Gediplomeerden van het MBO van opleidingen ECABO
Analyse van de positie van gediplomeerden van het MBO van opleidingen binnen ECABO op basis van de gegevens van de MBOKaart 2008, 2009 en 2010
Utrecht, oktober 2011 DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven drs. Moniek de Weerd Postbus 681 3500 AR Utrecht telefoon:
030 263 1080
e-mail:
[email protected]
URL:
www.duo-onderwijsonderzoek.nl
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 VOORWOORD Voor u ligt een rapportage over de analyse van de positie van deelnemers met een ECABO-opleiding op de arbeidsmarkt en in het vervolgonderwijs. De informatie is verkregen uit het onderzoek MBOKaart dat jaarlijks door DUO ONDERWIJSONDERZOEK wordt uitgevoerd in opdracht van ROC’s, AOC’s en vakscholen in Nederland. Bij het onderzoek MBO-Kaart wordt onderzocht wat de uitstroompositie is van gediplomeerden van het ROC/AOC/de vakinstelling ongeveer een half jaar na afstuderen. Dit onderzoek wordt al gedurende een groot aantal jaren uitgevoerd. ECABO Kenniscentrum beroepsonderwijs en bedrijfsleven heeft DUO ONDERWIJSONDERZOEK verzocht om nader in te zoomen op de opleidingen die vallen binnen het domein van ECABO. De voorliggende rapportage is een vervolg op onder andere de rapportages ‘Gediplomeerden van het MBO van opleidingen ECABO’ van november 2009 over de uitkomsten van gediplomeerden van (met name) het schooljaar 2007-2008 en ‘Gediplomeerden van het MBO van opleidingen ECABO’ van oktober 2010 over de uitkomsten van gediplomeerden van (met name) het schooljaar 2008-2009. ECABO is het landelijk kenniscentrum voor de economisch-administratieve, ICT- en veiligheidsberoepen. ECABO-opleidingen worden aangeboden in de beide leerwegen (BOL en BBL) en op alle niveaus (niveaus 1 t/m 4). Een centrale doelstelling van ECABO is een zo goed mogelijke aansluiting te bewerkstelligen van opleidingen op de arbeidsmarkt. Daarvoor is onder meer kennis nodig over de positie van afgestudeerden op de arbeidsmarkt. We hopen dat ECABO de in dit rapport gepresenteerde gegevens (wederom) goed kan gebruiken bij haar activiteiten als landelijk kenniscentrum.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
2
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 INHOUDSOPGAVE INLEIDING
5
SAMENVATTING
9
1
HET ONDERZOEK MBO-KAART
16
1.1
Afbakening van de onderzoekspopulatie MBO-verlaters
16
1.2
Representativiteit uitkomsten en wegingsprocedure
16
2
3
4
5
6
7
EERSTE BESTEMMING
20
2.1
Interne doorstroom
20
2.2
Bestemming van gediplomeerde MBO-verlaters
23
2.3
De keuze voor werken of doorleren
26
2.4
Werkloosheid onder gediplomeerden
31
WERKEN
33
3.1
Baanperspectief voor gediplomeerden
33
3.2
Diplomarendement
37
3.2.1 Objectieve benadering
37
3.2.2 Subjectieve benadering
41
3.3
Allocatie werkenden naar bedrijfstakken
43
3.4
Beroepspraktijkvorming
45
OPNAME VAN MBO-VERLATERS DOOR DE ARBEIDSMARKT
46
4.1
Opname vanuit optiek beroepen
46
4.2
Opname vanuit optiek bedrijfstakken
49
DOORLEREN
51
5.1
Doorstroom en kwalificatiewinst
51
5.2
Aansluiting vervolgstudie en MBO-opleiding
56
5.2.1 Objectieve benadering
56
5.2.2 Subjectieve benadering
59
DOORSTROOM VAN MBO-VERLATERS NAAR HET HBO
61
6.1
Doorstroom naar HBO-opleidingen verwant aan ECABO
61
6.2
Doorstroom naar economische HBO-opleidingen
64
TEVREDENHEID OVER OPLEIDINGEN
67
7.1
Tevredenheid over de opleiding
67
7.2
Tevredenheid over de begeleiding door (leer)bedrijf
70
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
3
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 BIJLAGEN
71
B1
Wegingsfactoren ECABO (2009)
72
B2
Eerste bestemming naar kwalificatierichting en leerweg
73
De Bijlagen 3 t/m 6 zijn vanaf dit jaar opgenomen in de Bijlage Tabellen en vragenlijsten.
Tabellen en vragenlijsten (deze zijn in een afzonderlijke band opgenomen) •
Tabellen per hoofdstuk
•
Vragenlijst MBO-Kaart 2010 (BOL en BBL)
•
B3
Voorbeelden classificatie diplomarendement
•
B4
Voorbeelden classificatie aansluiting vervolgopleiding
•
B5
Overzicht verwante HBO-opleidingen – indeling ECABO
•
B6
Overzicht verwante HBO-opleidingen – standaardindeling
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
4
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 INLEIDING In deze inleiding willen we graag een korte toelichting geven bij het onderzoek MBO-Kaart, waarvan de informatie over gediplomeerden van 2008, 2009 en 2010 van opleidingen binnen ECABO, die in deze rapportage gepresenteerd wordt, afkomstig is. Daarnaast geven we aan hoe de uitkomsten gepresenteerd worden en hoe het rapport is opgebouwd. Het onderzoek MBO-Kaart Het schoolverlatersonderzoek MBO-Kaart wordt al een groot aantal jaren uitgevoerd in opdracht van individuele ROC’s, AOC’s en vakscholen in Nederland. Bij het onderzoek ontvangen gediplomeerde schoolverlaters een half jaar na het verlaten van de school een enquête met vragen over hun positie op dat moment. Daarbij komen onder meer de volgende thema’s aan de orde: •
de eerste bestemming (werk, vervolgopleiding, werkloos, anders),
•
informatie over werken (beroep, bedrijf, salaris, aanstelling, rol beroepspraktijkvorming),
•
informatie over doorleren (vervolgopleiding, naam school),
•
tevredenheid over een aantal kwaliteitsaspecten met betrekking tot de opleiding en de school (aansluiting, begeleiding, examinering etc.).
In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ zijn exemplaren van de vragenlijsten MBO-Kaart 2010 (BOL en BBL) opgenomen. In het onderstaande Overzicht 0.1 geven we een beeld van de totale landelijke deelname aan het onderzoek MBO-Kaart (of een maatwerktraject hiervan) in de afgelopen drie jaren1.
Overzicht 0.1
Deelname MBO-Kaart 2008, 2009 en 2010 2008
2009
2010
aantal deelnemende ROC’s
30
25
26
aantal aangeschreven schoolverlaters
46.793
36.614
38.716
respons
37%
41%
40%
In 2010 zijn voor de 26 deelnemende instellingen 6.610 gediplomeerden van opleidingen binnen ECABO aangeschreven, met een respons van 36%. In 2009 zijn in totaal 6.344 gediplomeerden van opleidingen binnen ECABO aangeschreven, met een respons van 36% en in 2008 zijn in totaal 8.270 gediplomeerden van opleidingen binnen ECABO aangeschreven, met een respons van 32%. De respons ligt voor ECABO daarmee ieder jaar iets lager dan de landelijke respons van alle opleidingen bij elkaar. Wel zien we voor ECABO eenzelfde lichte herstel en stabilisatie in de respons in 2009 en 2010 als op landelijk niveau. 1 De respons is vanaf 2005 ieder jaar (licht) gedaald. Een door ons uitgevoerd non-responsonderzoek onder gediplomeerden van 2007 geeft aan dat er geen bijzondere reden is voor deze daling, iets dat we ook constateerden naar aanleiding van het non-responsonderzoek onder gediplomeerden van 2005.Ten opzichte van 2008 zien we in 2009 weer een lichte stijging in het responspercentage. In 2010 zien we dat de respons stabiliseert op het niveau van 2009.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
5
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 In Overzicht 0.2 is voor de groep aangeschreven schoolverlaters onderscheid gemaakt naar leerweg en niveau. De verdeling naar niveau is onder aangeschreven gediplomeerden van ECABO vergelijkbaar met de verdeling binnen de landelijke groep aangeschreven gediplomeerden. Naar leerweg zien we voor alle jaren een aanzienlijk verschil: gediplomeerden van ECABO hebben vaker een opleiding in de beroepsopleidende leerweg (BOL) gedaan dan we landelijk zien.
Overzicht 0.2
Verdeling deelname MBO-Kaart naar leerweg en niveau 2008, 2009 en 2010 jaar
aantal aangeschreven
niveau
schoolverlaters
leerweg
niv. 1 en 2
niv. 3 en 4
BOL
BBL
Landelijk
2008
46.793
28%
72%
68%
32%
(alle opleidingen)
2009
36.614
29%
71%
63%
37%
2010
38.716
31%
69%
66%
34%
ECABO
2008
8.270
28%
72%
91%
9%
2009
6.344
30%
70%
83%
17%
2010
6.610
27%
73%
91%
9%
Afbakening schoolverlaters In deze landelijke rapportage gaan we uit van de groep MBO-verlaters: gediplomeerden die het
MBO-veld hebben verlaten. In totaal is op basis van deze afbakening informatie beschikbaar over ruim 6.100 gediplomeerde MBO-verlaters van ECABO van de laatste drie jaar. In Onderstaand Overzicht 0.3 ziet u hoeveel gediplomeerden dit per jaar zijn. Daarnaast ziet u de onderverdeling van deze groep naar niveau, leerweg en geslacht. We zien dat de groep MBO-verlaters voor ECABO elk jaar ongeveer dezelfde opbouw heeft qua verdeling naar niveau, leerweg en geslacht. De groep MBO-verlaters bestaat, niet verwonderlijk, voor het merendeel uit gediplomeerden van opleidingen op niveau 3 en 4. Gediplomeerden van niveau 1 en 2 leren voor een belangrijk deel verder binnen het MBO. Overzicht 0.3 jaar 2008
Aantal MBO-verlaters met een opleiding ECABO 2008, 2009 en 2010
aantal
niveau
MBO-verlaters
leerweg
geslacht
niv. 1 en 2
niv. 3 en 4
BOL
BBL
man
vrouw
2.107
20%
80%
90%
10%
51%
49%
2009
2.029
22%
78%
84%
16%
52%
48%
2010
2.045
18%
82%
91%
9%
54%
46%
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
6
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Presentatie gegevens voor ECABO Binnen ECABO worden de gegevens gepresenteerd op het niveau van de volgende kwalificatierichtingen: •
Secretariële beroepen
•
Financiële beroepen
•
Commercieel
•
Bank- en verzekeringswezen
•
Logistiek
•
ICT administratief
•
Juridisch
•
Orde en veiligheid
De uitkomsten voor de kwalificatierichting ICT administratief worden, waar mogelijk, vergeleken met de uitkomsten van de kwalificatierichting ICT elektrotechnisch binnen kenniscentrum Kenteq. Bij de interpretatie van de uitkomsten naar kwalificatierichting is het belangrijk om rekening te houden met de opbouw van de groep MBO-verlaters per kwalificatierichting. Niet binnen alle kwalificatierichtingen is de verhouding tussen de leerwegen (BOL / BBL), niveaus van de opleidingen en geslacht hetzelfde. In Overzicht 0.4 vindt u een overzicht van de opbouw van de groep MBO-verlaters van 2010 per kwalificatierichting binnen ECABO.
Overzicht 0.4
Aantal MBO-verlaters met een opleiding ECABO, naar kwalificatierichting, 2010
kwalificatierichting
aantal
niveau
leerweg
geslacht
MBO-
niv. 1 en 2
niv. 3 en 4
BOL
BBL
man
vrouw
verlaters Secretariële beroepen
382
18%
82%
89%
11%
2%
98%
Financiële beroepen
382
7%
93%
96%
4%
55%
45%
Commercieel
331
1%
99%
98%
2%
57%
43%
Bank- en verzekeringswezen
55
100%
100%
45%
55%
Logistiek
15
100%
60%
40%
93%
7%
ICT Administratief
372
92%
97%
3%
97%
3%
Juridisch
255
100%
83%
17%
35%
65%
Orde en veiligheid
253
6%
73%
27%
81%
19%
8% 94%
Uitkomsten van kwalificatierichtingen met minder dan 20 gediplomeerden, worden wel in de figuren gepresenteerd, maar worden niet bij de analyse betrokken. In de figuren wordt per kwalificatie aangegeven om hoeveel gediplomeerden het gaat (n=).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
7
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Vergelijking met uitkomsten op landelijk niveau De uitkomsten voor ECABO als geheel worden, waar mogelijk, vergeleken met de uitkomsten op landelijk niveau. De landelijke uitkomsten zijn de uitkomsten van de gediplomeerden (MBOverlaters) van alle MBO-opleidingen, leerwegen en niveaus die hebben meegedaan aan het onderzoek MBO-Kaart. In het rapport worden de landelijke uitkomsten onder andere aangeduid als ‘landelijk’ en ‘landelijk niveau’. Opbouw rapport Voorafgaand aan de werkelijke analyse zullen we in Hoofdstuk 1 meer in detail stilstaan bij het onderzoek MBO-Kaart en de representativiteit van de uitkomsten. Dit is noodzakelijk om tot een goede interpretatie van de uitkomsten te komen. Vervolgens bekijken we in Hoofdstuk 2 de bestemming van de gediplomeerden. In Hoofdstuk 3 gaan we dieper in op de gediplomeerden die zijn gaan werken en in Hoofdstuk 4 komt de opname van gediplomeerden door de arbeidsmarkt aan de orde. In Hoofdstuk 5 gaan we dieper in op de gediplomeerden die gekozen hebben voor een vervolgopleiding en in Hoofdstuk 6 bekijken we de doorstroom naar het vervolgonderwijs vanuit het oogpunt van economische HBO-opleidingen. In Hoofdstuk 7 gaan we in op de tevredenheid van gediplomeerden over de door hen gevolgde opleiding. Voorafgaand aan hoofdstuk 1 is een Samenvatting opgenomen met de belangrijkste uitkomsten. Niet alle uitkomsten die in deze rapportage geanalyseerd worden, worden in de vorm van grafieken of tabellen gepresenteerd. In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ vindt u daarom een uitgebreide tabellenbijlage met daarin de uitkomsten die voor de analyse zijn gebruikt. Ze houden dezelfde volgorde aan als dit rapport. In de tabellenbijlage vindt u ook de uitkomsten uitgesplitst naar opleiding (cluster) binnen ECABO.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
8
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 SAMENVATTING In dit hoofdstuk geven we een samenvattende typering van de keuzes en posities van gediplomeerden van opleidingen ECABO van 2008, 2009 en 2010. De gegevens in deze rapportage zijn afkomstig van het onderzoek MBO-Kaart. Na diplomering het MBO verlaten of binnen het MBO doorstromen? Niet alle gediplomeerden gaan direct van school; een aantal kiest ervoor om zich binnen het MBO verder te kwalificeren. Van een deel van de ROC’s / AOC’s / vakscholen weten we naast wat schoolverlaters gaan doen, ook het aandeel van de gediplomeerden dat doorleert op het eigen ROC, AOC of de vakinstelling. De informatiebasis hiervoor zijn de bestanden van de deelnemersadministratie die we van de deelnemende instellingen krijgen. Van alle gediplomeerden van opleidingen ECABO kiest een vijfde (21%) voor een vervolgopleiding op de eigen school (zij stromen dus door op het MBO). Binnen ECABO is de doorstroom binnen het MBO relatief groot voor de kwalificatierichtingen Financiële beroepen en Secretariële beroepen. Gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Juridisch, Bank- en verzekeringswezen en Commercieel kiezen er vrijwel allemaal voor om het MBO te verlaten. De uitkomsten voor de verschillende kwalificatierichtingen hangen voor een belangrijk deel samen met de samenstelling van de opleidingen binnen een kwalificatierichting wat niveau van de opleidingen betreft. Niet verwonderlijk zijn het met name gediplomeerden van niveau 1, niveau 3 en niveau 2 die vaak verder leren op het MBO; van de gediplomeerden ECABO van niveau 4 leert 1% door op het MBO. Van kwalificatierichtingen met relatief veel opleidingen op niveau 4 zal de doorstroom binnen het MBOveld dan ook kleiner zijn dan voor kwalificatierichtingen met relatief meer opleidingen op de lagere niveaus. Overigens is de mate van doorstroom binnen het MBO voor opleidingen ECABO op niveau 1 en niveau 3 opvallend hoog in vergelijking met landelijke uitkomsten. Wat ook opvalt is de geringe doorstroom van BBL-ers van opleidingen ECABO (6% stroomt in 2010 door binnen de eigen school) ten opzichte van het landelijke niveau (19% van alle BBL-ers stroomt in 2010 door binnen de eigen school). Van gediplomeerden die het ROC, AOC of de vakschool verlaten (79%) gaat een (klein) deel toch verder op het MBO, maar op een andere school (hier hebben we echter slechts beperkt informatie over en dit is in deze rapportage niet nader bekeken). Een groter deel verlaat echter het MBO-veld en kiest na diplomering voor de arbeidsmarkt of een andere vervolgopleiding dan een MBO-opleiding, de zogenaamde MBO-verlaters. Deze groep MBO-verlaters staat verder centraal in deze samenvatting.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
9
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Gewogen uitkomsten voor MBO-verlaters: De uitkomsten van het onderzoek zijn op een tweetal punten gewogen. Ten eerste is het landelijke bestand MBO-verlaters gewogen naar kenniscentrum. Hiermee is de oververtegenwoordiging van sommige kenniscentra en de ondervertegenwoordiging van andere kenniscentra in het landelijke bestand ondervangen. Ten tweede zijn de uitkomsten voor ECABO als geheel gewogen. Hiermee is de oververtegenwoordiging of ondervertegenwoordiging van kwalificatierichtingen ondervangen.
