Nortel CallPilot
Gebruikershandleiding Multimedia Messaging
NN44200-106-DU
Documentstatus: Standaard Documentversie: 01.02 Documentdatum: 26-04-2007 Copyright © 2007, Nortel Networks Alle rechten voorbehouden. Tekst geproduceerd in Canada Deze informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Nortel Networks behoudt zich het recht voor het ontwerp of de componenten te wijzigen wanneer de engineering en productie dit toelaten. Het proces waarbij gegevens- en gesproken berichten tussen CallPilot en haar servers, schakelaars of systeem worden overgedragen, is eigendom van Nortel Networks. Enig ander gebruik van de gegevens en het overdrachtproces vormt een schending van de gebruikerslicentie, tenzij voor een dergelijk gebruik vooraf specifiek schriftelijk toestemming is gegeven door Nortel Networks. Een schending van de licentie door ander gebruik van dit proces of de bijbehorende hardware biedt gronden voor onmiddellijke beëindiging van de licentie. Nortel Networks behoudt zich het recht voor, elke mogelijke compensatie voor een dergelijke schending te verkrijgen. De handelsmerken van Nortel Networks en derden worden op de volgende pagina's weergegeven: *Nortel, het Nortel-logo, het Globemark en Unified Networks, BNR, CallPilot, DMS, DMS-100, DMS-250, DMS-MTX, DMS-SCP, DPN, Dualmode, Helmsman, IVR, MAP, Meridian, Meridian 1, Meridian Link, Meridian Mail, Norstar, SL-1, SL-100, Succession, Supernode, Symposium, Telesis en Unity zijn handelsmerken van Nortel Networks. 3COM is een handelsmerk van 3Com Corporation. ACCENT is een handelsmerk van Accent Software International Ltd. ADOBE is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. AMDEK is een handelsmerk van Amdek Corporation. AT&T is een handelsmerk van American Telephone en Telegraph Corporation. ATLAS is een handelsmerk van Quantum Corporation. ATRIA is een handelsmerk van Pure Atria Corporation. BLACKBERRY is een handelsmerk van Research in Motion Limited. CASEWARE is een handelsmerk van Caseware International, Inc. CONTINUUS is een handelsmerk van Continuus Software Corporation. CRYSTAL REPORTS is een handelsmerk van Seagate Software Inc. DEFINITY is een handelsmerk van Avaya Inc. DIALOGIC, INTEL en VOICEBRIDGE zijn handelsmerken van Intel Corporation. DIVX is een handelsmerk van DivXNetworks, Inc. EUDORA en QUALCOMM zijn handelsmerken van Qualcomm, Inc. eTrust en InoculateIT zijn handelsmerken van Computer Associates Think Inc. DIRECTX, EXCHANGE.NET, FRONTPAGE, INTERNET EXPLORER, LINKEXCHANGE, MICROSOFT, MICROSOFT EXCHANGE SERVER, MS-DOS, NETMEETING, OUTLOOK, POWERPOINT, VISUAL STUDIO, WINDOWS, WINDOWS MEDIA en WINDOWS NT zijn handelsmerken van Microsoft Corporation. GROUPWISE en NOVELL zijn handelsmerken van Novell Inc.
HITACHI is een handelsmerk van Hitachi Limited. LOGITECH is een handelsmerk van Logitech, Inc. LUCENT is een handelsmerk van Lucent Technologies, Inc. MATRA is een handelsmerk van Matra Hachette. MCAFFEE en NETSHIELD zijn handelsmerken van McAfee Associates, Inc. MYLEX is een handelsmerk van Mylex Corporation. NET2PHONE is een handelsmerk van Net2Phone, Inc. NETOPIA is een handelsmerk van Netopia, Inc. NETSCAPE COMMUNICATOR is een handelsmerk van Netscape Communications Corporation. NOTES is een handelsmerk van Lotus Development Corporation. NORTON ANTIVIRUS en PCANYWHERE zijn handelsmerken van Symantec Corporation. POWERQUEST is een handelsmerk van PowerQuest Corporation. PROMARK en RHOBOT zijn handelsmerken van DMI Promark, Inc. QUICKTIME is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. RADISYS is een handelsmerk van Radisys Corporation. ROLM is een handelsmerk van Siemens ROLM Communications Inc. SLR4, SLR5 en TANDBERG zijn handelsmerken van Tandberg Data ASA. SONY is een handelsmerk van Sony Corporation. SYBASE is een handelsmerk van Sybase, Inc. TEAC is een handelsmerk van TEAC Corporation. UNIX is een handelsmerk van X/Open Company Limited. US ROBOTICS, het US ROBOTICS-logo en SPORTSTER zijn handelsmerken van US Robotics. WINAMP is een handelsmerk van Nullsoft, Inc. WINRUNNER is een handelsmerk van Mercury Interactive Corporation. WINZIP is een handelsmerk van Nico Mak Computing, Inc.
Inhoudsopgave Ondersteuning verkrijgen
7
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
9
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
6
Inhoudsopgave
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Ondersteuning verkrijgen In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u ondersteuning kunt krijgen bij producten en services van Nortel.
Ondersteuning via de website van Nortel De beste manier om technische ondersteuning te krijgen bij producten van Nortel is via de Technical Support-website van Nortel: http://www.nortel.com/support Op deze site hebt u direct toegang tot software, documentatie, bulletins en hulpprogramma's om problemen met producten van Nortel op te lossen. Op deze site kunt u: •
software, documentatie en productbulletins downloaden;
•
de Technical Support-website en de Nortel Knowledge Base doorzoeken om antwoorden op technische problemen te vinden;
•
u aanmelden om bij het verschijnen van nieuwe software en documentatie voor Nortel-apparatuur automatisch op de hoogte te worden gesteld;
•
dossiers over technische problemen openen en beheren.
Telefonische ondersteuning van een Nortel Solutions Center Als u de gewenste informatie niet vindt op de Technical Support-website van Nortel en een contract met Nortel voor ondersteuning hebt, kunt u ook telefonische ondersteuning verkrijgen van een Nortel Solutions Center. In Noord-Amerika belt u 1-800-4NORTEL (1-800-466-7835). Buiten Noord-Amerika gaat u naar de volgende website om het telefoonnummer van uw regio op te zoeken: http://www.nortel.com/callus
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
8
Ondersteuning verkrijgen
Ondersteuning van een expert met behulp van een ERC (Express Routing Code) Voor de toegang tot sommige Nortel Technical Solutions Centers kunt u een ERC (Express Routing Code) gebruiken om snel een expert op het gebied van uw Nortel-product of -service aan te telefoon te krijgen. Als u de ERC voor uw product of service wilt opzoeken, gaat u naar: http://www.nortel.com/erc
Ondersteuning via een Nortel-distributeur of -wederverkoper Als u bij een distributeur of geautoriseerde wederverkoper een servicecontract hebt aangeschaft voor uw Nortel-product, neemt u contact op met de afdeling voor technische ondersteuning van de betreffende distributeur of wederverkoper.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken CallPilot* van Nortel is een geavanceerd communicatiesysteem voor bedrijven, dat u ongekende flexibiliteit voor het beheer van berichten biedt. U kunt op uw telefoon of op uw computer met CallPilot werken. Een aantal van de vele CallPilot-functies die u kunt gebruiken door de opdrachten op uw telefoon in te toetsen: •
Berichten afspelen.
•
Berichten doorsturen en beantwoorden.
•
Berichten opstellen, bewerken en verzenden.
•
Bellen en adresseren op naam of op nummer.
•
Berichtopties toevoegen, zoals Urgent, Vertrouwelijk en Bezorging op datum en tijd.
•
Aangepaste distributielijsten maken voor het verzenden van berichten.
•
Externe berichtmelding van inkomende berichten ontvangen.
•
Faxberichten ontvangen, afdrukken en verzenden.
•
E-mailberichten beluisteren.
•
Het doorsturen van berichten in- of uitschakelen.
Sommige functies, zoals faxberichten en het beluisteren van e-mail, zijn optioneel. Vraag de beheerder of deze functies voor u beschikbaar zijn.
Werken met CallPilot Deze handleiding gebruiken In deze handleiding wordt uitgebreid uitgelegd hoe u CallPilot met de druktoetsen van uw telefoon kunt bedienen. Als u een functie of service die in deze handleiding is beschreven wilt gebruiken maar u geen toegang tot deze functie hebt, neemt u contact op met de beheerder.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
10
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
Termen van CallPilot Toegangsnummers De beheerder geeft u de toegangsnummers die u voor CallPilot nodig hebt. Deze nummers kunt u bijhouden in Uw CallPilot-nummers.
Postbus In de CallPilot-postbus worden uw berichten, opgenomen begroetingen, distributielijsten en andere persoonlijke instellingen opgeslagen. U kunt u op elk gewenst moment bij uw postbus aanmelden om berichten af te spelen en om alle beschikbare functies en services van CallPilot te gebruiken. De beheerder geeft u een postbusnummer, dat meestal uw toestelnummer is.
Wachtwoord Uw postbus en de inhoud ervan zijn met uw persoonlijke wachtwoord beveiligd. Alle communicatie over en weer met CallPilot is vertrouwelijk. Niemand anders heeft toegang tot uw postbus.
Hulpbronnen Gesproken aanwijzingen Op uw telefoon wordt u door CallPilot bij iedere stap begeleid door middel van gesproken aanwijzingen. In de aanwijzingen hoort u wat u moet doen of welke opties beschikbaar zijn: u hoeft dus niet elke stap te onthouden. U kunt een aanwijzing onderbreken door de toets voor de volgende stap in te drukken.
Contextgevoelige hulp Op uw telefoon kunt u op elk gewenst moment op de stertoets (*) voor assistentie drukken wanneer u bij uw postbus bent aangemeld. U hoort dan welke opties voor de volgende stap beschikbaar zijn.
My CallPilot Op uw computer biedt My CallPilot op internet een pagina met nuttige informatie die bij de voor u beschikbare postbusopties, functies en services hoort.
Gedrukte hulp In aanvulling op deze gebruikershandleiding zijn een gedrukte naslagkaart en een gedrukte portefeuillekaart beschikbaar. Houd deze in de buurt van de telefoon of neem ze met u mee op reis.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Standaardopdrachten gebruiken
11
Toetsopdrachten van CallPilot
Standaardopdrachten gebruiken CallPilot beschikt over veel standaardopdrachten die voor alle functies hetzelfde zijn, dus hebt u geen hoofdmenu nodig. Zo is Afspelen bijvoorbeeld altijd 2, Opnemen altijd 5 en Help altijd *. Als u deze standaardopdrachten uit het hoofd leert, kunt u alle functies van CallPilot gebruiken zonder dat u elke stap hoeft te onthouden.
