Sparrenheuvel 16
Vaste Commissie voor VWS Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Postbus 520 3700 AM ZEIST Telefoon (030) 698 89 11 Telefax (030) 698 83 33 E-mail
[email protected]
Contactpersoon
W. Kniest, adviseur Public Affairs
Doorkiesnummer
(06) 310 48 760
Ons kenmerk
B-14-2934-mfli1
Uw kenmerk Datum Onderwerp
11 april 2014 ZN-brief Hervorming langdurige zorg Geachte leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Binnenkort debatteert u over de wettelijke verankering van belangrijke en noodzakelijke hervormingen om de kwaliteit en toegankelijkheid van de langdurige zorg voor iedereen in de toekomst te kunnen behouden. Zorgverzekeraars ondersteunen op hoofdlijnen de voorstellen van de staatssecretaris. Dat blijkt ook uit de afspraken die zij inmiddels hebben gemaakt voor mensen die een PGB in de Zorgverzekeringswet nodig hebben en voor mensen die gebruik gaan maken van verpleging en verzorging in de wijk. Daarnaast hebben ZN en de VNG goede afspraken gemaakt over de samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeenten. Met nog slechts acht maanden voor de invoeringsdatum is het van cruciaal belang dat in deze fase wordt vastgehouden aan deze belangrijke afspraken die zorgpartijen met elkaar gemaakt hebben. Ondanks de vele voorbereidingen hebben zorgverzekeraars op dit moment grote zorgen over het tempo, de gelijktijdigheid en de omvang van de hervormingen. De veranderingen voor de zorg voor kwetsbare ouderen, ernstig zieke kinderen of mensen met langdurige psychische problematiek vragen om grote zorgvuldigheid. Naast het tempo zien zorgverzekeraars ook grote risico’s als het kabinet vasthoudt aan de plannen om zorgverzekeraars sneller dan verantwoord is risicodragend te maken voor de wijkverpleging, de langdurige GGZ en de zorg voor zintuigelijk gehandicapten. De komende twee maanden moet alle noodzakelijke besluitvorming zijn afgerond om de hervormingen per 1 januari 2015 op een verantwoorde wijze te kunnen invoeren.
De langdurige zorg kent veel kwetsbare groepen, zoals ouderen, ernstige zieke kinderen en mensen met langdurige psychische problematiek. Zij moeten volledig kunnen vertrouwen op de continuïteit van hun zorg. Zorgverzekeraars dragen daarin een grote verantwoordelijkheid. Echter, zij zijn op dit moment – net als de vele zorgaanbieders, zorgverleners en gemeenten – in hoge mate afhankelijk van besluitvorming door uw Kamer c.q. de wetgever. Duidelijke, consistente wet- en regelgeving, die getoetst is op fout- en fraudegevoeligheid, is een absolute voorwaarde om het zorgveld in staat te stellen alle nieuwe wet- en regelgeving te kunnen vertalen naar de praktijk. Zij zullen straks op basis van uw besluiten cliënten moeten kunnen uitleggen door wie welke zorg wordt geleverd, voor welke zorg zij in aanmerking komen en of en door wie deze wordt vergoed. Kwetsbare mensen die afhankelijk zijn van de zorg mogen erop vertrouwen dat de veranderingen soepel verlopen en ondersteund worden met goede communicatie. In deze brief stip ik graag een drietal hoofdpunten kort aan. In de bijlage wordt meer gedetailleerd op een aantal onderwerpen ingegaan. 