Provincie Oost-Vlaanderen – stad Geraardsbergen
voorontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
gebieden voor toeristisch-recreatieve infrastructuur “Vliegveld Overboelare”
”
Bijlage I: verordenend grafisch plan
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage II Stedenbouwkundige voorschriften“ 1
Provincie Oost-Vlaanderen – stad Geraardsbergen
voorontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
gebieden voor toeristisch-recreatieve infrastructuur “Vliegveld Overboelare”
Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage II Stedenbouwkundige voorschriften 2
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Zie achteraan bijlage III
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage II Stedenbouwkundige voorschriften 3
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage II Stedenbouwkundige voorschriften 4
Provincie Oost-Vlaanderen -stad Geraarsbergen
voorontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
gebieden voor toeristisch-recreatieve infrastructuur “Vliegveld Overboelare”
Bijlage III: toelichtingsnota tekst
Provincie Oost-Vlaanderen -stad Geraarsbergen
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
1 Inhoudsopgave 1
Inhoudsopgave .....................................................................................................................................................2
2
inleiding..................................................................................................................................................................3
3
Doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van het plan............................................................................4
4
Juridische en beleidscontext ...............................................................................................................................5 4.1 Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ...............................................................................5 4.1.1
De bindende bepalingen........................................................................................................................5
4.1.2
Het richtinggevend gedeelte .................................................................................................................5
4.2 Relatie met andere planningsprocessen op Vlaams niveau.......................................................................5 4.2.1
Ontwikkelingsperspectieven vanuit afbakening van de natuurlijke en agrarische structuur......5
4.3 Relatie met plannen van ander beleidsniveau .............................................................................................6
5
6
4.3.1
Provinciaal structuurplan Oost-Vlaanderen.......................................................................................6
4.3.2
Afbakening kleinstedelijk gebied Geraardsbergen ............................................................................7
4.3.3
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Geraardsbergen...................................................................7
Bestaande feitelijke en juridische toestand .......................................................................................................8 5.1.1
Bestaande feitelijke toestand.................................................................................................................8
5.1.2
Bestaande juridische toestand ..............................................................................................................8
Milieueffectenrapportage ..................................................................................................................................10 6.1 Onderzoek noodzaak passende beoordeling ............................................................................................10 6.2 Onderzoek tot milieueffectrapportage.......................................................................................................10 6.3 Watertoets.......................................................................................................................................................10
7
Visie ......................................................................................................................................................................12
8
Ruimtebalans.......................................................................................................................................................13
9
Vertaling naar verordenende stedenbouwkundig voorschriften en op te heffen voorschriften...........14
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage IV 2
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
2 inleiding Voorliggend document is een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in de zin van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Een ruimtelijk uitvoeringsplan bevat (Art. 2.2.2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening): -
een grafisch plan dat aangeeft voor welk gebied of welke gebieden het plan van toepassing is;
-
de bijhorende stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichtingen en/of het beheer, en, desgevallend de normen, vermeld in artikel 4.1.12 en 4.1.13 van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;
-
een weergave van de feitelijke en juridische toestand;
-
de relatie met het ruimtelijk structuurplan of de ruimtelijke structuurplannen waarvan het een uitvoering is;
-
in voorkomend geval, een zo limitatief mogelijke opgave van de voorschriften die strijdig zijn met het ruimtelijk uitvoeringsplan en die opgeheven worden;
-
in voorkomend geval, een overzicht van de conclusies van (a) het planmilieueffectenrapport, (b) de passende beoordeling, (c) het ruimtelijk veiligheidsrapport, (d) andere verplicht voorgeschreven effectenrapporten;
-
in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4, of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid;
-
in voorkomend geval, een register, al dan niet grafisch, van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd die aanleiding kan geven tot een gebruikersschadecompensatie vermeld in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut.
Het grafisch plan (Bijlage I) en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (Bijlage II) hebben verordenende kracht. De teksten en grafische plannen van de toelichtingsnota (Bijlage III) hebben als dusdanig geen verordenende kracht, maar behouden hun waarde als inhoudelijk onderdeel van het geheel van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De registers met betrekking tot planschade, planbaten, kapitaal- of gebruikersschadecompensatie hebben slechts een informatief karakter (Bijlage IV).
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 3
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
3 Doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad van het plan Dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) wordt opgemaakt naar aanleiding van het gedeeltelijk positief planologisch attest, dat op 19 april 2010 werd afgeleverd aan VZW Vlaams zweefvliegcentrum Phoenix in de gemeente Geraardsbergen. Het attest werd afgeleverd onder volgende voorwaarden: - enkel de activiteiten van de zweefvliegclub met bijbehorende voorzieningen zijn toegelaten zonder capaciteitsverhoging: - gebouwen en constructies zoals voorgesteld in de korte termijnbehoeften dienen landschappelijk ingepast en voorzien van de nodige water- en groenbuffers om bijkomende ruimtelijke impact op de omgeving te vermijden; - bij opmaak van het planinitiatief wordt een gedifferentieerde herbestemming onderzocht zonder schaalvergroting van de toeristisch recreatieve activiteit noch met een te grote ruimtelijke dynamiek. - volgende elementen dienen bij opmaak van het planinitiatief te worden gehanteerd: de landschappelijke inkleding en de relatie met de omgeving moeten verder worden onderzocht i.f.v. versterking van natuurwaarden langs de Dender, het behoud (of vergroting) van de overstromingscapaciteit, de bufferfunctie naar de bewoning (en de functie van de dijk). de huidige begrenzing van het gebied zoals aangeduid kan niet worden vergroot, en middels het plan moet een bijkomende ruimtelijke impact door schaalvergroting en/of capaciteitsverhoging worden vermeden. voor zover ruimtelijk relevant en ruimtelijk vertaalbaar zal de sectorale regelgeving die verplichtingen oplegt naar de zweegvliegactiviteiten en bijbehorende voorzieningen, mee moeten worden onderzocht en geïntegreerd. Het zweefvliegcentrum is gelegen in Overboelare in de Dendervallei, ten zuidwesten van de kern van Geraardsbergen en aan de grens met het Waals gewest. Gezien de overstromingsgevoeligheid van het gebied, worden als voorafname op een meer structureele aanpak, naast de percelen die in gebruik zijn door het zweefvliegcentrum eveneens de aanpalende percelen richting Dender en Veldekensdreef mee opgenomen. Het bouwvrij houden van het volledige plangebied, met uitzondering van een welbepaalde zone, die voorzien wordt voor de gebouwen en parkeerplaatsen in functie van het zweefvliegcentrum, en het vermijden van een verdere ophoging in het gebied zijn essentiële uitgangspunten van het plan.
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 4
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
4 Juridische en beleidscontext
4.1 4.1.1
Relatie met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen De bindende bepalingen Geraardsbergen komt in de bindende bepalingen aan bod in kader van de selectie van de kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau. Het RSV bevat geen bindende bepalingen in verband met sportvliegvelden.
4.1.2
Het richtinggevend gedeelte Ontwikkelingsperspectieven voor toeristisch-recreatieve infrastructuur in het buitengebied
Het RSV geeft ontwikkelingsperspectieven aan voor toeristisch-recreatieve infrastructuur in het buitengebied. Indien men de structuurbepalende functies van het buitengebied wil vrijwaren, kan de toeristisch-recreatieve infrastructuur er slechts op een specifieke manier aanwezig zijn. De aard en het type van de infrastructuur zelf zijn hierbij van belang. De ontwikkelingsmogelijkheden van de toeristisch-recreatieve infrastructuur zullen immers worden bepaald door de positie ervan binnen en de impact ervan op de natuurlijke en de agrarische structuur. Ontwikkelingsperspectieven voor specifieke toeristisch-recreatieve infrastructuren die een uitspraak op Vlaams niveau behoeven
Omwille van hun ruimtelijke impact en complexiteit behoeven volgens het RSV een aantal specifieke toeristisch-recreatieve infrastructuren een uitspraak in verband met hun gewenste ruimtelijke ontwikkeling op Vlaams niveau. U.L.M.- en sportvliegvelden behoren hiertoe. Het RSV stelt dat hoewel deze infrastructuur en voorzieningen ook aanwezig kunnen zijn in de stedelijke gebieden, de ontwikkelingsperspectieven worden aangegeven in het deel rond buitengebied omdat zij overwegend hier plaatsvinden. Verder wordt bepaald dat er geen bijkomende terreinen voor recreatie- en scholingsvliegen (U.L.M.- en sportvliegvelden) kunnen worden voorzien. In het RSV wordt aangegeven dat er moet onderzocht worden in welke mate de bestaande terreinen voor recreatievliegen qua gebruik geoptimaliseerd kunnen worden in functie van de groeiende belangstelling voor recreatie- en scholingsvliegen. De ontwikkeling van de bestaande terreinen moet afgewogen tegenover de ontwikkelingsperspectieven voor kernen, natuur, bos en landbouw én tegenover het beleid ten aanzien van de stiltegebieden.