Afspelen en opnemen Als u berichten wilt afspelen, berichten wilt opnemen en begroetingen wilt opnemen, gebruikt u de volgende standaardopdrachten:
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
12
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
Berichtopdrachten en postbusopdrachten Meer functies kunt u vanuit de berichtenlijst gebruiken met deze twee groepen opdrachten: opdrachten die u voor het huidige bericht gebruikt beginnen met 7. Opdrachten die u voor het beheer van uw postbus gebruikt beginnen met 8.
Altijd beschikbaar U kunt op elk gewenst moment op de stertoets (*) drukken voor contextgevoelige Help. Druk op de nummertoets ( #) om het afspelen of opnemen te stoppen, een menuselectie te annuleren, gegevensinvoer te beëindigen of het adresseren te stoppen.
Aanmelden bij de postbus Wanneer u zich bij de CallPilot-postbus aanmeldt, hebt u het toegangsnummer voor CallPilot-multimediaberichten en uw eigen postbusnummer en wachtwoord nodig. De beheerder geeft u deze nummers en de andere nummers die u nodig hebt voor de functies en services van CallPilot. Deze nummers kunt u bijhouden in Uw CallPilot-nummers.
Voor het eerst aanmelden De beheerder geeft u een tijdelijk wachtwoord dat u dient te wijzigen wanneer u zich voor het eerst aanmeldt. Stap
Actie
1
Bedenk een nieuw wachtwoord. Zie Uw wachtwoord wijzigen.
2
Volg de onderstaande stappen om u met het tijdelijke wachtwoord aan te melden.
3
Wanneer u wordt verzocht een nieuw wachtwoord in te voeren, volgt u de aanwijzingen. Zie Uw wachtwoord wijzigen. —Einde—
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Uw wachtwoord wijzigen
13
Aanmelden U kunt zich met elke druktoetstelefoon bij uw postbus aanmelden. Wanneer u zich met uw eigen telefoon aanmeldt, kunt u mogelijk een berichttoets indrukken in plaats van het toegangsnummer te bellen. Stap
Actie
1
Bel het toegangsnummer voor CallPilot-multimediaberichten of druk op de berichttoets van uw telefoon.
2
Voer uw postbusnummer in en druk vervolgens op #. Of druk op uw eigen telefoon op #.
3
Voer uw wachtwoord in en druk vervolgens op #. U bent nu in uw postbus en kunt nu alle opdrachten voor de berichtenlijst gebruiken. —Einde—
Aanmelden vanaf een faxtelefoon U kunt u bij uw postbus aanmelden vanaf een faxtelefoon; u gebruikt dan het toegangsnummer van de faxtelefoon. Volg de stappen voor aanmelding die hierboven zijn beschreven. Voor meer informatie over het afdrukken op een faxtelefoon raadpleegt u Faxberichten afdrukken.
Aanmelden met Automatische aanmelding Automatische aanmelding is een optie die u het aanmelden vergemakkelijkt, omdat u uw postbusnummer en wachtwoord niet hoeft in te voeren. De beheerder kan u voor Automatische aanmelding het gebruik van beveiligde nummers toestaan, bijvoorbeeld het nummer van uw telefoon op kantoor of thuis. Zie Automatische aanmelding in- en uitschakelen. Als u de postbus wilt openen wanneer Automatische aanmelding is ingeschakeld, belt u het toegangsnummer voor CallPilot of drukt u op de berichttoets bij een van de door u opgegeven nummers voor Automatische aanmelding.
Afmelden Wanneer u klaar bent met uw sessie in CallPilot, drukt u op 8 3 om de verbinding te verbreken of hangt u op.
Uw wachtwoord wijzigen
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
14
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
Wanneer u zich voor het eerst aanmeldt, dient u het wachtwoord dat u eerst hebt gekregen te veranderen. Hierna kunt u het wachtwoord zo vaak als nodig is wijzigen. De beheerder stelt de minimumlengte van het wachtwoord in.
Het wachtwoord wijzigen Stap
Actie
1
Druk op 8 4 wanneer u bent aangemeld bij uw postbus.
2
Voer uw huidige wachtwoord in en druk vervolgens op #. Opmerking: U ziet mogelijk streepjes in plaats van cijfers als u een telefoon met een display hebt.
3
Voer uw nieuwe wachtwoord in en druk vervolgens op #.
4
Voer uw nieuwe wachtwoord nogmaals in en druk vervolgens op #. —Einde—
Wanneer het wachtwoord verloopt, volgt u de stappen voor het wijzigen van een wachtwoord. Als u uw wachtwoord vergeet, kan de beheerder u een tijdelijk wachtwoord geven. Meld u met het tijdelijke wachtwoord aan en wijzig het onmiddellijk.
Een veilig wachtwoord kiezen In CallPilot is het niet mogelijk om wachtwoorden te gebruiken die te kort of te eenvoudig zijn, of die u kort geleden al hebt gebruikt. Bovendien moet u in CallPilot regelmatig uw wachtwoord wijzigen volgens het schema dat de beheerder heeft ingesteld. Bescherm uw postbus door een wachtwoord te kiezen dat niet gemakkelijk kan worden geraden. Kies een systeem voor het maken van wachtwoorden dat u goed kunt onthouden maar dat voor anderen moeilijk te raden is. U kunt bijvoorbeeld een uniek en gemakkelijk te onthouden wachtwoord maken door een combinatie van cijfers en letters op de druktoetsen van uw telefoon te gebruiken.
Uw naam opnemen Uw persoonlijke verificatie wordt voor uw begroetingen en geadresseerde berichten gebruikt, en voor expresberichten, voor het kiezen op naam en voor aankondigingen voor externe berichtmelding.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Begroetingen opnemen
15
Een persoonlijke verificatie opnemen Stap
Actie
1
Druk wanneer u bent aangemeld bij uw postbus op 8 2 voor Begroetingen en vervolgens op 9 om uw naam op te nemen.
2
Wanneer dat wordt gevraagd, voert u het nummer van uw postbus in; vervolgens drukt u op #. U hoort de naam die is opgenomen, indien aanwezig.
3
Druk op 5 om op te nemen. Wacht op de toon en neem vervolgens uw naam op.
4
Druk op # om de opname te beëindigen. —Einde—
Uw persoonlijke verificatie afspelen, verwijderen of opnieuw opnemen U kunt uw persoonlijke verificatie op dezelfde manier als uw begroetingen afspelen, verwijderen of opnieuw opnemen. Zie Begroetingen opnemen. Als u uw persoonlijke verificatie verwijdert, horen de personen die u opbellen alleen uw postbusnummer of uw naam, die dan letter voor letter wordt gespeld.
Terugkeren naar uw berichten Druk op 4 wanneer u klaar bent met het opnemen van uw persoonlijke verificatie.
Begroetingen opnemen U kunt externe, interne en tijdelijke begroetingen opnemen. Bellers van buiten uw organisatie horen uw externe begroeting; bellers binnen uw organisatie horen uw interne begroeting. Als u geen interne begroeting opneemt, horen alle bellers uw externe begroeting. U kunt een tijdelijke begroeting opnemen om bellers te laten weten dat u niet op kantoor bent. Alle bellers horen uw tijdelijke begroeting als u deze hebt opgenomen. Laat de mensen die u bellen, weten op welke datums of tijden u afwezig bent en wanneer u uw berichten ophaalt. U instellen dat uw postbus berichten weigert wanneer u afwezig bent. Zie Berichten blokkeren. Houd de begroetingen kort en bondig, en spreek duidelijk. Controleer uw begroetingen door uw nummer vanaf een externe en een interne telefoon te bellen.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
16
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
De begroeting opnemen Stap
Actie
1
Druk op 8 2 wanneer u bent aangemeld bij uw postbus.
2
Druk op 1 voor een externe begroeting, op 2 voor een interne begroeting of op 3 voor een tijdelijke begroeting.
3
Druk op 5 om op te nemen. Wacht op de toon en neem vervolgens uw begroeting op.
4
Druk op # om de opname te beëindigen. —Einde—
Uw begroeting afspelen, verwijderen of opnieuw opnemen Wanneer u bij de begroeting bent, kunt u deze afspelen, verwijderen of opnieuw opnemen. •
Druk op 2 als u de begroeting wilt afspelen.
•
Druk op 7 6 als u de begroeting wilt verwijderen.
•
Druk op 5 op de plaats waar u wilt beginnen met het opnieuw opnemen van uw begroeting of het toevoegen. Neem de nieuwe begroeting op en druk vervolgens op #.
De verloopdatum voor de tijdelijke begroeting instellen U kunt een maand, dag en tijd instellen waarop de tijdelijke begroeting verloopt. Wanneer de tijdelijke begroeting is verlopen, horen de bellers uw externe of interne begroeting. Stap
Actie
1
Druk wanneer u bij uw tijdelijke begroeting bent op 9 om de verloopdatum in te stellen.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Berichten blokkeren
2
17
Voer de maand, de dag en de tijd in en druk na elke invoer op #. •
Druk voor de huidige maand of dag alleen op #.
•
Druk op 9 0 0 # om de tijd in te stellen op 09:00. Druk voor a.m. op 1 en voor p.m. op 2. De verlooptijd is 9:00 in de tijdzone van de locatie van uw postbus.
•
Druk op # voor de standaardverlooptijd van één minuut na middernacht op de datum die u hebt opgegeven.
•
Druk op ### als u niet wilt dat de begroeting verloopt. —Einde—
Als u geen verloopdatum instelt of als u alleen op # drukt bij het instellen van de maand, dag en tijd, blijft uw tijdelijke begroeting van toepassing totdat u deze verwijdert.
Terugkeren naar uw berichten Druk op 4 wanneer u klaar bent met het opnemen van uw begroetingen.
Een aangepaste operator toewijzen U kunt de bellers in de gelegenheid stellen een bericht achter te laten of ze door te verbinden met een van uw assistenten of collega's. Vertel de bellers in uw begroeting dat ze op 0 moeten drukken als ze tijdens uw afwezigheid deze persoon willen spreken. Het aangepaste operatornummer is het nummer waarmee uw bellers worden doorverbonden wanneer deze op 0 drukken. Vraag de beheerder of deze functie voor u beschikbaar is.
Uw aangepaste operatornummer controleren en toewijzen Stap
Actie
1
Druk wanneer u bent aangemeld bij uw postbus op 8 0 voor postbusopties en vervolgens op 1 om het aangepaste operatornummer te controleren. U krijgt dan het huidige aangepaste operatornummer te horen.
2
Voer het nieuwe aangepaste operatornummer in en druk op #. —Einde—
Berichten blokkeren
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
18
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
U kunt tijdelijk voorkomen dat bellers berichten in uw postbus achterlaten. U kunt de bellers laten doorverbinden met een operator of de verbinding verbreken. Wanneer het blokkeren van berichten is ingeschakeld, dient u uit beleefdheid een tijdelijke begroeting op te nemen waarin u uitlegt waarom of hoe lang u afwezig bent en wat de bellers moeten doen. Vraag de beheerder of het blokkeren van berichten voor u beschikbaar is.
