BEGROTING 2015
Geachte lezer, Voor u ligt de begroting 2015 inclusief de meerjarenprognose tot en met 2020. Voor 2015 zijn er diverse ontwikkelingen op het gebied van financiën voor het Primair Onderwijs. Helaas zijn de concrete bedragen nog niet bekend. Naar verwachting zullen deze eind januari 2015 bekend gemaakt gaan worden. De begroting 2015 is opgemaakt op basis van de informatie die bekend was in september 2014. (publicatie PO raad) Mochten de werkelijke cijfers grote wijzigingen geven zal de begroting voor 2015 herzien gaan worden. De opbouw van de begroting is in grote lijnen opgesteld volgens de uitgangspunten zoals die door de Raad van toezicht zijn vastgesteld en die elk jaar worden gehanteerd. Bijzonder is een reservering voor de uitvoering van het Strategisch beleidsplan 2014 -2018. Dit, in samenspraak met de organisatie en belangrijke stakeholders, gemaakte plan is de komende jaren uitgangspunt van de koers die Prodas wil realiseren. Conform artikel 5 lid 4 van de statuten van de stichting is deze begroting vastgesteld door de Raad van Bestuur, na goedkeuring van de Raad van Toezicht.
Goedgekeurd namens
Vastgesteld namens
Raad van Toezicht:
Raad van Bestuur
F.J. Berends (voorzitter)
J.M.J Ketelaar (voorzitter)
Asten, 16 december 2014
2 Begroting 2015 – FZPP
Inhoudsopgave
Blz. 1. 1.0 1.1
Algemene gegevens Gegevens van de organisatie Scholen
2.0 2.1 2.2
Toelichting bij de begroting Algemeen Baten Lasten
6 6 6 14
3.0 3.1
Begroting Staat van baten en lasten tot en met 2020 Balanspositie tot en met 2020
29 30
4.0 4.1 4.2
Risicomanagement Risico's Reserves Aanwezig kapitaal versus Benodigd kapitaal
31 31 35 37
Lijst met afkortingen
39
2.
3.
4.
5.
4 4 5
1. Algemene gegevens 1.0
Gegevens van de organisatie
De Stichting draagt de naam ‘Stichting Primair Onderwijs DeurneAsten-Someren’ afgekort PRODAS en is statutair gevestigd in de gemeente Deurne, kantoorhoudend te Asten. Als adres van het secretariaat en tevens postadres geldt: Postbus 3, 5720 AA te Asten. Kantooradres: Frits de Bruijnstraat 1, 5721 XR Asten. Onder het bestuur ressorteren 1 speciale school voor basisonderwijs en 24 scholen voor basisonderwijs. Daarmee is PRODAS een van de grotere schoolbesturen van Zuid Nederland.
Bankrekeningnummer en plaats bank IBAN nummer BIC code KvK nummer BTW nummer
13.82.28.086 Deurne NL31RABO0138228086 RABONL2U 17124445 823665641B01
----------------------------------------------------------------------------------------------------
4 Begroting 2015 – FZPP
1.1
Scholen
teldatum schooljaar Wegwijzer Zeilberg Gerardus Jozef St. Zonnebloem De Antonius Rendal 't Leerrijk Willibrordus St. D. Willibrordus St. N. Maria Bonifatius Heiakker D'n Peelparel Diamant Voordeldonk Piramide Lambertus Deken v an Hout Vonder Lov er Pieter Tijl Uilenspiegel Bogerd D'n Ratelaar SBO Brigantijn Daling
1-10 '03
1-10 '04
1-10 '05
1-10 '06
1-10 '07
1-10 '08
1-10 '09
1-10 '10
1-10 '11
1-10 '12
1-10 '13
1-10 '14
04-05
05-06
06-07
07-08
08-09
09-10
10-11
11-12
12-13
13-14
14-15
15-16
190 191 175 175 173 164 160 144 133 120 126 125 341 348 342 342 322 313 291 274 265 255 256 232 281 290 289 271 260 255 232 214 211 205 190 180 166 163 168 168 170 172 164 168 160 149 134 124 328 321 310 308 313 295 280 263 265 259 261 257 302 303 311 302 291 282 273 271 258 238 214 194 252 246 243 230 229 235 229 220 213 196 181 162 323 299 292 290 278 270 254 240 227 216 192 191 254 236 216 199 178 178 161 149 140 137 117 109 224 215 213 205 215 209 188 185 169 162 153 140 322 311 287 314 319 324 327 317 302 284 294 283 176 178 178 176 177 172 160 163 160 159 148 152 428 430 421 419 404 399 400 382 350 321 311 288 108 107 95 91 96 89 89 84 73 79 71 77 390 379 349 319 280 235 193 165 147 119 106 104 281 266 255 251 249 243 250 242 237 241 237 235 227 213 209 188 188 185 194 199 199 194 194 187 195 195 204 218 222 217 210 207 198 196 213 193 165 174 175 189 206 194 206 216 211 218 214 213 364 354 331 319 309 306 304 295 288 273 265 242 226 226 222 224 222 229 214 203 206 208 198 208 115 114 104 95 89 88 98 96 93 83 53 0 194 200 209 214 221 235 226 233 240 245 237 233 334 331 316 292 270 272 287 305 282 296 276 277 80 80 84 94 92 72 70 70 63 63 62 77 277 259 229 238 245 241 242 242 228 214 211 195 6543 6429 6227 6131 6018 5874 5702 5547 5318 5130 4914 4678 -0,7 4 % -1 ,7 4 % -3 ,1 4 % -1 ,5 4 % -1 ,8 4 % -2 ,3 9 % -2 ,9 3 % -2 ,7 2 % -4 ,1 3 % -3 ,5 4 % -4 ,2 1 % -4 ,8 0%
5 Begroting 2015 – FZPP
2. Toelichting bij de begroting 2.0
ALGEMEEN
We doen er verstandig aan om vooruit te kijken en niet slechts te reageren op wat zich nu voordoet. Een onderwijsinstelling is actief in een zeer dynamische omgeving en heeft tijd nodig om succesvol te kunnen anticiperen of reageren op ontwikkelingen in die omgeving. Strategisch beleid verwijst naar een samenhangend geheel van missie, visie, doelen, plannen en acties. Dit geheel is erop gericht om de organisatie een herkenbare plek te geven in de toekomst en de gewenste successen te laten behalen.
Strategisch beleid Prodas: Beleidsthema’s 1: ·Het ontluikende kind 2: ·Samenwerken met ouders 3: ·School en samenleving 4: ·Eigentijds leren Om het strategisch beleid te kunnen uitvoeren is het vanzelfsprekend dat de middelen om de doelen te kunnen bereiken optimaal kunnen worden ingezet. Het belangrijkste middel om uitvoering te kunnen geven aan het strategisch beleid is personeel. Voor de begroting en een vooruitblik naar de komende jaren is het van belang om goed zicht te hebben in het personeelsbestand. Goed personeelsbeleid is daaraan gekoppeld. De daaraan gekoppelde kosten worden toegelicht in hoofdstuk 2.2 Personele lasten. Specifieke projecten worden benoemd bij de beleidsontwikkeling. Prodas bevindt zich in krimpregio. Minder leerlingen betekent minder personeel, maar betekent wellicht in de toekomst ook minder scholen. Op dit moment hebben we al te kampen met leegstand. Hoe gaan we hiermee om? Hoe kunnen we lokalen her bezetten of misschien teruggeven aan de gemeente? Allemaal vragen die uiteindelijk een financiële uitwerking hebben. Waar mogelijk zal in deze rapportage toegelicht worden waar de geprognotiseerde cijfers op zijn gebaseerd.
2.1
BATEN
De belangrijkste variabele voor de bekostiging is het aantal leerlingen. Uit de basisadministratie van de gemeente Deurne, Asten en Someren zijn de geboortes tussen 1 oktober 2001 tot en met 1 oktober 2014 opgevraagd. Op basis van deze aantallen is een inschatting gemaakt voor onze Prodas scholen wat wij kunnen verwachten aan leerlingaantallen voor de komende jaren. Prodas heeft een marktaandeel van 83,93% (vorig jaar 86,64%). Dat wil zeggen dat van de geboren kinderen in deze regio 83,93% naar een PRODAS-school gaat. We constateren hierbij een daling van het marktaandeel.
6 Begroting 2015 – FZPP
Op basis van de aangeleverde gegevens door de gemeenten verwachten wij het volgende verloop aan leerlingaantallen.
Deurne
Someren Asten
totaal
2702
1608
1597
5907
2598
1524
1550
5672
2569
1432
1490
5491
2529
1367
1413
5309
2474
1314
1351
5139
2443
1282
1278
5003
2427
1261
1270
4958
Prodas deel teldatum
5130 4914 4678 4456 4313 4199 4161
01-10-2012 01-10-2013 01-10-2014 01-10-2015 01-10-2016 01-10-2017 01-10-2018
afname
3,54% 4,21% 4,80% 4,75% 3,20% 2,65% 0,90%
Het lijkt erop dat vanaf schooljaar 2019-2020 de aantallen leerlingen stabiliseert. De meerjarenbegroting is gebaseerd op de geprognosticeerde aantallen zoals bovenstaand weergegeven. De begrote bedragen worden gebaseerd op de informatie die op het moment van het maken van de begroting beschikbaar is. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de huidige wet- en regelgeving. Belangrijke informatiebron hiervoor is de informatie die beschikbaar is via het Ministerie van Onderwijs. Wat het Primair Onderwijs betreft zijn de geldstromen nog steeds omgeven door veel onduidelijkheid. Vaak is erg laat bekend of en zo ja welke extra’s er naar het onderwijs toe gaan. De onderwijsbegroting 2015 van OCW laat zien dat er meer geld naar onderwijs toegaat. Alle akkoorden zorgen ervoor dat de bekostigingsachterstand voorbij lijkt. De werkelijkheid is echter dat er weliswaar wat is ingelopen, maar dat de structurele oorzaken van de achterstand nog aanwezig zijn. Zo is de toename van de werkgeverlasten niet weggenomen. De extra gelden die worden toegekend, gaan gepaard met afspraken over bestedingen. Daardoor zijn deze middelen niet echt vrij besteedbaar. Daarnaast wordt er geld toekend dat in feite geen nieuw geld is. Een voorbeeld daarvan is het geld dat bij de gemeenten is weggehaald, omdat het daar niet in overeenstemming met de bedoeling zou worden besteed. Met de motie Buma is op die wijze 256 miljoen euro van de toekenning van het Gemeentefonds voor onderhuisvesting overgegaan naar de bekostiging van de schoolbesturen. (na een bezuiniging van 60 miljoen). Onderstaand de akkoorden op een rij. Per akkoord is een budget beschikbaar gesteld. Het “lijkt” alsof er miljoenen extra naar het onderwijsveld toestromen, maar nadere bestudering laat zien dat er maar een beperkt budget aangemerkt kan worden als extra geld. De volgende akkoorden zijn de afgelopen 2 jaar overeengekomen: -
Bestuursakkoord 2012-2015
-
Herfstakkoord 2013
-
Nationaal Onderwijs Akkoord 2013
-
Regeerakkoord Rutte II
-
Lenteakkoord 2012
7 Begroting 2015 – FZPP
-
Bestuursakkoord 2014
-
Cao akkoord
-
Onderwijsbegroting 2015
Onderstaand de geldstromen vanuit de akkoorden (op Landelijk Niveau):
Overzicht budgetten per akkoord 2014 2015 2016 (x € 1 mln.) Nationaal Onderwijsakkoord/Regeerakkoord Rutte II Gemeentefonds deel - Motie Buma 147 147 Kwaliteit Onderwijs 44 138 Arbeidsvoorwaarden 17 -17 Behoud jonge leerkrachten -45 Herfstakkoord Meer handen voor de klas 82 82 Lumpsum 28 10 Samenwerkingsverbanden 5 17 Lenteakkoord (bezuiniging) -47 -71 Buitenonderhoud overheveling 159 159 Bestuursakkoord (bestaand) 158 158 17 559 595
2017
2018
2019 2020
147 198
147 198
147 147 198 198
86 21 17 -60 159 158 726
86 86 10 10 17 17 -60 -60 159 159 158 158 715 715
-40 86 10 17 -60 159 158 675
