College B&W Gemeente Venlo College B&W Gemeente Maasbree College B&W Gemeente Sevenum P/a Postbus 3434 5902 RK Venlo
Roermond: 3 september 2007 Betreft: Inspraakreactie Voorontwerp Bestemmingsplan Traffic-Port Van: Toine Wuts Kenmerk: 07.189 /TW / 292.14
Geachte Colleges van B&W, De Milieufederatie Limburg heeft kennis genomen van het “Voorontwerp Bestemmingsplan Traffic Port”. Na lezing en overleg met onze achterban, het IVN-Maasbree, Milieudefensie Venlo en het NHG kring Venlo, geven wij onderstaand onze inspraakreactie op dit voorontwerp bestemmingsplan. Algemeen Enkele jaren geleden hebben wij voor het eerst kennis kunnen nemen van de plannen omtrent een vliegstrip op de nu voorliggende locatie. Wij hebben hiervan kennis genomen tijdens de bijeenkomsten ter opstelling van de regionale plaatsingsvisie windturbines Noordwest Limburg. Tijdens de laatste bijeenkomst in 2004 heeft het nu voorliggende voornemen ervoor gezorgd dat de meest efficiënte windmolenlocatie in Limburg wordt opgeofferd voor het uitoefenen van een hobby van enkele mensen. Duurzame energie versus luchtvervuiling, in de breedste zin van het woord. Vier jaar van intensief samenwerken en afstemmen werden in een keer weggevaagd. De opmerking dat windenergie samengaat met de vliegstrip delen wij dan ook niet. De windenergielocaties zijn zonder enige vorm van overleg en bespreking opgeschoven. Alle landschappelijke studies hadden blijkbaar geen waarde meer. De initiatiefnemers voor windenergie stonden in de startblokken. De provinciale werkgroep had het zelfs voor elkaar gekregen dat de initiatiefnemers Essent, Nuon en 2 particulieren met elkaar gezamenlijk het project zouden uitvoeren. Alleen al het samenbrengen van Essent en Nuon was voor die tijd zeer uniek. Het laatste wat wij vernomen hebben is dat zij beide afgehaakt hebben, omdat de verschoven locatie voor hen niet meer economisch interessant is in samenwerking met de twee particuliere initiatiefnemers. Wat nog erger is, is dat het voornemen van de vliegstrip nu al meer dan 4 jaar een belemmering vormt voor de te plaatsen windmolens in het betreffende gebied. Meer dan 4 jaar vertraging in het opwekken van duurzame energie.
1
Voorontwerp Bestemmingsplan Onderstaand zullen wij inhoudelijk op het “Voorontwerp bestemmingsplan Traffic Port” reageren. Wij houden hier zoveel mogelijk de chronologie van het plan aan. Aanleiding De eigenaar van het vliegveld houdt zich bezig met import, export, verkoop, design, assemblage, onderhoud en reparaties van MLA-vliegtuigen. Daarnaast is er nog sprake van een vliegschool, vereniging VML (Vereniging Microlight Vliegers Limburg) en een verkeerseducatiecentrum inclusief slipbaan. Het gaat hier om veel activiteiten die een groter invloed hebben op de omgeving met mogelijke effecten op het omliggende gebied. Effecten die in het voorontwerp bestemmingsplan niet verder worden uitgewerkt. Hierop komen wij later bij de afzonderlijke thema’s geluid en natuur op terug. Onderbouwing locatiekeuze Wij hebben geen kennis kunnen nemen van het locatieonderzoek en de mogelijke diepgang hiervan. Wij stellen ons hierbij ook de vraag of het onderzoeksgebied groot genoeg is geweest. Verder is ons niet duidelijk op welke manier wordt voldaan aan het bundelen van alle Noord-Limburgse MLA vliegstrips op deze locatie. Tevens is ons niet duidelijk waarom niet gekozen is voor een bundeling met één van de bestaande regionale luchthavens, MAA, Eindhoven, Budel en Laarbruch. Gezien de activiteiten is hier sprake van uitbreiding van het industrieterrein buiten de contouren. Dit is in strijd met de toezeggingen gedaan tijdens besprekingen ter realisering van de groengordel grenzend aan Trade Port West. Vigerend planologisch regime Het is volgens ons volstrekt onjuist om de in- en uitvliegroutes niet in het bestemmingsplan mee te nemen, daar deze gevolgen kunnen hebben op mogelijke ontwikkelingen buiten het betreffende plangebied en op de omliggende natuur. Rijksbeleid Het nationaal ruimtelijk beleid richt zich specifiek op vier algemene doelen. In onze ogen doet het voornemen hier eerder afbreuk aan dan dat er sprake kan zijn van een plan dat past binnen de Nota Ruimte. Rooilijn langs rijkswegen In relatie tot de bebouwing is rekening gehouden met de rooilijnen. Echter om afleidende effecten voor de weggebruiker te voorkomen worden geen maatregelen voorgesteld. Dit dient een bijzonder punt van aandacht te zijn gezien de locatie direct grenzend aan de zeer drukke A67. Volgens ons wordt de nieuwe natuur aangelegd binnen de rooilijnen van de A67. De aanleg van een plas- en dras-gebied getuigt van het niet serieus omgaan met natuurcompensatie. Dit geeft hooguit een leefgebied voor een paar eenden die bijgevoerd dienen te worden.