Bestemming MBO-verlaters Van de MBO-verlaters van 2010 van opleidingen binnen ECABO is 42% gaan werken (zie Figuur S.1 op de volgende pagina). Dit is minder vaak dan we landelijk, onder MBO-verlaters van alle opleidingen, zien (61%). MBO-verlaters van opleidingen ECABO kiezen relatief vaker voor een vervolgopleiding; voltijds (34%) of in combinatie met werk (14%) dan we landelijk zien. Binnen ECABO zien we dat het aandeel gediplomeerden dat doorleert met name hoog is onder MBO-verlaters van de kwalificatierichtingen Bank- en verzekeringswezen, onder gediplomeerden van niveau 4, onder BOL-ers, onder allochtonen en onder MBO-verlaters in de regio Noordwest. Gediplomeerden die zijn gaan werken, zijn met name te vinden onder MBO-verlaters van de kwalificatierichtingen Orde en veiligheid en Secretariële beroepen, onder MBO-verlaters van niveau 2 en 3, onder BBL-ers, onder autochtonen en onder MBO-verlaters in de regio’s Zuidwest en Oost. Van alle gediplomeerden ECABO van 2010 die niet verder zijn gegaan op het MBO is 8% op het moment van onderzoek, ongeveer een half jaar na het behalen van het diploma, (nog) werkloos (zie Figuur S.1). Bepaalde groepen binnen de MBO-verlaters van ECABO worden (iets) vaker geconfronteerd met werkloosheid dan andere. Deze groepen zijn: gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Orde en veiligheid en Secretariële beroepen, gediplomeerden van niveau 2 en 3, allochtonen en MBOverlaters van de regio Noord.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
10
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur S.1
Eerste bestemming van MBO-verlaters ECABO naar kwalificatierichting, 2010 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretariële beroepen (n=382)
Financiële beroepen (n=382)
18%
30%
Commercieel (n=331)
19%
26%
Bank- en verzekeringswezen (n=55)
ICT administratief (n=372)
49%
4% 2%
Orde en veiligheid (n=253)
Landelijk 2010 (n=12652)
6% 2%
11%
20% werken
40% combinatie werken / leren
60% doorleren
3%
15%
8%
34%
14%
61% 0%
4% 1%
51%
42%
2%
8%
75%
ECABO 2010 (n=2055)
7%
7%
46%
18%
26%
2%
33%
10%
35%
Juridisch (n=255)
6% 2%
53%
27%
27%
2%
10%
44%
24%
22%
Logistiek (n=15)
21%
13%
54%
20%
6% 2%
80% werkloos
2%
100% anders
Perspectieven op de arbeidsmarkt Gemiddeld genomen hebben de gediplomeerden van 2010 snel een baan gevonden; 80% is binnen drie maanden aan de slag en 49% zelfs binnen 1 maand. De helft (48%) van de gediplomeerden van 2010 heeft op het moment van onderzoek (al) een vaste aanstelling. Verder kunnen we vaststellen dat 40% van de werkende gediplomeerden van ECABO van 2010 een baan heeft gevonden die direct aansluit op de door hen gevolgde opleidingen (zie Figuur S.2 op de volgende pagina). Vergeleken met 2009 vinden de gediplomeerden van 2010 minder snel een baan en verdienen zij gemiddeld minder (op basis van een 38-urige werkweek); gediplomeerden van 2010 hebben wel vaker een vaste aanstelling dan we zagen voor gediplomeerden in 2009. BBL-ers van ECABO (die werken) hebben een gunstiger baanperspectief dan (werkende) gediplomeerden met een BOL-opleiding. BBL-ers vinden gemiddeld sneller een baan dan de BOLers (het merendeel blijft bij de werkgever waar zij ook tijdens de studie hebben gewerkt) en hebben een half jaar na diplomering (al) vaker een vaste aanstelling. Ook het salaris van de BBL-ers is gemiddeld hoger dan van werkende BOL-ers. We zien daarnaast dat BBL-ers vaker dan BOL-ers een baan hebben direct in het verlengde van hun opleiding en vaker tevreden zijn over de zinvolheid van de opleiding. Dit beeld zagen we ook in de voorgaande jaren.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
11
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur S.2
Ligt het beroep in het verlengde van de opleiding, naar kwalificatierichting (direct in het verlengde, binnen het kenniscentrum dan wel binnen de sector), 2010? (voor ECABO (totaal) gewogen) 40%
ECABO 2010 (n=926)
77%
41%
ECABO 2009 (n=982)
81%
59%
ECABO 2008 (n=1077)
0%
20% direct in verlengde
40%
86%
60%
binnen domein kenniscentrum
89%
86%
80%
93% 100%
binnen domein sector
De perspectieven op de arbeidsmarkt zijn voor gediplomeerden van opleidingen ECABO op de meeste aspecten minder goed dan we landelijk zien, onder alle gediplomeerde MBO-verlaters bij elkaar. Voor een belangrijk deel hangt dit samen met de opbouw van de groep gediplomeerden; landelijk gezien is het aandeel BBL-ers in de populatie MBO-verlaters dat aan het onderzoek heeft deelgenomen duidelijk groter dan we voor ECABO zien (zie Overzicht 0.2 op pagina 6) en het zijn juist de BBL-ers die betere perspectieven hebben op de arbeidsmarkt. Binnen ECABO valt met name de kwalificatierichting Juridisch op als we kijken naar het baanperspectief. Gediplomeerden van deze opleidingen vinden het vaakst binnen 3 maanden een baan, werken het vaakst bij het bedrijf waar zij beroepspraktijkvorming hebben gehad of hebben gewerkt tijdens de opleiding, hebben iets vaker een vaste aanstelling en hebben gemiddeld het hoogste bruto maandsalaris van alle kwalificatierichtingen. Zij werken bovendien – samen met gediplomeerden van de kwalificatierichting ICT administratief - het vaakst na een half jaar nog bij hun eerste werkgever. De contacten die worden opgedaan tijdens de beroepspraktijkvorming (bpv) spelen een belangrijke rol bij de kansen op de arbeidsmarkt. Gediplomeerden die zijn gaan werken bij het (bpv-)bedrijf waar zij tijdens de opleiding hebben gewerkt of de bpv hebben gevolgd, hebben een gunstiger baanperspectief. Niet alleen komen zij sneller aan een baan, zij hebben ook vaker een vaste aanstelling en een hoger gemiddeld salaris. Daarnaast werken zij vaker in een beroep dat direct aansluit bij de gevolgde opleiding en zijn zij vaker tevreden over de zinvolheid van de opleiding. Het verschil in perspectieven op de arbeidsmarkt tussen gediplomeerden die bij een bpv-bedrijf werken en gediplomeerden die niet bij een bpv-bedrijf werken is vooral groot onder BBL-ers.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
12
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Opbrengst van het MBO voor de arbeidsmarkt Naast de kansen en mogelijkheden van MBO-verlaters op de arbeidsmarkt, hebben we ook een beeld kunnen geven van wat de MBO-verlaters van ECABO betekenen voor de arbeidsmarkt. We kijken daarbij met name naar de allocatie in het bedrijfsleven. Vanuit het perspectief van de beroepen waar gediplomeerden van 2010 (landelijk) zijn gaan werken, zien we dat ruim driekwart van de gediplomeerden, die werken in een beroep dat binnen het domein van ECABO valt, ook een opleiding binnen ECABO heeft gevolgd (79%). Gediplomeerden van 2010 die zijn gaan werken in de kwalificatierichtingen ICT administratief (94%), Juridisch (87%), Orde en veiligheid (81%) en Secretariële beroepen (78%) hebben in grote meerderheid ook een opleiding gevolgd binnen de betreffende kwalificatierichting. Gediplomeerden die werkzaam zijn in de kwalificatierichting Commercieel hebben relatief vaak een opleiding gevolgd buiten het domein van ECABO (49%). Vanuit de optiek van de bedrijfstakken (de bedrijven waar de gediplomeerden werken) zien we dat gediplomeerden van ECABO met name belangrijk zijn voor de bedrijfstak ‘Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen’, de bedrijfstak ‘Informatie en communicatie’, de bedrijfstak ‘Advisering, onderzoek en overige zakelijke dienstverlening’ en de bedrijfstak ‘Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening’.
Doorleren op het HBO Van alle gediplomeerde MBO-verlaters van opleidingen ECABO (dus ongeacht van welk niveau en of zij verder leren of niet) gaat ieder jaar rond de 40% naar het HBO. Landelijk, onder MBO-verlaters van alle opleidingen die aan het onderzoek hebben meegedaan, is dit aandeel duidelijk minder groot (rond de 25%). Bekijken we de doorstroom naar het HBO voor ECABO alleen voor de gediplomeerden van niveau 4 (in principe hebben alleen deze gediplomeerden toegang tot het HBO) dan is het aandeel dat doorstroomt naar het HBO groter (ieder jaar rond de 55%). Het aandeel doorlerenden op het HBO is het grootst onder gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Juridisch, Bank- en verzekeringswezen en Commercieel, onder mannen en onder allochtonen. Van de gediplomeerden ECABO (BOL van niveau 4) die doorstromen naar het HBO, kiest ieder jaar rond de 85% voor een opleiding in de sector Economie (op basis van de indeling van ECABO) (zie Figuur S.3 op de volgende pagina). Hanteren we echter de landelijke indeling dan zien we dat het aandeel van de gediplomeerden van ECABO dat heeft gekozen voor een opleiding binnen de sector van de gevolgde MBO-opleiding (en dus in de sector Economie) lager is (80% in 2010). Binnen ECABO kiezen vooral de gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Financiële beroepen, Bank- en verzekeringswezen en Juridisch voor een HBO-opleiding binnen de sector Economie (op basis van de indeling van ECABO). Gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Secretariële
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
13
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 beroepen en ICT administratief kiezen daarentegen juist relatief vaak voor een opleiding in een andere sector dan de sector Economie.
Figuur S.3
Aandeel MBO-verlaters met een BOL-opleiding op niveau 4 dat op het HBO doorleert in een verwante opleiding, 2008-2010 (voor ECABO (totaal) gewogen). 78% 78%
Secretariële beroepen (n=81)
88% 92% 92% 90%
Financiële beroepen (n=173) 80%
Commercieel (n=179)
87% 82% 87% 92%
Bank- en verzekeringswezen (n=31)
83% 75%
Logistiek (n=4)
77% 80% 83%
ICT Administratief (n=146)
Juridisch (n=138)
87% 82% 83%
ECABO (n=701)
84% 85% 85% 0%
20% 2010
2009
40%
60%
80%
100%
2008
Opbrengsten voor het HBO Als we de doorstroom naar het HBO bekijken van alle MBO-ers die aan het onderzoek hebben meegedaan (ongeacht welke opleiding zij hebben gedaan), zien we dat van alle doorlerende MBOers die een HBO-opleiding verwant aan ECABO zijn gaan doen de meerderheid (60%) van opleidingen ECABO afkomstig is. Van alle MBO-ers die voor een economische HBO-opleiding hebben gekozen (aan ECABO verwante opleidingen plus niet-verwante opleidingen binnen de sector Economie) is ook ruim de helft (57%) afkomstig van MBO-opleidingen binnen het domein van ECABO. Gediplomeerden ECABO zijn dus erg belangrijk voor de instroom van MBO-ers in economische HBO-opleidingen.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
14
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Terugblik op de MBO-opleiding Over het algemeen zijn de gediplomeerden van ECABO tevreden over de opleiding die zij gevolgd hebben, zowel wat betreft de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie tijdens het praktijkgedeelte of het werk, als over de zinvolheid van de opleiding als zij kijken naar wat zij op dit moment doen. Op landelijk niveau zijn de gediplomeerden ongeveer even vaak tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie en iets vaker tevreden over de zinvolheid van de opleiding. Binnen ECABO zijn de gediplomeerden van de kwalificatierichting ICT administratief het minst tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie en de zinvolheid van de opleiding. Gediplomeerden van de kwalificatierichting Bank- en verzekeringswezen zijn het vaakst tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie; gediplomeerden van de kwalificatierichting Orde en veiligheid zijn het meest tevreden over de zinvolheid van de opleiding (80%).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
15
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 1
HET ONDERZOEK MBO-KAART
Om de uitkomsten over de positie van gediplomeerden van ECABO-opleidingen op een juiste wijze te interpreteren, is het belangrijk dat men weet hoe de gegevens tot stand zijn gekomen. Daarom willen we voorafgaand aan de analyse van de positie van gediplomeerden van opleidingen ECABO een toelichting geven over de afbakening van de onderzoekspopulatie, het onderzoeksbestand dat uit het onderzoek MBO-Kaart ontstaat en de gevolgen daarvan voor de representativiteit van de gegevens. 1.1
Afbakening van de onderzoekspopulatie MBO-verlaters
In landelijke rapportages gaan we doorgaans uit van een iets andere afbakening van de populatie schoolverlaters dan in het onderzoek (en de rapportages) voor de deelnemende instellingen. Gaat het in het onderzoek MBO-Kaart voor instellingen met name om de opbrengst op instellingsniveau (en de organisatorische niveaus daarbinnen), in landelijke rapportages gaat het meer om de opbrengst van het gehele MBO-veld. Om deze reden bakenen we de onderzoekspopulatie in landelijke rapporten af als de groep MBOverlaters. Zij zijn bijvoorbeeld gaan werken of leren zij door op het HBO? Gediplomeerden die verder leren op de eigen school of op een andere MBO-instelling dan waar zij een diploma hebben behaald, worden daarmee buiten beschouwing gelaten. De uitkomsten die in dit rapport worden gepresenteerd, hebben dus betrekking op gediplomeerde MBO-verlaters en niet op alle gediplomeerden van MBO-opleidingen. In totaal is op basis van deze afbakening informatie beschikbaar over ruim 6.100 gediplomeerde MBO-verlaters van ECABOopleidingen van de laatste drie jaar (zie Overzicht 0.3 in de Inleiding). Alleen de uitkomsten die worden gepresenteerd in paragraaf 2.1 (interne doorstroom), hebben betrekking op alle gediplomeerden van MBO-opleidingen ECABO. 1.2
Representativiteit uitkomsten en wegingprocedure
Wegingen Hoewel de MBO-Kaart een landelijk onderzoek is, doen niet alle MBO-instellingen in Nederland (ieder jaar en met alle opleidingen) mee. Daarnaast zijn de opleidingen (en de deelname hieraan) niet gelijk verspreid over de scholen. Er is op voorhand dus geen sprake van een onderzoek onder de gehele (landelijke) populatie gediplomeerde schoolverlaters. Tevens is geen sprake van een beredeneerde steekproef. Het kan daarom voorkomen dat, naast het feit dat niet alle schoolverlaters van alle opleidingen in gelijke mate responderen, bepaalde opleidingen oververtegenwoordigd of ondervertegenwoordigd zijn in het onderzoeksbestand. Doorgaans zijn bijvoorbeeld de opleidingen binnen ECABO en Calibris in het landelijke bestand oververtegenwoordigd. In het
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
16
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 onderzoeksbestand MBO-Kaart 2008-2010 zien we dat opleidingen ECABO naar verhouding even vaak voorkomen als op landelijk niveau. Daarnaast hebben we in het onderzoeksbestand vastgesteld dat binnen ECABO onder de responderende gediplomeerden een oververtegenwoordiging bestaat van onder andere de opleidingen binnen de kwalificatierichtingen Secretariële beroepen en Commercieel, terwijl de opleidingen binnen onder andere de kwalificatierichtingen ICT administratief en Orde en veiligheid zijn ondervertegenwoordigd. Om deze onder- of oververtegenwoordiging van opleidingen in het onderzoeksbestand te ondervangen, hebben we de uitkomsten van het onderzoek gewogen. Het wegen van het onderzoeksbestand houdt in dat we de verdeling in opleidingen in de landelijke populatie doorvoeren in het onderzoeksbestand. Voor de analyse van de uitkomsten in deze rapportage hebben we op het bestand een tweetal wegingen toegepast. We zijn hierbij uitgegaan van de landelijke populatie op basis van het aantal diploma’s per opleiding en jaar in het MBO-veld2. De eerste weging heeft betrekking op de uitkomsten op landelijk niveau (alle opleidingen bij elkaar). Deze weging gebeurt op basis van de verdeling van het aantal gediplomeerden naar kenniscentrum. Hiermee voorkomen we een onder- of oververtegenwoordiging van een kenniscentrum in de totaaluitkomsten van het onderzoek op landelijk niveau. De tweede weging heeft betrekking op de uitkomsten op het niveau van (alle opleidingen van) ECABO. Deze weging gebeurt op basis van de verdeling van het aantal gediplomeerden naar kwalificatierichting binnen ECABO. Hiermee voorkomen we een onder- of oververtegenwoordiging van een kwalificatierichting in de totaaluitkomsten voor ECABO. Het resultaat van beide wegingen is dat: •
de verdeling naar kenniscentra in het onderzoeksbestand gelijk is aan de verdeling naar kenniscentra in de landelijke populatie.
•
de verdeling naar kwalificatierichtingen binnen ECABO in het onderzoeksbestand gelijk is aan de verdeling naar kwalificatierichtingen binnen ECABO in de landelijke populatie.
Beide wegingen zijn voor alle jaren (2008, 2009 en 2010) afzonderlijk gedaan. Dat betekent dat de uitkomsten van 2010 zijn gewogen op basis van gegevens over het aantal diploma’s in 2010, de uitkomsten voor 2009 gewogen zijn op basis van gegevens over het aantal diploma’s in 2009 en die van 2008 op basis van gegevens over het aantal diploma’s in 2008. Op de volgende pagina staat een voorbeeld van hoe een weging werkt. De aantallen in dit voorbeeld zijn fictief. In Bijlage 1 vindt u de werkelijke wegingsfactoren voor kwalificatierichtingen binnen ECABO in 2010.
2 Het meest ideale uitgangspunt is een landelijke populatie met eenzelfde afbakening als de onderzoekspopulatie, namelijk de MBOverlaters. Een dergelijk bestand is echter niet voorhanden.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
17
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Voorbeeld weging op niveau ECABO: De landelijke verhouding in aantal diploma’s (of gediplomeerden) voor kwalificatierichtingen binnen ECABO is als volgt: -
Secretariële beroepen
-
Financiële beroepen
-
Juridisch
4500 4000
1500
De onderlinge verhouding is hierbij 45%, 40% en 15%. De verdeling in het onderzoeksbestand is als volgt: -
Secretariële beroepen
-
Financiële beroepen
-
Juridisch
400 420
180
De onderlinge verhouding is hierbij 40%, 42% en 18%. In dit geval zijn de opleidingen Juridisch en Financiële beroepen licht oververtegenwoordigd in het onderzoeksbestand en de opleidingen Secretariële beroepen ondervertegenwoordigd. Om de uitkomsten representatief te maken worden de uitkomsten van Secretariële beroepen vermenigvuldigd met een (wegings)factor 1,125 (45/40), de uitkomsten van Financiële beroepen met een (wegings)factor 0,95 (40/42) en de uitkomsten van Juridisch met een (wegings)factor 0,83 (15/18).
In de titel van diverse figuren in deze rapportage staat de toevoeging ‘voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen. Dit betekent dat de landelijke gegevens en de gegevens voor ECABO als geheel gewogen zijn, maar de gegevens voor de kwalificatierichtingen ongewogen zijn weergegeven. Dit zijn de percentages (en aantallen) zoals deze in het onderzoeksbestand voorkomen.
