ONTWERP – BESLUIT COLLEGEBESLUIT
Nummer: INT10\
Burgemeester en wethouders van Dalfsen; gelezen de ingekomen aanvraag bouwvergunning, waarbij een reguliere bouwvergunning wordt gevraagd voor het verbouwen en geschikt maken van de bestaande woning en het aangebouwde bijgebouw voor kinderopvang op het perceel kadastraal bekend als gemeente Dalfsen, sectie O, nummer 384, plaatselijk bekend als Zandspeur 91 in Nieuwleusen. overwegende dat; het Zandspeur 91 binnen de grenzen van het bestemmingsplan “Buitengebied (voormalige gemeente) Nieuwleusen” ligt en daarin bestemd is tot “agrarisch cultuurgebied”, aangeduid met “landschapselementen” en agrarisch bedrijf 1”; de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in de bij dit bestemmingsplan behorende voorschriften; een herziening van het bestemmingsplan in voorbereiding is en dat vooruitlopend hierop is gevraagd om tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan dat nu nog geldt, zodat de eerste fase van de plannen kan worden gerealiseerd; de eerste fase het geschikt maken en in gebruik nemen van de bestaande woning en het aangebouwde bijgebouw aan het Zandspeur 91 voor kinderopvang omvat; de hoofdfunctie van de woning en het aangebouwde bijgebouw ‘wonen’ moet blijven en dat deze ten tijde van de inwerkingtreding van de tijdelijke ontheffing als zodanig in gebruik dienen te zijn; maximaal 49% van de woning en het aangebouwde bijgebouw voor kinderopvang gebruikt mag worden; er in de groepsruimte een bruto vloeroppervlakte van tenminste 3,5 m² per kind beschikbaar moet zijn; het ontwerp van de “tijdelijke ontheffing bestemmingsplan Buitengebied (voormalige gemeente) Nieuwleusen, Zandspeur 91” met de daarbij behorende stukken van 26 mei 2010 tot en met 6 juli 2010 voor een ieder ter inzage heeft gelegen; dat er PM zienswijzen zijn ingediend; de tijdelijke ontheffing en de bouwvergunning samen één procedure hebben doorlopen; de tijdelijke ontheffing voor ten hoogste 5 jaar kan worden verleend en dat na deze maximale ontheffingsperiode degene aan wie de ontheffing is verleend of zijn rechtsopvolger onder algemene titel verplicht is de met het bestemmingsplan strijdige situatie ongedaan te maken of met het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen; de welstandscommissie ‘Het Oversticht’ het bouwplan op 16 maart 2010 van een positief advies heeft voorzien, welk advies overgenomen wordt;
op basis van de door aanvrager overhandigde stukken is gebleken dat het bouwplan niet in strijd is met de gemeentelijke bouwverordening en/of het Bouwbesluit 2003; de tijdelijke ontheffing en de bouwvergunning aanvaardbaar zijn op basis van de bij dit besluit behorende toelichting op de “tijdelijke ontheffing, Zandspeur 91”; bij uitvoering van de werkzaamheden toepassing moet worden gegeven aan de dit besluit gevoegde ‘voorwaarden en voorschriften’; gelet op het bepaalde in artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening;
BESLUITEN
1. Op grond van artikel 3.22 Wet ruimtelijke ordening tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan “Buitengebied (voormalige gemeente) Nieuwleusen” te verlenen voor een periode van maximaal 5 jaar ten behoeve van een kinderopvang aan het Zandspeur 91 onder de in de bijlage genoemde voorwaarden; 2. De tijdelijke ontheffing te verlenen overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0148.BNlstijdZand-on01 met de daarbij behorende bestanden, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke ontleend is aan de GBKN versie van 30 maart 2010; 3. Bouwvergunning te verlenen voor de uitvoering van in bovengenoemde aanvraag onder voorwaarde dat wordt gebouwd overeenkomstig de voorschriften van het Bouwbesluit 2003 en de bouwverordening zoals opgenomen in de bijlagen dit besluit.
