01/03/2015
Nr. 14
Interview van de week: Jeroen Vrints > Pag. 4-5
De Koninklijke Handboogmaatschappij “EDEL TIJDVERDRIJF” Deel 1 > Pag. 7-8
Gedicht van de week Einde van de winter De winter is bijna gedaan In de lente zullen er weer planten en bloemen staan. Dan kijk je door de ruiten En zullen de vogeltjes weer fluiten Dan schijnt de zon en ligt er geen sneeuw Waarom duurt de lente toch geen eeuw!
Inne Suykerbuyk
Nieuws
2
Column Corinne Magnier uit Guy Van Den Broek Parijs bezoekt Den Uil Geen fietssuggestiestrook De infovergadering over de geplande wegenwerken Over d' Aa heeft veel reacties losgeweekt, zo blijkt uit de resultaten van de ideeënbus. Dat de organisatie van de avond zelf door de gemeente niet goed was hebben we al gezegd. Maar ook op de voorliggende scenario's is heel veel kritiek uitgebracht, zo blijkt. De inrichting van zone 2 (tussen de Postbaan en Vaart) bleek niet gesmaakt door de inwoners en evenmin het doorlopen van de hoofdweg Over d' Aa via de Postbaan en niet rechtdoor. 'Den Uil eindigt niet aan de Postbaan' zo was te horen. Uiteraard is het doortrekken van de hoofdweg via de Postbaan bedoeld om aan te geven dat vanaf dat punt het dorp begint. Zo kan men vanaf dat punt een andere weginrichting en andere verkeersregels opleggen, ook inzake snelheid. Het verleggen van de hoofdweg levert vooral last op voor restaurant 'Guirlande'. In zone 2 voorzag één scenario fietssuggestiestroken en daar zijn blijkbaar veel inwoners fel tegen. 'Zeker geen fietssuggestiestroken, wel een apart fietspad', was zowat de meest neergeschreven kritiek. Voor wie een apart fietspad gewoon is, zoals op Horendonk, lijkt een suggestiestrook een achteruitgang. We staan er soms niet bij stil dat dit in veel wijken de normale gang van zaken is, zoals bij voorbeeld in de SintJansstraat op Wildert. De meesten vinden zo'n suggestiestrook veel te gevaarlijk voor de schoolkinderen, zeker door het zware verkeer met vrachtwagens en landbouwvoertuigen. Hoe dan wel? Ook hier schreven de bezoekers een aantal suggesties neer, zoals een fietspad langs de twee kanten moet kunnen. Het dubbelrichting fietspad zoals dat nu is, kreeg ook kritiek te slikken als je aan het de noordkant zou leggen. Gemengde voet- en fietspaden zijn dan weer niet conform de richtlijnen. Velen eisen ook voldoende parkeerplaatsen voor hun huizen. Tenslotte willen vele Uilenaars een mooi pleintje aan de kerk richting Dreveneind. Daar heeft de gemeente nog niets van ingevuld. De inrichting van Over d'Aa wordt een aartsmoeilijke klus. Er komt later nog een echte hoorzitting op Horendonk, zo beloofde de bevoegde schepen, die alle suggesties alvast welkom vond.
Enkele weken geleden schreef ik over Corinne die vele jaren geleden elke zomer op vakantie kwam bij tante Jeanne Schrauwen. Naar aanleiding van Hilda haar verjaardag kwamen Corinne en haar man Laurent op bezoek. Tijdens een etentje bij Imelda en Willy konden wij nog eens goed bijpraten, over hoe het nu allemaal gaat en zeker ook over de tijd van toen. We voeren de gesprekken in 3 talen maar we verstaan elkaar zeer goed! Als we samen zijn is er nog steeds dat mooie gevoel en innige band die er al zo vele jaren is. Op hun tablet
konden we vele foto’s zien over hun gezin en ook de gezinnen van haar zusters die hier ook verbleven hebben , maar bij andere families. Ik hoop dat wij nog héél lang van deze vriendschap mogen genieten, want voor mijn gevoel is zij nog altijd ons Franse nichtje en zal zij dat ook altijd blijven.