Berichten blokkeren en opties instellen Stap
Actie
1
Druk op 8 0 voor postbusopties en vervolgens op 7 voor het blokkeren van berichten.
2
Het blokkeren van berichten in- of uitschakelen:
3
•
Druk op 1 om het blokkeren van berichten permanent in te schakelen.
•
Druk op 2 om het blokkeren van berichten uit te schakelen.
•
Druk op 3 om alleen berichten te blokkeren wanneer u een tijdelijke begroeting hebt ingesteld.
Als u bellers door wilt verbinden met de aangepaste operator die u hebt toegewezen, drukt u op 1.Of druk op 2 om de verbinding met de bellers na de begroeting te verbreken. —Einde—
Automatische aanmelding in- en uitschakelen Vraag de beheerder of Automatische aanmelding voor u beschikbaar is. Zie Aanmelden met Automatische aanmelding. Stap
Actie
1
Druk wanneer u bent aangemeld bij uw postbus op 8 0 voor postbusopties en vervolgens op 4 voor Automatische aanmelding.
2
Druk op 1 om Automatische aanmelding in te schakelen of druk op 2 om de functie uit te schakelen. —Einde—
Terugkeren naar spraakopdrachten
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Berichten afspelen
19
Wanneer u bij uw postbus bent aangemeld door middel van spraakgestuurde berichten en u tijdelijk overschakelt naar toetsopdrachten, kunt u op eenvoudige wijze terugkeren naar spraakopdrachten. Druk op 8 5 voor CallPilot Extra en vervolgens op 4 om terug te keren naar spraakgestuurde berichten.
Berichten afspelen U wordt door CallPilot op de hoogte gesteld van nieuwe berichten. Misschien is uw telefoon uitgerust met een lampje dat nieuwe berichten aangeeft of misschien hoort u een speciale beltoon wanneer u de hoorn van de haak neemt. Berichten kunnen spraakberichten, faxberichten, spraak-enfaxberichten of e-mailberichten zijn. E-mailberichten staan in een afzonderlijke lijst; zie E-mailberichten beluisterenVraag de beheerder of de fax- en e-mailopties voor u beschikbaar zijn. In het postbusoverzicht krijgt u het aantal nieuwe spraak- en faxberichten in de berichtenlijst te horen, en of sommige berichten urgent zijn. In het overzicht krijgt u tevens te horen of er onverzonden opgenomen berichten zijn en of de faxberichten zijn afgedrukt. De berichtkoppen bevatten de naam van de afzender en de datum en tijd waarop het bericht in uw postbus is bezorgd. Faxen hebben een id en een afdrukstatus.
Berichten afspelen Wanneer u zich bij CallPilot aanmeldt, hoort u het postbusoverzicht en vervolgens de berichtkop van het eerste nieuwe bericht. (Als Automatisch afspelen is ingeschakeld, worden uw berichten automatisch afgespeeld.) Stap
Actie
1
Wanneer u zich in de berichtenlijst bevindt, kunt u naar elk gewenst bericht gaan en het afspelen. •
Druk op 2 om het huidige bericht af te spelen.
•
Druk op 6 om naar het volgende bericht te gaan en op 4 om naar het vorige bericht te gaan.
•
Druk op 8 6 om naar een specifiek bericht te gaan, voer het berichtnummer in en druk vervolgens op #.
•
Druk op 6 om weer naar het eerste bericht te gaan wanneer u het einde van de berichtenlijst hebt bereikt.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
20
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
2
Druk op 8 3 wanneer u de berichten hebt afgespeeld om u af te melden bij CallPilot of hang op. Als u nog andere berichtfuncties wilt gebruiken, kunt u ook aangemeld blijven. —Einde—
Berichten controleren en beantwoorden Wanneer u een bericht aan het afspelen bent, kunt u de volgende berichtopdrachten gebruiken: •
Druk op 1 om vijf seconden terug te gaan in het bericht en druk op 3 om vijf seconden verder te gaan in het bericht.
•
Druk op # om te pauzeren en druk op 2 om door te gaan.
•
Druk op 2 1 om een bericht langzamer af te spelen en druk op 2 3 om een bericht sneller af te spelen. U kunt de snelheid verhogen tot maximaal drie keer de normale snelheid en de snelheid verlagen tot twee keer langzamer dan normaal.
•
Druk op 2 4 om een bericht zachter af te spelen en op 2 6 om een bericht harder af te spelen. U kunt het volume verhogen tot maximaal drie keer het normale volume en verlagen tot twee keer het normale volume. De volgende keer wanneer u zich aanmeldt, is het volume voor berichten weer normaal.
Voor, tijdens en na het afspelen van een bericht kunt u de volgende berichtopdrachten gebruiken: •
Druk op 7 2 om de berichtspecificaties af te spelen.
•
Druk op 7 6 om het bericht te markeren voor verwijdering bij afmelding en naar het volgende bericht te gaan. Ga terug naar het bericht en druk op 7 6 om het verwijderde bericht te herstellen (voordat u de verbinding verbreekt).
•
Druk op 7 7 om een faxbericht af te drukken. Zie Faxberichten afdrukken.
•
Als u het bericht wilt beantwoorden, raadpleegt u De afzender bellen, De afzender beantwoorden, De afzender en alle geadresseerden beantwoorden en Een bericht doorsturen.
•
Druk op 7 * voor assistentie bij berichtopdrachten.
De berichtsnelheid wijzigen U kunt tijdens het afspelen van een bericht de snelheid wijzigen. Als de beller bijvoorbeeld zeer snel spreekt, kunt u het bericht langzamer afspelen.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Berichten verwijderen en herstellen
21
Een bericht sneller of langzamer afspelen Druk wanneer u een bericht afspeelt op 2 1 om het langzamer af te spelen of druk op 2 3 om het sneller af te spelen. U kunt de snelheid verhogen tot maximaal drie maal sneller dan normaal, en verlagen tot twee maal langzamer dan normaal.
Het berichtvolume wijzigen U kunt tijdens het afspelen van een bericht het volume wijzigen. Als u bijvoorbeeld een bericht in een luidruchtige omgeving afspeelt, kunt u het volume verhogen om het bericht beter te kunnen horen. Wanneer u bij CallPilot bent aangemeld, worden alle berichten op het door u ingestelde volume afgespeeld, tenzij u de instelling wijzigt. De volgende keer wanneer u zich aanmeldt, is het volume voor berichten weer normaal.
Het berichtvolume verhogen of verlagen Druk bij het afspelen van een bericht op 2 4 om het volume te verhogen of op 2 6 om het volume te verlagen. U kunt het volume verhogen tot maximaal drie maal harder dan normaal, en verlagen tot twee maal zachter dan normaal.
Berichten verwijderen en herstellen U kunt een bericht verwijderen en herstellen (verwijderen ongedaan maken) voor, tijdens of na het afspelen van het bericht. Verwijderde berichten worden aan het einde van uw CallPilot-sessie uit de postbus verwijderd. Nadat u de verbinding hebt verbroken, kunt u een bericht niet meer herstellen.
Een bericht verwijderen Druk wanneer u zich in een bericht bevindt op 7 6 om dit te markeren voor verwijdering bij afmelding en om naar het volgende bericht te gaan.
Een bericht herstellen Ga voordat u de verbinding verbreekt terug naar het bericht dat gemarkeerd is voor verwijdering en druk op 7 6 om het te herstellen.
Berichtenopslag Uw afgespeelde berichten worden automatisch verwijderd op het tijdstip dat door de beheerder wordt ingesteld. U kunt automatisch verwijderde berichten controleren en herstellen. Druk op 7 6 om een automatisch verwijderd bericht te herstellen wanneer u hierom wordt gevraagd. Vraag de beheerder of u deze functie kunt gebruiken.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
22
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
Faxberichten afdrukken In CallPilot kunt u een faxbericht in uw postbus ontvangen en de fax op een geselecteerd faxnummer afdrukken. Een faxbericht is mogelijk alleen een fax, of een fax die aan een spraakbericht is toegevoegd. Een spraakbericht kan meer dan één faxbijlage hebben. Vraag de beheerder of de faxoptie voor u beschikbaar is. Zie Faxopties wijzigenom een standaardfaxnummer in te stellen of om Automatisch afdrukken in te stellen.
Faxberichten afdrukken U kunt een bepaald faxbericht of alle faxen afdrukken. Stap
Actie
1
Druk wanneer u zich in een bericht bevindt dat een fax is of dat een faxbijlage heeft op 7 7 om af te drukken.
2
3
•
Druk op 1 om alleen deze fax af te drukken.
•
Druk op 2 om alle niet-afgedrukte faxen af te drukken na het afspelen van uw berichten.
•
Druk op 3 om alle faxen in uw postbus af te drukken.
Laat CallPilot weten waar de fax moet worden afgedrukt. •
Voer het faxnummer voor het afdrukken in en druk vervolgens op #.
•
Of druk op # om af te drukken op het standaardfaxnummer. Zie Faxopties wijzigen.
Druk op # nadat uw selectie door CallPilot is bevestigd. —Einde—
Afdrukken op de faxtelefoon waarmee u aan het bellen bent U kunt afdrukken op de faxtelefoon waarop u aan het bellen bent door u vanaf de faxtelefoon bij uw postbus aan te melden met het toegangsnummer voor de faxtelefoon. Druk de faxen af aan het einde van de postbussessie. De verbinding met CallPilot wordt verbroken wanneer het afdrukken van de faxen begint. Stap
Actie
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
E-mailberichten beluisteren
23
1
Meld u vanaf een faxtelefoon aan met het toegangsnummer voor de faxtelefoon.
2
Druk wanneer u zich in een bericht bevindt dat een fax is of dat een faxbijlage heeft op 7 7 om af te drukken. •
Druk op 1 om alleen deze fax af te drukken.
•
Druk op 2 om alle niet-afgedrukte faxen af te drukken na het afspelen van uw berichten.
•
Druk op 3 om alle faxen in uw postbus af te drukken.
3
Druk op 0 # wanneer u wordt verzocht het faxnummer in te voeren.
4
Druk op de faxtelefoon op Verzenden of Starten. —Einde—
E-mailberichten beluisteren Wanneer u bij CallPilot bent aangemeld, kunt u controleren of u nieuwe emailberichten hebt. U kunt snel door de lijst met e-mailberichten gaan om van elke e-mail de afzender en het onderwerp te beluisteren. U kunt de tekstinhoud van een e-mail beluisteren en u kunt de e-mail op een faxapparaat afdrukken. Vraag de beheerder of deze functie voor u beschikbaar is.
E-mailberichten controleren Stap
Actie
1
Druk wanneer u bent aangemeld bij CallPilot op 8 9 om over te schakelen van de lijst met spraakberichten naar de lijst met emailberichten. CallPilot haalt de nieuwe e-mailberichten uit het Postvak In op.
