dinsdag 31 maart 2015 - jaargang 18 nummer 3 | Energie Actueel, nieuws en achtergronden zijn per 1 april uitsluitend beschikbaar via www.energieactueel.nl
Ulrich Benterbusch (Deutsche Energie Agentur)
3 Koninklijke opening Koning Willem-Alexander opende medio maart een nieuwe biowarmtecentrale van Stadsverwarming Purmerend. De centrale wordt gestookt op houtsnippers die beschikbaar komen uit het terreinbeheer van Staatsbosbeheer. Met de centrale voorziet Stadsverwarming Purmerend haar 25.000 klanten voor 80% van groene warmte, en is daarmee het meest duurzame warmtebedrijf van Nederland.
‘Volledig decentrale energievoorziening zal in Duitsland niet zo snel ontstaan’
‘Elektrificatie van de auto is onomkeerbaar proces’
2
Britse capaciteitsmarkt onder vuur
4
6-8
Vier columnisten geven hun energievisie 2030
Geen rol Europese Commissie bij grote gascontracten met Rusland De Europese Unie gaat de interconnectie van de nationale gaspijpleidingen en elektriciteitsnetten binnen de Unie bespoedigen. Maar de Europese Commissie mag niet namens de lidstaten gaan onderhandelen over grote gasaankopen met landen als Rusland en andere externe leveranciers, zoals zij had gevraagd. Ze kan die gasaankopen ook niet tegenhouden noch achteraf verbieden.
Dat hebben de EU-regeringsleiders en staatshoofden (Europese Raad) op hun recente topoverleg in Brussel beslist. Ze gaven daar het officiële startsein voor de opbouw van de Europese Energie Unie (EEU). In hun slotverklaring kondigen de EU-leiders aan dat zij energie in Europa betaalbaar, betrouwbaar en schoon willen maken. Ook moeten alle overeenkomsten over gasleveranties in overeenstemming zijn met het Europese recht, transparanter worden en mogen zij geen negatieve
‘Zweedse capaciteitsreserve doet afbreuk aan marktwerking’ DOOR WIM VERSEPUT, KOPENHAGEN
De Zweedse energiemarkttoezichthouder EI vindt dat de capaciteitsreserve die TSO Svenska Kraftnät (SVK) sinds 2003 aanhoudt de marktwerking in de war schopt. Die reserve moet daarom verdwijnen, zo luidt de visie van EI na een analyse. “De markt zal beter gaan werken als de klanten kunnen reageren op prijssignalen. De capaciteitsreserve drukt die signalen weg, is bovendien duur en draagt eraan bij dat oude kolen- en oliefaciliteiten in leven worden gehouden”, aldus hoofdeconoom Therése Hindmann van de toezichthoudende instantie. Die visie zal EI ook op tafel leggen bij de nieuwe energiecommissie die door de regering in het leven is geroepen. Deze commissie krijgt tot taak om uit te vinden wat er aan stroomcapaciteit in Zweden nodig is over 10 jaar, als het land op geen enkel moment het risico wil lopen zonder elektriciteit te zitten. Tegen die achtergrond is het helemaal nog niet zo zeker of EI haar standpunt zal weten door te drukken. Officieel is het lot van
de reserve weliswaar al beklonken, want eerder is door de politiek besloten om er in 2020 vanaf te stappen. Maar de meningen zijn verdeeld en de discussie over de juistheid van dat besluit is nog steeds gaande, zowel binnen de regering als in de branche. Risico ondervangen
De capaciteitsreserve kwam twaalf jaar geleden tot stand om het risico te ondervangen dat het stroomaanbod te krap wordt als koning winter zijn tanden laat zien. Het systeem is zo opgezet, dat op de beschikbaarstelling van productiecapaciteit via een aanbesteding kan worden ingeschreven. Daarnaast kunnen industriële grootverbruikers inschrijven op de mogelijkheid om in noodsituaties minder of helemaal niets meer af te nemen. Het systeem rust daarmee op twee pijlers: productiecapaciteit en kunstmatige flexibilisering van de vraag. EI vindt het echter stukken beter als de afnemers zelf hun stroomverbruik zouden aanpassen, namelijk als de prijzen door een krap aanbod zo hoog worden dat het voordelig wordt om de inkoop te onderbreken.
invloed hebben op de energiezekerheid in de Unie. Aan de versterkte transparantie is echter geen enkele verplichting verbonden. De Commissie krijgt daarover ook geen controlebevoegdheid.
De grond in boren
Samen met Duitsland was Nederland een van de lidstaten die het voorstel van EU-energiecommissaris Sevcovic, gesteund door de Poolse voorzitter van de Europese Raad Tusk, de grond in boorde.
De Oost-Europese landen reageerden deels teleurgesteld, deels verontwaardigd omdat de toch al machtige Russische onderhandelingspositie “door het verraad van een aantal lidstaten” alleen maar wordt versterkt. Ze verweten de tegenstanders vooral de belangen van het Russische staatsgasconcern Gazprom, dat prominent aanwezig in Duitsland en andere lidstaten, te hebben gediend. De Duitse bondskanselier Angela Merkel verklaarde tegen het Commissievoorstel
Vattenfall bouwt ‘goedkoopste offshore windpark van Europa’ DOOR WIM VERSEPUT, KOPENHAGEN
Vattenfall pakt in Denemarken de bouw van een nieuw offshore windpark aan voor een recordlage gegarandeerde stroomprijs van 10,3 per kilowattuur. Dat is volgens het Deense klimaat- en energieministerie niet alleen een aanzienlijk lagere garantieprijs dan waarvoor eerder voor soortgelijke projecten werd ingeschreven, maar maakt het nieuwe offshorewindpark ook tot het goedkoopste in Europa op dit moment. Het gaat bij het project om Horns Rev 3 in de Noordzee, met een productiecapaciteit van 400 MW. Dat komt overeen met het stroomverbruik van zo’n 450.000 huishoudens. Ter vergelijking: het recent in bedrijf gestelde offshore windpark Anholt is gebouwd met een garantieprijs van 14,10 cent per kWh ofwel – zegt bewindsman Rasmus Helveg Petersen – 15,2 cent in de prijzen van nu. “De lage prijs is een gevolg van de technische ontwikkeling in de hele windturbine-industrie, in combinatie met een zeer geslaagd aanbestedingsproces”, gelooft hij. De aanbesteding van Anholt kwam de regering destijds te
te zijn omdat ze te strenge Europese regels niet wenselijk achtte. Ook meende zij zich niet te mogen mengen in de commerciële gascontracten tussen bedrijven. Raadsvoorzitter Tusk, die vorig jaar al aan de basis lag van pogingen om de onderhandelingspositie van de EU tegenover Rusland te versterken, kon de teleurstelling van de Oost-Europese lidstaten begrijpen. Die zijn voor een groot deel afhankelijk van Russisch gas. Lees meer op pagina 5
Energie Actueel is ook digitaal beschikbaar:
staan op forse kritiek uit het parlement. Herhaling van de fouten is bij Horns 3 voorkomen door een intensieve dialoog met de inschrijvers. Daardoor is het gelukt de prijs naderhand nog flink te drukken. Behalve winnaar Vattenfall namen nog drie andere geselecteerde bedrijven deel aan de inschrijving. In de handen wrijven
Naast bewindsman Petersen wrijft ook brancheorganisatie Dansk Energi zich vergenoegd in de handen. “Dit bewijst dat de industrie de kosten weet te verlagen. Offshore windkracht kan concurrerend worden als er maar voldoende volume in de markt is”, constateert topman Lars Aagaard van de brancheorganisatie. De windenergie-industrie ontwikkelt zich volgens hem bijzonder sterk. Vooral de laatste paar jaar is er vaart ingekomen. “Sinds 2010 is de in Europa geïnstalleerde windkrachtcapaciteit meer dan verdubbeld en elk nieuw park heeft doorslaggevende ervaring, kennis en technologische stappen vooruit met zich meegebracht.” De garantieprijs van 10,3 cent op Horns Rev 3 geldt vanaf de inbedrijfstelling 12 jaar. Daarna moet Vattenfall het doen met de marktprijs.
energieactueel.nl
2 ECONOMIE markt & bedrijven Energie Actueel | jaargang 18, nummer 3 | dinsdag 31 maart 2015
Britse capaciteitsmarkt onder vuur Hervorming elektriciteitsmarkt VK De capaciteitsmarkt is één van de twee pijlers van de hervorming van de Britse elektriciteitsmarkt. De andere pijler is de nieuwe subsidieregeling voor koolstofarme technologieën, de zogeheten Contracts for Difference. Onlangs is ook voor deze nieuwe regeling de eerste van de jaarlijkse veilingen gehouden. Daarbij is aan 27 nieuwe projecten tot 425 miljoen per jaar aan subsidie uitgeloofd over een periode van vijftien jaar. Onder die nieuwe projecten bevinden zich twee windparken op zee en vijftien op land. Binnen de regerende Conservatieve partij bestaat veel verzet tegen windturbines op land. De partij heeft zelfs beloofd bij herverkiezing in mei de subsidies daarvoor terug te willen draaien. Het is onduidelijk wat voor impact dat zou hebben op de projecten die nu een contract hebben gekregen. DOOR ARJAN SCHIPPERS, LONDEN
Het Verenigd Koninkrijk heeft als eerste EU-lid een capaciteitsmarkt ingevoerd, daarbij nauwlettend in de gaten gehouden door andere Europese landen die iets dergelijks overwegen. Over een paar jaar wordt pas duidelijk of het Britse systeem voldoet, maar er is nu al forse kritiek. De capaciteitsmarkt beoogt voldoende opwekkingscapaciteit te garanderen om te kunnen voldoen aan piekvraag in de jaren wanneer er stroomtekorten dreigen, zoals wordt verwacht aan het einde van dit decennium. Alleen door extra capaciteit achter de hand te houden, kan worden gegarandeerd dat dan ‘de lichten aan blijven’, zo luidt de redenering. De eerste Britse veiling – voor capaciteit leverbaar in 2018/2019 – vond afgelopen december plaats. De leveranciers die daarbij succesvol waren, verplichten zich wanneer daar om wordt gevraagd binnen vier
uur gedurende een bepaalde periode een bepaalde hoeveelheid stroom te leveren. De prijs die voor die capaciteit werd overeengekomen is 19,40 pond per kilowatt per jaar; ongeveer 26 euro. Daar bovenop wordt nog betaald voor de geleverde stroom. Duur
Energieminister Ed Davey was enthousiast over de uitkomst: “De voorzieningszekerheid wordt gewaarborgd tegen de laagste kosten voor de consument. We doen dit door het beste te halen uit onze bestaande centrales en nieuwe investeringen te ontsluiten in flexibele centrales.” Maar niet iedereen is zo opgetogen. De Vaste Kamercommissie voor Energie en Klimaatverandering vindt het systeem onnodig duur, omdat het conventionele centrales zou bevoordelen boven slimme technologieën om de vraag te verminderen (Demand Side Response of DSR, red.). In totaal zullen er als gevolg van deze
veiling 1,25 miljard euro aan betalingen plaatsvinden, maar slechts 5% daarvan gaat naar nieuwe opwekkingscapaciteit, waaronder een nieuwe gasgestookte centrale. DSR kan rekenen op niet meer dan een schamele 0,4%. De rest gaat naar bestaande capaciteit, waaronder gascentrales, maar ook kolencentrales (die op bijna één-vijfde kunnen rekenen) en kerncentrales (15%) zijn in de prijzen gevallen bij de veiling. Vraagvermindering
De commissie betreurt het dat slimme technologieën om elektriciteitsvraag te manipuleren en te verminderen zo weinig kans krijgen. Met vraagvermindering is er minder opwekkingscapaciteit nodig en dat heeft ook weer minder CO 2 -uitstoot tot gevolg. De Kamercommissie staat in zijn opvattingen niet alleen: consultancybureau PWR constateert dezelfde tekortkomingen. Maar PWR heeft nog een ander kritiekpunt: waarom is er een veiling gehouden
Flinke winstdaling RWE, recordverlies voor E.On
DOOR PETER WESTHOF Dalende energieprijzen, milde temperaturen en afschrijvingen hebben RWE en concurrent E.On een tegenvallend 2014 bezorgd. RWE zag de winst flink dalen, terwijl E.On zelfs een recordverlies over het afgelopen jaar bekendmaakte. RWE ziet dit jaar nog geen verbetering. Het gaat de komende jaren wel verder met de Nederlandse topman Peter Terium, zo maakte het concern bekend.
