact op kan nemen met instanties die verstand hebben van zaken als kindermishandeling (u kunt denken aan bureau jeugdzorg). Vanzelfsprekend gaan we alleen tot melding over als de vermoedens sterk zijn. De meldfunctionaris op onze school is de zorgcoördinator Saskia de Vocht.
24
GGCA schoolgids 2013/2014
6. Aanname Ouders die hun kind willen aanmelden voor de zevende klas (eerste jaar Voortgezet Onderwijs) bij het GGCA wordt verzocht een afspraak te maken voor een oriënterend gesprek. Tijdens dit gesprek met ouders en kind is het de bedoeling om tot een inschatting te komen of de pedagogiek en didactiek van de vrijeschool bij de leerling past; er wordt vooral naar de motivatie van de leerling voor het vrijeschoolonderwijs gekeken. Informatie over dit onderwijs treft u elders op onze website aan. De inschrijfformulieren worden samen met een informatiebrief over de te volgen aannameprocedure aan het eind van dit gesprek verstrekt. Een afspraak voor dit oriënterende gesprek kan gemaakt worden via Berryl Conrad per telefoon: 020 - 574 5831 of mail:
[email protected] Ouders van leerlingen uit het Vrijeschool Basisonderwijs hoeven zich niet aan te melden voor een oriënterend gesprek. Zij krijgen de inschrijfformulieren via de basisschool. Zij-instroom: aanmelden voor een hoger leerjaar dan de 7de klas Leerlingen die van een Vrijeschool komen kunnen zich aanmelden voor alle klassen behalve de examenklassen tenzij de schoolleiding anders beslist.
Leerlingen uit het regulier onderwijs kunnen tot en met de negende klas (derde leerjaar) instromen.
Instromen in de tiende, elfde of twaalfde klas is voor hen niet mogelijk
Een aanmelding kan gemaild worden naar Karin van der Vuurst. Als blijkt dat er geen ruimte is komt de leerling eventueel op een wachtlijst. Vrijeschool leerlingen hebben voorrang op de wachtlijst. Indien er ruimte blijkt te zijn worden ouder(s) en leerling uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek wordt de motivatie van de leerling om over te stappen naar het GGCA besproken. Daarnaast worden ook rapporten, het GGCA overgangsprotocol en eventuele uitslagen van onderzoeken bekeken. Indien de zij-instromer een zorgleerling is, zal ook de zorgcoördinator bij het gesprek aanwezig zijn.
Na contact met de huidige school en een proefperiode van twee weken (in geval van ziekte van een kind, lesuitval, onzekerheid bij de school of bij de leerling, kan de proeftijd worden verlengd of worden ingekort) wordt in overleg met de mentor en het lerarencollege besloten of de leerling wordt aangenomen. De leerling blijft tijdens de proeftijd ingeschreven op de oude school. Pas als inschrijving op het GGCA definitief is, wordt de leerling op de oude school uitgeschreven.
GGCA schoolgids 2013/2014
25
7. Contacten tussen school en ouders
8. Schoolorganisatie
Mentor Het eerste aanspreekpunt voor ouders is de mentor. Indien de vraag de mentor overstijgt wordt er doorverwezen naar een lid van de schoolleiding. Twee maal per jaar, na de rapporten, worden er tafeltjesavonden georganiseerd. Dan kunnen ouders met docenten in gesprek gaan over de voortgang en welzijn van hun kind. Ook vindt er twee keer per jaar een ouderavond plaats. Deze avonden starten vaak met een algemeen deel, bedoeld voor alle ouders van een jaarlaag. Vervolgens gaan mentoren en ouders per klas uit elkaar om zaken die de klas aangaan te bespreken.
HET GGCA De school maakt deel uit van de Stichting voor Voortgezet Vrijeschoolonderwijs; deze bestaat uit het Geert Groote College Amsterdam, de Adriaan Roland Holstschool te Bergen en het Rudolf Steiner College Haarlem. In het kader van Goed Onderwijsbestuur is de Stichting in 2009 overgegaan op een structuur met een algemeen directeur, tevens bestuurder; deze bestuurder is het bevoegd gezag van de stichting. De bestuurder wordt aangesteld en gecontroleerd door de Raad van Toezicht, die vier of vijf keer per jaar met de bestuurder overlegt en verder zoveel contact heeft als nodig voor een goede toezichtrol.