4.2 4.2.1
Relatie met andere planningsprocessen op Vlaams niveau Ontwikkelingsperspectieven vanuit afbakening van de natuurlijke en agrarische structuur In het planningsproces voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur voor de regio Vlaamse Ardennen, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 8 mei 2009, wordt voor de omgeving van het plangebied, de volgende ontwikkelingsperspectieven opgenomen: ❧
de Dendervallei: behoud en versterking van uitgesproken natuurwaarden in beekvalleien en op valleiflanken met ruimte voor herstel van het natuurlijke watersysteem. Op de rand van de
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 5
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Dendervallei ten zuiden van Geraardsbergen wordt een oplossing gezocht voor het vliegveld van Overboelare. ❧
Buizemont-Arduinbos: samenhangende complexen van zéér waardevol historisch bos behouden, verbinden en versterken als structuurbepalende natuur- en/of landschapselementen.
❧
Grote Buizemont, Boelarebos en Arduinbos: vrijwaren en versterken van waardevolle landschappen en erfgoedwaarden.
Er wordt, conform het operationeel uitvoeringsprogramma, de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan gepland voor de versterking van de natuurlijke structuur van de Dendervallei en de natuur- en bosstructuur op de flanken van Buizemont (o.a. Boelarebos) en het versterken van de onderlinge relatie ertussen en met Bourengbos.
4.3 4.3.1
Relatie met plannen van ander beleidsniveau Provinciaal structuurplan Oost-Vlaanderen In het informatief gedeelte van de het PRS wordt het vliegveld te Overboelare geselecteerd als een toeristisch-recreatieve infrastructuur van provinciaal niveau. Binnen het richtinggevende deel van het PRS zijn volgende elementen van belang voor het voorliggende plan. Visie op de kleinstedelijke gebieden van de Dendersteden
De Dendersteden worden gevormd door de rij van opeenvolgende stedelijke gebieden van Dendermonde, Aalst, Ninove en Geraardsbergen. Het kleinstedelijk gebied Geraardsbergen vormt eveneens een verzamelpunt van pendelaars naar Brussel. De invloedssfeer van Geraardsbergen omvat de nabijgelegen landelijke dorpen in het Zuidelijk Openruimtegebied, Vlaams-Brabant en Henegouwen. De centrale rol t.o.v. het omgevend openruimtegebied moet opnieuw ontwikkeld worden. Het stedelijk gebied wordt versterkt als woongebied en centrum van voorzieningen.Voor Geraardsbergen is ook een belangrijke rol weggelegd als toeristisch-recreatief knooppunt in het Zuidelijk Openruimtegebied. Belangrijke aandachtspunten voor het afbakeningsproces zijn: de dubbele spoorweginfrastructuur (Gent/Edingen en Aalst/Ath), de N42 en N8, het reliëf, de Dender en de Dendervallei en de omgevende landschappelijk waardevolle openruimtegehelen. Toeristisch-recreatief netwerk
Geraardsbergen maakt volgens het PRS deel uit van het toeristisch-recreatief netwerk ‘Vlaamse Ardennen’. Een toeristisch-recreatief netwerk is een gebied met voldoende toeristisch-recreatieve aantrekkingselementen (landschappelijk, cultuurhistorisch, lijnelementen) om een regiooverstijgende toeristisch-recreatieve uitstraling te hebben. Het zijn gebieden die een zekere samenhang vertonen, o.a. door ruimtelijke en landschappelijke kenmerken. In de toeristisch-recreatieve netwerken wordt gestreefd naar: -
het verhogen van de complementariteit tussen de toeristisch-recreatieve voorzieningen;
-
de versterking van toeristisch-recreatieve infrastructuur op provinciaal niveau. Op gemeentelijk niveau kunnen lokale toeristisch-recreatieve elementen de netwerkvorming versterken, o.m. door een gericht aanbod aan kleinschalige lokale accommodatie en aandacht voor historische sites of merkwaardige gebouwen;
-
het bevorderen van een maximaal recreatief medegebruik van de openruimte-elementen (bv. bossen, waterlopen, …) op een verantwoorde en duurzame wijze en het verbinden van die
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 6
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
elementen door versterking van een netwerk van provinciale en lokale infrastructuren voor langzaam verkeer doorheen de open ruimte; -
de versterking van de eigenheid, de specifieke potenties en de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van elk toeristisch-recreatief netwerk;
-
de uitbouw van toeristisch-recreatieve transferia van bovenlokaal belang. Deze zijn gelegen langs de verschillende knooppunten van de verschillende toeristisch-recreatieve elementen en routes, waar specifieke ondersteunende infrastructuur aangelegd kan worden (sanitair, aanlegsteiger, infopunt, horeca,..).
In het toeristisch-recreatief netwerk Vlaamse Ardennen wordt nieuwe grootschalige verblijfsinfrastructuur (bv. terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven) voorzien in de stedelijke gebieden. In het buitengebiedgedeelte van het gebied zijn kleinschalige verblijfselementen (zoals hoeve- of plattelandsverblijven en pensions in landelijke kernen) wenselijk. De verdere versterking van de landschappelijke eigenheid en kwaliteiten van de Vlaamse Ardennen vormt de motor voor het toeristisch-recreatief gebeuren. De mogelijkheid tot recreatief medegebruik van de open ruimten en de bossen wordt versterkt. 4.3.2
Afbakening kleinstedelijk gebied Geraardsbergen Het afbakeningsproces van het kleinstedelijk gebied loopt. In dit afbakeningsproces wordt een planMER in functie van de opmaak van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Afbakening kleinstedelijk gebied Geraardsbergen’ opgemaakt (integratiespoor). Een eerste nota voor publieke consultatie (NPC) werd besproken op de richtlijnenvergadering van 16 oktober 2009. Onlangs werd de planMER uitgebreid met enkele nieuwe deelgebieden. Volgens de laatste documenten met betrekking tot het kleinstedelijk gebied zou het vliegveld te Overboelare tot het kleinstedelijk gebied behoren. De ligging van het vliegveld, binnen of buiten het kleinstedelijk gebied, dient nog verder uitgeklaard te worden. In verschillende adviezen van het departement RWO wordt gevraagd de begrenzing van het kleinstedelijk gebied terug te brengen naar de situatie van 2006 (dus zonder de vliegclub te Overboelare).
4.3.3
Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Geraardsbergen Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Geraardsbergen is in opmaak. Op 19 januari 2010 vond een plenaire vergadering plaats. Met betrekking tot het vliegveld in Overboelare werden volgende passages opgenomen: -
Het bestaande vliegveld (hoofdzakelijk voor zweefvliegtuigen) wordt behouden en vormt tegelijk een belangrijke openruimte binnen de gemeente. Kleinschalige uitbreiding van de infrastructuur dient mogelijk te zijn teneinde de bestaanszekerheid te garanderen.
-
Het vliegveld van Overboelare werd door de provincie geselecteerd als toeristisch-recreatief knooppunt (specifieke dagrecreatie). In principe is dit dus een bovenlokale bevoegdheid. Het stadsbestuur is een voorstander van het verder ontwikkelen van de recreatieve mogelijkheden van het vliegveld op voorwaarde dat de voorwaarden en beperkingen die in de milieuvergunning werden opgelegd, worden gerespecteerd.