Representativiteit Naast de wegingen, kunnen we ook bekijken wat de representativiteit van de responsgroep is ten opzichte van de totale populatie (MBO-gediplomeerden van ECABO van 2010 of op landelijk niveau). Het onderzoek is niet uitgevoerd onder de gehele populatie MBO-gediplomeerden (van 2010) voor ECABO of landelijk. Er is ook geen sprake van een beredeneerde steekproef, maar omdat uit non-responsonderzoek blijkt dat de non-respondenten niet inhoudelijk afwijken van de respondenten, kunnen we de responsgroep wel bekijken als een steekproef. Op basis van de (met behulp van de respons verkregen) gegevens, kan een schatting worden gemaakt van de werkelijkheid. Van deze schatting kunnen we aangeven hoe nauwkeurig en betrouwbaar deze is. De nauwkeurigheid van de resultaten wordt aangegeven met nauwkeurigheidsmarges die worden bepaald door: -
de omvang van de respons,
-
het gevonden percentage (de uikomst),
-
het betrouwbaarheidsniveau.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
18
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Meestal wordt een betrouwbaarheidsniveau van 95% aangehouden, wat inhoudt dat er een kans van 95% is dat de schattingen correct zijn. Tabel nauwkeurigheidsmarges Steekproefgrootte /
Uitkomst 50%-50%
Responsgroep 20
21,9%
Uitkomst 75%-25%
Uitkomst 90%-10%
19,0%
13,1%
50
13,8%
12,0%
8,3%
75
11,3%
9,8%
6,8%
100
9,8%
8,5%
5,9%
150
8,0%
6,9%
4,8%
200
6,9%
6,0%
4,1%
500
4,3%
3,8%
2,6%
1000
3,0%
2,6%
1,8%
1500
2,4%
2,1%
1,5%
2000
2,1%
1,8%
1,3%
Als toelichting geven we de volgende voorbeelden: Voorbeeld 1 Bij een respons van 200 gediplomeerden dient bij een resultaat ‘75% van de gediplomeerden is tevreden over de aansluiting van de theorie op de praktijk en 25% niet’ rekening te worden gehouden dat de werkelijke percentages (in de populatie van gediplomeerden ECABO) zullen liggen tussen respectievelijk: -
tevreden: tussen de 69,0% (75% -6,0%) en 81,0% (75% + 6,0%);
-
niet tevreden: tussen de 19,0% en 31,0%.
Voorbeeld 2 Bij een respons van 2.000 gediplomeerden dient bij een resultaat waarbij ‘50% van de gediplomeerden gaat werken en 50% niet’ rekening gehouden te worden dat de werkelijke percentages werkenden (in de populatie gediplomeerden van ECABO) zullen liggen tussen de 47,9% (50% -2,1%) en 52,1% (50% + 2,1%). Het gaat hierbij om het niveau van ECABO als geheel, op basis van het absolute aantal gediplomeerden dat in 2010 een diploma heeft gehaald en het absolute aantal respondenten (of interne doorstromers in paragraaf 2.1) waarover we gegevens hebben. Naast deze nauwkeurigheidsmarges (met een betrouwbaarheid van 95%), zullen we op een aantal punten in de rapportage specifiek aangeven of gevonden resultaten significant zijn. Hierbij wordt ook een betrouwbaarheid van 95% gehanteerd wat inhoudt dat er een kans van 95% is dat de gevonden resultaten geen toeval zijn.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
19
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 2
EERSTE BESTEMMING
Wat gaan gediplomeerden van opleidingen ECABO na hun MBO-studie doen? Gaan zij werken, kiezen ze voor een vervolgopleiding binnen de eigen school of op het HBO, zijn zij werkloos of gaan zij iets anders doen? In dit hoofdstuk bekijken we zowel de bestemming van gediplomeerden die binnen een ROC / AOC of vakinstelling doorleren (interne doorstroom, paragraaf 2.1), als de bestemming van de gediplomeerden die de school en het MBO hebben verlaten (paragraaf 2.2 en verder). De informatie over de interne doorstroom is afkomstig uit de administratiebestanden die we van de verschillende deelnemende instellingen hebben gekregen. In 2008 gaat het om 23 instellingen, in 2009 en 2010 om 18 instellingen. De informatie over de MBO-verlaters is afkomstig van de uitkomsten van de MBOKaart. 2.1
Interne doorstroom
In onderstaande Figuur 2.1 zien we dat een vijfde (21%) van alle gediplomeerden van ECABOopleidingen in 2010 er voor kiest om verder te leren binnen de eigen school. Dit aandeel is iets kleiner dan we in 2008 en 2009 zagen voor ECABO. Landelijk, onder gediplomeerden van alle opleidingen, zien we een vergelijkbaar beeld. Figuur 2.1
Interne doorstroom van gediplomeerden ECABO en op landelijk niveau, 2008 – 2010 (niet gewogen).
Landelijk 2010
21%
79%
Landelijk 2009
24%
76%
Landelijk 2008
23%
77%
ECABO 2010
21%
79%
ECABO 2009
22%
78%
ECABO 2008
23%
77%
0%
20%
40%
intern doorgestroomd
MBO-Kaart 2010 –ECABO
60%
80%
100%
roc verlaten
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
20
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Kwalificatierichting Niet voor alle kwalificatierichtingen binnen ECABO zien we dezelfde mate van interne doorstroom. In Figuur 2.2 zien we dat de interne doorstroom onder gediplomeerden van 2010 het grootst is voor de kwalificatierichtingen Financiële beroepen (31% stroomt intern door) en Secretariële beroepen (30% stroomt intern door). Gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Juridisch (0%), Bank- en verzekeringswezen (1%), en Commercieel (5%) stromen daarentegen niet of nauwelijks intern door. Dit heeft voor een deel te maken met de verschillende niveaus van de opleidingen binnen de kwalificatierichtingen. Onder gediplomeerden van 2009 en 2008 zagen we een vergelijkbaar beeld.
Vergelijking ICT-opleidingen Het absolute aantal gediplomeerden van de opleidingen ICT elektrotechnisch van 2010 waarvan we over gegevens beschikken (n=17) is te klein om een verantwoorde vergelijking te kunnen maken met de gediplomeerden van ICT administratief van 2010. We zullen daarom in het vervolg van deze rapportage geen vergelijking maken tussen de opleidingen ICT elektrotechnisch en de opleidingen ICT administratief. De gegevens zijn wel opgenomen in de afzonderlijke bijlage ‘Tabellen en vragenlijsten’.
Figuur 2.2
Interne doorstroom van gediplomeerden ECABO naar kwalificatierichting, 2009 (niet gewogen). Secretariële beroepen (n=1247)
30%
70%
Financiële beroepen (n=1319)
31%
69%
Commercieel (n=627)
5%
Bank- en verzekeringswezen (n=117)
1%
ICT administratief (n=1019)
95% 99% 25%
75%
Juridisch (n=563)
100%
Orde en veiligheid (n=858)
19%
81%
ECABO 2010 (n=5750)
21%
79%
Landelijk 2010 (n=34463)
21%
79%
0%
20%
40%
60%
intern doorgestroomd
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
80%
100%
roc verlaten
21
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Niveau Niet verwonderlijk zijn het met name gediplomeerden van opleidingen op niveau 1 (64%), niveau 3 (52%) en niveau 2 (32%) die in 2010 relatief vaak kiezen voor een vervolgopleiding op het MBO (en dan vaak binnen de eigen school). Van alle gediplomeerden ECABO van opleidingen op niveau 4 kiest 1% voor een vervolgopleiding binnen de eigen school. Met name de omvang van de interne doorstoom van gediplomeerden ECABO van niveau 1 en niveau 3 is opvallend. Vergeleken met de uitkomsten op landelijk niveau kiezen gediplomeerden van opleidingen ECABO van niveau 1 (64%) en niveau 3 (52%) beduidend vaker voor een nieuwe MBO-opleiding op de eigen school dan we landelijk zien (44% respectievelijk 23%). Voor niveau 3 zagen we hetzelfde beeld onder gediplomeerden van 2009 en 2008. Voor niveau 1 zagen we in 2009 en 2008 juist dat gediplomeerden ECABO minder vaak intern doorstroomden dan gediplomeerden op landelijk niveau. Leerweg De interne doorstroom onder BBL-ers van ECABO-opleidingen is, net als voorgaande jaren, opvallend laag (6%) ten opzichte van het landelijk niveau (19% stroomt intern door). Bijna een kwart (23%) van de BOL-gediplomeerden van ECABO-opleidingen stroomt intern door. Dit aandeel is, net als voorgaande jaren, vergelijkbaar met wat we landelijk zien. Geslacht en etniciteit Binnen ECABO zien we dat mannelijke en vrouwelijke gediplomeerden van 2010 ongeveer even vaak kiezen voor een vervolgopleiding binnen de eigen school (mannen 22%, vrouwen 21%). Landelijk zien we dat mannelijke gediplomeerden vaker intern doorstromen (26%) dan vrouwelijke gediplomeerden (17%). Zowel onder gediplomeerden van ECABO als op landelijk niveau zien we verder dat de interne doorstroom onder allochtonen duidelijk groter is dan onder autochtonen. Van de allochtone gediplomeerden van 2010 van zowel ECABO als op landelijk niveau leert 28% door binnen de eigen school; onder autochtonen is dit minder dan een vijfde. Zowel de verhouding tussen mannen en vrouwen als tussen allochtonen en autochtonen wat betreft de mate van interne doorstroom is vergelijkbaar met wat we voorgaande jaren zagen.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
22
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 2.2
Bestemming van gediplomeerde MBO-verlaters
Van de gediplomeerden die na het behalen van hun diploma het ROC, AOC of de vakinstelling verlaten, kiest een klein deel voor een nieuwe MBO-opleiding, maar op een andere school. De overige gediplomeerden zijn gaan werken, kiezen voor een vervolgopleiding (niet op het MBO), zijn werkloos of iets anders gaan doen. Bij elkaar zijn dit de MBO-verlaters. In deze paragraaf bekijken we (op basis van de antwoorden op de vragenlijst) wat de MBO-verlaters van ECABO-opleidingen na diplomering zijn gaan doen. In Figuur 2.3a op de volgende pagina zien we dat 42% van de MBO-verlaters van 2010 van opleidingen binnen ECABO is gaan werken. Een derde (34%) heeft gekozen voor een (voltijds) vervolgopleiding en 14% voor een combinatie van werken en leren. 8% van de gediplomeerden is op het moment van onderzoek (nog) werkloos. De eerste bestemming van MBO-verlaters van ECABO-opleidingen van 2010 is hiermee grofweg vergelijkbaar met eerdere jaren. Wel zijn de gediplomeerden van 2010, net als gediplomeerden van 2009, (significant3) vaker werkloos (beiden 8%) dan we zagen in 2008 (5%). Daarnaast zien we dat ECABO-gediplomeerden van 2010 (significant) vaker kiezen voor een combinatie van werken en leren (14%) dan in 2009 (11%). In paragraaf 2.3 werken we de bestemming verder uit naar kwalificatierichting. Landelijk4 gaan in 2010 meer gediplomeerden werken (61%) dan we zien voor ECABO (zie Figuur 2.3b). Gediplomeerden van ECABO kiezen daarentegen vaker voor een vervolgopleiding (al dan niet in combinatie met werk) dan we landelijk zien. Dit beeld komt overeen met wat we voorgaande jaren zagen. Wel zien we in 2010 dat op landelijk niveau het aandeel werkende gediplomeerden iets groter wordt, terwijl dit aandeel onder gediplomeerden van ECABO iets daalt.
Een significant verschil betekent dat we met 95% zekerheid kunnen zeggen dat de gevonden resultaten geen toeval zijn en dat er dus sprake is van een echt verschil. 4 Het gaat hier om landelijke uitkomsten; uitkomsten van gediplomeerde MBO-verlaters van alle MBO-opleidingen, leerwegen en niveaus die hebben meegedaan aan het onderzoek. 3
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
23
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 2.3a
Eerste bestemming van MBO-verlaters na het behalen van het diploma, voor ECABO en landelijk, 2010 (gewogen).
a. ECABO
b. landelijk
2%
8%
6%
42%
2%
20%
34% 11%
61%
14% werken
werken
combinatie werken / leren
combinatie werken / leren
doorleren
doorleren
werkloos
werkloos
anders
anders
In Figuur 2.4 zien we duidelijk dat de bestemming van gediplomeerden van ECABO door de jaren heen redelijk gelijk blijft. Alleen het aandeel gediplomeerden dat kiest voor de arbeidsmarkt is in de afgelopen drie jaren iets afgenomen, van 47% in 2008 tot 42% in 2010. Landelijk is het aandeel dat kiest voor de arbeidsmarkt juist iets toegenomen; van 59% in 2008 tot 61% in 2010. Verder is de werkloosheid, die in 2009 ten opzichte van 2008 was toegenomen van 5% naar 8% nu gelijk gebleven. Deze ontwikkeling zien we ook op landelijk niveau terug. Landelijk zien we, net als voor gediplomeerden van ECABO, dat gediplomeerden van 2009 en 2010 significant vaker werkloos zijn (beiden 6%) dan in 2008 (3%).
Figuur 2.4
Eerste bestemming van MBO-verlaters ECABO door de jaren heen, 2008 – 2010 (gewogen).
2010
42%
2009
14%
45%
2008
11%
47%
0%
20% werken
40%
8% 2%
34%
16%
combinatie werken / leren
MBO-Kaart 2010 –ECABO
34%
8%
31%
60%
80%
doorleren
werkloos
3%
5% 1%
100% anders
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
24
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Typering gediplomeerden die zowel werken als doorleren De meerderheid van de gediplomeerden die aangeven dat zij zowel doorleren als werken zijn studenten die naast hun HBO-opleiding een (bij)baan hebben. Bijna de helft van hen heeft een bijbaan die min of meer aansluit bij de opleiding die zij op het MBO gevolgd hebben, dus banen binnen het domein van ECABO. Hieronder bevinden zich onder andere studenten die als administratief (juridisch) medewerker, callcenter medewerker, netwerkbeheerder of secretaresse aan het werk zijn. Daarnaast zien we dat veel gediplomeerden met een bijbaan een ‘gangbaar’ bijbaantje hebben, zoals verkoopmedewerker en baantjes in de horeca. Naast HBO-studenten met een bijbaan bestaat de groep doorleren en werken uit gediplomeerden die naast een baan een cursus of een deeltijd HBO-opleiding volgen. Cursussen / opleidingen die hierbij het meest genoemd worden zijn: •
cursus Moderne Bedrijfsadministratie (MBA),
•
cursus Praktijk Diploma Boekhouden (PDB),
•
opleiding Bedrijfseconomie,
•
opleiding Accountancy,
•
opleiding Bedrijfskundige Informatica,
•
opleiding Commerciële Economie,
•
opleiding Management, Economie en Recht.
De gediplomeerden die zowel werken als doorleren worden in de hoofdstukken ‘Werken’ en ‘Doorleren’ toegedeeld tot de werkende dan wel doorlerende gediplomeerden (zie de inleiding bij de hoofdstukken 3 en 5).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
25
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 2.3
De keuze voor werken of doorleren
Welke gediplomeerden kiezen vaker voor de arbeidsmarkt en welke gediplomeerden kiezen vaker voor een (voltijds) vervolgopleiding? We bekijken dit naar kwalificatierichting5, niveau, leerweg, geslacht, etniciteit en regio6. Kwalificatierichting Binnen ECABO zien we in Figuur 2.5a, op de volgende pagina, dat met name gediplomeerde MBOverlaters van Orde en veiligheid en in iets mindere mate gediplomeerden van Secretariële beroepen in belangrijke mate op de arbeidsmarkt georiënteerd zijn (en relatief weinig op een vervolgopleiding). 75% van de gediplomeerden van opleidingen Orde en veiligheid en 54% van de gediplomeerden van Secretariële beroepen is na een half jaar aan het werk. Ook in voorgaande jaren zagen we dat gediplomeerden van deze kwalificatierichtingen vaker voor de arbeidsmarkt kozen dan gediplomeerden van de andere kwalificatierichtingen. Gediplomeerden van opleidingen Bank- en verzekeringswezen kiezen relatief het minst voor de arbeidsmarkt (22%) en het vaakst voor een (voltijds) vervolgopleiding (53%). De werkloosheid is, net als vorig jaar, relatief het grootst onder gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Orde en veiligheid (15%), Secretariële beroepen (10%) en ICT administratief (8%). In Bijlage 2 zijn deze uitkomsten uitgesplitst naar kwalificatierichting en leerweg.
Uitkomsten van kwalificatierichtingen met minder dan 20 gediplomeerden, worden wel in de figuren gepresenteerd, maar worden niet bij de analyse betrokken. In de figuur wordt per kwalificatie aangegeven om hoeveel gediplomeerden het gaat (n=). 6 De regio’s zijn op basis van de postcode van de schoolverlaters ingedeeld conform de CWI-districtsindeling, bestaande uit de 6 districten Noord, Oost, Middenwest, Noordwest, Zuidwest en Zuidoost. 5
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
26
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 2.5a
Eerste bestemming van MBO-verlaters naar kwalificatierichting, 2010 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretariële beroepen (n=382)
Financiële beroepen (n=382)
18%
30%
Commercieel (n=331)
19%
26%
Bank- en verzekeringswezen (n=55)
Logistiek (n=15)
49%
4% 2%
Orde en veiligheid (n=253)
Landelijk 2010 (n=12652)
6% 2%
11%
20% werken
40% combinatie werken / leren
60% doorleren
3%
15%
2%
8%
34%
14%
61% 0%
4% 1%
51%
42%
2%
8%
75%
ECABO 2010 (n=2055)
7%
7%
46%
18%
26%
2%
33%
10%
35%
Juridisch (n=255)
6% 2%
53%
27%
27%
ICT administratief (n=372)
44%
24%
22%
2%
10%
21%
13%
54%
20% 80% werkloos
6% 2% 100% anders
In Figuur 2.5b op de volgende pagina is de bestemming van MBO-verlaters van opleidingen op niveau 4 weergegeven. Ook als we kijken naar de MBO-verlaters van opleidingen op niveau 4 zien we dat de gediplomeerden van de kwalificatierichting Secretariële beroepen duidelijk vaker kiezen voor de arbeidsmarkt (50%) en minder vaak voor een (voltijds) vervolgopleiding (29%) dan gediplomeerden van de andere kwalificatierichtingen.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
27
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 2.5b
Eerste bestemming van MBO-verlaters ECABO (van opleidingen op niveau 4) naar kwalificatierichting, 2010 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretariële beroepen (n=270)
50%
16%
29%
3%1%
Financiële beroepen (n=299)
22%
19%
55%
2%2%
Commercieel (n=306)
21%
21%
53%
4% 2%
Bank- en verzekeringswezen (n=55)
22%
Logistiek (n=14)
29%
ICT administratief (n=289)
29%
Juridisch (n=255)
24%
29%
Landelijk 2010 (n=7597)
20% werken
7%
3% 1%
51%
17%
47%
0%
7%
56%
18%
28%
2%
29%
11%
26%
ECABO 2010 (n=1369)
53%
4% 1%
50%
14%
40%
combinatie werken / leren
3% 1%
34%
60% doorleren
3% 2%
80% werkloos
100% anders
Niveau7 Van alle MBO-verlaters met een ECABO-opleiding zijn de gediplomeerden van niveau 2 (67%) en niveau 3 (66%) het vaakst aan het werk. Dit is op zich niet verwonderlijk aangezien gediplomeerden van deze niveaus die verder leren dit veelal op het MBO doen en in deze rapportage buiten beschouwing worden gelaten. Het aandeel werkenden is voor gediplomeerde MBO-verlaters van niveau 4 beduidend kleiner (29%); zij kiezen veel vaker voor een (voltijds) vervolgopleiding (49%) of een combinatie van werken en leren (18%) dan gediplomeerden van de andere niveaus. Hoewel gediplomeerden van niveau 2 en niveau 3 van 2010 vaak werken, zijn zij ook relatief het vaakst werkloos (respectievelijk 21% en 15%). Door de jaren heen zien we geen afwijkingen in bovenstaand beeld en ook op landelijk niveau zien we in de verschillende jaren dat het aandeel werkenden met name groot is onder de niveaus 2 en 3 en relatief klein is onder gediplomeerde MBO-verlaters van niveau 4.
