De Week van de Werkstress Net een weekje Portugal gedaan. Mooie stranden! En heerlijk weer. Ander goed nieuws is dat de crisis ook daar voorbij is, behoudens een torenhoge staatsschuld, die overigens gemakkelijk door Bill Gates kan worden opgehoest, en behoudens, dat wel, een dito werkloosheid. Werk is belangrijk. Toch is het doel van vele mensen om minder te werken of, liefst, de hele dag op een Algarve strand te liggen. Deze paradox is niet gemakkelijk te verklaren. De 4-urige werkweek, waar ik al eerder over doorzaagde, is de oplossing, zowel voor deze paradox als voor de werkeloosheid, maar dit nu even terzijde.
Het is week van de werkstress. De betekenis van werk is voor velen niet helder en eerlijk gezegd voor mij ook niet. Een moment van herijking kan dan verstandig zijn. Vandaag een paar medewerkers van bedrijven gesproken. Zij kwamen bij me, omdat ze aangaven niet te kunnen werken vanwege ervaren beperkingen, ook wel “ziekmelding” genoemd. En de vraag van hun werkgevers aan mij is: “Wat kan mijn medewerker nog aan werk verrichten?” “Dus u geeft aan dat u tijdelijk niet het werk kunt leveren wat er van u gevraagd wordt?”, zeg ik dan verduidelijkend. Ik houd van die zin, het is namelijk meteen duidelijk waar het om gaat. Het gaat om werk. “Inderdaad, dat klopt. Ik trek het werk niet meer. Het wordt me teveel.” “Vraagt uw werk teveel van u, of vraagt u teveel van uw werk?” Deze vraag brengt verwarring, omdat het toch duidelijk lijkt: het werk is teveel gevraagd. Ik heb de indruk dat mensen teveel van het werk vragen. Niet alleen moet werken leuk zijn, ook de leidinggevende moet leuk en vooral goed zijn, de beloning moet goed zijn, de ontplooiing moet leuk zijn, het werk moet vooral heel goed gedaan worden, en – het lijkt wel een huwelijk – van het werk valt moeilijk afscheid te nemen. Mijn indruk is dat werk juist vaak te weinig van mensen vraagt. Zijn ze thuis de manager van een heel huishouden, regelen verzekeringen, voeden kinderen op, verbouwen de schuur, begraven hun ouders, gaan naar West Afrika… op het werk is het inklokken, is het zelf regelen van verlof of het in gang zetten van verdere opleiding al teveel en iets wat vooral door de manager moet worden gedaan. Is men thuis 24/7 bereikbaar voor hun kroost, na 17.30 uur is werken opeens “Het Nieuwe Werken” en intervenieert het teveel
met de privébalans. Thuis de baas, op het werk: “mijn werknemer”. “Wat kan ik doen om weer mijn werk te kunnen leveren?” vroeg de heer X aan mij. Een fijne vraag, omdat ik graag mensen help en denk het antwoord beter te kennen dan zij. Onzin natuurlijk, waarom zou iemand die 45 jaar is en jaren prima gewerkt heeft, het antwoord zelf niet weten. “Beste meneer X”, zei ik hem, “wilt u eens rustig… ja, op het strand van de Algarve, nee het is geen ziekte, het is een herijking, gewoon vrije dagen, gaan nadenken over of u teveel van uw werk vraag, of uw werk te weinig van u vraagt en teveel op gebieden waar u helemaal niet goed in bent? Dan zie ik u over twee weken terug. Veel plezier met de herijking van uw werk!” Pieter de Jongh, is zelfstandig bedrijfsarts en mede-eigenaar van Van Altena & de Jongh bedrijfsartsen BV © BG magazine
Een op de zes werknemers heeft psychische aandoening Eén op de zes werknemers heeft een psychische aandoening, variërend van angst, depressie en burn-out tot borderline. De meesten houden hun klachten echter geheim uit angst voor sancties. Vaak nog terecht ook, zo blijkt uit literatuuronderzoek. Dat stigma moet doorbroken worden vinden de organisatoren van het Depressiegala, de stichting Samen Sterk zonder Stigma en minister Schippers, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Lagere productiviteit Werknemers met psychische klachten zouden niet voldoen aan de
eisen die het werk aan hen stelt, een lagere productiviteit hebben en veel afwezig zijn. Dat blijkt uit literatuuronderzoek door de stichting Samen Sterk zonder Stigma. Werkgevers hebben een gebrek aan kennis over mentale ziekten. Velen zijn ervan overtuigd dat psychisch kwetsbare mensen gevaarlijk of onvoorspelbaar gedrag zullen vertonen. Samen Sterk zonder Stigma bevestigt dat deze vooroordelen bestaan en tevens ernstige gevolgen hebben zoals beperkte promotiemogelijkheden, loonverschillen, roddelen, uitsluiting en ontslag bij reorganisatie.