Op 10 maart presenteerde RWE de cijfers over vorig jaar en die zagen er niet goed uit. Ongewoon zacht weer en lagere energieprijzen hebben de winst van RWE vorig jaar stevig gedrukt. Ook in de komende jaren zullen de marktomstandigheden moeilijk zijn. RWE zag zijn nettowinst in 2014 met 45% slinken naar 1,3 miljard euro. Het operationele resultaat kromp met een kwart tot 4 miljard euro. Bezuinigingen en de verkoop van elektriciteitsnetten wogen niet op tegen de aanhoudend lage elektriciteitsprijzen. De totale omzet van de energiereus was met 48,5 miljard euro 7,5% lager dan in 2013. Marges zwaar onder druk
In Nederland en België, waar RWE de resultaten samenvoegt, halveerde het operationele resultaat en ging er bijna een derde van de omzet af. Hier had RWE naar eigen zeggen last van ‘extreem mild weer’ en stevige concurrentie. Daardoor stonden de winstmarges zwaar onder druk. RWE verwacht dit jaar een verdere winstdaling, ondanks aanhoudende maatregelen om kosten
te besparen en groeiplannen. Het concern verwacht een operationele winst van 3,6 à 3,9 miljard euro en een nettowinst tussen 1,1 en 1,3 miljard euro. “Stellen dat we het ergste achter de rug hebben is voorbarig”, zei de Nederlandse bestuursvoorzitter Peter Terium in een toelichting. “De dramatische situatie bij de conventionele opwekking van elektriciteit is een te grote last. De verslechtering gaat zo ver en zo snel dat we geen compenserende maatregelen kunnen treffen.” De topman verwacht dat de opwekkingsactiviteiten van RWE Generation in de “niet zo verre toekomst” een operationeel verlies zullen lijden. Beleggers op de Duitse beurs waren niet blij met de resultaten. RWE daalde op de beurs in Frankfurt 2,8%. Terium blijft
Een week daarvoor werd bekend dat Terium tot 2021 bestuursvoorzitter blijft van RWE. De Raad van Commissarissen verlengde het contract van Terium, die sinds 2012 aan het roer staat, met vijf jaar. De 51-jarige topman zou volgens zijn huidige arbeidsovereenkomst in functie zijn tot 1 maart 2016.
De commissarissen wilden echter nu al zorgen voor continuïteit aan de top en brak dat contract daarom open. President-commissaris Manfred Schneider zei in een toelichting dat RWE er nog niet helemaal rooskleurig voor staat en dat Terium de tijd moet krijgen om zijn projecten voor de lange termijn door te voeren. Die stappen zijn van “aanzienlijk belang voor de optimalisatie” van RWE in de komende jaren, aldus Schneider. Forse afschrijvingen
Ook E.On kwam met negatief nieuws. Het heeft het afgelopen jaar een recordverlies geleden als gevolg van forse afschrijvingen op bezittingen, zo maakte het bedrijf 11 maart bekend. Het verlies van E.On kwam over 2014 uit op 3,2 miljard euro, tegenover een winst van 2,1 miljard euro een jaar eerder. Daarbij zag E.On de omzet afgelopen jaar met 6,8% dalen tot 111,6 miljard euro. E.On voelt eveneens de gevolgen van het besluit van de Duitse overheid om te stoppen met kernenergie. Daarnaast worstelt het bedrijf met de lage olieprijzen, negatieve wisselkoers-
Bekaaid
De zonne-energie sector vindt dat zij er met vijf relatief kleine projecten bij deze veiling bekaaid vanaf is gekomen. Zonne-energie wordt volgens de Solar Trade Association binnen enkele jaren de goedkoopste schone technologie, maar de aanbieders zijn vaak kleine bedrijven die in dit soort geld- en tijdrovende procedures moeilijk kunnen opboksen tegen de grotere windenergiebedrijven. Ook de Vaste Kamercommissie voor Energie vindt dat de CfD-regeling grote bedrijven bevoordeelt boven kleine. Het ministerie van Energie zegt dat de veiling de kosten van duurzame energieprojecten omlaag heeft gedreven, omdat alleen de meest concurrerende voorstellen contracten hebben gekregen. Maar de Kamercommissie vindt dat er in deze eerste ronde al veel geld is beloofd aan twee dure offshore windparken, waardoor er minder geld overblijft voor nieuwe projecten in latere jaren, wanneer de kosten voor offshore wind en andere duurzame technologieën zullen zijn gedaald.
Het laatste woord is nog niet gezegd over de capaciteitsmarkt. Tempus Energy, een Brits bedrijf dat DSR-oplossingen aanbiedt, stapt naar het Europese Hof van Justitie om de regeling als staatssteun voor fossiele opwekking aangemerkt te krijgen. Dat zou een officieel onderzoek van het Europese directoraat-generaal Mededinging kunnen uitlokken.
voor de volledige maximale vraag in het VK (49 gigawatt) en niet voor het verschil tussen de gemiddelde normale vraag van 43 gigawatt en de piek van 49 gigawatt? Volgens PWR zou dat verschil van 6 gigawatt eenvoudig kunnen worden gedekt door DSR en nieuwe capaciteit, een veel goedkopere en schonere oplossing.
Best en slechtst presterende beursfondsen Periode 23 februari t/m 23 maart 2015 best presterende
Enel
7,79%
Endesa
6,41%
EDP
5,04%
Veolia Env
4,55%
E.On
4,35%
minst presterende
Gasnatural - Union Fenosa
1,78%
Scottish & Southern
1,30%
GdF Suez/International Power
0,75%
RWE
0,71%
National Grid Group
effecten en daling van de stroomprijzen. Eerder al maakte E.On bekend dat het oude technologieën om elektriciteit op te wekken wil onderbrengen in een zelfstandig bedrijf dat in 2016 een eigen beursnotering moet krijgen. De energiereus wil zich volledig kunnen
-1,44%
toeleggen op groene alternatieven. Ondanks het recordverlies stegen de aandelen van E.On op de Duitse beurs licht. Over de afgelopen vier jaar heeft het aandeel wel 54% van zijn waarde moeten inleveren.
3 INTERVIEW energiewende Energie Actueel | jaargang 18, nummer 3 | dinsdag 31 maart 2015
Ulrich Benterbusch (Deutsche Energie Agentur) Ulrich Benterbusch is sinds oktober 2014 directeur van de dena in Berlijn. Daarvoor bekleedde hij posities binnen het Duitse ministerie van Economische Zaken, de Bondskanselarij, de OECD en het Internationale Energie Agentschap (IEA) in Parijs. De dena is het competentiecentrum voor energie-efficiency, duurzame energie en intelligente energiesystemen en ondersteunt de uitvoering van de Energiewende in de politiek, het bedrijfsleven en de samenleving.
‘Volledig decentrale energievoorziening zal in Duitsland niet zo snel ontstaan’ DOOR DORINE VAESSEN, MINDEN De Duitse Energiewende met haar snelle overgang naar een duurzame energie-
voorziening wordt in binnen- en vooral buitenland met een mengeling van fascinatie en argwaan gadegeslagen. Ulrich Benterbusch, directeur van de Deutsche Energie Agentur (dena) in Berlijn bekijkt de transitie die de energiesector doormaakt vooral door een nuchtere bril. Naast vastgelegde nationale en Europese doelen ziet hij ook veel ongewisheden op de weg naar 2030. Dat geldt niet voor het thema Atomausstieg. “In Duitsland is een terugkeer naar kernenergie echt uitgesloten.” Voordat Benterbusch zijn blik op het toekomstige Duitse energielandschap richt, wil hij eerst 15 jaar terug in de tijd gaan. “In 2000 is de Duitse Energiewende begonnen met de invoering van het Erneuerbare Energien Gesetz, de wet waarin stimulering van hernieuwbare energie verankerd is. Destijds ging er niemand vanuit dat we 15 jaar later meer dan een kwart van onze stroom duurzaam opwekken. Net zo onverwacht kunnen de ontwikkelingen in de volgende 15 jaar zijn. Wat er de komende periode gebeurt op het gebied van opwekking, prijzen en innovaties, hangt van enorm veel omstandigheden af.” Zo zijn er volgens Benterbusch twee belangrijke pijlers waarop de energiemarkt is gebouwd, die zich anders ontwikkeld hebben dan op de korte termijn verwacht werd. “De prijzen voor aardolie en aardgas zijn onlangs enorm gedaald, wat weer een remmende invloed heeft gehad op de innovaties in energie-efficiency, de warmte- en verkeerssector. Ook van het ETS-systeem met zijn lage CO2-prijzen gaan momenteel geen werkzame signalen uit. Niemand weet precies hoe deze voor investeerders fundamentele economische factoren zich in de toekomst ontwikkelen. Dat de olieprijs na zo’n lange aanloop zo lang op een dergelijk stabiel hoog niveau heeft gestaan, was namelijk uitzonderlijk en over het ETS worden veel discussies gevoerd of en hoe we dat zullen ombouwen.”