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 7
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
5 Bestaande feitelijke en juridische toestand 5.1.1
Bestaande feitelijke toestand De bestaande feitelijke toestand wordt grafisch weergegeven op de kaarten in bijlage bij deze toelichtingsnota. Kaart 0
Situering plangebied
Kaart 1
Bestaande feitelijke toestand: luchtfoto met aanduidingen
Het plangebied ligt in de vallei van de Dender ten zuiden van het centrum van Geraardsbergen en de kern van Overboerlare. Een deel van het plangebied wordt vandaag gebruikt door de zweefvliegclub Phoenix. Het vliegveld ontsluit via de Veldenkensdreef, waar lintbebouwing aanwezig is, naar de N42 en bestaat uit een start- en landingsbaan van 600m, die noord-zuid gericht is. Zuidoostelijk in de site zijn de voorzieningen geconcentreerd: een vliegtuigloods, een boogloods, een clubhuis met onverhard terras, een parking en de stalloods voor de vliegtuigen. Ook een vliegtuig uit 1944 staat als baken bij de loodsen. Ten noorden van de landingsbaan staat de bedrijfswoning. De zweefvliegclub telt een 80-tal leden met 7 zweefvliegers, 1 motortoestel en de lier. Het vliegseizoen loopt van voorjaar tot najaar. Tijdens het vliegseizoen wordt gevlogen: op zaterdagzon- en feestdagen, tijdens de zomerstage in augustus en in de week op afgesproken tijdstippen(woensdag- en/of vrijdagnamiddag). In de winterperiode wordt het materiaal onderhouden. De omliggende weiden worden in de zomer begraasd en vormen in de winterperiode een gecontroleerd overstromingsgebied (heraanleg dijken 2005). 5.1.2
Bestaande juridische toestand De bestaande juridische toestand wordt grafisch weergegeven op de kaarten in bijlage bij de toelichtingsnota. Kaart 2
Bestaande juridische toestand: gewestplan, gewestplanwijzigingen en ruimtelijke uitvoeringsplannen
Kaart 3
Bestaande juridische toestand: andere plannen
De relevante elementen van de bestaande juridische toestand worden tekstueel aangegeven in de onderstaande tabel. Tabel 1.
Bestaande juridische toestand
Plan
Naam
Gewestplan(nen) of gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen
Gewestplan nr. 12 Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem (KB 30.05.1978)
Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen
geen
Gemeentelijke plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen
geen
Verkavelingsvergunningen
geen
Beschermde monumenten
geen
Beschermde dorpsgezichten
geen
Beschermde landschappen
geen
Vogelrichtlijngebieden (SBZ-V)
geen
Habitatrichtlijngebieden (SBZ-H)
Het plangebied is gelegen in de onmiddellijke omgeving van het habitatrichtlijngebied ‘Bossen van de Vlaamse Ardennen en ander Zuidvlaamse bossen’
Ramsargebieden
geen
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 8
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Plan
Naam
Gebieden van het duinendecreet
geen
Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)
Aan de overzijde van de Dender is het VEN-gebied ‘De vallei van de Dender en De Mark’ gelegen.
Gebieden van het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON)
geen
Vlaamse of erkende natuurreservaten
geen
Bosreservaten
geen
Beschermingszones grondwaterwinning
geen
Bevaarbare waterlopen
Dender
Onbevaarbare waterlopen
Gaverbeek (categorie 3)
Het plangebied is gelegen in overstromingsgevoelig gebied en is in het verleden effectief overstroomd. De meest recente overstromingen dateren van november 2010 en januari 2011. Op 20 april 2005 werd een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor de aanleg van een dwarsdijk in gecontroleerd overstromingsgebied. Tijdens de recente overstromingen van november 2010 en januari 2011 is het vliegveld en de ruimte omgeving ervan ondanks deze maatregelen opnieuw overstroomd. Een deel van het plangebied wordt sinds 1969 gebruikt als vliegterrein. Destijds werd er een stedenbouwkundige vergunning verleend voor de aanleg van een sportcentrum (sportvliegtuigenloods, plaatsing benzinepomp, visvijvers, startbaan en inrichting van parkeerplaatsen). In 1970 werd toestemming gegeven voor een vliegvelduitbating door het Bestuur der Luchtvaart. Na een brand in 1985 werd pas in 1996 de vliegtuigenloods herbouwd, met een stedenbouwkundige vergunning (augustus 1996). De zweefvliegtuigclub Phoenix (bestaande sinds 1988) vestigde zich toen op de site. De club beschikt over een milieuvergunning klasse II, afgegeven op 02.08.2005, met een geldigheid tot 2025. De vernieuwing in 2005 van de milieuvergunning werd aangevochten en de procedure is hangende bij de Raad van State. De boogloods die gesitueerd is op de site is momenteel onvergund.
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 9
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
6 Milieueffectenrapportage In dit onderdeel van het ruimtelijk uitvoeringsplan zal kort worden ingegaan -
of er voor het voorgenomen plan een passende beoordeling vereist is conform het natuurdecreet;
-
op (de procedure van) het onderzoek tot milieueffectenrapportage;
-
op de watertoets.
6.1
Onderzoek noodzaak passende beoordeling Artikel 36 ter van het decreet Natuurbehoud bepaalt dat ieder plan dat - afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma’s een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling. Het gaat om gebieden die door de Vlaamse regering zijn voorgesteld of aangewezen zijn als Speciale Beschermingszone in toepassing van de Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG van 02.05.1979) en de Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992). Het plangebied is gelegen in de onmiddellijke omgeving van het habitatrichtlijngebied ‘Bossen van de Vlaamse Ardennen en ander Zuidvlaamse bossen’. Het uitvoeringsplan heeft tot doel het bestaande zweefvliegveld te bestendigen, maar laat, conform het afgeleverde planologisch attest, geen capaciteitsverhoging toe. Er kan gesteld worden dat het ruimtelijk uitvoeringsplan geen plan is dat een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een als speciale beschermingszone te beschouwen gebied veroorzaakt, en conform artikel 36ter van het decreet Natuurbehoud, geen passende beoordeling vereist is.
6.2
Onderzoek tot milieueffectrapportage In uitvoering van artikel 4.2.5 van het decreet van 27 april 2007 houdende de wijziging van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) zal voorafgaand aan de opmaak van dit ruimtelijk uitvoeringsplan een onderzoek tot milieueffectenrapportage gevoerd moeten worden en desgevallend een planmilieueffectenrapport opgemaakt moeten worden vooraleer het ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vastgesteld kan worden. Dit onderzoek moet nog verder gevoerd worden.
6.3
Watertoets In het kader van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 dient de overheid die over een ruimtelijk uitvoeringsplan beslist, er zorg voor te dragen dat er geen schadelijk effect op het watersysteem ontstaat of zoveel mogelijk beperkt wordt of als dat niet mogelijk is dat het schadelijk effect op het watersysteem ten gevolge van dit plan wordt hersteld. Dit kan door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of in gevallen van verminderde infiltratie van hemelwater of vermindering van ruimte voor watersystemen door te voorzien in compensatie. Het plangebied is gelegen in overstromingsgevoelig gebied en is in het verleden ook effectief overstroomd. In de voorschriften worden daarom verschillende bepalingen opgenomen met
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 10
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
betrekking tot het aspect ‘water’: het gebied wordt zoveel mogelijk bouwvrij gehouden, verhardingen en bebouwing worden beperkt toegelaten (waar mogelijk waterdoorlatend) en een verdere ophoging van het terrein is niet toegelaten.
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 11
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
7 Visie De beleidsdoelstellingen en ontwikkelingsperspectieven uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden voor het vliegveld in Overboelare en de aanpalende percelen vertaald in volgende ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven. Overstromingsgebied
Het vliegveld en de aanpalende percelen zijn gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Het volledige plangebied wordt daarom aangeduid als overstromingsgebied. Buiten de zone die door de club wordt gebruikt voor de noodzakelijke gebouwen en parkings en de aanwezige verhardingen in functie van landingsbaan, wordt verhardingen in het gebied uitgesloten. Verder wordt een verdere ophoging van het terrein onmogelijk gemaakt. Met betrekking tot het aspect ‘water’ worden nu een minimum aan maatregelen voor de onmiddellijke omgeving van het vliegveld opgenomen. Later, in een ander proces, zal de problematiek van de overstromingen structureel aangepakt worden. Bestendiging van het aanwezige vliegveld – zonder schaalvergroting
Het bestaande zweefvliegcentrum wordt bestendigd in zijn huidige hoedanigheid. Er wordt geen capaciteitsverhoging toegelaten. Bestendiging van het aanwezige vliegveld – beperken tot zweefvliegen
Gezien de kwetsbare ligging van het vliegveld wordt ervoor geopteerd het vliegen zelf te beperken tot zweefvliegen. Met het zweefvliegcentrum wordt de behoefte aan zweefvliegen in de provincie Oost-Vlaanderen ingevuld. Het aantal sleepstarts (met motorvliegtuigen) wordt beperkt. Het aantal lierstarts wordt niet beperkt. Natuurverweving
Het gebied is gelegen tussen twee gebieden die een belangrijke natuurwaarde hebben: het als VEN-gebied aangeduide bosgebied aan de overzijde van de Dender en als habitatrichtlijngebied aangeduide landbouwgebied aan de andere zijde van de Veldekensdreef. Een overdruk natuurverweving zorgt ervoor dat het plangebied een versterking betekent voor deze gebieden.