Toelichting: De gelden uit het gemeentefonds (onderbesteding onderwijshuisvesting) worden toegevoegd aan de lumpsum van de schoolbesturen. De besteding van de gelden in het kader van “Kwaliteit Onderwijs” staan beschreven in het sectoraal bestuursakkoord. (prestatie box). De middelen voor Arbeidsvoorwaarden zouden verstrekt worden mits de cao voor 1 juni 2014 rond zou zijn. Dit is niet gerealiseerd. Derhalve worden deze bedragen niet uitgekeerd door het Ministerie van OCW. Het budget voor “Behoud jonge leerkrachten” is in 2013 uitgekeerd. Dit betrof geen extra gelden, maar een kasschuif. De verrekening vindt plaats in 2016 en 2017. De gelden m.b.t. “Meer handen voor de klas” zijn uitgewerkt in het sectoraal bestuursakkoord. Voor de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs wordt extra geld vrijgemaakt. Deze gelden gaan niet rechtstreeks naar de schoolbesturen. De gelden uit het lenteakkoord worden in mindering gebracht. Deze komen voort uit de taakstelling in de lumpsum. De gelden voor het buitenonderhoud zijn overgeheveld van gemeenten naar schoolbesturen. Met ingang van 1-1-2015 zijn schoolbesturen verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen. De gelden uit het bestaande bestuursakkoord (prestatie box) worden meengenomen voor het nieuwe bestuursakkoord. (dit zijn bestaande gelden). Helaas kan er pas definitieve duidelijkheid verstrekt worden als bovenstaande afspraken verwerkt zijn in regelingen. De verwachting is dat deze regelingen uiterlijk in januari 2015 zullen worden gepubliceerd. In deze (meerjarenbegroting) is rekening gehouden met de reeds gepubliceerde regelingen. Dat wil zeggen: -
Doorzetting van de huidige prestatieboxmiddelen (regeling bekostiging 2014-2015 van 23 maart 2014, artikel 47) en
8 Begroting 2015 – FZPP
-
Het budget dat samenhangt met de overheveling van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud (Regeling MI bekostiging 2015)/
Op advies van de PO Raad wordt als extra in de begroting opgenomen:
Per leerling/per schooljaar 14-15 15-16 16-17 17-18 18-19 19-20 Lumpsum € 92 € 150 € 147 € 152 € 151 € 148 Prestatiebox € -11 € -10 € 22 € 55 € 66 € 66 Totaal € 81 € 140 € 169 € 207 € 217 € 214 aantal leerlingen 4914 4678 4456 4313 4199 4161
Per leerling/per schooljaar 14-15 15-16 16-17 17-18 18-19 19-20 Lumpsum € 452.088 € 701.700 € 655.032 € 655.576 € 634.049 € 615.828 Prestatiebox € -54.054 € -46.780 € 98.032 € 237.215 € 277.134 € 274.626 Per leerling/per JAAR Lumpsum Prestatiebox
2015 2016 2017 2018 2019 2020 € 556.093 € 682.255 € 655.259 € 646.606 € 626.457 € 615.828 € -51.023 € 13.558 € 156.025 € 253.848 € 276.089 € 274.626 € 505.070 € 695.813 € 811.284 € 900.454 € 902.546 € 890.454
De bovenstaande bedragen zijn opgenomen in de meerjarenbegroting. (Rijks)bijdrage OCW De rijksbijdragen OCW worden uitgekeerd in een lumpsumbedrag. Onderstaande bekostigingsgrondslagen geven aan waaruit de totale vergoeding is opgebouwd. Vergoeding personele kosten De personele vergoedingen van OCW worden gebaseerd op het aantal leerlingen op de teldatum 1 oktober van het voorafgaande jaar en worden per schooljaar toegekend. De personele vergoedingen zijn voor de begroting 2014 gebaseerd op de gepubliceerde GPL gegevens van 2-4-2014 (Staatscourant 9217). De bijdrage personele vergoedingen is gebaseerd op diverse variabelen. Denk hierbij aan het aantal onderbouwleerlingen (tm 7 jaar), bovenbouwleerlingen (vanaf 8 jaar), schoolgewicht (opleidingsniveau van ouders), grootte van de school en de gemiddeld gewogen leeftijd van het personeel. Voor de meerjarenprognose is zoveel mogelijk rekening gehouden met een reële inschatting van bovenstaande variabelen. De gelden vanuit de akkoorden worden grotendeels verstrekt via de vergoeding personele kosten. (zgn. lumpsumvergoeding). De prijscompensatie voor het schooljaar 2014-2015 bedraagt 0.21%. Er is nog geen rekening gehouden met de gestegen arbeidskosten (i.h.k.v. het cao akkoord). Daar tegenover zijn ook de personele lasten niet verhoogd met deze gestegen arbeidskosten.
9 Begroting 2015 – FZPP
Vergoeding personeels- en arbeidsmarktbeleid Voor de bepaling van het budget personeels- en arbeidsmarktbeleid is uitgegaan van de meest recente regeling (Staatscourant 9217 van 2-4-2014). De loonkostensubsidie komt m.i.v. 1-8-2015 te vervallen. Een gedeelte van deze loonkostensubsidie (€ 12,50 per leerling) zal naar verwachting worden opgenomen in het budget personeels- en arbeidsmarktbeleid. In de begroting is het bedrag van € 12.50 per leerling voorlopig verwerkt onder de loonkostensubsidie. Vergoeding zigeunerkinderen Deze vergoeding is bestemd voor de begeleiding van leerlingen met als culturele achtergrond Roma of Sinti. Binnen Prodas is dit aan de orde bij de basisscholen De Vonder, Het Lover en De Diamant. Deze bijzondere bekostiging is afhankelijk van het aantal zigeunerleerlingen waarvoor deze bekostiging wordt aangevraagd. Loonkostensubsidie Vanaf het schooljaar 2008/2009 maken wij voor 10 fte gebruik van de loonkostensubsidie. Hiervoor is 10 fte aan onderwijsondersteunend personeel aangetrokken in de periode 1 januari 2006 tot en met 31 december 2009. De regeling zal per 1 augustus 2015 vervallen en de middelen zullen dan worden opgenomen in de reguliere bekostiging. Per 1-8-2014 is de loonkostensubsidie toekenning voor brinnummer 12FV komen te vervallen. Voorlopig is een bedrag van € 12.50 per leerling opgenomen bij de loonkostensubsidie m.i.v. 1-8-2015. Naar verwachting wordt deze subsidie opgenomen onder het budget personeels- en arbeidsmarktbeleid. Vergoeding materiële instandhouding De vergoeding voor de materiële instandhouding is met -0.62% geïndexeerd. De gelden die wij ontvangen voor onderhoud, energie, schoonmaak en leermiddelen zijn niet toereikend. Onderzoeken hebben uitgewezen dat een school per jaar een gemiddeld tekort kent van € 23.000 op de materiële instandhouding. Hierbij is nog geen rekening gehouden met eventuele leegstand. Per 1-1-2015 zijn er extra gelden toegevoegd aan de materiële instandhouding i.h.k.v. de overheveling van het buitenonderhoud van gemeenten naar schoolbesturen. Per m2 is een bedrag van € 13,33 toegevoegd. Dat bedrag wordt toegekend op basis van genormeerde m2. Het uitgangspunt voor die normering is het aantal leerlingen. Als het aantal leerlingen terugloopt, is er dus minder geld beschikbaar terwijl het aantal m2 gelijk blijft. De exploitatie materieel van scholen staat onder druk. Het programma van Eisen waar de bekostiging Materiële instandhouding op is gebaseerd komt uit de jaren 80. Inmiddels zijn er flink wat eisen aangescherpt. (te denken is o.a. aan de brandveiligheid). De werkelijke bekostiging is hier nooit op aangepast. Samenvoeging scholen (fusie) Per 1 augustus 2012 zijn de scholen Viersprong en St. Lambertus Someren gefuseerd tot basisschool Leerrijk. Door de nieuwe fusiefaciliteitenregeling kan er langer een beroep gedaan worden op de fusieregeling. De facilitering is vanaf het schooljaar 2012-2013 100%-80%-60%-100%-100%).
10 Begroting 2015 – FZPP
Prestatiebox De gelden in de (voormalige) prestatie box worden beschikbaar gesteld om de afspraken uit het bestuursakkoord te bekostigen. Dit sectoraal bestuursakkoord is in 2014 opnieuw vastgesteld. Onderstaand een samenvatting van de afspraken uit dit bestuursakkoord: Uitdagend onderwijs, vernieuwing en ICT -
Passend onderwijsaanbod voor toptalenten
-
2020: zittenblijven teruggebracht van 3% naar 2%
-
2015: een implementatie- en investeringsplan voor onderwijs en ICT -> 2020: 90% van de scholen gebruikt dagelijks digi leermateriaal
-
Cultuureducatie
-
Verbeteren onderzoekend leren: aanbod wetenschap en techniek
Brede aanpak onderwijsverbetering 2017: planmatige cyclus van kwaliteitszorg 2017: leven alle besturen Code Goed Bestuur na en sturen op onderwijs, waar op HRM en FM is afgestemd 2017: alle scholen aangesloten bij Vensters PO Professionele scholen -
Opleiden tot onderzoekende vaardigheden
-
Alle leraren (7 jaar in dienst) beschikken in 2020 over differentiatievaardigheden
-
2017: planmatige begeleiding jonge leerkrachten
-
2017: instrument voor didactische vaardigheden
-
2020: 30% leraren een WO bachelor/master. In het HRM beleid aandacht voor inzetbaarheid hoger opgeleiden in scholen
-
2018: schoolleiders voldoen aan de registratie eisen
Doorgaande ontwikkelingen -
2017: afspraken met lokale partners over streven naar meer bewegingsonderwijs /versterking buitenschools aanbod
-
2017: LO wordt gegeven door bevoegde leerkracht (lerarenbeurs wordt hiervoor opengesteld zonder dat recht op bachelor-master opleiding vervalt)
-
Overdracht PO – VO verbeterd.
Het bestuursakkoord zal in 2017 geëvalueerd gaan worden. Getoetst wordt of bovenstaande ambities gerealiseerd zijn bij de schoolbesturen. Er worden extra gelden toegevoegd aan de middelen prestatie box om bovenstaande ambities te kunnen realiseren. We zien dat ook naar deze gelden wordt
11 Begroting 2015 – FZPP
verwezen in het kader van de toepassing van de nieuwe cao. Voor de financiering van de nieuwe cao wordt verwezen naar het regeerakkoord voor een bedrag van landelijk € 134 miljoen. Vergoeding ID banen In 2014 is één werknemer in dienst bij Prodas op basis van de ID regeling. De subsidie voor deze werknemer wordt verstrekt door de Gemeente Helmond. Schoolbegeleidingsmiddelen vanuit de gemeenten Elke gemeente kan middelen voor scholen beschikbaar stellen. Gemeente Deurne heeft toegezegd om een gedeelte van het schoolmaatschappelijk werk te bekostigen uit de eerder toegekende middelen. Daar tegenover staat dat er geen schoolbegeleidingsmiddelen meer verstrekt worden vanuit de gemeente Deurne. De gemeenten Asten en Someren blijven, vooralsnog, schoolbegeleidingsmiddelen verstrekken. Overigens betaalt de gemeente Asten en Someren ook een groot gedeelte van het schoolmaatschappelijk werk. Voor de komende jaren is niet bekend hoe de bekostiging vanuit de gemeenten zal gaan verlopen. Vanaf 1 januari 2015 krijgen de gemeenten de opdracht de jeugdzorg goed te regelen, afgestemd met passend onderwijs. Momenteel is nog niet helder of en zo ja welke gevolgen dat heeft voor het onderwijs. De prognose is gebaseerd op onveranderd beleid. Gemeentelijke subsidies Voor enkele projecten specifieke kunnen incidentele subsidies aangevraagd worden bij de betreffende gemeente. Subsidie wordt onder andere verstrekt voor: -
Verkeersprojecten
-
Taalklassen
De subsidies zijn jaarlijks wisselend en worden per project aangevraagd. Vergoeding gymzalen Enkele scholen hebben een gymzaal in eigen beheer. De betreffende scholen ontvangen op basis van het aantal leerlingen hiervoor een gymvergoeding vanuit de gemeenten. Het betreft de volgende scholen: Gerardus, St. Willibrordus te Neerkant en SBO Brigantijn Deurne en Someren. Deze gymzaalvergoeding is mede gebaseerd op het aantal leerlingen. Voor de komende jaren is uitgegaan van een vermindering van de vergoedingen. Overige baten Bijdrage ouders De bijdrage van ouders wordt bij de meeste scholen geregeld via de ouderraden. De financiële administratie van deze ouderraden wordt niet verwerkt in de administratie van Prodas. De financiële stroom vanuit ouders is beperkt. De bijdragen die binnenkomen hebben doorgaans te maken met overblijven of kampactiviteiten. Baten verhuur / medegebruik Door de kinderopvangorganisaties Spring, NulVierDAS BV, Bert en Ernie (Vlierden) en Korein worden lokalen gehuurd voor het verzorgen van kinderopvang/ buitenschoolse opvang en peuterspeelzaalwerk. De gymzalen bij de scholen worden regelmatig verhuurd aan derden.
