D
Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland.
GEBRUIKSAANWIJZING
CASIO COMPUTER CO.,LTD. 6-2, Hon-machi 1-chome Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
WK3100_d_cover1_4.p65
1
F
MA0403-C Printed in China WK3100-D-1
WK3100-D-1
04.3.8, 4:00 PM
WK3100_d_cover1_4.p65 2 735A-D-002A
0,32 1 6,38 7 10 11 16 17 18 19 64 66 67 71 72 73
CASIO ELECTRONICS CO., LTD. Unit 6, 1000 North Circular Road London NW2 7JD, U.K.
Dit teken is alleen geldig in de EU-landen. Bewaar a.u.b. alle informatie ter naslag. 735A-D-147A
04.3.8, 4:00 PM
: Local ON/OFF : All notes OFF : Active Sense : Reset
Aux
X X X X
X O O X
X X
X X X
O
O 0-127 ❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
Brightness Vibrato rate Vibrato depth Vibrato delay DSP Parameter4 DSP Parameter5 DSP Parameter6 DSP Parameter7 Reverb send Chorus send NRPN LSB, MSB RPN LSB, MSB All sound off Reset all controller
Bank select Modulation Data entry Volume Pan Expression DSP Parameter0 DSP Parameter1 DSP Parameter2 DSP Parameter3 Hold1 Sostenuto Soft pedal Resonance Release Time Attack Time
*1 Depends on tone.
Remarks
Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, MONO
*3 Geselecteerd in overeenstemming met de instelling van het aanhoudpedaal.
O : Yes X : No
muziekinstrument maar kan verzonden worden door de automatische begeleidingsfunctie of de melodiegeheugenfunctie .
*2 Kan niet verzonden worden door spelen op het toetsenbord of door de bediening van het controlepaneel van dit
Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Remarques
Messages
: Clock : Commands
System Real Time
O O
X X X : Song Pos : Song Sel : Tune
System Common
O 0-127 ❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊ O
:True #
O O O O O O O O O O O O O O
O O O O O O O O O O O O O O O O
O O O O O X*2 O O O O O*3 O*3 O*3 O O O
O O O O O O O O O O O O X O
O
X O
O 9nH v = 1-127 X
0-127 0-127*1
O
X X
O 9nH v = 1-127 X 9nH v = 0
0-127 ❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
System Exclusive
Program Change
Control Change
74 76 77 78 80 81 82 83 91 93 98, 99 100, 101 120 120
Key's Ch's
After Touch Pitch Bender
Note ON Note OFF
Velocity
True voice
Mode 3 X ❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
Mode 3 X ❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
Default Messages Altered
Mode Note Number:
1-16 1-16
Recognized
1-16 1-16
Transmitted
Default Changed
Function .. Basic Channel
Version: 1.0
• Voordat u de los verkrijgbare AD-12 netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is. • Probeer nooit de batterijen op te laden. • Gebruik geen oplaadbare batterijen. • Gebruik nooit oude en nieuw batterijen door elkaar. • Gebruik altijd de aanbevolen batterijen of een gelijkwaardig type. • Zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve (–) kant van de batterijen in de juiste richting wijzen zoals aangegeven bij het batterijenvak. • Vervang batterijen zo snel mogelijk als ze tekenen geven dat ze uitgeput zijn. • Laat de batterij-aansluitingen nooit kortsluiting maken. • Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar. • Gebruik enkel de CASIO AD-12 netadapter. • De netadapter is geen stuk speelgoed. • Haal de netadapter altijd uit het stopcontact voordat u dit product schoon maakt.
MIDI Implementation Chart
Models WK-3500/WK-3100/WK-3000
Belangrijk!
Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid Gefeliciteerd met uw selectie van dit CASIO elektronische muziekinstrument. • Lees de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u dit instrument gebruikt. • Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
Symbolen Er zijn verschillende symbolen gebruikt in deze gebruiksaanwijzing en op het product zelf om er zeker van te zijn dat het product veilig is en op de juiste wijze gebruikt wordt en om zowel letsel bij de gebruiker en andere personen alswel schade aan eigendommen te voorkomen. Deze symbolen met hun betekenis worden hieronder getoond.
GEVAAR Dit symbool duidt information aan die indien zij genegeerd of onjuist toegepast wordt, het gevaar op ernstig letsel of zelfs de dood met zich mee brengen.
Voorbeelden van symbolen Deze driehoek ( ) wijst erop dat de gebruiker voorzichtigheid dient te betrachten. (Het voorbeeld links duidt op een waarschuwing t.a.v. elektrische schokken.) Deze cirkel met een lijn erdoor ( ) wijst erop dat de aangegeven handeling niet uitgevoerd dient te worden. Deze handelingen zijn in het bijzonder verboden binnen deze aanduiding of in de buurt van het symbool. (Het voorbeeld links geeft aan dat demonteren verboden is.) De zwarte stip ( ) geeft aan dat de aangegeven handeling uitgevoerd dient te worden. Aanduidingen binnen dit symbool zijn handelingen die specifiek uitgevoerd dienen te worden. (Het voorbeeld links geeft aan dat de netstekker uit het stopcontact getrokken dient te worden.)
WAARSCHUWING Deze aanduiding laat zaken zien die het risico op ernstig letsel of zelfs de dood met zich mee brengen als het toestel onjuist wordt bediend en deze aanduiding genegeerd.
VOORZICHTIG Deze aanduiding laat zaken zien die het risico op letsel of de kans op schade met zich mee brengen als het toestel onjuist wordt bediend en deze aanduiding genegeerd.
D-1
735A-D-003A
WK3100_d_01-09.p65
1
04.3.8, 3:57 PM
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
GEVAAR Alkaline batterijen Voer de volgende stappen onmiddellijk uit als vloeistof uit de alkaline batterij ooit in uw ogen mocht komen. 1. WRIJF NIET IN UW OGEN ! Spoel ze met water. 2. Neem onmiddellijk contact op met een arts. U kunt uw gezichtsvermogen verliezen mocht de vloeistof van de alkaline batterij in uw ogen blijven zitten.
WAARSCHUWING Rook, vreemde geur, oververhitting Als u het product blijft gebruiken terwijl het rook, een vreemde geur of hitte afgeeft, kan dit het risico op brand en elektrische schok met zich meebrengen. Volg onmiddellijk de volgende stappen. 1. Schakel de spanning uit. 2. Haal deze uit het stopcontact als u de netadapter gebruikt voor stroomvoorziening. 3. Neem contact op met het oorspronkelijke verkooppunt of een erkende CASIO onderhoudsleverancier. Netadapter ● Onjuist gebruik van de netadapter kan het risico op brand en electrische schok met zich meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt. • Let erop dat u alleen de netadapter gebruikt die voor dit product gespecificeerd is. • Gebruik enkel een voedingsbron waarvan de spanning (het voltage) overeenkomt met de op de netadapter aangegeven waarde. • Belast stopcontacten en verlengsnoeren niet te veel.
● Raak de netadapter nooit aan terwijl uw handen nat zijn. Hierdoor kunt u een electrische schok oplopen. • Gebruik de netadapter waar deze niet nat kan worden. Water breng het risico op brand en elektrische schok met zich mee. • Plaats geen vaas of andere bak met vloeistof bovenop de netadapter. Water breng het risico op brand en elektrische schok met zich mee. Verbrand het product nooit. Gooi het product nooit in vuur. Hierdoor kunnen ze ontploffen, hetgeen het risico op brand en persoonlijk letsel met zich meebrengt. Water en vreemde voorwerpen Mocht water, andere vloeistoffen of vreemde voorwerpen (zoals metalen voorwerpen) het toestel binnendringen dan brengt dat het risico op brand en elektrische schok met zich mee. Volg onmiddellijk de volgende stappen.
1. Schakel de spanning uit. 2. Haal deze uit het stopcontact als u de netadapter gebruikt voor stroomvoorziening. 3. Neem contact op met het oorspronkelijke verkooppunt of een erkende CASIO onderhoudsleverancier. Demonteren en knutselen Haal dit product nooit uit elkaar en knutsel er niet aan. Dit brengt het risico op elektrische schok, brandwonden en ander lichamelijk letsel met zich mee. Laat alle interne controles, bijstellingen en onderhoud over aan de oorspronkelijke winkelier of aan een erkende CASIO onderhoudsleverancier.
● Onjuist gebruik van het netsnoer van de netadapter kan het beschadigen of breken met het risico op brand en electrische schok. Zorg ervoor dat u altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt. • Plaats nooit zware voorwerpen op het snoer en stel het niet bloot aan hitte. • Knutsel nooit aan het snoer en stel het niet bloot aan overmatig buigen. • Draai het snoer niet en trek er nooit aan. • Mocht het netsnoer of de netstekker beschadigd raken, neem dan contact op met het oorspronkelijke verkooppunt of een erkende CASIO onderhoudsleverancier.
D-2 WK3100_d_01-09.p65
735A-D-004C
2
04.3.8, 3:57 PM
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
Laten vallen en stoten Gebruikt u het product nadat het beschadigd werd doordat u het heeft laten vallen of doordat er tegen werd gestoten dan brengt dat het risico op brand en elektrische schok met zich mee. Volg onmiddellijk de volgende stappen. 1. Schakel de spanning uit. 2. Haal de netstekker uit het stopcontact als u de netadapter gebruikt voor stroomvoorziening. 3. Neem contact op met het oorspronkelijke verkooppunt of een erkende CASIO onderhoudsleverancier. Plastic zakken Plaats de plastic zak waarin het product geleverd wordt nooit over uw hoofd of in uw mond. Dit brengt het risico op verstikking met zich mee. Deze voorzorgsmaatregel verdient natuurlijk speciale aandacht bij de aanwezigheid van kinderen. Klim niet bovenop het product zelf of op de standaard.* Door op het product of de standaard te klimmen kan het omvallen of beschadigd raken. Deze voorzorgsmaatregel verdient natuurlijk speciale aandacht bij de aanwezigheid van kinderen. Plaatsing Vermijd plaatsing van het product op een instabiele standaard, op een oneffen ondergrond of op een andere instabiele plaats. Een instabiele plaats kan er toe leiden dat het product omvalt, hetgeen het risico op persoonlijk letsel met zich meebrengt.
VOORZICHTIG Netadapter Onjuist gebruik van de netadapter kan het risico op brand en elektrische schok met zich meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt. • Leg het netsnoer nooit in de buurt van een kachel of andere hittebron. • Trek nooit aan het snoer om het product los te koppelen van het stopcontact. Pak altijd de netadapter zelf beet om deze uit het stopcontact te trekken. Netadapter Onjuist gebruik van de netadapter kan het risico op brand en elektrische schok met zich meebrengen. Zorg ervoor dat u altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt. • Steek de netadapter zover mogelijk in het stopcontact. • Trek de netadapter uit het stopcontact tijdens onweersbuien of voordat u op vakantie gaat of langdurige afwezigheid. • Trek de netadapter minstens eens per jaar uit het stopcontact en veeg eventueel stof weg dat zich rond de stekers van het apparaat heeft opgehoopt. Verhuizen van het product Voordat u het product verhuist of ergens anders neerzet, dient u altijd eerst de netadapter uit het stopcontact te halen en alle andere kabels en aansluitsnoeren los te maken. Als snoeren toch aangesloten gehouden worden, dan brengt dit het risico op schade aan de snoeren, brand en elektrische schok met zich mee. Reinigen Voordat u het product reinigt, dient u altijd eerst de netadapter uit het stopcontact te halen. Als de netadapter aangesloten blijft, dan brengt dit het risico op schade aan de snoeren, brand en elektrische schok met zich mee. Batterijen Onjuist gebruik kan er toe leiden dat de batterijen gaan lekken hetgeen schade kan toebrengen aan voorwerpen in de buurt of een explosie veroorzaken, hetgeen het risico op brand en persoonlijk letsel met zich meebrengt. Zorg ervoor dat u altijd de volgende voorzorgsmaatregelen in acht neemt. • Gebruik enkel batterijen die gespecificeerd zijn voor gebruik met dit product. • Verwijder de batterijen als u het product voor langere tijd niet gaat gebruiken.
D-3
735A-D-005A
WK3100_d_01-09.p65
3
04.3.8, 3:57 PM
Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid
Aansluitingen Sluit enkel de gespecificeerde toestellen en apparatuur aan op de aansluitingen van dit product. Het aansluiten van een nietgespecificeerd toestel brengt het risico op brand en elektrische schok met zich mee. Plaatsing Vermijd de volgende plekken om dit product te plaatsen. Dergelijke plaatsen brengen het risico op brand en elektrische schok met zich mee. • Plaatsen die blootstaan aan overmatige vochtigheid en grote hoeveelheden stof • Op plaatsen waar voedsel wordt bereid of op andere plekken die blootstaan aan vettige rook • In de buurt van een airconditioner, op een verwarmd tapijt, op plaatsen in het directe zonlicht, in een voertuig dat in de zon geparkeerd staat of op een andere plaats die het product aan hoge temperaturen blootstelt Displayscherm • Druk of stoot nooit sterk tegen het LCD paneel van het scherm. Hierdoor kan het glas van het LCD paneel breken, hetgeen de kans op persoonlijk letsel met zich meebrengt. • Mocht het LCD paneel toch onverhoeds breken of barsten, raak dan in geen geval de vloeistof binnenin het paneel aan. Deze LCD paneel vloeistof kan namelijk huidirritatie veroorzaken. • Mocht vloeistof van het LCD paneel onverhoeds in uw mond komen, spoel dan onmiddellijk met water en neem contact op met een arts. • Mocht vloeistof van het LCD paneel onverhoeds in ogen of op uw huid komen, spoel dan onmiddellijk voor minstens 15 minuten met water af en neem contact op met een arts.
Juist monteren van de standaard*. Als de standaard niet juist gemonteerd is, kan hij overhellen en omvallen, hetgeen het risico op persoonlijk letsel met zich meebrengt. Zorg ervoor dat u de standaard op de juiste wijze monteert door de meegeleverde aanwijzingen zorgvuldig op te volgen. Let er ook op dat het product goed op de standaard gezet is. * De standaard is los verkrijgbaar als optie.
BELANGRIJK! Vervang de batterijen of gebruik de AC adapter wanneer de volgende symptomen optreden. • • • • • • • • • • • • • • • • •
Zwak brandende stroomindicator Het instrument kan niet worden ingeschakeld Wanneer de display knippert, donker of moeilijk af te lezen is Abnormaal laag luidspreker-/hoofdtelefoonvolume Vervorming van het geluid Af en toe onderbreken van geluid tijdens weergave bij een hoog volume Plotseling uitvallen van de stroom tijdens weergave bij een hoog volume Knipperen of donker worden van de display tijdens weergave bij een hoog volume Geluid blijft klinken zelfs na loslaten van de toetsen Een toon die totaal verschilt van de toon die u instelde Abnormale weergave van het ritmepatroon en demonstratiemelodieën Abnormaal laag microfoonvolume (alleen bij model WK3100) Vervorming van microfooningangssignaal (alleen bij model WK-3100) Donkere stroomvoorzieningsindicator bij gebruik van de microfoon (alleen bij model WK-3100) Plotseling uitvallen van de stroom bij gebruik van de microfoon (alleen bij model WK-3100) Uitvallen van stroom, geluidsvervorming of laag volume bij spelen via een aangesloten computer of MIDI toestel Plotseling uitvallen van de spanning tijdens het lezen van of schrijven naar een diskette (alleen bij model WK-3500)
Geluidsniveau Luister niet voor langere tijd bij een hoog volume. Deze voorzorgsmaatregel dient bijzondere aandacht bij het gebruik van een hoofdtelefoon. Een hoog geluidsniveau kan uw gehoor beschadigen. Zware voorwerpen Plaats nooit zware voorwerpen bovenop dit product. Hierdoor kan het product topzwaar worden waardoor het overhelt of omvalt, hetgeen het risico op persoonlijk letsel met zich meebrengt.
D-4 WK3100_d_01-09.p65
735A-D-006C
4
04.3.8, 3:57 PM
Inleiding Gefeliciteerd met uw keuze van dit CASIO muziekinstrument. Dit keyboard geeft u de volgende kenmerken en functies.
❐ 516 tonen bevatten rijke, geavanceerde tonen Er is een totaal van 300 geadvanceerde tonen die geprogrammeerd zijn met DSP tonen om ze rijker en krachtiger te maken. Geadvanceerde tonen zoals Stereo Piano en Tremolo Electric Piano versterken de Piano en Electric Piano tonen om een totaal nieuw geluid te creëren.
❐ 50 Trekstaaforgeltonen Naast de 516 standaard tonen, bevat het keyboard tevens 50 realistische trekstaaforgeltonen. Trekstaaforgeltonen kunnen m.b.v. negen digitale trekstaven worden gestuurd. U kunt ook percussie of toetsklikken selecteren en daarbij zelfs de parameters van voorkeuzetonen bewerken en maximaal 100 originele tonen opslaan in het gebruikerstoongeheugen.
❐ Flash-geheugen Het ingebouwde Flash-geheugen laat u om uw selectie van tonen en ritmes uitbreiden door data te downloaden vanaf de CASIO MUSIC SITE of van andere bronnen. U kunt ook maximaal 200 muziekbestanden in het SMF format opslaan voor weergave.
❐ PIANO SETTING toets Door indrukken van deze toets worden de instellingen van het keyboard geoptimaliseerd voor spelen op de piano.
❐ 140 voorkeuzeritmes + 16 gebruikersritmes De selectie van 140 ritmes bevat begeleidingen voor alles van rock tot pops en jazz. U kunt begeleidingsdata ook oversturen vanaf uw computer en daarvan maximaal 16 opslaan als gebruikersritmes in het keyboardgeheugen.
❐ Automatische begeleiding Speel eenvoudigweg een akkoord en de corresponderende ritme-, bas- en akkoorddelen worden automatisch gespeeld. Een-toets voorkeuze roept onmiddellijk de meest geschikte toon en tempo-instellingen op die passen bij het ritme dat u gebruikt.
❐ Grote display vol met informatie Een grote ingebouwde display toont akkoordnamen, tempo-instellingen, toetsenbordinformatie, noten die gespeeld zijn volgens de notenbalk en nog meer om alle aspecten van spelen op het keyboard volledig te ondersteunen. Een ingebouwd achtergrondlicht houd de display goed leesbaar zelfs in het totale duister.
❐ Melodiegeheugen Neem maximaal 6 delen op in het geheugen samen met toon, volume, linker/rechter weergave en andere parameters bij weergave worden verkregen. Realistische weergave van een ensemble kan worden gecreëerd m.b.v. de automatische begeleidingsfunctie.
❐ Synthesizerfunctie Bewerk ingebouwde klanken om uw eigen originele creaties te produceren. Maximaal 120 van uw eigen klanken kunnen opgeslagen worden in het geheugen om te worden opgeroepen, op precies dezelfde wijze als bij ingebouwde tonen.
❐ Standaard MIDI compatibiliteit De standaard MIDI functie staat aansluiting op een persoonlijke computer toe om “desktop muziek” mogelijkheden volledig uit te buiten. Dit keyboard kan gebruikt worden als een desktop muziekinvoertoestel of klankbron en het is bijzonder geschikt voor weergave van in de handel verkrijgbare voorbespeelde standaard MIDI muziek software.
❐ Krachtige effecten Een collectie krachtige effecten, zoals DSP, nagalm, zweving en andere effecten geven u controle over het type geluid dat u wenst. U kunt zelfs de parameters van een effect veranderen om uw eigen originele effecten te creëren. Er is tevens een 4-banden equalizer ingebouwd.
D-5
735A-D-007A
WK3100_d_01-09.p65
5
04.3.8, 3:57 PM
Inleiding
❐ Mixer U kunt toon, volume, stereo-positie en andere parameters instellen voor elk ingebouwd automatisch begeleidingsgedeelte. U kunt ook dezelfde parameters sturen voor elk kanaal tijdens het invoeren van MIDI signalen.
❐ Registratiegeheugen Keyboard instellingen kunnen in het geheugen worden opgeslagen voor latere oproep en onmiddellijke instelling op het moment dat u ze nodig heeft. Maximaal 32 instellingen (4 instellingen x 8 banken) kunnen in het registratiegeheugen worden opgeslagen.
❐ Software om data te downloaden van uw computer U kunt uw computer gebruiken voor het dowloaden van data van de CASIO MUSIC SITE.
❐ SmartMediaTM kaartgleuf Er is een SmartMediaTM kaartgleuf om het overdragen te vereenvoudigen van data vanaf een computer en om grote hoeveelheden data op te slaan die u kunt oproepen wanneer u deze nodig heeft. U kunt ook een kaart laden met een standaard MIDI bestand (SMF) en deze via het keyboard weergeven.
❐ Ingebouwde floppy disk-drive (alleen bij model WK-3500) Sla originele tonen of melodieën op die u creëerde met het melodiegeheugen op naar een diskette voor langdurig opslaan. U kunt tevens een diskette laden met een standaard MIDI bestand (SMF) en deze via het keyboard weergeven.
❐ Microfooningangsaansluiting (alleen bij model WK-3100) Sluit een los verkrijgbare microfoon* aan om met uw eigen spel mee te zingen of mee te zingen met de begeleiding van het melodiegeheugen of de SMF weergave. * Als een microfoon meegeleverd was met uw keyboard, gebruik dan die microfoon.
D-6 WK3100_d_01-09.p65
735A-D-008C
6
04.3.8, 3:57 PM
Inhoudsopgave Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid .... D-1 Inleiding ................................. D-5 Inhoudsopgave ...................... D-7 Algemene gids ..................... D-10
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) ................... D-26 Een trefstaaforgeltoon selecteren .......... D-28 Een trekstaaforgeltoon bewerken .......... D-28 Parameter details ................................... D-29 Het opslaan van een bewerkte trekstaaforgeltoon .................................. D-30
Bevestigen van de partlituurstandaard ... D-11 Spelen van een demonstratiemelodie .... D-12 Betreffende de display ........................... D-14
Toepassen van effecten op tonen ............................... D-31 Effectblokken .......................................... D-31
Stroomvoorziening ............. D-16
Instellen van een DSP type .................... D-32
Werking op batterijen ............................. D-16
DSP Toets .............................................. D-34
Gebruik van de netadapter .................... D-17
REVERB selecteren ............................... D-34
Automatische stroomonderbreking ........ D-17
Selecteren van CHORUS ...................... D-36
Uitschakelen van het keyboard .............. D-18
De equalizer gebruiken .......................... D-37
Geheugeninhoud ................................... D-18
Automatisch begeleiding ... D-38 Aansluitingen ...................... D-19 Het gebruik van de microfoonaansluiting (alleen bij model WK-3100) .................... D-21
Aangaande de MODE toets ................... D-38 Instellen van een ritme ........................... D-39 Spelen van een ritme ............................. D-39
Basisbediening .................... D-22 Spelen op het keyboard ......................... D-22 Instellen van een toon ............................ D-22 PIANO SETTING toets .......................... D-24 Gebruik van de PITCH BEND draairegelaar .......................................... D-25 Gebruik van de MODULATION draairegelaar .......................................... D-25
Het tempo instellen ................................ D-39 Automatische begeleiding gebruiken ..... D-40 Gebruik van een intro patroon ............... D-43 Gebruik van een fill-in patroon ............... D-43 Gebruik van een ritmevariatie ................ D-43 Begeleiding en ritmeweergave tegelijk starten .................................................... D-44 Afsluiten met een eindpatroon ............... D-44
D-7
735A-D-009C
WK3100_d_01-09.p65
7
04.3.8, 3:57 PM
Inhoudsopgave
Gebruik van één-toets voorkeuzes ........ D-45
Weergeven van het melodiegeheugen .. D-64
Gebruik van automatische harmonisatie .......................................... D-45
Opnemen van de melodie en akkoorden met stapopname .................. D-64
Instellen van het begeleidingsvolume .... D-46
Opnemen van meerdere sporen ............ D-67
Mixerfunctie ......................... D-47
Corrigeren van fouten tijdens stapopname ........................................... D-69
Wat kunt u met de Mixer doen? ............. D-47
Bewerken van de geheugeninhoud ....... D-70
In- en uitschakelen van kanalen ............ D-47
Bewerken van een melodie .................... D-72
Gebruik van de parameterbewerkingsfunctie .................. D-48 Hoe parameters werken ......................... D-49
Instellingen van het keyboard .............................. D-74 Gebruik van lagen .................................. D-74
Synthesizerfunctie .............. D-51 Synthesizerfuncties ................................ D-51 Creëren van een gebruikerstoon ........... D-54 In het geheugen opslaan van een gebruikerstoon ....................................... D-57
Registratiegeheugen ........... D-59 Karakteristieken van het registratiegeheugen ............................... D-59 Vastleggen van een opstelling in het registratiegeheugen ............................... D-60 Oproepen van een opstelling van het registratiegeheugen ............................... D-60
Gebruik van splitsen .............................. D-75 Gebruik van lagen en splitsen tegelijkertijd ............................................ D-76 Transpositie van het keyboard ............... D-77 Gebruik van aanslagvolume .................. D-78 Stemmen van het keyboard ................... D-78 Veranderen van andere instellingen ...... D-79
Gebruik van de SMF speler ........................... D-84 Weergave van een SMF ........................ D-86 Configureren van andere instellingen .... D-87
Melodiegeheugenfunctie .... D-61
MIDI ....................................... D-89
Sporen ................................................... D-61
Wat is MIDI? ........................................... D-89
Basis melodiegeheugenbediening ......... D-61
Algemene MIDI ...................................... D-89
Gebruik van real-time opname ............... D-62
Zenden en ontvangen van MIDI boodschappen ....................................... D-90
Instellingen bij de mixerfunctie ............... D-63
D-8 WK3100_d_01-09.p65
735A-D-010A
8
04.3.8, 3:57 PM
Inhoudsopgave
MIDI instellingen .................................... D-90 Gebruik van de data download service .. D-91
Opslaan van Data ................ D-92
Appendix ................................ A-1 Toonlijst .................................................... A-1 Drumklankenlijst ..................................... A-12 Ritmelijst ................................................ A-14
Gebruik van de SmartMedia kaart ......... D-93 Het gebruik van de floppy disk-drive (alleen bij model WK-3500) .................... D-94 Het gebruik van externe opslagmedia ... D-96 Opslaan van bestanden ......................... D-98
Fingered akkoordkaarten ....................... A-15 Effectenlijst ............................................. A-17 DSP algoritmelijst ................................... A-19
MIDI Implementation Chart
Laden van een Bestand ......................... D-99 Hernoemen van een Bestand .............. D-100 Wissen van een bestand ...................... D-101 Formatteren van een extern opslagmedium ...................................... D-102 Invoeren van Karakters ........................ D-103 Foutlezingen bij SmartMedia kaarten ................................................. D-104 Foutlezingen bij de disk-drive (alleen bij model WK-3500) .................. D-105
Oplossen van moeilijkheden .................... D-106 Technische gegevens ....... D-109 Onderhoud van uw instrument .......................... D-112 Merk- en productnamen die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt kunnen geregistreerde handelsmerken van anderen zijn.
D-9
735A-D-011A
WK3100_d_01-09.p65
9
04.3.8, 3:57 PM
Algemene gids 1
2 3
4 5 6
8
9
0
A
M
*3
R S
B
7
D E
C
N
I
O
P
J
T
G
H
L
M
U
Z
[
\
]
W
a
_
D-10 WK3100_d_10-25.p65
K
Q *2
*1
V
Y
F
X
b
c
735A-D-012A
10
04.3.8, 3:57 PM
Algemene gids
• In de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing wordt de WK-3500 gebruikt.
1 POWER toets
M Luidspreker
2 Spanningsindicator
N Ritmelijst
3 MODE toets
O Toonlijst
4 EFFECT toets
P Display
5 SYNTH toets
Q DEMO toets*4
6 MIXER toets
R 쎲WK-3500 PHONES aansluiting
7 TRANSPOSE/FUNCTION toets 8 VOLUME regelaar 9 ONE TOUCH PRESET toets 0 ACCOMP VOLUME toets A SONG MEMORY toets
쎲WK-3100 Microfooningangsaansluiting (MIC IN) 쎲WK-3000 PHONES/OUTPUT aansluiting S CHORD akkoordgrondtoonnamen
B 쎲WK-3500 DISK/CARD toets
T Percussie-instrumentenlijst U Akkoordtypenaam
쎲WK-3100/WK-3000 CARD toets
V SMF PLAYER toets
C DATA ACCESS indicator
W CHANNEL toets (1–16, DISP)/trekstaaftoetsen
D RHYTHM toets
X DRAWBAR ORGAN toets
E TONE toets
Y INTRO/ENDING 1/2 toetsen
F DSP toets
Z VARIATION/FILL-IN 1/2 toetsen
G PIANO SETTING toets
[ SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets
H [왖]/[왔]/[왗]/[왘] CURSOR toetsen
\ START/STOP toets
I EXIT toets
] TEMPO toetsen
J AUTO HARMONIZE toets
_ SONG MEMORY TRACK toetsen a) BANK toets b) REGISTRATION toetsen c) STORE toets
K SPLIT toets L LAYER toets
Bevestigen van de partituurstandaard*1 Steek de partlituurstandaard in de gleuf aan de bovenkant van het keyboard zoals aangegeven in de illustratie.
D-11
735A-D-013C
WK3100_d_10-25.p65
11
04.3.8, 3:57 PM
Algemene gids
*2
a Cijfertoetsen
• Voor het invoeren van nummers om aangegeven instellingen te veranderen. • Negatieve waarden kunnen enkel veranderd worden m.b.v. [+] en [–] om de aangegeven waarde te vergroten of te verkleinen.
b [+]/[–] toetsen (JA/NEE) (YES/NO)
*3 • WK-3500
• WK-3100/WK-3000 c PITCH BEND draairegelaar
c
d
d MODULATION draairegelaar
c MODULATION toets d MODULATION toetsindicator e PITCH BEND draairegelaar
c
d
e
Spelen van een demonstratiemelodie*4 Door het indrukken van de DEMO toets wordt de weergave van de demonstratiemelodieën gestart. Er zijn 3 demonstratiemelodieën die onafgebroken in volgorde worden weergegeven. Druk op de DEMO toets of op de START/STOP toets om de weergave van de demonstratiemelodieën te stoppen.
OPMERKING • Door op de [+]/[–] toetsen te drukken wordt doorgegaan naar de volgende demonstratiemelodie. • De functies voor lagen en splitsen en de PIANO SETTING toets werken niet tijdens de weergave van een demonstratiemelodie.
Voorpaneel • Alleen bij model WK-3500 f Togangsindicator g Uitwerptoets
g
f
D-12 WK3100_d_10-25.p65
735A-D-014C
12
04.3.8, 3:57 PM
Algemene gids
Achterpaneel • WK-3500
• WK-3000
h i
j
k
l
h i
OUT
j
k
SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK
DC 12V
MIDI
MIDI
IN
SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK
R L/MONO LINE OUT
DC 12V
OUT
IN
h MIDI OUT aansluiting
h MIDI OUT aansluiting
i MIDI IN aansluiting
i MIDI IN aansluiting
j SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting
j SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting
k LINE OUT R, LINE OUT L/MONO aansluiting
k DC 12V aansluiting
l DC 12V aansluiting
• WK-3100
h
i j OUT
MIDI
PHONES/ OUTPUT
k
l
SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK
DC 12V
IN
h PHONES/OUTPUT aansluiting i MIDI OUT aansluiting j MIDI IN aansluiting k SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting l DC 12V aansluiting
Achterpaneel
Bedieningspaneel • Alleen bij model WK-3100
m
n
m Kaartgleuf
n Microfoonvolumeregelaar (MIC VOLUME)
D-13
735A-D-015C
WK3100_d_10-25.p65
13
04.3.8, 3:57 PM
Algemene gids
Betreffende de display
1
2 3
4
5
G r a n dPn o 15 14
13
12
11
10
9
8
7
6
1.
TONE/RHYTHM indicator De aanduiding TONE wordt getoond tijdens toonselectie en -aanduiding terwijl RHYTHM wordt aangegeven tijdens ritmeselectie en -aanduiding.
2.
Toon/ritmenummer (nummergedeelte) Het nummer van de toon of het ritme dat op dat moment geselecteerd is. De TONE/RHYTHM indicator toont of het nummer een toon is of een ritme. Dit gebied toont ook andere informatie bij andere functies.
3.
Akkoordnaamdisplay Toont de akkoordnamen terwijl de automatische begeleiding gebruikt wordt.
4.
Toon/ritmenaam (tekstgedeelte) De naam van de toon of het ritme dat op dat moment geselecteerd is. De TONE/RHYTHM indicator toont of de naam een toon is of een ritme. Dit gebied toont ook andere informatie bij andere functies.
5.
Octaafsymbool 1 Eén symbool geeft aan dat de door het keyboard geproduceerde noot één octaaf hoger is dan de noot die getoond wordt in notenbalkgebied 6. Twee symbolen geven aan dat die twee octaven hoger is.
6.
Notenbalkgedeelte Noten die op het toetsenbord worden gespeeld, noten die vanaf het melodiegeheugen worden gespeeld, akkoordvormen en ontvangen MIDI data* worden hier getoond.
7.
Octaafsymbool 2 Eén symbool geeft aan dat de door het keyboard geproduceerde noot één octaaf lager is dan de noot die getoond wordt in notenbalkgebied 6.
8.
Indicators Een indicator verschijnt om aan te geven dat een functie (melodiegeheugen, SMF speler, automatische harmonisatie, splits en laag) op het moment in gebruik is.
9.
Maatslagnummer Toont het maatslagnummer tijdens ritme en automatische begeleidingsweergave en terwijl het melodiegeheugen en de SMF speler ingeschakeld zijn.
10.
Maat Toont het maatnummer van het begin van de weergave tijdens ritme- en automatische begeleidingsweergave en terwijl het melodiegeheugen en de SMF speler ingeschakeld zijn.
11.
Tempo indicator Toont het tempo als een waarde die het aantal maatslagen per minuut aangeeft tijdens ritme- en automatische begeleidingsweergave en terwijl het melodiegeheugen ingeschakeld is. De display toont ook andere informatie bij andere functies.
D-14 WK3100_d_10-25.p65
735A-D-016A
14
04.3.8, 3:57 PM
Algemene gids
12.
Metronoom U kunt de metronoom inschakelen om een maatslag te verkrijgen ter referentie voor uw spel op het toetsenbord.
13.
Niveaumeter Het nummer 1 tot en met 16 correspondeert aan de mixerkanalen. De niveaumeter geeft aan welke kanalen in- of uitgeschakeld zijn en geven tevens het volumeniveau aan. Trekstaaforgelfunctie Tijdens de trekstaaforgel bewerkingsfunctie toont de niveaumeter de positie van elke trekstaaf en de status van elke percussieparameter.
14.
Grafisch toetsenbord Noten die u op het toetsenbord speelt, noten die vanaf het melodiegeheugen worden gespeeld en ontvangen MIDI data* worden getoond op het grafische toetsenbord.
15.
Functie indicators Aanwijzers verschijnen naast deze functienamen om aan te geven dat de functie voor transponeren, toetsenbordinstellingen, mixer, synthesizer, effecten of disk/kaart op het moment actief is.
* Enige ontvangen data buiten het bereik van E1 – G7 wordt niet aangegeven.
OPMERKING • Displayvoorbeelden aangegeven in deze gebruiksaanwijzing dienen enkel ter illustratie. De werkelijke tekst en waarden die in de display verschijnen kunnen verschillen van de voorbeelden die hier in de gebruiksaanwijzing worden gegeven. • Door de karakteristieken van het LCD element, verandert het displaycontrast afhankelijk van de hoek van waar uit u er naar kijkt. De oorspronkelijke contrastinstelling maakt het voor een musicus die recht voor de display zit, mogelijk om alles makkelijk te zien. U kunt het contrast ook bijregelen tot het niveau dat uw persoonlijke omstandigheden beter schikt. Voor meer informatie zie pagina D-82.
D-15
735A-D-017A
WK3100_d_10-25.p65
15
04.3.8, 3:57 PM
Stroomvoorziening Dit keyboard kan werken op het standaard lichtnet (m.b.v. de voorgeschreven netadapter) of op batterijen. Let er altijd op het keyboard uit te schakelen wanneer u hem niet gebruikt.
Werking op batterijen Let er altijd op het keyboard uit te schakelen voordat u batterijen inlegt of ze vervangt.
Inleggen van de batterijen
1
Verwijder het deksel van het batterijenvak.
2
Leg zes batterijen maat D in het batterijenvak. • Zorg ervoor dat de positieve (+) en negatieve (–) polen in de juiste richting wijzen.
3
Steek de nokjes aan het deksel van het batterijenvak in de daarvoor bedoelde gaatjes en sluit het deksel. Nokjes
■ Een van de volgende symptomen kan op een lage batterijspanning duiden. Vervang de batterijen zo spoedig mogelijk wanneer een van deze symptomen optreedt. • Zwak brandende stroomindicator • Het instrument kan niet worden ingeschakeld • Wanneer de display knippert, donker of moeilijk af te lezen is • Abnormaal laag luidspreker-/hoofdtelefoonvolume • Vervorming van het geluid • Af en toe onderbreken van geluid tijdens weergave bij een hoog volume • Plotseling uitvallen van de stroom tijdens weergave bij een hoog volume • Knipperen of donker worden van de display tijdens weergave met een hoog volume • Geluid blijft klinken zelfs na loslaten van de toetsen • Een toon die totaal verschilt van de toon die u instelde • Abnormale weergave van het ritmepatroon en demonstratiemelodieën • Abnormaal laag microfoonvolume (alleen bij model WK-3100) • Vervorming van microfooningangssignaal (alleen bij model WK-3100) • Donkere stroomvoorzieningsindicator bij gebruik van de microfoon (alleen bij model WK-3100) • Plotseling uitvallen van de stroom bij gebruik van de microfoon (alleen bij model WK-3100) •Uitvallen van stroom, geluidsvervorming of laag volume bij spelen via een aangesloten computer of MIDI toestel • Plotseling uitvallen van de spanning tijdens het lezen vanaf of schrijven naar een diskette (alleen bij model WK-3500)
WAARSCHUWING
OPMERKING • Dit keyboard kan mogelijk niet goed functioneren als u batterijen inlegt of vervangt met de spanning ingeschakeld. Mocht dit gebeuren dan zal het keyboard weer normaal functioneren door de spanning uit en daarna weer in te schakelen.
Misbruik van batterijen kan er de oorzaak van zijn dat ze gaan lekken, hetgeen leidt tot schade aan zich in de buurt bevindende voorwerpen, of ze kunnen exploderen, hetgeen het risico op brand of persoonlijk letsel met zich mee brengt. Let er altijd op dat u de volgende voorzorgsmaatregelen naleeft. • Haal batterijen nooit uit elkaar en laat ze nooit kortsluiting maken. • Stel batterijen nooit bloot aan hitte en gooi ze niet weg door ze te verbranden. • Gebruik oude batterijen niet samen met nieuwe. • Gebruik nooit batterijen van verschillende door elkaar. • Laad de batterijen nooit op. • Let er op dat de positieve (+) en negatieve (–) uiteinden van de batterijen in de juiste richting wijzen.
VOORZICHTIG
Belangrijke informatie aangaande de batterijen ■ Hieronder volgt de geschatte levensduur van de batterijen. Alkaline batterijen ............................... 4 uur De bovenstaande waarde is de standaard levensduur van de batterijen bij normale temperatuur met de volumestand van het keyboard ingesteld op een middelmatige stand. Bij heel hoge of lage temperaturen of weergave bij een hoog volume kan deze levensduur korter worden.
Verkeerd gebruik van batterijen kunnen er de oorzaak van zijn dat ze gaan lekken hetgeen leidt tot schade aan zich in de buurt bevindende voorwerpen, of ze kunnen gaan exploderen, hetgeen het risico op brand en persoonlijk letsel met zich meebrengt. Let er altijd op de volgende voorzorgsmaatregelen na te leven. • Gebruik enkel batterijen dat voor gebruik met dit product gespecificeerd zijn. • Verwijder batterijen uit het product als u van plan bent deze voor langere tijd niet te gebruiken.
D-16 WK3100_d_10-25.p65
735A-D-018C
16
04.3.8, 3:57 PM
Stroomvoorziening
VOORZICHTIG
Gebruik van de netadapter Zorg ervoor enkel de voor dit keyboard voorgeschreven netadapter te gebruiken. Voorgeschreven netadapter: AD-12 Netadapter AD-12 MIDI
OUT
IN
SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK
R L/MONO LINE OUT
DC 12V
Stopcontact
Merk tevens de volgende waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op bij gebruik van de netadapter.
Verkeerd gebruik van de netadapter kan het risico op brand en op elektrische schok met zich meebrengen. Let er altijd op de volgende voorzorgsmaatregelen na te leven. • Plaats het netsnoer niet bij een kachel of een andere warmtebron. • Trek nooit aan het snoer wanneer u de stekker uit het stopcontact wilt trekken. Houd daartoe altijd de stekker zelf beet. • Steek het netsnoer zover mogelijk in het stopcontact. • Haal de netadapter uit het stopcontact tijdens onweersbuien met bliksem of voordat u op reis gaat of wanneer u om andere redenen voor langere tijd weg bent. • Minstens eens per jaar dient u de netadapter uit het stopcontact te trekken om eventueel stof dat zich opgehoopt heeft rond te stekers te verwijderen.
BELANGRIJK! WAARSCHUWING Verkeerd gebruik van de netadapter kan het risico op brand en op elektrische schok met zich meebrengen. Let er altijd op de volgende voorzorgsmaatregelen na te leven. • Zorg er voor uitsluitend gebruik te maken van de netadapter die gespecificeerd is voor gebruik met dit product. • Gebruik enkel een voedingsbron waarvan het voltage zich bevindt binnen de op de netadapter aangegeven nominale spanning. • Belast de stopcontacten en verlengsnoeren niet te veel. • Plaats nooit zware voorwerpen op het snoer en stel het niet bloot aan hitte. • Probeer nooit te knutselen aan het snoer en stel het niet bloot aan overmatig buigen. • Draai het snoer niet en trek er niet aan. • Mocht het netsnoer of de netstekker beschadigd raken, neem dan contact op met het oorspronkelijke punt van verkoop of met een door CASIO erkende onderhoudswerkplaats. • Raak de netadapter nooit aan terwijl uw handen nat zijn. Hierdoor kunt u het risico op een elektrische schok in de hand werken.
• Zorg ervoor dat het keyboard uitgeschakeld is alvorens de netadapter in het stopcontact te steken of hem er uit te trekken. • Bij langdurig gebruik van de netadapter kan deze warm worden. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Automatische stroomonderbreking De spanning van het keyboard wordt bij werking op batterijen automatisch na ca. 6 minuten na het indrukken van de laatste toets uitgeschakeld. Druk op de POWER toets om de spanning opnieuw in te schakelen wanneer dit gebeurt.
OPMERKING • De automatische stroomonderbreking werkt niet wanneer het keyboard op stroom van het lichtnet werkt.
Uitzetten van de automatische stroomonderbreking Houd de TONE toets ingedrukt terwijl u het keyboard inschakelt om de automatische stroomonderbreker uit te zetten. • Bij uitzetten van de automatische stroomonderbreker zal het keyboard niet meer zichzelf uitschakelen ongeacht hoe lang hij blijft staan zonder te worden aangeraakt. • Automatische stroomonderbreking wordt automatisch ingeschakeld bij inschakelen van de spanning.
D-17
735A-D-019A
WK3100_d_10-25.p65
17
04.3.8, 3:57 PM
Stroomvoorziening
Geheugeninhoud
Instellingen De toon, het ritme en andere “belangrijkste instellingen van het keyboard” die van kracht waren toen u het keyboard met de hand uitschakelde door op de POWER toets te drukken of wanneer de automatische stroomonderbreker de spanning uitschakelt, zijn nog steeds in werking wanneer u de spanning daarna weer inschakelt.
Belangrijkste keyboardinstellingen Toonnummer, lagen, splitsen, splitspunt, trekstaaforgel tooninstellingen, transponeren, stemmen, contrastinstellingen, aanslaggevoeligheid, nagalm, zweving, DSP, equalizer, ritmenummer, tempo, keyboardkanaal, MIDI In akkoordbeoordeling aan/uit, begeleiding MIDI uitgangssignaal aan/uit, toewijsbare aansluitingsinstelling, begeleidingsvolume, gebruikergebied tonen (Synthesizer functie), gebruikergebied begeleidingen, gebruikers DSP gebied, toonhoogtebuigbereik automatisch harmoniseren aan/uit, type van automatisch harmoniseren, mixer aanhouden, DSP aanhouden, Automatische begeleidingsfunctie, alle mixerparameters, alle synthesizerfunctie parameters, melodiegeheugenmelodienummers, SMF spelerinstellingen (weergavefunctie, handmatig weergavedeel, SMF weergavevolume)
Naast de bovenstaande instellingen, kunnen in de registratiefunctie en de melodiegeheugenfunctie opgeslagen data ook bewaard worden wanneer de spanning van het keyboard uitgeschakeld is.
Opslaan van instellingen en van de geheugeninhoud Betreffende het Flash-geheugen Uw keyboard wordt geleverd met een ingebouwd Flashgeheugen, hetgeen data kan blijven behouden zelfs wanneer de stroom volledig is uitgeschakeld. Dit betekent dat zelfs als de batterijen geheel uitgeput zijn, dan kunt u daarna de netadapter aansluiten en de data die in het geheugen opgeslagen zitten, opnieuw oproepen. U kunt een backup maken van de inhoud van het keyboardgeheugen en andere data door gebruik te maken van de hieronder beschreven media. • SmartMediaTM kaart Zie “Gebruiken van de SmartMedia kaart” op pagina D-93. • Floppy diskette (alleen bij model WK-3500) Zie “Het gebruik van de floppy disk-drive (alleen bij model WK-3500) ” op pagina D-94.
BELANGRIJK!
Uitschakelen van het keyboard • Vergeet niet op de POWER toets om de spanning uit te schakelen en let er ook op dat de LCD verlichting uit is voordat u de verbinding met de netadapter verbreekt of iets anders doet. • Probeer de verbinding met de netadapter nooit te verbreken terwijl het keyboard nog ingeschakeld is en probeer de spanning nooit uit te schakelen door andere technieken te gebruiken dan op de POWER toets te drukken. Hierdoor kan de inhoud van het Flash-geheugen van het keyboard beschadigd raken. Vreemde werking en abnormaal opstarten van het keyboard zijn symptomen van een beschadigdeinhoud van het flash-geheugen. Zie “Oplossen van moeilijkheden” op pagina D-106 voor meer informatie.
• Wanneer het keyboard op de batterijen werkt, dient u deze zo snel mogelijk te vervangen nadat de eerste tekenen van zwakke batterijen (donkere spanningsindicator, donkere letters in de display, enz.) zich melden. Hoewel het Flash-geheugen van het keyboard niet vluchtig is (hetgeen betekent dat data niet verloren gaat wanneer de spanning wordt onderbroken), kan data verloren gaan als de spanning plotseling uitvalt wanneer data overgeschreven wordt naar het Flashgeheugen*. * Tijdens het opslaan of wissen van gebruikersdata, tijdens het opnemen met de synthesizer, tijdens het oversturen van data vanaf een computer, enz.
Terugstellen van het keyboard
BELANGRIJK! • Druk nooit op de POWER toets terwijl de volgende boodschap te zien is in de display van het keyboard. (boodschap) “Pls Wait” (wachten a.u.b.) of “Bulk In” (invoeren grote heveelheid gegevens) Als het keyboard tijdens het tonen van de bovenstaande boodschappen uitgeschakeld wordt, kan dit gebruikersdata (gebruikerstonen, melodiegeheugendata, enz.) beschadigen die zich op dat moment in het geheugen van het keyboard of op de externe media bevinden. Het is mogelijk dat de data niert meer te verkijgen is als de data eenmaal beschadigd is.
Gebruik de procedure op pagina D-80 om het keyboard te resetten (terug te stellen) waardoor alle data uit het geheugen worden gewist en de instellingen teruggesteld worden tot de oorspronkelijke waarde afgesteld in de fabriek.
D-18 WK3100_d_10-25.p65
735A-D-020A
18
04.3.8, 3:57 PM
Aansluitingen Aansluiten op een muziekinstrumentversterker 3
• WK-3500
Hoofdtelefoon- (PHONES) en lijnuitgangsaansluitingen (LINE OUT) Vergeet niet eerst het volume van het keyboard en andere aangesloten apparatuur zacht te zetten alvorens de hoofdtelefoon of andere uitwendige apparatuur aan te sluiten. Nadat u klaar bent met het maken van de aansluitingen kunt u dan het volume op het gewenste niveau instellen.
Gebruik in de handel verkrijgbare snoeren om aan te sluiten op de twee aansluitingen zoals aangegeven in Afbeelding 3. Het wordt aan u overgelaten om aansluitsnoeren aan te schaffen voor de aansluiting zoals die aangegeven zijn in de afbeelding. Gebruik de VOLUME regelaar van het keyboard om het volumeniveau bij te stellen. • Sluit enkel een snoer aan op de L/MONO aansluiting als de versterker slechts één ingangsaansluiting heeft.
OPMERKING [Voorpaneel]
• U kunt de MIDI aansluiting van het keyboard ook aansluiten op een computer of een sequencer. Zie “MIDI” op pagina D-89 voor details.
PHONES aansluiting
1
Stereo standaardstekker
Aansluiten van een hoofdtelefoon 1 Bij aansluiten van de hoofdtelefoon wordt tegelijkertijd het geluid van de ingebouwde luidsprekers afgesneden, zodat u ‘s nachts kunt spelen zonder de buren wakker te houden. [Achterpaneel] AUX IN aansluiting, enz. van audioversterker PIN stekker LEFT (Wit) RIGHT (Rood)
MIDI
OUT
IN
SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK
R L/MONO LINE OUT
DC 12V
Standaardaansluitingen
Gitaarversterker, keyboardversterker, enz.
Standaardstekkers INPUT 1 INPUT 2
Aansluiten op de audio apparatuur 2 Gebruik in de handel verkrijgbare snoeren om aan te sluiten op de twee aansluitingen zoals aangegeven in Afbeelding 2. Het wordt aan u overgelaten om aansluitsnoeren aan te schaffen voor de aansluiting zoals die aangegeven zijn in de afbeelding. Tijdens deze configuratie dient u gewoonlijk de ingangskeuzeschakelaar van de geluidsapparatuur in te stellen die de aansluiting (zoals AUX IN) specificeert waarop het keyboard aangesloten is. Gebruik de VOLUME regelaar van het keyboard om het volumeniveau bij te stellen.
D-19
735A-D-021A
WK3100_d_10-25.p65
19
04.3.8, 3:57 PM
Aansluitingen
Versterker voor muziekinstrumenten 3
• WK-3100/WK-3000
Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting Vergeet niet eerst het volume van het keyboard en andere aangesloten apparatuur zacht te zetten alvorens de hoofdtelefoon of andere uitwendige apparatuur aan te sluiten. Nadat u klaar bent met het maken van de aansluitingen kunt u dan het volume op het gewenste niveau instellen. WK-3100 [Achterpaneel] PHONES/OUTPUT aansluiting
Sluit het keyboard m.b.v. een los verkrijgbaar aansluitsnoer aan op de versterker voor muziekinstrumenten.