‘Er zal geen Duitse regering gevormd worden, die het besluit tot Atomausstieg terugdraait’ Verbetering stroomopslag
Met een aandeel van minstens 50% duurzame energie in 2030, zoals het
doel van de Duitse regering luidt, zal de voorziening over 15 jaar nog decentraler zijn dan nu het geval is. “In 2000 kwam 90% van de stroom via duizend centrales die elk meer dan 50 megawatt opwekten”, weet Benterbusch. “Uit onze prognoses voor het jaar 2024 gaan we uit van 2 miljoen centrales die ongeveer 50% van de stroomvoorziening voor hun rekening nemen. Naast windmolens zijn dat onder andere kleine blokverwarmingscentrales en zonne-installaties in welke vorm dan ook. Een volledig gedecentraliseerde energievoorziening zoals in een aantal scenario’s wordt voorgesteld, zie ik in een hooggeïndustrialiseerde samenleving als in Duitsland op de middellange termijn niet ontstaan. Het zal een mix zijn van grote en kleine conventionele en duurzame centrales, waarin energiecoöperaties, de grote concerns en ook middelgrote ondernemingen, zoals de Stadtwerke met hun regionale verzorgingsgebieden, samenwerken.” De Energiewende is een concept, niet statisch en past zich in deze overgangsfase aan de omstandigheden aan, meent Benterbusch. “Wanneer we grote vooruitgang boeken in verbetering van stroomopslag ziet de story line voor hernieuwbare energie er anders uit dan wanneer er weinig op dat onderzoeksgebied gebeurt. Bij een grote hoeveelheid duurzame energie heb je korte termijnopslagmogelijkheden nodig in de vorm van pompopslag en batterijen. Voor lange termijnopslag is het mogelijk Power-toGas in te zetten, een methode waarbij duurzame stroom in waterstof en aardgas wordt omgezet. Vanwege de hoge kosten en het relatief lage rendement van nu 35% is Power-to-Gas pas bij langere fasen van hoge stroomoverschotten attractief.” Complete afbouw kernenergie
Waar Duitsland tot 2022 de kernenergie compleet afbouwt, ontstaan in Europese landen als Finland, Frankrijk, Slowakije en het Verenigd Koninkrijk nieuwbouwprojecten voor kerncentrales als CO 2 arm alternatief voor kolencentrales. Dat geldt eveneens voor China en India en
zelfs Japan wil stilgelegde centrales stapsgewijs weer opstarten. “Voor ons is teruggaan naar kernenergie echt uitgesloten”, reageert Benterbusch. “Er zal geen Duitse regering meer gevormd worden, die het besluit tot Atomausstieg terugdraait. Ik ken ook geen nieuwbouwproject dat wat de kosten betreft niet uit de hand gelopen is. Dan zwijgen we nog maar over de moeilijkheden rondom de eindopslag van het kernafval.” Benterbusch staat volledig achter de Europese afspraken dat de energieopwekking een aangelegenheid van de individuele lidstaten is. “Het zou de geloofwaardigheid van de EU schaden, wanneer dat niet meer het geval zou zijn.”
‘Zo lang kolenstroom ter beschikking staat, is hij gunstiger dan gas’ Kolenstroom is gunstiger
Benterbusch durft er niet op vooruit te lopen hoe de aandelen kolen en gas zich in de stroommix van 2030 verhouden. “Onze economen kunnen de economische groei nog niet eens voor een jaar vooruit aangeven. Hoe zullen we dan de gasprijzen kunnen voorspellen? Gascentrales zouden uit milieuoverwegingen en flexibiliteit de voorkeur krijgen boven kolencentrales. Ik kijk ook naar de kosten. Zo lang kolenstroom ter beschikking staat, is hij gunstiger dan gas.” Benterbusch noemt de plannen van de Beierse Ministerpresident Horst Seehofer onbegrijpelijk om efficiënte gascentrales te bouwen in plaats van nieuwe hoogspanningsnetten die nodig zijn om naast de conventionele stroom de sterk groeiende duurzame stroom van het noorden naar het zuiden van Duitsland te transporteren. “Het gevolg zou kunnen zijn, dat door die hogere kosten in Beieren een prijszone voor Noord- en een voor Zuid-Duitsland ontstaat. Dat lijkt me
slecht voor de concurrentiepositie van Duitsland.” Benterbusch vindt de Beierse weerstand tegen de hoogspanningsnetten ook “vanuit democratisch oogpunt hoogst ongebruikelijk. De Bondsdag en Bondsraad hebben er al lang hun goedkeuring aan gegeven.” Warmtemarkt
Behalve de stroomsector blijft ook de warmtemarkt de komende jaren voor een deel van gas afhankelijk. Daarnaast is gas voor de verkeerssector attractief. Het ‘Initiatief aardgasmobiliteit’ dat door de dena wordt gecoördineerd en waarin onder andere het Duitse verkeersministerie, autofabrikanten als Volkswagen en energiebedrijven als Shell participeren, streeft met een uitgebreider voertuigaanbod en tankstations met aardgas naar een miljoen Duitse gasauto’s in 2020, net zo veel als het aantal elektrische auto’s dat de regering op straat wil brengen (6 miljoen elektroauto’s in 2030). Nu rijden er ongeveer 100.000 gasauto’s rond. Russisch gas en schaliegas
Ondanks de teruglopende gaswinning in Nederland en ook in Duitsland maakt Benterbusch zich geen zorgen over de gasvoorziening. “Er kan nog genoeg geïmporteerd worden uit Noorwegen, de Kaukasus, Azerbeidzjan en ook Rusland. Rusland en de EU zijn strategische partners. Ik kan me niet voorstellen dat de Russen hun eigen economische interesses niet in de gaten houden en ik hoop zeer dat de samenwerking in de komende jaren weer stapsgewijs verbetert.” De wens van de EU om de importbronnen te diversifiëren, noemt Benterbusch desondanks zinvol. Hij doelt daarmee niet alleen op nieuwe importlanden als Turkmenistan of zelfs Iran, ook op alternatieve bronnen als schaliegas. “In uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld wanneer de voorzieningszekerheid acuut in gevaar is, zou ook de winning van schaliegas in Duitsland mogelijk moeten zijn. In de bevolking heerst grote weerstand
tegen deze onconventionele vorm van gas. Ik heb daar weinig begrip voor, aangezien we al lange tijd bij het winnen van conventioneel aardgas het zogenoemde fracken toepassen. Ook de Bundesanstalt für Geowissenschaften und Rohstoffe schat bepaalde risico’s voor het grondwater als extreem onwaarschijnlijk in. Ik ga er daarom vanuit dat het moratorium wordt opgeheven en onze wetgeving het boren naar schaliegas onder de juiste voorwaarden binnenkort toestaat.”
‘Als de voorzieningszekerheid acuut in gevaar is, moet winning schaliegas in Duitsland mogelijk zijn’ Energie-efficiency
Om de energie-importafhankelijkheid verder te reduceren, maar ook de energiekosten voor eindgebruikers in te perken en een bijdrage aan de bescherming van het klimaat te leveren, ziet de dena veel kansen in maatregelen rondom energieefficiency. Uit een dena-studie blijkt dat met investeringen van 100 miljoen euro in energie-efficiency tussen 2009 en 2020 zo’n 128 miljoen euro aan kosten wordt uitgespaard. “Dat gebeurt via het KlimaAktionsplan van de regering voornamelijk met energiebesparingsvoorschriften voor nieuwe en bestaande gebouwen en met subsidieprogramma’s voor renovaties en klimaatvriendelijke verwarmingsinstallaties. Ook de ambitieuze Europese doelen van 27 tot 30% efficiency in 2030 zijn met deze maatregelen grotendeels haalbaar”, besluit Benterbusch.
Voorzieningszekerheid met load management De dena onderzoekt in hoeverre ‘load management’, ofwel belastingsturing, een bijdrage zou kunnen leveren aan de flexibilisering van het stroomsysteem en daarmee aan de voorzieningszekerheid en systeemstabiliteit. Met load management kunnen energieleveranciers de belasting op het stroomnet regelen door de stroomproductie in de centrales aan te passen of door de vraag naar stroom te beïnvloeden. In tijden van grote vraag of weinig capaciteitsaanbod worden installaties die niet per se moeten draaien uitgeschakeld, zoals elektrische ovens, airco’s en elektrolyse-installaties. In de huishoudelijke sector wordt load management voor elektrische verwarmingen met opslagsysteem of warmtepompen ingezet. Met de pilotprojecten Demand Side Management-Beieren en -Baden-Württemberg verzamelt de dena praktijkervaring. Op basis daarvan kunnen standaards worden ontwikkeld.
4 INTERVIEW transport Energie Actueel | jaargang 18, nummer 3 | dinsdag 31 maart 2015
Bert Klerk, voorzitter Formule E-Team
“De introductie van elektrisch vervoer in Nederland wordt vooral fiscaal gedreven. In andere Europese landen is dat ook zo, al doen ze dat anders.”
‘Elektrificatie van de auto is een onomkeerbaar proces’ DOOR ALEXANDER HAJE Nederland is een van de koplopers op het gebied van elektrisch vervoer. Het Formule E-Team, een publiek-private samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid, is door het Rijk ingesteld om die ontwikkeling te bevorderen. Voorzitter van het Formule E-Team is Bert Klerk, voormalig president-directeur van ProRail. De elektrificatie van de auto is een onomkeerbaar proces, zegt hij.
Wat moet er nog gebeuren om de elektrificatie van het vervoer te stimuleren? Gaat het niet veel te langzaam? Ja, zegt Bert Klerk, het gaat langzaam, maar niet te langzaam. “Waarom gaat het langzaam? Omdat het een enorme omslag is. Het is niet zomaar de introductie van een elektrische auto. Er komt veel meer bij kijken.”
‘Verandering van fossiel naar elektrisch is enorme omslag’ De automobielindustrie heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de technologie van elektrisch vervoer, zegt hij. “Elektrische auto’s zijn rijdende computers en hebben niets meer met de conventionele auto te maken. Dat zie je ook aan het feit dat Apple kennelijk werkt aan een elektrische auto. Een fantastische ontwikkeling, maar
dat gaat niet van de ene op de andere dag. Er moeten nieuwe modellen op de markt komen en er is veel R&D mee gemoeid. Die modellen verschijnen nu overigens in rap tempo. Bovendien moet er ook een oplaadinfrastructuur zijn. Ook daar wordt aan gewerkt.” Concurrentiestrijd
Er is ook een soort ‘concurrentiestrijd’ gaande, zegt Klerk. “Elke elektrische auto die erbij komt, is vaak een auto die er aan de fossiele zijde van afgaat. Er zit daardoor een soort interne spanning in die markt en dat is voor partijen als BOVAG en RAI-Vereniging behoorlijk ingewikkeld. Mobiliteit krijgt een andere invulling en een ander patroon in de toekomst. Gebruik wordt belangrijker dan autobezit. Ook dat vraagt een omschakeling. Ja, het gaat langzaam, maar wel gestaag. Het is een niet te stoppen ontwikkeling.” - Er zal de komende decennia flink op elektrisch vervoer moeten worden ingezet
om de CO2-uitstoot te verlagen. Toch worden er voorlopig nog gewoon auto’s verkocht die op fossiele brandstof rijden. Klerk: “Het ministerie van Infrastructuur & Milieu heeft een duurzame brandstofvisie opgesteld: hoe gaan we de SER-doelstellingen voor CO2-reductie binnen vervoer en transport realiseren? In 2030 moet 17% CO2-reductie zijn gerealiseerd ten opzichte van 1990. Dat is heel veel. In de totstandkoming van die brandstofvisie hebben alle partijen gezegd dat in 2035 elke nieuwe auto die op de markt komt een nul-emissie-auto moet zijn. En in 2050 hebben alle auto’s een elektrische aandrijflijn die wordt gevoed door een batterij of een brandstofcel. Dat betekent dat er vanaf 2030 geen andere auto’s mogen worden verkocht dan auto’s die passen in het plaatje van 2050. Die opgave is natuurlijk enorm. Het kabinet heeft eerder al afgesproken dat er in 2020 200.000 elektrische auto’s op de weg rijden. We zijn hard op weg om die doelstelling te gaan halen.”