José Schrauwen
Nieuws
3
Proefproject Watermolenstraat onderzoekt beste verkeerssituatie Essen - De verkeerssituatie in de Watermolenstraat zal vanaf 18 februari grondig wijzigen. Gedurende zes weken rijdt het verkeer telkens om de de veertien dagen anders. Zo onderzoekt het gemeentebestuur welke verkeerssituatie het beste is. De verkeerssituatie in de Watermolenstraat zal vanaf 18 februari grondig wijzigen. Gedurende zes weken rijdt het verkeer telkens om de de veertien dagen anders. Zo onderzoekt het gemeentebestuur welke verkeerssituatie het beste is. De Watermolenstraat en het Heuvelplein zijn druk bezochte straten. Het grootste probleem is dat er, ondanks de verbodsborden met tonnagebeperking tot 3,5 ton, er te veel zwaar verkeer rijdt in beide straten. De op sommige plaatsen smalle straten zijn niet voorzien voor zwaar verkeer. De grote hoeveelheid aan auto’s brengt de veiligheid van andere weggebruikers in gevaar. De bedoeling is om meer verkeer via de Kapelstraat en de Ringweg richting Horendonk te doen rijden. Nu zijn er te veel opstoppingen door auto’s die in en uit het Heuvelplein proberen te rijden. Bovendien willen we het Heuvelplein veiliger maken voor fietsers. Zes weken lang zal de situatie in de Watermolenstraat en het Heuvelplein dus anders zijn. Om de twee weken zijn er andere verkeersregels.
In een eerste fase (van 18/02 t.e.m. 04/03) is er eenrichtingverkeer van Ringweg naar Heuvelplein. De tweede fase (van 04/03 t.e.m. 18/03) zal er eenrichtingsverkeer zijn van Heuvelplein naar Ringweg. De derde en laatste fase (van 18/03 t.e.m. 01/04) zal er een afsluiting zijn voor de doorgang Heuvelplein-Watermolenstraat. De Watermolenstraat is dan bereikbaar via de Ringweg.
Elke nieuwe fase start telkens op woensdag om 14u. Essendonk, de Dreef en de Melkerijstraat blijven toegankelijk via de Ringweg. Dankzij deze testen kan er onderzocht worden wat de impact is voor de omliggende straten. De politie voert verkeerstellingen uit om alles goed in kaart te brengen. De gewijzigde verkeerssituatie geldt tot en met 1 april 2015.
Margo Tilborghs
Kleine nar Janneke steelt de show Kleine nar Janneke mocht samen met de grote nar en prins Ronny I jong en oud verwelkomen op het carnavalsfeest in de Heuvelhal. Het verhaal van Jantje ’t Hart is geen alledaags verhaal. Maar met twee rasechte carnavalisten als ouders kan je dan ook alles verwachten. Eerder trouwden Jantjes ouders al op carnaval. Zelf werd het jongetje naar nar Janneke genoemd. Erik ’t Hart (29) en Dorien Van Ginderen (28) zijn carnavalisten in hart en nieren. “Ik ben geboren op Den Uil”, vertelt Dorien. “Erik is afkomstig van wijk Heikant. Toch is hij altijd lid geweest van de carnavalsvereniging op Den Uil. Daar hebben we elkaar ook leren kennen. Zes jaar geleden
werden we een koppel. Een dik jaar later, op 5 maart 2011 zijn we getrouwd.” “Een gewoon huwelijk was niet aan ons besteed. Alle poespas rond een klassiek huwelijk hoorde niet bij ons. Wij willen graag plezier maken. En aangezien we allebei gek zijn van carnaval, was de keuze snel gemaakt. Waarom niet met carnaval? De meeste van onze vrienden en familie zijn carnavalisten dus was de volgende logische stap dat iedereen verkleed naar onze trouw moest komen. We voelden ons daar gewoon goed bij. Het was geen grap. En zo geschiedde.” Een jaar later werd het koppel zwanger van een eerste kindje. Eriks vader heet Jan, maar ook de carnavalsnar heeft die
naam. Daarom noemden ze het zoontje Jan.
Margo Tilborghs
Interview
4
Jeroen Vrints Voor buitenstaanders lijkt het leven ‘op den buiten’ misschien een stap terug in den tijd. We groeten bijna iedereen op straat of we springen ongevraagd binnen om even een babbel te doen. Bij de bakker zetten we -voor die 5 minuten- onze fiets niet op slot… We hebben geen schrik van moderne zaken: met een smartphone word je niet ‘buiten gekeken’ en een zwemvijver of zwembad in de tuin is geen unicum meer. Zijn er dan nog taboes op den Uil? Plastische chirurgie misschien? Daar fronsen sommigen toch nog de wenkbrauwen voor. Ik hoor het de gemiddelde Uilenaar al zeggen:”As we dan toch aan oos carrosserie laoten weirken, zal ‘t toch die van ozen otto zen.” Ik sprak deze week met Jeroen Vrints, de zoon van Jos Vrints, oprichter van carrosseriebedrijf Vrints. Samen met Jeroen gingen we op zoek naar de opvallendste getallen en anekdotes van het bedrijf.
