Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO Analyse van de positie van gediplomeerden van het mbo van opleidingen binnen ECABO op basis van de gegevens van de MBO-Kaart 2004-2006
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO Analyse van de positie van gediplomeerden van het mbo van opleidingen binnen ECABO op basis van de gegevens van de MBO-Kaart 2004-2006
Toppen Onderzoek & Beleid bv Oktober 2007
y
Voorwoord Voor u ligt een rapportage over de analyse van de positie van deelnemers met een ECABO-opleiding op de arbeidsmarkt en in het vervolgonderwijs. De informatie is verkregen uit het onderzoek met de MBO-Kaart dat jaarlijks door Toppen Onderzoek & Beleid bv te Utrecht wordt uitgevoerd in opdracht van roc’s in Nederland. Bij het onderzoek met de MBO-Kaart wordt onderzocht wat de uitstroompositie is van gediplomeerden van het roc ongeveer een half jaar na afstuderen. Dit onderzoek wordt al gedurende een groot aantal jaren uitgevoerd. Het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven ECABO heeft Toppen Onderzoek & Beleid bv verzocht om nader in te zoomen op de opleidingen die vallen binnen het domein van ECABO. De voorliggende rapportage is een vervolg op het rapport ‘Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO’ van maart 2005 over de uitkomsten van gediplomeerden van (met name) het schooljaar 2002-2003 en Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO’ van juli 2006 over de uitkomsten van gediplomeerden van (met name) het schooljaar 2003-2004. ECABO is het landelijk Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven voor de economischadministratieve, ICT- en veiligheidsberoepen. Ongeveer een kwart van alle deelnemers op het mbo volgt op de verschillende niveaus en in de verschillende leerwegen een ECABO-opleiding. Een centrale doelstelling van ECABO is een zo goed mogelijke aansluiting te bewerkstellingen van opleidingen op de arbeidsmarkt. Daarvoor is onder meer kennis nodig over de positie van afgestudeerden op de arbeidsmarkt. Nieuw dit jaar In tegenstelling tot het rapport van juli 2006 zal er in dit rapport geen specifieke aandacht uitgaan naar de verschillen in de uitkomsten van gediplomeerden van ICT-opleidingen van ECABO en gediplomeerden van ICT-opleidingen van Kenteq. Reden hiervoor is dat er dit jaar in opdracht van het Loket MBO-ICT een vergelijkbare analyse van de uitkomsten van gediplomeerden van ICT(verwante)opleidingen zal worden uitgevoerd als in onderliggend rapport voor opleidingen ECABO is gedaan. Het rapport met de uitkomsten voor de gediplomeerden ICT zal naar verwachting in oktober 2007 worden uitgebracht. Er zijn dit jaar echter ook uitbreidingen gedaan in de analyse van de bestemming van schoolverlaters van opleidingen ECABO. Naast informatie over de bestemming van de gediplomeerden nadat zij de school hebben verlaten (op basis van de ingevulde vragenlijsten) hebben we ook zicht op de interne doorstroom na diplomering binnen een school (op basis van de administratiebestanden van de deelnemende instellingen). We kunnen hiermee de relatieve omvang van de interne doorstroom beschrijven en typeren naar verschillende opleidings- en deelnemerskenmerken en vaststellen of de gekozen vervolgopleiding in het verlengde ligt van de gevolgde opleiding. Wat betreft de doorstroom van gediplomeerden naar het HBO worden ook dit jaar een aantal hboopleidingen apart besproken. Naast de doorstroom naar de hbo-opleidingen Commercieel, Management, economie en recht (MER) en Personeel en arbeid wordt in dit rapport ook de doorstroom naar de opleidingen Bedrijfseconomie, Accountancy en Bedrijfskundige informatica apart bekeken. Het onderzoek is binnen ons bureau uitgevoerd door Sonja van der Neut. Mochten er vragen of opmerkingen zijn bij dit rapport, dan kunt u contact met haar opnemen. We hopen dat ECABO de in dit rapport gepresenteerde gegevens (wederom) goed kan gebruiken bij haar activiteiten als landelijk Kenniscentrum. Utrecht, oktober 2007
Toppen Onderzoek & Beleid bv Drs. J.C. Toppen
1
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
y
Inhoudsopgave
1
y
Voorwoord
2
y
Inhoudsopgave
3
y
Inleiding
6 6 6
y y y
1
Het onderzoek met de MBO-Kaart 1.1 Afbakening van de onderzoekspopulatie mbo-verlaters 1.2 Representativiteit uitkomsten en wegingprocedure
8 8 10 11 15
y y y y y
2
Eerste bestemming 2.1 Interne doorstroom binnen het roc 2.2 Bestemming van gediplomeerde mbo-verlaters 2.3 De keuze voor werken of doorleren 2.4 Werkloosheid onder gediplomeerden
17 17 20 20 23 24 25
y y y y y y y
3
Werken 3.1 Baanperspectief voor gediplomeerden 3.2 Diplomarendement 3.2.1 Objectieve benadering 3.2.2 Subjectieve benadering 3.3 Allocatie werkenden naar bedrijfstakken 3.4 Beroepspraktijkvorming
27 27 29
y y y
4
Opname van mbo-verlaters door de arbeidsmarkt 4.1 Opname vanuit optiek beroepen 4.2 Opname vanuit optiek bedrijfstakken
31 31 34 34 36
y y y y y
5
Doorleren 5.1 Doorstroom en kwalificatiewinst 5.2 Aansluiting vervolgstudie en mbo-opleiding 5.2.1 Objectieve benadering 5.2.2 Subjectieve benadering
38 38 40
y y y
6
Doorstroom van MBO-verlaters naar het HBO 6.1 Doorstroom naar hbo-opleidingen verwant aan ECABO 6.2 Doorstroom naar economische hbo-opleidingen
42 42 43
y y y
7
Tevredenheid over opleidingen 7.1 Tevredenheid over de opleiding 7.2 Tevredenheid over de begeleiding door (leer)bedrijf
45
y
8
Samenvatting
50
y
Bijlagen B1 B2 B3 B4 B5 B6
y
2
y
Wegingsfactoren ECABO (2006) Eerste bestemming naar opleidingsrichting en leerweg Voorbeelden classificatie diplomarendement Voorbeelden classificatie aansluiting vervolgopleiding Overzicht verwante hbo-opleidingen - indeling ECABO Overzicht verwante hbo-opleidingen - standaardindeling
Tabellen en vragenlijsten (deze zijn in een afzonderlijke band opgenomen) y Tabellen per hoofdstuk y Vragenlijst MBO-Kaart 2006 (BOL en BBL)
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
y
Inleiding In deze inleiding willen we graag een korte toelichting geven bij het onderzoek MBO-Kaart waarvan de informatie over gediplomeerden van 2004-2006 van opleidingen binnen ECABO, die in deze rapportage gepresenteerd wordt, afkomstig is. Daarnaast geven we aan hoe de uitkomsten gepresenteerd worden en hoe het rapport is opgebouwd. Het onderzoek MBO-Kaart Het schoolverlatersonderzoek MBO-Kaart wordt al een groot aantal jaren uitgevoerd in opdracht van individuele roc’s (en ook aoc’s) in Nederland. Bij het onderzoek ontvangen gediplomeerde schoolverlaters ruim een half jaar na het verlaten van de school een enquête met vragen over hun positie op dat moment. Daarbij komen onder meer de volgende thema’s aan de orde: • de eerste bestemming (werk, vervolgopleiding, werkloos, anders), • informatie over werken (beroep, bedrijf, salaris, aanstelling, rol beroepspraktijkvorming), • informatie over doorleren (vervolgopleiding, naam school), • tevredenheid over een aantal kwaliteitsaspecten met betrekking tot de opleiding en de school (aansluiting, begeleiding, examinering etc.). In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ zijn exemplaren van de vragenlijsten MBO-Kaart 2006 (BOL en BBL) opgenomen. In het onderstaande Overzicht 0.1 geven we een beeld van de totale landelijke deelname aan het onderzoek met de MBO-Kaart (of een maatwerktraject hiervan) in de afgelopen drie jaren. De respons op het onderzoek ligt ieder jaar rond de 50%1. Overzicht 0.1
Deelname MBO-Kaart 2004, 2005 en 2006
jaar
2004
2005
2006
aantal deelnemende roc’s aantal aangeschreven schoolverlaters respons
18 26.277 54%
17 25.450 46%
21 36.012 43%
Bron:Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
In 2006 zijn er in totaal 6.861 gediplomeerden van opleidingen binnen ECABO aangeschreven, met een respons van 39%. In 2005 zijn 5.865 gediplomeerden aangeschreven en in 2004 5.586 gediplomeerden. De respons voor deze jaren was respectievelijk 44% in 2005 en 53% in 2004. De respons voor ECABO is dus ieder jaar iets lager dan de landelijke respons (van alle opleidingen bij elkaar). In Overzicht 0.2 is voor de groep aangeschreven schoolverlaters onderscheid gemaakt naar leerweg en niveau. De verdeling naar niveau is onder aangeschreven schoolverlaters van ECABO ongeveer gelijk aan de verdeling binnen de landelijke groep aangeschreven schoolverlaters. Naar leerweg zien we echter een aanzienlijk groter verschil: gediplomeerden van ECABO hebben vaker een opleiding in de beroepsopleidende leerweg (BOL) gedaan. Overzicht 0.2
Verdeling deelname MBO-Kaart naar leerweg en niveau 2004, 2005 en 2006 jaar
aantal aangeschreven schoolverlaters
Landelijk (alle opleidingen)
2004 2005 2006
26.277 25.450 36.012
niveau niv. 1 en 2 niv. 3 en 4 22% 78% 27% 73% 28% 72%
ECABO
2004 2005 2006
5.586 5.865 6.861
23% 26% 27%
77% 74% 73%
BOL 61% 66% 65% 92% 93% 94%
leerweg BBL 39% 34% 35% 8% 7% 6%
Bron:Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
1
De respons ligt in 2005 en 2006 lager dan in voorgaande jaren. Een door ons uitgevoerd non-responsonderzoek (2005) geeft aan dat er geen bijzondere reden is voor deze daling.
3
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Afbakening schoolverlaters In landelijke rapportages gaan we doorgaans uit van een iets andere afbakening van de groep schoolverlaters dan in het onderzoek (en in de rapportages voor de deelnemende instellingen), namelijk de groep mbo-verlaters; gediplomeerden die het mbo-veld hebben verlaten. Hier komen we in het eerste hoofdstuk op terug. In totaal is op basis van deze afbakening informatie beschikbaar over bijna 7.200 gediplomeerde mbo-verlaters van opleidingen ECABO van de laatste drie jaar. In onderstaand Overzicht 0.3 ziet u hoeveel gediplomeerden dit per jaar afzonderlijk zijn. Daarnaast ziet u hoe de onderverdeling van deze groep is naar niveau, leerweg en geslacht. We zien dat de groep mbo-verlaters elk jaar ongeveer dezelfde opbouw heeft qua verdeling van gediplomeerden naar niveau, leerweg en geslacht. Niet verwonderlijk bestaat de groep mbo-verlaters voor het merendeel uit gediplomeerden van opleidingen op niveau 3 en niveau 4, aangezien gediplomeerden op niveau 1 en 2 voor een belangrijk deel doorleren binnen het mbo. Overzicht 0.3
jaar 2004 2005 2006
Aantal mbo-verlaters met een opleiding ECABO 2004, 2005 en 2006
aantal mbo-verlaters 2.570 2.288 2.330
niveau niv. 1 en 2 niv. 3 en 4 17% 83% 18% 82% 20% 80%
BOL 92% 93% 94%
leerweg BBL 8% 7% 6%
man 49% 53% 50%
geslacht vrouw 51% 47% 50%
Bron:Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
Presentatie gegevens voor ECABO Binnen ECABO worden de gegevens gepresenteerd op het niveau van de opleidingsrichtingen. In dit rapport onderscheiden we de volgende opleidingsrichtingen: • Secretarieel • Bedrijfsadministratie • Commercieel • Bank- en verzekeringswezen • Logistiek • Juridisch • Orde en veiligheid • ICT Administratief Over de opleidingsrichting Informatiedienstverlening zijn geen gegevens beschikbaar. Bij de interpretatie van de uitkomsten naar opleidingsrichting is het belangrijk om rekening te houden met de opbouw van de groep mbo-verlaters per opleidingsrichting; niet binnen alle opleidingsrichtingen is de verhouding tussen de leerwegen (BOL / BBL), niveaus van de opleiding en geslacht hetzelfde. In Overzicht 0.4 vindt u een overzicht van de opbouw van de groep mboverlaters van 2006 naar opleidingsrichting binnen ECABO. Overzicht 0.4
Aantal mbo-verlaters met een opleiding ECABO, naar opleidingsrichting 2006
opleidingsrichting
aantal mbo-verlaters
Secretarieel Bedrijfsadministratie Commercieel Bank- en verzekeringswezen Logistiek Juridisch Orde en veiligheid ICT Administratief
448 457 277 156 18 314 263 397
niveau niv. 1 en 2 niv. 3 en 4 22% 78% 11% 89% 9% 91% 100% 100% 100% 98% 2% 5% 95%
leerweg BOL BBL 91% 9% 95% 5% 97% 3% 99% 1% 94% 6% 99% 1% 76% 24% 97% 3%
geslacht man vrouw 3% 97% 51% 49% 56% 44% 62% 38% 94% 6% 23% 77% 79% 21% 94% 6%
Bron:Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
4
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Vergelijking met uitkomsten op landelijk niveau De uitkomsten voor ECABO als geheel worden, waar mogelijk, vergeleken met uitkomsten op landelijk niveau. De landelijke uitkomsten zijn de uitkomsten van de gediplomeerden (mboverlaters) van alle mbo-opleidingen, leerwegen en niveaus die hebben meegedaan aan het onderzoek MBO-Kaart. In het rapport worden de landelijke uitkomsten onder andere aangeduid als: ‘landelijk’ en ‘landelijk niveau’. Gewogen uitkomsten De uitkomsten voor ECABO als geheel (alle opleidingen binnen ECABO bij elkaar) en de landelijke uitkomsten die gepresenteerd worden zijn zogenaamde ‘gewogen’ uitkomsten. Hier komen we in paragraaf 1.2 op terug. Opbouw rapport Voorafgaand aan de werkelijke analyse zullen we in het eerste Hoofdstuk meer in detail stilstaan bij het onderzoek MBO-Kaart en de representativiteit van de uitkomsten. Dit is noodzakelijk om tot een goede interpretatie van de uitkomsten te komen. Vervolgens bekijken we in Hoofdstuk 2 de bestemming van de gediplomeerden. In Hoofdstuk 3 gaan we dieper in op de gediplomeerden die zijn gaan werken. In Hoofdstuk 4 komt de opname van gediplomeerden door de arbeidsmarkt aan de orde. In Hoofdstuk 5 gaan we dieper in op de gediplomeerden die hebben gekozen voor een vervolgopleiding. In Hoofdstuk 6 bekijken we de doorstroom naar vervolgonderwijs vanuit het oogpunt van de economische hbo-opleidingen. In Hoofdstuk 7 gaan we in op de tevredenheid van gediplomeerden met betrekking tot de door hen gevolgde opleiding. In het laatste hoofdstuk sluiten we af met een korte samenvatting van de belangrijkste uitkomsten. Niet alle uitkomsten die in deze rapportage geanalyseerd worden, worden in de vorm van grafieken of tabellen gepresenteerd. In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ vindt u daarom een uitgebreide tabellenbijlage met daarin alle uitkomsten die voor de analyse gebruikt zijn. Zij zijn op eenzelfde wijze geordend als de rapportage. Hierin vindt u ook de uitkomsten uitgesplitst naar opleiding (alle crebo’s) binnen ECABO.
5
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
1
y
Het onderzoek met de MBO-Kaart Om de uitkomsten over de positie van gediplomeerden van opleidingen van ECABO op een juiste wijze te interpreteren is het belangrijk dat men weet hoe de gegevens tot stand gekomen zijn. Daarom willen we voorafgaand aan de werkelijke analyse van de positie van gediplomeerden van opleidingen ECABO eerst het een en ander kwijt over de afbakening van de onderzoekspopulatie, het onderzoeksbestand dat uit het onderzoek MBO-Kaart ontstaat en de gevolgen daarvan voor de representativiteit van de gegevens.
1.1
Afbakening van de onderzoekspopulatie mbo-verlaters
In landelijke rapportages gaan we doorgaans uit van een iets andere afbakening van de populatie schoolverlaters dan in het onderzoek (en in de rapportages) voor de deelnemende instellingen. Gaat het in het onderzoek MBO-Kaart voor instelling met name om de opbrengst op instellingsniveau (en de organisatorische niveaus daarbinnen), in landelijk rapportages gaat het meer om de opbrengst van het gehele mbo-veld. Om deze reden bakenen we de onderzoekspopulatie in landelijke rapporten af als de groep mboverlaters; zij zijn bijvoorbeeld gaan werken of zij zijn gaan doorleren op het hbo. Schoolverlaters die verder leren op het eigen roc of op een ander roc dan waar zij een diploma hebben behaald, worden dus buiten beschouwing gelaten. De uitkomsten die in dit rapport worden gepresenteerd hebben dus betrekking op gediplomeerde 2 mbo-verlaters en niet op alle gediplomeerden van mbo-opleidingen . In totaal is op basis van deze afbakening informatie beschikbaar over ruim 7.000 gediplomeerde mbo-verlaters van ECABO-opleidingen van de laatste drie jaar (zie ook de Inleiding). Met uitzondering van de uitkomsten die worden gepresenteerd in paragraaf 2.1 (interne doorstroom) hebben de uitkomsten die in dit rapport worden gepresenteerd dus betrekking op gediplomeerde mbo-verlaters ECABO en niet op alle gediplomeerden van mbo-opleidingen ECABO.
1.2
Representativiteit uitkomsten en wegingprocedure
Hoewel de MBO-Kaart een landelijk onderzoek is, doen niet alle scholen in Nederland (elk jaar en met al hun opleidingen) mee. Daarnaast zijn de opleidingen (en de deelname hieraan) niet gelijk verspreid over de scholen. Er is op voorhand dus geen sprake van een onderzoek onder de gehele (landelijke) populatie gediplomeerde schoolverlaters. Tevens is geen sprake van een vooraf beredeneerde steekproef. Het kan dus voorkomen dat, naast het feit dat niet alle schoolverlaters van alle opleidingen in gelijke mate responderen, bepaalde opleidingen oververtegenwoordigd of ondervertegenwoordigd zijn in het onderzoeksbestand. Doorgaans zijn bijvoorbeeld de opleidingen Calibris en in iets mindere mate de opleidingen ECABO in het landelijke bestand oververtegenwoordigd. Dit kunnen we ook vaststellen in het onderzoeksbestand MBO-Kaart 20022006. Daarnaast hebben we in het onderzoeksbestand vastgesteld dat binnen ECABO onder de responderende gediplomeerden er een oververtegenwoordiging is van onder andere de opleidingen binnen Bedrijfsadministratie en Juridisch, terwijl de opleidingen binnen Orde en veiligheid en ICT Administratief ondervertegenwoordigd zijn. Om deze onder- of oververtegenwoordiging van opleidingen in het onderzoeksbestand te ondervangen kunnen we de uitkomsten van het onderzoek wegen. Het wegen van het onderzoeksbestand houdt in dat we de verdeling in opleidingen in de landelijke populatie doorvoeren in het onderzoeksbestand.
2
Op basis van de gegevens van de deelnemende roc’s is het evenwel wel mogelijk om indicaties te verkrijgen inzake de omvang en kenmerken van de interne doorstroom van gediplomeerden. Wij geven een typering hiervan in Paragraaf 2.1 van deze rapportage
6
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Voor de analyse van de uitkomsten in deze rapportage hebben we op het bestand een tweetal wegingen toegepast. We zijn hierbij uitgegaan van de landelijke populatie op basis van het aantal 3 diploma’s per opleiding en jaar in het mbo-veld . De eerste weging heeft betrekking op de uitkomsten op het landelijke niveau (alle opleidingen bij elkaar). Deze weging geschiedt op basis van de verdeling van het aantal gediplomeerden naar KBB. Een eventuele onder- of oververtegenwoordiging van een KBB in de totaaluitkomsten van het onderzoek op landelijk niveau wordt hiermee tegengegaan. De tweede weging heeft betrekking op de uitkomsten op het niveau van ECABO (de uitkomsten van de verschillende opleidingen bij elkaar). Deze weging geschiedt op basis van de verdeling van het aantal gediplomeerden naar opleidingsrichting binnen ECABO. Een eventuele onder- of oververtegenwoordiging van een opleidingsrichting in de totaaluitkomsten voor ECABO wordt hiermee tegengegaan. Resultaat van de weging is dat: • in het onderzoeksbestand de verdeling naar KBB’s gelijk is aan de verdeling naar KBB’s in de landelijke populatie (totaal aantal diploma’s in de betreffende jaren). • in het onderzoeksbestand de verdeling naar opleiding binnen ECABO gelijk is aan de verdeling binnen ECABO in de landelijke populatie (totaal aantal diploma’s in de betreffende jaren). Beide wegingen zijn voor alle jaren (2004, 2005 en 2006) afzonderlijk gedaan. Dit wil zeggen dat de uitkomsten van 2006 zijn gewogen op basis van gegevens over het aantal diploma’s in 2006, de uitkomsten voor 2005 gewogen zijn op basis van gegevens over het aantal diploma’s in 2005 en die van 2004 op basis van gegevens over het aantal diploma’s in 2004. Hieronder ziet u een voorbeeld van hoe een weging in zijn werk gaat. De aantallen die in dit voorbeeld zijn gebruikt zijn fictief. In Bijlage 1 vindt u de werkelijke wegingsfactoren voor opleidingsrichtingen binnen ECABO in 2006.