Contactouders Elke klas heeft een aantal contactouders. Samen met de mentor organiseren zij de ouderavonden en eventuele andere activiteiten voor de klas. Voor de mentor kunnen de contactouders een belangrijke rol spelen om informatie door te geven aan alle ouders van de klas. En andersom, kunnen de contactouders een klankbord zijn voor de ouders en doorgeefluik zijn naar de school. De contactouders zijn verenigd in het contactouderoverleg dat jaarlijks zes maal bij elkaar komt. Via de Buitenkrant en de website wordt melding gemaakt van de vergaderdata en agenda van dit contactouderoverleg. Alle ouders zijn van harte welkom. Buitenkrant Om de twee weken verschijnt de Buitenkrant. Deze informatiekrant wordt digitaal aan alle ouders verstuurd en bevat belangrijke informatie voor ouders en leerlingen. Het archief is terug te vinden op onze website.
Bestuurder is de heer Dr. H.R.W. (Harold) Ansink; hij is bereikbaar op het Geert Groote College, via mail
[email protected] en op het telefoonnummer van deze school, 020 5745830. De Raad van Toezicht bestaat uit: De heer A. Vermeulen, voorzitter De heer H. Schellekens, secretaris De heer H. Lap De heer M. Wit De heer M. Dingarten De Raad van Toezicht wordt niet inhoudelijk betrokken bij klachten.
De website Op de website vindt u, naast deze digitale schoolgids, uitgebreide informatie over de school en het onderwijs. Het dagrooster, de jaaragenda en de homepage geven actuele informatie.
Klachtenregeling De school heeft een klachtenregeling. Deze regeling is voor de drie scholen van de stichting dezelfde; de regeling zelf is te vinden op de website van de school. De bedoeling van de regeling is de volgende:
Magister Magister is het leerlingvolgsysteem waarop via de website kan worden ingelogd en de prestaties (pta-gegevens en absenties) van de leerling gevolgd kunnen worden. Leerling en ouders krijgen een persoonlijke code om hierop in te loggen.
• Het open houden van de communicatielijnen • Het voorkomen van klachten • het voorkomen dat klachten verergeren • Het oplossen van de klachten Voordat betrokkenen (leerlingen, ouders, personeelsleden) een beroep doen op de klachtenregeling, dienen alle andere kanalen te zijn geprobeerd. Allereerst wordt er geprobeerd om met de betrokken docent tot een oplossing te komen, vervolgens met de teamleider, dan met de directie en vervolgens met de bestuurder. Men kan met een klacht altijd terecht bij de vertrouwenscontactpersoon van de school; deze kan u bij het traject begeleiden en u advies geven over een volgende stap.
26
GGCA schoolgids 2013/2014
GGCA schoolgids 2013/2014
27
9. Financiële informatie Mocht een klacht niet naar tevredenheid zijn afgehandeld, kunt u zich wenden tot de externe klachtencommissie. Ook het reglement van deze commissie kunt u op de website van de school vinden Interne vertrouwenscontactpersonen Sandra Capit en Claas Wernicke Externe vertrouwenspersoon Mevrouw Heleen de Jong, Kleverparkweg 92, 2023 CJ Haarlem www.heleendejongadvies.com of mail
[email protected] Klokkenluiderregeling In het kader van Goed Onderwijsbestuur heeft de school een klokkenluiderregeling. Deze regeling is bedoeld voor het melden van misstanden die niet onder de klachtenregeling vallen. U kunt daarbij denken aan financiële malversaties. De klokkenluiderregeling is te vinden op de website van de school Medezeggenschap De Stichting heeft een Medezeggenschapsraad (MR), waarin een evenredige vertegenwoordiging van de drie scholen zitting heeft. Het betreft daarbij personeel, ouders en leerlingen. Daarnaast hebben alle drie de scholen een Vestigings-MR. In de MR worden de zaken besproken die voor de hele stichting van belang zijn: strategisch beleid, personeelsbeleid, financieel beleid. In de VMR worden de zaken besproken die voor de school van belang zijn, zoals onderwijskundige veranderingen, en ook simpele zaken als de vakantie. Het (V)MR reglement en de statuten zijn hier te vinden op de website.