Dalfsen, … juli 2010 namens burgemeester en wethouders van Dalfsen, Ing. J. Webbink hoofd afdeling Milieu en Bouwen
Algemene wet bestuursrecht De ontheffing wordt tegelijkertijd met de bouwvergunning gepubliceerd op de gemeentelijke informatiepagina van KernPUNTEN in het plaatselijk weekblad De Dalfser Marskramer en op onze website www.dalfsen.nl. Beide besluiten hebben de uitgebreide procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. U of andere belanghebbenden kunnen tegen beide besluiten tegelijkertijd, rechtstreeks beroep instellen bij de Rechtbank Zwolle, Sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. Beide besluiten worden namelijk als één besluit aangemerkt. Er geldt een gecombineerde beroepsmogelijkheid. Verder kan de belanghebbende indien onverwijlde spoed en de betrokken belangen dat eisen, de Voorzieningenrechter van de Rechtbank schriftelijk verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen. Bij dit verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden meegestuurd. Voor het indienen van een beroepschrift en een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Er bestaat geen mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift.
VOORWAARDEN TIJDELIJKE ONTHEFFING Aan de tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan voor kinderopvang aan het Zandspeur 91 (kadastraal bekend als gemeente Nieuwleusen, sectie O, nummer 384) worden de volgende voorwaarden verbonden: • De woning en het bijgebouw aan het Zandspeur 91 in Nieuwleusen hebben de hoofdfunctie ‘wonen’ en dienen ten tijde van de start van de kinderopvang als zodanig te worden gebruikt; • Het maximale gebruik van de bestaande woning en het aangebouwde bijgebouw aan het Zandpspeur 91 ten behoeve van kinderopvang mag 49% bedragen; • In de groepsruimte moet een bruto oppervlak van ten minste 3,5 m² per kind beschikbaar zijn; • Na het verstrijken van de maximale ontheffingsperiode van vijf jaar is degene aan wie de ontheffing is verleend of zijn rechtsopvolger onder algemene titel verplicht de met het bestemmingsplan strijdige situatie ongedaan te maken of met het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen. VOORWAARDEN EN VOORSCHRIFTEN BOUWVERGUNNING Aan de bouwvergunning voor het verbouwen en geschikt maken van de woning voor kinderopvang aan het Zandspeur 91 (kadastraal bekend als gemeente Nieuwleusen, sectie O, nummer 384) worden de volgende voorwaarden en voorschriften verbonden: Constructie De volgende gegevens moeten worden overlegd: 1.a Gegevens en bescheiden met betrekking tot belastingen en belastingcombinaties (sterkte, stijfheid en stabiliteit) van alle (te wijzigen) constructieve delen van het bouwwerk alsmede van het bouwwerk zelf, voor zover het niet de hoofdlijn van de constructie dan wel het constructieprincipe betreft; Deze berekeningen en tekeningen moeten minimaal 3 weken voor de aanvang van de bouw worden ingediend en zijn goedgekeurd voor met de bouw mag worden gestart. Met de werkzaamheden ten behoeve van de vorengenoemde onderdelen mag pas een begin worden gemaakt, nadat door Milieu en Bouwen de gegevens en bescheiden zijn goedgekeurd. Bouwbesluit Het bouwwerk moet voldoen aan het Bouwbesluit 2003. 1. Afdeling 2.12 Beperking van ontwikkeling van brand § 2.12.1 Nieuwbouw Eis: Artikel 2.91 Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat brand zich niet te snel kan ontwikkelen. Constructiematerialen dienen te voldoen aan klasse 4 van NEN 6065, dit komt overeen met de Europese norm EN 13501-1 klasse D. Toelichting: Materialen die worden aangebracht moeten aantoonbaar aan deze klasse voldoen. 2.
