Géén Diagnostiek in Discussie Voorbij Kraepelin Prof. dr. Herman M. van Praag
Schizofrenie: hoeksteen van de psychiatrische classificatie? Dr. Jan Dirk Blom
Katatonie: tijd voor herijking en verrijking Dr. Frank M.M.A. van der Heijden
Netwerktheorie en psychiatrie: een opzet voor een geïntegreerd biopsychosociaal model Dr. Rutger Goekoop
‘Consilience’ • "Scientists have broken down many kinds of systems. They think they know most of the elements and forces." • "The next task is to reassemble them, at least in mathematical models that capture the key properties of the entire ensembles.” • “The greatest challenge today (...) in all of science, is the accurate and complete description of complex systems.“ (E. O. Wilson, Consilience Knopf, New York, 1998).
Netwerktheorie • Recente doorbraak in de wiskunde en fysica (1999 – 2009): Watson and Strogatz, Barabasi. • Afgeleid van systeemtheorie (1940-1950): Wiener, von Bertalanffy, Ashby, von Foerster, Erdös. • “De biologische wereld bestaat uit netwerken”. • Deze hebben meestal een “small world” karakter. • Door de details te negeren zijn er algemene regels te vinden die opgaan voor alle niveau’s van organisatie.
“Degrees of separation” • Hoeveel handdrukken bent u van de paus verwijderd? • Hoeveel co-acteurschappen naar Kevin Bacon? • Co-auteurschappen tussen wetenschappers? • Seksuele contacten tussen mensen? • Chemische reacties tussen alle genen, proteïnen, metabolieten? • Verbindingen tussen hersencellen en –gebieden?
“Small-world” netwerken “Nodes”
“Links”
“Hubs”
Gen-gen interacties
Gen-proteine interacties
Proteine-proteine interacties
Bakkersgist
Science 2002; 298, 763-764.
Metaboliet-metaboliet-interacties
E. Coli
Science 2002, 297: 1551-1555
Organel-organel interacties
Nature 422, 193-197 (13 March 2003)
Cel-cel interacties
http://arxiv.org/abs/0907.2373v2
Gebied-gebied interacties
Bullmore e.a., Nat Rev Neurosc 2009
Individu-individu (sociale) interacties
Sociale interacties: De kapers van 09-11
Barabasi, 2006
Sociale interacties: Het seks-web
"Chains of affection: The structure of adolescent romantic and sexual networks," Bearman PS, Moody J, Stovel ; The American Journal of Sociology, Vol. 100, No. 1. 2006
Afdeling-afdeling interacties
Red, blue, or green: departments Yellow: consultants Grey: external experts
www.orgnet.com
Contacten tussen organisaties
Het internet
Barabasi, 2006
Biologische netwerken: “Schaalvrije” organisaties van modules Bovenaanzicht
Zijaanzicht
…. etc.
Een bio- noso- sociaal model Sociaal
Noso
Bio
Barabasi e.a., Science, 2008
Diseaseome
Een (mathematisch) geïntegreerd bio-psycho-sociaal model Sociaal
Bio
Bio
Bio
Bio
Bio-psycho-sociaal netwerkmodel Sociaal
Bio Psycho
Het intrapsychische netwerk • N = 192. • Heterogene groep patienten met “As I” ontregelingen (Dr. J.G. Goekoop, 1992). • Gescoord op de CPRS (comprehensive psychopathological rating scale): 65 items. • Bivariaat correlationele analyse op alle itemscores (alle corr. tussen alle symptomen). • Item = node, significante correlatie = link, sterkte correlatie = gewicht van de link (NodeXL).
Het intrapsychische netwerk (As I) Clusters (CPRS) Cluster 5: Psychotische symptomen Cluster 3: Remming (psychomotoor)
Cluster 6: Motorische desorganisatie
Cluster 2: Ontremming Goekoop R., Serrano M., Goekoop J.G., in preparation (manie)
Cluster 7: Dwang (fobieen, rituelen) Cluster 1: Depressieve symptomen en boosheid
Cluster 4: Lichamelijke angstequivalenten
Het intrapsychische netwerk (As I) Superclusters (CPRS) Super-cluster 1: Depressie Manie, Angst, Remming.
Super-cluster 2: Psychose, Desorganisatie, Dwang. Goekoop R., Serrano M., Goekoop J.G., in preparation
Beschrijving van psychiatrische ziektebeelden
Kraepelin
1883 – 1969
DSM I tot IV
Categorieel
Beschrijving van psychiatrische ziektebeelden
Jaspers
Connectiviteit?