OPMERKING • Gebruik een aansluitsnoer met een stereo standaardstekker aan het uiteinde dat u op het keyboard aansluit en een stekker, die voorziet in een dubbele signaalingang (links en rechts), op de versterker waarop u de aansluiting tot stand brengt. Bij gebruik van een verkeerde stekker aan een van beide uiteinden kan het stereo-effect verloren gaan.
Audio aansluiting
PHONES/ OUTPUT
1
• Bij aansluiting op een versterker voor muziekinstrumenten kunt u het volume van het keyboard relatief laag zetten en veranderingen in het volume maken met de bedieningsorganen van de versterker.
Stereo standaardstekker
Aansluitvoorbeeld
3 Keyboardversterker, gitaarversterker, enz.
Wit
2
Rood Pinstekker
Pinstekker (rood)
Pinstekker
LINKS RECHTS
AUX IN of overeenkomstige aansluiting van de geluidsversterker
WK-3000 [Voorpaneel]
Naar de PHONES/OUTPUT aansluiting Standaard stereostekker
INPUT 1 INPUT 2
Pinstekker (wit) Standaardstekker
Keyboard- of gitaarversterker
OPMERKING PHONES/OUTPUT aansluiting Audio aansluiting
1 Stereo standaardstekker
3 Keyboardversterker, gitaarversterker, enz.
Wit
2
Rood Pinstekker
• U kunt het keyboard ook aansluiten op een computer of sequencer. Zie “MIDI” op pagina D-89 voor details.
Aanhoudpedaal/toewijsbare aansluiting U kunt een los verkrijgbaar aanhoudpedaal (SP-3 of SP-20) aansluiten op de SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting om daaraan de hieronder beschreven mogelijkheden te verlenen.
LINKS RECHTS
AUX IN of overeenkomstige aansluiting van de geluidsversterker
Zie “Veranderen van andere instellingen” op pagina D-79 voor details aangaande de pedaalfunctie.
Aansluiten van een hoofdtelefoon 1 Bij aansluiten van de hoofdtelefoon wordt tegelijkertijd het geluid van de ingebouwde luidsprekers afgesneden, zodat u ‘s nachts kunt spelen zonder de buren wakker te houden.
SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK aansluiting MIDI
OUT
Geluidsapparatuur 2 Sluit het keyboard aan op geluidsapparatuur m.b.v. een los verkrijgbaar aansluitsnoer met een standaardstekker aan de ene kant en twee pinstekkers aan het andere uiteinde, Merk op dat de op het keyboard aangesloten standaardstekker een stereostekker dient te zijn anders kunt u slechts via één van de twee stereo kanalen geluid verkrijgen. Bij deze opstelling zet u de ingangskeuzeschakelaar van de aangesloten geluidsapparatuur gewoonlijk in de daarvoor bedoelde stand (normaliter aangeduid als AUX IN of iets in die geest) die dus overeenkomt met waar het snoer van het keyboard op aangesloten is. Zie de gebruiksaanwijzing van de geluidsapparatuur voor volledige details.
IN
SUSTAIN/ ASSIGNABLE JACK
DC 12V
SP-20
Aanhoudpedaal • Bij pianotonen zal het geluid aangehouden worden als het pedaal wordt ingetrapt, net zoals bij het demppedaal van een piano. • Bij orgeltonen wordt het geluid doorlopend aangehouden totdat het pedaal wordt losgelaten.
D-20 WK3100_d_10-25.p65
R L/MONO LINE OUT
735A-D-022C
20
04.3.8, 3:57 PM
Aansluitingen
Sostenutopedaal • Zoals bij het aanhoudpedaal hierboven zal het geluid aangehouden worden bij intrappen van het sostenutopedaal. • Het verschil tussen een sostenuto pedaal en een aanhoudpedaal is de timing. Bij een sostenutopedaal, kunt u op de klaviertoetsen drukken en vervolgens het pedaal intrappen voordat u de klaviertoetsen loslaat. Dan worden enkel die noten aangehouden die klonken wanneer het pedaal werd ingetrapt. Zacht pedaal Bij intrappen van het pedaal worden de weergegeven noten zachter gemaakt. Ritme start/stoppedaal In dit geval vervult het pedaal dezelfde functies als de START/STOP toets.
Het gebruik van de microfoonaansluiting (alleen bij model WK-3100)
BELANGRIJK! • Denk er altijd aan de ON/OFF schakelaar van de microfoon uit te schakelen en de microfoon van het keyboard los te koppelen wanneer u de microfoon niet gebruikt.
Aanbevolen type microfoon • Dynamische microfoon (standaardstekker)
BELANGRIJK! • Het aansluiten op de MIDI aansluiting van uitwendige apparatuur kan statische ruis veroorzaken in het microfoonsignaal. Het gebruik van een microfoon van het Cannon type met een door metaal afgeschermde behuizing helpt om deze statische ruis te voorkomen. • Denk er altijd aan de microfoon van het keyboard los te koppelen wanneer u deze niet gebruikt.
Rondzingen (akoestische terugkoppeling) Eén van de volgende omstandigheden kan rondzingen veroorzaken). • De microfoon met een hand afschermen • Een microfoon te dicht bij een luidspreker plaatsen
Door een los verkrijgbare microfoon* aan te sluiten op de microfooningangsaansluiting (MIC IN) kunt u met uw eigen spel meezingen of meezingen met de begeleiding van het melodiegeheugen of de SMF weergave. Bij het aansluiten van een microfoon dient u eerst het microfoonvolume (MIC VOLUME) in te stellen op een laag niveau en het niveau pas in te stellen na de aansluiting tot stand te hebben gebracht. * Als een microfoon meegeleverd was met uw keyboard, gebruik dan die microfoon. Mocht er geen microfoon meegeleverd zijn, gebruikt dan een los verkrijgbare microfoon die voldoet aan de voorgeschreven specificaties.
Statische ruis TL-verlichting kan statische ruis veroorzaken in het microfoonsignaal. Mocht u hier last van krijgen, vermijd het licht die u er van verdenkt de oorzaak te vormen van de statische ruis.
1
OPMERKING
2 3
Stel de MIC VOLUME regelaar in op de “MIN” (minimaal volume) zijde. Schakel de ON/OFF schakelaar van de microfoon in. Stel het microfoonvolume m.b.v. de MIC VOLUME regelaar in op het gewenste niveau. Microfooningangsaansluiting (MIC IN)
Mocht rondzingen optreden houd de microfoon dan verder weg van de kop beet en houd hem verder weg van luidsprekers in de buurt.
• Effecten worden niet toegepast op het ingangssignaal van de microfoon.
Accessoires en opties Gebruik enkel de accessoires en opties die genoemd worden voor dit keyboard. Bij gebruik van niet-erkende items bestaat er gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel.
Microfoon aan/uit (ON/OFF) schakelaar
Microfoon
MIC VOLUME regelaar
D-21
735A-D-023C
WK3100_d_10-25.p65
21
04.3.8, 3:57 PM
Basisbediening POWER
TONE
Cijfertoetsen Number buttons
VOLUME
Dit hoofdstuk geeft informatie betreffende het uitvoeren van basis keyboardbediening.
Spelen op het keyboard
1 2 3
Druk op de POWER toets om het keyboard in te schakelen. Gebruik de VOLUME regelaar om het volume in te stellen op een relatief laag niveau. Speel iets op het keyboard.
Instellen van een toon Dit keyboard wordt afgeleverd met ingebouwde tonen zoals hieronder aangegeven. Een gedeeltelijke lijst van de verkrijgbare toonnamen is afgebeeld op het console van het keyboard. Zie de “Toonlijst” op pagina A-1 van deze gebruiksaanwijzing voor een volledige lijst. “Geavanceerde tonen” zijn variaties op standaard tonen, die gecreëerd worden door het programmeren van effecten (DSP) en andere instellingen. Voor details aangaande de tonen van het trekstaaf orgel,verwijs naar “Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)” op pagina D-26.
Trekstaaforgeltonen: 50 voorkeuzetonen + 100 gebruikerstonen Nummer
Aantal tonen
000 - 049
50
Voorkeuzetonen
100 - 199
100
Gebruikerstoon*
Toontype
DSP lijn aan/uit*1 Aan/uit*5
6
Aan/uit*3
*1: Zie “Het veranderen van tonen en het configureren van DSP effectinstellingen” op pagina D-23. *2: Geheugengebied voor tonen die u gecreëerd heeft. Zie “Synthesizerfunctie” op pagina D-51. De gebruikerstoongebieden 600 tot en met 699 bevatten aanvankelijk dezelfde data als de DSP types 000 tot en met 099. *3: Dit hangt af van de brontoon of de tooninstelling. Zie “Synthesizerfunctie” op pagina D-51 voor meer informatie. *4: Gebied voor data die vanaf een computer werd gestuurd. Zie “Gebruik van de data download service” op pagina D-91 voor meer informatie. Voor informatie aangaande golfvormen, zie “Creëren van een gebruikerstoon” op pagina D-54. *5: Dit hangt af van de toon. De status ervan kan worden bekeken door naar de DSP toets te kijken. Zie “DSP toets” op pagina D-34 voor meer informatie. *6: Geheugengebied voor tonen die door gecreëerd worden. Zie “Een trekstaaforgeltoon bewerken” op pagina D-28. Gebruikers trefstaaforgeltoon gebieden bevatten aanvankelijk twee setten met dezelfde data als de trefstaaforgeltoon types 000 tot en met 049.
Toontypes Standaardtonen: 516 voorkeuzetonen + 124 gebruikerstonen DSP lijn aan/uit*1
Nummer
Aantal tonen
000 - 299
300
Geavanceerde tonen
Aan
300 - 499
200
Voorkeuzetonen
Uit
500 - 515
16
Drumsets
600 - 699
100
Gebruikerstonen*2
Aan/uit*3
700 - 719
20
Gebruikerstonen met golven*4
Aan/uit*3
4
Gebruikersdrumsets met golven*4
Aan/uit*5
800 - 803
Toontype
Uit
OPMERKING • U kunt toonnummers die niet in de bovenstaande bereiken (standaardtonen 516 tot en met 599 en 720 tot en met 799, en trekstaaf orgeltonen van 050 tot en met 099) vallen niet selecteren. U kunt bladeren door de ongebruikte nummers wanneer u de [+] en [–] toetsen gebruikt om door de toonnummers te bladeren. Wanneer u bijvoorbeeld op [+] drukt terwijl 515 geselecteerd is, springt het nummer door naar 600.
D-22 WK3100_d_10-25.p65
735A-D-024A
22
04.3.8, 3:57 PM
Basisbediening
Instellen van een toon
1 2
3
Vind de te gebruiken toon op de toonlijst en maak een notitie van het toonnummer. Druk op de TONE toets.
Voer het drie-cijferige toonnummer in van de bewuste toon m.b.v. de cijfertoetsen. Voorbeeld: Om “332 ACOUSTIC BASS GM” te selecteren, voer 3, 3 en daarna 2 in.
A c o . B s _G OPMERKING • Voer altijd alle drie cijfers in van het toonnummer inclusief eventuele voorafgaande nullen. • U kunt het aangegeven toonnummer tevens vergroten met de [+] toets en verkleinen met de [–] toets. • Wanneer één van de drumsets geselecteerd is (toonnummers 500 tot en met 515), dan wordt aan elke klaviertoets een ander percussiegeluid toegewezen. Zie pagina A-12 voor details.
Polyfonie De term polyfonie refereert aan het maximal aantal noten dat u op hetzelfde moment kunt spelen. Het keyboard heeft 32noten polyfonie, hetgeen zowel de noten die u speelt omvat als de ritmes en automatisch begeleidingspatronen die door het keyboard worden gespeeld. Dit betekent dus dat wanneer een ritme of een automatisch begeleidingspatroon gespeeld wordt door dit keyboard, het aantal noten (de polyfonie dus) gereduceerd wordt dat open staat voor spelen op het toetsenbord. Merk tevens op dat sommige van de tonen slechts 10-noten polyfonie geven.
Digitale monsters Veel van de klanken die beschikbaar zijn op dit keyboard zijn opgenomen en bewerkt met behulp van een techniek die (digital sampling) wordt genoemd. Om een hoge klankkwaliteit te verzekeren worden monsters (samples) genomen in de lage, midden en hoge frequentiegebieden en vervolgens weer gecombineerd om u te voorzien van geluiden die verbazingwekkend veel overeenkomen met de originelen. Soms zult u minieme verschillen in volume of geluidskwaliteit horen voor sommige tonen wanneer u ze op verschillende plaatsen op het toetsenbord speelt. Dit is een onvermijdelijke bijwerking van meervoudig monsters (multiple sampling) maken en is geen teken van onjuist functioneren.
Het veranderen van tonen en het configureren van DSP effectinstellingen Dit keyboard heeft slechts een enkele DSP klankbron. Hierdoor kunnen bij tonen waarbij DSP ingesteld is voor meerdere onderdelen bij het het maken van meerdere lagen en splitsen van tonen (pagina D-74, 75) conflicten optreden. Om conflicten te vermijden, wordt DSP toegewezen aan de laatste toon waarbij DSP ingesteld is terwijl DSP voor alle andere onderdelen uitgeschakeld (DSP lijn uit (OFF)) is. DSP lijn is een parameter die regelt of het op dat moment ingestelde DSP effect van toepassing is op een onderdeel.* Elke toon heeft een DSP lijnparameter. Door het selecteren van een toon wordt de DSP lijnparameter van die toon uitgeoefend op alle onderdelen. * De DSP lijnparameter is ingeschakeld (het DSP effect wordt uitgeoefend) bij de 300 geavanceerde tonen die genummerd zijn van 000 tot en met 299, en uitgeschakeld (het DSP effect wordt niet uitgeoefend) bij de 200 voorkeuzetonen genummerd van 300 tot en met 499. Voor informatie over andere tonen, raadpleeg “Toontypes” op pagina D-22.
D-23
735A-D-025A
WK3100_d_10-25.p65
23
04.3.8, 3:57 PM
Basisbediening
●WK-3500
PIANO SETTING
●WK-3100/WK-3000 MODULATION toets MODULATION button
PITCHPITCH BENDBEND draairegelaar wheel MODULATION draairegelaar MODULATION wheel
PITCH BEND PITCHdraairegelaar BEND wheel
PIANO SETTING toets Het indrukken van deze toets verandert de instelling van het keyboard om het te optimaliseren voor spelen op de piano. Instellingen Toonnummer: “000 St.GrPno” Ritmenummer: “120 Pf Bld 1” Begeleidingsfunctie: Normaal Gelaagd: Uit Splitsing: Uit Automatisch harmoniseren: Uit Transponeren: 0 Aanslaggevoeligheid: Uit: Keert terug naar de oorspronkelijke instelling Aan: Geen verandering Toewijsbare aansluiting: SUS Lokale controle: Aan Instelling van de mixerkanaal 1 parameter: Hangt af van de toon
OPMERKING • Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl een ritme aan het spelen is, wordt het ritme gestopt waarna de instelling van het keyboard vervolgens verandert. • Door op de PIANO SETTING toets te drukken terwijl de synthesizerfunctie of een andere functie van het keyboard ingeschakeld is, wordt de huidige functie verlaten waarna de instelling van het keyboard vervolgens verandert. • De instelling van het keyboard verandert niet als u op de PIANO SETTING toets drukt onder één van de volgende omstandigheden. * Tijdens realtime opname, tijdens stapopname of tijdens het gebruik van de montagefunctie van het melodiegeheugen. * Terwijl de melding voor het opslaan van data of het overschrijven van data op de display aangegeven wordt * Tijdens een registratiedata-opslagbewerking
De keyboard instellingen optimaliseren voor spelen op de piano
1 2
Druk op de PIANO SETTING toets. Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen. • De noten die u speelt klinken als bij een piano. • Druk op de START/STOP toets als u met ritmebegeleiding wilt spelen. Hierdoor gaat een ritme spelen dat geoptimaliseerd is voor de piano. • Druk nogmaals op de START/STOP toets om het spelen van het ritme te stoppen.
D-24 WK3100_d_10-25.p65
735A-D-026C
24
04.3.8, 3:57 PM
Basisbediening
Gebruik van de PITCH BEND draairegelaar
Gebruik van de MODULATION draairegelaar
PITCH BEND betekent letterlijk “toonhoogtebuiging” en deze draairegelaar laat u de toonhoogte inderdaad “buigen”. Hierdoor kunt u extra vleugje realisme toevoegen aan de saxofoon en aan andere tonen.
Modulatie past vibrato toe die de toonhoogte van een noot moduleert. Het werkt het beste bij noten die aangehouden worden door een klaviertoets ingedrukt te houden, in het bijzonder wanneer u de melodie speelt met een viool of soortgelijke toon. U kunt het modulatie effect aanpassen m.b.v. de DSP parameters 0 – 7. Zie “DSP parameters” op pagina D-33 voor meer informatie.
Gebruiken van de PITCH BEND regelaar
1
Gebruik terwijl u een klaviertoets ingedrukt houdt met uw rechterhand, uw linkerhand om de PITCH BEND draairegelaar omhoog en omlaag te draaien. • De noot keert terug naar de oorspronkelijke toonhoogte wanneer u de PITCH BEND draairegelaar loslaat.
• WK-3500
De MODULATION draairegelaar gebruiken
1
OPMERKINGEN • Bij saxofoon- en elektrische gitaartonen kunnen de meest realistische geluidseffecten worden geproduceerd als u de noten speelt en tegelijkertijd de PITCH BEND draairegelaar bediend. • Zie “Toonhoogtebuigbereik (oorspronkelijke default: 12)” op pagina D-82 voor het veranderen van het buigbereik van de PITCH BEND draairegelaar. • Schakel het keyboard nooit in terwijl aan de PITCH BEND draairegelaar gedraaid wordt.
Terwijl u melodienoten speelt met uw rechter hand, draai met uw linkerhand aan de MODULATION draairegelaar om vibrato toe te passen op de noten. • De mate waarmee vibrato wordt toegepast hangt af van hoever u de MODULATION draairegelaar naar boven draait. Door de draairegelaar in de neutrale stand te zetten (zover mogelijk naar beneden draaien) wordt het vibrato effect uitgeschakeld.
• WK-3100/WK-3000
De MODULATION toets gebruiken
1
Terwijl u een klaviertoets ingedrukt houdt met uw rechter hand, gebruik uw linkerhand om op de MODULATION toets te drukken. • Vibrato wordt toegepast zolang de MODULATION toets ingedrukt gehouden wordt.
OPMERKING • Modulatie kan worden gebruikt om meer expressie toe te voegen aan aangehouden melodienoten die gespeeld worden met een viool, synthetisch reedorgel of een soortgelijke toon. • De modulatie beïnvloed de verschillende tonen op andere manieren.
D-25
735A-D-027C
WK3100_d_10-25.p65
25
04.3.8, 3:57 PM
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ) Uw keyboard heeft ingebouwde “trekstaaforgeltonen” die gewijzigd kunnen worden m.b.v. negen digitale trekstaven waarvan de bediening eender is aan die van de regelaars bij een trekstaaforgel. U kunt ook percussie selecteren of toetsklikken. Er is genoeg ruimte in het geheugen voor het opslaan van maximaal 100 door de gebruiker gecreëerde trekstaaftoon variaties. Trekstaaforgel bedieningsvolgorde Toon/ritme selectiescherm* DRAWBAR ORGAN toets
EXIT toets
Trekstaaforgeltoon selectiescherm [왘] CURSOR toets
DRAWBAR ORGAN toets
Trekstaaforgeltoon bewerkingsscherm [왗] / [왘] CURSOR toetsen
[왗] / [왘] CURSOR toetsen “More?” (meer?) scherm [왔] CURSOR toets
[왖] CURSOR toets
Synthesizer bewerkingsscherm [왔] CURSOR toets
[왖] CURSOR toets
DSP effect bewerkingsscherm [왔] CURSOR toets
[왖] CURSOR toets
Naam/opslaan instelscherm
* U kunt het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon ook verkrijgen van het functiescherm voor de melodiegeheugenfunctie of de SMF weergave. In dit geval verschijnt echter het bewerkingsscherm voor de trekstaaforgeltoon niet.
D-26 WK3000_d_26-37.p65
735A-D-028A
26
04.3.8, 3:58 PM
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
Kanaaltoetsen wanneer het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon getoond wordt De 18 toetsen langs de onderkant van de display functioneren als trekstaaftoetsen terwijl het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon zich in de display bevindt (nadat u op de DRAWBAR ORGAN toets gedrukt heeft). Elk paar toetsen (boven en onder) stellen een trekstaaf voor hetgeen dus betekent dat de 18 aanwezige toetsen u de functionaliteit geven van 9 trekstaven. “ ’ ”: Voet Waarde
Parameternaam
F t 16 ’ Momenteel geselecteerde parameter 16 51/3
8
4
22/3
2
13/5 11/3
1
CLICK SECOND THIRD DECAY PERCUSSION
Verminderen Op het moment geselecteerde trekstaaf Vermeerderen
Trekstaaftoetsen
Elk van de negen toetsparen wordt een waarde toegekend van 16 voet tot 1 voet. Elk toetsenpaar heeft een vermindertoets (voor verminderen met 16 voet, 5-1/3 voet, enz.) en een vermeerdertoets (voor vermeerderen met 16 voet, 5-1/3 voet, enz.).
D-27
735A-D-029A
WK3000_d_26-37.p65
27
04.3.8, 3:58 PM
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
DRAWBAR ORGAN
Cijfertoetsen Number buttons
[+]/[–]
CURSOR
Een trekstaaforgeltoon selecteren
1 2
Parameterinstelling Parameternaam
F t 16 ’
Vind de te gebruiken trefstaaforgeltoon op de toonlijst en maak een notitie van het toonnummer. Druk op de DRAWBAR ORGAN toets. • Hierdoor verschijnt het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon. Toonnummer
• In het totaal zijn er 13 parameters. U kunt de [왗] en [왘] CURSOR toetsen gebruiken om door de instellingen heen te gaan. Zie “Parameter details” op pagina D-29 voor nadere informatie. • Terwijl het “More?” (meer?) scherm zich op de display bevindt, kunt u doorgaan naar de synthesizer en DSP effect bewerkingsschermen door te drukken op de [왔] CURSOR toets of op de [+] toets.
Toonnaam
Ro c kO r g 1
3
3 Gebruik de cijfertoetsen om het drie-cijferige toonnummer in te voeren voor de toon die u wilt selecteren.
OPMERKING • Voer altijd alle drie cijfers in voor het toonnummer, inclusief eventuele voorafgaande nullen. • U kunt ook het aangegeven toonnummer met telkens één vergroten of verkleinen door op de [+] en op de [–] toetsen te drukken.
Een trekstaaforgeltoon bewerken
1 2
Selecteer de trekstaaforgeltoon (000 tot en met 049, 100 tot en met 199) die u wilt bewerken. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het selectiescherm voor de trekstaaforgeltoon te verkrijgen. Selecteer de parameter waarvan u de instelling wilt veranderen.
Gebruik de [왖] en [왔] CURSOR toetsen of de [+] en [–] toetsen om de instelling van de momenteel aangegeven parameter te veranderen. • U kunt een parameterinstelling ook veranderen door een waarde in te voeren m.b.v. de cijfertoetsen. • U kunt de veranderingen in een toon bemerken door noten op het keyboard te spelen terwijl u de parameterinstellingen aan het instellen bent.
OPMERKING • Wanneer een andere toon geselecteerd wordt nadat u de parameters bewerkt heeft, zullen de parameterinstellingen vervangen worden door die van de nieuw geselecteerde toon. • Als u trefstaaforgeltonen toegewezen heeft aan meer dan één kanaal, dan zal bij wijzigen van de instelling van de trefstaaforgeltoon instelling van één van de kanalen, diezelfde instelling ook worden toegepast op alle andere kanalen. • Zie “Het opslaan van een bewerkte trekstaaforgeltoon” op pagina D-30 voor informatie over het opslaan van uw bewerkingen.
Voorbeeld: Selecteren van de “Ft16’” parameter
D-28 WK3000_d_26-37.p65
735A-D-030A
28
04.3.8, 3:58 PM
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
Het bewerken van synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de trekstaaftonen Precies zoals bij standaard (niet-trekstaaf) tonen, kunt u de synthesizerfunctie parameters en DSP parameters van de trekstaaforgel tonen bewerken Zie “Trekstaaforgel bedieningsvolgorde” op pagina D-26.
1
Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de “More?” (meer?) display te verkrijgen en druk vervolgens op de [왔] CURSOR toets. • Hierdoor wordt de synthesizerfunctie ingeschakeld, hetgeen wordt aangegeven door de aanwijzer naast SYNTH in het displayscherm. • Voer voor de rest van deze procedure de stappen uit te beginnen met stap 3 onder “Creëren van een gebruikerstoon” op pagina D-54.
Parameter details Het volgende geeft details over de parameters die u kunt configureren m.b.v. het trekstaaforgeltoon bewerkingsscherm.
Trekstaaf positie Deze parameter definiëert de positie van elke trekstaaf en het volume van elke overtoon. Hoe groter de waarde, des te groter het volume van de corresponderende overtoon. Parameternaam
Parameterdisplay indicatie
Trekstaaf 16’
Ft 16’
0 tot en met 3
Trekstaaf 5 1/3’
Ft 5 1/3’
0 tot en met 3
Trekstaaf 8’
Ft 8’
0 tot en met 3
Trekstaaf 4’
Ft 4’
0 tot en met 3
Trekstaaf 2 2/3’
Ft 2 2/3’
0 tot en met 3
Trekstaaf 2’
Ft 2’
0 tot en met 3
Trekstaaf 1 3/5’
Ft 1 3/5’
0 tot en met 3
Trekstaaf 1 1/3’
Ft 1 1/3’
0 tot en met 3
Trekstaaf 1’
Ft 1’
0 tot en met 3
Instellingen
Klik De parameter bepaalt of een toetsklik al dan niet toegevoegd wordt wanneer een aangehouden toon wordt gespeeld die geconfigureerd is m.b.v. de trekstaven. Parameternaam
Klik
Parameterdisplay indicatie Click
Instellingen oFF : Click Off (klik uit) on : Click On (klik aan)
Percussie Deze parameter laat u percussiegeluid toevoegen, hetgeen in modulatie voorziet bij aangehouden tonen die u aan het creëren bent. Wanneer u een klaviertoets op het toetsenbord ingedrukt houdt, zal het geproduceerde geluid langzaam wegsterven tot het niet langer te horen is. Door de klaviertoets nogmaals aan te slaan zal de noot weer luider weergegeven worden. Percussie heeft de “2nd Percussion” (2de overtoon toonhoogte) en de “3rd Percussion” (3de overtoon toonhoogte) instellingen, die elk in- of uitgeschakeld kunnen worden. U kunt de percussie wegsterftijd ook specificeren, hetgeen regelt hoe lang het duurt voor het percussiegeluid om weg te sterven. Parameternaam
Parameterdisplay indicatie
Instellingen
2nd Percussion (tweede percussie)
Second (tweede)
oFF : Click Off (klik uit) on : Click On (klik aan)
3rd Percussion (derde percussie)
Third (derde)
oFF : uit on : aan
Decay (wegsterven)
000 tot en met 127
Percussie wegsterftijd
(Ft: voet)
D-29
735A-D-031A
WK3000_d_26-37.p65
29
04.3.8, 3:58 PM
Het gebruik van de trekstaaforgelfunctie (Drawbar Organ)
[+]/[–]
CURSOR
Inhoud van de display tijdens de trekstaaforgelfunctie Tijdens de trekstaaforgelfunctie worden de huidige status van de trekstaafposities, toetsklikken, en percussieparameters aangegeven op de staafaanduidingen van de display zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Er is één lijn voor elke parameter en het onderste segment van de geselecteerde parameterlijn knippert. Het onderste segment van de staafgrafiekkolom die de huidige geselecteerde parameter voorstelt, gaat knipperen om aan te geven dat deze geselecteerd is. Geen van de kanaalnummers (1 tot en met 16) is aangegeven tijdens de trekstaaforgel selectiefunctie en de bewerkingsfunctie.
Het opslaan van een bewerkte trekstaaforgeltoon
1 2 3
Trekstaafpositiegrafiek Instelwaarde
0
1
2
4 Uit Aan Knippert
Aan
5
Display
Percussie vertragingstijdgrafiek Instelwaarde
0-31
32-63
64-95
Display
96-127
Gebruik de [+] en [–] toetsen om een toonnummer te selecteren.
Druk nadat de toonnaam naar wens ingesteld is op de [왘] CURSOR toets om de toon op te slaan. • Gebruik de [+] en [–] toetsen om door de letters bij de huidige cursorlocatie heen te bladeren. • Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de cursor naar links en naar rechts te verplaatsen. • Zie D-103 pagina voor informatie over het invoeren van tekst.
Klik en percussie aan/uit grafiek Uit
Druk driemaal op de [왔] CURSOR toets om het scherm te verkrijgen voor het invoeren van een toonnaam en het toewijzen van een toonnummer.
• U kunt een toonnummer selecteren binnen het bereik lopend van 100 tot en met 199.
3
Display
Instelwaarde
Gebruik na het bewerken van parameters de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de “More?” (meer?) display te verkrijgen.
Druk nadat alles naar wens is op de [왔] CURSOR toets om de toon op te slaan. • Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap die u vraagt of u de data werkelijk wilt opslaan. Druk op de YES toets om de data inderdaad op te slaan. • Nadat het opslaan is voltooid verschijnt de boodschap “Complete” (voltooid) waarna de display opnieuw het toonselectiescherm of het ritmeselectiescherm aangeeft. • Druk op de EXIT toets om het opslaan te annuleren.
D-30 WK3000_d_26-37.p65
735A-D-032A
30
04.3.8, 3:58 PM
Toepassen van effecten op tonen DSP DSP effecten worden uitgeoefend op de aansluiting tussen de klankbron en het uitgangssignaal. U kunt vervorming en modulatie effecten selecteren. U kunt DSP effectinstellingen creëren en tevens gedownloade DSP data van uw computer oversturen. Het keyboard heeft geheugen voor het opslaan van maximaal 100 DSP effectinstellingen. Zie “Gebruik van de data download service” op pagina D-91 en “Opslaan van de instellingen van de DSP parameters” op pagina D-33 voor nadere informatie.
Dit keyboard geeft u een selectie van effecten die u kunt toepassen op tonen. De ingebouwde effecten omvatten een grote rijkheid aan variaties u toegang geven tot een selectie van algemene digitale effecten.
Effectblokken Het volgende toont hoe de effecten van dit keyboard georganiseerd zijn.
REVERB (Nagalm) Nagalm bootst de akoestieken na van specifieke omgevingstypes. U kunt kiezen uit 16 verschillende nagalmeffecten, inclusief “Room” (kamer) en “Hall” (zaal).
REVERB
DSP toets
CHORUS Klankbron
EQUALIZER aan uit
16 kanalen
uitgangssignaal
DSP
CHORUS (Zweving) Het zwevingseffect geeft het geluid meer diepte door het te laten vibreren. U kunt kiezen uit 16 verschillende zwevingseffecten, inclusief “Chorus” (zweving) en “Flanger”.
lijn DSP
EQUALIZER De equalizer is een ander type effect dat u kunt gebruiken om bijstellingen te maken in de toonkwaliteit. De frequenties zijn verdeeld over een aantal frequentiebanden en het verhogen of verlagen van het niveau van één of meerdere frequentiebanden heeft een wijziging in het geluid tot gevolg. U kunt de optimale akoestieken reproduceren voor het type muziek dat u aan het spelen bent (bijvoorbeeld klassiek) door de van toepassing zijnde equalizerinstelling te selecteren.
Kanaaltoetsen terwijl het effectfunctiescherm getoond wordt Tijdens de effectfunctie regelen de 18 toetsen langs de onderkant van de display het type en de parameters van elk effect zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding. Effecttype
Parameter 1
Parameter 0
16
51/3
8
Parameter 3
Parameter 5
Parameter 2
Parameter 4
4
2
22/3
Parameter 7
Parameter 6
13/5 11/3
1
Verminderen Op het moment geselecteerde trekstaaf Vermeerderen CHANNEL toetsen
OPMERKING • Door tegelijkertijd op de [왖] en [왔] CURSOR toetsen te drukken wordt te oorspronkelijke voorkeuzewaarde opnieuw verkregen bij het op dat moment geselecteerde effect.
D-31
735A-D-033A
WK3000_d_26-37.p65
31
04.3.8, 3:58 PM
Toepassen van effecten op tonen
EFFECT
CURSOR
Cijfertoetsen Number buttons
[+]/[–]
EXIT
Instellen van een DSP type Naast de 100 ingebouwde effecttypes kunt u ook effecttypes bewerken om uw eigen types te creëren en ze op te slaan in het gebruikersgeheugen. U kunt maximaal 100 effecttypes tegelijkertijd in het gebruikersgeheugen hebben. U kunt ook het DSP type selecteren of de laatste toon die gebruikt is waarbij DSP mogelijk is. Dit betekent dat u altijd toegang heeft tot het DSP type van gavanceerde tonen en tonen die u kunt downloaden van het Internet. Om het DSP type van de laatst gebruikte toon waarbij DSP ingeschakeld is te selecteren, dient u “ton” in stap 3 van de onderstaande procedure te selecteren. Voer de volgende stappen uit om een DSP type te selecteren.
Veranderen van de instellingen van de DSP parameters U kunt de relatieve sterkte van een DSP en hoe deze wordt toegepast regelen. Zie de volgende paragraaf getiteld “DSP parameters” voor meer informatie.
1
• Hierdoor verschijnt het parameterinstelscherm.
2
VOORBEREIDINGEN • Bij gebruik van een DSP effect dient u de mixer te gebruiken om te bevestigen dat de DSP lijnen van de vereiste onderdelen ingeschakeld is. Zie “Mixerfunctie” op pagina D-47 voor meer informatie.
1 2
Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer naast EFFECT in de display verschijnt.
Gebruik na het selecteren van het gewenste DSP type de [왗] and [왘] CURSOR toetsen om de parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt veranderen. Maak de gewenste parameterinstelling m.b.v. de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen. • Door de [+] en [–] toetsen tegelijkertijd in te drukken wordt de oorspronkelijke instelling van de parameter opnieuw verkregen.
3
Druk op de EFFECT of EXIT toets. • Hierdoor wordt het toon of ritme instelscherm verlaten.
Druk op de [왘] CURSOR toets. • Het DSP type instelscherm verschijnt automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van de toets.
3
Selecteer het gewenste type DSP m.b.v. de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen. • Zie de “Effectenlijst” op pagina A-17 voor informatie aangaande de DSP types die kunnen worden geselecteerd. • Hier kunt u ook de parameters veranderen van de effecten die u selecteerde, indien u dit wenst. Zie “Veranderen van de instellingen van de DSP parameters” voor meer informatie.
OPMERKING • Het DSP type displaygebied toont het DSP nummer (000 tot en met 199) of “ton” (gebruikerstoon gecreëerd m.b.v. DSP).
D-32 WK3000_d_26-37.p65
735A-D-034A
32
04.3.8, 3:58 PM
Toepassen van effecten op tonen
DSP parameters Het volgende beschrijft de parameters voor elke DSP.
Opslaan van de instellingen van de DSP parameters U kunt maximaal 100 aangepaste DSP instellingen in het gebruikersgebied opslaan voor later oproepen op het moment dat u ze nodig heeft.
DSP ■ Parameter 0 tot en met 7 Deze parameters verschillen afhankelijk van het algoritme* van het geselecteerde DSP type. Zie de “Effectenlijst” op pagina A-17 en de “DSP algoritmelijst” op pagina A-19 voor meer informatie. * Effectorstructuur en –bedieningstype. ■ DSP nagalmzenden (DSP Reverb Send) (Bereik 000 tot en met 127)
OPMERKING • De DSP gebruikersgebieden 100 tot en met 199 bevatten aanvankelijk dezelfde data als de DSP types 000 tot en met 099.
1
Specificeert hoeveel van het post-DSP geluid naar nagalm dient te worden gezonden. ■ DSP zwevingszenden (DSP Chorus Send) (Bereik 000 tot en met 127) Specificeert hoeveel van het post-DSP geluid naar zweving dient te worden gezonden.
• Hierdoor gaat het DSP nummer van het gebruikersgebied waar de DSP opgeslagen gaat worden, knipperen in de display.
2
Gebruik de [+] en [–] toetsen om het DSP gebruikersgebiednummer te selecteren waar u de nieuwe DSP wilt opslaan. • U kunt uitsluitend een DSP gebruikersgebiednummer selecteren dat valt binnen het bereik lopend van 100 tot en met 199.
OPMERKING • Of een effect al dan niet toegepast wordt op de delen die klinken hangt af van de nagalmzenden, zwevingzenden en DSP aan/uit instellingen van de mixerfunctie. Zie “Mixerfunctie” op pagina D-47 voor meer informatie. • Bij weergeven van een demonstratiemelodie (pagina D12) verandert het effect automatisch naar het effect dat toegewezen is aan die melodie. U kunt het effect van een demonstratiemelodie niet veranderen. • Door de effectinstelling te veranderen terwijl het geluid weergegeven wordt door het keyboard, zal een korte onderbreking in het geluid plaatsvinden op het moment dat van effect wordt veranderd. • Een aantal tonen, die de “Advanced Tones”, (geavanceerde tonen) worden genoemd, schakelen automatisch de DSP lijn in voor een rijker geluid met een hogere kwaliteit. Als u een geavanceerde toon toewijst aan een toetsenborddeel (kanalen 1 tot en met 4), wordt de DSP lijn automatisch ingeschakeld en de DSP selectie verandert in overeenkomst met de instellingen van de Advanced Tone (geavanceerde toon). Daarnaast wordt de aan/uit instelling van de mixerfunctie DSP lijn ingeschakeld voor het toetsenborddeel waaraan de Advanced Tone (geavanceerde toon) is toegewezen.* * De mixer DSP lijn instelling wordt automatisch uitgeschakeld voor elk deel waaraan geen geavanceerde toon is toegewezen. Hierdoor worden eerdere op deze delen uitgeoefende DSP effecten uitgeschakeld waardoor de klank van hun tonen anders kan klinken. Verkrijg in dit geval het mixerscherm en schakel de DSP weer in.
Druk na uitvoeren van de gewenste instellingen voor de DSP parameters op de [왔] CURSOR toets.
3
Druk nadat het gewenste DSP gebruikersgebiednummer geselecteerd is op de [왘] CURSOR toets. • Gebruik de [+] en [–] toetsen om door de letters bij de huidige cursorlocatie heen te bladeren. • Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de cursor naar links en rechts te verplaatsen. • Zie pagina D-103 voor informatie over het invoeren van tekst.
4
Druk nadat alles naar wens is op de [왔] CURSOR toets om het effect op te slaan. • Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap die u vraagt of u de data werkelijk wilt opslaan. Druk op de YES toets om de data inderdaad op te slaan. • De boodschap “Complete” (voltooid) verschijnt kortstondig op de display gevolgd door het toonselectiescherm of het ritmeselectiescherm.
D-33
735A-D-035A
WK3000_d_26-37.p65
33
04.3.8, 3:58 PM
Toepassen van effecten op tonen
EFFECT
DSP
CURSOR
Cijfertoetsen Number buttons
[+]/[–]
EXIT
DSP toets
REVERB selecteren
Door de DSP toets te checken kunt u er achter komen of DSP al dan niet mogelijk is voor de toon die op het moment als een deel is geselecteerd. De DSP toets gaat branden bij een toon waarbij DSP mogelijk is (DSP lijn ON (aan)) en gaat uit voor een toon waarbij DSP niet mogelijk is (DSP lijn OFF (uit)). Wanneer u bijvoorbeeld elk deel verplaatst tijdens de splits/lagen functie gaat de DSP toets branden of juist uit overeenkomstig de instellingen van dat deel.
Voer de volgende stappen uit om REVERB te selecteren.
1
Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer verschijnt naast EFFECT op het displayscherm.
Door op de DSP toets te drukken wordt overgeschakeld tussen mogelijk (DSP lijn ON (aan)) en onmogelijk (DSP lijn OFF (uit)) voor de toon en het deel dat u op dat moment op het toetsenbord aan het spelen bent. Wijzer
In- en uitschakelen van de DSP lijn
1
Druk op de DSP toets om de DSP lijn voor het op dat moment geselecteerde deel in en uit te schakelen.
2
Druk de [왔] CURSOR toets eenmaal in. • Hierdoor wordt het nagalm bewerkingsscherm verkregen.
3
Druk op de [왘] CURSOR toets. • Het nagalmtype instelscherm verschijnt automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van de toets.
4
Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om door de nagalmtypes heen te bladeren totdat de gewenste aangegeven wordt of gebruik de cijfertoetsen om het gewenste nagalmnummer in te voeren. • Zie de lijst op pagina A-17 voor informatie over de types REVERB effecten die beschikbaar zijn. • Hier kunt u ook de parameters van het effect veranderen dat u heeft geselecteerd, indien dit gewenst is. Zie “Veranderen van de instellingen van de REVERB parameters” voor nadere informatie.
D-34 WK3000_d_26-37.p65
735A-D-036A
34
04.3.8, 3:58 PM
Toepassen van effecten op tonen
Veranderen van de instellingen van de REVERB parameters U kunt de relatieve sterkte van een nagalmtype regelen en hoe deze wordt uitgeoefend. Zie de volgende paragraaf getiteld “REVERB parameters” voor nadere informatie.
1
Na het selecteren van het gewenste nagalmtype gebruikt u de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt veranderen. • Hierdoor wordt het parameterinstelscherm aangegeven. Voorbeeld: Om de nagalmtijdparameter in te stellen
SR v T i me 2 3
Voer m.b.v. de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen de gewenste parameterinstelling. Druk op de EFFECT of EXIT toets. • Hierdoor verschijnt opnieuw het toon- of ritmeselectiescherm.
REVERB parameters Nagalmeffecten worden geassocieerd met ofwel een nagalmeffect of een vertragingseffect. Parameterinstellingen hangen af van het geassocieerde type.
Nagalmtype (Nr. 0 tot en met 5, 8 tot en met 13) ■ Nagalmniveau (Reverb Level) (Bereik: 000 tot en met 127) Regelt de mate van nagalm. Een groter nummer produceert meer nagalm. ■ Nagalmtijd (Reverb Time) (Bereik: 000 tot en met 127) Regelt de duur van nagalm. Een groter nummer produceert langere nagalm. ■ ER niveau (ER Level) (Aanvankelijk echogeluid) (Bereik: 000 tot en met 127) Deze parameter regelt het aanvankelijke nagalmvolume. Het aanvankelijke echogeluid is het eerste geluid dat via de muren en het plafond gereflecteerd wordt wanneer geluid weergegeven wordt door dit keyboard. Een grotere waarde stelt een groter echogeluid voor. ■ Hoge demping (High Damp) (Bereik: 000 tot en met 127) Stelt de demping bij van de hoogfrequentienagalm (hoog geluid). Een kleinere waarde dempt hoge geluiden waardoor een donkere nagalm ontstaat. Een grotere waarde dempt de hoge geluiden niet waardoor de nagalm helderder wordt.
Nagalmtype (Nr. 6, 7, 14, 15) ■ Vertragingsniveau (Bereik: 000 tot en met 127) Specificeert het volume van het vertragingsgeluid. Een hogere waarde produceert een luider vertragingsgeluid. ■ Vertragingsterugkoppeling (Bereik: 000 tot en met 127) Stelt de vertragingsherhaling bij. Een hogere waarde produceert een groter aantal herhalingen. ■ ER niveau Hetzelfde als het nagalmtype ■ High Damp (hoge demping) Hetzelfde als het nagalmtype
OPMERKING • Of een effect al dan niet toegepast wordt op de delen die klinken hangt af van de nagalmzenden, zwevingzenden en DSP aan/uit instellingen van de mixerfunctie. Zie “Mixerfunctie” op pagina D-47 voor meer informatie.
D-35
735A-D-037A
WK3000_d_26-37.p65
35
04.3.8, 3:58 PM
Toepassen van effecten op tonen
EFFECT
CURSOR
Cijfertoetsen Number buttons
[+]/[–]
EXIT
Selecteren van CHORUS Voer de volgende stappen uit om CHORUS (zweving) te selecteren.
1 2
Druk op de EFFECT toets zodat de wijzer verschijnt naast de EFFECT aanduiding op het displayscherm.
Veranderen van de instellingen van de CHORUS (zweving) parameters U kunt de relatieve sterkte van een effect regelen en hoe dit wordt uitgeoefend. Zie de volgende paragraaf getiteld “CHORUS parameters” voor nadere informatie.
1
Druk tweemaal op de [왔] CURSOR toets. • Hierdoor wordt het zweving bewerkingsscherm verkregen.
3 4
• Hierdoor wordt het parameterinstelscherm verkregen.
Druk op de [왘] CURSOR toets. • Het zwevingtype instelscherm verschijnt automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van de toets.
2
Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om door de zwevingtypes heen te bladeren totdat de gewenste wordt getoond of gebruik de cijfertoetsen om het gewenste zwevingnummer in te voeren.
3
• Zie de lijst op pagina A-17 voor informatie over de CHORUS (zweving) effecten die beschikbaar zijn. • Hier kunt u eventueel de parameters veranderen van de effecten die u selecteerde. Zie “Veranderen van de instellingen van de CHORUS (zweving) parameters” voor nadere informatie.
Na het selecteren van het gewenste zwevingtype gebruikt u de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt veranderen. Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om de gewenste parameterinstelling in te voeren. Druk op de EFFECT of EXIT toets. • Hierdoor verschijnt opnieuw het toon- of ritmeselectiescherm.
CHORUS parameters ■ Zwevingniveau (Bereik: 000 tot en met 127) Specificeert het volume van het zwevingsgeluid. ■ Zwevingsterkte (Bereik: 000 tot en met 127) Specificeert de undulation snelheid van het zwevingsgeluid. Een hogere waarde produceert een snellere undulation. ■ Zwevingdiepte (Bereik: 000 tot en met 127) Specificeert de undulation diepte van het zwevingsgeluid. Een hogere waarde produceert een diepere undulation.
OPMERKING • Of een effect al dan niet uitgeoefend wordt op de delen die worden weergegeven, hangt tevens af van de mixerfunctie nagalmzend, de zwevingzend en de DSP aan/uit instellingen. Zie “Mixerfunctie” op pagina D-47 voor nadere informatie.
D-36 WK3000_d_26-37.p65
735A-D-038A
36
04.3.8, 3:58 PM
Toepassen van effecten op tonen
De equalizer gebruiken Dit keyboard heeft een ingebouwde vier-banden equalizer en 10 verschillende instellingen waaruit u kunt kiezen. U kunt de versterking (volume) bijstellen van alle vier equalizerbanden binnen het bereik van –12 tot en met 0 tot en met +12.
Afregelen van de versterking (het volume) van een band
1
Instellen van het equalizertype
1 2
Voorbeeld: Om de HIGH band bij te regelen.
ME q H i g h
Druk op de EFFECT toets zodat de aanwijzer verschijnt naast EFFECT op het displayscherm. Druk driemaal op de [왔] CURSOR toets. • Hierdoor wordt het equalizer bewerkingsscherm verkregen.
3
Na het selecteren van het gewenste equalizertype gebruikt u de [왗] and [왘] CURSOR toetsen om de band te selecteren waarvan u de versterking wilt bijstellen.
2
Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om de bandversterking in te stellen. Voorbeeld: Bijregelen van de versterking tot 10
Druk op de [왘] CURSOR toets.
ME q H i g h
• Het equalizertype instelscherm verschijnt automatisch ongeveer vijf seconden na indrukken van de toets.
4
Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om het gewenste equalizertype in te stellen. • Zie de lijst op pagina A-17 voor informatie aangaande de equalizertypes die beschikbaar zijn. Voorbeeld: Instellen van Jazz
Jazz
• Door op de EXIT of EFFECT toets te drukken wordt het equalizer instelscherm verlaten.
OPMERKING • Wanneer overgestapt wordt naar een andere type equalizer, veranderen de bandversterkingsinstellingen automatisch naar de oorspronkelijke instellingen voor het nieuw ingestelde type equalizer.
• Door op de EXIT of EFFECT toets te drukken wordt het equalizertype instelscherm verlaten.
D-37
735A-D-039A
WK3000_d_26-37.p65
37
04.3.8, 3:58 PM
Automatisch begeleiding RHYTHM
Cijfertoetsen Number buttons
VARIATION/FILL-IN 1/2
TEMPO
Dit keyboard speelt automatisch de bas- en akkoordgedeelten overeenkomstig de akkoorden die u speelt. De bas- en akkoordgedeelten worden m.b.v. automatisch ingestelde klanken en tonen gespeeld voor instelling van het door u gebruikte ritme. Dit betekent dat u volledige, realistische begeleiding krijgt voor de melodienoten die u met de rechterhand speelt waardoor u een één-mans ensemble creëert.
Aangaande de MODE toets Gebruik de MODE toets om de te gebruiken begeleidingsfunctie te selecteren. Telkens bij indrukken van de MODE toets wordt naar de volgende instelling van de beschikbare begeleidingsfuncties gegaan zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding.
Normaal (Automatische begeleiding uit) FULL RANGE CHORD FINGERED CASIO CHORD
• Alleen ritmeklanken worden geproduceerd wanneer alle begeleidingsfunctie indicators uitgeschakeld zijn. • De op het moment geselecteerde begeleidingsfunctie wordt aangegeven door de functie indicators boven de MODE toets. Informatie aangaande het gebruik van elk van deze functies begint vanaf pagina D-40.
D-38 WK3000_d_38-46.p65
735A-D-040A
38
04.3.8, 3:58 PM
Automatisch begeleiding
Instellen van een ritme Dit keyboard voorziet u in 140 opwindende ritmes dit u met de volgende procedure kunt selecteren. U kunt ook begeleidingsdata oversturen van uw computer en er maximaal 16 van als gebruikersritmes opslaan in het keyboardgeheugen. Zie “Gebruik van de data download service” op pagina D-91 voor nadere informatie.
OPMERKING • Oorspronkelijk is er niets opgeslagen in het gebruikers ritmegeheugengebied.
Instellen van een ritme
1 2
Zoek het te gebruiken ritme op in de ritmelijst van het keyboard en schrijf het ritmenummer op. Druk op de RHYTHM toets. • Niet alle beschikbare ritmes worden getoond op de ritmelijst die op het keyboard console afgebeeld is. Zie de “Ritmelijst” op pagina A-14 voor een volledige lijst. Nummer en naam van het ingestelde ritme
8Bea t 1 Verschijnt bij indrukken van de RHYTHM toets.
3
Spelen van een ritme Spelen van een ritme
1
Druk op VARIATION/FILL-IN toets 1 of 2. • Hierdoor begint weergave van het ingestelde ritme. • Druk op de START/STOP toets om het ritme te stoppen.