Psychische werkvloer
kwetsbaarheid
op
Op maandag 25 januari opent minister Schippers het eerste Nederlandse Depressiegala in Theater Amsterdam, waar bekende artiesten aandacht vragen voor begrip en openheid rondom de ziekte depressie. De minister reikt dan het eerste exemplaar uit van het boek ‘Werken als een gek’ van auteur en ervaringsdeskundige Marieke Sweens. Dit is een handleiding voor werkgevers en werknemers die te maken hebben met een psychische aandoening. De minister vindt het belangrijk dat psychische kwetsbaarheid op de werkvloer open besproken kan worden, zonder vooroordelen. Want bijna 50 procent van de Nederlanders krijgt ooit te maken met mentale klachten. “Gezond zijn en je gezond voelen is heel belangrijk om mee te kunnen doen”, aldus minister Schippers. “Het is van invloed op je prestaties.” Andersom werkt het volgens Schippers net zo: wie volop meedoet aan de samenleving, voelt zich beter, blijft zich ontwikkelen,
heeft contact met anderen en draagt ergens aan bij. Dat geeft betekenis en voldoening. Eigen inkomsten zorgen bovendien voor onafhankelijkheid. Iedereen heeft recht op werk dat bij hem of haar past.
Lifestyle “Bewustzijn en kennis ten aanzien van psychische klachten werken preventief”, vindt ook Esther van Fenema psychiater bij het Leids Universitair Medisch Centrum. “Behalve genetische aanleg zijn de klachten sterk gerelateerd aan lifestyle en overprikkeling. Als we in ons huidige tempo blijven doorleven, neemt het aantal mensen met psychische klachten dramatisch toe. Er moet een radicale verandering komen in onze levensstijl om het tij te keren. Werkgevers kunnen het goede voorbeeld te geven door een gezonde levensstijl te propageren.”
Burn-out kliniek overspannen managers
voor
In maart 2015 openen psychiater Bram Bakker en zakenman Erik de Vlieger een Nederlandse burn-out kliniek in de Portugese Algarve. Het initiatief is ontstaan door de toenemende behoefte van het bedrijfsleven aan snelle en intensieve zorg voor mensen met een burn-out.
Miljoenen In Nederland kampt een op de zeven werknemers met een burnout. Het gemiddelde ziekteverzuim is negen maanden. Dit kost bedrijven jaarlijks miljoenen.
Met de burn-out kliniek bieden Bakker en De Vlieger het bedrijfsleven de mogelijkheid om burn-outklachten bij werknemers en managers snel en gericht aan te pakken.
Snelle behandeling “Een snelle start met de behandeling heeft de beste uitkomsten”, aldus psychiater Bram Bakker. “Iedere maand die je kunt besparen op verzuim betekent dat je een goede investering hebt gedaan. In de reguliere GGZ zorg mag je volgens Bakker blij zijn met een laagfrequente behandeling van hooguit één gesprek per week. Bovendien zijn er lange wachtlijsten.
Nederlands burn-out team Het intensieve behandeltraject duurt drie maanden en start met een fulltime behandeling door Nederlandse psychologen en fysiotherapeuten in de Portugese Algarve. De eerste twee weken zijn zeer intensief. Dan is het voor deelnemers belangrijk om even helemaal afgesloten te zijn van prikkels uit de buitenwereld. De behandeling vindt plaats op een locatie in Portugal waar de privacy van de deelnemers gewaarborgd is. Aansluitend vindt er in Nederland gedurende drie maanden ambulante zorg plaats. Er zijn geen wachtlijsten. Meer informatie en/of aanmelden voor de burn-out kliniek, mail of bel:
[email protected], 023-7009784.
Diagnose burn-out onder druk 14 procent van de Nederlanders kampt met een burn-out. Werkgevers zetten bedrijfsartsen zo onder druk dat ze, ondanks alle wet- en regelgeving, met ‘diagnosefraude’ toch een werknemer het bedrijf uit kunnen werken. Dit blijkt uit klachten die zijn binnenkomen bij Stichting Burnout. Dit jaar heeft de stichting zo’n zestig klachten gekregen van werknemers die claimen dat de bedrijfsarts onder druk van hun werkgever niet de diagnose burn-out heeft gesteld. De Nederlandse Zorgautoriteit gaat hier onderzoek naar doen. Met een burn-out ben je ziek en een werkgever kan een werknemer tijdens ziekte niet ontslaan. Maar zonder de diagnose burn-out door de bedrijfsarts is het op de lange termijn lastig om de werkgever aansprakelijk te stellen.
Druk werkgever Uit onderzoek blijkt dat ongeveer de helft van de bedrijfsartsen druk van een werkgever heeft ervaren. De NVAB beaamt dit. Ongeveer 90 procent van de bedrijfsartsen geeft aan hier
professioneel mee om te kunnen gaan. Het is nog niet duidelijk op welke schaal deze ‘diagnosefraude’ plaatsvindt.