Multidimensioneel
Beschrijving van psychiatrische ziektebeelden
Netwerk-theoretisch
Praktische relevantie: Descriptieve eenvoud 7 “basiskleuren” (Clusters) Somat. Angst Desorganisatie Depressie Ontremming Remming Psychose
Dwang
Alle As I stoornissen
Praktische relevantie: Descriptieve eenvoud ‘Gezond’
‘Gezond’
Praktische relevantie: Descriptieve eenvoud Unipolaire angstig-geremde (melanchole) depressie
Idem, met psychotische kenmerken
Praktische relevantie: Descriptieve eenvoud Bipolaire I
Idem, met psychose
Praktische relevantie: Descriptieve eenvoud Psychotische stoornis
Idem, met KATATONIE
Praktische relevantie: Netwerk-diagnostiek • NETHERPASS: – NETwork-based HEuristic-Recursive Psychopathology ASsessment Scale. – “Netwerk-diagnostiek”.
• 21 meest representatieve symptomen worden cluster voor cluster uitgevraagd. – Indien geen hits: volgende cluster, etc. – Snel, systematisch, betrouwbaar.
• Ideaal voor triage en R.O.M.
Praktische relevantie: Triage Patient 1: “Vitale depressie” Cluster 3: Remming (psychomotoor)
Cluster 1: Depressieve symptomen en boosheid
Cluster 4: Lichamelijke angstequivalenten Meest representatieve symptomen “Hits”
Praktische relevantie: Triage Patient 2: “Schizofrenie”
Cluster 5: Psychotische symptomen
Cluster 7: Dwang (fobieen, rituelen)
Cluster 4: Lichamelijke angstequivalenten “Hits”
Praktische relevantie: Triage Patient 3: “Manische psychose”
“Hits”
Praktische relevantie: Triage Patient 4: “Katatonie” Cluster 3: Remming (psychomotoor)
Cluster 6: Motorische desorganisatie “Hits”
Cluster 4: Lichamelijke angstequivalenten
Praktische relevantie: Routine Outcome Monitoring 7 “basiskleuren” (Clusters) Somat. Angst
Alle As I stoornissen
Dwang
Desorganisatie Depressie Ontremming Remming Psychose
…. veranderingen in de TIJD.
Praktische relevantie: Routine Outcome Monitoring Gezond
R.O.M. Prodromaal Unipolair angstig-geremde depressie
Week 1
Idem, met psychotische kenm. Week 2
Unipolair angstig-geremde depressie Week 3
Vroege remissie Week 4
Remissie
Tijd Week 5 Week 6
Week 7
Het intrapsychische netwerk (As II) • N = 441. • Psychologie studenten UvA zonder vastgestelde persoonlijkheidsstoornis (Dr. H.S. Scholte, 2008). • Gescoord op de NEO-PI-R (240 items) en de V-TCI (120 items). • Bivariaat correlationele analyse op alle itemscores (alle correlaties tussen alle symptomen). • Item = node, significante correlatie = link, sterkte correlatie = gewicht van de link (NodeXL).
Het intrapsychische netwerk (As II) Clusters (NEO-PI-R: Big Five) Cluster 1: Neuroticisme +
Cluster 4: Openness + Cluster 5: Conscientiousness + (extraversion, neuroticism).