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 12
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
8 Ruimtebalans De invloed van de bestemmingswijzigingen in dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op de ruimteboekhouding uit het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) is weergegeven in onderstaande ruimtebalans. Tabel 2.
Ruimtebalans
Bestemmingscategorie
Voor
Na
Verschil
Wonen
0 ha
0 ha
0 ha
Recreatie
0 ha
13 ha
+13 ha
Reservaat en natuur
0 ha
0 ha
0 ha
Overig groen
0 ha
0 ha
0 ha
0 ha
6 ha
+ 6 ha
24,5 ha
5,5 ha
- 19 ha
Industrie
0 ha
0 ha
0 ha
Overige bestemmingen
0 ha
Bos Landbouw
0 ha
0 ha
GEN in overdruk
1
0 ha
0 ha
0 ha
GENO in overdruk
0 ha
0 ha
0 ha
Totaal GEN/GENO in overdruk
0 ha
0 ha
0 ha
Natuurverweving in overdruk boven landbouw
0 ha
0 ha
0 ha
Natuurverweving in overdruk boven overig groen
0 ha
0 ha
0 ha
Natuurverweving in overdruk boven bos
0 ha
6 ha
+6 ha
Natuurverweving in overdruk boven recreatie
0 ha
11,5 ha
+11,5 ha
Totaal natuurverweving in overdruk
0 ha
17,5 ha
+17,5 ha
1 Via afbakening procedure natuurdecreet ‘VEN eerste fase’ (Besluit Vlaamse Regering 18 juli 2003).
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 13
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
9 Vertaling naar verordenende stedenbouwkundig voorschriften en op te heffen voorschriften Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften
Overlappende delen van het : gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978) Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ’recreatie’. Artikel 1. Gebied voor recreatievliegen Artikel 1.1 vliegveld
Bepalingen m.b.t. de zweefvliegactiviteiten
Het gebied is bestemd voor aanleg en exploitatie van een vliegveld voor zweefvliegtuigen en ULM. Gebruik van het gebied voor recreatief medegebruik is toegelaten voor zover dat de exploitatie van het vliegveld niet in het gedrang brengt.
Het bestaande vliegcentrum in het gebied wordt bestendigd. Het gebied wordt daarom bestemd als gebied voor vliegveld voor zweefvliegtuigen en ULM, waarbij: -
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de aanleg of exploitatie van een vliegveld voor zweefvliegtuigen zijn toegelaten, onverminderd de bepalingen over de zone in overdruk voor specifieke gebouwen en constructies.
alle werken, handelingen, functiewijzigingen, inrichtingen en voorzieningen die nodig of nuttig zijn voor de aanleg of de exploitatie van het gebied als vliegveld en vormen van recreatief medegebruik (wandelen, fietsen, spelen, paardrijden,vissen, ..) mogelijk moeten zijn;
-
het overwegend onbebouwd karakter van het gebied behouden blijft. Enkel de noodzakelijke technische installaties van beperkte omvang zijn toegelaten in het gebied. Bebouwing en infrastructuur in relatie tot het vliegveld (clubhuizen, cafetaria, kleedkamers, golfhotel, parkings, opslag van onderhoudsmateriaal, herstelplaatsen…) zijn enkel toegelaten in de in overdruk aangeduide gebieden);
-
de bestaande cultuur-historisch waardevolle landschapselementen moeten zoveel mogelijk gevrijwaard blijven. Het gaat daarbij zowel om lineaire landschapselementen (dijken, grachten, bomenrijen…). Om die reden moeten alle werken, handelingen, functiewijzigingen, inrichtingen en voorzieningen voor het instandhouden, het beschermen, het herstellen en het ontwikkelen van het natuurlijk milieu en de landschapswaarden mogelijk zijn.
-
toegangswegen en parking worden bij voorkeur aangelegd in waterdoorlatende verharding; het vliegveld krijgt toegang via de Veldekensdreef.
-
de niet bebouwde of verharde oppervlakten worden ingericht als groene of open ruimte die een versterking vormt voor het omgevend landschap.
Artikel 1.2 waterbeheersing
Bepalingen m.b.t. de waterbeheersing
Volgende werken, handelingen en wijzigingen in functie van waterbeheersing in het gebied zijn eveneens toegelaten:
Waterbeheer(sing) is een nevengeschikte functie in dit gebied.
- het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien, - het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978): -
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
Werken de algemene bestemming niet in gedrang brengen, zijn werken van een eerder beperkte omvang die een invloed hebben die in de totaliteit van het te beschouwen gebied niet significant is.
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 14
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,
Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften
- het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,
Werken en handelingen in functie van behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen is bv. hermeandering, verbreden of herinrichten van de bedding, herwaarderen winterbed, vertragen waterstroomsnelheid, structuurvariatie in oevers en bedding,…
- het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen
Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de waterkwaliteit zijn bv. buffering van waterlopen tegen vervuiling…
zijn toegelaten, voor zover de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden. De in artikel 1.1 genoemde werken, handelingen en wijzigingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen.
Op te heffen voorschriften
Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de verbindingsfunctie van waterlopen zijn bv. het opheffen barrières, behoud van ruimte voor de ontwikkeling van natuurwaarden… In functie van het behoud, herstel en de ontwikkeling (aanleg, inrichting, onderhoud…) van specifieke overstromingsgebieden zijn specifieke infrastructuren hiervoor zoals dijken, stuwen, pompinstallaties… toegelaten. Zuiveringsinfrastructuren zoals RWZI’s of collectoren vallen niet onder de toegelaten werken, handelingen en wijzigingen. Voor bebouwing bestemde gebieden zijn o.m. woongebieden en bedrijventerreinen…De specifieke stedenbouwkundige voorschriften in de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen geven uitsluitsel over welke (delen van) gebieden als voor bebouwing bestemd moeten worden. De overige functies in rivier- en beekvalleien moet de natuurlijke dynamiek en het waterbergend vermogen van dit watersysteem respecteren. De stroomgebiedbeheersplannen en de (deel)bekkenbeheersplannen worden als afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Vergunningsaanvragen worden onderworpen aan een watertoets in de zin van het decreet integraal waterbeleid. Met ‘technieken van natuurtechnische milieubouw’ wordt verwezen naar een geheel van technieken die gebruikt kunnen worden om bij de inrichting (en het beheer) van infrastructuurwerken (wegen, waterlopen) bestaande natuurwaarden zoveel als mogelijk te behouden of ze te ontwikkelen of te versterken, en meer algemeen om te komen tot "milieuvriendelijke" oplossingen voor ruimtelijke ingrepen. Een beschrijving van en toelichting bij dergelijke technieken is te vinden in de "Vademecums Natuurtechniek", die onder meer te raadplegen zijn op de website van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid: http://www.lne.be/themas/milieu-eninfrastructuur/vademecums-natuurtechniek. Op basis van onderzoek en ervaring worden deze Vademecums regelmatig geactualiseerd.
Artikel 1.3 ontwerp vliegveld
Bepalingen m.b.t. de inrichting van het vliegveld
In het gebied kan een vliegveld voor zweefvliegtuigen, motorvliegtuigen (sleepvliegtuigen) en ULM aangelegd worden.
Aangezien het gebied gelegen is in overstromingsgevoelig gebied, worden specifieke inrichtingsvoorschriften opgenomen. Met uitzondering van de zone die aangeduid wordt in functie van gebouwen en parkeerplaatsen wordt het gebied voor recreatievliegen bouwvrij gehouden. Enkel een verharding in functie van een start- en landingsbaan en 2 startstroken voor de lier worden toegestaan. Waar mogelijk worden deze eveneens uitgevoerd in waterdoorlatende materialen.