Voorbeeld weging op niveau ECABO: De landelijke verhouding in aantal diploma’s (of gediplomeerden) voor opleidingsrichtingen binnen ECABO is als volgt: Secretarieel 4500 Bedrijfsadministratie 4000 Juridisch 1500 De onderlinge verhouding is hierbij 45%, 40% en 15%. De verdeling in het onderzoeksbestand is als volgt: Secretarieel 400 Bedrijfsadministratie 420 Juridisch 180 De onderlinge verhouding is hierbij 40%, 42% en 18%. In dit geval zijn de opleidingen Juridisch en Bedrijfsadministratie licht oververtegenwoordigd in het onderzoeksbestand en de opleidingen Secretarieel ondervertegenwoordigd. Om de uitkomsten representatief te maken worden de uitkomsten van Secretarieel vermenigvuldigd met een (wegings)factor 1,125 (45/40), de uitkomsten van Bedrijfsadministratie met een (wegings)factor 0,95 (40/42) en de uitkomsten van Juridisch met een (wegings)factor 0,83 (15/18).
3
Meest ideale uitgangspunt is een landelijke populatie met eenzelfde afbakening als de onderzoekspopulatie, namelijk de mboverlaters. Een dergelijk bestand is echter niet voorhanden.
7
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
2
y
Eerste bestemming Wat gaan de gediplomeerden van opleidingen ECABO na hun studie doen? Gaan zij werken, kiezen zij voor een vervolgopleiding binnen de eigen school of op het HBO, zijn zij werkloos of gaan zij iets anders doen? In dit hoofdstuk bekijken we zowel de bestemming van gediplomeerden die binnen een roc verder leren (interne doorstroom; paragraaf 2.1) als de bestemming van de gediplomeerden die de school en het mbo hebben verlaten (paragraaf 2.2 en verder). De informatie over de interne doorstroom is afkomstig uit de bestanden die we van de deelnemersadministratie van de verschillende deelnemende instellingen hebben gekregen (in 2005 gaat het om totaal 8 instellingen, in 2006 om totaal 16). De informatie over de mbo-verlaters is afkomstig van de uitkomsten van de vragenlijst MBO-Kaart.
2.1
Interne doorstroom binnen het roc
Van alle gediplomeerden van opleidingen ECABO kiest ruim een kwart (27% onder gediplomeerden van 2006 en 26% onder gediplomeerden van 2005) ervoor om verder te leren op het eigen roc (zie Figuur 2.1). Landelijk, onder gediplomeerden van alle opleidingen, zien we een vergelijkbaar aandeel gediplomeerden dat intern doorstroomt. In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ kunt u de gebruikte gegevens in tabelvorm terugvinden. F i g u u r 2 . 1 Interne doorstroom binnen het roc van gediplomeerden ECABO en op landelijk niveau, 2005
– 2006 (niet gewogen).
ECABO 2005 ECABO 2006
Landelijk 2005 intern doorgestroomd roc verlaten
Landelijk 2006 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
Opleidingsrichting Niet voor alle opleidingen binnen ECABO zien we dezelfde mate van interne doorstroom (zie Figuur 2.2 op de volgende pagina). Zo zien we onder gediplomeerden van 2006 dat de interne doorstroom met name relatief hoog is voor gediplomeerden van opleidingen Secretarieel (38% stroomt intern door), Bedrijfsadministratie (36%) en ICT Administratief (33%), terwijl deze juist laag is onder gediplomeerden van de opleidingen Bank- en verzekeringswezen (0%), Logistiek (0%) en Juridisch (2%). Voor een deel heeft dit te maken met de verschillende niveaus van de opleidingen binnen de diverse opleidingsrichtingen. Niveau Niet verwonderlijk zijn het met name gediplomeerden van opleidingen op niveau 1, 2 en 3 die relatief vaak kiezen voor een vervolgopleiding op het mbo (en dan vaak binnen het eigen roc). Van alle gediplomeerden ECABO van opleidingen op niveau 4 kiest slechts 1% voor een vervolgopleiding binnen het eigen roc (2006). Voor de overige niveaus is dit 45% (niveau 1), 49% (niveau 2) en 58% (niveau 3). Met name de omvang van de interne doorstoom van gediplomeerden ECABO op niveau 3 is opvallend. Vergeleken met de uitkomsten op landelijk niveau gaan
8
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
gediplomeerden van opleidingen ECABO op niveau 3 beduidend vaker door in een mbo-opleiding op het eigen roc (58%); landelijk gezien kiest ‘maar’ 29% van de gediplomeerden op niveau 3 hiervoor. Ditzelfde beeld zien we onder gediplomeerden van 2005. F i g u u r 2 . 2 Interne doorstroom binnen het roc van gediplomeerden ECABO naar opleidingsrichting, 2006
(niet gewogen).
Secretarieel (n=1099) Bedrijfsadministratie (n=1301) Commercieel (n=611) Bank- en verzekeringsw ezen (n=227) Logistiek (n=20) Juridisch (n=518) Orde en veiligheid (n=606) ICT Administratief (n=1414) ECABO 2006 (totaal) Landelijk 2006 0%
10%
20%
30%
intern doorgestroomd
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
roc verlaten Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
Leerweg De interne doorstroom is onder gediplomeerden van BBL-opleidingen binnen ECABO opvallend laag (7% à 8%). Landelijk is de interne doorstroom onder BBL-ers relatief veel groter; 23% à 27%. Dit is des te opvallender aangezien gediplomeerden BBL van ECABO naar verhouding vaker een opleiding op een lager niveau hebben gedaan dan we landelijk onder BBL-ers zien. Onder gediplomeerde BOL-ers van ECABO gaat 28% (zowel 2006 als 2005) na diplomering verder op het eigen roc. Landelijk gezien is het aandeel interne doorstomers onder BOL-ers 27% in 2006 en 30% in 2005. Geslacht en etniciteit Binnen ECABO zien we weinig verschil in de mate van interne doorstroom tussen mannen en vrouwen. Landelijk zien we echter dat mannelijke gediplomeerden vaker kiezen voor een vervolgopleiding binnen het eigen roc dan vrouwelijke gediplomeerden. Zowel onder gediplomeerden van ECABO als op landelijk niveau zien we verder dat de interne doorstroom onder allochtonen hoger is dan onder autochtonen. Van de allochtone gediplomeerden leert bijna 40% door binnen het roc; onder autochtonen is dit aandeel 20% à 25%. Ook dit heeft te maken met het niveau van de opleiding
9
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
2.2
Bestemming van gediplomeerde mbo-verlaters
Van de gediplomeerden die na het behalen van het diploma het roc verlaten gaat een klein deel verder op het mbo, maar bij een ander roc / aoc. De overige gediplomeerden zijn gaan werken, kiezen voor een vervolgopleiding (niet op het mbo), zijn werkloos of zijn iets anders gaan doen; dit zijn de zogenaamde mbo-verlaters. In deze paragraaf bekijken we (op basis van de antwoorden op de vragenlijsten) wat de mboverlaters van opleidingen ECABO na diplomering zijn gaan doen. In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ kunt u de gebruikte gegevens in tabelvorm terugvinden. Van de mbo-verlaters van 2006 van opleidingen binnen ECABO is ruim tweevijfde (42%) gaan werken (zie Figuur 2.3a). Bijna eenderde (31%) heeft gekozen voor een (voltijds)opleiding en daarnaast heeft nog eens 21% gekozen voor de combinatie van leren en werken. 5% van de gediplomeerde mbo-verlaters van opleidingen ECABO is op het moment van onderzoek (ongeveer een half jaar na diplomering) (nog) werkloos. In paragraaf 2.4 werken we dit verder uit naar opleidingsrichting. 4 Landelijk gaat ruim de helft van de mbo-verlaters werken (58%) (zie Figuur 2.3b). Gediplomeerden van opleidingen binnen ECABO gaan dus relatief minder vaak werken dan mboverlaters in het algemeen. Zij kiezen daarentegen vaker voor een opleiding, al dan niet in combinatie met werk. Het werkloosheidspercentage is landelijk gezien 3%; de werkloosheid onder gediplomeerden van ECABO is dus 2% hoger dan landelijk het geval is.
F i g u u r 2 . 3 Eerste bestemming van mbo-verlaters na het behalen van het mbo-diploma voor ECABO en
landelijk, 2006 (gewogen). a. ECABO
b. landelijk
5% 2%
3% 2% 42%
31%
21%
16%
58%
21% w erken combinatie w erken / leren doorleren w erkloos anders
w erken combinatie w erken / leren doorleren w erkloos anders
Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
Bekijken we de bestemming van gediplomeerden ECABO door de jaren heen, dan zien we dat het aandeel van de mbo-verlaters dat kiest voor een (voltijds) vervolgopleiding de afgelopen drie jaar geleidelijk gestegen is; van 23% onder mbo-verlaters van 2004 naar 31% onder mbo-verlaters van 2006 (zie Figuur 2.4 op de volgende pagina). Daarentegen is het aandeel van de mbo-verlaters dat kiest voor een combinatie van werken en leren iets gedaald. Deze beide trends zien we ook in de landelijke uitkomsten, onder mbo-verlaters van alle opleidingen, terug. Het aandeel mbo-verlaters van opleidingen ECABO van 2006 dat aan de slag is gegaan op de arbeidsmarkt is ten opzichte van 2004 iets gedaald, maar ten opzichte van 2005 stabiel gebleven. Verder zien we dat de werkloosheid onder mbo-verlaters van 2006 relatief gezien even hoog is als onder mbo-verlaters van 2005. Onder mbo-verlaters van 2004 was de werkloosheid echter 1% groter. De werkloosheid is daarmee voor mbo-verlaters van opleidingen ECABO minder sterk (met 1%) afgenomen dan we landelijk zien; ten opzichte van 2004 is het landelijke werkloosheidpercentage in 2006 2% lager.
4
Het gaat hier om landelijke uitkomsten; uitkomsten van gediplomeerde mbo-verlaters van alle mbo-opleidingen, leerwegen en niveaus die hebben meegedaan aan het onderzoek.
10
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
F i g u u r 2 . 4 Eerste bestemming van mbo-verlaters ECABO door de jaren heen, 2004-2006 (gewogen).
2004
2005 w erken combinatie w erken / leren doorleren w erkloos anders
2006
0%
10%
20% 30% 40%
50% 60% 70% 80%
90% 100%
Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
Typering gediplomeerden die zowel werken als doorleren De meerderheid van de gediplomeerden die aangeven dat zij zowel doorleren als werken zijn studenten die naast hun hbo-opleiding een (bij)baan hebben. Bijna de helft van hen heeft een bijbaan die min of meer aansluit bij de opleiding die zij op het mbo gevolgd hebben, dus banen binnen het domein van ECABO. Hieronder bevinden zich onder andere studenten die als administrateur, commercieel medewerker bank- en verzekeringen, directiesecretaresse of ICT-beheerder aan het werk zijn. Daarnaast zien we dat veel gediplomeerden met een bijbaan een ‘gangbaar’ bijbaantje hebben, zoals verkoopmedewerker, winkelassistent en baantjes in de horeca. Naast hbo-studenten met een bijbaan bestaat de groep doorleren en werken uit gediplomeerden die naast een baan een cursus of een deeltijd hbo-opleiding volgen. Cursussen / opleidingen die hierbij het meest genoemd worden zijn: • cursus Administratief medewerker, • cursus Verzekeringsadviseur, • opleiding Accountancy, • opleiding Bedrijfseconomie, • opleiding SPD Bedrijfsadministratie, • opleiding Personeel en arbeid. De gediplomeerden die zowel werken als doorleren worden in de hoofdstukken ‘Werken’ en ‘Doorleren’ toegedeeld tot de werkende dan wel doorlerende gediplomeerden (zie de inleiding bij de hoofdstukken 3 en 5).
2.3
De keuze voor werken of doorleren
Wie kiezen er vaker voor de arbeidsmarkt en wie kiezen er vaker voor een vervolgopleiding? We bekijken dit naar opleidingsrichting5, naar niveau, naar leerweg, naar geslacht, naar etniciteit en regio6. In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ kunt u de gebruikte gegevens in tabelvorm terugvinden. Opleidingsrichting Binnen ECABO (zie Figuur 2.5a op de volgende pagina) zien we dat met name de gediplomeerde mbo-verlaters van Orde en veiligheid en in iets mindere mate de gediplomeerden van de Secretariële opleidingen in belangrijke mate op de arbeidsmarkt georiënteerd zijn (en relatief weinig op een vervolgopleiding). Bijna driekwart (73%) van de mbo-verlaters van opleidingen Orde en veiligheid en ruim de helft (54%) van de gediplomeerden van opleidingen Secretarieel is een half jaar na diplomering actief op de arbeidsmarkt. Dit is duidelijk vaker het geval dan we zien bij de 5
Uitkomsten van opleidingen met minder dan 20 gediplomeerden (absoluut) worden wel in de figuren gepresenteerd, maar worden niet bij de analyse betrokken. In de figuur wordt per opleiding aangegeven om hoeveel gediplomeerden het gaat (n=..). 6 De regio’s zijn op basis van de postcodes van de schoolverlaters ingedeeld conform de CWI-districtsindeling bestaande uit 6 districten: Noord, Oost, Middenwest, Noordwest, Zuidwest en Zuidoost.
11
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
overige opleidingsrichtingen. Beide groepen gediplomeerden hebben relatief vaker te maken met werkloosheid. Onder de gediplomeerden Secretarieel is op het moment van onderzoek 8% (nog) werkloos, onder de groep gediplomeerden van Orde en veiligheid is het werkloosheidspercentage 7%. Gediplomeerden van Juridische opleidingen zijn relatief gezien het minst georiënteerd op de arbeidsmarkt en kiezen relatief vaker voor een (voltijds) vervolgopleiding; 54% van hen is op het moment van onderzoek bezig met een studie. Ook onder gediplomeerden van opleidingen Commercieel is dit aandeel relatief hoog; 46% volgt een (voltijds) vervolgopleiding. De gediplomeerden van deze opleidingsrichtingen hebben ook het minst vaak te maken met werkloosheid; voor beide groepen is het werkloosheidspercentage 1%. Overigens zien we bovenstaand beeld ook min of meer terug onder gediplomeerden van 2005 en 2004. In Bijlage 2 is voor deze uitkomsten onderscheid gemaakt naar opleidingsrichting en leerweg.
F i g u u r 2 . 5 a Eerste bestemming van mbo-verlaters ECABO naar opleidingsrichting, 2006 (voor ECABO
(totaal) en landelijk gewogen).
Secretarieel (n=448) Bedrijfsadministratie (n=457) Commercieel (n=277) Bank- en verzekeringsw ezen (n=156) Logistiek (n=18) Juridisch (n=314) Orde en veiligheid (n=263) ICT Administratief (n=397) ECABO 2006 (totaal) Landelijk 2006 0%
10% w erken
20%
30%
40%
50%
combinatie w erken / leren
60%
70%
doorleren
80%
90% 100%
w erkloos
anders
Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
In Figuur 2.5b op de volgende pagina is de bestemming van mbo-verlaters weergegeven waarbij alleen de mbo-verlaters van opleidingen op niveau 4 zijn meegenomen. Ook als we kijken naar alleen de mbo-verlaters van opleidingen op niveau 4 zien we dat met name de mbo-verlaters van de opleidingsrichting Secretarieel relatief duidelijk vaker kiezen voor de arbeidsmarkt; 49% werkt op het moment van onderzoek. Mbo-verlaters op niveau 4 van opleidingen Juridisch zijn relatief gezien duidelijk minder vaak aan de slag gegaan op de arbeidsmarkt (18%). Zij kiezen vaker voor een vervolgopleiding; 54% volgt een voltijds-opleiding en 25% combineert een opleiding met een baan.
12
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
F i g u u r 2 . 5 b Eerste bestemming van mbo-verlaters ECABO (van opleidingen op niveau 4) naar
opleidingsrichting, 2006 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretarieel (n=303) Bedrijfsadministratie (n=355) Commercieel (n=238) Bank- en verzekeringsw ezen (n=156) Logistiek (n=16) Juridisch (n=314) ICT Administratief (n=329) ECABO 2006 (totaal) Landelijk 2006 0%
10% w erken
20%
30%
40%
50%
combinatie w erken / leren
60%
70%
doorleren
80%
90% 100%
w erkloos
anders
Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
Niveau Van alle mbo-verlaters met een ECABO-opleiding zijn de gediplomeerden op niveau 2 het meest vaak aan het werk; 72% van de mbo-verlaters op niveau 2 heeft op het moment van onderzoek een baan. Ook onder gediplomeerden van opleidingen op niveau 3 (64%) en niveau 1 (60%) is dit aandeel hoog. Dit is op zich niet verwonderlijk aangezien gediplomeerden op deze niveaus (en zeker van de niveaus 1 en 2) die verder leren dit veelal in het mbo doen en in deze rapportage buiten beschouwing worden gelaten. Het aandeel werkenden is voor gediplomeerde mbo-verlaters met een opleiding op niveau 4 beduidend lager (28%); zij kiezen veel vaker voor een (voltijds) vervolgopleiding (43%) of een combinatie van werken en leren (25%). Door de jaren heen zien we geen afwijkingen in bovenstaand beeld en ook op landelijk niveau zien we in de verschillende jaren dat het aandeel werkenden met name hoog is op de niveaus 1, 2 en 3 en relatief laag is onder gediplomeerde mbo-verlaters van opleidingen op niveau 4. Wel is het aandeel gediplomeerden op niveau 4 dat kiest voor de arbeidsmarkt, landelijk gezien duidelijk hoger dan we zien onder gediplomeerden op niveau 4 van ECABO-opleidingen. Landelijk zien we dat ruim 40% van de mbo-verlaters op niveau 4 (elk jaar) op het moment van onderzoek aan de slag is op de arbeidsmarkt, terwijl dit aandeel onder gediplomeerden van ECABO-opleidingen op niveau 4 nog geen 30% is. Leerweg Het algemene beeld onder gediplomeerden van ECABO-opleidingen is dat BBL-ers na diplomering overwegend gaan / blijven werken en dat BOL-ers duidelijk vaker kiezen voor een vervolgopleiding, al dan niet in combinatie met een baan. Zo zien we onder de gediplomeerden van 2006 dat 74% van de BBL-ers op het moment van onderzoek werkzaam is tegen 36% onder gediplomeerden van de leerweg BOL. Van de BOL-ers heeft meer dan helft (59%) gekozen om zich via scholing verder te kwalificeren; onder BBL-ers is dit 14%. Door de jaren heen is het aandeel BBL-ers dat een half jaar na diplomering actief is op de arbeidsmarkt toegenomen van 67% onder gediplomeerden van 2004 tot 74% onder gediplomeerden van 2006. Het aandeel dat dus kiest voor een vervolgopleiding (al dan niet in combinatie met een baan) is dan ook afgenomen (van 25% onder gediplomeerden van 2004 tot
13
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
14% onder gediplomeerden van 2006). Onder BOL-ers van opleidingen ECABO is het aandeel dat na een half jaar een baan heeft door de jaren redelijk stabiel gebleven (35% à 37%). Binnen de groep BOL-ers die kiezen voor een vervolgopleiding zien we wel een lichte verschuiving in het aandeel dat kiest voor een voltijds vervolgopleiding en het aandeel dat kiest voor de combinatie van werken en leren. We zien dat het aandeel BOL-ers dat kiest voor een voltijds vervolgopleiding door de jaren heen is toegenomen, van 28% onder gediplomeerden van 2004 naar 36% onder gediplomeerden van 2006. Het aandeel dat kiest voor de combinatie van werken en leren is juist afgenomen (van 28% onder gediplomeerden van 2004 tot 23% onder gediplomeerden van 2006). Landelijk zien we deze laatste trend onder BOL-ers ook. We zien landelijk echter ook dat het aandeel BOL-ers dat een baan heeft ten opzichte van 2004 wel iets toegenomen is. Daarentegen zien we landelijk juist weer niet, zoals onder BBL-ers van ECABO het geval is, dat het aandeel BBL-ers dat op het moment van onderzoek werkt is toegenomen in de afgelopen drie jaar; het aandeel BBL-ers dat werkt is op landelijk niveau stabiel gebleven (84% à 85%). Geslacht en etniciteit Als we de keuze voor werk of vervolgopleiding voor gediplomeerden van ECABO bekijken naar geslacht, dan zien we dat vrouwen in het algemeen vaker aan het werk zijn dan mannelijke gediplomeerden, al is het verschil in 2006 niet zo heel groot (40% van de vrouwen is aan het werk en 38% van de mannen). Onder gediplomeerden van 2005 en van 2004 was dit verschil iets groter. Landelijk is het verschil tussen de bestemming van mannen en vrouwen groter dan we zien op het niveau van ECABO; vrouwen kiezen duidelijk vaker voor de arbeidsmarkt en minder vaak voor een vervolgopleiding dan mannen. Als we de uitkomsten bekijken naar etniciteit van de gediplomeerden dan zien we dat autochtonen in het algemeen vaker werken op het moment van onderzoek dan allochtonen. Allochtonen kiezen dus relatief vaker dan autochtonen voor een vervolgopleiding (voltijds of in combinatie met een baan). Binnen de groep allochtonen die (ieder jaar) kiezen voor een vervolgopleiding zien we een duidelijke toename van het aantal gediplomeerden dat kiest voor een voltijds-opleiding en een afname van het aandeel gediplomeerden dat kiest voor de combinatie van werken en leren. Dit zien we overigens ook onder de groep doorlerende gediplomeerden onder autochtone mbo-verlaters. Op landelijk niveau, voor alle opleidingen bij elkaar, zien we min of meer hetzelfde beeld. Regio Van alle gediplomeerde mbo-verlaters van opleidingen ECABO in 2006 gaan gediplomeerden in de regio Zuidoost en de regio Zuidwest na diplomering relatief vaak werken. Van de gediplomeerden uit de regio Zuidoost werkt 48% op het moment van onderzoek. Voor de regio Zuidwest is dit 45%. Binnen deze laatste regio zien we verder dat er relatief gezien opvallend weinig gediplomeerden kiezen voor een voltijds vervolgopleiding. Gediplomeerden uit de regio Zuidoost kiezen juist weer opvallend minder vaak voor de combinatie van werken en leren. Voor beide regio’s zien we overigens het relatief grootste aandeel werklozen. Verder valt op te merken dat gediplomeerden ECABO van 2006 in de regio’s Middenwest en Noordwest relatief minder vaak kiezen voor de arbeidsmarkt en dus vaker voor een vervolgopleiding (met name voor een voltijds vervolgopleiding).