7 Het absolute aantal gediplomeerden binnen ECABO met een opleiding op niveau 1 (n=1) is erg klein en voor ECABO niet erg relevant. We nemen dit niveau daarom niet mee in de analyses van deze rapportage.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
28
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Leerweg Het algemene beeld onder MBO-gediplomeerden is dat BBL-ers na diplomering overwegend gaan / blijven werken en dat BOL-ers duidelijk vaker kiezen voor een vervolgopleiding, al dan niet in combinatie met werk. Zo zien we onder de gediplomeerden van ECABO van 2010 dat bijna driekwart van de BBL-ers (72%) op het moment van onderzoek werkzaam is tegen 36% van de BOLers. Van de BOL-ers heeft ruim de helft (54%) gekozen om zich via scholing verder te kwalificeren (al dan niet in combinatie met werk), onder BBL-ers is dit 18%. De afgelopen drie jaren is het aandeel BBL-ers van ECABO-opleidingen dat een half jaar na diplomering actief is op de arbeidsmarkt licht gedaald (van 86% in 2008 naar 72% in 2010). Voor BOL-ers is het aandeel werkenden redelijk gelijk gebleven. Het aandeel BOL-gediplomeerden en BBL-gediplomeerden dat kiest voor een (voltijds) vervolgopleiding is in de afgelopen jaren redelijk gelijk gebleven. Het aandeel BBL-ers dat kiest voor een combinatie van werken en leren is daarentegen (significant) toegenomen van 8% in 2009 tot 16% in 2010. Ook onder BOL-ers zien we dat in 2010 (significant) vaker gekozen wordt voor een combinatie van werken en leren (14%) dan in 2009 (12%). Landelijk zien we dat het aandeel BOL-ers en BBL-ers dat kiest voor (alleen) de arbeidsmarkt de afgelopen drie jaren redelijk gelijk is gebleven. Net als bij ECABO, zien we op landelijk niveau dat het aandeel BBL-gediplomeerden dat kiest voor de combinatie van werken en leren in 2010 (significant) is toegenomen (8%) ten opzichte van 2009 (6%). Voor BOL-ers zien we op landelijk niveau geen toename. Geslacht en etniciteit Als we de keuze voor werk of vervolgopleiding voor gediplomeerden van ECABO bekijken naar geslacht, dan zien we dat vrouwelijke gediplomeerden iets vaker voor de arbeidsmarkt en iets minder vaak voor een (voltijds) vervolgopleiding kiezen dan mannelijke gediplomeerden. In 2010 zijn de verschillen vergelijkbaar met wat we zien op landelijk niveau. Als we de uitkomsten bekijken naar etniciteit van de gediplomeerden, dan zien we dat autochtonen in 2010 duidelijk vaker werken op het moment van onderzoek dan allochtonen. Van de autochtone gediplomeerden van ECABO-opleidingen heeft de afgelopen drie jaar ongeveer de helft gekozen voor de arbeidsmarkt, zij het in 2010 iets minder (45%) dan de jaren ervoor (49% in 2008, 51% in 2009). Onder allochtone gediplomeerden is dit aandeel gedaald van 28% in 2008 naar 20% in 2010. Allochtonen kiezen daarentegen in alle jaren relatief beduidend vaker dan autochtonen voor een vervolgopleiding (voltijds of in combinatie met een baan). Op landelijk niveau, voor alle opleidingen bij elkaar, zien we eveneens dat autochtone gediplomeerden vaker kiezen voor de arbeidsmarkt en allochtone gediplomeerden vaker voor een vervolgopleiding. De verschillen tussen allochtone en autochtone gediplomeerden zijn op landelijk niveau wel iets kleiner dan voor ECABO.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
29
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Regio Van alle gediplomeerde MBO-verlaters van opleidingen ECABO van 2010 gaan gediplomeerden in de regio’s Zuidwest en Oost na diplomering relatief gezien vaker werken (respectievelijk 49% en 48%) en kiezen zij minder vaak voor een (voltijds) vervolgopleiding (beiden 26%) dan gediplomeerden in de overige regio’s. De werkloosheid is relatief het hoogst in de regio Noord (13%). Landelijk zien we dat gediplomeerden van 2010 uit de regio’s Noord (69%) en Oost (66%) relatief het vaakst kiezen voor de arbeidsmarkt. Gediplomeerden uit alle regio’s kiezen ongeveer even vaak voor een (voltijds) vervolgopleiding en zijn ook ongeveer even vaak werkloos.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
30
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 2.4
Werkloosheid onder gediplomeerden
De werkloosheid is onder MBO-gediplomeerden van ECABO in 2010 gelijk gebleven aan de werkloosheid in 2009 (8%), maar hoger dan we zagen in 2008 (5%) en dan we in 2010 zien op landelijk niveau (6%). Het is daarom zinvol om te bekijken wie er met name geconfronteerd worden met werkloosheid. Ook dit bekijken we naar kwalificatierichting, niveau, leerweg, geslacht, etniciteit en regio. Kwalificatierichting Binnen ECABO zijn gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Orde en veiligheid en Secretariële beroepen relatief vaker werkloos dan gediplomeerden van de andere kwalificatierichtingen (zie Figuur 2.5a op pagina 27). Onder gediplomeerden van Orde en veiligheid van 2010 zijn uitsluitend gediplomeerden van de opleidingen Medewerker vrede en veiligheid en Beveiliger werkloos (beiden 16%)8. Onder gediplomeerden van 2010 van Secretariële beroepen zijn met name gediplomeerden van de opleidingen Administratief medewerker (55%) en Secretarieel medewerker (27%) vaak werkloos. Gediplomeerden van de opleiding Directiesecretaresse/managementassistent binnen Secretariële beroepen zijn binnen hun kwalificatierichting in 2010 relatief het minst vaak werkloos(3%). Niveau en leerweg De werkloosheid is in 2010 het hoogst onder gediplomeerde MBO-verlaters van ECABO-opleidingen van niveau 2 (21%) en niveau 3 (15%). In vergelijking met de uitkomsten van de gediplomeerden van eerdere jaren zien we dat de werkloosheid onder gediplomeerden van zowel niveau 2 als niveau 3 duidelijk is toegenomen (in 2008 was respectievelijk 11% en 9% en in 2009 respectievelijk 15% en 9% van de gediplomeerden op het moment van onderzoek (nog) werkloos). De werkloosheid onder gediplomeerden van opleidingen op niveau 4 is vergeleken met de voorgaande twee jaren na een lichte stijging in 2009 (5%) weer afgenomen tot het niveau dat we zagen in 2008 (3%). Op landelijk niveau zien we dat de werkloosheid onder gediplomeerden van niveau 1 (19%) en 2 (10%) relatief het hoogst is9. Landelijk zien we door de jaren heen op elk niveau een lichte stijging in de mate van werkloosheid voor alle niveaus, al is de werkloosheid onder gediplomeerden van niveau 2 in 2010 (10%) wel lager dan in 2009 (13%). Onder gediplomeerden van ECABO van 2010 zien we dat de werkloosheid onder BOL-ers en BBLers vergelijkbaar is. Voor beide leerwegen geldt ook dat de werkloosheid vergelijkbaar is met de situatie onder gediplomeerden van 2009.
8 Hierbij moet opgemerkt worden dat het absolute aantal gediplomeerden van opleidingen Publieke veiligheid, waarover we gegevens hebben, klein is. Hierdoor is het niet vreemd dat er geen werklozen binnen deze groep zijn. 9 Zoals eerder vermeld is het absolute aantal gediplomeerden binnen ECABO op niveau 1 erg klein en voor ECABO minder relevant. We bespreken de uitkomsten van dit niveau daarom niet. Landelijk is het aantal gediplomeerden op niveau 1 wel groot genoeg om te bespreken.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
31
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Landelijk zien we dat de werkloosheid onder BBL-ers (4%) iets lager is dan onder BOL-ers (6%). Ook hier zien we dat de werkloosheid onder zowel BOL-ers als BBL-ers vergelijkbaar is met de situatie onder gediplomeerden van 2009. Geslacht en etniciteit Mannelijke en vrouwelijke gediplomeerden van ECABO-opleidingen zijn in 2010, net als in 2009, ongeveer even vaak werkloos. In 2008 waren vrouwen iets vaker werkloos (6%) dan mannen (3%). Landelijk zien we dat de werkloosheid onder mannen en vrouwen de afgelopen drie jaren steeds ongeveer even hoog is. Door de jaren heen zien we dat allochtone gediplomeerden van opleidingen ECABO een half jaar na diplomering vaker (nog) werkloos zijn dan autochtone gediplomeerden. Het verschil in werkloosheid tussen allochtonen en autochtonen is de afgelopen drie jaren sterk toegenomen; onder gediplomeerden van 2008 was het verschil in werkloosheid tussen allochtonen en autochtonen 3%, in 2010 is dit 9% (15% onder allochtonen en 6% onder autochtonen). Overigens is de werkloosheid onder zowel allochtone als autochtone gediplomeerden van ECABO in 2010 gelijk aan wat we landelijk zien. Regio Wat betreft de werkloosheid van gediplomeerden van ECABO per regio is er door de jaren heen geen duidelijk beeld waarneembaar. De werkloosheid in de verschillende regio’s is ieder jaar vergelijkbaar. Wel zien we in 2010 dat de gediplomeerden van de regio Noord vaker werkloos (13%) zijn dan in 2009 (8%) en dan we in 2010 zien voor de overige regio’s. Landelijk zijn de verschillen in de mate van werkloosheid tussen de regio’s ook klein. Wel zien we dat de werkloosheid onder gediplomeerden in de regio Zuidwest in 2010 relatief het laagst is (4%).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
32
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 3
WERKEN
In dit hoofdstuk bespreken we de uitkomsten voor de groep MBO-verlaters die een half jaar na diplomering zijn gaan werken. Dit zijn in eerste instantie de MBO-verlaters die aangeven dat zij werken (en dat meer dan 12 uur per week doen10). Daarnaast worden ook de respondenten meegenomen die aangeven naast hun werk een cursus of een deeltijd HBO-opleiding (waarbij het werken de hoofdactiviteit is11) te volgen. We kijken in dit hoofdstuk naar het baanperspectief van de gediplomeerden, de aansluiting van het beroep op de gevolgde opleiding, de allocatie van werkende gediplomeerden naar bedrijfstak en de invloed van de beroepspraktijkvorming (bpv). 3.1
Baanperspectief voor gediplomeerden
Het baanperspectief voor gediplomeerden beoordelen we aan de hand van de onderstaande vragen: •
Hoe snel (na hoeveel maanden) vinden gediplomeerden een baan?
•
Hebben gediplomeerden bpv gehad (als BOL-er ) of gewerkt (als BBL-er) bij het bedrijf waar zij nu werken?
•
Wat voor aanstelling hebben zij?
•
Wat verdienen zij?
•
Hoe groot is de mobiliteit van gediplomeerden? Werken zij, een half jaar na diplomering, nog bij de eerste werkgever?
Werkende gediplomeerden van opleidingen ECABO vinden redelijk snel een baan. 80% van de werkende gediplomeerden van 2010 heeft binnen 3 maanden een baan gevonden en de helft (49%) zelfs binnen één maand. Dit beeld is vergelijkbaar met wat we voorgaande jaren voor ECABO zagen. Binnen de groep werkenden zijn het met name BBL-ers die snel (binnen één maand) een baan vinden; 81% van de werkende BBL-ers van 2010 is binnen één maand aan de slag. Dit heeft te maken met het feit dat BBL-ers vaak blijven werken bij het bedrijf waar zij tijdens de opleiding ook werkten (81% in 2010). Voor gediplomeerden van BOL-opleidingen ECABO spelen de contacten die tijdens de beroepspraktijkvorming (bpv) worden opgedaan, een belangrijke rol bij het vinden van werk. Onder werkende BOL-ers van 2010 is bijna de helft (46%) aan de slag gegaan bij een bedrijf waar zij tijdens de opleiding beroepspraktijkvorming hebben gehad. Een half jaar na diplomering heeft bijna de helft (48%) van de werkende gediplomeerden van opleidingen ECABO een vaste aanstelling. Dit aandeel is vergelijkbaar met wat we zagen in 2009 (49%), maar minder groot dan we in 2008 (55%) zagen. Het aandeel werkenden met een tijdelijke aanstelling is de afgelopen jaren redelijk gelijk gebleven, ongeveer een derde.
Dit is conform de definitie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit wordt bepaald aan de hand van de verdeling van het aantal uren per week dat de respondent aangeeft te werken dan wel een opleiding te volgen. 10 11
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
33
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Binnen de groep werkende gediplomeerden hebben BBL-ers vaker een vaste aanstelling (66% in 2010) dan BOL-ers (44% in 2010). Dit beeld zien we ook in de voorgaande jaren en valt voor een deel te verklaren doordat BBL-ers veelal aan het werk blijven bij het bedrijf waar zij tijdens de opleiding gewerkt hebben. Zij werken dus al langer bij het bedrijf, waardoor de kans dat zij een vaste aanstelling hebben groter is. Dat het baanperspectief voor BBL-ers (iets) beter is dan voor BOL-ers, uit zich ook in het salaris van de werkende gediplomeerden. BBL-ers verdienen over het algemeen meer dan BOL-ers12. Ook dit heeft te maken met het feit dat BBL-ers vaak al langer in dienst zijn bij het bedrijf. Daarnaast zijn BBL-ers gemiddeld vaak iets ouder dan BOL-ers op het moment dat ze een diploma hebben, wat ook invloed op het salaris heeft. Overigens is het gemiddelde bruto maandsalaris (op basis van een 38-urige werkweek) van de totale groep werkende gediplomeerden van opleidingen ECABO in 2010 (€1.500,- per maand) lager dan het gemiddelde salaris van gediplomeerden in 2009 (bijna € 1.600,- per maand). Hoewel BBL-gediplomeerden van opleidingen ECABO veelal blijven werken bij het bedrijf waar zij tijdens hun opleiding werkten, heeft 20% van de BBL-ers een half jaar na diplomering een andere werkgever. Zij zijn tussen het behalen van hun diploma en het moment van onderzoek (ongeveer een half jaar later) van bedrijf veranderd. Onder BOL-ers is dit aandeel groter (30%). Door de jaren heen is de mobiliteit van BOL-ers redelijk gelijk gebleven (rond 30%). Bij BBL-ers is de mobiliteit in de afgelopen drie jaren afgenomen (van 27% in 2008 naar 20% in 2010). Gemiddeld genomen is de mobiliteit onder werkende gediplomeerden van ECABO-opleidingen (BOL en BBL samen) ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van de mobiliteit van de afgelopen jaren; 31% in 2008, 29% in 2010. Landelijk kunnen we vaststellen dat het baanperspectief (in de verschillende jaren) van MBOverlaters overall gezien op verschillende aspecten ‘beter’ is dan dat van werkende gediplomeerden ECABO. Landelijk zien we bijvoorbeeld dat gediplomeerden die kiezen voor de arbeidsmarkt sneller een baan vinden; 86% van de werkende gediplomeerden (van alle opleidingen bij elkaar) is binnen 3 maanden aan het werk. Vooral het aandeel gediplomeerden dat binnen één maand een baan vindt, is landelijk gezien groter (66% in 2010) dan we zien onder gediplomeerden van ECABO (ieder jaar rond 50%). Verder zien we dat werkende gediplomeerden op landelijk niveau vaker beroepspraktijkvorming hebben gehad of gewerkt hebben bij hun huidige werkgever (ieder jaar rond tweederde) dan onder werkende gediplomeerden van ECABO het geval is (tussen 48% en 57%). Daarnaast zien we dat werkende gediplomeerden op landelijk niveau vaker een vaste aanstelling (rond de 60%) en minder vaak een tijdelijke aanstelling (ieder jaar ongeveer een kwart) hebben en ligt het bruto maandsalaris, gemiddeld ongeveer € 1700, - per maand (op basis van een 38-urige werkweek) hoger dan onder gediplomeerden van ECABO.
