2
GEBIEDSVISIE STRANDWEG NES
Datum vastgesteld:
14 december 2009
Gemeente Ameland Afd. Beleid en Uitvoering, team Projectburo G.A.M. Metz
3
INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding
5
2 Aanleiding en uitwerkingspunten
7
3 Gebied omschrijving / omgevingskenmerken
9
4 Beleidskader
12
5 Toekomstig beleid / kader gebiedsvisie
16
6 Bouwvoorschriften
22
7 Welstandsnota en Beeldkwaliteitsplan
27
8 Plankaart
28
4
5
1
INLEIDING
In 1996 is het bestemmingsplan Strandweg Nes en omgeving vastgesteld. Na die tijd is het gebied behoorlijk aan veranderingen en wijzigingen onderhevig geweest en is het gebied verder door ontwikkeld. Met name de laatste tijd zijn er verschillende plannen in ontwikkeling gebracht, verzoeken binnenkomen, en komen nog binnen, vaak in afwijking van het bestemmingsplan. Zeker het bebouwde concentratie gedeelte gelegen nabij de kruising Strandweg en Zwarteweg. Hotels zijn ver- en herbouwd en vergroot, het natuurmuseum is verplaatst en vergroot, bij het zwembad staan veranderingen aan te komen en recreatiewoningen worden verbouwd, vergroot herbouwd etc. Kortom er ontstaat een behoorlijke ontwikkelingsdruk op het gebied met een duidelijk signaal om anders om te gaan met bepaalde uitgangspunten van het huidige bestemmingsplan. Om niet van de ene ad-hoc situatie in de andere te rollen en volgens het oog op een verantwoord
planologisch
totaalbeeld te verliezen is het noodzakelijk dat er voor dat gedeelte, vooruitlopend op het nieuwe bestemmingsplan, een Gebiedsvisie wordt opgesteld. Deze Gebiedsvisie zal in eerste instantie zich beperken tot het genoemde bebouwingsconcentratie gedeelte aangeduid op het hiernaast staande kaartje.
6
7
2
AANLEIDING EN UITWERKINGSPUNTEN
Om de in de inleiding genoemde ontwikkelingen ruimtelijk op elkaar af te kunnen stemmen en op korte termijn een actueel planologisch toetsingskader te creëren is het wenselijk, vooruitlopend op het nieuwe bestemmingsplan, een Gebiedsvisie op te stellen. Deze Gebiedsvisie kan en zal dienen als basis voor het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor het onderhavige gebied. In deze Gebiedsvisie zullen de volgende punten nader belicht worden:
Planologische kaders (Rijk, Provincie, Gemeente).
Actualisering, wijzigingen c.q. inpassing van nieuwe ontwikkelingen.
Verbetering ruimtelijke samenhang.
Toekomstbeeld voor de komende 10 jaar.
Herstellen van aanwezige omissies (in het huidige b.p.).
8
3
GEBIED OMSCHRIJVING / OMGEVINGSKENMERKEN
De Strandweg Nes vormt de verkeersverbinding tussen het dorp Nes, het strand en de recreatievoorzieningen zoals camping Duinoord, de hotels en de recreatiewoningen. Aan de westzijde loopt, gescheiden van de weg doormiddel van een haag, een voet- / fietspad. Zowel de weg als het voet- / fietspad worden met name gedurende de zomermaanden zeer intensief gebruikt. Komend vanuit het dorp wordt een open agrarisch gebied gepasseerd welke een buffer vormt tussen het dorp en de recreatieterreinen en het natuurgebied. Dit open gebied (buffer) dient in stand te blijven om te verkomen dat dorpsbebouwing één geheel gaan vormen met de recreatiebebouwing. Een duidelijke scheiding van beide gebiedsfuncties is noodzakelijk door middel van deze natuurlijke buffer. Vervolgens komt men in de recreatieve bebouwingsconcentratie beginnend bij het gebouw van het Kennis en Innovatiecentrum opvolgend door de hotelbebouwing aan weerszijden. Het op dit moment in aanbouw zijnde “Kennis en Innovatiecentrum” is een markant vormgegeven gebouw welke opkomt uit opnieuw aangebrachte duinvorming. Dit gebouw is komend vanaf het dorp het begin van het bebouwingsconcentratiegebied. Aangetroffen wordt een zestal logiesgebouwen zoals hotels, een pension, hotelappartementen en het niet meer in gebruik zijnde zwembad. Rondom liggen de terreinen met de recreatiewoningen welke deels aansluiten aan de Strandweg en deels er verder van afliggen. Centraal in dit gebied vertakt de Strandweg zich in de, Zwarteweg en Molenweg. Aan de Molenweg bevindt zich het voormalig zwembad wat nu leeg staat. Er zijn plannen om hier eventueel een kuuroord c.q. health-centrum te gaan bouwen. Aan de Zwarteweg zijn recreatiewoningen gelegen en aan de Noordkant begint het Nesserbos. Ten zuiden van Zwarteweg ligt het dagrecreatiegebied “De Vleijen”. Ten westen van het bebouwingsconcentratie
9
strand en duingebied
duingebied camping en appartementen complexen strandweg
bebouwings concentratie gebied Strandweg Nes
buffergebied
dagrecreatie gebied De Vleijen
woon- en werkgebied dorp Nes
10
gebied bevindt zich een agrarisch gebied en aansluitend het natuurgebied Briksduinen. Ten noorden is het duingebied met aansluitend het strand.