OPMERKING • Akkoorden zullen samen met het ritme klinken als één van de drie begeleidingsfunctie indicators boven de MODE toets brandt. Druk op de MODE toets totdat alle indicators uit zijn als u de ritmepatronen wilt spelen zonder akkoorden.
Het tempo instellen U kunt de weergave van het ritmetempo instellen binnen een bereik van 30 tot 255 maatslagen per minuut. De tempo instelling wordt gebruikt voor de automatische begeleidingsakkoord weergave en melodiegeheugenfuncties.
Instellen van het tempo
1
Druk op een van de TEMPO toetsen (왖 of 왔). 왖 : Verhoogt de aangegeven waarde (verhoogt het tempo) 왔 : Verlaagt de aangegeven waarde (verlaagt het tempo)
Voer het drie-cijferige ritmenummer in van het bewuste ritme m.b.v. de cijfertoetsen. Voorbeeld: Voer 0, 4 en vervolgens 1 in om “041 ROCK 2”, te selecteren.
Ro c k 2
OPMERKING • Bij tegelijkertijd indrukken van beide TEMPO toetsen (왖 en 왔) wordt het tempo teruggesteld op de oorspronkelijke waarde van het momenteel ingestelde ritme.
OPMERKING • U kunt het ingevoerde nummer tevens vergroten met de [+] toets en verkleinen met de [–] toets.
D-39
735A-D-041A
WK3000_d_38-46.p65
39
04.3.8, 3:58 PM
Automatisch begeleiding
MODE
START/STOP
Automatische begeleiding gebruiken De onderstaande procedure beschrijft hoe u de automatische begeleidingsfunctie van het keyboard kunt gebruiken. Voor u begint dient u eerst het ritme dat u wilt gebruiken in te stellen en het ritmetempo in te stellen op de gewenste waarde.
Gebruik van automatische begeleiding
1
Gebruik de MODE toets om CASIO CHORD FINGERED of FULL RANGE CHORD te selecteren als begeleidingsfunctie.
4
Druk nogmaals op de START/STOP toets om de automatische begeleiding te stoppen.
CASIO CHORD Met deze methode kan iedereen gemakkelijk akkoorden spelen ongeacht zijn of haar muzikale kennis en ervaring. Hieronder volgt een beschrijving van het CASIO CHORD “Begeleidingstoetsenbord” en “Melodietoetsenbord” en er wordt verteld hoe u CASIO CHORDs speelt.
CASIO CHORD begeleidingstoetsenbord en melodietoetsenbord Begeleidingstoetsen
Melodietoetsen
• De op dat moment geselecteerde begeleidingsfunctie is de functie waarvan de indicator brandt. Zie “Aangaande de MODE toets” op pagina D-38 voor details.
2 3
Druk op de START/STOP toets om weergave van het momenteel ingestelde ritme te beginnen. Speel een akkoord. • De feitelijke procedure die u dient te volgen om een akkoord te spelen hangt af van de op dat moment geselecteerde begeleidingsfunctie. Verwijs naar de volgende pagina’s voor details aangaande de weergave van akkoorden.
OPMERKING • Het begeleidingstoetsenbord kan enkel gebruikt worden voor het spelen van akkoorden. Er wordt geen geluid geproduceerd als u probeert losstaande melodienoten op dit toetsenbord te spelen.
CASIO CHORD ......................... Deze pagina FINGERED ................................. Pagina D-41 FULL RANGE CHORD ........... Pagina D-42 Huidige maatnummer en maatslagnummer Akkoordnaam
Ro c k 2
Basisvingerzetting van het huidige akkoord (kan verschillen van het akkoord dat in werkelijkheid op het keyboard gespeeld wordt.)
D-40 WK3000_d_38-46.p65
735A-D-042A
40
04.3.8, 3:58 PM
Automatisch begeleiding
Akkoordtypes Met CASIO CHORD begeleiding kunt u vier types akkoorden spelen met minimale vingerzettingen. Akkoordtypes
Voorbeeld
Majeur akkoorden De namen van majeur akkoorden worden aangegeven boven de klaviertoetsen van het begeleidingstoetsenbord. Merk op dat het geproduceerde akkoord bij indrukken van een begeleidings-toetsenbord toets niet van octaaf verandert ongeacht welke klaviertoets gebruikt wordt om hem te spelen. Mineur akkoorden (m) Om een mineur akkoord te spelen, drukt u op de klaviertoets van het majeur akkoord en willekeurig welke andere klaviertoets op het begeleidingstoetsenbord rechts van de klaviertoets van het majeur akkoord. Septiem akkoorden (7) Om een septiem akkoord te spelen, drukt u op de klaviertoets van het majeur akkoord en willekeurig welke andere twee klaviertoetsen op het begeleidingstoetsenbord rechts van de klaviertoets van het majeur akkoord. Mineur septiem akkoorden (m7) Om een mineur septiem akkoord te spelen, drukt u op de klaviertoets van het majeur akkoord en willekeurig welke andere drie klaviertoetsen op het begeleidingstoetsenbord rechts van de klaviertoets van het majeur akkoord.
FINGERED De FINGERED functie geeft u in het totaal de beschikking over 15 verschillende akkoordtypes. Hieronder volgt een beschrijving van het FINGERED “Begeleidingstoetsenbord” en “Melodietoetsenbord” en er wordt verteld hoe u de grondtoon C kunt spelen met FINGERED.
C Majeur (C) CC#DE E FF#GA A B B CC# DE E F
FINGERED begeleidingstoetsenbord en melodietoetsenbord Melodietoetsen
Begeleidingstoetsen
OPMERKING
C mineur(Cm)
• Het begeleidingstoetsenbord kan enkel gebruikt worden voor het spelen van akkoorden. Er wordt geen geluid geproduceerd als u probeert melodienoten op dit toetsenbord te spelen.
CC#DE E FF#GA A B B CC# DE E F
C septiem (C7)
C
Cm
Cdim
Caug *1
Csus4
C7 *2
Cm7 *2
Cmaj7 *2
Cm7 5
C7 5 *1
C7sus4
Cadd9 *2
Cmadd9 *2
CmM7 *2
Cdim7 *1
CC#DE E FF#GA A B B CC# DE E F
C mineur septiem (Cm7) CC#DE E FF#GA A B B CC# DE E F
OPMERKING • Het maakt geen verschil of u zwarte of witte klaviertoetsen rechts van de klaviertoets van het majeur akkoord indrukt bij het spelen van mineuren en septiemen.
Zie de “Fingered akkoordkaarten” op pagina A-15 voor details aangaande het spelen van akkoorden met andere sleutels. *1: Omgekeerde vingerzettingen kunnen niet worden gebruikt. De laagste noot is de grondtoon. *2: Hetzelfde akkoord kan gespeeld worden zonder op de 5de G klaviertoets te drukken.
D-41
735A-D-043A
WK3000_d_38-46.p65
41
04.3.8, 3:58 PM
Automatisch begeleiding
Akkoorden die dit keyboard kan herkennen
OPMERKING • Behalve bij de akkoorden aangegeven in opmerking*1 hierboven zullen omgekeerde vingerzettingen (d.w.z. EG-C of G-C-E i.p.v. C-E-G) dezelfde akkoorden produceren als de standaard vingerzetting. • Behalve bij de uitzondering aangegeven in opmerking*2 hierboven dienen alle toetsen te worden ingedrukt die in combinatie een akkoord vormen. Wanneer zelfs een enkele klaviertoets niet wordt ingedrukt zal het gewenste FINGERED akkoord niet worden gespeeld.
De volgende tabel identificeert patronen die door FULL RANGE CHORD kunnen worden herkend als akkoorden. Patroontype
Aantal akkoordvariaties
FINGERED
De 15 akkoordpatronen die worden aangegeven bij FINGERED op pagina D-41. Zie de “Fingered akkoordkaarten” op pagina A-15 voor details aangaande het spelen van akkoorden met andere grondtonen.
FULL RANGE CHORD Deze begeleidingsmethode geeft u in totaal de beschikking over 38 verschillende akkoordtypes: de 15 akkoordtypes van FINGERED plus 23 andere types. Het keyboard interpreteert elke combinatie van drie of meer klaviertoetsen die klopt als een FULL RANGE CHORD patroon als een akkoord. Andere combinaties (die dus geen FULL RANGE CHORD patroon vormen) worden als melodiespel geïnterpreteerd. Daarom is er geen reden om een apart begeleidingstoetsenbord te hebben, zodat dus het gehele toetsenbord van begin tot einde als een melodietoetsenbord functioneert die gebruikt kan worden voor zowel melodieën als akkoorden.
FULL RANGE CHORD begeleidingstoetsenbord en melodietoetsenbord Begeleidingstoetsen/Melodietoetsen
23 standaard vingerzettingen. Hier volgen voorbeelden van de 23 akkoorden die beschikbaar zijn met C als basnoot. C6 • Cm6 • C69
Standaard vingerzetting
C D E F G A B • • • • • • C C C C C C C
B C m Dm Fm Gm Am Bm • • • • • • C C C C C C C Dm75 A7 F7 Fm7 Gm7 Aadd9 • • • • • C C C C C C
Voorbeeld: Om het akkoord C majeur te spelen. Beide vingerzettingen die in de afbeelding getoond worden, zullen een C majeur produceren. 1
E 2
E G
C
G
C
1 ...... akkoord C 2 ...... akkoord C E
OPMERKING • Zoals bij de FINGERED functie (pagina D-41), kunt u de noten die een akkoord vormen in elke combinatie spelen (1). • Wanneer de laagste noot van een akkoord zes of meer halftonen weg is van de volgende noot wordt de laagste noot de basnoot (2).
D-42 WK3000_d_38-46.p65
735A-D-044A
42
04.3.8, 3:58 PM
Automatisch begeleiding
START/STOP INTRO/ENDING 1/2
SYNCHRO/FILL-IN NEXT
Gebruik van een intro patroon
Tussenvoegen van een fill-in
Met dit keyboard kunt u een korte intro toevoegen aan een ritmepatroon om het begin soepeler en natuurlijker te laten zijn.
1
De volgende procedure beschrijft hoe u de Intro functie kunt gebruiken. Voordat u begint dient u eerst het ritme dat u wilt gebruiken te selecteren, het tempo te selecteren en de MODE toets te gebruiken om de akkoordweergavemethode te selecteren die u wilt gebruiken (Normaal, CASIO CHORD, FINGERED, FULL RANGE CHORD).
2
Tussenvoegen van een intro
1
Druk op de INTRO/ENDING toets 1 of 2. • Bij de opzet hierboven wordt het intro patroon gespeeld en de automatische begeleiding met intropatroon begint zodra u akkoorden op het begeleidingstoetsenbord begint te spelen.
Druk op de START/STOP toets om weergave van het ritme te starten. Stel de gewenste fill-in variatie in. • Druk om Fill-in 1 in te voegen drukt u op de VARIATION/FILL-IN 1 toets terwijl Variatie 1 van het ritme aan het spelen is. • Druk om Fill-in 2 in te voegen drukt u op de VARIATION/FILL-IN 2 toets terwijl Variatie 2 van het ritme aan het spelen is.
OPMERKING • De SYNCHRO/FILL-IN NEXT toetsen werken niet terwijl een intro patroon weergegeven wordt. • Door de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets of de VARIATION/FILL-IN 1/2 toets ingedrukt te houden wordt een fill-in patroon herhaald.
OPMERKING • Het standaard ritmepatroon begint te spelen nadat het intro patroon voltooid is.
Gebruik van een fill-in patroon Met fill-in patronen kunt u het ritmepatroon kortstondig veranderen om een interessante variatie toe te voegen aan uw spel. De volgende procedure beschrijft hoe de fill-in functie wordt gebruikt.
Gebruik van een ritmevariatie Naast het standaard ritmepatroon kunt u ook overstappen op een secundair ritmepatroon voor de nodige afwisseling.
Tussenvoegen van een variatieritmepatroon
1 2
Druk op de START/STOP toets om weergave van het ritme te starten. Druk op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets. • Als een Variatie 1 ritme op het moment aan het spelen is, speelt dit Fill-in 1 gevolgd door Fill-in 2 en schakelt dan over op het Variatie 2 ritme. • Als een Variatie 2 ritme op het moment aan het spelen is, speelt dit Fill-in 2 gevolgd door Fill-in 1 en schakelt dan over op het Variatie 1 ritme. • Door de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets ingedrukt te houden zal het fill-in patroon zich gaan herhalen.
D-43
735A-D-045A
WK3000_d_38-46.p65
43
04.3.8, 3:58 PM
Automatisch begeleiding
ONE TOUCH PRESET
MODE
INTRO/ENDING 1/2
SYNCHRO/FILL-IN NEXT
Begeleiding en ritmeweergave tegelijk starten U kunt het keyboard zo instellen dat ritmeweergave op hetzelfde moment begint als wanneer u begint met spelen van de begeleiding op het keyboard. De volgende procedure beschrijft hoe u synchronisch start kunt gebruiken. Voor het starten dient u eerst het te gebruiken ritme te selecteren, het tempo in te stellen en de MODE toets gebruiken om de akkoordweergavemethode te selecteren die u wilt gebruiken (Normaal, CASIO CHORD, FINGERED, FULL RANGE CHORD).
Gebruik van synchronische start
1
Druk op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets om de gesynchroniseerde startfunctie van het keyboard in standby te zetten.
AUTO HARMONIZE
Afsluiten met een eindpatroon U kunt uw spel met een eindpatroon beëindigen waardoor het gebruikte ritmepatroon tot een natuurlijk klinkend einde wordt afgerond. De volgende procedure beschrijft hoe u een eindpatroon kunt tussenvoegen. Merk op dat het uiteindelijk weergegeven eindpatroon afhangt van het gebruikte ritmepatroon.
Afsluiten met een eindpatroon
1
Druk op de INTRO/ENDING toets 1 of 2 terwijl het ritme aan het spelen is. • De timing van het begin van het eindpatroon hangt af van wanneer u op de INTRO/ENDING toets 1 of 2 drukt. Drukt u voor de tweede maatslag van de huidige maat op de toets, dan begint het eindpatroon ogenblikkelijk te spelen.
OPMERKING
2
Speel een akkoord en het ritmepatroon begint automatisch met spelen.
• Door indrukken van de INTRO/ENDING toets voor de eerste halve maatslag aan het begin van een maat wordt het einde onmiddellijk gespeeld. Wordt de toets ingedrukt na de eerste halve maatslag van een maat, dan zal het einde gespeeld worden vanaf het begin van de volgende maat.
OPMERKING • Alleen het ritme speelt (zonder akkoord) bij spelen op het begeleidingstoetsenbord, als de MODE toets in de normaal stand staat. • Als u op de INTRO/ENDING toets 1 of 2 drukt zonder daarvoor iets op het keyboard te spelen, begint het ritme automatisch met een intro patroon wanneer u daarna iets op het begeleidingskeyboard speelt. • Druk nogmaals op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets om standby van synchro–start ongedaan te maken.
D-44 WK3000_d_38-46.p65
735A-D-046A
44
04.3.8, 3:58 PM
Automatisch begeleiding
Gebruik van één-toets voorkeuzes Eén-toets voorkeuzes stellen automatisch de hieronder vermelde hoofdinstellingen in overeenkomstig het ritmepatroon dat u aan het gebruiken bent. • Keyboardtoon • Laag aan/uit • Splitsen aan/uit • Automatische harmonisatie on/off • Automatisch harmonisatietype • Begeleidingsvolumeniveau • Tempo • Effectinstellingen
Gebruik van automatische harmonisatie Wanneer u de automatiche begeleiding aan het gebruiken bent, voegt de automatiche harmonisatie automatisch extra noten toe aan uw melodie in overeenkomst met het akkoord dat gespeeld wordt. Het resultaat is een harmonisch effect dat uw melodielijn rijker en voller maakt.
Gebruiken van automatische harmonisatie
1
Eén-toets voorkeuzes gebruiken
1 2 3
Gebruik de MODE toets om FINGERED of CASIO CHORD als de begeleidingfunctie te selecteren. • De op dat moment geselecteerde begeleidingsfunctie is die functie waarvan de indicator brandt. Zie “Aangaande de MODE toets” op pagina D-38 voor details.
Stel het te gebruiken ritme in. Gebruik de MODE toets om de begeleidingsfunctie te selecteren die u wilt gebruiken.
Normaal (Automatische begeleiding uit)
Druk op de ONE TOUCH PRESET toets.
FULL RANGE CHORD
• Hierdoor worden de één-toets voorkeuzes automatisch ingesteld overeenkomstig het ingestelde ritme. • De synchrone standbyfunctie wordt op dit moment automatisch ingeschakeld bij het keyboard.
4
Start ritme en automatische begeleiding en speel iets op het toetsenbord.
FINGERED CASIO CHORD
2
• De begeleiding wordt gespeeld m.b.v. de instellingen van de één-toets voorkeuzes.
Druk op AUTO HARMONIZE om automatische harmonisatie in te schakelen. • Hierdoor verschijnt de AUTO HARMONIZE indicator op de display.
3 4
Start automatische begeleidingsweergave en speel iets op het toetsenbord. Druk op AUTO HARMONIZE om automatische harmonisatie uit te schakelen. • Hierdoor verdwijnt de AUTO HARMONIZE indicator van de display.
OPMERKING • Automatische harmonisatie wordt tijdelijk uitgeschakeld wanneer u weergave van demonstratiemelodieën start. De functie wordt opnieuw ingeschakeld zodra de functie of bewerking die het uitschakelde voltooid is. • Automatische harmonisatie is enkel mogelijk wanneer de automatische begeleidingsfunctie FINGERED of CASIO CHORD is.
D-45
735A-D-047A
WK3000_d_38-46.p65
45
04.3.8, 3:58 PM
Automatisch begeleiding
ACCOMP VOLUME
Cijfertoetsen Number buttons
[+]/[–]
Automatisch harmonisatietype Bij automatische harmonisatie kunt u kiezen uit de 10 volgende automatisch harmonisatietypes. U verandert van type met het instel item d.m.v. de TRANSPOSE/FUNCTION toets. Zie “Veranderen van andere instellingen” op pagina D-79 voor nadere informatie.
Instellen van het begeleidingsvolume U kunt het volume van de begeleidingsonderdelen instellen als een waarde tussen 000 (min.) en 127 (max.).
1
Druk op de ACCOMP VOLUME toets. Huidige instelling van het begeleidingsvolume
Aangaande automatische harmonisatienoten en –tonen De op het toetsenbord gespeelde noten worden “melodienoten” genoemd terwijl de noten die toegevoegd worden aan de melodie door de automatische harmonisatie “harmonisatienoten” worden genoemd. Automatische harmonisatie gebruikt gewoonlijk de door u ingestelde toon voor de melodienoten als de toon voor de harmonisatienoten, maar u kunt de mixer (pagina D-47) gebruiken om een andere toon in te stellen voor de harmonisatienoten. De harmonisatienoottoon wordt toegewezen aan mixerkanaal 5 zodat u dus kanaal 5 dient te veranderen naar de toon die u wilt gebruiken voor de harmonisatienoten. Naast de toon kunt u ook de mixer gebruiken om een aantal parameters te gebruiken zoals de volumebalans. Zie “Gebruik van de parameterbewerkingsfunctie” op pagina D-48 voor details aangaande deze procedures.
OPMERKING • De default harmonisatienoottoon bij inschakelen van de automatische harmonisatie is dezelfde toon als de melodienoottoon. • Door de melodietooninstelling te veranderen verandert ook automatisch de harmonisatienoottoon naar dezelfde instelling.
A c om p V o l 2
Verander de momenteel ingestelde waarde van het volume m.b.v. de cijfertoetsen of m.b.v. de [+]/[–] toetsen. Voorbeeld: 110
A c om p V o l OPMERKING • Door op de ACCOMP VOLUME toets of de EXIT toets te drukken wordt teruggegaan naar het toon of ritmeinstelscherm. • Eventuele met de mixer gemaakte kanaalbalansinstellingen blijven behouden wanneer u de instelling van het begeleidingsvolume verandert. • Door tegelijkertijd op de [+] en [–] toetsen te drukken wordt het begeleidingsvolume op 100 ingesteld.
D-46 WK3000_d_38-46.p65
735A-D-048A
46
04.3.8, 3:58 PM
Mixerfunctie Wat kunt u met de Mixer doen? Met dit keyboard kunt u meerdere stukken van verschillende muziekinstrumenten op hetzelfde moment spelen tijdens weergave van de auto-begeleiding, melodiegeheugenweergave, bij ontvangst van data via de MIDI aansluiting, enz. De mixer wijst elk onderdeel toe aan een afzonderlijk kanaal (1 - 16) dat u apart kunt in-/uitschakelen en waarvan u het volume en de parameters van de stereopositie afzonderlijk kunt instellen. Naast de kanalen 1 tot en met 16 heeft de mixer ook een DSP kanaal dat u kunt gebruiken om het DSP niveau, de DSP stereopositie en andere parameters bij te stellen.
Kanaaltoewijzingen
Zie pagina D-74 en D-75 voor informatie aangaande gelaagde, splits- en gelaagde/splitstonen. Zie pagina D-61 voor informatie aangaande het melodiegeheugen.
OPMERKING • Gewoonlijk wordt toetsenbordspel toegewezen aan kanaal 1. Wanneer automatische begeleiding wordt gebruikt, wordt elk deel van de begeleiding toegewezen aan de kanalen 6 – 10. • Aan alle 16 kanalen wordt een muziekinstrumentdeel toegewezen wanneer dit keyboard gebruikt wordt als de klankbron voor een uitwendig aangesloten computer of een ander MIDI toestel.
Hieronder wordt aangegeven welke onderdelen toegewezen worden aan de 16 kanalen. Kanaalnummer
Onderdeel
Kanaal 1
Hoofdtoon (UP1)
Kanaal 2
Gelaagde toon (UP2)
Kanaal 3
Splitstoon (LOW1)
Kanaal 4
Gelaagde/splitstoon (LOW2)
Kanaal 5
Harmonisatietoon (HARM)
Kanaal 6
Automatisch begeleidingsakkoord deel 1 (CHD1)
Kanaal 7
Automatisch begeleidingsakkoord deel 2 (CHD2)
Kanaal 8
Automatisch begeleidingsakkoord deel 3 (CHD3)
Kanaal 9
Automatische begeleiding basdeel (BASS)
Kanaal 10
Automatische begeleiding ritmedeel (DRUM)
Kanaal 11
Melodiegeheugenspoor 1 (TR1)
Kanaal 12
Melodiegeheugenspoor 2 (TR2)
Kanaal 13
Melodiegeheugenspoor 3 (TR3)
Kanaal 14
Melodiegeheugenspoor 4 (TR4)
Kanaal 15
Melodiegeheugenspoor 5 (TR5)
Kanaal 16
Melodiegeheugenspoor 6 (TR6)
In- en uitschakelen van kanalen Druk op de CHANNEL toetsen om kanalen afzonderlijk in en uit te schakelen. De indicators op de display tonen de huidige status van elk kanaal.
Kanaal aan
Kanaal uit
• Elke maal dat een CHANNEL toets ingedrukt wordt, schakelt het betreffende kanaal aan en uit. • De aan/uit status van elk kanaal bepaalt de aan/uit status van het corresponderende onderdeel voor het spelen op het toetsenbord en de weergave van de automatisch begeleiding en het melodiegeheugen. • Door van ritme te veranderen zullen de mixerinstellingen voor de kanalen 6 – 11 veranderen naar de default (= oorspronkelijke waarde) instellingen die toegekend zijn aan het nieuwe ritme. Deze instellingen veranderen ook naar de default voor het op dat moment geselecteerde ritmepatroon telkens wanneer u overschakelt tussen de intro-, normale, variatie-, fill-in, en eindpatronen.
OPMERKING • In deze gebruiksaanwijzing komt “kanaalnummer” overeen met de kanaalnummers die op het toetsenbord boven de CHANNEL toetsen aangegeven zijn. • De CHANNEL toetsnaam in de bovenstaande tabel correspondeert aan de tekst die aangegeven is op het toetsenbord onder de CHANNEL toetsen.
D-47
735A-D-049A
WK3100_d_47-58.p65
47
04.3.8, 3:58 PM
Mixerfunctie
MIXER
CHANNEL
CURSOR
Cijfertoetsen Number buttons
[+]/[–]
Gebruik van de parameterbewerkingsfunctie
4
Verander de instelling van de parameter m.b.v. de cijfertoetsen of m.b.v. de [+] en [–] toetsen. Voorbeeld: Verander de instelling naar “060”.
V o l ume
Bewerken van de parameters voor de kanalen 1 tot en met 16 Met de parameterbewerkingsfunctie kunt u de instelling van tien verschillende parameters (inclusief toon, volume en balanspunt) veranderen bij het kanaal dat u instelde in het mixerscherm.
• Door indrukken van de MIXER of EXIT toets wordt de parameterbewerkingsfunctie verlaten.
Bewerken van DSP kanaalparameters Veranderen van de parameters
1
Druk op de MIXER toets. • Hierdoor zal een aanwijzer verschijnen naast MIXER in de display.
2
Druk op een CHANNEL toets (1 – 16) om een kanaal te selecteren.
1
Druk op de CHANNEL (DSP) toets. • U kunt ook het DSP kanaal selecteren door op de [왘] CURSOR toets te drukken terwijl kanaal 16 geselecteerd is. • Hierdoor wordt het DSP kanaal geselecteerd. • Door op de [왗] CURSOR toets te drukken terwijl het DSP kanaal is geselecteerd, wordt teruggegaan naar kanaal 16.
• Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om tussen kanalen om te schakelen.
3
Gebruik de [왖] en [왔] CURSOR toetsen om de parameter te selecteren waarvan u de instelling wilt veranderen. Voorbeeld: Kies de volume-instelling door “Volume” in de display te verkrijgen. • Telkens bij indrukken van de [왖] of [왔] CURSOR toets wordt naar de volgende van de parameters gegaan. • U kunt de [왗] en [왘] CURSOR toetsen gebruiken om op elk moment van deze procedure naar een ander kanaal te veranderen. Geeft een kanaalvolume-instelling aan van 127
V o l ume
D-48 WK3100_d_47-58.p65
735A-D-050A
48
04.3.8, 3:58 PM
Mixerfunctie
Hoe parameters werken
■ Octaafverschuiving (Octave Shift) (Bereik: –2 tot en met 0 tot en met +2)
Hieronder volgen de parameters waarvan de instellingen veranderd kunnen worden tijdens de parameterbewerkingsfunctie.
U kunt de octaafverschuiving gebruiken om het bereik van de toon omhoog of omlaag te verschuiven. Bij gebruik van de piccolo toon kan het voorkomen dat bijzonder hoge noten die u wilt spelen niet binnen het bereik van het toetsenbord vallen. In dit geval kunt u de octaafverschuiving gebruiken om het bereik van het toetsenbord één octaaf hoger te verschuiven.
Toonparameters ■ Toon (Bereik: 000 tot en met 803, trekstaaforgel tonen 000 tot en met 199) Deze parameter stuurt de tonen die toegewezen zijn aan elk onderdeel. Telkens wanneer de toon zich op de display bevindt, kunt u de TONE toets indrukken of de DRAWBAR ORGAN toets en een andere toon selecteren, indien u dit wilt.
G r a n dPno ■ Deel aan/uit (Part On/Off) (Instellingen: aan, uit (on, oFF)) Deze parameter kan gebruikt worden om elk deel in te schakelen (klinkt) en uit te schakelen (klinkt niet). De huidige aan/uit status van elk deel wordt aangegeven in de display zoals hieronder beschreven.
Ch a n n e l ■ Volume (Bereik: 000 tot en met 127) Dit is de parameter die het volume regelt van het ingestelde kanaal.
V o l ume ■ Stereopositie (Pan Pot) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Oc t Sh i f t –2 : –1 : 0: +1 : +2 :
Bereik twee octaven lager verschoven. Bereik één octaaf lager verschoven. Geen verschuiving Bereik één octaaf hoger verschoven. Bereik twee octaven hoger verschoven.
Toonschaalparameters (Tuning) U kunt deze parameters gebruiken om elk van de delen afzonderlijk te stemmen. ■ Grofweg stemmen (Coarse Tune) (Bereik: –24 tot en met 00 tot en met +24) Deze parameter regelt de ruwe stemming van de toonhoogte van het ingestelde kanaal in eenheden van een halve toon.
C . Tune ■ Fijnstemmen (Fine Tune) (Bereik: –99 tot en met 00 tot en met +99) Deze parameter regelt de fijnstemming van de toonhoogte van het ingestelde kanaal in eenheden van een cent.
F i neTune
Deze paramater regelt de panpot wat het middelpunt is tussen de linker- en rechterkanalen. Door “00” in te stellen wordt het midden gespecificeerd terwijl een waarde kleiner dan “00” het punt naar links beweegt en een waarde groter dan “00” het middelpunt naar rechts verplaatst.
Pan
D-49
735A-D-051A
WK3100_d_47-58.p65
49
04.3.8, 3:58 PM
Mixerfunctie
■ DSP systeem nagalm zenden (bereik: 000 tot en met 127)
Effectparameters De mixer laat u de effecten bedienen die uitgeoefend worden op elk apart deel waarin het verschilt van de effectfunctie waarvan de instellingen enkel toegepast worden op alle delen in het algemeen.
Deze parameter regelt hoeveel nagalm er op alle onderdelen wordt uitgeoefend.
D . Rv bSnd
■ Nagalmzenden (Reverb Send) (Bereik: 000 tot en met 127) Deze parameter stuurt hoeveel nagalm op een deel wordt uitgeoefend. Een instelling van “000” schakelt de nagalm uit terwijl een instelling van 127 maximale nagalm uitoefent. • “Nagalmzenden” werkt niet bij bepaalde drumklanken.
■ DSP system zweving zenden (bereik: 000 tot en met 127) Deze parameter stelt de zweving bij.
D . Ch oSn d
Rv b Send ■ Zwevingzenden (Chorus Send) (Bereik: 000 tot en met 127) Deze parameter stuurt hoeveel zweving op een deel wordt uitgeoefend. Een instelling van “000” schakelt de zweving uit terwijl een instelling van 127 maximale zweving uitoefent. • Zwevingzenden (Chorus Send) werkt niet bij drumklanken.
Ch o Se n d ■ DSP lijn (DSP Line) (Instellingen: aan, uit (on, oFF)) U kunt deze parameter gebruiken om de DSP lijn uit te schakelen voor een bepaald kanaal of om deze juist in te schakelen.
DS P L i n e
OPMERKING • Door veranderen van de instelling van toon, volume, stereopositie, ruwweg stemmen, fijnstemmen, nagalmzenden of zwevingzenden wordt de corresponderende MIDI boodschap afgegeven via de MIDI aansluiting. • Veranderen van de tooninstellingen verandert de instellingen voor de toon, octaafverschuiving nagalmzenden, zwevingzenden en de DSP lijnparameter*. * Wanneer DSP uitgeschakeld is (zie de noot op pagina D-82). • Door de DSP lijnparameter van de mixer (op deze pagina) in te schakelen worden de instellingen van het DSP stereo-positie effect, DSP systeem nagalm zenden, en DSP systeem zweving parameters gebruikt in plaats van de instellingen van de stereo-positieregeling, nagalm zenden en zweven zenden parameters.
DSP deelparameters ■ DSP niveau (bereik: 0 tot en met 127) Stelt het post-DSP volume in.
DS P L e v e l ■ DSP Pan (bereik: –64 tot en met 0 tot en met 63) Stelt het post-DSP stereo pan effect in.
DS P P a n
D-50 WK3100_d_47-58.p65
735A-D-052A
50
04.3.8, 3:58 PM
Synthesizerfunctie De synthesizerfunctie van dit keyboard voorziet in de gereedschappen voor het creëren van uw eigen originele tonen. Kies gewoonweg één van de ingebouwde tonen en verander de parameters ervan om uw eigen orginele geluid te creëren. U kunt de geluiden zelfs in het geheugen opslaan m.b.v dezelfde procedure die gebruikt wordt voor het instellen van een voorkeuzetoon.
Synthesizerfuncties Het volgende beschrijft hoe elk van de functie gebruikt worden die verkrijgbaar zijn tijdens de synthesizerfunctie.
(1) Toon karakteristieke golfvorm ■ Tooninstelling Specificeert welk van de voorkeuzetonen gebruikt dient te worden als de originele toon.
(2) Volume karakteristieke parameters Deze parameters sturen hoe de toon verandert tegen de tijd vanaf het punt dat de klaviertoets aangeslagen werd tot het moment dat de toon wegsterft. U kunt de veranderingen in volume- en geluidskarakteristieken specificeren. ■ Aanslagtijd
Synthesizerfunctie parameters De voorkeuzetonen die bij dit keyboard ingebouwd zijn, bestaan uit een aantal parameters. Om een gebruikerstoon te creëren, dient u eerst een geavanceerde toon (000 tot en met 299) of een voorkeuzetoon (300 tot en met 499) op te roepen en vervolgens de bijbehorende parameters veranderen naar uw eigen toon. Merk op dat de drumsettonen (500 tot en met 515) niet gebruikt kunnen worden als de basis van een gebruikerstoon. De afbeelding op deze pagina toont de parameters die de voorkeuzetonen vormen en wat elke parameter doet. Zoals in de afbeelding te zien is, kunnen parameters in vier groepen worden verdeeld die hieronder elk in detail worden beschreven.
Dit is de snelheid of de tijd die nodig is voor de toon om het hoogste volumeniveau te bereiken. U kunt een hoge snelheid specificeren waarbij de toon het maximale volumeniveau onmiddellijk bereikt of een langzame snelheid waarbij het volume langzaam stijgt of iets er tussen in. ■ Loslaattijd Dit is de mate van of tijd die nodig is voor het toonvolume om terug te vallen naar nul. U kunt een loslaattijd specificeren voor een plotselinge daling in het volume naar nul of een tijd zodat het volume geleidelijk naar nul daalt.
Curve
Volumekarakteristieke parameters 쎲Aanslagtijd 쎲Loslaattijd 쎲Afsnijfrequentie 쎲Resonantie
Tijd
A
Toonhoogteparameters van de toon Toonkarakteristieke golfvormparameter Tooninstelling
쎲Vibratotype 쎲Vibratovertraging 쎲Vibratosnelheid 쎲Vibratodiepte 쎲Octaafverschuiving
Noot eindigt
R
Toets ingedrukt
Toets losgelaten
A: Aanslagtijd R: Loslaattijd
Weergave
Toonkarakteristieke instelparameters 쎲Niveau 쎲Toetsgevoeligheid 쎲Nagalmzenden 쎲Zwevingzenden 쎲DSP lijn 쎲DSP Type 쎲DSP parameter
■ Afsnijfrequentie De afsnijfrequentie is een parameter voor het bijstellen van de klankkleur door alle frequenties af te snijden die hoger zijn dan een bepaalde frequentie. Een hogere afsnijfrequentie produceert een helderder (hardere) klankkleur terwijl een lagere frequentie een donkerder (zachtere) klankkleur produceert. Niveau
OPMERKING • Merk op dat de toon waarvan u de parameter kunt bewerken toegewezen is aan het kanaal (1 tot en met 4) dat op het moment geselecteerd is met de Synthesizerfunctie.
Frequentie Afsnijfrequentie
D-51
735A-D-053A
WK3100_d_47-58.p65
51
04.3.8, 3:58 PM
Synthesizerfunctie
■ Resonantie De resonantie versterkt de harmonische componenten in de buurt van de afsnijfrequentie hetgeen een apart geluid teweegbrengt. Een grotere resonantiewaarde versterkt het geluid zoals aangegeven in de afbeelding. Niveau
Frequentie
Afsnijfrequentie Kleine waarde
Grote waarde Resonantie
OPMERKING • Bij bepaalde tonen kan een grote resonantiewaarde vervorming of ruis veroorzaken tijdens het aanslaggedeelte van de toon.
(3) Toonhoogteparameters voor de toon ■ Vibratotype, vibratovertraging, vibratosnelheid, vibratodiepte Deze parameters stellen het vibrato effect bij hetgeen periodieke veranderingen te veroorzaken bij de toon. ■ Octaafverschuiving Deze parameter stuurt de octaaf van alle tonen.
(4) Toon karakteristieke instelparameters ■ Niveau Deze parameter stuurt het algehele volume van de toon. ■ Aanslaggevoeligheid Deze parameter regelt veranderingen in het volume en de klankkleur naar gelang de relatieve hoeveelheid druk die wordt uitgeoefend op de klaviertoetsen. U kunt meer volume specificeren voor een sterkere druk en minder volume voor een lichtere druk of u kunt hetzelfde volume specificeren ongeacht hoeveel druk wordt uitgeoefend op de toetsen. ■ Nagalmzenden, zwevingszenden, DSP lijn, DSP Type, DSP parameter Deze parameters sturen de effecten die uitgeoefend worden op de tonen.
D-52 WK3100_d_47-58.p65
735A-D-054A
52
04.3.8, 3:58 PM
Synthesizerfunctie
Opslaan van eigen tonen De groep toonnummers van 600 tot en met 699 (gebruikerstoonnummers 001 tot en met gebruikerstoonnummers 100) wordt het “gebruikersgebied ” genoemd omdat ze gereserveerd zijn voor het opslaan van gebruikerstonen. Nadat u een voorkeuzetoon opgeroepen heeft en de bijbehorende parameters vervangen heeft om uw eigen gebruikerstoon te creëren kunt u deze opslaan in het gebruikersgebied voor later oproepen. U kunt uw tonen oproepen op precies dezelfde wijze als via de procedure die u gebruikt voor het selecteren van een voorkeuzetoon.
Nummer Toontype Standaardtonen 000-299 Geavanceerde tonen 300-499 Voorkeuzetonen 500-515 Drumsets
Selecteren brontoon
600-699 Gebruikerstonen*1
Bewerken parameter
Opslaan als origineel
600-699 Gebruikersgebied 700-719 Gebruikerstonen met golven*2 800-803 Gebruikers drumsets met golven*3 Trekstaaforgeltonen 000-049 Voorkeuzetonen 100-199 Gebruikerstonen*4
*1: U kunt elke gewenste geavanceerde toon, voorkeuzetoon of gebruikerstoon selecteren. De gebruikerstoongebieden 600 tot en met 699 bevatten aanvankelijk dezelfde data als DSP types 000 tot en met 099. *2: Gebied waar data wordt opgeslagen die vanaf een computer gestuurd is (Zie “Gebruik van de data download service” op pagina D-91). Na het oversturen kunt u het keyboard gebruiken om parameters te bewerken maar u kunt bestaande parameters ook wissen en vervangen. U kunt de data niet opslaan bij een ander toonnummer. Aanvankelijk is er niets opgeslagen in de gebruikerstoon met het golfgeheugengebied. *3: Gebied waar vanaf een computer gestuurde data opgeslagen wordt (zie “Gebruik van de data download service” op pagina D-91). Het is enkel toegestaan om data te sturen terwijl het bewerken van parameters niet is toegestaan. Aanvankelijk is er niets opgeslagen in de gebruikersdrumset van het golfgeheugengebied. *4: Gebruikerstonen die gecreëerd worden door het aanpassen van parameters van één van de voorkeuzetonen (000 tot en met 049). De gebruiker’s trekstaaforgelgebieden bevatten aanvankelijk twee setten van dezelfde data als de trekstaaforgeltonen van de types 000 tot en met 049.
OPMERKING • U kunt een originele toon creëren m.b.v. een gebruikerstoon die een golfvorm (toonnummer 700 tot en met 719) bevat. In dit geval is het opslaggebied hetzelfde als het brontoongebied. Als bijvoorbeeld een originele toon gecreëerd wordt m.b.v. toonnummer 700 als een brontoon, wordt deze opgeslagen in gebruikersgebiednummer 700.
D-53
735A-D-055A
WK3100_d_47-58.p65
53
04.3.8, 3:58 PM
Synthesizerfunctie
SYNTH
CURSOR
●WK-3100/WK-3000
MODULATION MODULATIONtoetsindicator button lamp
[+]/[–]
Creëren van een gebruikerstoon Gebruik de volgende procedure om een voorkeuzetoon te selecteren en de parameters te veranderen om een gebruikerstoon te creëren.
1 2
Parameters en hun instellingen Druk op de SYNTH toets.
Parameterinstelwaarde Huidige ingestelde parameter
A t k T i me Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de parameter te verkrijgen waarvan u de instelling wilt veranderen.
V i bDe l a y • Telkens bij indrukken van de [왗] of [왘] CURSOR toets wordt doorgegaan naar de volgende parameter. Zie “Parameters en hun instellingen” op deze pagina voor informatie over het instelbereik van elke parameter.
4
De instelling van de momenteel ingestelde parameter kan m.b.v. de [+] en [–] toetsen veranderd worden. • U kunt ook de cijfertoetsen gebruiken om een waarde in te voeren om zo de instelling van een parameter te veranderen. Zie “Parameters en hun instellingen” op deze pagina voor informatie over het instelbereik van elke parameter.
5
• Zie “In het geheugen opslaan van een gebruikerstoon” op pagina D-57 voor details aangaande het opslaan van gebruikerstoondata in het geheugen zodat deze niet wordt uitgewist.
Kies eerst de voorkeuzetoon die als basis gaat dienen voor de eigen toon.
• Hierdoor wordt de synthysizerfunctie ingeschakeld, hetgeen wordt aangegeven door de aanwijzer naast SYNTH op het displayscherm.
3
OPMERKING
Druk nadat u klaar bent met het bewerken van het geluid op de SYNTH toets om de synthesizerfunctie te verlaten.
Het volgende omschrijft de functie van elke parameter en geeft het bijbehorende instelbereik. ■ Aanslagtijd (Attack Time) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63) De tijd die het kost voordat de toon klinkt nadat een klaviertoets wordt aangeslagen.
A t k T i me ■ Loslaattijd (Release Time) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63) De tijd dat de toon blijft aanhouden nadat een klaviertoets wordt losgelaten.
R e l . T i me ■ Afsnijfrequentie (Cutoff Frequency) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63) Hoogfrequentieband afsnijpunt voor de harmonische componenten van de toon
C- o f f Fr q ■ Resonantie (Resonance) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63) Resonantie van de toon
Re s o n a n .
D-54 WK3100_d_47-58.p65
735A-D-056C
54
04.3.8, 3:58 PM
Synthesizerfunctie
■ Modulatietoewijzing (Molulation Assign) (bereik: *) De modulatietoewijzingsparamater specificeert welke parameters beïnvloed moeten worden wanneer u de modulatiefunctie van het keyboard gebruikt. Selecteer “oFF” (uit) voor parameters die u niet wilt laten beïnvloeden door de modulatiefunctie.
Mo d u l a t .
■ Modulatiediepte (bereik: 0 – 127) (alleen bij model WK-3100/ WK-3000) Bij model WK-3100/WK-3000 stuurt deze parameter de modulatiewaarde wanneer de MODULATION toets wordt ingedrukt. Hoe de MODULATION toets functioneert hangt af van de modulatietoewijzingsinstelling zoals hieronder beschreven. Als deze instelling geselecteerd is voor Modulatie wordt uitgeoefend op deze wijze: modulatietoewijzing:
* Waarde oFF
vib
Modulatie wordt uitgeoefend op de diepte die gespecificeerd is door de waarde toegewezen aan de modulatiediepteparameter zolang de MODULATION toets ingedrukt gehouden wordt. Door de MODULATION toets los te laten keert de modulatiewaarde terug naar de oorspronkelijke default waarde voor de gebruikte toon.
dp0 - dp7
Telkens bij indrukken van de MODULATION toets wordt de modulatie heen en weer geschakeld tussen de waarde die toegewezen is aan de modulatiediepteparameter en de modulatiewaarde terug naar de oorspronkelijke default waarde voor de gebruikte toon.
Betekenis Uit
vib
Controleverandering 01h (modulatie)
dp0
Controleverandering 16 (Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 0.)
dp1
Controleverandering 17 (Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 1.)
dp2
Controleverandering 18 (Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 2.)
dp3
Controleverandering 19 (Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 3.)
dp4
Controleverandering 80 (Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 4.)
dp5
Controleverandering 81 (Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 5.)
dp6
Controleverandering 82 (Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 6.)
dp7
Controleverandering 83 (Gewoonlijk toegewezen aan DSP parameter 7.)
OPMERKING • De betreffende instelling wordt genegeerd wanneer de toon als een gelaagde toon of een splitstoon gebruikt wordt, indien de modulatietoewijzingsinstelling van een toon een instelling heeft van dp0 – dp7.
Mo d D e p t h MODULATION toetsindicator De MODULATION toetsindicator gaat branden wanneer de huidige modulatiediepte op de grootst mogelijke stand staat. Dit kan gebeuren op het moment dat de MODULATION toets ingedrukt wordt of juist wanneer de toets losgelaten wordt afhankelijk van de huidige instelling van de modulatiediepteparameter en de oorspronkelijke default modulatiedieptewaarde van de toon die u op het moment gebruikt.
D-55
735A-D-057C
WK3100_d_47-58.p65
55
04.3.8, 3:58 PM
Synthesizerfunctie
■ Vibrato golfvorm (Vibrato Waveform) (Bereik: Zie hieronder.)
■ Toetsgevoeligheid (Touch Sensitivity) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63)
Specificeert de vibrato golfvorm.
Deze parameter regelt het volume van de toonin overeenkomst met de druk die wordt uitgeoefend op de klaviertoetsen. Een grotere positieve waarde verhoogt het volume van het afgegeven signaal als de druk verhoogd wordt terwijl een negatieve waarde het volume verlaagd bij meer druk op de klaviertoetsen. Nul als instelling betekent dat er geen verandering in het afgegeven volume plaatsvindt terwijl de druk op de klaviertoetsen wel degelijk anders kan zijn.
V i b . Type Waarde
Betekenis
Sin
Sinusgolf
tri
Driehoekgolf
SAU
Zaagtandgolf
Sqr
Blokgolf
Golfvorm
T c hSen s e ■ Nagalmzenden (Reverb Send) (Bereik: 000 tot en met 127) Deze parameter stelt de nagalm bij.
■ Vibratovertraging (Vibrato Delay) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63) Specificeert de hoeveelheid tijd voordat vibrato begint.
V i bDe l a y ■ Vibratosnelheid (Vibrato Rate) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63) Snelheid van het vibrato effect
V i b . Ra t e ■ Vibratodiepte (Vibrato Depth) (Bereik: –64 tot en met 00 tot en met +63) Diepte van het vibrato effect
Rv b Send ■ Zwevingzenden (Chorus Send) (Bereik: 000 tot en met 127) Deze parameter stelt de zweving bij.
Ch o Se n d ■ DSP lijn (Instellingen: aan, uit (on, oFF)) Deze parameter regelt of het DSP effect gebruikt wordt of niet.
DS P L i n e
V i bDe p t h ■ Octaafverschuiving (Octave Shift) (Bereik: –2 tot en met 0 tot en met +2) Omhoog/omlaag octaafverschuiving
Oc t Sh i f t ■ Niveau (Level) (Bereik: 000 tot en met 127) Deze parameter regelt het algehele volume van de toon. Hoe groter de waarde, des te luider het volume. Het instellen van nul als het niveau houdt in dat de toon in het geheel niet te horen zal zijn.
Leve l D-56 WK3100_d_47-58.p65
735A-D-058A
56
04.3.8, 3:58 PM
Synthesizerfunctie
SYNTH
CURSOR
[+]/[–]
DSP instellingen Gebruik het DSP bewerkingsscherm om het DSP type te selecteren en parameters te bewerken.
1 2
Selecteer een toon, druk op de SYNTH toets en configureer vervolgens de parameterinstellingen. Druk nadat u alles naar wens heeft eenmaal op de [왔] CURSOR toets.
In het geheugen opslaan van een gebruikerstoon De volgende procedure toont hoe een gebruikerstoon opgeslagen wordt in het geheugen. Als een toon eenmaal opgeslagen is, kunt u hem oproepen precies zoals u dat doet met een voorkeuzetoon.
Gebruikerstoon benoemen en in het geheugen opslaan
• Hierdoor wordt doorgegaan naar het DSP parameter bewerkingsscherm. • Door op de [왖] CURSOR toets te drukken wordt teruggekeerd naar het synthesizerfunctie parameterscherm.
1
Deze instelling specificeert DSP parameters. Zie “DSP parameters” op pagina D-33, “Effectenlijst” op pagina A-17, en “DSP algoritmelijst” op pagina A-19 voor nadere informatie.
2
OPMERKING • Slaat u een originele toon op met de DSP lijn ingeschakeld (pagina D-56), dan zal bij gewoonweg oproepen de toon automatisch de DSP lijn, het DSP type en de DSP parameterinstellingen veranderen. Dit vereenvoudigt het oproepen van de originele tonen die een DSP effect bevatten.
3
Stel een voorkeuzetoon in voor gebruik als basis van de gebruikerstoon, druk op de SYNTH toets om de synthesizerfunctie in te schakelen en maak de gewenste parameterinstelling. Druk na het maken van de parameterinstellingen om de gebruikerstoon te creëren tweemaal op de [왔] CURSOR toets. Verander de toonnummer voor het gebruikersgebied in de display m.b.v. de [+] en [–] toetsen totdat dat nummer aangegeven wordt waaronder u de gebruikerstoon wilt opslaan. • U kunt elk gewenst toonnummer van 600 tot en met 699 selecteren.
Hints voor het aanmaken van een eigen toon De volgende hints zijn handig advies om het aanmaken van eigen tonen een stukje sneller en makkelijker onder de knie te krijgen. Gebruik een voorkeuzetoon die lijkt op de toon die u wilt maken. Wanneer u al een idee heeft van wat voor soort toon u wilt proberen te maken is het altijd handig om te beginnen met een erop lijkende voorkeuzetoon. ■ Experimenteer met verschillende instellingen. Er zijn geen echte regels hoe een toon er uit moet zien. Laat uw verbeelding de vrije loop en experimenteer een beetje met de verschillende combinaties. U zult verbaasd zijn over wat u kunt bereiken.
4
Nadat de toonnaam naar wens ingesteld is drukt u op de [왘] CURSOR toets om de toon op te slaan. • Gebruik de [+] en [–] toetsen om door letters te bladeren bij de huidige cursorlocatie. • Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de cursor naar links en rechts te verplaatsen. • Zie pagina D-103 voor informatie aangaande het invoeren van tekst.
D-57
735A-D-059A
WK3100_d_47-58.p65
57
04.3.8, 3:58 PM
Synthesizerfunctie
CURSOR
5
Druk op de [왔] CURSOR toets om de gebruikerstoon op te slaan. • Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap die u vraagt of u de data werkelijk wilt opslaan. Druk op de YES toets om de data inderdaad op te slaan. • De boodschap “Complete” (voltooid) verschijnt kortstondig in de display, gevolgd door het toon- of ritmeselectiescherm. • Druk om het opslaan op elk gewenst moment te onderbreken op de SYNTH toets of op de EXIT toets om de synthesizerfunctie te verlaten. Door nogmaals op de SYNTH toets te drukken (voordat een andere toon wordt geselecteerd) wordt teruggekeerd naar de synthesizerfunctie terwijl al uw parameterinstellingen nog steeds op hun plaats staan.