14
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
2.4
Werkloosheid onder gediplomeerden
Zoals eerder vermeld is de werkloosheid onder mbo-gediplomeerden ECABO ten opzichte van 2004 iets gedaald, maar is deze in vergelijking met het landelijke werkloosheidspercentage relatief hoog. Het is daarom zinvol om te bekijken wie er met name geconfronteerd worden met werkloosheid. Ook dit bekijken we naar opleidingsrichting, naar niveau, naar leerweg, naar geslacht, naar etniciteit en regio. In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ kunt u de gebruikte gegevens in tabelvorm terugvinden. Opleidingsrichting Binnen ECABO zijn, zoals reeds vermeld, gediplomeerden van de opleidingsrichting Secretarieel en de opleidingsrichting Orde en veiligheid relatief vaker werkloos dan gediplomeerden van de overige opleidingsrichtingen (zie Figuur 2.5a op pagina 12). Onder gediplomeerden van 2006 van opleidingen Secretarieel zijn het met name gediplomeerden van de opleidingen Administratief medewerker (26%), Secretarieel medewerker (16%) en Secretaresse (15%) die vaker met werkloosheid te maken krijgen. Onder gediplomeerden van 2006 van de opleidingen Orde en veiligheid hebben met name de Beveiligers een relatief hoog werkloosheidspercentage (10%). Met name het hogere werkloosheidspercentage voor de opleidingen Orde en veiligheid is opvallend; in het voorgaande rapport over de uitkomsten van gediplomeerden van 2002-2004 konden we nog melden dat de werkloosheid onder gediplomeerden van 2004 ten opzichte van 2003 met 8% gedaald was. Vanaf 2004 zien we echter weer een duidelijke stijging in werkloosheid onder deze groep gediplomeerden; 9% onder gediplomeerden van 2005 en 7% onder gediplomeerden van 2006. Een duidelijke oorzaak voor deze schommeling is op basis van het onderzoek echter niet te geven. Niveau en leerweg De werkloosheid is het hoogst onder gediplomeerde mbo-verlaters van opleidingen ECABO op niveau 1 (14% onder gediplomeerden van 2006). In vergelijking met de uitkomsten onder gediplomeerden van 2004 en 2005 zien we dat de werkloosheid onder gediplomeerden van dit niveau wel duidelijk is afgenomen; onder gediplomeerden van 2004 en 2005 was ongeveer 30% op het moment van onderzoek (nog) werkloos. De werkloosheid onder gediplomeerden van opleidingen op niveau 3 is, in tegenstelling tot niveau 1, juist toegenomen. Onder gediplomeerden van 2006 is de werkloosheid onder deze groep 11%, terwijl dit onder gediplomeerden van 2004 9% was en onder gediplomeerden van 2005 6%. Zoals ieder jaar is de werkloosheid onder gediplomeerden van 2006 op niveau 4 relatief gezien het laagst, te weten 2%. Ook op landelijk niveau zien we dat de werkloosheid onder gediplomeerden van opleidingen op niveau 4 relatief het laagst en op niveau 1 relatief het hoogst is. Ook landelijk onder alle mboverlaters zien we echter dat de werkloosheid onder gediplomeerden op niveau 1 van 2006 duidelijk is afgenomen. Opvallend is dat gediplomeerden op niveau 3 landelijk gezien beduidend minder vaak te maken hebben met werkloosheid dan gediplomeerden op niveau 3 van opleidingen ECABO. Zo is landelijk gezien onder gediplomeerden van 2006 op niveau 3 ‘slechts’ 3% werkloos, terwijl we onder gediplomeerden van 2006 op niveau 3 van ECABO een werkloosheidspercentage van 11% zien. Hoewel we onder gediplomeerden van 2004 van opleidingen ECABO weinig verschil zagen in de mate van werkloosheid tussen BOL-ers en BBL-ers, zien we onder gediplomeerden van 2005 en 2006 een duidelijk ander beeld. BBL-ers van 2006 en 2005 hebben duidelijk vaker met werkloosheid te maken (gehad) dan BOL-ers van 2006 en 2005. Zo is onder gediplomeerden BBL van 2006 11% op het moment van onderzoek (nog) werkloos en is dit aandeel onder BOL-ers van 2006 4%. Dit beeld zagen we overigens ook onder gediplomeerden van 2002 en 2003. Landelijk is het verschil tussen de werkloosheid van BOL-ers en BBL-ers duidelijk minder groot en zien we zelfs (in alle jaren) dat de werkloosheid onder BBL-ers iets lager is dan onder BOL-ers. Geslacht en etniciteit Vrouwelijke gediplomeerden ECABO hebben relatief vaker met werkloosheid te maken dan mannelijke gediplomeerden. Onder gediplomeerden van 2006 zien we dat 5% van de vrouwen een half jaar na het behalen van het diploma (nog) werkloos is en 4% van de mannen. Overigens was dit verschil onder gediplomeerden van 2004 duidelijk groter; 8% van de vrouwen was destijds werkloos tegen 5% van de mannen. Onder gediplomeerden van 2005 zien we geen verschil in de mate van werkloosheid; onder beide groepen had 5% te maken met werkloosheid.
15
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Ook op landelijk niveau, onder alle gediplomeerden mbo-verlaters, zien we geen of slechts kleine verschillen in de mate waarin gediplomeerden van beide geslachten na diplomering te maken hebben met werkloosheid. Door de jaren heen zien we dat allochtonen een half jaar na diplomering vaker (nog) werkloos zijn dan autochtone gediplomeerden van opleidingen ECABO (respectievelijk 6% en 3% onder gediplomeerden van 2006). Wel zien we dat vanaf 2004 het verschil tussen allochtonen en autochtonen is afgenomen; onder gediplomeerden van 2004 was het verschil in werkloosheid tussen allochtonen en autochtonen 6%, onder gediplomeerden van 2005 en 2006 is dit nog maar 3%. Overigens is de werkloosheid onder allochtone gediplomeerden van ECABO minder hoog dan we landelijk, onder alle allochtone gediplomeerden, zien; onder gediplomeerden van 2006 is 6% van de allochtone gediplomeerden van ECABO werkloos, terwijl dit op landelijk niveau 9% is. Dit beeld zien we ook onder gediplomeerden van 2005. Regio Wat betreft de werkloosheid van gediplomeerden van ECABO per regio is er door de jaren heen geen duidelijk beeld waarneembaar. Zo is onder gediplomeerden van 2004 de werkloosheid in de regio Oost opvallend lager dan in de overige regio’s. Onder gediplomeerden van 2005 zien we dat de werkloosheid in de regio’s Noordwest en Zuidwest relatief hoger is en onder gediplomeerden van 2006 is de werkloosheid relatief hoger in de regio’s Zuidwest en Zuidoost. Landelijk zien we min of meer hetzelfde beeld, maar zijn de verschillen tussen de regio’s iets kleiner.
16
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
3
y
Werken In dit hoofdstuk komen de uitkomsten naar voren voor de groep mbo-verlaters die na diplomering zijn gaan werken. Dit zijn in eerste instantie de mbo-verlaters die aangeven dat zij 7 werken (en dat meer dan 12 uur per week doen ). Tevens worden onder de groep werkenden ook degenen meegenomen die aangeven naast hun werk een cursus te volgen of een deeltijd hbo8 opleiding (waarvan het werken de hoofdactiviteit is ). We kijken in dit hoofdstuk naar het baanperspectief voor de gediplomeerden, de aansluiting van het beroep op de opleiding, de allocatie van werkende gediplomeerden naar bedrijfstakken en de invloed van de beroepspraktijkvorming (bpv). In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ kunt u de gebruikte gegevens in tabelvorm terugvinden.
3.1
Baanperspectief voor gediplomeerden
Het baanperspectief voor gediplomeerden beoordelen we aan de hand van de onderstaande vragen: • Hoe snel (na hoeveel maanden) komen gediplomeerden aan een baan? • Hebben gediplomeerden bpv gehad (als BOL-er of BBL-er) bij het bedrijf waar zij nu werken? • Wat voor aanstelling hebben zij? • Wat verdienen zij? • Hoe groot is de mobiliteit van gediplomeerden? Werken zij, een half jaar na diplomering, nog bij de eerste werkgever? Gediplomeerde mbo-verlaters van opleidingen ECABO die kiezen voor de arbeidsmarkt vinden redelijk snel een baan. Ruim driekwart (76% onder werkende gediplomeerden van 2006) heeft binnen 3 maanden een baan gevonden en bijna 40% zelfs binnen één maand (39% onder werkende gediplomeerden van 2006). Het aandeel gediplomeerden dat binnen één maand een baan heeft gevonden is vanaf 2004 zelfs licht gestegen van 35% onder gediplomeerden van 2004 tot 39% onder gediplomeerden van 2006. Binnen de groep gediplomeerden zijn het met name BBL-ers die snel (binnen één maand) een baan vinden; onder de werkende BBL-ers van 2006 is 69% binnen één maand aan de slag. Dit heeft te maken met het feit dat BBL-ers vaak blijven werken bij het bedrijf waar zij tijdens de opleiding beroepspraktijkvorming gevolgd hebben. Van alle werkende BBL-ers (van 2006) werkt eveneens 69% op het moment van onderzoek bij het bedrijf waar zij tijdens de opleiding beroepspraktijkvorming gevolgd hebben. Ook voor gediplomeerden van BOL-opleidingen ECABO spelen de contacten die tijdens de beroepspraktijkvorming (bpv) worden opgedaan een niet onbelangrijke rol bij het vinden van werk. Onder werkende BOL-ers van 2006 is 42% aan de slag gegaan bij een bedrijf waar zij tijdens de opleiding beroepspraktijkvorming hebben gehad. Van alle werkende gediplomeerden van opleidingen ECABO heeft iets meer dan de helft (51% onder gediplomeerden van 2006) een half jaar na het behalen van het diploma een vaste aanstelling. Alleen onder werkende gediplomeerden van 2005 was dit aandeel duidelijk lager; toen had ‘slechts’ 45% een vaste aanstelling. Het aandeel werkenden met een tijdelijke aanstelling neemt door de jaren licht af, van 35% onder gediplomeerden van 2004 tot 32% onder gediplomeerden van 2006. Binnen de groep werkende gediplomeerden zijn het wederom de BBLers die op dit aspect een beter baanperspectief hebben; zij hebben vaker dan BOL-ers een vaste aanstelling. Zo zien we onder gediplomeerden van 2006 bijvoorbeeld dat op het moment van onderzoek 58% van de BBL-ers een vaste aanstelling heeft tegen 49% onder BOL-ers. Ook dit valt voor een deel te verklaren door het feit dat BBL-ers veelal aan de slag blijven bij het bedrijf waar zij tijdens de opleiding beroepspraktijkvorming hebben gehad; zij werken er dus al langer waardoor de kans dat zij een vaste aanstelling hebben groter is.
7
Dit is conform de definitie van werkenden van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit wordt bepaald aan de hand van de verdeling van het aantal uren per week dat de respondent aangeeft te werken dan wel te leren.
8
17
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Dat het baanperspectief voor BBL-ers (iets) beter is dan voor BOL-ers uit zich ook in het salaris van 9 de werkende gediplomeerden. BBL-ers verdienen in het algemeen meer dan BOL-ers . Ook dit heeft te maken met het feit dat BBL-ers vaak langer in dienst zijn; zij werken vaak bij het bedrijf waar zij tijdens de opleiding ook gewerkt hebben. Daarnaast zijn BBL-ers gemiddeld vaak iets ouder dan de BOL-gediplomeerden, wat ook zijn invloed op het salaris heeft. Overigens zien we voor alle werkende gediplomeerden van ECABO bij elkaar dat het gemiddelde bruto maandsalaris (op basis van een 38-urige werkweek) in de afgelopen drie jaar is gestegen met 2% à 3,5% per jaar. Hoewel de BBL-ers veelal blijven werken bij het bedrijf waar zij tijdens hun opleiding bpv hebben gehad, heeft een deel van de BBL-ers binnen een halfjaar na diplomering een andere werkgever. Van de werkende BBL-ers van 2006 werkt éénderde (33%) op het moment van onderzoek niet meer in hun eerste baan; zij zijn dus tussen het behalen van het diploma en het moment van onderzoek (ongeveer een half jaar) van baan veranderd. Onder BOL-ers is dit aandeel iets kleiner, te weten 27%. Ten opzichte van de gediplomeerden van 2005 zien we dat de mobiliteit onder BOLers iets is toegenomen (van 25% onder gediplomeerden van 2005 naar 27%). Onder BBL-ers is deze juist (duidelijk) afgenomen van 45% onder gediplomeerden van 2005 naar 33% onder werkenden van 2006. Gemiddeld genomen is de mobiliteit onder werkende gediplomeerden van ECABO (BOL en BBL bij elkaar) echter gelijk gebleven ten opzichte van de uitkomsten onder werkenden van 2005 (28% werkt niet meer in hun eerste baan). Landelijk kunnen we vaststellen dat het baanperspectief (in de verschillende jaren) van mboverlaters overall gezien op verschillende aspecten ‘beter’ is dan dat van werkende gediplomeerden ECABO. Landelijk zien we bijvoorbeeld dat gediplomeerden die kiezen voor de arbeidsmarkt duidelijk sneller een baan vinden; rond de 85% van de werkende gediplomeerden (van alle opleidingen bij elkaar) is binnen 3 maanden aan de slag gegaan. Met name het aandeel werkende gediplomeerden dat binnen 1 maand een baan vindt is landelijk gezien duidelijk groter dan we zien onder gediplomeerden van ECABO; onder alle werkende gediplomeerden van 2005 en 2006 heeft ruim 60% een baan gevonden binnen een maand. Verder zien we dat werkende gediplomeerden op het landelijke niveau duidelijk vaker beroepspraktijkvorming bij hun huidige werkgever hebben gevolgd / gehad dan onder werkende gediplomeerden van ECABO het geval is; landelijk zien we dat bijna tweederde van de werkenden werkt bij het bpv-bedrijf terwijl dit onder werkende gediplomeerden van ECABO nog niet de helft is. Ook zien we onder werkende gediplomeerden op landelijk niveau een groter aandeel werkenden met een vaste aanstelling en minder met een tijdelijke aanstelling en ligt het bruto salaris gemiddeld bijna € 200,-- per maand (op basis van een 38-urige werkweek) hoger dan onder gediplomeerden van ECABO. Dit verschil in baanperspectief tussen gediplomeerden op landelijk niveau en gediplomeerden ECABO is met name te verklaren door het feit dat onder de landelijk gediplomeerden relatief meer gediplomeerden van BBL-opleidingen te vinden zijn dan onder de gediplomeerden van ECABO (zie Overzicht 0.2 op pagina 3). Met name BBL-ers (zowel op landelijk niveau als binnen ECABO) vinden snel een baan en werken vaak bij hun bpv-bedrijf. Het merendeel van hen blijft immers werken bij het bedrijf waar zij ook tijdens de opleiding hebben gewerkt. Hierdoor en door het feit dat de BBL-ers gemiddeld iets ouder zijn dan BOL-ers hebben zij ook vaker al een vaste aanstelling en is hun salaris gemiddeld hoger dan onder BOL-ers. De mobiliteit onder gediplomeerden ECABO is overigens wel te vergelijken met de mobiliteit van gediplomeerden van alle opleidingen bij elkaar (landelijk), al is deze wel iets lager (72% onder gediplomeerden van ECABO van 2006 en 76% landelijk onder gediplomeerden van 2006). Opleidingsrichting Kijkend naar het baanperspectief per opleidingsrichting binnen ECABO dan vallen met name twee opleidingsrichtingen op; de opleidingsrichting Orde en veiligheid en de opleidingsrichting Juridisch. Gediplomeerden van de opleidingen Orde en veiligheid die gaan werken doen gemiddeld het langst over het vinden van een baan, iets dat we in alle jaren terugzien. Met name het aandeel gediplomeerden dat binnen 1 maand een baan heeft gevonden is voor gediplomeerden van de opleidingen Orde en veiligheid duidelijk lager, maar ook na drie maanden hebben de gediplomeerden van ECABO gemiddeld genomen sneller een baan dan de gediplomeerden van alleen de opleidingen Orde en veiligheid. Vindt gemiddeld rond de 75% van de gediplomeerden van ECABO een baan binnen drie maanden, ligt dit aandeel onder gediplomeerden van opleidingen Orde en veiligheid rond de 66%. Daarbij is opvallend dat gediplomeerden van de opleidingsrichting Orde en veiligheid wel vaker dan gemiddeld aan de slag zijn gegaan bij een bedrijf waar zij tijdens de opleiding beroepspraktijkvorming hebben gehad (61% onder gediplomeerden van opleidingen
9
Hierbij moet vermeld worden dat het gemiddelde salaris van de BBL-ers is berekend over een kleinere groep dan het salaris van BOL-ers, waardoor er wat voorzichtiger moet worden omgegaan met de uitkomsten.
18
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Orde en veiligheid van 2006 tegen 46% gemiddeld voor ECABO). Overigens zien we dit voor alle jaren terug. Verder valt op dat het aandeel werkenden (van 2006) van de opleidingsrichting Orde en veiligheid met een vaste aanstelling hoger is dan het gemiddelde voor ECABO als geheel. In de voorgaande jaren zagen we juist dat het aandeel werkenden met een tijdelijke aanstelling relatief (iets) hoger was dan gemiddeld. Ondanks dat de gediplomeerden van Orde en veiligheid relatief vaker aan de slag zijn gegaan bij een bpv-bedrijf en zij in 2006 ook vaker een vaste aanstelling hebben is het bruto maandsalaris (op basis van een 38-urige werkweek) van gediplomeerden Orde en veiligheid van alle gediplomeerden van EDABO het laagst. Ook voor gediplomeerden van opleidingen Juridisch zien we een aantal opvallende zaken. Zo zijn zij vaker dan gemiddeld in het half jaar na het behalen van hun diploma van baan veranderd (39% onder gediplomeerden van 2006). Wellicht dat dit de oorzaak is van het feit dat werkende gediplomeerden van deze opleidingsrichting relatief het minst vaak een vaste aanstelling hebben (38% onder gediplomeerden van 2006). Wel verdienen zij van alle gediplomeerden van opleidingen ECABO gemiddeld per maand (bruto op basis van een 38-urige werkweek) het meest. Overigens zien we ditzelfde beeld onder gediplomeerden van alle jaren (2004-2006) terug. Niveau van de opleiding Kijkend naar het baanperspectief van gediplomeerden ECABO naar niveau van de opleiding die zij op het mbo gevolgd hebben, zien we geen erg opvallende dingen. Wel zien we dat gediplomeerden van opleidingen op niveau 3 en 4 gemiddeld iets sneller een baan vinden, iets minder vaak gaan (of blijven) werken bij een bpv-bedrijf en vaker een hoger salaris hebben. Geslacht en etniciteit Als we het baanperspectief van mannen vergelijken met dat van vrouwelijke gediplomeerden van ECABO, zien we dat de positie van beide groepen niet veel van elkaar afwijkt. Vrouwen hebben doorgaans iets sneller een baan gevonden, zijn iets minder vaak zelfstandig ondernemer (maar hebben even vaak een vaste of tijdelijke aanstelling) en zijn al vaker van baan veranderd. Wat wel opvallend is, is dat onder gediplomeerden van 2006 in tegenstelling tot eerdere jaren, vrouwen minder vaak bij een bpv-bedrijf werken en zij per maand meer verdienen dan mannen. Het baanperspectief van autochtone gediplomeerden van opleidingen ECABO is doorgaans beter dan dat van allochtonen. Zo vinden autochtonen na diplomering sneller een baan, kunnen zij vaker aan de slag bij een bedrijf waar zij tijdens de opleiding contacten hebben opgedaan middels de bpv en hebben zij vaker een vaste aanstelling (allochtonen zijn vaker aan de slag als uitzendkracht). Opvallend is wel dat het salaris van werkende allochtonen elk jaar hoger is dan het salaris van autochtonen. Daarnaast zien we dat de mobiliteit onder allochtonen iets hoger is; zij zijn al iets vaker van baan veranderd. Regio In het algemeen zijn er tussen de regio’s geen grote verschillen te zien in het baanperspectief van gediplomeerden ECABO en is het beeld door de jaren niet eenduidig. Er zijn dan ook geen regio’s te benoemen die er qua perspectief op de arbeidsmarkt echt uit springen. Alleen het baanperspectief van werkende gediplomeerden van ECABO van 2006 in de regio Zuidoost springt er iets uit. Werkende gediplomeerden uit deze regio werken relatief het minst vaak bij een werkgever waar zij tijdens hun opleiding bpv hebben gehad. Daarnaast zien we dat de mobiliteit van deze groep duidelijk het hoogst is. Verder valt op dat het bruto maandsalaris (op basis van een 38-uriger werkweek) onder gediplomeerden uit deze regio in 2006 niet langer het hoogst is (dit was onder gediplomeerden van 2005 en 2004 wel het geval).
19
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
3.2
Diplomarendement
Het begrip diplomarendement wordt wel gebruikt om aan te geven in hoeverre mboverlaters in een functie terechtkomen die past bij de gevolgde opleiding op het mbo. Vinden zij werk direct in het verlengde van hun opleiding, of in ieder geval in een beroep dat ligt binnen het domein van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (KBB) of komen zij wellicht in een andere 10 sector terecht ? Om tot deze classificatie te komen leggen we de gevolgde opleiding op het mbo naast het beroep dat zij uitoefenen. In Bijlage 3 vindt u hiervan een aantal voorbeelden. Naast deze ‘objectieve’ benadering van het diplomarendement hebben we de gediplomeerden zelf gevraagd hoe zij de aansluiting ervaren; hebben zij gezien hun huidige bezigheden veel aan de opleiding gehad? We noemen dit de meer subjectieve benadering. 3.2.1
Objectieve benadering
Van de gediplomeerden van 2006 van opleidingen ECABO die op het moment van onderzoek een baan hebben, werkt de meerderheid (62%) in een beroep dat direct aansluit bij de gevolgde opleiding (zie Figuur 3.1). Dit is duidelijk vaker het geval dan we zagen onder werkenden gediplomeerden van 2004; net iets minder dan de helft (49%) van de werkenden had een baan in het directe verlengde van de opleiding. Onder werkende gediplomeerden van 2005 was het aandeel dat na een half jaar werkt in een beroep dat direct op de opleiding aansluit echter hoger dan onder gediplomeerden van 2006; toen had 72% een beroep dat direct aansloot op de opleiding. Dat er gediplomeerden zijn die terecht zijn gekomen in beroepen die niet direct in het verlengde van de opleiding liggen wil overigens niet direct zeggen dat de opleiding onvoldoende was. Men kan ook zeggen dat de opleiding juist breed opleidt en dit de gediplomeerden de mogelijkheid biedt om ook werk te vinden buiten bijvoorbeeld de eigen opleiding of beroepssector. Zij zijn in dit geval dus breed inzetbaar. F i g u u r 3 . 1 Ligt het beroep in het verlengde van de opleiding (direct in het verlengde, binnen het KBB
dan wel binnen de sector), 2004-2006? (voor ECABO gewogen)
ECABO 2004
ECABO 2005
ECABO 2006
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
direct in verlengde binnen domein KBB binnen domein sector Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
Beroepen buiten ECABO, maar binnen sector Gediplomeerden (van 2006) die buiten het domein van ECABO gaan werken (maar binnen de sector Economie) komen met name terecht in beroepen die tot de domeinen van de KBB’s KC Handel en Kenwerk behoren. Zij komen met name in de volgende beroepen terecht: • Verkoopmedewerker (KC Handel), • Magazijnmedewerker (KC Handel), • Gastheer / gastvrouw (Kenwerk), • Winkelassistent (KC Handel).