Het gebied wat er nu uitgelicht wordt, wordt gekenmerkt door vier hoofdbestemmingen. 1. Recreatiewoningen 2. Recreatie / dagrecreatie. 3. Horeca hotels. 4. Maatschappelijk. In de nu volgende hoofdstukken zullen deze hoofdbestemmingen nader uitgewerkt worden.
11
4
HUIDIGE BELEIDSKADER
RIJKSBELEID Het Rijk heeft geen specifiek beleid ten aanzien van (verblijfs-)recreatie opgesteld. Dit wordt aan de lagere overheden overgelaten. Het gaat in deze gebiedsvisie niet om functiewijzigingen maar eerder om gebied consolidering. Het rijksbeleid, vastgelegd in de “Nota Ruimte” is daarom niet direct relevant. In de Nota Ruimte spelen begrippen zoals “rode en groene contouren” een belangrijke rol. Voor deze gebiedsvisie is wel van belang Natura 2000, Natuurbeschermingswet gebieden, Vogel en Habitat richtlijnen en de Ecologische hoofdstructuur. Tevens is aan te bevelen rekening te houden met de visie “Handreiking Kwaliteit Landschap 2006”. De kwaliteit van het landschap verdient een volwaardige plaats bij ruimtelijke afwegingen. Het gaat daarbij om algemene landschappelijke, natuurlijke, culturele en cultuurhistorische waarden. Waar nodig kunnen deze worden hersteld en waar mogelijk verstrekt. De essentie van ontwikkelen met kwaliteit is het zorgvuldig accommoderen van de ruimtevraag in lijn / samenhang met bestaande of nieuwe patronen, zodat de ruimtelijke kwaliteit wordt ontwikkeld en verbeterd. Het gaat dus niet alleen om bevriezen van ontwikkelingen. Een uitgangspunt in het algemene landschapsbeleid is “landschap ontwikkelen met kwaliteit”. Een gegeven hierbij is dat landschap voortdurend in ontwikkeling is. Het koppelen en combineren van verschillende functies is van belang. Iedere activiteit kan een kwaliteitsimpuls voor het landschap opleveren. Verantwoord en mooi ontwikkelen en verbeteren, vanuit de gedachte dat er gewerkt wordt aan de ruimtelijke
12
kwaliteit en de toekomst is het devies. In het specifieke landschapsbeleid is “behoud door ontwikkeling” het uitgangspunt. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn mogelijk, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden en versterkt. PROVINCIAAL BELEID In het Streekplan zijn de ruimtelijke mogelijkheden voor recreatie en toerisme uitgewerkt aan de hand van de toeristisch-recreatieve hoofdstructuur voor de provincie Fryslân. Het gehele Waddengebied,
inclusief
de
eilanden
is
hierin
aangewezen
als
toeristisch-recreatief
concentratiegebied. In de concentratiegebieden is de toeristisch-recreatieve sector al in een behoorlijke mate tot ontwikkeling gekomen. Het algemene doel van de concentratiegebieden is het bieden van aanknopingspunten voor een verdere uitbouw van de toeristische sector. Echter voor de Waddeneilanden worden de mogelijkheden voor een verdere uitbouw beperkt en wordt meer de nadruk gelegd op stabilisatie. Niet uitbreiding maar kwaliteitsverbetering van de bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen is dan ook het centrale thema voor de Waddeneilanden. Ook in de Beleidsnota Recreatie en Toerisme 2001-2010 van de Provincie Fryslân wordt in het kader van de stabiliteitsgedachte ingezet op een kwaliteitsverbetering van het huidige verblijfsrecreatieve aanbod, door te investeren in behoud en ontwikkeling van de kwaliteit van hetgeen reeds gerealiseerd is. In de nota wordt geconstateerd dat de verblijfscapaciteit op Ameland voldoet. Er dient dan ook voornamelijk ingezet te worden op een kwaliteitsverbetering, in plaats van op capaciteitsuitbreiding.