Brandstofvisie: minder broeikasgassen in mobiliteit en transport Het ministerie van Infrastructuur & Milieu heeft vorig jaar de visie duurzame brandstoffenmix opgesteld. Die beschrijft hoe verschillende soorten fossiele en alternatieve brandstoffen elkaar kunnen aanvullen en waar die niet goed met elkaar samengaan. Hoofddoel is het reduceren van CO2-uitstoot door voertuigen. De brandstofvisie is een voortvloeisel van het Energieakkoord en de Klimaatagenda, waarin het kabinet beschrijft hoe het klimaatverandering wil aanpakken. Daarin zijn lange termijndoelen rondom de vermindering van uitstoot van broeikasgassen vastgelegd. In de Brandstofvisie staat hoe deze doelen bereikt kunnen worden. In het Energieakkoord staan de lange termijndoelen voor de mobiliteit- en transportsector in ons land.
- Er zijn nogal wat verschillende partijen betrokken bij dat elektrisch vervoer. U noemde al de autofabrikanten. Die hebben grote belangen in fossiel. Hoe makkelijk of moeilijk is het om de autobranche volledig om te laten schakelen op elektrisch rijden? “Dat is best ingewikkeld, want er is sprake van een dilemma bij de auto-industrie. Die investeert nog steeds veel geld in fossiele auto’s en zet daarbij in op zuinigheid. Daar is nog steeds veel winst in te behalen. Tegelijkertijd wordt in Brussel, maar ook wereldwijd, de CO2-normering voortdurend aangescherpt. En daar zit een spanningsveld. De druk op de automobielindustrie om de komende jaren vooruitgang te boeken op het gebied van energieefficiency van de fossiele auto en op langere termijn met een zero emissie auto te komen, is enorm. Uit dat perspectief is ook de ontwikkeling en opkomst van de plug-in hybride auto te verklaren: Het is een transitie van fossiel naar honderd procent elektrisch. Een tussenvorm. Steeds meer autofabrikanten beginnen met zo’n plug-in hybride model. Ook die beweging is onomkeerbaar. Er komen steeds meer modellen op de markt.”
‘Mobiliteit krijgt andere invulling en ander patroon in de toekomst’ Fiscaal gedreven
Die doelen zijn: 1) Maximale uitstoot van 25 megaton CO2 in 2030. Dit is 17% lager dan in 1990; 2) Instroom van alleen nog nul-emissie personenauto’s in het wagenpark vanaf 2035; 3) I n 2050 moet de uitstoot van het broeikasgas CO2 60% lager zijn dan in 1990. Klerk: “Op basis van de Brandstofvisie heeft het Formule E-Team een actieagenda gemaakt. Die gaat niet uitsluitend over elektrische personen auto’s, maar ook over elektrische bestelauto’s, vrachtvervoer, taxi’s en over bussen in het openbaar vervoer. Daarnaast kijken we naar de transportsector. Daar speelt elektrisch vooralsnog geen rol van betekenis, maar wel aardgas, groen gas en biobrandstoffen.”
- Plug-in hybride blijft deels fossiel. Eigenaren van zo’n plug-in hybride auto profiteren van fiscale voordelen, maar geven gas als ze de straat uit zijn. Is dat niet gewoon geld weggooien? “Dat is zeker een dilemma. De introductie van elektrisch vervoer in Nederland wordt vooral fiscaal gedreven. In andere Europese landen is dat ook zo, al doen ze dat anders. Kijk naar Noorwegen. Daar gelden naast fiscaliteit ook andere faciliteiten, zoals gratis parkeren in het centrum of het mogen rijden op busbanen. Je kunt je natuurlijk afvragen of we de komende jaren in Nederland die plug-in hybride auto’s moeten blijven stimuleren. Mijn antwoord is: ja. Waarom? We zijn in Nederland nog in afwachting van een landelijk dekkende oplaadinfrastructuur. Zolang die er niet is, hebben volledig elektrische auto’s nog geen kans van slagen. Plug-in hybride auto’s wel. Het is een transitie-auto. Tegelijkertijd moeten we de zakelijke rijder die gebruikmaakt van die fiscale voordelen dwingen om beter en meer gebruik te
Formule E-Team wil elektrisch rijden verder ontwikkelen Het Formule E-Team wil elektrisch rijden in Nederland verder ontwikkelen en wil daarvoor aanhaken bij ontwikkelingen in het buitenland en bij kansen voor groene groei. De afspraken hiervoor zijn in een Green Deal vastgelegd. Leden van het Formule E-team zijn: ANWB, AutomotiveNL, BOVAG, De Groene Zaak, EnergieNederland, Netbeheer Nederland, RAI Vereniging, Vereniging DOET, Stichting Natuur en Milieu, Stichting Zero Emissie Busvervoer, VNA, VNG, 3TU. De ministeries van EZ en I&M zijn beide agendaleden, maar geen officieel lid. maken van elektrische kilometers.” - Plug-in hybride voertuigen zijn dus eigenlijk een noodzakelijk kwaad? “Dat is negatief uitgedrukt. Ik noem het een opstapauto. Het is de opmaat naar een volledig elektrische auto.”
‘De plug-in hybride auto is een transitieauto’ - Rijdt u zelf een hybride of elektrische auto? “Nee, ik rijd nog geen plug-in hybride auto, omdat mijn leasemaatschappij die mij nu niet verstrekt. Ik verplaats mij vooral per fiets en trein. Maar natuurlijk, het illustreert wel dat er ook bij leasemaatschappijen een cultuurverandering moet optreden. Je moet kijken naar het rijgedrag van een automobilist. Mijn rijgedrag zou daarvoor geknipt zijn. Lange afstanden doe ik met de trein, korte afstanden met de auto. Een elektrische auto past daar goed bij.” - U noemde al de elektrische oplaadinfrastructuur. Hoe ontwikkelt die zich de komende jaren? “Er wordt elke week een snellaadstation ergens langs de snelweg gerealiseerd en uiteindelijk moeten er zo’n tweehonderd van deze stations in Nederland komen. Ze zijn heel belangrijk voor een landelijk dekkend netwerk. Tegelijkertijd wordt in april tussen het Formule E-Team, decentrale overheden en de ministeries van EZ en I&M een Green Deal ondertekend over een bijdrage die het Rijk en decentrale overheden leveren in de kosten van publiek toegankelijke laadpalen. Daarmee wordt voor gemeenten de drempel verlaagd om te investeren in elektrische oplaadinfrastructuur. EZ en I&M hebben daarvoor 5,7 miljoen euro ter beschikking gesteld, onder voorwaarde dat ook decentrale overheden en private partijen een bijdrage leveren in deze infrastructuur. Daarmee kan per laadpaal de onrendabele top gereduceerd worden. Ik denk dat dit een enorme versnelling geeft aan de uitrol van de publiek toegankelijke oplaadinfrastructuur. Die is heel essentieel, omdat de woonsituatie in Nederland dat vereist. De meeste mensen hebben namelijk geen ruimte voor een eigen oplaadpunt en zullen dat toch aan de stoeprand moeten doen. Daarom is het zo belangrijk dat er de komende jaren veel meer van dit soort publieke oplaadpunten bijkomen.”
5 BUITENLAND achtergrond Energie Actueel | jaargang 18, nummer 3 | dinsdag 31 maart 2015
België volgt voorbeeld van buurlanden met zoektocht naar Energiepact DOOR JAN SCHILS, BRUSSEL
Na zijn drie buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland, slaat nu ook België de weg in naar een nationaal Energiepact. Daarin zal worden gestreefd naar een zo goed mogelijk evenwicht tussen voorzieningszekerheid, concurrentievermogen, kostprijs, milieu en klimaat. Dat heeft de federale minister van energie,
De Belgische energieminister Marie-Christine Marghem: “Investeerders vragen om zekerheid op langere termijn. Het Energiepact zal hen die zekerheid moeten bieden.”
Marie-Christine Marghem, aangekondigd in een nota die het Belgische kabinet onlangs goedkeurde. Omdat door de ingewikkelde staatsstructuur in België niet alleen de federale, maar ook de drie regionale regeringen van Vlaanderen, Wallonië en Brussel bevoegd zijn voor belangrijke onderdelen van het energiebeleid, moet de nota van minister Marghem als basis dienen voor onderhandelingen met de regio’s over het Energiepact. “Het is mijn bedoeling om België met dit pact een nieuw energiemodel te bieden, waarmee we 20 tot 25 jaar, of waarom niet tot 2050 vooruit kunnen”, verklaarde de energieminister in een toelichting op haar plannen. Tegen het einde van dit jaar wil Marghem de contouren van het nationale Energiepact vastgelegd zien. Werkgroepen met vertegenwoordigers van de federale en regionale regeringen en van de stakeholders zullen, geholpen door wetenschappers en energiespecialisten, invulling moeten geven aan het Energiepact. Slecht investeringsklimaat
Volgens Marghem is het slechte en vooral onzekere Belgische investerings-
klimaat de grootste belemmering voor een beter energiebeleid: “Investeren in energie brengt in dit land niet genoeg op. Ook weten investeerders niet waaraan ze toe zijn, doordat wetten, belastingen en allerlei heffingen steeds veranderen. Investeerders vragen om zekerheid op langere termijn. Het Energiepact zal hen die zekerheid moeten bieden.” Hiermee nam de liberale energieminister het falende zigzagbeleid van de federale regeringen van de afgelopen vijftien jaar op de korrel. Die besloten onder dwang van de socialistische en groene regeringspartijen, maar met steun van de liberalen en christendemocraten om regeringscrises te vermijden, nu eens tot een geleidelijke sluiting van alle zeven kerncentrales met 2025 als einddatum, om dat besluit vervolgens weer geheel of gedeeltelijk terug te draaien. Opschudding
Ook nu nog bestaat er twijfel en onzekerheid over het lot van de kerncentrales. Zo verklaarde Marghem na de presentatie van haar nota in een kranteninterview wat laconiek, dat zij twijfelde of België in 2025 wel klaar zal zijn voor de geplande kernuitstap: “Wie vandaag beweert dat ons land op mid-
Europese Energie Unie met valse noot van start
DOOR JAN SCHILS, BRUSSEL De regeringsleiders en staatshoofden van de EU (Europese Raad) hebben eind maart tijdens hun topoverleg in Brussel de eerste lijnen uitgezet voor de opbouw van een gezamenlijke Energie Unie (EEU). Daarbij kwam al meteen aan het licht dat deze opbouw, waarvoor vijf jaar is uitgetrokken, niet zonder horten en stoten zal verlopen.