10
20
y
We onderscheiden hierbij de opleidingssectoren Techniek, Economie, Zorg & Welzijn en Groen.
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Het aandeel gediplomeerden dat is gaan werken in een andere sector dan de sector Economie11 is gering; slechts 6% van alle werkende gediplomeerden van 2006 werkt in een andere sector. Dit aandeel is vergelijkbaar met wat we zagen onder gediplomeerden van 2005 (6%), maar lager dan we zagen onder werkende gediplomeerden van 2004 (9%). Beroepen als Warehousemedewerker, Verkoper personenauto’s, Medewerker orderverzamelen en goederenuitlevering (allen in de sector Techniek) zijn hierbij tot de sector Economie gerekend. Als we deze beroepen tot de sector Techniek rekenen, dan is het aandeel gediplomeerden van ECABO dat buiten de sector gaat werken onder gediplomeerden van 2006 gelijk, maar onder gediplomeerden van 2005 en 2004 iets groter, namelijk 7% in 2005 en 12% in 2004. Landelijk is het aandeel gediplomeerden dat in een beroep in een andere sector terechtkomt voor 2006 en 2005 iets hoger dan we zien voor ECABO.
Beroepen buiten de sector Gediplomeerden (van 2006) die buiten het domein van de sector zijn gaan werken komen met name in de volgende beroepen terecht: • Facilitair medewerker, • Chauffeur goederenvervoer, • Verzorgende, • Koerier, • Medewerker plantenteelt, • Helpende, • Chauffeur personenvervoer.
Opleidingsrichting Binnen ECABO zijn het met name de werkende gediplomeerden (van 2006) van opleidingen Bedrijfsadministratie (76%) en Secretarieel (75%) die een half jaar na diplomering werken in beroepen die direct op de gevolgde opleiding aansluiten (zie Figuur 3.2 op de volgende pagina). Het aandeel werkende gediplomeerden dat direct in het verlengde van de opleiding aan de slag is gegaan is laag onder gediplomeerden van de opleidingsrichtingen ICT Administratief (43%) en Commercieel (44%). Dit beeld zien we min of meer voor alle jaren terug. Hoewel ruim driekwart van alle werkende gediplomeerden van de opleidingsrichting Bedrijfsadministratie een aansluitend beroep heeft gevonden zien we binnen deze opleidingsrichting dat de gediplomeerden van de opleiding Boekhoudkundig medewerker (van 2006) relatief minder vaak werken in een beroep dat direct aansluit op de opleiding (65%). Binnen de opleidingsrichting ICT Administratief zien we dat met name gediplomeerden van de opleiding ICT-beheerder (crebo 10811) beduidend minder vaak in een aansluitend beroep terechtkomen (2% werkt in het verlengde van de opleiding). Daarentegen komen gediplomeerden van de opleiding ICT-beheerder (crebo 10905) en de opleiding Medewerker beheer ICT (crebo 10904) duidelijk vaker in beroepen terecht die op de gevolgde opleiding aansluiten (respectievelijk 72% en 69%). In het aandeel gediplomeerden dat een baan heeft buiten de sector Economie zit tussen de verschillende opleidingsrichtingen niet bijzonder veel verschil. Gediplomeerden van de opleidingen Orde en veiligheid hebben relatief het vaakst een baan in een andere sector dan de sector Economie; 9% onder gediplomeerden van 2006 en 13% onder gediplomeerden van 2005. Onder gediplomeerden van 2004 waren het met name de werkenden van de opleidingsrichting ICT Administratief die relatief vaak aan de slag gingen in een andere sector.
11
Bij de bepaling van de sector Economie is in overleg met ECABO vastgesteld welke beroepen tot de sector Economie gerekend worden. Aangezien deze beroepen dit jaar opnieuw zijn vastgesteld kan het zijn dat de uitkomsten van 2004 die in dit rapport worden gepresenteerd iets afwijken van de uitkomsten voor 2004 die in het rapport van afgelopen keer (juli 2006) zijn gepresenteerd.
21
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
F i g u u r 3 . 2 Ligt het beroep in het verlengde van de opleiding, naar opleidingsrichting (direct in het verlengde,
binnen het KBB dan wel binnen de sector), 2006? (voor ECABO (totaal) gewogen)
Secretarieel (n=263) Bedrijfsadministratie (n=214) Commercieel (n=88) Bank- en verzekeringsw ezen (n=55) Logistiek (n=6) Juridisch (n=74) Orde en veiligheid (n=205) ICT Administratief (n=160) ECABO 2006 (totaal) 0%
10% 20%
30% 40% 50% 60% 70%
80% 90% 100%
direct in verlengde binnen domein KBB binnen domein sector Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
Leerweg en niveau BBL-ers komen gemiddeld vaker in beroepen terecht die direct aansluiten bij de opleiding die zij gevolgd hebben. Zo werkt 75% van de BBL-ers van 2006 in een beroep dat direct aansluit op de gevolgde opleiding, tegen 62% van de BOL-ers. Werkende gediplomeerden die een opleiding op niveau 1 hebben gevolgd komen duidelijk het minst vaak terecht in een beroep dat aansluit bij de gevolgde opleiding (25% onder gediplomeerden van 2006). We zien dit voor alle jaren terug. Als we kijken naar het aandeel van de werkende gediplomeerden dat in een andere sector, dan de sector Economie terecht is gekomen zien we onder gediplomeerden van 2005 en 2006 geen verschil tussen BOL-ers en BBL-ers. Anders is dit als we kijken naar het niveau van de gevolgde opleiding; gediplomeerden van opleidingen op niveau 1 of 2 die zijn gaan werken komen vaker dan gediplomeerden van opleidingen op niveau 3 of 4 terecht in een beroep in een andere sector. Geslacht en etniciteit Vrouwelijke gediplomeerden komen in het algemeen iets vaker in beroepen terecht die direct op de gevolgde opleiding aansluiten dan mannelijke gediplomeerden. Dit geldt voor alle jaren. Daarnaast zien we dat vrouwen ook iets minder vaak in beroepen buiten de sector terechtkomen. Naar etniciteit zien we weinig onderscheid. Wel zien we dat allochtonen de afgelopen twee jaar (2006 en 2005) iets vaker dan autochtonen op het moment van onderzoek werkzaam zijn in beroepen die direct op de opleiding aansluiten. Wellicht dat allochtonen vaker dan autochtonen bij een niet-passende eerste baan op zoek zijn gegaan naar een baan die beter aansluit op de opleiding; we hebben eerder al gezien dat de mobiliteit onder allochtonen hoger is dan onder autochtonen. Regio Onder gediplomeerden van 2005 en 2006 zien we dat werkende gediplomeerden uit de regio Noord en Zuidoost relatief minder vaak terechtkomen in beroepen die direct aansluiten op de gevolgde opleiding. Met name voor de regio Noord is dit opvallend; onder werkenden gediplomeerden van 2004 zagen we dat werkenden uit de regio Noord juist opvallend vaker een
22
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
baan hadden in het directe verlengde van de opleiding. Daarnaast zien we onder de gediplomeerden van 2006 en 2005 dat werkenden uit de regio Zuidwest relatief vaker een aansluitend beroep hebben gevonden. Het aandeel werkenden dat een baan buiten de sector Economie heeft gevonden is onder gediplomeerden van 2006 het hoogst in de regio Zuidoost en onder gediplomeerden van 2005 in de regio Noordwest. Onder gediplomeerden van 2004 zagen we weinig onderscheid naar regio. 3.2.2
Subjectieve benadering
Een ruime meerderheid van de werkenden gediplomeerden van ECABO geeft aan dat zij, terugkijkend op de opleiding en kijkend naar wat zij op dit moment doen, veel aan de opleiding hebben gehad (zie Figuur 3.3). Door de jaren heen zien we zelfs een duidelijke stijging in het aandeel dat aangeeft veel aan de opleiding te hebben gehad; onder werkenden gediplomeerden van 2004 was dit aandeel 61%, onder werkende gediplomeerden van 2005 was dit aandeel 65% en onder werkenden gediplomeerden van 2006 is dit aandeel 74%. Landelijk (voor alle opleidingen bij elkaar) is het aandeel werkende gediplomeerden dat aangeeft veel aan de opleiding te hebben gehad ieder jaar echter nog iets hoger; 72% in 2004, 73% in 2005 en 78% onder werkende gediplomeerden van 2006. F i g u u r 3 . 3 Hebben de werkende gediplomeerden veel aan hun opleiding gehad, 2004-2006
(voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen)
2004 2005
ECABO
2006
landelijk
0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
Niet alle gediplomeerden binnen ECABO zijn even positief (zie Figuur 3.4 op de volgende pagina). Zo zijn gediplomeerden van opleidingen ICT Administratie ieder jaar het minst vaak tevreden over de zinvolheid van de opleiding die zij gevolgd hebben. Werkende gediplomeerden van de opleidingsrichting Bank- en verzekeringswezen en de opleidingsrichting Orde en veiligheid geven juist het meest vaak aan dat zij veel aan hun opleiding hebben gehad. Ook dit zien we voor alle jaren terug. BBL-ers zijn in het algemeen vaker tevreden over de opleiding dan BOL-ers; 85% van de werkende BBL-ers van 2006 geeft aan veel aan de opleiding te hebben gehad tegenover 72% van de werkende BOL-ers. Verder valt op dat werkende gediplomeerden van opleidingen op niveau 3 duidelijk minder vaak tevreden zijn over het nut van de opleiding dan we zien op de overige niveaus. Daarnaast zien we dat vrouwen iets vaker positief zijn over het nut van de opleiding dan mannen (respectievelijk 78% en 70% onder werkenden van 2006) en allochtonen iets vaker dan autochtonen (respectievelijk 76% en 71% onder werkenden van 2006). Bovenstaand beeld zien we voor alle jaren (2004-2006) terug. In voorgaande paragraaf zagen we reeds dat werkenden gediplomeerden (van 2006) in de regio Noord en Zuidoost relatief minder vaak werken in een aansluitend beroep. Dit zien we ook terug in de beleving van de gediplomeerden zelf; gediplomeerden in deze regio’s geven relatief het minst vaak aan dat zij veel aan hun opleiding hebben gehad (respectievelijk 51% in de regio Noord en 67% in de regio Zuidoost).
23
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
F i g u u r 3 . 4 Hebben de werkende gediplomeerden veel aan hun opleiding gehad, naar opleidingsrichting
2006? (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen)
Secretarieel (n=258) Bedrijfsadministratie (n=204) Commercieel (n=86) Bank- en verzekeringsw ezen (n=54) Logistiek (n=7) Juridisch (n=70) Orde en veiligheid (n=205) ICT Administratief (n=156) ECABO 2006 (totaal) Landelijk 2006 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% veel aan opleiding gehad Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
3.3
Allocatie werkenden naar bedrijfstakken
In voorgaande paragraaf bleek dat gediplomeerden van opleidingen ECABO met name terechtkomen in beroepen die binnen het domein van ECABO liggen. De vraag is nu in welke bedrijven zij zijn gaan werken. Beroepen die binnen het domein van ECABO liggen komt men namelijk in een grote diversiteit aan bedrijven tegen. Zo hebben zorginstellingen of taxibedrijven bijvoorbeeld ook administratief medewerkers nodig. Om enige ordening aan te brengen in de diversiteit van bedrijven waar gediplomeerden van ECABO werken, hebben we de bedrijven ingedeeld in bedrijfstakken op basis van de “Standaard Bedrijfsindeling” van het CBS (op het niveau van 1 digit). In Overzicht 3.5 op de volgende pagina worden de bedrijfstakken weergegeven waar de gediplomeerden van ECABO van 2006, 2005 en 2004 werken. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat gediplomeerden van ECABO met name werken in de volgende bedrijfstakken: • Onroerend goed, roerende goed en zakelijke dienstverlening, • Openbaar bestuur, overheidsdiensten en sociale verzekeringen, • Handel (en reparatie van consumentenartikelen).
24
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Overzicht 3.5
In welke bedrijven werken gediplomeerden van ECABO, 2004-2006 (gewogen)?
bedrijfstakken
landbouw, jacht en bosbouw winning van delfstoffen industrie productie en distributie van elektriciteit, aardgas en water bouwnijverheid handel (en reparatie van consumentenartikelen) horeca vervoer, opslag en communicatie financiële instellingen onroerend goed, roerend goed en zakelijke dienstverlening openbaar bestuur, overheidsdiensten en sociale verzekeringen onderwijs gezondheids- en welzijnszorg milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening onbekend totaal
2004 abs. % 9 1% 3 0% 64 5% 2 0% 35 3% 191 14% 38 3% 61 5% 68 5% 331 25% 197 15% 67 5% 87 6% 30 2% 168 12% 1350 100%
aantal werkenden 2005 2006 abs. % abs. % 12 1% 3 0% 1 0% 3 0% 45 4% 32 3% 5 0% 11 1% 28 3% 44 4% 153 15% 141 13% 18 2% 23 2% 68 7% 59 5% 72 7% 72 6% 324 31% 336 30% 183 18% 207 18% 38 4% 36 3% 55 5% 60 5% 17 2% 21 2% 17 2% 74 7% 1037 100% 1122 100%
Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
Opleidingsrichting Niet voor alle opleidingsrichtingen binnen ECABO zien we dezelfde top drie van bedrijfstakken. Zo gaat het merendeel van de gediplomeerden van de opleidingsrichting Bank- en verzekeringswezen aan de slag bij Financiële instellingen (62% onder gediplomeerden van 2006). Ook gediplomeerden van Commerciële opleidingen komen relatief vaak in deze bedrijfstak terecht. Zij zijn minder georiënteerd op de bedrijfstak Openbaar bestuur, overheidsdiensten en sociale verzekeringen. Dit laatste geldt ook voor gediplomeerden van ICT Administratief. Gediplomeerden van ICTopleidingen gaan voornamelijk werken in de bedrijfstak Onroerend goed, roerend goed en zakelijke dienstverlening (42% onder gediplomeerden van 2006). Verder zien we dat gediplomeerden van de opleidingsrichting Secretarieel en de opleidingsrichting Juridisch relatief vaak gaan werken in de Gezondheids- en welzijnszorg. We zien dit min of meer voor alle jaren terug. Regio Ook in de verschillende regio’s zien we dat de gediplomeerden (van 2006) voornamelijk in de drie hierboven genoemde bedrijfstakken werken. Uitzondering hierop zijn de gediplomeerden in de regio Noord; gediplomeerden in deze regio komen relatief vaker terecht in de bedrijfstak Financiële Instellingen en minder vaak in de bedrijfstak Openbaar bestuur, overheidsdiensten en sociale verzekeringen. Ook in de regio Zuidwest komen de gediplomeerden (van 2006) relatief weinig in laatstgenoemde bedrijfstak terecht.
3.4
Beroepspraktijkvorming
In paragraaf 3.1 hebben we reeds gezien dat een meerderheid (69%) van de werkende BBL-ers en 42% van de BOL-ers (van 2006) bij een bedrijf werkt waar zij tijdens de opleiding beroepspraktijkvorming (bpv) hebben gevolgd. De contacten die worden opgedaan tijdens de bpv lijken dus belangrijk voor het arbeidsperspectief van mbo-verlaters. In deze paragraaf gaan we hier iets dieper op in. Gediplomeerden van ECABO die op het moment van onderzoek werken bij een bedrijf waar zij tijdens de opleiding bpv hebben gehad, hebben vaker binnen 1 maand na diplomering een baan gevonden dan gediplomeerden die niet bij een bpv-bedrijf aan de slag zijn gegaan. Hoewel we dit zowel voor de BOL-ers als de BBL-ers zien, is met name onder BBL-ers het verschil groot. Zo heeft van de werkenden BBL-gediplomeerden van 2006 die aan de slag zijn bij een bedrijf waar zij tijdens de opleiding bpv hebben gehad 95% binnen een maand een baan gevonden (zij blijven dan
25
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
ook vaak na de opleiding werken bij het bpv-bedrijf). BBL-ers die niet blijven werken bij hun bpvbedrijf zoeken langer naar een baan; ‘slechts’ 8% heeft een baan binnen een maand en 61% heeft langer dan 3 maanden moeten zoeken naar een baan (onder gediplomeerden van 2006). Niet alleen hebben gediplomeerden die bij hun bpv-bedrijf werken sneller een baan, hun positie is ook beter. Zo hebben gediplomeerden die bij een bedrijf werken waar zij tijdens de opleiding bpv hebben gehad in het algemeen vaker een vaste aanstelling (en minder vaak een tijdelijke of een aanstelling op uitzendbasis) en hebben zij gemiddeld een (iets) hoger maandsalaris (op basis van een 38-urige werkweek). Met name onder BBL-ers onderscheidt de positie van degenen die bij het bpv-bedrijf zijn blijven werken zich met die van degenen die niet bij een bpv-bedrijf werken. BBL-ers (van 2006) die bij een bedrijf blijven werken waar zij tijdens de opleiding bpv hebben gehad hebben vaker een vaste aanstelling (69%) dan degenen die niet bij hun bpv-bedrijf werken (33%) en duidelijk minder vaak een tijdelijke aanstelling (19% tegen 47% onder degenen die niet bij hun bpv-bedrijf werken) en ook minder vaak een aanstelling op uitzendbasis (4% tegen 14% onder degenen die niet bij hun bpvbedrijf werken). Daarnaast ligt het salaris onder BBL-ers van 2006 ongeveer 8% hoger onder degenen die bij het bedrijf zijn blijven werken waar zij tijdens de opleiding bpv hebben gehad ten opzichte van degenen die niet bij een bedrijf werken waar zij tijdens de opleiding bpv hebben gehad. Verder zien we dat ook het diplomarendement onder de groep gediplomeerden ECABO die bij het bedrijf werkt waar zij tijdens de opleiding bpv hebben gehad groter is. Zo zien we onder gediplomeerden van 2006 dat van degenen die bij het bpv-bedrijf aan de slag zijn, 69% werkt in een beroep dat direct aansluit op de gevolgde opleiding en 4% een beroep heeft buiten de sector. Van degenen die niet werken bij een bpv-bedrijf heeft 60% een baan die direct op de opleiding aansluit en werkt 7% buiten de sector. Overigens zijn de verschillen hierin tussen werkenden bij een bpv-bedrijf en werkenden bij een niet-bpv-bedrijf onder gediplomeerden van 2005 en 2004 duidelijk groter. Opvallend is dat gediplomeerden BBL-ers van 2006 die niet bij een bedrijf zijn gaan werken waar zij tijdens de opleiding bpv hebben gehad vaker een baan hebben die direct aansluit op de gevolgde 12 opleiding (80%) dan BBL-ers die wel bij het bpv-bedrijf werken (73%) . Gediplomeerden die bij het bedrijf waar zij tijdens de opleiding bpv hebben gehad aan de slag zijn gegaan zijn daarnaast in het algemeen vaker tevreden over de aansluiting tussen de opleiding en het werk. Onder gediplomeerden van 2006 geeft 76% van hen aan dat zij, gezien hun huidige werk, veel aan de opleiding hebben gehad. Voor gediplomeerden die niet bij het bpv-bedrijf werken is dit aandeel 72%. Ook op dit punt zijn de verschillen tussen werkenden bij een bpv-bedrijf en werkenden bij een niet-bpv-bedrijf onder gediplomeerden van 2005 en 2004 duidelijk groter.
12
De (totale) groep BBL-ers niet werkzaam bij het bpv-bedrijf is in absolute aantallen echter ruim 2 keer kleiner dan de groep BBL-ers die wel werkzaam zijn bij het bpv-bedrijf.
26
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
4
y
Opname van mbo-verlaters door de arbeidsmarkt De inzetbaarheid van schoolverlaters is niet alleen vanuit de opleiding te bekijken (sluit het beroep aan op de opleiding), maar ook vanuit de optiek van de arbeidsmarkt. We kunnen dit doen zowel vanuit de optiek van de beroepen (paragraaf 4.1) als vanuit de optiek van de bedrijfstakken (paragraaf 4.2). De vraag waar het hierbij om gaat is: welke opleidingsachtergrond hebben de gediplomeerden die in bepaalde beroepen of bedrijfstakken zijn gaan werken? We kijken hierbij alleen naar de beroepen en bedrijven waarin de mbo-verlaters van 2006 (die aan het onderzoek hebben meegedaan) zijn gaan werken. Het gaat dus niet om de totale arbeidsmarkt of om een steekproef hierbinnen, maar puur om de beroepen en bedrijven waar de mbo-verlaters zijn gaan werken. In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ kunt u de gebruikte gegevens in tabelvorm terugvinden.
4.1
Opname vanuit optiek beroepen
Bij de opname door de arbeidsmarkt vanuit de optiek van de beroepen van gediplomeerden is uitgegaan van het aantal werkende mbo-verlaters in beroepen vallend onder het domein van een bepaald KBB. Gekeken is of de gediplomeerden die in deze beroepen werkzaam zijn wel of niet een opleiding hebben gevolgd binnen het KBB waarbinnen de beroepen vallen (hieronder vindt u ter verduidelijking een voorbeeld).