D-58 WK3100_d_47-58.p65
735A-D-060A
58
04.3.8, 3:58 PM
Registratiegeheugen Karakteristieken van het registratiegeheugen Het registratiegeheugen laat u maximaal 32 keyboard instellingen opslaan (4 instellingen x 8 banken) voor onmiddellijk oproepen wanneer u ze nodig heeft. Hierdoor volgt een lijst van instellingen die in het registratiegeheugen worden opgeslagen.
Namen voor opstellingen U kunt instellingen toewijzen aan één van 32 gebieden, die u kunt selecteren m.b.v. de BANK toetsen 1 tot en met 4 en de vier REGISTRATION toetsen. De gebiedsnamen lopen van 1-1 tot en met 8-4 zoals hieronder getoond.
Instellingen van het registratiegeheugen • Toon • Ritme • Tempo • Laag aan/uit • Splitsen aan/uit • Splitspunt • Automatische harmonisatie aan/uit • Mixerinstellingen (kanaal 1 tot en met 10) • Effectinstellingen • Aanslagvolume-instellingen • Toewijsbare aansluitinginstelling • Transponeren • Stemmen • Begeleidingsvolume instelling • Toonhoogtebereik • Automatisch harmonisatietype • Instelling van de MODE toets • Synchronische standby toestand • Mixer Hold (mixer aanhouden) • DSP Hold (DSP aanhouden) • Synthesizerfunctie parameters (alleen modulatietoewijzing, modulatiediepte, vibratogolfvorm, vibratovertraging, vibratosnelheid, verbratodiepte)
OPMERKING • Elke bank van het registratiegeheugen bevat aanvankelijk data wanneer u het keyboard voor de eerste maal in gebruik neemt. Vervang de bestaande data gewoonweg door uw eigen data. • Registratiegeheugenfuncties kunnen niet worden gebruikt terwijl u de SMF speler-, de melodiegeheugenof de demonstratiemelodiefunctie gebruikt. • Registratiegeheugenfuncties worden ook uitgeschakeld wanneer u de floppy diskdrive (alleen bij model WK-3500) of de kaartgleuf (pagina D-94) gebruikt.
1
BANK 1
2
1
2
3
4
1-1
1-2
1-3
1-4
BANK 2
2-1
2-2
2-3
2-4
BANK 3
3-1
3-2
3-3
3-4
BANK 4
4-1
4-2
4-3
4-4
BANK 5
5-1
5-2
5-3
5-4
BANK 6
6-1
6-2
6-3
6-4
BANK 7
7-1
7-2
7-3
7-4
BANK 8
8-1
8-2
8-3
8-4
1 Gebruik de BANK toets om de bank te selecteren. Telkens bij indrukken van de BANK toets wordt naar het volgende banknummer in de cyclus van 1 tot en met 8 gegaan. 2 Door indrukken van één van de REGISTRATION toetsen (1 tot en met 4) wordt het corresponderende gebied geselecteerd bij de op het moment geselecteerde bank.
OPMERKING • Telkens wanneer u een opstelling opslaat en een opstelnaam toewijst, wordt eventueel eerdere aan die naam toegewezen data vervangen door de nieuwe data. • U kunt de MIDI mogelijkheden van het keyboard gebruiken om uw insteldata op te slaan bij een computer of naar een ander extern opslagmedium. Zie “Gebruik van de data download service” op pagina D-91 voor details. • U kunt insteldata opslaan naar externe media indien u dat wenst. Zie “Opslaan van Data” op pagina D-92 voor nadere informatie.
D-59
735A-D-061A
WK3000_d_59-60.p65
59
04.3.8, 3:58 PM
Registratiegeheugen
Number buttons Cijfertoetsen
BANK REGISTRATION
STORE
Vastleggen van een opstelling in het registratiegeheugen
Oproepen van een opstelling van het registratiegeheugen
1
1
Stel een toon en ritme in en maak de opstelling van het keyboard precies zoals u dat wilt. • Zie “Instellingen van het registratiegeheugen” op pagina D-59 voor details over welke data in het registratiegeheugen wordt opgeslagen.
2
Gebruik de BANK toets of de cijfertoetsen om de bank te selecteren. • De display wist het oproepscherm van het registratiegeheugen automatisch als u binnen ongeveer vijf seconden na indrukken van de BANK toets geen verdere bediening uitvoert.
Gebruik de BANK toets of de cijfertoetsen om de gewenste bank te selecteren. • De display keert terug naar de inhoud in stap 1 hierboven als u binnen ongeveer 5 seconden na indrukken van de BANK toets geen verdere bediening uitvoert. • Bank 1 is ingesteld.
Ban k 2
Druk op de REGISTRATION toets (1 tot en met 4) of cijfertoetsen voor het gebied waarvan u de instelling wilt oproepen.
Ban k 3
Druk op een REGISTRATION toets (1 tot en met 4) terwijl u de STORE toets ingedrukt houdt. • De volgende aanduiding verschijnt als u op de 2 toets drukt.
Store 4
Re c a l l • De naam van de opstelling verschijnt samen met de boodschap “Recall” (oproepen) in de display.
OPMERKING • Wanneer u op een REGISTRATION toets drukt zonder de BANK toets te gebruiken om eerst een bank in te stellen, wordt het laatst ingestelde banknummer gebruikt.
Laat de STORE en REGISTRATION toetsen los.
OPMERKING • De opstelling wordt opgeslagen zodra u een REGISTRATION toets indrukt in stap 3 hierboven.
D-60 WK3000_d_59-60.p65
735A-D-062A
60
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie Dit keyboard staat u toe om vijf verschillende melodieën op te nemen in het melodiegeheugen voor latere weergave. Er zijn twee methoden die u kunt gebruiken voor het opnemen van een melodie: real-time opnemen waarbij u de noten opneemt zoals u ze op het toetsenbord aanslaat en stapopname waarbij u akkoorden en noten stuk voor stuk invoert.
Instellen van een spoor Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen die gemarkeerd zijn als CHORD/TR1 tot en met TR6 om het gewenste spoor in te stellen.
Melodiegeheugen spoortoetsen Spoor 4
OPMERKING • Lagen en splitsing kunnen niet worden gebruikt tijdens standby voor opname of tijdens het opnemen met de melodiegeheugenfunctie. Daarnaast worden lagen en splitsing automatisch uitgeschakeld wanneer de opnamestandbyfunctie wordt ingeschakeld of de opname wordt gestart.
Spoor 2
Spoor 1
Spoor 3
Spoor 6
Spoor 5
Basis melodiegeheugenbediening
Sporen Het melodiegeheugen van het keyboard neemt op en speelt af op ongeveer dezelfde wijze als een gewone bandrecorder. Er zijn in het totaal zes sporen die elk onafhankelijk kunnen worden opgenomen. Naast noten heeft elk spoor ook een eigen toonnummer. Dan wanneer u de sporen tegelijkertijd afspeelt, klinkt het alsof een volledige band met zes leden aan het spelen is. Tijdens het spelen kunt u het tempo bijstellen om de snelheid van de weergave te veranderen. Begin
Einde
Spoor 1
Automatische begeleiding (ritme, bas, akkoord 1/2/3), toetsenbordspel
Spoor 2
Toetsenbordspel
Spoor 3
Toetsenbordspel
Spoor 4
Toetsenbordspel
Spoor 5
Toetsenbordspel
Spoor 6
Toetsenbordspel
De status van het melodiegeheugen verandert telkens wanneer u op de SONG MEMORY toets drukt. Weergave
P l ay Real-time opname
Knippert
Re c o r d Stapopname
S t e p Re c
Melodiedata opgenomen op het spoor. Knippert
OPMERKING • Bij dit keyboard is spoor 1 het basisspoor dat gebruikt kan worden om spelen op het toetsenbord op te nemen samen met de automatische begeleiding. De sporen 2 – 6 kunnen worden gebruikt voor toetsenbordspel zodat ze melodiesporen worden genoemd. De sporen 2 - 6 worden gebruikt om andere delen toe te voegen aan wat er opgenomen wordt bij spoor 1. • Merk op dat elk spoor onafhankelijk is van de andere. Dit betekent dat zelfs als u een vergissing maakt bij het opnemen, u alleen dat spoor opnieuw hoeft op te nemen waar de vergissing werd begaan. • U kunt verschillende mixerinstellingen gebruiken voor elk spoor (pagina D-47).
Normaal
D-61
735A-D-063A
WK3100_d_61-73.p65
61
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
SONG MEMORY
Number buttons Cijfertoetsen
START/STOP
Gebruik van real-time opname
4
Bij real-time opname worden de noten opgenomen zoals en op het moment dat u ze speelt op het toetsenbord.
• Bj het aanvangen van de opname gaat de REC indicator knipperen in de display. Na enkele ogenblikken stopt de indicator met knipperen en blijft dan non-stop branden in de display. • Real-time opname begint zonder ritme. Druk op de INTRO/ENDING 1/2 toets of op de VARIATION/ FILL-IN 1/2 toets als u wilt opnemen met een ritme.
Opnemen m.b.v. real-time opname
1
Druk tweemaal op de SONG MEMORY toets om real-time opnamestandby in te schakelen. • Voer stap 2 hieronder uit binnen vijf seconden nadat de opnamestandby is ingeschakeld.
• De niveaumeters voor de sporen 11 tot en met 16 worden in de display getoond terwijl de opnamestandbyfunctie ingeschakeld is bij het keyboard, zodat u makkelijk kunt checken welke sporen reeds opgenomen zijn. Zie “Niveaumeterinhoud tijdens opname-/bewerkingsstandby” op pagina D-69 voor details.
2
Gebruik de cijfertoetsen om een melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
Druk op de START/STOP toets om het opnemen te starten.
5
Speel iets op het toetsenbord. • U kunt ook automatische begeleidingsakkoorden opnemen door de van toepassing zijnde functie te selecteren met de MODE toets. • Optionele bediening van de pedalen, toonhoogte en modulatie worden ook opgenomen. Zie “Spoor 1 inhoud na real-time opname” op de volgende pagina.
6
Druk op de START/STOP toets om het opnemen te beëindigen als u klaar bent spelen. • Mocht u tijdens het opnemen een foutje maken, kunt u het opnemen weer opnieuw beginnen vanaf stap 1 of u kunt de montagefunctie (pagina D-70) gebruiken om correcties aan te brengen.
OPMERKING
Melodienummer
Re c o r d
• Door met real-time opname een spoor op te nemen waarop reeds opgenomen was wordt de vorige opname door de nieuwe vervangen.
• Het bovenstaande melodienummerscherm blijft in de display voor ca. vijf seconden.
3
Voer de volgende instellingen uit. • Toonnummer • Ritmenummer • Tempo • MODE toets
D-62 WK3100_d_61-73.p65
735A-D-064A
62
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
Spoor 1 inhoud na real-time opname Naast keyboardnoten en begeleidingsakkoorden worden tevens de volgende data opgenomen op Spoor 1 tijdens realtime opname. Deze data worden toegepast wanneer Spoor 1 weergegeven wordt. • Toonnummer • Ritmenummer • Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/ ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets, VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets • Pedaalbediening (optie) De volgende data wordt opgenomen als kopdata telkens wanneer u de opname van een spoor start. • Mixerinstellingen van andere sporen • Effecttype • Begeleidingsvolume • Nagalmniveau • Akkoordniveau • DSP aanhouden aan/uit • Mixer aanhouden aan/uit • Bediening van de toonhoogtedraairegelaar • Bediening van de modulatietoets (model WK-3500) • Bediening van de modulatietoets (model WK-3100/WK3000) • Toonhoogtebuigbereik
Instellingen bij de mixerfunctie De mixerparameters op kanaal 1 (pagina D-47) worden automatisch opgenomen op spoor 1. U kunt elke parameter m.b.v. de mixer veranderen.
Geheugencapaciteit Het keyboard heeft geheugen voor ongeveer 10.000 noten. • Het maatnummer en het nootnummer knipperen in de display telkens wanneer het geheugen plaats heeft voor minder dan 100 noten. • Het opnemen stopt automatisch (en automatische begeleiding en ritme stoppen met weergave als ze niet worden gebruikt) wanneer het geheugen vol raakt. • Aanvankelijk is er niets opgeslagen in het melodiegeheugen.
Opslag van geheugendata • Bij het maken van een nieuwe opname wordt eventueel eerdere opgenomen data uit het geheugen gewist. • Tijdens het maken van een opname gaat de inhoud van het op te nemen spoor verloren als het keyboard op dat moment wordt uitgeschakeld. • U kunt geheugendata opslaan naar externe media indien u dat wenst. Zie “Opslaan van Data” op pagina D-92 voor nadere informatie. • Vergeet niet dat u de geheugeninhoud van dit keyboard ook in massa kunt overladen naar een ander MIDI toestel met de procedure “Gebruik van de data download service” op pagina D-91.
Spoor 1 real-time opnamevariaties Hieronder wordt een aantal variaties beschreven die u kunt gebruiken bij opnemen naar Spoor 1 m.b.v. real-time opname. Al deze variaties zijn gebaseerd op de procedure “Opnemen m.b.v. real-time opname” op pagina D-62.
Beginnen met opnemen met synchrostart Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets. De automatische-begeleiding en de opname zullen beide starten wanneer u een akkoord speelt op het begeleidingstoetsenbord. Opnemen m.b.v. intro, eindigen en fill-in Tijdens het opnemen kunnen de INTRO/ENDING 1/2, SYNCHRO/FILL-IN NEXT en VARIATION/FILL-IN 1/2 toetsen (pagina D-43 en D-44) alle gebruikt worden zoals gewoonlijk. Om automatische begeleiding tegelijkertijd (synchro) te laten beginnen met een intropatroon Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets en vervolgens op de INTRO/ENDING 1 of INTRO/ ENDING 2 toets. De automatische begeleiding start samen met het introductiepatroon wanneer u een akkoord speelt op het begeleidingstoetsenbord. Om automatische weergave te beginnen halverwege een opname Druk in plaats van stap 4 op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets en speel dan iets op het melodietoetsenbord om het opnemen te starten zonder automatische begeleiding. Speel een akkoord op het begeleidingstoetsenbord wanneer u het punt bereikt waarop u de begeleiding wilt laten starten om op die manier de automatische begeleiding te starten.
D-63
735A-D-065C
WK3100_d_61-73.p65
63
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
SONG MEMORY
Number buttons Cijfertoetsen
SYNCHRO/FILL-IN NEXT START/STOP
Weergeven van het melodiegeheugen Nadat u sporen opgenomen heeft bij het geheugen kunt u ze weergegeven om te horen hoe ze klinken.
Van het melodiegeheugen weergeven
1
Gebruik de SONG MEMORY toets om de weergavestandbyfunctie in te schakelen en gebruik dan de cijfertoetsen om een melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren. Melodienummer
Weergavestandby
P l ay • Het bovenstaande melodienummerscherm blijft gedurende ongeveer vijf seconden in de display. Als het scherm verdwijnt voordat u de kans had om een melodienummer te selecteren, gebruik dan de [왔] CURSOR toets om het scherm opnieuw te verkrijgen.
2
Druk op de START/STOP toets om de melodie weer te geven die u ingesteld heeft. • U kunt de TEMPO toetsen gebruiken om het weergavetempo bij te regelen. • Druk nogmaals op de START/STOP toets om de weergave te stoppen.
SONG MEMORY TRACK
Uitschakelen van een bepaald spoor Druk op de SONG MEMORY TRACK toetsen van het spoor dat u wilt uitschakelen of gebruik de mixer (pagina D-47) om het kanaal van het spoor uit te schakelen.
Opnemen van de melodie en akkoorden met stapopname Met stapopname kunt u automatische begeleidings akkoorden en -noten opnemen en zelfs noten stuk voor stuk instellen. Zelfs diegenen die het moeilijk vinden mee te spelen met automatische begeleiding kunnen automatische begeleidingen zelf creëren, gebaseerd op hun eigen originele akkoordprogressies. Hieronder volgt het type data dat op de sporen 1 - 6 kan worden opgenomen. Spoor 1: Akkoorden en automatische begeleiding Sporen 2 – 6: Drummen Neem bij stapopname eerst de akkoorden en automatische begeleiding op in spoor 1. Neem vervolgens de melodie op de sporen 2 - 6 op.
OPMERKING • Gebruik de procedure onder “Om de sporen 2 en 6 op te nemen m.b.v. stapopname” op pagina D-68 voor details hoe u op de sporen 2 – 6 kunt opnemen.
OPMERKING • U kunt meespelen op het toetsenbord en lagen (pagina D-74) en splitsing (pagina D-75) gebruiken tijdens de weergave. • Als de START/STOP toets wordt ingedrukt om weergave te starten van het melodiegeheugen, dan begint de weergave altijd vanaf het begin van de melodie. • Het gehele toetsenbord fungeert als een melodietoetsenbord, ongeacht de instelling van de MODE toets.
D-64 WK3100_d_61-73.p65
735A-D-066A
64
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
7
Opnemen van akkoorden met stapopname
1
Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de opnamestandbyfunctie in te schakelen, en gebruik dan de cijfertoetsen om het melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren. Knippert
S t e p Re c 2
Voer de volgende instellingen uit. • Ritmenummer • MODE toets
3
Om spoor 1 in te stellen, druk op de CHORD/TR1 toets die één van de SONG MEMORY TRACK toetsen is. • Bij het aanvangen van de opname gaat de REC indicator knipperen in de display. Na enkele ogenblikken stopt de indicator met knipperen en blijft dan non-stop branden in de display.
4 5
Druk op de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets. Speel een akkoord. • Gebruik de akkoordspeelmethode die gespecificeerd wordt door de huidige MODE instelling (FINGERED, CASIO CHORD, etc.). • Wanneer de MODE toets ingesteld staat op normaal (Normal) specificeer dan het grondtooninvoertoetsenbord en het akkoordtype invoertoetsenbord. Zie “Instellen van akkoorden tijdens de normale functie” op pagina D-66 voor details.
Ch o r d Akkoordnaam
Huidige maat, maatslag en klok op huidige plaats*
* 96 klokken = 1 maat
6
Druk na voltooien van de opname op de START/ STOP toets. • Hierdoor wordt weergavestandby ingevoerd voor de melodie die u zojuist heeft opgenomen. • Druk op de START/STOP toets om de melodie op dat moment weer te geven.
OPMERKING • Volg de procedure bij “Corrigeren van fouten tijdens stapopname” op pagina D-69 voor het corrigeren van invoerfouten die u maakt tijdens stapopname. • U kunt bij een spoor dat reeds data bevatte extra data toevoegen door dat spoor te kiezen in stap 3 in de bovenstaande procedure. Dit plaatst het startpunt voor stap-voor-stap opname automatisch bij de eerste maatslag onmiddellijk volgend op de eerder opgenomen data. • Invoeren van “0” als akkoordlengte in stappen 5 en 6 van de bovenstaande procedure geeft een rustpauze aan maar deze rustpauze komt verder niet naar voren in de begeleidingsinhoud wanneer de begeleiding gespeeld wordt.
Inhoud van spoor 1 na stapopname Naast akkoorden worden de volgende data ook opgenomen op spoor 1 tijdens stapopname. Deze data wordt toegepast telkens bij weergave van spoor 1. • Ritmenummer • Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/ ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets, VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets.
OPMERKING • U kunt ook de cijfertoetsen 1 tot en met 7, en toets 9 gebruiken om de toetsloslaattiming te specificeren voor de VARIATION/FILL-IN 1, VARIATION/FILL-IN 2 en SYNCHRO/FILL-IN toetsen. Zie “Instellen van de nootlengte” op pagina D-66 voor nadere informatie. Door de loslaattiming te specificeren wordt gespecificeerd dat de betreffende toets ingedrukt blijft voor een bepaalde tijdsduur. Als u geen loslaattiming specificeert, wordt het aangenomen dat de toets aangeslagen en meteen weer losgelaten wordt.
Voer de lengte van het akkoord in (hoe lang hij gespeeld dient te worden totdat het volgende akkoord wordt gespeeld). • Stel de lengte van het akkoord in met de cijfertoetsen. Zie “Instellen van de nootlengte” op pagina D-66 voor details. • Het ingestelde akkoord en de lengte worden in het geheugen opgeslagen en het keyboard staat klaar voor invoer van het volgende akkoord. • Herhaal de stappen 5 en 6 voor het invoeren van meer akkoorden.
D-65
735A-D-067A
WK3100_d_61-73.p65
65
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
Instellen van akkoorden tijdens de normale functie Wanneer de MODE toets ingesteld staat op normaal (Normal) tijdens stapopname kunt u akkoorden specificeren m.b.v. een methode die verschilt van CASIO CHORD en Fingered vingerzettingen. Deze akkoordspecificatiemethode kan gebruikt worden om 18 verschillende akkoordtypes in te voeren terwijl toch maar twee klaviertoetsen worden gebruikt, zodat u dus akkoorden kunt specificeren ook als u niet weet hoe ze eigenlijk gespeeld moeten worden.
Akkoordtype toetsenbord
Invoertoetsen voor grondtonen
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Majeur Mineur Vermeerderd Verminderd Aangehouden vier Septiem Mineur septiem Majeur septiem Mineur majeur septiem
0 A B C D E F G H
Septiem mol vijf Mineur septiem mol vijf Septiem aangehouden vier Verminderd septiem Mineur toegevoegde none Toegevoegde none Mineur sext Sext Sext none
Om het akkoord in te stellen houdt u de betreffende klaviertoets van het toetsenbord voor invoeren van de grondtoon ingedrukt en drukt u dan op de klaviertoets van het toetsenbord voor het akkoordtype om dit in te stellen. Bij invoeren van een akkoord met een speciale basnoot wordt bij indrukken van twee toetsen van het toetsenbord voor de grondtoon de ingestelde lagere noot ingesteld als bastoon. Voorbeeld 1: Om Gm7 in te voeren, houdt u G op het grondtoon toetsenbord ingedrukt en drukt u op de m7 klaviertoets van het akkoordtype toetsenbord.
Instellen van de nootlengte Tijdens stapopname worden de cijfertoetsen gebruikt voor het instellen van de lengte van elke noot.
Nootlengte Stel met de cijfertoetsen [1] tot en met [6] hele noten ( ), halve noten ( ), kwartnoten ( ), achtste noten ( ), 16de noten ( ) en 32ste noten ( ) in. Voorbeeld: Druk op cijfertoets [3] om een kwartnoot ( ) in te stellen. Stippen ( ) en drievouden ( ) Gebruik terwijl u de [7] (stip) of [9] (drievoud) toetsen ingedrukt houdt, de toetsen [1] - [6] om de lengte van de noten in te voeren. Voorbeeld: Om een gepunte 8ste noot ( ) in te stellen houdt u cijfertoets [7] ingedrukt en drukt u op cijfertoets [4]. Dwarsbalk Voer eerst de eerste en vervolgens de tweede noot in. Voorbeeld: Om in te voeren, druk op [4] en daarna op [8]. Druk vervolgens op [5]. Deze noot wordt dan verbonden aan de volgende ingevoerde noot (16de noot in dit voorbeeld). Rustpauze Houd cijfertoets [0] ingedrukt en druk vervolgens op de cijfertoetsen [1] – [9] om de lengte van de rustpauze in te stellen. Voorbeeld: Houd om een rustpauze van een 8ste noot cijfertoets [0] ingedrukt en druk op cijfertoets [4]. • Door op de [왘] CURSOR toets te drukken worden rustpauzes tot aan het begin van de volgende maat ingevoerd.
Spoor 1 stapopname variaties Hieronder volgt een beschrijving van verschillende variaties die u kunt gebruiken bij opnemen op spoor 1 m.b.v. stapopname. Al deze variaties zijn gebaseerd op de procedure beschreven onder “Opnemen van akkoorden met stapopname” op pagina D-65.
Starten van de begeleiding met een een intropatroon Druk in stap 4 na de SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets op de INTRO/ENDING 1 of INTRO/ENDING 2 toets. (G) Houd de toets ingedrukt om akkoordgrondtoon in te stellen.
(m7) Druk op de toets om het akkoordtype in te stellen.
Voorbeeld 2: Om Gm/C in te voeren, houdt u C en G op het grondtoon toetsenbord ingedrukt en drukt u op de m klaviertoets van het akkoordtype toetsenbord.
(C) (G) Houd de toets ingedrukt om bas en akkoordgrondtoon in te stellen.
(m) Druk op de toets om het akkoordtype in te stellen.
Overschakelen naar een ritmevariatie Druk in stap 5 op de VARIATION/FILL-IN 1 of VARIATION/ FILL-IN 2 toets onmiddellijk voor invoeren van het akkoord. Tussenvoegen van een fill-in Druk in stap 5 op de VARIATION/FILL-IN 1 of VARIATION/ FILL-IN 2 toets op de maat of maatslag onmiddellijk voor de maatslag of het akkoord waar u de fill-in wilt tussenvoegen. Tussenvoegen van een slotpatroon Druk in stap 5 op de INTRO/ENDING 1 of INTRO/ENDING 2 toets tijdens de maat of maatslag juist voor het akkoord waar u het slotpatroon wilt tussenvoegen.
D-66 WK3100_d_61-73.p65
735A-D-068A
66
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
SONG MEMORY
Number buttons Cijfertoetsen
START/STOP
BELANGRIJK! • De lengte van het slotpatroon hangt af van het ritme dat u gebruikt. Controleer de lengte van het slotpatroon dat u gebruikt en stem de lengte van het akkoord daarop af in stap 6. Als het akkoord te kort is in stap 6 kan het slotpatroon afgekapt worden.
Om stapopname van akkoorden uit te voeren zonder ritme Sla stap 4 over. Het ingestelde akkoord met de lengte gespecificeerd met de cijfertoetsen wordt opgenomen. Hier kan een rustpauze worden opgenomen zodat een origineel akkoordpatroon kan worden aangemaakt. Toevoegen van akkoordbegeleiding halverwege ritmeweergave Druk in plaats van stap 4 op de VARIATION/FILL-IN 1 of VARIATION/FILL-IN 2 toets en voer rustpauzes in. Voer dan bij stap 5 de akkoorden in. Waar u de rustpauzes plaatste wordt alleen het ritme gespeeld terwijl de akkoordweergave na de rustpauzes start.
Opnemen van meerdere sporen Spoor 1 van het melodiegeheugen van het keyboard neemt de automatische begeleiding en spelen op het toetsenbord op. Daarnaast zijn er vijf andere sporen die u kunt gebruiken om enkel melodiedelen op te nemen. U kunt verschillende tonen opnemen naar de melodiesporen en een volledig ensemble van muziekinstrumenten opbouwen voor uw opnamen. De procedure die u gebruikt voor het opnemen van de sporen 2 t/m 6 is identiek aan de methode die u gebruikte voor het opnemen naar spoor 1.
SONG MEMORY TRACK
Opnemen van spoor 2 tot en met 6 met real-time opname U kunt op spoor 2 tot en met 6 opnemen terwijl u tegelijkertijd afspeelt wat u van te voren op spoor 1 en eventuele andere sporen eerder had opgenomen.
1
Druk tweemaal op de SONG MEMORY toets om de opnamestandbyfunctie in te schakelen en gebruik vervolgens de cijfertoetsen om een melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren. • Het melodienummer dat u instelt zou de melodie moeten zijn waar u eerder Spoor 1 invoerde.
2
Stel het op te nemen spoor (2 tot en met 6) in m.b.v. de SONG MEMORY TRACK toetsen. • Terwijl de opnamestandbyfunctie van het keyboard ingeschakeld is, toont de display de niveaumeters voor de kanalen 11 tot en met 16 zodat u kunt controleren welke sporen reeds opgenomen zijn. Zie “Niveaumeterinhoud tijdens opname-/bewerkingsstandby” op pagina D-69 voor details.
3
Voer de volgende instellingen uit. • Toonnummer • Tempo
4
Druk op de START/STOP toets om met opnemen te beginnen. • Op dit moment wordt de inhoud van reeds opgenomen sporen afgespeeld. • Optionele bediening van de pedalen, toonhoogte en modulatie worden ook opgenomen.
5 6
Speel op het toetsenbord wat u op het ingestelde spoor wilt opnemen. Druk op de START/STOP toets om het opnemen te stoppen wanneer u klaar bent.
D-67
735A-D-069A
WK3100_d_61-73.p65
67
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
SONG MEMORY
CURSOR
Number buttons Cijfertoetsen
START/STOP
Spoorinhoud na real-time opname
SONG MEMORY TRACK
2
Naast noten van het toetsenbord kunnen de volgende data ook opgenomen worden op het ingestelde spoor tijdens realtime opname. Deze data worden later toegepast bij weergave van het spoor.
Kies het spoor (2 – 6) waarop moet worden opgenomen met de SONG MEMORY TRACK toetsen. Voorbeeld: Selecteer Spoor 2. Knippert
• Toonnummer • Pedaalbediening De volgende data worden in de kopregel opgenomen wanneer u de opname van een spoor start. • Mixerinstellingen van andere sporen • Effecttype • Begeleidingsvolume • Nagalmniveau • Zwevingniveau • DSP aanhouden aan/uit • Mixer aanhouden aan/uit • Bediening van de toonhoogtedraairegelaar • Bediening van de modulatietoets (model WK-3500) • Bediening van de modulatietoets (model WK-3100/WK3000) • Toonhoogtebuigbereik
3
• Door indrukken van een TONE toets of de DRAWBAR ORGAN toets worden het toonnummer en de toonnaam op de display verkregen. U kunt dan de cijfertoetsen, of de [+] (verhogen) en [–] (verlagen) toetsen om de toon te veranderen. • Druk na veranderen van het toonnummer op een klaviertoets om het naamscherm en het toonnummer te wissen en terug te gaan naar het nootinvoerscherm.
4
Deze procedure beschrijft hoe noten stuk voor stuk kunnen worden ingevoerd waarbij de toonhoogte en lengte van elke noot ingesteld kan worden.
5
1
6
• Het melodienummer dat u instelt zou de melodie moeten zijn waar u eerder Spoor 1 invoerde.
Voer m.b.v. de klaviertoetsen noten in of rustpauzes met cijfertoets [0]. • Op dit moment, toont de display de druk op de klaviertoetsen (snelheid). Gebruik de [+] (verhogen) en [–] (verlagen) toetsen om de snelheid te veranderen. • U kunt ook een akkoord invoeren.
Om de sporen 2 en 6 op te nemen m.b.v. stapopname
Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de real-time opnamestandbyfunctie in te schakelen en gebruik vervolgens de cijfertoetsen om een melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
Stel een toonnummer in.
7
Gebruik de cijfertoetsen om de lengte van de noten of rustpauzes in te voeren (pagina D-66). Herhaal de stappen 4 en 5 om meer noten in te voeren. Druk op de START/STOP toets om de opname te beëindigen wanneer u klaar bent.
S t e p Re c D-68 WK3100_d_61-73.p65
735A-D-070C
68
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
OPMERKING • Volg de procedure bij “Corrigeren van fouten tijdens stapopname” op deze pagina voor het corrigeren van invoerfouten die u maakt tijdens stapopname. • U kunt bij een spoor dat reeds data bevatte extra data toevoegen door dat spoor te kiezen in stap 2 in de bovenstaande procedure. Dit plaatst het startpunt voor stap-voor-stap opname automatisch bij de eerste maatslag onmiddellijk volgend op de eerder opgenomen data. • Telkens wanneer u naar de sporen 2 tot en met 6 opneemt, fungeert het gehele toetsenbord als een melodietoetsenbord ongeacht de huidige instelling van de MODE toets.
Corrigeren van fouten tijdens stapopname
1
Gebruik zonder de stapopname te verlaten de [왗] CURSOR toets om de invoeraanwijzer naar links te verplaatsen. • De REC indicator verdwijnt uit de display en de STEP indicator gaat knipperen.
No t e C# 4
Spoorinhoud na stapopname Naast noten en rustpauzes worden de volgende data ook opgenomen op spoor tijdens stapopname. Deze data wordt toegepast telkens bij weergave van het spoor.
Maat 126/maatslag 3/klok 48 (Normaal invoerpunt) Datastroom
•••••••
Maat 126/maatslag 3/klok 0 (Eerdere data) Datastroom
• • • • • • •
•••••••
C4
• Toonnummer
C4
Drukken [왗] CURSOR toets.
Niveaumeterinhoud tijdens opname-/ bewerkingsstandby
2
De kanalen 11 – 16 komen overeen met de sporen 1 - 6. Tijdens opname-/bewerkingsstandby (pagina D-70) geeft de niveaumeterdisplay aan welke sporen reeds opgenomen en welke nog steeds leeg zijn. Sporen met 4 verlichte segmenten bevatten reeds data terwijl sporen zonder verlichte segmenten geen data bevatten.
• • • • • • •
Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om naar links en rechts te bewegen.
Gebruik terwijl u de data op de display bekijkt, de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het invoerpunt te verplaatsen naar de data die u wilt veranderen. Voorbeeld: Om alle nootdata volgend op noot A3 bij Maat 120, maatslag 1, klok 0 te veranderen.
No t e A3
Opnamespoor Spoor waarop niet wordt opgenomen Maat 120/maatslag 1/klok 0 (Invoerpunt worden verkregen met de [왗] en [왘] CURSOR toetsen)
Corrigeren van fouten tijdens stapopname Geheugendata kan worden beschouwd als bladmuziek die gespeeld wordt van links naar rechts met het invoerpunt gewoonlijk ver rechts van de opgenomen data. De hier beschreven procedure laat u dit invoerpunt naar links bewegen zodat u veranderingen in reeds ingevoerde data kunt aanbrengen. Merk echter op dat bij bewegen van het invoerpunt naar links en het veranderen van data automatisch tot gevolg heeft dat alle data rechts van dit punt meteen geheel gewist wordt.
Datastroom
•••••••
• • • • • • • A3
3
Druk op de [왔] CURSOR toets.
Rew r i t e ?
D-69
735A-D-071A
WK3100_d_61-73.p65
C4
69
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
SONG MEMORY
CURSOR
[+]/[–] YES/NO START/STOP
4
Druk op de YES toets. • Dit wist alle data van de plaats die u specificeerde waarna de opnamestandbyfunctie wordt ingeschakeld. • Door op de [왖] CURSOR toets of de NO toets te drukken wordt het wissen van de data geannuleerd. Maat 120/maatslag 1/klok 0 (Stapopname begint vanaf hier.) Datastroom
•••••••
Alle data rechts wordt uitgewist.
OPMERKING • Wanneer u het einde van de opname bereikt door op de [왘] CURSOR toets te drukken, verschijnt de REC indicator en gaat de STEP indicator knipperen in de display om aan te geven dat u meer data kunt toevoegen tijdens stapopname.
SONG MEMORY TRACK
Bewerken van de geheugeninhoud Na opnemen naar het keyboardgeheugen kunt u nog steeds afzonderlijke noten en parameterinstellingen (zoals bijvoorbeeld toonnummer) oproepen en naar wens veranderingen aanbrengen. Dit betekent dat u verkeerd gespeelde noten kunt corrigeren, tooninstellingen kunt veranderen, enz. De volgende types data kunnen worden bewerkt. • Nootintensiteit • Noten • Akkoorden • Toonnummers • Ritmenummer • Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/ ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets, VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets.
Bewerken van de geheugeninhoud Wissen van specifieke nootdata
1 2 3
1
Voer de stappen 1 en 2 uit onder “Corrigeren van fouten tijdens stapopname” op de vorige pagina om de noot aan te geven die u wilt uitwissen.
Knippert
Druk tweemaal op de [왔] CURSOR toets. Druk in antwoord op de “Delete?” (wissen?) boodschap die op het scherm verschijnt op de YES toets om de aangegeven noot te wissen.
Druk driemaal op de SONG MEMORY toets om de stapopname standbyfunctie in te schakelen en gebruik vervolgens de [+] en [–] toetsen om een melodienummer (0 tot en met 4) te selecteren.
S t e p Re c 2 3
Stel m.b.v. de SONG MEMORY TRACK toetsen het reeds opgenomen spoor in dat u wilt bewerken. Druk op de [왗] CURSOR toets om de bewerkingsfunctie in te schakelen. • De REC indicator verdwijnt uit de display en de STEP indicator gaat knipperen.
D-70 WK3100_d_61-73.p65
735A-D-072A
70
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
4
Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om naar de locatie op het spoor te gaan waar de noot of de parameter zich bevindt die u wilt veranderen. Voorbeeld van nootbewerking Snelheid
Toonhoogte
Parameter die wordt bewerkt
No t e C4
Bewerkingstechnieken en display-inhoud Hieronder worden bewerkingstechnieken beschreven die u kunt gebruiken om de verschillende in het geheugen opgeslagen parameters te veranderen.
Veranderen van de toetsdruk (aanslagsnelheid) van een noot Verander de cijfertoetsen of de [+] en [–] toetsen.
No t e G4 5
Breng gewenste veranderingen aan in de waarde. • De procedures die u in feite gebruikt voor het veranderen van een parameter hangen af van het type data dat deze bevat. Zie “Bewerkingstechnieken en display-inhoud” op deze pagina voor details.
6 7
Veranderen van de toonhoogte van een noot Voer een nieuwe noot in via het toetsenbord of gebruik de [+] en [-] toetsen om de toonhoogte van een noot te veranderen. De toonhoogte die u hier specificeert wordt aangegeven via het toetsenbord en de noten die aangegeven in de notenbalk op de display.
Herhaal de stappen 4 en 5 om andere parameters te bewerken. Druk op de START/STOP toets om het bewerken te stoppen wanneer u klaar bent.
OPMERKING • De enige parameters die kunnen worden bewerkt bij de sporen 2 tot en met 6 zijn noten en toonnummers. • Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de Sporen 1 – 6 aan de gang was. • U kunt enkel de toonnummers veranderen die oorspronkelijk ingesteld waren voor de sporen 2 tot en met 6 m.b.v. stap-voor-stap opname. • Tijdens real-time opnemen kunt u ritmenummers later veranderen die u instelde terwijl het opnemen van Spoor 1 aan de gang was. • U kunt enkel de ritmenummers veranderen die oorspronkelijk ingesteld waren voor de spoor 1 m.b.v. stap-voor-stap opname. • De bewerkingsprocedure kan niet worden gebruikt om meer data toe te voegen aan de opname. • Gedeelten van een opname kunnen niet naar een andere plaats worden overgebracht binnen een opname. • De nootlengte kan niet worden veranderd.
No t e G4 BELANGRIJK! • Tijdens het bewerken van de geheugeninhoud mag u nooit een noot veranderen zodat hij identiek is aan de voorafgaande of de erop volgende noot. Hierdoor verandert nl. de lengte van de veranderde noot en de voorafgaande of de erop volgende noot. Mocht dit plaatsvinden dan dient u het gehele spoor opnieuw op te nemen.
Veranderen van een akkoord Gebruik de akkoord vingerzettingmethode die geselecteerd werd met de MODE toets (FINGERED, CASIO CHORD, enz.) om een akkoord in te voeren.
Ch o r d
Veranderen van een toonnummer Gebruik de cijfertoetsen of de [+] en [–] toetsen om een toonnummer te veranderen.
G r a n dPn o
D-71
735A-D-073A
WK3100_d_61-73.p65
71
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
SONG MEMORY
CURSOR
[+]/[–] YES/NO SONG MEMORY TRACK
Bewerken van een melodie
OPMERKING • Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de Sporen 1 tot en met 6 aan de gang was. • U kunt enkel de toonnummers veranderen die oorspronkelijk ingesteld waren voor de sporen 2 tot en met 6 m.b.v. stap-voor-stap opname.
Veranderen van een ritmenummer Gebruik de cijfertoetsen of de [+] en [–] toetsen om een ritmenummer te veranderen.
Pop OPMERKING • Tijdens real-time opnemen kunt u ritmenummers later veranderen die u instelde terwijl het opnemen van Spoor 1 aan de gang was. • U kunt enkel de ritmenummers veranderen die oorspronkelijk ingesteld waren voor de spoor 1 m.b.v. stap-voor-stap opname.
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren tijdens de melodiebewerkingsfunctie. • Wis een melodie • Wis een spoor • Melodiekopregeldata herschrijven (paneelopname)
Wissen van een melodie
1 2 3
Gebruik de [+] en [–] toetsen om het nummer in te stellen van de melodie die u wilt wissen. Druk op de [왔] CURSOR toets. Druk tweemaal op de [왔] CURSOR toets als er zich geen melodienummer in de display bevindt. • Hierdoor wordt het melodiewisscherm verkregen.
4
Druk op de YES toets. • Hierdoor verschijnt de boodschap “Sure?” (bent u er zeker van?) om te bevestigen dat u de melodie inderdaad wilt wissen.
Veranderen van een ritmeregelbediening* * Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/ ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets, VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN NEXT toets. Druk op de ritmeregeltoets waarnaar u wilt veranderen.
Druk eenmaal op de SONG MEMORY toets om de weergavestandby in te schakelen.
5
Druk op de YES toets om de melodie te wissen en terug te keren naar weergavestandby.
I n t / End1
D-72 WK3100_d_61-73.p65
735A-D-074A
72
04.3.8, 3:58 PM
Melodiegeheugenfunctie
Om een specifiek spoor uit te wissen
1 2 3
Druk eenmaal op de SONG MEMORY toets om de weergavestandby in te schakelen. Gebruik de [+] en [–] toetsen om het nummer in te stellen van de melodie die het spoor bevat dat u wilt wissen. Druk tweemaal op de [왔] CURSOR toets. Druk drie maal op de [왔] CURSOR toets als er zich geen melodienummer in de display bevindt.
Herschrijven van melodiekopregeldata (paneelopname) U kunt een procedure gebruiken die “Paneelopname” wordt genoemd om instellingen zoals o.a. oorspronkelijke mixer, tempo enzovoort te veranderen die in de melodiekopregels opgeslagen zijn.
1 2
• Hierdoor wordt het melodiewisscherm verkregen. Nummer van de melodie die het spoor bevat (kan niet worden veranderd) Spoorwissen standby
T r . De l . ? 4
3 4
Druk eenmaal op de SONG MEMORY toets om de weergavestandby in te schakelen. Gebruik de [+] en [–] toetsen om de melodie in te stellen die de kopregeldata bevat die u wilt herschrijven. Maak de gewenste veranderingen in de kopregeldata. Druk driemaal op de [왔] CURSOR toets. • Hierdoor wordt het melodiewisscherm verkregen.
5
Druk op de YES toets om de kopdata te herschrijven.
Gebruik de SONG MEMORY TRACK toetsen om het opgenomen spoor of sporen in te stellen waarvan u de data wilt uitwissen. Spoorwissen standby
Opgenomen spoor Spoor dat wordt gewist (meerdere sporen kunnen worden gespecificeerd.)
• U kunt meer dan één spoor specificeren om uit te wissen door meer dan één spoorkeuzetoets in te drukken. • Om selectie van een spoor ongedaan te maken drukt u gewoonweg nogmaals op de spoorkeuzetoets.
5
Druk op de YES toets. • Hierdoor verschijnt de boodschap “Sure?” (bent u er zeker van?) om te bevestigen dat u het spoor inderdaad wilt wissen.
6
Druk op de YES toets om het spoor te wissen.
OPMERKING • U kunt het melodienummer niet veranderen tijdens spoorwissen standby. • Als op de SONG MEMORY toets gedrukt wordt tijdens spoorwissen standby wordt teruggegaan naar opnamstandby.
D-73
735A-D-075A
WK3100_d_61-73.p65
73
04.3.8, 3:58 PM
Instellingen van het keyboard
SPLIT
2
Onderdelen
3
Hoofdtoon (BRASS GM) + Gelaagde toon (FRENCH HORN GM)
Lagen aanbrengen bij tonen
1
Stel eerst de hoofdtoon in. Voorbeeld: Druk om “361 BRASS GM” als de hoofdtoon te selecteren op de TONE toets en gebruik dan de cijfertoetsen om 3, 6 en daarna 1 in te voeren.
B r a s s _G
Stel de gelaagde toon in. Voorbeeld: Gebruik om “360 FRENCH HORN GM” als de gelaagdetoon te selecteren de cijfertoetsen om 3, 6 en daarna 0 in te voeren.
F r . Ho r nG 4
Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen. • Beide tonen klinken nu op hetzelfde moment.
5
LAGEN
Druk nogmaals op de LAYER toets om de tonen te “ontlagen” en het keyboard terug te brengen in de normale staat.
OPMERKING • Door lagen in te schakelen schakelt het op dat moment geselecteerde deel van Deel 1 naar Deel 2, en toont de gelaagde toon. Op dat moment kunt u de [왗] en [왘] CURSOR toetsen gebruiken om over te schakelen tussen de delen. Door het maken van lagen uit te schakelen, wordt teruggegaan naar Deel 1. • De hoofdtoon klinkt via kanaal 1 terwijl de gelaagde toon via kanaal 2 weergegeven wordt. De mixer kan tevens gebruikt worden om de instellingen voor toon en volume van deze kanalen te veranderen. • Merk op dat het maken van lagen niet mogelijk is tijdens de opnamestandbyfunctie of tijdens opnemen met de melodiegeheugenfunctie of terwijl u de SMF spelerfunctie aan het gebruiken bent.
D-74 WK3000_d_74-88.p65
Brandt
S t r i ngs1
Gebruik van lagen Met de lagenfunctie kunt u twee verschillende tonen (een hoofdtoon en een gelaagde toon) toewijzen aan het toetsenbord die beide weergegeven worden telkens wanneer u een klaviertoets aanslaat. U kunt bijvoorbeeld de FRENCH HORN GM toon als laag aanbrengen over de BRASS GM toon om een rijk en koperachtige geluid te produceren.
Druk op de LAYER toets. Ingestelde gelaagde toon
Er kunnen tijdens spelen op het toetsenbord maximaal vier delen (genummerd 1 tot en met 4) tegelijkertijd worden gebruikt. Deze delen kunnen gebruikt worden door de lagenen splitsfuncties zoals hieronder beschreven. Deel 1: Hoofdtoondeel Deel 2: Gelaagd toondeel Deel 3: Splitstoondeel Deel 4: Gelaagd en splitstoondeel
LAYER
735A-D-076A
74
04.3.8, 3:58 PM
Instellingen van het keyboard
4
Gebruik van splitsen Met splitsing wijst u twee verschillende tonen (een hoofdtoon en een splitstoon) toe aan het linker en het rechter gedeelte van het toetsenbord, zodat u dus één toon met de linkerhand en één toon met de rechterhand kunt spelen. U kunt bijvoorbeeld STRINGS 1 als de hoofdtoon (hoog bereik) selecteren en PIZZICATO GM als de splittoon (laag bereik) zodat u op die manier de beschikking over een heel strijkensemble in uw vingers heeft. Met splitsing kunt u tevens het splitspunt specificeren wat de plaats op het toetsenbord is waar er verandering optreedt tussen de twee tonen.
Voorbeeld: Druk op de G3 klaviertoets om G3 als splitspunt in te stellen.
G3 5
OPMERKING • Laat de MODE toets in de normale of FULL RANGE CHORD positie.
SPLITSEN
Druk terwijl u de SPLIT toets ingedrukt houdt op de klaviertoets die de meest linkertoets van het hoge bereik dient te worden.
6
Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen.
• Aan elke klaviertoets vanaf F 3 en lager is de PIZZICATO GM toon toegewezen, terwijl aan elke klaviertoets vanaf G3 en hoger de STRINGS 1 toon is toegewezen.
Druk nogmaals op de SPLIT toets om het toetsenbord te “ontsplitsen” en hem terug in de normale staat te brengen.
OPMERKING Splitstoon (PIZZICATO GM)
Hoofdtoon (STRINGS 1)
Splitspunt
Splitsen van het toetsenbord
1
Stel eerst de hoofdtoon in. Voorbeeld: Om “348 STRINGS 1” als de hoofdtoon te specificeren drukt u op de TONE toets en gebruikt u vervolgens de cijfertoetsen om 3, 4 en vervolgens 8 in te voeren.
S t r i ngs1 2
• Door splitsing in te schakelen wordt het op dat moment geselecteerde deel overgeschakeld naar Deel 3 en wordt de splitstoon aangegeven. Op dat moment kunt u de [왗] en [왘] CURSOR toetsen gebruiken om over te schakelen tussen de verschillende delen. Door de splitsfunctie uit te schakelen wordt teruggegaan naar Deel 1. • De hoofdtoon klinkt via kanaal 1 terwijl de gelaagde toon via kanaal 3 weergegeven wordt. De mixer kan tevens gebruikt worden om de instellingen voor toon en volume van deze kanalen te veranderen. • Merk op dat het splitsen niet mogelijk is tijdens de opnamestandbyfunctie of tijdens opnemen met de melodiegeheugenfunctie of wanneer u de SMF spelerfunctie aan het gebruiken bent. • Wanneer de MODE schakelaar ingesteld is op CASIO CHORD of FINGERED, is het bereik van het begeleidingstoetsenbord ingesteld in overeenkomst met het splitspunt dat u met de bovenstaande procedure specificeerde.
Druk op de SPLIT toets. Ingestelde splitstoon
Brandt
A c o . B s _G 3
Stel de splitstoon in. Voorbeeld: Om “345 PIZZICATO GM” als de splittoon te selecteren gebruikt u de cijfertoetsen om 3, 4 en vervolgens 5 in te voeren.
P i z z _G D-75
735A-D-077A
WK3000_d_74-88.p65
75
04.3.8, 3:58 PM
Instellingen van het keyboard
TONE
TRANSPOSE/FUNCTION
[+]/[–]
SPLIT
Gebruik van lagen en splitsen tegelijkertijd Lagen en splitsen kunnen tegelijkertijd gebruikt worden om een gelaagd splitstoetsenbord te verkrijgen. Er is geen verschil tussen eerst gelaagde tonen creëren en vervolgens het toetsenbord splitsen en deze handelingen in omgekeerde volgorde doen. Als lagen en splitsen tegelijkertijd gebruikt worden, zullen twee tonen (hoofdtoon + gelaagde toon) aan het hoge bereik van het toetsenbord en twee aan het lage bereik (splitstoon en gelaagde splitstoon) toegewezen worden.
Splitsen van het toetsenbord en daarna het lagen van tonen
1
Druk op de TONE toets en voer daarna het toonnummer van de hoofdtoon in. Voorbeeld: Om “361 BRASS GM” als de hoofdtoon in te stellen.
B r a s s _G 2
GELAAGD EN GESPLITST
LAYER
Druk op de SPLIT toets en voer daarna het nummer van de splitstoon in. Voorbeeld: Om “345 PIZZICATO GM” als de splitstoon in te stellen.
Splitstone (PIZZICATO GM) + Gallagde splitstoon (STRINGS 1)
P i z z _G
Hoofdtoon (BRASS GM) + Gelaagde toon (FRENCH HORN GM)
• Druk na instellen van de splitstoon op de SPLIT toets om het toetsenbord te ontsplitsen.