Ouderbijdrage De Ouderbijdragen zijn vrijwillig; ditzelfde geldt voor de kosten voor schoolreizen en andere onderdelen van ons curriculum. Het mag duidelijk zijn dat de school al deze activiteiten alleen voor de leerlingen kan organiseren als er voor betaald wordt. Onder Ouderbijdrage treft u een uitgebreide toelichting aan op de regeling ouderbijdragen en overige (extra) schoolkosten. De school heeft de Stichting Derden Gelden Kunstreizen onder beheer. Op de girorekening van deze stichting kunnen niet alleen de ouders van de negende klas, maar ook andere klassen die dat willen, sparen voor de kunstreis. Voor de kunstreis is ongeveer € 675,-- nodig, exclusief het benodigde zakgeld, eetgeld en geld voor musea (ongeveer € 300, -) . Dit bedrag moet in juli 2016 gespaard zijn (dan wordt de reis betaald). Een automatische overschrijving van € 39 per maand maakt het bedrag op tijd rond. Het geld kan worden gestort op Rek. nr. 627910 t.n.v. St. Derden Gelden Kunstreizen, Geert Groote College, Amsterdam o.v.v. de naam van uw kind. Schoolboeken De schoolboeken zijn voor het schooljaar 2013-2014 gratis. Scholen betalen de boeken uit een vergoeding die zij van de overheid ontvangen. Aanvullende ondersteunende leermiddelen zijn niet gratis. Over de bestelprocedure wordt u tijdig door de school geïnformeerd. Bij het plaatsen van de bestelling ziet de leerling welke boeken gratis ter beschikking worden gesteld en welke artikelen voor eigen rekening zijn. Van Dijk Educatie registreert welke bestellingen zijn geplaatst en door wie. Mocht blijken dat er ten onrechte op kosten van de school is besteld, dan zullen de kosten hiervan op de besteller worden verhaald. Om een correct en zorgvuldig gebruik van de boeken te garanderen, wordt aan de leerling (vrijwillig) een borgbedrag in rekening gebracht na het bestellen van het boekenpakket. Eventuele beschadiging of vermissing van studieboeken wordt met dit borgbedrag verrekend. Als de leerling na het einde van het schooljaar geen nieuw boekenpakket meer bestelt, wordt het borgsaldo door Van Dijk Educatie teruggestort. Als een leerling na het cursusjaar wél een nieuw boekenpakket bestelt, wordt het borgsaldo meegenomen naar het volgende schooljaar. Sponsorbeleid In toenemende mate is er binnen het onderwijs aandacht voor sponsoring van bepaalde activiteiten. De stichting is natuurlijk blij met sponsoring; deze sponsoring zal altijd gedaan worden met een specifiek doel, en de verantwoording van de gelden zal ook altijd expliciet
28
GGCA schoolgids 2013/2014
GGCA schoolgids 2013/2014
29
10. Onderwijs in cijfer gedaan worden. Het gaat hierbij om geld, goederen of diensten die aan het bestuur, directie, personeelsleden of leerlingen verstrekt worden en waarvoor de sponsor soms een tegenprestatie verlangt. Sponsoring wordt geaccepteerd ten behoeve van de leeromgeving (gebouw of inventaris), leermiddelen (computers, boeken, overig lesmateriaal) of excursies. Vanuit sponsorgelden zullen geen arbeidsrelaties worden bekostigd. Schenkingen vallen niet onder het begrip sponsoring. Het bestuur en daarmee de school hanteren het landelijk sponsorbeleid van het Ministerie van Onderwijs, waarbij gedragsregels vastgelegd zijn in een convenant. In het sponsorbeleid staan de volgende uitgangspunten centraal: • Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen alsmede de identiteit van de school; • Sponsoring mag de objectiviteit, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van het onderwijs niet in gevaar brengen; • De onderwijsinhoud en de continuïteit van het onderwijs mogen door sponsoring niet beïnvloed worden; • Reclame in lesmateriaal is niet toegestaan; • Sponsoring mag niet leiden tot ongewenst, gevaarlijk of ongezond gedrag. De medezeggenschapsraad van de stichting heeft instemmingsrecht bij het aangaan van sponsorovereenkomsten.