Second opinion Volgens de Stichting Burnout is het probleem groter dan men denkt. De stichting krijgt de meest rare diagnoses binnen van bedrijfsartsen, terwijl alle symptomen duiden op een burn-out. 90 procent van de bedrijfsartsen waar de stichting mee te maken krijgt, volgt de “Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraken” voor overspannenheid en burn-out helaas niet. Zelfs na een second opinion lukt het werknemers Niet om alsnog de diagnose gesteld te krijgen. In het RTL Z-programma “Van Liempt Live” van 13 oktober jl. is aandacht besteed aan het onderwerp.
Nederlandse overheid neemt (werk)stress niet serieus Onder de titel “Alles is gezondheid…” is in februari jl. het Nationaal Programma Preventie gestart Het programma zal lopen voor een periode van drie jaar: van 2014 tot en met 2016. Zes ministeries, gemeenten, bedrijven en een groot aantal maatschappelijke organisaties werken hier samen aan. Het Nationaal Programma Preventie brengt activiteiten bijeen rond drie terreinen: 1. Gezondheid
bevorderen
en
ziekten
voorkomen
omgeving waarin mensen wonen, werken en leren. 2. P r e v e n t i e e e n p r o m i n e n t e p l e k g e v e n
in in
de de
gezondheidszorg. 3. Gezondheidsbescherming op peil houden.
Symptoombestrijding Een derde van alle arbeidsverzuim in Nederland is het gevolg van stress. De geschatte kosten bedragen jaarlijks 4 miljard euro. Psychiater Bram Bakker heeft tijdens de officiele start van het preventieprogramma zijn zorgen uitgesproken over de huidige aanpak van (werk)stress en schreef er een boek over: “Blijf Beter!” “Er is alleen aandacht voor symptoombestrijding”, vindt de psychiater. “Zoals het inzetten van medicatie en therapie tegen hoge bloeddruk, verhoogd cholesterol, burn-outklachten en bestrijden van overgewicht. Niet voor een integrale preventieve aanpak. Dat is onacceptabel en een verdere toename
van stressverzuim kunnen we ons moreel en financieel niet veroorloven.”
Slechte leefstijl De Nederlandse gezondheidszorg kost 80-90 miljard euro per jaar. Zeker 70 procent van de gezondheidsklachten heeft te maken met een slechte leefstijl. Volgens de psychiater is juist stress de oorzaak van slechte leefgewoontes zoals emotioneel overeten, roken, alcoholverslaving en gebrek aan beweging. Stress mag volgens Bakker niet langer meer gezien worden als een individuele verantwoordelijkheid. Er moet meer overheidsgeld beschikbaar komen. “Het plan van minister Asscher om slechts 1 miljoen in te zetten tegen werkstress is veel te weinig”, vindt hij. “Een dierentuin krijgt per jaar doorgaans meer subsidie. De Nederlandse overheidsuitgaven aan preventieve gezondheidszorg zijn laag vergeleken met andere EU landen.”
Stressreductie bewezen effectief Het is bewezen dat stressreductie zorgt voor een daling van het metabolisme (tragere hartslag, verlaagde bloeddruk, ontspanning van spieren en ademhaling). “Stress is ongezond, het veroorzaakt lijden en het is duur”, zegt Bakker. “Maar in de gezondheidszorg van alledag lijkt men er weinig interesse voor te hebben. Dat moet veranderen. De moderne mens moet zoveel prikkels verwerken, dat er zonder aandacht voor voldoende herstel vanzelf een stress gerelateerd gezondheidsprobleem volgt”.
Stressbestendige bestaan niet
mensen
Wanneer een organisatie vraagt om een stressbestendige collega voor de invulling van een vacature moeten er alarmbelletjes gaan rinkelen. Wat zegt dit eigenlijk over het beleid van de organisatie? Door te stellen dat stressbestendige mensen niet bestaan, gooi ik wellicht olie op het vuur. In onze jachtige maatschappij wordt stressbestendigheid als waardevolle competentie gezien. Wie veel tegelijk kan, wordt bewonderd. Toch gaan de alarmbelletjes rinkelen wanneer een organisatie
vraagt om een stressbestendige collega voor de invulling van een vacature. Wat zegt dit over het beleid van de organisatie? Het is een goed teken wanneer het management zich bewust is van de hoeveelheid stress die de functie met zich mee brengt. Dat bewustzijn alleen is echter niet voldoende. Men dient zich bezig te houden met stressmanagement.
Geen visitekaartje Veelal is de oorzaak van de vraag naar stressbestendige werknemers gelegen in het gebrek aan stressmanagement. Wanneer stressmanagement een onaangeroerd gebied is, ligt het ziekteverzuim hoger dan gemiddeld, is de werksfeer niet optimaal, laat de productiviteit te wensen over en missen de werknemers de vitaliteit om hun potentiële kwaliteiten te ontplooien. Vanuit dit oogpunt is het geen reclame voor de organisatie om openlijk te vragen naar stressbestendig personeel. Wanneer het iemand gemakkelijk af gaat om veel dingen tegelijkertijd te doen, daarbij alle situaties blijft overzien en goed onder langdurige tijdsdruk kan werken zonder zich (op)gejaagd te voelen, betekent dit niet dat deze persoon stressbestendig is. Stressbestendig betekent bestand tegen stress. Door de combinatie van bovengenoemde persoonlijke eigenschappen, ervaart de persoon in kwestie geen stress in deze werksituatie.