12 Begroting 2015 – FZPP
Baten ambulante begeleiding Door vier werknemers van PRODAS wordt de ambulante begeleiding voor de voormalige rugzakkinderen verzorgd (cluster 4). Zij ontvangen hiervoor de gelden van het expertisecentrum van cluster 4 (Triade). Hiervoor zijn zgn. CUAB contracten afgesloten. (Contract Uitbesteding Ambulante Begeleiding). Het is nog niet duidelijk hoe de financiering van deze begeleiding de komende jaren vormgegeven gaat worden. Het een en ander is afhankelijk van afspraken die gemaakt worden door het SWV PO 3008 met de betreffende SO besturen. Begrotingstechnisch zijn we voorzichtigheidshalve uitgegaan van het feit dat deze contracten stopgezet gaan worden. Sponsoring In 2012 een sponsorovereenkomst getekend tussen Stichting Prodas en Vereniging Parentes. De overeenkomst heeft tot doel zodanige omstandigheden te creëren dat aan hoogbegaafde kinderen die daarvoor in aanmerking komen in een eigen setting passend voltijds onderwijs kan worden geboden dat aansluit bij hun behoeften en mogelijkheden en hiervoor de benodigde financiële middelen te genereren. Parentes heeft de verplichting op zich genomen om door middel van sponsoring de benodigde extra financiële middelen te verwerven teneinde Prodas in staat te stellen ook aan twee groepen van ieder 20 kinderen op hoogbegaafden toegesneden voltijds onderwijs te kunnen bieden. De benodigde extra financiële middelen per groep van 20 kinderen zijn begroot op een bedrag van circa € 30.850 (prijsniveau 2014-2015) per groep per jaar. Overige: Als overige baten is een stelpost opgenomen van € 30.000. Samenwerkingsverband: Het samenwerkingsverband WSNS DAS is per 1-8-2014 geliquideerd. Met ingang van 1-8-2014 vindt de financiering m.b.t. de zorgmiddelen (Passend Onderwijs) plaats via het SWV PO HelmondPeelland 30-08. Zorgmiddelen in het kader van passend onderwijs SWV PO 3008: De zogenaamde LGF middelen zijn komen te vervallen met ingang van 1-8-2014. De financiering m.b.t Passend Onderwijs is geregeld via het SWV PO Helmond-Peelland 30-08. Het leerlingenbestand in het SWV bestaat per 1-10-2013 uit 25.954 leerlingen in het BO, 788 leerlingen in het SBO en 443 in het SO. Het SWV is verantwoordelijk voor de financiering van ondersteuningsbekostiging voor de SO leerlingen en voor SBO leerlingen (het aantal boven 2%). Het aandeel van BO leerlingen voor Prodas is 18%. Het aandeel van SBO leerlingen is 27%. Het SWV heeft gekozen voor het zogenaamde schoolmodel. (ten op zichte van het expertise model). In het kort komt het erop neer dat alleen de strikt noodzakelijke zaken op het niveau van het samenwerkingsverband worden opgepakt. SBO >2%, SO bekostiging, organisatorische zaken. De resterende gelden gaan naar de besturen met als opbrengstverplichting passend onderwijs te realiseren.
13 Begroting 2015 – FZPP
Passend onderwijs RUGZAK Passend onderwijs zorgmiddelen Passend onderwijs overigen SWV voor SBO zorgbekostiging AF: verwijzingen naar SBO en SO AF: AB deel SO besturen
2015 311.520 513.427 39.318 282.886 -133.327 1.013.823
2016 224.584 934.188 7.103 282.886 -373.980 -179.498 895.283
2017 101.425 1.511.870 7.103 277.228 -637.966 -430.794 828.866
2018
2019
1.804.018 7.103 271.684 -901.952 -430.794 750.059
1.912.368 7.103 266.250 -1.165.937 -430.794 588.990
Bovenstaande bedragen zijn verwerkt in de begroting in het kader van ontvangsten vanuit het SWV PO 30-08. De gelden in het kader van Passend Onderwijs Rugzak zijn gebaseerd op de aanwezige leerlingen per 1-10-2013 die recht hadden op LGF financiering. Als overgangsregeling zijn eerst deze gelden verdeeld voordat de overige zorgmiddelen verdeeld werden over de deelnemende besturen. De zorgmiddelen zijn de restant gelden die op basis van de aantallen leerlingen zijn verdeeld. De overige gelden Passend onderwijs hebben te maken met een overgangsregeling het zgn. transitiebudget. Dit transitiebudget is in het leven geroepen om de overdracht van de samenwerkingsverbanden WSNS naar de nieuwe samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs soepeler te laten verlopen. Tevens is hierin een bedrag opgenomen wat gekoppeld is aan het schoolgewicht van de scholen van Prodas. De SBO zorgbekostiging betreft gelden die het SWV PO 3008 verplicht is om door te sluizen naar SBO de Brigantijn voor het aantal leerlingen boven 2% van het Samenwerkingsverband. De verwijzingen naar SBO en SO zijn de kosten die gemaakt worden door het schoolbestuur als een kind van BO verwezen wordt naar of het SBO of SO. (hierbij is uitgegaan van ervaringscijfers vanuit het verleden). Vanaf 2016 wordt er rekening gehouden met de inzet van gelden in het kader van ambulante begeleiding. Op het moment van het opmaken van deze begroting is het nog niet duidelijk hoe de personele verplichtingen als gevolg van invoering Passend Onderwijs bij de SO besturen zullen gaan uitwerken voor het SWV. In deze begroting wordt er vanuit gegaan dat de ambulante begeleiding doorgang zal vinden in 2015.
2.2
LASTEN
Personele lasten: Salariskosten bestuurskantoor PRODAS heeft de administratie in eigen beheer. Er is geen administratiekantoor waaraan de administratieve zaken worden overgedragen. Vanuit de gelden die voorheen naar het administratiekantoor gingen wordt het administratieve personeel bekostigd. De overige kosten van het bestuurskantoor wordt betaald door de scholen door een korting toe te passen op de personele vergoeding van 1,9%. De opgenomen salariskosten betreffen de salariskosten van het bestuurskantoor. De samenstelling van het bestuurskantoor met ingang van 1-1-2015 is als volgt: Voorzitter Raad van Bestuur
1,00
Lid Raad van Bestuur
1,00
Hoofd financiën/controller
0,91
14 Begroting 2015 – FZPP
Stafmedewerker financiën
0,40
Financieel medewerker
0,86
Hoofd Personeelszaken
0,80
Stafmedewerker salarisadministratie/PZ
1,00
Administratief medewerkster PZ (2 personen)
1,00
Directie secretaresse
0,83
Receptioniste (3 personen)
0,83
Totaal FTE
8,63
De kosten m.b.t. het bestuurskantoor staan door de bezuinigingen en de terugloop van leerlingen ook onder druk. Voor een gedeelte van de formatie wordt een terugverdieneffect gerealiseerd door het participeren in het bestuur en voeren van de administratie van het SWV PO 3008 en van Prodas Personeel BV. Waar nodig wordt ad hoc extern extra dienstverlening ingekocht. Salariskosten Onderwijzend Personeel De grootste kostenpost van de begroting betreft de salariskosten van het onderwijzend personeel. Door de terugloop van het aantal leerlingen is er minder personeel nodig voor in de klas. De CAO PO kent twee regelingen m.b.t. werkgelegenheid, nl: 1.
regeling werkgelegenheidsbeleid;
2. regeling ontslagbeleid. Prodas heeft in het kalenderjaar 2000 gekozen voor regeling 1, namelijk werkgelegenheidsbeleid. Het voeren van actief werkgelegenheidsbeleid heeft een belangrijke functie binnen het formatie- en personeelsbeleid. Doelstelling van het werkgelegenheidsbeleid is behoud van werkgelegenheid. Werkgever en werknemer werken actief mee aan het optimaal inzetten van instrumenten van personeelsbeleid ter voorkoming van gedwongen ontslagen. Het is natuurlijk van belang om regelmatig te toetsen of Prodas de regeling werkgelegenheidsbeleid kan blijven handhaven. Mocht dat namelijk niet het geval zijn dan dient stichting Prodas tijdig in overleg te gaan met de vakbonden (het zgn. DGO overleg) om over te gaan tot een sociaal plan. Voorlopig lijkt de noodzaak hiertoe niet aan de orde. Wij moeten goed zicht hebben op ons personeelsbestand om goed te kunnen prognosticeren hoe het natuurlijk verloop zal zijn. De salariskosten onderwijzend personeel zijn berekend op basis van ons huidige personeelbestand. In de berekeningen tot en met 2020 is rekening gehouden met het natuurlijk verloop van het personeel. Van enkele personeelsleden is bekend wanneer zij het dienstverband willen beëindigen. Tevens is rekening gehouden met de pensioengerechtigde leeftijd. In 2014 heeft Prodas een hoog ziekteverzuimpercentage gekend. In de begroting 2015 is voor wat betreft de berekening van de personele lasten rekening gehouden met een reductie van het ziekteverzuim van 2%. (van 7,5% naar 5,5%)
15 Begroting 2015 – FZPP
FTE* 1-1 '15 Onderwijzend personeel directie, OP, OA, PGF Overige OOP
2015
FTE* 1-1 '16
2016
x € 1.000
283 € 16.726 32 € 1.502 315 € 18.228
FTE* 1-1 '17
2017
x € 1.000
258 € 15.717 30 € 1.447 288 € 17.164
FTE* 1-1 '18
2018
x € 1.000
246 € 15.245 30 € 1.429 276 € 16.674
FTE* 1-1 '19
2019
x € 1.000
240 € 15.069 29 € 1.397 269 € 16.466
FTE* 1-1 '20
2020
x € 1.000
236 € 14.799 29 € 1.301 264 € 16.100
FTE* 1-1 '21
2021
x € 1.000
229 € 14.232 27 € 1.240 256 € 15.472
FTE* 1-1 '22
2022
x € 1.000
218 € 13.526 27 € 1.225 244 € 14.751
x € 1.000
211 € 13.073 26 € 1.222 238 € 14.296
* FTE's vast in dienst aantal leerlingen 4678 Personele lasten p lln directie, OP, OA, PGF Op niveau 2014 Nodig aan personeel 2% ziekteverzuimreducatie Inzet personeel bovenop vast
4456
4313
4199
4161
4161
4161
4161
€ € € € €
3.648 3.836 189 84 104
€ € € € €
3.575 3.836 261 88 173
€ € € € €
3.574 3.836 262 91 172
€ € € € €
3.602 3.836 234 92 142
€ € € € €
3.557 3.836 280 93 187
€ € € € €
3.420 3.836 416 93 323
€ € € € €
3.251 3.836 586 93 493
€ € € € €
3.142 3.836 694 93 602
Ruimte financieel x €1.000
€
479
€
763
€
732
€
592
€
778
€
1.345
€
2.051
€
2.503
Totale personele lasten x €1.000 € 18.707 Dit is per leerling 4.080
€ 17.926 4.077
€ 17.406 4.081
€ 17.058 4.078
€ 16.878 4.056
€ 16.817 4.042
€ 16.802 4.038
€ 16.799 4.037
Personele lasten +1% wg lasten verhoging
€ 18.894
€ 18.106
€ 17.580
€ 17.229
€ 17.046
€ 16.985
€ 16.970
€ 16.967
2015 x € 1.000
2016 x € 1.000
2017 x € 1.000
2018 x € 1.000
2019 x € 1.000
2020 x € 1.000
2021 x € 1.000
2022 x € 1.000
€ 607 € 15.950 € 821 € 33 € 212 € 223 € 250 € 388 € 67 € 125 € 218 € 18.894
€ 609 € 15.315 € 729 € 33 € 212 € 207 € 249 € 345 € 67 € 125 € 214 € 18.106
€ 612 € 14.835 € 699 € 33 € 193 € 208 € 246 € 348 € 67 € 125 € 215 € 17.580
€ 611 € 14.655 € 557 € 33 € 174 € 208 € 234 € 349 € 67 € 125 € 215 € 17.229
€ 527 € 14.382 € 744 € 33 € 161 € 208 € 234 € 349 € 67 € 125 € 215 € 17.046
€ 485 € 13.830 € 1.317 € 33 € 157 € 208 € 219 € 349 € 67 € 125 € 194 € 16.985
€ 485 € 13.179 € 2.695 € 33 € 156 € 208 € 205 € 349 € 67 € 125 € 133 € 17.635
€ 485 € 12.762 € 2.487 € 33 € 153 € 208 € 205 € 338 € 67 € 125 € 104 € 16.967
Opgenomen in begroting Bestuurskantoor OP personeel OP tijdelijk ID baan schoonmaak administratief conciërge Onderwijsassistenten Logopedie Projecten PGF
16 Begroting 2015 – FZPP
Het OP tijdelijk is de extra inzet van personeel. (bovenop de vaste verplichtingen). We verwachten aan vervangingskosten rond de € 900.000 nodig te hebben per jaar. Uit de prognose kan dan geconstateerd worden dat een groot gedeelte van de vervangingen door het vaste personeel uitgevoerd wordt. Vanaf 2020 zal er waarschijnlijk structurele vacature ruimte gaan ontstaan. Gezien de onzekerheid rondom de invulling van openstaande directie vacatures is een extra bedrag van € 83.000 opgenomen. Dit bedrag is beschikbaar voor eventueel extra ondersteuning, interimdirectie of het invullen van de vacature door een externe. De verwachting is dat de GPL met 1.6% gaat stijgen i.h.k.v. de nieuwe cao. (de loonstijging bedraagt 1,2%). De doorrekening passend bij de nieuwe cao is nog moeilijk te maken. De vergoeding op basis van gestegen salariskosten is in deze begroting nog niet opgenomen bij de baten. De lasten zijn echter ook nog niet doorgevoerd o.b.v. de nieuwe cao. Op dit moment gaan we ervan uit dat de cao ontwikkelingen kostendekkend doorgevoerd kunnen worden. Mocht blijken dat de doorwerking van de cao voor Prodas financiële gevolgen met zich mee gaat brengen dan zal de begroting hierop aangepast gaan worden. Voornamelijk voor de inzet van het personeel in het schooljaar 2015-2016 zal er duidelijkheid moeten zijn. Ook hierin zie je dat de akkoorden voor dubbele doeleinden worden ingezet. In de berekening van de bekostiging wat betreft de doorwerking van de cao wordt € 134 miljoen (€ 83,75) per leerling aangewezen vanuit het bestuursakkoord om de toepassing te kunnen bekostigen. De ontwikkeling van de werkgeverslasten is lastig te begroten. De ervaring uit de laatste jaren leert dat de stijging van de salariskosten beperkt wordt gecompenseerd door het ministerie. Op dit gebied blijft Prodas een risico lopen, omdat door overheidsmaatregelen tussentijdse stijgingen van lasten op kunnen treden. Voor de compensatie van gestegen werkgeverslasten, wordt het referentiemodel gehanteerd. Deze systematiek geldt voor alle overheidssectoren (incl. onderwijs). De werkelijke ontwikkeling van arbeidskosten in het PO speelt in de compensatie dus geen enkele rol. Uitgangspunt voor de compensatie is de ontwikkeling van arbeidskosten in de marktsector. Voor 2015 zijn de volgende premiestijgingen gepubliceerd waarvan al zeker is dat zij niet gecompenseerd gaan worden:
Premie participatiefonds: stijging van 4.00% naar 5.00%,
Extra kosten BAPO: De grootste afwijking t.o.v. het landelijk gemiddelde zijn bij Prodas de BAPO lasten. In de nieuwe cao komt de BAPO regeling te vervallen. Er is echter sprake van enkele overgangsregelingen en er komt een nieuwe regeling voor in plaats, namelijk de “duurzame inzetbaarheidsregeling”. De financiële gevolgen van deze regeling kunnen doorberekend worden na het definitief worden van de cao. Tevens zijn er nog diverse beleidskeuzes te maken als gevolg van aanpassing van de cao.