lesuren in minuten per week klas
7
8
9
9
10
10
10
11
11
12
12
VMBO-t
VMBO-t
HAVO
VWO
HAVO
VWO
HAVO
VWO
Periode
500
500
500
500
500*
500
500
500
500
500*
500*
Nederlands
105
140
140
140
140
105
105
140
140
175
175
Frans
105
105
105
105
105
105
105
140
175
Duits
105
105
105
140
140
105
105
105
105
140
140
Engels
140
140
105
140
140
140
105
105
105
140
140
70
70
70
70
Wiskunde A/C
105
105
105
140
140
175
wiskunde B
140
140
140
175
175
175
Aardrijkskunde
105
105
105
140
140
140
140
140
140
140
210
210
105
105
140
105
140
140
105
140
105
140
175
175
Maatschappijleer Wiskunde
140
140
rekenen
35
35
Natuurkunde
140
140
210 35
18**
Geschiedenis
140
140
Scheikunde
18**
Economie
18**
140
140
140
140
140
140
175
140
Biologie
18**
140
140
140
140
140
140
175
175
140
140 70
70
70
70
140
140
70
70
140
140
175
175
100
100
35
35
NaSk_1 Kunstgeschiedenis
70
Handenarbeid/smeden**
70
70
70
140
140
Tekenen/schilderen/grimeren**
70
105
35
140
140
Textiel**
70
70
35
Muziek**
35
35
Koor
35
35
Gymastiek
105
105
Eurithmie
70
70
Vensteruur/maatschappijleer
35
Klasseuur
35
Toneel**
47
47
47
47
35
35
47
47
70
70
105
105
140
140
70
70
70
70
70
105
105
105
105
105
35
35
35
35
35
35
35
35
105
105
35
35
35
35
35
35
totaal aantal minuten
1655
1725
1515
percentage t.o.v. wettelijke norm
108%
112%
98%
70
n.v.t.*** n.v.t.*** n.v.t.*** n.v.t.*** n.v.t.*** n.v.t.*** n.v.t.*** n.v.t.***
*) de periodes in de examenklas zijn gedurende een gedeelte van het jaar **) De vakken staan in een draaischema tegenover elkaar. In de tabel staan de minuten per week verdeeld over het jaar ***) Het totaal aantal minuten per week is afhankelijk v.h. gekozen vakkenpakket
30
GGCA schoolgids 2013/2014
GGCA schoolgids 2013/2014
31
11. Praktische gegevens Examenresultaten Hieronder staan de examenresultaten van de leerlingen die de afgelopen jaren het diploma behaalden. IVO/Vmbo-t
2009 2010 2011 2012 2013
Bezoekadres: Fred. Roeskestraat 84 1076 ED Amsterdam Tel : 020 - 574 5830 (tot 14.00 uur) Fax : 020 - 675 8137
kandidaten 63 51 20 46 41 geslaagden 60 49 18 44 39 percentages
95% 96% 90% 96% 95%
Havo 2009 2010 2011 2012 2013
Al uw post s.v.p. naar Postadres: Postbus 77779 1070 LJ Amsterdam
kandidaten 45 45 65 50 53 geslaagden 37 41 57 37 43 percentages
82% 91% 88% 74% 81%
e-mail
[email protected] website www.ggca.nl
Vwo 2009 2010 2011 2012 2013 kandidaten 24 35 32 38 21 geslaagden 21 33 30 35 18 percentages
88% 94% 94% 92% 86%
ROUTEBESCHRIJVING Trein Vanaf het station Amsterdam Zuid is het ongeveer tien minuten lopen. Verlaat het station aan de Noordzijde; loop onder het viaduct (tevens fietsenrek) door en sla, parallel aan het fietspad, linksaf. Loop rechtdoor totdat je opnieuw onder een weg doorloopt en direct een T-splitsing bereikt. Sla rechtsaf en bij de eerste gelegenheid weer linksaf. Je bent nu in de Fred. Roeskestraat. Je vindt het College na ongeveer vierhonderd meter aan je rechterhand. Bus / tram De volgende trams hebben een halte bij de Fred. Roeskestraat/ IJsbaanpad: 16 en 24; metro 51 stopt op Station Zuid, Metro 50 op halte Amstelveenseweg; de bussen 65, 170, 172, 258, N70 en 271 stoppen allemaal in de buurt van de school. Auto Zorg vanuit elke richting dat je op de A10 uitkomt. Neem afslag S108 (Buitenveldert); sla onderaan rechtsaf en neem de eerste afslag Rechts. Dit is de Fred. Roeskestraat. Na driehonderd meter ben je bij het College. Er is voldoende parkeerruimte. Het parkeertarief van Amsterdam Zuid is 3 euro per uur, ook ’s avonds. De betaalautomaat accepteert munten, chipper.
32
GGCA schoolgids 2013/2014
GGCA schoolgids 2013/2014
33
schoolleiding Rector Margot Prins
[email protected] Conrector Lucas Sint
[email protected] Teamleider klas 11 en 12 Monique de Hoop
[email protected] Teamleider klas 9 en 10 Simonette Meijer-Donagrandi
[email protected] Teamleider klas 7 en 8 Marleen van der Flier
[email protected] Stichting Voortgezet Vrijeschool Onderwijs Noord-Holland Bestuurder Harold Ansink
[email protected] colofon Redactie Ontwerp Fotografie
34
Harold Ansink Studio Rooiejas, www.rooiejas.nl Dieuwertje van Drooge
GGCA schoolgids 2013/2014
GEERT GROOTE COLLEGE AMSTERDAM
GGCA schoolgids 2013/2014
35