Splitspunt
3
Druk op de LAYER toets en voer daarna het nummer van de laagtoon in. Voorbeeld: Om “360 FRENCH HORN GM” als de gelaagde toon in te stellen.
F r . Ho r nG 4
Druk op de SPLIT toets of de LAYER toets zodat zowel de splits- (SPLIT) als de laagindicator (LAYER) op de display staan.
D-76 WK3000_d_74-88.p65
735A-D-078A
76
04.3.8, 3:58 PM
Instellingen van het keyboard
5
Voer het nummer van de gelaagde splitstoon in. Voorbeeld: Om de “348 STRINGS 1” toon in te stellen, voert u 3, 4 en 8 in.
S t r i ngs1 6
7
Druk terwijl u de SPLIT toets ingedrukt houdt op de klaviertoets waar u de laagste noot (de meest linker toets) wilt hebben van het hoge bereik (bereik aan de rechter kant).
Transpositie van het keyboard Transpositie laat u de sleutel van het gehele toetsenbord verhogen en verlagen in semitoon (halve toon) eenheden. Als u een begeleiding wilt spelen voor een zanger die in een andere sleutel zingt dan het keyboard bijvoorbeeld, kunt u eenvoudigweg de sleutel van het keyboard veranderen met de transponeerfunctie.
Transponeren van het keyboard
1
Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets. • Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast TRANSPOSE/FUNCTION en wordt het transponeer instelscherm getoond.
Probeer nu iets op het toetsenbord te spelen. • Druk nogmaals op de LAYER toets om de tonen te “ontlagen” en druk nogmaals op de SPLIT toets om het toetsenbord te “ontsplitsen”.
T r ans .
OPMERKING • Door lagen + splitsen in te schakelen wordt het op dat moment geselecteerde deel overgeschakeld naar Deel 4 en wordt de gelaagde toon aangegeven. Op dat moment kunt u de [왗] en [왘] CURSOR toetsen gebruiken om tussen de verschillende delen over te schakelen. Door lagen uit te schakelen wordt teruggegaan naar deel 3, terwijl door uitschakelen van splitsing terug wordt gegaan naar deel 2. Door zowel lagen als splitsing uit te schakelen wordt teruggekeerd naar Deel 1. • De hoofdtoon klinkt via kanaal 1, de gelaagde toon via kanaal 2, de spitstoon via kanaal 3 en de gelaagde splitstoon via kanaal 4. De mixer kan tevens gebruikt worden om de instellingen voor toon en volume van deze kanalen te veranderen.
2
Gebruik de [+] en [–] toetsen om de transponeerinstelling van het toetsenbord te veranderen. Voorbeeld: Met vijf halve tonen omhoog transponeren van het toetsenbord. .
T r ans . • Door op de TRANSPOSE/FUNCTION toets te drukken wordt het transponeerscherm verlaten.
OPMERKING • Het toetsenbord kan binnen een bereik van –24 (twee octaven lager) tot +24 (twee octaven hoger) worden getransponeerd. • De transponeerinstelling heeft ook invloed op de weergave van het melodiegeheugen en de automatische begeleiding. • Het toegestane toonhoogtebereik waarbinnen u kunt transponeren hangt af van de toon die u gaat gebruiken. Als door het transponeren een noot voor de gebruikte toon buiten het toonhoogtebereik komt te vallen, dan zal het keyboard dezelfde noot automatisch spelen voor de dichtstbijzijnde octaaf die wel binnen het toonhoogtebereik valt van de toon die u gebruikt.
D-77
735A-D-079A
WK3000_d_74-88.p65
77
04.3.8, 3:59 PM
Instellingen van het keyboard
TRANSPOSE/FUNCTION
CURSOR
[+]/[–]
Gebruik van aanslagvolume
Stemmen van het keyboard
Bij inschakelen van aanslagvolume hangt het relatieve volume van het geluid van het keyboard af van de kracht die er op de klaviertoetsen uitgeoefend wordt, precies zoals bij een akoestische piano.
Met deze functie kunt u het keyboard fijnstemmen zodat hij overeenkomt met hoe andere muziekinstrumenten gestemd zijn.
In- en uitschakelen van aanslagvolume
1
Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets. • Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast TRANSPOSE/FUNCTION.
2
1 2
Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het stemscherm te verkrijgen.
Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het aanslagvolume instelscherm te verkrijgen.
Touch 3
Stemmen van het keyboard
Gebruik de [+] en [–] toetsen om het gevoeligheidsniveau van aanslagvolume in te stellen. • “1” geeft een krachtig geluid weer zelfs bij een lichte aanraking van de klaviertoetsen terwijl bij “3” een harde aanslag nodig is om een krachtig geluid voort te brengen. • Door op hetzelfde moment op [+] en [–] te drukken wordt de gevoeligheid teruggesteld op de “2” instelling. • Bij selectie van “oFF” (uit), verandert de toon niet ongeacht de druk die uitgeoefend wordt op de klaviertoetsen.
OPMERKING
Tune 3
Verander de steminstelling van het keyboard m.b.v. de [+] en [–] toetsen. Voorbeeld: Om de steminstelling met 20 te verlagen.
Tune • Door op de TRANSPOSE/FUNCTION toets te drukken wordt het transponeerscherm verlaten.
OPMERKING • Het keyboard kan binnen een bereik van –99 tot +99 cent gestemd worden. *100 cent komt overeen met een halftoon. • De steminstelling heeft ook invloed op de weergave van het melodiegeheugen en de automatische begeleiding.
• Aanslagvolume heeft niet enkel invloed op de interne klankbron van het keyboard maar wordt tevens als MIDI data afgegeven. • Melodiegeheugenweergave, begeleiding en externe MIDI nootdata hebben geen invloed op de aanslagvolume-instelling.
D-78 WK3000_d_74-88.p65
735A-D-080A
78
04.3.8, 3:59 PM
Instellingen van het keyboard
Veranderen van andere instellingen Insteltypes De tabel hieronder toont de parameters waarvan u de instellingen kunt veranderen. Omschrijving
Pagina
Transponeren (Trans.)
Instelmenu
Bijregelen van de algehele toonschaal van het keyboard in stappen van een halve toon.
D-77
Automatisch harmonisatie (AutoHarm)
Selecteert het automatisch harmonisatietype.
D-82
Aanslagvolume (Touch)
Specificatie hoe geluid moet veranderen met de aanslagdruk op de klaviertoetsen.
D-78
Toonschaal/stemmen (Tune)
Fijninstelling van de algehele toonschaal van het keyboard.
D-78
Display (Contrast)
Stelt de helderheid van de display in.
D-82
Pedaal (Jack)
Wijst effecten toe aan pedalen.
D-82
Mixer vasthouden (MixHold)
Schakelt het aanhouden van de mixer aan of uit.
D-82
DSP vasthouden (DSP Hold)
Schakelt het aanhouden DSP aan of uit.
D-82
MIDI (MIDI)
MIDI instellingen
D-82
Wissen/Terugstellen (Del/Init)
Terugstellen van alle instellingen op hun oorspronkelijke fabrieksinstellingen (default) of om bepaalde instellingen terug te stellen of gebruikersritmes te wissen.
D-83
OPMERKING • De bovenstaande instellingen worden alle opgeslagen wanneer u het keyboard uitschakelt. Zie “Geheugeninhoud” op pagina D-18 voor details. • MIDI instellingen en wis/terugstel instellingen worden uitgeschakeld terwijl u de SMF speler- of de melodiegeheugenfunctie aan het gebruiken bent.
D-79
735A-D-081A
WK3000_d_74-88.p65
79
04.3.8, 3:59 PM
Instellingen van het keyboard
Gebruiken van het toetsenbordinstelmenu
1
Druk op de TRANSPOSE/FUNCTION toets. • Hierdoor verschijnt een aanwijzer in de display naast TRANSPOSE/FUNCTION.
2
Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen en de [왖] en [왔] CURSOR toetsen om de items op te roepen waarvan u de instellingen wilt veranderen.
Toonselectiescherm
TRANSPOSE/FUNCTION toets EXIT toets
TRANSPOSE/FUNCTION toets
[왘] *
[왘]
[왘]
[왘]
[왘]
[왗]
[왗]
[왗]
[왗]
[왗]
[왘]
[왘]
[왗]
[왗]
[왔]
[왖]
MIDI instelling [왘]
[왘]
[왘]
[왘]
[왗]
[왗]
[왗]
[왗]
[왔]
[왖]
Instelling wissen [왘]
[왘]
[왗]
[왗]
[왘]
[왘]
[왗]
[왗]
[왖] [왔]
Terugstellen instelling
*
[왖] : [왖] CURSOR toets [왔] : [왔] CURSOR toets
D-80 WK3000_d_74-88.p65
[왗] : [왗] CURSOR toets [왘] : [왘] CURSOR toets
735A-D-082A
80
04.3.8, 3:59 PM
Instellingen van het keyboard
TRANSPOSE/FUNCTION
CURSOR
Number buttons Cijfertoetsen [+]/[–] YES/NO EXIT
3
Gebruik de [+] en [–] toetsen of de cijfertoetsen om de waarden te veranderen. • Instellingen die u maakt worden uitgeoefend zelfs als u niet op de EXIT toets drukt. • Zie het volgende hoofdstuk met als titel “Instelmenu items” voor details aangaande elke instelling. • Druk na het maken van de gewenste instellingen op de TRANSPOSE/FUNCTION toets of op de EXIT toets om terug te keren naar het toon- of het ritmekeuzescherm.
■ Bij uitvoeren van een wis- of terugstelprocedure
4
Druk op de YES toets. • Hierdoor worden het gebruikersgebiednummer en de datanaam van de data uitgewist. • De waarde van de datagrootte stellen eenheden in kilobytes voor.
5 6
Gebruik nu de cijfertoetsen, of de [+] (verhogen) en [–] (verlagen) toetsen om de gewenste data te selecteren. Druk op de [왔] CURSOR toets. • Hierdoor verschijnt de boodschap “Sure?” (bent u er zeker van?) om te bevestigen dat u terugstel- of wisbewerking inderdaad wilt uitvoeren.
7
Druk op de YES toets om de bewerking te voltooien. • Hierdoor wordt een wis- of terugstelprocedure uitgevoerd en teruggekeerd naar het scherm in stap 5.
8
Druk na het maken van de gewenste instellingen op de TRANSPOSE/FUNCTION toets of de EXIT toets om terug te gaan naar het toon- of ritme selectiescherm.
BELANGRIJK! • Het kan langer dan een minuut duren om de procedure voor het wissen of terugstellen uit te voeren nadat u op de YES toets drukte in stap 7 hierboven. De boodschap “Pls Wait” (wachten a.u.b.) blijft in de display om aan te geven dat de betreffende procedure wordt uitgevoerd. Probeer nooit een andere bedieningshandeling uit te voeren terwijl “Pls Wait” wordt aangegeven. Het uitvoeren van een bedieningshandeling op dat moment kan schade toebrengen aan het geheugen van het keyboard waardoor deze mogelijk niet meer goed kan werken.
D-81
735A-D-083A
WK3000_d_74-88.p65
81
04.3.8, 3:59 PM
Instellingen van het keyboard
Instelmenu items 쏋 Automatische harmonisatietypes U kunt selecteren uit 10 verschillende types automatische harmonisatie zoals hieronder beschreven. No.
Type (Parameternaam)
Beschrijving
0
Duet1
Voegt een 1-deel harmonie toe aan spelen op het toetsenbord.
1
Duet2
Voegt een 1-deel harmonie toe aan spelen op het toetsenbord. Duet2 harmonie is opener dan Duet1.
2
Country
Voegt een country & western harmonie toe aan spelen op het toetsenbord.
3
Octaaf
Voegt noten toe die één octaaf lager zijn dan de op het toetsenbord gespeelde noten.
4
5th (kwint)
Voegt kwints toe aan de op het toetsenbord gespeelde noten.
5
3-Way Open (3-weg geopend)
Voegt twee open harmoniedelen toe aan de op het toetsenbord gespeelde noten (waardoor dus een drie-delen harmonie worden gecreëerd).
6
3-Way Close (3-weg gesloten)
Voegt twee gesloten harmoniedelen toe aan de op het toetsenbord gespeelde noten (waardoor dus een drie-delen harmonie worden gecreëerd).
7
Strings (snaarinstrumenten)
Voegt een harmonie toe die geschikt is voor snaarinstrumenten.
8
Block (blok)
Voegt blokakkoordnoten toe.
9
Big Band
Voegt een harmonie toe die geschikt is voor big band weergave.
쏋 Andere instellingen Instelmenu Contrast (Contrast) Toewijsbare aansluiting (Jack) Mixer aanhouden (MixHold) DSP aanhouden (DSP Hold)
Bereik
Default
Omschrijving
00 a 15
07
SUS
SUS
Wijst het aanhoudpedaaleffect toe aan een pedaal.
SoS
—
Wijst het sostenutopedaaleffect toe aan een pedaal.
Regelt het display contrast.
SFt
—
Wijst het zachte pedaaleffect toe aan een pedaal.
rhy
—
Wijst de START/STOP toetsfunctie toe aan een pedaal.
on/oFF (aan/uit)
oFF (uit)
Wanneer de mixer aanhoudfunctie ingeschakeld is kunnen de parameters van de begeleidingsdelen (Deel 6 tot en met Deel 10) niet veranderd worden door de begeleideidingsdata.
on/oFF (aan/uit)
oFF (uit)
on (aan): De huidige instelling van de DSP lijn wordt aangehouden zelfs wanneer de toon verandert. oFF (uit): Door van toon te veranderen wordt de DSP lijninstelling overgeschakeld naar de nieuwe toon.
Omschrijving
쏋 MIDI instellingen Bereik
Default
Toetsenbordkanaal (Keybd Ch)
Instelmenu
01 to 16
01
MIDI ingangssignaal akkoord- beoordeling (Chord)
Aan/uit on/oFF
Uit (oFF)
Specificeert of MIDI noot aan boodschappen binnen het begeleidingsbereik ontvangen vanaf een extern toestel geïnterpreteerd moeten worden als automatische begeleidingsakkoorden.
Begeleiding/melodie MIDI uitgangssignaal (Ac/SgOut)
Aan/uit (on/oFF)
Uit (oFF)
Specificeert of de automatisch begeleiding of het melodiegeheugen van dit keyboard als MIDI boodschappen worden verzonden.
Lokale bediening instelling (Local)
Aan/uit (on/oFF)
Aan (on)
Specificeert of het keyboard de delen dient weer te geven die er op worden gespeeld.
00 tot en met 12
12
Specifeert de maximale verandering in een toon die uitgeoefend kan worden m.b.v. de PITCH BEND toonhoogtedraairegelaar. Het instelbereik loopt van 00 (geen verandering) tot en met 12 (12 halftonen).
Toonhoogtebuigbereik (Bend)
Specificeer het zendkanaal voor weergave van de hoofdtoon.
D-82 WK3000_d_74-88.p65
735A-D-084A
82
04.3.8, 3:59 PM
Instellingen van het keyboard
쏋 Delete/Initialize Settings Bereik
Default
SMF wissen
Instelmenu
—
—
Wist de geselecteerde SMF data.
Omschrijving
Wissen van gebruikersritmes
—
—
Wist de geselecteerde gebruikersritmedata.
Wissen van gebruikerstonen
—
—
Wist de geselecteerde gebruikerstoondata.
Mixer terugstellen (InitMix?)
—
—
Stelt de parameters terug die toegewezen zijn door de mixer of door invoer van een externe sequencer.
Parameter terugstellen (InitPar?)
—
—
Systeem terugstellen (InitSys?)
—
—
Stelt alle parameters terug behalve die voor de displaycontrastinstelling. Stelt terug op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (default). Wist alle data in het gebruikersgebied.
D-83
735A-D-085A
WK3000_d_74-88.p65
83
04.3.8, 3:59 PM
Gebruik van de SMF speler De letters “SMF” vormen de afkorting van Standard MIDI File (standaard MIDI bestand), hetgeen een bestandformaat is dat het delen van MIDI data tussen de verschillende software en sequencers mogelijk maakt. Er zijn in feite drie SMF formaten, genaamd SMF 0, SMF 1, en SMF 2. Dit keyboard ondersteunt het SMF 0 formaat, welk op het moment het meest gebruikte formaat is en dus verwijzen alle uitspraken over “SMF data” in deze gebruiksaanwijzing naar SMF 0 formaat data. Muzikale data van het SMF formaat kunnen worden opgeslagen in het ingbeouwde flash-geheugen van het keyboard. Data die opgeslagen liggen in het flash-geheugen kunnen worden weergegeven m.b.v. de SMF spelerfunctie. U kunt ook SMF data laden vanaf een SmartMedia kaart of een floppy diskette naar het gebruikersgebied van het keyboard en vervolgens weergeven via de SMF spelerfunctie. Hieronder wordt vermeld hoeveel bestanden er maximaal kunnen worden opgeslagen op elk type medium. Flash-geheugen: 200 bestanden* SmartMedia kaart: 255 bestanden* Floppy diskette (alleen model WK-3500): 112 (2DD diskette)* of 224 (2HD diskette) bestanden* * Merk op dat het aantal bestanden dat u in het geheugen kunt opslaan ook afhangt van de grootte van elk bestand. Zijn uw bestanden erg groot dan kan het voorkomen dat u er minder kunt opslaan dan wat er hier boven wordt vermeld.
BELANGRIJK! • Merk op dat CASIO COMPUTER CO., LTD. niet aansprakelijk gesteld kan worden voor het verlies van data die opgeslagen ligt in het flash-geheugen, op de SmartMedia kaart of op de floppy diskette (alleen bij model WK-3500).
D-84 WK3000_d_74-88.p65
735A-D-086A
84
04.3.8, 3:59 PM
Gebruik van de SMF speler
SMF spelerfunctie bedieningsstroomdiagram Toon/ritme selectiescherm SMF PLAYER toets
SMF PLAYER toets
Selecteer het medium. SMF spelerindicator gaat branden.
[왖]*
EXIT toets
[왖] Selecteer de bestandnaam. S1
ABC1 [왘], [+]
S1
Weergavefunctie + bestandnaam [왗], [–]
ABC2 [왘], [+]
S1
Weergavefunctie + bestandnaam
START/STOP toets
[왗], [–] ABC3
Weergavefunctie + bestandnaam
[왔]
EXIT toets, [왖]
Selecteer het meespeeldeel. Key Ch
01 [왘], [+] EXIT toets
Deelnummer [왗], [–]
Key Ch
04 [왘], [+]
[왗], [–] Key Ch
16
START/STOP toets
Deelnummer
Deelnummer
Directe invoer d.m.v. cijfertoetsen is ook mogelijk.
[왔]
[왖]
Selecteer de weergavefunctie PlayMode
S1 [왘], [+]
EXIT toets
Weergavefunctie [왗], [–]
PlayMode
SL
[왘], [+] toets
[왗], [–]
PlayMode
A1 [왘], [+]
Weergavefunctie [왗], [–]
PlayMode
AL
START/STOP toets
Weergavefunctie
Weergavefunctie
[왔]
[왖]
OPMARKING • U kunt de [왘]-, [왗]-, [+] en [–] toetsen gebruiken om SMF weergave te regelen.
Selecteer de uitgangsfunctie Output
int
EXIT toets
[왘], [+] out
OUTPUT
START/STOP toets
[왗], [–] Output
OUTPUT START/STOP toets, weergave voltooid
Selecteer de muziek 04
ABC1
Deelnummer + bestandnaam Weergave gestopt.
*
Foutlezing (andere foutlezingen kunnen ook plaatsvinden.)
[왖] : [왖] CURSOR toets [왔] : [왔] CURSOR toets [왗] : [왗] CURSOR toets [왘] : [왘] CURSOR toets
Data is SMF maar niet SMF0 Err
Not SMF0
SMF0 foutlezing verschijnt
Data is niet van het juiste SMF formaat Err WrongDat Data foutlezing verschijnt
D-85
735A-D-087A
WK3000_d_74-88.p65
EXIT toets
85
04.3.8, 3:59 PM
Gebruik van de SMF speler
SMF PLAYER
CURSOR
Number buttons Cijfertoetsen [+]/[–]
ACCOMP VOLUME
START/STOP
Weergave van een SMF
EXIT
Een SMF weergeven
Merk op dat de eerste stap die u moet uitvoeren in de onderstaande procedure afhangt van of u weergeeft van het flash-geheugen, vanaf een SmartMedia kaart of vanaf een floppy diskette (alleen bij model WK-3500).
1
VOORBEREIDINGEN
Flash-geheugen
• SmartMedia kaart • Steek de SmartMedia kaart die de data bevat die u wilt weergeven in de kaartgleuf van het keyboard. • Floppy diskette (alleen bij model WK-3500) • Steek de floppy diskette die de data bevat die u wilt weergeven in de floppy diskdrive van het keyboard.
Merk op dat wat u eerst moet doen afhangt van of u weergeeft van het flash-geheugen, vanaf een SmartMedia kaart of vanaf een floppy diskette.
2-1
Gebruik de SMF PLAYER toets om de “Internal” indicator op het tekstgedeelte van het scherm te verkrijgen. • Hierdoor verschijnt de “SMF PLAYER” indicator in de display.
I n t e r na l
BELANGRIJK! • Verwijder nooit de SmartMedia kaart uit de kaartgleuf en schakel het keyboard nooit uit terwijl er toegang wordt verkregen naar de kaartdata door de opslag-, lees- of wisfunctie. Dit kan namelijk de data op de SmartMedia kaart en zelfs de kaartgleuf zelf beschadigen. • Voordat u een diskette uitwerpt dient u altijd eerst te controleren dat de toegangsindicator niet brandt of knippert. Als de toegangsindicator brandt of knippert betekent dit dat het keyboard bezig is data te lezen of te schrijven. Wanneer een diskette wordt uitgeworpen terwijl er toegang verschaft wordt tot de data erop, kan deze data beschadigen en onbruikbaar maken.
SmartMedia kaart
2-2
Steek de SmartMedia kaart die de data bevat die u wilt weergeven in de kaartgleuf van het keyboard. Gebruik de SMF PLAYER toets om de “Card” (kaart) indicator in het tekstgedeelte van het scherm te verkrijgen. • Hierdoor verschijnt de “SMF PLAYER” indicator in de display.
Floppy diskette (alleen model WK-3500)
2-3
Steek de floppy diskette die de data bevat die u wilt weergeven in de floppy diskdrive van het keyboard. Gebruik de SMF PLAYER toets om de “Disk” (diskette) indicator in het tekstgedeelte van het scherm te verkrijgen. • Hierdoor verschijnt de “SMF PLAYER” indicator in de display.
3
Druk op de [왔] CURSOR toets om het bestandselectiescherm te verkrijgen. • SMF bestanden zijn die bestanden die eindigen met de extensie “MID”. Er verschijnt een foutlezing wanneer er zich op dat moment geen SMF bestanden in het flash-geheugen bevinden.
D-86 WK3000_d_74-88.p65
735A-D-088A
86
04.3.8, 3:59 PM
Gebruik van de SMF speler
4
Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of de [+] en [–] toetsen om het bestand te selecteren dat u wilt spelen. • De naam van het op dat moment geselecteerde bestand verschijnt in het tekstgedeelte van de display. De weergavefunctie wordt getoond in het nummergedeelte van de display. Het tempo/maat gedeelte van de display toont de grootte van het bestand in kilobytes.
5
Druk op de START/STOP toets
Configureren van andere instellingen Andere instellingen configureren
1
• Voer de stappen 1 en 3 uit onder “Een SMF weer geven” om een bestand te selecteren.
2
• Hierdoor wordt de weergave van het geselecteerde bestand gestart. • Het nummergedeelte van de display toont het nummer van het deel dat met de hand op het toetsenbord moet worden gespeeld. • U kunt de TEMPO toetsen gebruiken om het tempo bij te stellen binnen het bereik van 30 tot en met 255. • U kunt de kanalen 1 tot en met 16 in- en uitschakelen ongeacht of de bestandweergave plaatsvindt of gestopt is. Zie “In- en uitschakelen van kanalen” op pagina D-47 voor nadere informatie.
6
De volgende procedure beschrijft hoe u het algehele volume van de SMF dataweergave kunt regelen. U kunt het volume bijstellen terwijl de weergave gestopt is of terwijl deze aan de gang is.
1
OPMERKING • Door de SMF spelerfunctie in te schakelen worden alle delen teruggesteld doordat alle mixerfunctie kanalen ingeschakeld worden.
3
Druk op de ACCOMP VOLUME toets. • Hierdoor verschijnt de “SMF Vol.” indicator in de display samen met een waarde die de huidige SMF volume instelling aangeeft.
2
Gebruik de [+] en [–] toetsen om het SMF volume bij te stellen. • U kunt een instelling specificeren binnen het bereik lopend van 000 (minimum) tot en met 127 (maximum). • Door [+] en [–] tegelijkertijd in te drukken keert de SMF volume instelling terug naar 100. • Merk op dat deze instelling geen invloed heeft op het volume van de noten die u op het keyboard speelt.
Druk op de [왔] CURSOR toets om een scherm te tonen voor het selecteren van het deel dat u wilt spelen op het toetsenbord (meespeeldeel). • Gebruik de [왗] and [왘] CURSOR toetsen of de [+] en [–] toetsen om het meespeeldeel te selecteren. • U kunt het deel (het meespeeldeel) dat u op het toetsenbord wilt spelen specificeren als een waarde binnen het bereik lopende van 1 tot en met 16. • Schakel na het specificeren van het deel het kanaal uit dat correspondeert met het meespeeldeel dat u selecteerde. Zie “In- en uitschakelen van kanalen” op pagina D-47 voor nadere informatie. Door deze stap uit te voeren wordt het betreffende deel uitgeschakeld zodat u dat deel op het toetsenbord kunt meespelen met de rest van de SMF weergave.
Druk nogmaals op de START/STOP toets om de bestandweergave te stoppen.
Bijstellen van het SMF weergavevolume
Selecteer het bestand dat u wilt weergeven.
Druk op de [왔] CURSOR toets om het weergavefunctie selectiescherm te verkrijgen. Gebruik de [왗] and [왘] CURSOR buttons or the [+] and [–] CURSOR toetsen of de [+] en [–]toetsen om de weergavefunctie te selecteren. U kunt selecteren weergavefuncties.
uit
de
volgende
vier
S1 : Eén bestand, éénmalig SL : Eén bestand, herhaaldelijk A1 : Alle bestanden, éénmalig AL : Alle bestanden, herhaaldelijk
4
Druk op de [왔] CURSOR toets om het uitgangsfunctie selectiescherm te verkrijgen. • Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of de [+] en [–] toetsen om de uitgangsfunctie te selecteren. • U kunt selecteren uit de volgende twee uitgangstypes. int (intern) : Ingebouwde luidsprekers van het keyboard out (extern) : MIDI OUT
OPMERKING • Lagen, splitsen, en automatisch harmonisatie worden automatisch uitgeschakeld tijdens de SMF spelerfunctie.
D-87
735A-D-089A
WK3000_d_74-88.p65
87
04.3.8, 3:59 PM
Gebruik van de SMF speler
SMF speler foutlezingen Het volgende beschrijft wat u moet doen wanneer een foutlezing verschijnt tijdens de SMF spelerfunctie.
Foutlezing
Oorzaak
Err Not SMF0
U probeert SMF data te spelen die niet volgens Format 0 zijn.
Err WrongDat
Er is een probleem met de SMF data die u probeert af te spelen of de data is beschadigd.
Maatregel Gebruik uitsluitend Format 0 SMF data. Gebruik andere data.
D-88 WK3000_d_74-88.p65
735A-D-090A
88
04.3.8, 3:59 PM
MIDI Wat is MIDI?
MIDI kanalen
MIDI is een afkorting van Musical Instrument Digital Interface, wat de Engelse naam is voor de wereldstandaard voor digitale signalen en aansluitingen die het uitwisselen van muziekdata mogelijk maakt tussen muziekinstrumenten en computers (toestellen) die door verschillende fabrikanten gemaakt zijn. MIDI aangepaste apparatuur kan boodschappen als drukken op en loslaten van klaviertoetsen, toonveranderingen en andere data uitwisselen. Hoewel u niet over speciale kennis over MIDI hoeft te beschikken om dit toestel op zichzelf te gebruiken, is het nodig enige kennis te hebben om MIDI bediening uit te voeren. Dit hoofdstuk geeft u een overzicht van MIDI zodat u voorlopig uit de voeten kunt.
MIDI aansluitingen MIDI boodschappen worden verzonden via de MIDI OUT aansluiting van het ene naar de MIDI IN aansluiting van een tweede toestel via een MIDI kabel. Om bijvoorbeeld een boodschap van dit keyboard naar een ander toestel te verzenden dient u met een MIDI kabel de MIDI OUT aansluiting van dit toestel aan te sluiten op de MIDI IN aansluiting van het andere toestel. Om nu MIDI boodschappen terug te zenden naar dit keyboard dient u de MIDI OUT aansluiting van het andere toestel m.b.v. een MIDI kabel aan te sluiten op de MIDI IN aansluiting van dit keyboard. Om een computer of ander MIDI toestel te gebruiken om met dit keyboard geproduceerde MIDI data op te nemen en weer te geven dient u zowel de MIDI IN als de MIDI OUT aansluitingen van beide toestellen aan te sluiten om data te zenden en te ontvangen.
MIDI IN
MIDI OUT MIDI IN
MIDI OUT
Met MIDI kunt u de data voor meerdere gedeelten op hetzelfde moment zenden, waarbij elk gedeelte via een afzonderlijk MIDI kanaal verzonden wordt. Er zijn 16 MIDI kanalen, 1 tot en met 16, en MIDI kanaaldata wordt altijd bijgesloten bij het uitwisselen van data (indrukken klaviertoets, toonhoogteregeling, enz.). Zowel het zendende als het ontvangende toestel dienen op hetzelfde kanaal ingesteld te zijn opdat het ontvangsttoestel de data correct ontvangt en speelt. Als het ontvangsttoestel bijvoorbeeld op kanaal 2 is ingesteld, zal hij slechts MIDI kanaal 2 data ontvangen maar alle andere kanalen worden genegeerd. Dit keyboard is voorzien van meervoudige klankkleurcapaciteiten hetgeen inhoudt dat hij boodschappen kan ontvangen via alle 16 MIDI kanalen en 16 onderdelen tegelijkertijd kan weergeven. De instellingen voor toon en volume bij elk kanaal kunnen ingesteld worden met de keyboard’s mixer of met een uitwendige bron die de nodige MIDI controleboodschappen zendt. Bediening van het toetsenbord bij dit keyboard worden verzonden door een MIDI kanaal (1 – 16) in te stellen en vervolgens de juiste boodschap te verzenden.
Algemene MIDI Algemene MIDI standaardiseert MIDI data voor alle klankbron types ongeacht fabrikaat. Algemene MIDI schrijft factoren voor als toonnummersysteem, drumklanken en de verkrijgbare MIDI kanalen voor alle klankbronnen. Deze standaard maakt het mogelijk dat alle MIDI apparatuur dezelfde nuances reproduceren bij het afspelen van algemene MIDI data, ongeacht de fabrikant van de klankbron. Dit keyboard ondersteunt algemene MIDI zodat het gebruikt kan worden voor de weergave van in de handel verkrijgbare voorbespeelde algemene MIDI data en algemene MIDI data die ernaar gezonden wordt met een persoonlijke computer. Zie de “Toonlijst” op pagina A-1 voor details over de tonen die beschikbaar zijn bij de GM tonen genummerd 000 tot en met 127.
Computer, enz.
Als een MIDI THRU functie die meegeleverd is met deze software gerund wordt op een aangesloten computer of op een ander MIDI toestel, zorg er dan voor de “Lokale besturings instelling” van dit keyboard uit te schakelen; uit (page D-82).
D-89
735A-D-091A
WK3100_d_89-105.p65
89
04.3.8, 3:59 PM
MIDI
Zenden en ontvangen van MIDI boodschappen Dit keyboard kan noten die u op het toetsenbord speelt alsmede automatische begeleidingen en melodiegeheugenweergave zenden als MIDI booschappen naar een ander toestel.
MIDI instellingen U kunt de instellingen van een aantal parameters veranderen die regelen hoe MIDI boodschappen worden verzonden en ontvangen.
MIDI parameters MIDI zenddata ■ Toetsenbordspel Elk toetsenborddeel (kanalen 1 – 4) kan verzonden worden via haar eigen afzonderlijke MIDI kanaal. Wanneer automatische harmonisatie ingeschakeld is, kunnen harmonisatienoten tevens verzonden worden via elk afzonderlijk MIDI kanaal.
■ Automatische begeleidingsweergave of melodiegeheugenweergave Elk begeleidingsdeel wordt verzonden via haar eigen MIDI kanaal. De “Accomp/Song MIDI Out” (Begeleiding/melodie MIDI uitgang) parameter (pagina D-82) wordt gebruikt om te specificeren of een deel is verzonden.
MIDI boodschap ontvangen ■ Multikanalen ontvangst De 16 mixerdelen kunnen worden gebruikt om data tegelijkertijd te ontvangen via 16 MIDI boodschapkanalen.
■ Akkoordveranderingen bij gebruik van automatische begeleiding MIDI boodschappen die ontvangen worden via een extern toestel kunnen geïnterpreteerd worden als akkoordveranderingen zoals gespecificeerd door het automatische begeleidingssysteem van dit keyboard. Gebruik de MIDI ingangssignaal akkoordbeoordelingsparameter (MIDI In Chord Judge) (pagina D-82) om deze eigenschap in en uit te schakelen. • Zie de MIDI implementatiekaart aan de achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor meer informatie betreffende elke MIDI boodschap.
U kunt de parameterinstelprocedure (pagina D-80) gebruiken om de instellingen te veranderen van de MIDI parameters die hieronder worden beschreven. Zie pagina’s D-80 tot en met D-83 voor details aangaande het instelmenu en de instelprocedure. ■ MIDI ingangssignaal akkoordbeoordeling (MIDI In Chord Judge) Deze parameter bepaalt of via een extern toestel ontvangen nootdata geinterpreteerd dienen te worden als een akkoordvingerzetting van de automatische begeleiding. Schakel deze parameter in als u automatische begeleidingsakkoorden vanaf een computer of ander extern toestel wilt regelen. (Aan) on: Hierdoor worden via de MIDI IN aansluiting binnenkomende nootdata geïnterpreteerd als akkoordvingerzettingen voor de automatische begeleiding. Het door het keyboardkanaal gespecificeerde kanaal wordt gebruikt voor het specificeren van akkoorden. (Uit) oFF: Schakelt de MIDI ingangssignaal akkoordbeoordeling (MIDI In Chord Judge) uit.
■ Accompaniment/Song MIDI Out (Begeleiding/melodie MIDI uitgang) Schakel deze parameter uit wanneer u de automatisch begeleiding of het melodiegeheugen wilt weergeven via de klankbron van een extern toestel. (Aan) on: Geeft de automatisch begeleiding of het melodiegeheugen weer als MIDI boodschappen via de MIDI OUT uitgangsaansluiting van het keyboard. (Uit) oFF: Geeft de automatisch begeleiding of het melodiegeheugen niet weer.
OPMERKING • Breng een bezoek aan de CASIO website voor details over de MIDI specificaties. http://world.casio.com
D-90 WK3100_d_89-105.p65
735A-D-092A
90
04.3.8, 3:59 PM
MIDI
Gebruik van de data download service U kunt de volgende types data downloaden van CASIO MUSIC SITE (http://music.casio.com) naar uw computer en de data vervolgens oversturen naar het keyboard. • Tonen • Tonen met golven • Drumsets met golven • DSP • Ritmes • Registraties • Melodieën • SMF • Pakketbestanddata
Aansluiten van een computer Zorg ervoor het keyboard en de computer uit te schakelen voordat u ze op elkaar aansluit. U dient de volumeregelaar van dit keyboard tevens in te stellen op een relatief laag volume.
1
Sluit de MIDI interface van het keyboard aan op de MIDI interface van de computer. CASIO MUSIC SITE
Internet Provider
■ Data en applicatiesoftware Zowel data zelf als applicatiesoftware voor het overzenden van data tussen uw computer en het keyboard zijn verkrijgbaar voor downloaden bij CASIO MUSIC SITE. ■ Applicatiesoftware U kunt applicatiesoftware runnen op uw computer en data die u heeft gedownload van CASIO MUSIC SITE oversturen naar het keyboard en tevens de hard schijf van de computer gebruiken voor op lang termijn opslaan van data die u overstuurt van het keyboard naar uw computer.
OUT IN
• Zie de gebruiksaanwijzing die gegeven is op CASIO MUSIC SITE voor volledige informatie aangaande het downloaden van de applicatiesoftware en de data. • Zie de schermhulp van de applicatiesoftware voor informatie aangaande het gebruik van de software.
MIDI Interface MIDI IN
MIDI OUT
* CASIO MUSIC SITE http://music.casio.com/
1 2 3
Ga naar de bovenstaande URL. Selecteer een gebied of land. Selecteer een download service voor de INTERNET DATA EXPANSION SYSTEM data. • Merk op dat de service die u moet gebruiken afhangt van het gebied of het land.
2 3
Schakel deze keyboard aan en vervolgens de computer of een ander aangesloten toestel. Start de software die u wilt gebruiken bij de computer.
OPMERKING • Bij het gebruik van de applicatiesoftware dient u er op te letten dat het tooninstelscherm (het scherm dat verschijnt na inschakelen van de spanning) zich in het displayscherm van het keyboard bevindt.
DATA ACCESS indicator • De DATA ACCESS indicator gaat branden wanneer het keyboard data uitwisselt met een computer aangesloten via een MIDI kabelaansluiting. Verbreek de aansluiting met de MIDI kabel nooit terwijl de DATA ACCESS indicator brandt.
D-91
735A-D-093A
WK3100_d_89-105.p65
91
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data U kunt data opslaan die u gecreëerd heeft en data die u naar het keyboard heeft gestuurd vanaf een computer. De data wordt opgeslagen in het ingebouwde flash-geheugen, op een SmartMedia kaartTM of op een floppy-diskette (WK-3500). In deze gebruiksaanwijzing worden deze SmartMedia kaarten en floppy-diskettes aangeduid als “externe opslagmedia”. De types bestanden die opgeslagen kunnen worden op externe opslagmedia worden inde onderstaande tabel gegeven. Merk op dat de tabel tevens onder “Bestandtypes die kunnen worden opgeslagen” aangeeft hoe elk type bestand opgeslagen kan worden naar een voorbeschreven gebruikersgebied. Nadat u SMF data van het externe opslagmedium heeft geladen en opgeslagen heeft in het gebruikersgebied, kunt u deze via de SMF spelerfunctie weergeven. Zie “Gebruiken van de SMF speler” op pagina D-84 voor nadere informatie. Bestandtypes die kunnen worden opgeslagen Display Indicator
Type
Opgeslagen Data
Gebruikersgeheugencapaciteit
Bestandnaam Extensie
SMF
Smf
1 Melodie
200
MID
Ritmepatroon
Pattern
1 Patroon
16
Z00
Registratie
Regist
1 Bank
8
Z01
In de melodiegeheugenfunctie gecreëerde gebruikersmelodie
Song
1 Melodie
5
Z02
Drumgeluid met golven
Dr wave
1 Set
4
Z03
Trekstaaforgel toon
Drawbar
1 Toon
100
Z04
Toon
Tone
1 Toon
100
Z05
Toom met golven
Tn wave
1 Toon
20
Z06
DSP
Dsp
1 Type
100
Z07
Pakketbestand*1
Package
1 Pakket
1
Z08
Alle gebruikersdata*2
Alle data
Z09
*1: Pakketbestand Een pakketbestand combineert tooninstellingen, DSP effectinstellingen en andere insteldata in een enkel bestand die u kunt beheren en downloaden als een eenheid (pakket). Nadat u eenmaal een pakketbestand gecreëerd heeft, kunt u de complete instelling van het keyboard veranderen door het laden van een enkel pakketbestand. Om een pakketbestand te creëren dient u een speciaal pakketbestand software te downloaden van de CASIO Music Site (http:// music.casio.com/) en dat op uw computer te installeren. Zie de informatie die op de CASIO Music Site wordt gegeven voor details aangaande het pakketbestand software.
BELANGRIJK! • Het downloaden van een een pakketbestand laadt de insteldata die gegeven worden in de tabel onder “Pakketbestanddata inhoud” in het gebruikersgebied en vervangt all huidige data door de data die zich in het pakkelbestand bevindt. • Bij het laden van pakketdata van een SmartMedia kaart of floppy diskette (alleen bij model WK-3500) toont de niveaumeter in de display de vorderingen van het laden zoals hieronder beschreven. [Laden starten]
[Laden stoppen]
*2: Alleen voor de SmartMedia kaart Pakketbestanddata inhoud Datatype
Gebruikersgebied
SMF
10 melodieën
Ritmepatronen
148 – 155 (8 ritmes)
Registraties
7 – 8 (2 banken)
Drumklank met golven
803 (1 set)
Trekstaaforgel tonen
190 – 199 (10 tonen)
Tonen
690 – 699 (10 tonen)
Tonen met golven
710 – 719 (10 tonen)
DSP
190 – 199 (10 effecten)
D-92 WK3100_d_89-105.p65
735A-D-094A
92
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
Gebruik van de SmartMedia kaart Uw keyboard is uitgerust met een kaartgleuf die het gebruik van SmartMediaTM kaarten ondersteunt die u kunt gebruiken voor het opslaan van melodieën die u van uw computer overgestuurd heeft, of voor melodieën die opgeslagen zijn in het geheugen van het keyboard en andere data. Dit voorziet u in toegang tot vrijwel onbeperkte hoeveelheden data die u onmiddellijk kunt laden op elke moment dat u de data nodig heeft.
BELANGRIJK! • Er zijn twee soorten SmartMedia kaarten: 3,3V en 5V. Merk op dat dit keyboard enkel het gebruik van SmartMedia kaarten ondersteunt van het 3,3V type. • Probeer nooit een SmartMedia kaart van het 5V type te gebruiken bij dit keyboard. • Merk op dat u nooit data kunt opslaan op of data wissen van of data hernoemen bij een SmartMedia kaart, wanneer er een schrijfbeveiligingssticker op de beveiligingsplaats aangebracht is.
Contactpunten Schrijfbeveiligingsplaats
Aangaande SmartMediaTM kaarten • U kunt SmartMedia kaarten aanschaffen bij de meeste computerzaken, elektronica zaken, warenhuizen, enz. • SmartMedia kaarten zijn verkrijgbaar in capaciteiten lopend van 8MB tot maximaal 128MB. • Hoewel de SmartMedia kaart ongeveer de grootte heeft van een postzegel, heeft hij de capaciteit die 8 tot 100 maal die van een floppy diskette bedraagt. • De dataleessnelheid van een SmartMedia kaart is bijzonder groot. • SmartMediaTM is een handelsmerk van Toshiba Corporation.
Voorzorgsmaatregelen aangaande SmartMedia kaarten en de kaartgleuf BELANGRIJK! • Lees zorgvuldig alle documentatie die die meegeleverd wordt met de SmartMedia kaart voor belangrijke informatie over het hanteren van de kaarten. • Vermijd de volgende plaatsen bij het opslaan van data en het gebruik van SmartMedia kaarten. Dergelijke omstandigheden kunnen namelijk leiden tot beschadiging van de data die op de kaart opgeslagen zijn. • Plaatsen die een hoge temperatuur, hoge vochtigheidsgraad hebben of waar zich roest veroorzakende chemicaliën bevinden • Plaatsen die onderhevig zijn aan een sterke elektrostatische lading of elektrische storing • Wanneer u een SmartMedia kaart aanraakt let er dan op dan u de contactpunten nooit met uw vingers aanraakt. • Als de datatoegangsindicator brandt en de boodschap “Pls Wait” (wachten a.u.b.) zich in de display bevindt, betekent dit dat toegang verschaft is tot de data op de SmartMedia kaart door de opslag-, schrijf- of wisfunctie. Haal de SmartMedia kaart nooit uit de kaartgleuf en schakel het keyboard nooit uit terwijl er toegang wordt verschaft naar de kaart. Hierdoor kan de data op de SmartMedia kaart en zelfs de kaartgleuf beschadigd raken. • Probeer nooit een ander type kaart dan de SmartMedia kaart van het 3,3V type in de kaartgleuf te steken. Wordt dit wel gedaan dan kan het keyboard beschadigd raken. • Wordt een SmartMedia kaart in de kaartgleuf gestoken terwijl hij geladen is met statische elektriciteit dan kan dit er de oorzaak van zijn dat het keyboard niet meer goed werkt. Mocht dit gebeuren schakel dan het keyboard eenmaal uit en vervolgens weer aan. • Een SmartMedia kaart die langere tijd in de kaartgleuf heeft gezeten kan nogal heet aanvoelen wanneer u hem er uithaalt. Dit is normaal en duidt niet op een defect. • Merk op dat SmartMedia kaarten een beperkte levensduur hebben. Na langdurig gebruik kan het gebeuren dat u er geen data meer op kunt opslaan of dat u er geen data van kan lezen of dat de data niet meer uitgewist kan worden. Mocht dit het geval zijn dan dient u een nieuwe SmartMedia kaart aan te schaffen.
CASIO COMPUTER CO., LTD. neemt geen verantwoordelijkheid voor enig verlies of schade aan u of aan een derde voor het verlies of de beschadiging van data.
D-93
735A-D-095A
WK3100_d_89-105.p65
93
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
Insteken en verwijderen van een SmartMedia kaart
Het gebruik van de floppy disk-drive (alleen bij model WK-3500)
Hieronder wordt beschreven hoe een SmartMedia kaart in de kaartgleuf wordt gestoken en hoe u deze kunt verwijderen.
Kenmerken van de floppy diskette Insteken van een SmartMedia kaart in de kaartgleuf Steek de SmartMedia kaart met de zijde met de contactpunten naar beneden in de kaartgleuf. Druk de kaart zover mogelijk in de gleuf.
De WK-3500 komt met een ingebouwde disk-drive die u voorziet in de volgende mogelijkheden. • U kunt melodiegeheugen- en synthesizerdata op een floppy diskette opslaan voor langdurige opslag. Mocht u de data opnieuw willen gebruiken, steek dan eenvoudigweg een diskette in de disk-drive en laad de data. • U kunt SMF (standaard MIDI bestand) data weergeven die u gecreëerd heeft met een persoonlijke computer en die op diskette opslaan.
Voorzorgsmaatregelen voor floppy diskettes
BELANGRIJK!
Verwijderen van de SmartMedia kaart uit de kaartgleuf Nadat u heeft gecontroleerd dat de datatoegangsindicator niet meer brandt en de “Pls Wait” (wachten a.u.b.) boodschap zich niet meer in de display bevindt, kunt u de kaart voorzichtig uit de kaartgleuf trekken.* * Verwijder de SmartMedia kaart nooit uit de kaartgleuf tijdens één van de volgende omstandigheden. • Terwijl de SMF spelerfunctie van het keyboard ingeschakeld is en er zich een wijzer naast de CARD aanduiding in de display bevindt • Terwijl de kaarttoegangsindicator brandt en de “Pls Wait” (wachten a.u.b.) boodschap zich in de display bevindt om aan te geven dat er toegang verschaft wordt tot de data op de kaart
• Vermijd de volgende plaatsen bij het opslaan en gebruik van diskettes. Dergelijke omstandigheden kunnen namelijk leiden tot beschadiging van de data die op de diskette opgeslagen zijn. • Bij televisietoestellen, bovenop audio-apparatuur of op plaatsen die blootstaan aan magnetisme. Wees in het bijzonder voorzichtig om diskettes uit de buurt te houden van elke bron van magnetisme. • Plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht of onderworpen zijn aan vochtigheid en extreme temperaturen. • Als één van de volgende voorzorgsmaatregelen in de wind wordt geslagen kan de data beschadigd worden die op de diskette opgeslagen is. • Probeer nooit aan een diskette te knutselen. • Probeer de sluiter van de diskette nooit te openen en raak de film er binnenin niet aan. • Buig een diskette nooit en onderwerp hem nooit op andere wijze aan een ruwe behandeling. • Breng stickers alleen op de daarvoor bedoelde plaatsen aan en breng geen stickers aan bovenop andere.
BELANGRIJK! • Verwijder de SmartMedia kaart nooit uit de kaartgleuf en schakel het keyboard niet uit terwijl er toegang verschaft wordt tot de data op de kaart door de opslag-, lees, of wisfunctie. Hierdoor kan de data op de SmartMedia kaart en de kaartgleuf zelfs beschadigd raken.
• Werp de diskette nooit uit de disk-drive terwijl de datatoegangsindicator brandt of aan het knipperen is en schakel de spanning van het keyboard nooit uit terwijl er zich een diskette in de disk-drive bevindt. Hierdoor kan de data op de diskette en zelfs de disk-drive beschadigd raken. • Steek nooit een vreemd voorwerp in de disk-drive. Dit kan tot defecten leiden.
D-94 WK3100_d_89-105.p65
735A-D-096A
94
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
• De disk-drive maakt gebruik van een manetische kop. Een vuile kop kan data van de diskette niet nauwkeurig lezen en de bestaande data op de diskette mogelijk beschadigen. Om dit te vermijden kunt u het beste een in de handel verkrijgbare koppenreinigingsdiskette gebruiken om de kop geregeld schoon te maken. • Gebruik geen computer, een ander elektronisch instrument of een ander apparaat om een bestandnaam of de inhoud van een bestand te wijzigen die met dit keyboard gecreëerd was. Hierdoor kan de data voor dit keyboard onbruikbaar worden en zelfs beschadigingen veroorzaken bij dit keyboard.
Merk op dat CASIO COMPUTER CO.,LTD. geen verantwoordelijkheid neemt voor enig verlies of schade aan u of aan derden voor het verlies of de beschadiging van data op diskettes.
Schrijfbeveiliging
BELANGRIJK! • U kunt de data op een diskette beveiligen zodat de data niet uitgewist kan worden en geen nieuwe data op de diskette kan worden opgeslagen. Een beveiligde diskette kan ook niet worden geformatteerd. U kunt data vanaf een diskette lezen ongeacht of de diskette al dan niet beveiligd is.
Beveiligd tegen schrijven (gat staat open)
Gat staat open
Beschrijven is mogelijk (gat wordt geblokkeerd door een nok) Mogelijk om data op te slaan en te wissen en de diskette te formatteren.
Schrijfbeveiligingsnok
Betreffende floppy diskettes Dit hoofdstuk bevat belangrijke informatie betreffende het hanteren van diskettes. Let erop dat u deze leest voordat u de diskettes in gebruik neemt.
Types diskette Model WK-3500 ondersteunt zowel 3,5 inch 2HD (1,44MB geformateerde) als 2DD (720KB geformatteerde) diskettes. Het gebruik van diskettes van een andere maat of capaciteit worden niet ondersteund. Indicators voor het type diskette 2HD ...... Een 2HD diskette heeft de aanduiding “HD” in de rechter bovenhoek aan de voorkant. Tevens bevindt er zich een vierkant gat in de rechter onderhoek. 2DD ....... Dit type diskette heeft geen gat in de rechter onderhoek.
