Gk158; Ps90:1,6-8; Ps.90 (12); Gk157; LB21:1,3; NLB90A; Ps91:1,7; Opw.461
Geef ons uw wijsheid, elke dag! 1. Nog 4 dagen en dan zien wij onze kinderen weer. Nog zoveel dagen en dan gaan we trouwen. Nog … Wij denken in termen van dagen en tijd. Daarom komt Psalm 90 ook vaak langs met Oudjaar. Ook i.v.m. onze kwetsbaarheid en Gods eeuwigheid. 2. Maar hier in Psalm 90 gaat het over heel wat anders! Mozes ziet hier de mensen met 70 of 80 jaar sterven. Dat was toen erg jong en dat kwam omdat ze bij bosjes vielen in de woestijn, vanwege hun rebellie tegen de Here God (Num.13-14). Ze moesten 40 jaar rondzwerven in de woestijn tot die hele generatie gestorven was: wie kent Gods toorn? Je raakt onder de indruk van Hem die Zichzelf serieus neemt. 3. Hoe nu verder? Mozes, de Godsman!, wijst de weg in dit lied, met dit gebed. Hij start indrukwekkend door de bescherming van de HERE te benoemen, van generatie op generatie, tot in eeuwigheid. Daar pleit Mozes op. Hij kent zijn volk maar ook zijn God: hij durft heel wat te vragen! En in Numeri heeft hij het ook over Gods naam en reputatie als er van zijn volk niets zou overblijven (zo ook Psalm 90:16). Mozes betrekt het op zichzelf en het volk, kijkt vooruit en vraagt: maak ons wijs! Volgens Spreuken ben je wijs als je diep ontzag hebt voor de Here God. Volgens het N.T. is Jezus Christus onze wijsheid (1Kor.1:30). Zoek Hem dus elke dag! Dat is ‘je dagen tellen’ in dit verband. 4. Voor ons vandaag betekent het dat we de Here God serieus nemen en ernaar verlangen vergeving te ontvangen en om te leven naar zijn wil: Godskennis en zondekennis. Geen verbondsautomatisme dus! Daarbij doen we een appèl op zijn ontferming (vs.13), liefde (vs.14) en genade (vs.17) en vragen we of zijn werk in ons zichtbaar mag worden (vs.17). Als bij Psalm 8. Door Gods genade mogen we bloei verwachten in ons leven, als we, onderweg naar het beloofde land, elke dag proberen wijs te zijn. Dat is leven in verbondenheid met onze Heer en Heiland Jezus Christus. Lukt het om op Gods beloften te (blijven) vertrouwen als het onderweg ‘stormt’? Of als je niet zoveel (of niets) van zijn aanwezigheid in je leven merkt? We hebben elkaar en de Here God nodig om vol te houden! Probeer zo te leven, elke dag: daar word je wijs van!
Gesprekspunt, kindfragment, citaten, bijbelrooster 1. Lukt het je om Gods toorn over de/je zonde en zijn genade-in-Christus bij elkaar te brengen in je leven? Wil je eens delen hoe dat dan werkt bij jou? En samen groeien? 2. voor de k . . . . . . n: w . t w . . t je v . n M . zes? Hij w . rdt w . l vergeleken met de H . re . ezus. Vr . . g th . . s eens h . . h . t zit met deze G .dsman. G . . . . . . s! 3. ‘Welnu, niet alleen uit liefde tot zijn volk, maar ook, ja in de eerste plaats uit liefde tot de Naam des HEREN, die Mozes niet tot een aanfluiting wil zien gemaakt voor Egypte en de omringende volken (Num.14,13-16) is het, dat hij dit gebed moet opzenden. En dat ten diepste, omdat hij in die Naam des HEREN gelooft! En daarom ook in al Zijn beloften. Waarom hij de HERE daaraan ook houdt. En hierin betoont Mozes zich de Middelaar van het Oude Verbond, die – om met de schrijver van de brief aan de Hebreeën te spreken – als dienaar getrouw was in geheel Gods huis, in heel de van God hem opgedragen dienst’ 4. ‘Alhoewel het onmiskenbaar waar is dat onze ‘uren, dagen, maanden, jaren als een schaduw heenvlieden’, is het tellen van dagen veel meer dan profane rekenkunst, het is – als we de intenties van de Psalm recht doen – op z’n minst een kunst apart, maar dan op te vatten in de zin van ‘sacrale kunst’. Een bezigheid die ‘goochem’ (vs.12 chokam) maakt’
