Geconsolideerde versie
Verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid: Consolidatie betekent de samenvoeging van een basisinstrument van de Gemeenschapswetgeving en de wijzigingen en rectificaties daarvan in één niet-officieel document. Dit document dient alleen ter informatie en de instellingen wijzen iedere aansprakelijkheid voor de inhoud ervan af.
Gegevens die door de lidstaten zijn meegedeeld overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen.
1
BELGIË
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Betreffende de gerechten die bevoegd zijn om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen, kan worden meegedeeld dat de volgens het Belgisch Gerechtelijk Wetboek materieel en territoriaal bevoegde Vrederechter, Rechtbank van Eerste Aanleg of Rechtbank van Koophandel in België hieromtrent bevoegd zullen zijn.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen De communicatiemiddelen die overeenkomstig artikel 4, lid 1 van deze Verordening ten behoeve van de procedure worden aanvaard en de gerechten ter beschikking staan, zijn voor België beperkt tot de rechtstreekse neerlegging van het standaard vorderingsformulier A van bijlage I en de ter staving dienende stukken op de griffie van de territoriaal bevoegde Rechtbank van Eerste Aanleg EN het aangetekend verzenden van dit vorderingsformulier A en de ter staving dienende stukken naar de territoriaal bevoegde Rechtbank van Eerste Aanleg.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Krachtens het Belgisch burgerlijk procesrecht is hoger beroep overeenkomstig artikel 17 van deze Verordening mogelijk. Dit beroep dient te worden ingesteld bij de Rechtbank van Eerste Aanleg, de Rechtbank van Koophandel of het Hof van Beroep dat materieel en territoriaal bevoegd is overeenkomstig het Belgisch Gerechtelijk Wetboek. Ingevolge artikel 1051 van het Belgisch Gerechtelijk Wetboek is de termijn om Hoger beroep aan te tekenen één maand te rekenen vanaf de betekening van het vonnis of de kennisgeving ervan overeenkomstig artikel 792, tweede en derde lid van ditzelfde Wetboek. Naar analogie met dit artikel is de termijn om beroep aan te tekenen in het kader van de Europese procedure geringe vorderingen één maand te rekenen vanaf de betekening of kennisgeving van de beslissing van het bevoegde gerecht overeenkomstig artikel 13 van deze Verordening tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen België aanvaart in het kader van artikel 21, lid 2, punt b) geen andere talen dan de officiële taal of één van de officiële talen van de plaats van tenuitvoerlegging overeenkomstig het Belgisch nationaal recht.
2
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De instanties die bevoegd zijn voor de ten uitvoerlegging van een beslissing geven door het gerecht in het kader van de Europese procedure betreffende de geringe vorderingen, zijn voor België de gerechtsdeurwaarders. De instantie die bevoegd is voor de toepassing van artikel 23 van deze Verordening tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen is eerst en vooral de beslagrechter van de plaats van het beslag (tenuitvoerlegging). Ingevolge artikel 1395 van het Belgisch Gerechtelijke Wetboek is de beslagrechter bevoegd voor alle vorderingen van bewarend beslag en de middelen tot tenuitvoerlegging. De territoriale bevoegdheid wordt vastgesteld in artikel 633 van ditzelfde Gerechtelijk Wetboek. Daarnaast is de volgens het Belgisch Gerechtelijk Wetboek territoriaal bevoegde Rechtbank van Eerste Aanleg bevoegd. Artikel 569, 5° van het Belgisch Gerechtelijk wetboek stelt dat de Rechtbank van Eerste Aanleg kennis neemt van geschillen over de tenuitvoerlegging van vonnissen en arresten. Bovendien bezit de Rechtbank van Eerste aanleg ingevolge artikel 566 van het Belgisch Gerechtelijk Wetboek volheid van bevoegdheid.
3
BULGARIJE
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Op grond van de in het wetboek burgerlijk procesrecht vastgestelde territoriale bevoegdheidsregels zijn de districtsrechtbanken bevoegd om beslissingen te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Vorderingsformulier A voor de inleiding van een Europese procedure voor geringe vorderingen in Bulgarije kan hetzij rechtstreeks, hetzij per post bij de bevoegde rechtbank worden ingediend.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Tegen beslissingen van districtsrechtbanken kan bij de provinciale rechtbanken hoger beroep worden ingesteld. Het hoger beroep moet worden ingesteld via de rechtbank die de beslissing heeft gegeven, binnen twee weken na de betekening of kennisgeving ervan aan de betrokken partij (artikelen 258 en 259 van het wetboek burgerlijk procesrecht). Tegen een beslissing in hoger beroep kan voorts bij het Hooggerechtshof van Cassatie beroep worden ingesteld over een materiële of procedurele kwestie die 1. in strijd met de rechtspraak van het Hooggerechtshof van Cassatie is beslecht; 2. door de rechterlijke instanties op een tegenstrijdige manier is beslecht; 3. van belang is voor een correcte uitvoering van de wetgeving en voor de evolutie van het recht. Rechterlijke beslissingen in zaken waarvan het bedrag in hoger beroep niet meer bedraagt dan 1 000 BGN ( 511,29 euro), komen niet voor cassatieberoep in aanmerking. Een cassatieberoep moet worden ingesteld via de rechtbank die de beslissing in hoger beroep heeft gegeven, binnen een maand na de betekening of kennisgeving ervan aan de betrokken partij (artikelen 280 en 283 van het wetboek burgerlijk procesrecht).
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Voor de toepassing van artikel 21, lid 2, onder b), is het Bulgaars de aanvaarde taal.
4
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten Voor de tenuitvoerlegging zijn (publieke en particuliere) gerechtsdeurwaarders bevoegd. Voor de toepassing van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen blijft de rechterlijke instantie waarbij de zaak aanhangig is bevoegd of, wanneer een beslissing rechtsgeldig is geworden, de rechtbank van eerste aanleg (artikel 624, lid 4, van het wetboek burgerlijk procesrecht).
5
TSJECHIË
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten In de Tsjechische Republiek zullen de algemene wettelijke bepalingen betreffende rechterlijke bevoegdheid in burgerlijke zaken uit de gewijzigde wet nr. 99/1963 (wetboek burgerlijk procesrecht) gelden om te bepalen of gerechten bevoegd zijn voor de Europese procedure voor geringe vorderingen. De materiële bevoegdheid wordt geregeld in artikelen 9 tot en met 12, de territoriale bevoegdheid in de artikelen 84 tot en met 89a. Gelet op de aard van de bedoelde zaken zullen normaal gesproken de districtsrechtbanken materieel bevoegd zijn, terwijl de territoriale bevoegdheid normaal gesproken wordt bepaald door de woonplaats of de vestigingsplaats van de verweerder.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen De volgende communicatiemiddelen worden door de Tsjechische Republiek als 'ander communicatiemiddel' aanvaard: a) e-mail waarbij gebruik wordt gemaakt van een geavanceerde elektronische handtekening overeenkomstig de wet nr. 227/2000 betreffende elektronische handtekeningen, als laatstelijk gewijzigd; b) e-mail; c) fax. Wanneer een verzoekschrift via e-mail of fax wordt ingediend (onder b) en c)) moet het origineel binnen drie dagen bij het gerecht worden neergelegd; zo niet, is het verzoekschrift niet ontvankelijk.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Naar Tsjechisch recht zijn rechtsmiddelen beschikbaar, in de vorm van beroep, dat wordt geregeld in de artikelen 201 tot en met 226 van het wetboek burgerlijk procesrecht. Binnen 15 dagen na de betekening of kennisgeving van een afschrift van de beslissing moet het beroep worden ingesteld bij het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gegeven. Het gerecht verwijst het beroep dan naar een hoger gerecht, dat de beroepsprocedure behandelt. Beroep is niet mogelijk tegen een beslissing houdende bevel tot betaling van een som die niet meer bedraagt dan CZK 2 000.
6
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen In de Tsjechische Republiek worden naast het Tsjechisch ook het Slowaaks en het Engels als talen aanvaard.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten 1. In de Tsjechische Republiek zijn de voor tenuitvoerlegging bevoegde instanties de districtsrechtbanken en de gerechtelijke executeurs. De rechthebbende partij kan: (a) bij het gerecht dat territoriaal bevoegd is, een verzoekschrift voor gerechtelijke tenuitvoerlegging van een beslissing indienen; (b) bij het gerecht dat territoriaal bevoegd is een verzoekschrift voor een beslagleggingsbevel indienen, of (c) bij een gerechtelijk executeur een verzoekschrift voor een beslagleggingsbevel indienen. Bij het bepalen welke districtsrechtbank territoriaal bevoegd is, worden de bepalingen van de artikelen 84 tot en met 86 van het wetboek burgerlijk procesrecht gebruikt in zaken die onder a) vallen, terwijl voor zaken die onder b) vallen, de bepalingen van artikel 45 van wet nr. 120/2001 betreffende de gerechtsdeurwaarders en tenuitvoerlegging, als laatstelijk gewijzigd, ("tenuitvoerleggingswetboek") van toepassing zijn. De gerechtelijke tenuitvoerlegging van beslissingen wordt beheerst door de bepalingen van het wetboek burgerlijk procesrecht, terwijl in het geval van gerechtelijke executeurs het tenuitvoerleggingswetboek van toepassing is. Op de website van het Europees Justitieel Netwerk zijn nadere gegevens gepubliceerd over tenuitvoerlegging in de Tsjechische Republiek. 2. De Tsjechische Republiek heeft de districtsrechtbanken aangeduid als instanties bevoegd voor de toepassing van artikel 23. Hun territoriale bevoegdheid wordt geregeld in da artikelen 84 tot en met 86 van het wetboek burgerlijk procesrecht in het geval van gerechtelijke tenuitvoerlegging (zie onder a) hierboven) en in artikel 45 van het tenuitvoerleggingswetboek in het geval van een beslissing van een gerechtelijk executeur (zie onder b) en c) hierboven).