Chronisch Door ons hormonale systeem, zijn mensen niet bestand tegen stress. Wanneer men dagelijks stress op de werkvloer ervaart, is er sprake van chronische verhoging van cortisol met alle gevolgen van dien. Er is niets mis met kortstondige stress. De bijbehorende
stresshormonen zoals adrenaline en noradrenaline zorgen er voor dat ons lichaam snel paraat is om bij plotseling gevaar te vluchten of vechten. Bovendien presteren wij dankzij kortstondige stress beter dankzij verhoogde alertheid, bijvoorbeeld tijdens examens of presentaties, mits de stress beheersbaar is. Chronische stress is echter een heel ander verhaal gezien cortisol wordt geproduceerd bij aanhoudende stress. Cortisol is pas na enkele minuten tot uren maximaal in het bloed aanwezig en wordt daarom het langzame stresssysteem genoemd. Het heeft een veel langduriger effect dan de snelle stresshormonen adrenaline en noradrenaline.
Schade Adrenaline en noradrenaline helpen ons te sprinten bij gevaar en cortisol zorgt er voor dat wij lang(er) kunnen blijven rennen indien dat nodig is. Het is echter van groot belang dat het langzame stresssysteem niet te lang actief blijft, omdat het dan schade in plaats van voordeel oplevert. Langdurige verhoging van cortisol leidt tot afbraak van het immuunsysteem, tot afbraak van spierweefsel, tot suikerziekte en tot het afsterven van hersencellen. Het leidt tot hart- en vaatziekten door de verhoging van het LDL cholesterol (het zogenaamde slechte cholesterol) en de verlaging van het HDL cholesterol (het zogenaamde goede cholesterol). Psychosomatische klachten, overspanning en depressies zijn gevolgen van chronische stress. Het woord stressbestendig is niet van toepassing wanneer men over mensen spreekt. Wellicht is een robot stressbestendig, of een computer. En als deze crasht, blijkt hoe “stressbestendig” wij mensen zijn ☺. Ellen Jansen helpt organisaties met het verlagen van het ziekteverzuimpercentage. Meer informatie: www.takeaturn.nl
© BG magazine
Hoe voorkom je een burn-out? Je krijgt als leidinggevende een telefoontje van een huilende medewerker: “Ik ben ziek, helemaal op, volgens mijn huisarts ben ik burn-out. Ik moet voorlopig rust houden en ik weet niet hoe lang het gaat duren.” Je bent verbaasd, gisteren leek alles nog oké met de medewerker. De diagnose burn-out betekent langdurige uitval en kost veel tijd, geld en energie. De werkzaamheden moeten doorgaan, dus dat betekent extra inzet van uren en geld. Er
komt
extra
druk
op
het
team
en
op
jou
als
de
leidinggevende te staan. Er moet een invaller geregeld en ingewerkt worden, of de werkzaamheden worden tijdelijk verdeeld binnen het team. Dat kan extra werkdruk geven bij collega’s, waardoor het risico ontstaat dat er op de afdeling een domino-effect ontstaat. Ziektebegeleiding door leidinggevende, bedrijfsarts, sociaal medisch team en anderen vragen ook extra aandacht en tijd. En laten we het leed bij de zieke medewerker vooral niet vergeten. Allerlei lichamelijke klachten zoals slapeloosheid, soms zelfs depressie, extreme vermoeidheid, etc. Het is een moeilijke periode voor de medewerker en het kost tijd en geld om volledig te herstellen.
Eigen verantwoordelijkheid Je hebt het niet zien aankomen, had het niet verwacht bij deze persoon. Juist deze hardwerkende, niet klagende medewerker. Hij was wel stiller en meer teruggetrokken de laatste tijd, maar daar heb je niet direct aandacht aan geschonken. Had je deze burn-out kunnen voorkomen? Vaak ken je niet altijd de kenmerken of achtergronden van stress en burn-out klachten. Je mist de kennis en weet dus niet op welke signalen je moet letten. Misschien vraag je jezelf wel af waarom de medewerker het niet zelf al in een eerder stadium aangegeven heeft. Hij draagt toch zelf ook verantwoordelijkheid en is een volwassen persoon? Is het irreëel om te verwachten dat een medewerker zelf aangeeft als er iets niet goed gaat?