De volgende inrichtingsprincipes dienen minimaal gerespecteerd: -
verhardingen in het gebied worden beperkt tot de zone zoals voorzien in artikel 1.5 en, een start- en landingsbaan van 600 m en 2 startstroken voor de lier. Waar
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 15
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften
mogelijk worden deze verhardingen voorzien in waterdoorlatende materialen; -
het terrein mag niet verder opgehoogd worden;
-
er wordt voorzien in een landschappelijke buffer naar woningen van de veldekensdreef toe.
Artikel 1.4 Capaciteit
Bepalingen m.b.t. capaciteit
Over een periode van 5 jaar kunnen niet meer dan 800 motorvluchten (inclusief de sleepstarts voor zweefvliegtuigen en inclusief de vluchten uitgevoerd tijdens het open deur weekend of gelijkaardige evenementen) per jaar plaatsvinden.
De capaciteit van het bestaande vliegveld mag niet verhogen. Daartoe worden in de verordende stedenbouwkundige voorschriften opgelegd dat het aantal motorvluchten en sleepstarts niet mag toenemen. Het optrekken van zweefvliegtuigen door middel van een lier wordt niet beperkt. Overlappende delen van het : gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978)
aanduiding in overdruk Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur. Artikel 1.5 Gebouwen en verharde parkeerplaatsen Gebouwen (clubhuis, loods, …), verhardingen en verharde parkings voor de exploitatie van het vliegveld die een vloeroppervlakte hebben groter dan 10 m², zijn enkel toegelaten in de zones aangeduid in overdruk. De ruimtelijke, landschapsecologische en milieuhygiënische impact van deze gebouwen en constructies op de omgeving wordt geminimaliseerd.
Met de aanduiding in overdruk wordt aangegeven waar gebouwen (clubhuis, materiaalloods, berging, …) en verharde parkeerplaatsen toegelaten zijn. Constructies, omheiningen, reclamepanelen zijn toegelaten en vallen niet onder toepassing van deze typebepaling. Ze zijn vergunbaar voor zover dat ruimtelijk verantwoord is.
gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978): -
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
Overlappende delen van het : gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978) aanduiding in overdruk Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur. Artikel 1.6 gebied met overdruk natuurverweving Het in overdruk aangeduide gebied is een natuurverwevingsgebied waarbij de functies natuurbehoud en toegelaten recreatie nevengeschikt zijn.
Het gebied wordt beschouwd als een natuurverwevingsgebied in de zin van het decreet Natuurbehoud en maakt in die zin deel uit van het Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (IVON). Verweving houdt in dat een duurzame instandhouding van de aanwezige natuurwaarden gegarandeerd wordt en dat elke functie behouden kan worden zonder andere functies te verdringen of door andere functies verdrongen te worden.
gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978): -
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
Alle bepalingen van het decreet Natuurbehoud betreffende natuurverwevingsgebieden zijn van toepassing in dit gebied. Dat houdt o.a. in dat naast de maatregelen in het decreet natuurbehoud vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 4, hoofdstuk V, en hoofdstuk VI, er ten aanzien van de eigenaars en grondgebruikers slechts stimulerende
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 16
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften
maatregelen kunnen worden genomen en dit ter bevordering van:
In het als natuurverwevingsgebied in overdruk aangeduide gebied gelden de volgende bijkomende bepalingen: -
De voor functie recreatie vermelde werken, handelingen en wijzigingen zijn toegelaten voor zover de natuurwaarden van het gebied in stand gehouden worden;
-
Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden zijn toegelaten.
-
een natuurgerichte bosbouw en ecologisch verantwoorde bebossing, in overeenstemming met de bepalingen van het Bosdecreet;
-
de bescherming en het beheer van de vegetatie van kleine landschapselementen, de fauna en de flora;
-
het behoud van een voor de natuur gunstige waterhuishouding, en het tegengaan van het risico van verdroging, en van aantasting van reliëf en bodem zonder dat dit disproportionele gevolgen heeft voor de overige functies;
-
het behoud of het herstel van voor de natuur gunstige structuurkenmerken van de waterlopen;
-
de totstandkoming van een verenigbaar recreatief medegebruik.
De functie recreatie en de functie natuurbehoud zijn nevengeschikt; die functies worden behouden zonder elkaar onderling te verdringen. In natuurverwevingsgebieden is het beleid gericht op de ruimtelijke ondersteuning van de verweving tussen de functie recreatie en de functie natuurbehoud. Dat houdt ruimtelijke voorwaarden in voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige en gewenste natuurwaarden. In het geval van het golfterrein in Beveren betekent dit ook dat de inrichting van de zone voor golf zo moet gebeuren dat geen afbreuk gedaan wordt aan het initiatief van de aparte zonering van het natuurgebied. Tegelijk moeten de ontwikkelingsmogelijkheden van functie recreatie met de aanwezige en gewenste natuurwaarden ruimtelijk ondersteund worden. Gebouwen die noodzakelijk zijn voor het beheer van of het toezicht op de als natuur beheerde gebieden zijn toegelaten , op voorwaarde dat ze niet samen gebruikt worden als woonverblijf. Het gaat om gebouwen en constructies met een beperkte omvang (schuilplaats, bergplaats voor materiaal, …). Een dergelijke bebouwing kan slechts toegelaten worden voor zover ze landschappelijk inpasbaar en de betrokken oppervlakte als natuur beheerd gebied aanzienlijk is. In voorkomend geval is een vastgesteld natuurrichtplan bepalend voor de inrichting en het beheer van het gebied. Een dergelijk natuurrichtplan wordt als een afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor bovenvermelde werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen.
Overlappende delen van het : gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978) Artikel 2. Bosgebied Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ’bos’. Artikel 2.1. bos
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978):
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 17
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften -
Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van bos, waarbij het recreatief medegebruik een ondergeschikte functie is.
Bos” moet in ruime zin geïnterpreteerd worden, zoals in het Bosdecreet. Open plekken in het bos vallen daar bijvoorbeeld ook onder
Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de aanleg, het beheer en de inrichting van bos zijn toegelaten.
Het aanbrengen van infrastructuren voor het beheer van het gebied als bosgebied is mogelijk. Die infrastructuren zijn onder meer: veekerende rasters, het bouwen van schuilplaatsen voor dieren die ingezet worden bij het beheer van het gebied ...
Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden zijn toegelaten. Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet wordt overschreden, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: -
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op de sociale, educatieve of recreatieve functie van het gebied, waaronder sanitaire gebouwen of schuilplaatsen van één bouwlaag met een oppervlakte van ten hoogste 100 m², met uitsluiting van elke verblijfsaccommodatie;
-
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;
-
het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen. Bestaande openbare wegen en nutsleidingen kunnen verplaatst worden voor zover dat noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijke milieu, de openbare veiligheid of de volksgezondheid.
landschappelijk agrarisch gebied
waardevol
In het gebied zijn uitsluitend gebouwen toegelaten die noodzakelijk voor het beheer van en het toezicht op de bossen, op voorwaarde dat ze niet kunnen worden gebruikt als woonverblijf. Het gaat om gebouwen en constructies met een beperkte omvang (schuilplaats, bergplaats voor materiaal ...). Een dergelijke bebouwing kan alleen toegelaten worden in bossen met een aanzienlijke oppervlakte. Recreatief medegebruik is een ondergeschikte functie in bosgebied. Ondergeschikt betekent ‘van betrekkelijk minder grote betekenis’. Kleinschalige infrastructuur voor de sociale, educatieve of recreatieve functie van het gebied is toegelaten: -
kleinschalige infrastructuur voor de recreatieve functie zoals speeltuigen, infrastructuren voor speelbossen of speelzones in een bos en speelweiden, een overdekte picknickplaats, beperkte sanitaire voorziening. Hoogdynamische dagrecreatieve of verblijfsrecreatie is uitgesloten (sportvelden, golfterreinen, omvangrijke speeltuinen, permanente kampeervoorzieningen ...).
-
kleinschalige infrastructuur, gericht op recreatief medegebruik: zitbanken, picknicktafels, vuilnisbakken …;
-
kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken voor educatief of recreatief medegebruik zoals toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen ...;
-
kleinschalige infrastructuur gericht op educatie zoals informatieborden, verrekijkers, knuppelpaden, vogelkijkhutten ...;
-
kleinschalige infrastructuur voor niet-gemotoriseerd verkeer zoals: wandelen, fietsen, paardrijden... Verharde paden worden bij voorkeur aangelegd in een waterdoorlatende verharding.