Voorbeeld opname van mbo-verlaters door arbeidsmarkt (fictieve getallen): Van alle mbo-verlaters van 2006 werken er ruim 1000, een half jaar na het behalen van hun diploma, in 13 beroepen waar ECABO voor opleidt . Vervolgens bekijken we welke opleiding de ruim 1000 mbo-verlaters van 2006 hebben gedaan. Hieruit blijkt dat: • 83% een opleiding heeft gedaan binnen ECABO (bijv. administratief medewerker, beveiliger etc etc.), • 17% een opleiding heeft gedaan binnen een ander KBB (bijv. SPW of verkoopmedewerker, etc.). Van de 1000 mbo-verlaters werken er ruim 300 in beroepen binnen de beroepsgroep Secretarieel. Als we kijken naar de opleidingen die deze ruim 300 mbo-verlaters hebben gedaan, dan zien we dat: • 76% een opleiding heeft gedaan in de opleidingsrichting Secretarieel (bijv. directiesecretaresse, administratief medewerker), • 10% een andere opleiding heeft gedaan binnen ECABO (bijv. boekhoudkundig medewerker, commercieel medewerker banken etc.), • 14% een opleiding heeft gedaan in een opleidingsrichting binnen een ander KBB (bijv. verkoopmedewerker, etc.).
In Figuur 4.1 op de volgende pagina is voor ECABO en een aantal andere grotere KBB’s de opname van mbo-verlaters met een bepaalde opleiding weergegeven. Uit de figuur blijkt dat de overgrote meerderheid van de mbo-verlaters die momenteel werken in beroepen vallend binnen ECABO, gediplomeerden zijn die ook daadwerkelijk een opleiding binnen ECABO hebben gedaan (84%; optelling van de onderste twee categorieën). Ook bij de meeste andere KBB’s die in de figuur gepresenteerd worden zien we dat het merendeel van de werkenden in beroepen binnen het domein van een bepaald KBB een opleiding binnen hetzelfde KBB hebben gedaan. Dit geldt met name voor de KBB’s Calibris (voorheen OVDB) en Kenteq. Alleen voor Kenniscentrum Handel (KC Handel) zien we dat dit aandeel lager is; in beroepen binnen het domein van KC Handel komen relatief veel gediplomeerden voor met een opleiding uit een ander KBB (optelling van de bovenste twee categorieën).
13
Aan beroepen die respondenten invullen wordt een opleiding gekoppeld (zie Bijlage 3). Op basis hiervan worden de beroepen ingedeeld in KBB’s.
27
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
F i g u u r 4 . 1 Van welke opleidingen komen de gediplomeerden 2006 die werkzaam zijn in het domein
van een KBB, per KBB?
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Ecabo
KC Handel
Kenteq
Fundeon
Calibris (OVDB)
Kenw erk
Aequor
afkomstig van opleiding buiten KBB niv. 3 en 4 afkomstig van opleiding buiten KBB niv. 1 en 2 afkomstig van opleiding binnen KBB niv. 3 en 4 afkomstig van opleiding binnen KBB niv. 1 en 2 Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
Gediplomeerden met andere opleidingen MBO-verlaters (van 2006) die werken in een beroep dat binnen het domein van ECABO valt, maar die geen opleiding binnen ECABO hebben gevolgd zijn met name gediplomeerden met een opleiding Kenwerk, Calibris of KC Handel, onder andere: • Filiaalbeheerder (KC Handel), • Horeca- ondernemer / - manager (Kenwerk), • Mkf reizen (Kenwerk), • SPW 3 (Calibris), • SPW 4 (Calibris), • Zelfstandig werkende medewerker reizen (Kenwerk).
Natuurlijk kunnen we deze gegevens ook uitsplitsen naar opleidingsrichting / beroepsgroep binnen ECABO (zie Figuur 4.2 op de volgende pagina). Gediplomeerden (van 2006) die zijn gaan werken in de beroepsgroep ICT Administratief hebben voor het overgrote deel (94%) ook een opleiding gevolgd in deze richting (binnen de opleidingsrichting ICT Administratief). Dit in tegenstelling tot gediplomeerden die werkzaam zijn in Juridische beroepen en in de beroepsgroep Bank- en verzekeringswezen; zij hebben relatief minder vaak een opleiding gevolgd in de betreffende opleidingsrichting. Met name gediplomeerden die werkzaam zijn in de beroepsgroep Bank- en verzekeringswezen hebben relatief vaak een opleiding gevolgd buiten het domein van ECABO (28%). Dit laatste geldt ook voor gediplomeerden die ten tijde van het onderzoek werkzaam waren in Secretariële beroepen; 25% van hen komt van een opleiding buiten het domein van ECABO.
28
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
F i g u u r 4 . 2 Van welke opleidingen komen de gediplomeerden die werken in beroepen vallend binnen
ECABO, 2006.
Secretarieel (n=300) Bedrijfsadministratie (n=188) Commercieel (n=61) Bank- en verzekeringsw ezen (n=68) Logistiek (n=9) Juridisch (n=91) Orde en veiligheid (n=90) ICT Administratief (n=125) ECABO 2006 (totaal) 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
afkomstig van opleiding binnen beroepsgroep afkomstig van opleiding binnen KBB (overige beroepsgroepen) afkomstig van opleiding buiten KBB ECABO Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
4.2
Opname vanuit optiek bedrijfstakken
Bij de opname door de arbeidsmarkt vanuit de optiek van de bedrijfstakken is uitgegaan van het aantal werkende mbo-verlaters (van 2006) in bedrijven vallend binnen een bepaalde bedrijfstak. Gekeken is of de gediplomeerden die in bedrijven werken binnen een bepaalde bedrijfstak een opleiding hebben gevolgd binnen ECABO of binnen een ander KBB. Hieruit kunnen we afleiden voor welke bedrijfstakken de gediplomeerden ECABO meer of minder belangrijk zijn. Uit Figuur 4.314 op de volgende pagina kunnen we afleiden dat gediplomeerden ECABO met name belangrijk zijn voor de volgende drie bedrijfstakken: y Financiële instellingen (76% van de gediplomeerden die in bedrijven / instellingen in deze bedrijfstak zijn gaan werken heeft een opleiding ECABO gedaan), y Openbaar bestuur overheidsdiensten en sociale verzekeringen (55% van de gediplomeerden die in bedrijven / instellingen in deze bedrijfstak zijn gaan werken heeft een opleiding ECABO gedaan), y Onroerend goed, roerend goed en zakelijke dienstverlening (53% van de gediplomeerden die in bedrijven / instellingen in deze bedrijfstak zijn gaan werken heeft een opleiding ECABO gedaan). Voor bedrijven in de overige bedrijfstakken zijn gediplomeerden met een opleiding ECABO minder belangrijk. Dit beeld zagen we overigens ook voor 2004 en voor 2005.
14
29
y
Alleen de bedrijfstakken waarin meer dan 100 gediplomeerden van 2006 werken worden hier gepresenteerd.
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
F i g u u r 4 . 3 Van welke opleidingen (ECABO of een ander KBB) komen de gediplomeerden die werken in
de verschillende bedrijfstakken, 2006.
industrie bouw nijverheid handel (en reparatie van consumentenartikelen) horeca vervoer, opslag en communicatie financiële instellingen onroerend goed, roerend goed en zakelijke dienstverlening openbaar bestuur, overheidsdiensten en sociale verzekeringen onderw ijs gezondheids- en w elzijnszorg milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening 0%
10%
20% 30% 40%
ECABO
50% 60% 70% 80%
90% 100%
overige KBB's Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
30
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
5
y
Doorleren In dit hoofdstuk komen de uitkomsten naar voren voor de groep mbo-verlaters van opleidingen ECABO die na diplomering verder zijn gaan studeren (buiten het mbo-veld). Dit zijn in eerste instantie de mbo-verlaters die aangeven dat zij een voltijdsopleiding doen. Daarnaast zijn ook mbo-verlaters die aangeven dat zij werken en daarnaast een duale opleiding op het hbo doen 15 of een deeltijdopleiding op het hbo (waarvan het studeren de hoofdactiviteit is ) tot de groep doorlerende mbo-verlaters gerekend. We kijken naar de doorstroom richting het hbo (paragraaf 5.1) en naar de aansluiting van de vervolgstudie op de opleiding (paragraaf 5.2). In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ kunt u de gebruikte gegevens in tabelvorm terugvinden.
5.1
Doorstroom en kwalificatiewinst
In Hoofdstuk 2 zagen we reeds dat 31% van de gediplomeerden ECABO (van 2006) heeft gekozen voor een (voltijds)vervolgopleiding (buiten het mbo) en dat er bij 21% sprake is van een combinatie van werken en leren. De vraag is wie deze doorlerende gediplomeerden zijn. Omdat het in deze rapportage gaat om gediplomeerde schoolverlaters die het mbo-veld hebben verlaten richten we ons alleen op de doorstroom richting het hbo. Van alle gediplomeerde mbo-verlaters (van alle niveaus, ongeacht of zij verder leren of niet) van opleidingen ECABO kiest ieder jaar rond de 40% voor een vervolgopleiding op het hbo, zoals we kunnen zien in Figuur 5.1. Landelijk gezien, voor mbo-verlaters van alle opleidingen bij elkaar, is de doorstroom richting het hbo ieder jaar duidelijk minder hoog. F i g u u r 5 . 1 a Doorstroom naar het hbo per opleidingsrichting, 2004-2006 (voor ECABO (totaal)
en landelijk gewogen).
Secretarieel Bedrijfsadministratie Commercieel Bank- en verzekeringsw ezen Logistiek Juridisch Orde en veiligheid ICT Administratief ECABO (totaal) Landelijk 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 2006 2005 2004 Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
15
Dit wordt bepaald aan de hand van de verdeling van het aantal uren per week dat de respondent aangeeft te werken dan wel te leren.
31
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Het aandeel dat doorstroomt naar het hbo is afhankelijk van het aandeel gediplomeerden op niveau 4 in de totale groep gediplomeerden, aangezien alleen deze gediplomeerden in principe toegelaten worden tot het hbo. Bekijken we de doorstroom naar het hbo alleen voor de gediplomeerden op niveau 4, dan zien we dat ieder jaar rond de 60% van de gediplomeerden ECABO doorstroomt naar het hbo (zie Figuur 5.1b). Dit zijn met name gediplomeerden van BOL-opleidingen. Van de gediplomeerden van BBL-opleidingen op niveau 4 van 2006 gaat ‘slechts’ 3% door naar het hbo. Onder BBL-ers op niveau 4 van 2005 en 2004 was dit aandeel nog 20%.
Figuur 5.1b
Doorstroom naar het hbo van mbo-verlaters op niveau 4 per opleidingsrichting, 2004-2006 (voor ECABO (totaal)
Secretarieel Bedrijfsadministratie Commercieel Bank- en verzekeringsw ezen Logistiek Juridisch ICT Administratief ECABO (totaal) Landelijk 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% 2006 2005 2004 Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
Opleidingsrichting De mate van doorstroom van gediplomeerden richting het hbo is niet voor alle opleidingsrichtingen binnen ECABO gelijk (zie Figuur 5.1a), iets dat voor een belangrijk deel zal samenhangen met het aantal gediplomeerden op niveau 4 binnen een opleidingsrichting. Van alle gediplomeerden binnen ECABO is de doorstroom naar het hbo het hoogst voor gediplomeerden van opleidingen Juridisch (met name onder gediplomeerden van 2006; 72%) en gediplomeerden van de opleidingsrichting Commercieel. Binnen de opleidingsrichting Juridisch zien we dat de doorstroom naar het hbo voor alle opleidingen hoog is, met uitzondering van de opleiding Sociaal juridisch medewerker – arbeidsvoorzieningen en personeelswerk. Van de gediplomeerden (van 2006) van deze opleiding gaat iets minder dan de helft (48%) naar het hbo. Binnen de opleidingsrichting Commercieel zijn het met name de gediplomeerden van de opleiding Commercieel medewerker marketing en communicatie die kiezen voor een vervolgopleiding op het hbo (71% onder gediplomeerden van 2006). Gediplomeerden met een opleiding binnen Orde en veiligheid gaan het minst vaak naar het hbo (minder dan 1% à 2%). Ook onder de groep gediplomeerden van de opleidingsrichting Secretarieel is het aandeel dat doorstroomt naar het hbo relatief gering (ieder jaar rond de 25%). Gediplomeerden van opleidingen binnen deze richtingen kiezen er, zoals we al eerder gezien hebben, relatief vaak voor om na het behalen van de mbo-diploma te gaan werken. Bekijken we de uitkomsten alleen voor de groep mbo-verlaters met een opleiding op niveau 4 dan zien we min of meer hetzelfde beeld. Met name de mbo-verlaters van de opleidingsrichtingen
32
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Juridisch en Commercieel stromen relatief vaak door naar het hbo (zie Figuur 5.1b). Mbo-verlaters van opleidingen Secretarieel (op niveau 4) stromen van alle mbo-verlaters van opleidingen ECABO het minst vaak door naar het hbo; 35% à 37% stroomt ieder jaar door naar het hbo. Geslacht, leeftijd en etniciteit Mannelijke gediplomeerden kiezen doorgaans iets vaker voor een opleiding op het hbo dan vrouwen. Zo is van alle gediplomeerden (ongeacht niveau van de opleiding) van 2006 46% van de mannen en 42% van de vrouwen naar het hbo doorgestroomd; een verschil van 4%. In de voorgaande twee jaren was dit verschil in doorstroom tussen beide groepen echter nog groter; 7% in 2005 en 13% in 2004. Kijken we naar de leeftijd van de mbo-verlaters, dan lijkt het erop dat degenen die kiezen voor het hbo gemiddeld iets jonger worden. Zo zagen we onder gediplomeerden (van alle opleidingsniveaus bij elkaar) van 2004 dat met name 20- en 21-jarigen relatief vaker doorstroomde naar het hbo, onder gediplomeerden van 2005 was dit met name de groep 19- tot 21- jarigen. Onder gediplomeerden van 2006 zien we dat de doorstroom relatief het hoogst is voor de groep 19- en 20- jarigen (beide 58%). Naar etniciteit bekeken zien we dat allochtone gediplomeerden duidelijk vaker kiezen voor een vervolgopleiding dan autochtonen; van de gediplomeerden van 2006 (van alle opleidingsniveaus bij elkaar) gaat 57% van de allochtonen door naar het hbo, onder autochtonen is dit aandeel 42%. Dit beeld zagen we ook onder gediplomeerden van 2005 en 2004. Vooropleiding Als we de doorstroom naar het hbo van gediplomeerden van ECABO van 2006 (van alle opleidingsniveaus bij elkaar) bekijken naar vooropleiding (de opleiding die de mbo-verlaters hebben gevolgd voorafgaand aan het mbo), zien we dat met name gediplomeerden die vmbo-theoretische 16 leerweg of vmbo-gemengde leerweg als vooropleiding hebben, doorstromen naar het hbo (respectievelijk 54% en 55%) De gegevensbasis voor deze analyse (naar vooropleiding) is echter (nog) beperkt17 en deze uitkomst moet dan ook gezien worden als een indicatie. Regio Het beeld voor de regio’s is niet eenduidig wat de doorstroom naar het hbo betreft. Onder gediplomeerden van 2006 en 2005 (van alle opleidingsniveaus bij elkaar) zien we het grootste aandeel doorstromers onder gediplomeerden in de regio Noord; onder gediplomeerden van 2004 uit deze regio was de doorstroom echter het geringst van alle regio’s. Onder gediplomeerden van 2006 gaan gediplomeerden in de regio Zuidoost en Zuidwest relatief het minst vaak door op het hbo (beide 37%). Ook in voorgaande jaren was de mate van doorstroom naar het hbo in de regio Zuidwest het laagst. KBB In Figuur 5.2 op de volgende pagina is een beeld gegeven van de doorstroom naar het hbo voor een zestal grotere KBB’s. We hebben hier alleen de mbo-verlaters van BOL-opleidingen op niveau 4 meegenomen. Het is immers vooral deze groep die doorstroomt naar het hbo. Het beeld door de jaren heen is divers. Wel kunnen we opmerken dat de doorstroom van de BOLers op niveau 4 naar het hbo voor ECABO in het algemeen relatief hoger is dan voor de meeste andere KBB’s. Alleen BOL-ers op niveau 4 (van 2006) van opleidingen binnen Fundeon kiezen relatief vaker voor het hbo (66% tegen 61% voor ECABO). Verder zien we dat voor ECABO de doorstroom naar het hbo door de jaren heen redelijk stabiel is in tegenstelling tot de meerderheid van de andere KBB’s. Opvallend is de daling van het aandeel BOL-gediplomeerden op niveau 4 van opleidingen Kenteq dat doorleert op het hbo in het laatste jaar, terwijl deze een jaar eerder nog duidelijk gegroeid was. Voor Fundeon zien we juist het omgekeerde; de doorstroom naar het hbo is onder BOL-gediplomeerden op niveau 4 van 2006 duidelijk toegenomen in vergelijking met gediplomeerden van 2005.
16
We hebben het hier over een totale groep van 624 gediplomeerden met een vooropleiding vmbo-tl en 29 gediplomeerden met een vooropleiding vmbo-gl. 17 Een beperkt roc’s dat deelneemt aan het onderzoek met de MBO-Kaart levert de variabele vooropleiding mee in de administratiebestanden die als basis gebruikt worden bij het onderzoek.
33
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
F i g u u r 5 . 2 Doorstroom naar het hbo (mbo-verlaters met een BOL-opleiding op niveau 4)
per KBB, 2004-2006.
ECABO KC Handel Kenteq Kenw erk Fundeon GOC Calibris (OVDB) 0%
10% 20%
30% 40%
50% 60%
70% 80%
90% 100%
2006 2005 2004 Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
5.2
Aansluiting vervolgstudie en mbo-opleiding
Niet alleen de omvang van de doorstroom richting het hbo is van belang, maar ook de vraag of de afgestudeerden van opleidingen ECABO in het verlengde van hun mbo-opleiding gaan doorleren. Om dit te analyseren leggen we de gevolgde opleiding op het mbo naast de vervolgopleiding op het hbo waarna we de vervolgopleidingen classificeren (in Bijlage 4 vindt u hiervan een aantal voorbeelden). Naast deze ‘objectieve’ benadering van de aansluiting van de vervolgopleiding hebben we de gediplomeerden zelf gevraagd hoe zij de aansluiting ervaren; hebben zij gezien hun huidige bezigheden veel aan de opleiding gehad? We noemen dit de meer subjectieve benadering. 5.2.1
Objectieve benadering
18 In Figuur 5.3 is een beeld geven van de mate van doorstroom in de eigen sector (Economie) . Ook hierbij beperken we ons tot gediplomeerden van BOL-opleidingen op niveau 4.
NB
In overleg met ECABO is vastgesteld welke vervolgopleidingen op het hbo verwant zijn aan de mbo-opleidingen binnen het domein van ECABO en welke overige hbo-opleidingen binnen de sector Economie vallen19. Zo zijn bijvoorbeeld de meer ICT-opleidingen (zoals technische informatica) op het hbo, die vallen in de sector Techniek, toch meegenomen als zijnde opleidingen in de sector Economie. Een overzicht van de indeling van hboopleidingen vindt u in Bijlage 5. Bij de landelijke standaardindeling hanteren we in eerste instantie een indeling van opleidingen in sectoren op basis van de indeling volgens de Informatie Beheer Groep (zie ook Bijlage 4). Gediplomeerde schoolverlaters van sociaal-juridische opleidingen (sector Economie) die in een verwante opleiding doorleren komen hierbij standaard terecht in een andere sector (sociaal-juridisch valt op het hbo binnen de sector Zorg & Welzijn). Een overzicht van de landelijke indeling van hbo-opleidingen vindt u in Bijlage 6.
18
Omdat het voor hbo-opleidingen in sommige gevallen moeilijk is om een goede koppeling te maken met een bepaald KBB, beperken we ons hier tot de mate van doorstroom binnen de eigen sector. 19 Deze indeling is in overleg met ECABO vastgesteld. Aangezien deze indeling dit jaar opnieuw is vastgesteld kan het zijn dat de uitkomsten van 2004 die in dit rapport worden gepresenteerd afwijken van de uitkomsten voor 2004 die in het rapport van afgelopen keer (juli 2006) zijn gepresenteerd.
34
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Van alle gediplomeerde BOL-ers op niveau 4 van ECABO die kiezen voor een vervolgopleiding kiest een ruime meerderheid (ieder jaar ruim 80%) voor een vervolgopleiding in de eigen sector (sector Economie20). Als we de doorstroom binnen de eigen sector echter bekijken aan de hand van de landelijke standaardindeling dan zien we dat het aandeel gediplomeerden ECABO die voor een vervolgopleiding hebben gekozen binnen de eigen sector (Economie) ongeveer 5% lager is. Landelijk (voor alle opleidingen bij elkaar) is het aandeel dat doorleert binnen de eigen sector vergelijkbaar met wat we voor ECABO zien (onder gediplomeerden van 2005 en 2004 is het aandeel op landelijk niveau 2% hoger). F i g u u r 5 . 3 Aandeel mbo-verlaters met een BOL-opleiding op niveau 4 dat doorleert op het hbo binnen de
eigen sector, 2004-2006 (voor ECABO (totaal) gewogen).