1. Uitstel Wlz en overheveling langdurige GGZ en ZG De zorgverzekeraars stellen zich op het standpunt dat het – gelet op de omvang en stapeling van alle transities in de langdurige zorg en de risico’s voor de continuïteit van zorg aan cliënten die dit met zich mee brengt – niet verantwoord is om alle veranderingen gelijktijdig hun beslag te laten krijgen. Omdat de introductie van de wijkverpleging in de Zorgverzekeringswet samen met de nieuwe Wmo het fundament voor de opbouw van de (langdurige) zorg en ondersteuning in de thuissituatie vormt, dient deze prioriteit te hebben. In dit licht achten de zorgverzekeraars het, mede uit het oogpunt van de beschikbare capaciteit, noodzakelijk om de invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) en de overheveling van de langdurige GGZ en de extramurale behandeling van volwassenen en kinderen met een zintuigelijke beperking (ZG) uit te stellen tot 1 januari 2016. 2. Adequaat systeem risicoverevening absolute voorwaarde Zorgverzekeraars maken zich ook grote zorgen over de plannen van de staatssecretaris om per 2017 zorgverzekeraars volledig risicodragend te maken voor de wijkverpleging en de langdurige GGZ, die naar de Zvw worden overgeheveld. Voor de overheveling van de zorg voor zintuigelijk gehandicapten (ZG) wil de staatssecretaris zelfs al per 2015 volledige risicodragendheid invoeren. Dit is, zeker in relatie tot deze kwetsbare doelgroep, niet aanvaardbaar. ZN doet daarom een dringende oproep om de invoering van volledige risicodragendheid niet te koppelen aan een bepaalde datum, maar aan de zekerheid dat de kwaliteit van het risicovereveningssysteem de toegankelijkheid voor alle groepen verzekerden en een gelijk speelveld tussen zorgverzekeraars garandeert. 3. Zorgvuldige en eerlijke communicatie door VWS ZN begrijpt dat de wettelijke basis voor alle veranderingen nog besproken wordt in uw Kamer, maar ondertussen nemen de vragen over de hervormingen toe. Veel van de vragen komen terecht bij zorgverzekeraars, maar zonder twijfel ook bij gemeenten, patiëntenorganisaties en de zorgaanbieders. ZN vindt dat vanuit het ministerie van VWS onvoldoende voortgang wordt gemaakt met een slagvaardige communicatieaanpak en dat er in de communicatieplannen te veel wordt geleund op de communicatie door veldpartijen. Daarbij valt het op dat de communicatie vanuit het ministerie zich met name richt op de inhoudelijke veranderingen op hoofdlijnen, maar 2
niet ingaat op het feit dat de veranderingen ook met forse bezuinigingen gepaard gaan en dat de consequenties daarvan onontkoombaar door velen gevoeld zullen gaan worden. Wij vragen uw Kamer er bij de staatssecretaris op aan te dringen om vanuit het ministerie van VWS een intensieve en langlopende campagne te starten, die alle betrokkenen eerlijk en duidelijk informeert over álle consequenties die de veranderingen in de zorg voor hen en hun naasten met zich brengen. Intensieve communicatie en voorlichting (ook na 1 januari 2015) vanuit de overheid is een noodzakelijke steun aan veldpartijen in hun communicatie met de respectieve doelgroepen en achterbannen. Tot slot De veranderingen in de langdurige zorg zijn omvangrijk. De zorgpunten van ZN in deze brief (en in de bijlage) zijn voor zorgverzekeraars zwaarwegend. Wij vragen uw Kamer bij de besluitvorming veel aandacht te besteden aan de noodzakelijke randvoorwaarden en aan een tijdpad dat verantwoorde invoering van de wijzigingen mogelijk maakt. Bij de zorgverzekeraars staat voorop dat de zorg voor al hun verzekerden goed geregeld moet zijn. De bereidheid van zorgverzekeraars om zich in te zetten voor een succesvolle hervorming is groot. Zij zijn zich daarbij bewust van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het gaat namelijk om belangrijke en noodzakelijke hervormingen om de kwaliteit en toegankelijkheid van de langdurige zorg voor de toekomst te behouden. Met vriendelijke groet, Zorgverzekeraars Nederland