Salariskosten persoonsgebonden functies Op peildatum 1-10-2013 is er voor 2,9 fte personeel werkzaam in een zogenaamde persoonsgebonden functie. 1,1 fte is werkzaam in een schaal 10 functie. 1,8 fte is werkzaam in een schaal 11 functie. Er zullen geen persoonsgebonden functies bijkomen. De persoonsgebonden functies tellen niet mee voor de functiemix.
17 Begroting 2015 – FZPP
Vervangingskosten Met ingang van 1 augustus 2013 was het voor besturen met een lumpsum van meer dan 20 mln. mogelijk om eigen risicodrager te worden. De keuze voor volledig ERD schap wordt genomen voor de duur van 3 jaar. Stichting Prodas heeft gekozen voor het eigen risicodragerschap. Wij zijn van mening dat een onderdeel van goed werkgeverschap preventie van ziekteverzuim van het personeel is. De verplichte aansluiting bij het Vervangingsfonds betekent dat de besturen die kans zien het ziekteverzuim laag te houden (en daarmee de behoefte aan vervanging) en op een doelmatige wijze zelf voorzien in kwalitatief goede vervanging, nu niet beloond worden. Tevens zijn wij van mening dat het declaratiesysteem onnodig hoge administratieve lasten geeft. Wij behouden de afdracht aan het Vervangingsfonds liever als extra ruimte in de lumpsum, ter versterking van het beleidsvoerend vermogen. Geen vervangingsbeleid wel goed personeelsbeleid (inclusief goede personeelszorg). Voor de komende 2 jaren (2015 en 2016) is de verwachting uitgesproken dat het huidige ziekteverzuimpercentage van 7,5% teruggebracht kan worden naar 5,5% respectievelijk 5%. Voor de berekening van de personele lasten is rekening gehouden met deze verzuimreductie. (betekent namelijk minder inzet van personeel) WGA: Per 1 juli 2007 is PRODAS wat betreft de Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) eigen risicodrager. De regeling WGA maakt deel uit van de Wet WIA (Wet en Inkomen naar Arbeidsvermogen).De uitkeringskosten worden geschat op een bedrag van € 85.000 per jaar. Op de peildatum 1-10-2014 wordt voor vier werknemers een bijdrage betaald voor de uitkering WGA. Per 11-2015 wordt Prodas ook eigenrisicodrager voor de Ziektewet. Dat wil zeggen dat we zelf de uitkering betalen van ex-werknemers die bij ziekte nog recht hebben op een ZW uitkering, ook al werken ze niet meer voor Prodas. (ervaringscijfers Prodas afgelopen jaren, instroom 0) Als eigenrisicodrager betalen we geen premiedeel ZW flex. Dit betekent voor PRODAS een besparing van € 24.000. We betalen al geen premiedeel WGA vast. Omdat we al eigen risicodrager zijn voor de WGA worden we verplicht eigen risicodrager te worden voor de WGA Flex. Dat wil zeggen dat we voor de medewerkers die recht hebben op een ziektewetuitkering ook de WGA uitkering dienen af te dragen. (dit is geen keuzemogelijkheid). Om de medewerker vanaf de eerste ziektedag goed in beeld krijgen is het eigenrisicodrager schap een voorwaarde om te zorgen voor een goed re integratieproces. Salariskosten ID banen Per 1-1-2015 is één werknemer voor 1 fte (was 1 fte) werkzaam in een ID baan. Salariskosten schoonmaak Per 1-1-2015 is er voor 6,33 fte (was 7,06 fte) werkzaam als schoolschoonmaker. Salariskosten administratief personeel Per 1-1-2015 is er voor 6,0 fte (was 6,5 fte )werkzaam als administratief medewerker. Salariskosten conciërge Per 1-1-2015 is 7,27 fte, waarvan 1 fte volledige WGA uitkering. (was 7,27 fte) werkzaam als conciërge.
18 Begroting 2015 – FZPP
Salariskosten onderwijsassistenten Per 1-1-2015 is 8,5 fte (was 9,4 fte) werkzaam als onderwijsassistent. Salariskosten logopedisten Per 1-1-2015 is 1,07 fte (was 1,07 fte) werkzaam als logopedist. De natuurlijke uitstroom wordt niet ingevuld met nieuwe vacatures. Binnen de organisatie Prodas wordt bekeken hoe een ontstane vacature aan onderwijs ondersteunend personeel intern opgelost kan worden. In de praktijk zien we bijvoorbeeld administratief medewerkers en conciërges werkzaam zijn bij meerdere scholen binnen hun bestaande werktijdfactor. Incidenteel wordt er gewerkt met een tijdelijke uitbreiding. Overige personele lasten: Onderstaand een uiteenzetting van de personele lasten: Kosten Arbo De preventiemedewerker ziet toe op het naleven van de RI en E en de uitvoering van het plan van aanpak per school. Onder kosten Arbo wordt opgenomen: -
Kosten bedrijfsarts
-
Bedrijfspsycholoog/ coaching
-
Kosten bedrijfshulpverlening
Personeel via payroll bedrijf Tijdelijk extra personeel wordt ingezet via de payroll constructie. Inkoop extra ondersteuning, extern personeel Deze post geeft aan wat we betalen voor het inhuren van ZZP-ers, en voor het betalen van vrijwilligersvergoedingen etc. Dus personeel niet via een uitzendbureau en niet in eigen dienst. Conciërges (inleen) Betreft de conciërges die worden ingehuurd via de Atlant groep. Deze personen zijn niet in dienst bij Stichting Prodas. Scholingskosten Stichting PRODAS is een echte onderwijsorganisatie. Scholing vinden we belangrijk. Daarom hebben we een scholingsvoorziening binnen onze eigen organisatie: De PRODAS academie. De PRODAS academie is geen academie in traditionele zin, maar een transferpunt, een plaats waar vraag en aanbod gematched wordt. Ook buiten de PRODAS academie wordt veel scholing ingekocht. We stimuleren de scholen kritisch te zijn wat en waar wordt ingekocht/gevolgd.
19 Begroting 2015 – FZPP
In de nieuwe cao wordt gesproken over een scholingsbudget van € 500 per fte. Voor de organisatie Prodas is dit een scholingsbudget van € 150.000. Het scholingsbeleid wordt een belangrijke pijler voor 2015. Voor 2015 is hiervoor een hoger bedrag begroot t.o.v. de voorgaande kalenderjaren. Een mogelijkheid tot extra scholing is de lerarenbeurs. De lerarenbeurs maakt het voor iedere leerkracht van primair onderwijs mogelijk om eenmaal in zijn carrière een stevige bijscholing te volgen. Met het geld uit de beurs worden studiekosten betaald en in de meeste gevallen ook de vervanging op school. De vergoeding voor deze vervangingskosten krijgt het bevoegd gezag. De lerarenbeurs voor de scholing wordt gestort op de rekening van de betreffende leerkracht. Vanaf 2012 geldt de Lerarenbeurs uitsluitend voor erkende bachelor- en masteropleidingen. De lerarenbeurs wordt ook opengesteld voor het behalen van de gymbevoegdheid zonder dat het recht op de bachelor master opleiding vervalt. Ook buiten de PRODAS academie wordt veel scholing ingekocht. We stimuleren de scholen kritisch te zijn wat en waar wordt ingekocht/gevolgd. Waar mogelijk proberen we ook intern scholing te organiseren. Wij zijn ervan overtuigd dat we binnen PRODAS personeel met specialistische vakkennis hebben. Het idee hierbij is dat kwaliteiten, vaardigheden en dienstverlening die normaliter door de scholen extern wordt ingekocht nu ingekocht wordt bij de eigen Prodas - Expert-groep. Op deze wijze wordt niet alleen het intern potentieel benut, maar kan deze werkwijze ook een bijdrage leveren aan het naar beneden brengen van de tijdelijke over-formatie waar de organisatie anders mogelijk last van zou hebben. Management ontwikkeling (kweekvijvertraject) Op dit moment zijn er geen werknemers opgenomen in het kweekvijvertraject. In 2015 gaan we bekijken welke behoefte hier aan is. Scholing directie Ook de professionalisering van de schoolleiders blijft belangrijk. Hiervoor is een apart budget opgenomen. Scholing van directie kan namelijk pas plaatsvinden na goedkeuring door de Raad van Bestuur. De scholing van directies is dan ook op bovenschools niveau geregeld. Als een directeur participeert in een teamscholing zijn de kosten voor de school. Ook de scholing van directie zal onderdeel gaan uitmaken van de pijler voor 2015: scholingsbeleid. (genoemd in het bestuursakkoord) Kosten integraal personeelsbeleid Twee directeuren worden gefaciliteerd voor het begeleiden en beoordelen van het nieuwe personeel. De bijbehorende assessments e.d. staan opgenomen onder deze post. Gezien de geringe instroom van nieuw personeel is het bedrag lager opgenomen t.o.v. voorgaande jaren. Het is de vraag of het noodzakelijk is om in 2015 personeel op die uitgebreide wijze te gaan beoordelen. Kosten formatieve en personele knelpunten Op het moment dat een school formatief in de knel komt kan er een beroep gedaan worden op de “knelpunten”pot. Tevens zijn hierin kosten opgenomen voor begeleidings- en juridische trajecten. Voor deze personele knelpunten is een bestemmingsreserve gevormd. Kantinekosten personeel Onder deze post staan de consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd
20 Begroting 2015 – FZPP
Overige personeelskosten Onder deze post staan alle overige kosten m.b.t. het personeel opgenomen. Bijvoorbeeld jubilea vieringen, uitjes personeel, lief en leedvergoedingen. Elke werknemer in dienst van Stichting Prodas dient te beschikken over een verklaring omtrent gedrag. De kosten voor de aanvraag worden door Stichting Prodas vergoed. Werkkostenregeling (wkr): Prodas werkt sinds 1-1-2011 conform de Belastingregeling Werkkostenregeling. Deze regeling houdt in dat er maximaal 1,5% (wordt m.i.v. 1-1-2015 1,2%) van het totale fiscale loon besteedt kan worden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan onze werknemers. Tevens is er nog sprake van gerichte vrijstellingen. Over het bedrag boven de vrije ruimte (1.2% van de fiscale loonsom) dient 80% eindheffing betaald te worden. Met ingang van 1-1-2015 wordt de wkr verplicht voor alle werkgevers. Overige uitkeringen Via het UWV ontvangt Prodas uitkeringen in het kader van ziektewet (vangnet) en zwangerschaps- en bevallingsverlof. Afschrijvingen De indeling in activagroepen en afschrijvingstermijnen is als volgt: -
Gebouwen
40 jaar
-
Terreinen
0 jaar
-
ICT: PC
6 jaar
-
ICT: tablets
3 jaar
-
ICT: algemeen
5 jaar
-
Meubilair (gemiddeld)
20 jaar
-
Leermethodes
9 jaar
-
Digiborden
10 jaar
-
Eduscreens/touchscreens
6 jaar
-
Overige materiële vaste activa
10 tot 15 jaar
De gebouwen van Prodas bestaan uit het bestuurskantoor aan de Frits de Bruijnstraat 1 te Asten en een BSO lokaal bij de Brede school d’n Bogerd (hiervoor is in 2009 een bedrag van € 141.950 geïnvesteerd) In 2014 is gestart met de bouw van de Piramide/SBO Brigantijn. Door Prodas wordt een bedrag geïnvesteerd van € 155.484 voor de bouw van een BSO/PSZ locatie. Vanaf 2016 vertaalt deze investering zich in een verhoging van de afschrijvingslasten van € 155.484/40= € 3.887. Hiertegenover staat een garantie van de gemeente voor een bedrag van € 8.150, indien de verhuurder de ruimte na 5 jaar gaat verlaten.