Secretarieel Bedrijfsadministratie Commercieel Bank- en verzekeringsw ezen Logistiek Juridisch ICT Administratief ECABO (totaal) 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
2006 2005 2004 Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
21
Opleidingsrichting
Van alle doorlerende BOL-ers op niveau 4 binnen ECABO zijn het met name de gediplomeerden van de opleidingsrichtingen Bedrijfsadministratie en Bank- en verzekeringswezen die relatief vaak kiezen voor een vervolgopleiding binnen de sector Economie. Gediplomeerden van opleidingen ICT Administratief en Secretarieel kiezen daarentegen juist relatief vaak voor een opleiding in een andere sector dan de sector Economie. Zo kiezen gediplomeerden van ICT Administratief onder andere voor de opleidingen Communication- and multimediadesign, Technische bedrijfskunde, Leraar basisonderwijs en Vormgeving en kiezen de gediplomeerden van de richting Secretarieel onder andere voor de opleidingen Leraar basisonderwijs en Maatschappelijk werk en dienstverlening. Naast de mate van doorstroom in de eigen sector is voor de verschillende opleidingsrichtingen binnen ECABO ook gekeken naar de mate van doorstroom naar hbo-opleidingen die niet alleen binnen de eigen sector liggen, maar daarnaast ook in het verlengde van de opleiding binnen ECABO liggen. We hebben het dan bijvoorbeeld over een gediplomeerde Bedrijfsadministratie die op het hbo gekozen heeft voor de opleiding Accountancy of een gediplomeerde ICT Administratief die heeft gekozen voor de opleiding Bedrijfskundige Informatica. In Figuur 5.4 op de volgende pagina is een beeld gegeven van de mate van doorstroom naar verwante hbo-opleidingen. 20
Op basis van de indeling in overleg met ECABO. Gezien het kleine absolute aantal doorlerende BOL-ers op niveau 4 voor de opleidingsrichting Logistiek onder gediplomeerden van 2006 en 2005, laten we deze opleidingsrichting bij de analyse buiten beschouwing. 21
35
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
F i g u u r 5 . 4 Aandeel mbo-verlaters met een BOL-opleiding op niveau 4 dat op het hbo doorleert in een
verwante opleiding, 2004-2006 (voor ECABO (totaal) gewogen).
Secretarieel Bedrijfsadministratie Commercieel Bank- en verzekeringsw ezen Juridisch ICT Administratief ECABO (totaal) 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
2006 2005 2004 Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
Hoewel gediplomeerden van opleidingen Bank- en verzekeringswezen relatief vaak kiezen voor een vervolgopleiding binnen de eigen sector, kiezen zij opvallend minder vaak voor een opleiding die ook nog eens verwant aan opleidingen Bank- en verzekeringswezen zijn. Voor de opleidingsrichting ICT Administratief zien we eigenlijk het tegenovergestelde; BOL-ers op niveau 4 van deze richting leren relatief minder vaak door binnen de eigen sector, maar als zij dit doen dan kiezen zij relatief vaker voor een opleiding die verwant is aan de gevolgde ICT-opleiding op het mbo. Verder valt op dat het aandeel gediplomeerden van Secretarieel dat heeft gekozen voor een verwante hbo-opleiding relatief laag is. We moeten bij deze analyse echter opmerken dat het niet voor elke opleidingsrichting binnen ECABO mogelijk is om in gelijke mate verwante hbo-opleidingen aan te wijzen.
Meest gekozen vervolgopleidingen binnen de sector Economie De gediplomeerden van ECABO (van 2006) die kiezen voor een vervolgopleiding binnen de eigen sector (Economie) kiezen met name voor: • HBO rechten (78 gediplomeerden), • Accountancy (66 gediplomeerden), • Bedrijfseconomie (59 gediplomeerden), • Commerciële economie (55 gediplomeerden), • Management, Economie en Recht (52 gediplomeerden).
5.2.2
Subjectieve benadering
Hoewel de meerderheid van de doorlerende gediplomeerden een vervolgopleiding zijn gaan doen binnen de eigen sector en wat dat betreft dus een opleiding zijn gaan doen die aansluit bij de opleiding die zij op het mbo hebben gevolgd, is de vraag hoe zij zelf de aansluiting ervaren. Met andere woorden; vinden zij dat zij veel aan hun opleiding op het mbo hebben gehad, als ze kijken naar wat ze nu doen? De meerderheid (74% in 2006) van de doorlerende BOL-gediplomeerden ECABO op niveau 4 geeft aan dat zij, achteraf bezien, veel aan de opleiding hebben gehad (zie Figuur 5.5). Landelijk zijn de doorlerende gediplomeerden BOL op niveau 4 echter iets vaker tevreden over het nut van de
36
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
gevolgde opleiding (76% onder gediplomeerden van 2006 geeft aan veel aan de opleiding te hebben gehad). 22 Binnen ECABO zijn het met name de doorlerende gediplomeerden (BOL op niveau 4) van de opleidingsrichtingen Bedrijfsadministratie en Juridisch die aangeven veel aan de mbo-opleiding te hebben gehad. Doorlerende gediplomeerden van de opleidingsrichting ICT Administratief zijn relatief vaker niet tevreden over hun opleiding; zij geven minder vaak aan dat zij veel aan de opleiding hebben gehad.
F i g u u r 5 . 5 Hebben de doorlerende gediplomeerden (BOL op niveau 4) veel aan hun opleiding gehad,
naar opleidingsrichting, 2004-2006? (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen)
Secretarieel Bedrijfsadministratie Commercieel Bank- en verzekeringsw ezen Juridisch ICT Administratief ECABO (totaal) Landelijk 0%
10%
20%
30%
2006 2005 2004
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004- 2006
22
Gezien het kleine absolute aantal doorlerende BOL-ers op niveau 4 voor de opleidingsrichting Logistiek in de verschillende jaren, laten we deze opleidingsrichting bij de analyse buiten beschouwing. Binnen de opleidingsrichting Orde en veiligheid zijn er geen BOL-gediplomeerden op niveau 4 die doorleren.
37
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
6
y
Doorstroom van MBO-verlaters naar het HBO Behalve dat we kunnen onderzoeken in welke mate gediplomeerden van opleidingen ECABO doorstromen naar verwante (dan wel andere) opleidingen op het hbo (zie Hoofdstuk 5), kunnen we ook analyseren welke gediplomeerden (van andere opleidingen) doorstromen naar het hoger economisch (beroeps)onderwijs (HEO). Op deze wijze ontstaat een completer beeld van de doorstroom tussen middelbaar economisch onderwijs (MEO) en hoger economisch onderwijs (HEO). We kijken hierbij alleen naar de hbo-opleidingen waarvoor de mbo-verlaters van 2006 (die aan het onderzoek hebben meegedaan) hebben gekozen. Het gaat dus niet om de totale instroom van alle mbo-ers (en andere opleidingen) naar hbo-opleidingen, maar puur om de opleidingen waar de mbo-verlaters die aan het onderzoek hebben meegedaan voor gekozen hebben. NB
In overleg met ECABO is vastgesteld welke vervolgopleidingen op het hbo verwant zijn aan de mbo-opleidingen binnen het domein van ECABO en welke overige hbo-opleidingen binnen de sector Economie vallen. Een overzicht van de indeling van hbo-opleidingen vindt u in Bijlage 5.
De analyse doen we zowel vanuit de optiek van hbo-opleidingen verwant aan ECABO als vanuit de optiek van alle economisch hbo-opleidingen. In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ kunt u de gebruikte gegevens in tabelvorm terugvinden.
6.1
Doorstroom naar hbo-opleidingen verwant aan ECABO
Bij de analyse van de doorstroom naar hbo-opleidingen verwant aan ECABO is uitgegaan van de groep doorlerende mbo-verlaters dat voor een vervolgopleiding heeft gekozen die verwant is aan de mbo-opleidingen binnen het domein van ECABO. Gekeken is of de gediplomeerden die voor deze vervolgopleidingen gekozen hebben wel of niet een opleiding hebben gevolgd binnen ECABO. In Figuur 6.1 op de volgende pagina ziet u van welke opleidingen in het mbo (gepresenteerd naar KBB) de doorlerende gediplomeerden van 2006 komen die hebben gekozen voor vervolgopleidingen op het hbo die verwant zijn aan opleidingen binnen het domein van ECABO. In totaal hebben 1343 mbo-ers van 2006 (die hebben deelgenomen aan het onderzoek met e MBO-Kaart) gekozen voor een hbo-opleiding verwant aan ECABO. Ruim de helft (58%) van deze gediplomeerde mbo-ers heeft een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan. Zij zijn met name afkomstig van de opleidingen binnen de richtingen Commercieel, Bedrijfsadministratie en Juridisch. 15% van de (1343) gediplomeerden die gekozen hebben voor een aan ECABO verwante opleiding hebben op het mbo een handelsopleiding gedaan (KBB KC Handel). Zij zijn met name afkomstig van de opleidingen Detailhandel. 9% van de gediplomeerden in verwante hbo-opleidingen heeft een opleiding gedaan binnen het KBB Kenwerk. Het gaat hier met name om gediplomeerden van de opleidingen Horeca en Toerisme / recreatie.
Kader: Commerciële Economie Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 139 gediplomeerden (2006) hebben gekozen voor de opleiding Commerciële Economie op het hbo. Van deze 139 gediplomeerden heeft 42% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de opleidingsrichtingen: Commercieel: 47 gediplomeerden, Bedrijfsadministratie: 5 gediplomeerden, Juridisch: 4 gediplomeerden, ICT Administratief: 1 gediplomeerde, Secretarieel: 1 gediplomeerde. Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Commerciële Economie. 49 van de 139 gediplomeerden (35%) die hebben gekozen voor deze hbo-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van KC Handel. De overige mbo-gediplomeerden die de opleiding Commerciële Economie op het hbo zijn gaan doen komen onder andere van opleidingen Kenwerk (8%), GOC (3%) en Calibris (3%).
38
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
F i g u u r 6 . 1 Doorstroom van mbo-ers naar hbo-opleidingen verwant aan ECABO, 2006.
ECABO KC Handel Kenw erk Kenteq GOC Calibris (OVDB) Overige KBB's 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% volgt hbo-opleiding verw ant aan ECABO Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
Kader: Management, Economie en Recht (MER) Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 89 gediplomeerden (2006) hebben gekozen voor de opleiding MER op het hbo. Van deze 89 gediplomeerden heeft 58% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de opleidingsrichtingen: Commercieel: 23 gediplomeerden, Juridisch: 12 gediplomeerden, Bedrijfsadministratie: 11 gediplomeerden, Secretarieel: 6 gediplomeerden. Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding MER. 19 van de 89 gediplomeerden (21%) die hebben gekozen voor deze hbo-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van KC Handel. De overige mbo-gediplomeerden die de opleiding MER op het hbo zijn gaan doen komen onder andere van opleidingen Kenwerk (7%), Kenteq (3%) en Calibris (3%).
Kader: Personeel en arbeid Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 73 gediplomeerden (2006) hebben gekozen voor de opleiding Personeel en arbeid op het hbo. Van deze 73 gediplomeerden heeft 53% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de opleidingsrichtingen: Juridisch: 20 gediplomeerden, Secretarieel: 8 gediplomeerden, Commercieel: 8 gediplomeerden, Bedrijfsadministratie: 2 gediplomeerden, ICT Administratief: 1 gediplomeerde. Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Personeel en arbeid. 12 van de 73 gediplomeerden (16%) die hebben gekozen voor deze hbo-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van KC Handel en 10 van de 73 gediplomeerden (14%) binnen het domein van Kenwerk. De overige mbo-gediplomeerden die de opleiding Personeel en arbeid op het hbo zijn gaan doen komen onder andere van opleidingen Calibris (5%) en Aequor (5%).
39
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Kader: Accountancy Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 81 gediplomeerden (2006) hebben gekozen voor de opleiding Accountancy op het hbo. Van deze 81 gediplomeerden heeft 83% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de opleidingsrichtingen: Bedrijfsadministratie: 66 gediplomeerden, Juridisch: 1 gediplomeerde. Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Accountancy. 12 van de 81 gediplomeerden (15%) die hebben gekozen voor deze hbo-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van KC Handel. De overige mbo-gediplomeerden die de opleiding Accountancy op het hbo zijn gaan doen komen van opleidingen Kenwerk (2%).
6.2
Doorstroom naar economische hbo-opleidingen
Dezelfde analyse als in de vorige paragraaf kunnen we doen voor alle economische hboopleidingen (dus inclusief de hbo-opleidingen verwant aan mbo-opleidingen ECABO). In Figuur 6.2 ziet u van welke opleidingen in het mbo (gepresenteerd naar KBB) de doorlerende gediplomeerden van 2006 komen die hebben gekozen voor economische vervolgopleidingen op het hbo. In totaal hebben 1548 mbo-ers van 2006 die hebben meegedaan aan het onderzoek en die verder zijn gaan leren gekozen voor een economische hbo-opleiding. Van deze mbo-ers heeft 54% een opleiding op het mbo gedaan binnen het domein van ECABO. De meerderheid van hen heeft een opleiding gedaan binnen de opleidingsrichtingen Commercieel en Bedrijfsadministratie. Naast gediplomeerden van opleidingen ECABO, komen de gediplomeerden die hebben gekozen voor een economische hbo-opleiding met name van opleidingen binnen KC Handel (15%) en Kenwerk (15%). F i g u u r 6 . 2 Doorstroom van mbo-ers naar alle economische hbo-opleidingen, 2006.
ECABO KC Handel Kenw erk GOC Kenteq Calibris (OVDB) Overige KBB's 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
economische hbo-opleiding Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
Kader: Bedrijfskundige informatica Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 61 gediplomeerden (2006) hebben gekozen voor de opleiding Bedrijfskundige informatica op het hbo. Van deze 61 gediplomeerden heeft 82% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de opleidingsrichtingen: ICT Administratief : 46 gediplomeerden, Juridisch: 2 gediplomeerden, Commercieel: 1 gediplomeerde, Bedrijfsadministratie: 1 gediplomeerden. Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Bedrijfskundige informatica. 6 van de 61 gediplomeerden (10%) die hebben gekozen voor deze hbo-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van Kenteq. De overige mbo-gediplomeerden die de opleiding Bedrijfskundige informatica op het hbo zijn gaan doen komen van opleidingen GOC (5%), KC Handel (2%) en Vapro (2%).
40
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Kader: Bedrijfseconomie Landelijk zien we dat afgelopen jaar in totaal 82 gediplomeerden (2006) hebben gekozen voor de opleiding Bedrijfseconomie op het hbo. Van deze 82 gediplomeerden heeft 73% een opleiding binnen het domein van ECABO gedaan, namelijk opleidingen binnen de opleidingsrichtingen: Bedrijfsadministratie: 52 gediplomeerden, Commercieel: 7 gediplomeerden, Juridisch: 1 gediplomeerde. Niet alleen gediplomeerden van opleidingen ECABO kiezen voor een vervolgopleiding Bedrijfseconomie. 14 van de 82 gediplomeerden (17%) die hebben gekozen voor deze hbo-opleiding hebben een opleiding gedaan binnen het domein van KC Handel. De overige mbo-gediplomeerden die de opleiding Bedrijfseconomie op het hbo zijn gaan doen komen van opleidingen Kenwerk (9%) en Aequor (1%).
41
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
7
y
Tevredenheid over opleidingen De mbo-verlaters hebben zich in het onderzoek onder andere kunnen uitlaten over een aantal kwaliteitsaspecten. Zo hebben zij met betrekking tot de opleiding aangegeven of zij wel of niet tevreden zijn op het punt van (1) de aansluiting van de theorie op het praktijkgedeelte van de opleiding (BOL) of de bruikbaarheid van de theorie in het werk (BBL) en (2) de zinvolheid van de opleiding (hebben zij veel aan de opleiding gehad?). Daarnaast is aan de BBL-ers gevraagd of zij tevreden zijn met de begeleiding die zij van hun (leer)bedrijf hebben gekregen tijdens het werk. In de afzonderlijke rapportage ‘Tabellen en vragenlijsten’ kunt u de gebruikte gegevens in tabelvorm terugvinden.
7.1
Tevredenheid over de opleiding
Gediplomeerden van opleidingen ECABO van 2006 zijn in het algemeen tevreden over hun opleiding (zie Figuur 7.1). Bijna tweederde (65%) van hen is tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie en bijna driekwart (73%) geeft aan dat zij, gezien hun huidige bezigheden, veel aan de opleiding hebben gehad. Ten opzichte van de voorgaande jaren is met name de tevredenheid over dit laatste aspect van de opleiding gestegen; onder gediplomeerden van 2004 was ‘slechts’ 60% hier tevreden over. Landelijk zijn de gediplomeerden (van 2006) vaker tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie (73%) en over het nut van de opleiding (77% geeft aan dat zij veel aan de opleiding hebben gehad). Dit beeld zien we ook voor de jaren 2005 en 2004 terug. Opleidingsrichting Van alle gediplomeerden binnen ECABO (van 2006) zijn de gediplomeerden van opleidingen Orde en veiligheid gemiddeld het meest vaak tevreden over beide aspecten van de opleiding. Gediplomeerden van de opleiding Assistent orde en veiligheid binnen Orde en veiligheid zijn echter iets minder vaak tevreden over beide aspecten: 57% is tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie en 77% is tevreden over de zinvolheid van de opleiding. Gediplomeerden van de opleidingsrichting ICT Administratief zijn relatief gezien het minst vaak tevreden over de zinvolheid van de opleiding en de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie. Met name over dit laatste aspect zijn zij duidelijk minder positief dan de overige gediplomeerden binnen ECABO. Binnen ICT Administratief zijn het met name de gediplomeerden van de opleiding Medewerker beheer ICT (crebo 10904) die vaker ontevreden zijn; ‘slechts’ 42% is positief over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie en ook ‘slechts’ 42% is tevreden over het nut van de opleiding. F i g u u r 7 . 1 Beoordeling van de opleiding (het percentage dat tevreden is), 2006 (voor ECABO (totaal) en
landelijk gewogen).
Secretarieel (n=427) Bedrijfsadministratie (n=440) Commercieel (n=267) Bank- en verzekeringsw ezen (n=154) Logistiek (n=17) Juridisch (n=298) Orde en veiligheid (n=255) ICT Administratief (n=387) ECABO 2006 (totaal) Landelijk 0%
10%
20%
30%
40%
50% 60%
70%
80%
90% 100%
tevreden over aansluiting / bruikbaarheid theorie veel aan opleiding gehad Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
42
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Niveau en leerweg Gediplomeerden van opleidingen op niveau 3 zijn (elk jaar) duidelijk minder vaak tevreden over beide aspecten van de opleiding dan gediplomeerden van de overige niveaus. Daarnaast kunnen we vaststellen dat gediplomeerden op niveau 4 minder vaak tevreden zijn over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie dan gediplomeerden van opleidingen op niveau 1 en 2. Dit geldt voor alle jaren (2004-2006). Bekijken we de uitkomsten naar leerweg dan zien we duidelijke verschillen tussen de waardering van de beide aspecten. BBL-ers zijn beduidend vaker tevreden over de bruikbaarheid van de theorie bij het werk (75% in 2006) dan dat BOL-ers zijn over de aansluiting van de theorie op het praktijkgedeelte (65% in 2006). Ook geven BBL-ers duidelijk vaker aan dat zij veel aan hun opleiding hebben gehad (83% ten opzichte van 74% onder BOL-ers van 2006). Dit is overigens iets dat we in alle jaren terugzien. Geslacht en etniciteit Ook naar geslacht zien we duidelijk onderscheid. Over beide aspecten zijn vrouwelijke gediplomeerden van ECABO vaker tevreden dan mannelijke gediplomeerden. Opvallend daarbij is dat het verschil in waardering tussen mannen en vrouwen over het aspect aansluiting / bruikbaarheid van de theorie door de jaren heen (2004-2006) kleiner wordt, terwijl dit over het aspect zinvolheid van de opleiding de verschillen juist groter wordt. Allochtone gediplomeerden (van alle jaren) zijn vaker dan autochtonen tevreden over de opleiding. Dit geldt voor zowel het aspect aansluiting / bruikbaarheid van de theorie als het aspect zinvolheid. Bestemming We kunnen de tevredenheid over de opleiding ook bekijken naar bestemming van de gediplomeerden. In het algemeen zijn gediplomeerden die hebben gekozen voor een vervolgopleiding iets vaker tevreden over het nut van de opleiding dan gediplomeerden die zijn gaan werken. Onder gediplomeerden van 2006 geldt dit ook wat betreft de tevredenheid over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie. Onder gediplomeerden van 2005 en 2004 waren de werkende gediplomeerden echter vaker tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie. Hoewel werklozen duidelijk minder vaak aangeven dat zij veel aan de opleiding hebben gehad, zijn zij van alle gediplomeerden (van 2004 en 2006) wel het meest tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie op het praktijkgedeelte van de opleiding of werk. Onder gediplomeerden van 2005 waren de werklozen duidelijk minder vaak positief over dit aspect dan de doorlerende en werkende gediplomeerden. Regio Bekijken we de uitkomsten per regio dan zien we geen eenduidig beeld. Wel valt op dat in alle regio’s de gediplomeerden van 2006 vaker tevreden over het nut van de opleiding dan over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie. Opvallend is dat we onder gediplomeerden van 2004 en 2005 juist het omgekeerde zagen; zij waren vaker tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie dan over het nut van de opleiding.
7.2
Tevredenheid over de begeleiding door (leer)bedrijf
Een belangrijk aspect van de opleiding voor BBL-ers is de begeleiding die zij krijgen van het bedrijf waar zij tijdens de opleiding werken. Aan de gediplomeerde BBL-ers is gevraagd of zij tevreden zijn over de begeleiding die zij hebben gekregen. De meerderheid (87%) van de gediplomeerde BBL-ers van opleidingen ECABO van 2006 is tevreden over de begeleiding door het (leer)bedrijf (zie Figuur 7.2 op de volgende pagina). Onder gediplomeerden van 2004 was dit aandeel eveneens 87%. BBL-gediplomeerden van ECABO van 2005 waren echter duidelijk minder vaak tevreden over de begeleiding door het bedrijf; ‘slechts’ 72% was hier tevreden over. Landelijk zien we dat ieder jaar rond de 82% à 83% van de BBL-gediplomeerden positief is over de begeleiding.
43
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
Opleidingsrichting NB
Binnen ECABO zien we dat het absolute aantal BBL-ers per opleidingsrichting nogal verschilt. Voor vier van de acht opleidingsrichtingen hebben we amper informatie over de tevredenheid van BBL-ers; deze worden in de analyse (en de figuur) dan ook niet meegenomen.
Bekijken we de opleidingsrichtingen met meerdere (meer dan 15) BBL-gediplomeerden dan zien we dat met name de BBL-ers van de opleidingsrichting Bedrijfsadministratie en de opleidingsrichting Secretarieel tevreden zijn over de begeleiding die zij tijdens de opleiding hebben gekregen van hun leerbedrijf.