1979 Het jaar dat ons pa het bedrijf oprichtte. Als buschauffeur en mecanicien bij Verpalen kende hij al veel van de stiel. Verpalen deed niet alleen busvervoer, maar verkocht in die tijd ook het merk Mazda. Toen zij daar mee stopten, is ons pa op zijn eentje begonnen. Één van de eerste auto’s die binnenkwam voor onderhoud was de wagen van Stan Elst. Ludo Peeters van de Kraaienberg (nu Deckerslaan) was dan weer de eerste klant voor een carrosserieschade. Één van de eerste wagens die verkocht werd, was voor pastoor Notelteirs.
VRINTS C
arrosseri
33 jaar Het aantal jaren dat Dirk Van Riet bij ons werkt. Hij is de uitzondering in ons bedrijf, dat voor de rest alleen maar uit familieleden bestaat. Dirk neemt hoofdzakelijk het uitdeukwerk en monteerwerk voor zich. Ons pa, ons ma (Greet), onze Lucas en ik zijn medevennoten. Ons pa en ik maken de bestekken en handelen alles met de klant af, ons ma neemt de administratie voor haar rekening en onze Lucas doet voornamelijk de spuitafdeling. Mijn zus Ellen heeft haar architectenbureau mee gevestigd in het bedrijf, en ze werkt regelmatig ook mee voor de carrosserie. Ze heeft zelfs de plannen van onze nieuwe vestiging gemaakt. Ellen heeft er niet alleen voor gezorgd dat het een ‘state-of-theart carrosseriebedrijf’ werd, maar dat het in de toekomst nog zou kunnen uitbreiden achteraan. Het bedrijf is zo gemaakt dat we nu al tot 7 mensen te werk kunnen stellen in het atelier.
20000 liter Dat is de inhoud van onze regenwater-
e
put. We gebruiken het water om voor én na de herstelling de auto’s goed te wassen met een hogedrukreiniger.
De snelst terugkerende klant We hebben eens iemand gehad die de pas herstelde auto kwam ophalen, maar die het geld thuis vergeten was. Toen de klant gehaast thuis het geld ging ophalen, werd de handrem helaas niet opgetrokken, gevolg: de auto bolde achteruit met openstaande deur en de deur was helemaal kapot. De kosten van de tweede herstelling liepen hoger op dan die van de eerste.
60% Dat is mijn schatting van het aantal mensen dat Vrints verkeerd schrijft: Vriends, Vriens, Vrins, Vriendts, Vrindts… noem maar op. Wij hebben het al gelezen.
20 m Het ongeluk dat het kortst bij ons bedrijf in de Vaartstraat gebeurde. Wij waren aan het genieten van een koffiepauze, toen we neef Dennis Vrints nogal ontredderd én te voet zagen passeren. Dennis wilde op bezoek gaan bij onzen bompa die vlak naast ons woonde. Maar net voor hij de oprit op wilde draaien besliste hij om toch even naar ons te gaan. Maar door die korte twijfel reed Dennis recht op de hoek van het hekwerk met een perte total als gevolg.
Lees verder op pagina 5.
Interview
5
250 Het aantal verfpotjes dat we hebben staan in de atelier. We hebben alle kleuren en soorten verf in voorraad, zodat we iedere gewenste kleur van merk en type auto kunnen mengen om de wagen terug in zijn originele kleur te spuiten.
Wat maakt het werk leuk? Het is er een beetje met de paplepel ingegoten. Wij hebben vaak op de achterbank geslapen als ons ma weer op tocht ging om onderdelen te gaan ophalen. In tegenstelling tot nu werden onderdelen niet aan huis geleverd. Maar ik doe het werk ook gewoon graag: het is afwisselend, je ziet steeds weer andere mensen, je herstelt steeds andere schades, je werkt steeds met andere merken. Het is leuk om een auto met een deuk op en top hersteld terug te bezorgen, het is nog een echte stiel.
10 km Dat is de afstand waarbinnen de meeste van onze klanten wonen. Wij hebben een goede mix binnen ons cliënteel: particulieren, bedrijven, garagebedrijven die hun carrosseriewerk uitbesteden en verzekeringsmaatschappijen.