2
Terwijl u wacht, kunt u op 8 9 drukken om terug te gaan naar de spraakberichten. Druk nogmaals op 8 9 om over te schakelen naar uw e-mailberichten. Wanneer uw e-mailberichten gereed zijn, wordt u door CallPilot verteld hoeveel nieuwe e-mailberichten u hebt.
3
Luister naar de kopinformatie van uw eerste nieuwe e-mail. U hoort de naam van de afzender, het onderwerp, de datum en de tijd waarop het bericht is opgehaald. U kunt naar het bericht luisteren of op 6 drukken om naar de volgende nieuwe e-mail te gaan.
4
Druk op 2 om naar de tekstinhoud van het bericht te luisteren.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
24
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
5
•
Gebruik de standaardafspeelopdrachten voor het pauzeren, teruggaan of verdergaan en het veranderen van de snelheid en het volume. Zie Berichten afspelen.
•
Druk op 7 6 om de berichten te markeren zodat ze worden verwijderd wanneer u zich afmeldt.
•
Druk op 7 7 om een e-mailbericht af te drukken op een faxapparaat. Voer het faxnummer in en druk op # of druk op # om af te drukken op het standaardfaxnummer. Druk op 0 # wanneer u vanaf een faxtelefoon belt en wordt gevraagd om het faxnummer in te voeren en druk vervolgens op Verzenden of Starten op de faxtelefoon.
Druk wanneer u klaar bent met het controleren van uw e-mail op 8 9 om terug te gaan naar uw spraakberichten. —Einde—
Opmerking 1: De koptekstinformatie wordt mogelijk niet afgespeeld als de e-mail is verzonden in een taal die niet kan worden gedecodeerd voor uw opgegeven taalvoorkeur. Opmerking 2: Als u e-mailberichten wilt doorsturen of beantwoorden en nieuwe e-mailberichten wilt opstellen, dient u de e-mailtoepassing op uw computer te openen door u bij uw e-mailprogramma aan te melden of op het tabblad E-mail in My CallPilot te klikken.
De instellingen van uw e-mailaccount voor CallPilot wijzigen U kunt CallPilot laten weten hoe uw e-mailberichten moeten worden verwerkt door de instellingen in My CallPilot te wijzigen. Wanneer u uw emailwachtwoord wijzigt, dient u het wachtwoord bij te werken in My CallPilot. U kunt een mannen- of vrouwenstem selecteren om uw berichten voor te lezen.
De afzender van een spraakbericht bellen U kunt de afzender van een bericht bellen als de afzender door CallPilot kan worden geadresseerd.
De afzender bellen Stap
Actie
1
Druk op 9 nadat u het bericht hebt beluisterd of tijdens het afspelen van het bericht om de afzender te bellen.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
De afzender beantwoorden
2
Spreek met de afzender of laat een bericht achter.
3
Hang op wanneer het gesprek is afgerond.
25
U kunt mogelijk terugkeren naar uw berichten zonder op te hangen en u nogmaals aan te melden. —Einde—
Opmerking: U kunt de sessie beëindigen door naar het bericht terug te gaan en vervolgens de telefoonverbinding te verbreken. Als u niet teruggaat naar het bericht voordat u de verbinding verbreekt, eindigt de sessie na 2,5 minuten.
De afzender beantwoorden U kunt een antwoord voor de afzender van een bericht opnemen als de afzender door CallPilot kan worden geadresseerd.
Een antwoord voor de afzender opnemen Stap
Actie
1
Druk op 7 1 nadat u het bericht hebt beluisterd of tijdens het afspelen van het bericht om de afzender te beantwoorden. Uw antwoord wordt automatisch geadresseerd. U hoeft geen naam of nummer op te geven.
2
Druk op 5 om uw antwoord op te nemen. Wacht op de toon en begin vervolgens met opnemen.
3
Druk op # om de opname van uw antwoord te beëindigen.
4
•
Als u uw bericht wilt controleren, raadpleegt u Het bericht controleren en bewerken.
•
Als u opties wilt toevoegen, raadpleegt u Berichtopties toevoegen.
•
Als u bijlagen wilt toevoegen, raadpleegt u Berichtbijlagen toevoegen.
Druk op 7 9 om het bericht te verzenden. —Einde—
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
26
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
De afzender en alle geadresseerden beantwoorden U kunt een antwoord voor de afzender en alle geadresseerden van een bericht opnemen als de nummers door CallPilot kunnen worden geadresseerd.
Een antwoord opnemen voor de afzender en alle geadresseerden van een bericht Stap
Actie
1
Druk op 7 4 nadat u het bericht hebt beluisterd of tijdens het afspelen van het bericht om de afzender en alle geadresseerden van het bericht te beantwoorden. Uw antwoord wordt automatisch geadresseerd. U hoeft geen namen of nummers in te voeren. •
Druk op 7 2 om de lijst met geadresseerden aan wie het antwoord wordt verzonden af te spelen.
2
Druk op 5 om uw antwoord op te nemen. Wacht op de toon en begin vervolgens met opnemen.
3
Druk op # om de opname van uw antwoord te beëindigen.
4
•
Als u uw bericht wilt controleren, raadpleegt u Het bericht controleren en bewerken.
•
Als u opties wilt toevoegen, raadpleegt u Berichtopties toevoegen.
•
Als u bijlagen wilt toevoegen, raadpleegt u Berichtbijlagen toevoegen.
Druk op 7 9 om het bericht te verzenden. —Einde—
Een bericht doorsturen U kunt berichten doorsturen naar een andere postbus, een distributielijst of een telefoonnummer. U kunt tevens een inleiding op het oorspronkelijke bericht opnemen. U kunt geen bericht doorsturen dat als Vertrouwelijk is gemarkeerd.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Een bericht opstellen
27
Een bericht doorsturen Stap
Actie
1
Druk op 7 3 nadat u het bericht hebt beluisterd of tijdens het afspelen van het bericht om het bericht door te sturen.
2
Voer het nummer in waaraan u het bericht wilt doorsturen en druk vervolgens op #. Herhaal deze stap voor elk extra nummer waaraan u het bericht wilt doorsturen. •
Meer informatie over het adresseren van uw bericht vindt u in Een bericht adresseren en Adresseren op naam.
•
Als u een adres moet annuleren, raadpleegt u Een adres annuleren.
3
Druk nogmaals op # wanneer u klaar bent met het invoeren van adressen om de lijst te beëindigen.
4
Druk op 5 als u een inleiding wilt opnemen. Wacht op de toon en begin vervolgens met opnemen.
5
Druk op # om de opname van uw inleiding te beëindigen.
6
•
Als u uw bericht wilt controleren, raadpleegt u Het bericht controleren en bewerken.
•
Als u opties wilt toevoegen, raadpleegt u Berichtopties toevoegen.
•
Als u bijlagen wilt toevoegen, raadpleegt u Berichtbijlagen toevoegen.
Druk op 7 9 om het bericht te verzenden. —Einde—
Een fax doorsturen U kunt een fax op dezelfde manier als een spraakbericht doorsturen en een inleiding opnemen. In de postbus van de geadresseerden dient de faxoptie te zijn geactiveerd om een faxbericht te kunnen ontvangen. U wordt door CallPilot geïnformeerd als uw faxbericht niet is bezorgd. Volg de dezelfde stappen als hierboven. Als u de fax verzendt, verstuurt CallPilot een voorblad voor doorgestuurde faxen waarop de nieuwe geadresseerde en uw naam of nummer als afzender staan vermeld.
Een bericht opstellen
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
28
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
Als u een bericht wilt opstellen, adresseert u het eerst, neemt u vervolgens het bericht op en verzendt u het. U kunt een bericht aan een of meer personen, distributielijsten, telefoon- of faxnummers adresseren. Voordat u een bericht verzendt, kunt u het bewerken en berichtopties toevoegen. U kunt tevens andere berichten, inclusief faxen, als bijlage aan uw nieuwe bericht bijvoegen en dit als geheel verzenden.
Een bericht adresseren, opnemen en verzenden U adresseert een bericht aan een of meer ontvangers voordat u met opnemen begint. Een adres is gewoonlijk een postbusnummer of een distributielijstnummer. U kunt berichten ook aan andere nummers adresseren of door de naam van een persoon te spellen. Stap
Actie
1
Druk op 7 5 wanneer u bent aangemeld bij uw postbus.
2
Voer het eerste adres in en druk vervolgens op #.
3
Voer meer adressen in, gevolgd door #. •
Zie Een bericht adresseren en Adresseren op naam.
•
Als u een adres moet annuleren, raadpleegt u hierna Een adres annuleren.
4
Druk nogmaals op # wanneer u klaar bent met het invoeren van adressen om de lijst te beëindigen.
5
Druk op 5 om uw bericht op te nemen. Wacht op de toon en begin vervolgens met opnemen.
6
Druk op # om de opname te beëindigen.
7
•
Als u uw bericht wilt controleren, raadpleegt u Het bericht controleren en bewerken.
•
Als u opties wilt toevoegen, raadpleegt u Berichtopties toevoegen.
•
Als u bijlagen wilt toevoegen, raadpleegt u Berichtbijlagen toevoegen.
Druk op 7 9 om het bericht te verzenden. —Einde—
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Een bericht adresseren
29
Een adres annuleren U kunt een adres dat u bij stap 2 hebt ingevoerd, annuleren. Nadat u op het definitieve hekje (#) aan het einde van de lijst hebt gedrukt, kunt u geen adressen meer verwijderen. Als u een distributielijstnummer annuleert, wordt de hele distributielijst uit uw adreslijst verwijderd. Stap
Actie
1
Druk op 0 # om het laatste adres dat u in de lijst had ingevoerd te verwijderen.
2
Herhaal deze stap voor elk adres dat u wilt annuleren en verwijder één adres tegelijk vanaf het einde van de lijst.
3
Ga terug naar stap 3 hierboven. —Einde—
Een bericht adresseren U kunt berichten adresseren aan lokale postbussen en distributielijsten. U kunt mogelijk ook berichten adresseren aan postbussen op andere locaties (netwerken), aan andere voicemailsystemen (open netwerken), aan internetgebruikers en aan ontvangers met telefoons of faxtelefoons zonder voicemail. Druk voor de vereiste voorvoegsels op * voor assistentie tijdens het adresseren van berichten of raadpleeg de beheerder. Deze voorvoegsels kunt u bijhouden in Uw CallPilot-nummers. Wanneer CallPilot u een postbusnummer vraagt, voert u indien nodig eerst het vereiste voorvoegsel en daarna het nummer in. Wanneer u alle benodigde adressen hebt ingevoerd, gaat u terug naar stap 3 in Een bericht adresseren, opnemen en verzenden.