21 Begroting 2015 – FZPP
De terreinen bestaan uit: grond bij ’t Lover te Asten, grond aan de Frits de Bruijnstraat 1 te Asten, ondergrond van het BSO lokaal Brede school D’n Bogerd.
In 2015 wordt naar verwachting geïnvesteerd in de volgende zaken: Inventaris en apparatuur
€ 6.100
Leermethodes incl. touch-screens/eduscreens
€ 355.800
Meubilair
€ 93.800
Onroerende zaak
€ 155.484
ICT
€ 208.600
Huisvestingslasten Groot onderhoud (bovenschools geregeld) De organisatiekosten van het groot onderhoud is uitbesteed aan TreeTops. TreeTops is een facilitair onderhoudsbedrijf, welke het volledige planmatige onderhoud van de scholen onder zijn beheer heeft. De kosten worden bovenschools beheerd. Alle incidentele onderhoudskosten onder een bedrag van € 500 dienen door de school zelf betaald te worden uit de schoolexploitatie. Vanaf 2015 zal de doordecentralisatie van het buitenonderhoud van de gemeenten plaats gaan vinden. Schoolbesturen gaan de vergoedingen voor het buitenonderhoud ontvangen en zullen ook verantwoordelijk gaan worden voor de financiering van het groot onderhoud. Voor zowel het binnenals het buitenonderhoud is een meerjaren onderhoudsplan opgesteld. Gezien de leegstand binnen de scholen en de verhouding tussen de genormeerde m2 en de werkelijke m2 is het zaak om het meerjaren onderhoudsplan te herzien. Samen me de bouwkundig adviseur van Prodas wordt een nieuw meerjarenonderhoudsplan opgesteld. De ambitie is de MOP aan te laten sluiten bij de jaarlijks genormeerde vergoeding. Voor 2015 is het uitgangspunt gehanteerd dat het onderhoud (zowel binnen- als buiten) binnen het genormeerde bedrag zal worden uitgevoerd. Voor de meerjarenbegroting is dezelfde systematiek gehanteerd. Hierdoor is het niet nodig om een voorziening groot onderhoud op te stellen. Er wordt namelijk gewerkt met een zgn. Ideaalcomplex. De lasten zullen evenredig gaan drukken op de jaarexploitatie. Om een reëel beeld te krijgen m.b.t. het huisvestingsbeleid is een intensiever onderzoek nodig. Hiervoor zal het overleg met de gemeenten Deurne, Asten en Someren gevoerd gaan worden. Vooral de leegstand binnen de scholen zorgt voor een onevenredige last in de begroting. Er staan diverse nieuwbouwprojecten in de planning. De volgende scholen hebben te maken met nieuwbouw Piramide en SBO de Brigantijn te Deurne en de Deken van Hout in Asten. Voor de nieuwbouw en verhuiskosten zijn bedragen opgenomen in 2015 en 2016. (totaal € 60.000) Er is een extra bedrag opgenomen in 2015 voor de extra investering in de Deken van Hout (Het Talent) € 200.000. Ook is een extra bedrag opgenomen voor tuinonderhoud van € 10.000. Het totale extra bedrag aan huisvestingslasten wordt onttrokken aan de bestemmingsreserve onderhoud.
22 Begroting 2015 – FZPP
Energie en water Via een inkoopcollectief op initiatief van Verus (voorheen Besturenraad) kopen wij de energie in. Op basis van de huidige voorschotbedragen verwachten wij een stabilisatie van de energielasten. Schoonmaakkosten In 2013 heeft een Europese aanbesteding plaatsgevonden voor de schoonmaak. Na een zorgvuldig gelopen traject is GOM aangewezen als de schoonmaakdienst voor Prodas. Dit aanbestedingstraject heeft helaas niet opgeleverd wat wij ervan verwacht hebben. De besparing op schoonmaakkosten is minimaal te noemen. Overige huisvestingslasten De overige huisvestingslasten bestaan uit beveiligingskosten (alarmopvolging en onderhoud aan de brand- en alarminstallaties), tuinonderhoud en overige. Overige instellingslasten Administratie en beheerlasten De administratie en beheerlasten bestaan uit: Kosten dienstreizen Voor werknemers van stichting Prodas is het mogelijk om zakelijke dienstreizen te declareren. De kostenvergoeding bedraagt € 0.30 per kilometer. Fiscaal gezien kan een bedrag van € 0,19 per kilometer onbelast verstrekt worden. De overige € 0,11 wordt geschoven onder de werkkostenregeling. Kosten administratie Dit betreffen de kosten van de financiële en salarisadministratie. Door een nieuwe contractvorm hebben wij kunnen besparen op de administratiekosten. (er is gekozen voor een basis contractvorm). De besparing is gelegen in het feit dat het bestuurskantoor steeds minder externe kennis in hoeft te huren. Accountantskosten Betreft de kosten van de controle door accountantskantoor DVE accountants. Contributie besturenorganisatie Betreft de bijdrage aan de besturenorganisaties VosAbb en Verus. Tevens staan opgenomen de kosten voor de PO-Raad. Overige beheer en bestuurskosten Hieronder staan onder meer de kosten voor de Raad van Toezicht opgenomen. Overige administratiekosten Betreft telefoonkosten, portokosten, kopieerkosten, drukwerk en kantoorbenodigdheden. Kleine aanschaffingen Bedragen onder de norm van € 2.500 worden in één keer ten laste van het resultaat gebracht.
23 Begroting 2015 – FZPP
ICT kosten In 2014 heeft de migratie plaatsgevonden m.b.t. ICT. Eind 2014 loopt de ICT nog niet naar behoren. Voor 2015 is ruim begroot om de ICT een goede plek te geven binnen de scholen. Een korte impressie m.b.t. de ICT: Breedband De firma Trined heeft de scholen in Asten en Someren aangesloten op een glasvezelverbinding en in Deurne wordt gebruik gemaakt van breedband via de kabel omdat in Deurne (nog) geen glasvezel mogelijk is. In hetzelfde traject is besloten dat alle scholen voor hun telefonie overgaan naar Voice over IP (VoIP). Hardware Er is een aanbestedingsprocedure gevolgd in 2013 om er voor te zorgen dat op alle 25 scholen en het bestuurskantoor de hardware kan worden vervangen. Vanuit deze aanbesteding zijn raamovereenkomsten gesloten met drie partijen te weten; Infotheek, Prowise en Skool/Paradigit. Hiervoor was een bedrag van € 800.000 beschikbaar. Eind 2014 is hier € 600.000 van besteed. Deze bestedingen zorgen voor een stijging van de afschrijvingskosten. Inrichting netwerk De server is de school uit en we werken in de cloud. Dit zorgt ervoor dat we minder onderhoud nodig hebben en dat onze medewerkers overal over hun programma’s en bestanden kunnen beschikken. Na een weloverwogen afweging in overleg met een aantal ICT coördinatoren is er een keuze gemaakt voor het systeem Winsys. Hier is een éénjarig contract mee gesloten. Er wordt tijdig geëvalueerd om te beoordelen of deze keuze voor de organisatie Prodas passend was. Wifi Na enkele experimenten met goedkope wifi-oplossingen is duidelijk geworden dat onze scholen om eigentijds onderwijs te kunnen verzorgen een professioneel wifi-netwerk nodig hebben. Aan het einde van het schooljaar 2015-2016 moeten al onze scholen beschikken over een dekkend wifinetwerk. Scholing Bovenstaande ontwikkelingen maar meer nog de onderwijsinhoudelijke consequenties van de inzet van meer technologie vragen veel van onze medewerkers. Via onze eigen nascholingsacademie, de PRODAS Academie, verzorgen we nascholing op maat. Dit aanbod wordt steeds aangepast aan de wensen die vanuit de scholen komen. Pilots Om scholen de ruimte te geven innovatie binnen het onderwijs een plek te geven is er vanuit Prodas21 een aanbod met 12 mogelijke pilots gepresenteerd. Deze pilots waaronder 21st century skills, werken met tablets, een digitale leerlijn rekenen, Bring Your Own Device (BYOD), Techniek & ik en Rekentuin/Taalzee worden door de scholen aangevraagd en begeleid vanuit Prodas21 en eventueel externe partners. Een aantal scholen heeft aangegeven vanwege de drukte binnen het programma nog een schooljaar te willen wachten voordat ze met een pilot starten. Ontdeklab In een leeg lokaal van Basisschool de Diamant in Someren is een Ontdeklab ingericht wat vanaf 1 januari 2014 in gebruik is genomen. Het Ontdeklab heeft drie doelstellingen:
Een leerkracht is welkom om samen met zijn of haar klas te ervaren hoe je onderwijs op een andere wijze vorm kunt geven. Alle nascholing vanuit de PRODAS Academie gaat in het Ontdeklab gegeven worden. We gaan bijeenkomsten organiseren voor ouders en andere belangstellenden rondom actuele onderwerpen.