12 Hierbij moet vermeld worden dat het gemiddelde salaris van de BBL-ers is berekend over een kleinere groep dan het salaris van BOLers, waardoor er wat voorzichtiger moet worden omgegaan met de uitkomsten.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
34
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Het verschil in baanperspectief tussen gediplomeerden op landelijk niveau en gediplomeerden van opleidingen ECABO is met name te verklaren door het feit dat onder de landelijke gediplomeerden relatief meer gediplomeerden van BBL-opleidingen te vinden zijn, dan onder de gediplomeerden van ECABO (zie Overzicht 0.2 op pagina 6). Met name BBL-ers (zowel op landelijk niveau als binnen ECABO) vinden snel een baan en werken vaak bij het bedrijf waar zij tijdens de opleiding ook werkten. Hierdoor en door het feit dat BBL-ers gemiddeld iets ouder zijn dan BOL-ers, hebben zij ook vaker al een vaste aanstelling en is hun salaris gemiddeld hoger. De mobiliteit onder gediplomeerden van ECABO is ieder jaar iets groter dan onder gediplomeerden van alle opleidingen bij elkaar. De mobiliteit is in de afgelopen jaren zowel onder gediplomeerden van ECABOopleidingen als landelijk ongeveer gelijk gebleven. Kwalificatierichting Kijken we naar het baanperspectief per kwalificatierichting binnen ECABO, dan valt in 2010 met name de kwalificatierichting Juridisch op. Gediplomeerden van de kwalificatierichting Juridisch vinden vaker binnen 3 maanden een baan (90%) dan gediplomeerden van andere kwalificatierichtingen en dan we gemiddeld zien voor ECABO (80%). Verder valt op dat zij duidelijk vaker bij het bedrijf werken waar zij beroepspraktijkvorming hebben gehad of hebben gewerkt tijdens de opleiding (69%) dan we gemiddeld zien voor ECABO (53%). Ook hebben zij vaker een vaste aanstelling (56%) dan we gemiddeld zien voor ECABO (48%). Verder zien we dat gediplomeerden van de kwalificatierichting Juridisch gemiddeld het hoogste bruto maandsalaris (op basis van een 38-urige werkweek) hebben van alle kwalificatierichtingen en dat zij – samen met gediplomeerden van de kwalificatierichting ICT administratief (79%) - het vaakst na een half jaar nog bij hun eerste werkgever werken (76% tegen 71% voor ECABO als geheel). Daarnaast zien we dat gediplomeerden van de kwalificatierichting Orde en veiligheid minder vaak binnen drie maanden een baan vinden (69%) dan gediplomeerden van de andere kwalificatierichtingen. Ook hebben zij gemiddeld het laagste bruto maandsalaris (op basis van een 38-urige werkweek) en werken zij het minst vaak na een half jaar nog bij hun eerste werkgever (65%) in vergelijking met de overige kwalificatierichtingen. Voor de andere kwalificatierichtingen zien we wisselende uitkomsten. Niveau van de opleiding Kijkend naar het baanperspectief van werkende gediplomeerden ECABO naar niveau van de gevolgde MBO-opleiding, zien we dat gediplomeerden van opleidingen op niveau 3 een iets beter baanperspectief hebben dan werkenden van de andere niveaus. Zo vinden gediplomeerden van niveau 3 vaker binnen 3 maanden (82%) een baan (samen met gediplomeerden van niveau 4, 85%), hebben zij vaker een vaste aanstelling hebben, vaker zijn blijven werken bij hun eerste werkgever en gemiddeld een (iets) hoger salaris dan werkende gediplomeerden van de andere niveaus. Gediplomeerden van niveau 2 werken wel minder vaak bij het bedrijf waar ze tijdens de opleiding beroepspraktijkvorming hebben gehad of hebben gewerkt.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
35
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Geslacht en etniciteit Als we het baanperspectief van mannelijke werkende gediplomeerden in 2010 vergelijken met dat van vrouwelijke werkende gediplomeerden van ECABO, zien we dat vrouwelijke gediplomeerden vaker binnen 3 maanden een baan vinden en gemiddeld een iets hoger salaris hebben dan mannelijke werkende gediplomeerden. Mannelijke gediplomeerden hebben iets vaker een vaste aanstelling. Verder zien we, net als voorgaande jaren, weinig verschillen. Het baanperspectief van autochtone werkende gediplomeerden van ECABO is doorgaans beter dan dat van allochtonen13. Autochtonen vinden na diplomering duidelijk vaker binnen 3 maanden een baan (85% tegen 58% onder allochtonen), werken vaker bij het bedrijf waar ze bpv gehad hebben of hebben gewerkt tijdens de opleiding (51% tegen 33% onder allochtonen), hebben vaker een vaste aanstelling en werken vaker nog bij hun eerste werkgever. Opvallend is wel dat het salaris van werkende allochtonen ieder jaar hoger is dan het salaris van autochtonen. Regio In het algemeen zijn de baanperspectieven voor de verschillende regio’s redelijk vergelijkbaar. Wel zien we in 2010 dat werkende gediplomeerden uit de regio Zuidwest vaker binnen 3 maanden een baan vinden (88%) dan werkende gediplomeerden uit de andere regio’s. In deze regio werken ook de meeste gediplomeerden bij hun eerste werkgever (84%). Gediplomeerden uit de regio Noord vinden relatief gezien duidelijk het minst vaak binnen 3 maanden een baan (63%).
13 Hiermee dient wel opgemerkt te worden dat de groep autochtone werkende gediplomeerden enkele malen groter is dan de groep werkende allochtone gediplomeerden.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
36
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 3.2
Diplomarendement
Het begrip diplomarendement wordt wel gebruikt om aan te geven in hoeverre MBO-verlaters in een functie terechtkomen die past bij de gevolgde opleiding op het MBO. Vinden zij werk direct in het verlengde van hun opleiding, of in ieder geval in een beroep dat ligt binnen het domein van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (verder: kenniscentrum) of komen zij wellicht in een andere sector terecht14? Om tot deze classificatie te komen leggen we de gevolgde opleiding op het MBO naast het beroep dat zij uitoefenen. In Bijlage 3 vindt u hiervan een aantal voorbeelden. Naast deze ‘objectieve’ benadering van het diplomarendement hebben we de gediplomeerden zelf gevraagd hoe zij de aansluiting ervaren; hebben zij gezien hun huidige bezigheden veel aan de opleiding gehad? We noemen dit de subjectieve benadering.
3.2.1
Objectieve benadering
Van de gediplomeerden van 2010 van opleidingen ECABO die op het moment van onderzoek een baan hebben, werkt 40% in een beroep dat direct aansluit bij de gevolgde opleiding (zie Figuur 3.1). Dit is vergelijkbaar met wat we zagen in 2009 (41%), maar (significant) minder vaak dan we zagen onder werkende gediplomeerden in 2008 (59%). Landelijk is het aandeel gediplomeerden dat een beroep heeft dat direct aansluit bij de gevolgde opleiding (37%) iets kleiner dan we zien voor ECABO. Ook dit aandeel is (significant) kleiner dan we zagen in 2008 (57%). Dat er gediplomeerden zijn die terecht zijn gekomen in beroepen die niet direct in het verlengde van de opleiding liggen wil overigens niet direct zeggen dat de opleiding onvoldoende was. Men kan ook zeggen dat de opleiding juist breed opleidt en dit de gediplomeerden de mogelijkheid biedt om ook werk te vinden buiten bijvoorbeeld de eigen opleiding of beroepssector. Zij zijn in dit geval dus breed inzetbaar. Figuur 3.1
Ligt het beroep in het verlengde van de opleiding (direct in het verlengde, binnen het kenniscentrum dan wel binnen de sector), 2008-2010? (voor ECABO gewogen) 40%
ECABO 2010 (n=926)
41%
ECABO 2009 (n=982)
81%
59%
ECABO 2008 (n=1077)
0%
20% direct in verlengde
14
77%
40%
60%
binnen domein kenniscentrum
86%
89%
86%
93%
80%
100%
binnen domein sector
We onderscheiden hierbij de opleidingssectoren Techniek, Economie, Zorg & Welzijn en Groen.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
37
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Beroepen buiten ECABO, maar binnen sector Gediplomeerden (van 2010) die buiten het domein van ECABO gaan werken (maar binnen de sector Economie) komen met name terecht in beroepen die tot het domeinen van KC Handel behoren. Zij komen met name in de volgende beroepen terecht: •
Verkoopmedewerker (KC Handel),
•
Magazijnmedewerker (KC Handel),
•
Verkoper (KC Handel),
•
Front office medewerker (receptionist) (Kenwerk).
Het aandeel gediplomeerden dat is gaan werken in een andere sector dan de sector Economie is in 2010 groter (14%) dan in voorgaande jaren (11% in 2009 en 7% in 2008).
Beroepen buiten de sector Gediplomeerden (van 2010) die buiten het domein van de sector zijn gaan werken komen met name in de volgende beroepen terecht: •
Koerier,
•
Winkelassistent,
•
Helpende,
•
Verzorgende,
•
Schoonmaker / medewerker vloeronderhoud,
•
Chauffeur goederenvervoer.
Kwalificatierichting Binnen ECABO werken de gediplomeerden (van 2010) van de kwalificatierichtingen ICT administratief (48%), Orde en veiligheid (46%) en Financiële beroepen (44%) een half jaar na diplomering vaker in beroepen die direct op de gevolgde opleiding aansluiten dan gediplomeerden van de andere kwalificatierichtingen (zie Figuur 3.2 op de volgende pagina). Het aandeel werkende gediplomeerden dat direct in het verlengde van de opleiding aan de slag is gegaan is laag onder gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Commercieel (21%) en Secretariële beroepen (25%). Binnen de kwalificatierichting ICT administratief werken met name gediplomeerden van de opleiding ICT-beheerder direct in het verlengde van de opleiding (74%).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
38
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 3.2
Ligt het beroep in het verlengde van de opleiding, naar kwalificatierichting (direct in het verlengde, binnen het kenniscentrum dan wel binnen de sector), 2010? (voor ECABO (totaal) gewogen) 25%
Secretariële beroepen (n=224)
84%
44%
Financiële beroepen (n=144)
21%
Commercieel (n=90)
74%
51%
87%
78% 60%
Bank- en verzekeringswezen (n=15)
92%
87%
80% 80% 80%
Logistiek (n=5)
48%
ICT administratief (n=128)
86%
33%
Juridisch (n=78)
85%
46%
Orde en veiligheid (n=191)
71%
40%
ECABO 2010 (n=985)
0%
20% direct in verlengde
91%
40%
77%
77%
60%
binnen domein kenniscentrum
94%
86%
80%
100%
binnen domein sector
In het aandeel gediplomeerden dat een baan heeft buiten de sector Economie zit tussen de verschillende kwalificatierichtingen weinig verschil. Gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Orde en veiligheid (23%) en Commercieel (22%) werken relatief het vaakst in een andere sector dan de sector Economie, gediplomeerden van de kwalificatierichting Juridisch werken relatief het minst vaak in een andere sector (6%). Van de kwalificatierichting Bank- en verzekeringswezen werkt geen enkele gediplomeerde buiten de sector Economie, maar het gaat hierbij om slechts 15 werkende gediplomeerden. Voorgaande jaren zagen we een wisselend beeld.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
39
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Leerweg en niveau BBL-ers hebben in 2010 iets vaker een beroep dat direct aansluit op de gevolgde opleiding (42%) dan BOL-ers (37%). Ditzelfde beeld zagen we in voorgaande jaren, al neemt het aandeel BBL-ers dat in het directe verlengde van de opleiding elk jaar duidelijk af, terwijl het aandeel BOL-ers dat in het directe verlengde van de opleiding werkt, na een flinke afname in 2009, in 2010 weer iets is toegenomen. Werkende gediplomeerden van niveau 3, werken – in tegenstelling tot voorgaande jaren – in 2010 minder vaak direct in het verlengde van de gevolgde opleiding (31%) dan gediplomeerden van de andere niveaus. Als we kijken naar het aandeel werkende gediplomeerden dat in een andere sector dan de sector Economie terecht is gekomen, zien we dat BOL-ers vaker in een andere sector terecht komen (15%) dan BBL-ers (6%). Kijken we naar het niveau van de gevolgde opleiding, dan zien we dat werkende gediplomeerden van niveau 2 vaker werken in een beroep in een andere sector dan de sector Economie (25%) dan werkende gediplomeerden van niveau 3 en niveau 4. Zowel naar leerweg als naar niveau zagen we in voorgaande jaren hetzelfde beeld, al worden de verschillen ieder jaar groter. Geslacht en etniciteit Mannelijke gediplomeerden werken in 2010 vaker in een beroep dat direct in het verlengde van de gevolgde opleiding ligt (42%) dan vrouwelijke gediplomeerden (33%). Vrouwen werken wel vaker in een beroep binnen het domein van het kenniscentrum (82%) en minder vaak buiten de sector (8%) dan mannen (71% werkt binnen het kenniscentrum en 19% buiten de sector). In voorgaande jaren zagen we een vergelijkbaar beeld. Autochtone gediplomeerden werken in 2010 iets vaker in een beroep direct in het verlengde van de opleiding (37%) dan allochtone gediplomeerden (33%) en vaker binnen het kenniscentrum (78% tegen 59% onder allochtonen). In voorgaande jaren was het verschil tussen autochtonen en allochtonen in werken binnen het kenniscentrum kleiner. Regio Gediplomeerden van de regio Zuidoost (44%) en Middenwest (42%) werken in 2010 vaker direct in het verlengde van de gevolgde opleiding dan gediplomeerden uit de andere regio’s. Werkenden uit de regio Noord werken in 2010 relatief het minst vaak direct in het verlengde van de opleiding (29%), terwijl zij in 2009 nog relatief het vaakst direct in het verlengde van de opleiding werkten15. Gediplomeerden van de regio Noordwest werken in 2010, net als in 2009 (16%), het vaakst in beroepen in een andere sector dan die van de gevolgde opleiding (17%).
15
Het absolute aantal werkende gediplomeerden in de regio Noord was in 2009 wel veel groter (n=162) dan in 2010 (n=31).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
40
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 3.2.1
Subjectieve benadering
In onderstaande Figuur 3.3 zien we dat bijna driekwart van de werkende gediplomeerden van ECABO van 2010 (72%) aangeeft dat zij, terugkijkend op de opleiding en kijkend naar wat zij op dit moment doen, veel aan de opleiding hebben gehad. Dit aandeel is vergelijkbaar met wat we voorgaande jaren zagen. Landelijk vindt ieder jaar driekwart van de werkende gediplomeerden (74% in 2010) dat zij veel aan de opleiding hebben gehad. Zij zijn daarmee ieder jaar iets meer tevreden dan werkende gediplomeerden van ECABO.
Figuur 3.3
Hebben de werkende gediplomeerden veel aan hun opleiding gehad, 2008-2010 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen) 72%
ECABO
72%
2010
76%
2009 74% landelijk
77%
2008
78% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Niet alle gediplomeerden binnen ECABO zijn even positief (zie Figuur 3.4 op de volgende pagina). Gediplomeerden van de kwalificatierichting ICT administratief vinden ieder jaar het minst vaak dat zij veel aan hun opleiding gehad hebben. Werkende gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Orde en veiligheid en Financiële beroepen vinden juist ieder jaar vaker dan gemiddeld dat zij veel aan hun opleiding hebben gehad.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
41
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 3.4
Hebben de werkende gediplomeerden veel aan hun opleiding gehad, naar kwalificatierichting 2010? (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen) Secretariële beroepen (n=209)
68%
Financiële beroepen (n=131)
72%
Commercieel (n=78)
66%
Bank- en verzekeringswezen (n=14)
71%
Logistiek (n=5) ICT Administratief (n=124)
60%
Juridisch (n=80)
69%
Orde en veiligheid (n=173)
82%
ECABO 2010 (n=858)
72%
Landelijk 2010 (n=7634)
74% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
veel aan opleiding gehad
Voor de afgelopen 3 jaren zien we ieder jaar dat BBL-gediplomeerden vaker tevreden zijn over de zinvolheid van de opleiding dan BOL-gediplomeerden van opleidingen ECABO en dat werkende gediplomeerden van niveau 3 steeds iets minder tevreden zijn dan werkende gediplomeerden van niveau 2 en niveau 4. De tevredenheid onder mannen en vrouwen is ieder jaar ongeveer gelijk. In 2008 waren allochtonen nog vaker tevreden over de zinvolheid van de opleiding dan autochtonen, maar in 2009 en 2010 is het aandeel tevreden gediplomeerden voor beiden ongeveer gelijk. Gediplomeerden uit de regio Noordwest geven, net als in 2009, het minst vaak aan dat zij veel aan de opleiding hebben gehad (60%). Werkende gediplomeerden uit de regio Oost vinden het vaakst dat zij veel aan hun opleiding hebben gehad (83%). In voorgaande jaren zagen we een wisselend beeld.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
42
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 3.3
Allocatie werkenden naar bedrijfstakken
Eerder hebben we gezien dat gediplomeerden van opleidingen ECABO vooral terecht komen in beroepen die binnen het domein van ECABO, of in ieder geval binnen de sector Economie, liggen. De vraag is nu in welke bedrijfstakken zij gaan werken. Beroepen die binnen het domein van ECABO liggen, komt men namelijk in een grote diversiteit aan bedrijven tegen. Zo hebben zorginstellingen of taxibedrijven bijvoorbeeld ook administratief medewerkers nodig. Om enige ordening aan te brengen in de diversiteit van bedrijven waar gediplomeerden van ECABO werken, hebben we de bedrijven ingedeeld in bedrijfstakken op basis van de “Standaard Bedrijfsindeling” van het CBS (op het niveau van 1 digit). In onderstaand Overzicht 3.5 worden de bedrijfstakken weergegeven waar de gediplomeerden van ECABO van 2010 werken.
Overzicht 3.5
In welke bedrijven werken gediplomeerden van ECABO 2010,2009 en 2008 (gewogen)?
bedrijfstak
aantal werkenden 2008
2009
2010
abs.
%
abs.
%
abs.
%
Landbouw, bosbouw en visserij
5
0%
7
1%
9
1%
Winning van delfstoffen
1
0%
-
3
0%
Industrie
39
4%
51
5%
55
7%
Prod. en distr. van elektr., aardgas, stoom en gek. lucht
3
0%
6
1%
3
0%
Winning/distr. v. water; afval- en afvalwaterbeh. & sanering
3
0%
4
0%
3
0%
Bouwnijverheid
35
4%
22
2%
24
3%
Groot- en detailhandel; reparatie van auto’s
114
12%
97
10%
113
14%
Vervoer en opslag
50
5%
30
3%
36
4%
Logies-, maaltijd- en drankverstrekking
17
2%
27
3%
22
3%
Informatie en communicatie
59
6%
68
7%
54
7%
Financiële instellingen
50
5%
54
6%
34
4%
Verhuur van en handel in onroerend goed
15
2%
16
2%
15
2%
Advisering, onderz. en overige spec. zakelijke dienstverl.
94
10%
92
10%
81
10%
Verhuur v. roerende goederen en overige zakelijke dienstv.
149
16%
172
18%
117
14%
Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verpl. sociale verz.
167
18%
168
18%
144
17%
Onderwijs
37
4%
33
3%
26
3%
Gezondheids- en welzijnszorg
60
6%
66
7%
70
8%
Cultuur, sport en recreatie
29
3%
16
2%
12
1%
Overige dienstverlening
5
1%
8
1%
5
1%
totaal
934
100%
935
100%
826
100%
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
43
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Uit het overzicht op de vorige pagina blijkt dat gediplomeerden van ECABO in alle jaren vooral werken in de volgende bedrijfstakken: •
Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen,
•
Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening,
•
Groot- en detailhandel; reparatie van auto’s,
•
Advisering, onderzoek en overige specialistische zakelijke dienstverlening.