• Wanneer het schrijfbeveiligingsgat open staat zoals aangegeven in de afbeelding kunt u de inhoud van de diskette lezen maar u kunt data naar de diskette schrijven of de data er van wissen. Telkens wanneer u belangrijke data op de diskette heeft opgeslagen, moet u er op letten dat u het schrijfbeveiligingsgat in openstaande toestand zet om de data te beveiligen tegen onderhoeds veranderen of wissen. • De diskette die met het keyboard wordt meegeleverd bevat voorbeelddata en programma’s. De diskette is beveiligd tegen schrijven om onderhoeds veranderen en wissen te voorkomen. Let erop dat u de diskette voorzichtig behandelt om schade aan of wissen van de data te vermijden.
HD
D-95
735A-D-097A
WK3100_d_89-105.p65
95
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
Uitwerptoets Eject button
CURSOR
●WK-3500
DISK/CARD ●WK-3100/WK-3000
[+]/[–]
Een diskette insteken en uitwerpen In het volgende gedeelte wordt beschreven hoe de diskette in de disk-drive wordt gestoken en hoe hij er weer wordt uitgehaald. Om een diskette in de floppy disk-drive te steken
1
Steek de diskette met de sticker naar boven en de sluiter naar voren in de disk-drive zoals aangegeven in de afbeelding.
CARD
Het gebruik van externe opslagmedia In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe SmartMedia kaarten en floppy diskettes (alleen bij model WK-3500) gebruikt kunnen worden voor het opslaan van data. In deze gebruiksaanwijzing wordt SmartMedia kaarten en floppy diskettes gezamelijk aangeduid als “externe opslagmedia”.
OPMERKING • De functies voor lagen en splitsen en de automatische harmonisatie worden automatisch uitgeschakeld terwijl de externe opslag gebruikt wordt. De functies voor de toon- en ritmekeuze en de ritmeweergave werken ook niet.
Basale bediening van SmartMedia kaarten
2
1 Steek de SmartMedia kaart in de kaartgleuf. 2 Schakel de kaartfunctie in. Schuif de diskette zover mogelijk in de disk-drive totdat hij op zijn plaats vastklikt.
* WK-3500 Druk tweemaal op de DISK/CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Card” (kaart) als tekst aangegeven in de display.
Om een diskette uit de floppy disk-drive te werpen
BELANGRIJK! • Voordat u een diskette uitwerpt moet u er altijd op letten dat de datatoegangsindicator niet brandt of knippert. Mocht de indicator wel branden of knipperen dan betekent dit dat het keyboard data aan het lezen of schrijven is. Wordt een diskette uitgeworpen terwijl toegang wordt verschaft op de data op de diskette dan kan die data beschadigd raken.
1
* WK-3100/WK-3000 Druk op de CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Card” (kaart) als tekst aangegeven in de display.
3
Druk op de [왔] CURSOR toets om het kaartfunctiemenu te tonen.
Druk op de Eject toets. • Hierdoor wordt de diskette gedeeltelijk uit de diskdrive geworpen.
2
Verwijder de diskette met de hand uit de disk-drive.
D-96 WK3100_d_89-105.p65
735A-D-098C
96
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
4 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het
0
scherm te tonen voor het type bewerking die u wilt uitvoeren.
• Als op dit moment op de EXIT of [왖] CURSOR toets wordt gedrukt gaat u terug naar het bestandnaam selectiescherm.
Load [왘]
[왗]
A
Sa v e [왘]
R e n ame [왗]
De l e t e [왗]
[왘]
F o r ma t • Zie de pagina’s hieronder om aan te refereren voor details aangaande het gebruik van elk van de bovenstaande menubewerkingen. Laden van een bestand (Crd Load) : Pagina D-99 Opslaan van een bestand (Crd Save) : Pagina D-98 Hernoemen van een bestand (Crd Rename) : Pagina D-100 Wissen van een bestand (Crd Delete) : Pagina D-101 Formatteren van een SmartMedia kaart (Crd Format) : Pagina D-102
5
Druk op de [왔] CURSOR toets om het bestand te laden. • Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om u te vragen of u de data inderdaad wilt laden. Als er zich reeds data in het gebruikersgebied bevindt, zal de boodschap u vragen of u de geladen data over de bestaande data heen wilt schrijven. • Druk op de YES toets om de data te laden. Hierdoor verschijnt de boodschap “Pls Wait” (wachten a.u.b.) in de display om aan te geven dat toegang wordt verkregen tot de data. Voer geen bewerkingen uit op het keyboard terwijl toegang wordt verkregen bij de kaart. De boodschap “Complete” (voltooid) verschijnt op de display nadat het opslaan van de data voltooid is. Na enkele seconden zal de boodschap worden vervangen door het bestandnaam selectiescherm. • Wilt u niet doorgaan met het laden van data druk dan op de EXIT toets of op de NO toets in antwoord op de bovenstaande bevestigingsboodschap. Hierdoor gaat u terug naar het gebruikersgebied selectiescherm in stap 9.
[왗]
[왘]
Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of op de [+] en [-] toetsen om het gebruikersgebied te selecteren.
B
Nadat u de gewenste SmartMedia kaartbewerking voltooid heeft, kunt u op de DISK/CARD toets (CARD bij model WK-3100/WK-3000) drukken om de kaartfunctie te verlaten. • Na het verlaten van de kaartfunctie verdwijnt de aanwijzer naast de DISK/CARD aanwijzer (CARD aanwijzer bij model WK-3100/WK-3000).
Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het volgende bestandtype selectiescherm te gaan.
6 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het bestandtype te selecteren. • Als op dit moment op de EXIT of [왔] CURSOR toets wordt gedrukt gaat u terug naar het kaartfunctiemenu.
7
Druk op de [왔] CURSOR toets om het bestandnaam selectiescherm te selecteren.
8 Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of op de
Basale floppy diskbewerkingen (alleen bij model WK-3500)
1 2
9
Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het gebruikersgebied selectiescherm te gaan voor het laden van het bestand.
Druk op de DISK/CARD toets. • Hierdoor verschijnt de aanwijzer naast DISK/CARD in de display en verschijnt tevens de aanduiding “Disk” als tekst in de display.
[+] en [–] toetsen om de bestandnaam te selecteren. • Als op dit moment op de EXIT of [왖] CURSOR toets wordt gedrukt gaat u terug naar het bestandtype selectiescherm.
Steek een floppy disk in de disk-drive van het keyboard.
3
Voer de basale bewerkingen uit zoals die beginnen onder stap 2 van “Basale bediening van SmartMedia kaarten” op pagina D-96. • Merk op dat de diskfunctie bewerkingen aangegeven worden in de display door het voorvoegsel “Fd” in plaats van het “Crd” voorvoegsel van de kaartfunctie bewerkingen.
D-97
735A-D-099C
WK3100_d_89-105.p65
97
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
CURSOR
●WK-3500
DISK/CARD ●WK-3100/WK-3000
[+]/[–] YES/NO
CARD
• Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500): Druk op de DISK/CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/ CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Disk” (diskette) als tekst aangegeven in de display.
Opslaan van bestanden U kunt de procedures in dit hoofdstuk gebruiken om melodiegeheugen, synthesizer en andere data die u creëert op te slaan in het externe opslagmedium om de data later te laden wanneer u deze weer nodig heeft. Zie “Bestandtypes die kunnen worden opgeslagen” op pagina D-92 voor informatie aangaande de types data die u wilt opslaan.
VOORBEREIDINGEN • SmartMedia kaart Steek een op de juiste manier geformatteerde SmartMedia kaart in de kaartgleuf van het keyboard. Let er op dat de sticker verwijderd is van het schrijfgebied van de kaart, waardoor schrijven mogelijk wordt. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) Steek een op de juiste manier geformatteerde floppy diskette in de floppy disk-drive van het keyboard. Let er op dat het schrijfbeveiligingsgat van de diskette gesloten is, waardoor schrijven mogelijk wordt.
OPMERKING • Afhankelijk van het type en de hoeveelheid data kan het opslaan of laden van data naar en vanaf een SmartMedia kaart of floppy diskette (alleen bij model WK-3500) tussen enkele minuten en ongeveer 10 minuten in beslag nemen. De boodschap “Pls Wait” (wachten a.u.b.) blijft in de display om aan te geven dat de procedure voor het opslaan of laden van data wordt uitgevoerd.
2 3 4 5 6 7
Opslaan van een bestand naar externe opslagmedia
1
Wat u eerst dient te doen hangt af van het type externe opslagmedium dat u gebruikt. • SmartMedia kaart: Druk bij model WK-3500 tweemaal op de DISK/CARD toets. Druk bij model WK-3100/WK-3000 één maal op de CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/CARD of CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Card” (kaart) als tekst aangegeven in de display.
Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het “Save” (opslaan) scherm te verkrijgen. Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het volgende bestandtype selectiescherm te gaan. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het bestandtype te selecteren. Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het gebruikersgebied selectiescherm te gaan. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of op de [+] en [–] toetsen om het gewenste gebruikersgebied te selecteren. • De numerieke plaats waar cijfers/nummers worden getoond) in de display laten het gebruikersgebiednummer zien terwijl de tekstplaats de gebruikersgebiednaam laten zien. • Als op dit moment op de EXIT of [왖] CURSOR toets wordt gedrukt gaat u terug naar het bestandtype selectiescherm.
BELANGRIJK! • Probeer nooit een andere bedieningshandeling uit te voeren terwijl “Pls Wait” wordt aangegeven. Het uitvoeren van een bedieningshandeling op dat moment kan er de oorzaak van zijn dat het flash-geheugen of de data op de SmartMedia kaart of de floppy diskette wordt gewist en er kan schade worden toegebracht aan het geheugen van het keyboard waardoor deze mogelijk niet meer goed kan werken.
Druk op de [왔] CURSOR toets om de kaartfunctie (of diskfunctie) te verkrijgen.
8
Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het bestandnaam invoerscherm door te gaan. • Gebruik de [+] en [–] toetsen om door de letters heen te bladeren op de huidige plaats van de cursor. Zie pagina D-103 voor informatie betreffende het invoeren van tekst. • Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de cursor naar links en rechts te verplaatsen.
D-98 WK3100_d_89-105.p65
735A-D-100C
98
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
9
Druk na het invoeren van de bestandnaam op de [왔] CURSOR toets. • Als u de melodiedata opslaat dan verschijnt het bestandtype selectiescherm als volgende. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om “SMF” of “SONG” te selecteren. Druk op de [왔] CURSOR toets na het bestandtype te hebben geselecteerd. • Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om u te vragen of u de data inderdaad wilt opslaan. Als er zich reeds data in het gebruikersgebied bevindt, zal de boodschap u vragen of u de geladen data over de bestaande data heen wilt schrijven.
0
Druk op de YES toets om de data te laden. Hierdoor verschijnt de boodschap “Pls Wait” (wachten a.u.b.) in de display om aan te geven dat toegang wordt verkregen tot de data. Voer geen bewerkingen uit op het keyboard terwijl toegang wordt verkregen bij de kaart. De boodschap “Complete” (voltooid) verschijnt op de display nadat het opslaan van de data voltooid is. Na enkele seconden zal de boodschap worden vervangen door het bestandnaam selectiescherm. • Wilt u niet doorgaan met het laden van data druk dan op de EXIT toets of op de NO toets in antwoord op de bovenstaande bevestigingsboodschap. Hierdoor gaat u terug naar het gebruikersgebied selectiescherm in stap 7.
A
VOORBEREIDINGEN • SmartMedia kaart • Steek de SmartMedia kaart die de data bevat die u wilt laden in de kaartgleuf van het keyboard. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) • Steek de floppy diskette die de data bevat die u wilt laden in de floppy disk-drive van het keyboard.
OPMERKING • Afhankelijk van het type en de hoeveelheid data kan het opslaan of laden van data naar en vanaf een SmartMedia kaart of floppy diskette (alleen bij model WK-3500) tussen enkele minuten en ongeveer 10 minuten in beslag nemen. De boodschap “Pls Wait” (wachten a.u.b.) blijft in de display om aan te geven dat de procedure voor het opslaan of laden van data wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK! • Probeer nooit een andere bedieningshandeling uit te voeren terwijl “Pls Wait” wordt aangegeven. Het uitvoeren van een bedieningshandeling op dat moment kan er de oorzaak van zijn dat het flash-geheugen of de data op de SmartMedia kaart of de floppy diskette wordt gewist en er kan schade worden toegebracht aan het geheugen van het keyboard waardoor deze mogelijk niet meer goed kan werken.
Oproepen van bestanddata vanaf externe opslagmedia
1
Nadat u de gewenste SmartMedia kaartbewerking voltooid heeft, kunt u op de DISK/CARD toets (CARD bij model WK3100/WK-3000) drukken om de kaartfunctie te verlaten.
• SmartMedia kaart: Druk bij model WK-3500 tweemaal op de DISK/CARD toets. Druk bij model WK-3100/WK-3000 één maal op de CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/CARD of CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Card” (kaart) als tekst aangegeven in de display. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) : Druk op de DISK/CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Disk” (diskette) als tekst aangegeven in de display.
Laden van een Bestand Gebruik de procedures in dit hoofdstuk wanneer u de data wilt laden vanaf externe opslagmedia naar het gebruikersgebied van het keyboard.
BELANGRIJK! • Merk de volgende belangrijke punten op wanneer u de SMF spelerfunctie gebruikt om data op te slaan met de volgende procedure. * SmartMedia kaart Om de onderstaande procedure uit te voeren dient u een SmartMedia kaart te hebben waarnaar SMF data gekopiëerd is vanaf een computer. Steek een SmartMedia kaart in die u met het keyboard geformatteerd heeft en kopiëer de SMF data die u wilt laden naar de directory met de naam “CASIO_MD”. Merk op dat u geen data kunt laden als deze zich niet binnen de “CASIO_MD” directory bevindt. Als u een sub-directory creëert binnen de “CASIO_MD” directory zal het keyboard niet in staat zijn data te laden die zich in die sub-directory bevindt. * Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) Dit keyboard is in staat om alleen bestanden te zien die zich bevinden in de root-directory (hoogste directory) van de floppy diskette. Het keyboard kan dus geen bestanden zien die zich bevinden in een sub-directory.
Wat u eerst dient te doen hangt af van het type externe opslagmedium dat u gebruikt.
2 3 4 5 6 7
Druk op de [왔] CURSOR toets om de kaartfunctie (of diskfunctie) te verkrijgen. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het “Load” (laden) scherm te verkrijgen. Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het volgende bestandtype selectiescherm te gaan. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het gewenste bestandtype te selecteren. Druk op de [왔] CURSOR toets om het bestandnaam selectiescherm te verkrijgen. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of op de [+] en [–] toetsen om de naam van het te laden bestand te selecteren.
D-99
735A-D-101C
WK3100_d_89-105.p65
99
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
CURSOR
●WK-3500
DISK/CARD ●WK-3100/WK-3000
[+]/[–] YES/NO
CARD
8
Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het gebruikersgebied selectiescherm door te gaan. • Het gebruikersgebied selectiescherm verschijnt niet als het bestand dat u in stap 5 selecteerde een pakketbestand is of een “All Data” bestand. Sla in dit geval stap 9 over en ga direct door naar stap 10.
9
0
VOORBEREIDINGEN
• Het numerieke deel van de display geeft het gebruikersgebiednummer aan terwijl het tekstgedeelte de gebruikersgebiednaam laat zien. • Door op dat moment op de EXIT toets of op de [왖] CURSOR toets te drukken, gaat u terug naar het bestandtype selectiescherm.
Druk na het selecteren van het gebruikersgebied op de [왔] CURSOR toets.
Hernoemen van een bestand dat op externe opslagmedia is opgeslagen
1
Nadat u het voltooid heeft, kunt u op de DISK/ CARD toets (CARD bij model WK-3100/WK-3000) drukken om de kaartfunctie te verlaten.
Wat u eerst dient te doen hangt af van het type externe opslagmedium dat u gebruikt. • SmartMedia kaart: Druk bij model WK-3500 tweemaal op de DISK/CARD toets. Druk bij model WK-3100/WK-3000 één maal op de CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/ CARD of CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Card” (kaart) als tekst aangegeven in de display. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) : Druk op de DISK/CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Disk” (diskette) als tekst aangegeven in de display.
Druk op de YES toets om de data op te roepen. • Hierdoor verschijnt de boodschap “Pls Wait” (wachten a.u.b.) in de display om aan te geven dat toegang wordt verkregen tot de kaart. Voer geen bewerkingen uit op het keyboard terwijl toegang wordt verkregen bij de kaart. De boodschap “Complete” (voltooid) verschijnt op de display nadat het opslaan van de data voltooid is. Na enkele seconden zal de boodschap worden vervangen door het bestandnaam selectiescherm. • Wilt u niet doorgaan met het laden van data druk dan op de EXIT toets of op de NO toets in antwoord op de bovenstaande bevestigingsboodschap. Hierdoor gaat u terug naar het gebruikersgebied selectiescherm in stap 9.
B
Gebruik de procedures in dit hoofdstuk wanneer u de naam van een bestand wilt veranderen dat u eerder opgeslagen had naar een extern opslagmedium.
• SmartMedia kaart • Steek de SmartMedia kaart die het bestand bevat waarvan u de naam wilt veranderen in de kaartgleuf van het keyboard. Let er op dat de sticker verwijderd is van het schrijfgebied van de kaart, waardoor schrijven mogelijk wordt. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) • Steek de floppy diskette die het bestand bevat waarvan u de naam wilt veranderen in de floppy disk-drive van het keyboard. Let er op dat het schrijfbeveiligingsgat van de diskette gesloten is, waardoor schrijven mogelijk wordt.
Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of op de [+] en [–] toetsen om het gebruikersgebied te selecteren waarnaar u de geladen bestanddata wilt importeren.
• Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om u te vragen of u de data inderdaad wilt laden. Als er zich reeds data in het gebruikersgebied bevindt, zal de boodschap u vragen of u de geladen data over de bestaande data heen wilt schrijven.
A
Hernoemen van een Bestand
2 3
Druk op de [왔] CURSOR toets om de kaartfunctie (of diskfunctie) te verkrijgen. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het “Rename” (hernoemen) scherm te verkrijgen.
D-100 WK3100_d_89-105.p65
735A-D-102C
100
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
4 5 6 7 8
Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het volgende bestandtype selectiescherm te gaan. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het type bestand te selecteren dat u wilt hernoemen. Druk op de [왔] CURSOR toets om het bestandnaam selectiescherm te verkrijgen. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of op de [+] en [–] toetsen om de naam van het te bestand te selecteren waarvan u de naam wilt veranderen. Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het bestandnaam invoerscherm door te gaan. • Gebruik de [+] en [–] toetsen om door de letters heen te bladeren op de huidige plaats van de cursor. Zie pagina D-103 voor informatie betreffende het invoeren van tekst. • Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om de cursor naar links en rechts te verplaatsen.
9
Druk na het invoeren van de bestandnaam op de [왔] CURSOR toets. • Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om u te vragen of u de naam van het bestand inderdaad wilt veranderen.
0
Gebruik de procedures in dit hoofdstuk wanneer een bestand wilt wissen dat u eerder opgeslagen had naar een extern opslagmedium.
BELANGRIJK! • Merk op dat de bestandwisbewerking niet ongedaan gemaakt kan worden. Controleer dat u de data echt niet langer nodig heeft voordat u deze uitwist.
VOORBEREIDINGEN • SmartMedia kaart • Steek de SmartMedia kaart die het bestand bevat dat u wilt wissen in de kaartgleuf van het keyboard. Let er op dat de sticker verwijderd is van het schrijfgebied van de kaart, waardoor schrijven mogelijk wordt. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) • Steek de floppy diskette die het bestand bevat dat u wilt wissen in de floppy disk-drive van het keyboard. Let er op dat het schrijfbeveiligingsgat van de diskette gesloten is, waardoor schrijven mogelijk wordt.
Wissen van een bestand dat op externe opslagmedia is opgeslagen
1
Nadat u het hernoemen voltooid heeft, kunt u op de DISK/CARD toets (CARD bij model WK-3100/ WK-3000) drukken om de kaartfunctie te verlaten.
Wat u eerst dient te doen hangt af van het type externe opslagmedium dat u gebruikt. • SmartMedia kaart: Druk bij model WK-3500 tweemaal op de DISK/CARD toets. Druk bij model WK-3100/WK-3000 één maal op de CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/ CARD of CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Card” (kaart) als tekst aangegeven in de display. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) : Druk op de DISK/CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/ CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Disk” (diskette) als tekst aangegeven in de display.
Druk op de YES toets om de naam van het bestand te veranderen. • Hierdoor verschijnt de boodschap “Pls Wait” (wachten a.u.b.) in de display om aan te geven dat toegang wordt verkregen tot de kaart. Voer geen bewerkingen uit op het keyboard terwijl toegang wordt verkregen bij de kaart. De boodschap “Complete” (voltooid) verschijnt op de display nadat het hernoemen van het bestand voltooid is. Na enkele seconden zal de boodschap worden vervangen door het bestandnaam selectiescherm. • Wilt u niet doorgaan met het hernoemen van het bestand druk dan op de EXIT toets of op de NO toets in antwoord op de bovenstaande bevestigingsboodschap. Hierdoor gaat u terug naar het gebruikersgebied selectiescherm in stap 5.
A
Wissen van een bestand
2 3 4 5 6
Druk op de [왔] CURSOR toets om de kaartfunctie (of diskfunctie) te verkrijgen. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het “Delete” (wissen) scherm te verkrijgen. Druk op de [왔] CURSOR toets om naar het volgende bestandtype selectiescherm te gaan. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het type bestand te selecteren dat u wilt wissen. Druk op de [왔] CURSOR toets om het bestandnaam selectiescherm te verkrijgen.
D-101
735A-D-103C
WK3100_d_89-105.p65
101
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
CURSOR
●WK-3500
DISK/CARD ●WK-3100/WK-3000
[+]/[–] YES/NO
CARD
7 8
Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen of op de [+] en [–] toetsen om de naam van het te bestand te selecteren waarvan u de naam wilt wissen.
Formatteren van een extern opslagmedium
Druk na het selecteren van de bestandnaam op de [왔] CURSOR toets.
Gebruik de procedures in dit hoofdstuk om externe opslagmedia te formatteren voordat u deze voor de eerste maal in gebruik neemt of wanneer u de volledige inhoud op een SmartMedia kaart of een floppy diskette wilt wissen.
• Hierdoor verschijnt een bevestigingsboodschap om u te vragen of u het bestand inderdaad wilt wissen.
9
Druk op de YES toets om het bestand te wissen. • Hierdoor verschijnt de boodschap “Pls Wait” (wachten a.u.b.) in de display om aan te geven dat toegang wordt verkregen tot de kaart. Voer geen bewerkingen uit op het keyboard terwijl toegang wordt verkregen bij de kaart. De boodschap “Complete” (voltooid) verschijnt op de display nadat het wissen van het bestand voltooid is. Na enkele seconden zal de boodschap worden vervangen door het bestandnaam selectiescherm. • Wilt u niet doorgaan met het wissen van het bestand druk dan op de EXIT toets of op de NO toets in antwoord op de bovenstaande bevestigingsboodschap. Hierdoor gaat u terug naar het bestandnaam selectiescherm.
0
Nadat u het wissen voltooid heeft, kunt u op de DISK/CARD toets (CARD bij model WK-3100/WK3000) drukken om de kaartfunctie te verlaten.
BELANGRIJK! • Merk op dat het formatteren van een kaart of een diskette die reeds data bevat, alle data erop zal wissen. Data die door het formatteren gewist wordt kan niet opnieuw worden verkregen. Controleer dat het medium echt geen data bevat die u nog nodig heeft voordat u de onderstaande procedure uitvoert.
VOORBEREIDINGEN • SmartMedia kaart • Steek de SmartMedia kaart die u wilt formatteren in de kaartgleuf van het keyboard. Let er op dat de sticker verwijderd is van het schrijfgebied van de kaart, waardoor schrijven mogelijk wordt. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) • Steek de floppy diskette die u wilt formatteren in de floppy disk-drive van het keyboard. Let er op dat het schrijfbeveiligingsgat van de diskette gesloten is, waardoor schrijven mogelijk wordt.
D-102 WK3100_d_89-105.p65
735A-D-104C
102
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
Formatteren van uitwendige opslagmedia
Invoeren van Karakters
1
Hieronder worden de types karakters beschreven die u kunt invoeren bij het opslaan van data naar het gebruikersgebied en externe opslagmedia.
Wat u eerst dient te doen hangt af van het type externe opslagmedium dat u gebruikt. • SmartMedia kaart: Druk bij model WK-3500 tweemaal op de DISK/CARD toets. Druk bij model WK-3100/WK-3000 één maal op de CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/ CARD of CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Card” (kaart) als tekst aangegeven in de display. • Floppy Diskette (alleen bij model WK-3500) : Druk op de DISK/CARD toets. • Hierdoor verschijnt een wijzer naast de DISK/ CARD aanduiding in de display en wordt ook de aanduiding “Disk” (diskette) als tekst aangegeven in de display.
2 3 4
Druk op de [왔] CURSOR toets om de kaartfunctie (of diskfunctie) te verkrijgen. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om het “Format” (formatteren) scherm te verkrijgen. Druk op de [왔] CURSOR toets. • Voor gebruikers van model WK-3500 Als u een floppy diskette formatteerd zal hier een scherm verschijnen met de specificaties voor de dichtheid van de floppy diskette. Gebruik de [왗] en [왘] CURSOR toetsen om ofwel de “2DD” of “2HD” te selecteren en druk dan op de [왔] CURSOR toets. • Dit zal een bevestigingsboodschap tonen om u te vragen of u het medium inderdaad wilt formatteren.
5
Gebruikersgebieddata
Externe opslagmedia U kunt dezelfde karakters invoeren als die toegestaan zijn voor de namen van MS-DOS bestanden.
Druk op de YES toets om het formatteren te beginnen. • Hierdoor verschijnt de boodschap “Pls Wait” (wachten a.u.b.) in de display om aan te geven dat toegang wordt verkregen tot de kaart. Voer geen bewerkingen uit op het keyboard terwijl toegang wordt verkregen bij de kaart. De boodschap “Complete” (voltooid) verschijnt op de display nadat het formatteren van het medium voltooid is. Na enkele seconden zal de boodschap worden vervangen door het bestandnaam selectiescherm. • Wilt u niet doorgaan met het formatteren van het medium druk dan op de EXIT toets of op de NO toets in antwoord op de bovenstaande bevestigingsboodschap. Hierdoor gaat u terug naar het functiemenu.
6
Nadat u het formatteren voltooid heeft, kunt u op de DISK/CARD toets (CARD bij model WK-3100/ WK-3000) drukken om de kaartfunctie te verlaten.
D-103
735A-D-105C
WK3100_d_89-105.p65
103
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
Foutlezingen bij SmartMedia kaarten Displaymelding
Oorzaak
Te ondernemen stappen
Err Card R/W
Er is iets fout met de kaart.
Gebruik een andere kaart.
Err CardFull
De kaart is vol.
1. Gebruik een andere kaart. 2. Wis bestanden die u niet langer nodig heeft van de kaart (pagina D-101).
Err No Card
1. De kaart is niet juist in de kaartgleuf geplaatst. 2. Er bevindt zich geen kaart in de kaartgleuf of de kaart was halverwege een kaartbewerking verwijderd.
1. Verwijder de kaart en steek hem opnieuw in (pagina D-94). 2. Steek een kaart in de gleuf. Verwijder nooit een kaart uit de kaartgleuf terwijl een kaarttoegangsbewerking aan de gang is.
Err Name
1. Er bestaat reeds een bestand met dezelfde naam als die u probeert te gebruiken. 2. U probeert een bestandnaam te gebruiken die niet toegestaan wordt door MS-DOS.
1. Gebruik een andere naam (pagina D-100).
Err ReadOnly
Poging om een bestand te creëren met dezelfde naam als een bestaand bestand dat alleen gelezen kan worden (Read Only).
Sla het bestand op een andere kaart op of gebruik een andere naam.
Err Format
1. Het formaat van de kaart is niet compatibel met dit keyboard. 2. De kaart is niet geformatteerd. 3. De kaart is beschadigd.
1. Verander naar een kaart die het juiste formaat heeft. ....................................... D-102 2. Formatteer de kaart. ........................... D-102 3. Gebruik een andere kaart.
Err Mem Full
Het geheugen van het keyboard raakte vol tijdens het importeren van data van de kaart.
1. Wis de data die u niet langer nodig heeft uit het gebruikersgebied dat correspondeert aan het bestand dat u probeert op te slaan. 2. Heeft u melodiedata opgeslagen in het melodiegeheugen (SG0 t/m 4), wis dan de melodiedata uit die u niet langer nodig heeft. ....................................................... D-72
Err Not SMF0
Het bestand dat u leest is geen SMF 0 formaatbestand.
Gebruik enkel SMF 0 formaatbestanden.
Err No File
Het keyboard kan geen enkel bestand op de kaart vinden dat het kan lezen.
Gebruik een kaart die data bevat die met dit keyboard opgeslagen is of compatibele data van een ander toestel.
Err Protect
De kaart is beveiligd tegen schrijven.
1. Gebruik een andere kaart. 2. Verwijder de schrijfbeveiligingssticker om het opslaan van data toe te staan. ....... D-93
Err Convert
Er is niet genoeg geheugen om data op te slaan die geproduceerd wordt door het converteren van melodiedata van het SONG formaat naar het SMF formaat.
Wis SMF bestanden die u niet langer nodig heeft uit uw SMF data (pagina D-80).
Err WrongDat
De data op de kaart is beschadigd.
Gebruik andere data of een andere kaart.
2. Geef een naam aan bestanden en gebruik daarvoor toegestane karakters (pagina D-103).
D-104 WK3100_d_89-105.p65
735A-D-106A
104
04.3.8, 3:59 PM
Opslaan van Data
Foutlezingen bij de disk-drive (alleen bij model WK-3500) Displaymelding
Oorzaak
Te ondernemen stappen
Err ReadOnly
Poging om een bestand te creëren met dezelfde naam als een bestaand bestand dat alleen gelezen kan worden (Read Only).
Sla het nieuwe bestand op een andere diskette op of gebruik een andere naam.
Err Format
1. Het formaat van de diskette is niet compatibel met dit keyboard. 2. De diskette is niet geformatteerd. 3. De diskette is beschadigd.
1. Verander naar een diskette die het juiste formaat heeft. ....................................... D-102 2. Formatteer de diskette. ....................... D-102 3. Gebruik een andere diskette.
Err Disk R/W
De diskette is beschadigd.
Gebruik een andere diskette.
Err DiskFull
De diskette is vol.
1. Gebruik een andere diskette. 2. Wis bestanden die u niet langer nodig heeft van de diskette om ruimte te maken voor de data die u wilt opslaan. ....................... D-101
Err Mem Full
Het geheugen van het keyboard raakte vol tijdens het importeren van data van de diskette.
1. Wis de data die u niet langer nodig heeft uit het gebruikersgebied dat correspondeert aan het bestand dat u probeert op te slaan. 2. Heeft u melodiedata opgeslagen in het melodiegeheugen (SG0 t/m 4), wis dan de melodiedata uit die u niet langer nodig heeft. ................... D-72
Err Not SMF0
Het bestand dat u leest is geen SMF 0 formaatbestand.
Gebruik enkel SMF 0 formaatbestanden.
Err No Disk
1. De diskette is niet juist in de disk-drive geplaatst. 2. Er bevindt zich geen diskette in de disk-drive.
1. Werp de diskette uit en steek hem opnieuw in. ............................................................. D-94 2. Steek een diskette in de disk-drive.
Err No File
Het keyboard kan geen enkel bestand op de kaart vinden dat het kan lezen.
Gebruik een diskette die data bevat die met dit keyboard opgeslagen is of compatibele data van een ander toestel.
Err Protect
De diskette is beveiligd tegen schrijven.
1. Gebruik een andere diskette. 2. Sluit het schrijfbeveiligingsgat van de diskette om het opslaan van data toe te staan. ... D-95
Err Convert
Er is niet genoeg geheugen om data op te slaan die geproduceerd wordt door het converteren van melodiedata van het SONG formaat naar het SMF formaat.
Wis SMF bestanden die u niet langer nodig heeft uit uw SMF data (pagina D-80).
Err WrongDat
Het bestand dat u leest is van een verkeerd formaatbestand. De data op de diskette is beschadigd
Gebruik andere data of een andere diskette.
Err Name
Er bestaat reeds een bestand op de diskette met dezelfde naam als die u probeert te gebruiken.
Gebruik een andere naam (pagina D-100).
D-105
735A-D-107A
WK3100_d_89-105.p65
105
04.3.8, 3:59 PM
Oplossen van moeilijkheden Probleem
Mogelijke oorzaak
Geen geluid van het keyboard
1. Probleem met de stroomvoorziening.
2. De stroom is niet ingeschakeld. 3. Het volume is te laag ingesteld. 4. Spelen in het begeleidingstoetsenbord gebied terwijl de instelling van de MODE toets op CASIO CHORD of FINGERED staat. 5. De functie voor lokale bediening is uitgeschakeld. 6. Mixerkanaal 1 is uitgeschakeld. 7. De instelling van het volume van mixerkanaal 1 is te laag. 8. De DSP volumeparameter is te laag ingesteld. 9. De expressiewaarde van de bestanddata die op de SMF speler weergegeven wordt, is te laag. Een van de volgende symptomen tijdens werking op batterijen.
Lage batterijspanning
Handeling
Zie pagina
1. Sluit de adapter op de juiste wijze aan, let erop dat de polen (+/–) van de batterijen in de juiste richting wijzen en controleer dat de batterijen niet leeg zijn. 2. Druk op de POWER toets om de spanning in te schakelen. 3. Gebruik de VOLUME regelaar om het volume te verhogen. 4. Geen van de begeleidingsfunctie indicators brandt, hetgeen betekent dat de automatische begeleiding uitgeschakeld is.
D-16, 17
5. Schakel de functie voor lokale bediening in (ON). 6. Schakel kanaal 1 m.b.v. de mixer in. 7. Verhoog m.b.v. de mixer de instelling van het volume van kanaal 1. 8. Verhoog de DSP parameterwaarde. 9. Verlaat de SMF spelerfunctie en ga er daarna weer in of verander van SMF speler meespeeldeel.
D-82
Vervang de oude batterijen door een set nieuwe of gebruik de netadapter.
D-16, 17
D-22 D-22 D-38
D-47 D-48 D-50 D-84
• • • • • • • • • • • • • •
Zwak brandende stroomindicator Het instrument kan niet worden ingeschakeld. Wanneer de display knippert, donker of moeilijk af te lezen is Abnormaal laag luidspreker-/hoofdtelefoonvolume Vervorming van het geluid Af en toe onderbreken van geluid tijdens weergave bij een hoog volume Plotseling uitvallen van de stroom tijdens weergave bij een hoog volume Knipperen of donker worden van de display tijdens weergave met een hoog volume Geluid blijft klinken zelfs na loslaten van de toetsen Een toon die totaal verschilt van de toon die u instelde Abnormale weergave van het ritmepatroon en de demonstratiemelodie Abnormaal laag microfoonvolume (alleen bij model WK-3100) Vervorming van microfooningangssignaal (alleen bij model WK-3100) Donkere stroomvoorzieningsindicator bij gebruik van de microfoon (alleen bij model WK3100) • Plotseling uitvallen van de stroom bij gebruik van de microfoon (alleen bij model WK-3100) • Uitvallen van stroom, geluidsvervorming of laag volume bij spelen via een aangesloten computer of MIDI toestel • Plotseling uitvallen van de spanning tijdens het lezen van of schrijven naar een diskette (alleen bij model WK-3500)
D-106 WK3100_d_106-112.p65
735A-D-108C
106
04.3.8, 3:59 PM
Oplossen van moeilijkheden
Probleem
Mogelijke oorzaak
Handeling
1. Volume van automatische begeleiding staat op 000. 2. De kanalen 6-10 voor de onderdelen van de automatische begeleiding zijn uitgeschakeld. 3. De instelling van het volume of de expressie van de kanalen 6-10 voor de onderdelen van de automatische begeleiding is te laag.
1. Verhoog met de ACCOMP VOLUME toets het volume. 2. Schakel de kanalen m.b.v. de mixer weer in.
D-46
3. Verhoog de instelling van het volume van het van toepassing zijnde kanaal m.b.v. de mixer.
D-48
Geen verandering in het volume bij verandering in druk op de klaviertoetsen.
De aanslagvolumefunctie uitgeschakeld.
Druk op de TRANSPOSE/ FUNCTION toets om deze in te schakelen.
D-78
Bij spelen van het keyboard klinken twee tonen.
De lagenfunctie is ingeschakeld.
Druk op de LAYER toets om de lagenfunctie uit te schakelen.
D-74
Verschillende tonen klinken bij indrukken van klaviertoetsen in andere bereiken.
De splitsfunctie is ingeschakeld.
Druk op de SPLIT toets om de splitsfunctie uit te schakelen.
D-75
De sleutel of de stemming komt niet overeen bij spelen met een ander MIDI toestel.
1. De stem- of transponeerparameter staat ingesteld op een andere waarde dan 00. 2. Instellingen voor ruwweg en fijnstemmen van de mixer en/of octaafverschuiving zijn waarden anders dan 00.
1. Verander de waarde van de stemof transponeerparameter naar 00.
D-77, 78
2. Zet de instellingen voor ruwweg en fijnstemmen en/of octaafverschuiving in op 00.
D-49
Delen vallen plotseling weg tijdens weergave van het melodiegeheugen.
Het aantal melodieën dat tegelijkertijd wordt weergegeven overschrijdt de beperkingen van het keyboard.
Schakel onnodige kanalen uit en verminder het aantal delen dat wordt weergegeven m.b.v. de mixer.
D-47
Sommige delen worden in het geheel niet weergegeven tijdens weergave van het melodiegeheugen.
1. Kanalen zijn uitgeschakeld.
1. Schakel de kanalen in m.b.v. de mixer. 2. Controleer de volume-instelling m.b.v. de mixer.
D-47
Er gebeurt niets bij indrukken van de LAYER of SPLIT toets.
1. Eén of meer van de melodiekanalen (2 – 4) is uitgeschakeld. 2. De instelling van het volume van één of meer van de melodiekanalen (2 – 4) is te laag. 3. De opnamestandbyfunctie is ingeschakeld.
1. Schakel de kanalen 2 – 4 in m.b.v. de mixer.
D-47
2. Verhoog het volume van de kanalen 2 t/n 4 m.b.v. de mixer.
D-48
3. De LAYER en SPLIT toetsen kunnen niet worden gebruikt tijdens opnemen en opnamestandby. 4. Schakel de SMF spelerfunctie uit. LAYER (lagen) en SPLIT (splitsing) zijn niet beschikbaar terwijl de SMF spelerfunctie in gebruik is.
D-74, 75
Automatische klinkt niet.
begeleiding
is
2. De instelling van het volume is te laag.
4. De SMF spelerfunctie is op het moment in gebruik.
Zie pagina
D-47
D-48
D-84
Er wordt geen geluid geproduceerd tijdens weergave van MIDI data via een computer.
1. De MIDI kabels zijn niet juist aangesloten. 2. Het kanaal is uitgeschakeld of het volume staat te laag ingesteld.
1. Sluit de MIDI kabels op de juiste wijze aan. 2. Schakel het kanaal in of verhoog het volume m.b.v. de mixer.
D-89
Spelen op het toetsenbord produceert een onnatuurlijk geluid bij aansluiting op een computer.
De MIDI Thru functie van de computer is ingeschakeld.
Schakel de MIDI Thru functie uit bij de computer of schakel de lokale bediening (Local Control) uit bij het keyboard.
D-82
D-107
735A-D-109A
WK3100_d_106-112.p65
D-46, 47
107
04.3.8, 3:59 PM
Oplossen van moeilijkheden
Probleem
Mogelijke oorzaak
Handeling
Akkoordbegeleidingsdata kan niet opgenomen worden met een computer.
Begeleiding/melodie MIDI uitgangssignaal is uitgeschakeld.
Schakel het begeleiding/melodie MIDI uitgangssignaal in.
D-82
Het keyboard start niet goed wanneer deze wordt ingeschakeld.
Het flash-geheugen is beschadigd. Er is iets fout met de kaart.
1. Verwijder de batterijen uit het keyboard en verbreek de verbinding met de netadapter en druk op de POWER toets. 2. Leg de batterijen in en/of, sluit de netadapter opnieuw aan en druk nogmaals op de POWER toets om de spanning in te schakelen. 3. Gebruik de TRANSPOSE/ FUNCTION toets om het systeem terug te stellen. • Mocht dit het probleem niet oplossen, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde door CASIO erkende onderhoudswerkplaats voor onderhoud.
D-83
Een gedownloade toon met golfvorm bevat ruis of de bediening het toetsenbord vindt niet goed plaats.
Iemand kan het keyboard uitgeschakeld hebben terwijl data op dat moment juist opgeslagen werd in het flash-geheugen of iemand was er de oorzaak van dat de inhoud van het flash-geheugen om de één of andere reden beschadigd is geraakt.
Gebruik de TRANSPOSE/FUNCTION toets om het systeem terug te stellen. Mocht dit geen oplossing voor het probleem bieden, neem dan contact op voor onderhoud met de dichtstbijzijnde door CASIO erkende onderhoudswerkplaats.
D-83
Het is niet mogelijk om data bij een kaart op te slaan.
1. De kaart is beveiligd tegen schrijven.
1. Verwijder de schrijfbeveiligingssticker van de kaart. 2. Steek de kaart op de juiste wijze in de kaartgleuf. 3. Gebruik een andere kaart of wis bestanden die u niet langer nodig heeft van de kaart die u op dat moment gebruikt. 4. Gebruik een kaart van het voltage en de capaciteit die u specificeerde voor dit keyboard.
D-93
2. De kaart is niet correct in de kaartgleuf gestoken. 3. Er is niet genoeg ruimte over op de kaart. 4. U bent een kaart aan het proberen waarvan het voltage of de capaciteit niet ondersteund wordt door dit keyboard. 5. De kaart is beschadigd. Het is niet mogelijk om data van een kaart op te roepen.
1. De kaart is niet correct in de kaartgleuf gestoken. 2. Er is niet genoeg ruimte beschikbaar in het gebied waar u de data probeert te importeren. 3. U bent een kaart aan het proberen waarvan het voltage of de capaciteit niet ondersteund wordt door dit keyboard. 4. De kaart is beschadigd.
Statische ruis wanneer een microfoon is aangesloten. (alleen bij model WK-3100)
Geen microfoongeluid (alleen bij model WK-3100)
1. Een microfoon wordt gebruikt die anders is dan het aanbevolen type.
D-94 D-101
D-93
5. Gebruik een andere kaart. 1. Steek de kaart op de juiste wijze in de kaartgleuf. 2. Wis ritme-, SMF of toon met golfdata die zich momenteel in het flash-geheugen van het keyboard bevindt om ruimte te maken voor de te importeren data. 3. Gebruik een kaart van het voltage en de capaciteit die u specificeerde voor dit keyboard.
D-94 D-83
D-93
4. Gebruik een andere kaart. D-21
2. De microfoon wordt gebruikt in de omgeving van TL-verlichting.
1. Gebruik een volledig door metaal afgeschermde microfoon van het Cannon type. 2. Verplaats de microfoon weg van de bron van de statische ruis.
1. De instelling van het microfoonvolume is te laag. 2. De aan/uit schakelaar van de microfoon is uitgeschakeld (OFF).
1. Verhoog de instelling van het microfoonvolume. 2. Zet de aan/uit schakelaar van de microfoon op aan (ON).
D-21
D-108 WK3100_d_106-112.p65
Zie pagina
D-21
D-21
735A-D-110C
108
04.3.8, 3:59 PM
Technische gegevens Model:
WK-3500/WK-3100/WK-3000
Toetsenbord:
76 toetsen van standaard formaat, 6 1/4 octaven met aanslagvolume (Uit / 1 / 2 / 3) (OFF/1/2/3)
Tonen:
300 geavanceerde tonen + 200 voorkeuzetonen + 16 drumsetten + 100 standaard gebruikerstonen + 20 gebruikerstonen met golven * + 4 drumsetten met golven * + 50 trekstaaforgel tonen + 100 gebruikers trekstaaforgel tonen + 150 trekstaaforgel tonen (790 tonen in het totaal); lagen/splitsen
Ritme-instrumenttonen:
61
Polyfonie:
32 noten maximaal (10 voor bepaalde tonen)
Trekstaaforgelfunctie Trekstaven:
9 (16’, 5-1/3’, 8’, 4’, 2-2/3’, 2’, 1-3/5’, 1-1/3’, 1’)
Percussie:
Tweede, derde
Klikken:
Aan, uit DSP (200 types: intern, 100 gebruikersgebieden) + nagalm (16 types) + zweving (16 types) + equalizer (10 types, 4 banden)
Effecten: Automatische begeleiding Ritmepatronen:
156 (intern, 16 gebruikersgebieden*)
Tempo:
Variabel (226 stappen,
Akkoorden:
3 vingerzetmethodes (CASIO CHORD, FINGERED, FULL RANGE CHORD)
= 30 - 255)
Ritmebediening:
START/STOP, INTRO/ENDING 1 en 2, VARIATION/FILL-IN 1 en 2, SYNCHRO/ FILL-IN NEXT
Begeleidingsvolume:
0 – 127 (128 stappen)
Eén-toets voorkeuzes:
Roept instellingen voor toon, tempo, layer aan/uit en harmonisatie aan/uit op in overeenkomst met het ritme.
Automatische harmonisatie:
10 types : Automatische toevoeging van noten die harmoniseren met de melodienoot in overeenkomst met de gespecificeerde automatische begeleidingsakkoorden.
Geheugenfunctie Melodieën:
5
Opnamesporen:
6 (2 tot en met 6 zijn melodiesporen)
Opnamemethoden:
Real-time, stappen
Geheugencapaciteit:
Ongeveer 10.000 noten (totaal voor 5 melodieën)
Bewerkingsfunctie:
Aanwezig 3
Demonstratiemelodieën:
<WK-3500> Melodienummer
Naam
Componist
Weergavetijd
0
Garage Flava
Steave Turner
2:15
1
Breath of Air
Hage Software
2:19
2
Nora Park
TECH-NOTE INTERNATIONAL LTD.
2:06
Weergavetijd
<WK-3100/WK-3000> Melodienummer
Naam
Componist
0
Nora Park
TECH-NOTE INTERNATIONAL LTD.
2:06
1
Garage Flava
Steave Turner
2:15
2
Strut With Beauty
Edward Alstrom
1:52
D-109
735A-D-111C
WK3100_d_106-112.p65
109
04.3.8, 3:59 PM
Technische gegevens
Synthesizerfunctie Parameters:
Aanslagtijd; loslaattijd; resonantie; afsnijfrequentie; vibratotype; vibratovertraging; vibratodiepte; vibratosnelheid; octaafverschuiving; niveau; aanslaggevoeligheid; nagalm zenden; zweving zenden; DSP lijn; DSP type en DSP parameter, 300 geavanceerde tonen + 200 voorkeuzetonen + 16 drumklanken + 124 gebruikerstonen + 150 trekstaaforgel tonen (790 tonen in het totaal).
Registratiegeheugen Aantal instellingen:
32 (4 instellingen x 8 banken)
Geheugeninhoud:
Toon, ritme, tempo, lagen aan/uit, splitsen aan/uit, splitspunt, harmoniseren aan/ uit, mixerinstellingen (kanalen 1 tot en met 10), effectinstellingen, aanslagsnelheidinstellingen, toewijsbare aansluitinginstelling, transponeren, stemmen, begeleidingsvolume instelling, toonhoogtebuigbereik, automatisch harmonisatietype, MODE toets instelling, synchronische standby toestand, mixer aanhouden, DSP aanhouden, synthesizerfunctie parameters
Mixerfunctie Kanalen:
16
Parameters:
Toon; deel aan/uit; volume; pan pot effect; octaafverschuiving; ruwweg stemmen; fijnstemmen; nagalm zenden; zweving zenden; DSP lijn; DSP niveau; DSP stereopositie effect; DSP systeem nagalm zenden; DSP systeem zweving zenden 16 multi-klankkleur ontvangst, GM niveau 1 standaard
MIDI: Andere functies Toonhoogtebuigbereik:
Instelbaar (12 halftonen naar boven en naar beneden)
Modulatie:
Ingebouwde voorziening
Transponeren:
49 stappen (–24 halftonen tot +24 halftonen)
Stemmen:
Variabel (A4 = ca. 440Hz ±100 cent)
LCD:
Verstelbaar contrast Flash-geheugen opslag voor maximaal 200 bestanden*
SMF speler: Ondersteund Formaat:
SMF0
Flash-geheugen Capaciteit:
2 MB
Gedeeld gebied:
Ongeveer 1.5MB (golfvormdata, begeleidingsdata, SMF data) Verdere opslag van golfvorm, begeleiding en SMF data wordt onmogelijk wanneer het totaal aan dergelijke data ongeveer 1.5MB bereikt heeft. 3,3V SmartMedia-TM (8MB, 16MB, 32MB, 64MB, 128MB)
Kaartgleuf Functies:
Opslaan en laden van gebruikerstonen, gebruikersmelodieën en registratiedata; weergave van SMF bestanden; formatteren van kaarten; wissen van bestanden, hernoemen van bestanden
Floppy disk-drive (alleen bij model WK-3500) Type:
3,5 inch FDD
Formaten:
2DD (720KB MS-DOS formaat) 2HD (1,44MB MS-DOS formaat)
Functies:
Opslaan en laden van gebruikerstonen, gebruikersmelodieën en registratiedata; weergave van SMF bestanden; formatteren van diskettes; wissen van bestanden, hernoemen van bestanden
D-110 WK3100_d_106-112.p65
735A-D-112A
110
04.3.8, 3:59 PM
Technische gegevens
Aansluitingen MIDI aansluitingen:
Ingang (IN), uitgang (OUT)
Aanhoudpedaal/ toewijsbare aansluiting:
Standaardaansluiting (aanhouden, sostenuto, zacht, ritme start/stop)
•WK-3500 Headphones:
Standaard stereo-aansluiting Uitgangsimpedantie : 200 Ω Uitgangsspanning : 250 mV (RMS) MAX
Line Out (R, L/MONO):
Standaard stereo-aansluiting x 2 Uitgangsimpedantie : 3 kΩ Uitgangsspanning : 1,5 V (RMS) MAX
•WK-3100/WK-3000 Hoofdtelefoon/uitgangsaansluiting:
Standaard stereo-aansluiting Uitgangsimpedantie : 200 Ω Uitgangsspanning: 5,5 V (RMS) MAX
Spanningsaansluiting:
12 V gelijkspanning
Microfooningangsaansluiting: (alleen bij model WK-3100)
Standaard stereo-aansluiting (met microfoonvolumeregelaar) Ingangsimpedantie: 1 kΩ Ingangsgevoeligheid: 10 mV Dubbel stroomvoorzieningssysteem
Stroomvoorziening: Batterijen:
6 batterijen maat D
Levensduur batterijen:
Ongeveer 4 uur doorlopende werking op mangaanbatterijen
Netadapter:
AD-12
Automatische stroomonderbreking:
Stroom wordt ca. zes minuten na laatste bedieningshandeling uitgeschakeld. Werkt enkel tijdens werking op batterijen, kan met de hand worden uitgeschakeld.