Toevoeging
van
bedden
kan
slechts
als
dit
ook
volgens
de
13
“Beddenboekhouding” mogelijk is. Deze beddenboekhouding is nader geregeld in het rapport “Toeristische capaciteit Friese waddeneilanden” van de provincie Fryslân van 1996. Hierin is een maximale capaciteit opgenomen (28.015 bedden) voor Ameland. Voor het bijhouden van de beddenboekhouding wordt de capaciteit aangehouden die in de bestemmingsplannen wordt geboden. Het ijkpunt hiervoor zijn de bestemmingsplannen die vanaf 1 januari 1991 geldig zijn. Aangegeven kan worden dat er voldoende ruimte is in de beddenboekhouding qua aantal bedden
GEMEENTELIJKBELEID Het gemeentelijke beleid sluit in grote lijnen aan bij het rijks- en provinciaal beleid. Zo streeft de gemeente eveneens naar het behoud van de kwaliteit van de (verblijfs)recreatieve voorzieningen. Hierbij spelen de Welstandsnota Gemeente Ameland en het Beeldambitieplan Ameland een belangrijke rol. In de Nota “Verblijfsrecreatie 2000-2005” en de vervangende nota “Ruimte voor diversiteit verblijfsrecreatie op Ameland”
is het gemeentelijk verblijfsrecreatief beleid nader uitgewerkt. In
deze nota wordt in het algemeen ingezet op kwaliteitsverbetering, diversiteit en seizoensverlenging. Uitgangspunten en kaders komen voort uit het toeristisch actieplan “Daar gaan we naar toe” en de stabilisatiegedachte Waddeneilanden”
op
basis
(1996).
van Ook
het de
provinciale
rapport
meerwaarde
en
“Toeristische inpasbaarheid
capaciteit
Friese
(landschappelijk,
stedenbouwkundig, verkeerskundig) zijn belangrijke criteria aan de hand waarvan initiatieven
14
worden beoordeeld. Met ‘meerwaarde’ wordt bedoeld dat een concreet initiatief iets moet toevoegen aan het recreatief product. Voorkomen moet worden, dat er steeds meer van hetzelfde komt. In de nota
zijn
ten
aanzien
van
de
verschillende
categorieën
van
verblijfsrecreatie
concrete
beleidsuitgangspunten en doelstellingen geformuleerd. De gemeente Ameland hanteert de volgende visie: De gemeente Ameland hecht aan het behoud van diversiteit in het aanbod van vakantieverblijven. Een verdere groei in het hoogseizoen heeft niet de prioriteit, seizoensverlenging daarentegen blijft het streven. Ondernemers moeten de kans hebben om te investeren in kwaliteitsverbetering. Het eventuele verlies aan bedden kan men deels compenseren, eventueel en onder voorwaarden met een beperkte uitbreiding. Substitutie moet overwegend beperkt blijven tot zaken waar het om bedrijfseconomische redenen echt niet anders kan. Nieuwe verblijfsrecreatieve bestemmingen blijven beperkt tot bijzondere situaties, zoals aansluitend bij gemeentelijke speerpunten en wanneer ondernemers nieuwe markten kunnen aanboren. Innovatieve ideeën op het gebied van verblijfsrecreatie zullen door de gemeente in beginsel positief benaderd worden. De gemeente wil het onttrekken aan de verhuur zoveel mogelijk bestrijden.
15
5
TOEKOMSTIG BELEID / KADER GEBIEDSVISIE
Het toekomstig beleid is gericht op de instandhouding c.q. het continueren van het huidige beleid. Wel zal worden ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen en kwaliteitsverbetering. Per geval zal naar de mogelijkheden gekeken moeten worden of ze inpasbaar zijn bij de huidige uitgangspunten. Specifiek zal gekeken worden voor het behoud en versterking van de landschappelijke- en natuurwaarden
in
dit
gebied.