Disbalans Burn-out is overbelasting en overbelasting betekent dat je te lang over je eigen grenzen bent gegaan. Draagkracht en
draaglast zijn uit balans geraakt. Er is teveel energie gegeven en niet voor voldoende brandstof gezorgd. Het is een disbalans tussen de medewerker en de werksituatie. Er is een onmogelijkheid ontstaan om een goede werkvorm te vinden of te behouden tussen jezelf en de werksituatie. Vaak heeft de medewerker zelf niet in de gaten dat hij op zijn tenen loopt, of wil dat voor zichzelf niet erkennen. Ontkenning of het niet herkennen van eigen stressklachten is een van de persoonskenmerken bij een burn-out. De oorzaak van deze overbelasting, het niet aangeven of herkennen van grenzen, kan heel verschillend zijn. Ieder mens is uniek en heeft persoonlijke achterliggende redenen en oorzaken. En dan ga je door totdat je niet meer kunt. Althans, de medewerker wil zelf misschien wel door, maar zijn lichaam dwingt hem, door allerlei klachten te veroorzaken, tot stoppen.
Oorzaken Enkele achterliggende oorzaken om geen grenzen voor jezelf te stellen. 1. Het kan zijn dat je medewerker nooit geleerd hebt om grenzen te stellen. Hij is niet gewend om te zeggen als iets niet bevalt of als hij te moe is. Hij heeft geleerd door te werken, niet te zeuren, door te gaan tot het af is en verantwoordelijkheid te nemen voor de klus. 2. Je medewerker stelt te hoge eisen aan zichzelf. Het is nooit goed genoeg wat hij doet, blijft aan het verbeteren, is perfectionistisch en wilt het graag voor iedereen goed doen. 3. Je medewerker geeft niet gauw iets uit handen, vindt alles interessant en leuk. Regelt ook liever alles zelf, dan is de klus sneller klaar en weet hij dat het is zoals hij het wilt.
4. Het werk past niet (meer) bij je medewerker, maar hij blijft doorgaan. Er is een fusie of reorganisatie geweest, de werkzaamheden zijn veranderd en hij vindt het maar niks, of had de inhoud van het werk anders ingeschat, maar het behoud van een inkomen is belangrijker. Of de promotie bevalt hem niet en hij wilt liever terug naar waar hij vandaan is gekomen. 5. Het kan zijn dat de relatie met jou als leidinggevend niet goed is, waardoor je medewerker niet in gesprek wilt of durft te gaan over wat er bij hem speelt. Hij gaat alleen door op zijn manier, zoals hij denkt dat het goed is.
Sluipend proces Ziekteverzuim door stress en burn-out is een sluipend proces, waardoor het minder snel zichtbaar is. Omdat klachten en symptomen langzaam opbouwen, merk je als leidinggevende minder gauw op dat er iets aan de hand is. Als je terugkijkt over een langere periode, dan zie je wel verschil, maar dan is het vaak te laat. Voor leidinggevenden is het dan ook belangrijk om alert te zijn op symptomen die wijzen op dreigend ziekteverzuim. Dan kun je preventief bezig zijn en tijdig ingrijpen. Vaak moet je een medewerker er op wijzen dat er iets aan de hand is, omdat hij het zelf niet in de gaten heeft of ontkent. Daarbij speelt faalangst bij de medewerker ook een belangrijke rol. Als leidinggevende kun je preventief ingrijpen en veel leed voorkomen als je symptomen herkent en weet hoe te handelen.
Tips voor leidinggevenden Enkele symptomen waar je op kunt letten als leidinggevende bij een medewerker:
Enthousiasme en motivatie nemen af en er is minder plezier in het werk. Het lijkt alsof de medewerker de kantjes er af loopt, terwijl hij vroeger zo gemotiveerd was. Steeds vaker te laat komen op het werk, steeds vaker ziek en je ziet de ook medewerker steeds minder. Vaak zie je dat een medewerker zich langzaam terugtrekken uit het team en steeds meer alleen werkt. Een kort lontje naar anderen. De medewerker is snel geïrriteerd, moppert veel of heeft een cynische houding. De prestaties verminderen. De werklast wordt te zwaar, deadlines worden niet meer gehaald of er worden taken vergeten. Als leidinggevende zul je direct actie moeten ondernemen en niet wachten. Grijp je tijdig in, dan kun je een burn-out voorkomen of het risico hierop verlagen.