Samenwerking Scholen hebben lange tijd erg op zichzelf gestaan. Een van de beleidsthema’s in de huidige beleidsperiode binnen PRODAS is ‘school en omgeving’. We zoeken binnen Prodas21 daarom ook naar wegen om ouders, omgeving van de scholen, (lokale) bedrijven en
24 Begroting 2015 – FZPP
maatschappelijke instellingen te verbinden met onze scholen. Een mooi voorbeeld hiervan is de Rabobank die ons heeft geholpen bij de aanschaf van een touchtafel en de samenwerking met de lokale omroep Siris en het cultuurplatform om een eigen kinderprogramma op te zetten met kinderen van de PRODAS scholen. Overige kosten De overige kosten bestaan uit kosten bibliotheek en onderhoud meubilair en inventarissen. Beleidsontwikkeling In diverse kostenposten is een gedeelte opgenomen in het kader van de beleidsagenda van het bestuur. Onder deze posten vallen zowel het staand beleid als het te ontwikkelen beleid. Enkele projecten hieruit zijn: Intervisie In grote lijnen gaan we door op de ingeslagen weg: Drie groepen en vier bijeenkomsten met begeleider (om de structuur te handhaven). Dit initiatief wordt nog steeds positief gewaardeerd door de directeuren van Prodas. Strategisch beleid Om de strategische doelen te kunnen realiseren wordt een bedrag van € 200.000 beschikbaar gesteld aan de Prodas scholen. Het bedrag is verdeeld over de scholen op basis van een vaste voet en het aantal leerlingen. Op basis van ingediende projecten kan men een beroep doen op dit budget voor het kalenderjaar 2015. Human Dynamics PRODAS heeft 2 mensen op laten leiden tot trainer (“facilitator”) Human Dynamics. Hierdoor wordt het mogelijk inhoud te geven aan de mogelijkheden die Human Dynamics geeft in het primair onderwijs binnen en buiten PRODAS. Human Dynamics gaat uit van 3 basis elementen (het fysieke, het mentale en het emotionele) die in elke mens aanwezig zijn en invloed hebben op de manier waarop we in het leven staan. Vooral in de communicatie, maar ook in het onderwijskundig handelen, biedt Human Dynamics ruimte voor verschillen en geeft het kracht aan samenwerking. Alle directieleden van PRODAS zijn in het verleden al geschoold in Human Dynamics. Een meerderheid van de scholen maakt, in meer of mindere mate gebruik van mogelijkheden vanuit dit model. Door de facilitators worden regelmatig bijeenkomsten georganiseerd voor externe partijen. Identiteit Er is gebleken dat de levensbeschouwelijke identiteit, zoals geformuleerd in de doelen, een hardnekkig onderwerp blijft zoals het in de doelen is geformuleerd. De scholen kunnen er maar moeizaam inhoud aan geven. We gaan meer focussen op de waarden in de organisatie. We gaan als organisatie waarden benoemen die richtinggevend kunnen zijn en als houvast kunnen dienen. Ook is het van belang samen vast te stellen wat ons bindt. Wat is de identiteit van de individuele scholen en wat bindt ons als Prodas. Prodas studiedag In workshops wordt good practice van onze eigen scholen gedeeld met leraren van andere scholen. Op die manier kan iedereen leren van de goede dingen van andere scholen. Er komen ook centrale thema’s aan de orde zoals bijvoorbeeld invulling van de strategische doelen.
25 Begroting 2015 – FZPP
Rouw en verliesverwerking Doel is scholen te versterken in het omgaan met verlies van familieleden bij de kinderen. Ook leren omgaan van kinderen met de gevolgen van echtscheidingen. Sociale opbrengsten We hebben duidelijk in beeld hoe we de effecten van allerlei activiteiten in het kader van sociale opbrengsten kunnen vaststellen. We kunnen daarmee aangeven dat de bedoelde activiteiten ook effectief zijn. Er is ook duidelijkheid over de wijze van sturing op dit onderwerp door de RvB. (SOVA training, schoolmaatschappelijk werk, orthopedagoog, schoolbegeleidingsdienst e.d.) Kwaliteitszorg Het blijft onze allergrootste prioriteit structureel te werken aan een optimale kwaliteitszorg. Kwaliteit moet expliciet gemaakt worden, anders gezegd: kwaliteit mag geen toevalligheid zijn. Kwaliteit moet zichtbaar aangetoond kunnen worden PRODAS streeft naar kwaliteit op alle niveaus, dat betekent ook dat we er naar streven dat alle scholen een voldoende scoren op de indicatoren voor kwaliteitszorg. Alle scholen werken met het traject WMK (Werken met kwaliteitskaarten). In dat traject leren de directeuren te werken aan kwaliteit. Dit traject was in principe voor 4 schooljaren, maar zal voortgezet worden in 2014-2015. De reacties van de directeuren en medewerkers uit de scholen zijn positief. Leo groepen In 2009 is Stichting PRODAS gestart met het Voltijds Hoogbegaafden Onderwijs, de zgn. “Leogroepen”. Op 12 oktober 2012 ondertekenden oudervereniging Parentes en Stichting PRODAS een sponsorcontract, waarmee de voortzetting van het Voltijds Hoogbegaafden Onderwijs werd veiliggesteld voor de regio Deurne, Asten en Someren. Op basisschool D’n Heiakker in Deurne volgen twee Leogroepen een aangepast programma. Hoogbegaafdheid en plusklassen Het project Hoogbegaafdheid heeft voor een beweging gezorgd op de scholen: het beleid (hoog)begaafdheid is omschreven en opgenomen in het PRODAS handboek. Invoering van dit beleid is op de scholen in stijgende ontwikkeling. Een grote groep leerkrachten is bijgeschoold en heeft één van de aangeboden scholingen op het gebied van (hoog)begaafdheid gevolgd (men kon kiezen uit “Omgaan met Slimme peuters en kleuters”, Werken met het Digitaal handelingsprotocol Hoogbegaafdheid of de uitgebreide cursus: “Passend Onderwijs voor begaafde leerlingen”. Voor het schooljaar ’14-’15 blijven de Plusklassen gehandhaafd en is (vervolg)scholing vastgelegd waarvan weer diverse scholen gebruik gaan maken. De denktank hoogbegaafdheid zorgt er mede voor dat het beleid wordt voortgezet, uitgediept en geborgd. School en samenleving: De scholen van Prodas staan midden in de samenleving. De individuele scholen onderhouden zelf de contacten in de wijken en dorpen. De identiteitsdiscussie die we in 2015 nieuw leven in gaan blazen zal vervolgens ook leiden tot communicatie met de samenleving waarin Prodas zich bevindt. Om het uitdragen van de identiteit van Prodas te ondersteunen is er een reservering opgenomen voor de ontwikkeling van communicatiemiddelen.
26 Begroting 2015 – FZPP
Ouderraad/MR/GMR Voor de GMR activiteiten is een afzonderlijke begroting opgesteld. Per school wordt, conform CAO, een bedrag bijgedragen voor de facilitering van de GMR. De inrichting van de ouderraad en MR op de scholen hoort bij het beleid van de betreffende school De overige instellingslasten bestaan uit: Werving en selectiekosten, vergaderkosten, verzekeringen, abonnementen, schoolreisjes/vieringen, kosten PR en representatiekosten. Leermiddelen De kosten leermiddelen zullen gaan dalen door de daling van het aantal leerlingen. Financiële baten en lasten Voor 2014 en de volgende jaren zijn we uitgegaan van een rendement van 1.2% per jaar. De liquiditeitsprognose is het uitgangspunt voor de berekening van het rendement. De middelen (liquide middelen en beleggingsportefeuille) worden conform het treasuryplan van 2015 ingezet.
27 Begroting 2015 – FZPP
28 Begroting 2015 – FZPP
3. Begroting 3.0
Staat van baten en lasten tot en met 2020
2013 2014 werkelijk prognose x € 1.000 x € 1.000
2015 begroting x € 1.000
2016 begroting x € 1.000
2017 begroting x € 1.000
2018 prognose x € 1.000
2019 begroting x € 1.000
2020 begroting x € 1.000
Baten Rijksbijdrage OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten T otaal Baten
25.018 250 1.167 26.435
23.349 217 1.473 25.039
22.701 203 1.403 24.307
21.894 193 1.236 23.323
21.294 190 1.115 22.599
21.020 188 1.036 22.244
20.725 187 875 21.787
20.610 187 875 21.672
21.137 468 1.633 2.120 25.358
20.921 402 1.685 2.375 25.383
20.070 529 2.095 2.566 25.260
19.082 574 1.801 2.229 23.686
18.426 563 1.786 2.109 22.884
18.073 589 1.771 1.958 22.391
17.875 591 1.757 1.938 22.161
17.798 612 1.743 1.919 22.072
Saldo baten en lasten
1.077
344-
953-
363-
285-
147-
374-
400-
Financiële baten en lasten Resultaat
194 1.271
75 269-
80 873-
80 283-
80 205-
80 67-
80 294-
80 320-
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten T otaal lasten
29 Begroting 2015 – FZPP
3.1
Balansposities tot en met 2020
2013 2014 2015 2016 werkelijk prognose begroting begroting x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000
2017 begroting x € 1.000
2018 prognose x € 1.000
2019 begroting x € 1.000
2020 begroting x € 1.000
Activa MVA FVA Vorderingen LM Totaal Activa
3.704 2.210 1.695 4.408 12.017
4.014 3.400 1.000 2.840 11.254
4.305 3.400 1.000 1.671 10.376
3.969 3.400 1.000 1.719 10.088
3.869 3.400 1.000 1.610 9.879
3.758 3.400 1.000 1.650 9.808
3.727 3.400 1.000 1.383 9.510
3.820 3.400 1.000 966 9.186
9.483 221 2.313 12.017
9.215 221 1.818 11.254
8.342 216 1.818 10.376
8.059 211 1.818 10.088
7.854 207 1.818 9.879
7.787 203 1.818 9.808
7.493 199 1.818 9.510
7.173 195 1.818 9.186
Passiva Reserves Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal Passiva
30 Begroting 2015 – FZPP
4. 4.0
Risico management Risico’s
Bij het in controle zijn van een organisatie speelt risicomanagement een belangrijke rol. Risicomanagement verbindt organisatiedoelstellingen en risico’s met elkaar. Risicomanagement is dan ook niet slechts gericht op financiële risico’s maar te definiëren als: alle zaken die op dit moment of in de nabije toekomst de realisatie van de doelstellingen van de organisatie kunnen belemmeren. Risicomanagement is een continu proces. Het risicobeheersings- en controlesysteem dient te zijn ingericht zodat de volgende vragen kunnen worden beantwoord: -
Doen we de juiste dingen? Doen we de dingen goed? Hebben we de juiste managementinformatie? Leven we de relevante wet- en regelgeving na?