Kwalificatierichting Niet voor alle kwalificatierichtingen binnen ECABO zien we dezelfde top vier van bedrijfstakken. Zo gaat ruim de helft van de werkende gediplomeerden van de kwalificatierichting Juridisch aan de slag bij ‘Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen’ (56%). Zij zijn hierdoor minder gericht op de andere bedrijfstakken, net als gediplomeerden van de kwalificatierichting ICT administratief; zij werken vooral in de ‘Informatie en communicatie’ (32%).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
44
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 3.4
Beroepspraktijkvorming
In paragraaf 3.1 hebben we al gezien dat een meerderheid van de werkende BBL-ers (81%) en bijna de helft van de BOL-ers (46%) bij een bedrijf werkt waar zij tijdens de opleiding beroepspraktijkvorming (bpv) hebben gevolgd, of hebben gewerkt. De contacten die tijdens de bpv worden opgedaan, zijn dus belangrijk voor het arbeidsmarktperspectief van MBO-verlaters. In deze paragraaf gaan we hier dieper op in. Gediplomeerden van ECABO van 2010 die op het moment van onderzoek werken bij een bedrijf waar zij tijdens de opleiding bpv hebben gehad of hebben gewerkt, hebben duidelijk vaker binnen 1 maand na diplomering een baan gevonden (66%) dan gediplomeerden die niet bij een bpv-bedrijf aan de slag zijn gegaan (35%). Hoewel we dit voor zowel BOL-ers als BBL-ers zien, is vooral onder BBL-ers het verschil erg groot. Van de werkende BBL-gediplomeerden die aan de slag zijn gegaan bij een bedrijf waar zij tijdens de opleiding hebben gewerkt, heeft 98% binnen een maand na diplomering een baan gevonden (zij blijven dan ook allemaal na de opleiding werken bij het bedrijf). BBL-ers die niet blijven werken bij het bedrijf, zoeken langer naar een baan. 7% heeft binnen een maand een baan gevonden en 52% doet er langer dan 3 maanden over om een baan te vinden. Niet alleen hebben gediplomeerden die bij hun bpv-bedrijf werken sneller een baan gevonden, hun positie is ook beter. Gediplomeerden die bij hun bpv-bedrijf werken hebben over het algemeen vaker een vaste aanstelling en minder vaak een tijdelijke aanstelling en een hoger bruto maandsalaris (op basis van een 38-urige werkweek). Opnieuw zien we vooral onder BBL-ers grote verschillen. BBL-ers die bij het bedrijf blijven werken waar ze ook tijdens de opleiding hebben gewerkt, hebben in 2010 vaker een vaste aanstelling (76%) dan degenen die niet bij hun bpv-bedrijf werken (36%). Daarnaast is het salaris van BBL-ers van 2010 die bij het bedrijf zijn blijven werken ongeveer 5% hoger dan onder BBL-ers die bij een ander bedrijf werken dan waar ze tijdens de opleiding hebben gewerkt16. Verder zien we dat het diplomarendement onder de groep ECABO-gediplomeerden die bij het bedrijf werkt waar zij tijdens de opleiding ook bpv gehad hebben of gewerkt hebben, groter is. De helft van de gediplomeerden die werken bij hun bpv-bedrijf, heeft een beroep direct in het verlengde van de gevolgde opleiding (50%) en het deel dat buiten de sector werkt is relatief klein (5%). Van de gediplomeerden die niet werken bij het bpv-bedrijf heeft een kwart (26%) een beroep direct in het verlengde van de gevolgde opleiding en werkt een vijfde (21%) in een beroep in een andere sector. Voorgaande jaren zagen we een vergelijkbaar beeld. De tevredenheid over de zinvolheid van de opleiding is in 2010 onder gediplomeerden die werken bij hun bpv-bedrijf ook groter (77%) dan we zien onder gediplomeerden die werken bij een ander bedrijf (64%). In 2009 zagen we dat gediplomeerden die bij het bpv-bedrijf werkten ongeveer even vaak vonden dat zij veel aan hun opleiding gehad hadden, als gediplomeerden die bij een ander bedrijf werkten. 16 Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de groep BBL-gediplomeerden van 2010 die niet bij hun bpv-bedrijf werken een relatief kleine groep is. Met deze uitspraken moet dan ook enigszins voorzichtig worden omgegaan,
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
45
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 4
OPNAME VAN MBO-VERLATERS DOOR DE ARBEIDSMARKT
De inzetbaarheid van schoolverlaters is niet alleen vanuit het oogpunt van de opleiding bekeken (sluit het beroep aan op de gevolgde opleiding?), maar ook vanuit de optiek van de arbeidsmarkt. We kunnen dit zowel vanuit de optiek van de beroepen (paragraaf 4.1) als vanuit de optiek van de bedrijfstakken (paragraaf 4.2) doen. De vraag waar het hierbij om gaat is: welke opleidingsachtergrond hebben gediplomeerden die in bepaalde beroepen of bedrijfstakken zijn gaan werken? We kijken hierbij alleen naar de beroepen en bedrijven waarin de MBO-verlaters van 2010 (die aan het onderzoek hebben meegedaan) zijn gaan werken. Het gaat dus niet om de totale arbeidsmarkt of een steekproef hierbinnen, maar puur om de beroepen en bedrijfstakken waar de MBO-verlaters zijn gaan werken. 4.1
Opname vanuit optiek beroepen
Bij de opname door de arbeidsmarkt vanuit de optiek van de beroepen van gediplomeerden is uitgegaan van het aantal werkende MBO-verlaters in beroepen vallend onder het domein van een bepaald kenniscentrum. Bekeken is of de gediplomeerden die in deze beroepen werkzaam zijn wel of niet een opleiding hebben gevolgd binnen het kenniscentrum waarbinnen de beroepen vallen. Hieronder vindt u ter verduidelijking een voorbeeld.
Voorbeeld opname van MBO-verlaters door arbeidsmarkt (fictieve getallen): Van alle MBO-verlaters van 2010 werken er ruim 1000, een half jaar na het behalen van hun diploma, in beroepen waar ECABO voor opleidt17. Vervolgens bekijken we welke opleiding de ruim 1000 MBO-verlaters van 2010 hebben gedaan. Hieruit blijkt dat: •
86% een opleiding heeft gedaan binnen ECABO (bijv. administratief medewerker, beveiliger etc.),
•
14% een opleiding heeft gedaan binnen een ander KBB (bijv. SPW of verkoopmedewerker, etc.).
Van de 1000 MBO-verlaters werken er ruim 300 in beroepen binnen de Secretariële beroepen. Als we kijken naar de opleidingen die deze ruim 300 MBO-verlaters hebben gedaan, dan zien we dat: •
78% een opleiding heeft gedaan in de kwalificatierichting Secretariële beroepen (bijv. directiesecretaresse,
•
12% een andere opleiding heeft gedaan binnen ECABO (bijv. boekhoudkundig medewerker, commercieel
•
10% een opleiding heeft gedaan in een kwalificatierichting binnen een ander KBB (bijv. verkoopmedewerker,
administratief medewerker), medewerker banken etc.), etc.).
Aan beroepen die respondenten invullen wordt een opleiding gekoppeld (zie Bijlage 3). Op basis hiervan worden de beroepen ingedeeld in kenniscentra.
17
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
46
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 In Figuur 4.1 is voor ECABO en een aantal andere grotere kenniscentra de opname van MBO-verlaters met een bepaalde opleiding weergegeven.
Uit de figuur blijkt dat ruim driekwart van de MBO-verlaters die momenteel werken in beroepen vallend binnen ECABO, gediplomeerden zijn die ook daadwerkelijk een opleiding binnen ECABO hebben gedaan (79%; optelling van de onderste twee categorieën). Ook bij de meeste andere kenniscentra die in de figuur gepresenteerd worden, zien we dat het merendeel van de werkenden in beroepen binnen het domein van een bepaald kenniscentrum een opleiding binnen hetzelfde kenniscentrum hebben gedaan. Dit geldt voor de kenniscentra Calibris, Kenteq, Aeqour en Fundeon. Alleen voor Kenniscentrum Handel (KC Handel) en Kenwerk zien we dat dit aandeel lager is (42% respectievelijk 65%); in beroepen binnen het domein van KC Handel en Kenwerk komen relatief veel gediplomeerden voor met een opleiding uit een ander kenniscentrum (optelling van de bovenste twee categorieën). In voorgaande jaren zagen we een vergelijkbaar beeld.
Figuur 4.1
Van welke opleidingen komen de gediplomeerden 2010 die werkzaam zijn in het domein van een aantal grote kenniscentra, per kenniscentrum?
100%
7% 4%
18% 80%
3%
2% 1%
6% 7%
19%
6% 5%
39% 15%
60%
64% 60%
60%
77%
61%
19% 43%
40%
34%
20% 19%
25%
26%
Kenteq
Fundeon
21%
22%
Calibris
Kenwerk
29%
8%
0% ECABO
KC Handel
Aequor
afkomstig van opleiding buiten kenniscentrum niv. 3 en 4 afkomstig van opleiding buiten kenniscentrum niv. 1 en 2 afkomstig van opleiding binnen kenniscentrum niv. 3 en 4 afkomstig van opleiding binnen kenniscentrum niv. 1 en 2
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
47
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Gediplomeerden van andere opleidingen MBO-verlaters (van 2010) die werken in een beroep dat binnen het domein van ECABO valt, maar die geen opleiding binnen ECABO hebben gevolgd, zijn met name gediplomeerden vant een opleiding Calibris, Kenwerk of KC Handel, onder andere: •
Interieuradviseur(KC Handel),
•
Sport- en bewegingscoördinator (Calibris),
•
Sociaal maatschappelijk dienstverlener (Calibris),
•
Facilitair leidinggevende (Kenwerk),
•
Leidinggevende horeca, contractcatering, informatie, recreatie en bakkerij (Kenwerk).
Natuurlijk kunnen we deze gegevens ook uitsplitsen naar kwalificatierichting binnen ECABO (zie Figuur 4.2). Gediplomeerden van 2010 die zijn gaan werken in een beroep binnen de kwalificatierichtingen ICT administratief (94%), Juridisch (87%), Orde en veiligheid (81%) en Secretariële beroepen (78%) hebben in grote meerderheid ook een opleiding gevolgd binnen de betreffende kwalificatierichting. Gediplomeerden die werkzaam zijn in de kwalificatierichting Commercieel hebben relatief vaak een opleiding gevolgd buiten het domein van ECABO (49%). Figuur 4.2
Van welke opleidingen komen de gediplomeerden die werken in beroepen vallend binnen ECABO, 2010. Secretariële beroepen (n=185)
78%
Financiële beroepen (n=213)
6%
48%
Commercieel (n=90)
28%
31%
Bank- en verzekeringswezen (n=17)
16%
24%
20%
49%
53%
29%
Logistiek (n=5)
18%
80%
ICT Administratief (n=79)
20%
94%
Juridisch (n=52)
1%5%
87%
Orde en veiligheid (n=107)
4% 10%
81%
ECABO 2010 (n=751)
6%
66% 0%
20%
14% 40%
60%
13%
20% 80%
100%
afkomstig van opleiding binnen beroepsgroep afkomstig van opleiding binnen kenniscentrum (overige beroepsgroepen) afkomstig van opleiding buiten ECABO
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
48
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 4.2
Opname vanuit optiek bedrijfstakken
Bij de opname door de arbeidsmarkt vanuit de optiek van de bedrijfstakken is uitgegaan van het aantal werkende MBO-verlaters (van 2010) in bedrijven vallend binnen een bepaalde bedrijfstak. Gekeken is of de gediplomeerden die in bedrijven werken binnen een bepaalde bedrijfstak een opleiding hebben gevolgd binnen ECABO of binnen een ander kenniscentrum. Hieruit kunnen we afleiden voor welke bedrijfstakken de gediplomeerden ECABO meer of minder belangrijk zijn. Uit Figuur 4.318, op de volgende pagina, kunnen we afleiden dat gediplomeerden ECABO vooral belangrijk zijn voor de volgende vier bedrijfstakken: y
Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen (64% van de gediplomeerden die in bedrijven / instellingen in deze bedrijfstak zijn gaan werken heeft een opleiding ECABO gedaan),
y
Informatie en communicatie (39% van de gediplomeerden die in bedrijven / instellingen in deze bedrijfstak zijn gaan werken heeft een opleiding ECABO gedaan),
y
Advisering, onderzoek en overige zakelijke dienstverlening (34% van de gediplomeerden die in bedrijven / instellingen in deze bedrijfstak zijn gaan werken heeft een opleiding ECABO gedaan),
y
Verhuur van roerende goederen en overige zakelijke dienstverlening (25% van de gediplomeerden die in bedrijven / instellingen in deze bedrijfstak zijn gaan werken heeft een opleiding ECABO gedaan).
Voor bedrijven in de overige bedrijfstakken zijn gediplomeerden met een opleiding ECABO minder belangrijk, al nemen de bedrijfstakken vervoer en opslag en onderwijs nog een aanzienlijk deel van de gediplomeerden op (21% respectievelijk 20% van de gediplomeerden heeft een opleiding ECABO gedaan).
18
Alleen de bedrijfstakken waarin meer dan 75 gediplomeerden van 2010 werken worden hier gepresenteerd.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
49
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 4.3
Van welke opleidingen (ECABO of een ander kenniscentrum) komen de gediplomeerden die werken in de verschillende bedrijfstakken, 2010. landbouw, bosbouw en visserij 4%
industrie
bouwnijverheid
groot- en detailhandel; reparatie van auto's
96%
95%
5%
90%
10%
vervoer en opslag
logies-, maaltijd en drankverstrekking
92%
8%
79%
21%
94%
6%
informatie en communicatie
61%
39%
advisering, onderzoek en overige specialistische zak. dienstv.
66%
34%
verhuur van roerende goederen en overige zak. dienstv.
75%
25%
openbaar bestuur, overheidsdiensten en verpl. soc. verzek.
onderwijs
80%
20%
gezondheids- en welzijnszorg
2%
cultuur, sport en recreatie
6%
overige dienstverlening
3% 0%
98%
94%
97% 20%
40% ECABO
MBO-Kaart 2010 –ECABO
36%
64%
60%
80%
100%
overige kenniscentra
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
50
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 5
DOORLEREN
In dit hoofdstuk komen de uitkomsten naar voren voor de groep MBO-verlaters van opleidingen ECABO die na diplomering verder zijn gaan studeren (buiten het MBO-veld). Dit zijn in eerste instantie de MBO-verlaters die aangeven dat zij een voltijds opleiding doen. Daarnaast zijn ook MBO-verlaters die aangeven dat zij werken en daarnaast een duale opleiding of deeltijdopleiding op het HBO volgen (waarbij studeren de hoofdactiviteit is19) tot de groep doorlerende MBO-verlaters gerekend. We kijken naar de doorstroom richting het HBO (paragraaf 5.1) en naar de aansluiting van de vervolgstudie op de opleiding (paragraaf 5.2). 5.1
Doorstroom en kwalificatiewinst
In Hoofdstuk 2 zagen we al dat een derde (34%) van de gediplomeerden ECABO (van 2010) heeft gekozen voor een (voltijds)vervolgopleiding (buiten het MBO) en dat er bij 14% sprake is van een combinatie van werken en leren. De vraag is wie deze doorlerende gediplomeerden zijn. Omdat het in deze rapportage gaat om gediplomeerde schoolverlaters die het MBO-veld hebben verlaten, richten we ons alleen op de doorstroom richting het HBO. Van alle gediplomeerde MBO-verlaters (van alle niveaus, ongeacht of zij verder leren of niet) van ECABO-opleidingen kiest 41% voor een vervolgopleiding op het HBO, zoals we kunnen zien in Figuur 5.1a20 op de volgende pagina. Dit aandeel neemt de afgelopen drie jaar elk jaar licht toe. Landelijk gezien, voor MBO-verlaters van alle opleidingen bij elkaar, neemt de doorstroom richting het HBO de afgelopen drie jaar juist elk jaar iets af. Het aandeel is landelijk (25% in 2010) duidelijk kleiner dan we zien voor ECABO-opleidingen.
19 20
Dit wordt bepaald aan de hand van de verdeling van het aantal uren per week dat de respondent aangeeft te werken dan wel te leren. De absolute aantallen die genoemd worden in de figuur, hebben betrekking op het jaar 2010 en zijn niet geldig voor alle jaren.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
51
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 5.1a
Doorstroom naar het HBO per kwalificatierichting, 2008-2010 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen). 26% 25% 21%
Secretariële beroepen (n=382)
Financiële beroepen (n=382)
51% 49% 46%
Commercieel (n=331)
51%
Bank- en verzekeringswezen (n=55)
63% 59% 71%
52%
Logistiek (n=15)
63%
53%
25%
50% 51% 44% 48%
ICT administratief (n=372)
63% 66% 58%
Juridisch (n=255)
Orde en veiligheid (n=253)
1% 2% 41% 38% 37%
ECABO (n=2055) 25% 27% 28%
Landelijk (n=12652) 0%
20% 2010
40% 2009
60%
80%
100%
2008
Het aandeel gediplomeerden dat doorstroomt naar het HBO is afhankelijk van het aandeel gediplomeerden van niveau 4 in de totale groep gediplomeerden, aangezien alleen deze gediplomeerden in principe toegelaten worden tot het HBO. Bekijken we de doorstroom naar het HBO alleen voor de gediplomeerden van niveau 4, dan zien we dat in ieder jaar (meer dan) 55% van de gediplomeerden ECABO doorstroomt naar het HBO (zie Figuur 5.1b21 op de volgende pagina). Dit aandeel is groter dan we landelijk zien, waar ieder jaar rond de 45% van de gediplomeerden van niveau 4 doorstroomt naar het HBO. Binnen ECABO zijn het met name gediplomeerden van BOL-opleidingen van niveau 4 die relatief vaak doorstromen naar het HBO (63%). Van de BBL-gediplomeerden van niveau 4 stroomt in 2010 13% door naar het HBO.