Hiermee
samengaande
de
recreatieve
ontwikkelingen
en
belevingswaarden. Uitgangspunten hierbij zijn:
Stabilisatie van de bebouwing tenzij ter vervanging van kwalitatief minderwaardige functies c.q. bebouwing.
De bestaande, cultuurhistorische-, landschappelijke- en bebouwingswaarden zoveel mogelijk handhaven en bij aanpassingen, wijzigingen, ontwikkelingen en nieuwbouw dit op dezelfde zorgvuldige wijze in passen.
De gebouwen zoveel mogelijk omringen met, in een open duinlandschap passende, beplanting.
Wegen en paden uitsluitend te accepteren als deze noodzakelijk zijn als recreatieve fiets- of wandelroute of ter ontsluiting van de in het gebied aanwezige functies. Verharding van deze wegen is uitsluitend aanvaardbaar als kan worden aangetoond dat aan de ontsluitingsfunctie ervan niet kan worden voldaan als de weg onverhard blijft.
Het handhaven en beschermen van het bestaande duinreliëf.
16
In hoofdstuk 3 is aangegeven dat het gebied wordt gekenmerkt door vier hoofdbestemmingen. 1. Recreatiewoningen 2. Recreatie / dagrecreatie. 3. Horeca hotels. 4. Maatschappelijk.
1
RECREATIEWONINGEN RW
In het gebied staan in totaal 79 recreatiewoningen waarvan één gesloopt is vanwege de bouw en ontwikkelingen van het “Kennis en innovatiecentrum” en hotel “Noordsee”. Hier is qua aantal voor in de plaats gekomen de recreatiewoning waar voorheen de dienstwoning van hotel Noordsee gebouwd kon worden. De recreatie woningen zijn destijds zo gesitueerd (ontstaan door terrein-, omgevingen gebiedskenmerken) dat we deze kunnen onderverdelen in 2 sectoren (zie plankaart RW I en RW II). Kijkend naar de ruimtelijke kwaliteit zoals de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van de omgeving, kunnen we het volgende vaststellen. Er is een goede balans van bebouwing, open ruimte en afstemming op omgeving en aangrenzende bebouwing, bestemmingen, gebiedswaarden en gebruiksfuncties. Een planologische, ruimtelijke benadering ten aanzien van het aantal recreatiewoningen in het gebied heeft verreweg de voorkeur en zal de ruimtelijke kwaliteit waarborgen. Zo ook de op dit moment gegeven afmetingen en gebouwde situering van de recreatiewoningen. Door de sloop van de voormalige discotheek de Lichtboei zouden hier meerdere
17
recreatiewoningen bij gebouwd kunnen worden e.e.a. conform eerder gemaakte afspraken, en het wederom invulling geven aan de vrijkomende ruimte (zie plankaart). Als algemeen planologisch kader kunnen we het volgende vaststellen voor de recreatiewoningen RW I en RW II:
Een planologische, ruimtelijke benadering van het gewenste aantal recreatiewoningen is beter dan een getalsmatige benadering;
Uitgangspunt zal zijn; dat de recreatiewoningen uitsluitend in hun gegeven afmetingen en situering gehandhaafd zullen blijven. Veranderingen, uitbreidingen c.q. vergrotingen van woningen is eventueel mogelijk maar mogen de belevingswaarden niet onder druk zetten en zullen nauwlettend per geval beoordeeld worden. Als op de desbetreffende locatie geheel vervangende nieuwbouw plaatsvindt dan moet de oorspronkelijke bouwplaats, ten tijde van de sloop, als uitgangspunt worden gehanteerd.
De Welstandsnota en het Beeldambitieplan spelen hierbij een belangrijke rol.
Voor de bouwvoorschriften zal voor een groot deel dezelfde insteek gekozen worden als de nieuwe bestemmingsplannen Recreatieterrein Nes-Buren en Roosdunen. Deze voorschriften worden per sector aangegeven.
18
2
RECREATIE / DAGRECREATIE.
In dit gebiedsgedeelte, en eveneens in het gebiedsgedeelte Horeca Hotel, is in het huidige bestemmingsplan “Strandweg Nes”
een maximaal toelaatbaar bebouwingspercentage toegestaan.