7
DUITSLAND
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Alle kantongerechten (Amtsgerichte) zijn bevoegd om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen overeenkomstig de regels betreffende hun territoriale bevoegdheid.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen In alle zaken mogen de volgende communicatiemiddelen worden gebruikt: postdiensten, met inbegrip van particuliere besteldiensten, fax. In het Land Brandenburg is het ook mogelijk zich elektronisch tot de kantongerechten en het gerechtshof (Oberlandesgericht) van Brandenburg te richten. Op grond van § 130(a) van het wetboek burgerlijk procesrecht (Zivilprozessordnung), kunnen elektronische documenten worden ingediend via een elektronische gerechtsbrievenbus op de website www.gerichtsbriefkasten.de. Op de website www.erv.brandenburg.de kunnen de nadere gegevens worden gevonden over de juiste procedure voor het indienen van dossiers en meer informatie kan ook worden gevonden op de websites van de gerechten zelf. Op grond van § 130(a) van het wetboek burgerlijk procesrecht, is het in Bremen mogelijk zich op elektronische wijze tot alle kantongerechten en het Hanzeatische gerechtshof van Bremen te richten. De nadere gegevens in verband met de juiste procedure om dossiers in te dienen kunnen worden gevonden op de websites van de gerechten zelf. In het Land Hessen is het op grond van § 130(a) van het wetboek burgerlijk procesrecht mogelijk bij alle gerechten elektronische documenten in te dienen. De nadere gegevens in verband met de juiste procedure om dossiers in te dienen, kunnen worden gevonden op www.hmdj.hessen.de .
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Overeenkomstig de bepalingen van het wetboek burgerlijk procesrecht en in het bijzonder die in § 511 en volgende, is het mogelijk om tegen beslissingen in eerste aanleg beroep in te stellen. De termijn om beroep in te stellen bedraagt één maand vanaf de datum waarop de volledige beslissing is betekend. Alle regionale rechtbanken ("Landgerichte") zijn bevoegd uitspraak te doen over beroepen tegen beslissingen in de Europese procedure voor geringe vorderingen overeenkomstig de regels betreffende hun territoriale bevoegdheid.
8
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Alleen het Duits kan worden gebruikt. In de regio's waarvan de Sorbische bevolking afkomstig is, hebben de Sorben het recht om voor het gerecht Sorbisch te praten.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten Het tenuitvoerleggingsgerecht is het gerecht dat ook ten gronde bevoegd is.
9
ESTLAND
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Estland verklaart dat in een Europese procedure voor geringe vorderingen in Estland uitspraak wordt gedaan door de rechtbank van eerste aanleg die territoriaal bevoegd is (artikel 405, lid 1, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de verordening zijn de communicatiemiddelen die in Estland in het kader van een Europese procedure voor geringe vorderingen worden aanvaard en die de Estse gerechten ter beschikking staan, de afgifte in persoon, per post, per fax en via elektronische communicatiekanalen. Bij het overleggen van documenten moeten de formele voorschriften van de artikelen 334336 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in acht worden genomen. Op grond van deze bepalingen moeten verzoekschriften in duidelijk leesbaar machineschrift en op A4-formaat bij het gerecht worden ingediend. Dit geldt ook voor stukken die met de hand worden ondertekend. Volgens de wet moeten de procespartijen, indien mogelijk, aan het gerecht ook elektronische exemplaren bezorgen van procedurestukken die schriftelijk worden ingediend. Toezending van een gewone e-mail volstaat, zonder dat deze digitaal hoeft te worden ondertekend of dat de echtheid op een andere manier hoeft te blijken, om het werk van de gerechten bij het behandelen van stukken te vergemakkelijken. Indien stukken worden ingediend per fax of e-mail aan het juiste adres, dan wel in een andere vorm waarvan een schriftelijke neerslag kan worden gemaakt, moet het originele exemplaar van het schriftelijke document onverwijld aan het gerecht worden overgelegd, althans uiterlijk ter terechtzitting dan wel binnen de termijn die in een schriftelijke procedure is vastgesteld voor het indienen van stukken. In dat geval wordt het verzoekschrift of beroepschrift geacht tijdig te zijn ingediend. Verzoekschriften en andere stukken die schriftelijk moeten worden ingediend, mogen ook in elektronische vorm aan het gerecht worden overgelegd, mits het gerecht ze kan afdrukken en er kopieën van kan maken. In dat geval moet het stuk door de afzender digitaal zijn ondertekend of zijn verzonden op een even sterk beveiligde manier, waarbij de identiteit van de afzender kan worden vastgesteld. Een elektronisch stuk wordt geacht bij het gerecht te zijn ingediend zodra het is geregistreerd in de database voor de ontvangst van gerechtelijke stukken. Een meer gedetailleerde procedure voor de indiening van elektronische stukken bij de gerechten en de vormvoorschriften waaraan de stukken moeten voldoen, zijn neergelegd in een verordening van de minister van Justitie.
10
Het gerecht kan een verzoekschrift of ander processtuk dat door een procespartij per e-mail is toegezonden aanvaarden, ook als het niet met de hand dan wel digitaal is ondertekend, voor zover het gerecht geen enkele twijfel heeft over de identiteit van de afzender of de verzending van het stuk, met name wanneer in dezelfde zaak al eerder stukken die digitaal ondertekend waren, door dezelfde afzender van op hetzelfde emailadres aan het gerecht zijn verzonden of wanneer het gerecht ermee heeft ingestemd dat verzoekschriften of andere stukken op die wijze mogen worden ingediend. In een Europese procedure voor geringe vorderingen kan het gerecht de bepalingen van het wetboek inzake de regels voor betekening en kennisgeving van processtukken en inzake de vorm waarin de procespartijen stukken moeten indienen naast zich neerleggen, behalve voor de betekening of kennisgeving van een uitvoerbare titel aan een verweerder.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep De rechtsmiddelen waarin het Estse procesrecht voorziet, zijn beroep, cassatie, verzet en verzoek om herziening. Tegen een rechterlijke uitspraak in een Europese procedure voor geringe vorderingen kan hoger beroep worden ingesteld indien in het vonnis van de districtsrechtbank een verlof tot hoger beroep is verleend. In het algemeen zal het gerecht verlof tot hoger beroep verlenen indien het van oordeel is dat het dienstig is om middels een uitspraak van een gerechtshof het standpunt van een hogere rechter te kennen omtrent een rechtsvraag. Als het vonnis van de districtsrechtbank geen verlof tot hoger beroep behelst, kan toch hoger beroep worden ingesteld bij een gerechtshof, maar het gerechtshof zal het beroep slechts ontvankelijk verklaren indien het duidelijk is dat de districtsrechtbank in haar vonnis een bepaling van materieel recht onjuist heeft toegepast, een inbreuk heeft gemaakt op procedurevoorschriften of bewijsmateriaal onjuist heeft beoordeeld, en indien die fout een grote invloed kan hebben gehad op het vonnis. Het beroep moet worden ingesteld bij het gerechtshof in welks rechtsgebied de districtsrechtbank die uitspraak heeft gedaan in de Europese procedure voor geringe vorderingen, is gelegen. Hoger beroep kan worden ingesteld binnen 30 dagen te rekenen vanaf de betekening of kennisgeving van het vonnis aan de appellant, maar nooit later dan vijf maanden nadat het vonnis van het gerecht van eerste aanleg is bekendgemaakt. Indien het vonnis van de districtsrechtbank geen deel omvat waarin de uitspraak wordt toegelicht en gemotiveerd en indien een procespartij het gerecht verzoekt een dergelijke motivering aan het vonnis toe te voegen, dan begint de beroepstermijn opnieuw te lopen bij de betekening of kennisgeving van het volledige vonnis. Tegen een arrest dat in beroep is gewezen kan cassatieberoep worden ingesteld bij het Hooggerechtshof (hoofdstuk 66 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering). Een procespartij kan cassatieberoep instellen bij het
11
Hooggerechtshof, indien een gerechtshof de procedurevoorschriften ernstig met voeten heeft getreden of een bepaling van materieel recht onjuist heeft toegepast. Cassatieberoep kan worden ingesteld binnen 30 dagen te rekenen vanaf de betekening of kennisgeving van het arrest aan de betrokken procespartij, maar nooit later dan vijf maanden nadat het arrest van het gerechtshof is bekendgemaakt. Indien het vonnis in een Europese procedure voor geringe vorderingen op verstek is gewezen, kan verzet worden aangetekend overeenkomstig de procedure van artikel 415 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het verzet moet bij de districtsrechtbank worden aangetekend binnen 14 dagen te rekenen vanaf de betekening of kennisgeving van het op verstek gewezen vonnis. Indien de betekening of kennisgeving van een verstekvonnis moet gebeuren buiten de Republiek Estland of door algemene bekendmaking, kan verzet worden aangetekend binnen 28 dagen te rekenen vanaf de betekening of kennisgeving van het vonnis. In uitzonderlijke omstandigheden, wanneer een procespartij dit wenst en er nieuw bewijsmateriaal aan het licht is gekomen, kan een verzoek om herziening van een rechterlijke uitspraak die in kracht van gewijsde is gegaan worden ingediend bij het Hooggerechtshof, overeenkomstig de procedure van artikel 68 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Een verzoek om herziening kan worden ingediend binnen twee maanden nadat de indiener weet heeft gekregen van de reden die voor de herziening wordt aangehaald. Op grond van het feit dat een procespartij niet vertegenwoordigd was op het proces, kan een verzoek om herziening worden ingediend binnen twee maanden te rekenen vanaf de betekening of kennisgeving van de uitspraak aan de betrokken procespartij of, in het geval van een procespartij die op dat ogenblik geen actieve procesbevoegdheid heeft, aan de wettelijke vertegenwoordiger van die procespartij. In dit verband wordt geen rekening gehouden met de betekening of kennisgeving door middel van algemene bekendmaking. Een verzoek om herziening kan niet worden ingediend indien vijf jaar zijn verstreken sinds de rechterlijke uitspraak waarvan de herziening wordt gevraagd in kracht van gewijsde is gegaan. Een verzoek om herziening kan niet worden ingediend op grond van het feit dat een procespartij niet aanwezig of vertegenwoordigd was op het proces en evenmin in het geval dat wordt beschreven in artikel 702, lid 2, sub 8, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, indien tien jaar zijn verstreken sinds de rechterlijke uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Aanvaarde talen in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van de verordening zijn Ests en Engels.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten Rechterlijke uitspraken in Europese procedures voor geringe vorderingen worden in Estland ten uitvoer gelegd door onafhankelijke gerechtsdeurwaarders. Een verzoek om de tenuitvoerleggingsprocedure te starten moet worden gericht aan de deurwaarder van de woon- of verblijfplaats van de schuldenaar of van de plaats waar
12
het goed is gelegen. Een lijst van gerechtsdeurwaarderskantoren is te vinden op: http://www.just.ee/4263. Indien beroep wordt ingesteld tegen een beslissing in een Europese procedure voor geringe vorderingen, worden door het gerechtshof waarbij het beroep is ingesteld de maatregelen toegepast die zijn beschreven in artikel 23 van de verordening. Indien een rechterlijke beslissing bij verstek is gewezen en er overeenkomstig artikel 415 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering verzet is aangetekend, moet het verzoek om maatregelen te nemen worden gericht aan het gerecht dat zich moet uitspreken over het verzet. Indien nog geen beroep is ingesteld, worden de maatregelen die zijn beschreven in artikel 23 van de verordening toegepast door het gerecht dat de beslissing in de zaak heeft gewezen. Het gerecht dat bevoegd is om de in artikel 23, onder c), van de verordening bedoelde maatregel toe te passen, is de districtsrechtbank binnen wier rechtsgebied de tenuitvoerleggingsprocedure wordt voltrokken of zou moeten worden voltrokken. In de gevallen bedoeld in artikel 46 van het Wetboek van Tenuitvoerleggingsprocedures kan zowel door de gerechtsdeurwaarder die de executie voltrekt als door het gerecht een beslissing worden genomen om de tenuitvoerleggingsprocedure op te schorten.