De uitzonderlijke gevallen Het is leuk om aan exclusieve wagens te mogen werken. Zo hebben we al enkele Aston Martins hersteld. We hebben ooit de Ferrari van Carl De Schutter hersteld -al hebben we die al een tijdje niet meer gezien.- Ooit hebben we de vleugels van een straaljager in felle kleuren moeten spuiten voor een museum. De vleugels geraakten maar net binnen in onze atelier.
600 deuken In juni 2014 heeft het zeer hard gehageld in Antwerpen centrum. Hiervan hebben we verschillende wagens hersteld. Zo was er zelfs een Volvo met wel 600 deuken door de hagel. Met
het bedrag van die herstelling kun je al een schone nieuwe auto kopen.
Hoe zie je de toekomst? Elektrische wagens en wagens met veel elektronica zijn de toekomst. Wij volgen regelmatig cursussen en opleidingen om hiervan goed op de hoogte te blijven. Zo is het bijvoorbeeld heel belangrijk dat je weet hoe je moet omgaan met de elektronica tijdens laswerken. We blijven ook goed op de hoogte van de materialen die gebruikt worden aan de nieuwe wagens. De laatste jaren worden er dan ook meer wagens gemaakt met aluminium en kunststof onderdelen. We hebben een zeer leuk team en er heerst een toffe sfeer in ons bedrijf. Het is een traditie dat we elke vrijdag broodjes van De Kleine Nelen laten
komen en de werkweek afsluiten met een pintje. Op zaterdag gaan we regelmatig koffiekoeken van ’t Bakkershuizeke halen. Dit alles zorgt er ook mee voor dat ik alle dagen ga werken met een glimlach maar dat kan ook niet anders als vrolijkste persoon van den Uil, besluit Jeroen al lachend.
Tim Pockelé Foto’s: www.carrosserievrints.be
Sport F.C. Horendonk Noteer alvast de volgende thuiswedstrijd van het eerste elftal:
zaterdag 7 maart te 20.00 uur: FC Horendonk - KFC Meer
Programma 6, 7 en 8 maart: vrijdag 6 maart: 20.00 uur Reserves - Loenhout SK A 20.30 uur Veteranen - Rooi Duvels zaterdag 7 maart: 11.00 uur U11 - K Gooreind VV B 12.30 uur U15 - K Achterbroek VV 15.00 uur U21 - KFC Brasschaat 15.00 uur U9 - K Putte SK 20.00 uur FC Horendonk - KFC Meer
6
De tijd van toen
7
Het K.H.E.O. De Koninklijke Handboogmaatschappij Essen en Omstreken,ofwel het Gewest Essen, is opgericht in 1929 en bestaat uit 9 handboogclubs die zich bevinden in Essen, Kalmthout en Kapellen. De bestuurszetel is gevestigd te Essen en heeft tot doel de handboogsport te bevorderen en te veredelen, alsook de belangen van de aangesloten maatschappijen te behartigen. Het gewest organiseert jaarlijks schietingen, waaronder bondschietingen, kampioenschappen en ploegenwedstrijden. 2 clubs van het gewest Essen zijn van den Uil, nl. “Edel Tijdverdrijf” en “De Arabieren”. Beide clubs hebben een rijke geschiedenis. Edel Tijdverdrijf werd opgericht in 1869 en bestaat dus nu146 jaar. Naar aanleiding van het 100 jarig bestaan stelde Benny Goetschalckx de historiek op die de basis vormt voor deze artikelenreeks.
De Koninklijke Handboogmaatschappij “EDEL TIJDVERDRIJF” (1869 – 1969) Deel 1: Het schuttershof in 1969 Op een donkere woensdag vóór kerstmis gingen we naar die training. Door een natte mistige avond tot halfweg Essen-Horendonk. Rechts een oud huis, herberg “Het Schuttershof” bij Frans Backx. Verbazend dat gezicht: de kop van Stijn Streuvels. In de gelagzaal barsten de muren van schutterstrofeeën: foto’s, bogen en pijlen, de kasten gevuld met bekers en medailles. Door de open deuren kijken we in de overdekte schutterij. We staan in een kring van mannen, schutters geschaard omheen het roodgloeiende kacheltje. We zien de smalle donkere ruimte, vijfentwintig meter diep, tussen twee rijen hangende schutborden. “Au fond”, verblindend in het licht van schijnwerpers, de doelen. Op een bruin vlak naast elkaar drie witte vierkante platen met de gekende gekleurde cirkels omheen het center (de roos). Dat bruine vlak is een schuinstaande manshoge wand van bunt (pijpenstrootje), 40 cm dik. Daar boort geen pijl doorheen. Voor wie van boogschieten weinig of niets zou weten, de cirkels van een schietschijf bevat tien kronen, genaamd van omtrek naar center: 1 en 2 (wit), 3 en 4 (zwart), 5 en 6 (blauw), 7 en 8 (rood), 9 (wit) en 10
(zwart met een wit center).
