GEDICHTEN ZIJN VRIJ Jo Gilissen Pim Lakay
© Jo Gilissen en Pim Lakay Eerste druk, oktober 2014 ISBN 9789460791857 Gedrukt door Drukkerij Het Punt, Dendermonde Uitgegeven door Uitgeverij Het Punt www.deleeswinkel.be Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Gedichten zijn vrij
Jo Gilissen
Pim Lakay
Het denken mag zich nooit onderwerpen, noch aan een dogma, noch aan een partij, noch aan een harsttocht, noch aan een belang noch aan een vooroordeel, noch aan om het even wat, maar uitsluitend aan de feiten zelf, want zich onderwerpen, betekent het einde van alle denken. Henri Poincarré
Inleidend woord door Prof. Dr. R. Snellinx, UHasselt Na het grote succes van hun eerste bundel, Het Licht van Orion, begeven Jo Gilissen en Pim Lakay zich opnieuw op het pad van de poëzie. De toon van hun tweede bundel, Gedichten zijn Vrij, wordt al meteen in de titel gezet. De woordspeling liegt er beslist niet om. Het gaat om vrije gedachten in gedichten gegoten. Er zijn parallellen te trekken tussen de twee bundels: opzet, stijl, compositie en toon zijn gelijkaardig, het inhoudelijk perspectief, dat zich in de eerste bundel tot filosofische en persoonlijke getuigenissen beperkte, is echter breder. Er wordt weliswaar gereflecteerd over de mens, zijn eindigheid en zijn beperkingen, maar bovendien begeven de auteurs zich ook op het politieke terrein. Met de nodige dosis ironie, soms cynisme, worden zowel Belgische als geopolitieke toestanden en instellingen op de korrel genomen. Politiek en religie worden ongenadig onder de loep gelegd, heilige huisjes en het “politiek correct” denken consequent neergesabeld. Inhoudelijk vullen de auteurs elkaar aan: allebei zijn het kritische denkers, Jo verwoordt dit echter eerder melancholisch, soms 7
cynisch, terwijl Pim bijwijlen zijn tedere kant toont en dan weer wild om zich heen schopt. Stilistisch moet de lezer geen traditionele dichtvormen verwachten. Om hun ideeën te communiceren willen Jo en Pim, eerder dan elegante, gepolijste zinnen te vormen, woorden, soms neologismen hanteren om hun boodschap kenbaar te maken. Wat is die boodschap? De blote, soms lelijke werkelijkheid, onverhuld door esthetiek gebracht, subversief, kritisch maar nooit belerend. De laatste strofe van het eerste gedicht in deze bundel, Kijk mij aan, vat het opzet van de auteurs gebald samen: kijk mij in de ogen lezer kijk in jezelf en oordeel niet maar zeg of ik je raken kan of waarom niet
Ria Snellinx is Dr. in de Letteren en Wijsbegeerte, haar onderzoeksgebied is Amerikaanse letterkunde en sociolinguïstiek Ze is tevens jurylid van “Klim in je pen”, de poëziewedstrijd van UHasselt en de Limburgse Hogescholen. 8
Kijk mij aan Wie ben jij lezer? Zeg mij waarom je dit gedicht leest, is ‘t omdat je weten wil wat ik kan is het om te zeggen “is ’t dat maar” en het makkelijke oordelen kiest boven te keuren naar normen met kennis van zaken want zoals die anderen zo velen die schroomloos orakelen over ’t heelal bij gebrek aan kracht om wetenschap te bedrijven zo vergaat het ook de smid die woorden en beelden last met de fijnheid van de schepping van gebalde taaljuweeltjes kijk mij in de ogen lezer kijk in jezelf en oordeel niet maar zeg of ik je raken kan of waarom niet…
9
Geluk in ‘t leven In ’t gasthuis van oude gedachten ligt mijn mooiste kinderdroom. Mijn geluk kon niet meer op na de bange momenten onder tafel stabiel schuiloord zolang de bom bleef zoemen over onze stad. Hemelsblauwe jaren na de oorlog ravotten en sjotten op de straat het speelse leren op onze school, strenge orde goed voor de kop zuipen en zingen aan d’ univ gewoonte juist op tijd te blokken. In de ruimte van de vrije liefde toch te trouwen met je lief, te arbeiden met plezier in de psyche van de mens. Joviale meute vrienden op café driekwart eeuw vrede toch uniek. De laatste tijd de blik wat somber naar het mensdom veel te dik. 10
Mijn lijf De hemel kan, nu eenmaal overbodig geworden, wel worden afgeschaft. De mystieke verbondenheid tussen leven en dood is immers verdwenen. Mijn lijf is niet langer de kerker van mijn ziel. Niet langer voorbestemd om in korte tijd lijdend zijn heil te verwerven maar een belofte van vermaak. Word ik een zwerfsteen uit mijn eigen verleden, een overlevende van mijn uitgedunde generatie? Dat de mens zijn oorsprong vindt in anderen is een verloren dimensie.
11
Vervlochten met de tijd Mijn bestaan is vervlochten met de tijd maar in het diepste van mijn wezen ben ik voor mediatie onbereikbaar. Ik wil alleen het levensoordeel van een oude rechter die evenveel jaren heeft als ik en mijn leeftijdsgenoten. Na de dood wil ik ook niets wat me vreemd is, geen godsdienstig gedoe voor mijn reis naar het oosten.
12
Het spel met woorden De klok in mijn hoofd tikt de regelmaat de wekker komt onverstoord te laat daglicht klaart langzaam de kamer in mijn pyjama draait de wereld door, gretig de trap af naar de zuurstof van zijne majesteit de honderdjarige eik mijn vrienden de bonte bende gevleugelden zingen de dag in en zijn tevreden zij kennen mijn dagelijkse wandelgang van de hete thee mijn werkkamer in scherm aan voor de elektronische babbel veel luchtgekakel van de domme geest de luxe wenkt in vrijheid te kunnen kiezen de karwei van het gras met spierbeweging en blijheid voor de speeltuin van mijn vrouw of de fiets of de scooter of helemaal niks de hemel betrekt, de ekster stopt met krassen de drang naar het spel met woorden wint.
13
Koolraapmagnaat Ik ben een sater rechtop in de zonneschijn die helmboswuivend door het leven gaat een nieuwerwetse hippie op echte liefde teert. Mijn thuis is een koets uit een andere eeuw gevuld met duizend gedachten die mijn zijn vol leven geeft weg de kanarie uit de koolmijn op naar de straat van het zwelgen onbenul het blazoen zonder denken geen besef geen vragen op ‘t bord want antwoorden eet men niet als een koolraapmagnaat die schrijver wil worden maar helaas niets te zeggen heeft. 14