13
GRIEKENLAND
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Geringe vorderingen vallen onder de bevoegdheid van de vrederechter.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Vorderingen worden ingesteld door een schriftelijk verzoek te richten aan de griffie van de vrederechter of door een officiële verklaring af te leggen bij de vrederechter persoonlijk.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Tegen beslissingen gegeven in een Europese procedure voor geringe vorderingen staat geen beroep open. De rechtsmiddelen van verzet en cassatieberoep kunnen echter wel worden aangewend.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen De aanvaarde taal is het Grieks.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De voor tenuitvoerlegging bevoegde instantie is de gerechtsdeurwaarder met een mandaat van de partij die tenuitvoerlegging wenst. De voor de toepassing van artikel 23 van de verordening bevoegde autoriteit is de vrederechter.
14
SPANJE
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten De gerechten van eerste aanleg.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Het vorderingsformulier kan rechtstreeks, via post of via fax worden ingediend.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Hoger beroep is mogelijk. Het moet worden voorbereid voor hetzelfde gerecht van eerste aanleg dat de oorspronkelijke beslissing heeft gegeven en daarbij moet binnen 5 dagen worden aangegeven dat hoger beroep zal worden ingesteld en welke punten worden betwist. Zodra het hoger beroep klaar is, moet het worden geformaliseerd en bij het overeenkomstige provinciale gerecht worden ingediend binnen 20 dagen.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Spaans.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De gerechten van eerste aanleg zijn bevoegd voor de tenuitvoerlegging en voor de toepassing van artikel 23.
15
FRANKRIJK
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten De gerechten die bevoegd zijn om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen zijn het tribunal d'instance (rechtbank van eerste aanleg) en het tribunal de commerce (handelsrechtbank), deze laatste binnen de grenzen van de haar toegewezen bevoegdheid. Daar waar Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken niet het territoriaal bevoegde gerecht aanduidt, maar de gerechten van een lidstaat, wordt het territoriaal bevoegde gerecht aangewezen overeenkomstig het Franse recht.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen de vordering kan per post of per e-mail bij het gerecht worden ingediend;
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Overeenkomstig artikel 17 van de verordening kunnen krachtens het Franse recht de volgende rechtsmiddelen worden ingesteld: - gewone rechtsmiddelen: de verweerder aan wie het vorderingsformulier niet persoonlijk is betekend of ter kennis is gebracht in de zin artikel 5, lid 2, of die niet heeft geantwoord op de in artikel 5, lid 3, bepaalde wijze (dat wil zeggen het geval van een "verstekvonnis") beschikt over het rechtsmiddel van verzet bij het gerecht dat de betrokken beschikking heeft gegeven (de artikelen 571 tot en met 578 van het wetboek burgerlijk procesrecht); - buitengewone rechtsmiddelen: wanneer tegen de beslissing geen verzet (meer) kan worden aangetekend kunnen de partijen één van de twee volgende buitengewone rechtsmiddelen gebruiken: • het cassatieberoep, voor het hof van cassatie (de artikelen 605 tot en met 618-1 van het wetboek burgerlijk procesrecht); • het beroep tot herziening, voor het gerecht dat de bestreden beslissing heeft gegeven (de artikelen 593 tot en met 603 van het wetboek burgerlijk procesrecht);
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen De ingevolge artikel 21, lid 2, punt b), aanvaarde talen zijn: Frans, Engels, Duits, Italiaans, Spaans;
16
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De instanties die bevoegd zijn voor de tenuitvoerlegging zijn de gerechtsdeurwaarders en, in het geval van door de rechter van eerste aanleg toegestaan loonbeslag, de hoofdgriffiers van de rechtbanken van eerste aanleg. Met het oog op de toepassing van artikel 23 • kan in het geval van een beslissing bij vonnis, het gerecht waarbij verzet is aangetekend, alvorens de zaak opnieuw ten gronde te beoordelen, zijn beslissing intrekken voor zover daarin de voorlopige tenuitvoerlegging werd bevolen, hetgeen tot gevolg heeft dat de tenuitvoerlegging wordt opgeschort; • kunnen in alle gevallen de juge des référés (kortgedingrechter) bij hoogdringendheid, en de juge de l’exécution (uitvoeringsrechter) na de betekening van een bevelschrift of een beslagleggingsakte, opschorting van tenuitvoerlegging bevelen door aan de schuldeiser uitstel van betaling toe te staan (artikel 510 van het gerechtelijk wetboek).
17
IERLAND
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Het District Court is bevoegd om een beslissing te geven; verzoekschriften worden ingediend bij de Small Claims Registrar van het District Court.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen De communicatiemiddelen zijn post en fax.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Hoger beroep kan worden ingesteld bij het desbetreffende Circuit Court
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Iers en Engels.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten Een verzoek tot tenuitvoerlegging moet worden ingediend bij de desbetreffende County Registrar/Sheriff via het betrokken Circuit Court. Het desbetreffende District Court is bevoegd om verzoeken tot weigering, opschorting of beperking van tenuitvoerlegging te behandelen.
18
ITALIË
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten De gerechten die bevoegd zijn om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen zijn: de vrederechter of, in gevallen waarin de Italiaanse wetgeving voorziet in exclusieve bevoegdheid over dit onderwerp, het gewone burgerlijke gerecht of het hof van beroep als gerecht van eerste en laatste aanleg. Het gewone burgerlijke gerecht is, binnen de werkingssfeer van de verordening en in aangelegenheden die niet door artikel 2 worden uitgesloten, bevoegd voor de volgende zaken: 1. vorderingen van geldelijke aard met betrekking tot de huur van onroerende zaken en handelshuren (artikel 2, lid 2, punt g), van Verordening (EG) nr. 861/2007 en artikel 447 bis van het Italiaanse wetboek burgerlijk procesrecht); 2. vorderingen met betrekking tot landbouwcontracten (in dit geval zijn de in wet nr. 29 van 14.2.1990 bedoelde gespecialiseerde landbouwsecties van het gewone gerecht bevoegd); 3. vorderingen die betrekking hebben op ondernemingen, banken en effectenmakelaars en leningen voor openbare werken in de zin van artikel 1 van wetsdecreet nr. 5 van 17.1.2003; 4. vorderingen met betrekking tot octrooien en merken (in dit geval van zijn de in wetsbesluit nr. 168 van 27.6.2003 bedoelde in industriële en intellectuele eigendom gespecialiseerde secties van het gewone gerecht bevoegd); 5. vorderingen betreffende scheepvaartrecht, in het bijzonder schade in verband met aanvaringen van vaartuigen; schade veroorzaakt door vaartuigen bij het ankeren of aanmeren of bij het uitvoeren van andere manoeuvres in havens en andere aanlegplaatsen; schade veroorzaakt door het gebruik van laad- en losmechanismen en de behandeling van goederen in havens; schade door vaartuigen aan netten en andere visuitrusting; kosten en vergoeding voor bijstand, redding en herstel; terugbetaling van uitgaven en toelagen voor het bergen van wrakken op grond van artikel 589 van de scheepvaartcode. In het bijzonder is het hof van beroep, binnen de werkingssfeer van de verordening en in aangelegenheden die niet door artikel 2 worden uitgesloten, het in eerste en laatste instantie bevoegde gerecht voor schadevergoedingsvorderingen in verband met concurrentiebeperkende overeenkomsten en misbruik van een dominante marktpositie (artikel 33, lid 2, van wet nr. 287 van 10.10.1990).
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen De communicatiemiddelen die ten behoeve van de Europese procedure voor geringe vorderingen worden aanvaard, zijn de postdiensten.