Frans Backx achter de tapkast. Onder elkaar pratend hebben de schutters hiervoor vertrouwelijke benamingen. Schiet iemand in het witte center, dan roep ze “gaudeamus”, Schieten ze in 1 of 2 heet “een uil” of “een aap”. Buiten de kronen schieten is “een afzwaaier”. Te laag schieten heet “te kort”. Het nerveuze lossen van de pijl met bruuske beweging is “een snok” of “een trakschot” (de trak hebben). In de bunt schieten heet “geiteguiers” (gras) en gebeurt in een beleefde stilte. Uit de drukke commentaren hoor ik bargoens als: “Een schrale drie”. “Scherp een negen. Wat scherp ? Gewoon een negen. En platte negen. Een boerennegen”. “Edel Tijdverdrijf” telt 50 leden, waarbij 20 actieve schutters, de overigen zijn oud-gedienden en ereleden als boeren, de brouwer, e.a Lin 1968 schoot de topper Staf 300 scho
-ten aan een gemiddelde van 9,01. Een toeschouwer –had nooit geschotenvroeg een proefschot. Zijn pijl daverde de donkere ruimte binnen en boorde zich halfweg splijtend in een schutbord. De 300 pijlen van Staf gingen alle, gemiddeld, in het kleine witte cirkeltje omheen de roos ! Modern materiaal, die Amerikaanse bogen uit plakhout en fiberglas, met een spankracht van 20 tot 40 libs (lib = 453 gram). De pijlen, in metaal of in microfilmvezel, variëren in dikte en gewicht van 18 tot 24 gram. Duur spul: Karel trekt een 34 libs van 4.500 fr., Staf een 28 libs van 5.400 fr. en in het rek staat een 33 libs van 6.000 fr. De schutter. – Henri, Karel en Staf zijn linksen, zij trekken de pijl met de linkerhand. Armand is een rechtse. Henri staat op de stand, de boog op armlengte verticaal in de rechtervuist, de pijl in de linkerhand. Die pijl zet hij met de slip op de trens van de pees (nylonkoord), de pijlpunt rust op de loper van de boog. Hij staat onbewogen, sterk geconcentreerd, met gespreide benen, de linker- achter de rechtervoet geplant. Zijn linkerhand trekt pijl en pees achterwaarts, tot zijn duim zich schoort in zijn nek. De pees komt verticaal vóór voorhoofd, neus, mond, kin en borst. Nu raakt het witte stopseltje (tutter) op het midden van de pees zijn lippen.
Lees verder op pagina 8.
De tijd van toen Zijn linkeroog zoekt het viziergaatje vooraan op de boog. Om zijn pijl bekommert hij zich niet, d.w.z. hij bekijkt hem niet. Door het enge viziergaatje zoekt hij het witte stipje, vijfentwintig meter doorheen de donkere ruimte, op het witte doel. Zijn lippen staan nu gerokken tot een zoen op de strakke pees. Er is geen emotie op zijn hard gezicht.
8 onpaar getal heet de overblijvende pijl “dame” en telt dubbel. Voorzitter Ward Backx, eenmaal één van het gevreesde schutterszestal gebroeders Backx, menen we bondig best te kunnen typeren als een levenswijze vader, een rusteloos werker en een goedig leidsman van deze mannen-republiek. Geen lawaaierig sportmens, deze man met de lijzige stem en de monkellach, zijn woorden geladen met humor. Daarom laten we hem nu aan het woord voor de honderd jaar geschiedenis van zijn schuttersvereniging. Hij is nog één van de zeldzame, die dank zij een sterk geheugen en een scherpe pen, de folklore van de negentiende eeuw kunnen vastleggen.