F i g u u r 7 . 2 Beoordeling van BBL-ers over de begeleiding door het (leer)bedrijf (het percentage dat
tevreden is), 2004-2006 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretarieel Bedrijfsadministratie Orde en veiligheid ICT Administratief ECABO (totaal) Landelijk 0%
10% 20%
30% 40%
50% 60%
70% 80%
90% 100%
2006 2005 2004 Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004- 2006
44
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
8
y
Samenvatting In dit hoofdstuk geven we een samenvattende typering van de keuzes en de posities van gediplomeerden van 2004, 2005 en 2006 van opleidingen ECABO. De gegevens die in deze rapportage zijn gepresenteerd zijn afkomstig van het onderzoek MBO-Kaart. In totaal zijn er in de drie jaren 18.312 gediplomeerden van ECABO aangeschreven en hebben 8.140 gediplomeerden gereageerd: een gemiddelde respons van 44%. Op landelijk niveau (onder alle mbo-opleidingen) hebben ruim 87.500 gediplomeerden in de drie jaar aan het onderzoek meegedaan, met een gemiddelde respons van 47%.
Na diplomering het mbo verlaten of binnen het mbo doorstromen? Niet alle gediplomeerden gaan direct van school; een aantal kiest ervoor om zich binnen het mbo verder te kwalificeren. Van het merendeel van de roc’s / aoc’s weten we naast wat schoolverlaters gaan doen, ook het aandeel van de gediplomeerden dat doorleert op het eigen roc / aoc. De informatiebasis voor dit laatste zijn de bestanden van de deelnemersadministratie die we van de deelnemende instellingen krijgen die aan het onderzoek meedoen. Van alle gediplomeerden van opleidingen ECABO kiest ruim een kwart voor een vervolgopleiding op het eigen roc (zij stromen dus door op het mbo). Binnen ECABO is de doorstroom binnen het mbo met name relatief groot onder gediplomeerden van Secretarieel, Bedrijfsadministratie en ICT Administratief. Gediplomeerden van de opleidingsrichtingen Bank- en verzekeringswezen, Logistiek en Juridisch kiezen er vaker voor om het mbo te verlaten. De uitkomsten voor de verschillende opleidingsrichtingen hangen voor een belangrijk deel samen met de samenstelling van de opleidingen binnen een opleidingsrichting wat niveau van de opleidingen betreft. Niet verwonderlijk zijn het met name gediplomeerden op niveau 1 (45%), 2 (49%) en 3 (58%) die vaak verder leren op het mbo; van de gediplomeerden ECABO op niveau 4 gaat ‘slechts’ 1% door op het mbo. Van opleidingsrichtingen met relatief veel opleidingen op niveau 4 zal de doorstroom binnen het mboveld dan ook kleiner zijn dan voor opleidingsrichtingen met relatief meer opleidingen op de lagere niveaus. Overigens is de mate van doorstroom binnen het mbo voor opleidingen ECABO op niveau 3 opvallend hoog in vergelijking met landelijke uitkomsten; landelijk kiest 29% van de gediplomeerden op niveau 3 ervoor om binnen het eigen roc verder te gaan. Wat ook opvalt is de geringe doorstroom van BBL-ers van opleidingen ECABO (7% à 8% stroomt door binnen het eigen roc) ten opzichte van het landelijke niveau (28% van alle BBL-ers stroomt door binnen het eigen roc). Dit is des te opvallender aangezien gediplomeerde BBL-ers van ECABO naar verhouding vaker een opleiding op een lager niveau hebben gevolgd dan we landelijk zien. Van gediplomeerden die het roc verlaten (rond 73%) gaat een (klein) deel toch verder op het mbo, maar op een andere school (hier hebben we echter slechts beperkt informatie over en is in deze rapportage niet nader bekeken). Een groter deel verlaat echter het mbo-veld en kiest na diplomering voor de arbeidsmarkt of een niet-mbo-opleiding, de zogenaamde mbo-verlaters. Deze groep mbo-verlaters staat verder centraal in deze samenvatting.
Gewogen uitkomsten voor mbo-verlaters: De uitkomsten van het onderzoek zijn op een tweetal punten gewogen. Ten eerste is het landelijke bestand mbo-verlaters gewogen naar KBB. Hiermee is de oververtegenwoordiging van onder andere de KBB’s OVDB en ECABO en de ondervertegenwoordiging van andere KBB’s in het landelijke bestand ondervangen. Ten tweede zijn de uitkomsten voor ECABO als geheel gewogen. Hiermee is de oververtegenwoordiging van onder andere de opleidingsrichtingen Bedrijfsadministratie en Juridisch en de ondervertegenwoordiging van de opleidingsrichtingen Orde en veiligheid en ICT Administratief binnen ECABO in het onderzoeksbestand ondervangen.
Bestemming mbo-verlaters Van de mbo-verlaters van 2006 van opleidingen binnen ECABO is 42% gaan werken (zie Figuur 8.1 op de volgende pagina). Dit is relatief minder vaak dan landelijk, onder mbo-verlaters van alle opleidingen, het geval is. Mbo-verlaters van opleidingen ECABO kiezen relatief vaker voor een vervolgopleiding; voltijds (31%) dan wel in combinatie met een baan (21%). Daarbij zien we dat het aandeel mbo-verlaters van opleidingen ECABO dat kiest voor een (voltijds) vervolgopleiding de
45
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
afgelopen drie jaar geleidelijk is gestegen. Daarentegen is het aandeel mbo-verlaters dat kiest voor de combinatie van werken en leren in de afgelopen jaren iets gedaald. Binnen ECABO zien we dat het aandeel gediplomeerden dat doorleert met name hoog is onder mbo-verlaters van Juridische opleidingen en opleidingen Commercieel, onder gediplomeerden met een opleiding op niveau 4, onder BOL-ers, onder mannelijke gediplomeerden, onder allochtonen en onder mbo-verlaters in de regio’s Middenwest en Noordwest. Gediplomeerden die zijn gaan werken zijn met name te vinden onder mbo-verlaters van de opleidingsrichtingen Orde en veiligheid en Secretarieel, onder mbo-verlaters op niveau 1, 2 en 3, onder BBL-ers, onder vrouwen, onder autochtonen en onder mbo-verlaters in de regio’s Zuidwest en Zuidoost. Van alle gediplomeerden ECABO van 2006 die niet verder zijn gegaan op het mbo is 5% op het moment van onderzoek, ongeveer een half jaar na het behalen van het diploma, (nog) werkloos (zie Figuur 8.1). Landelijk, onder alle mbo-verlaters die aan het onderzoek hebben deelgenomen, is dit aandeel 2% lager. Hoewel het werkloosheidspercentage in de afgelopen drie jaar voor gediplomeerden van ECABO is afgenomen met 1% zien we op landelijk niveau een sterkere daling in werkloosheid (2%). Bepaalde groepen binnen de mbo-verlaters van ECABO worden vaker geconfronteerd met werkloosheid dan andere. Deze groepen zijn: gediplomeerden van de opleidingsrichting Secretarieel en de opleidingsrichting Orde en veiligheid, gediplomeerden van opleidingen op de lagere niveaus (met name op niveau 1), vrouwen en allochtonen. Figuur 8.1
Eerste bestemming van mbo-verlaters ECABO naar opleidingsrichting, 2006 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretarieel (n=448) Bedrijfsadministratie (n=457) Commercieel (n=277) Bank- en verzekeringsw ezen (n=156) Logistiek (n=18) Juridisch (n=314) Orde en veiligheid (n=263) ICT Administratief (n=397) ECABO 2006 (totaal) Landelijk 2006 0%
10% w erken
20%
30%
40%
50%
combinatie w erken / leren
60%
70%
doorleren
80%
90% 100%
w erkloos
anders
Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
Perspectieven op de arbeidsmarkt In het algemeen kunnen we stellen dat de perspectieven op de arbeidsmarkt voor gediplomeerden van opleidingen ECABO goed te noemen zijn en in de afgelopen drie jaar ook (iets) zijn verbeterd. Gemiddeld genomen hebben de gediplomeerden van 2006 snel een baan gevonden; 73% is binnen drie maanden aan de slag en 39% zelfs binnen 1 maand. De helft (51%) van de gediplomeerden 2006 heeft op het moment van onderzoek (al) een vaste aanstelling, wat vaker is dan onder gediplomeerden van 2005. Ook in het salarisniveau van gediplomeerden van ECABO zien we een gunstige ontwikkeling; in de afgelopen drie jaren is het gemiddelde salaris (per maand op basis van een 38-urige werkweek) met 2% à 3,5% gestegen. Verder kunnen we vaststellen dat de meerderheid van de werkende gediplomeerden van ECABO van 2006 een baan
46
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
heeft gevonden die direct aansluit op de door hen gevolgde opleidingen (zie Figuur 8.2). Dit is wel iets minder vaak dan onder werkende gediplomeerden van 2005 (maar vaker dan in 2004). F i g u u r 8 . 2 Ligt het beroep in het verlengde van de opleiding, naar opleidingsrichting (direct in het verlengde,
binnen het KBB dan wel binnen de sector), 2006? (voor ECABO (totaal) gewogen)
Secretarieel (n=263) Bedrijfsadministratie (n=214) Commercieel (n=88) Bank- en verzekeringsw ezen (n=55) Logistiek (n=6) Juridisch (n=74) Orde en veiligheid (n=205) ICT Administratief (n=160) ECABO 2006 (totaal) 0%
10% 20%
30% 40% 50% 60% 70%
80% 90% 100%
direct in verlengde binnen domein KBB binnen domein sector Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2006
BBL-ers van ECABO (die werken) hebben een gunstiger baanperspectief dan (werkende) gediplomeerden met een BOL-opleiding. BBL-ers vinden gemiddeld sneller een baan dan de BOLers (het merendeel blijft bij de werkgever waar zij ook tijdens de studie hebben gewerkt) en hebben een half jaar na diplomering (al) vaker een vaste aanstelling. Ook het salaris van de BBL-ers is gemiddeld hoger dan van werkende BOL-ers. We zien daarnaast dat BBL-ers vaker dan BOL-ers een baan hebben direct in het verlengde van hun opleiding en dat zij ook iets vaker tevreden zijn over het nut van hun opleiding (zij geven vaker aan dat zij, gezien hun huidige bezigheden, veel aan de opleiding hebben gehad). Dit beeld zagen we ook in de voorgaande jaren. De perspectieven op de arbeidsmarkt zijn voor gediplomeerden van opleidingen ECABO op de meeste aspecten minder goed dan we landelijk zien, onder alle gediplomeerde mbo-verlaters bij elkaar. Voor een belangrijk deel hangt dit samen met de opbouw van de groep gediplomeerden; landelijk gezien is het aandeel BBL-ers in de populatie mbo-verlaters dat aan het onderzoek heeft deelgenomen duidelijk groter dan we voor ECABO zien (zie Overzicht 0.2 in de Inleiding) en het zijn juist de BBL-ers die betere perspectieven hebben op de arbeidsmarkt. Binnen ECABO valt met name de opleidingsrichting Orde en veiligheid op als we kijken naar het baanperspectief. Gediplomeerden van opleidingen Orde en veiligheid doen gemiddeld het langst over het vinden van een baan, komen wel opvallend vaker terecht bij het bedrijf waar zij tijdens de opleiding hebben gewerkt of bpv hebben gehad, hebben relatief vaker een vaste aanstelling (in de voorgaande jaren hadden zij vaker een tijdelijke aanstelling) en verdienen gemiddeld het minst. Daarnaast zijn de gediplomeerden van deze opleidingsrichting vaker gaan werken in beroepen die buiten de sector Economie liggen dan de overige gediplomeerden van opleidingen ECABO (zie Figuur 8.2). De contacten die worden opgedaan tijdens de bpv spelen een belangrijke rol bij de kansen op de arbeidsmarkt. Gediplomeerden die zijn gaan werken bij het bpv-bedrijf waar zij tijdens de opleiding hebben gewerkt dan wel de bpv hebben gevolgd hebben een gunstiger baanperspectief. Niet alleen komen zij sneller aan een baan, maar zij hebben ook vaker een vaste aanstelling en hebben een hoger gemiddeld salaris. Daarnaast werken zij vaker in een beroep dat direct aansluit bij de
47
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
gevolgde opleiding en minder vaak buiten de sector van de gevolgde opleiding ligt en zijn zij vaker tevreden over de aansluiting van de opleiding op het werk. Het verschil in perspectieven op de arbeidsmarkt tussen gediplomeerden die bij een bpv-bedrijf werken en gediplomeerden die niet bij een bpv-bedrijf werken is met name groot onder BBL-ers. Opvallend is echter dat BBL-ers die zijn blijven werken bij het bpv-bedrijf minder vaak een baan hebben die direct aansluit bij de gevolgde opleiding dan BBL-ers die niet bij hun bpv-bedrijf zijn blijven werken. Een duidelijke verklaring hiervoor is er niet.
Opbrengst van het mbo voor de arbeidsmarkt Naast de kansen en mogelijkheden van mbo-verlaters op de arbeidsmarkt, hebben we ook een beeld kunnen geven van wat de mbo-verlaters van ECABO betekenen voor de arbeidsmarkt. We kijken daarbij met name naar de allocatie in het bedrijfsleven. Vanuit het perspectief van de beroepen waar gediplomeerden van 2006 (landelijk) zijn gaan werken, zien we dat de overgrote meerderheid van de gediplomeerden, die werken in een beroep dat binnen het domein van ECABO valt, ook een opleiding binnen ECABO heeft gevolgd. Dit geldt met name voor gediplomeerden die zijn gaan werken in de beroepsgroep ICT Administratief. Gediplomeerden die werkzaam zijn in Juridische beroepen en in de beroepsgroep Bank- en verzekeringswezen hebben relatief minder vaak een opleiding gevolgd binnen het domein van de betreffende opleidingsrichting binnen ECABO. Met name werkenden in de laatstgenoemde beroepsgroep hebben relatief vaak een opleiding gevolgd buiten het domein van ECABO. Vanuit de optiek van de bedrijfstakken (de bedrijven waar de gediplomeerden werken) zien we dat gediplomeerden van ECABO met name belangrijk zijn voor de bedrijfstak Financiële instellingen, de bedrijfstak Openbaar bestuur, overheidsdiensten en sociale verzekeringen en de bedrijfstak Onroerend goed, roerend goed en zakelijke dienstverlening. Voor bedrijven in de overige bedrijfstakken zijn gediplomeerden van opleidingen ECABO minder belangrijk.
Doorleren op het hbo Van alle gediplomeerde mbo-verlaters van opleidingen ECABO (dus ongeacht van welk niveau en of zij verder leren of niet) gaat ieder jaar rond de 40% naar het hbo. Landelijk, onder mbo-verlaters van alle opleidingen die aan het onderzoek hebben meegedaan, is dit aandeel duidelijk minder hoog. Bekijken we de doorstroom naar het hbo alleen voor de gediplomeerden op niveau 4 (in principe hebben alleen deze gediplomeerden toegang tot het hbo) dan is het aandeel dat doorstroomt naar het hbo groter (rond de 60%). Het aandeel dat doorleert is het hoogst onder gediplomeerden van de opleidingsrichtingen Juridisch en Commercieel, onder BOL-ers, onder mannen en onder allochtonen. Wat de leeftijd van de doorstromers betreft lijkt het erop dat de gemiddelde leeftijd van gediplomeerden die kiezen voor het hbo door de jaren heen gemiddeld iets lager wordt. Onder gediplomeerden van 2004 waren het met name gediplomeerden in de leeftijdscategorie 20- en 21-jarigen die vaker doorstroomden naar het hbo. Onder gediplomeerden van 2005 was dit met name de groep 19- tot 21 jarigen. Onder gediplomeerden van 2006 is dit de groep 19- en 20-jarigen. Opvallend is verder de daling van het aandeel gediplomeerde BBL-ers van ECABO dat doorstroomt naar het hbo; Van de gediplomeerden BBL op niveau 4 van 2006 gaat slechts 3% naar het hbo terwijl dit aandeel onder gediplomeerden BBL op niveau 4 van 2005 en 2004 nog 20% was. Van de gediplomeerden ECABO (BOL op niveau 4) die doorstromen richting het hbo, kiest 80% voor een opleiding in de sector Economie (op basis van de indeling van ECABO) (zie Figuur 8.3 op de volgende pagina). Hanteren we echter de standaard landelijke indeling dan zien we dat het aandeel van de gediplomeerden van ECABO dat heeft gekozen voor een opleiding binnen de sector van de gevolgde mbo-opleiding (en dus in de sector Economie) 5% lager is. Binnen ECABO zijn het met name gediplomeerden van de opleidingsrichting Bedrijfsadministratie en de opleidingsrichting Bank- en verzekeringswezen die kiezen voor een hbo-opleiding binnen de sector Economie (op basis van de indeling van ECABO) (zie Figuur 8.3 op de volgende pagina). Hierbij valt op dat gediplomeerden van opleidingen Bank- en verzekeringswezen opvallend minder vaak kiezen voor een opleiding die niet alleen binnen de sector, maar ook nog eens verwant aan de opleidingsrichting liggen.
48
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
F i g u u r 8 . 3 Aandeel mbo-verlaters met een BOL-opleiding op niveau 4 dat op het hbo doorleert in een
verwante opleiding, 2004-2006 (voor ECABO (totaal) gewogen).
Secretarieel Bedrijfsadministratie Commercieel Bank- en verzekeringsw ezen Juridisch ICT Administratief ECABO (totaal) 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
2006 2005 2004 Bron: Toppen Onderzoek & Beleid - MBO-Kaart 2004-2006
Opbrengsten voor het hbo Als we de doorstroom naar het hbo bekijken van alle mbo-ers die aan het onderzoek hebben meegedaan (ongeacht welke opleiding zij hebben gedaan), zien we dat van alle doorlerende mbo-ers die een hbo-opleiding verwant aan ECABO zijn gaan doen ruim de helft (58%) van opleidingen ECABO afkomstig is. Van alle mbo-ers die voor een economische hboopleiding hebben gekozen (dus aan ECABO verwante opleidingen plus niet-verwante opleidingen aan ECABO in de sector Economie) is 54% afkomstig van mbo-opleidingen binnen het domein van ECABO. Gediplomeerden ECABO zijn dus erg belangrijk voor de instroom van mbo-ers bij economische hbo-opleidingen.
Terugblik op de mbo-opleiding In het algemeen zijn de gediplomeerden van ECABO tevreden over de opleiding die zij gevolgd hebben, zowel wat betreft de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie tijdens het praktijkgedeelte / werk als over de zinvolheid van de opleiding als zij kijken naar wat zij op dit moment doen. Op landelijk niveau zijn de gediplomeerden echter iets vaker tevreden over beide aspecten. Binnen ECABO zijn de gediplomeerden van de opleidingsrichting ICT Administratief het minst tevreden over beide aspecten. Gediplomeerden van de opleidingsrichting Orde en veiligheid zijn opvallend vaker tevreden over de aansluiting / bruikbaarheid van de theorie dan gediplomeerden van de overige opleidingsrichtingen. Daarnaast zien we dat BBL-ers duidelijk vaker tevreden zijn dan BOL-ers, vrouwen vaker dan mannen, allochtonen vaker dan autochtonen en gediplomeerden die hebben gekozen voor een vervolgopleiding vaker dan degenen die zijn gaan werken. BBL-ers zijn niet alleen tevreden over de aspecten als de bruikbaarheid en zinvolheid van de opleiding, maar ook over de begeleiding die zij van het (leer)bedrijf hebben gekregen is de meerderheid van hen, terugkijkend op de BBL-periode, tevreden.
49
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
y
Bijlagen B1 B2 B3 B4 B5 B6
50
y
Wegingsfactoren opleidingsrichtingen binnen ECABO (2006) Eerste bestemming naar opleidingsrichting en leerweg Voorbeelden classificatie diplomarendement Voorbeelden classificatie aansluiting vervolgstudie Overzicht verwante hbo-opleidingen - indeling ECABO Overzicht verwante hbo-opleidingen - standaardindeling
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
B1
y
Wegingsfactoren ECABO (2006) In onderstaand overzicht is voor de opleidingen binnen ECABO de wegingsfactoren weergegeven voor 2006. Overzicht B1
Wegingsfactoren 2006
opleidingsrichting
Secretarieel Bedrijfsadministratie Commercieel Bank- en verzekeringswezen Logistiek Juridisch Orde en veiligheid ICT Administratief Informatiedienstverlening totaal ECABO
51
y
landelijke populatie (aantal diploma’s) aantal verhouding 4.153 17% 4.680 19% 2.328 10% 864 4% 130 1% 2.002 8% 4.059 17% 6.194 25% 76 0% 24.486 100%
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
onderzoeksbestand (aantal mbo-verlaters) aantal verhouding 448 19% 457 20% 277 12% 156 7% 18 1% 13 13% 263 11% 397 17% --2.330 100%
wegingsfactor factor 0,89 0,95 0,83 0,57 1 0,62 1,55 1,47 ---
berekening 17/19 19/20 10/12 4/7 1/1 8/13 17/11 25/17 ---
MBO-Kaart 2004-2006
B2
y
Eerste bestemming naar opleidingsrichting en leerweg F i g u u r B 2 a Eerste bestemming van mbo-verlaters ECABO naar opleidingsrichting en leerweg,
BOL
2006 (voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretarieel (n=390) Bedrijfsadministratie (n=424) Commercieel (n=269) Bank- en verzekeringsw ezen (n=154) Logistiek (n=17) Juridisch (n=306) Orde en veiligheid (n=200) ICT Administratief (n=386) ECABO 2006 (totaal) Landelijk 0%
10% w erken
20%
30%
40%
50%
combinatie w erken / leren
60%
70%
doorleren
80%
90% 100%
w erkloos
anders
Bron: Toppen Onderzoek & Beleid bv - MBO-Kaart 2006
F i g u u r B 2 b Eerste bestemming van mbo-verlaters ECABO naar opleidingsrichting en leerweg,
BBL 2006
(voor ECABO (totaal) en landelijk gewogen).