19
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Naar Italiaans recht moet hoger beroep tegen beslissingen van de vrederechter worden ingesteld bij de districtsrechtbank (tribunale), terwijl hoger beroep tegen beslissingen van de districtsrechtbank bij het hof van beroep moet worden ingesteld, telkens binnen dertig dagen. Beroep tegen beslissingen van het hof van beroep over rechtsvragen moet binnen 60 dagen bij het hooggerechtshof van verbreking worden ingesteld (artikel 325 van het wetboek burgerlijk procesrecht).
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen De aanvaarde taal is het Italiaans.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De gewone burgerlijke gerechten zijn bevoegd voor tenuitvoerlegging. De gewone burgerlijke gerechten zijn bevoegd voor de opschorting of beperking van de tenuitvoerlegging op grond van artikel 23.
20
CYPRUS
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten De districtsrechtbanken in de vier administratieve districten van Cyprus onder de controle van de Republiek Cyprus, te weten Nicosia, Limassol, Larnaca-Famagusta en Paphos, omvatten de gerechten van eerste aanleg en andere "gespecialiseerde" gerechten. De bevoegdheid van de rechters is vastgesteld in de wet betreffende de gerechten (14/60) en varieert naargelang de rechter een districtsrechter, een hoger districtsrechter of een voorzitter is. Overeenkomstig de voor elke districtsrechter vastgestelde werkingsregelingen vallen geringe vorderingen onder de bevoegdheid van de districtsrechter. Dat betekent niet dat de andere rechters dergelijke bevoegdheid niet hebben; hun bevoegdheid heeft betrekking op omvangrijkere geschillen.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen De communicatiemiddelen die in het kader van de Europese procedure voor geringe vorderingen worden aanvaard, zijn: het persoonlijk ter griffie indienen van een verzoekschrift, het verzenden per post en andere communicatiemiddelen, zoals fax en e-mail.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep De bovengenoemde wet betreffende de gerechten waarborgt een onbeperkt recht om beroep in te stellen tegen elke beslissing van een gerecht van eerste aanleg. Het beroep wordt onderzocht door een panel van drie rechters van het hooggerechtshof. Het hooggerechtshof is bevoegd om beslissingen in eerste aanleg volledig te herzien. Op grond van de geldende bepalingen moet het beroep worden ingesteld binnen 42 dagen na het geven van de beslissing in eerste aanleg. Voor het behandelen van beroepen in zaken betreffende geringe vorderingen zullen echter een kortere termijn (bijvoorbeeld 14 dagen) en snellere procedures worden vastgesteld.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen De voor de gerechten aanvaarde taal is het Grieks. Voor de toepassing van de verordening werd daaraan echter het Engels toegevoegd, dat in Cyprus wordt gebruikt.
21
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De voor de tenuitvoerlegging van beslissingen en voor de toepassing van artikel 23 bevoegde instanties zijn de gerechten, die toezien op de tenuitvoerlegging van hun beslissingen overeenkomstig het recht.
22
LETLAND
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten In Letland zijn de gerechten die bevoegd zijn om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen de gewone rechtbanken.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen In Letland kan de verzoeker het verzoekschrift rechtstreeks bij het betrokken gerecht neerleggen of per post toezenden.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Overeenkomstig de Letse wetgeving over rechterlijke beslissingen in eerste aanleg, kunnen de procespartijen binnen 20 dagen na de uitspraak van de rechterlijke beslissing hoger beroep instellen (artikel 413, lid 1, en artikel 415, lid 1, van het wetboek burgerlijk procesrecht). Als de rechtbank van eerste aanleg een beknopte rechterlijke beslissing heeft gegeven en een andere termijn heeft vastgesteld voor het geven van de volledige rechterlijke beslissing, dan begint de termijn om hoger beroep in te stellen, te lopen vanaf de datum die door de rechtbank is vastgesteld voor het geven van de volledige rechterlijke beslissing (artikel 415, lid 2, van het wetboek burgerlijk procesrecht). Op een vergelijkbare manier kunnen de procespartijen overeenkomstig de verbrekingsprocedures beroep instellen tegen een rechterlijke beslissing in hoger beroep; het verbrekingsberoep kan worden ingesteld binnen 30 dagen nadat de rechterlijke beslissing is gegeven (artikel 450, lid 1, en artikel 454, lid 1, van het wetboek burgerlijk procesrecht). Wanneer een beknopte rechterlijke beslissing is gegeven, loopt de termijn om beroep in te stellen vanaf de datum die de rechterlijke instantie heeft vastgesteld voor het geven van de volledige rechterlijke beslissing. Wanneer de rechterlijke beslissing wordt gegeven na de vastgestelde datum, loopt de termijn om tegen een rechterlijke beslissing beroep in te stellen vanaf de datum waarop de rechterlijke beslissing werkelijk wordt gegeven (artikel 454, lid 2, van het wetboek burgerlijk procesrecht).
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Met het oog op de toepassing van artikel 21, lid 2, punt b), van de verordening moet in Letland het in artikel 20, lid 2, van de verordening bedoelde certificaat (standaardformulier D) in het Lets zijn opgesteld.
23
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten In Letland zijn beëdigde gerechtsdeurwaarders bevoegd voor de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen. Overeenkomstig de Letse wetgeving inzake procesrecht (artikel 644.2, lid 1) komt, wanneer een buitenlandse rechterlijke beslissing moet worden ten uitvoer gelegd, de bevoegdheid om artikel 23 van de verordening toe te passen, toe aan de districtsrechtbank of gemeentelijke rechtbank (rechtbank met algemene bevoegdheid) die territoriaal bevoegd is voor het rechtsgebied waarin de betrokken buitenlandse rechterlijke beslissing moet worden ten uitvoer gelegd. Wanneer artikel 23 van de verordening wordt toegepast in verband met artikel 15, lid 2, hetgeen wil zeggen dat de beslissing ten uitvoer wordt gelegd in de lidstaat waar de beslissing is gegeven, komt overeenkomstig de Letse wetgeving inzake procesrecht (artikel 206.1, lid 1, van het wetboek burgerlijk procesrecht), de bevoegdheid voor de uitvoering van artikel 23 van de verordening toe aan de rechterlijke instantie (met algemene bevoegdheid) die de rechterlijke beslissing heeft gegeven overeenkomstig de procedure waarin de verordening voorziet.
24
LITOUWEN Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Artikel 26 van de wet betreffende de uitvoering van rechtsbesluiten van de Europese Unie en van internationale rechtsbesluiten betreffende burgerlijk procesrecht, waaronder de noodzakelijke bepalingen voor de toepassing van de Europese procedure voor geringe vorderingen, bepaalt dat Europese geringe vorderingen voor de districtsrechtbanken worden gebracht volgens de territoriale bevoegdheidsregels die in het wetboek van burgerlijk procesrecht van de Republiek Litouwen zijn opgenomen (Valstybės Žinios, 2002, Nr. 36-1340).
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Wanneer de Europese procedure voor geringe vorderingen wordt toegepast (waaronder artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 861/2007), worden de procedurestukken rechtstreeks aan de rechtbank overgelegd of per post toegezonden.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Artikel 29 van de wet bepaalt dat tegen een beslissing die een districtsrechtbank in een Europese procedure voor geringe vorderingen heeft gegeven, beroep kan worden ingesteld volgens de procedure voor hoger beroep. Het beroep wordt ingesteld bij de regionale rechtbank via de rechtbank die de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld, heeft gegeven. Het beroep moet worden ingesteld binnen 30 dagen na de datum van de beslissing in eerste aanleg. Indien de appellant in het buitenland woont of verblijft, wordt de termijn voor het instellen van beroep verlengd tot 40 dagen na de datum van de beslissing in eerste aanleg.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen In verband met artikel 21, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 861/2007 wordt het Litouws als taal aanvaard.
25
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten Artikel 31 van de wet bepaalt dat een beslissing die een rechtbank in een Europese procedure voor geringe vorderingen heeft gegeven en waarvoor met gebruikmaking van standaardformulier D in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 861/2007 een certificaat is verstrekt, uitvoerbaar is en door een gerechtsdeurwaarder ten uitvoer kan worden gelegd. Het in artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 861/2007 bedoelde verzoek met betrekking tot de weigering van de tenuitvoerlegging van een in een Europese procedure voor geringe vorderingen gegeven beslissing wordt ingediend bij het hof van beroep van Litouwen. Het in artikel 23 van Verordening (EG) nr. 861/2007 bedoelde verzoek met betrekking tot de opschorting of beperking van de tenuitvoerlegging van een in een Europese procedure voor geringe vorderingen gegeven beslissing wordt ingediend bij de districtsrechtbank van de plaats van tenuitvoerlegging.
26
LUXEMBURG
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten De juge de paix (vrederechter) is bevoegd om de in de verordening bedoelde beslissingen te geven.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Luxemburg aanvaardt de post als communicatiemiddel.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Er is geen hoger beroep mogelijk tegen de beslissingen die door de juge de paix in het kader van deze verordening zijn gegeven. Deze beslissingen worden in laatste aanleg gegeven. Tegen de beslissingen die door de juge de paix in het kader van deze verordening zijn gegeven, kan cassatieberoep worden ingesteld. Het bevoegde gerecht is de Cour de cassation (hof van cassatie). De termijnen voor het instellen van cassatieberoep zijn de volgende: twee maanden wanneer de verzoeker in cassatie in Luxemburg woont; twee maanden, verlengd met 15 dagen vanwege de afstand, wanneer de verzoeker in cassatie in een andere lidstaat van de Europese Unie woont. De termijn begint te lopen vanaf de dag waarop de door de juge de paix gegeven beslissing aan de betrokkene - of aan diens woonplaats – is betekend of ter kennis gebracht.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Luxemburg aanvaardt het Frans en het Duits.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De juge de paix is de bevoegde instantie voor de tenuitvoerlegging en voor de toepassing van artikel 23.