Benny Goetschalckx
Doef! In de verte ploft de pijl in de 9. Elk schutter heeft zijn eigen doenwijze. Allen schieten met vizier, maar Henri met groot vooruitgeschoven vizier en nog een derde “oog” op de pees. Ze trekken zware of lichte pijlen, ze zoenen de pees met de lippen, raken ze met de neus of leggen de pees naast de mond. Elke schutter draagt op de voorarm, ter beschutting, een lederen schietlap, zo niet zou na het schot de terugverende pees de huid tot bloedens schaven. Jonger dan je denkt. Elke donderdag schieten de leden-veteranen. Een tiental: Arjaan Van Dorst (85 jaar), Kees Arnouts (83 jaar), Arjaan Brouwers (82 jaar), Peer Bartelen (75 jaar), Ward Backx (74 jaar), Kees Nelen (73 jaar), Frans Nelen (69 jaar), Marijn Baetens (68 jaar), Louis Van Doren (68 jaar) en Kees Herreygers (65 jaar). “Die mogen nog buiten schieten”, toch halen de besten gemiddeld 7 op dertig schoten.
Ze schieten voor geld: voor elke “lap” (roos) betalen de anderen één frank. Ze schieten om prijzen in natura, meegebracht door voorzitter Van Genegen uit Kapellen: een geslachte kop, een fles wijn of een mand appelen. Schiet de schutter een 7, dan haalt hij zeven appels uit de mand. Vrouwen schieten. Bij “De Arabieren” op Horendonk schoot de vrouw van Ward Loopmans zich in 1968 “koning”. En nog een lid van die vereniging, Julia Herrijgers, komt hier in het Schuttershof met haar echtgenoot, Jos Loopmans, trainen. Het aktief bestuur bestaat uit zes leden: voorzitter Ward Backx, onder-voorzitter en inrichter van de 6-dagen Clement Backx, secretaris Leon Gabriëls, commissarissen Frans Brouwers en Gerard Cools, sportleider Henri Mol. Henri leidt o.a. de maandelijkse potheulschieting (heulen is samenkomen) voor een twintigtal schutters. Twee groepen van tien kampen dan tegen elkaar. Het “lot van de pijl” beslist bij weke groep elke schutter hoort. Hij laat de twintig pijlen, met één worp, over boog en pees op de grond rollen. De tien pijlen, die met hun punt dichtst bij de boog liggen, vormen de groep voorheul en spelen tegen de achterheul. Bij
Ward Backx, voorzitter van "Edel Tijdverdrijf", tevens Deken van de Begische federatie van doelschieten.
Natuur op Den Uil Frank Rossen
De tijd van toen
9
De autobiografie van Cis Gommeren Deel 8: DE ONDRAAGLIJKE LICHTHEID Als ik alleen op de zolder was en het niet regende, ging ik het liefst op een stoel onder het venster aan de noordkant staan, opende het raam en liet dan mijn ogen minutenlang zweven tussen aarde en hemel… tot ik er lichtjes beneveld van werd. Dit moet mijn eerste kosmische ervaring geweest zijn. De paardenmolen op de kermis, dat was eventjes nippen van de hemel; het uitzicht op de wereld vanuit het zolderraam was zoiets als een wereld tussen woorden… of, nog beter, van oneindig veel meer dan woorden. Het panorama was fantastisch! Ik vertrok met mijn ogen vanuit onze tuin bij de kippen in hun veel te groot hok (zij hadden meer ruimte om te eten dan wij plaats hadden aan tafel…), dan gleed ik over de weide van onze buur Arjaan Peeters (waar altijd wel één of twee trekpaarden stonden te treuren die mij bleven fascineren); daarachter een paar huizen, zo klein dat je er gewoon overheen sprong; vervolgens opnieuw weiland met heesters (maar dan was je al over de grens, in vogelvlucht niet meer dan een grote kilometer), een boom, een boerderij, weiland, en dan de bossen van “Zonneland” (een recreatiegebied in Nispen waar we wel eens gingen zwemmen als we groter waren). Boven dit alles, de torens van Roosendaal: de grijze televisietoren, futuristisch in de jaren 50, een baken voor en een wenk naar een andere planeet… de “Lange Nek” uit de Efteling uitgestoken in de 20ste eeuw; daarnaast een toren met een rood rond dak, die bij nader toezien (toen ik voor de eerste keer met mijn moeder mee mocht naar Roosendaal)