mr. A. Rouvoet voorzitter
Bijlage: Overige aandachtspunten (1)
3
Bijlage bij B-14-2934
Bijlage: Overige aandachtspunten 1. Uitstel Wlz en overheveling langdurige GGZ en ZG De zorgverzekeraars stellen zich op het standpunt dat – gelet op de omvang en stapeling van alle transities in de langdurige zorg en de risico’s voor de continuïteit van zorg aan cliënten die dit met zich mee brengt– niet alle veranderingen gelijktijdig hun beslag kunnen krijgen. Omdat de introductie van de wijkverpleging in de Zorgverzekeringswet samen met de nieuwe Wmo het fundament voor de opbouw van de (langdurige) zorg en ondersteuning in de thuissituatie vormen, dienen deze prioriteit te hebben. In dit licht achten de zorgverzekeraars het verstandig om de invoering van de Wet langdurige Zorg (Wlz) en de overheveling van de langdurige GGZ en de extramurale behandeling van volwassenen en kinderen met een zintuigelijke beperking (ZG) uit te stellen tot 1 januari 2016. De taakstelling ten aanzien van de wijkverpleging is zeer fors en daarmee komt er veel druk op de huidige aanbieders van deze zorg te staan. De zorgprofessionals die bij hen in dienst zijn, zullen immers de cultuuromslag in de dagelijkse praktijk vorm moeten aan geven samen met de cliënten. Hierbij wordt ingezet op meer zelfmanagement, eigen regie en zorg op maat. Van de wijkverpleegkundige wordt verwacht dat zij de gezondheid van de cliënt centraal zet en daarbij kijkt waar de cliënt, eventueel met ondersteuning van mantelzorg, nog zelf kan. Het gaat niet (langer) alleen om de ziekte en wat iemand niet meer kan. Deze omslag vereist dat er een zorgvuldig proces wordt doorlopen om tot de juiste inkoopafspraken te komen die de continuïteit van zorg binnen de context van de nieuwe aanspraak wijkverpleging garanderen. Uiterlijk 19 november 2014 willen zorgverzekeraars hun verzekerden geïnformeerd hebben over de premie, de polisvoorwaarden en de gecontracteerde zorg. Dat betekent dat de zorginkoop uiterlijk september afgerond moet zijn. Dit vereist dat er keuzes gemaakt moeten worden, ten aanzien van de inzet van de zorgverzekeraars. Aan de zorgvuldigheid willen zorgverzekeraars in het belang van de verzekerden namelijk geen concessies doen. De gelijktijdige invoering van de Wlz en de overheveling van de langdurige GGZ en de ZG die de staatssecretaris nu voorstaat stelt niet alleen zorgverzekeraars/zorgkantoren voor grote operationele uitdagingen (bijvoorbeeld ten aanzien van ICT), maar zorgverzekeraars zien ook dezelfde risico’s op overbelasting aan de kant van zorgaanbieders, gemeenten, uitvoeringsinstanties (ZBO’s) en toezichthouders. Het grote risico daarbij is dat uiteindelijk alle transities vertragen. ZN vindt dit onwenselijk omdat zo de noodzakelijke veranderingen die de houdbaarheid van de langdurige zorg op lange termijn moet garanderen, worden vertraagd. Door nu in te zetten op de zorg en ondersteuning in de wijk, houden we de energie en voortgang in de verbetering van de langdurige zorg. Voor de Wlz en de overheveling van de langdurige GGZ en de ZG geldt dat deze op verantwoorde wijze uitgesteld kunnen worden. Zorgkantoren kunnen deze zorg continueren op basis van de huidige AWBZ. De AWBZ biedt voldoende ruimte om de veranderingen die met de Wlz zijn voorzien reeds in gang te zetten. Voor de Langdurige GGZ en de ZG geldt dat omvangrijke cultuuromslagen niet aan de orde zijn.