27
HONGARIJE
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten In Hongarije: a) de lokale rechtbanken ("helyi bíróságok") b) de kantonrechtbanken ("megyei bíróságok") en, in Boedapest, de stedelijke rechtbank ("Fővárosi Bíróság") voor de volgende aangelegenheden: -
-
-
rechtszaken betreffende het auteursrecht en verwante rechten, en betreffende de bescherming van industriële octrooien (artikel 23, lid 1, onder c, van het wetboek burgerlijk procesrecht); rechtszaken die betrekking hebben op overeenkomsten inzake vervoer en expeditie van goederen (artikel 23, lid 1, onder d, van het wetboek burgerlijk procesrecht); rechtszaken over zekerheden (artikel 23, lid 1, onder h, van het wetboek burgerlijk procesrecht); rechtszaken over de invordering van geldelijke vorderingen die voortvloeien uit de ongeldigheid van oneerlijke contractvoorwaarden (artikel 23, lid 1, onder k, van het wetboek burgerlijk procesrecht);
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen In Hongarije: -
het ingevulde standaard vorderingsformulier (formulier A) kan op de rechtbank worden neergelegd; het verzoek kan per post worden ingediend; of het kan mondeling voor de rechtbank worden ingediend.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep In Hongarije kan tegen de rechterlijke beslissing hoger beroep worden ingesteld op grond van artikel 12 van het wetboek burgerlijk procesrecht (artikelen 233 en volgende). Van het hoger beroep moet binnen de vijftien dagen na de beslissing kennis worden gegeven aan de rechtbank (van eerste aanleg) die de beslissing heeft gegeven.
28
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Het certificaat (artikel 20, lid 2) moet, met gebruikmaking van formulier D, worden verstrekt met een vertaling in het Hongaars.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De tenuitvoerlegging in Hongarije in het kader van de verordening: - De volgende instanties zijn bevoegd inzake tenuitvoerlegging: de lokale rechtbank die zetelt bij de kantonrechtbank van: - de woonplaats of zetel van de schuldenaar in Hongarije; of, bij gebreke daarvan, - de plaats waar de goederen van de schuldenaar waarop de tenuitvoerlegging betrekking heeft, zijn gelegen, - in het geval van een Hongaars filiaal of een representatief kantoor van een onderneming die haar statutaire zetel in het buitenland heeft, de plaats van het filiaal of representatief kantoor; in Boedapest, de Budai Központi Kerületi Bíróság [de centrale districtsrechtbank van Boedapest]. - De instantie die bevoegd is voor de toepassing van artikel 23: In Hongarije is het tenuitvoerleggingsgerecht bevoegd voor de toepassing van de in artikel 23 bedoelde maatregelen. Naar Hongaars recht is het tenuitvoerleggingsgerecht - het gerecht waarbij de bevoegde deurwaarder was aangesteld, - de lokale rechtbank die bevoegd is op basis van de zetel van de kantonrechtbank waarbij de deurwaarder van de kantonrechtbank was aangesteld (in het geval van een deurwaarder van een stedelijke rechtbank, is dat de Pesti Központi Kerületi Bíróság [de centrale districtsrechtbank van Pest]).
29
MALTA
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Deze bevoegdheid komt toe aan het gerecht voor geringe vorderingen (Tribunal Għal Talbiet Zghar) dat is opgericht door de wet betreffende de gerechten voor geringe vorderingen (hoofdstuk 380).
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Aangetekende zending en fax zijn de aanvaarde communicatiemiddelen.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Hoger beroep is mogelijk overeenkomstig artikel 8 van de wet betreffende de gerechten voor geringe vorderingen (hoofdstuk 380). Hoger beroep kan via een verzoekschrift aan het Hof van Beroep (als lagere rechter) worden ingesteld binnen twintig (20) dagen na de uitspraak. Onafhankelijk van de som van de vordering is hoger beroep mogelijk in de volgende gevallen: • • • •
kwesties betreffende de bevoegdheid van het gerecht; kwesties inzake verjaring; niet-naleving van de bepalingen van artikel 7, lid 2, van de wet betreffende de gerechten voor geringe vorderingen (hoofdstuk 380) 1 wanneer het gerecht ernstig in strijd met de regels van onpartijdigheid en billijkheid in rechte heeft gehandeld en dat handelen de rechten van de appellant heeft aangetast.
Hoger beroep is ook mogelijk in alle gevallen waarin de waarde van het geschil meer bedraagt dan 1164,69 euro (exclusief honoraria en kosten). Wanneer het hof van beroep van oordeel is dat een beroep tergend of roekeloos is, kan het het beroep verwerpen en de eiser bevelen een boete te betalen tussen 232,94 en 1164,69 euro. Het bedrag is verschuldigd en betaalbaar aan de regering als civiele schuld, die opeisbaar en vaststaand is, en door de griffier mag worden geïnd.
1
Artikel 7, lid 2, bepaalt: Het gerecht schort zijn procedure op wanneer – (a) de verwerende partij de eis wil laten afwijzen op grond van een kwestie die buiten de bevoegdheid van het gerecht valt; en/of (b) er voor een ander bevoegd gerecht een vordering aanhangig is, waarvan de uitkomst gevolgen kan hebben voor de bij het betrokken gerecht aanhangige eis.
30
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Het Maltees en het Engels.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten Afhankelijk van de woonplaats van de persoon tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevorderd, is het hof van magistraten van Malta of het hof van magistraten van Gozo bevoegd voor de tenuitvoerlegging en voor de toepassing van artikel 23, overeenkomstig artikel 10, lid 4, van de wet betreffende de gerechten voor geringe vorderingen (hoofdstuk 380).
31
NEDERLAND
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Artikel 2 lid 1 Uitvoeringswet Europese procedure voor geringe vorderingen: 1. Zaken betreffende Europese geringe vorderingen worden behandeld en beslist door de kantonrechter.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Naar Nederlands burgerlijk procesrecht (artikel 33 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) is elektronische indiening van een vorderingsformulier onder Verordening 861/2007 toegelaten voor zover het procesreglement van de rechtbank hierin voorziet. Op dit moment voorziet nog geen van de rechtbanken in deze mogelijkheid. Alleen de volgende wijzen van indiening zijn toegelaten: -
per post; door indiening ter griffie van de rechtbank.
Ook voor andere communicatie met het gerecht is op dit moment elektronische communicatie niet algemeen beschikbaar.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Artikel 2 leden 2 en 3 Uitvoeringswet Europese procedure voor geringe vorderingen: 2. Tegen een beslissing van de kantonrechter in de Europese procedure voor geringe vorderingen staat geen hoger beroep open. 3. Artikel 80 van de Wet op de rechterlijke organisatie is van overeenkomstige toepassing. Artikel 80 Wet op de rechterlijke organisatie: 1. Tegen een vonnis of een beschikking van een kantonrechter in een burgerlijke zaak waartegen geen hoger beroep kan of kon worden ingesteld, kan een partij slechts beroep in cassatie instellen wegens: a. het niet inhouden van de gronden waarop het vonnis of de beschikking berust; b. het niet in het openbaar gedaan zijn van het vonnis of, voor zover rechtens vereist, de beschikking; c. onbevoegdheid; of
32
d.
overschrijding van rechtsmacht.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Artikel 7 lid 2 Uitvoeringswet Europese procedure voor geringe vorderingen: 2. Een door een gerecht van een andere lidstaat verstrekt afschrift van een certificaat als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de verordening wordt voor de toepassing van artikel 21, tweede lid, onder b, van de verordening gesteld of vertaald in de Nederlandse taal.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De instanties die bevoegd zijn voor de tenuitvoerlegging van een beslissing over een Europese geringe vordering zijn de Nederlandse gerechtsdeurwaarders. Voor de instanties bevoegd voor de toepassing van artikel 23 Verordening 861/2007, zie artikel 8 Uitvoeringswet Europese procedure voor geringe vorderingen. Artikel 8 Uitvoeringswet Europese procedure voor geringe vorderingen: Op verzoeken inzake de tenuitvoerlegging als bedoeld in de artikelen 22 en 23 van de verordening is artikel 438 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing. Artikel 438 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: 1. Geschillen die in verband met een executie rijzen, worden gebracht voor de rechtbank die naar de gewone regels bevoegd zou zijn, of in welker rechtsgebied de inbeslagneming plaatsvindt, zich een of meer van de betrokken zaken bevinden of de executie zal geschieden. 2. Tot het verkrijgen van een voorziening bij voorraad kan het geschil ook worden gebracht in kort geding voor de voorzieningenrechter van de volgens het eerste lid bevoegde rechtbank. Onverminderd zijn overige bevoegdheden kan de voorzieningenrechter desgevorderd de executie schorsen voor een bepaalde tijd of totdat op het geschil zal zijn beslist, dan wel bepalen dat de executie slechts tegen zekerheidstelling mag plaatsvinden of worden voortgezet. Hij kan beslagen, al of niet tegen zekerheidstelling, opheffen. Hij kan gedurende de executie herstel bevelen van verzuimde formaliteiten met bepaling welke op het verzuim gevolgde formaliteiten opnieuw moeten worden verricht en te wiens laste de kosten daarvan zullen komen. Hij kan bepalen dat een in het geding geroepen derde de voortzetting van de executie moet gedogen dan wel zijn medewerking daaraan moet verlenen, al dan niet tegen zekerheidstelling door de executant. 3. Voor zover de zaak zich niet leent voor behandeling in kort geding, kan de voorzieningenrechter in plaats van de vordering af te wijzen de zaak op verlangen van de eiser verwijzen naar de rechtbank met bepaling van de dag waarop zij op de rol
33
moet komen. Tegen een gedaagde die op voormeld tijdstip niet verschijnt en ook voor de voorzieningenrechter niet bij advocaat is verschenen, wordt slechts verstek verleend, zo hij tegen dit tijdstip bij exploit is opgeroepen met inachtneming van de voor dagvaarding voorgeschreven termijn, dan wel van de termijn die op verlangen van de eiser door de voorzieningenrechter bepaald is. 4. De deurwaarder die met de executie is belast en daarbij op een bezwaar stuit dat een onverwijlde voorziening nodig maakt, kan zich met een daarvan door hem opgemaakt proces-verbaal bij de voorzieningenrechter vervoegen ten einde deze in kort geding tussen de betrokken partijen te doen beslissen. De voorzieningenrechter zal de behandeling aanhouden tot de partijen zijn opgeroepen, tenzij hij, gelet op de aard van het bezwaar, een onmiddellijke beslissing geboden acht. De deurwaarder die zijn voormelde bevoegdheid zonder instemming van de executant uitoefent, kan persoonlijk in de kosten worden veroordeeld, indien deze uitoefening nodeloos was. 5. Verzet tegen de executie door een derde geschiedt door dagvaarding van zowel de executant als de geëxecuteerde."