een watertoren bleek te zijn. Dit was nauwelijks vijf of zes kilometer van ons huis verwijderd en toch leek het wel een heel andere beschaving te zijn. Hollander -bollander-kaaskop, zongen we agressief als Nederlandse kinderen ons dorp durfden te penetreren. (En zij riepen even agressief Belse jutters als wij hun territorium betraden…) Maar ze hadden meer dan wij: een stad waar de straten altijd bevolkt waren met mensen, fietsers, toeterende auto’s; ze hadden een marktplein met grote winkels. We reden er vanuit Essen met een bruine bus van “Maatschappij der Brabantsche Buurtspoorwegen” naar toe en het enige wat we deden was gapen. Als ik het beu werd om de stad Roosendaal te grijpen met mijn ogen, aaide ik de bossen van Schijf en Rucphen in het noordoosten… of liet ik me meedrijven met watten wolken, van west naar oost… tot ik over een grijze straaljager van het Nederlandse leger schoof die me bijna geruisloos verraste op mijn trektocht. Het waren Hawker Hunters en ze volgden de lijn van de grens in hun glijvlucht naar de vliegbasis van Hoogerheide/Woensdrecht, niet meer dan zeven kilometer ten westen van ons dorp. Pas als ze voorbij waren, begonnen ze te huilen. Bijna heel de dag vlogen deze vliegtuigen rakelings langs ons heen. Een paar keer per dag passeerde er ook een witblauwe helikopter van Sabena, een Sickorsky (onze Jef wist alles over Karl May, Arendsoog en vliegtuigen), van noord naar zuid en omgekeerd, een “postdienst” tussen Zaventem en Schiphol. Ik werd dronken van de lucht, voelde me ondraaglijk licht, met tintelingen
Marijn Gommeren: veekoopman-slachterherbergier, geboren op 08-11-1868 te Essen, Kraaienberg. Overleden op 09-12-1927 te Essen Horendonk op 59 jarige leeftijd. In De Spycker lezen we: In het “Huis van Negocie” Horendonk 108, bij koopman-slachter Marijn Gommeren, momenteel het Uiltje, Over d’Aa, was er steeds drukte van kooplui. Hun paarden stonden buiten gebonden aan de balie. Ze keken naar de drukte bij het slachten van koeien, kalveren en geiten. Hier was ook het depot van Noodslachting waar de boerenleden hun portie vlees van een af te maken
onder mijn huid… (…) De straat en heel het dorp waren ons speelterrein. Toen ik kon fietsen kwamen daar ook de gemeentebossen op “de kleine Horendonk” bij en aan “den omloop”, een breed zandpad tussen Kleine Horendonk en de weg naar “De lange schouw” (steenbakkerij) en Schijf (Nederland). Op het gebied ten westen van dit zandpad kleefde onze Jef een stuk van het land van Winnetou, met zijn vlaktes, zijn woestijnen. De heuvels met buntgras, dat waren de bergen, onze fietsen waren snelle paarden, volbloeden. Soms werden de bossen van Horendonk opnieuw gedegra-deerd tot samenscholing van bomen met kale plekken, als we een grote baal van jute moesten volproppen… met proppen, waarmee men vroeger de kachel aanmaakte. Maar toen waren we nog iets ouder, kochten we een klein pakje “Sprint” (sigaretten) voor zes frank, samen met Piet Van Gool, de beste vriend van onze Jef, en rookten we elk vier vredessigaretten. In de zomer ging mijn vader ’s avonds met ons mee naar de vaart (een oude turfvaart van Nieuwmoer naar Roosendaal). Hoe ondiep het water ook was, mijn vader gaf ons het gevoel dat we konden zwemmen… net als Sint-Franciscus, die alles kon waarin hij geloofde. Op zulke momenten was ik fier op mijn naam. Ja, misschien was ik toch wel uitverkoren… om heilig te worden, of onsterfelijk! Mijn vader leerde ons ook “dikkoppen” vangen, kikkervisjes. We namen die mee naar huis in onze sokken (die we toch niet meer nodig hadden na het bad in onze Jordaan).
beest moesten komen afnemen. Marijn, welstellend burger en met een imposante lichaamsbouw, werd “Den burgemeester van den Uil” genoemd. Marijn kocht dat huis van C. Loos, de Essense eigenaar van het steenfabriek “De Lange Schouw”. Voor hem werd er reeds herberg gehouden door Adriaan Van Loon. Marijn huwde op 25 jarige leeftijd op 27 -11-1893 te Essen met Trien Van Gool, 23 jaar oud, dienstmeid geboren op 18-01-1870 te Kalmthout en overleden op 22-2-1950 te Essen, rusthuis Sint-Michiel op 80 jarige leeftijd. Trien heeft in totaal 17 kinderen gehad.