Cluster 2: Extraversie +
Cluster 3: Agreeableness Extraversion Openness
Cluster 6: Agreeableness +
Goekoop R., Scholte H.S., Goekoop J.G., in preparation
Het intrapsychische netwerk (As II) Superclusters (NEO-PI-R: Big Five)
Super-cluster 1: Internaliserend
Super-cluster 2: Externaliserend
Goekoop R., Scholte H.S., Goekoop J.G., in preparation
Het intrapsychische netwerk (As II) Clusters (TCI) Cluster 1: Eigenlijk,echt (“Echt-oprecht”)
Cluster 6: Zelf-Zelf erkenning en berusting
Cluster 2: Zelfoverstijgend magisch-denken
Cluster 7: Pronken / imponeren
Cluster 3: Actiebereid
Cluster 8: Approach vs avoidance
Cluster 4: Ordelijkvergevingsgezind (“Aardig-rechtvaardig”) Cluster 5: Welwillend sociaal gericht (“Lief-naief”)
Cluster 9: Basale gehechtheid Cluster 10: Krenkbaarheid Goekoop R., Scholte H.S., Goekoop J.G., in preparation
Het intrapsychische netwerk (As II) Super-cluster 4: Rechtschapenheid Rijpheid
Superclusters (TCI)
Super-cluster 2: Religieuze opgewektheid
Super-cluster 3: Basale autonomie
Super-cluster 1: Veerkracht
Goekoop R., Scholte H.S., Goekoop J.G., in preparation
Praktische relevantie: Routine Outcome Monitoring As II
R.O.M. Ongecompliceerde ontwikkeling
0 jaar 10 jaar 20 jaar 30 jaar
Leeftijd
40 jaar 50 jaar
0 10 20 30 40 50 60
Leeftijd (jaren) 60 jaar
Praktische relevantie: Routine Outcome Monitoring As II
R.O.M. Borderline persoonlijkheidsstoornis
0 jaar 10 jaar 20 jaar 30 jaar
As II
Leeftijd
40 jaar 50 jaar
0 10 20 30 40 50 60
Leeftijd (jaren) 60 jaar
Praktische relevantie: Integratieve R.O.M. Sociale contacten Tijd
Depressie Tijd
TSH Tijd Setting / BOPZ
Huisarts
Separeer Gesloten
Open / ADB
Ambulant
Tijd Geleidelijk teruggeven autonomie
Gedragstherapie
Antidepressivum
Farmacotherapie Lab-waarden
Thyrax
Tijd
Thyrax, hogere dosis, opbouwschema
Tijd
Praktische relevantie: Gerichte (combinatie)farmacotherapie In totaal 7 hoofdclusters. 7 typen farmacotherapie nodig? BENZODIAZEPINEN
“REMMINGS”-STABILISATOREN
Diazepam
Lithium, depakine
ANTIDEPRESSIVA TCA’s, SSRIs Topiramaat
Lamotrigine, buproprion
??
ANTICHOLINERGICA Biperideen Haldol Clozapine ANTIPSYCHOTICA
Het intrapsychische netwerk: Relatie As I, As II Karakter & As II Temperament & Instinct
As I
Goekoop R., Serrano M., Goekoop J.G., in preparation
Klinische relevantie: Aard van psychiatrische ziekten • “We zijn netwerken, en we vormen netwerken”. • Ziekten manifesteren zich als stoornissen in: – De netwerkstructuur. – De netwerkfunctie. • Veranderingen vinden plaats op alle niveau’s van organisatie. • Interventies zijn aan te brengen op alle niveau’s.
Netwerktheorie & Psychiatrie Een bio-psycho-sociaal model (Top-down)
Sociaal
Systeemtherapie
Sociaal Netwerk-analyse
Psycho
Psychotherapie
R.O.M.
Bio EEG fMRI / Lab
ECT, TMS, Farmacotherapie (Bottom-up)
Links met de literatuur • http://www.nd.edu/~alb/html/publications.html • http://www.rgoekoop.dds.nl
Klinische relevantie: Schizofrenie, negatieve symptomen • Stoornis in de neuroanatomische netwerkstructuur.
Bullmore e.a., Nature Rev Neurosc 2009
Klinische relevantie: Schizofrenie, positieve symptomen • Stoornis in de netwerkfunctie. Aantal clusters
Te weinig informatieuitwisseling (orde)
“The Tipping Point”
1000
Teveel informatieuitwisseling (chaos) 1 Gemiddeld aantal verbindingen per cluster
Klinische relevantie: Depressie, rumineren • Stoornis in structuur en functie. Aantal clusters
Te weinig informatieuitwisseling (orde)
“The Tipping Point”
1000
Teveel informatieuitwisseling (chaos) 1 Gemiddeld aantal verbindingen per cluster
Klinische relevantie: ECT: therapeutisch effect • Reconnectie door massale synchronisatie (“Neurons that fire together, wire together”). Aantal clusters
Te weinig informatieuitwisseling (orde)
“The Tipping Point”
1000
Teveel informatieuitwisseling (chaos) 1 Gemiddeld aantal verbindingen per cluster
Klinische relevantie: Effect van farmacotherapie Te weinig informatie-uitwisseling (orde) “The Tipping Point” Aantal clusters 1000
Teveel informatieuitwisseling (chaos) 1 Gemiddeld aantal verbindingen per cluster