34
OOSTENRIJK
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen en de daarin vastgestelde drempel zijn in Oostenrijk de kantongerechten (Bezirksgerichte) bevoegd voor zaken in eerste aanleg waarvan de waarde van het geschil niet meer bedraagt dan 2 000 euro. In specifieke uitzonderingsgevallen kunnen echter ook de arrondissementsrechtbanken (Landesgerichte) bevoegd zijn. Voor zover Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken daar nog niet in voorziet, wordt de materiële en territoriale bevoegdheid bepaald overeenkomstig de Oostenrijkse wet betreffende de rechterlijke bevoegdheid (Jurisdiktionsnorm).
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Verzoekschriften in procedures in het kader van Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen kunnen op papier worden ingediend of elektronisch, via het e-justice internetsysteem. In beginsel hebben alle natuurlijke personen en rechtspersonen toegang tot het e-justice systeem. De technische vereisten zijn bijzondere software en de diensten van een verzendende instantie. Een bijgewerkte lijst van verzendende instanties is te vinden op http://www.edikte.justiz.gv.at/edikte/km/kmhlp05.nsf/all/erv . Het is niet mogelijk om verzoekschriften via fax of e-mail te verzenden.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 861/2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen, kan tegen een beslissing in eerste aanleg van een Oostenrijks kantongerecht beroep worden ingesteld. Wanneer de waarde van het geschil niet meer bedraagt dan 2 000 euro, kan een beroep alleen worden ingesteld op grond van nietigheid en/of de onjuiste beoordeling van de zaak ten gronde. Het beroep moet schriftelijk worden ingesteld bij het kantongerecht dat de beslissing in eerste aanleg heeft gegeven, binnen 4 weken na de betekening of kennisgeving van die beslissing. Het moet ondertekend zijn door een advocaat. De partij moet ook door een advocaat vertegenwoordigd zijn in de daarop volgende beroepsprocedure. Wanneer de beslissing zelf niet wordt aangevochten, moet elke betwisting over de kosten de vorm van een kostenberoep aannemen. Een dergelijk beroep moet worden
35
ingesteld bij het gerecht dat de beslissing heeft gegeven, binnen 14 dagen na de betekening of kennisgeving ervan.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen De in het kader van artikel 21, lid 2, onder b), aanvaarde taal is het Duits. Krachtens de op grond van § 2, lid 1, onder 3), van de Volksgruppengesetz (wet betreffende de etnische groepen) 2 vastgestelde Amtssprachenverordnungen (besluiten betreffende het officiële taalgebruik) 3 mag voor de in die besluiten genoemde rechterlijke instanties door bepaalde groepen personen naast het Duits ook de taal van hun etnische groep worden gebruikt.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De kantongerechten zijn bevoegd voor de tenuitvoerlegging en voor de toepassing van artikel 23. De territoriale bevoegdheid wordt bepaald overeenkomstig de Oostenrijkse wet betreffende tenuitvoerlegging.
2
(Federale wet van 7 juli 1976 over de rechtspositie van etnische minderheden in Oostenrijk, BGBl. Nr. 396/1976 zoals gewijzigd, BGBl. I Nr. 2/2008) 3 (Besluit van de federale regering van 31 mei 1977 betreffende de aanduiding van de rechterlijke instanties, overheidsorganen en andere diensten waar naast het Duits ook het Sloveens als officiële taal mag worden gebruikt, BGBl. Nr. 307/1977, in de versie van Besluit BGBl. II Nr. 428/2000; Besluit van de federale regering van 24 april 1990 betreffende de aanduiding van de rechterlijke instanties, overheidsorganen en andere diensten waar naast het Duits ook het Kroatisch als officiële taal mag worden gebruikt, BGBl. Nr. 231/1990, in de versie van Besluit BGBl. II Nr. 6/1991; Besluit van de federale regering betreffende de aanduiding van de rechterlijke instanties, overheidsorganen en andere diensten waar naast het Duits ook het Hongaars als officiële taal mag worden gebruikt, BGBl. Nr. 229/2000, in de versie van Besluit BGBl. II Nr. 335/2000).
36
POLEN
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Territoriaal bevoegde districtsrechtbanken zoals omschreven in het wetboek burgerlijk procesrecht (Artikel 16 van het wetboek burgerlijk procesrecht, juncto artikel 17 van het wetboek burgerlijk procesrecht, Artikelen 27 – 46 van het wetboek burgerlijk procesrecht)
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Schriftelijk (Artikel 125, § 1 en 2, van het wetboek burgerlijk procesrecht, juncto artikel 126, § 1 en 2, van het wetboek burgerlijk procesrecht en artikel 187, § 1, van het wetboek burgerlijk procesrecht)
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep I. Wanneer de in artikel 7, lid 2, van de verordening beschreven voorwaarden zijn vervuld, neemt de rechtbank een beslissing waartegen de partijen bij de regionale rechtbank hoger beroep kunnen aantekenen. Het hoger beroep wordt ingesteld bij de rechterlijke instantie die de aangevochten beslissing heeft genomen (districtsrechtbank). (Artikel 316, § 1, en artikel 367, § 1, en 2 van het wetboek burgerlijk procesrecht, juncto artikel 369 van het wetboek burgerlijk procesrecht.) II. Wanneer de in artikel 7, lid 2, van de verordening beschreven voorwaarden zijn vervuld, neemt de rechtbank een beslissing bij verstek. De verweerder kan verzet aantekenen tegen een gerechtelijke beslissing bij verstek door beroep in te stellen bij de rechter die de beslissing bij verstek heeft uitgesproken. In het geval van een afwijzende beslissing kan de eiser op grond van de algemene regels hoger beroep instellen. (Artikel 339, § 1, artikel 342 en artikel 344, § 1, van het wetboek burgerlijk procesrecht.)
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Pools (Artikel 256 van het wetboek burgerlijk procesrecht, juncto artikel 1147, § 2, van het wetboek burgerlijk procesrecht, juncto artikel 4, lid 1, van de wet op de Poolse taal van 7 oktober 1999 (Staatsblad 1999/90, nr. 999).)
37
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten I. De in artikel 23, punten a) tot en met c), van de verordening bedoelde maatregelen worden in procedures betreffende zekerheidstelling toegepast door de districtsrechtbank die bevoegd is om de zaak te behandelen. Bij wijze van uitzondering worden de maatregelen toegepast door de regionale rechtbank die het hoger beroep behandelt wanneer het verzoek om zekerheidstelling tijdens de beroepsprocedure werd ingesteld. (Artikel 734 van het wetboek burgerlijk procesrecht) II. De in artikel 23, punten a) tot en met b), van de verordening bedoelde maatregelen worden doorgaans door de gerechtsdeurwaarder toegepast. In bepaalde gevallen is de districtsrechtbank de bevoegde instantie. Om tenuitvoerleggingsprocedures op te schorten (artikel 23, punt c), van de verordening is alleen de districtsrechtbank bevoegd. (Artikel 739, artikel 742, artikel 743 en artikel 755, § 1, lid 3, van het wetboek burgerlijk procesrecht)
38
PORTUGAL
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten De districtsrechtbanken (Tribunais de comarca), dat zijn de gerechten van eerste aanleg.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Aanvaarde communicatiemiddelen: aangetekende post, fax en elektronische gegevensoverdracht.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Beroepen zijn alleen ontvankelijk in situaties bedoeld in artikel 678, lid 2, van het wetboek burgerlijk procesrecht of wanneer is voldaan aan de vereisten voor ontvankelijkheid van de in artikel 771 van dat wetboek vastgestelde procedure van buitengewone herziening. De gerechten die bevoegd zijn voor een beroep zijn de hoven van beroep (Tribunais da Relação). Een beroep wordt ingesteld door een verzoekschrift te richten tot het gerecht dat de aangevochten beslissing heeft gegeven. Artikel 678, lid 2, van het wetboek burgerlijk procesrecht: "Op hetzelfde wetgevingsgebied en over dezelfde rechtsvraag gegeven beslissingen tegen uniforme rechtspraak van het hooggerechtshof." Artikel 771 van het wetboek burgerlijk procesrecht: "Een in kracht van gewijsde gegane beslissing kan alleen worden herzien wanneer: a)
b)
c)
d) e)
uit andere in kracht van gewijsde gegane beslissingen blijkt dat de beslissing het resultaat was van een door de rechter in de uitoefening van zijn ambt gepleegd misdrijf; is aangetoond dat documentair bewijs of een officiële getuigenis voor het gerecht of een verklaring van een deskundige of arbiter vals is en, in elk van die gevallen een doorslaggevende factor kan zijn geweest voor de te wijzigen beslissing, en deze kwestie niet werd behandeld tijdens de procedure waarin de betrokken beslissing is gegeven; een document is voorgelegd waarvan de partij niet op de hoogte was of geen gebruik heeft kunnen maken in de procedure waarin de te wijzigen beslissing is gegeven en dat op zichzelf volstaat om de beslissing te wijzigen in het voordeel van de verliezende partij; een bekentenis, terugtrekking of overeenkomst waarop de beslissing was gebaseerd, nietig is of nietig kan worden verklaard; het proces en de tenuitvoerlegging bij verstek hebben plaatsgevonden, zonder enige betrokkenheid van de verweerder, en is aangetoond dat
39
f)
g)
geen dagvaarding werd verstuurd of dat de verstuurde dagvaarding nietig was; zij onverenigbaar is met de in kracht van gewijsde gegane beslissing van een internationale beroepsinstantie waardoor de Portugese staat is gebonden; het geschil was gebaseerd op een door de partijen geveinsde handeling, en het gerecht, door niet te hebben vastgesteld dat fraude werd gepleegd, niet de daarvoor op grond van artikel 665 toegewezen bevoegdheid heeft gebruikt."