2. Adequaat systeem risicoverevening absolute voorwaarde Zorgverzekeraars zijn uiteraard bereid de naar de Zvw over te hevelen onderdelen risicodragend uit te voeren. Een adequaat functionerend ex-ante risicovereveningssysteem is daarbij wel een absolute voorwaarde. Het vormt de ruggengraat van het zorgverzekeringsstelsel die de publieke randvoorwaarden moet borgen. Dit is belangrijk om de toegankelijkheid en de solidariteit voor verzekerden, een gelijk speelveld en evenwichtige inkoopprikkels voor zorgverzekeraars te kunnen borgen. En recent onderzoek van iBMG (Evaluatie Zorgstelsel en Risicoverevening; Acht jaar na invoering Zorgverzekeringswet: succes verzekerd?) heeft aangetoond dat – zelfs zonder de overhevelingen – het huidige risicovereveningssyteem nog verre van perfect is, juist ten aanzien van de doelgroep waar het hier om gaat. Zorgverzekeraars maken zich dan ook grote zorgen over de plannen van de staatsecretaris om per 2017 zorgverzekeraars volledig risicodragend te maken voor de wijkverpleging en langdurige GGZ die naar de Zvw worden overgeheveld. Voor de overheveling van de zorg voor zintuigelijk gehandicapten (ZG) wil de staatsecretaris zelfs volledige risicodragendheid invoeren per 2015. Dit is, zeker in relatie tot deze kwetsbare doelgroep, niet aanvaardbaar. ZN doet daarom een dringende oproep om de invoering van volledige risicodragendheid niet te koppelen aan een bepaalde datum, maar aan de zekerheid dat de kwaliteit van het risicovereveningssysteem de toegankelijkheid voor alle groepen verzekerden en een gelijk speelveld tussen zorgverzekeraars garandeert. ZN is het eens met de staatssecretaris dat risicodragendheid zorgverzekeraars prikkelt om te sturen op kwaliteit en doelmatigheid van zorg. Maar de overhaaste invoering ervan, die de staatssecretaris nu voorstaat, zet de solidariteit onder druk en kan daardoor juist voor de oudere verzekerden nadelige effecten hebben. Ook tast dit het gelijke speelveld aan voor zorgverzekeraars. Wanneer de kwaliteit van het vereveningsmodel voor wijkverpleging, de langdurige GGZ en ZG ondermaats is, kunnen zorgverzekeraars ernstig benadeeld worden als de compensaties niet passen bij de schadelast. Dit risico is groter voor de relatief kleinere zorgverzekeraars. Naast het ongelijke speelveld tussen zorgverzekeraars, zal een onvolkomen ex ante risicoverevening er toe leiden dat zorgverzekeraars de hieruit voortvloeiende extra onzekerheden zullen moeten afdekken. De kans dat dit leidt tot een onnodige, extra premiestijging, is dan niet uit te sluiten. Zorgverzekeraars zijn van mening dat premiestijgingen die niet worden gebruikt voor directe zorgverlening zoveel als mogelijk moeten worden beperkt. 3. Zorgvuldige en eerlijke communicatie door VWS Het aantal verzekerden dat zijn zorgverzekeraar belt met vragen over alle veranderingen in de zorg neemt elke dag toe. Zorgverzekeraars zijn momenteel zelf druk bezig om hun websites en klantcontactcenters voor te bereiden en op te schalen om de grote vraag aan te kunnen. Berichten in de media laten dagelijks zien dat er veel onrust en onzekerheid is bij mensen. Waar zorgaanbieders, gemeenten en zorgverzekeraars hun verantwoordelijkheid nemen en alles op alles zetten om een verantwoorde overheveling van verpleging en verzorging per 1 januari aanstaande mogelijk te maken, moet ook de Rijksoverheid haar verantwoordelijkheid nemen. Een belangrijk onderdeel daarvan is wat ons betreft een zorgvuldige en eerlijke communicatie over inzet, achtergrond en gevolgen van de plannen. ZN begrijpt dat voor de veranderingen de wettelijke basis nog besproken wordt in uw Kamer, maar ondertussen nemen de vragen over de hervormingen toe. Veel van de vragen komen terecht bij zorgverzekeraars, maar zonder twijfel ook bij gemeenten, patiëntenorganisaties en de zorgaanbieders. ZN vindt dat vanuit VWS onvoldoende 2