5. Bijbelrooster: zondag Num.13; maandag Num.14; dinsdag Ps.95 (als waarschuwing); woensdag Hebr.3; donderdag Spr.8:1-21; vrijdag Op.14 (13) + 1Cor.15:58 (wat je doet, doet ertoe!); zaterdag 1Cor.1:18-31. Liefhebbers: Kol.2:1-10; 1Joh.2:15-17; Deut.1.2.32.33; Spr.9; Jozua 14 (o.a. over verspieder Kaleb). Ds.G.J.Klapwijk, Zwolle-Berkum, 9 augustus ’15
Gk158; Ps90:1,6-8; Ps.90 (12); Gk157; LB21:1,3; NLB90A; Ps91:1,7; Opw.461
Geef ons uw wijsheid elke dag! Blok 1. Gesprekje met de kinderen over dag en dagen. Bijv. hoeveel dagen heb je nu al vakantie? Over hoeveel dagen ben je jarig? (moeilijkere:) Hoeveel dagen leef je al (ouders pakken hun iphone en rekenen het voor hen uit )? Dan een stapje richting volwassenen. Wij hebben wat met dagen en mijmeren over de tijd: het is alweer zoveel dagen/jaren geleden dat. Nog zoveel dagen en dan …. Tijd is belangrijk voor ons. We leven er mee. Opeens besef je hoe snel je oud geworden bent… Wat gaan de dagen, wat gaan de weken, wat gaat het leven snel! En dat gevoel, dat sentiment, wordt vaak versterkt met Oud en Nieuw. Tsjonge… straks is het 12 uur en dan wordt het alweer 2016. Oud en Nieuw, met al onze rituelen erbij. En voor een aantal van ons is (was?) dat ook om Psalm 90 te lezen. Woorden die op zo’n avond extra waarde hebben: van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God! Van geslacht op geslacht bent U ons een toevlucht. En wat is, daarbij vergeleken, een mens? 70 jaar, 80 jaar, een hele sterke wordt zelfs 100: ach, wat stelt dat voor? Ja, en zeker als zo’n psalm altijd langskomt met Oud en Nieuw, dan gaat de psalm ook daarbij horen. En weet je soms niet eens precies waar de psalm verder over gaat. En of het wel echt zo’n geschikte psalm is om met Oud en Nieuw te lezen….. We gaan eens wat beter kijken en luisteren naar die psalm, ok? Blok 2. Een Psalm van Mozes. Het enige lied van hem dat opgenomen is in de psalmenbundel. We hebben hier dus de oudste psalm in handen en blijkbaar vond de heilige Geest het van dit lied belangrijk dat het gelezen en gezongen zou worden door de eeuwen heen. Dat maakt nieuwsgierig…. Om direct maar stil te staan bij die 70 en 80 jaren uit Psalm 90: het kan sentimenteel maken op Oudjaar of als we nadenken over het ouder worden, het gaat hier om iets heel anders. In de tijd van Mozes was sterven met 70 of 80 jaar erg jong. Mozes zelf werd geroepen om naar de Farao te gaan toe hij 80 jaar was. Ten tijde van deze psalm is hij zelf dus al veel ouder. Vrij algemeen wordt daarom aangenomen dat Mozes deze psalm maakte i.v.m. de rondzwervingen van het volk in de woestijn: 40 jaar lang…. Dat was de straf van de HERE vanwege hun eindeloze gemopper en ongeloof. Vanwege de angst die het volk had gekregen voor de inwoners van Kanaan. Omdat 10 van de 12 verspieders meldden dat ze het nooit gingen redden, om dat land in te komen. Dikke muren, reuzen van mensen: dat gaat nooit lukken. Lees hierover nog maar eens in Numeri 13 en 14. Er werd geklaagd: ‘waren we maar in Egypte gestorven, of in de woestijn…. Weet je wat: we gaan weer terug naar Egypte…’. Ja, echt waar. Dat zeiden ze… Je geloof je ogen niet als je dat leest.