Daling van de aantallen leerlingen, politieke keuzes en veranderde wet- en regelgeving zetten de afgelopen jaren de bedrijfsvoering van onderwijsorganisaties onder druk. Tegelijkertijd zijn de kwaliteitseisen t.a.v. onderwijsopbrengsten en bestuurlijk functioneren verscherpt. Hierdoor zijn al diverse onderwijsorganisaties in financiële problemen gebracht. Door middel van onderstaande toelichting willen we uiteenzetten aan welke bedrijfsmatige knoppen door ons wordt gedraaid om negatieve resultaten om te buigen. Met andere woorden: Welke stappen nemen wij om tot een goede bedrijfsvoering te komen? Onze bekostiging is gebaseerd op de aantallen leerlingen op de teldatum van 1 oktober van het voorliggende jaar. Om inzicht te krijgen in de te verwachten leerlingaantallen hebben wij bij de gemeenten Deurne, Asten en Someren de geboortecijfers van de afgelopen 4 jaren opgevraagd. Op basis van ervaringen kunnen we ons marktaandeel uitrekenen. Hierdoor krijgen we een redelijk beeld over de aantallen leerlingen die wij de komende schooljaren kunnen verwachten. Deze getallen geven een beeld voor de langere termijn en zijn van invloed op de te maken beleidskeuzes op korte termijn. De teldatum van het voorliggende jaar( T-1) bepaalt de bekostiging voor het jaar erop. Door een formatietoedeling naar de scholen te baseren om de teldatum van het lopende jaar krijg je een realistischer beeld. Prodas kiest, intern, voor de toedeling van de formatie op basis van het lopende jaar. (T=0) Voor een goede analyse en duiding is het van belang om dwarsverbanden tussen de uitkomsten van de verschillende kengetallen te leggen en deze als basis te nemen voor de te nemen beslissingen. Op basis van de meerjarenprognose zijn de kengetallen (zie blz.37 ) doorgerekend. Hierbij dient aangetekend te worden dat de kengetallen beïnvloed worden door de incidentele subsidies die verstrekt zijn in 2013 door OCW. De positie van het vermogen wordt éénmalig hoog gepresenteerd door de subsidieverstrekking in 2013. De bate van 2013 is via de bestemmingsreserve toegerekend naar de jaren waarvoor de gelden nodig zijn. Dit verklaart een groot gedeelte van de gepresenteerde negatieve resultaten. Bedrijfsmatige kennis en kunde van het meerjarenperspectief is een must om proactief bedrijfsmatig op trends en ontwikkelingen te anticiperen en interveniëren. Ook van belang is het de uitkomsten van een risico-inventarisatie en risicoanalyse toe te voegen. Deze risicoanalyse stelt ons in staat om een uitspraak te doen over het minimale benodigde vermogen om risico’s af te dekken. Om deze risico’s
31 Begroting 2015 – FZPP
zichtbaar te maken verdelen wij onze reserves in een Algemene Reserve en Bestemmingsreserves. In de bestemmingsreserves worden de risico’s financieel uitgedrukt. Monitoring en risicoanalyse betreffen voor een groot deel de analyse van de personele lasten. Bij vele onderwijsinstellingen leert de praktijk dat tijdelijke personele verplichtingen stilzwijgend zijn overgegaan in vaste verplichtingen. Als men niet anticipeert op de toekomstige prognoses kan dit leiden tot te hoge personele verplichtingen. De bezuinigingen in de structurele Rijksbekostiging versnellen dit proces. Het is dus een vereiste om een duidelijk beeld te hebben van het volume van het personeel en de verwachting naar de toekomst toe. Planning- en controlcyclus: Monitoring van gegevens is heel belangrijk. Juiste maandelijkse en kwartaalrapportages zijn hierbij een onmisbaar instrument. Deze rapportages zijn namelijk de feitelijke realisatie van gemaakte afspraken. Om hieraan goed te kunnen voldoen is het ook van belang de Administratieve Organisatie op orde te hebben. Vaak wordt er gewerkt op basis van goed vertrouwen, maar bij een professionele organisatie hoort dat deze afspraken formeel zijn vastgelegd. Glashelder vastgelegde werkafspraken, taken en bevoegdheden zijn een borging voor een professionele bedrijfsvoering en bedrijfscultuur voor de hele organisatie. Door werkafspraken goed vast leggen en hier ook naar te handelen voorkomen we dat gelden onrechtmatig worden besteed. Om juiste, betrouwbare, tijdige en volledige informatie te kunnen verstrekken wordt gewerkt met een planning- en controlcyclus. De begroting voor 2015 wordt opgesteld in september/oktober 2014. De besluitvorming hierover is in de maanden november en december 2014 geweest. De begroting 2015 wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Toezicht in de vergadering van 16 december 2014. In de maand oktober/november wordt een liquiditeitsprognose opgesteld. Deze prognose vormt het uitgangspunt voor het uitzetten van middelen op de korte danwel de lange termijn. De beslissingen hierover worden genomen in de treasurycommissie. Voor de scholen worden in de maand februari schooljaar-begrotingen opgemaakt. Een belangrijk onderdeel van deze schooljaarbegrotingen zijn de formatieplannen van de afzonderlijke scholen. Op deze manier kan Stichting PRODAS optimaal de mogelijkheden van de lumpsum benutten. De schooljaarbegrotingen worden in de maand mei besproken met de MR-en van de school en vervolgens in juni vastgesteld door de verantwoordelijke directeur met een handtekening van de Voorzitter Raad van Bestuur. Per kwartaal worden tussentijdse rapportages opgemaakt. Deze worden besproken met de Raad van Bestuur. Verschillen worden geanalyseerd en vervolgens vastgelegd in een rapportage. Regelmatig worden de tussentijdse resultaten door de controller doorgesproken met de Raad van Bestuur. De tussentijdse exploitatieoverzichten van de individuele scholen worden regelmatig besproken met de verantwoordelijke directeuren. Scholen hebben dagelijks inzicht in de financiële stand van zaken, waardoor tijdige sturing mogelijk is. De accountant speelt een grote rol. Op grond van wettelijke bepalingen moet een accountant jaarlijks de jaarrekening controleren. Het doel van deze controlewerkzaamheden is: een onafhankelijk en onpartijdig oordeel te geven over de getrouwheid van de jaarrekening en de bekostigingsgegevens. Beleid kapitaal en vermogen Kapitaal en vermogen dienen op een effectieve en verantwoorde wijze te worden ingezet voor de realisatie van goed onderwijs. Een doordachte analyse en beoordeling maken het beter mogelijk om een meerjarig en consistent vermogensbeleid te voeren.
Onderwijsprocessen, strategische ambities en de noodzaak om iets achter de hand te hebben voor tegenvallers maakt dat een schoolbestuur bezittingen nodig heeft. Het gaat hierbij om vaste activa, maar ook in de vorm van geld of bezittingen die snel in geld kunnen worden omgezet. Onnodige investeringen, het aanhouden van teveel liquide middelen of onnodig laten aangroeien van
32 Begroting 2015 – FZPP
vorderingen zorgt ervoor dat de bezittingen gaan toenemen en dat gaat ten koste van de mogelijkheden om met de verkregen middelen iets anders te doen. Door de PO raad is een brochure uitgegeven met de titel: Kapitaal en vermogen aan het werk. Deze brochure biedt een houvast bij het analyseren en beoordelen van de omvang, samenstelling en noodzakelijkheid van het binnen de onderwijsinstelling werkzame vermogen. De kengetallen zijn onder meer samengesteld met de in deze brochure voorgestelde adviesnormen. De adviesnormen m.b.t. de vermogensgrenzen zijn afgestemd op de mogelijke risico’s. De aanbevolen minimumwaarden zijn normaal gesproken dan ook toereikend. We willen namelijk de juiste balans vinden tussen een verantwoorde vermogenspositie en de inzet van financiële middelen voor het onderwijs. Onze maatschappelijke opdracht is namelijk om zo goed mogelijk onderwijs te geven, ten tweede om de middelen die we daarvoor krijgen, doelmatig in te zetten. Scholen worden geacht de jaarlijks beschikbare middelen ook daadwerkelijk (behoudens een reserve van € 200 per leerling) in te zetten ten behoeve van het onderwijs. Een grotere reserve per school kan alleen (tijdelijk) bestaan als er een bestemming voor aangegeven is. De volgende risico’s worden door Prodas nauwkeurig gemonitord en geëvalueerd: 1.
2. 3. 4. 5. 6.
7. 8.
Overheidsmaatregelen: de afgelopen jaren zijn in de bekostiging steeds meer vormen van incidentele bekostiging, waarvan de continuïteit onzeker is. Prodas kiest er bij het opstellen van de begroting voor om uitsluitend definitief toegekende incidentele geldstromen op te nemen. Maatregelen worden direct doorgerekend en waar nodig vindt bijsturing plaats. Daling leerlingaantallen; de krimp van leerlingen in het voedingsgebied van Prodas is een feit, en daarmee geen risico maar een zekerheid. Onzeker in dit kader zijn de fluctuaties die jaarlijks optreden. Marktaandeel Deurne, Asten en Someren; Hoe verhoudt zich het verloop van de leerlingaantallen zich tot onze con-collegabestuur in de regio. Kwaliteit onderwijs: betreft het toekomstig hoog natuurlijk verloop in een krimpende regio versus competentie personeel en het toenemend aantal parttime leerkrachten in het onderwijs Personeel (arbeidsconflict, leeftijdsopbouw, salarisindicatie). Het betreft hier de financiële gevolgen op lange termijn van keuzes m.b.t beloningsbeleid, maar ook de leeftijdsopbouw in relatie tot BAPO, verzuim e.d.0 Organisatie: (managementrapportages en de AO/IC) kwalitatieve managementinformatie is een noodzakelijk randvoorwaarde om de juiste sturing op het juiste niveau te kunnen inzetten. Dit vereist uniformiteit in gebruik van bronsystemen op schoolniveau en professionele informatiesystemen, die ondersteunend zijn hierin. Huisvesting: hef effect van de krimp op huisvesting. Meer leegstand in schoolgebouwen. Om de huisvestingslasten te kunnen bekostigen is het zaak om het huisvestingsbeleid voor de lange termijn onder de loep te nemen. Voor 2014-2015 staat deze op de planning. Inventaris en apparatuur: De nieuwe moderne ontwikkelingen gaan hard. De bekostiging is hier niet op gebaseerd. Beleidsmatig moeten nieuwe investeringen worden afgezet tegen de leerling prognoses en eventuele overcomplete inventaris als gevolg van krimp
Op PRODAS niveau worden de volgende bestemmingsreserves aangehouden:
eigen risico vervanging ziekte eigen risico WGA huisvestingszaken Passend Onderwijs Schoolreserves Personele knelpunten BAPO reserves ICT
33 Begroting 2015 – FZPP
Het financieel continuïteitstoezicht van de Inspectie van Onderwijs is gewijzigd per 1-9-2013. Er gaat gewerkt worden met twee in plaats van drie soorten toezichtarrangementen. Daarnaast zijn de indicatoren voor de jaarlijkse financiële risicoanalyse aangescherpt. Zo is er meer zicht op risico’s die zich op de langere termijn kunnen voordoen. De inspectie hanteert met ingang van 1 september 2013 nog slechts twee toezichtarrangementen in haar financiële toezicht: 1.
basistoezicht - Het toezicht beperkt zich tot de jaarlijkse risicoanalyse aan de hand van de jaarcijfers; 2. aangepast financieel continuïteitstoezicht - De financiële continuïteit van het onderwijs is binnen afzienbare termijn in het geding. De inspectie vraagt het bestuur een verbeterplan op te stellen en volgt de uitvoering daarvan met een intensiteit passend bij de ernst van de situatie. Aanscherping indicatoren financiële risicoanalyse De indicatoren voor de jaarlijkse risicoanalyse zijn uitgebreid en aangescherpt. Met onderstaande indicatoren selecteert de Inspectie besturen voor een inhoudelijke analyse.
Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit 2 Rentabiliteit Personele lasten/rijksbijdrage Personele lasten/totale baten Financiële buffer
≤1 ≤ 0,30 laatste 3 jaar negatief ≥ 0,95 ≥ 0,90 <0
Voor alle indicatoren geldt dat Prodas ruim binnen de gestelde normen valt. (zie blz. 37) De oordelen over de financiële continuïteit van besturen wordt openbaar gemaakt via de Toezichtkaart. Dit gaat als volgt: Alle jaarrekeningen over 2013 die in de geautomatiseerde eerste risicodetectie geen bijzonderheden opleveren, krijgen ‘basistoezicht’. In deze gevallen is onderzoek niet nodig en wordt geen rapport opgesteld. In alle overige gevallen volgt wel onderzoek en een rapport waarin de conclusie luidt ‘basistoezicht’ of ‘aangepast financieel continuïteitstoezicht’. Zolang het onderzoek niet is voltooid, vermeldt de toezichtkaart ‘geen oordeel’.
34 Begroting 2015 – FZPP
4.1
Reserves
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 werkelijk mutatie prognose mutatie begroting mutatie begroting mutatie begroting mutatie prognose mutatie begroting mutatie begroting x € 1.000 2014 x € 1.000 2015 x € 1.000 2016 x € 1.000 2017 x € 1.000 2018 x € 1.000 2019 x € 1.000 2020 x € 1.000
Reserves T otale reserves
Bestemmingsreserve Algemeen
9.483 6.7 35 2.7 48
Bestemmingsreserves Eigen risico verlof 289 Eigen risico WGA 492 Huisvestingszaken 857 Passend Onderwijs 300 Schoolreserves 1.081 Personele knelpunten 1.336 BAPO rechten 2.000 ICT 380 6.7 35
-269 -667 398
9.215 -87 3 6.068 -1.086 3.147 213
8.342 4.982 3.360
-283 -336 53
8.059 4.646 3.413
-205 -27 3 68
7.854 4.37 3 3.481
-100 -187 -380 -667
189 492 67 0 -269 300 -100 1.081 -400 1.336 -317 2.000 6.068 -1.086
189 492 401 200 681 1.019 2.000 4.982
-100 -236 -336
189 492 401 100 681 7 83 2.000 4.646
-100 -17 3 -27 3
189 492 401 681 610 2.000 4.37 3
-67 -269 202
-269 -269
7.787 4.104 3.683
189 492 401 681 341 2.000 4.104
-294 -341 47
-341 -341
7.493 3.7 63 3.7 30
-320 -320
189 492 401 681 2.000 3.7 63
-
Bestemmingsreserve eigen risico ziekte en overig verlof personeel: Stichting Prodas heeft gekozen voor eigen risico m.b.t. vervangingen. Wij zijn van mening dat een onderdeel van goed werkgeverschap preventie van ziekteverzuim van het personeel is. Het verschil tussen de jaarlijkse premiebesparing en de salariskosten inzake verlof situaties wordt toegevoegd of onttrokken aan deze bestemmingsreserve. Bestemmingsreserve eigen risico WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten): Per 1 juli 2007 is PRODAS eigen risicodrager geworden voor de WGA. De hiermee bespaarde premie (-/- de WGA uitkeringen) wordt aangehouden als bestemmingsreserve. Bij Loyalis is hiervoor een borgtochtverzekering afgesloten. Deze verzekering heeft ten doel, op eerste verzoek van het UWV, betalingsverplichtingen van PRODAS over te nemen die voortvloeien uit het zelf dragen van het eigen risico door PRODAS van de WGA lasten in het geval van insolventie van PRODAS. In 2015 wordt PRODAS tevens eigen risicodrager voor de ZW. Bestemmingsreserve huisvestingszaken: Deze is ontstaan door de herschikking van middelen per 1-12006. De reserve wordt aangehouden om afwijkingen t.o.v. de begroting op de te kunnen vangen. In 2015 wordt een extra bedrag onttrokken aan de bestemmingsreserve. Zie hiervoor de toelichting bij de huisvestinglasten. Passend onderwijs transitiebudget In de visie van PRODAS wordt verwoord dat wij proactief en dus niet afwachtend willen zijn wat betreft het in gang zetten van ontwikkelingen. Dat betekent dat wij niet altijd gebruik maken van gebaande paden. Als wij ontwikkelingen in gang zetten die nieuw zijn dan zal daar in geïnvesteerd dienen te worden, zonder dat er op dat moment en mogelijk zelfs niet in de toekomst, middelen van de overheid tegenover staan. Hiervoor is voor Passend onderwijs een
35 Begroting 2015 – FZPP
7.173 3.7 63 3.410
189 492 401 681 2.000 3.7 63
bestemmingsreserve gecreëerd. Deze bestemmingsreserve zal in de komende 3 kalenderjaren worden afgebouwd. Schoolreserves Scholen worden geacht de jaarlijks beschikbare middelen ook daadwerkelijk(behoudens een reserve van € 200 per leerling) in te zetten ten behoeve van het onderwijs. De reserves kunnen volledig ingezet worden ten behoeve van het onderwijs. In het schooljaar 2014-2015 wordt door enkele scholen een beroep gedaan op de schoolreserve. Personele knelpunten Mede gezien de terugloop in de leerlingaantallen kunnen scholen geconfronteerd worden met een personeel knelpunt. Waar een ernstig knelpunt kan ontstaan, zal er een beroep gedaan kunnen worden op deze bestemmingsreserve. Eind 2013 hebben wij een incidentele bekostiging ontvangen van € 1.056.000. Gezien de ontwikkeling van de meerjarenprognose willen wij dit bedrag aanwenden om de klassengrootte niet op te laten lopen. De extra gelden zullen dus de komende jaren ingezet worden. De onttrekking van deze bestemmingsreserve is conform de begroting 2014 opgenomen. BAPO Op basis van alinea 208 van hoofdstuk 660 Onderwijsinstellingen bestaat voor het bestuur de mogelijkheid om de toekomstige bestedingsmogelijkheid van het eigen vermogen te beperken en op grond daarvan een bestemmingsreserve voor de BAPO te vormen. Stichting PRODAS maakt gebruik van deze mogelijkheid. De BAPO regeling wijzigt door de nieuwe cao. De financiële consequenties hiervan zijn nog niet bekend. ICT bestemming 2014-2015 Voor 2013 stond gepland dat de ICT infrastructuur ingericht zou worden. Deze investering en bijhorende kosten werd doorgeschoven naar 2014. Hier voor werd een bestemmingsreserve benoemd. Hier is in 2014 ook gebruik van gemaakt.