21
De absolute aantallen die genoemd worden in de figuur, hebben betrekking op het jaar 2010 en zijn niet geldig voor alle jaren.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
52
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 5.1b
Doorstroom naar het HBO van MBO-verlaters op niveau 4 per kwalificatierichting, 2008-2010 voor ECABO (totaal). 37% 34% 31%
Secretariële beroepen (n=270)
63% 59% 55%
Financiële beroepen (n=299)
69% 69% 69%
Commercieel (n=306)
Bank- en verzekeringswezen (n=55)
71%
52% 63%
Logistiek (n=14)
50%
25%
54%
ICT Administratief (n=289)
55%
64% 64%
63% 66% 58%
Juridisch (n=255)
60% 57% 55%
ECABO (n=1488) 43% 45% 45%
Landelijk (n=3074) 0%
20% 2010
40% 2009
60%
80%
100%
2008
Kwalificatierichting De mate van doorstroom van gediplomeerden naar het HBO is niet voor alle kwalificatierichtingen binnen ECABO gelijk (zie Figuur 5.1a), iets dat voor een belangrijk deel samenhangt met het aantal gediplomeerden van niveau 4 binnen een kwalificatierichting. Van alle gediplomeerden binnen ECABO is de doorstroom naar het HBO in 2010 het grootst voor gediplomeerden van de kwalificatierichting Bank- en verzekeringswezen (71%). Ook onder gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Juridisch en Commercieel (beiden 63%) is de doorstroom naar het HBO relatief groot. Van de gediplomeerden van de kwalificatierichting Orde en veiligheid gaat in 2010 niemand naar het HBO; ook in voorgaande jaren was dit aandeel zeer klein. Bekijken we de uitkomsten alleen voor de groep MBO-verlaters met een opleiding op niveau 4 dan zien we dat met name de MBO-verlaters van de kwalificatierichtingen Bank- en verzekeringswezen (71%) en Commercieel (69%) relatief vaak doorstromen naar het HBO (zie Figuur 5.1b). MBOverlaters van niveau 4 van de kwalificatierichting Secretariële beroepen stromen het minst vaak door naar het HBO (37%).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
53
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Geslacht, leeftijd en etniciteit Van alle ECABO-opleidingen van 2010 kiezen mannelijke gediplomeerden (47%) iets vaker dan vrouwelijke gediplomeerden (41%) voor een vervolgopleiding op het HBO. In 2008 zagen we een vergelijkbaar beeld; in 2009 stroomden mannelijke en vrouwelijke gediplomeerden even vaak door naar het HBO. Kijken we naar de leeftijd van de MBO-verlaters, dan zien we dat in 2010 vooral gediplomeerden van 20 en 21 jaar relatief vaak kiezen voor een HBO-opleiding (respectievelijk 57% en 59%). Ook onder 19-jarigen (51%) en 22-jarigen (50%) is de doorstroom naar het HBO relatief groot. In voorgaande jaren zagen we een soortgelijk beeld. Allochtone gediplomeerden stromen in alle jaren duidelijk vaker door naar een HBO-opleiding (ieder jaar rond 57%) dan autochtone gediplomeerden (ieder jaar rond 36%). Regio Gediplomeerden uit de regio Noordwest (55%), kiezen, net als vorige jaren, vaker voor een vervolgopleiding op het HBO dan gediplomeerden uit de andere regio’s. Van de regio’s Zuidwest (32%) en Oost (33%) stromen in 2010 het minst vaak gediplomeerden door naar het HBO. Voor deze regio’s zagen we in voorgaande jaren wisselende resultaten. Kenniscentrum In Figuur 5.222 op de volgende pagina is een beeld gegeven van de doorstroom naar het HBO voor de zeven belangrijkste kenniscentra. We hebben hier alleen de MBO-verlaters van BOL-opleidingen op niveau 4 meegenomen. Het is immers vooral deze groep die doorstroomt naar het HBO. Het beeld door de jaren heen is divers. Wel kunnen we opmerken dat de doorstroom van de BOL-ers op niveau 4 naar het HBO voor ECABO de afgelopen jaren in het algemeen relatief hoger was dan voor de meeste andere grotere kenniscentra. Voor de meeste kenniscentra is de doorstroom naar het HBO de afgelopen 3 jaren redelijk gelijk gebleven. Voor Kenwerk, KC Handel en Kenteq zagen we in de afgelopen jaren een lichte stijging van de doorstroom van BOL-ers op niveau 4 naar het HBO, maar in 2010 een (lichte) daling. Voor Fundeon zagen we in 2009 (ten opzichte van 2008) een daling, maar in 2010 weer een lichte stijging in het aandeel BOL-gediplomeerden van niveau 4 dat doorstroomt naar het HBO.
22
De absolute aantallen die genoemd worden in de figuur, hebben betrekking op het jaar 2010 en zijn niet geldig voor alle jaren.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
54
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 5.2
Doorstroom naar het HBO (MBO-verlaters met een BOL-opleiding op niveau 4), per kenniscentrum, 2008-2010. 63% 60% 58%
ECABO (n=1402) 47%
KC Handel (n=399)
52%
59%
49% 52% 49%
Kenteq (n=298)
49%
Kenwerk (n=410)
55% 52%
Fundeon (n=200)
59% 45%
GOC (n=524)
53%
64% 64%
58%
47% 47% 48%
Calibris (n=1925)
0%
20% 2010
MBO-Kaart 2010 –ECABO
40% 2009
60%
80%
100%
2008
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
55
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 5.2
Aansluiting vervolgstudie en MBO-opleiding
Niet alleen de omvang van de doorstroom richting het HBO is van belang, maar ook de vraag of de gediplomeerden van opleidingen ECABO in het verlengde van hun MBO-opleiding gaan doorleren. Om dit te analyseren leggen we de gevolgde opleiding op het MBO naast de vervolgopleiding op het HBO, waarna we de vervolgopleiding classificeren (in Bijlage 4 vindt u hiervan een aantal voorbeelden). Naast deze ‘objectieve’ benadering van de aansluiting van de vervolgopleiding hebben we de gediplomeerden zelf gevraagd hoe zij de aansluiting ervaren; hebben zij gezien hun huidige bezigheden veel aan de opleiding gehad? We noemen dit de subjectieve benadering. 5.2.1
Objectieve benadering
In Figuur 5.323 op de volgende pagina is een beeld gegeven van de mate van doorstroom in de eigen sector (Economie)24. Ook hierbij beperken we ons tot gediplomeerden van BOL-opleidingen op niveau 4. NB In overleg met ECABO is vastgesteld welke vervolgopleidingen op het HBO verwant zijn aan de MBOopleidingen binnen het domein van ECABO25 en welke overige HBO-opleidingen binnen de sector Economie vallen26. Zo zijn bijvoorbeeld de ICT-opleidingen (zoals technische informatica) op het HBO, die vallen in de sector Techniek, toch meegenomen als zijnde opleidingen in de sector Economie. Een overzicht van de indeling van HBO-opleidingen vindt u in Bijlage 5. Bij de landelijke standaardindeling hanteren we in eerste instantie een indeling van opleidingen in sectoren op basis van de indeling volgens de Informatie Beheer Groep (zie ook Bijlage 4). Gediplomeerde schoolverlaters van sociaal-juridische opleidingen (sector Economie) die in een verwante opleiding doorleren komen hierbij standaard terecht in een andere sector (sociaal-juridisch valt op het HBO binnen de sector Zorg & Welzijn). Een overzicht van de landelijke indeling van HBO-opleidingen vindt u in Bijlage 6. Van alle gediplomeerde BOL-ers op niveau 4 van ECABO die kiezen voor een vervolgopleiding kiest een ruime meerderheid (ieder jaar rond de 85%) voor een vervolgopleiding in de eigen sector (sector Economie27).
De absolute aantallen die genoemd worden in de figuur, hebben betrekking op het jaar 2010 en zijn niet geldig voor alle jaren. Omdat het voor HBO-opleidingen in sommige gevallen moeilijk is om een goede koppeling te maken met een bepaald kenniscentrum, beperken we ons hier tot de mate van doorstroom binnen de eigen sector. 25 De aan ECABO verwante HBO-opleidingen vormen een deel van alle HBO-opleidingen binnen de sector Economie. In overleg met ECABO is afgesproken welke HBO-opleidingen verwant zijn aan ECABO-opleidingen. Het aantal en de soort HBO-opleidingen dat verwant is aan de gevolgde opleiding binnen ECABO is per kwalificatierichting verschillend. Verwante HBO-opleidingen aan opleidingen van de kwalificatierichting Juridisch zijn bijvoorbeeld andere opleidingen dan verwante HBO-opleidingen aan de kwalificatierichting Commercieel. 26 Deze indeling is in overleg met ECABO vastgesteld. Aangezien deze indeling in 2010 iets is bijgesteld kan het zijn dat de uitkomsten van 2009 en 2008 die in dit rapport worden gepresenteerd (iets) afwijken van de uitkomsten voor deze jaren die in het rapport van afgelopen keer zijn gepresenteerd. 27 Op basis van de indeling in overleg met ECABO. 23 24
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
56
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Als we de doorstroom binnen de eigen sector echter bekijken aan de hand van de landelijke standaardindeling, zien we dat het aandeel gediplomeerden ECABO dat voor een vervolgopleiding heeft gekozen binnen de eigen sector (Economie) in 2010 lager is (80%). Landelijk (voor alle opleidingen bij elkaar) is het aandeel dat doorleert binnen de eigen sector onder gediplomeerden in 2010 kleiner (72%) dan voor ECABO. Figuur 5.3
Aandeel MBO-verlaters met een BOL-opleiding op niveau 4 dat doorleert op het HBO binnen de eigen sector, 2008-2010 (voor ECABO (totaal) gewogen) (indeling ECABO). 78% 78%
Secretariële beroepen (n=81)
88% 92% 92% 90%
Financiële beroepen (n=173) 80%
Commercieel (n=179)
87% 82% 87% 92% 83%
Bank- en verzekeringswezen (n=31) 75%
Logistiek (n=4)
77% 80% 83%
ICT Administratief (n=146)
Juridisch (n=138)
87% 82% 83%
ECABO (n=701)
84% 85% 85% 0%
20% 2010
2009
40%
60%
80%
100%
2008
Kwalificatierichting Van alle doorlerende BOL-ers van niveau 4 binnen ECABO, kiezen vooral de gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Financiële beroepen (92%), Bank- en verzekeringswezen en Juridisch (beiden 87%) vaak voor een vervolgopleiding binnen de sector Economie. Gediplomeerden van de kwalificatierichtingen ICT administratief en Secretariële beroepen kiezen in 2010 juist relatief vaak voor een vervolgopleiding in een andere sector (respectievelijk 23% en 22%). Door de jaren heen zien we dat het aandeel gediplomeerden van de verschillende kwalificatierichtingen dat doorleert binnen ECABO ongeveer gelijk blijft. Gediplomeerden van opleidingen ICT administratief die doorleren in een andere sector kiezen voornamelijk voor de opleiding Netwerk infrastructuur design. Gediplomeerden van opleidingen Secretariële beroepen die doorleren in een andere sector kiezen onder andere voor de opleidingen Maatschappelijk werk en dienstverlening en Leraar basisonderwijs.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
57
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Naast de mate van doorstroom in de eigen sector is voor de verschillende kwalificatierichtingen binnen ECABO ook gekeken naar de mate van doorstroom naar HBO-opleidingen die niet alleen binnen de eigen sector vallen, maar ook in het verlengde van de gevolgde opleiding. We hebben het dan bijvoorbeeld over een gediplomeerde Financiële beroepen die op het HBO gekozen heeft voor de opleiding Accountancy of een gediplomeerde ICT administratief die heeft gekozen voor de opleiding Bedrijfskundige Informatica. In Figuur 5.428 is een beeld gegeven van de mate van doorstroom naar verwante HBO-opleidingen. We zien voor alle jaren dat gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Juridisch (78% in 2010), Financiële beroepen (76% in 2010) en ICT administratief (64% in 2010) het vaakst kiezen voor een vervolgopleiding die verwant is aan de gevolgde MBO-opleiding. Opvallend is dat hoewel gediplomeerden van de kwalificatierichting Bank- en verzekeringswezen relatief vaak kiezen voor een vervolgopleiding binnen de eigen sector (87%) geen van hen in 2010 kiest voor een opleiding die verwant is aan de gevolgde opleiding. Verder valt op dat het aandeel BOL-ers van niveau 4 van de kwalificatierichting Secretariële beroepen dat kiest voor een verwante HBO-opleiding ieder jaar relatief klein is (16% in 2010). We moeten bij deze analyse wel opmerken dat het niet voor elke kwalificatierichting binnen ECABO mogelijk is om in gelijke mate verwante HBO-opleidingen aan te wijzen.
Figuur 5.4
Aandeel MBO-verlaters met een BOL-opleiding op niveau 4 dat op het HBO doorleert in een verwante opleiding, 2008-2010 (voor ECABO (totaal) gewogen). 16% 14%
Secretariële beroepen (n=81)
29% 76% 74% 71%
Financiële beroepen (n=173) 44% 44% 49%
Commercieel (n=179)
Bank- en verzekeringswezen (n=31)
2% 5%
Logistiek (n=4) 64% 69% 68%
ICT administratief (n=146)
78% 72% 74%
Juridisch (n=138) 56% 58% 59%
ECABO (n=701) 0%
20% 2010
28
40% 2009
60%
80%
100%
2008
De absolute aantallen die genoemd worden in de figuur, hebben betrekking op het jaar 2010 en zijn niet geldig voor alle jaren.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
58
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Meest gekozen vervolgopleidingen binnen de sector Economie De gediplomeerden van ECABO (van 2010) die kiezen voor een vervolgopleiding binnen de eigen sector (Economie) kiezen met name voor: •
HBO rechten (65 gediplomeerden),
•
Bedrijfseconomie (65 gediplomeerden),
•
Informatica (46 gediplomeerden),
•
Accountancy (41 gediplomeerden),
•
Commerciële economie (36 gediplomeerden),
•
Management, Economie en Recht (33 gediplomeerden),
•
Sociaal juridische dienstverlening (32 gediplomeerden),
•
Bedrijfskundige informatica (26 gediplomeerden),
•
Personeel en arbeid (25 gediplomeerden),
•
Small business en retail management (22 gediplomeerden).
5.2.2 Subjectieve benadering Hoewel de meerderheid van de doorlerende gediplomeerden een vervolgopleiding is gaan doen binnen de eigen sector en wat dat betreft dus een opleiding is gaan doen die aansluit bij de opleiding die zij op het MBO hebben gevolgd, is de vraag hoe zij zelf de aansluiting ervaren. Met andere woorden; vinden zij dat zij veel aan hun opleiding op het MBO hebben gehad, als ze kijken naar wat ze nu doen? Bijna driekwart (71%) van de doorlerende BOL-ers van ECABO van niveau 4 geeft aan dat zij, achteraf gezien, veel aan hun opleiding hebben gehad (zie Figuur 5.529 op de volgende pagina). Landelijk zijn de doorlerende BOL-gediplomeerden van niveau 4 ongeveer even vaak tevreden (72% in 2010). Ditzelfde beeld zagen we in voorgaande jaren. Binnen ECABO vinden in 2010 vooral de doorlerende gediplomeerden van de kwalificatierichting Financiële beroepen (78%) achteraf dat zij veel aan de MBO-opleiding hebben gehad. Doorlerende gediplomeerden van de kwalificatierichtingen Secretariële beroepen (63%) en ICT administratief (67%) geven minder vaak aan dat zij veel aan de opleiding hebben gehad. Een vergelijkbaar beeld zagen we ook in voorgaande jaren.
29
De absolute aantallen die genoemd worden in de figuur, hebben betrekking op het jaar 2010 en zijn niet geldig voor alle jaren.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
59
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 5.5
Hebben de doorlerende gediplomeerden (BOL op niveau 4 ) veel aan hun opleiding gehad, naar kwalificatierichting, 2008-2010? (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen). 63%
Secretariële beroepen (n=91)
74% 69% 78% 79% 84%
Financiële beroepen (n=187) 70% 65%
Commercieel (n=202)
73% 64% 68%
Bank- en verzekeringswezen (n=38)
80%
Logistiek (n=5)
57%
ICT administratief (n=180)
59%
67% 66% 72% 73% 77%
Juridisch (n=143)
71% 69% 75%
ECABO (n=795)
72% 71% 76%
Landelijk (n=2886) 0%
20% 2010
MBO-Kaart 2010 –ECABO
79%
40% 2009
60%
80%
100%
2008
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
60
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 6
DOORSTROOM VAN MBO-VERLATERS NAAR HET HBO
We kunnen onderzoeken in welke mate gediplomeerden van opleidingen ECABO doorstromen naar verwante (dan wel andere) opleidingen op het HBO (zie Hoofdstuk 5). Daarnaast kunnen we ook analyseren welke gediplomeerden (van ECABO en andere opleidingen) doorstromen naar het Hoger Economisch (beroeps)Onderwijs (HEO). Op deze wijze ontstaat een compleet beeld van de doorstroom tussen Middelbaar Economisch Onderwijs (MEO) en Hoger Economisch Onderwijs (HEO). We kijken hierbij alleen naar de HBO-opleidingen waarvoor de MBO-verlaters van 2010 (die aan het onderzoek hebben meegedaan) hebben gekozen. Het gaat dus niet om de totale instroom van alle MBO-ers (en andere opleidingen) naar HBO-opleidingen, maar puur om de opleidingen waar de MBO-verlaters die aan het onderzoek hebben meegedaan voor gekozen hebben. NB In overleg met ECABO is vastgesteld welke vervolgopleidingen op het HBO verwant zijn aan de MBOopleidingen binnen het domein van ECABO en welke overige HBO-opleidingen binnen de sector Economie vallen. Een overzicht van de indeling van HBO-opleidingen vindt u in Bijlage 5. De analyse doen we zowel vanuit de optiek van HBO-opleidingen verwant aan ECABO als vanuit de optiek van alle economische HBO-opleidingen.
6.1
Doorstroom naar HBO-opleidingen verwant aan ECABO
Bij de analyse van de doorstroom naar HBO-opleidingen verwant aan ECABO is uitgegaan van de groep doorlerende MBO-verlaters die voor een vervolgopleiding heeft gekozen die verwant is aan de MBO-opleidingen binnen het domein van ECABO. Gekeken is of de gediplomeerden die voor deze vervolgopleidingen gekozen hebben wel of niet een opleiding hebben gevolgd binnen ECABO. In Figuur 6.1 op de volgende pagina ziet u van welke opleidingen in het MBO (gepresenteerd naar kenniscentrum) de doorlerende gediplomeerden van 2010 komen die hebben gekozen voor vervolgopleidingen op het HBO die verwant zijn aan opleidingen binnen het domein van ECABO.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
61
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 6.1
Doorstroom van MBO-ers naar HBO-opleidingen verwant aan ECABO, 2010.
5%
2%
9%
9%
10% 60% 5% ECABO Calibris Kenwerk KC Handel GOC Kenteq Overige kenniscentra
In totaal hebben 1.020 MBO-verlaters van 2010 (die aan het onderzoek hebben deelgenomen) gekozen voor een HBO-opleiding die verwant is aan ECABO. De meerderheid (60%) van deze gediplomeerde MBO-verlaters heeft een opleiding binnen het domein van ECABO gevolgd. Zij zijn met name afkomstig van opleidingen binnen de kwalificatierichtingen Financiële beroepen, Commercieel, Juridisch en ICT administratief. 9% van de (1.020) gediplomeerden die gekozen hebben voor een aan ECABO verwante HBOopleiding heeft op het MBO een handelsopleiding gedaan (KC Handel). Zij zijn met name afkomstig van opleidingen detailhandel. Daarnaast heeft 10% een opleiding gedaan binnen het kenniscentrum Kenwerk. Het gaat hier met name om gediplomeerden van de opleidingen toerisme / recreatie en horeca.