Een bericht aan een lokale postbus adresseren Voer het postbusnummer in en druk vervolgens op #.
Een bericht aan een distributielijst adresseren Voer het distributielijstnummer in en druk vervolgens op #.
Een bericht aan een postbus op een andere netwerklocatie adresseren Voer het netwerkvoorvoegsel in, gevolgd door het postbusnummer, en druk vervolgens op #.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
30
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
Een bericht aan een postbus in een open netwerk adresseren Voer het voorvoegsel van het open netwerk in, gevolgd door het telefoonnummer voor systeemtoegang (neem dezelfde voorvoegsels die u gebruikt voor lokaal of interlokaal bellen vanaf uw telefoon) en druk vervolgens op #. Voer het postbusnummer in en druk vervolgens op #.
Een bericht aan een internetgebruiker adresseren Voer het SMTP-voorvoegsel (Simple Mail Transfer Protocol) en het nummer van de geadresseerde als één ononderbroken reeks cijfers in en druk vervolgens op #.
Een bericht aan een telefoon of faxtelefoon adresseren U kunt een opgenomen bericht aan een telefoon adresseren en verzenden en u kunt een faxbericht aan een faxtelefoon sturen. Voer indien nodig het prefix in, gevolgd door het telefoonnummer of faxnummer van de geadresseerde en druk vervolgens op #. Wanneer u een bericht naar een persoon op een telefoonnummer stuurt, wordt de telefoon van die persoon door CallPilot gebeld en hoort hij of zij dat er een bericht van u is. De ontvanger hoort van het systeem welke toets moet worden ingedrukt om het bericht te beluisteren, of het bericht wordt automatisch afgespeeld. De ontvanger kan reageren door een antwoord op te nemen. Als u een bericht met een combinatie van spraak en fax verzendt, wordt door CallPilot de spraak of de fax bezorgd, of beide, afhankelijk van het type berichten dat de geadresseerde kan ontvangen. U wordt door CallPilot op de hoogte gesteld als het spraak- of faxgedeelte van het bericht niet is bezorgd.
Adresseren op naam U kunt een adres invoeren door de naam van een persoon te spellen via de toetsen van de telefoon in plaats van een nummer in te voeren. U kunt het adresseren op naam gebruiken voor het adresseren van een bericht, het maken van een distributielijst, expresberichten en doorkiezen. Wanneer u alle benodigde adressen hebt ingevoerd, gaat u terug naar stap 3 in Een bericht adresseren, opnemen en verzenden.
Adresseren op naam Stap
Actie
1
Wanneer CallPilot een postbusnummer vraagt, voert u het voorvoegsel voor het adresseren op naam in.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Het bericht controleren en bewerken
• 2
31
Als u het voorvoegsel niet weet, drukt u op *.
Spel de achternaam en vervolgens de voornaam. •
Druk op 7 voor Q en druk op 9 voor Z. Als u met Quinn, Bob, wilt spreken, belt u 78466262.
•
Als u niet de volledige naam weet, voert u de eerste paar letters in en drukt u vervolgens op #. Selecteer in de lijst de mogelijke naam.
3
Zodra u een naam hoort, kunt u stoppen met het spellen van de naam. U hoeft niet op # te drukken. Het bericht wordt automatisch geadresseerd met het postbusnummer voor deze naam.
4
Als de naam deel uitmaakt van een reeks adressen, gaat u door met het invoeren van adressen. Wanneer u klaar bent, drukt u op # om de lijst te beëindigen. —Einde—
Het bericht controleren en bewerken Nadat u het bericht hebt opgenomen, kunt u het controleren voordat u het verzendt. Als u het bericht wilt afspelen of wijzigen, gebruikt u een van de volgende standaardopdrachten: •
Druk op 2 om het bericht af te spelen.
•
Druk op 1 om vijf seconden terug te gaan in het bericht en druk op 3 om vijf seconden verder te gaan in het bericht.
•
Druk op # om te pauzeren en druk op 2 om door te gaan.
•
Druk op 7 2 om de berichtspecificaties af te spelen, inclusief de lijst van geadresseerden.
•
Druk op 2 1 om een bericht langzamer af te spelen en druk op 2 3 om een bericht sneller af te spelen. U kunt de snelheid verhogen tot maximaal drie keer de normale snelheid en de snelheid verlagen tot twee keer langzamer dan normaal.
•
Druk op 2 4 om een bericht zachter af te spelen en op 2 6 om een bericht harder af te spelen. U kunt het volume verhogen tot maximaal drie keer het normale volume en verlagen tot twee keer het normale volume. De volgende keer wanneer u zich aanmeldt, is het volume voor berichten weer normaal.
•
Druk op 7 6 om het bericht te markeren voor verwijdering bij afmelding en naar het volgende bericht te gaan. Ga terug naar het bericht en druk op 7 6 om het verwijderde bericht te herstellen (voordat u de verbinding verbreekt).
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
32
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
•
Druk op 5 op de plaats waar u wilt beginnen om het bericht opnieuw op te nemen of iets toe wilt voegen. Neem het nieuwe bericht op en druk op # om het bericht af te sluiten.
•
Het oude bericht wordt door het nieuwe bericht vervangen vanaf het punt waarop u de nieuwe opname begint.
Berichtopties toevoegen Wanneer u een bericht maakt, kunt u aangeven of u het op een speciale manier wilt laten verwerken. De berichtopties zijn Urgent, Tegen laag tarief, Vertrouwelijk, Ontvangstbevestiging en Bezorging op datum en tijd. Een bericht kan niet tegelijkertijd als Urgent en Tegen laag tarief worden gemarkeerd. Voordat u het bericht verzendt, kunt u de opties controleren door op 7 2 te drukken om de berichtspecificaties af te spelen.
De optie Urgent toevoegen Wanneer u een bericht verzendt dat als Urgent is gemarkeerd, krijgt de ontvanger ervan in het postbusoverzicht en in de berichtkop een melding dat het bericht urgent is. Voordat u het bericht opneemt of nadat u het bericht hebt opgenomen drukt u op 7 0, en vervolgens op 1 om de optie Urgent toe te voegen. •
Druk op 7 0, en vervolgens nogmaals op 1 om de optie Urgent voor een bericht te annuleren.
De optie Tegen laag tarief toevoegen U kunt de optie Tegen laag tarief gebruiken voor berichten die naar andere netwerken worden verzonden. Berichten met de optie Tegen laag tarief worden door uw organisatie 's nachts verzonden, wanneer de tarieven goedkoper zijn. Voordat u het bericht opneemt of nadat u het bericht hebt opgenomen, drukt u op 7 0, en vervolgens op 3 om de optie Tegen laag tarief toe te voegen. •
Druk op 7 0 en vervolgens nogmaals op 3 om de optie Tegen laag tarief voor een bericht te annuleren.
De optie Vertrouwelijk toevoegen Wanneer u een bericht verzendt dat als Vertrouwelijk is gemarkeerd, kunnen de ontvangers in uw organisatie het bericht niet doorsturen of als bijlage aan een ander bericht toevoegen. Wees u ervan bewust dat de ontvangers in andere organisaties mogelijk niet zien dat het bericht Vertrouwelijk is en het eventueel wel kunnen doorsturen.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Berichtbijlagen toevoegen
33
Voordat u het bericht opneemt of nadat u het bericht hebt opgenomen, drukt u op 7 0, en vervolgens op 4 om de optie Vertrouwelijk toe te voegen. •
Druk op 7 0, en vervolgens nogmaals op 4 om de optie Vertrouwelijk voor een bericht te annuleren.
Om ontvangstbevestiging voor uw bericht verzoeken Wanneer u een bericht verzendt dat als Ontvangstbevestiging is gemarkeerd, wordt door CallPilot automatisch een afzonderlijk ontvangstbericht in uw postbus bezorgd nadat elke geadresseerde uw bericht heeft gelezen. Mogelijk geven sommige netwerken alleen aan dat het bericht door het systeem is ontvangen, niet dat het door de geadresseerden is gelezen. Voordat u het bericht opneemt of nadat u het bericht hebt opgenomen, drukt u op 7 0, en vervolgens op 5 voor de ontvangstbevestiging. •
Druk op 7 0, en vervolgens nogmaals op 5 om de optie voor ontvangstbevestiging voor een bericht te annuleren.
Een tijd instellen voor de bezorging van het bericht U kunt een bericht opstellen dat bij de geadresseerden op een datum en tijd in de toekomst wordt bezorgd. Stap
Actie
1
Voordat u het bericht opneemt of nadat u het bericht hebt opgenomen, drukt u op 7 0, en vervolgens op 6 voor Bezorging op datum en tijd.
2
Voer de maand, de dag en de tijd in en druk na elke invoer op #. •
Druk op 9 0 0 # om de tijd in te stellen op 09:00. Druk voor a.m. op 1 en voor p.m. op 2.Het bericht wordt in iedere tijdzone afgeleverd bij de geadresseerden om 09:00.
•
Druk voor de huidige maand of dag alleen op #.
•
Druk op # voor de aflevering van een minuut na middernacht op de datum die u hebt opgegeven.
•
Druk op # voor de maand, dag en tijd om Bezorging op datum en tijd voor een bericht te annuleren. —Einde—
Berichtbijlagen toevoegen
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
34
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
Een bijlage aan een bericht toevoegen U kunt een of meer spraakberichten, faxberichten of berichten met spraak en fax uit uw postbus aan het bericht toevoegen voordat u het bericht verzendt. U kunt geen bericht bijvoegen dat als Vertrouwelijk is gemarkeerd. Stap
Actie
1
Voordat u een bericht opneemt of nadat u het bericht hebt opgenomen, drukt u op 7 0 voor Berichtopties en vervolgens op 7 voor Bericht toevoegen.
2
Voer het berichtnummer of de fax-id van het bericht dat u wilt bijvoegen in aan het onverzonden bericht en druk vervolgens op #. •
Als u het nummer van een spraak/faxbericht invoert, worden zowel de spraak als de fax bijgevoegd.
•
Als u een id-nummer voor een fax invoert, wordt alleen de fax toegevoegd. —Einde—
Een faxbericht toevoegen vanaf een faxtelefoon U kunt een fax verzenden door u vanaf een faxtelefoon bij uw postbus aan te melden; u gebruikt dan het toegangsnummer van de faxtelefoon. Op deze manier kunt u een fax die zich niet in uw postbus bevindt, naar andere postbussen of adressen verzenden. Plaats het document eerst in de faxinvoerlade of -sleuf. Wanneer u bij een faxtelefoon bent aangemeld, drukt u faxen af aan het einde van uw postbussessie. De verbinding met CallPilot wordt verbroken wanneer het afdrukken van de faxen begint. Stap
Actie
1
Meld u vanaf een faxtelefoon bij uw postbus aan met het toegangsnummer van de faxtelefoon.