En als de 2 andere verspieders, Jozua en Kaleb, zeggen dat het heus wel kan. ‘Zij hebben niemand die hen beschermt en wij worden bijgestaan door de HEER. Wees dus niet bang voor hen’. Dan wil het volk deze 2 mannen stenigen maar toen verscheen de majesteit van de HEER in de ontmoetingstent aan de Israëlieten. Voor hen die vorige week ook de preek over Psalm 8 hebben gehoord: majesteit… Hier staat weer hetzelfde woord voor ‘heerlijkheid’: HEER, onze Heer, hoe heerlijk is uw Naam! Zeg maar: Gods ‘gewichtigheid’, in de NBV ook vertaald met ‘machtig’. Nou, de HERE is ook verschrikkelijk woedend. En Hij wil het hele volk verdelgen en met Mozes verder gaan: ‘uit jou zal Ik een volk laten voortkomen dat groter en sterker is dan dit. Maar Mozes gooit zich in de strijd en pleit voor het volk. En de HERE luistert: zo waar Ik leef en de hele aarde vervuld is van de majesteit van de HEER, niemand van degenen die mijn majesteit hebben gezien en de wonderen die ik in Egypte en in de woestijn heb verricht, en die mij nu al tien keer op de proef gesteld hebben door mij niet te gehoorzamen zal het land zien. 40 dagen duurde het verkennen van het land: 40 jaar zul je zwerven. Die hele generatie zal eerst moeten sterven voordat het volk, de nieuwe generatie, Kanaan zal binnentrekken…. En daar gaan ze dan…. Hoe verschrikkelijk! En ze vallen bij bosjes…. De een sterft met 72 de ander met 81: steeds weer opnieuw, er wordt waarschijnlijk dagelijks begraven. Vs.5-6: het gras, het lijkt heel wat maar als de hete woestijnwind erover heen is gegaan, is het weg. Zo zijn de mensen daar in de woestijn. Wie kent uw toorn? Dat is wat Mozes zich afvraagt in deze psalm. Heb jij, hebt u nog iets met deze vraag? Iemand die deze psalm van tevoren gelezen had, reageerde zo:
probeer maar zoveel mogelijk goed te leven want besef goed wat de toorn van God inhoudt. Je wordt een beetje bang gemaakt door deze psalm voor Gods toorn… ik heb de indruk dat wij die gedachten en gevoelens wat hebben ‘weggemasseerd’. Wij leven van Gods genade. Hij is onze Schuilplaats in gevaren en wil zo graag vergeven. Wij leven in het N.T. en hebben de Here Jezus leren kennen…. Ja, allemaal waar en wat heb ik het hier graag over! Maar hoezo genade en vergeving nodig? Is er iets mis dan met me? Wat dan? En waarom heb ik het daar niet zo graag over? Het is mooi om te leven van genade maar wat is het mooi als je tegelijkertijd God en zijn Woord volledig serieus neemt. En het is goed te beseffen wat er gebeurt als wij een loopje nemen met de beloften van God. Dat doet het volk hier en kijk eens wat er gebeurt! Laten we altijd (en misschien weer opnieuw) onder de indruk zijn en blijven van de machtige, indrukwekkende God, die zo betrouwbaar is. Die altijd doet wat Hij zegt en zijn beloften altijd waarmaakt! En die het niet neemt als je Hem en zijn woorden niet serieus neemt! Blok 3. Nou, de toon is gezet voor Psalm 90, zou je denken. Ja, dat is ook zo. Alhoewel: ik zou de psalm in dit verband dan liever ‘tweestemmig’ noemen. En luister nog eens goed naar andere woorden die Mozes, de Godsman, bidt in Psalm 90. De Godsman: Mozes, de man van God. Iemand die dichtbij God leefde en een mens was van gebed.