In hun slotverklaring luidt het dat de EU-leiders “vastbesloten zijn om energie in de Europese Unie betaalbaar, zeker en duurzaam te maken.” Ze herhaalden nog eens hun eerdere voornemens zoals het voltooien van de geïntegreerde energiemarkt (hetgeen reeds lang geleden had moeten gebeuren), voorzieningszekerheid, efficiënt en zuiniger energiegebruik (dat veel lidstaten tot nu toe aan hun laars lappen), innovatie, een gezond concurrentievermogen en het tegen 2050 koolstofvrij maken van de economie. “Dat zijn vanaf nu de onwrikbare pijlers van onze gemeenschappelijke
energiepolitiek”, verklaarde een woordvoerder van de Europese Raad. Meteen onenigheid
Mooie woorden die niet konden verbergen dat er al meteen onenigheid uitbrak op het belangrijkste punt van de nieuwe gezamenlijke aanpak: de energiebevoorrading. Want als gevolg van de gespannen verhouding met Rusland, dat goed is voor gemiddeld 30% van het gasverbruik in de EU en voor nagenoeg 100% van het verbruik in landen als Bulgarije, Roemenië en de drie Baltische staten, spitste de discussie tussen de EU-leiders zich
onvermijdelijk toe op de energiezekerheid en de transparantie van contracten met gasleveranciers. Tot slot kwam als gemeenschappelijk standpunt (compromis) uit de bus dat “alle overeenkomsten voor gasleveranties in overeenstemming moeten zijn met het EU-recht, transparanter moeten zijn dan voorheen en geen negatieve invloed mogen hebben op de energiezekerheid van Europa”. Geen sprake meer van voorafgaande controle van gascontracten door de Europese Commissie, wel van “versterkte transparantie”, maar dan zonder dat daaraan enige verplichting werd verbonden.
Interconnectie belangrijk onderdeel Energiepact Op de agenda van het Energiepact is ook plaats ingeruimd voor het probleem van de interconnectiviteit en andere initiatieven om stroom uit het buitenland (vooral de drie buurlanden) naar het Belgische energienet te transporteren. Minister Marghem wil samen met de buurlanden een nieuw capaciteitsmechanisme in het leven roepen om bestaande capaciteit te behouden en nieuwe capaciteit te installeren. “Een dergelijk mechanisme, waarbij stroomproducenten uit de buurlanden worden betrokken, kan inderdaad voorkomen, dat we recente en energiezuinige centrales in de ‘mottenballen’ moeten zetten, terwijl we ons anderzijds zorgen maken dat de lichten zullen uitgaan als we een te strenge winter krijgen”, reageert Frank Brichau, ceo van Essent België. Hij toont zich tevreden dat er in België nu eindelijk een minister is die concreet op zoek gaat naar een consensus bij alle betrokkenen in het energielandschap. Brichau: ”Dit Energiepact is onze beste garantie om succesvol en zonder schokken de transitie naar een nieuw, duurzaam energiemodel te maken.”
dellange of zelfs langere termijn zeker zonder kernenergie kan, liegt of is niet realistisch.” Die uitspraak veroorzaakte heel wat opschudding, maar federaal premier Michel weigerde zijn partijgenote terug te fluiten. Ook de doelstelling van het Energiepact (en van het huidige regeerakkoord) om de energieprijzen betaalbaar te houden, kan Marghem niet garanderen. “Als de elektriciteitsproducenten in de problemen komen door lagere prijzen en hun productie verminderen, moeten we zorgen voor een strategische reserve van stroomcentrales. Dat kost geld, waarvan we allemaal weten dat de burgers het op tafel moeten leggen.” Brandstofmix
De werkgroepen die het nieuwe energiemodel helpen voorbereiden, zullen
Teruggefloten
Daarmee f loten de EU-leiders niet alleen de (permanente) Poolse voorzitter van de Europese Raad, Donald Tusk, maar ook de Europese Commissie en energiecommissaris Sevcovic terug. Die hadden voorgesteld de marktmacht van de EU te vergroten door gezamenlijk met Rusland en eventuele andere grote energieleveranciers te onderhandelen. Dat zou moeten plaatsvinden onder supervisie en controle van de Europese Commissie, zodanig zelfs dat deze laatste daarover het laatste woord moest hebben. Het was overigens Tusk die een jaar geleden (toen nog als premier van Polen) een plan voor gezamenlijke gasaankopen via een gemeenschappelijke gasunie lanceerde. Hij wilde zo volledige transparantie over zowel bestaande als nieuwe gascontracten, waarbij hij het vooral op het Russische Gazprom gemunt had. Tusk wilde zo aan de weet komen welke voorwaarden aan wie en tegen welke prijs het Russische gasconcern oplegde om beter met de Russen te kunnen onderhandelen. Meer transparantie kon volgens hem ook de politieke bedoelingen van Gazprom blootleggen. Ook Nederland tegen
Tot de landen die de aanpak van Tusk en de Commissie niet zagen zitten, behoorden de meeste westelijke lidstaten, waaronder Duitsland en Nederland. Waarmee nog eens werd bevestigd, dat van een echte Europese solidariteit in energiekwesties, die dezelfde EU-leiders destijds in het Verdrag van Lissabon onderschreven, in de praktijk geen of nog maar weinig sprake is. Zeker als er politieke en/ of financiële nationale belangen mee gemoeid zijn. Weg dus de verdrags-
zich ook moeten uitspreken over de brandstofmix. Volgens Marghem zal België zijn afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verminderen en alternatieve (duurzame) productiebronnen ontwikkelen. De minister zegt daarbij elke energiebron op haar merites te zullen beoordelen. “We zullen alle energiebronnen bestuderen, zonder uitzondering.” Kernenergie is dus niet bij voorbaat taboe zoals in Duitsland, waar over 15 jaar alle energie uit hernieuwbare bronnen afkomstig moet zijn. De werkgroepen moeten de prioritaire maatregelen identificeren voor de komende jaren en daarvoor een routekaart (agenda) vastleggen. Ze moeten ook een kostenplaatje opstellen en een waterdicht controlesysteem bedenken, dat de uitvoering van de getroffen maatregelen nauwkeurig opvolgt.
bepaling van ‘Lissabon’, dat “wanneer een EU-lidstaat op het gebied van zijn energievoorziening in moeilijkheden geraakt, andere zullen bijspringen.” Wat Nederland betreft had minister Henk Kamp (Economische Zaken) eerder in Brussel al laten weten, dat Nederland niets zag in gezamenlijke Europese actie bij gascontracten. Daar is Merkel weer
Het was uiteindelijk (en niet voor het eerst) de Duitse bondskanselier Angela Merkel die de eerste echte confrontatie op hoog niveau over de EEU beslechtte. Ze kantte zich ondubbelzinnig tegen “te strikte” Europese regels voor gascontracten. Ze wees erop dat er in Europa momenteel ruim 300 contracten voor gasaankopen bestaan, waaronder veel privé- contracten. Merkel verklaarde dat zij zich niet wilde bemoeien met commerciële contracten tussen private bedrijven. Verraden
De Oost-Europese lidstaten, die het meest afhankelijk zijn van Russisch aardgas, staken hun teleurstelling over het af ketsen van het voorstel TuskSevcovic niet onder stoelen of banken. Ze zeiden zich “verraden” te voelen. Volgens een Poolse woordvoerder hebben de EU-leiders “een kans laten voorbijgaan om op te treden tegen de willekeur van Poetin.” Sommige bronnen in Brussel melden dat Tusk tijdens het beraad van de EU-chefs min of meer het verwijt heeft gekregen zich te zeer Pools op te stellen in de energie-discussie over Rusland, in plaats van – als voorzitter van de Europese Raad – het gemeenschappelijke Europese belang voor ogen te houden.
6 INNOVATIE toekomst Energie Actueel | jaargang 18, nummer 3 | dinsdag 31 maart 2015
Minder gasverbruik dankzij grote zak met kraanwater
DOOR ALEXANDER HAJE Floris en Roderick Wolters hebben een verwarmingssysteem bedacht en ontwikkeld waarmee het gasverbruik in woningen drastisch omlaag kan in woningen: de Solar Freezer. De broers worden inmiddels overstelpt met media-aandacht voor hun vinding, maar blijven er nuchter en zakelijk onder. Tegelijkertijd klinkt ook kritiek die vraagtekens zet bij de werking van het systeem. Kritiek die zij van tafel vegen. Eind dit jaar komt de eerste versie van de Solar Freezer op de Nederlandse markt.
Floris Wolters kwalificeert de kritiek op het revolutionaire verwarmingssysteem als volkomen uit de lucht gegrepen. Want revolutionair is het zeker in de ogen van de broers die een managementopleiding hebben gevolgd aan de Saxion Hogeschool. Met een ogenschijnlijk simpele vinding, een grote
zak gevuld met kraanwater, en bestaande technieken kan het jaarlijkse gasverbruik worden teruggebracht tot een minimum. De aanschaf van het systeem ligt beneden 10.000 euro en de terugverdientijd ligt ergens tussen vier en acht jaar. Hoeveel die precies is, kan Wolters niet zeggen, want die is afhankelijk
van de woning waarin het systeem wordt geplaatst. “Niet elke woning is hetzelfde en niet iedere woning is even goed geïsoleerd. En ook huishoudens verschillen van elkaar. Een gezin met vier kinderen verbruikt meer warm water voor douchen dan een tweepersoonshuishouden.” Maar dat de Solar Freezer toekomst heeft, staat als een paal boven water, zegt hij. “We zijn momenteel in de afrondende fase van een gesprek met een grote speler in de energiewereld die ons systeem op de markt wil brengen.” Wie deze speler is, wil hij nu nog niet zeggen. Loftuitingen
Naast de vele loftuitingen voor de vinding klonk vanuit verschillende zijden ook scepsis. De Solar Freezer zou zijn beloften niet waar kunnen maken en het systeem zou bovendien zorgen voor een stijgend elektriciteitsverbruik. Wolters kan er boos om worden. “Geen van deze criticasters heeft contact met ons opgenomen om zich nu eens echt te verdiepen in het systeem. Ze roepen maar wat en baseren zich niet op feiten, maar op aannames. Ik vind dat een slechte zaak, want er is kritiek van mensen die ik echt hoger had ingeschat en die de grootste onzin beweren. Het feit dat diverse potentiële marktpartijen interesse tonen in de Solar Freezer geeft aan dat het systeem solide is en geen dingen belooft dat het niet waar kan maken. Ook de resultaten op onze testlocatie, waar de Solar Freezer is geïnstalleerd in een woning, onderschrijven dat nog eens duidelijk.” Vader De broers Floris en Roderick Wolters krijgen uit handen van Jan Terlouw een prijs voor hun Solar Freezer.