Wat kun je doen als leidinggevende? Spreek de medewerker aan. Wijs niet op fouten, maar zeg wat je signaleert en praat over oplossingen. Neem tijd en ruimte voor de medewerker. Geef steun en zoek samen naar oplossingen. Geef de medewerker ruimte om zijn beleving van de werkdruk te vertellen. Luisteren is belangrijk, evenals het feit dat de medewerker zich kan uitten en zijn beleving van de werkdruk verwoordt. Vertel de werknemer dat hij altijd bij je terecht kan met vragen. Zoek samen naar oplossingen, zodat de medewerker daadwerkelijk steun ervaart. Kijk naar de werkomgeving, ligt daar ook een aandeel? Kijk open naar hoe organisatiefactoren of cultuur van het team een rol kunnen meespelen in het gebeuren en probeer deze op te lossen. Verwijs door naar een coach met verstand van deze zaken, zodat de medewerker het eigen aandeel leert kennen en
eigen verantwoordelijkheid over handelen daarin leert nemen. Zo voorkom je een herhaling van de situatie. Nell van de Ligt is auteur van het boek “7 tips om ziekteverzuim door stress en burn-out te voorkomen”. www.ligtpunt.nl
Burn-out en de psycholoog Ik kwam een blog tegen op de Telegraaf. Een leuk stuk van Jeffrey Wijnberg, psycholoog. Ik ken hem niet, lijkt me een warme man. Hij schrijft over burn-out. Mensen met een burn-out hebben rust en afstand van het werk nodig. Bedrijfsartsen zijn niet professioneel zegt hij, en
willen steeds maar dat die mensen snel teruggaan naar het werk. Dat is niet goed en zelfs gevaarlijk, vindt de heer Wijnberg. Ik heb daar wel een mening over… Burn-out: Terugkomen van weggeweest Telegraaf 8-1-2012 Jeffrey Wijnberg AMSTERDAM – Het kan de besten overkomen. Sterker nog, het zijn meestal de beste paarden van stal die het overkomt: volledig uitgeput thuis komen te zitten. Burn-out. Het kan iedereen overkomen… Burn-out is geen ziekte. Je voelt je wel heel naar als je “burn-out” bent. Bij de verschijnselen die wij burn-out noemen, lijken verrassend vaak de persoonlijke eigenschappen als verantwoordelijkheidsgevoel, altijd maar doorgaan, lastig grenzen stellen en aardig gevonden willen worden, een rol te spelen. Bewezen is dit overigens niet. Burn-out ligt helemaal niet aan het werk, dat dachten we met RSI ook. Het ligt er waarschijnlijk vooral aan hoe je je werk doet (en hoe je het thuis doet, etc.). Werken is wel hetgeen wat mensen met burn-out laten vallen en het is ook logisch dat zij de burn-out aan het werk toeschrijven. Ze schamen zich vaak rot en dan is het logisch en een goede verklaring voor de omgeving om het werk als de boosdoener te zien. Er zijn factoren op het werk die ervoor kunnen zorgen dat je sneller burn-out raakt dan in ander werk (klassiek voorbeeld: het onderwijs!). Maar het kan ook zijn dat in dat werk juist mensen gaan werken die sneller geneigd zijn tot burn-out. Ik ken een bedrijf waar veel burn-out voorkomt. Dat bedrijf zelf heeft alles in zich om je helemaal kapot te werken: leuk werk, fijne collega’s, dynamisch, klantgericht, weinig reflectie en instrumenteel: als het werk maar af is, niet zeuren en huilen doe je maar thuis. Heerlijk werken dus. Er werken ook mensen die graag hard werken, een 24/7 mentaliteit hebben en nooit zeuren. Totdat er
wat spaak loopt op het werk of thuis. Ze gaan nog harder werken, bouwen vermoeidheid op en boosheid en storten twee jaar later op een dag in. Iedereen zag het al aankomen, maar niemand deed wat. Het is ook niet zo dat het juist het beste paard van stal is dat burn-out overkomt. Neen, het kan inderdaad íedereen overkomen. Nou ja overkomen, je doet er zelf hard aan mee. Want wat is dat, het beste paard uit uw stal? In ieder geval zal degene met een burn-out zelf zeggen dat zij het raspaardje zijn; ze hebben zich inderdaad vaak uit de naad gewerkt en blijven maar doorgaan. Maar is dat dan per definitie het beste paard? Ik vind dat helemaal niet zo verstandig. Zo smijt je met je talenten en wie profiteert daarvan? Uiteindelijk niemand. Ben ík nu boos op iemand met burn-out? Ja, want had je niet wat zuiniger met jezelf kunnen omgaan? En neen, als je burnout bent voel je echt belabberd en heb je advies écht nodig… Ik lees het verhaal van de heer Wijnberg, die vast een prima professional is met heel veel tissues op zijn bureau, en denk: tja, wat heeft iemand met burn-out nu juist niet nodig? Niet de mededeling dat hij psychisch ziek is en voor onbepaalde tijd afstand moet nemen van zijn werk. Ook omdat er zo langzamerhand vanuit allerlei beroepsgroepen steeds meer duidelijk wordt dat werken bij psychische klachten júist gaat helpen. En omdat burn-out weinig met werk te maken heeft. En omdat het geen ziekte is. Medicalisering heeft ons nog weinig goeds gebracht. Denk aan RSI, Whiplash, Fibromyalgie. Je hoeft iemand niet ziek te noemen, je kunt hem ook anders een verklaring geven, en respect en aandacht. En zo jammer is het dat juist de gewaardeerde collegapsycholoog, die zo’n belangrijk baken is voor de cliënt met burn-out en die rol ook graag wil, dan toch burn-out als een