36 Begroting 2015 – FZPP
4.2
Aanwezig kapitaal versus Benodigd kapitaal
Solvabiliteit: Eigen vermogen + Voorzieningen / balanstotaal Kapitalisatiefactor: De definitie is als volgt: “Mate waarin het kapitaal wordt benut voor de vervulling van taken”. De kapitalisatiefactor is het startpunt van de berekening van de beschikbare buffer en wordt als volgt berekend: (Totaal Kapitaal –Grond en terreinen)/Totale Baten Financieringsfunctie: Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de materiële vaste activa (niet zijnde gebouwen en terreinen) te zijner tijd te kunnen vervangen. Voor de bepaling van de vervangingswaarde gaan we uit van de normatieve methode. Liever gingen we uit van onze eigen activa administratie, maar door het ontbreken van de herwaardering van de leermethoden in 2006 is deze naar onze mening niet volledig genoeg om deze als uitgangspunt te hanteren. De normatieve methode houdt in dat de vervangingswaarde bepaald wordt op 37% van de totale jaarbaten. In verband met de investeringsverspreiding kan een correctiepercentage van 55% toegepast worden. Vervangingswaarde MVA/(totale baten + rentebaten) Transactieliquiditeit: Deze is gelijk aan de middelen die moeten worden aangehouden om de kortlopende schulden te voldoen. De transactieliquiditeit is gelijk aan het bedrag van de kortlopende schulden. (kortlopende schulden/(totale baten + rentebaten) Beschikbare financiële buffer: Dit zijn de middelen die schoolbesturen moeten aanhouden om de risico’s op te vangen. (is kapitalisatiefactor -/- transactiefunctie -/- financieringsfunctie) Financieel beoordelingskader: Centraal staan twee aspecten, namelijk het vermogensbeheer en het budgetbeheer. Bij de beoordeling van het vermogensbeheer gaat het om de vraag of de instelling het beschikbare kapitaal optimaal inzet voor het onderwijs. Bij de beoordeling van het budgetbeheer gaat het om de vraag wat de capaciteit is van de instelling om tegenvallers op korte of middellange termijn op te vangen. Beoordeling van het vermogensbeheer: Voor de beoordeling van het vermogensbeheer worden drie kengetallen gehanteerd. Dit zijn als eerste de Kapitalisatiefactor en Financiële buffer die hierboven zijn toegelicht .Het andere kengetal is de Solvabiliteit, dat de verhouding uitdrukt tussen het eigen vermogen vermeerderd met de voorzieningen in relatie tot het totaal vermogen. Dit geeft een indicatie over de mate waarin een bestuur nog mogelijkheden heeft om externe financiering aan te gaan. De laatste twee kengetallen: de Financierings- en transactiefunctie zijn berekend om uiteindelijk de Financiële buffer te kunnen berekenen. Bij deze kengetallen zijn geen signaleringswaarden vermeld. Beoordeling van het budgetbeheer: Bij de beoordeling van het budgetbeheer gelden twee kengetallen. Voor een beoordeling van de liquiditeitspositie geldt het kengetal Current Ratio. Dit brengt eventuele overliquiditeit in beeld; de middelen die beschikbaar zijn naast de middelen benodigd om aan de lopende verplichtingen te kunnen voldoen. Daarnaast wordt aan de hand van het kengetal Rentabiliteit gekeken in welke mate baten en lasten van de instelling met elkaar in evenwicht zijn. Het beoordelingskader is een instrument voor het bestuur, het decentrale toezicht en de inspectie. Het kader biedt de toezichthouders handvatten om een doelmatige inzet van onderwijsgeld te bespreken met het bestuur. Door bijgaande berekeningen krijgt men inzicht in de kapitaal- en vermogenspositie van Prodas.
37 Begroting 2015 – FZPP
2013 werkelijk x € 1.000
2014 prognose x € 1.000
2015 begroting x € 1.000
2016 begroting x € 1.000
2017 begroting x € 1.000
2018 prognose x € 1.000
2019 begroting x € 1.000
2020 begroting x € 1.000
12.017 680 11.337 42,6%
11.254 680 10.574 42,1%
10.376 819 9.557 39,2%
10.088 799 9.289 39,7%
9.879 777 9.102 40,1%
9.808 759 9.049 40,5%
9.510 739 8.771 40,1%
9.186 718 8.468 38,9%
In % v d Ba ten
5.420 2.313 1.261 8.994 35,7%
5.112 1.818 1.171 8.101 34,6%
4.963 1.818 1.139 7.920 34,8%
4.764 1.818 1.099 7.680 35,0%
4.616 1.818 1.069 7.503 35,1%
4.544 1.818 1.055 7.417 35,2%
4.451 1.818 1.040 7.309 35,1%
4.428 1.818 1.035 7.280 35,2%
Financiële ruimte
2.343
2.473
1.637
1.609
1.599
1.632
1.462
1.188
80,8% 42,6% 20,4% 4,7% 17,5% 84,5% 80,0% 83,4% 2,6 4,81%
83,8% 42,1% 20,4% 4,7% 17,1% 89,6% 83,6% 82,4% 2,1 -1,07%
82,5% 39,2% 20,3% 4,7% 14,2% 88,4% 82,6% 79,5% 1,5 -3,59%
82,0% 39,7% 20,4% 4,7% 14,6% 87,2% 81,8% 80,6% 1,5 -1,21%
81,6% 40,1% 20,4% 4,7% 15,1% 86,5% 81,5% 80,5% 1,4 -0,91%
81,5% 40,5% 20,4% 4,7% 15,5% 86,0% 81,2% 80,7% 1,5 -0,30%
80,9% 40,1% 20,4% 4,8% 15,0% 86,2% 82,0% 80,7% 1,3 -1,35%
80,2% 38,9% 20,4% 4,8% 13,8% 86,4% 82,1% 80,6% 1,1 -1,48%
Financiële ruimte A: Aanwezig kapitaal Totaal kapitaal Af: gebouwen/terreinen T otaal kapitaal In % v d Ba ten
B: Kapitaalbehoefte Vervangingswaarde (cf cie Don) Transactiefunctie Bufferfunctie Totaal kapitaalbehoefte
Kengetallen Solvabiliteit Kapitalisatiefactor Financieringsfunctie Transactiefunctie Financiele buffer Personele lasten/Rijksbijdrage Personele lasten/Totale baten Personele lasten/Totale lasten Liquiditeit Rentabiliteit
Grens < 30% > 35%
>5% >95% >90% <1
38 Begroting 2015 – FZPP
5.
Lijst met afkortingen
AB ABP ARBO BAO
Ambulante begeleiding Algemeen burgerlijk pensioenfonds Arbeidsomstandigheden Basis Onderwijs
BAPO BO
Regeling Bevordering Arbeids Participatie Ouderen Basis Onderwijs
Brin BSO BTW BV BW CAO CFI CITO Cumi DAS DGO overleg Ehrm ERD EV FM FTE
Basisregistratie Instellingen (nummer waaronder een school is geregistreerd bij het CFI)
Buitenschoolse Opvang Belasting Toegevoegde Waarde Besloten vennootschap Burgerlijk wetboek Collectieve ArbeidsOvereenkomst Centrale Financiën Instellingen Centraal Instituut voor de ToetsOntwikkeling
Functiemix FVA FZ G&T
Culturele minderheid Deurne Asten Someren Decentraal Georganiseerd Overleg Elektronische HRM Eigen risico drager Eigen vermogen Financieel Management Fulltime Equivalent Invoering LB en LC functies in BO en LC functies in SBO Financiële vaste activa Financiële zaken Gebouwen en Terreinen
Geoormerkt GGL
Subsidie die financieel verantwoord moet worden Gemiddeld gewogen leeftijd
GMR GPL HD HRM ICT ID-baan
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Gemiddelde Personeels Last Human Dynamics Human Resources Management Informatie- en Communicatietechnologie Instroom / Doorstroombaan 39
Begroting 2015 – FZPP
IHP IPB KvK LGF Lln. LM LO MOP MR MVA NOA
Integraal Huisvestingsplan Integraal Personeels Beleid Kamer van Koophandel Leerling Gebonden Financiering leerlingen Liquide middelen Lichamelijke Opvoeding Meerjaren Onderhouds Planning Medezeggenschapsraad Materiële vaste activa Nationaal Onderwijs Akkoord
OCW OLP OOP OP OR P&A budget P&O PABO PF PGF PO PR PRODAS PSZ PZ RA REC RI en E RJ RvB RvT SA SBO SO Stg. SWV
Onderwijs, cultuur en wetenschappen (ministerie) Onderwijsleerpakketten Onderwijs Ondersteunend personeel Onderwijzend Personeel Ouderraad Personeels- en arbeidsmarktbeleidbudget Personeel en Organisatie Pedagogische Academie BasisOnderwijs ParticipatieFonds Persoons gebonden functie Primair Onderwijs Public Relations Primair Onderwijs Deurne Asten Someren Peuterspeelzaalwerk Personeelszaken Register Accountant Regionale Expertisecentra Risico en Inventarisatie en Evaluatie Raad voor de Jaarverslaggeving Raad van Bestuur Raad van Toezicht Salarisadministratie Speciale school voor BasisOnderwijs Speciaal Onderwijs Stichting Samenwerkingsverband Bekostiging obv lln op 1e schooldag van dat T bekostiging schooljaar Bekostiging obv 1-10, voorafgaande aan het T-1 bekostiging schooljaar TB Totale Baten TBO Toekomst Bestendig Onderwijs TSO Tussenschoolse opvang 40 Begroting 2015 – FZPP
TV VF VOG VVE VZ
Totaal Vermogen Vervangingsfonds Verklaring Omtrent Gedrag Voor- en Vroegschoolse Educatie Voorzieningen
WAO WGA WIA WMK WPO
Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten Wet en Inkomen naar Arbeidsvermogen Werken Met Kwaliteitskaarten Wet Primair Onderwijs
WSNS DAS Wtf. ZZP-er
Weer Samen Naar School Deurne Asten Someren Werktijdfactor Zelfstandige zonder personeel
41 Begroting 2015 – FZPP