De broers Wolters koesteren al vanaf hun prille jeugd een passie voor techniek. Hun
Column
Industrieel Reveil In 2030 zal de verduurzaming in de industrie zich beperken tot wat efficiencyverbetering, als het aan de industrie ligt. Geen CCS, nauwelijks hernieuwbare energie en zeker geen structuureffecten. Te vaak hoor ik vanuit de industrie dat er tijd nodig is voor de verduurzaming.
Niet te snel en niet te ingrijpend, anders leidt dit tot investeringen die niet kunnen worden terugverdiend of zelfs tot het uitblijven van investeringen. Multinationals zullen Nederland cq. Europa links laten liggen en dan heb je helemaal niets meer. Terechte zorgen, maar wel het verkeerde antwoord. Kijk maar naar de elektriciteitsproducenten RWE en E.On. Hopeloos in de problemen door te blijven denken in oude stramienen en te laat door te hebben dat er ingrijpende veranderingen gaande zijn. Door de versnelde investeringen van zon en wind is het verdienmodel van de grote elektriciteitsbedrijven in een paar jaar tijd compleet veranderd. En dat is eerder gebeurd. Kijk naar Kodak met z’n filmrolletjes en de opkomst van de digitale camera en Nokia en BlackBerry met de opkomst van de smartphone. Ander belang
Frans Rooijers is directeur van CE Delft
Het probleem is dat de Europese en Nederlandse samenleving een ander belang heeft dan een specifiek industrieel bedrijf. Zo’n bedrijf wil zijn sterke marktpositie behouden en voert argumenten aan van algemeen belang, maar het belang van de
samenleving is breder. We willen in Nederland en in Europa een sterke bedrijvensector met veel toegevoegde waarde en veel werkgelegenheid. En de kunst voor de politiek is om bij te dragen aan een ondernemersklimaat dat leidt tot vernieuwing en een sterk bedrijfsleven en veel werkgelegenheid zonder specifieke bedrijven het leven onmogelijk te maken, maar wel door ze uit te dagen. De gevestigde bedrijven zorgen er met hun lobby voor dat de overheid niet te veel maatregelen neemt die indruisen tegen de kortetermijnbelangen van die gevestigde bedrijven. Maar wat nodig is vanuit verduurzamingsperspectief is een ondernemersklimaat dat de bestaande én nieuwe ondernemingen uitdaagt (en dwingt) om nieuwe producten en diensten te leveren die minder brandstoffen en grondstoffen verbruiken, dus een fors hogere efficiency kennen en veel slimmer zijn. Wortel-en-stokbeleid
Wat daarvoor de komende jaren nodig is, is een sterk wortel-en-stokbeleid binnen de Europese Unie. Hogere beprijzing van fossiele brandstoffen en slimme belastingen op import enerzijds. Maar ook subsidies op
Zo werkt de Solar Freezer Het systeem bestaat uit een grote zak die gevuld wordt met kraanwater. Een warmtepomp onttrekt warmte aan dat water, waardoor dat water in ijs verandert, net zoals een koelkast binnen koelt en aan de achterkant warm wordt. Met de warmte uit de warmtepomp kan een woning worden verwarmd. Thermodynamische panelen/ zonnecollectoren op het dak warmen het ijswater daarna weer voldoende op. Op die manier kan de zak een grote warmtevoorraad aanleggen en is het een buffer van energie waarmee de woning wekenlang warm is te houden. De grote zak met water past makkelijk in de meeste kruipruimtes en is in vrijwel ieder huis, bestaand of nieuw, toepasbaar, aldus Solar Solutions Worldwide uit Enschede.
vader, werktuigbouwkundig ingenieur, wakkerde die interesse al vroeg bij hen aan. “Aan tafel spraken we thuis over techniek en over problemen die je met techniek kunt oplossen”, zegt Floris Wolters. “Zo heeft die passie zich steeds verder ontwikkeld.” De Solar Freezer is niet de enige technische vinding die beiden op hun naam hebben staan. Eerder concentreerden zij zich op flexibele zonnepanelen en reguliere zonnepanelen. Van daaruit maakten ze de vertaalslag naar de ontwikkeling van eigen producten. “We zijn ons meer en meer gaan bezighouden met het bedenken van oplossingen van duurzame
(energie)vraagstukken”, zegt Wolters. “Daaruit vloeide een mobiele zonneconstructie met een anti-diefstal systeem voort. En we ontwikkelden onder meer een geluidswal.” Voor de benodigde gedetailleerde technische en natuurkundige kennis consulteerden zij specialisten, legt hij uit. “Wij hebben die specialistische vakkennis immers niet zelf in huis. Op die manier is ook de Solar Freezer tot stand gekomen. Je gaat bij de ontwikkeling van zo’n systeem natuurlijk niet over één nacht ijs. Alles wordt tot in de kleinste details berekend en doorgerekend. Dan pas treedt je ermee naar buiten.”
export vanuit de EU anderzijds. Naast het feit dat de Europese industrie te afhankelijk is van schommeling van de brandstofprijzen, is de Europese samenleving te afhankelijk van import. Vooruitkijkend naar 2030 zijn er dus volop redenen om de kostprijs van hernieuwbare energie maatgevend te laten zijn voor het Europese energiebeleid, en op termijn niet met subsidies hernieuwbare energie overeind te helpen, maar juist fossiele energie zodanig te belasten dat het voor hetzelfde geld schoon en duurzaam kan zijn. De kostprijs van hernieuwbare energie is structureel hoger dan de kostprijs van fossiele energie.
slimme heffingen en subsidies aan de grenzen van Europa.
Hard werken
Op dit moment zijn de inschattingen dat veel hernieuwbare bronnen vanaf een CO2-prijs van 80-100 euro per ton voor fossiele brandstoffen, rendabel worden. Dat betekent hard werken aan een forse energiebelasting of CO2-belasting op het primaire gebruik van fossiele brandstoffen in de hele EU, en niet op het gebruik van afgeleide energiedragers zoals elektriciteit. En dan niet met een belastingstelsel waarbij grootverbruikers minder betalen dan kleinverbruikers, maar gewoon voor elke gigajoule of kilo CO2 dezelfde belasting, minimaal 100 euro per ton CO2 . Dat is de stok. En de wortel is een ondersteunend innovatiebeleid dat efficiency en hernieuwbare energie maximaal stimuleert in combinatie met
Innovatiebeleid
Het ondersteunende innovatiebeleid is er al wel, en met een CO2-prijs van 100 euro per ton gaat de industrie echt aan de slag. Wel moet het probleem van de concurrentiekracht van de Europese industrie op de wereldmarkt serieus worden opgelost. Dit kan door een CO2-vergoeding te geven op exportproducten naar rato van de gemiddelde mondiale CO2-inhoud van die producten, van 100 euro per ton. Te betalen uit de CO2-belasting en importheffingen. Want voor importproducten op de Europese markt zal een heffing van 100 euro per ton CO2 betaald moeten worden om ook de concurrentiekracht op de Europese markt overeind te houden. Binnen de WTO-regels kan dit omdat milieuregels reden mogen zijn voor heffingen/subsidies. Dat bij elkaar geeft de uitdaging voor elk bedrijf om te verduurzamen én concurrerend te zijn op nationale en internationale schaal. En natuurlijk zal de industriële lobby zich heftig verzetten tegen dit plan, maar de bedrijven lopen dan wel kans dat ze op korte termijn winnen, maar op de langere termijn opeens het loodje leggen omdat ze de concurrentie met hun energie-intensieve producten niet meer aan kunnen. Tijd voor een industrieel reveil gericht op een metamorfose in de Europese industrie!
7 ENERGIE analyse Energie Actueel | jaargang 18, nummer 3 | dinsdag 31 maart 2015
Teun Bokhoven, Voorzitter Duurzame Energie Koepel
‘Warmte en elektrificatie zal de rol van aardgas de komende decennia gaan terugdringen’ DOOR ALEXANDER HAJE
Er moeten de komende jaren nog op heel veel terreinen flinke verduurzamingslagen gemaakt worden, zegt Teun Bokhoven. Eerder benadrukte de voorzitter van de Duurzame Energie Koepel dat het aanpassen van het energiesysteem op zich, het aanpassen van de wet- en regelgeving gericht op de verduurzaming van de energievoorziening, en een aanpassing van het fiscale regime rondom het onderwerp energie prioritaire aandacht vraagt.
Teun Bokhoven (Duurzame Energie Koepel): “De warmtevisie waar EZ nu aan werkt, is van groot belang, want warmte maakt 60% uit van ons totale energieverbruik.”