ziekte ziet. Kon die geachte collega maar vanuit zijn spreekkamer duidelijk maken dat de persoon niet ziek is en dat het werk zo belangrijk is voor hem. Waarom zou de persoon in kwestie anders zo hard gewerkt hebben? En zeggen dat het werk leuk is en de baas best aardig (als dat zo is, niet gaan liegen natuurlijk) en dat de cliënt juist wél naar zijn werk toe moet? Alleen gaat hij wel op een ándere manier werken. Kon de psycholoog maar duidelijk maken dat het goed is om met alle spelers – inclusief die prima bedrijfsarts – te gaan kijken hoe het anders kan en moet, en wát er dan moet veranderen. Meteen zal de cliënt zien dat zijn eigen idee – ik moet weg van dat werk, ik wil rust – een foute cognitie is. Net als zijn cognitie dat je alleen maar iemand bent als je 24/7 “ja” zegt en heel hard werkt. En juist daar, maar ook thuis , zal hij moeten leren om veel slimmer en prettiger om te gaan met zijn talenten en valkuilen. En daar kan de psycholoog hem prima bij helpen! Pieter de Jongh is zelfstandig werkend bedrijfsarts en medeeigenaar van Van Altena & de Jongh bedrijfsartsen en De Zelfstandige Bedrijfsarts BV © BG magazine
Groot stressonderzoek: bijna 40 procent geregeld oververmoeid Uit onderzoek van Psychologie Magazine onder ruim 400 Nederlanders blijkt dat bijna 40 procent van de Nederlanders zich meerdere malen per week ronduit oververmoeid of opgebrand voelt. Ruim de helft is regelmatig gestrest. Meer opvallende uitkomsten: Ook bijna 40 procent van de Nederlanders zegt dat zijn dagen overvol zijn; hetzelfde percentage heeft ’s avonds geen energie meer om iets te ondernemen, zoals sporten
of met vrienden afspreken. Ontspannen blijkt lastig: ruim een derde vindt daar de tijd niet voor en 42 procent voelt zich schuldig als hij lummelt of niets doet. Op vakantie gaan helpt niet altijd om te ontspannen: ruim de helft van de Nederlanders voelt zich in de week na de vakantie precies even gestrest als daarvoor. Vooral conflicten – thuis of op het werk – leveren ons stress op: ruim 60 procent van de ondervraagden zegt daar geregeld last van te hebben. Direct gevolgd door werk of studie; de eigen gezondheid en die van naasten en financiële of familiekwesties. Televisie kijken en slapen scoren het hoogst als manieren om stress te verminderen: ruim een derde van de Nederlanders doet dat zo. Slechts een vijfde brengt structurele veranderingen aan tegen stress, zoals vaker ‘nee’ zeggen en taken anders organiseren. Nog eens een vijfde lukt dat (nog) niet, maar zou dat wél graag willen.
De drie meest genoemde redenen om niets tegen stress te doen 1. Lastig om er tijd voor vrij te maken, omdat de to-dolijst toch voorgaat. 2. Geen ‘nee’ durven of willen zeggen. 3. Angst om anderen teleur te stellen of relaties te beschadigen. Bijna 70 procent van de Nederlanders had in de afgelopen maand dit soort stressgerelateerde klachten. Eén op de vijf is hierdoor weleens enkele weken of langer thuisgebleven.
Werkdruk: hoe haal je druk van de ketel? De komende jaren zal de inspectie SZW steeds meer gaan controleren op het thema Psychosociale Arbeidsbelasting. En dan met name op het onderwerp werkdruk. Veel werkgevers ervaren werkdruk als lastig aan te pakken veelkoppig monster. Als arbeids- en organisatiedeskundige, landelijk werkzaam binnen een aantal zorgorganisaties, herken ik de stijging van dit arbeidsrisico. De laatste twee jaar wordt werkdruk in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) altijd genoemd in de top 3 van de grootste arbeidsrisico’s. Het is niet voor niets dat de inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) nadrukkelijk op dit onderwerp gaat controleren.
Minder mensen, meer werk Ook ik zie in mijn werk dat zorgorganisaties onder invloed van de herfinanciering van de zorg steeds meer moeten besluiten om met minder mensen hetzelfde (of vaak meer!) werk te gaan doen. Hierdoor ontstaat werkhoeveelheid.
een
stijging
van
de
dagelijkse
Ik zie een toename van het aantal taken dat een zorgmedewerker dagelijks uitvoert. Het gaan dan om (noodzakelijk) administratieve taken, verantwoording afleggen.
want
men
moet
steeds
vaker
Deze toename van zowel taak- als werkbelasting gaat ten koste van de dagelijkse zorg en aandacht die de zorgmedewerker aan de cliënt/bewoner wil besteden. Het gevolg is een stijging van de werkdruk, afname van het werkplezier en uiteindelijk ook de betrokkenheid bij het werk. Het dagelijkse werk van de zorgmedewerker komt daarmee steeds verder af te staan van dat waar zij ooit voor gekozen hebben: de zorg. Vaak hoor ik zorgmedewerkers verzuchten: “Maar daar heb ik niet voor gekozen”.