Kijk zo maar eens naar zijn leven. Wat hij allemaal meemaakt. En hoe God hem kneedde tot mens van God. Wat een lange stage heeft Mozes daarvoor gelopen… Hoeveel jaren waren nodig om hem zo te maken als hij nu was. Leven met God, wandelen met God is vaak iets van lange adem. Je moet het leren, je mag oefenen met vallen en opstaan. En moet je hem nu eens horen aan het begin van deze psalm. Een en al aanbidding en lof in het begin. Het doet (alweer) denken aan die indrukwekkende start van Psalm 8. U bent onze schuilplaats, al generaties lang. Van geslacht op slacht, steeds opnieuw, kunnen we op U rekenen. Als je naar hoge bergen kijkt, dan maakt dat indruk: hoelang zullen zij daar zo al liggen? Hoe komen ze daar? En dan te bedenken dat de Here God er al was voor die tijd: de Schepper van al! En behalve dat Mozes de zonde en dus de nood (!) van het volk neerzet noemt Mozes ook iets anders. Iets wat hij ook al deed in Numeri. Toen zei Mozes: maar wat zullen de mensen in Egypte dan wel zeggen? Als er van uw volk niets terecht komt, wat zullen zij dan van U zeggen? Dan komt U tekort: dan wordt uw Naam niet op waarde geschat! Wat heb je aan zo’n God? Dat zal dan de vraag worden. HEER, dat wilt U toch niet? Zo mag je ook de woorden uit vs.15-16 lezen. Toon uw daden aan uw dienaren. Maak ook blij, geef ons vreugde. En laat het ook zien aan onze kinderen: die heerlijkheid van U! Maar Mozes betrekt ook zichzelf en het volk in zijn gebed. Hij wil zich graag laten betrekken in het werk en de plannen van God. En dat vinden we ook in vs.12. Leer ons zo onze dagen te tellen dat wijsheid ons hart vervult. Je hart, ‘de directiekamer’, daar waar de beslissingen genomen worden die er echt toe doen: HERE, maak ons wijs! En leer dat ons als we de dagen wegen en tellen. Dat is niet van hoeveel dagen lopen we hier nu al in de woestijn… Maar dat je elke dag beseft hoe kwetsbaar jezelf bent. Dat je elke dag stilstaat bij wie de Here God voor je wil zijn. Hoe broos en kwetsbaar je bent en dat je mag bestaan. Dat te beseffen, dat maakt wijs. Wijsheid is in de Bijbel nooit iets uit boekjes maar dat is levenservaring. Echte wijsheid is dat je diep respect hebt voor de indrukwekkende God. ‘De vreze des HEREN’ wordt dat ook wel genoemd. Dat is niet dat je heel erg bang bent maar wel dat je diep ontzag hebt. Maak ons wijs, elke dag. Geef dat wat we meemaken elke dag een bijdrage mag leveren aan het kennen van U. Een les van inzicht. Een les in vertrouwen. En dat elke dag. Wat vind je daarvan als je dat zo hoort? Wat roept het bij jezelf wakker? Ik hoop eenzelfde verlangen als bij Mozes! En voor ons, als mensen die ook het N.T. hebben ontvangen, kunnen we er nog wat aan toevoegen.
Wij lezen in de Bijbel, bijv. in 1Korinthe 1:30, dat wij één zijn met Christus en dat Hij onze wijsheid is. Dat wat Hij in ons wil doen, dat maakt ons wijs. Dat wij dus vragen of de heilige Geest ons steeds meer wil vervullen zodat we op Christus gericht raken en daar onze wijsheid zoeken. Zoeken naar wie Hij was, wat Hij belangrijk vond, wie Hij nu is. Ernaar verlangen om daarin te groeien. Dat is voor vandaag iets belangrijks, en voor morgen. En zo leer je je dagen te tellen. En als je na een dag mag vaststellen dat je leeft en niet bent weggevaagd door de toorn van de Here God: dan mag je dankbaar zijn. Een dag die ertoe deed. Een dag om te tellen… Blok 4. Ja, die omgang met de Here God: dat is een levendig gebeuren. Een relatie hebben met Hem: nee, dat is natuurlijk nooit een automatisme. Zoals relaties dat hier op aarde ook nooit zijn. Er gebeurt iets. Je reageert op de ander. Je kent elkaar en je leeft met elkaar. Dat gaat goed en soms wat minder. Vallen en opstaan. En als je van elkaar houdt, dan kan het heel wat hebben. Als je eerlijk bent en onder woorden brengt wat er leeft. Nou, kijk eens hoe Mozes dat doet in deze psalm. Hij heeft het over zichzelf en over