Geen energieprobleem, maar een energieopslagprobleem, noemt Bokhoven het. Kijkend naar Duitsland en de toename van duurzame energiebronnen bij onze oosterburen neemt ook de druk op de elektriciteitsnetten toe. “Als we niet zorgen dat de netwerken tijdig die energiestromen kunnen verwerken, inclusief het benutten van alle mogelijkheden van energieopslag, kan dat wel eens een zeer ongewenste begrenzer gaan vormen voor de Europese verduurzaming van de elektriciteitsvoorziening”, zei Bokhoven eerder tijdens zijn nieuwjaarstoespraak. Ook wet- en regelgeving, nu nog gericht op een éénrichtingsverkeer van energiestromen, is aan vernieuwing toe, vindt de voorzitter van de Duurzame Energie Koepel. Een derde randvoorwaar-
de voor het slagen van het Energieakkoord is een aanpassing van het fiscale regime: Het systeem van energiebelasting moet worden aangepast. Dat is niet meer van deze tijd, aldus Bokhoven. Warmte
Een belangrijke paragraaf in het kader van het Energieakkoord is de warmtevoorziening in ons land, zegt hij. “Aan een visie van de overheid welke rol duurzame warmte nu precies krijgt toebedeeld de komende jaren wordt nu door het ministerie van Economische Zaken gewerkt en binnenkort zal de warmtevisie openbaar worden gemaakt (bij het ter perse gaan van dit nummer was deze nog niet gereed, red.). Die warmtevisie is natuurlijk van groot belang, want warmte maakt 60 procent uit van ons totale energieverbruik. In de warmtevisie verwacht ik een opmaat voor het geleidelijk aan terugtrekken van gas. Die plaats zal meer en meer worden ingenomen door decentrale bronnen als zonne-energie, geothermie, warmtepompen, bio-energie en restwarmte. Dat is een verandering die zeer ingrijpend is, omdat
ons hele systeem is ingericht op aardgas. Ik noem dat ook wel de Gaswende, analoog aan de Energiewende in Duitsland. Deze opgave is aanzienlijk: Het is ongeveer de helft van de opgave voor hernieuwbare energie die is vastgelegd in het Energieakkoord.” Wind
Bokhoven: “Er speelt momenteel een aantal zaken dat essentieel is voor het welslagen van het Energieakkoord. Wind op land is daar één van. De 6.000 MegaWatt wind op land zal moeten worden gerealiseerd binnen de daarvoor gereserveerde tijd. Geen eenvoudige opgave. Wij kijken niet alleen kritisch mee hoe dit proces zich de komende jaren voltrekt, we zullen ook waar nodig bijsturen en bijdragen om die windmolens op land geplaatst te krijgen. ‘De gedragscode draagvlak en participatie windenergie op land’, die mede is ondertekend door de windsector en de ‘Stichting De Natuur- en Milieufederaties’, vergemakkelijkt weliswaar de uitrol van wind op land. Maar tegelijkertijd zal de sector samen met overheden ervoor moeten zorgen dat er ook daadwer-
kelijk voldoende draagvlak wordt gecreëerd bij de lokale bevolking. Anders wordt die 6.000 MegaWatt een lastig verhaal.” Kritisch schema
De uitrol van wind op zee, die voornamelijk voor rekening komt van het ministerie van Economische Zaken, ligt op schema, maar wel een kritisch schema, zegt Bokhoven. “Het is essentieel dat eind dit jaar de eerste tender wordt gerealiseerd om in 2020 de eerste windparken operationeel te hebben. Over biomassa mee-stook is onlangs een akkoord bereikt tussen partijen. Dat was een lastig proces, maar het is nu een kwestie van invullen en ervoor zorgen dat iedereen zich aan de afspraken houdt. Zonnestroom, zonPV, is een techniek die een enorme vlucht doormaakt. En dat is een goede ontwikkeling. Het afgelopen jaar hebben 100.000 huishoudens PV-systemen aangeschaft. Een flinke toename in vergelijking met de jaren ervoor.” Postcoderoosregeling
Kritisch kijkt Bokhoven naar de Postcoderoosregeling, eveneens onderdeel van het Energieakkoord die tot doel heeft om de ontwikkeling van collectief opgewekte lokale duurzame energie te stimuleren. “Daar blijft het aantal deelnemende energiecoöperaties beduidend achter. Dat is een punt van zorg, omdat er in de samenleving hoge verwachtingen zijn ten aanzien van lokaal opgewekte duurzame stroom. Het is maar de vraag of de business case die voor coöperatie-deelnemers geldt ook echt toereikend is. Daarover zijn we nu in gesprek met ministeries om te zien of dat kan worden verbeterd.”
Column
Speculeren over 2030
klimaatbeleid hebben we ruim geld over voor afvang en opslag van CO2 (CCS) en is er geen probleem in de gasvoorziening. Gas en kolen zijn dus geen van beide echt robuust. Ontwikkeling van demonstratieprojecten voor CCS is dat wel, waarbij de vraag of die echt grootschalig moeten worden of niet, later beantwoord kan worden. Uitbreiden ETS-gereedschapskist
De vraag naar wat mijn energievisie voor 2030 is, vind ik niet zinvol te beantwoorden. Het zou vooral speculatie zijn. Wel kan ik twee scenario’s schetsen die me denkbaar lijken en daar enkele lessen uit trekken.
stijgen de fossiele energieprijzen en dalen die van hernieuwbare energie niet snel. In deze wereld zijn voorzieningszekerheid en betaalbaarheid de drijfveren van het energiebeleid en is er weinig ruimte voor een succesvolle klimaataanpak.
Het ene scenario is een plezierige wereld. De economische groei is betrekkelijk hoog, gedreven door voorspoedige technologische ontwikkeling. Daardoor zijn er lage energieprijzen, zowel van fossiele als schone energie. In zo’n wereld is er een vrij grote kans op mondiale klimaatafspraken. Het andere scenario is evenzeer mogelijk. De economische groei blijft dichter bij wat we in de crisisjaren gewend zijn en meer in het algemeen stagneert de technologische ontwikkeling. De energievraag is daardoor lager. Geopolitieke conflicten nemen toe. Mede hierdoor is er geen goed investeringsklimaat voor energieproductie,
Energiebesparing hard nodig
Het eerste scenario is natuurlijk fijner dan het tweede, maar het is niet vanzelfsprekend te verwachten dat het daardoor ook gebeurt. We kunnen het naar vermogen bevorderen, maar mogen er niet vanuit gaan dat het er daarmee ook zal komen. Backcasting alleen vanuit het eerste scenario is naïef. Wat betekent dit voor het Nederlandse energiebeeld voor 2030 en welk robuust beleid kan dat naderbij brengen? Om te beginnen is een krachtige inzet op energiebesparing altijd goed. Dat is ook hard nodig. Zonder extra beleidsinspanning daalt volgens de Nationale Energieverkenning de jaar-
lijkse energiebesparing van 1-1,2% naar 0,7% in het volgende decennium. Vijftien jaar, dat verschil is de helft van de omvang die voor hernieuwbare energie rond 2020 verwacht kan worden – dat is niet niks. Vanaf heden kunnen de ambities van het Energieakkoord naar 2030 worden doorgetrokken en worden nagedacht over bijpassende maatregelen.
We weten ook bijna zeker dat de CO 2 prijs in het emissiehandelssysteem tot 2030 te laag zal blijven om een verschuiving in de elektriciteitsmix te bewerkstelligen. In het eerste scenario vinden we dat heel erg, in het tweede minder. Daarom is het verstandig een echte poging te wagen de ETS-gereedschapskist uit te breiden zodat de mogelijkheid wordt ontwikkeld de prijs op te krikken als dat nodig zou worden geacht. Die prijs hoeft niet per se nu al substantieel omhoog, omdat je niet zeker weet of dat bij het scenario past. Maar als je het gereedschap niet hebt, is er ook niets meer te doen als het nodig zou zijn. Als je nu nog kolencentrales blijft bouwen, maak je het eerste scenario immers onhaalbaar. Ook kan je alternatieven voor ETS overwegen, zoals emissiestandaarden. Dan zijn ze beschikbaar wanneer je ze zou willen inzetten.
Gasrotonde
Volle inzet op innovatie
Dan zijn er twee energiedragers die in de scenario’s een geheel andere waardering krijgen. Afhankelijk van de jaarlijkse productie hebben we in 2030 wellicht nog Nederlands gas, maar moeten we in de winter wel importeren. In een wereld met geopolitieke spanning en frequente militaire conflicten is een op pijpleidingen uit Rusland gefundeerde gasrotonde geen echt aantrekkelijke optie. Dan zijn we blij met onze kolencentrales. Maar in een wereld van technologische ontwikkeling en
Ook inzake energie-innovatie betekenen deze scenario’s dat een ‘adaptief beleid’ het slimst zou kunnen zijn. Alweer is volle inzet op alle innovatievormen (maatschappelijk, bestuurlijk, technologisch) rond energiebesparing het meest robuust. Hard werken aan duurzame biomassa is dat waarschijnlijk ook: dit zal zowel een rol spelen in een door klimaatbeleid als in een door geopolitiek gedreven wereld. Voor wind- en zonne-energie geldt dat iets minder. De kans dat we hier voort-
gang willen boeken is groot, maar in een klimaatgedreven wereld toch groter. Dus innovatieprogramma’s passen altijd, maar in het eerste scenario is zowel de noodzaak als de mogelijkheid groter. Dat geldt evenzeer voor het intelligente elektriciteitsnet. Grensoverschrijdende hoogspanning is wel robuust: de argumentatie waarom dit gewenst is kent verschillen, maar de uitkomst verschilt vooral gradueel. Optimisme over Energieunie
Opmerkelijk, ten slotte, is dat de kans dat het energiebeleid een sterker Europees karakter krijgt in beide scenario’s toeneemt. In een optimistisch scenario willen we meer en kunnen we meer. Sterke inzet op hernieuwbare energie maakt het dan steeds aantrekkelijker daarin echt samen te werken. In het tweede scenario voelt Europa zich bedreigd. Dat is altijd het moment waarin samenwerking floreert. Dus over de Europese Energieunie ben ik optimistisch. In voorspellen geloof ik niet zo en droombeelden mogen anderen formuleren. Maar systematisch nagaan welke opties in verschillende scenario’s robuust zijn is leerzaam. Energiebesparing, innovatie en Europa hebben daar elk een plaats.
Pieter Boot is verbonden aan het Planbureau voor de Leefomgeving.