Secretarieel (n=38) Bedrijfsadministratie (n=20) Commercieel (n=7) Bank- en verzekeringsw ezen (n=1) Logistiek (n=1) Juridisch (n=2) Orde en veiligheid (n=63) ICT Administratief (n=11) ECABO 2006 (totaal) Landelijk 0%
10% w erken
20%
30%
40%
50%
combinatie w erken / leren
60%
70%
doorleren
80%
90% 100%
w erkloos
anders
Bron: Toppen Onderzoek & Beleid bv - MBO-Kaart 2006
52
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
B3
y
Voorbeelden classificatie diplomarendement In onderstaand overzicht worden een aantal voorbeelden gegeven van de manier waarop beroepen worden geclassificeerd met betrekking tot het diplomarendement (in hoeverre heeft iemand een beroep dat aansluit bij de gevolgde opleiding?). In de rapportage wordt gesproken over vier classificaties: • direct in het verlengde van de opleiding, • binnen het domein van het KBB (ECABO) maar niet direct in het verlengde van de opleiding, • binnen het domein van de sector (Economie) maar buiten het domein van het KBB, • buiten het domein van de sector (Economie). In de standaardclassificatie (dat gebruikt wordt in rapporten voor de deelnemende roc’s) specificeren we binnen de classificatie ‘binnen het domein van het KBB’ een drietal subclassificaties: • verwant, hetzelfde of hoger niveau, • verwant, lager niveau, • andere beroepsgroep binnen KBB. In landelijke rapportages worden deze samengevoegd. Voor de volledigheid zijn deze wel opgenomen in het overzicht. Overzicht B3
53
y
Voorbeelden classificatie beroepen ECABO
1
gevolgde opleiding ingevuld beroep ingevuld werk toedeling crebo aan beroep classificatie
10039 administrateur beginnend assistent accountant administraties inboeken en jaarrekeningen uitwerken 10039 administrateur direct in verlengde van opleiding
2
gevolgde opleiding ingevuld beroep ingevuld werk toedeling crebo aan beroep classificatie
10046 Secretaresse directiesecretaresse secretarieel 10040 directiesecretaresse / managementassistent verwant, hetzelfde of hoger niveau (= binnen KBB)
3
gevolgde opleiding ingevuld beroep ingevuld werk toedeling crebo aan beroep classificatie
10040 directiesecretaresse / managementassistent receptioniste administratie en klanten ontvangen / telefoon 10053 administratief medewerker verwant, lager niveau (= binnen KBB)
4
gevolgde opleiding ingevuld beroep ingevuld werk toedeling crebo aan beroep classificatie
10050 secretarieel medewerker kas / balie medewerkster kas / balie bij ABN Amro 10761 commercieel medewerker bank- en verzekeringswezen andere beroepsgroep binnen KBB (= binnen KBB)
5
gevolgde opleiding ingevuld beroep ingevuld werk toedeling crebo aan beroep classificatie
10040 directiesecretaresse / managementassistent verkoopster verkopen 10853 verkoopmedewerker binnen sector
6
gevolgde opleiding ingevuld beroep ingevuld werk toedeling crebo aan beroep classificatie
10040 directiesecretaresse / managementassistent verzorgende verplegen 10427 verzorgende buiten sector
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
B4
y
Voorbeelden classificatie aansluiting vervolgstudie In onderstaand overzicht worden een aantal voorbeelden gegeven van de manier waarop vervolgopleidingen worden geclassificeerd met betrekking tot de aansluiting op de mbo-opleiding. In de rapportage wordt gesproken over twee classificaties: • binnen het domein van de sector (Economie), • buiten het domein van de sector (Economie). Binnen de classificatie ‘binnen het domein van de sector’ kunnen we een drietal subclassificaties specificeren: • zelfde beroepsgroep, • zelfde KBB, • zelfde sector. In landelijke rapportages worden deze samengevoegd. Voor de volledigheid zijn deze wel opgenomen in het overzicht. Overzicht B4
54
y
Voorbeelden classificatie vervolgopleidingen
1
gevolgde opleiding ingevulde opleiding toedeling croho classificatie
10039 administrateur accountancy 34406 accountancy zelfde beroepsgroep (= binnen sector)
2
gevolgde opleiding ingevulde opleiding toedeling croho classificatie
10039 administrateur management, economie en recht 34435 management, economie en recht zelfde KBB (= binnen sector)
3
gevolgde opleiding ingevulde opleiding toedeling croho classificatie
10037 commercieel medewerker banken commerciële economie 34402 commerciële economie zelfde sector (= binnen sector)
4
gevolgde opleiding ingevulde opleiding toedeling croho classificatie
10040 directiesecretaresse / managementassistent vrijetijdsmanagement 34438 vrijetijdskunde buiten sector
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
B5
y
Overzicht verwante hbo-opleidingen Volgens indeling ECABO indeling volgens ECABO ECABO / HEO
55
sector economie / HEO
buiten sector
34001
tolk-vertaler
34035
bedrijfskunde
x
34036
communicatiemanagement
x
34040
sport en bewegen
34041
trade management gericht op Azië
34043
bank en verzekeringen
x
34046
office management
x
34049
marketing management
34057
sport, gezondheid en management
x
34060
grafimediatechnologie
x
34064
visual information/communic design
x
34071
management assistent
34089
human technology
x
34090
farmakunde
x
34091
huidtherapie
x
34092
communication- and multimediadesign
x
34104
leraar Nederlands gebarentaal - tolkenopleiding 2e gr.
x
34105
media informatie en communicatie
x
34106
bedrijfsmanagement MKB
x
34112
forensisch onderzoek
x
34116
social work
x
34190
hydrografie
x
34192
laboratoriumtechniek
x
34220
tuin- en landschapsinrichting
x
34221
bos- en natuurbeheer
x
34226
land- en watermanagement
x
34227
milieukunde
x
34245
hogere opleiding software engineer
34254
technische commerciële confectiekunde
x
34255
technische commerciële textielkunde
x
34261
bouwtechnische bedrijfskunde
x
34262
autotechniek
x
34263
bouwkunde
x
34267
elektrotechniek
x
34268
technische natuurkunde
x
34269
hogere informatica
34272
geodesie
x
34275
chemische technologie
x
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
x
x x
x
x
x
x
MBO-Kaart 2004-2006
indeling volgens ECABO ECABO / HEO
56
sector economie / HEO
buiten sector
34276
scheepsbouwkunde
x
34278
luchtvaarttechnologie
x
34279
civiele techniek
x
34280
werktuigbouwkunde
x
34282
ruimtelijke ordening en planologie
x
34284
milieukunde
x
34287
opleiding voor bedrijfskader
x
34289
informatica en informatiekunde
x
34331
biotechnologie
x
34332
aquatische ecotechnologie
x
34333
diermanagement
x
34371
verkeerskunde
x
34375
logistiek
x
34384
maritiem officier
x
34386
AOT-techniek
x
34389
industrieel product ontwerpen
x
34390
logistiek en technische vervoerskunde
x
34391
milieugerichte materiaaltechnologie
x
34396
chemie
x
34397
biologie en medisch laboratoriumonderzoek
34400
HEAO algemeen 1e leerjaar
x
34401
bedrijfseconomie
x
34402
commerciële economie
x
34404
bedrijfskundige informatica
x
34405
communicatie
x
34406
accountancy
x
34407
international business and languages
x
34409
fiscale economie
x
34410
hoger toeristisch en recreatief onderwijs
x
34411
hoger hotelonderwijs
x
34412
toerisme
x
34414
financial services management
x
34419
hogere Europese beroepenopleiding
x
34421
technische bedrijfskunde
34422
small business en retail management
x
34426
SPD bedrijfsadministratie
x
34430
communicatiesystemen
x
34432
food and business
34435
management, economie en recht
x
34436
logistiek en economie
x
34438
vrijetijdsmanagement
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
x
x
x
x
MBO-Kaart 2004-2006
indeling volgens ECABO ECABO / HEO
57
sector economie / HEO
buiten sector
34442
SPD accountant administratieconsulent
34456
oriëntaalse talen en communicatie
34457
marketing en sales
x
34460
marketing management
x
34464
bestuurskunde - overheidsmanagement
x
34470
financieel management
x
34471
hogere opleiding theologie
34475
technische informatica
34478
marketing
34479
informatica
34480
management
34499
economische bedrijfskunde
x
34500
facility management
x
34506
kunstzinnige therapie
34510
marketing communicatie
34513
onroerendgoed management
34514
personeelsmanagement
34518
marketing en media
34526
makelaardij o.g.
34529
belastingconsulent
34537
kort HBO hotel en hospitality management
34549
optometrie
x
34554
longfunctieassistent
x
34560
verpleegkundige
x
34561
medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken
x
34565
verpleegkundige in de maatschappelijke gezondheiszorg
x
34567
opleiding van kader in de gezondheidszorg
x
34568
leraar verpleegkunde 2e gr.
x
34570
fysiotherapie
x
34571
oefentherapie Cesar
x
34574
ergotherapie
x
34575
verloskundige
x
34576
mondhygiëne
x
34577
orthoptie
x
34578
logopedie
x
34579
voeding en diëtiek
x
34581
podotherapie
x
34584
bewegingstechnologie
x
34585
bewegingsagogie - psychomotorische therapie
x
34599
sport, management en ondernemen
x
34602
internationaal management
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
x x
x x x x x
x x x x x x x x
x
MBO-Kaart 2004-2006
indeling volgens ECABO ECABO / HEO
58
sector economie / HEO
buiten sector
34609
personeel en arbeid
34610
culturele en maatschappelijke vorming
x
34616
maatschappelijk werk en dienstverlening
x
34617
sociaal pedagogische hulpverlening
x
34641
sociaal juridische dienstverlening
34644
creatieve therapie
34649
informatiedienstverlening en management
34665
modemanagement
34686
journalistiek
34690
maatschappelijk werk
x
34713
kunst en techniek - cognitief ergonomisch ontwerpen
x
34733
film en televisie
x
34735
museologie
x
34739
muziek
x
34756
fotografische vormgeving
x
34758
grafische vormgeving
x
34760
interieurarchitectuur
x
34798
dans
x
34804
modevormgeving
x
34808
leraar basisonderwijs
x
34856
voedingsmiddelentechnologie
x
34859
plattelandsvernieuwing
x
34860
theater
x
34866
bedrijfskunde en agribusiness
x
34868
tuinbouw en akkerbouw
x
34869
dier- en veehouderij
x
34899
educatie en kennismanagement groene sector
x
34927
toeristisch management
34928
financieel management
34930
psychologie
x
34935
managementopleiding mobiliteitsbranche
x
34936
international business and management studies
34940
docent dans
34951
kunst en economie
x
34952
media en entertainment management
x
35025
leraar lichamelijke oefening 1e gr. v.o.
x
35119
leraar voortgezet onderwijs eerstegraads Nederlands
x
35126
leraar aardrijkskunde 2e gr. v.o.
x
35146
godsdienst-pastoraal werk
x
35158
pedagogiek
x
35168
wiskunde
x
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
x
x x x x x
x x
x x
MBO-Kaart 2004-2006
indeling volgens ECABO ECABO / HEO
59
sector economie / HEO
buiten sector
35193
leraar Duits 2e gr. v.o.
x
35195
leraar Engels 2e gr. v.o.
x
35196
leraar Frans 2e gr. v.o.
x
35197
leraar geschiedenis 2e gr. v.o.
x
35198
leraar Nederlands 2e gr. v.o.
x
35199
leraar scheikunde 2e gr. v.o.
x
35201
leraar aardrijkskunde 2e gr. v.o.
x
35202
leraar algemene economie 2e gr. v.o.
x
35203
leraar bedrijfseconomie 2e gr. v.o.
x
35221
leraar wiskunde 2e gr. v.o.
x
35254
leraar techniek 2e gr. v.o.
x
35255
leraar Spaans 2e gr. v.o.
x
35301
leraar biologie 2e gr. v.o.
x
35382
leraar bouwkunde I en II 2e gr. v.o.
x
35383
leraar bouwtechniek I en II 2e gr. v.o.
x
35384
leraar elektrotechniek I en II 2e gr. v.o.
x
35386
leraar motorvoertuigentechniek I en II 2e gr. v.o.
x
35387
leraar werktuigbouwkunde I en II 2e gr. v.o.
x
35388
leraar gezondheidszorg en welzijn 2e gr.
x
35411
leraar maatschappijleer 2e gr. v.o.
x
35421
leraar omgangskunde 2e gr. v.o.
x
35423
leraar consumptieve techniek I en II 2e gr. v.o.
x
35426
leraar 2e gr. v.o.elektrotechniek - tbv het BBO en MBO
x
35441
leraar godsdienst 2e gr. v.o.
x
39017
commerciele economie
x
39019
communicatie
x
39100
docent beeldende kunst en vormgeving
x
39110
autonome beeldende kunst
x
39111
vormgeving
x
39112
docent muziek
x
39201
integrale veiligheid
x
39203
vastgoed en makelaardij
x
39205
HBO rechten
x
39210
lifestyle adviseur
x
39212
fashion
x
39215
bio-informatica
x
39216
industriële automatisering
x
39217
biometrie
x
39218
opleidingskunde
x
39219
gezondheidszorgtechnologie
x
39225
aviation studies
x
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
indeling volgens ECABO ECABO / HEO
60
sector economie / HEO
buiten sector
39232
bouwmanagement en vastgoed
x
39234
commercieel ingenieur
x
39240
engineering, design and innovation
x
39250
netwerk infrastructuur design
x
39268
integrale veiligheidskunde
x
39271
functiegericht toerisme en recreatie
x
39273
hospitality and evenement management
x
39274
international hospitality business management
x
39275
international hotel and hospitality management
x
y
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006
B6
y
Overzicht verwante hbo-opleidingen Volgens landelijke standaardindeling
landelijke indeling sector Economie
61
y
overige sectoren
34001
tolk-vertaler
x
34035
bedrijfskunde
x
34036
communicatiemanagement
x
34040
sport en bewegen
34041
trade management gericht op Azië
x
34043
bank en verzekeringen
x
34046
office management
x
34057
sport, gezondheid en management
x
34060
grafimediatechnologie
34071
management assistent
x
34089
human technology
x
34090
farmakunde
x
34091
huidtherapie
x
34092
communication- and multimediadesign
34104
leraar Nederlands gebarentaal - tolkenopleiding 2e gr.
34105
media informatie en communicatie
x
34106
bedrijfsmanagement MKB
x
34112
forensisch onderzoek
x
34116
social work
x
34190
hydrografie
x
34192
laboratoriumtechniek
x
34220
tuin- en landschapsinrichting
x
34221
bos- en natuurbeheer
x
34226
land- en watermanagement
x
34227
milieukunde
x
34245
hogere opleiding software engineer
34254
technische commerciële confectiekunde
x
34255
technische commerciële textielkunde
x
34261
bouwtechnische bedrijfskunde
x
34262
autotechniek
x
34263
bouwkunde
x
34267
elektrotechniek
x
34268
technische natuurkunde
x
34269
hogere informatica
34272
geodesie
x
34275
chemische technologie
x
34276
scheepsbouwkunde
x
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
x
x
x x
x
x
MBO-Kaart 2004-2006
landelijke indeling sector Economie
62
y
overige sectoren
34278
luchtvaarttechnologie
x
34279
civiele techniek
x
34280
werktuigbouwkunde
x
34282
ruimtelijke ordening en planologie
x
34284
milieukunde
x
34287
opleiding voor bedrijfskader
x
34289
informatica en informatiekunde
x
34331
biotechnologie
x
34332
aquatische ecotechnologie
x
34333
diermanagement
x
34371
verkeerskunde
x
34375
logistiek
x
34384
maritiem officier
x
34386
AOT-techniek
x
34389
industrieel product ontwerpen
x
34390
logistiek en technische vervoerskunde
x
34391
milieugerichte materiaaltechnologie
x
34396
chemie
x
34397
biologie en medisch laboratoriumonderzoek
x
34400
HEAO algemeen 1e leerjaar
x
34401
bedrijfseconomie
x
34402
commerciële economie
x
34404
bedrijfskundige informatica
x
34405
communicatie
x
34406
accountancy
x
34407
international business and languages
x
34409
fiscale economie
x
34410
hoger toeristisch en recreatief onderwijs
x
34411
hoger hotelonderwijs
x
34412
toerisme
x
34414
financial services management
x
34419
hogere Europese beroepenopleiding
x
34421
technische bedrijfskunde
34422
small business en retail management
x
34426
SPD bedrijfsadministratie
x
34430
communicatiesystemen
x
34432
food and business
x
34435
management, economie en recht
x
34436
logistiek en economie
x
34438
vrijetijdsmanagement
x
34442
SPD accountant administratieconsulent
x
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
x
MBO-Kaart 2004-2006
landelijke indeling sector Economie
63
y
overige sectoren
34456
oriëntaalse talen en communicatie
x
34457
marketing en sales
x
34460
marketing management
x
34464
bestuurskunde - overheidsmanagement
x
34470
financieel management
x
34471
hogere opleiding theologie
34475
technische informatica
x
34478
marketing
x
34479
informatica
x
34480
management
x
34499
economische bedrijfskunde
x
34500
facility management
x
34506
kunstzinnige therapie
x
34510
marketing communicatie
x
34513
onroerendgoed management
x
34514
personeelsmanagement
34518
marketing en media
x
34526
makelaardij o.g.
x
34529
belastingconsulent
x
34537
kort HBO hotel en hospitality management
x
34549
optometrie
x
34554
longfunctieassistent
x
34560
verpleegkundige
x
34561
medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken
x
34565
verpleegkundige in de maatschappelijke gezondheiszorg
x
34567
opleiding van kader in de gezondheidszorg
x
34568
leraar verpleegkunde 2e gr.
x
34570
fysiotherapie
x
34571
oefentherapie Cesar
x
34574
ergotherapie
x
34575
verloskundige
x
34576
mondhygiëne
x
34577
orthoptie
x
34578
logopedie
x
34579
voeding en diëtiek
x
34581
podotherapie
x
34584
bewegingstechnologie
x
34585
bewegingsagogie - psychomotorische therapie
x
34599
sport, management en ondernemen
34602
internationaal management
34609
personeel en arbeid
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
x
x
x x x
MBO-Kaart 2004-2006
landelijke indeling sector Economie
64
y
overige sectoren
34610
culturele en maatschappelijke vorming
x
34616
maatschappelijk werk en dienstverlening
x
34617
sociaal pedagogische hulpverlening
x
34641
sociaal juridische dienstverlening
x
34644
creatieve therapie
x
34649
informatiedienstverlening en management
x
34665
modemanagement
x
34686
journalistiek
x
34690
maatschappelijk werk
x
34713
kunst en techniek - cognitief ergonomisch ontwerpen
x
34733
film en televisie
x
34735
museologie
x
34739
muziek
x
34756
fotografische vormgeving
x
34758
grafische vormgeving
x
34760
interieurarchitectuur
x
34798
dans
x
34804
modevormgeving
x
34808
leraar basisonderwijs
x
34856
voedingsmiddelentechnologie
x
34859
plattelandsvernieuwing
x
34860
theater
x
34866
bedrijfskunde en agribusiness
x
34868
tuinbouw en akkerbouw
x
34869
dier- en veehouderij
x
34899
educatie en kennismanagement groene sector
34927
toeristisch management
x
34928
financieel management
x
34930
psychologie
x
34935
managementopleiding mobiliteitsbranche
x
34936
international business and management studies
34940
docent dans
34951
kunst en economie
34952
media en entertainment management
35025
leraar lichamelijke oefening 1e gr. v.o.
x
35119
leraar voortgezet onderwijs eerstegraads Nederlands
x
35126
leraar aardrijkskunde 2e gr. v.o.
x
35146
godsdienst-pastoraal werk
x
35158
pedagogiek
x
35168
wiskunde
x
35193
leraar Duits 2e gr. v.o.
x
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
x
x x x x
MBO-Kaart 2004-2006
landelijke indeling sector Economie
65
y
overige sectoren
35195
leraar Engels 2e gr. v.o.
x
35196
leraar Frans 2e gr. v.o.
x
35197
leraar geschiedenis 2e gr. v.o.
x
35198
leraar Nederlands 2e gr. v.o.
x
35199
leraar scheikunde 2e gr. v.o.
x
35201
leraar aardrijkskunde 2e gr. v.o.
x
35202
leraar algemene economie 2e gr. v.o.
x
35203
leraar bedrijfseconomie 2e gr. v.o.
x
35221
leraar wiskunde 2e gr. v.o.
x
35254
leraar techniek 2e gr. v.o.
x
35255
leraar Spaans 2e gr. v.o.
x
35301
leraar biologie 2e gr. v.o.
x
35382
leraar bouwkunde I en II 2e gr. v.o.
x
35383
leraar bouwtechniek I en II 2e gr. v.o.
x
35384
leraar elektrotechniek I en II 2e gr. v.o.
x
35386
leraar motorvoertuigentechniek I en II 2e gr. v.o.
x
35387
leraar werktuigbouwkunde I en II 2e gr. v.o.
x
35388
leraar gezondheidszorg en welzijn 2e gr.
x
35411
leraar maatschappijleer 2e gr. v.o.
x
35421
leraar omgangskunde 2e gr. v.o.
x
35423
leraar consumptieve techniek I en II 2e gr. v.o.
x
35426
leraar 2e gr. v.o.elektrotechniek - tbv het BBO en MBO
x
35441
leraar godsdienst 2e gr. v.o.
x
39017
commerciele economie
x
39019
communicatie
x
39100
docent beeldende kunst en vormgeving
x
39110
autonome beeldende kunst
x
39111
vormgeving
x
39112
docent muziek
x
39201
integrale veiligheid
x
39203
vastgoed en makelaardij
x
39205
HBO rechten
x
39210
lifestyle adviseur
39212
fashion
39215
bio-informatica
x
39216
industriële automatisering
x
39217
biometrie
x
39218
opleidingskunde
x
39219
gezondheidszorgtechnologie
x
39225
aviation studies
x
39232
bouwmanagement en vastgoed
x
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
x x
MBO-Kaart 2004-2006
landelijke indeling sector Economie
66
y
overige sectoren
39234
commercieel ingenieur
x
39240
engineering, design and innovation
x
39250
netwerk infrastructuur design
x
39268
integrale veiligheidskunde
x
39271
functiegericht toerisme en recreatie
x
39273
hospitality and evenement management
x
39274
international hospitality business management
x
39275
international hotel and hospitality management
x
Gediplomeerden van het mbo van opleidingen ECABO
MBO-Kaart 2004-2006