het volk. Over de Here God in zijn woede, maar ook in zijn genade en ontferming. En zo kan Mozes ook weer vooruit kijken. Hij blijft niet hangen in de zonde van het verleden en het heden. Hij durft te hopen voor de toekomst. En wil graag dat er weer genoten kan worden door het volk. Dat de Here God zijn toorn laat varen en zijn liefde weer laat zien. ‘Geef ons vreugde, vergoed de dagen dat U ons kwelde’… En tegelijkertijd wil Mozes dat hij en het volk weer betrokken wordt bij het plan van God. Om mee te mogen doen om de eer weer aan God te brengen. Dat we onder de indruk komen van de levende God. Dat de mensen onder de indruk komen van de levende God als ze zien hoe het met zijn kinderen gaat. Daarom die laatste vraag in het laatste vers: het werk van onze handen: bevestig dat! Zegen dat! Nou, vraag maar eens aan Rachab….. Het lijkt hier wel weer wat op Psalm 8. Je bent onder de indruk van het (scheppings)werk van de Here God en tegelijkertijd wordt heel de schepping aan je voeten gelegd. Zo Psalm 8. Hier in Psalm 90 wordt in vs.16 gevraagd of de Here God zijn daden wil tonen. En tegelijkertijd in het volgende vers of wij als mensen ook mee mogen bouwen. Bevestig dat. Laat het waarde mogen hebben, Heer! Door uw zegen kan het waarde hebben en houden. Want zonder U kunnen we niets doen. En laten we zo werken, leven, liefhebben en wijs zijn. En leven uit uw beloften. Onderweg. Ja, daar wil ik toch nog even bij stilstaan. We keken naar het volk van God dat zo opstond tegen Hem. Zo mopperde en wel terug wilde naar Egypte.
Plaatsvervangend schaam je jezelf voor zulk gedrag. Die Israelieten toch! Die leren het ook nooit zeg….. Ach ja, dat is altijd lekker makkelijk: als de vijand en de slechterik zo optreedt. Wat kom je er zelf dan goed van af…. Nou, daar wil ik dan toch nog even naar kijken met jullie. Wees eerlijk: misschien heb je jezelf ook wel boos zitten maken op die Israelieten: hoe halen ze het in hun hoofd om zo te reageren! En jij dan? En u dan? Wij leven vandaag en zijn onderweg. Soms wordt dat leven hier op aarde ook wel eens vergeleken met een woestijnreis. Ook wij zijn, volgens de Hebreeënbrief, op weg naar het beloofde land. En leven van Gods beloften en uit zijn hand. Maar denk eens aan die Israelieten. Zij waren echt op weg naar het beloofde land. Dag na dag na dag na… En ook in de woestijn viel dat niet altijd mee. Daar werd geklaagd omdat ze nog niet concreet merkten dat ze in het beloofde land waren. Het was blijkbaar voor hen moeilijk om in tegenslag het oog gericht te houden op dat wat komen gaat, op wat beloofd is. Maar dat is vandaag toch niet anders? Als het je vandaag tegen zit… Als je vandaag het heel moeilijk hebt, en misschien al heel lang. Of als je niet zoveel of niets merkt van de Here God. Als je jaloers bent op die mensen die de stem van God echt hebben gehoord. Wat dan? Dan valt het toch ook niet mee om te blijven geloven, te blijven vertrouwen? Hoe vaak kun je dat niet horen, van anderen of van jezelf…. ‘Ik kan het niet geloven’….. Wij mogen dan de les leren van Mozes. Die op dat moment midden in de puree zat, met mensen die stierven bij bosjes… HERE: U bent een toevlucht geweest, al eeuwen lang, al generaties lang. Van eeuwigheid tot eeuwigheid. Hij leefde van Gods woord en zijn beloften. En als je dat samen doet, als volk, als gemeente, dat kun je elkaar ook helpen. Bemoedigen onderweg, meenemen. We hebben de Here God hard nodig om het vol te houden. Zijn werk in ons leven. Om ons wijs te maken. Wij hebben elkaar hard nodig. Het werk dat we doen ook richting elkaar: Heer, bevestig dat! Psalm 90…. Een psalm die misschien weer klinkt op Oudjaarsdag 2015…. Ja, en die past dan goed! OUdjaarsdag. Een dag om te wegen, te tellen. Om wijs te zijn en wijs te leven. Een dag dat je beseft: ik mag leven door Gods genade, vandaag. Wat een wonder dat ik mag bestaan! Zeg daar maar ‘amen’ op.