8 OPINIE visie 2030 Energie Actueel | jaargang 18, nummer 3 | dinsdag 31 maart 2015
Column
Energie op maat Met enige weemoed denk ik terug aan de discussies over de ontwikkelingen in de primaire energiemarkten, maar dat is de leeftijd. De voorspellingen van vraag en aanbod waren dankbare onderwerpen voor menige bijeenkomst. De onderliggende assumpties van de voorspellingen, zoals de relatie tussen demografie en economische groei als drijfveer van veranderingen, kwam steeds meer onder vuur te liggen. Anno 2030 kunnen mensen zich nog verbazen over de toen gehanteerde modellen, waarin de ontwikkeling van de OECD-landen en later China generiek werden toegepast op alles en iedereen. De trends van 2015 bleken toch niet de trends van de decade daarna. Trends
Coby van der Linde is hoofd van het Clingendael International Energy Programme en hoogleraar Geopolitiek en Energiemanagement aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Robotica en andere innovaties, zoals de 3D-printer, veranderden de locatie van productie van veel goederen. Niet langer was goedkope arbeidskracht een reden om de productie op grote schaal te verplaatsen, zoals in het geval van China nog wel was gebeurd, maar kon de productie met op-maat-gemaakte productieseries de consument bedienen vanuit kleinere faciliteiten dichter bij de markt. De schaalvoordelen werden steeds meer behaald in de ontwerptechnologie, niet in het produceren zelf en in de dienstverlening. Ook het terugwinnen van grondstoffen uit afgedankte eindproducten nam een vlucht en zorgde voor compactere waardeketens, dichter bij de markt. De logica van opeenvolgende groeicentra of opkomende landen werd daarmee zo goed als verbroken. Het gemak waarmee in
Column
Terugkijkend “Terugkijkend op de afgelopen decennia, moet de conclusie luiden dat het maatschappelijke belang van een goed functionerende energievoorziening in alle aspecten ernstig onderschat is. We stellen vast dat er sprake is geweest van een gebrekkige coördinatie van het beleid en van de ontwikkelingen in de energiesector op regionaal, nationaal en lokaal niveau. Dit heeft ertoe geleid dat op elk van die niveaus tegelijkertijd een veelheid aan tegenstrijdige doelen nagestreefd werd door betrokken publieke en private actoren, die daarin gestimuleerd werden door een grote variëteit aan sturingsinstrumenten.” Deze conclusies kwamen in 2030 voort uit het onderzoek van de parlementaire enquêtecommissie Energievoorziening. Die commissie werd in 2028 ingesteld omdat geconstateerd werd dat de drie primaire doelen van het energiebeleid – betrouwbaar, betaalbaar en schoon – op geen enkele manier gerealiseerd waren in de voorafgaande periode. Er was in toenemende mate sprake van het uitvallen van de levering van aardgas en stroom, met name voor kleinverbruikers. Daarnaast was de hoogte van de jaarlijkse eindafrekening na 2016 sterk toegenomen; zowel de nettarieven voor transmissie en distributie als de kosten per kilowattuur elektriciteit en kubieke meter gas waren meer dan verdubbeld. Ook bleken de CO2-emissies niet significant af te nemen en bleef de bijdrage van duurzame wind- en zonne-energie achter bij de gestelde doelen. Kortom, zoals ook
de Europese Commissie en het Internationaal Energie Agentschap al enige tijd hadden aangegeven, er was sprake van een falende Nederlandse energievoorziening. Bovendien was het ene na het andere energiebedrijf failliet gegaan, zodat vrijwel de hele energiesector nu weer in publieke handen was geraakt. Het rapport besteedde ook aandacht aan de complexe achtergronden van dit falen en schetste de samenloop van onverwachte omstandigheden na 2015. Enerzijds had de toenemende populariteit van vooral lokaal gestimuleerde zonne-energie ertoe geleid dat een groot deel van de elektriciteitsbehoefte van de kleine huishoudens duurzaam in eigen beheer opgewekt kon worden. Bovendien zette de trend in het elektrisch koken door en werden warmtepompen populair. Het dalende verbruik van centraal opgewekte stroom leidde echter tot een aanzienlijke stijging van de tarieven voor de distributie. Tegelijkertijd echter bleek wind een grote tegenvaller als gevolg van de sterk toegenomen maatschappelijke weerstand tegen on- en offshore windparken. Het gevolg hiervan was dat de centrale opwekking een rol van belang bleef spelen, vooral in de industriële elektriciteitsbehoefte, maar ook voor wat betreft de huishoudens in het minder zonrijke seizoen. Elektrisch rijden was na een aanvankelijk voorvarende start niet verder van de grond gekomen, met name vanwege de nieuwe accijns op stroom voor het wegvervoer, zodat de verwachtte opslagcapaciteit in accu’s uitbleef.
2015 India werd aangekondigd als de volgende ‘energie-rupsje-nooitgenoeg’ bleek dan ook onjuist. De nieuwe productieverhoudingen en goederenstromen veranderden de dynamiek van de internationale energiemarkten radicaal. Zo bleek de opwinding bij de kolensector over India als belangrijke nieuwe groeimarkt snel voorbij. Ook de kolensector moest zich eindelijk gaan buigen over milieutechnische innovaties om het voortbestaan te garanderen. Organisatie
Nieuwe energietechnologie zorgde er ook voor dat de wijze, waarop landen de energieladder konden bestijgen, veranderde. China was misschien wel het laatste voorbeeld van een land dat tamelijk traditioneel de stap van kolen, naar olie en gas maakte. Wellicht was dat debet aan de gecentraliseerde organisatie van het land, waardoor het uitrollen van gecentraliseerde elektriciteitsopwekking en de bijbehorende netwerken veel logischer was dan in landen met een minder gecentraliseerd gezag. De decentrale opweksystemen en micronetten bleken een enorme vlucht te nemen in landen waar juist weinig georganiseerd was of waar sprake was van een gebrekkige sociale cohesie. India bleek uitstekend uit de voeten te kunnen met deze nieuwe systemen, omdat de povere publieke voorzieningen te weinig leveringszekerheid konden bieden en de traditionele systemen te gevoelig
Bij gebrek aan grootschalige energieopslag zou gasgestookte opwekkingscapaciteit een belangrijke rol hebben kunnen spelen, maar dat was niet aan de orde door de beperkte beschikbaarheid van gas. De productie van Groningen was onder maatschappelijke druk sterk gereduceerd vanwege de aardbevingen. Ook was het vrijwel onmogelijk geworden nieuwe kleine velden te exploiteren door lokale protesten. De import van gas uit Rusland was geen optie meer als gevolg van de hevige politieke weerstand tegen het Russische regime, in combinatie met de mededingingsrechtelijke Europese bepalingen tegen het monopolie van Gazprom. De import van LNG gaf enige soelaas, maar wel tegen een hoge prijs; het aanbod nam maar geleidelijk toe, terwijl de vraag in Azië snel gegroeid was. De voorziene export van LNG uit de Verenigde Staten was niet op gang gekomen. De capaciteit van het gastransmissiesysteem werd maar in beperkte mate gebruikt, waardoor het transporttarief flink steeg. Door de hoge gasprijs bleef het uiterst lastig kolen uit de markt te krijgen, zelfs niet na aanpassingen van het emissiehandelssysteem ETS. Als gevolg bleven kolen de voornaamste brandstof in de elektriciteitsopwekking en stegen de CO2-emissies. De enquêtecommissie constateerde dat het de afgelopen jaren onmogelijk was geworden samenhangend beleid te maken, omdat het debat rond de energievoorziening op alle thema’s in hoge mate gepolariseerd en gepolitiseerd geraakt was tussen de verschillende kampen. Ook stelde zij vast dat er weliswaar sprake was geweest van een sterke toename van de informatiestromen rond energie, waardoor ieder zich onmiddellijk kon verzekeren van
bleken voor aftappen. De opkomende middenklasse investeerde in microsystemen, met eerst diesel als achtervanger, terwijl voor de industrie LNG en andere energievloeistoffen betrouwbare bronnen bleken voor de industriële clusters aan de kust. Ook hier bleken energiedragers die op-maat-gemaakte energiediensten konden leveren de boventoon te voeren. Het oude marktintegratiemodel van steeds grotere en meer verknoopte systemen maakte plaats voor maatwerk waarin kleinere systemen beter tot hun recht kwamen. Fossiel
In 2015 werd vooral in Europa nog gerekend op een complete uitfasering van fossiele brandstoffen, althans in veel politieke kringen werd daarop gezinspeeld. Echter, de energierevolutie op gang gebracht door de introductie van duurzame energie, zoals wind en zon, verliep anders, zoals altijd het geval is in een periode van omwenteling. Nog in 2014 duikelde de olieprijs per vat in enkele maanden tijd met meer dan de helft omlaag en ontstond scherpe concurrentie tussen producenten van conventionele en zogenaamde technologische olie. Door de koppeling van de olie- en gasprijs in enkele markten duikelde de gasprijs met enige maanden vertraging mee. Dat was op zich wel verwonderlijk, omdat de politieke spanningen tussen de EU en Rusland in 2014 behoorlijk waren toegenomen. Normaal gesproken komt
alle mogelijke inzichten en kennis over de herkomst van energie en de effecten van opwekking en productie en het gebruik. Maar hier deed zich het probleem voor van een sterke verkokering van die stromen; alleen de informatie die ‘past’ bij het eigenbelang en die aansluit bij ingenomen standpunten werd serieus genomen door burgers, bestuurders en het bedrijfsleven. Het streven naar marktwerking en de decentralisatie van de besluitvorming en aansturing van de sector hadden zodoende geleid tot een gebrek aan coördinatie in het energiesysteem. Men kwam tot de conclusie dat het collectieve belang van een goed functionerende, betaalbare, betrouwbare en duurzame energievoorziening versplinterd was tot een optelsom van vele uiteenlopende en conflicterende private en publieke belangen, op nationaal en lokaal niveau.
er bij geopolitieke spanningen juist een premie op primaire energie, maar in 2014 en 2015 bleek alles anders. Hoewel een aantal oliebedrijven moeite had om overeind te blijven en de consolidatie in de sector aanzienlijk was, bleek de productie van ‘light tight oil’ (LTO) gemakkelijk overeind. De lagere olieprijzen bleken de nuttige uitdaging voor de olie-industrie in de niet-OPEC landen om het tempo van technologische vorderingen in het produceren van olie uit schalie nog verder op te voeren. Niet alleen de kosten moesten omlaag, maar ook de druk op de omgeving zodat de publieke acceptatie van deze nieuwe manier van olie (en gas) winning uiteindelijk toch kwam. Techno-energie bleek een blijver. Maatpak
De her-industrialisatie van Europa werd mogelijk gemaakt door de impulsen uit het klein- en middenbedrijf, dat met de nieuwe productiemogelijkheden aan de slag ging. Het model van dichtbij de markt kunnen produceren, veranderde ook hier de organisatie van de energiesector. De hoge kwaliteit van de energienetten zorgde er wel voor dat in sommige delen van Europa de publieke energienetten in stand bleven om de functie van achtervanger efficiënter te organiseren, maar ook hier deden meer plaatselijke energieoplossingen hun intrede. Terugkijkend werd energie van confectie een maatpak.
Colofon
Energie Actueel is een uitgave van de Vereniging Energie-Nederland. Energie Actueel biedt achtergronden en opinies uit de wereld van energie en klimaat. De krant stopt per 1 april 2015. Voor binnen- en buitenlands nieuws en een scala aan columnisten, blijf ons volgen op energieactueel.nl Redactieadres Energie-Nederland, Lange Houtstraat 2 2511 CW Den Haag T: 070 311 4350 E:
[email protected] Hoofdredactie Anne Sypkens Smit Bladmanagement & eindredactie PACT Public Affairs, Den Haag Redactie Frank Kools, Sjoerd Marbus, Sander Schilders Medewerkers Alexander Haje, Paul Hazebroek, Peter Westhof Columnisten Pieter Boot, Aad Correljé, Frank van den Heuvel, Coby van der Linde, Han Slootweg, Ad van Wijk Correspondenten Wierd Duk (Duitsland), Frank Kools (Noord-Amerika), Jan Schils (Europese Unie, België), Arjan Schippers (Groot-Brittannië), Dorine Vaessen (Duitsland), Wim Verseput (Scandinavië), Marcel Vink (China) Vormgeving & opmaak Aandagt reclame & marketing, Almelo Druk & distributie Senefelder Misset Grafisch Bedrijf, Doetinchem
Aad Correljé is universitair hoofddocent Economie van Infrastructuren aan de TU Delft en verbonden aan het Clingendael International Energy Programme.
Overname van artikelen uitsluitend toegestaan na toestemming van de hoofdredactie. ISSN 2211-6230