2
Druk op 7 5, adresseer vervolgens het bericht en: •
neem indien nodig een bericht op,
•
of selecteer een bericht dat nog niet is verzonden in uw postbus.
3
Druk op 7 0 voor Berichtopties en vervolgens op 7 voor Bericht toevoegen.
4
Druk op 0 # wanneer u om het faxnummer wordt gevraagd.
5
Laat CallPilot weten wanneer het bericht moet worden verzonden:
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Expresberichten
6
35
•
druk op 1 om het bericht te verzenden zodra de fax is ontvangen,
•
of druk op 2 om het in uw postbus op te slaan totdat u het handmatig verzendt.
Druk op de faxtelefoon op Verzenden of Starten. —Einde—
Expresberichten Met expresberichten kunt u snel een bericht aan een andere postbus verzenden zonder dat u zich bij uw eigen postbus hoeft aan te melden om het bericht samen te stellen en te verzenden. U kunt mogelijk tevens een fax verzenden met de optie voor expresfaxberichten. Vraag de beheerder om het nummer voor expresfaxberichten en of de optie voor expresfaxberichten beschikbaar is.
U verzendt als volgt een spraakbericht zonder u aan te melden: Stap
Actie
1
Bel het nummer voor CallPilot-expresberichten.
2
Voer het postbusnummer van de persoon in aan wie u een bericht achterlaat en druk vervolgens op #. Raadpleeg om het bericht op naam te adresseren.Adresseren op naam.
3
Wacht op de toon en neem vervolgens het bericht op. Opmerking: Een uitleg van de aanwijzingen die u vóór de toon hoort, kunt u vinden in de tabellen onder deze procedure.
4
•
Als u uw bericht wilt controleren, raadpleegt u Het bericht controleren en bewerken.
•
Als u opties wilt toevoegen, raadpleegt u Berichtopties toevoegen.
•
Als u bijlagen wilt toevoegen, raadpleegt u Berichtbijlagen toevoegen.
Hang op. —Einde—
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
36
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
Voor de service expresberichten zijn twee verschillende instellingen mogelijk. U kunt voor deze instellen dat de expresberichten rechtstreeks wordt gekozen, of indirect via een Application Builder-toepassing. Afhankelijk van de instelling van de postbus van de ontvanger hoort u verschillende aanwijzingen, zoals de twee onderstaande tabellen aangeven: Aanwijzingen voor rechtstreekse expresberichten Persoonlijke Begroeting Aanwijzing verificatie van de opgenomen gebruiker opgenomen Nee
Nee
<postbusnummer van de gebruiker> Na de toon kunt u een bericht achterlaten.
Ja
Nee
Na de toon kunt u een bericht achterlaten.
Ja
Ja
Na de toon kunt u een bericht achterlaten.
Nee
Ja
<postbusnummer van de gebruiker>
Aanwijzingen voor niet-rechtstreekse expresspraakberichten (via een Application Builder-toepassing) Persoonlijke Begroeting Aanwijzing verificatie van de opgenomen gebruiker opgenomen Nee
Nee
<postbusnummer van de gebruiker> Na de toon kunt u een bericht achterlaten.
Ja
Nee
Na de toon kunt u een bericht achterlaten.
Ja
Ja
Nee
Ja
<postbusnummer van de gebruiker>
Opmerking 1: Als u een tijdelijke begroeting opneemt, wordt deze afgespeeld in plaats van de normale begroeting. Opmerking 2: Als u via Application Builder toegang krijgt tot expresberichten en een persoonlijke verificatie en een tijdelijke begroeting hebt opgenomen, worden zowel uw persoonlijke verificatie als uw tijdelijke begroeting afgespeeld. Opmerking 3: U kunt u na het verzenden van een bericht met expresspraakberichten of expresfaxberichten bij een postbus aanmelden.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Doorkiezen
37
U verzendt als volgt een faxbericht zonder u aan te melden: Stap
Actie
1
Bel het nummer voor CallPilot-expresberichten.
2
Voer het postbusnummer in en druk vervolgens op #. Raadpleeg om het bericht op naam te adresseren.Adresseren op naam.
3
Na de toon verstuurt u de fax door de juiste knop op het faxapparaat te gebruiken. Opmerking: Een uitleg van de aanwijzingen die u vóór de toon hoort, kunt u vinden in de tabel onder deze procedure. —Einde—
Afhankelijk van de instelling van de postbus van de ontvanger, hoort u een van de volgende aanwijzingen: Aanwijzingen voor expresfaxberichten Persoonlijke Begroeting Aanwijzing verificatie van de opgenomen gebruiker opgenomen Nee
Nee
<postbusnummer van de gebruiker> Verzend nu de fax.
Ja
Nee
Verzend nu de fax.
Ja
Ja
Verzend nu de fax.
Nee
Ja
<postbusnummer van de gebruiker> Verzend nu de fax.
Doorkiezen Wanneer u CallPilot gebruikt, kunt u een oproep plaatsen zonder op te hangen. Vraag de beheerder of de functie Doorkiezen voor u beschikbaar is. Opmerking: Lijsten met beperkingen en toestemmingen (RPL's) kunnen invloed hebben op de werking van deze functie. Voor meer informatie over RPL's raadpleegt u de Administrator Guide NN44200-601.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
38
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
Een oproep plaatsen wanneer u bent aangemeld Druk wanneer u bent aangemeld bij uw postbus op 0, onmiddellijk gevolgd door het telefoonnummer dat u wilt bellen, en druk vervolgens op #. Pauzeer niet meer dan twee seconden wanneer u het nummer aan het invoeren bent.
Een oproep plaatsen wanneer u bent aangemeld met Kiezen op naam Wanneer u een naam in plaats van een nummer selecteert met doorkiezen, kiest CallPilot het nummer zodra een overeenkomende naam is gevonden. Stap
Actie
1
Druk wanneer u bij uw postbus bent aangemeld op 0 en voer vervolgens het voorvoegsel voor het op naam kiezen in. •
2
Als u het nummer niet weet, drukt u op *.
Voer de achternaam in en vervolgens de voornaam, totdat de oproep wordt geplaatst. •
Voor aanwijzingen voor het invoeren van de naam raadpleegt u Adresseren op naam. —Einde—
Het aangepaste operatornummer bellen wanneer u bent aangemeld Het aangepaste operatornummer is het nummer waarmee uw bellers worden doorverbonden wanneer ze op 0 drukken. Druk wanneer u bij uw postbus bent aangemeld op 0 en wacht vervolgens totdat wordt opgenomen.
Persoonlijke distributielijsten Een distributielijst bespaart u tijd wanneer u berichten verzendt aan dezelfde groep adressen. U kunt maximaal 99 persoonlijke distributielijsten maken en een naam opnemen voor de identificatie van iedere lijst. Iedere persoonlijke distributielijst kan maximaal 200 items bevatten. U kunt tevens de gemeenschappelijke distributielijsten gebruiken die de beheerder heeft geïnstalleerd.
Een persoonlijke distributielijst maken Een persoonlijke distributielijst kan dezelfde soorten adressen bevatten als die waaraan u een samengesteld bericht kunt verzenden, met uitzondering van andere persoonlijke distributielijsten. Een item kan een postbusnummer zijn, een nummer van een gemeenschappelijke distributielijst, een netwerkpostbus, een postbus van een open netwerk, een internetgebruiker
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Persoonlijke distributielijsten
39
of een telefoonnummer. Zie Een bericht adresseren. U kunt ook een item toevoegen door de naam van de persoon te spellen. Zie Adresseren op naam. Stap
Actie
1
Druk wanneer u bent aangemeld bij uw postbus op 8 5 voor CallPilot Extra en vervolgens op 5 om distributielijsten te maken. •
Druk op * om een overzicht van al uw lijsten af te spelen.
2
Voer een nummer in van 1 tot en met 99 en druk vervolgens op #.
3
Druk op 9 als u een naam wilt opnemen die u helpt de lijst in de toekomst te herkennen. Druk bij de aanwijzing op 5, neem de naam van de lijst op en druk vervolgens op # om de opname te beëindigen.
4
Druk op # om terug te gaan naar het hoofdmenu.
5
Druk op 5 om te beginnen met het invoeren van adressen in de lijst.
6
Voer het eerste adres in en druk vervolgens op # op dezelfde manier waarop u berichten adresseert.
7
Ga door met het invoeren van adressen en druk na elk adres op #. •
Druk op 0 # om het laatste adres dat u in de lijst hebt ingevoerd te verwijderen.
8
Druk op # wanneer de lijst klaar is.
9
Druk op 4 wanneer u klaar bent om terug te gaan naar uw berichten. —Einde—
Een persoonlijke distributielijst afspelen, bewerken of verwijderen Nadat u een persoonlijke distributielijst hebt gemaakt, kunt u deze afspelen om alle adressen te beluisteren, om adressen toe te voegen, om de lijst te verwijderen en om naar adressen op de lijst te zoeken. Stap
Actie
1
Druk wanneer u bent aangemeld bij uw postbus op 8 5 en vervolgens op 5.
2
Voer het distributielijstnummer in en druk vervolgens op #. Als u het nummer niet weet, drukt u op * om een overzicht van uw persoonlijke distributielijsten te beluisteren. •
Copyright © 2007, Nortel Networks
Druk op 2 om de inhoud van de lijst af te spelen.
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
40
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
3
•
Druk op 5 om adressen aan de lijst toe te voegen. Voer de adressen in en druk vervolgens op #. Druk op # wanneer de lijst klaar is.
•
Druk op 7 6 om de volledige lijst te verwijderen. U kunt de lijst herstellen door onmiddellijk nadat u de lijst hebt verwijderd te drukken op 7 6.
•
Druk op 6 om naar een adres in de lijst te zoeken dat u wilt toevoegen of verwijderen. Voer het adres in en druk vervolgens op #. U hoort van CallPilot of het adres in de lijst staat. Als het adres niet in de lijst staat, drukt u op 5 om het toe te voegen. Als het adres in de lijst staat, drukt u op 7 6 om het te verwijderen.
Druk op 4 wanneer u klaar bent om terug te gaan naar uw berichten. —Einde—
Externe berichtmelding U kunt van CallPilot een melding op een externe telefoon of semafoon ontvangen wanneer u nieuwe berichten hebt. In plaats van in te bellen op uw postbus om berichten op te halen, kunt u een nummer, dag en tijd voor Externe berichtmelding opgeven. U kunt deze instellingen op een eenvoudige manier wijzigen en Externe berichtmelding naar wens in- en uitschakelen. De berichten kunnen spraakberichten, faxberichten of berichten met een combinatie van spraak en fax zijn. Vraag de beheerder of deze optie voor u beschikbaar is. U kunt van CallPilot tevens een melding op een draadloos e-mailapparaat ontvangen door middel van Externe tekstberichtmelding. Deze functie kan alleen via My CallPilot worden ingesteld, niet vanaf uw telefoon. Zie de Gebruikershandleiding Desktop Messaging voor My CallPilot (NN44200-109). U kunt de twee soorten meldingen gelijktijdig inschakelen. Voor beide soorten kunt u twee tijdsperioden voor meldingen inschakelen en CallPilot laten weten of u een melding voor alle berichten of alleen voor urgente berichten wilt ontvangen.