Dit om de recreatieve belevingswaarde van het gebied niet te verstoren c.q. aan te tasten door een te dichte bebouwing. De basis moet zijn dat voor het gehele gebied de hoeveelheid onbebouwde ruimte moet overheersen met dien verstande dat de helft van de gronden voor bebouwing in aanmerking kan komen. In het bestemmingsplan is dit vertaald geworden met procenten bebouwing. In de afgelopen 10 jaar is gebleken dat dit een niet werkbare insteek is geweest. Voorkeur gaat daarom uit om bouwvlakken aan te wijzen met inachtneming van eerder genoemde uitgangspunten. Daarnaast dient blijvend rekening gehouden te worden met de molen de “Phenix” dit in verband met de windvang. Op dit moment ligt op dit gebiedsdeel recreatie / dagrecreatie de bestemming zwembad. Zoals al eerder is aangegeven is het zwembad niet meer in gebruik. De huidige eigenaar is bezig met het ontwikkelen van plannen. Al eerder is gesproken over een kuuroord c.q. health-centrum en recreatiewoningen. Een definitief concreet plan is nog niet voorgelegd. De bestemming en het bouwvlak blijven op dit moment gehandhaafd. Bij het voorleggen van een definitief plan is het niet onwaarschijnlijk dat de bestemming en voorschriften aangepast moeten gaan worden. De insteek van de gemeente is om deze locatie te bestemmen voor een kuuroord c.q. health-centrum of gelijkwaardig maar niet voor de bouw van nieuwe recreatiewoningen, appartementen of iets van gelijke strekking.
19
Bij wijze van hoge uitzondering kan de gemeente medewerking verlenen aan de ontwikkeling van een nieuwe c.q. hoogwaardige hotel accommodatie op deze locatie, mits:
het noodzakelijk is, omdat een beleidsspeerpunt dan wel een gewenste nieuwe ontwikkeling niet uitvoerbaar is zonde de directe aanwezigheid van een nieuwe hotel accommodatie;
het bouwplan ook in architectonische zin van toegevoegde waarde is;
het hotel gericht is op een hoger marktsegment. Dit betekent het bieden van veel comfort zoals wellness, fitness etc. en
3
er sprake is van een bedrijfsmatige exploitatie.
HORECA HOTELS.
Voor deze bestemming geld hetzelfde wat genoemd is bij 2 Recreatie / dagrecreatie. In de afgelopen 10 jaar hebben hier de nodige veranderingen plaatsgevonden welke men doet dwingen om een andere insteek te kiezen. Ook hier willen we afstappen van de genoemde procentbenadering en over te gaan tot bouwvlakken e.e.a. vertaald op de plankaart. Wel kan opgemerkt worden dat voor deze categorie het maximale bebouwingsabsorptievermogen in zicht zo niet bereikt is.
20
4
MAATSCHAPPELIJK.
Dit gebiedsdeel is volledig bestemd voor het nieuwe “Kennis en innovatiecentrum”. Bij de ontwikkeling van het plan is een studie gemaakt hoe het geheel op een verantwoorde wijze ingepast en afgestemd moest worden op de omgeving zodanig dat er voor de toekomst een goede ruimtelijke kwaliteit zal ontstaan. In de oude situatie was de ruimtelijke kwaliteit onder druk komen te staan door ontwikkelingen die niet goed op elkaar afgestemd waren. Zo is er in overleg met meerdere partijen een totaalplan ontstaan waarbij meerdere disciplines c.q. bestemmingen goed op elkaar aansluiten en waarbij belevingswaardes en functies beter tot zijn recht komen. Hierbij moet men denken aan het mogelijk maken voor de bouw van een conferentie gedeelte bij hotel Noordsee en de verplaatsing van een paardenverhuur bedrijf.
21
6
BOUWVOORSCHRIFTEN:
Gezien het hier een gebiedsvisie betreft en geen bestemmingsplan wordt er beperkt en in hoofdlijnen gekeken naar de bouwvoorschriften. De bouwvoorschriften moeten aansluiting vinden bij hetgeen genoemd in het geldende bestemmingsplan, de eerder genoemde kaders, nieuwe ontwikkelingen
en
voorschriften
welke
we
uniform
willen
stellen
voor
het
hele
eiland
(recreatiewoningen). 1
RECREATIEWONINGEN RW
Er mogen in totaal 79 recreatiewoningen worden gebouwd in de gebiedssectoren RW I, en RW II. Per gebied mogen er ten hoogste worden gebouwd:
RW I
63 recreatiewoningen,
RW II
16 recreatiewoningen.