2
Provinciaal beleid Het POL 2006 is het vigerende POL. Het voorliggende voorontwerpbestemmingsplan is in strijd met het provinciaal beleid op deze locatie. Voor het betreffende gebied gelden de perspectieven 5b en 2. Dynamisch landbouwgebied, inmiddels met beleidsvoornemen LOG, en POG. Voor de ontwikkeling van beide perspectieven conform de uitgangspunten van het POL vormt de vliegstrip een belemmering. Daarnaast ligt het gebied buiten de stedelijke dynamiek contour. Gemeentelijk beleid De gemeente Maasbree heeft als doel het ontwikkelen van consumentgerichte toeristisch/recreatieve activiteiten, met specifieke aandacht voor kleinschaligheid. Volgens ons is de voorgenomen vliegstrip met zijn vele activiteiten in strijd met dit voornemen. Integrale Natuurvisie Venlo De ecologische verbindingszone vormt een groene gordel om het bedrijventerrein Trade Port West , met als doel een natuurlijke begrenzing van het stedelijk gebied en een duidelijk grens tussen stedelijk gebied en platteland. Het bouwen en ontwikkelen van activiteiten buiten deze groene gordel is in strijd met dit gemeentelijk beleid. Het doorsnijden van de gordel met een weg is niet gewenst voor het functioneren van deze ecologische verbindingszone. Planbeschrijving Indien nu al bekend is dat in de toekomst de start- en landingsbaan mogelijk wordt verhard dient dat in de planvorming te worden meegenomen. Verder hebben wij een sterk vermoeden dat in relatie tot de lengte van de landingsbaan en het grote aantal vliegbewegingen er in de (nabije) toekomst andere grotere toestellen gebruik gaan maken van dit vliegveld. Een omschrijving naar aard en omvang van de 50.000 vliegbewegingen per jaar is dan ook strikt noodzakelijk om een gedegen geluid- en effectentoets op het gebied en de omgeving te kunnen uitvoeren. Archeologie en Cultuurhistorie Zonder inzage in het onderzoeksrapport kunnen wij niet beoordelen of het onderzoek gedegen is uitgevoerd. De omschrijving van postmiddeleeuws puin als resultaat uit een boormonster hebben wij nog nooit in een archeologisch onderzoek gelezen. Natuur Het plangebied vormt samen met de ecologische verbindingszone een belangrijke buffer tussen de stedelijke bebouwing en de ecologische structuur van de Groote Molenbeek met de Elsbeemden. Door de geluidsproductie van de overvliegende vliegtuigen zal een sterk verstorend effect optreden op de broedvogels, vleermuizen en andere fauna in de omgeving. Alleen al in het EHS gebied Elsbeemden huisvest 35 verschillende vogelsoorten. Ter vergelijking op de Groote Heide zijn door de daar aanwezige modelvliegtuigen soorten als geelgors, boomleeuwerik en lijsterachtigen sterk gedecimeerd. In het EHS-gebied Elsbeemden is de laatste jaren veel geinvesteerd om een solide natuurontwikkeling op gang te brengen. In de directe nabijheid van tuinbouwkassen (voormalig bedrijf Steenks) ligt een natuurcompensatiegebied, van de gemeente Maasbree, mogelijk in de aanvliegroute. Dit gebied huisvest 16 soorten broedvogels.