voortgang wordt gemaakt en dat er in de communicatieplannen er te veel wordt geleund op de communicatie door veldpartijen. Daarbij valt het op dat de communicatie vanuit VWS zich met name richt op de inhoudelijke veranderingen op hoofdlijnen, maar niet ingaat op het feit dat dat de veranderingen ook met forse bezuinigingen gepaard gaan en dat mensen dit dus gaan merken. Wij vragen uw Kamer er bij de staatssecretaris op aan te dringen zelf een intensieve en langlopende campagne te starten die alle betrokkenen eerlijk en duidelijk informeert over álle consequenties. Intensieve communicatie en voorlichting (ook na 1 januari 2015) vanuit de overheid is een noodzakelijke steun aan veldpartijen en geeft zoveel mogelijk Nederlanders een helder beeld van wat de veranderingen in de zorg voor hen en hun naasten betekenen. 4. Aandachtspunten ten aanzien van de haalbaarheid van de taakstelling 2015 en effecten op de premie • Zorgverzekeraars hebben serieuze twijfels of de gehele taakstelling ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Het kabinet kiest ervoor om de transities in de langdurige zorg gepaard te laten gaan met een forse financiële taakstelling. Zorgverzekeraars zullen zich inspannen om langs de weg van kwaliteit en doelmatigheid de beoogde besparingen te realiseren. Daarbij wijst ZN wel op het feit dat zorgverzekeraars dit alleen kunnen binnen de grenzen van de wettelijke zorgplicht. Zo zijn verzekerden die op 31 december 2014 een geldig indicatiebesluit hebben voor verpleging en verzorging in de AWBZ waarvan de geldigheidsduur nog niet is verstreken of die in zorg zijn, per 1 januari 2015 in het bezit zijn van een geldige verwijzing voor de wijkverpleging op grond van de Zvw. Hoewel wij dit uitgangspunt onderschrijven vanuit het belang van continuïteit van zorg voor verzekerden, betekent dit wel dat er nog een periode zal zijn waarbij mogelijk meer zorg geleverd wordt dan waar op basis van de aanspraak wijkverpleging in de Zvw recht op zou zijn. •
Zorgverzekeraars zien de Rijksbijdrage als een belangrijke maatregel om een eenmalige forse premiestijging te voorkomen en het draagvlak onder burgers van de noodzakelijke herziening van de langdurige zorg te behouden. De overheveling van de extramurale verpleging en verzorging naar de Zorgverzekeringswet heeft door zijn omvang een aanzienlijk effect op de premie. Zorgverzekeraars vinden een matiging van deze effecten voor verzekerden belangrijk. In de brief van de staatsecretaris aan de Tweede Kamer van 4 maart 2014 over ‘premiegevolgen overheveling Zvw en AWBZ’ staat dat er een tijdelijk Rijksbijdrage komt om de premiegevolgen van de overheveling voor burgers te verzachten. •
ZN benadrukt dat er ook andere ontwikkelingen binnen de Zvw-verzekerde zorg zijn die, los van de veranderingen in de langdurige zorg, kunnen leiden tot een stijging van de nominale premie. Zo blijven de zorgkosten stijgen en hebben zorgverzekeraars dit jaar gemiddeld een nietkostendekkende premie gehanteerd omdat zij de positieve resultaten van eerdere jaren, onder andere door een scherpe zorginkoop, teruggegeven aan de verzekerden door deze deels in de premie voor 2014 te verdisconteren.