Werkdruk een veelkoppig monster? De afgelopen tien jaar is door preventiemedewerkers en arbocoördinatoren hard gewerkt aan het terugdringen van de risico’s van ‘harde’ arbothema’s als beeldschermwerkplekken, klimaat en fysieke belasting. Een ‘zacht’ psychosociale arbeidsbelasting blijft over.
thema
als
Werkdruk is een van deze zachte onderwerpen dat volgens werkgevers lastig aan te pakken is. Als reden geven ze aan dat werkdruk een veelkoppig monster is. Waar moet je beginnen? Daarnaast hoor ik: “Iedereen ervaart wel werkdruk” en “Werkdruk is een beleving, dus subjectief”.
Toch verdient het aanbeveling om werk te maken van werkdruk, wil je tenminste medewerkers betrokken en gemotiveerd houden en voorkomen dat ze de organisatie verlaten of – erger – (langdurig) gaan uitvallen met alle kosten van dien.
Aanpak werkdruk Maar hoe kun je dit veelkoppige, subjectieve monster nu het beste aanpakken? Inspectie SZW adviseert in de folder “Hollen & stilstaan bij Werkdruk” de volgende aanpak:
1.
Inventariseer de risico’s Met een actuele risico- inventarisatie en -evaluatie (RI&E) onderzoekt u of er sprake is van werkdruk. Als dat zo is, dient u een zogenaamd verdiepend onderzoek – of in termen van de Inspectiedienst SZW een “nader onderzoek” – uit te voeren. Hiermee onderzoekt u welke werkdrukbronnen werkdruk veroorzaken.In de arbocatalogus van diverse branches staan bij het onderwerp “werkdruk” een aantal instrumenten genoemd die u kunt toepassen bij het inventariseren van het risico als ook voor het verdiepend onderzoek. Zie voor diverse arbocatalogi de site www.arbocatalogi.net en www.arboportaal.nl
2.
Kies doeltreffende en toepasbare maatregelen.
praktisch
Neem deze maatregelen op in het Plan van Aanpak van de RI&E met een realistische tijdsplanning. Let erop, dat de maatregelen die u kiest goed aansluiten bij de knelpunten uit het verdiepend onderzoek.
3.
Evalueer of de genomen maatregelen effect hebben gehad. Een belangrijke stap die vaak vergeten wordt!
In praktijk De
Carante
Groep,
een
samenwerkingsverband
van
elf
zorgorganisaties, past bovenstaande aanpak toe. Ze werkt met twee arbocatalogi: die van de sector VVT en GHZ. Na het opdoen van ervaring met het Werkdrukalarm, een instrument uit de arbocatalogus GHZ, heeft men gekozen om deze als verdiepend instrument toe te passen. Zie ook arbocatalogus GHZ, www.profijtvanarbobeleid.nl werkdruk. Carante Groep is overigens niet verplicht het Werkdrukalarm als instrument te gebruiken; ze mag gemotiveerd afwijken en een ander instrument inzetten als blijkt dat deze beter werkt voor de organisatie. Hiermee inventariseert iedere medewerker van een team eerst voor zichzelf met behulp van een aantal vragen de ervaren werkdruk, en wordt gezocht naar de mogelijke werkdrukbronnen. Vervolgens worden de uitkomsten in teamverband met elkaar besproken en gedeeld. Daar volgen maatregelen uit. De preventiemedewerker of arbocoördinator van de organisatie begeleidt dit proces. De maatregelen komen in het Plan van Aanpak van de RI&E, die jaarlijks samen met de preventiemedewerker/arbocoördinator wordt geëvalueerd om te kijken of de maatregelen ook werken en knelpunten opgelost/verminderd zijn.
Randvoorwaarden Bovenstaande aanpak is succesvol mits u voldoet aan een aantal randvoorwaarden: Het management en de OR draagt de gekozen aanpak van werkdruk. Leidinggevenden spelen een cruciale rol bij het
signaleren en oplossen van werkdrukproblemen. Zij hebben voldoende kwaliteiten en zijn voldoende goed opgeleid om hun rol hierin te vervullen en kunnen beoordelen of de genomen maatregelen een positief effect hebben. U betrekt de medewerkers nauw bij de aanpak van werkdruk. De maatregelen in het Plan van Aanpak zijn SMART beschreven zodat o.a. taken en verantwoordelijkheden duidelijk zijn beschreven (wie doet wat, wanneer). De doorlooptijd van de te nemen maatregelen in het Plan van Aanpak is vastgesteld (wanneer?) en realistisch.
Eye opener Ik adviseer u tot slot om op regelmatige basis de ervaren werkdruk met elkaar te bespreken, tijdens het werkoverleg bijvoorbeeld. Iedereen heeft zijn eigen manier gevonden in hoe hij of zij hiermee omgaat. De eigen ervaringen met elkaar delen kan een eye opener zijn voor anderen. Het is in ieder geval een eerste stap op weg naar het verminderen van de druk op de ketel! Birgitte van de Water, Arbeids- en Organisatiedeskundige en staffunctionaris Arbo, Verzuim, Re-integratie bij Carante Groep. © BG magazine