NB
Hoewel we bij deze analyse alleen kijken naar de situatie van 2010, kunnen we opmerken dat het beeld zoals dat hierboven geschetst is, vergelijkbaar is met het beeld van voorgaande jaren.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
62
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Kader: Commerciële Economie Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 76 gediplomeerden (2010) hebben gekozen voor de opleiding Commerciële Economie op het HBO. Van deze 76 gediplomeerden heeft 64% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de kwalificatierichtingen: -
Commercieel: 40 gediplomeerden,
-
Financiële beroepen: 4 gediplomeerden,
-
ICT administratief: 3 gediplomeerden,
-
Secretariële beroepen: 2 gediplomeerden.
Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Commerciële Economie. 14 van de 76 gediplomeerden (18%) die hebben gekozen voor deze HBO-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van KC Handel. De overige MBO-gediplomeerden die de opleiding Commerciële Economie op het HBO zijn gaan doen komen onder andere van opleidingen Kenwerk (9%).
Kader: HBO Rechten Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 72 gediplomeerden (2010) hebben gekozen voor de opleiding Rechten op het HBO. Van deze 72 gediplomeerden heeft 90% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de kwalificatierichtingen: -
Juridisch: 50 gediplomeerden,
-
Secretariële beroepen: 8 gediplomeerden,
-
Financiële beroepen: 4 gediplomeerden,
-
Commercieel: 2 gediplomeerden,
-
ICT administratief: 1 gediplomeerde.
Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding HBO Rechten. 4 van de 72 gediplomeerden (6%) die hebben gekozen voor deze HBO-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van Calibris. De overige 3 MBO-gediplomeerden die de opleiding HBO rechten zijn gaan doen komen van opleidingen Kenwerk, Savantis en GOC.
Kader: Facility management Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 57 gediplomeerden (2010) hebben gekozen voor de opleiding Facility management op het HBO. Van deze 57 gediplomeerden heeft 23% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de kwalificatierichtingen: -
Secretariële beroepen; 5 gediplomeerden,
-
Commercieel: 5 gediplomeerden,
-
Financiële beroepen: 3 gediplomeerden.
Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Facility management. 26 van de 57 gediplomeerden (46%) die hebben gekozen voor deze HBO-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van Kenwerk. De overige MBO-gediplomeerden die de opleiding Facility management op het HBO zijn gaan doen komen onder andere van opleidingen Calibris (12%) en KC Handel (9%).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
63
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 6.2
Doorstroom naar economische HBO-opleidingen
Dezelfde analyse als in de vorige paragraaf, kunnen we maken voor alle economische HBOopleidingen (dus inclusief de HBO-opleidingen die verwant zijn aan de MBO-opleidingen van ECABO). In Figuur 6.2 ziet u van welke opleidingen in het MBO (gepresenteerd naar kenniscentrum) de doorlerende gediplomeerden van 2010 komen die hebben gekozen voor economische vervolgopleidingen op het HBO. In totaal hebben 1.135 MBO-gediplomeerden van 2010 (die hebben meegedaan aan het onderzoek en die verder zijn gaan leren) gekozen voor een economische HBO-opleiding. Van deze MBO-ers heeft de meerderheid (57%) een opleiding op het MBO gedaan binnen het domein van ECABO. Zij hebben voornamelijk een opleiding gevolgd binnen de kwalificatierichtingen Commercieel en Financiële beroepen. Daarnaast komen de gediplomeerden die hebben gekozen voor een economische HBO-opleiding vooral van opleidingen binnen Kenwerk (13%) en KC Handel (9%).
Figuur 6.2
Doorstroom van MBO-ers naar alle economische HBOopleidingen, 2010.
5%
9%
2%
9%
13%
57% 5%
ECABO Calibris Kenwerk KC Handel GOC Kenteq Overige kenniscentra
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
64
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Kader: Commerciële bedrijfskunde Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 54 gediplomeerden (2010) hebben gekozen voor de opleiding Commerciële bedrijfskunde op het HBO. Van deze 54 gediplomeerden heeft 41% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de kwalificatierichtingen: -
Commercieel: 13 gediplomeerden,
-
Financiële beroepen: 3 gediplomeerden,
-
Juridisch: 3 gediplomeerden,
-
ICT administratief: 2 gediplomeerden,
-
Secretariële beroepen; 1 gediplomeerde.
Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Commerciële bedrijfskunde. 14 van de 54 gediplomeerden (26%) die hebben gekozen voor deze HBO-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van KC Handel. De overige MBO-gediplomeerden die de opleiding Bedrijfseconomie op het HBO zijn gaan doen komen onder andere van opleidingen Kenwerk (15%) en Calibris (7%).
Kader: Informatica Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 53 gediplomeerden (2010) hebben gekozen voor de opleiding Informatica op het HBO. Van deze 53 gediplomeerden heeft 87% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de kwalificatierichting ICT administratief (46 gediplomeerden). Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Informatica. 3 van de 53 gediplomeerden (6%) die hebben gekozen voor deze HBO-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van GOC. De overige 4 MBO-gediplomeerden die de opleiding Informatica op het HBO zijn gaan doen komen van opleidingen Kenteq, PMLF, VTL en KC Handel.
Kader: Personeel en arbeid Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 43 gediplomeerden (2010) hebben gekozen voor de opleiding Personeel en arbeid op het HBO. Van deze 43 gediplomeerden heeft 58% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de kwalificatierichtingen: -
Secretariële beroepen: 8 gediplomeerden,
-
Juridisch: 7 gediplomeerden,
-
Commercieel: 5 gediplomeerden,
-
Financiële beroepen: 4 gediplomeerden,
-
ICT administratief: 1 gediplomeerde.
Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Personeel en arbeid. 9 van de 43 gediplomeerden (21%) die hebben gekozen voor deze HBO-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van Kenwerk en 4 gediplomeerden (9%) binnen het domein van Calibris. De overige MBO-gediplomeerden die de opleiding Personeel en arbeid op het HBO zijn gaan doen komen van opleidingen KC Handel (5%), Savantis (5%) en Aeqour (2%).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
65
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Kader: Sociaal juridische dienstverlening Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 38 gediplomeerden (2010) hebben gekozen voor de opleiding Sociaal juridische dienstverlening op het HBO. Van deze 38 gediplomeerden heeft 84% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de kwalificatierichtingen: -
Juridisch: 25 gediplomeerden,
-
Secretariële beroepen: 5 gediplomeerden,
-
Commercieel: 2 gediplomeerden.
Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Sociaal juridische dienstverlening. 3 van de 38 gediplomeerden (8%) die hebben gekozen voor deze HBO-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van Calibris. De overige 3 MBO-gediplomeerden die de opleiding Sociaal juridische diensteverlening op het HBO zijn gaan doen komen van opleidingen Kenwerk (2 gediplomeerden) en KC Handel (1 gediplomeerde).
Kader: Media en entertainment management Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 27 gediplomeerden (2010) hebben gekozen voor de opleiding Media en entertainment management op het HBO. Van deze 27 gediplomeerden heeft 19% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de kwalificatierichting Commercieel (5 gediplomeerden). Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Media en entertainment management. 6 van de 27 gediplomeerden (22%) die hebben gekozen voor deze HBO-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van GOC. De overige MBO-gediplomeerden die de opleiding Media en entertainment management op het HBO zijn gaan doen komen onder andere van opleidingen Kenwerk (15%), KC Handel en Calibris (beiden 11%).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
66
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 7
Tevredenheid over opleidingen
De MBO-verlaters hebben in het onderzoek onder andere hun mening kunnen geven over een aantal kwaliteitsaspecten. Zo hebben zij over de opleiding aangegeven of zij wel of niet tevreden zijn op het punt van: (1) de aansluiting van de theorie op het praktijkgedeelte van de opleiding (BOL) of de bruikbaarheid van de theorie in het werk (BBL) en (2) de zinvolheid van de opleiding (hebben zij veel aan de opleiding gehad?). Daarnaast is aan de BBL-ers gevraagd of zij tevreden zijn met de begeleiding die zij van hun (leer)bedrijf hebben gekregen tijdens het werk. 7.1
Tevredenheid over de opleiding
Gediplomeerden van opleidingen ECABO van 2010 zijn over het algemeen tevreden over hun gevolgde opleiding. In Figuur 7.1 op de volgende pagina zien we dat ruim tweederde (69%) van de gediplomeerden tevreden is over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie en 71% aangeeft dat zij, gezien hun huidige bezigheden, veel aan de opleiding hebben gehad. Een vergelijkbaar beeld zagen we in voorgaande jaren. Landelijk zijn de gediplomeerden (van 2010) ongeveer even tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie (71%) en geven zij iets vaker aan veel aan hun opleiding te hebben gehad (74%). Ook landelijk zagen we voorgaande jaren een vergelijkbaar beeld. Kwalificatierichting Van alle gediplomeerden van 2010 binnen ECABO zijn gediplomeerden van de kwalificatierichting Bank- en verzekeringswezen het meest tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie (77%); gediplomeerden van de kwalificatierichting orde en veiligheid zijn het meest tevreden over de zinvolheid van de opleiding (80%). In 2009 waren gediplomeerden van de kwalificatierichting Orde en veiligheid over beide aspecten het vaakst tevreden, maar zij zijn in 2010 duidelijk minder vaak tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie (70%) dan in 2009 (82%). Gediplomeerden van de kwalificatierichting ICT administratief zijn, net als in 2008 en 2009, het minst tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie (55% is tevreden) en de zinvolheid van de opleiding (64% is tevreden); over beide aspecten zijn zij wel vaker positief dan we zagen in 2009. Binnen de kwalificatierichting ICT administratief zien we dat het aandeel gediplomeerden dat tevreden is over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie voor alle opleidingen ongeveer gelijk is. Over de zinvolheid van de opleiding zijn gediplomeerden van de opleiding applicatie ontwikkelaar (47%) het minst vaak tevreden.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
67
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur 7.1
Beoordeling van de opleiding (het percentage dat tevreden is), 2010 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretariële beroepen (n=352)
75%
67%
70% 75%
Financiële beroepen (n=353)
69% 68%
Commercieel (n=306) Bank- en verzekeringswezen (n=53)
71%
77%
74%
Logistiek (n=15) 55%
ICT administratief (n=353)
64% 62%
Juridisch (n=240)
80%
71% 70%
Orde en veiligheid (n=222)
81%
69% 71%
ECABO (n=1898)
71% 74%
Landelijk (n=11721) 0%
20%
40%
60%
80%
100%
tevreden over aansluiting / bruikbaarheid theorie veel aan opleiding gehad
Niveau en leerweg Gediplomeerden van opleidingen ECABO van niveau 3 zijn in 2010 minder vaak tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie (62% is tevreden) en de zinvolheid van de opleiding (64%) dan gediplomeerden van de andere niveaus. Gediplomeerden van niveau 2 zijn, net als in 2008 en 2009, het meest tevreden over beide aspecten (respectievelijk 76% en 77%). Bekijken we de resultaten naar leerweg, dan zien we dat BOL-ers vaker tevreden zijn over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie (68%) dan BBL-ers (64%); BBL-ers zijn vaker tevreden over de zinvolheid van de opleiding (76%) dan BOL-ers (69%). In de afgelopen jaren zagen we een wisselend beeld. Geslacht en etniciteit Vrouwelijke gediplomeerden zijn de afgelopen jaren elk jaar iets vaker tevreden (elk jaar rond 72%) dan mannelijke gediplomeerden ( ieder jaar rond 67%) over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie; over de zinvolheid van de opleiding zijn mannelijke gediplomeerden in 2010, in tegenstelling tot 2008 en 2009, iets vaker tevreden (71%) dan vrouwelijke gediplomeerden (60%).
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
68
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Allochtone gediplomeerden zijn in alle jaren iets vaker tevreden dan autochtone gediplomeerden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie. Over de zinvolheid van de opleiding zijn autochtonen in 2010 iets vaker tevreden dan allochtonen. In voorgaande jaren waren allochtonen hier vaker tevreden over. Bestemming We kunnen de tevredenheid over de opleiding ook bekijken naar bestemming van de gediplomeerden. Opvallend is dat werkloze gediplomeerden in alle jaren vaker tevreden zijn over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie (elk jaar rond 73%) dan werkende en doorlerende gediplomeerden (beiden elk jaar rond 68%). Over de zinvolheid van de opleiding zien we in alle jaren weinig verschillen naar bestemming van de gediplomeerden. Regio Gediplomeerden van opleidingen ECABO uit de regio’s Noord en Noordwest zijn in 2010 relatief minder vaak tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie (respectievelijk 57% en 65%) en de zinvolheid van de opleiding (respectievelijk 64% en 66%) dan gediplomeerden uit de andere regio’s. Ook in 2009 waren gediplomeerden uit deze twee regio’s het minst vaak tevreden over beide aspecten.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
69
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 7.2
Tevredenheid over de begeleiding door (leer)bedrijf
Een belangrijk aspect van de opleiding voor BBL-ers is de begeleiding die zij krijgen van het bedrijf waar ze tijdens de opleiding werken. Aan de gediplomeerde BBL-ers is gevraagd of zij tevreden zijn over de begeleiding die zij van het bedrijf hebben gekregen. Elk jaar is ongeveer driekwart van de BBL-ers (77% in 2010) van opleidingen ECABO tevreden over de begeleiding door het (leer)bedrijf. Landelijk zien we dat dit aandeel elk jaar iets groter is (elk jaar 82% of 83%). In Figuur 7.2 zijn de uitkomsten voor 2010 voor ECABO en op landelijk niveau weergegeven. Kwalificatierichting30 Bekijken we de kwalificatierichtingen met meer dan 20 BBL-gediplomeerden, dan zien we dat BBLers van de kwalificatierichtingen Juridisch (91%) en Secretariële beroepen (88%) duidelijk vaker tevreden zijn over de begeleiding door het bedrijf dan BBL-ers van de kwalificatierichting Orde en veiligheid (65%).
Figuur 7.2
Beoordeling van BBL-ers over de begeleiding door het (leer)bedrijf (het percentage dat tevreden is), 2010 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretariële beroepen (n=35)
88%
Financiële beroepen (n=12)
75%
Commercieel (n=6)
83%
Logistiek (n=6)
67%
ICT administratief (n=10) Juridisch (n=44)
91%
Orde en veiligheid (n=57)
65%
ECABO (n=180)
77%
Landelijk (n=3994)
83% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
2010
30 Vanwege de kleine absolute aantallen BBL-gediplomeerden waarover we gegevens hebben per kwalificatierichting, nemen we in deze analyse alleen de kwalificatierichtingen Secretariële beroepen, Juridisch en Orde en veiligheid mee. In de figuur zijn wel alle kwalificatierichtingen weergegeven.
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
70
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 BIJLAGEN B1
Wegingsfactoren ECABO (2010)
B2
Eerste bestemming naar kwalificatierichting en leerweg
B3
Voorbeelden classificatie diplomarendement
B4
Voorbeelden classificatie aansluiting vervolgopleiding
B5
Overzicht verwante HBO-opleidingen – indeling ECABO
B6
Overzicht verwante HBO-opleidingen – standaardindeling
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
71
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 B1
WEGINGSFACTOREN ECABO (2010)
In onderstaand overzicht is voor de opleidingen binnen ECABO de wegingsfactoren weergegeven voor 2010. O v e r z i c h t B 1 Wegingsfactoren 2010
kwalificatierichting
landelijke populatie
onderzoeksbestand
(aantal diploma’s)
(aantal MBO-verlaters)
wegingsfactor
aantal
verhouding
aantal
verhouding
factor
berekening
Secretariële beroepen
4210
15%
382
19%
0.79
15/19
Financiële beroepen
5439
20%
382
19%
1.05
20/19
Commercieel
3264
12%
331
16%
0.75
12/16
Bank- en verzekeringswezen
1292
4,7%
55
2,7%
1.74
4,7/2,7
Logistiek
31
0,1%
15
0,7%
0.14
0,1/0,7
ICT Administratief
5461
20%
372
18%
1.11
20/18
Juridisch
2506
9,1%
255
12%
0.76
9,1/12
Informatiedienstverlening
80
0,3%
0
0%
1
Orde en veiligheid
5126
19%
253
12%
1.58
19/12
totaal ECABO
27.409
100%
2.029
100%
--
--
MBO-Kaart 2010 –ECABO
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
72
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 B2
EERSTE BESTEMMING NAAR KWALIFICATIERICHTING EN LEERWEG
Figuur B2a
Eerste bestemming van BOL MBO-verlaters ECABO naar kwalificatierichting, 2010 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretariële beroepen (n=338)
Financiële beroepen (n=365)
18%
28%
Commercieel (n=323)
20%
24%
Bank- en verzekeringswezen (n=55)
Logistiek (n=9)
ICT administratief (n=361)
4% 2%
Landelijk (n=8213)
4% 1%
6% 2%
20% werken
15%
31%
12% 40%
combinatie werken / leren
3%
8% 2%
38%
14%
48% 0%
8% 2%
61%
75%
38%
11%
47%
17%
17%
ECABO 2010 (n=1842)
2%
11%
10%
Orde en veiligheid (n=185)
MBO-Kaart 2010 –ECABO
50%
56%
33%
Juridisch (n=210)
6% 2%
53%
11%
11%
46%
24%
22%
10% 1%
24%
12%
52%
60% doorleren
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
80% werkloos
6% 2% 100% anders
73
ECABO 2011 – Gediplomeerden MBO 2010 Figuur B2b
Eerste bestemming van BBL MBO-verlaters ECABO naar kwalificatierichting, 2010 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretariële beroepen (n=41)
20%
66%
Financiële beroepen (n=16)
19%
69%
Commercieel (n=7)
9%
91%
Juridisch (n=44)
Orde en veiligheid (n=68)
76%
ECABO 2010 (n=208)
74%
6%
12%
20% werken
40%
combinatie werken / leren
15%
60% doorleren
80% werkloos
DUO ONDERWIJSONDERZOEK
3%
1% 10% 2% 9% 1%
84% 0%
7% 2%
23%
68%
Landelijk (n=4294)
6%
50%
50%
ICT Administratief (n=11)
MBO-Kaart 2010 –ECABO
6%
14%
86%
Logistiek (n=6)
2% 10% 2%
4%
2%
100% anders
74