3
5. Aandachtspunten ten aanzien van wijkverpleging • ZN ziet de gelijktijdige introductie van de nieuwe Wmo en de aanspraak wijkverpleging in de Zvw als absolute voorwaarde. In zijn brief aan de Tweede Kamer van 4 maart 2014 benadrukt de staatsecretaris van VWS de samenhang tussen de nieuwe wet- en regelgeving die nodig is om de hervorming van de langdurige zorg te realiseren. De nieuwe Wmo versterkt het sociale domein en hierdoor wordt het mogelijk om als gemeenten en zorgverzekeraars samen onnodige medicalisering te voorkomen. Het niet gelijktijdig introduceren van de Wmo en de Zvw betekent dat de taakstelling op wijkverpleging in zijn huidige omvang onhaalbaar wordt. De introductie van de nieuwe Wmo sec, is natuurlijk niet afdoende om de zorg en ondersteuning in de wijk op elkaar aan te laten sluiten. Het vraagt er vooral om dat wijkverpleegkundigen en professionals in het sociale domein elkaar in de wijk versterken. Alleen als zij nauw samenwerken en elkaars expertise weten te benutten, zullen mensen in staat zijn om straks daadwerkelijk langer thuis te wonen, niet onnodig te medicaliseren en te blijven participeren. Gemeenten en zorgverzekeraars zullen deze samenwerking moeten borgen in gezamenlijke afspraken die zij maken. Gezien de verschillende schalen van de zorgverzekeraars en gemeenten betekent dit dat naar een afstemmingsmodel is gezocht die voor beide partijen werkbaar is. Zorgverzekeraars hebben zich bereid verklaard om op Wmo-regioniveau tot afspraken te komen als dat nodig is. Het is niet de intentie om daar waar reeds goede samenwerkingsafspraken zijn op lokaal niveau tussen zorgverzekeraars en gemeenten, deze te ondermijnen. •
De zorgverzekeraars hebben uitgesproken dat zij de wijkverpleging in 2015 via representatie zullen inkopen. Deze representatie is noodzakelijk omdat sturing op instellingsbudgetten nog nodig is. Gezien de krappe tijd die rest tot 2015 is het noodzakelijk om de huidige AWBZ-prestaties als uitgangspunt te nemen bij de bekostiging.
Alleen dan kunnen we garanderen dat declareren en betalen van zorg op 1 januari 2015 mogelijk is. Wel zijn wij er voorstander van om de prestaties waar mogelijk al enigszins te herschikken. Ook zien wij mogelijkheden om in 2015 met zorgaanbieders die dat willen en kunnen vanuit het principe ‘zorgplan is realisatie’ te gaan werken. Dit zal in de inkoopgesprekken met de zorgaanbieders aan de orde komen. De nieuwe wijze van indiceren en toewijzen van zorg, waarvoor de V&VN momenteel een instrument ontwikkelt, tezamen met de mogelijkheid om te gaan werken met het principe ‘zorgplan is realisatie’ biedt de basis voor wijkverpleegkundige zorg waarbij de wijkverpleegkundige weer zijn/haar professionaliteit volledig kan benutten ten gunste van de cliënt. Dit zal, zoals verschillende pilots en praktijkervaringen tot nu toe hebben uitgewezen, leiden tot minder zorgvraag en een grotere tevredenheid van de cliënt over de zorg die hij of zij krijgt. •
Zorgverzekeraars hebben zorgen over de afbakening tussen de aanspraak wijkverpleging en de Wlz. Het risico op afwenteling is volgens ZN nog te groot. Op dit moment is de aanspraak wijkverpleging in concept gereed. Hoewel in de Wlz staat beschreven dat deze voorliggend is aan de Zvw, is er geen volstrekte helderheid over de situaties waarbij de indicatie voor de Wlz niet verzilverd kan worden, of wanneer de cliënt te verstaan heeft gegeven geen Wlz indicatie aan te willen vragen, terwijl zorg thuis niet meer verantwoord geleverd kan worden. Beide zaken kunnen een effect hebben op de omvang van de vraag naar Zvw-zorg, zonder dat de zorgverzekeraar hier op kan sturen. Deze
4