3
Mogelijke effecten van aanvaringen met vogels en vleermuizen zijn niet onderzocht. Het natuuronderzoek heeft zich volgens ons ten onrechte beperkt tot het plangebied, omdat er gezien bovenstaande veel meer effecten in een veel groter gebied zijn te verwachten. Het plangebied vormt, als onderdeel van een wijder uitgestrekt akkerbouwgebied, een duurzaam leefgebied voor enkele beschermde en/of bedreigde faunasoorten. Er bestaan bij ons grote twijfels over het niet voorkomen van de genoemde soorten (pagina 27) in het betreffende gebied. Wij zijn eerder van mening dat hier sprake is van een natuuronderzoek dat te beperkt is in tijd en ruimte. U schrijft dat uw voornemen een belemmering vormt voor de autonome ontwikkeling tot een dassenleefgebied. Het bevreemdt ons ten zeerste dat dit niet is meegenomen in uw aanvraag voor een ontheffing Flora- en Faunawet. De aanvraag voor de ontheffing Flora- en Faunawet is te beperkt geweest gelet op bovenstaande. Geluid Ook hier is alleen rekening gehouden met het geluid veroorzaakt op het plangebied. De vliegroutes en bijbehorende geluidscontouren zijn volgens ons niet meegenomen in de bepaling van de effecten op de omgeving. De cumulatie van geluid met de A67 en andere bedrijvigheid in de directe omgeving is evenmin meegenomen. Luchtkwaliteit Voor de bepaling van de luchtkwaliteit dienen emissies in de nabijheid van het plangebied en de vliegroutes te worden meegenomen. Dit geldt onder andere voor de verkeersemissies van de A67, de emissies van de Intensieve Veehouderij bedrijven en overige landbouw, uiteraard vermeerderd met de achtergrondconcentraties en gerekend in een langer tijdsperspectief, bijvoorkeur minimaal tot het moment van realisering van de verwachte 50.000 vliegbewegingen. Tevens is het van belang om hier aandacht te schenken aan de mogelijke belemmeringen die het gebruik van het plangebied geeft voor de ontwikkeling van het LOG ter plaatse. Dat er in een MLA gebruikt wordt gemaakt van automotoren wil niet zeggen dat de berekenmethodes van de luchtemissies vergelijkbaar zijn, er vinden geheel andere belastingen van de motor plaats. Externe Veiligheid Externe veiligheid heeft niet alleen te maken met het risico door het gebruik en opslag van gevaarlijke stoffen. Zeker bij het hier voorgenomen gebruik van in de toekomst 50.000 vliegbewegingen per jaar, dient er een berekening plaats te vinden van het risico en de gevolgen van het mogelijk neerstorten van deze niet gecertificeerde MLA’s, waarvan het veiligheidsniveau niet is vastgesteld. Daarnaast dienen de aangrenzende gemeenten rekening te houden met het voornemen bij het opstellen van een rampenplan.
4
Vlieghoogte boven Breebronnen Het is ons niet duidelijk hoe op een hoogte van 1000 voet gevlogen kan worden om belemmeringen op recreatiegebied Breebronnen te vermijden, terwijl defensie een maximum vlieghoogte van 500 voet voorschrijft. Daarnaast zijn wij van mening dat de aanwezige bebouwing in het gebied gezien de geringe afstand tussen de bebouwing gezien dient te worden als aaneengesloten bebouwing. Economische Uitvoerbaarheid Een gedegen maatschappelijke kosten-batenanalyse lijkt ons noodzakelijk om nut en noodzaak en de meerwaarde voor de omgeving en de meerwaarde voor Logistiek Venlo in kaart te brengen. Zeker gezien de belemmering, zoals blijkt uit de brief van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, dat een MLA geen commerciële vluchten mag uitvoeren en geen personen mag vervoeren.
Landschappelijke inpassing Een toets inzake landschappelijke inpassing met inachtneming van het vigerend planologisch beleid in de omgeving ontbreekt. Ter beoordeling dient de inpassing vanuit het landschap bekeken te worden. Bestemmingsplanvoorschriften Artikel 4.1. lid d biedt de mogelijkheid tot horecavoorzieningen. Het is niet duidelijk welke vormen van horeca hierdoor mogelijk zijn. Artikel 4.1. lid i biedt de mogelijkheid tot voorzieningen van openbaar nut. Om welke voorzieningen het kan gaan en hoe deze bereikbaar zijn voor eenieder is niet duidelijk. Artikel 9. De mogelijkheid om masten te verhogen tot 40 meter lijkt ons strijdig en conflicterend met het voornemen om veilig te kunnen vliegen. Tevens denken wij dat 40 m hoogte conflicteert met de maximale bouwhoogte van 65 meter boven NAP in de belemmeringzone straalverbindingen. Artikel 10.1 en 10.2 zijn volgens ons hier niet van toepassing. Afsluitend Het mag duidelijk zijn dat wij geen voorstander zijn van een vliegstrip op deze locatie. Wij verzoeken u dan ook, met inachtneming van bovenstaande reactie, het bestemmingsplan niet verder in procedure te brengen. Hoogachtend, Stichting Milieufederatie Limburg,
ir. H.J. Heijnen directeur Milieufederatie Limburg
5