Uitgangsvermogen luidsprekers:
6,1 W + 6,1 W
Stroomverbruik:
12 V
Afmetingen:
122,3 x 42,3 x 16,0 cm
Gewicht:
WK-3500: Ongeveer 10,0 kg (zonder batterijen)
18 W
WK-3100/WK-3000: Ongeveer 9,5 kg (zonder batterijen) * Hetzelfde geheugengebied wordt gebruikt voor het opslaan van golfvormdata, begeleidingsdata en SMF data.
D-111
735A-D-113C
WK3100_d_106-112.p65
111
04.3.8, 3:59 PM
Onderhoud van uw instrument Vermijd hitte, vocht en direct zonlicht. Stel dit instrument niet bloot aan direct zonlicht, zet het niet op een plaats dichtbij een airconditioning of op een bijzonder warme plaats.
Gebruik het toestel niet in de buurt van een TV of radio. Dit instrument kan storing veroorzaken bij TV en radio. Mocht dit gebeuren, zet het instrument dan verder weg van de TV of de radio.
Gebruik voor het reinigen van het toestel nooit lak, verdunner of dergelijke chemicaliën. Maak het instrument schoon met een zachte doek bevochtigd in water met een milde oplossing van een neutraal schoonmaakmiddel. Dompel de doek in de oplossing en wring hem uit totdat hij bijna droog is.
Vermijd het gebruik op plaatsen met een bijzonder hoge of lage temperatuur. Extreem hoge of lage temperaturen kunnen de cijfers op het LCD scherm mogelijk donker of moeilijk te zien maken. Deze situatie zou zichzelf moeten corrigeren wanneer de temperatuur van het instrument weer normaal is geworden.
OPMERKING • Misschien heeft u lijnen in de afwerking van dit instrument opgemerkt. Deze lijnen zijn het resultaat van het vormgieten om het plastic van de kast in de juiste vorm te maken. Het zijn geen breuken of krassen in het plastic en geen reden voor ongerustheid.
D-112 WK3100_d_106-112.p65
735A-D-114A
112
04.3.8, 3:59 PM
Appendix Toonlijst Geavanceerde tonen Nr.
Toongroep
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52
PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO E.PIANO CHROM.PERC CHROM.PERC CHROM.PERC CHROM.PERC CHROM.PERC CHROM.PERC CHROM.PERC CHROM.PERC ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN
Toonnaam STEREO GRAND PIANO STEREO MELLOW PIANO STEREO BRIGHT PIANO GRAND PIANO MELLOW PIANO BRIGHT PIANO GRAND PIANO WIDE HARPSICHORD ELEC. GRAND PIANO SYNTH-STR PIANO MODERN PIANO STRINGS PIANO VOICE PIANO DANCE PIANO MODERN E.G.PIANO HONKY-TONK 1 1 OCTAVE PIANO 2 OCTAVE PIANO COUPLED HARPSICHORD ELEC. PIANO 1 MODERN EP 1 TREMOLO E.PIANO 60’S E.PIANO MELLOW E.PIANO SYNTH-STR. E.PIANO 2 CLAVI SOFT E.PIANO AUTO WAH E.PIANO PHASER E.PIANO GLASS E.PIANO E.PIANO PAD SYNTH-STR. E.PIANO 1 MODERN EP 2 STRINGS E.PIANO RESONANCE CLAVI PULSE CLAVI TREMOLO VIBRAPHONE MARIMBA GLOCKENSPIEL CELESTA VIBRAPHONE PHASER MARIMBA DELAY GLOCKENSPIEL DELAY CELESTA ROTARY DRAWBAR ROTARY PERC. ORGAN 1 70’S ORGAN TREMOLO ORGAN JAZZ DRAWBAR ROCK ORGAN ROTARY ELEC. ORGAN ROTARY PERC. ORGAN 2 CHURCH ORGAN 1
Programma- Bankkeuze verandering MSB 0 0 1 0 0 1 0 6 2 0 1 1 0 1 2 3 3 3 6 4 5 4 4 4 5 7 5 4 4 4 4 4 5 5 7 7 11 12 9 8 11 12 9 8 16 17 17 16 17 18 16 17 19
51 52 50 48 50 48 49 51 48 54 51 52 53 53 50 48 51 50 49 48 48 55 51 52 52 48 50 56 57 50 53 54 49 53 50 49 48 48 48 48 50 50 49 49 52 52 49 49 53 48 53 54 48
Maximale Bereiktype polyfonie 16 16 16 32 32 32 32 32 32 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 32 16 32 32 16 16 32 16 32 32 16 16 16 16 16 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 16 32 32 16 16 32 16 16
RvbHall1 GateRvb2 Equalize RvbHall1 Equalize Enhancer Reflect CmpChoRf Equalize Cho Flan Equalize RvbHall1 Reflect Enha Dly ChoDly 1 Chorus 4 Equalize RvbRoom2 CmpChoRf Chorus 3 Chorus 3 Cho Trem Auto Pan CmpChoRf Equalize CmpChoRf Equalize Auto Wah PhaAPan1 Equalize StPhaser Equalize Enha Dly ChoDly 1 Auto Wah CmpEnDly Cho Trem Reflect Reflect Reflect Reflect PhaDly 2 PhaDly 2 3Tap Dly RotRef 1 RotRef 2 Rotary 1 Cho Trem RotRef 1 Rotary 2 Rotary 2 RotRef 1 RvbHall2
A-1
735A-D-115A
WK3000_d_A-01-16.p65
N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N 1 N N N 1 N N N N N N N N N N
DSP type
1
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Nr. 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110
Toongroep ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN ORGAN GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR GUITAR BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS
Toonnaam CHAPEL ORGAN ACCORDION HARMONICA BANDONEON DRAWBAR ORGAN 1 ELEC. ORGAN DRAWBAR ORGAN 2 OVD ROTARY ORGAN PERC. ORGAN 1 PERC. ORGAN 2 JAZZ ORGAN OVD ROCK ORGAN CHURCH ORGAN 2 OCTAVE ACCORDION SLOW HARMONICA NEO BANDONEON NYLON GUITAR STEEL GUITAR JAZZ GUITAR CHORUS CLEAN GUITAR CRUNCH ELEC. GUITAR OVD FRONT GUITAR FEEDBACK DIST. GT ROTARY GUITAR MUTED DIST. GUITAR MELLOW NYLON GUITAR ENHANCED STEEL GUITAR 12 STRING GUITAR CHORUS STEEL GUITAR UKULELE BANJO OCT JAZZ GUITAR OVERDRIVE GUITAR AUTO WAH OVERDRIVE GT OVD REAR GUITAR MORE DISTORTION GT DISTORTION FRONT GT CLEAN GUITAR ELEC. GUITAR FRONT ELEC. GUITAR REAR MUTED GUITAR DISTORTION GUITAR FEEDBACK GUITAR DISTORTION CLEAN GT ACOUSTIC BASS FINGERED BASS PICKED BASS FRETLESS BASS SLAP BASS SAW SYNTH-BASS 1 ANALOG SYNTH-BASS SQR SYNTH-BASS 1 RESO. SQR BASS 1 RESO. SAW BASS 1 DISTORTION SQR BASS RESO. SAW BASS 2 DIGITAL BASS 1 RIDE BASS
Programma- Bankkeuze verandering MSB 19 21 22 23 16 16 16 16 17 17 17 18 19 21 22 23 24 25 26 27 27 29 30 27 28 24 25 25 25 24 105 26 29 29 29 30 30 27 27 27 28 30 30 30 32 33 34 35 37 38 38 39 39 38 39 38 39 32
51 48 48 48 48 51 50 54 48 51 50 49 49 49 49 49 48 48 48 49 52 49 52 53 49 51 51 49 50 49 48 50 48 51 50 51 50 48 51 50 48 48 49 53 48 48 48 48 48 48 52 48 50 53 51 49 52 49
Maximale Bereiktype polyfonie 32 16 32 16 32 32 32 32 16 16 16 16 16 16 32 16 32 32 32 32 32 32 16 32 32 16 32 16 16 32 32 16 16 16 32 16 32 32 32 32 32 16 16 32 32 32 32 32 32 16 32 32 32 32 16 16 32 16
A-2 WK3000_d_A-01-16.p65
N N N N N N N N N N N N N N N N –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 N N –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1 –1
DSP type RvbHall2 Reflect Reflect Reflect Reflect Reflect Rotary 1 Od Rot 2 Reflect Rotary 2 Reflect OdRtRef1 RvbHall1 CmpChoRf RvbRoom2 ChoDly 4 Equalize Equalize CmpChoRf CmpChoRf CrnDelay CmpOdDly DistDly1 Rotary 2 MetalDly ChoDly 3 Enha Dly Equalize ChoDly 4 CmpChoRf Equalize RvbRoom3 CmpDelay AWhOdDly Ovrdrive DistDly2 DistDly2 Equalize Equalize Equalize Equalize CmpDelay CmpCrDly CmpCrDly Reflect Limiter Comp 2 ChoDly 1 Comp 2 Chorus 1 PhaCho 1 Od Rot 1 Enha Cho AWhChDly DistDly1 PhaDly 2 Comp 2 RvbRoom1 735A-D-116A
2
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Nr.
Toongroep
111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168
BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS BASS ORCHESTRA ORCHESTRA ORCHESTRA ORCHESTRA ORCHESTRA ORCHESTRA ORCHESTRA ORCHESTRA ORCHESTRA ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE ENSEMBLE BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS
Toonnaam CHORUS FINGERED BASS COMP. PICKED BASS FLAN. FRETLESS BASS MORE SLAP BASS ACID BASS SAW SYNTH-BASS 2 TRI SYNTH-BASS 1 SINE BASS ORGAN BASS 1 DIGITAL BASS 2 VIOLIN CELLO VIOLA PIZZICATO ENSEMBLE HARP SLOW VIOLIN SLOW CELLO PIZZICATO HARPS STEREO STRINGS STRING ENSEMBLE SLOW STRINGS CHAMBER PURE SYNTH-STRINGS 1 SYNTH-STRINGS 1 STEREO CHOIR VOICE UUH SYNTH-VOICE 1 SYNTH-VOICE 2 POP HIT 1 POP HIT 2 RESO SYNTH-STRINGS SYNTH-CHOIR VOICE DOO BRIGHT STRINGS WIDE STRINGS MELLOW STRINGS ORCHESTRA STRINGS 1 PURE SYNTH-STRINGS 2 PHASER SYNTH-STRINGS SYNTH-DOO SYNTH-VOICE 3 VOICE PAD CHOIR STRINGS ORCHESTRA STRINGS 2 BLOW VOICE NOISY SYNTH-VOICE BASS HIT PIANO HIT ORGAN HIT ORCHESTRA HIT 1 TECHNO HIT VELO. TRUMPET VELO. TROMBONE MUTE TRUMPET OCTAVE FRENCH HORN STEREO BRASS BRASS + SYNTH
Programma- Bankkeuze verandering MSB 33 49 34 49 35 49 37 49 38 50 38 54 39 53 39 54 38 55 39 55 40 48 42 48 41 48 45 49 46 48 40 49 42 49 45 48 46 49 48 51 48 48 49 48 49 49 50 50 50 48 52 50 53 49 54 48 54 49 55 52 55 53 51 48 52 51 53 48 48 49 48 52 49 50 49 51 50 51 51 49 53 50 54 52 54 53 48 53 49 52 54 51 54 54 55 49 55 54 55 55 55 48 55 56 56 51 57 50 59 48 60 50 61 50 61 51
Maximale Bereiktype polyfonie 16 –1 16 –1 16 –1 16 –1 32 –1 32 –1 32 –1 32 –1 32 –1 16 –1 32 N 32 –1 32 N 16 N 32 N 32 N 32 –1 32 N 16 N 16 N 32 N 32 N 16 N 16 N 32 N 16 N 16 N 32 N 32 N 16 N 16 N 32 N 16 N 32 N 32 N 16 N 32 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 N 16 –1 32 N 16 –1 16 N 16 N
Crn Cho CmpEnDly Cho Flan Comp 2 Enhancer Equalize Equalize Limiter Comp 1 Chorus 2 GateRvb2 GateRvb2 GateRvb2 RvbHall1 Reflect RvbHall2 RvbHall2 Reflect Reflect RvbHall1 RvbRoom3 ChoDly 3 Reflect ChoDly 3 ChoDly 3 RvbHall1 RvbRoom1 Chorus 4 ChoDly 3 Equalize FlanDly1 ChoDly 3 StXDelay RvbRoom1 RvbHall1 RvbHall1 RvbHall1 RvbRoom3 DistDly1 PhaAPan2 DistDly1 DistDly1 FlanDly3 RvbHall1 RvbHall1 DistDly1 FlanDly2 DistDly1 GateRvb2 Rotary 2 RvbHall1 MetalDly GateRvb2 GateRvb2 Enhancer RvbHall1 Enha Dly Enha Dly
A-3
735A-D-117A
WK3000_d_A-01-16.p65
DSP type
3
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Nr.
Toongroep
169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226
BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS BRASS REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED REED PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE PIPE SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD
Toonnaam DEEP SYNTH-BRASS 1 SOFT SYNTH-BRASS VINTAGE SYNTH-BRASS TRUMPET 1 TRUMPET P TROMBONE TROMBONE F WAH MUTE TRUMPET FRENCH HORN BRASS SFZ DEEP SYNTH-BRASS 2 TUBA SQR SYNTH-BRASS WARM SYNTH-BRASS ANALOG BRASS 1 BRASS + TRUMPET SLOW SYNTH-BRASS TROMBONE SECTION BRASS OCTAVE BRASS ANALOG BRASS 2 BRASS + FRENCH HORN STACK TUBA BREATHY TENOR SAX BREATHY ALTO SAX MELLOW SOPRANO SAX VELO. TENOR SAX VELO. ALTO SAX VELO. CLARINET OBOE SOPRANO SAX ALTO SAX TENOR SAX ALTO SAX FF BARITONE SAX CLARINET ALTO SAXYS TENOR SAXYS STACK BARITONE SAX SYNTH-OBOE VELO. FLUTE PICCOLO PAN FLUTE BOTTLE BLOW RECORDER WHISTLES FLUTE PICCOLO ENSEMBLE MELLOW FLUTE OCTAVE FLUTE FLUTE + REED SYNTH-PAN FLUTE SYNTH-RECORDER WHISTLE SAW TOOTH LEAD MELLOW SAW LEAD GR LEAD 1 SQUARE LEAD 1
Programma- Bankkeuze verandering MSB 62 63 63 56 56 57 57 59 60 61 62 58 62 63 62 61 63 57 61 61 62 61 58 66 65 64 66 65 71 68 64 65 66 65 67 71 65 66 67 68 73 72 75 76 74 78 73 72 73 73 73 75 74 78 81 81 81 80
51 51 48 48 50 48 49 49 48 53 53 48 52 52 48 52 49 51 48 54 54 55 49 49 49 49 50 51 49 48 48 48 48 50 48 48 52 51 49 49 49 48 48 48 48 49 48 49 50 51 52 49 49 48 48 53 54 48
Maximale Bereiktype polyfonie 16 16 16 32 16 16 32 32 16 16 16 32 16 16 32 16 16 16 32 16 32 16 16 16 16 16 16 32 16 32 32 32 32 32 32 32 16 16 16 16 16 32 32 32 32 16 32 16 16 16 16 16 16 32 16 16 16 16
A-4 WK3000_d_A-01-16.p65
N N N N N –1 –1 N –1 N N –1 N N N N N N N N N N –1 –1 –1 N –1 –1 N N N –1 –1 –1 –1 N –1 –1 –1 N N 1 N N N N N 1 N N N N N N N N N N
DSP type Enha Dly Enha Dly RvbHall2 RvbHall1 RvbHall1 RvbHall1 RvbHall1 LFO Wah RvbHall1 Comp 2 Enha Dly RvbHall1 Delay Delay Comp 2 RvbHall2 ChoDly 4 GateRvb2 RvbHall2 RvbHall2 Equalize RvbHall2 Comp 2 Enhancer Enhancer CmpEnDly GateRvb2 GateRvb2 Reflect GateRvb2 Equalize Equalize Equalize Equalize Equalize GateRvb2 Equalize Equalize Comp 2 ChoDly 4 GateRvb2 Equalize GateRvb2 Equalize GateRvb2 ChoDly 4 Reflect Equalize Reflect Equalize StXDelay AWhChDly ChoDly 4 Od Rot 2 Enha Dly Enha Dly PhaDly 2 ChoDly 2 735A-D-118A
4
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Nr.
Toongroep
227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269 270 271 272 273 274 275 276 277 278 279 280 281 282 283 284
SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-LEAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD
Toonnaam SQUARE LEAD 2 VOX SQR LEAD CALLIOPE LEAD CHIFF LEAD 1 CHARANG LEAD GT SYNTH-LEAD 1 SOLO VOX FIFTH LEAD HUSKY SAW BASS LEAD 1 BASS LEAD 2 VOX SAW LEAD SQUARE LEAD 3 MELLOW SQR LEAD ADVANCED CALLIOPE SEQ SAW 1 REED SAW PIPE LEAD ATTACK SQR 1 PERC. CHIFF 1 PLUCK LEAD 1 VOX LEAD 1 5TH MELLOW 4TH LEAD REED LEAD RESO. SAW LEAD GR LEAD 2 DETUNED SAW ATTACK SQR 2 SQUARE WAVE 1 SQUARE WAVE 2 CHIFF LEAD 2 PLUCK LEAD 2 TECH POLYSYNTH 1 RESO LEAD FRET LEAD TECH POLYSYNTH 2 7TH SEQ FANTASY PAD WARM PAD POLYSYNTH PAD NOISY SAW SINE PAD SPACE VOICE 1 COSMIC VOICE BOWED PAD METAL PAD 1 HALO PAD SWEEP PAD RAIN PAD VIBE PAD MOVIE SOUND CRYSTAL PAD 2 ATMOSPHERE PAD BRIGHTER GOBLIN PAD STAR THEME NEW FANTASY
Programma- Bankkeuze verandering MSB 80 80 82 83 84 84 85 86 86 87 87 81 80 80 82 81 81 82 80 83 84 85 86 86 87 81 81 81 80 80 80 83 84 86 86 87 86 86 88 89 90 90 89 91 91 92 93 94 95 96 96 97 98 99 100 101 103 88
51 52 48 48 48 49 48 48 49 48 50 57 53 54 49 55 56 50 55 49 50 50 50 51 51 58 59 51 56 49 57 50 51 52 53 52 54 55 48 48 48 49 49 48 50 48 48 48 48 48 49 48 50 48 49 48 48 49
Maximale Bereiktype polyfonie 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 32 16 16 32 32 16 16 16 16 16 32 16 16 32 16 16 16 16 16 16 16 16 32 16 16 16 16 16 16 16 16 16
ChoDly 2 ChoDly 4 Equalize Comp 1 Equalize PhaAPan1 PhaDly 1 Auto Wah PhaDly 1 Chorus 2 LFO Wah RgChoDly FlanDly1 Tremolo RvbPlate Equalize Enha Cho Reflect Comp 2 Comp 1 FlanDly2 FlanDly2 StXDelay Auto Pan Equalize Phaser CmpCrDly Chorus 2 3Tap Dly Auto Pan AWhChDly Comp 1 FlanDly2 Ring Mod Enha Dly Enha Dly LoFi Ref Phaser PhaDly 2 Equalize Cho Trem Lo-Fi Phaser RotRef 1 Rotary 2 3Tap Dly St Delay StPhaser Equalize Comp 1 CmpDelay FlanDly1 St Delay GateRvb1 Delay Flanger PhaAPan2 ChoDly 3
A-5
735A-D-119A
WK3000_d_A-01-16.p65
N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N
DSP type
5
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Nr. 285 286 287 288 289 290 291 292 293 294 295 296 297 298 299
Toongroep SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD SYNTH-PAD
Toonnaam WARM VOX FLUTE PAD ATTACK POLYSYNTH CHIFF CHOIR STAR VOICE SPACE VOICE 2 GLASS PAD BOTTLE PAD METAL VOICE BRIGHTNESS PAD CRYSTAL PAD 1 POLY SAW BOUNCE PAD SLOW SWEEP STEEL PAD
Programma- Bankkeuze verandering MSB 89 89 90 91 91 91 92 92 93 100 98 90 94 95 99
50 51 50 51 52 49 50 49 49 48 48 51 49 49 49
Maximale Bereiktype polyfonie 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16
N N N N N N N N N N N N N N N
DSP type Equalize Equalize Equalize Cho Flan DsChoDly RgChoDly Equalize LFO Wah RotRef 1 ChoDly 2 PhaDly 2 ChoDly 3 Dist Cho RgChoDly ChoDly 3
Voorkeuzetonen Nr. 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311 312 313 314 315 316 317 318 319 320 321 322 323 324 325 326 327 328 329 330 331 332 333 334 335
Toongroep GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM
Toonnaam PIANO 1 PIANO 2 PIANO 3 HONKY-TONK GM ELEC. PIANO 1 GM MODERN EP 1 GM HARPSICHORD GM CLAVI GM CELESTA GM GLOCKENSPIEL GM MUSIC BOX VIBRAPHONE GM MARIMBA GM XYLOPHONE TUBULAR BELL DULCIMER DRAWBAR ORGAN 1 GM PERC. ORGAN 1 GM ROCK ORGAN GM CHURCH ORGAN 1 GM REED ORGAN ACCORDION GM HARMONICA GM BANDONEON GM NYLON GUITAR GM STEEL GUITAR GM JAZZ GUITAR GM CLEAN GUITAR GM MUTED GUITAR GM OVERDRIVE GT GM DISTORTION GT GM GUITAR HARMONICS ACOUSTIC BASS GM FINGERED BASS GM PICKED BASS GM FRETLESS BASS GM
Programma- Bankkeuze MSB verandering 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35
64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64
Maximale Bereiktype polyfonie 32 32 32 16 32 16 32 32 32 32 16 32 32 32 32 16 32 16 16 16 32 16 32 16 32 32 32 32 32 16 16 32 32 32 32 32
A-6 WK3000_d_A-01-16.p65
N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N
DSP type – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – 735A-D-120A
6
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Nr. 336 337 338 339 340 341 342 343 344 345 346 347 348 349 350 351 352 353 354 355 356 357 358 359 360 361 362 363 364 365 366 367 368 369 370 371 372 373 374 375 376 377 378 379 380 381 382 383 384 385 386 387 388 389 390 391 392 393
Toongroep GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM
Toonnaam SLAP BASS 1 SLAP BASS 2 GM SAW SYNTH-BASS 1 GM SQR SYNTH-BASS 1 GM VIOLIN GM VIOLA GM CELLO GM CONTRABASS TREMOLO STRINGS PIZZICATO GM HARP GM TIMPANI STRINGS 1 STRINGS 2 SYNTH-STRINGS 1 GM RESO SYNTH-STRINGS GM CHOIR VOICE DOO GM SYNTH-VOICE 1 GM ORCHESTRA HIT 1 GM TRUMPET 1 GM TROMBONE GM TUBA GM MUTE TRUMPET GM FRENCH HORN GM BRASS GM SYNTH-BRASS 1 SYNTH-BRASS 2 SOPRANO SAX GM ALTO SAX GM TENOR SAX GM BARITONE SAX GM OBOE GM ENGLISH HORN BASSOON CLARINET GM PICCOLO GM FLUTE GM RECORDER GM PAN FLUTE GM BOTTLE BLOW GM SHAKUHACHI WHISTLE GM OCARINA SQUARE LEAD PLAIN SAW LEAD CALLIOPE CHIFF CHARANG PLAIN SOLO VOX FIFTH SAW BASS LEAD FANTASY WARM SYNTH POLYSYNTH SPACE VOX BOWED GLASS METAL SYNTH
Programma- Bankkeuze verandering MSB 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93
64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64
Maximale Bereiktype polyfonie 32 32 16 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 16 32 32 32 32 16 32 32 16 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 16 32 32 16 16 16 16 16 16 16 16 16 32 16 16 16 16
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
A-7
735A-D-121A
WK3000_d_A-01-16.p65
N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N
DSP type
7
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Nr. 394 395 396 397 398 399 400 401 402 403 404 405 406 407 408 409 410 411 412 413 414 415 416 417 418 419 420 421 422 423 424 425 426 427 428 429 430 431 432 433 434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 447 448 449 450 451
Toongroep GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM GM VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS
Toonnaam HALO SYNTH SWEEP RAIN DROP SOUND TRACK CRYSTAL ATMOSPHERE BRIGHTNESS GOBLIN ECHOES SF SITAR BANJO GM SHAMISEN KOTO THUMB PIANO BAG PIPE FIDDLE SHANAI TINKLE BELL AGOGO STEEL DRUMS WOOD BLOCK TAIKO MELODIC TOM SYNTH-DRUM REVERSE CYMBAL GT FRET NOISE BREATH NOISE SEASHORE BIRD TELEPHONE HELICOPTER APPLAUSE GUNSHOT PIANO 1 WIDE MELLOW PIANO GM PIANO 2 WIDE TECHNO PIANO MODERN E.G.PIANO WIDE HONKY-TONK 2 ELEC. PIANO 2 60’S E.PIANO GM MODERN EP + E.G.PIANO MODERN EP 3 HARPSICHORD WIDE PULSE CLAVI GM VIBRAPHONE WIDE MARIMBA WIDE TREMOLO ORGAN GM DRAWBAR ORGAN 2 GM 70’S ORGAN GM JAZZ ORGAN GM CHURCH ORGAN 2 GM CHURCH ORGAN 3 PUFF ORGAN NYLON GUITAR RLS 12 STRING GUITAR GM PEDAL STEEL
Programma- Bankkeuze verandering MSB 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 0 0 1 1 2 3 4 4 5 5 6 7 11 12 16 16 17 17 19 19 20 24 25 26
64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 64 65 66 65 70 65 65 65 67 65 67 66 65 65 65 65 66 65 66 65 66 65 66 65 65
Maximale Bereiktype polyfonie 16 32 16 16 16 16 16 16 32 16 16 32 32 32 32 16 32 32 32 32 16 32 32 32 32 32 32 32 16 16 32 32 16 32 32 32 32 32 32 16 16 32 16 16 32 32 32 32 32 32 32 16 16 16 16 16 16 16
A-8 WK3000_d_A-01-16.p65
N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N
DSP type – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – 735A-D-122A
8
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Nr. 452 453 454 455 456 457 458 459 460 461 462 463 464 465 466 467 468 469 470 471 472 473 474 475 476 477 478 479 480 481 482 483 484 485 486 487 488 489 490 491 492 493 494 495 496 497 498 499
Toongroep VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS VARIOUS
Toonnaam DETUNED CLEAN GT PLAIN ELEC. GUITAR REAR PLAIN ELEC. GUITAR FRONT FEEDBACK GUITAR GM GUITAR FEEDBACK SAW SYNTH-BASS 3 RESO. SAW BASS 3 SAW SYNTH-BASS 4 ORGAN BASS 2 SQR SYNTH-BASS 2 KICK BASS 1 SQR SYNTH-BASS 3 ATTACK SQR BASS BRIGHT STRINGS GM OCTAVE STRINGS SYNTH-STRINGS 2 PURE SYNTH-STRING CHOIR + UUH VOICE UUH GM SYNTH-VOICE 2 GM SEQ VOX BASS HIT GM POP HIT 3 ORCHESTRA HIT 2 TIMPANI HIT TRUMPET 2 TROMBONE F GM MELLOW FRENCH HORN BRASS + TROMBONE SYNTH-BRASS 3 OCTAVE SYNTH-BRASS SYNTH-BRASS SFZ BS SYNTH-BRASS SQUARE WAVE TRIANGLE WAVE SQUARE WAVE 3 SAW WAVE SAW + SQR SEQ SAW 2 PERC. CHIFF 2 GT SYNTH-LEAD 2 VOX LEAD 2 BASS LEAD 3 SINE SYNTH SOPRANO PAD FAST SWEEP WOOD PAD SYNTH-MALLET
Programma- Bankkeuze verandering MSB 27 27 27 30 31 38 38 38 38 39 39 39 39 48 48 50 50 52 53 54 54 55 55 55 55 56 57 60 61 62 62 63 63 80 80 80 81 81 81 83 84 85 87 89 89 95 96 98
65 66 67 65 65 67 72 73 74 65 72 73 74 65 66 65 66 65 65 65 66 65 66 67 73 65 65 65 65 65 66 65 66 65 66 74 65 66 68 67 68 65 65 65 68 66 66 65
Maximale Bereiktype polyfonie 16 32 32 16 32 16 16 16 16 16 16 16 16 32 16 16 16 16 16 32 32 16 16 16 16 32 32 16 16 32 16 16 16 32 32 32 32 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16
– – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
A-9
735A-D-123A
WK3000_d_A-01-16.p65
N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N
DSP type
9
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Drumklanken Nr. 500 501 502 503 504 505 506 507 508 509 510 511 512 513 514 515
Toongroep DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM DRUM
Toonnaam STANDARD SET 1 STANDARD SET 2 ROOM SET POWER SET ELEC. SET SYNTH SET 1 SYNTH SET 2 JAZZ SET BRUSH SET ORCHESTRA SET HIP-HOP SET 1 HIP-HOP SET 2 TECHNO SET 1 TECHNO SET 2 DANCE SET 1 DANCE SET 2
Programma- Bankkeuze verandering MSB 0 1 8 16 24 25 30 32 40 48 64 65 66 67 68 69
120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120 120
Trekstaaforgel Nr. 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
Toongroep DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR
Toonnaam Drawbar Organ 1 Jazz Organ 1 Full Drawbar Perc. Organ 1 16’+1’ Organ Soul Organ 1 Overdrive Organ 1 Drawbar Organ 2 Block Organ 1 Theater Organ 1 Jazz Organ 2 Soul Organ 2 Gospel Organ 1 Chorus Organ 1 Overdrive Organ 2 Block Organ 2 Drawbar Organ 3 Perc. Organ 2 Theater Organ 2 Gospel Organ 2 Even Organ Flute Organ 1 Chorus Organ 2 Overdrive Organ 3 16’ Organ Soul Organ 3 Perc. Organ 3 Drawbar Organ 4 Perc. Organ 4 Odd Organ Reed Organ 1 Block Organ 3
Programma- Bankkeuze verandering MSB 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96
Maximale Bereiktype polyfonie 10 10 16 16 16 10 16 16 16 16 10 16 16 16 10 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 16 10 16 16 10
A-10 WK3000_d_A-01-16.p65
N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N N
DSP type Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary OvdRotry Rotary OvdRotry Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary OvdRotry Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary
735A-D-124A
10
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Nr.
Toongroep
32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR DRAWBAR
Toonnaam
Programma- Bankkeuze verandering MSB
Overdrive Organ 4 Drawbar Organ 5 Gospel Organ 3 8’ + 4’ Organ Block Organ 4 String Organ 2 Pure Organ 1 Drawbar Organ 6 Delay Organ 1 Deep Chorus Organ Tremolo Organ Delay Organ 2 LFO Wah Organ Dist. Organ Lead Ring Organ Mad Rotary Organ Old Organ Dist. Ring Organ
32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96 96
Maximale Bereiktype polyfonie 10 10 16 32 32 16 32 10 10 32 16 16 16 16 16 10 16 10
N N N N N N N N N N N N N N N N N N
DSP type OvdRotry Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary Rotary StXDly 2 Cho.Dly4 Cho.Trem Cho.Dly6 LWhChDl2 MetalDly RingMod2 RgChDly2 LoFiRef2 DistRing
OPMERKING Bereik Symbol N –1 –2 1 2 1/2 1/4
Betekenis Normal 1 octaaf lager 2 octaven lager 1 octaaf hoger 2 octaven hoger 1/2 octaaf 1/4 octaaf
Gebruikerstonen Nr. Toontype Standaardtonen 600-699 Gebruikerstonen 700-719 Gebruikerstonen met gloven 800-803 Gebruikers drumsets met gloven Trekstaaforgeltonen 100-199 Gebruikerstonen
Programma-verandering
Bankkeuze MSB
000-099 000-019 000-003
094 088 125
000-099
104
A-11
735A-D-125C
WK3000_d_A-01-16.p65
11
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Drumklankenlijst ➝
“
” geeft hetzelfde geluid aan als STANDARD SET.
Klaviertoets/ Nootnummer A0 21 B0 23 C1 24 D1 26 E1 28 F1 29 G1 31 A1 33 B1 35 C2 36 D2 38 E2 40 F2 41
B 0 22 C#1 25 E 1 27 F#1 30 A 1 32 B 1 34 C#2 37 E 2 39 F#2 42
G2 43
A 2 44
A2 45
B 2 46
B2 47 C3 48 D3 50 E3 52 F3 53
C#3 49 E 3 51 F#3 54
G3 55
A 3 56
A3 57
B 3 58
B3 59 C4 60 D4 62 E4 64 F4 65
C#4 61 E 4 63 F#4 66
G4 67
A4 68
A4 69
B4 70
B4 71 C5 72 D5 74
C#5 73 E 5 75
E5 76 F5 77
F#5 78
G5 79
A5 80
A5 81
B 5 82
B5 83 C6 84 D6 86 E6 88 F6 89
C#6 85 E 6 87 F#6 90
G6 91
A6 92
A6 93
B 6 94
B6 95 C7 96 D7 98 E7 100 F7 101
C#7 97 E 7 99 F#7 102
G7 103
A7 104
A7 105
B 7 106
B7 107 C8 108 D8 110 E8 112
C#8 109 E 8 111
Programmaveranderingsnummer / Drumsetnaam PC0: STANDARD SET 1 PC1: STANDARD SET 2 PC8: ROOM SET PC16: POWER SET PC24: ELEC SET — — — — — — HIGH Q SLAP SCRATCH PUSH SCRATCH PULL STICKS SQUARE CLICK METRONOME CLICK METRONOME BELL STANDARD 1 KICK 2 STANDARD 1 KICK 1 SIDE STICK STANDARD 1 SNARE 1 HAND CLAP STANDARD 1 SNARE 2 LOW TOM 2 CLOSED HI-HAT LOW TOM 1 PEDAL HI-HAT MID TOM 2 OPEN HI-HAT MID TOM 1 HIGH TOM 2 CRASH CYMBAL 1 HIGH TOM 1 RIDE CYMBAL 1 CHINESE CYMBAL RIDE BELL TAMBOURINE SPLASH CYMBAL COWBELL CRASH CYMBAL 2 VIBRA-SLAP RIDE CYMBAL 2 HIGH BONGO LOW BONGO MUTE HIGH CONGA OPEN HIGH CONGA LOW CONGA HIGH TIMBALE LOW TIMBALE HIGH AGOGO LOW AGOGO CABASA MARACAS SHORT HI WHISTLE LONG LOW WHISTLE SHORT GUIRO LONG GUIRO CLAVES HIGH WOOD BLOCK LOW WOOD BLOCK MUTE CUICA OPEN CUICA MUTE TRIANGLE OPEN TRIANGLE SHAKER JINGLE BELL BELL TREE CASTANETS MUTE SURDO OPEN SURDO APPLAUSE — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
— — — — — — 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 STANDARD 2 KICK 2 STANDARD 2 KICK 1 씯 STANDARD 1 SNARE 1 SYNTH HAND CLAP STANDARD 1 SNARE 2 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
— — — — — — 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 ROOM KICK 2 ROOM KICK 1 씯 ROOM SNARE 1 씯 ROOM SNARE 2 ROOM LOW TOM 2 씯 ROOM LOW TOM 1 씯 ROOM MID TOM 2 씯 ROOM MID TOM 1 ROOM HI TOM 2 씯 ROOM HI TOM 1 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
— — — — — — 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 POWER KICK 2 POWER KICK 1 씯 POWER SNARE 1 씯 POWER SNARE 2 ROOM LOW TOM 2 씯 ROOM LOW TOM 1 씯 ROOM MID TOM 2 씯 ROOM MID TOM 1 ROOM HI TOM 2 씯 ROOM HI TOM 1 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
— — — — — — 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 ELEC KICK 2 ELEC KICK 1 씯 ELEC SNARE 1 씯 ELEC SNARE 2 ELEC LOW TOM 2 씯 ELEC LOW TOM 1 씯 ELEC MID TOM 2 씯 ELEC MID TOM 1 ELEC HI TOM 2 씯 ELEC HI TOM 1 씯 REVERSE CYMBAL 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
PC25: SYNTH 1
PC30: SYNTH 2
— — — — — — 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 SYNTH 1 KICK 1 SYNTH 1 KICK 2 SYNTH 1 RIM SHOT SYNTH 1 SNARE 1 SYNTH HAND CLAP SYNTH 1 SNARE 2 SYNTH 1 LOW TOM 2 SYNTH 1 CHH 1 SYNTH 1 LOW TOM 1 SYNTH 1 CHH 2 SYNTH 1 MID TOM 2 SYNTH 1 OHH SYNTH 1 MID TOM 1 SYNTH 1 HI TOM 2 SYNTH 1 CYMBAL SYNTH 1 HI TOM 1 씯 씯 씯 씯 씯 SYNTH 1 COWBELL 씯 씯 씯 씯 씯 SYNTH 1 HIGH CONGA SYNTH 1 MID CONGA SYNTH 1 LOW CONGA 씯 씯 씯 씯 씯 SYNTH 1 MARACAS 씯 씯 씯 씯 SYNTH 1 CLAVES 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
— — — — — — 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 SYNTH 2 KICK 1 SYNTH 2 KICK 2 씯 SYNTH 2 SNARE 1 씯 SYNTH 2 SNARE 2 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 SYNTH 1 COWBELL 씯 씯 씯 씯 씯 SYNTH 1 HIGH CONGA SYNTH 1 MID CONGA SYNTH 1 LOW CONGA 씯 씯 씯 씯 씯 SYNTH 1 MARACAS 씯 씯 씯 씯 SYNTH 1 CLAVES 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
A-12 WK3000_d_A-01-16.p65
PC32: JAZZ SET — — — — — — 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 JAZZ KICK 2 JAZZ KICK 1 씯 JAZZ SNARE 1 씯 JAZZ SNARE 2 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
735A-D-126A
12
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Klaviertoets/ Nootnummer A0 21 B0 23 C1 24 D1 26 E1 28 F1 29 G1 31 A1 33 B1 35 C2 36 D2 38 E2 40 F2 41
B 0 22 C#1 25 E 1 27 F#1 30 A 1 32 B 1 34 C#2 37 E 2 39 F#2 42
G2 43
A 2 44
A2 45
B 2 46
B2 47 C3 48 D3 50 E3 52 F3 53
C#3 49 E 3 51 F#3 54
G3 55
A 3 56
A3 57
B 3 58
B3 59 C4 60 D4 62 E4 64 F4 65
C#4 61 E 4 63 F#4 66
G4 67
A4 68
A4 69
B4 70
B4 71 C5 72 D5 74
C#5 73 E 5 75
E5 76 F5 77
F#5 78
G5 79
A5 80
A5 81
B 5 82
B5 83 C6 84 D6 86 E6 88 F6 89
C#6 85 E 6 87 F#6 90
G6 91
A6 92
A6 93
B 6 94
B6 95 C7 96 D7 98 E7 100 F7 101
C#7 97 E 7 99 F#7 102
G7 103
A7 104
A7 105
B 7 106
B7 107 C8 108 D8 110
C#8 109 E 8 111
E8 112
Programmaveranderingsnummer / Drumsetnaam PC40: BRUSH SET PC48: ORCHESTRA SET PC64: HIP-HOP SET 1 PC65: HIP-HOP SET 2 PC66: TECHNO SET 1 PC67: TECHNO SET 2 PC68: DANCE SET 1 PC69: DANCE SET 2 — — — — — — 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 JAZZ KICK 2 JAZZ KICK 1 씯 BRUSH TAP BRUSH SLAP BRUSH SWIRL 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
— — — — — — CLOSED HI-HAT PEDAL HI-HAT OPEN HI-HAT RIDE CYMBAL 1 씯 씯 씯 씯 JAZZ KICK 1 CONCERT BASS DRUM 씯 CONCERT SNARE CASTANETS CONCERT SNARE TIMPANI F TIMPANI F TIMPANI G TIMPANI A TIMPANI A TIMPANI B TIMPANI B TIMPANI C TIMPANI C TIMPANI D TIMPANI E TIMPANI E TIMPANI F 씯 씯 씯 CONCERT CYMBAL 2 씯 CONCERT CYMBAL 1 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
WHITE NOISE LOOPED BEEP 1 BEEP 2 HIT 1 HIT 2 씯 씯 HIP-HOP SCRACH 1 HIP-HOP SCRACH 2 씯 씯 씯 씯 HIP-HOP KICK 2 HIP-HOP KICK 1 씯 HIP-HOP SNARE 1 HAND CLAP 2 HIP-HOP SNARE 2 씯 HIP-HOP CHH 씯 HIP-HOP PHH 씯 HIP-HOP OHH 씯 씯 HIP-HOP CLASH 씯 HIP-HOP RIDE 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 ELEC KICK 1 SYNTH 1 KICK 1 SYNTH 1 KICK 2 DANCE KICK 3 TECHNO KICK 1 HIP-HOP BD 5 HIP-HOP BD 6 TECHNO KICK 4 DANCE KICK 2 DANCE KICK 1 DANCE KICK 5 DANCE KICK 6 POWER SNARE 2 SYNTH 1 SNARE 1 SYNTH 1 SNARE 2 SYNTH 2 SNARE 1 SYNTH 2 SNARE 2 HIP-HOP SNARE 5 HIP-HOP SNARE 6 TECHNO SNARE 3 TECHNO SNARE 5 TECHNO SNARE 6 DANCE SNARE 4 DANCE SNARE 5
WHITE NOISE LOOPED BEEP 1 BEEP 2 HIT 1 HIT 2 씯 씯 HIP-HOP SCRACH 1 HIP-HOP SCRACH 2 씯 씯 씯 씯 HIP-HOP KICK 4 HIP-HOP KICK 3 씯 HIP-HOP SNARE 3 HAND CLAP 2 HIP-HOP SNARE 4 SYNTH 2 LOW TOM 2 HIP-HOP CHH SYNTH 2 LOW TOM 1 HIP-HOP PHH SYNTH 2 MID TOM 2 HIP-HOP OHH SYNTH 2 MID TOM 1 SYNTH 2 HI TOM 2 SYNTH 2 CYMBAL SYNTH 2 HI TOM 1 SYNTH 2 RIDE 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 ELEC KICK 1 SYNTH 1 KICK 1 SYNTH 1 KICK 2 DANCE KICK 3 TECHNO KICK 1 HIP-HOP BD 5 HIP-HOP BD 6 TECHNO KICK 4 DANCE KICK 2 DANCE KICK 1 DANCE KICK 5 DANCE KICK 6 POWER SNARE 2 SYNTH 1 SNARE 1 SYNTH 1 SNARE 2 SYNTH 2 SNARE 1 SYNTH 2 SNARE 2 HIP-HOP SNARE 5 HIP-HOP SNARE 6 TECHNO SNARE 3 TECHNO SNARE 5 TECHNO SNARE 6 DANCE SNARE 4 DANCE SNARE 5
WHITE NOISE LOOPED BEEP 1 BEEP 2 HIT 1 HIT 2 씯 씯 HIP-HOP SCRACH 1 HIP-HOP SCRACH 2 씯 씯 씯 씯 TECHNO KICK 2 TECHNO KICK 1 SYNTH 1 RIM SHOT TECHNO SNARE 1 HAND CLAP 3 TECHNO SNARE 2 SYNTH 1 LOW TOM 2 SYNTH 1 CHH SYNTH 1 LOW TOM 1 SYNTH 1 PHH SYNTH 1 MID TOM 2 SYNTH 1 OHH SYNTH 1 MID TOM 1 SYNTH 1 HI TOM 2 SYNTH 1 CYMBAL SYNTH 1 HI TOM 1 SYNTH 1 RIDE 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 ELEC KICK 1 SYNTH 1 KICK 1 SYNTH 1 KICK 2 DANCE KICK 3 TECHNO KICK 1 HIP-HOP BD 5 HIP-HOP BD 6 TECHNO KICK 4 DANCE KICK 2 DANCE KICK 1 DANCE KICK 5 DANCE KICK 6 POWER SNARE 2 SYNTH 1 SNARE 1 SYNTH 1 SNARE 2 SYNTH 2 SNARE 1 SYNTH 2 SNARE 2 HIP-HOP SNARE 5 HIP-HOP SNARE 6 TECHNO SNARE 3 TECHNO SNARE 5 TECHNO SNARE 6 DANCE SNARE 4 DANCE SNARE 5
WHITE NOISE LOOPED BEEP 1 BEEP 2 HIT 1 HIT 2 씯 씯 HIP-HOP SCRACH 1 HIP-HOP SCRACH 2 씯 씯 씯 씯 TECHNO KICK 4 TECHNO KICK 3 SYNTH 1 RIM SHOT TECHNO SNARE 3 HAND CLAP 3 TECHNO SNARE 4 SYNTH 1 LOW TOM 2 TECHNO CHH 1 SYNTH 1 LOW TOM 1 TECHNO PHH SYNTH 1 MID TOM 2 TECHNO OHH SYNTH 1 MID TOM 1 SYNTH 1 HI TOM 2 TECHNO CYMBAL SYNTH 1 HI TOM 1 TECHNO CYMBAL 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 ELEC KICK 1 SYNTH 1 KICK 1 SYNTH 1 KICK 2 DANCE KICK 3 TECHNO KICK 1 HIP-HOP BD 5 HIP-HOP BD 6 TECHNO KICK 4 DANCE KICK 2 DANCE KICK 1 DANCE KICK 5 DANCE KICK 6 POWER SNARE 2 SYNTH 1 SNARE 1 SYNTH 1 SNARE 2 SYNTH 2 SNARE 1 SYNTH 2 SNARE 2 HIP-HOP SNARE 5 HIP-HOP SNARE 6 TECHNO SNARE 3 TECHNO SNARE 5 TECHNO SNARE 6 DANCE SNARE 4 DANCE SNARE 5
WHITE NOISE LOOPED BEEP 1 BEEP 2 HIT 1 HIT 2 씯 씯 HIP-HOP SCRACH 1 HIP-HOP SCRACH 2 씯 씯 씯 씯 DANCE KICK 4 DANCE KICK 3 SYNTH 1 RIM SHOT DANCE SNARE 3 HAND CLAP 3 DANCE SNARE 4 SYNTH 2 LOW TOM 2 HIP-HOP CHH SYNTH 2 LOW TOM 1 HIP-HOP PHH SYNTH 2 MID TOM 2 HIP-HOP OHH SYNTH 2 MID TOM 1 SYNTH 2 HI TOM 2 TECHNO CYMBAL SYNTH 2 HI TOM 1 TECHNO CYMBAL 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 ELEC KICK 1 SYNTH 1 KICK 1 SYNTH 1 KICK 2 DANCE KICK 3 TECHNO KICK 1 HIP-HOP BD 5 HIP-HOP BD 6 TECHNO KICK 4 DANCE KICK 2 DANCE KICK 1 DANCE KICK 5 DANCE KICK 6 POWER SNARE 2 SYNTH 1 SNARE 1 SYNTH 1 SNARE 2 SYNTH 2 SNARE 1 SYNTH 2 SNARE 2 HIP-HOP SNARE 5 HIP-HOP SNARE 6 TECHNO SNARE 3 TECHNO SNARE 5 TECHNO SNARE 6 DANCE SNARE 4 DANCE SNARE 5
A-13
735A-D-127A
WK3000_d_A-01-16.p65
WHITE NOISE LOOPED BEEP 1 BEEP 2 HIT 1 HIT 2 씯 씯 HIP-HOP SCRACH 1 HIP-HOP SCRACH 2 씯 씯 씯 씯 DANCE KICK 2 DANCE KICK 2 SYNTH 1 RIM SHOT DANCE SNARE 1 HAND CLAP 3 DANCE SNARE 2 씯 SYNTH 2 CHH 씯 SYNTH 2 PHH 씯 SYNTH 2 OHH 씯 씯 HIP-HOP CLASH 씯 HIP-HOP RIDE 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 씯 ELEC KICK 1 SYNTH 1 KICK 1 SYNTH 1 KICK 2 DANCE KICK 3 TECHNO KICK 1 HIP-HOP BD 5 HIP-HOP BD 6 TECHNO KICK 4 DANCE KICK 2 DANCE KICK 1 DANCE KICK 5 DANCE KICK 6 POWER SNARE 2 SYNTH 1 SNARE 1 SYNTH 1 SNARE 2 SYNTH 2 SNARE 1 SYNTH 2 SNARE 2 HIP-HOP SNARE 5 HIP-HOP SNARE 6 TECHNO SNARE 3 TECHNO SNARE 5 TECHNO SNARE 6 DANCE SNARE 4 DANCE SNARE 5
13
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Ritmelijst Nr. Ritmenaam 8 BEAT 0 8 BEAT 1 1 8 BEAT 2 2 8 BEAT 3 3 8 BEAT POP 1 4 8 BEAT POP 2 5 8 BEAT POP 3 6 60’S SOUL 7 8 BEAT DANCE 8 POP ROCK 1 9 POP ROCK 2 16 BEAT 10 16 BEAT 1 11 16 BEAT 2 12 16 BEAT 3 13 SLOW 16 BEAT 14 16 BEAT SHUFFLE 1 15 16 BEAT SHUFFLE 1 16 FUNK 1 17 FUNK 2 18 FUSION 19 LATIN FUSION POPS 20 POP 21 SOUL 22 POP SHUFFLE 1 23 POP SHUFFLE 2 24 SOUL POP 25 WORLD POP 26 MELLOW R&B 27 60’S POP 28 80’S POP 29 POP WALTZ BALLAD 30 8 BEAT BALLAD 1 31 8 BEAT BALLAD 2 32 8 BEAT BALLAD 3 33 16 BEAT BALLAD 1 34 16 BEAT BALLAD 2 35 16 BEAT BALLAD 3 36 6/8 BALLAD 37 POP BALLAD 38 OLDIES BALLAD 39 SERENADE ROCK 40 ROCK 1 41 ROCK 2 42 R&B 43 SHUFFLE ROCK 44 SLOW ROCK 45 HEAVY METAL 46 60’S ROCK
47 SHUFFLE BOOGIE 48 BLUES 49 TWIST DANCE 50 TRANCE 1 51 TRANCE 2 52 AMBIENT 1 53 AMBIENT 2 54 AMBIENT 3 55 RAVE 56 TECHNO 57 DIGITAL ROCK 58 HOUSE 59 LATIN HOUSE 60 DANCE 1 61 DANCE 2 62 MODERN R&B 63 HIP-HOP 64 TRIP-HOP 65 ELECTRIC POP 66 DANCE POP 1 67 DANCE POP 2 68 DANCE POP 3 69 DISCO SOUL JAZZ 70 FAST BIG BAND 71 MIDDLE BIG BAND 72 SLOW BIG BAND 73 JAZZ COMBO 74 SWING 75 SLOW SWING 76 MODERAN JAZZ 77 FOX TROT 78 QUICKSTEP 79 JAZZ WALTZ EUROPEAN 80 POLKA 81 POLKA FOX 82 POP POLKA 83 1.Mar 84 2.Mar 85 GERMAN MARCH 86 WALTZ 1 87 WALTZ 2 88 VINNESE WALTZ 89 FRENCH WALTZ LATIN/VARIOUS 90 BOSSA NOVA 1 91 BOSSA NOVA 2 92 SAMBA 93 MERENGUE 94 CUMBIA 95 CHA-CHA-CHA 96 SALSA
97 BEGUINE 98 BOLERO 99 MAMBO 100 RHUMBA 101 TANGO 1 102 TANGO 2 103 REGGAE 1 104 REGGAE 2 105 SKA 106 BLUEGRASS 107 COUNTRY 108 COUNTRY SHUFFLE 109 COUNTRY WALTZ 110 FAST GOSPEL 111 SLOW GOSPEL 112 BROADWAY 113 JIVE 114 DIXIE 115 PASODOBLE 116 SIRTAKI 117 HAWAIAN 118 ADANI 119 BALADI FOR PIANO 120 PIANO BALLAD 1 121 PIANO BALLAD 2 122 PIANO BALLAD 3 123 EP BALLAD 1 124 EP BALLAD 2 125 BLUES BALLAD 126 MELLOW JAZZ 127 JAZZ COMBO 2 128 RAGTIME 129 BOOGIE WOOGIE 130 ARPEGGIO 1 131 ARPEGGIO 2 132 ARPEGGIO 3 133 PIANO BALLAD 4 134 6/8 MARCH 135 3.Mar 136 2 BEAT 137 WALTZ 3 138 WALTZ 4 139 WALTZ 5
A-14 WK3000_d_A-01-16.p65
735A-D-128A
14
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Fingered akkoordkaarten Akkoordtype
Grondtoon
M
m
7
m7
dim7
M7
dim
m7-5
C C /(D ) D (D )/E E F F /(G ) G (G )/A A (A )/B B * U kunt de bovenstaande vingerzettingen gebruiken om akkoorden weer te geven met vingerzettingen die passen binnen het bereik van het toetsenbord.