Externe berichtmelding voor het eerst inschakelen Wanneer u Externe berichtmelding voor het eerst inschakelt, hoeft u alleen uw externe nummer in te voeren en telefoon of semafoon te selecteren. U kunt nu de soorten berichten, de meldingsdagen en de meldingstijden wijzigen of de standaardinstellingen gebruiken.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Externe berichtmelding
41
Stap
Actie
1
Wanneer u bent aangemeld bij uw postbus, drukt u op 8 5 voor CallPilot Extra en vervolgens op 2 voor Externe berichtmelding.
2
Druk op 5 om Externe berichtmelding in te stellen.
3
Voer na de aanwijzing het nummer van de telefoon of de semafoon in waarop u de melding wilt ontvangen en druk vervolgens op #. •
4
Als u het verkeerde nummer hebt ingevoerd, drukt u op # en vervolgens op 5 en voert u het nummer opnieuw in.
Druk op 1 als het externe nummer een telefoon is en druk op 2 als het nummer een semafoon is. —Einde—
Als u de instellingen voor Externe berichtmelding wilt wijzigen, raadpleegt u de volgende pagina's.
Externe berichtmelding in- en uitschakelen Nadat u Externe berichtmelding voor het eerst hebt ingesteld, kunt u het naar wens in- en uitschakelen en kunt u de instellingen op elk gewenst moment wijzigen. Stap
Actie
1
Wanneer u bent aangemeld bij uw postbus, drukt u op 8 5 voor CallPilot Extra en vervolgens op 2 voor Externe berichtmelding.
2
Druk op 1 om Externe berichtmelding in te schakelen als de optie is uitgeschakeld. of Druk op 2 om Externe berichtmelding uit te schakelen als de optie is ingeschakeld. —Einde—
Terugkeren naar uw berichten Druk op 4 wanneer u klaar bent met Externe berichtmelding.
Werken met de instellingen van Externe berichtmelding E zijn vier hoofdinstellingen in Externe berichtmelding: telefoon- of semafoonnummer, berichtgevingstypen, berichtgevingsdagen en berichtgevingstijden. Bij iedere instelling hoort u van CallPilot de huidige
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
42
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
instelling en krijgt u de mogelijkheid de instelling te behouden of te wijzigen. Lees de volgende pagina's voor een uitgebreide uitleg van de verschillende instellingen. Zo gaat u van de ene instelling naar de andere: Stap
Actie
1
Wanneer u bent aangemeld bij uw postbus, drukt u op 8 5 voor CallPilot Extra en vervolgens op 2 voor Externe berichtmelding.
2
Druk op 5 om de huidige instellingen te controleren.
3
Druk nogmaals op 5 om de eerste instelling te wijzigen.
4
Wijzig iedere instelling naar wens of druk op # om de instellingen ongewijzigd te laten. Druk op 3 om naar de volgende instelling te gaan of op 1 om naar de vorige instelling te gaan.
5
Druk op 6 om het wijzigen van de instellingen voor Externe berichtmelding te verlaten. —Einde—
Gebruik de onderstaande planner voor externe berichtmelding om te beslissen hoe u de berichtgevingsdagen en -tijden wilt instellen.
Planner voor externe berichtmelding Nummer externe telefoon/semafoon _____________ Soort melding: Willekeurig ___ Urgent ___ Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag Vrijdag
Zaterdag
Zondag
U kunt een telefoonnummer instellen waarop u meldingen van nieuwe berichten ontvangt op alle dagen en tijden die u opgeeft. Het externe nummer dat u opgeeft, moet een nummer zijn dat door CallPilot is toegestaan. Vraag de beheerder of u dit nummer voor externe berichtmelding kunt gebruiken. Mogelijk moet de beheerder uw postbus voor de semafoon of de semafoonservice die u gebruikt instellen. Stap
Actie
1
Druk in de instellingen voor Externe berichtmelding op 5 wanneer u wordt gevraagd het telefoon- of semafoonnummer te wijzigen. U kunt op # drukken om deze instelling ongewijzigd te laten of doorgaan.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Externe berichtmelding
2
43
Voer na de aanwijzing het nummer van de telefoon of de semafoon in waarop u de melding wilt ontvangen en druk vervolgens op #. •
Als u het verkeerde nummer hebt ingevoerd, drukt u op # en vervolgens op 5 en voert u het nummer opnieuw in.
3
Druk op 1 als het externe nummer een telefoon is of druk op 2 als het nummer een semafoon is.
4
Als u semafoon hebt gekozen, geeft u het semafoontype op:
5
•
Druk op 1 om alleen toon voor de semafoon te kiezen.
•
Druk op 2 om toon en spraak voor de semafoon te kiezen.
•
Druk op 3 om digitale of numerieke semafoon te kiezen. U kunt vervolgens een terugbelnummer invoeren, gevolgd door #, of druk alleen op # als u het standaardterugbelnummer van uw organisatie wilt gebruiken.
•
Druk op 4 om een semafoonservice gebruiken. Voer na de aanwijzing het PIN-nummer (Pager Identification Number) in en druk vervolgens op #.
•
Druk op 5 om een alfanumerieke semafoon te selecteren. Voer na de aanwijzing het PIN-nummer (Pager Identification Number) in en druk vervolgens op #.
Druk op 3 om naar de volgende instelling te gaan. —Einde—
Het type berichtgeving wijzigen U kunt kiezen uit twee typen berichtgeving. Dit berichttype is op alle dagen en tijden die u opgeeft van toepassing. Als u de standaardinstelling Willekeurig selecteert, ontvangt u meldingen van alle nieuwe berichten. Als u Urgent selecteert, wordt u alleen op de hoogte gesteld van berichten die de afzender als urgent heeft gemarkeerd. Berichtgeving is voor spraak- en faxberichten. Stap
Actie
1
Druk in de instellingen voor Externe berichtmelding op 5 wanneer u wordt gevraagd om het berichttype. U kunt op # drukken om deze instelling ongewijzigd te laten of doorgaan.
2
Druk na de aanwijzing op 1 voor Willekeurig of druk op 2 voor Urgent.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
44
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
3
Druk op 3 om naar de volgende instelling te gaan of op 1 om naar de vorige instelling te gaan. —Einde—
De dagen voor berichtgeving wijzigen U kunt de weekdagen instellen waarop u externe berichtmeldingen wilt ontvangen. De standaardinstelling is maandag tot en met vrijdag. U kunt alle zeven dagen van de week afzonderlijk selecteren, en u kunt bepaalde dagen weglaten. U kunt bijvoorbeeld maandag, woensdag en vrijdag voor externe berichtmelding selecteren. U kunt naar een overzicht van uw huidige selecties luisteren door op * voor assistentie te drukken. Stap
Actie
1
Druk in de instellingen voor Externe berichtmelding op 5 wanneer u wordt gevraagd om de dagen voor berichtgeving. U kunt op # drukken om deze instelling ongewijzigd te laten of doorgaan.
2
Selecteer iedere berichtgevingsdag door het cijfer in te toetsen dat bij de dag van de week hoort. Als u bijvoorbeeld Maandag wilt selecteren, drukt u op 1; als u Zondag wilt selecteren, drukt u op 7. De weekdagen zijn uitgeschakeld totdat u deze selecteert, ongeacht de eerdere instellingen. •
3
Druk op # wanneer u klaar bent met het selecteren van dagen. •
4
Als u een ingeschakelde dag wilt uitschakelen, drukt u nogmaals op het bijbehorende cijfer.
Druk op 5 om uw selecties te wijzigen.
Druk op 3 om naar de volgende instelling te gaan of op 1 om naar de vorige instelling te gaan. —Einde—
De tijden voor berichtgeving wijzigen U kunt de tijden instellen waarop u externe berichtmelding wilt ontvangen. De standaardtijd is de hele dag. U kunt twee niet-overlappende tijdsperioden binnen een dag van 24 uur instellen; beide perioden zijn van toepassing op de reeks weekdagen die u hebt geselecteerd. Hier volgen tips voor het instellen van tijden: •
Bij de tijdsinstellingen zijn minuten inbegrepen, en iedere instelling moet met # worden afgesloten. Druk op 9 0 0 # om de tijd in te stellen op 09:00. Druk voor a.m. op 1 en voor p.m. op 2. De tijdsinstelling is voor de tijdzone van de locatie van uw postbus.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Het doorsturen van berichten in- of uitschakelen.
45
•
Vraag de beheerder of uw postbus zo kan worden ingesteld dat u een externe berichtmelding ontvangt wanneer er nieuwe berichten zijn aan het begin van de berichtgevingsperiode.
•
U kunt tijden na middernacht invoeren door een eindtijd in te voeren die vroeger dan de begintijd is; de eindtijd wordt dan als op de volgende dag beschouwd. Selecteer alleen de eerste dag als berichtgevingsdag. Als u bijvoorbeeld maandag als uw enige berichtgevingsdag selecteert en u de tijdsperiode instelt van 11.00 p.m. tot 07.00 a.m., ontvangt u berichtgeving van maandag 11.00 p.m. tot dinsdag 07.00 a.m.
Stap
Actie
1
Druk in de instellingen voor Externe berichtmelding op 5 wanneer u wordt gevraagd om de tijden voor berichtgeving.
2
Voer bij de aanwijzing voor de starttijd een nieuwe tijd in of druk op # om de huidige tijd te behouden.
3
Voer bij de aanwijzing voor de eindtijd een nieuwe tijd in of druk op # om de huidige tijd te behouden. •
Als er al een tweede tijdsperiode bestaat, hoort u de tijden die op dat moment zijn ingesteld. Als u de tweede tijdsperiode wilt verwijderen, drukt u op 7 6. Als u de tijden wilt wijzigen, drukt u op 5.
•
Druk op 5 als er geen tweede tijdsperiode is en u er een wilt toevoegen.
4
Voer bij de aanwijzing voor de starttijd een nieuwe tijd in of druk op # om de huidige tijd te behouden.
5
Voer bij de aanwijzing voor de eindtijd een nieuwe tijd in of druk op # om de huidige tijd te behouden.