Onder openbare wegen worden ook verkeersveilige fietspaden begrepen. Artikel 2.2 waterbeheersing
Bepalingen m.b.t. de waterbeheersing
Volgende werken, handelingen en wijzigingen in functie van waterbeheersing in het gebied zijn eveneens toegelaten:
Waterbeheer(sing) is een nevengeschikte functie in dit gebied.
- het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien, - het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Werken de algemene bestemming niet in gedrang brengen, zijn werken van een eerder beperkte omvang die een invloed hebben die in de totaliteit van het te beschouwen gebied niet significant is. Werken en handelingen in functie van behoud en herstel van de structuurkenmerken
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 18
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften
- het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden,
van de rivier- en beeksystemen is bv. hermeandering, verbreden of herinrichten van de bedding, herwaarderen winterbed, vertragen waterstroomsnelheid, structuurvariatie in oevers en bedding,…
- het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen
Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de waterkwaliteit zijn bv. buffering van waterlopen tegen vervuiling…
zijn toegelaten, voor zover de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden.
Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de verbindingsfunctie van waterlopen zijn bv. het opheffen barrières, behoud van ruimte voor de ontwikkeling van natuurwaarden…
De in artikel 2.1 genoemde werken, handelingen en wijzigingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen.
Op te heffen voorschriften
In functie van het behoud, herstel en de ontwikkeling (aanleg, inrichting, onderhoud…) van specifieke overstromingsgebieden zijn specifieke infrastructuren hiervoor zoals dijken, stuwen, pompinstallaties… toegelaten. Zuiveringsinfrastructuren zoals RWZI’s of collectoren vallen niet onder de toegelaten werken, handelingen en wijzigingen. Voor bebouwing bestemde gebieden zijn o.m. woongebieden en bedrijventerreinen…De specifieke stedenbouwkundige voorschriften in de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen geven uitsluitsel over welke (delen van) gebieden als voor bebouwing bestemd moeten worden. De overige functies in rivier- en beekvalleien moet de natuurlijke dynamiek en het waterbergend vermogen van dit watersysteem respecteren. De stroomgebiedbeheersplannen en de (deel)bekkenbeheersplannen worden als afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Vergunningsaanvragen worden onderworpen aan een watertoets in de zin van het decreet integraal waterbeleid. Met ‘technieken van natuurtechnische milieubouw’ wordt verwezen naar een geheel van technieken die gebruikt kunnen worden om bij de inrichting (en het beheer) van infrastructuurwerken (wegen, waterlopen) bestaande natuurwaarden zoveel als mogelijk te behouden of ze te ontwikkelen of te versterken, en meer algemeen om te komen tot "milieuvriendelijke" oplossingen voor ruimtelijke ingrepen. Een beschrijving van en toelichting bij dergelijke technieken is te vinden in de "Vademecums Natuurtechniek", die onder meer te raadplegen zijn op de website van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid: http://www.lne.be/themas/milieu-eninfrastructuur/vademecums-natuurtechniek. Op basis van onderzoek en ervaring worden deze Vademecums regelmatig geactualiseerd.
Artikel 2.2 overgangsmaatregel voor landbouw Tot aan de realisatie van de bestemming zijn per perceel de handelingen, voorzieningen en inrichtingen toegelaten, die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven, met uitsluiting van het oprichten van gebouwen en vergelijkbare constructies.
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 19
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften Overlappende delen van het : gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978)
aanduiding in overdruk Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur. Artikel 2.3 gebied met overdruk natuurverweving Het in overdruk aangeduide gebied is een natuurverwevingsgebied waarbij de functies natuurbehoud en toegelaten recreatie nevengeschikt zijn.
Het gebied wordt beschouwd als een natuurverwevingsgebied in de zin van het decreet Natuurbehoud en maakt in die zin deel uit van het Integraal Verwevend en Ondersteunend Netwerk (IVON). Verweving houdt in dat een duurzame instandhouding van de aanwezige natuurwaarden gegarandeerd wordt en dat elke functie behouden kan worden zonder andere functies te verdringen of door andere functies verdrongen te worden.
gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978): -
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
Alle bepalingen van het decreet Natuurbehoud betreffende natuurverwevingsgebieden zijn van toepassing in dit gebied. Dat houdt o.a. in dat naast de maatregelen in het decreet natuurbehoud vermeld in hoofdstuk IV, afdeling 4, hoofdstuk V, en hoofdstuk VI, er ten aanzien van de eigenaars en grondgebruikers slechts stimulerende maatregelen kunnen worden genomen en dit ter bevordering van:
In het als natuurverwevingsgebied in overdruk aangeduide gebied gelden de volgende bijkomende bepalingen: -
De voor functie recreatie vermelde werken, handelingen en wijzigingen zijn toegelaten voor zover de natuurwaarden van het gebied in stand gehouden worden;
-
Alle werken, handelingen en wijzigingen voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden zijn toegelaten.
-
een natuurgerichte bosbouw en ecologisch verantwoorde bebossing, in overeenstemming met de bepalingen van het Bosdecreet;
-
de bescherming en het beheer van de vegetatie van kleine landschapselementen, de fauna en de flora;
-
het behoud van een voor de natuur gunstige waterhuishouding, en het tegengaan van het risico van verdroging, en van aantasting van reliëf en bodem zonder dat dit disproportionele gevolgen heeft voor de overige functies;
-
het behoud of het herstel van voor de natuur gunstige structuurkenmerken van de waterlopen;
-
de totstandkoming van een verenigbaar recreatief medegebruik.
De functie recreatie en de functie natuurbehoud zijn nevengeschikt; die functies worden behouden zonder elkaar onderling te verdringen. In natuurverwevingsgebieden is het beleid gericht op de ruimtelijke ondersteuning van de verweving tussen de functie recreatie en de functie natuurbehoud. Dat houdt ruimtelijke voorwaarden in voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige en gewenste natuurwaarden. In het geval van het golfterrein in Beveren betekent dit ook dat de inrichting van de zone voor golf zo moet gebeuren dat geen afbreuk gedaan wordt aan het initiatief van de aparte zonering van het natuurgebied. Tegelijk moeten de ontwikkelingsmogelijkheden van functie recreatie met de aanwezige en gewenste natuurwaarden ruimtelijk ondersteund worden. Gebouwen die noodzakelijk zijn voor het beheer van of het toezicht op de als natuur beheerde gebieden zijn toegelaten , op voorwaarde dat ze niet samen gebruikt worden als woonverblijf. Het gaat om gebouwen en constructies met een beperkte omvang (schuilplaats, bergplaats voor materiaal, …). Een dergelijke bebouwing kan slechts
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 20
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften
toegelaten worden voor zover ze landschappelijk inpasbaar en de betrokken oppervlakte als natuur beheerd gebied aanzienlijk is. In voorkomend geval is een vastgesteld natuurrichtplan bepalend voor de inrichting en het beheer van het gebied. Een dergelijk natuurrichtplan wordt als een afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor bovenvermelde werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen.
Overlappende delen van het : gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978) Artikel 3. Bouwvrij agrarisch gebied Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ’landbouw’. Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten, met uitzondering van het oprichten van gebouwen en vergelijkbare constructies Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten: -
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;
-
het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen;
-
de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden.
De volgende constructies geplaatst voor beroepslandbouw zijn evenwel toegelaten. Ze worden niet als gebouwen en gelijkaardige constructies beschouwd: schuilhokken, plastictunnels, constructies voor oogstbescherming en constructies voor kleinschalige energieopwekking die tijdelijk geplaatst worden of gemakkelijk verplaatsbaar zijn (bv kleinschalige zonnepanelen om bv een waterpomp te laten werken in een weide of om stroom op te wekken voor schrikdraad) … Serres daarentegen behoren tot de niettoegelaten gebouwen en vergelijkbare constructies.
Natuurbehoud, landschapszorg en recreatief medegebruik zijn ondergeschikte functies in het agrarisch gebied. Ondergeschikt betekent ‘van betrekkelijk minder grote betekenis’.
Volgende werken, handelingen en wijzigingen in functie van waterbeheersing in het gebied zijn eveneens toegelaten:
Waterbeheer(sing) is een nevengeschikte functie in dit gebied.
- het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
landschappelijk waardevol agrarisch gebied
Bouwvrij agrarisch gebied is een gebied dat een belangrijke functie heeft voor de landbouw op zich en bijgevolg zoveel mogelijk bouwvrij moet behouden blijven.