Varia
10
De Apenbroodboom: IT-aap reist naar EIKEN! IT-aap is op bezoek bij de LANDKAARTAAP om uit te vinden in welk landje ze van die heerlijke fritten en chocola hebben. LANDKAARTAAP proeft van de sappige banaan die IT-aap heeft meegebracht en zegt: het is hier heel ver vandaan. En het is er koud volgens de boeken. Hij tekent in het zand een kaart van de aarde. IT-aap moet de oceaan over als hij in het verre land wil komen waar EIKEN ligt. LANDKAARTAAP vertelt: er zijn containers die met de boot naar dat verre land gebracht worden: naar HANDGOOIEN. Dat is een grote haven waar veel schepen naar toe gaan. En vandaar is het nog zeker een dag lopen voor je in EIKEN bent. IT-aap bedankt LANDKAARTAAP en zegt: ik wil er toch naar toe. Zeg tegen de anderen dat ik een tijdje op vakantie ben naar NEDERAAP in EIKEN. Ik weet dat de mensen op de container schrijven waar ie naar toe moet en dan kruip ik er in en wacht geduldig tot we in HANDGOOIEN zijn. IT-aap stuurt nog snel een email naar NEDERAAP: ik kom eraan maar het kan wel even duren.. leg alvast wat chocola en fritten voor me klaar als je wilt. Lekker smullen samen. In EIKEN springt NEDERAAP een gat in de lucht: hij krijgt bezoek van een familielid.
IT-aap is niet dom en neemt flink drinken mee in een kalebas. Dat is een soort misvormde cocosnoot, waar je als je er een gaatje in maakt, water in kunt bewaren. Hij kruipt in een container vol cacaonoten en wacht af. Een luid gebrul en ja hoor, de container beweegt. Wij weten natuurlijk dat een vrachtauto containers naar en van de haven brengt. Na een lange reis, eerst heet maar daarna steeds kouder, komt de container met IT-aap in HANDGOOIEN aan. IT-aap hoort mensen roepen: van onderen. Wat zou dat betekenen? Ineens komt zijn container met een klap neer. Weer gebrul en ze bewegen. Na een half uurtje stoppen ze en staat de container stil. De deuren gaan open en iemand schijnt rond. Vlug schiet IT-aap achter wat zakken langs naar buiten. Brr, het is fris. Hij ziet een bordje staan: OPSLAG, OVER DAAP, EIKEN. Dat is boffen, hij is er bijna. Nu nog nr. 2015 vinden. Gelukkig is het donker en niemand ziet de aap lopen. Alle mensen slapen. Behalve bij een grote gele tent: daar hoort hij gezang en getimmer. Hij kijkt door een spleet naar binnen en ziet tot zijn verbazing NEDERAAP zitten op een soort reus, mooi hoor. Hij roept in de apentaal: HATSJIDIKEE, dat is zoiets als hallo, hier ben ik.
Foto van de week
NEDERAAP schrikt en schiet snel naar beneden. Ze omhelzen en vlooien elkaar, dat is een soort welkom onder apen. Wat doe jij hier midden in de nacht, vraagt IT -aap. Bij de familie SNURK wordt er in de nacht geslapen en gesnurkt. Nou, zegt NEDERAAP, de mensen hebben ieder jaar een feest wat ze carnaval noemen en dan bouwen ze zo een hele mooie wagen. Vooral hier in EIKEN zijn ze daar goed in. En ik mag mee in de optocht. IT -aap is verbaasd, maar hij is te moe van de reis om meer te vragen. Samen rennen ze naar nr. 2015, waar jawel hoor: chocola klaarligt. IT-aap smult ervan want hij heeft een week lang alleen cacaonoten gegeten. Overheerlijke chocola. Maar waar zijn de fritten? NEDERAAP zegt: die eet je het beste warm. Maar dan moeten we wachten tot morgen. Nu kunnen we gaan slapen. Ik heb een heel groot hok en de mensen merken toch niet dat ik bezoek heb, tenminste – zo lang ze slapen. En het wordt heel stil. Je hoort alleen het gesnurk van twee blije familie SNURK apen. Want samen snurken is veel leuker dan alleen, tenminste.. …
Wordt vervolgd…
Tjeerd Ossewaarde