Afdeling 2.15 Beperking ontstaan van rook § 2.15.1 Nieuwbouw Eis: artikel 2.125 Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat het zich snel ontwikkelen van rook voldoende wordt beperkt. Toelichting: Rook beperkt in ernstige mate de vluchtkansen, daarom mag een materiaal niet teveel rook produceren. Te gebruiken materialen mogen bij brand geen grotere rookdichtheid produceren dan 10m¯¹ bepaald overeenkomstig NEN 6066, dit komt overeen met de Europese norm EN13501-1 klasse s2. Dit mag later worden aangetoond.
3. Besluit brandveilig gebruik bouwwerken artikel 2.12.1 gebruiksmelding Eis:
o
o
Het is verboden om zonder of in afwijking van een gebruiksvergunning een bouwwerk in gebruik te nemen of te gebruiken voor zover daarin bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen. Het is verboden om zonder of in afwijking van een gebruiksvergunning een bouwwerk in gebruik te nemen of te gebruiken voor zover daarin dagverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar of meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen.
Bouwverordening
Artikel 4.1
Intrekken van de bouwvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen de bouwvergunning intrekken, indien: a. binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning geen begin met de bouwwerkzaamheden is gemaakt; b. tussen het begin en het einde van de bouwwerkzaamheden deze werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van 26 weken stil liggen. Artikel 4.2
Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden
Op het bouwterrein moet de bouwvergunning aanwezig zijn en op verzoek aan het bouwtoezicht ter inzage worden gegeven. Artikel 4.5
Kennisgeving start bouwwerkzaamheden
1. De afdeling Milieu en Bouwen dient minstens 2 werkdagen voor de aanvang van de volgende onderdelen van het bouwproces in kennis worden gesteld: a. bij de aanvang van de werkzaamheden; b. bij de aanvang van de ontgravingswerkzaamheden; c. bij de aanvang van de grondverbeteringswerkzaamheden; 2. De afdeling Milieu en Bouwen dienst tenminste 2 werkdagen van tevoren in kennis te worden gesteld van het storten van beton. Per fax: 4 werkdagen van tevoren. U kunt dit ook via onze site melden, www.dalfsen.nl Artikel 4.11
Bouwafval
1. Het bouwafval moet op de bouwplaats ten minste worden gescheiden in de volgende fracties: a. de als gevaarlijk aangeduide afvalstoffen van hoofdstuk 17 de Afvalstoffenlijst behorende bij de Regeling Europese afvalstoffenlijst (EURAL; Stcr. 17 augustus 2001, nr. 158, blz. 9); 3
b. steenwol, mits dit meer dan 1 m per bouwproject bedraagt; 3 c. glaswol, mits dit meer dan 1 m per bouwproject bedraagt; d. overig afval. Overig afval, zoals bedoeld onder d, moet op de bouwplaats gescheiden worden gehouden van de fracties, bedoeld onder a, b en c. 2. Overig afval dat uit één afvalstof bestaat, evenals de fracties bedoeld onder a, b en c, moeten worden afgevoerd naar een bewerkingsinrichting of verwerkingsinrichting, dan wel een inzamelaar die bevoegd is deze afvalstoffen te ontvangen. 3. Bedraagt de totale hoeveelheid bouwafval die vrijkomt bij een bouwproject minder dan de inhoud 3 van één container van 10 m , dan mag degene die bedrijfsmatig bouwwerkzaamheden verricht dit bouwafval meenemen naar zijn bedrijf voor tijdelijke opslag.
Artikel 4.14
Verbod ingebruikneming
Na de bouw van het bouwwerk is het verboden dit bouwwerk in gebruik te geven of te nemen indien één van de volgende omstandigheden zich voordoet: a. het bouwwerk is niet gereed gemeld bij de afdeling Milieu en Bouwen; b. er is niet gebouwd overeenkomstig de bouwvergunning.