Uitgangspunt is dat de recreatiewoningen uitsluitend in hun gegeven afmetingen en situering gehandhaafd zullen blijven. Veranderingen, uitbreidingen c.q. vergrotingen van woningen is eventueel mogelijk maar mogen de belevingswaarden niet onder druk zetten en zullen nauwlettend per geval beoordeeld worden. Als op de desbetreffende locatie geheel vervangende nieuwbouw plaatsvindt dan moet de oorspronkelijke bouwplaats, ten tijde van de sloop, als uitgangspunt worden gehanteerd. Het bouwen van losstaande bijgebouwen en bouwwerken zoals zwembaden is per gebied niet toegestaan.
22
Voor het bouwen van recreatiewoningen in de gebiedssectoren RW I en RW II gelden de volgende bepalingen: a.
een recreatiewoning zal vrijstaand worden gebouwd, tenzij op de plankaart staat aangegeven dat meerdere recreatiewoningen aaneen gebouwd mogen worden, het maximum aaneen te bouwen recreatiewoningen mag ten hoogste twee zijn;
b.
de oppervlakte van een recreatiewoning zal, met inbegrip van de bijbehorende aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, ten hoogste:
c.
RW I 120 m² bedragen,
RW II 115 m² bedragen;
de onderlinge afstand tussen recreatiewoningen cq. blokken van aaneen gebouwde recreatiewoningen (met inbegrip van de bijbehorende aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen), zal ten minste voor:
RW I 25 m bedragen,
RW II 18 m bedragen,
tenzij de bestaande situatie anders is, in dat geval, daar waar het afwijkt, is de bestaande afstand maatgevend; d.
de goothoogte c.q. druiplijn zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
e.
de bouwhoogte zal ten hoogste voor:
RW I 8 m bedragen,
RW II 4 m bedragen,
23
tenzij de bestaande situatie anders is, in dat geval, daar waar het afwijkt, is de bestaande afstand maatgevend; f.
de dakhelling zal voor: -
RW I ten minste 30° en ten hoogste 60° bedragen,
-
RW II ten minste 15° en ten hoogste 25° bedragen,
tenzij de bestaande situatie anders is, in dat geval, daar waar het afwijkt, is de bestaande afstand maatgevend; g.
de afstand van een recreatiewoning (met inbegrip van de bijbehorende aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen) tot de perceelsgrens, zal ten minste 3 m bedragen, tenzij de bestaande situatie anders is, in dat geval, daar waar het afwijkt, is de bestaande afstand maatgevend.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt de volgende bepaling:
de hoogte van het bouwwerk geen gebouw zijnde, zal ten hoogste 5 m bedragen.
2
RECREATIE / DAGRECREATIE.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a.
de gebouwen zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
b.
de hoogte van de gebouwen zal ten hoogste 10.00 m bedragen.
24
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt de volgende bepaling:
de hoogte van het bouwwerk geen gebouw zijnde, zal ten hoogste 12 m bedragen.
3
HORECA HOTELS.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a.
de gebouwen zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
b.
de hoogte van de gebouwen zal ten hoogste 10.00 m bedragen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt de volgende bepaling:
de hoogte van het bouwwerk geen gebouw zijnde, zal ten hoogste 10 m bedragen.
4
MAATSCHAPPELIJK.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a.
de gebouwen zullen binnen het bouwvlak worden gebouwd;
b.
de hoogte van de gebouwen zal ten hoogste 10.00 m bedragen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt de volgende bepaling:
de hoogte van de toren geen gebouw zijnde, zal ten hoogste 35 m bedragen;
de hoogte van het bouwwerk geen gebouw zijnde, zal ten hoogste 10 m bedragen.
25
26
7
WELSTANDSNOTA EN BEELDKWALITEITSPLAN
De welstandsnota Gemeente Ameland 2004 en het Beeldkwaliteitsplan blijven onveranderd van toepassing. Hierbij inbegrepen de nieuwe welstandscriteria voor het Kennis en Innovatiecentrum. De welstandsnota zal in 2009 herzien worden. Eventuele nieuwe ontwikkelingen kunnen hierbij meegenomen worden. De bedoeling is om het Beeldkwaliteitsplan hierin op te nemen en er één nota van te maken.
27
8
PLANKAART
28