Bepalingen m.b.t. de waterbeheersing
- het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie,
-
Bebossing in agrarisch gebied is vergunningsplichtig op grond van artikel 35 van het Veldwetboek. Vergunningsaanvragen voor permanente bebossing moeten met de nodige omzichtigheid beoordeeld worden aangezien met dit ruimtelijk uitvoeringsplan het gebied bestemd wordt voor de landbouw. Dit geldt in mindere mate voor tijdelijke bebossing.
Artikel 3.2 waterbeheersing
- het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien,
gewestplan nr 12 Aalst-NinoveGeraardsbergen-Zottegem (KB 30 mei 1978):
Werken de algemene bestemming niet in gedrang brengen, zijn werken van een eerder beperkte omvang die een invloed hebben die in de totaliteit van het te beschouwen gebied niet significant is. Werken en handelingen in functie van behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen is bv. hermeandering, verbreden of herinrichten van de bedding, herwaarderen winterbed, vertragen waterstroomsnelheid, structuurvariatie in
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 21
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften gebieden, - het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen zijn toegelaten, voor zover de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden. De in artikel 3.1 genoemde werken, handelingen en wijzigingen kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen.
Toelichting bij de verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Op te heffen voorschriften
oevers en bedding,… Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de waterkwaliteit zijn bv. buffering van waterlopen tegen vervuiling… Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de verbindingsfunctie van waterlopen zijn bv. het opheffen barrières, behoud van ruimte voor de ontwikkeling van natuurwaarden… In functie van het behoud, herstel en de ontwikkeling (aanleg, inrichting, onderhoud…) van specifieke overstromingsgebieden zijn specifieke infrastructuren hiervoor zoals dijken, stuwen, pompinstallaties… toegelaten. Zuiveringsinfrastructuren zoals RWZI’s of collectoren vallen niet onder de toegelaten werken, handelingen en wijzigingen. Voor bebouwing bestemde gebieden zijn o.m. woongebieden en bedrijventerreinen…De specifieke stedenbouwkundige voorschriften in de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen geven uitsluitsel over welke (delen van) gebieden als voor bebouwing bestemd moeten worden. De overige functies in rivier- en beekvalleien moet de natuurlijke dynamiek en het waterbergend vermogen van dit watersysteem respecteren. De stroomgebiedbeheersplannen en de (deel)bekkenbeheersplannen worden als afwegingselement gehanteerd bij de beoordeling van de vergunningsaanvragen voor werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en wijzigingen. Vergunningsaanvragen worden onderworpen aan een watertoets in de zin van het decreet integraal waterbeleid. Met ‘technieken van natuurtechnische milieubouw’ wordt verwezen naar een geheel van technieken die gebruikt kunnen worden om bij de inrichting (en het beheer) van infrastructuurwerken (wegen, waterlopen) bestaande natuurwaarden zoveel als mogelijk te behouden of ze te ontwikkelen of te versterken, en meer algemeen om te komen tot "milieuvriendelijke" oplossingen voor ruimtelijke ingrepen. Een beschrijving van en toelichting bij dergelijke technieken is te vinden in de "Vademecums Natuurtechniek", die onder meer te raadplegen zijn op de website van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse overheid: http://www.lne.be/themas/milieu-eninfrastructuur/vademecums-natuurtechniek. Op basis van onderzoek en ervaring worden deze Vademecums regelmatig geactualiseerd.
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 22
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (tekst) 23
Provincie Oost-Vlaanderen -stad Geraarsbergen
voorontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
gebieden voor toeristischrecreatieve infrastructuur “Vliegveld Overboelare”
Bijlage III: toelichtingsnota kaarten
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage III Toelichtingsnota (kaarten) 2
Provincie Oost-Vlaanderen -stad Geraarsbergen
voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
gebieden voor toeristischrecreatieve infrastructuur “Vliegveld Overboelare”
Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn
Provincie Oost-Vlaanderen -stad Geraarsbergen
Provincie Oost-Vlaanderen -stad Geraarsbergen
1 Inhoudsopgave 1
Inhoudsopgave .....................................................................................................................................................2
2
Inleiding .................................................................................................................................................................3
3
Toelichting bij het register ..................................................................................................................................4 3.1.1
Planschade ...............................................................................................................................................4
3.1.2
Het begrip planschade ...........................................................................................................................4
3.1.3
Het bedrag van de vergoeding..............................................................................................................4
3.1.4
Toekenning van planschadevergoeding..............................................................................................4
3.1.5
Uitzonderingen en vrijstellingen ..........................................................................................................4
3.1.6
Meer informatie over planschade ........................................................................................................4
3.2 Planbaten...........................................................................................................................................................5 3.2.1
Het begrip planbaten .............................................................................................................................5
3.2.2
Het bedrag van de heffing ....................................................................................................................5
3.2.3
Inning van de planbatenheffing ...........................................................................................................5
3.2.4
Uitzonderingen en vrijstellingen ..........................................................................................................5
3.2.5
Meer informatie over planbaten...........................................................................................................5
3.3 Kapitaalschade .................................................................................................................................................5 3.3.1
Het begrip kapitaalschade .....................................................................................................................5
3.3.2
Het bedrag van de kapitaalschadecompensatie .................................................................................6
3.3.3
Toekenning van de kapitaalschadecompensatie ................................................................................6
3.3.4
Voorwaarden...........................................................................................................................................6
3.3.5
Meer informatie over kapitaalschadecompensatie ............................................................................6
3.4 Gebruikersschade ............................................................................................................................................6
4
3.4.1
Het begrip gebruikersschade ................................................................................................................6
3.4.2
Het bedrag van de gebruikerscompensatie ........................................................................................7
3.4.3
Toekenning van de gebruikerscompensatie .......................................................................................7
3.4.4
Voorwaarden...........................................................................................................................................7
3.4.5
Meer informatie over gebruikerscompensatie ...................................................................................7
Legende en disclaimer..........................................................................................................................................8
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
2 Inleiding Een nieuw plan dat een grond een nieuwe of aangepaste bestemming geeft, kan de waarde van die grond beïnvloeden. Planschade, kapitaalschade en gebruikersschade zijn financiële regelingen waarbij de overheid de waardevermindering van gronden als gevolg van een planwijziging vergoedt. Bij de planbatenregeling betaalt de burger een belasting op de meerwaarde die gronden krijgen door een planwijziging. Overeenkomstig artikel 2.2.2.,§1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening moet een ruimtelijk uitvoeringsplan een register bevatten van de percelen waarop een bestemmingswijziging wordt doorgevoerd of een overdruk wordt aangebracht die aanleiding kan geven tot een planschadevergoeding, een planbatenheffing of een kapitaal- of gebruikerssschadecompensatie. Een grafisch register in die zin is weergegeven op de kaart in deze bijlage. Dit document verschaft uitleg over de items planschade, planbaten, kapitaalschade en gebruikersschade die in het grafisch register worden opgenomen. Het register heeft slechts een informatieve en indicatieve betekenis. Bij de planopmaak wordt geen onderzoek verricht naar de eigendomsstructuur van de percelen, naar de aanwezigheid van mogelijke vrijstellingen van planbatenheffing noch naar het voorhanden zijn van uitzonderingsgronden inzake de genoemde vergoedingen. Op de laatste bladzijde van deze bijlage is de legende van het register te vinden.
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage IV 3
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
3 Toelichting bij het register 3.1.1
Planschade
3.1.2
Het begrip planschade De planschaderegeling is een vergoedingsregeling voor eigenaars van gronden die door een bestemmingswijziging minder waard worden. Het moet gaan om een bestemmingswijziging waarbij de grond vóór de wijziging bebouwbaar was, terwijl bouwen of verkavelen na de wijziging niet meer toegelaten is.
3.1.3
Het bedrag van de vergoeding De planschadevergoeding bedraagt 80% van de waardevermindering van de grond als gevolg van de bestemmingswijziging.
3.1.4
Toekenning van planschadevergoeding Een planschadevergoeding wordt niet automatisch toegekend. De eigenaar die er recht op meent te hebben, dient een planschadevordering in bij de rechtbank van eerste aanleg. De rechtbank beoordeelt of aan de toepassingsvoorwaarden is voldaan en stelt een deskundige aan die een raming maakt van de geleden schade (de waardevermindering). De aanvraag voor planschadevergoeding moet worden ingediend binnen het jaar, na: ❧
verkoop van de grond of inbreng in een vennootschap;
❧
weigering van een vergunning;
❧
aflevering van een negatief stedenbouwkundig attest.