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Naast het Portugees worden geen andere talen aanvaard.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De voor de tenuitvoerlegging en voor de opschorting of beperking van de tenuitvoerlegging bevoegde instantie is het gerecht van de plaats waar de zaak werd behandeld of, wanneer de beslissing in een andere lidstaat werd gegeven, het gerecht van de woonplaats van de verweerder.
40
ROEMENIË
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten Overeenkomstig artikel 1 van het Roemeense wetboek burgerlijk procesrecht zijn de rechtbanken van eerste aanleg bevoegd om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van de verordening zijn de communicatiemiddelen die in het kader van de Europese procedure voor geringe vorderingen worden aanvaard en die ter beschikking staan van de gerechtelijke autoriteiten post en fax.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Overeenkomstig artikel 17 van de verordening kan bij het gerecht pas beroep worden ingesteld na een termijn van 15 dagen na de betekening of kennisgeving van de beslissing (Artikel 2821 van het Roemeense wetboek burgerlijk procesrecht).
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Overeenkomstig artikel 21, lid 2, punt b), is de voor de afgifte van het certificaat aanvaarde taal het Roemeens.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De instantie die bevoegd is voor de tenuitvoerlegging van de beslissing is de ambtenaar voor gerechtelijke tenuitvoerlegging (executorul judecătoresc) van het rechtsgebied waarin de beslissing ten uitvoer moet worden gelegd of, wanneer de zaak betrekking heeft op het uitwinnen van goederen, de ambtenaar voor gerechtelijke tenuitvoerlegging van het rechtsgebied waarin zij zijn gelegen. Als de goederen die kunnen worden opgespoord, zich in het rechtsgebied van verscheidene gerechten bevinden, kan de bevoegde instantie één van de ambtenaren voor gerechtelijke tenuitvoerlegging van deze gerechten zijn (artikel 373 van het Roemeense wetboek burgerlijk procesrecht). Uitgezonderd wanneer het recht anders bepaalt, is de voor de toepassing van artikel 23 bevoegde instantie de tenuitvoerleggingsinstantie (instanţa de executare) van het gerecht van het rechtsgebied waarin de tenuitvoerlegging moet plaatsvinden.
41
SLOVENIË
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten De gerechten die bevoegd zijn om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen zijn: in burgerlijke zaken, de lokale rechtbank (okrajno sodišče) (artikel 30 van de wet betreffende het burgerlijk procesrecht, Staatsblad van de Sloveense Republiek nr. 73, 13.8.2007, blz. 10425); en, in handelszaken, de arrondissementsrechtbank (okrožno sodišče) (artikel 32 van de wet betreffende het burgerlijk procesrecht).
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen De communicatiemiddelen die overeenkomstig artikel 4, lid 1, ten behoeve van de Europese procedure voor geringe vorderingen worden aanvaard en de gerechten ter beschikking staan: - Het in bijlage I opgenomen standaardformulier A kan bij het bevoegde gerecht worden ingediend: per gewone post, per e-mail, via andere technologische communicatiemiddelen, rechtstreeks bij de rechtbank of via een persoon die zich daar beroepmatig mee bezighoudt (artikel 105, onder b), van de wet betreffende het burgerlijk procesrecht).
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep - Volgens het Sloveense burgerlijk procesrecht staat tegen in eerste aanleg gewezen rechterlijke beslissingen hoger beroep open. - In burgerlijke zaken kan hoger beroep worden ingesteld binnen 8 dagen na de betekening van de rechterlijke beslissing (de artikelen 443 en 458 van de wet betreffende het burgerlijk procesrecht). Het beroep kan worden ingesteld bij het gerecht dat in eerste aanleg de beslissing gaf (de lokale rechtbank) (artikel 342 van de wet betreffende het burgerlijk procesrecht). - In handelszaken kan hoger beroep worden ingesteld binnen 8 dagen na de betekening van de rechterlijke beslissing (de artikelen 458 en 480 van de wet betreffende het burgerlijk procesrecht). Het beroep kan worden ingesteld bij het gerecht dat in eerste aanleg de beslissing gaf (de arrondissementsrechtbank) (artikel 342 van de wet betreffende het burgerlijk procesrecht). - Beslissingen over deze beroepen worden gegeven door een gerechtshof (višje sodišče) (de artikelen 35 en 333 van de wet betreffende het burgerlijk procesrecht).
42
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen - De officiële talen in de voor deze aangelegenheden bevoegde gerechten zijn het Sloveens, en de twee nationale minderheidstalen – het Italiaans en het Hongaars, die officieel worden gebruikt in gerechten in de gebieden waar deze minderheden leven (de artikelen 6 en 104 van de wet betreffende het burgerlijk procesrecht).
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De instanties die bevoegd zijn voor de tenuitvoerlegging en de instanties die bevoegd zijn voor de toepassing van artikel 23. - De lokale rechtbank is bevoegd voor de tenuitvoerlegging (artikel 5 van de wet betreffende de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen in burgerlijke zaken en verzekeringsaanspraken, Staatsblad van de Sloveense Republiek nr. 3/2007, 12.1.2007, blz. 207; ZIZ – UPB4). De lokale rechtbanken zijn ook bevoegd voor de toepassing van artikel 23.
43
SLOWAKIJE
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten De gerechten die bevoegd zijn om een beslissing te geven in een procedure voor geringe vorderingen, zijn de districtsrechtbanken (okresné súdy).
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen De conform artikel 4, lid 1, van de verordening aanvaarde communicatiemiddelen zijn die welke zijn vastgesteld in artikel 42 van wet nr. 99/1963 (wetboek burgerlijk procesrecht), die als volgt luidt: "Elektronische middelen die met een beveiligde elektronische handtekening zijn ondertekend, zoals in de relevante wetgeving is vastgesteld, per telegram of per fax. Verzoekschriften betreffende de grond van de zaak die per telegram worden ingediend, moeten binnen drie dagen worden gevolgd door een schriftelijk of mondeling verzoek op de griffie van de rechtbank; wanneer het verzoekschrift per fax wordt ingediend, moet het origineel binnen drie dagen worden neergelegd."
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Op grond van het Slowaakse procesrecht (artikel 201 en volgende van het wetboek burgerlijk procesrecht) is het mogelijk om bij een regionale rechtbank (krajský súd) beroep in te stellen in de zin van artikel 17 van de verordening.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen De ingevolge artikel 21, lid 2, punt b), aanvaarde taal is het Slowaaks.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De voor tenuitvoerlegging bevoegde instanties zijn de gerechtsdeurwaarders (súdni exekútori). De voor de toepassing van artikel 23 van de verordening bevoegde instanties zijn de gerechten.
44
FINLAND
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten De districtsrechtbank van Helsinki is bevoegd om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen.
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Het in artikel 4, lid 1, van de verordening genoemde formulier kan rechtstreeks aan de griffie van de districtsrechtbank van Helsinki worden toegezonden per post, fax of e-mail, conform het bepaalde in de wet betreffende elektronische diensten en communicatie (publieke sector).
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Beroep tegen een in een Europese procedure voor geringe vorderingen gegeven beslissing kan worden ingesteld bij het hof van beroep te Helsinki (hovioikeus), conform het bepaalde in hoofdstuk 25 van het Wetboek van rechtsvordering (Beroep tegen beslissingen van de districtsrechtbank bij het hof van beroep). Krachtens hoofdstuk 25, afdeling 5, van het Wetboek van rechtsvordering moet een partij die tegen een beslissing van de districtsrechtbank beroep wenst in te stellen, verklaren dat hij voornemens is beroep in te stellen; legt hij geen dergelijke verklaring af dan vervalt zijn recht om te worden gehoord. Een verklaring betreffende het voornemen beroep in te stellen, moet worden ingediend uiterlijk op de zevende dag nadat de beslissing van de districtsrechtbank is gegeven of aan de partijen is betekend. Overeenkomstig hoofdstuk 25, afdeling 11, van het Wetboek van rechtsvordering, krijgt de betrokken partij na de registratie en aanvaarding van de verklaring, instructies over het instellen van beroep; deze instructies worden bij een kopie van de beslissing van de districtsrechtbank gevoegd. Beroep moet worden ingesteld binnen dertig dagen nadat de beslissing van de districtsrechtbank is gegeven of aan de partijen is betekend (hoofdstuk 25, afdeling 12, van het Wetboek van rechtsvordering). De partij moet het beroepschrift bij de griffie van de districtsrechtbank indienen uiterlijk tijdens de kantooruren van de laatste dag voor indiening van beroep. Een laattijdig beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Het certificaat in de zin van artikel 20, lid 2, van de verordening kan worden toegezonden in het Fins, het Zweeds of het Engels.
45
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten In Finland is de gerechtsdeurwaarder (ulosottomies) de bevoegde instantie voor de tenuitvoerlegging van in de Europese procedure voor geringe vorderingen gegeven beslissingen. Het op gang brengen van de tenuitvoerlegging wordt geregeld in hoofdstuk 3 van het Wetboek van tenuitvoerlegging (705/2007). De gerechtsdeurwaarder van de verblijf- of woonplaats van de verweerder of een andere plaatselijke tenuitvoerleggingsautoriteit is ter zake bevoegd. De gerechtsdeurwaarder is ook bevoegd voor de toepassing van artikel 23. De deurwaarder van het betrokken district beslist zelf over de in het artikel bedoelde maatregelen.