6
Druk op 6 om het wijzigen van de instellingen voor Externe berichtmelding te verlaten. —Einde—
Het doorsturen van berichten in- of uitschakelen. Via de telefoon kunt u het doorsturen van uw CallPilot-berichten in- en uitschakelen. Voordat u het doorsturen van berichten kunt in- of uitschakelen, moet de CallPilot-beheerder een regel voor het doorsturen van berichten
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
46
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
voor uw postbus configureren, waardoor uw CallPilot-berichten naar een andere CallPilot-postbus of naar een extern e-mailadres worden doorgestuurd. Om veiligheidsredenen moet u het zelf in- en uitschakelen. Onder bepaalde omstandigheden kan uw regel voor het doorsturen automatisch door het systeem worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld als de beheerder de regel voor u heeft aangepast of als er een probleem is met het bezorgen van berichten. U kunt de telefoon gebruiken om deze regel weer in te schakelen. In de volgende procedures worden de telefoonopdrachten uitgelegd die u kunt gebruiken om het doorsturen van berichten, wanneer dat is geconfigureerd, in en uit te schakelen. Meer informatie over het configureren van een regel voor het doorsturen van berichten kunt u vinden in de Gebruikershandleiding Desktop Messaging voor My CallPilot (NN44200-109). Opmerking: U kunt het doorsturen van berichten ook in- of uitschakelen met My CallPilot of Desktop Messaging, als u toegang tot die toepassingen hebt.
Het doorsturen van berichten in- of uitschakelen Stap
Actie
1
Wanneer u bent aangemeld bij uw postbus, drukt u op 8 5 voor CallPilot Extra en vervolgens op 1 voor de service Regel voor het doorsturen van berichten. Opmerking: Als er geen regel voor het doorsturen van berichten voor u is geconfigureerd, is deze optie niet voor u beschikbaar.
2
Volg de aanwijzingen op om het doorsturen van berichten in of uit te schakelen. —Einde—
Faxopties wijzigen Als uw CallPilot-postbus de mogelijkheid heeft om faxberichten te gebruiken, kunt u een faxbericht in de postbus ontvangen en de fax op een geselecteerd faxnummer afdrukken. U kunt opties voor Automatisch afdrukken, een standaardfaxnummer en het afdrukken van een voorblad instellen.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Faxopties wijzigen
47
Uw faxopties wijzigen Stap
Actie
1
Druk wanneer u bent aangemeld bij uw postbus op 8 0 voor postbusopties en vervolgens op 3 voor faxopties.
2
Wijzig de faxopties volgens de onderstaande beschrijving.
3
Wanneer u klaar bent, drukt u op # om de faxopties te verlaten. —Einde—
Automatisch afdrukken in- of uitschakelen Als Automatisch afdrukken is ingeschakeld, worden de faxberichten die in uw postbus worden bezorgd automatisch afgedrukt op het standaardfaxnummer dat u hebt opgegeven. Een bericht dat automatisch is afgedrukt blijft in uw postbus aanwezig, zodat u het nogmaals kunt afdrukken of het kunt doorsturen. Uw afgedrukte faxen worden mogelijk automatisch uit uw postbus verwijderd op tijden die de beheerder heeft ingesteld. Automatisch afdrukken is de handigste manier om faxberichten te verwerken wanneer u op één locatie bent. Als u niet op kantoor bent, kunt u Automatisch afdrukken uitschakelen en uw faxen op een ander faxnummer afdrukken. Stap
Actie
1
Druk wanneer u zich in de faxopties bevindt op 1 om Automatisch afdrukken te selecteren. U hoort van CallPilot of Automatisch afdrukken is in- of uitgeschakeld.
2
Druk op 1 om Automatisch afdrukken in te schakelen als de optie is uitgeschakeld. •
3
Als u Automatisch afdrukken inschakelt, dient u een standaardfaxnummer in te stellen.
Druk op 2 om Automatisch afdrukken uit te schakelen als de optie is ingeschakeld. U hoort de bevestiging van de wijziging en u gaat terug naar de faxopties. —Einde—
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
48
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
De standaardprinter wijzigen Als u Automatisch afdrukken inschakelt, dient u een standaardfaxnummer in te stellen. Zelfs als u Automatisch afdrukken niet gebruikt, is een standaardfaxnummer de eenvoudigste manier om af te drukken. Het standaardfaxnummer kan elk faxnummer zijn dat door CallPilot kan worden gebeld, inclusief normaal benodigde voorvoegsels. Stap
Actie
1
Druk wanneer u zich in de faxopties bevindt op 2 om het standaardfaxnummer in te stellen. U hoort het standaardfaxnummer dat op dat moment is ingesteld.
2
Voer het nieuwe standaardfaxnummer in en druk vervolgens op #. U hoort de bevestiging van het nummer of de gesproken naam ervan.
3
Druk op # om af te sluiten zonder de instelling te wijzigen. U keert terug naar de faxopties. —Einde—
Het afdrukken van faxscheidingspagina's in- of uitschakelen U kunt aangeven of er een faxscheidingspagina moet worden afgedrukt wanneer u een faxbericht afdrukt. Op de scheidingspagina staan uw gegevens en informatie over de afdruktaak, zoals het aantal pagina's. Scheidingspagina's zijn handig als u faxen zonder voorblad ontvangt. Als de afzender van de fax een koppagina met de fax meestuurt, wordt tevens de koppagina afgedrukt. Stap
Actie
1
Druk wanneer u zich in de faxopties bevindt op 7 om het afdrukken van de scheidingspagina in- of uit te schakelen. U hoort de status van het afdrukken van scheidingspagina's.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Wanneer u de beller bent
2
49
Wijzig het afdrukken van scheidingspagina's of sluit af zonder de status te wijzigen. •
Druk op 1 om een scheidingspagina af te drukken.
•
Druk op 2 om geen scheidingspagina af te drukken. U hoort een bevestiging van de wijziging.
•
Druk op # om af te sluiten zonder de instelling te wijzigen. U keert terug naar de faxopties. —Einde—
Wanneer u de beller bent Wanneer u de CallPilot-postbus van iemand anders belt, kunt u veel van de berichtopdrachten die in deze handleiding worden beschreven, gebruiken. U kunt ook bellers van buiten uw organisatie laten weten hoe zij deze opdrachten kunnen gebruiken. Hier zijn een aantal handige en tijdbesparende tips.
Begroetingen onderbreken Wanneer u luistert naar iemands begroeting, kunt u deze op elk gewenst moment stoppen door op # te drukken en uw bericht op te nemen. U bespaart hierdoor tijd wanneer u dezelfde persoon regelmatig belt en de begroeting niet hoeft te horen. Als u iemand belt die een tijdelijke afwezigheidsbegroeting heeft opgenomen, hoort u een waarschuwing wanneer u de begroeting tracht te stoppen. U kunt dan doorgaan met luisteren als u dat wilt, of beginnen met opnemen.
Doorverbinden met de aangepaste operator Wanneer u naar iemands begroeting luistert, kunt u op 0 drukken om u door te laten verbinden met het aangepaste operatornummer dat aan die postbus is toegewezen.
Doorkiezen naar een ander nummer U kunt u door laten verbinden met een andere persoon in dezelfde organisatie door op 0 te drukken, onmiddellijk gevolgd door het toestelnummer van die persoon. Zie Doorkiezen. U kunt mogelijk kiezen op naam gebruiken als u het toestelnummer niet weet. Vraag de beheerder of deze opties voor u beschikbaar zijn.
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
50
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
Opgenomen berichten bewerken Wanneer u een bericht opneemt en in iemands postbus plaatst, kunt u het bericht afspelen, verwijderen of opnieuw opnemen, net als bij het opstellen van een bericht in CallPilot. Gebruik daarvoor de opdrachten die zijn beschreven in Het bericht controleren en bewerken.
Opties aan opgenomen berichten toevoegen Wanneer u een bericht opneemt en in iemands postbus plaatst, kunt u opties zoals Urgent en Vertrouwelijk toevoegen, net als bij het opstellen van een bericht in CallPilot. Gebruik daarvoor de opdrachten die zijn beschreven in Berichtopties toevoegen.
Een faxbijlage aan het opgenomen bericht toevoegen Als u met een faxtelefoon belt en de postbus van de persoon die u belt de mogelijkheid heeft om faxen te ontvangen, kunt u een faxbijlage aan uw spraakbericht toevoegen. Wanneer u klaar bent met het opnemen van uw spraakbericht, drukt u op 7 0 7 en vervolgens op 0# om de fax toe te voegen. Druk op Verzenden of Starten op de faxtelefoon. Vraag de beheerder meer informatie over het gebruik van deze optie.
Aanmelden nadat u een bericht hebt geplaatst Nadat u een bericht in de postbus van iemand anders hebt geplaatst, kunt u zich mogelijk weer bij uw CallPilot-postbus aanmelden zonder dat u hoeft op te hangen. Dit is handig als u een telefoonkaart of creditcard gebruikt om te bellen. Vraag de beheerder of deze optie beschikbaar is. Als u zich aan wilt melden nadat u een bericht hebt achtergelaten in de postbus van iemand anders, drukt u op # en vervolgens op 8 1, en volgt u de gebruikelijke stappen voor de aanmelding.
Uw CallPilot-nummers Houd hier de nummers van CallPilot-gebruikers bij. Laat uw wachtwoord niet zien. Postbusnummer _____________________________________________
Aanmeldingsnummers Toegangsnummer voor multimediaberichten ___________________________ Toegangsnummer faxtelefoon voor multimediaberichten __________________ Toegangsnummer spraakgestuurde berichten _____________________
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Uw CallPilot-nummers
51
___________________________________________________________
Servicenummers Nummer expresberichten ___________________________________ Nummer expresfaxberichten ________________________________ Nummer aangepaste opdrachten ____________________________________
Adresvoorvoegsels Voorvoegsel Kiezen op naam/Op naam adresseren ___________________________ Voorvoegsel Open netwerk __________________________________________ Voorvoegsel Telefoon adresseren ___________________________________ Voorvoegsels voor andere netwerksites ________________________________ ___________________________________________________________ ___________________________________________________________
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
52
CallPilot Multimedia Messaging gebruiken
Copyright © 2007, Nortel Networks
Nortel CallPilot Gebruikershandleiding Multimedia Messaging NN44200-106-DU 01.02 Standaard 5.0 26-04-2007
Nortel Networks
Nortel CallPilot
Gebruikershandleiding Multimedia Messaging Copyright © 2007, Nortel Networks Alle rechten voorbehouden. Publicatie: NN44200-106-DU Documentstatus: Standaard Documentversie: 01.02 Documentdatum: 26-04-2007 Als u feedback wilt geven of een probleem in dit document wilt melden, gaat u naar www.nortel.com/documentfeedback. Tekst geproduceerd in Canada De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. Van de verklaringen, configuraties, technische gegevens en aanbevelingen in dit document wordt aangenomen dat ze correct en betrouwbaar zijn, maar ze worden aangeboden zonder expliciete of impliciete garantie. De gebruikers van in dit document vermelde producten zijn volledig verantwoordelijk voor de toepassing ervan. De informatie in dit document is eigendom van Nortel Networks. Nortel, het Nortel-logo en het Globemark zijn handelsmerken van Nortel Networks.