Het recht op planschadevergoeding vervalt vijf jaar na de inwerkingtreding van het plan. 3.1.5
Uitzonderingen en vrijstellingen Een planschadevergoeding wordt slechts toegekend onder voorwaarden. De belangrijkste voorwaarden zijn: ❧
het perceel moet gelegen zijn aan een uitgeruste weg;
❧
enkel de eerste 50 meter vanaf die weg komt in aanmerking voor een planschadevergoeding.
Er gelden een aantal uitzonderingen waarin geen planschade verschuldigd is. Zo is er geen recht op een planschadevergoeding in volgende gevallen:
3.1.6
❧
bij een bouwverbod dat voortvloeit uit een onteigeningsbeslissing;
❧
wanneer de waardevermindering minder dan 20% bedraagt van de waarde van het perceel.
Meer informatie over planschade Meer informatie over de planschaderegeling is te vinden in artikel 2.6.1 tot en met 2.6.3. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De codex kan geraadpleegd worden op www.ruimtelijkeordening.be onder de rubriek wetgeving.
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage IV 4
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
3.2
Planbaten
3.2.1
Het begrip planbaten De planbatenheffing is een belasting op de meerwaarde die een grond krijgt door een bestemmingswijziging. Dat is het geval bij bestemmingswijzigingen waarbij onbebouwbare gronden herbestemd worden tot woonzone, zone voor bedrijvigheid of recreatiezone.
3.2.2
Het bedrag van de heffing De planbatenheffing bedraagt tussen 1% en 30% van de geschatte meerwaarde van het perceel. De meerwaarde wordt onderverdeeld in opeenvolgende schijven waarop een stijgend percentage tussen 1 en 30 van toepassing is. Hoe groter de meerwaarde, hoe meer die dus belast wordt.
3.2.3
Inning van de planbatenheffing De eigenaar van een perceel waarop een planbatenheffing rust ontvangt een aanslagbiljet van de Vlaamse Belastingsdienst. Een heffingsplichtige kan bij de Vlaamse belastingsdienst een bezwaar indienen tegen de aanslag. De voorwaarden zijn vermeld op het aanslagbiljet. De planbaten worden in principe slechts betaald op het moment dat de meerwaarde wordt gerealiseerd (bijvoorbeeld bij verkoop van de grond of het bebouwen van de grond). Wie vroeger betaalt kan echter een vermindering krijgen.
3.2.4
Uitzonderingen en vrijstellingen Op de planbatenregeling gelden een aantal uitzonderingen. Dit zijn de belangrijkste:
3.2.5
❧
er is geen planbatenheffing verschuldigd wanneer de bestemmingswijziging die planbaten veroorzaakt op minder dan 25% van het perceel betrekking heeft of op minder dan 200 m²;
❧
percelen waarop een vergunde zonevreemde woning of bedrijf staat zijn vrijgesteld van planbatenheffing indien de grond wordt bestemd voor woningen of bedrijven;
❧
er is geen planbatenheffing verschuldigd wanneer de bestemmingswijziging niet tot gevolg heeft dat voor de grond een verkavelingsvergunning of een stedenbouwkundige vergunning kan verkregen worden.
Meer informatie over planbaten Meer informatie over de planbatenregeling is te vinden in artikel 2.6.4. tot een met 2.6.19. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De codex kan geraadpleegd worden op www.ruimtelijkeordening.be onder de rubriek wetgeving.
3.3
Kapitaalschade
3.3.1
Het begrip kapitaalschade Kapitaalschade is de schade die de eigenaar van een landbouwgrond ondervindt als gevolg van: ❧
een bestemmingswijziging van “landbouw” naar “natuur”, “bos” of “overig groen”;
❧
het in een plan opnemen van een overdruk die de economische aanwending van landbouwgrond beïnvloedt;
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage IV 5
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
❧
het opleggen van een erfdienstbaarheid die de economische aanwending van landbouwgrond beïnvloedt.
Voor kapitaalschade kan een kapitaalschadecompensatie worden gevraagd. 3.3.2
Het bedrag van de kapitaalschadecompensatie De compensatie voor kapitaalschade bedraagt 80% van de waardevermindering.
3.3.3
Toekenning van de kapitaalschadecompensatie De kapitaalschadecompensatie wordt niet automatisch toegekend. De eigenaar die er recht op meent te hebben dient een aanvraag in bij de Vlaamse Landmaatschappij. De aanvraag moet ingediend worden binnen het jaar na de inwerkingtreding van het plan.
3.3.4
Voorwaarden Het perceel heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 hectare of behoort tot een groep percelen van dezelfde eigenaar met een totale oppervlakte van tenminste 0,5 hectare. Het perceel moet geregistreerd zijn in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem van de landbouwadministratie.
3.3.5
Meer informatie over kapitaalschadecompensatie De regeling over de kapitaalschadecompensatie is te vinden in artikel 6.2.1. tot en met 6.3.3. van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. De modaliteiten, randvoorwaarden en wijze waarop de vergoedingen bepaald worden zijn geregeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 houdende de oprichting van de kapitaalschadecommissies en tot regeling van de kapitaalschadecompensatie. Zowel het Decreet grond- en pandenbeleid als het besluit over de kapitaalschaderegeling zijn terug te vinden op www.ruimtelijkeordening.be onder de rubriek wetgeving. De contactgegevens van de VLM zijn terug te vinden via www.vlm.be. E-mail naar
[email protected]
3.4
Gebruikersschade
3.4.1
Het begrip gebruikersschade Gebruikersschade is de economische schade die de gebruiker van een landbouwgrond ondervindt als gevolg van: ❧
een bestemmingswijziging van “landbouw” naar “natuur”, “bos” of “overig groen”;
❧
het in een plan opnemen van een overdruk die de economische aanwending van landbouwgrond beïnvloedt;
❧
het opleggen van een erfdienstbaarheid die de economische aanwending van landbouwgrond beïnvloedt.
Voor gebruikersschade kan een gebruikerscompensatie worden gevraagd.
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage IV 6
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
3.4.2
Het bedrag van de gebruikerscompensatie Het bedrag wordt geval per geval berekend op basis van de gegevens die over een perceel en het bedrijf in kwestie zijn opgenomen in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem (GBCS) van de Vlaamse administratie.
3.4.3
Toekenning van de gebruikerscompensatie De gebruikerscompensatie wordt niet automatisch toegekend. De gebruiker van landbouwgrond die er recht op meent te hebben, dient een aanvraag in bij de Vlaamse Landmaatschappij. De aanvraag moet ingediend worden binnen het jaar na de inwerkingtreding van het plan.
3.4.4
Voorwaarden Het perceel heeft een oppervlakte van ten minste 0,5 hectare of behoort tot een groep percelen van dezelfde gebruiker met een totale oppervlakte van tenminste 0,5 hectare. Het perceel is geregistreerd in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem van de landbouwadministratie. De gebruiker heeft een persoonlijk of zakelijk recht op de grond. De gebruiker is als landbouwer geïdentificeerd in het Geïntegreerd Beheers- en Controlesysteem. De gebruiker kan het effectieve gebruik van de grond aantonen op het moment van de inwerkingtreding van het plan.
3.4.5
Meer informatie over gebruikerscompensatie De regeling over de gebruikerscompensatie is te vinden in het decreet van 27 maart 2009 houdende vaststelling van een kader voor de gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut. De modaliteiten, de randvoorwaarden en de wijze waarop de vergoedingen bepaald worden zijn geregeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 houdende vaststelling van een kader voor gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden van openbaar nut. Zowel het decreet als het besluit van de Vlaamse Regering over gebruikerscompensatie zijn te vinden op www.codex.vlaanderen.be. Geef op het zoekscherm de term ‘gebruikerscompensatie’ in bij ‘zoeken op woorden in het opschrift’. De contactgegevens van de VLM zijn terug te vinden via www.vlm.be. E-mail naar
[email protected].
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage IV 7
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
4 Legende en disclaimer
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage IV 8
Provincie Oost-Vlaanderen -gemeente Geraardsbergen
Voorontwerp Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_00250_00001 Vliegveld Overboelare
Bijlage IV 9