46
ZWEDEN
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten het gerecht dat bevoegd is voor de behandeling van vorderingen die een Europese procedure voor geringe vorderingen inleiden, is de arrondissementsrechtbank (tingsrätt) (Hoofdstuk 2 van de wet betreffende de Europese procedure voor geringe vorderingen).
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen Verzoekschriften waarmee de Europese procedure voor geringe vorderingen wordt ingeleid, worden rechtstreeks bij het bevoegde gerecht ingediend of per post verstuurd.
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep Tegen een overeenkomstig artikel 7, lid 2, van de verordening inzake de Europese procedure voor geringe vorderingen gegeven beslissing van de arrondissementsrechtbank is hoger beroep mogelijk bij het hof van beroep (hovsrätt). Hoger beroep moet aan de arrondissementsrechtbank worden gemeld binnen drie weken na de dag waarop aan de partijen kennis is gegeven van de beslissing. Hoger beroep wordt ingediend bij het bevoegde hof van beroep. Tegen een beslissing van het hof van beroep in de Europese procedure voor geringe vorderingen kan bij het Hooggerechtshof (Högsta domstolen) beroep worden ingesteld. Beroep moet bij het hof van beroep worden gemeld binnen vier weken na het geven van de beslissing.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen Certificaten betreffende een beslissing in de Europese procedure voor geringe vorderingen worden opgesteld in of vertaald naar het Zweeds of het Engels om te worden aanvaard.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten De Zweedse tenuitvoerleggingsinstantie (Kronofogdemyndigheten) is bevoegd voor de tenuitvoerlegging in Zweden en geeft ook beslissingen overeenkomstig artikel 23.
47
VERENIGD KONINKRIJK
Artikel 25 Gegevens inzake rechterlijke bevoegdheid, communicatiemiddelen en beroep
Artikel 25, lid 1, onder a) - Bevoegde gerechten 1.
Engeland en Wales De gerechten die bevoegd zijn om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen in Engeland en Wales zijn de county courts (districtsgerechten) en de High Court of Justice. In de meeste gevallen komt de procedure voor een District Judge (districtsrechter) in een county court. De bevoegdheid van de county courts is volledig op de wet gebaseerd en omvat bijna het hele gebied van het burgerlijk recht. De algemene bevoegdheid in burgerlijk recht is meestal concurrerend met die van de High Court, behalve dat vorderingen voor schadevergoeding voor letsels van minder dan £50 000 en geldelijke vorderingen van minder dan £15 000 voor de county court moeten worden gebracht. Nadere gegevens zijn te vinden in de High Court and County Courts Jurisdiction Order 1991 (als gewijzigd). Een aantal wetten verleent de county courts exclusieve bevoegdheid – bijvoorbeeld alle zaken die onder Consumer Credit Act 1974 (wet consumentenkrediet) vallen, en de meeste vorderingen van verstrekkers van hypothecair krediet en huiseigenaars. Een verzoekschrift kan worden ingediend bij elk county court in Engeland en Wales. De Court Service website bevat de adressen van alle county courts en de nadere gegevens over de High Court.
2.
Schotland Het gerecht dat bevoegd is om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen in Schotland is de sheriff court en in alle gevallen komt de procedure voor een sheriff.
3.
Noord-Ierland Het gerecht dat in Noord-Ierland bevoegd is om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen is de small claims court (het gerecht geringe vorderingen) en in alle gevallen komt de procedure voor een district judge (districtsrechter).
4.
Gibraltar Het gerecht dat bevoegd is om een beslissing te geven in een Europese procedure voor geringe vorderingen in Gibraltar is de Supreme Court van Gibraltar. De procedure komt voor de Master of the Supreme Court die de aangewezen Judge for Small Claims (rechter geringe vorderingen) is.
48
Artikel 25, lid 1, onder b) - Communicatiemiddelen 1.
Engeland en Wales Het door de gerechten in Engeland en Wales aanvaarde communicatiemiddel voor het instellen van een Europese procedure voor geringe vorderingen is de post (aangezien griffierechten moeten worden betaald om een proces op te starten – rechtbanken in Engeland en Wales kunnen momenteel geen debet- of kredietkaarten aanvaarden voor de betaling van griffierechten). Verdere documenten kunnen wel per post, fax of e-mail naar het gerecht worden gezonden overeenkomstig deel 5.5 van de regeling voor de burgerlijke rechtsvordering en aanvullende praktische aanwijzingen, dat regels bevat om documenten in te dienen bij of toe te zenden aan het gerecht.
2.
Schotland De voor de Schotse gerechten aanvaarde communicatiemiddelen om een Europese procedure voor geringe vorderingen in te stellen zijn dezelfde als die welke worden aanvaard in de nationale procedure voor geringe vorderingen; dat is de first class recorded delivery post (aangetekend met handtekening retour).
3.
Noord-Ierland De door de Noord-Ierse gerechten aanvaarde communicatiemiddelen om een Europese procedure voor geringe vorderingen in te stellen zijn dezelfde als die welke worden aanvaard in de nationale procedure voor geringe vorderingen; dat is de first class recorded delivery post (aangetekend met handtekening retour).
4.
Gibraltar Het enige voor de gerechten in Gibraltar aanvaarde communicatiemiddel is de post (aangezien griffierechten moeten worden betaald om een proces op te starten).
Artikel 25, lid 1, onder c) - Gerechten voor beroep 1.
Engeland en Wales In Engeland en Wales is hoger beroep mogelijk tegen een beslissing gegeven in een Europese procedure voor geringe vorderingen. De Access to Justice Act 1999 (Destination of Appeals) (Order 2000) bepaalt bij welk gerecht hoger beroep moet worden ingesteld tegen beslissingen van gerechten, waaronder county courts. Op grond van de 2000 Order is een Circuit Judge in de county court bevoegd voor een beroep tegen een beslissing van de District Judge in de Europese procedure voor geringe vorderingen. Daarna komt elk beroep bij de High Court.
49
De bepalingen van deel 52 van de regeling voor de burgerlijke rechtsvordering en aanvullende praktische aanwijzingen blijven van toepassing op de procedure van een dergelijk beroep. Regel 52.4 specificeert de termijnen waarbinnen een dergelijk beroep moet worden ingesteld. 2.
Schotland Zoals in de nationale procedure voor geringe vorderingen staat in de Europese procedure voor geringe vorderingen beroep open tegen een beslissing van de sheriff. Het beroep wordt ingesteld bij de Sheriff Principal en kan alleen betrekking hebben op een rechtsvraag. De beslissing van de Sheriff Principal is een eindbeslissing en is niet vatbaar voor herziening. Regel 23.1(1) van de regeling geringe vorderingen 2002 specificeert de termijn voor het instellen van een beroep in een nationale procedure voor geringe vorderingen (14 dagen) en deze regeling geldt ook voor de Europese procedure voor geringe vorderingen.
3.
Noord-Ierland In Noord-Ierland staat geen hoger beroep open tegen een beslissing gegeven in een Europese procedure voor geringe vorderingen. Verzoekers kunnen uiteraard op grond van artikel 18 van de verordening een heroverweging vragen.
4.
Gibraltar In Gibraltar kan beroep worden ingesteld op grond van de bepalingen van de Supreme Court Rules 2000 die in wezen bepalen dat dergelijk beroep kan worden ingesteld bij de Additional Judge of de Chief Justice of the Supreme Court. De bepalingen van deel 52 van de regeling voor de burgerlijke rechtsvordering en aanvullende praktische aanwijzingen blijven van toepassing op de procedure van een dergelijk beroep. De Supreme Court Rules 2000 bevatten het tijdschema voor het instellen van een dergelijk beroep.
Artikel 25, lid 1, onder d) - Aanvaarde talen 1.
Engeland en Wales De ingevolge artikel 21, lid 2, punt b), aanvaarde taal is het Engels.
2.
Schotland De ingevolge artikel 21, lid 2, punt b), aanvaarde taal is het Engels.
3.
Noord-Ierland De ingevolge artikel 21, lid 2, punt b), aanvaarde taal is het Engels.
50
4.
Gibraltar De ingevolge artikel 21, lid 2, punt b), aanvaarde taal is het Engels.
Artikel 25, lid 1, onder e) - Bevoegde autoriteiten 1.
Engeland en Wales Zoals in de nationale procedure voor geringe vorderingen het geval is, is het de verantwoordelijkheid van de in het gelijk gestelde partij in de Europese procedure voor geringe vorderingen om te zorgen voor de tenuitvoerlegging van de beslissing van het gerecht. De bevoegde instanties voor de tenuitvoerlegging en voor de toepassing van artikel 23 zijn de county courts en de High Court. Contactgegevens worden hierboven onder a) gegeven.
2.
Schotland Zoals in de nationale procedure voor geringe vorderingen het geval is, is het de verantwoordelijkheid van de in het gelijk gestelde partij in de Europese procedure voor geringe vorderingen om te zorgen voor de tenuitvoerlegging van de beslissing van het gerecht. De voor de toepassing van artikel 23 bevoegde instantie is de sheriff court.
3.
Noord-Ierland Zoals in de nationale procedure voor geringe vorderingen het geval is, is het de verantwoordelijkheid van de in het gelijk gestelde partij in de Europese procedure voor geringe vorderingen om te zorgen voor de tenuitvoerlegging van de beslissing van het gerecht. De voor de toepassing van artikel 23 bevoegde instantie is de Enforcement of Judgments Office en de Master, Enforcement of Judgments.
4.
Gibraltar De bevoegde instantie voor de tenuitvoerlegging en voor de toepassing van artikel 23 is de Supreme Court van Gibraltar.
51