A-15
735A-D-129A
WK3000_d_A-01-16.p65
15
04.3.8, 3:59 PM
Appendix
Akkoordtype
Grondtoon
aug
sus4
7sus4
m add9
mM7
7-5
add9
C C /(D ) D (D )/E E F F /(G ) G (G )/A A (A )/B B
A-16 WK3000_d_A-01-16.p65
735A-D-130A
16
04.3.8, 3:59 PM
WK3000_d_A-17-18.p65
17
Displaynaam
Standard Bass + Treble + Loundness Mellow Bright Rock Dance Jazz Classic
Nr.
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Equalizerlijst
Standard Bass + Treble + Loundness Mellow Bright Rock Dance Jazz Classic
Typenaam
Room 1 Room 2 Room 3 Hall 1 Hall 2 Plate 1 Delay Pan Delay Plate 2 Plate 3 Large Room 1 Large Room 2 Stadium 1 Stadium 2 Long Delay 1 Long Delay 2
00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15
Room 1 Room 2 Room 3 Hall 1 Hall 2 Plate 1 Delay PanDelay Plate 2 Plate 3 LrgRoom 1 LrgRoom 2 Stadium 1 Stadium 2 LongDly 1 LongDly 2 Chorus 1 Chorus 2 Chorus 3 Chorus 4 FBChorus Flanger1 SDelay 1 SDelay 2 SFChorus BRChorus DPChorus Flanger 2 Flanger 3 Flanger 4 SDelay 3 SDelay 4 Chorus 1 Chorus 2 Chorus 3 Chorus 4 Feedback Chorus Flanger 1 Short Delay 1 Short Delay 2 Soft Chorus Bright Chorus Deep Chorus Flanger 2 Flanger 3 Flanger 4 Short Delay 3 Short Delay 4
Typenaam
00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15
Displaynaam
Nr.
Displaynaam
Nr.
Typenaam
Lijst van zwevingeffecten (CHORUS)
Lijst van nagalmeffecten (REVERB)
Effectenlijst Lijst van DSP effecten
735A-D-131A
04.3.8, 3:59 PM
[12] [13]
10 09
03 06 06 07 13
16 17 19 18 M05
26 M07
Flanger
[07] [08] [09] [10] [11]
Chorus
[05] [06]
Phaser
[00] [01] [02] [03] [04]
Dynamics Fx
DSP Algoritme Nr. ID
Flanger EnhaFlan
Chorus 1 Chorus 2 Chorus 3 Chorus 4 Enha Cho
Phaser StPhaser
Equalize Comp 1 Comp 2 Limiter Enhancer
Displaynaam
Flanger Enhancer - Flanger
Chorus 1 Chorus 2 Chorus 3 Chorus 4 Enhancer - Chorus
Phaser Stereo Phaser
Equalizer Compressor 1 Compressor 2 Limiter Enhancer Phaser
DSP naam
Instelbare parameters hangen af van het DSP type. Daarnaast hangen de parameters voor elk DSP type af van het algoritme* dat geassocieerd wordt met het DSP type. Zie de DSP algoritmelijst op pagina A-19 voor meer informatie. * Structuur en bedieningstype van de effector
Appendix
A-17
Displaynaam
WK3000_d_A-17-18.p65
18
[34] [35] [36] [37] [38] [39] [40] [41] [42] [43]
Reverb
27 27 27 27 27 27 23 23 24 24
M02 M02 M04 M04 M00 M00 M01 M01 M19 M18 M23 M08 M03 M03
RvbRoom1 RvbRoom2 RvbRoom3 RvbHall 1 RvbHall 2 RvbPlate GateRvb 1 GateRvb 2 GateRvb 3 GateRvb 4
PhaCho 1 PhaCho 2 PhaDly 1 PhaDly 2 ChoDly 1 ChoDly 2 ChoDly 3 ChoDly 4 CmpDelay CmpEnDly CmpChoRf Cho Flan FlanDly 1 FlanDly 2
Reverb Room 1 Reverb Room 2 Reverb Room 3 Reverb Hall 1 Reverb Hall 2 Reverb Plate Gate Reverb 1 Gate Reverb 2 Gate Reverb 3 Gate Reverb 4
Phaser - Chorus 1 Phaser - Chorus 2 Phaser - Delay 1 Phaser - Delay 2 Chorus - Delay 1 Chorus - Delay 2 Chorus - Delay 3 Chorus - Delay 4 Compressor - Delay Compressor - Enhancer -Delay Compressor - Chorus -Reflection Chorus - Flanger Flanger - Delay 1 Flanger - Delay 2 04 05 M21 M22
A-18
04.3.8, 3:59 PM
[64] [65] [66] [67] [68] [69] [70] [71] 08 08 08 08 08 08 M29 M29
Guitar Fx
[60] [61] [62] [63]
Wah Fx
11 11 12 12 M17 M17 M17 M16 M16 M16
[50] [51] [52] [53] [54] [55] [56] [57] [58] [59]
01 M09 00 M10 M10 M20
[20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] [31] [32] [33]
Delay 3-Tap Delay Stereo Delay Stereo Cross Delay Enhancer - Delay Reflection Rotary Fx
Delay 3Tap Dly St Delay StXDelay Enha Dly Reflect
Cho/Flanger/Delay Combination
28 22 20 21 M06 25
Crunch Ovrdrive Dist 1 Dist 2 Metal Fuzz CrnPhase Od Phase
LFO Wah Auto Wah AWhChDly LWhChDly
Rotary 1 Rotary 2 Od Rot 1 Od Rot 2 RotRef 1 RotRef 2 RotRef 3 OdRtRef 1 OdRtRef 2 OdRtRef 3
Tremolo Cho Trem Auto Pan PhaAPan 1 PhaAPan 2 PhaChoAP
[44] [45] [46] [47] [48] [49]
DSP Algoritme Nr. ID
[14] [15] [16] [17] [18] [19]
DSP naam
Pan/Tremolo Fx
Displaynaam
Delay
DSP Algoritme No. ID
Crunch Overdrive Distortion 1 Distortion 2 Metal Fuzz Crunch - Phaser Overdrive - Phaser
LFO Wah Auto Wah Auto Wah - Chorus - Delay LFO Wah - Chorus - Delay
Rotary 1 Rotary 2 Overdrive - Rotary 1 Overdrive - Rotary 2 Rotary - Reflection 1 Rotary - Reflection 2 Rotary - Reflection 3 Overdrive - Rotary - Reflection 1 Overdrive - Rotary - Reflection 2 Overdrive - Rotary - Reflection 3
Tremolo Chorus - Tremolo Auto Pan Phaser - Auto Pan 1 Phaser - Auto Pan 2 Phaser - Chorus - Auto Pan
DSP naam
[92] [93] [94] [95] [96] [97] [98] [99]
SFX 14 M12 M13 15 M11 M14 M15 M15
Ring Mod RgChoDly RingDist Lo-Fi CompLoFi LoFi Ref Crn LoFi DistLoFi
Crn Cho OdChorus Dist Cho MetalCho DistFlan Met Flan CrnDelay Od Delay DistDly 1 DistDly 2 MetalDly Fuzz Dly CrChoDly DsChoDly CmpCrDly AWhCrDly AWhOdDly AWhDsDly LWhOdDly LWhDsDly
[72] [73] [74] [75] [76] [77] [78] [79] [80] [81] [82] [83] [84] [85] [86] [87] [88] [89] [90] [91] M30 M30 M30 M30 M31 M31 M28 M28 M28 M28 M28 M28 M24 M24 M25 M26 M26 M26 M27 M27
Displaynaam
DSP Algoritme Nr. ID
Ring Modulator Ring Modulator - Chorus - Delay Ring Modulator - Distortion Lo-Fi Compressor - Lo-Fi Lo-Fi - Reflection Crunch - Lo-Fi Distortion - Lo-Fi
Crunch - Chorus Overdrive - Chorus Distortion - Chorus Metal - Chorus Distortion - Flanger Metal - Flanger Crunch - Delay Overdrive - Delay Distortion - Delay 1 Distortion - Delay 2 Metal - Delay Fuzz - Delay Crunch - Chorus - Delay Distortion - Chorus - Delay Compressor - Crunch - Delay Auto Wah - Crunch - Delay Auto Wah - Overdrive - Delay Auto Wah - Distortion - Delay LFO Wah - Overdrive - Delay LFO Wah - Distortion - Delay
DSP naam
Appendix
735A-D-132A
WK3000_d_A-19-31.p65
19
735A-D-133A
04.3.8, 3:59 PM
1 : Lage versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12) Regelt de versterking van de laagband equalizer.
0 : Lage frequentie (Bereik: 0 (200Hz), 1 (400Hz), 2 (800Hz)) Regelt de afsnijfrequentie van de laagband equalizer.
■ Parameters
■ Functie Dit is een tweebanden equalizer.
02 : 2-banden equalizer (2BandEQ)
1 : Diepte (Bereik: 0 – 127) Stelt de tremolodiepte in.
0 : Snelheid (Bereik: 0 – 127) Stelt de tremolosnelheid in.
■ Parameters
■ Functie Regelt het volume van het ingangssignaal overeenkomstig een LFO.
01 : Tremolo
1 : Diepte (Bereik: 0 – 127) Stelt de stereopositie diepte in.
0 : Snelheid (Bereik: 0 – 127) Stelt de stereo positie snelheid in.
■ Parameters
■ Functie Voert doorlopend links-rechts stereopositie compensatie uit van het ingangssignaal overeenkomstig een LFO.
00 : Automatische stereopositie (Auto Pan)
DSP algoritmelijst
5 : Hoge versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12) Regelt de versterking van de hoogband equalizer.
4 : Hoge frequentie (Bereik: 0 (6.0KHz), 1 (8.0KHz), 2 (10KHz)) Regelt de afsnijfrequentie van de hoogband equalizer.
3 : Midden versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12) Regelt de versterking van de middenband equalizer.
2 : Middenfrequentie (Bereik: 0 (1,0KHz), 1 (1,3KHz), 2 (1,6KHz), 3 (2,0KHz), 4 (3,0KHz), 5 (4,0KHz), 6 (6,0KHz), 7 (8,0KHz)) Regelt de middenfrequenties van de middenband equalizer.
1 : Lage versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12) Regelt de versterking van de laagband equalizer.
0 : Lage frequentie (Bereik: 0 (200Hz), 1 (400Hz), 2 (800Hz)) Regelt de afsnijfrequentie van de laagband equalizer.
■ Parameters
■ Functie Dit is een driebanden equalizer.
03 : 3-banden equalizer (3BandEQ)
3 : Hoge versterking (Bereik: –12, –11, –10 tot 0 tot +10, +11, +12) Regelt de versterking van de hoogband equalizer.
2 : Hoge frequentie (Bereik: 0 (6.0KHz), 1 (8.0KHz), 2 (10KHz)) Regelt de afsnijfrequentie van de hoogband equalizer.
1 : Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt de resonantie van het geluid.
0 : Ingangsniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal kan vervormd worden waneer het niveau van het ingevoerde geluid, het aantal akkoorden of de resonantiewaarde (Resonance) hoog is. Stel deze parameter bij om dergelijke vervorming te elimineren.
■ Parameters
■ Functie Dit is een “Wah” effect dat automatisch de frequentie kan beïnvloeden overeenkomstig het ingangssignaal.
05 : Automatisch Wah (Auto Wah)
4 : LFO diepte (Bereik: 0 – 127) Regelt de diepte van de LFO.
3 : LFO snelheid (Bereik: 0 – 127) Regelt de snelheid van de LFO.
2 : Handbediening (Bereik: 0 – 127) Regelt de frequenties die gebruikt worden als de basis voor het wah filter.
1 : Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt de resonantie van het geluid.
0 : Ingangsniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het ingangsniveau. Het ingangssignaal kan vervormd worden waneer het niveau van het ingevoerde geluid, het aantal akkoorden of de resonantiewaarde (Resonance) hoog is. Stel deze parameter bij om dergelijke vervorming te elimineren.
■ Parameters
■ Functie Dit is een “Wah” effect dat automatisch de frequentie kan beïnvloeden overeenkomstig een LFO.
04 : LFO Wah
Appendix
A-19
WK3000_d_A-19-31.p65
20
A-20
04.3.8, 3:59 PM
2 : Loslaten (Bereik: 0 – 127) Regelt de tijd van het punt waar het ingangssignaal beneden een bepaald niveau daalt tot het punt waar de werking van de compressor stopt. Wanneer een aanslaggevoel wenselijk is (geen compressie bij het inzetten van het geluid), stel dan deze parameter in op een zo laag mogelijke waarde. Stel een hoge waarde in om compressie te allen tijde uit te oefenen.
1 : Aanslag (Bereik: 0 – 127) Regelt de mate van aanslag van het ingangssignaal. Een kleinere waarde veroorzaakt een onmiddellijk werking van de compressor die de aanslag van het ingangssignaal onderdrukt. Een grotere waarde vertraagt de werking van de compressor waardoor de aanslag afgegeven wordt zoals hij is.
0 : Diepte (Bereik: 0 – 127) Regelt de compressie van het geluidssignaal.
■ Parameters
■ Functie Drukt het ingangssignaal ineen waardoor het effect van onderdrukte niveauvariatie kan ontstaan hetgeen het mogelijk maakt om gedempte klanken langer aan te houden.
06 : Compressor
3 : Diepte (Bereik: –64 tot 0 tot +63) Regelt de diepte van het Wah effect overeenkomstig het niveau van het ingangssignaal. Door een positieve waarde in te stellen gaat het Wah filter open evenrechtig aan de sterkte van het ingangssignaal waardoor een helder geluid wordt verkregen. Specificeren van een negatieve waarde doet het Wah filter sluiten overeenkomstig de sterkte van het invoersignaal dat een donkere toonkwaliteit produceert. Een sterk invoersignaal doet het Wah filter opnieuw opengaan zelfs als het gesloten was.
2 : Handbediening (Bereik: 0 – 127) Regelt de frequenties die gebruikt worden als de basis voor het wah filter.
1 : Laagbereik (Bereik: 0 – 127) Regelt de laagband versterking. De afsnijfrequentie verschilt per voorkeuze DSP.
0 : Versterking (Bereik: 0 – 127) Regelt de ingangsversterking.
■ Parameters
■ Functie Dit effect voorziet in vervorming (Distortion) + Versterkingsnabootsing (AmpSimulator).
08 : Vervorming (Distortion)
3 : Niveau (Bereik: 0 – 127) Stelt het niveau bij dat afgegeven wordt. Het uitgangsvolume verandert overeenkomstig de limiet (Limit) instelling en de karakteristieken van de ingangstoon. Gebruik deze parameter om dergelijke veranderingen te corrigeren.
2 : Loslaten (Bereik: 0 – 127) Stelt de tijd bij vanaf waar het ingangssignaal beneden een bepaald niveau daalt totdat de limietwerking stopt.
1 : Aanslag (Bereik: 0 – 127) Stelt de aanslaghoeveelheid in van het invoersignaal.
0 : Limiet (Bereik: 0 – 127) Stel het volumeniveau bij waarvan de limiet toegepast werd.
■ Parameters
■ Functie Dit is een effector die u kunt gebruiken om de bovenlimietwaarde in te stellen voor het niveau van het ingangssignaal.
07 : Begrenzer (Limiter)
3 : Niveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het uitgangsniveau. Het uitgangsvolume verandert overeenkomstig de diepte (Depth) instelling en de karakteristieken van de ingangstoon. Gebruik deze parameter om dergelijke veranderingen te corrigeren.
4 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
3 : Diepte (Bereik: 0 – 127) Regelt de diepte van de LFO.
2 : Snelheid (Bereik 0 – 127) Stelt de snelheid bij van de LFO.
1 : Handbediening (Bereik: –64 tot 0 tot +63) Regelt het faseverschuivingsvolume dat als referentie gebruikt wordt.
0 : Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt de resonantie van het geluid.
■ Parameters
■ Functie Dit is een mono faser die de fase moduleert overeenkomstig een sinusgolf LFO.
10 : Fase (Phaser)
4 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het volumeniveau van het effect.
3 : Diepte (Bereik: 0 – 127) Regelt de diepte van de LFO.
2 : Snelheid (Bereik 0 – 127) Stelt de snelheid bij van de LFO.
1 : Handbediening (Bereik: –64 tot 0 tot +63) Regelt het faseverschuivingsvolume dat als referentie gebruikt wordt.
0 : Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt de resonantie van het geluid.
■ Parameters
■ Functie Dit is een stereo faser die de fase moduleert overeenkomstig een sinusgolf LFO.
09 : Stereofase (Stereo Phaser)
3 : Niveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het uitgangsniveau.
2 : Hoogbereik (Bereik: 0 – 127) Regelt de hoogband versterking. De afsnijfrequentie verschilt per voorkeuze DSP.
Appendix
735A-D-134A
WK3000_d_A-19-31.p65
21
735A-D-135A
04.3.8, 3:59 PM
3 : Pauze (Bereik: Roteren, Stop) Stopt het draaien van de luidspreker.
2 : Snelheid (Bereik: langzaam, snel) Schakelt de snelheidsfunctie over tussen snel en langzaam.
1 : Overdrive niveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het uitgangsniveau van de overdrive.
0 : Overdrive versterking (Bereik: 0 – 127) Regelt de overdrive versterking.
■ Parameters
■ Functie Dit is een simulator in overdrive die een draaiende luidspreker nabootst.
12 : Aandrijving draaibeweging (Drive-Rotary)
5 : Snel (Bereik: 0 – 127) Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van de snelle draaifunctie.
4 : Langzaam (Bereik: 0 – 127) Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van de langzame draaifunctie.
3 : Stijgversnelling (Bereik: 0 – 127) Regelt de versnelling wanneer de snelheidsfunctie overgeschakeld wordt van langzaam naar snel.
2 : Valversnelling (Bereik: 0 – 127) Regelt de versnelling wanneer de snelheidsfunctie overgeschakeld wordt van snel naar langzaam.
1 : Pauze (Bereik: Draaien, pauzeren) Stopt het draaien van de luidspreker.
0 : Snelheid (Bereik: langzaam, snel) Schakelt de snelheidsfunctie over tussen snel en langzaam.
■ Parameters
■ Functie Dit is een simulator die een draaiende luidspreker nabootst.
11 : Draaibeweging (Rotary)
Functie Verbetert het silhouet van het lage bereik en het hoge bereik van het ingangssignaal.
0 : OSC frequentie (Bereik: 0 – 127) Stelt de referentiefrequentie van de interne OSC in.
■ Parameters
■ Functie Dit is een ringmodulator (AM modulator) die het mogelijk maakt om de frequentie van de interne oscillator (OSC) te moduleren overeenkomstig een interne LFO.
14 : Ringmodulator (Ring Modulator)
3 : Hoge bereik versterking (Bereik: 0 – 127) Regelt de hoge bereik verbeteringsversterking.
2 : Hoge frequentie (Bereik: 0 – 127) Regelt de hoge bereik verbeteringsfrequentie.
1 : Lage bereik versterking (Bereik: 0 – 127) Regelt de lage bereik verbeteringsversterking.
0 : Lage frequentie (Bereik: 0 – 127) Regelt de lage bereik verbeteringsfrequentie.
■ Parameters
■
13 :Verbetering (Enhancer)
7 : Snel (Bereik: 0 – 127) Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van de snelle draaifunctie.
6 : Langzaam (Bereik: 0 – 127) Regelt de draaisnelheid van de luidspreker van de langzame draaifunctie.
5 : Stijgversnelling (Bereik: 0 – 127) Regelt de versnelling wanneer de snelheidsfunctie overgeschakeld wordt van langzaam naar snel.
4 : Valversnelling (Bereik: 0 – 127) Regelt de versnelling wanneer de snelheidsfunctie overgeschakeld wordt van snel naar langzaam.
7 : Niveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het uitgangsniveau.
6 : Bas (Bereik: –64 tot 0 tot +63) Regelt het volume van de lage klanken.
5 : Resonantieniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt de resonantie van het geluid.
4 : Toon (Bereik: 0 – 127) Regelt de toon.
3 : Ruisdichtheid 2 (Bereik: 0 – 127) Regelt de ruisdichtheid van ruisgenerator 2.
2 : Ruisniveau 2 (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van ruisgenerator 2.
1 : Ruisdichtheid 1 (Bereik: 0 – 127) Regelt de ruisdichtheid van ruisgenerator 1.
0 : Ruisniveau 1 (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van ruisgenerator 1.
■ Parameters
■ Functie Dit is een effector die een Lo-Fi geluid van het retro type produceert met ruisgenerator 1 (Noise Generator 1) (generator die krasgeluid imiteert van platenspelers) en ruisgenerator 2 (Noise Generator 2) (onafgebroken ruisgenerator die witte ruis met roze ruis van het FM radio type opwekt) en door ruismodulatie (amplitude modulatie = AM) en vervorming van frequentiekarateristieken.
15 : Lo-Fi
4 : Droogniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het oorspronkelijke geluid.
3 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
2 : LFO diepte (Bereik: 0 – 127) Stelt de diepte van de LFO in.
1 : LFO snelheid (Bereik: 0 – 127) Stelt de snelheid van de LFO in.
Appendix
A-21
WK3000_d_A-19-31.p65
22
3 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
2 : Terugkoppeling (Bereik: –64 tot 0 tot +63) Regelt de terugkoppeling van het geluid.
A-22
04.3.8, 3:59 PM
0 : Snelheid1 (hoge LFO snelheid = Fast LFO Rate) (Bereik: 0 – 127) Stelt de snelheid van LFO1 in.
■ Parameters
■ Functie Dit is 3-fase zweving overeenkomstig twee LFO’s met verschillende sinusgolfsnelheden.
18 : 3-fasezweving (3-Phase Chorus)
2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127) Regelt de herhaling van de vertraging.
1 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
0 : Vertragingstijd (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd.
■ Parameters
■ Functie Dit is de vertraging van het stereo ingangs- en uitgangssignaal.
20 : Stereovertraging 1 (Stereo Delay 1)
2 : Terugkoppeling (Bereik: –64 tot 0 tot +63) Regelt de terugkoppeling van het geluid.
1 : LFO diepte (Bereik: 0 – 127) Stelt de diepte van de LFO in.
3 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
1 : LFO diepte (Bereik: 0 – 127) Stelt de diepte van de LFO in.
0 : LFO snelheid (Bereik: 0 – 127) Stelt de snelheid van de LFO in.
■ Parameters
■ Functie Dit is stereo zweving overeenkomstig driehoekige golf LFO.
19 : Drievoudige 2-fasezweving (Tri 2-Phase Chorus)
4 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
3 : Diepte2 (lage LFO diepte = Fast LFO Depth) (Bereik: 0 – 127) Stelt de diepte van LFO2 in.
2 : Snelheid2 (langzame LFO snelheid = Fast LFO Rate) (Bereik: 0 – 127) Stelt de snelheid van LFO2 in.
1 : Diepte1 (snelle LFO diepte = Fast LFO Depth) (Bereik: 0 – 127) Stelt de diepte van LFO1 in.
0 : LFO snelheid (Bereik: 0 – 127) Stelt de snelheid van de LFO in.
■ Parameters
■ Functie Dit is stereo zweving overeenkomstig een sinusgolf LFO.
17 : Sinus 2-fasezweving (Sin 2-Phase Chorus)
3 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
2 : Terugkoppeling (Bereik: –64 tot 0 tot +63) Regelt de terugkoppeling van het geluid.
1 : LFO diepte (Bereik: 0 – 127) Stelt de diepte van de LFO in.
0 : LFO snelheid (Bereik: 0 – 127) Stelt de snelheid van de LFO in.
■ Parameters
■ Functie Dit is mono zweving overeenkomstig een sinusgolf LFO.
16 : 1-fasezweving (1-Phase Chorus)
5 : Mate R (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal. In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.
4 : Mate L (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal. In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.
3 : Hoogdemping (Bereik: 0 – 127) Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik. Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127) Regelt de herhaling van de vertraging.
1 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
0 : Vertragingstijd (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd.
■ Parameters
■ Functie Dit is de kruisterugkoppelvertraging van het stereo ingangs- en uitgangssignaal.
21 : Stereovertraging 2 (Stereo Delay 2)
5 : Mate R (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal. In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.
4 : Mate L (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal. In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.
3 : Hoogdemping (Bereik: 0 – 127) Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik. Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
Appendix
735A-D-136A
WK3000_d_A-19-31.p65
23
735A-D-137A
04.3.8, 3:59 PM
0 : LPF (Bereik: 0 – 127) Regelt de afsnijfrequentie van het laagfilter. Een kleinere waarde elimineert het hoge bereik.
■ Parameters
■ Functie Dit is een fader die een kunstmatig nagalmeffect creëert dat klinkt alsof het afgesneden wordt door een poort.
23 : Poortnagalm (Gate Reverb)
6 : Mate R (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal. In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.
5 : Mate C (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd van het midden kanaal. In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.
4 : Mate L (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal. In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.
3 : Hoogdemping (Bereik: 0 – 127) Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik. Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127) Regelt de herhaling van de vertraging.
1 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
0 : Vertragingstijd (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd.
■ Parameters
■ Function Dit is de linker/midden/rechter 3-tap vertraging.
22 : 3-tapvertraging (3-Tap Delay)
2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127) Regelt de herhaling van het teruggekaatste geluid.
6 : Droogniveau (Dry Level) (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het droge geluid (oorspronkelijke geluid).
5 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
4 : Verspreiding (Bereik: 0 – 127) Voorziet in fijnregeling van de nagalm.
3 : Hoogdemping (Bereik: 0 – 127) Regelt het dempen van het nagalmgeluid in het hoge bereik. Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127) Regelt de herhaling van de vertraging.
1 : HPF (Bereik: 0 – 127) Regelt de afsnijfrequentie van het hoogfilter. Een kleinere waarde elimineert het lage bereik.
0 : LPF (Bereik: 0 – 127) Regelt de afsnijfrequentie van het laagfilter. Een kleinere waarde elimineert het hoge bereik.
■ Parameters
■ Functie Dit is poortnagalm met een omgekeerd draai-effect.
24 : Omgekeerde poortnagalm (Reverse Gate Reverb)
1 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
5 : Natniveau (Wet Level) (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
3 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
2 : Terugkoppeling (Bereik: –64 tot 0 tot +63) Regelt de herhaling van het teruggekaatste geluid.
1 : LFO diepte (Bereik: 0 – 127) Regelt de diepte van de LFO.
0 : LFO snelheid (Bereik: 0 – 127) Regelt de snelheid van de LFO.
■ Parameters
■ Functie Dit is een ‘flanger ’ overeenkomstig een sinusgolf LFO.
26 : Flanger
3 : Toon (Bereik: 0 – 127) Regelt de toon van het teruggekaatste geluid.
0 : Type (Bereik: 0 – 7) Kiest uit de acht verkrijgbare weerkaatsingpatronen.
■ Parameters
■ Functie Dit is een effector die het eerste weerkaatste geluid uit een nagalmgeluid haalt.
25 : Weerkaatsing (Reflection)
6 : Droogniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het oorspronkelijke geluid.
4 : Verspreiding (Diffusion) (Bereik: 0 – 127) Voorziet in fijnregeling van de nagalm.
3 : Hoogdemping (High Damp) (Bereik: 0 – 127) Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik. Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
2 : Terugkoppeling (Feedback) (Bereik: 0 – 127) Regelt de herhaling van de vertraging.
1 : HPF (Bereik: 0 – 127) Regelt de afsnijfrequentie van het hoogfilter. Een kleinere waarde elimineert het lage bereik.
Appendix
A-23
WK3000_d_A-19-31.p65
24
A-24
04.3.8, 3:59 PM
4 : Mate L (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd van het linker kanaal. In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.
3 : Hoogdemping (Bereik: 0 – 127) Regelt het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik. Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het vertragingsgeluid in het hoge bereik.
2 : Terugkoppeling (Bereik: 0 – 127) Regelt de herhaling van de vertraging.
1 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
0 : Vertragingstijd (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd.
■ Parameters
■ Function Dit is de linker/rechter 2-tap vertraging.
28 : 2-Tapvertraging (2-Tap Delay)
4 : Natniveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van het effectgeluid.
3 : ER niveau (Bereik: 0 – 127) Regelt het niveau van de oorspronkelijke weerkaatsing.
2 : Hoogdemping (Bereik: 0 – 127) Regelt het dempen van het nagalmgeluid in het hoge bereik. Hoe kleiner de waarde des te groter het dempen van het nagalmgeluid in het hoge bereik.
1 : Tijd (Bereik: 0 – 127) Regelt de nagalmtijd.
0 : Toon (Bereik: 0 – 127) Regelt de toon van het nagalmgeluid.
■ Parameters
■ Functie Dit is een effector die de breedte van het geluid behoudt door een nagalm toe te voegen.
27 : Nagalm (Reverb)
3 : Zweving langzame diepte (Chorus Depth 2)
2 : Zweving lage snelheid (Chorus Rate 2)
1 : Zweving snelle diepte (Chorus Depth 1)
0 : Zweving hoge snelheid (Chorus Rate 1)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan 3-fasezweving-3-tap vertraging (3-Phase Chorus-3-Tap Delay).
M01 : Meervoudig01 –3(Multi01) fasezweving-3-tap vertraging (3-Phase Chorus – 3-Tap Delay)
7 : Vertraging hoogdemping (Delay High Damp)
6 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
5 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
4 : Vertragingstijd (Delay Time)
3 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
2 : Zwevingterugkoppeling (Chorus Feedback)
1 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
0 : Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Sinus 2-fasezweving-2-tap vertraging (Sin 2-Phase Chorus-2-Tap Delay).
M00 : Meervoudig00 (Multi00)-Sinus 2fasezweving-2-tap vertraging (Sin 2Phase Chorus – 2-Tap Delay)
★ De volgende “meervoudige” (Multi) algoritmes worden gebruikt in combinatie met de hierboven beschreven algoritmes. Parameters worden door beide algoritme types gebruikt.
5 : Mate R (Bereik: 0 – 127) Regelt de vertragingstijd van het rechter kanaal. In verhouding tot de waarde die ingesteld is voor de vertragingstijd.
7 : Vertraging hoogdemping (Delay High Damp)
6 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
5 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
4 : Vertragingstijd (Delay Time)
3 : Flanger natniveau (Flanger Wet Level)
2 : Flangerterugkoppeling (Flanger Feedback)
1 : Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth)
0 : Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan flanger 2-tap vertraging (Flanger 2-Tap Delay).
M03 : Meervoudig03 (Multi03) –Flanger-2Tap vertraging-(Flanger – 2-Tap Delay)
7 : Zweving diepte 2 (Chorus Depth 2)
6 : Zweving snelheid 2 (Chorus Rate 2)
5 : Zweving diepte 1 (Chorus Depth 1)
4 : Zweving snelheid 1 (Chorus Rate 1)
3 : Fasediepte (Phaser Depth)
2 : Fasesnelheid (Phaser Rate)
1 : Fase handbediening (Phaser Manual)
0 : Faseresonantie (Phaser Resonance)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan 3-fasezweving (3-Phase Chorus).
M02 : Meervoudig02 (Multi02) –Fase-3fasezweving (Phase – 3-Phase Chorus)
7 : Vertraging terugkoppeling (DelayFeedback)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
5 : Vertragingtijd (Delay Time)
4 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
Appendix
735A-D-138A
WK3000_d_A-19-31.p65
25
735A-D-139A
04.3.8, 3:59 PM
3 : Verbetering hoge versterking (Enhancer High Gain)
7 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
6 : Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback)
5 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
4 : Zweving LFO snelheid 1 (Chorus LFO Rate)
7 : Flanger natniveau (Flanger Wet Level)
6 : Flangerterugkoppeling (Flanger Feedback)
5 : Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth)
4 : Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate)
3 : Verbetering hoge versterking (Enhancer High Gain)
2 : Verbetering hoge frequenties (Enhancer High Frequency)
1 : Verbetering lage versterking (Enhancer Low Gain)
1 : Verbetering lage versterking (Enhancer Low Gain)
2 : Verbetering hoge frequenties (Enhancer High Frequency)
0 : Verbetering lage frequenties (Enhancer Low Frequency)
■ Parameters
■ Parameters
0 : Verbetering lage frequenties (Enhancer Low Frequency)
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan verbetering-flanger (Enhancer-Flanger).
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan verbetering-zweving (Enhancer-1-Phase Chorus).
M07 : Meervoudig07 (Multi07)-VerbeteringFlanger (Enhancer – Flanger)
5 : Tremolo LFO diepte (Tremolo LFO Depth)
4 : Tremolo LFO snelheid (Tremolo LFO Rate)
3 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
2 : Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback)
1 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
0 : Zweving LFO snelheid 1 (Chorus LFO Rate)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan sinus 2-fasezweving-tremolo (Sin 2Phase Chorus-Tremolo).
M09 : Meervoudig09 (Multi09) –sinus 2fasezweving-Tremolo (Sin 2-Phase Chorus – Tremolo)
7 : Flanger natniveau (Flanger Wet Level)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
M05 : Meervoudig05 (Multi05)-VerbeteringZweving (Enhancer – 1-Phase Chorus)
6 : Flangerterugkoppeling (Flanger Feedback)
5 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level) 6 : Vertraging terugkoppeling (DelayFeedback)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level) 7 : Vertraging hoogdemping (Delay High Damp)
4 : Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate) 5 : Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth)
3 : Verbetering hoge versterking (Enhancer High Gain) 4 : Vertragingtijd (Delay Time)
4 : Fase natniveau (Phase Wet Level)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
2 : Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback) 3 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
2 : Verbetering hoge frequenties (Enhancer High Frequency)
2 : Fasesnelheid (Phaser Rate)
3 : Fasediepte (Phaser Depth)
0 : Zweving LFO snelheid 1 (Chorus LFO Rate) 1 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
1 : Verbetering lage versterking (Enhancer Low Gain)
1 : Fase handbediening (Phaser Manual)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan sinus 2-fasezweving-flanger (Sin 2-Phase Chorus-Flanger).
M08 : Meervoudig08 (Multi08) –sinus 2fasezweving-flanger (Sin 2-Phase Chorus – Flanger)
0 : Verbetering lage frequenties (Enhancer Low Frequency)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan verbetering- 2-tap vertraging (Enhancer2-tap Delay).
M06 : Meervoudig06 (Multi06)-Verbetering-2tap Vertraging (Enhancer – 2-Tap Delay)
0 : Faseresonantie (Phaser Resonance)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Stereo fase - Stereo vertraging 1-Stereo Phaser - Stereo Delay 1).
M04 : Meervoudig04 (Multi04) –Stereo faseStereo vertraging 1-Stereo Phaser – Stereo Delay 1)
Appendix
A-25
WK3000_d_A-19-31.p65
26
A-26
04.3.8, 3:59 PM
5 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
7 : Lo-Fi Bass (Lo-Fi Bass)
7 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
6 : Vervormingstoon (Distortion Tone)
3 : Ring natniveau (Ring Wet Level) 4 : Ring droogniveau (Ring Dry Level)
5 : Lo-Fi toon (Lo-Fi Tone)
1 : Ring LFO snelheid (Ring LFO Rate) 2 : Ring LFO diepte (Ring LFO Depth)
3 : Lo-Fi ruis 1 (Lo-Fi Noise1)
4 : Lo-Fi ruis 2 (Lo-Fi Noise2)
6 : Lo-Fi resonantie 1 (Lo-Fi Resonance)
0 : Ring OSC frequentie (Ring OSC Frequency)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Ring Modulator-Vervorming (Ring Modulator-Distortion).
M13 : Meervoudig13 (Multi13)-Ring ModulatorVervorming (Ring Modulator – Distortion)
7 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
6 : Vertragingstijd (Delay Time)
5 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
4 : Ring droogniveau (Ring Dry Level)
3 : Ring natniveau (Ring Wet Level)
2 : Ring LFO diepte (Ring LFO Depth)
1 : Ring LFO snelheid (Ring LFO Rate)
0 : Ring OSC frequentie (Ring OSC Frequency)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Ring Modulator-Sinus 2-fasezweving-2tap vertraging (Ring Modulator-Sin 2-Phase Chorus-2-Tap Delay).
M12 : Meervoudig12 (Multi12)-Ring Modulator-Sinus 2-fasezweving-2-tap vertraging (Ring Modulator – Sin 2Phase Chorus-2-Tap Delay)
2 : Compressorniveau(Compressor Level)
1 : Compressoraanslag (Compressor Attack)
0 : Compressordiepte (Compressor Depth)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Compressor-Lo-Fi.
M11 : Meervoudig11 (Multi11)-Compressor – Lo-Fi
6 : Automatische stereopositiediepte (Auto Pan Depth)
5 : Automatische stereopositiesnelheid (Auto Pan Rate)
4 : Fase natniveau (Phase Wet Level)
3 : Fasediepte (Phaser Depth)
2 : Fasesnelheid (Phaser Rate)
1 : Fase handbediening (Phaser Manual)
0 : Faseresonantie (Phaser Resonance)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Stereo fase-Automatische Stereopositie (Stereo Phaser-Auto Pan).
M10 : Meervoudig10 (Multi10) –Stereo faseAutomatische Stereopositie (Stereo Phaser – Auto Pan)
7 : Lo-Fi resonantie 1 (Lo-Fi Resonance)
6 : Lo-Fi toon (Lo-Fi Tone)
5 : Lo-Fi ruis 2 (Lo-Fi Noise2)
4 : Lo-Fi ruis 1 (Lo-Fi Noise1)
3 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High)
1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Vervorming-Lo-Fi ( Distortion-Lo-Fi).
M15 : Meervoudig15 (Multi15)-VervormingLo-Fi (Distortion – Lo-Fi)
7 : Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)
6 : Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feedback)
5 : Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
4 : Weerkaatsingstype (Reflection Type)
3 : Lo-Fi resonantie 1 (Lo-Fi Resonance)
2 : Lo-Fi toon (Lo-Fi Tone)
1 : Lo-Fi ruis 2 (Lo-Fi Noise2)
0 : Lo-Fi ruis 1 (Lo-Fi Noise1)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Lo-Fi-Weerkaatsing (Lo-Fi-Reflection).
M14 : Meervoudig14 (Multi14)-Lo-FiWeerkaatsing (Lo-Fi – Reflection)
Appendix
735A-D-140A
WK3000_d_A-19-31.p65
27
735A-D-141A
04.3.8, 3:59 PM
2 : Compressorloslaten (Compressor Release) 3 : Compressorniveau(Compressor Level) 4 : Vertragingtijd (Delay Time) 5 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level) 6 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
2 : Langzame draaisnelheid (Rotary Slow Rate)
3 : Snelle draaisnelheid (Rotary Fast Rate)
4 : Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
5 : Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feedback)
6 : Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)
7 : Vertraging hoge demping (Delay High Damp)
0 : Compressordiepte (Compressor Depth) 1 : Compressoraanslag (Compressor Attack)
■ Parameters
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
4 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
3 : Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
2 : Wah diepte (Wah Depth)
1 : Wah handbediening (Wah Manual)
0 : Wah resonantie (Wah Resonance)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Automatische Wah - Tri 2-fasezweving2-tap vertraging (Auto Wah-Tri 2-Phase Chorus-2-Tap Delay).
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Compressor Vertraging 1 (Compressor Delay 1).
1 : Draaipauze (Rotary Break)
0 : Draaisnelheid (Rotary Speed)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Weerkaatsing-Draaibeweging (Rotary – Reflection).
M21 : Meervoudig21 (Multi21)-Automatische Wah - Tri 2-fasezweving-2-tap vertraging (Auto Wah – Tri 2-Phase Chorus – 2-Tap Delay)
M19 : Meervoudig19 (Multi19)-CompressorStereo Vertraging 1 (Compressor – Stereo Delay 1)
6 : Automatische stereopositiesnelheid (Auto Pan Rate) 7 : Automatische stereopositiediepte (Auto Pan Depth)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level) 7 : Vertraging terugkoppeling (DelayFeedback)
6 : Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feedback)
7 : Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)
M17 : Meervoudig17 (Multi17)-WeerkaatsingDraaibeweging (Rotary – Reflection)
4 : Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate) 5 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
4 : Verbetering hoge versterking (Enhancer High Gain) 5 : Vertragingtijd (Delay Time)
4 : Snelle draaisnelheid (Drive Rotary Fast Rate)
5 : Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
2 : Fasesnelheid (Phaser Rate) 3 : Fasediepte (Phaser Depth)
2 : Compressorniveau(Compressor Level)
3 : Langzame draaisnelheid (Drive Rotary Slow Rate) 3 : Verbetering lage versterking (Enhancer Low Gain)
0 : Faseresonantie (Phaser Resonance) 1 : Fase handbediening (Phaser Manual)
1 : Compressoraanslag (Compressor Attack)
■ Parameters
■ Parameters
2 : Draaisnelheid (Drive Rotary Speed)
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Fase-1-Fase Zweving – Automatische Stereopositie (Phaser-1-Phase Chorus-Auto Pan).
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Compressor-Verbetering-2-tap Vertraging (Compressor-Enhancer-2-Tap Delay). 0 : Compressordiepte (Compressor Depth)
M20 : Meervoudig20 (Multi20) –Fase-1-Fase Zweving – Automatische Stereopositie (Phaser – 1-Phase Chorus – Auto Pan)
M18 : Meervoudig18 (Multi18)-CompressorVerbetering-2-tap Vertraging (Compressor – Enhancer-2-Tap Delay)
1 : Drive Rotary niveau (Drive Rotary Level)
0 : Drive Rotary versterking (Drive Rotary Gain)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Draaibeweging-Weerkaatsing (Drive Rotary-Reflection).
M16 : Meervoudig16 (Multi16)-DraaibewegingWeerkaatsing (Drive Rotary – Reflection)
Appendix
A-27
WK3000_d_A-19-31.p65
28
4 : Vervormingsniveau (Distortion Level) 5 : Vertragingstijd (Delay Time) 6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
4 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth) 5 : Vertragingstijd (Delay Time) 6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level) 7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
3 : Wah LFO diepte (Wah LFO Depth)
4 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
A-28
04.3.8, 3:59 PM
7 : Weerkaatsingtoon (Reflection Tone)
6 : Weerkaatsing terugkoppeling (Reflection Feedback)
5 : Weerkaatsing natniveau (Reflection Wet Level)
4 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
3 : Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate)
2 : Compressorniveau(Compressor Level)
1 : Compressoraanslag (Compressor Attack)
0 : Compressordiepte (Compressor Depth)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Compressor-Sinus 2-Fase ZwevingWeerkaatsing (Compressor-Sin 2-Phase Chorus–Reflection).
M23 : Meervoudig23 (Multi23)-CompressorSinus 2-Fase Zweving-Weerkaatsing (Compressor – Sin 2-Phase Chorus – Reflection)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
2 : Vervormingsversterking (Distortion Gain) 3 : Vervorming toon (Distortion Tone)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High) 3 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
1 : Wah handbediening (Wah Manual)
2 : Wah LFO snelheid (Wah LFO Rate)
2 : Wah LFO diepte (Wah LFO Depth)
4 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
6 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
5 : Vertragingstijd (Delay Time)
4 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
3 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
2 : Vervorming laagband (Distortion Low) 3 : Vervorming hoogband (Distortion High)
0 : Wah handbediening (Wah Manual) 1 : Wah LFO snelheid (Wah LFO Rate)
■ Parameters
■ Parameters 0 : Compressordiepte (Compressor Depth)
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan LFO Wah-Vervorming - 2-tap vertraging (LFO Wah-Distortion-2-Tap Delay).
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Compressor-Vervorming - 2-tap vertraging (Compressor-Distortion-2-Tap Delay).
1 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
M27 : Meervoudig27 (Multi27)-LFO WahVervorming - 2-tap vertraging (LFO – Distortion – 2-Tap Delay)
M25 : Meervoudig25 (Multi25)-CompressorVervorming - 2-tap vertraging (Compressor – Distortion – 2-Tap Delay)
7 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
1 : Wah diepte (Wah Depth)
1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
0 : Wah resonantie (Wah Resonance)
0 : Wah handbediening (Wah Manual)
■ Parameters
■ Parameters 0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Automatisch Wah-Vervorming - 2-tap vertraging (Auto Wah-Distortion-2-Tap Delay).
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Vervorming - 1 fasezweving-2-tap vertraging (Distortion-1 Phase Chorus-2-Tap Delay).
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan LFO Wah – Tri 2-fasezweving-2-tap vertraging (LFO Wah-Tri 2-Phase Chorus-2Tap Delay).
■ Parameters
M26 : Meervoudig26 (Multi26)-Automatisch Wah-Vervorming - 2-tap vertraging (Auto Wah – Distortion – 2-Tap Delay)
M24 : Meervoudig24 (Multi24)-Vervorming - 1fasezweving-2-tap vertraging (Distortion – 1-Phase Chorus – 2-Tap Delay)
M22 : Meervoudig22 (Multi22)-LFO Wah - Tri 2fasezweving-2-tap vertraging (LFO Wah – Tri 2-Phase Chorus – 2-Tap Delay)
Appendix
735A-D-142A
WK3000_d_A-19-31.p65
29
735A-D-143A
04.3.8, 3:59 PM
5 : Flanger LFO diepte (Flanger LFO Depth) 6 : Flanger terugkoppeling (Flanger Feedback)
6 : Fasesnelheid (Phaser Rate)
7 : Fasediepte (Phaser Depth)
7 : Flanger natniveau (Flanger Wet Level)
3 : Vervormingsniveau (Distortion Level) 4 : Flanger LFO snelheid (Flanger LFO Rate)
4 : Faseresonantie (Phaser Resonance)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High)
3 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
5 : Fase handbediening (Phaser Manual)
0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain) 1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Vervorming-Flanger (Distortion-Flanger).
M31 : Meervoudig31 (Multi31)-VervormingFlanger (Distortion – Flanger)
1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Vervorming-Fase (Distortion-Phaser).
M29 : Meervoudig29 (Multi29)-Vervorming Fase (Distortion – Phaser)
6 : Zweving terugkoppeling (Chorus Feedback) 7 : Zweving natniveau (Chorus Wet Level)
6 : Vertraging terugkoppeling (Delay Feedback)
7 : Vertraging hoge demping (Delay High Damp)
4 : Zweving LFO snelheid (Chorus LFO Rate) 5 : Zweving LFO diepte (Chorus LFO Depth)
4 : Vertragingstijd (Delay Time)
5 : Vertraging natniveau (Delay Wet Level)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High)
3 : Vervormingsniveau (Distortion Level) 3 : Vervormingsniveau (Distortion Level)
0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain) 1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
2 : Vervorming hoogband (Distortion High)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Vervorming-Sinus 2-Fase Zweving (Distortion-Sin 2-Phase Chorus).
M30 : Meervoudig30 (Multi30)-VervormingSinus 2-Fase Zweving (Distortion – Sin 2-Phase Chorus)
1 : Vervorming laagband (Distortion Low)
0 : Vervormingsversterking (Distortion Gain)
■ Parameters
■ Functie Dit is een meervoudige effector die gerelateerd is aan Vervorming - 3-tap vertraging (Distortion-3-Tap Delay).
M28 : Meervoudig28 (Multi28)-Vervorming - 3tap vertraging (Distortion – 3-Tap Delay)
Appendix
A-29
735A-D-144A
WK3000_d_A-19-31.p65
30
04.3.8, 3:59 PM
735A-D-145A
WK3000_d_A-19-31.p65
31
04.3.8, 3:59 PM
735A-D-146C
WK3100_d_MIDI Chart.p65
2
04.3.8, 3:59 PM
Key's Ch's
After Touch
Control Change
Pitch Bender
Note ON Note OFF
Velocity
True voice
O O O O O O O O O O O O O O O O O
O
O O O O O X*2 O O O O O*3 O*3 O*3 O O O
O
0,32 1 6,38 7 10 11 16 17 18 19 64 66 67 71 72 73
74
X O
O 9nH v = 1-127 X
0-127 0-127*1
O
X X
O 9nH v = 1-127 X 9nH v = 0
0-127 ❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
Mode 3 X ❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
Mode 3 X ❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊❊
Default Messages Altered
Mode
Note Number:
1-16 1-16
Recognized
1-16 1-16
Transmitted
Default Changed
Basic Channel
Function ..
MIDI Implementation Chart
Models WK-3500/WK-3100/WK-3000
Brightness
Bank select Modulation Data entry Volume Pan Expression DSP Parameter0 DSP Parameter1 DSP Parameter2 DSP Parameter3 Hold1 Sostenuto Soft pedal Resonance Release Time Attack Time
*1 Depends on tone.
Remarks
Version: 1.0