potentiële afwentelingsmogelijkheden vergroten het risico om de toch al zeer forse taakstelling voor de wijkverpleging in 2015 te kunnen realiseren. 6. Aandachtspunten ten aanzien van de langdurige GGZ en de extramurale behandeling zintuigelijk beperkten In de brief ‘samenhang in zorg en ondersteuning’ van 4 maart aan de Tweede Kamer schrijft de staatssecretaris dat hij naast de prestatie ‘wijkverpleging’ ook de langdurige GGZ en de extramurale behandeling van volwassenen en kinderen met een zintuigelijke beperking (ZG) per 1 januari 2015 in de Zvw wil onderbrengen. Al eerder in deze brief is door ZN kenbaar gemaakt dat een zorgvuldige herziening van de langdurige zorg gebaat is bij uitstel van deze overhevelingen tot 1 januari 2016. Voor de ZG heeft de staatssecretaris daarnaast aangegeven deze zorg in 2015 direct volledig risicodragend te willen maken. De volledige risicodragenheid die de staatssecretaris voorstaat in 2015 is niet realistisch. Voor de ZG gelden dezelfde argumenten die ook voor de langdurige GGZ en de wijkverpleging gelden. De huidige AWBZ-prestaties en tarieven zijn namelijk alleen adequaat zijn op instellingsniveau. Om de uitgaven te kunnen beheersen op macroniveau zullen de zorgverzekeraars daarom deze zorg, net als de wijkverpleging en de langdurige GGZ, gerepresenteerd in moeten kopen en aansluiting zoeken bij de huidige instellingsbudgetten. Representatie verhoudt zich niet tot risicodragenheid voor individuele verzekeraars. Mocht uw Kamer besluiten om de intentie van de staatssecretaris te volgen ten aanzien van de langdurige GGZ dan kan dit dus alleen als er in 2015 sprake is van een volledige ex post risicoverevening. 7. Aandachtpunten ten aanzien van de Wet langdurige zorg • Wat betreft de Wet langdurige zorg (Wlz) zijn er voor zorgverzekeraars/zorgkantoren nog heel veel cruciale vragen over de uitvoering van de wet in de praktijk. In 2015 komt mogelijk een grote groep cliënten in de Wlz die een geldige AWBZ-indicatie hebben, maar de zorg nu nog extramuraal hebben georganiseerd. Zij houden hun recht en moeten gedurende 2015 een keuze maken of ze hun zorg via de Wlz alsnog intramuraal willen krijgen of dat zij liever thuis blijven wonen met wijkverpleging uit de Zvw en ondersteuning uit de Wmo. Op dit moment is deze groep nog niet goed te overzien, maar duidelijk is wel dat dit spanning geeft op de budgettaire ruimte. De onduidelijkheid over de Wlz is ook een belangrijk argument voor ZN om te pleiten voor het uitstel van de invoering van de Wlz. ZN vreest een zorgvuldige invoering van de Wlz in het geding komt en reparaties achteraf noodzakelijk zullen zijn. ZN constateert verder dat de Wlz nadrukkelijk onderscheid maakt tussen de gehandicaptenzorg en de intramurale ouderenzorg. Wij onderschrijven deze keuze, maar zijn wel van mening dat dit dan ook om een verdere doorvertaling vraagt naar de wijze van inkoop. Uniformering ligt bij de gehandicaptenzorg waar veelal regionaal wordt gewerkt, meer voor de hand dan bij de ouderenzorg. Ouderenzorg vraagt om maatwerk op lokaal en soms zelfs wijkniveau. Uniformering kan daarom bij de intramurale ouderenzorg niet aan de orde zijn.
5
8. Wederzijdse informatie-uitwisseling tussen zorgverzekeraars en gemeenten • Naast een eenmalige uitwisseling van informatie van zorgverzekeraars naar gemeenten bij de invoering van de nieuwe Wmo, pleit ZN voor een duidelijk kader voor structurele en wederzijdse informatie-uitwisseling tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Dit is nodig om mensen te verzekeren van een goede afstemming tussen ondersteuning en zorg uit respectievelijk het sociale domein en het zorgverzekeringsstelsel. Vektis zal voor de nieuwe Wmo beleidsinformatie aan gemeenten leveren. Hierover hebben zij afspraken gemaakt met het Transitiebureau Wmo. Deze informatie kunnen de gemeenten gebruiken voor hun inkoop. Aanvankelijk zouden de gemeenten half maart een nieuwe update ontvangen met gegevens tot en met juli 2013. Vektis heeft deze update helaas moeten uitstellen omdat VWS nog geen heldere verdeling kon geven over welke prestaties straks onder de Wmo en welke onder de Zvw/Wlz komen te vallen. ZN begrijpt het ongeduld van gemeenten die zitten te wachten op de informatie, maar daarvoor was eerst de duidelijkheid nodig die alleen VWS kon geven. Inmiddels werkt Vektis hard om de update zo snel mogelijk bij gemeenten aan te leveren. Naast deze eenmalige informatieuitwisseling pleit ZN voor een structurele informatie-uitwisseling tussen gemeenten en zorgverzekeraars.
6